3. ORGANISATIESTRUCTUREN S.V. ROOD-WIT V Organisatiestructuur jeugdafdeling S.V. Rood-Wit V ORGANISATORISCHE OPZET JEUGDAFDELING 5

Inhoudsopgave 1.

INLEIDING

1

2.

DOELSTELLING S.V. ROOD-WIT V.

2

2.1

3.

4.

Doelstelling van de vereniging

ORGANISATIESTRUCTUREN S.V. ROOD-WIT V.

2

3

3.1

Organisatiestructuur S.V. Rood-Wit V.

3

3.2

Organisatiestructuur jeugdafdeling S.V. Rood-Wit V.

4

ORGANISATORISCHE OPZET JEUGDAFDELING

5

4.1 Doelstelling jeugdcommissie 4.1.1 Voetbaltechnische structuur 4.1.2 Niet-voetbaltechnische structuur

5 5 6

4.2 Taken en functies van de jeugdcommissie 4.2.1 Taken en functies van de jeugdvoorzitter 4.2.2 Taken en functies van de jeugdsecretaris 4.2.3 Taken en functies van de wedstrijdsecretaris 4.2.4 Taken en functies van de jeugdpenningmeester 4.2.5 Taken en functies van de hoofdleiders 4.2.6 Taken en functies van de jeugdleiders

7 7 7 8 9 9 10

4.3 Afspraken en speciale items 4.3.1 Praktische invullingen voor de leiders 4.3.1.1 Toezicht: 4.3.1.2 Vervoer naar wedstrijden ; advies aan de leiders: 4.3.1.3 Wisselen: 4.3.1.4 Meedoen met andere teams 4.3.1.5 Hoe gaan eerste en tweede teams met elkaar om? 4.3.1.6 Disciplinaire maatregelen 4.3.1.7 Contacten met de ouders 4.3.1.8 Trainingen

12 12 12 12 12 13 14 14 14 15

4.4

Sponsoring

16

4.5

Werving van jeugdleden

17

4.6 Nevenactiviteiten 4.6.1 Samenstelling van de nevenactiviteitencommissie 4.6.2 Doelstelling nevenactiviteitencommissie 4.6.3 Taakstelling nevenactiviteitencommissie: 4.6.4 Taakinvulling. 4.6.5 Financiën

5.

VOETBALTECHNISCHE OPZET JEUGDAFDELING

18 18 18 18 19 19

20

5.1

Verantwoording

20

5.2

Uitgangspunten voetbaltechnisch beleid

21

5.3 Technische organisatiestructuur jeugdafdeling Rood-Wit 5.3.1 De jeugdcoördinator (i.s.m. hoofdtrainer categorie) 5.3.1.1 Doel van de jeugdcoördinator 5.3.1.2 Functie eisen jeugdcoördinator 5.3.1.3 Taken en verantwoordelijkheden jeugdcoördinator 5.3.2 Taken en verantwoordelijkheden hoofdtrainer categorie. 5.3.3 Taken en verantwoordelijkheden van de jeugdtrainer 5.3.4 Taken en verantwoordelijkeden van de Jeugd(bege)leider 5.3.5 Coaching

24 25 25 25 26 28 29 31 32

5.4 Medische begeleiding 5.4.1 Acute opvang 5.4.2 Preventie

34 34 35

5.5 Opleiding van het technisch kader 5.5.1 Gewenste voetbaltechnisch opleidingsniveau 5.5.2 Opleidingsmogelijkheden technisch kader

36 36 37

5.6 Trainingsfaciliteiten 5.6.1 Uitgangspunten 5.6.2 Trainingsschema 5.6.3 Trainingsmaterialen 5.6.3.1 Algemeen trainingsmateriaal 5.6.3.2 Specifieke trainingsmaterialen

40 40 40 41 41 41

6.

GEDRAGSREGELS VOOR JEUGDLEDEN

43

7.

AANBEVELINGEN OVERGANG JUNIOREN - SENIOREN 45 7.1

Aandachtspunten

45

7.2

Suggestie

46

8.

TRAININGSLEERPLAN 8.1

9.

Inleiding trainingsleerplan

47 47

8.2 Algemene theorie trainingsleerplan 8.2.1 Conditie(training) 8.2.2 Methodiek 8.2.3 Leerstofgebieden 8.2.4 Technische/Tactische vaardigheidsoefeningen 8.2.5 Tactische/Technische toepassingsvormen 8.2.6 Elementen van het voetbal 8.2.7 Leeftijdscategorieën en -kenmerken

47 48 48 49 50 50 51 52

8.3

Trainingsleerplan F-categorie

53

8.4

Trainingsleerplan E-categorie

56

8.5

Trainingsleerplan D-categorie

59

8.6

Trainingsleerplan C-categorie

63

8.7

Trainingsleerplan B-categorie

68

8.8

Trainingsleerplan A-categorie

73

8.9

De doelverdediger

77

NAWOORD

10. AANTEKENINGEN

79 80

Jeugdbeleidsplan S.V. Rood-Wit V. \

Inleiding 1. Inleiding S.V. Rood-Wit V. ziet de jeugdafdeling als een wezenlijk onderdeel van de vereniging en heeft dan ook een goede traditie op het gebied van jeugdbeleid. Het jeugdbeleid wordt vastgelegd in het jeugdbeleidsplan. Een herziening van het jeugdbeleidsplan is noodzakelijk gezien de veranderingen die hebben plaatsgehad in de afgelopen jaren. Opmerkingen: In deze versie wordt enige malen verwezen naar “Bewaarnummer S.V. Rood-Wit V.”. Dit is een jaarlijks, bij de start van een nieuw seizoen, verschijnende brochure met informatie over de S.V. Rood-Wit V.

Pagina 1


Doelstelling S.V. Rood-Wit V. 2. Doelstelling S.V. Rood-Wit V. 2.1 Doelstelling van de vereniging Het, aan de leden en supporters, (zoveel mogelijk) bieden van de gelegenheid: • de voetbalsport te bedrijven op het door eenieder gewenste prestatie of recreatieniveau • toeschouwer te laten zijn van sportieve en spannende wedstrijden • zich na / naast de sport gezamenlijk te kunnen ontspannen Dit door: • een bij deze doelstelling passende organisatie • het zorgen voor optimale faciliteiten/ambiance (velden, tribune, trainingsmogelijkheden, kleedlokalen, kantine etc) • extra bijdrage te verlenen aan het op een zo hoog mogelijk niveau laten presteren van alle teams die voor prestatie kiezen. Dit geldt zeker voor het 1e (=vaandel) team. Randvoorwaarden, bij het op zo’n hoog mogelijk niveau presteren, zijn: • gebruik maken van “eigen kweek” • behoud van eigen spelers en niet op het aantrekken van spelers van “buiten”. Om aan genoemde randvoorwaarde te voldoen, wordt maximale ondersteuning gegeven aan een actief jeugd(opleidings)beleid Als tegenprestatie wordt aan de leden gevraagd: • de S.V. Rood-Wit V. naam hoog te houden door zich sportief en correct te gedragen • mee te werken aan organisatie en activiteiten

Pagina 2


Organisatiestructuren S.V. Rood-Wit V. 3. Organisatiestructuren S.V. Rood-Wit V. 3.1 Organisatiestructuur S.V. Rood-Wit V. Hoofdbestuur

Leden administratie

Jeugd commissie

Senioren commissie

PR commissie

Neven activiteiten commissie

Technische commissie

Commissie algemene zaken

Financiële commissie

Het hoofdbestuur bestaat uit: • de voorzitter; die vertegenwoordigt tevens de PR-commissie • de secretaris • de penningmeester; die vertegenwoordigt tevens de Financiële-commissie Deze drie genoemden vormen tevens het Dagelijks Bestuur. Verder nemen deel: • de leider van de Commissie algemene zaken • de leider van de Technische commissie • de leider van de Senioren-commissie • de leider van de Jeugd-commissie • de leider van de commissie Algemene zaken

Pagina 3


Organisatiestructuren S.V. Rood-Wit V. 3.2 Organisatiestructuur jeugdafdeling S.V. Rood-Wit V. Jeugd commissie

Technische Organisatie

*

Neven activiteiten commissie

Toernooi commissie

Voorzitter

Secretaris

Penning meester

Hoofdleider A/B-categorie

Hoofdleider C/D-categorie

Hoofdleider E/F-categorie

Leider neven activiteiten

Jeugd coördinator

De jeudcommissie bestaat uit: • de jeugdvoorzitter • de jeugdsecretaris (cq wedstrijd-secretaris) • de jeugdpenningmeester • de hoofdleider A/B • de hoofdleider C/D • de hoofdleider E/F • de vertegenwoordig(st)er van de Nevenactiviteiten commissie • de jeugdcoördinator Vergaderfrekwentie: De jeugdcommissie vergadert ten minste eenmaal per maand en verder zoveel meer als noodzakelijk of gewenst is. * Zie hoofdstuk “Technische organisatiestructuur S.V. Rood-Wit V.”

Pagina 4


Doelstelling jeugdcommissie 4. Organisatorische opzet jeugdafdeling 4.1 Doelstelling jeugdcommissie De jeugdcommissie stelt zich ten doel: • De jeugdleden gelegenheid te bieden de voetbalsport te bedrijven, waarbij rekening wordt gehouden met zowel prestatiegerichte als recreatiegerichte behoeften. • Het positief bijdragen in de vorming/opvoeding van de jeugd. Via leiding jonge spelers laten opgroeien tot verantwoordelijke individuen die in groepsverband kunnen samenwerken, leren bepaalde leefregels te respecteren en beslissingen leren accepteren. • Het zorgen voor een soepele overgang naar de senioren (waarbij ook hier rekening wordt gehouden met prestatiegerichtheid en recreatiegerichtheid). Dit door te zorgen voor een duidelijke niet-voetbaltechnische structuur respectievelijk een adequate voetbaltechnische structuur.

4.1.1 Voetbaltechnische structuur Voetbaltechnische structuur is gericht op: • recht doen aan de zowel prestatiegerichte als de meer recreatiegerichte behoeften van de jeugdspelers • een duidelijk herkenbare lijn en opbouw ten aanzien van trainingsaanpak, speelstijl, tactiek en coaching. Genoemde lijn en opbouw dienen aan te sluiten op die van de senioren. • structureel overleg tussen betrokkenen (jeugdcoördinator, hoofdtrainers, hoofdleiders categorie, trainers/leiders) m.b.t. trainingsopzet, selectie, overgang naar hogere leeftijdscategorieën inclusief senioren. • het besteden van voldoende aandacht aan sportief en correct gedrag van de jeugdleden en hun begeleiders. • een actief beleid t.a.v. kwalitatieve kaderwerving en kaderopleiding. Voor het kader kunnen in aanmerking komen:

Pagina 5


Doelstelling jeugdcommissie o opgeleide mensen “van buiten” voor de functie van hoofdtrainer/hoofdtrainer categorie. o seniorleden. o oudere jeugdleden. o ouders van jeugdleden.

4.1.2 Niet-voetbaltechnische structuur Niet-voetbaltechnische structuur is gericht op: • Gelijkwaardigheid in behandeling van de diverse teams en dus van alle jeugdleden. • Een actief beleid t.a.v. sponsoring dat recht doet aan alle jeugdleden en waarvan de gehele jeugdafdeling profijt trekt Het streven is, alle teams te voorzien van gesponsorde tenues (shirts, broekjes, kousen) en waar mogelijk van trainingspakken en sporttassen. De tenues hebben door heel de vereniging een eenduidige lijn. • De jaarlijkse organisatie van eigen toernooien voor de diverse jeugdteams, als wel de deelname (gespreid over de diverse teams) aan toernooien elders. Dit alles onder leiding van de toernooicommissie. • Een jaarplanning op het gebied van nevenactiviteiten (zie verder) voor alle jeugdteams. • Een actief wervingsbeleid om ouders en clubleden van jong tot oud te betrekken bij allerlei nevenactiviteiten, waardoor meer binding met de vereniging ontstaat c.q. die binding wordt bevorderd • Structureel overleg tussen de betrokkenen m.b.t. alle voornoemde facetten. • Het regelmatig organiseren van bindingsactiviteiten voor het bij de jeugdafdeling betrokken kader.

Pagina 6


Taken en functies van de jeugdcommissie 4.2 Taken en functies van de jeugdcommissie 4.2.1 Taken en functies van de jeugdvoorzitter Tot de taak van de voorzitter van de jeugdcommissie behoort in ieder geval: • Het representeren van S.V. Rood-Wit V. aangaande alle jeugdzaken, zowel binnen als buiten de vereniging. • Het vertegenwoordigen van de jeugdcommissie in het hoofdbestuur van de vereniging. • Het vertegenwoordigen van de jeugdcommissie naar de jeugdafdelingen van andere verenigingen. • Het opmaken van de agenda voor de vergaderingen van de jeugdcommissie, zulks in overleg met secretaris en penningmeester. • het leiden van de vergaderingen van de jeugdcommissie en waar nodig van andere overlegsituaties. • Het zorgdragen voor en het toezien op de taakverdeling en -uitvoering binnen de jeugdcommissie. • Het coördineren bij geschillen, knelpunten en adhoc situaties, zulks eventueel in overleg met secretaris en penningmeester. • Het (waar nodig) uitschrijven respectievelijk bewerkstelligen van extra vergaderingen of overlegvormen.

4.2.2 Taken en functies van de jeugdsecretaris Tot de taak van de secretaris van de jeugdcommissie behoort in ieder geval: • Het voorbereiden van de vergaderingen van de jeugdcommissie en eventuele andere overlegvormen, zulks in samenwerking met voorzitter en penningmeester. • De verslaglegging van deze vergaderingen en het verzenden van deze verslagen naar de betrokken geledingen (incl. hoofdbestuur) en personen. • Het publiceren van het competitie- en bekerprogramma en oefenwedstrijden. Pagina 7


Taken en functies van de jeugdcommissie • Het maken van een schema ten aanzien van trainingen en bezetting van de accommodatie in samenwerking met de directe betrokkenen (hoofdleiders, technische staf). • Administratieve verwerking van de samenstelling van het oefenprogramma. • Het aansturen van de toernooicommissie i.v.m. het verzorgen van de inschrijving(en) van toernooien en de vaststelling van de toernooidata van de eigen toernooien zulks in overleg met de technisch verantwoordelijken. • Het opstellen van een jaaroverzicht t.b.v. de algemene ledenvergadering. • Het regelen van schriftelijke contacten met spelers, ouders/verzorgers en externe correspondentie. • Het fungeren als contactpersoon naar de K.N.V.B. en andere verenigingen. • Het verzorgen van de informatie vanuit de jeugdcommissie naar het clubblad de “Rood-Witter”. • De administratieve afwikkeling van wedstrijdformulieren, strafzaken, verzekeringsaanspraken.

4.2.3 Taken en functies van de wedstrijdsecretaris Tot de taak van de wedstrijdsecretaris behoort in ieder geval: • • • •

Het verzorgen van velden kleedlokaalindelingen op wedstrijddagen. Het ontvangen van scheidsrechters. Het ontvangen van leiders van bezoekende verenigingen. het informeren ingeval van afgelastingen van: o Mede jeugdcommissieleden. o De hoofdleiders. o De scheidsrechters. o De bezoekende verenigingen. o De beheerder van de kantine. • Het innemen/ontvangen van wedstrijdformulieren en eventuele straf- en/of schadeformulieren en het eventueel overdragen daarvan aan de secretaris, alsmede het optreden als veiligheidsfunctionaris. • De verantwoordelijkheid voor de bezetting van het wedstrijdsecretariaat op wedstrijddagen. Pagina 8


Taken en functies van de jeugdcommissie 4.2.4 Taken en functies van de jeugdpenningmeester Tot de taak van de penningmeester van de jeugdcommissie behoort in ieder geval: • Het afwerken van kostendeclaraties binnen de jeugdafdeling. • Het toezicht houden op de in- en uitgaven van de nevenactiviteitencommissie. • De verantwoordelijkheid over de sponsoring binnen de jeugdafdeling. • Aanschaf van prijzen voor de diverse jeugdtoernooien.

4.2.5 Taken en functies van de hoofdleiders De hoofdleider (1 voor de categorieën A/B resp. C/D, E/F): • Heeft zitting in de jeugdcommissie; • Treedt, waar nodig, coördinerend op bij: o Begeleiding van teams. o Vervoer van teams. o Contacten met ouders. o Aanvulling van teams, zulks in overleg met de betreffende leider(s) en jeugdcoördinator. • Distribueert wedstrijdprogramma's onder leider(s) en trainer(s). • Geeft bericht van afgelastingen door aan leiders en/of trainers. • Regelt de voorbereiding en verslaglegging van de bijeenkomsten van trainers en leiders zo vaak als nodig, maar in ieder geval: o Na beëindiging van de competitie (evaluatie, teamindeling voor het nieuwe seizoen e.d.). o Tijdens de winterstop. o Kort voordat het maximum aantal wedstrijden is gespeeld, waarna spelers niet meer in een lager team ingedeeld kunnen worden.

Pagina 9


Taken en functies van de jeugdcommissie • Verzorgt de coördinatie op trainings-, wedstrijden toernooidagen, zoals o.a.: o de schema-indeling trainingsvelden. o dagindeling toernooien e.d. • Verzorgt zelf, of via een vertegenwoordiger, de opening en sluiting van de accommodatie op trainingsavonden en is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken en ordentelijk verloop tijdens die trainingsavonden. • Stelt, in samenwerking met de wedstrijdsecretaris, het oefenprogramma voorafgaand aan de competitie op. • Verzorgt het aanleveren van gegevens bij de jeugdsecretaris t.b.v. teamindelingen en dispensaties. • Verzorgt mede in overleg met de jeugdcoördinator de werving, begeleiding en informatie van (nieuwe) leiders en/of trainers; • Neemt, in geval van sponsortenues, na afloop van het voetbalseizoen die tenues in bij de leiders. • Is mede verantwoordelijk voor de acute, medische opvang bij ongevallen tijdens trainingsavonden en wedstrijddagen. • Nb de hoofdleiders kunnen worden bijgestaan door medehoofdleiders

4.2.6 Taken en functies van de jeugdleiders De elftal(bege)leider: • Informeert spelers: o omtrent het tijdstip van wedstrijden. o ingeval van afgelastingen. • Regelt wisselen reservebeurten en is verantwoordelijk voor een evenredige verdeling daarvan. • Begeleidt spelers van, naar en tijdens wedstrijden en andere activiteiten. • Regelt het vervoer bij uitwedstrijden. • Vult bij wedstrijden het wedstrijdformulier in. • Houdt toezicht in het kleedlokaal voor en na iedere wedstrijd. • Zorgt bij wedstrijden voor de aanwezigheid van de tenues en de inneming ervan (tellen!). • Maakt afspraken m.b.t: o Het wassen van de tenues / het innen van de vergoeding ervoor. o Inname en inlevering van reserveshirts. Pagina 10


Taken en functies van de jeugdcommissie • Verzamelt indien van toepassing, pasfoto's adreswijzigingen en namen van spelers die stoppen en geeft die door aan de hoofdleider. • Motiveert spelers om deel te nemen aan nevenactiviteiten en inventariseert de deelname en geeft deze door, indien de organisatie daarom vraagt. • Bespreekt bevindingen van prestatie, inzet, motivatie en gedrag van spelers in het periodiek overleg met de hoofdleider, trainers en/of (mede)leiders en jeugdcoördinator zulks afhankelijk van de organisatie. • Neemt aan het eind van het seizoen de (sponsor) tenues in en draagt deze over aan de hoofdleider. • Verleent indien gewenst zijn medewerking aan nevenactiviteiten, als de organisatie daarom vraagt.

Pagina 11


Afspraken en speciale items 4.3 Afspraken en speciale items 4.3.1 Praktische invullingen voor de leiders

4.3.1.1 Toezicht: • De leiders/trainers houden permanent toezicht (minstens 1 persoon) in de kleedlokalen, zowel voor/na de trainingen als wel voor/na wedstrijden. Dit toezicht heeft als doel, beschadigen van het lokaal en mensen te voorkomen. • Wordt een speler van de D t/m F categorie (bijv) van de training weggestuurd, wordt hij/zij of onder toezicht van de hoofdleider geplaatst tot de training afgelopen is, of er wordt naar huis gebeld dat zoon/dochter eerder thuiskomt.

4.3.1.2 Vervoer naar wedstrijden ; advies aan de leiders: • Spreek een roulatiesysteem af met de ouders (schriftelijk). • Instrueer de chauffeurs waar het te bezoeken sportpark ligt, hoe ze het beste kunnen rijden, probeer bij elkaar te blijven, ga niet racen. • Vergoeding: de chauffeurs hebben recht op vergoeding van de reiskosten (zie “Bewaarnummer S.V. Rood-Wit V.”). Bied ze die vergoeding aan. Laat de chauffeurs zelf beslissen of ze de vergoeding aannemen of in de “eindeseizoen kas” storten.

4.3.1.3 Wisselen: • Wisselen dient in principe “evenredig” te gebeuren. Dat wil zeggen dat de leiders ernaar moeten streven dat het aantal wisselbeurten redelijk gelijk is. Er mag wel “selectief” worden gewisseld. D.w.z. dat men vooraf kan bekijken in welke (kritische of minder kritische) wedstrijden men welke wissels toepast. Nb. uitzondering is het A1 team. Daar kunnen de leiders “spontaan” beslissen minder goed spelende spelers te wisselen. Pagina 12


Afspraken en speciale items • In alle gevallen dienen de leiders aan het begin van het seizoen aan de spelers duidelijk te maken wat het “wisselbeleid” is. • De leiders dienen het aantal wisselbeurten te administreren. Er is een voorbeeld beschikbaar bij de hoofdleiders.

4.3.1.4 Meedoen met andere teams • Als een “eerste” team in een categorie spelers tekort komt, worden, in eerste instantie, spelers van het “tweede” team uit die categorie gevraagd. Welke speler(s) dat zijn, wordt in overleg met de begeleiders van dat “tweede” team bepaald! Als een tweede of derde team spelers tekort komt kunnen deze een beroep doen op spelers uit een lager team van die betreffende categorie of uit een lager team van de eerstvolgende lagere categorie . • Er kan een beroep worden gedaan op spelers van een “eerste” team uit een lagere categorie: o in “noodsituaties”. o als dat team vrij is. o voor dat team een vriendschappelijke wedstrijd is geregeld. In alle gevallen wordt dit in overleg met de leiders van het betreffende team gedaan. Het overleg tussen de leiders dient plaats te vinden alvorens de spelers gevraagd worden. Als de leiders er samen niet uitkomen, beslist de betreffende hoofdleider. • Als er sprake is van meespelen in andere jeugdteams, worden de spelers benaderd door de “eigen leiders”. • Weigeren zonder goede argumenten betekent dat er disciplinaire maatregelen kunnen volgen. In ieder geval betekent het, dat dit negatieve invloed zal hebben voor de kansen op selectie in een hoger team. • Afspraken t.a.v. het invallen in senioren teams: o A1 team spelers kunnen worden gevraagd mee te doen in het 1e t/m 3e seniorenteam.

Pagina 13


Afspraken en speciale items Nb. Als een speler van het A1 team wordt gevraagd mee te gaan met het 1e of 2e team, is het wel het streven, maar houdt dat niet automatisch in dat hij meedoet! o A2 team spelers kunnen worden gevraagd mee te doen in lagere seniorenteams. • Afspraak tav het invallen in het algemeen: Meespelen in een ander team houdt in dat de betreffende speler zich daarbij houdt aan de regels van dat betreffende team. • Van bovenstaande punten kan worden afgeweken i.o.m. jeugdcoördinator en/of hoofdleiding.

4.3.1.5 Hoe gaan eerste en tweede teams met elkaar om? • Er dient regelmatig overleg te zijn tussen de leiders/trainers van eerste en tweede team ; bijvoorbeeld via de jeugdcoördinator, via hoofdleider en of via categorie trainer. • Betere spelers van een “tweede'” team worden betrokken bij het “eerste” team door ze regelmatig mee te laten doen met trainingen en (bijvoorbeeld) vriendschappelijke wedstrijden van het “eerste” team. Nb. opgepast moet worden voor het maximale aantal wedstrijden dat men in een hoger team mag meedoen zonder dat dat als consequentie heeft dat de speler niet meer mag uitkomen voor het lagere team!

4.3.1.6 Disciplinaire maatregelen Toepassen van schorsingen van training en wedstrijden, door de leiders of trainers als disciplinaire maatregel, wordt in overleg met de betreffende hoofdleider gedaan. Om misverstanden te voorkomen wordt de strafmaat schriftelijk vastgelegd. Er is een voorbeeld beschikbaar bij de hoofdleiders.

4.3.1.7 Contacten met de ouders In principe nemen de hoofdleiders contact op met ouders. Dit bijvoorbeeld in geval van problemen, bij teamindelingen en bij het “vervroegd doorschuiven” naar een “hoger” team. Pagina 14


Afspraken en speciale items

4.3.1.8 Trainingen • De bedoeling is, dat de (A t/m D) hesjes in eigen beheer van de trainers worden gehouden. Dit is inclusief het zorgen voor het “schoonhouden=wassen” ervan. • De trainers worden dringend verzocht alle doeltjes van de velden te verwijderen na de training. Dit in verband met het onderhoud van de velden. Als er doeltjes op de velden staan, wordt er geen onderhoud gepleegd. De kosten worden wel in rekening gebracht • Er wordt naar gestreefd alle teams uit een betreffende categorie op een en dezelfde avond en tijdstip te laten trainen. Dit i.v.m.: o Betere wekelijkse contacten tussen leiders/trainers. o Het meespelen van spelers uit lagere teams met hogere teams. o Gezamenlijk trainen bij “wegvallen” van trainer.

Pagina 15


Sponsoring 4.4 Sponsoring Door S.V. Rood-Wit V. wordt via sponsoring (indien mogelijk) aan alle teams een tenue ter beschikking gesteld. Dit tenue is alleen bestemd voor het spelen van wedstrijden. Na iedere wedstrijd zullen de tenues dan ook centraal ingenomen en gewassen worden. De kosten voor het wassen zullen op de spelers worden verhaald. Tijdens het seizoen zullen deze kosten door leider / trainer worden geïnd. Soms heeft de sponsoring nog iets extra te bieden zoals tas en/of trainingspak. Meer informatie hierover hoor je van de leider / trainer. Voor trainingen e.d. moeten de spelers zelf zorgen voor passende kledij. Als een team het huidige tenue vervangt dan is het team verplicht om het nieuwe clubtenue aan te schaffen. In de vitrinekast, die is opgesteld in de hal van ons clubgebouw, kun je een kijkje nemen om een indruk te krijgen van de nieuwe kledinglijn. Voor meer informatie zie “Bewaarnummer S.V. RoodWit V.”.

Pagina 16


Werving jeugdleden

4.5 Werving van jeugdleden Het aantal jeugdleden is de laatste jaren niet meer gedaald. Dit moeten we proberen zo te houden, oa door een actief beleid. Het continueren van de woensdagmiddag-activiteit is daar een voorbeeld van. Daarin wordt de mogelijkheid geboden aan jeugd van 5 - 12 jaar (dus ook nietleden) kennis te maken met het voetbalspel.

Pagina 17


Nevenactiviteiten 4.6 Nevenactiviteiten

4.6.1 Samenstelling van de nevenactiviteitencommissie • De nevenactiviteitencommissie bestaat uit minimaal 2 vaste leden, t.w. voorzitter en secretaris, waarvan de voorzitter tevens zitting heeft in de jeugdcommissie. • Bij de daadwerkelijke uitvoering van de nevenactiviteiten dienen zoveel als mogelijk oudere jeugdleden en ouders te worden betrokken.

4.6.2 Doelstelling nevenactiviteitencommissie Zorgdragen voor een nevenactiviteitenbeleid, uitgaande van de wensen en behoeften van de jeugd, waarbij met nevenactiviteiten wordt bedoeld: • Alle activiteiten, naast het sporten, gericht op het zich meer verbonden laten voelen met Rood-Wit. • Activiteiten gericht op bevordering van de spelregelkennis. 4.6.3 Taakstelling nevenactiviteitencommissie: • Opzetten, uitvoeren en evalueren van het beleid voor nevenactiviteiten. • Overleg met jeugdleden (en eventueel jeugdleiders) over hun wensen en hun behoeften. • Opzet van een jaaractiviteitenplan en een daarbij behorende kostenbegroting. • Het in samenwerking met hoofdleiders/leiders/trainers/ouders/oudere jeugdleden organiseren en uitvoeren van de in het jaarplan opgenomen activiteiten.

Pagina 18


Nevenactiviteiten • benaderen van c.q. indelen van (oudere) jeugdleden, ouders e.d. om werkzaamheden te verrichten t.b.v. de uitvoering van nevenactiviteiten.

4.6.4 Taakinvulling. Het is zeker niet de opzet om voor de nevenactiviteitencommissie een vastomlijnde taakinvulling op te stellen, maar slechts om een indicatie te geven van momenten die in het jaarprogramma kunnen worden opgenomen. De onderstreepte “momenten” zouden daarbij min of meer als een “must” dienen te worden beschouwd. • De seizoensstart: o Kennismakingsactiviteiten leden. o Presentatie jaarprogramma ouders. • Einde seizoen: o Hulp bij de organisatie van de einde-seizoens activiteiten, vezorgd door de teamleiders. • Winterstop: o Vervangende activiteiten voor wedstrijden. • Herfstvakantie/Kerstvakantie/voorjaarsvakantie/Paasvakantie. • Feestdagen, zoals Sinterklaas, Carnaval e.d. • Eigen jeugdtoernooien • Periodieke activiteiten in aansluiting op wedstrijden (te denken valt aan tafelvoetbal, darts, tafeltennis e.d. • Activiteiten bij algehele afgelastingen. • Periodieke vervanging van trainingsactiviteiten door activiteiten gericht op b.v. bevordering van spelregelkennis. • Mogelijke activiteiten met als neveneffect de verwerving van inkomsten, zoals b.v. sponsorlopen, Grote Clubactie e.d., verloting wedstrijdbal.

4.6.5 Financiën Door de commissie dient voor het betreffende seizoen een bij het jaarprogramma behorende kostenbegroting te worden ingediend, die moet worden goedgekeurd door de jeugdcommissie. Pagina 19


Voetbaltechnische organisatie jeugdafdeling 5. Voetbaltechnische opzet jeugdafdeling 5.1 Verantwoording In de doelstellingen van de jeugdcommissie (zie elders) zijn ook de voetbaltechnische doelstellingen opgenomen. Hierna zullen deze doelstellingen nader worden uitgewerkt c.q. worden toegespitst op de actuele Rood-Wit praktijk. Er is van afgezien een trainingsleerplan als integraal onderdeel van het jeugdbeleidsplan op te nemen. Het jeugdbeleidsplan beperkt zich tot hoofdlijnen en tot de specifiek op RoodWit betrekking hebbende aspecten. De onderwerpen die in de voetbaltechnische organisatieopzet achtereenvolgens aan de orde zullen komen zijn: • Uitgangspunten van het voetbaltechnisch beleid. • Een schematisch weergegeven technische organisatiestructuur. • Omschrijving van taken/functies binnen de technische organisatiestructuur. • Structuur (jeugdcoördinator, hoofdtrainer categorie, trainer/begeleider); • Aanbevelingen op het gebied van: o Coaching. o Medische begeleiding. • Opleidingsmogelijkheden op het gebied van training en begeleiding. • Trainingsfaciliteiten. • Gedragsregels voor jeugdleden. • Aanbevelingen m.b.t. de overgang junioren - senioren.

Pagina 20


Uitgangspunten voetbaltechnisch beleid 5.2 Uitgangspunten voetbaltechnisch beleid Het voetbaltechnisch beleid van de jeugdcommissie van Rood-Wit is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: • Een herkenbare, aanvallende voetbalstijl wordt zoveel waar mogelijk gestimuleerd en door alle teams in de praktijk gebracht. Een uniforme aanpak op het gebied van coaching en het gebruik van “termen” is daarbij onontbeerlijk. Over de technische en tactische begeleiding dient overeenstemming te bestaan tussen de jeugdcoördinator, hoofdtrainer categorie en de betreffende trainers en begeleiders. • Voetballen is een teamsport. Dit betekent niet dat de individuele ontwikkeling van een speler (bijv. het spelen op meerdere posities) voortdurend en onnodig ondergeschikt worden gemaakt aan het directe teamresultaat. De begeleiding van de jeugdspelers dient gericht te zijn op hun toekomstige ontwikkeling. Bij die ontwikkeling hoort evenwel ook het leren te functioneren als team- en club-lid en het zich waar nodig schikken in het team- of club-belang. • Voorkomen dient te worden dat teams opereren als “eilandjes”. Selecteren van de “betere” spelers voor een eerste team in een leeftijdcategorie is mogelijk doordat er een “tweede/derde etc.” team bestaat. Zo'n “tweede” team bevat ook betere en minder goede spelers. De betere spelers van een “tweede team” verdienen ook een kans zich prestatief te ontwikkelen. Er dient een goede afstemming te zijn tussen de teams in een categorie. • Winst en kampioenschap dienen niet blindelings te worden nagestreefd. De prestatiegevoeligheid en prestatiegerichtheid van trainers en begeleiders dient te zijn afgeleid van de mogelijkheden van de aan hen toevertrouwde spelers en niet omgekeerd. Ook met het wisselen van spelers dient men zorgvuldig om te gaan.

Pagina 21


Uitgangspunten voetbaltechnisch beleid • Het mag niet worden uitgesloten, dat talentvolle, qua fysiek en motivatie voldoende geschikte spelers in het kader van hun ontwikkeling in een hogere leeftijdscategorie worden geplaatst. • Spelers van selectieteams worden geselecteerd op basis van kwaliteit en mentaliteit. Bij de recreatieve of “lagere” teams is kwaliteit niet de belangrijkste en doorslaggevende factor bij het selecteren. • Van elke speler zullen, rekening houdend met leeftijd en aanleg, geleidelijk aan de technische en tactische vaardigheden moeten worden verbeterd. Hoe hoger het elftal, hoe meer nadruk mag worden gelegd op de “prestatiementaliteit”. • Het aantal trainingen en de wijze van trainen dienen per leeftijdsgroep en per prestatiecategorie te worden aangepast. De trainingsaanpak moet als een “rode draad” van F naar A (en senioren) lopen en vindt plaats op basis van een op te stellen trainingsjaarprogramma.onder verantwoordelijkheid van de jeugdcoördinator en hoofdtrainer categorie. • Bij de F-categorie (6-8 jaar) ligt de nadruk op het spelenderwijs vertrouwd raken met het voetbalspel. Plezier en spelvreugde staan hierbij voorop, prestatie is slechts bijzaak. De begeleiding moet dan ook vooral daarop gericht en toegerust zijn. Te “fanatieke” ouders zullen, waar nodig, op dit uitgangspunt gewezen worden! Ook bij de zgn. recreatieve of “lagere” teams dient de aandacht vooral gericht te zijn op plezier en spelvreugde. Een goede “jeugdbegeleider” verdient in deze categorie de voorkeur boven een “voetbaltechnische begeleider”. • Elk team dient met het oog op een verantwoorde opvang en begeleiding waar mogelijk te worden getraind door twee trainers, waarvan er ten minste 1 beschikt over het vereiste opleidingsniveau (zie ook het organisatie schema), en waarvan er eveneens 1 op wedstrijddagen tevens optreedt als begeleider. • Elk team dient bij een wedstrijd te worden begeleid door 2 leiders. Als een leider niet aanwezig kan zijn, dient hij te zorgen voor een vervanger. Als Pagina 22


Uitgangspunten voetbaltechnisch beleid hij niet in staat is dat zelf te regelen, schakelt hij de betreffende hoofdleider in. • De trainers en (bege)leiders zullen op basis van wenselijkheid en continuïteit binnen de jeugdafdeling bij teams worden ingedeeld. Waar mogelijk zal rekening worden gehouden met persoonlijke voorkeuren. • Van alle trainers cq leiders mag worden geëist, dat zij te werk zullen gaan conform de afspraken gemaakt in dit jeugdbeleidsplan, voor zover op hen van toepassing.

Vrijwillig betekent niet vrijblijvend!

Pagina 23


Technische organisatiestructuur jeugdafdeling 5.3 Technische organisatiestructuur jeugdafdeling Rood-Wit De hiervoor aangegeven uitgangspunten voor het voetbaltechnisch beleid noodzaken tot een centraal punt binnen de “technische staf” van de jeugdafdeling van Rood-Wit. Daarom is binnen de hierna volgende technische organisatiestructuur gekozen voor een centrale technische functie in de vorm van een jeugdcoördinator (hoofd technische zaken). De jeugdcoördinator wordt technisch bijgestaan door de hoofdtrainers per categorie. Het is niet uitgesloten dat de praktijk later weer tot een andere opzet doet besluiten. Voorop staat hierin het bereiken van de uitgangspunten van het voetbaltechnisch beleid, niet zozeer de manier waarop. Deze technische jeugdcoördinator zal de hiervoor omschreven uitgangspunten van het technisch beleid moeten bewaken en (mede) gestalte moeten geven aan de technische organisatiestructuur. Een nadere omschrijving van de taken en verantwoordelijkheden volgt verderop. Jeugd coördinator

Hoofdtrainer A-categorie

Hoofdtrainer B-categorie

Hoofdtrainer C-categorie

Hoofdtrainer D-categorie

Hoofdtrainer E/F-categorie

Coördinator keepers trainers

A-trainers

B-trainers

C-trainers

D-trainers

E/F-trainers

Keeperstrainers

Pagina 24


De jeugdcoordinator

5.3.1 De jeugdcoördinator (i.s.m. hoofdtrainer categorie) Waar in het vervolg van dit beleidsplan “de jeugdcoördinator” wordt genoemd wordt “de jeugdcoördinator in samenwerking met de hoofdtrainers per categorie” bedoeld.

5.3.1.1 Doel van de jeugdcoördinator De jeugdcoördinator is rechtstreeks ondergeschikt en verantwoording verschuldigd aan de jeugdcommissie. De doelstelling van deze functie is de volgende: • Het tot stand brengen en continueren van een logische opbouw, een goede aansluiting en een herkenbare lijn op het gebied van spelsysteem, trainingsaanpak en coaching binnen de gehele jeugdafdeling van RoodWit van de F- tot en met de A-categorie. • Het zorgdragen voor en toezien op de uitvoering, de kwaliteitsbewaking en de ontwikkeling van het technische en tactische gedeelte, zoals dit staat omschreven in dit jeugdbeleidsplan en het als bijlage daarbij opgenomen trainingsleerplan. • Het zorgdragen voor en het bewaken van een juist evenwicht in de benadering en behandeling van alle jeugdteams om aldus recht te doen aan zowel de meer prestatiegerichte als de meer recreatief ingestelde stromingen binnen de jeugdafdeling.

5.3.1.2 Functie eisen jeugdcoördinator De jeugdcoördinator moet over voldoende eigenschappen, kennis en ervaring beschikken om op deskundige en enthousiaste wijze te motiveren, te stimuleren en te activeren. Hij moet vooral in staat zijn om de grote lijnen aan te houden en moet de diverse specifieke eisen en wensen die er zijn zowel per speler, per team, per Pagina 25


De jeugdcoordinator leeftijdscategorie, als voor wat betreft de technische begeleiding op elkaar af kunnen stemmen. Hij moet de technische belangen behartigen van de gehele jeugdafdeling en moet zich dus desgewenst boven de partijen kunnen en durven stellen. Goede contactuele vaardigheden en besluitvaardigheid zijn hiervoor onontbeerlijk. De aan te stellen jeugdcoördinator dient de doelstellingen, de uitgangspunten en de afspraken op technisch en tactisch gebied (en als zodanig omschreven in dit jeugdbeleidsplan) te onderschrijven en in de praktijk te brengen. Hij gaat daarbij te werk volgens het in dit jeugdbeleidsplan als bijlage opgenomen trainingsleerplan. De jeugdcoördinator dient echter ook bereid en in staat te zijn om deze theorie steeds kritisch aan de praktijk, i.c. de actuele Rood-Wit situatie, te toetsen en om de afspraken in overleg met de jeugdcommissie desgewenst bij te stellen.

5.3.1.3 Taken en verantwoordelijkheden jeugdcoördinator De taken van de jeugdcoördinator zijn erg divers en zullen steeds kritisch gevolgd en desgewenst aan de eisen van de tijd aangepast moeten worden. Volstaan wordt hier met een opsomming van de belangrijkste taken; een opsomming die dus zeker ook niet limitatief kan zijn. • Het begeleiden, ondersteunen en mogelijk bijscholen van het technisch kader op voetbaltechnisch gebied. • Ter realisering daarvan het plegen van overleg en het onderhouden van contacten met de jeugdcommissie, hoofdleiders, hoofdtrainers per categorie, jeugdtrainers en hoofdtrainer en B-selectie-trainer senioren, zulks in structurele zin maar ook op informele wijze. • Het regelmatig bezoeken van trainingen en wedstrijden met een evenredige aandacht voor alle teams, waardoor een goed beeld verkregen wordt van de ontwikkelingen van de diverse spelers en teams en van de trainingsaanpak en de wijze van coachen. • Het jaarlijks opstellen van een trainingsjaarprogramma voor alle jeugdcategorieën, zulks op basis van het trainingsleerplan. Pagina 26


De jeugdcoordinator • Het geven van demonstratietrainingen over de gehele linie, met als doel deskundigheidsbevordering, bijstelling of aanpassing aan actuele technische eisen. • Het zich op de hoogte (laten) houden van de individuele ontwikkeling van spelers door middel van een goed overleg en contact met de hoofdtrainer van de categorie, trainers en leiders. Indien gewenst tevens het registreren van die ontwikkelingen. • Het coördineren, adviseren en desgewenst dirigeren bij de selectie van spelers en het indelen van de teams, alsmede in voorkomende gevallen het aanvullen van teams tijdens het seizoen, zulks in overleg met hoofdleider en leiders. • Het coördineren, adviseren en waar nodig initiëren van de seizoensvoorbereiding, toernooideelname, trainingsschema's en trainingsfaciliteiten, een en ander in overleg met de hoofdleiders van de diverse jeugdcategorieën. • Het mede toezien op een verantwoord gebruik en onderhoud van de trainingsmiddelen en het adviseren van de jeugdcommissie omtrent de vervanging c.q. aanschaf van deze middelen. • Het voeren van structureel overleg met de hoofdtrainers van de categorieën aangaande voetbalinhoudelijke en voetbaltechnische zaken. Het overleg dient minimaal eenmaal per maand uitgevoerd te worden.

Pagina 27


De hoofdtrainer van een categorie

5.3.2 Taken en verantwoordelijkheden hoofdtrainer categorie. Volstaan wordt hier met de verwijzing naar de belangrijkste taken en verantwoordelijkheden van de jeugdcoördinator. Taken en verantwoordelijkheden die dan van toepassing zijn op die categorie waarover de hoofdtrainer de verantwoordelijkheid voert.

Pagina 28


De jeugdtrainer 5.3.3 Taken en verantwoordelijkheden van de jeugdtrainer Ook de hierna opgenomen opsomming pretendeert niet compleet te zijn. Het is de bedoeling om middels een weergave van de belangrijkste taken en verantwoordelijkheden de essentie van de functie van jeugdtrainer aan te geven. Tot die essentiële taken behoren in ieder geval: • Het op enthousiaste en deskundige wijze trainen en coachen van de aan hem toevertrouwde spelers. Dit op basis van de gemaakte afspraken op technisch en tactisch gebied, zoals verwoord in dit jeugdbeleidsplan, en op basis van het door de jeugdcoördinator en hoofdtrainer per categorie opgestelde trainingsjaarprogramma. • De jeugdtrainer laat zich daarbij adviseren en ondersteunen door de jeugdcoördinator en de hoofdtrainer van de categorie en pleegt in dat verband regelmatig overleg omtrent ontwikkelingen in individueel en in teamverband, trainingsmethoden en aanpak, coaching e.d. • De jeugdtrainer moet bereid en in staat zijn om de trainingstheorie kritisch aan de praktijk te toetsen en dient eventuele ideeën of suggesties met betrekking tot veranderingen of aanpassingen aan de jeugdcoördinator en hoofdtrainer van de categorie bekend te maken. • Hij neemt deel aan de structurele overlegsituaties met de jeugdcoördinator,hoofdtrainer per categorie, de jeugdcommissie, de hoofdleiders en collega-trainers. • Hij geeft desgewenst (mede) technische begeleiding aan te organiseren nevenactiviteiten. • De jeugdtrainer is verantwoordelijk voor de orde en netheid tijdens en na de trainingen, alsmede voor een verantwoord gebruik van materialen. • Hij ziet toe op sportief en correct gedrag van de spelers, zowel binnen als buiten het veld en geeft zelf terzake steeds het goede voorbeeld. Pagina 29


De jeugdtrainer • De jeugdtrainer dient bereid te zijn zich op het gebied van training en begeleiding te bekwamen, bijv. door het volgen van cursussen. • Naast deze algemene beschrijving geldt specifiek voor de A1-trainer, dat voor hem een taak ligt op het gebied van de overgang van junioren naar senioren. Op dat specifieke aspect zal elders in dit jeugdbeleidsplan nog nader worden ingegaan.

Pagina 30


De jeugd(bege)leider 5.3.4 Taken en verantwoordelijkeden van de Jeugd(bege)leider Hiervoor werd in dit beleidsplan reeds uitgesproken, dat bij voorkeur een van de trainers van een jeugdteam tevens optreedt als (bege)leider tijdens wedstrijden. De specifieke taken van de leider liggen met name op organisatorisch vlak. Die taken zijn daarom dan ook beschreven in het jeugdbeleidsplan-onderdeel "Organisatorische opzet jeugdafdeling Rood-Wit". Het technische aspect in de taak van de jeugd(bege)leider beperkt zich in feite tot de coaching. Voor dat taakaspect zij verwezen naar het hierna volgende hoofdstuk “Coaching”.

Pagina 31


Coaching 5.3.5 Coaching Het coachen is het beïnvloeden van het voetbalgedrag van de spelers door het verduidelijken van de spelbedoelingen. De voornaamste doelstelling van het coachen is gericht op de ontwikkeling van de spelers, zowel individueel als in teamverband. Het directe teamresultaat is daarbij van ondergeschikt belang. Het beïnvloeden c.q. laten leren van spelers geschiedt door: • • • • • •

Het ingrijpen in of stopzetten van trainings- en / of wedstrijdsituaties. Het geven van aanwijzingen. Het stellen van vragen. Het door de speler(s) zelf laten aandragen van mogelijke oplossingen. Het geven van voorbeeld(en). Het zelf voordoen of doen uitbeelden van voorkomende praktijksituaties.

De wedstrijdsituatie is bij uitstek geschikt om de ontwikkeling van spelers te volgen c.q. te bevorderen. Tijdens de wedstrijden zal moeten worden geconstateerd, welke oorzaken mogelijk ten grondslag liggen aan tekortkomingen, knelpunten e.d. Deze constateringen zullen in de trainingen worden verbeterd. Het coachen dient op een eerlijke, positieve wijze te gebeuren en dient erop gericht te zijn om spelers inzicht te verschaffen in hun minder sterke, maar zeker ook op hun sterke voetbalkwaliteiten. De benadering moet zodanig zijn, dat een speler er uit zichzelf toe komt zich te gaan veranderen c.q. aan te passen. Met name op mentaal gebied dient een al te nadrukkelijke en diepgaande begeleiding van spelers te worden vermeden (een goede jeugdvoetbalcoach behoeft geen jeugdpsycholoog te zijn). Dit betekent overigens niet, dat het aankweken van een juiste mentaliteit en sportiviteit als onderdeel van de coaching mag worden onderschat.

Pagina 32


Coaching Aanbeveling: Er moet bij de spelers en begeleiders van alle categorieën duidelijkheid bestaan over hetgeen van hen wordt verwacht op het gebied van coaching. Eensgezindheid en eenduidigheid met betrekking tot het spelsysteem en het gebruik van termen bij de actieve coaching is dan ook van essentieel belang. De technische staf is er verantwoordelijk voor om die duidelijkheid qua coaching binnen de jeugdafdeling van Rood-Wit tot stand te brengen.

Pagina 33


Medische begeleiding

5.4 Medische begeleiding Onder medische begeleiding wordt in het kader van dit plan begrepen de aandacht en opvang die nodig is met betrekking tot het voorkomen, begeleiden en behandelen van blessures, die ontstaan tijdens jeugdvoetbalactiviteiten.

Let wel: bij de voetbalvereniging Rood-Wit is uitgangspunt, dat op het gebied van sportkeuring en overige medische zorg de verantwoordelijkheid ligt bij de spelers zelf of hun ouders c.q. hun verzorgers. 5.4.1 Acute opvang Het is raadzaam om tijdens alle voetbalactiviteiten te zorgen voor adequate opvang bij ongevallen: • Voor het verlenen van eerste hulp. • Waarschuwingsmogelijkheden voor een arts, ziekenhuis en/of andere medische instanties. Het is daarom wenselijk om bij de aanwezigheidsplanning van jeugdcommissieleden (bijv. hoofdleiders) tijdens voetbalactiviteiten daarmede rekening te houden. Mogelijk kan bij het in de toekomst aanstellen van c.q. het zoeken naar bijv. nieuwe hoofdleiders worden gelet op aanwezige kennis of ervaring en het in het bezit zijn van een E.H.B.O.-diploma, of zou aandacht kunnen worden besteed aan (bij)scholing op dit gebied. Voorwaarde voor een verantwoorde, acute opvang is de herkenbaarheid en duidelijkheid voor alle betrokkenen voor wat betreft beschikbare personen en beschikbare middelen op dit terrein: wie is er deskundig c.q. bevoegd, waar staat de brancard, de verbanddoos, waar staan de belangrijkste telefoonnummers m.b.t. bereikbaarheid, welke arts heeft weekenddienst? Het is de taak van de jeugdcommissie om de nodige maatregelen te treffen voor een verantwoorde, acute opvang. Pagina 34


Medische begeleiding 5.4.2 Preventie Trainers, leiders en spelers kunnen veel doen om onnodige blessures en ongelukken te voorkomen. Gedacht kan worden aan een rustige, verantwoorde opbouw van trainingen en wedstrijden. Een goede warming-up is van essentieel belang. Ook een cooling-down zou niet mogen ontbreken. Een te fanatieke coaching en begeleiding kan eveneens leiden tot onnodig blessureleed. Trainers en leiders dienen tevens toe te zien op het gebruik van een kwalitatief verantwoorde sportuitrusting, met name het schoeisel. Het dragen van scheenbeschermers dient verplicht te worden gesteld. Het is de taak van trainers en leiders om de spelers hierop te wijzen en in te adviseren, opdat de jeugdspelers zich bewust worden van hun eigen verantwoordelijkheid in deze (bijv. voor het onderhoud van het schoeisel). De jeugdcommissie dient zorg te dragen voor een goede organisatie en voorlichting op dit gebied, o.a. door: • Het publiceren van artikelen over de hiervoor genoemde aspecten van sport-medische preventie in het clubblad “De Rood-Witter”. • Het organiseren van info-avonden over E.H.B.O., preventie, sportuitrusting e.d. (bijv. tijdens leidersbijeenkomsten). • het in de gelegenheid stellen en stimuleren van jeugdleiders/trainers om zich te bekwamen op dit gebied, bijv. door het volgen van cursussen.

Pagina 35


Opleiding technisch kader 5.5 Opleiding van het technisch kader

5.5.1 Gewenste voetbaltechnisch opleidingsniveau Een van de uitgangspunten van beleid is, dat met het oog op een verantwoorde opvang en begeleiding elk team , waar mogelijk, dient te worden getraind door 2 trainers, waarvan er ten minste 1 beschikt over het vereiste opleidingsniveau. Tevens zal een van deze trainers ook leider moeten zijn van het betreffende team. Hierna zal per functie het noodzakelijk geachte c.q. gewenste opleidingsniveau worden aangegeven. Functie

Gewenst niveau

Jeugdcoördinator Hoofdtrainer van een categorie Trainer selectieteams (A1/B1/C1/D1)

Ten minste Juniorentrainer en/of Trainer-Coach III Jeugd en/of Technisch jeugdcoördinator of een daarmee vergelijkbare opgedane ervaring

Trainer recreatieteams (A/B/C)

bij voorkeur Jeugdvoetballeider

Trainer pupillenteams (D/E/F)

Pupillentrainer

Keeperstrainer

Bij voorkeur ervaren keepers of oud-keepers van de vereniging voor de categorieën A, B, C en D. (Die wens geldt in feite ook voor E en F, maar daarbij de opmerking dat die training op een speelsere wijze dient worden gegeven.)

Op de inhoud van de diverse voetbaltechnische opleidingen zal in het volgende hoofdstuk: “Opleidingsmogelijkheden” nader worden ingegaan. Pagina 36


Opleiding technisch kader

5.5.2 Opleidingsmogelijkheden technisch kader In dit onderdeel worden ter informatie in het kort doel en inhoud van de diverse opleidingen/cursussen op voetbaltechnisch gebied en van belang voor de jeugdafdeling omschreven. Voor nadere informatie kan men zich altijd wenden tot de K.N.V.B., de Nederlandse Sportfederatie (N.K.S.), of de Stichting Sportservice Noord-Brabant in Tilburg. Of kijk voor “up-to-date”-info op de website van de KNVB: http://www.knvb.nl/knvb1/academy Pupillentrainer Doel en inhoud: De opleiding Pupillentrainer geeft kennis en inzicht om te leren training te geven aan jeugdige voetballers in de leeftijd van 5 tot 13 jaar. In de praktijk leert de cursist hoe kinderen kunnen leren voetballen en hoe je dat aan hen over moet brengen. Onderwerpen: • het trainen van jeugdspelers in de verschillende leeftijdsgroepen • kenmerken van de verschillende leeftijdsgroepen • jongens- en meisjesvoetbal • blessurepreventie • leiding geven aan jeugdspelers Module F - pupillentrainer Doel en inhoud: Het leren trainen en coachen van de F-pupillen in de vereniging. Voor de F-pupil is het hebben van de bal en het achter de bal aanhollen het belangrijkste. Geen uitgebreide uitleg, maar laten ervaren, laten zien en laten voelen. In de praktijk wordt de basis gegeven aan de startende F-pupillentrainer.

Pagina 37


Opleiding technisch kader Module E - pupillentrainer Doel en inhoud: Het leren trainen en coachen van de E-pupillen in de vereniging.E-pupillen moeten de kans krijgen allerlei vaardigheden en oplossingen in spelsituaties te oefenen. Een E-pupil is doelgericht en al meer in staat tot samenwerken dan de F-pupil. De trainer krijgt aangereikt hoe door middel van het circuitmodel de E-tjes spelenderwijs leren voetballen. Module D - pupillentrainer Doel en inhoud: Het leren trainen en coachen van de D-pupillen. D-pupillen spelen in de wedstrijd 11 tegen 11 en willen graag leren in de training hoe zij in de “grote” wedstrijd hun voetbalvaardigheid kunnen gebruiken. De trainer is er op gericht dat D-pupillen door middel van vereenvoudigde voetbalvormen deze ervaringen kunnen opdoen. Juniorentrainer Doel en inhoud: Het leren trainen van de juniorenelftallen in de vereniging.Vooral in de “lagere” teams hebben de junioren belangstelling voor andere dingen dan het voetballen. De juniorentrainer zorgt ervoor dat de jongeren enthousiast worden en blijven voor voetbal. Hij heeft een voetbaltechnische en opvoedkundige taak. In de cursus wordt veel aandacht besteed aan het geven van zinvolle, plezierige trainingen aan C-, B- en A-junioren. Technisch jeugdcoördinator Het kunnen coördineren van alle voetbaltechnische activiteiten binnen de jeugdafdeling. In de cursus wordt aandacht besteed aan de taken van de technisch jeugdcoördinator: • het bewaken van de kwaliteit van • de jeugdvoetbalactiviteiten • het invulling geven aan de communicatie binnen de vereniging en met de KNVB • vrijwillig kader stimuleren tot scholing • medewerking verlenen aan het Jeugdplan Nederland Pagina 38


Opleiding technisch kader • het stimuleren van promotie-activiteiten. Jeugdvoetballeider Opleiding voor mensen die jeugdteams begeleiden vóór, tijdens en na de wedstrijden. De cursus gaat uit van de praktijk. Aan de orde komen de volgende onderwerpen: • het begeleiden (coachen) van pupillen in de praktijk (wedstrijden 4 tegen 4, 7 tegen 7 en 11 tegen 11) • leeftijdsgroepen van de jeugd en de daarbij behorende karakteristieken • jongens- en meisjesvoetbal • blessurepreventie • spelregels en de rol als spelleider/scheidsrechter.

Trainer-Coach III Jeugd De cursus Trainer-Coach III Jeugd is bedoeld voor hen, die in de vereniging een belangrijke technische functie ten behoeve van jeugdvoetballers (willen gaan) innemen, waarbij het trainen en coachen van jeugd-voetballers centraal staat. De jeugdvoetbaltrainer is zeer belangrijk voor de opleiding van jeugdspelers in de vereniging. In de cursus wordt veel met jeugdteams in de praktijk geoefend. De deelnemers krijgen een visie op jeugdvoetbal, hij of zij leert kijken als jeugdtrainer. Onderwerpen in de cursus zijn: • het lezen van de wedstrijden (4 tegen 4, 7 tegen 7, 11 tegen 11) • vertalen van elementen uit de wedstrijd naar de training • het geven van training aan verschillende jeugdteams (F-pupillen tot en met A-junioren) • kenmerken van de verschillende leeftijdsgroepen • jongens- en meisjesvoetbal • blessurepreventie • leiding geven aan jeugdspelers • kennis van de spelregels.

Pagina 39


Trainingsfaciliteiten 5.6 Trainingsfaciliteiten

5.6.1 Uitgangspunten • Trainingen van jeugdteams, die slechts 1 keer per week trainen, vinden zoveel mogelijk in het midden van de week plaats. • De vrijdagavond is in principe ongeschikt voor jeugdtraining. Deze avond komt alleen in aanmerking als uitwijkmogelijkheid voor teams die 2x per week trainen. • Alle teams uit een leeftijdscategorie trainen minimaal 1x per week op dezelfde dag en op hetzelfde tijdstip. • De trainingen van E- en F-jeugd mogen de zgn. “woensdagmiddag spelactiviteit” niet in de weg staan. Bovendien is die activiteit een goed alternatief voor midweekse training voor de totale F-jeugd en lagere Ejeugd. • Bij de trainingsduur en aantal trainingen is uitgegaan van de zgn. "Zeister visie" (zie ook trainingsleerplan): • Trainingsduur per categorie o F-jeugd: 1 uur selectie-team 2x per week (1) o E-jeugd: 1¼ uur selectie-team 2x per week (1) o D-jeugd: 1½ uur selectie-team 2x per week o C-jeugd: 1½ uur selectie-team 2x per week o B-jeugd: 1½ uur selectie-team 2x per week selectie-team 2x per week o A-jeugd 1½ uur

5.6.2 Trainingsschema Voor de invulling van het trainingsschema wordt verwezen naar “Bewaarnummer S.V. Rood-Wit V.”. Voor de F- en E-catagorie wordt gedurende de winterperiode gezorgd voor een alternatieve trainingsmogelijkheid in een overdekte sportaccommodatie. Wekelijks is er op de dinsdag een gezamenlijke activiteit voor bovenstaande categorieën. Pagina 40


Trainingsfaciliteiten 5.6.3 Trainingsmaterialen Om de trainingen goed te kunnen verzorgen is het van belang, dat de trainers kunnen beschikken over deugdelijk en adequaat trainingsmateriaal, dat in voldoende mate aanwezig dient te zijn. In de trainingsmaterialen kan een onderverdeling worden gemaakt in algemene middelen en de meer specifieke middelen.

5.6.3.1 Algemeen trainingsmateriaal • De trainingsaccommodatie. Met de huidige sportaccommodatie van Rood-Wit en de daarvan te gebruiken trainingsvelden kunnen er per avond maximaal 5-6 jeugdteams tegelijkertijd trainen. Daarom zal het nodig zijn een goede veldverdeling te maken, waardoor met de te gebruiken trainingsaccommodatie ook optimaal getraind kan worden.. • Een op het aantal teams in een leeftijdscategorie afgestemd voldoende aantal ballen, welke bovendien zijn aangepast per leeftijdscategorie (van belang zijn hierbij maat, gewicht en druk van de ballen. • Trainingshesjes (qua maat afgestemd op de diverse leeftijdscategorieën) voor het spelen van partijtjes. • Pionnen ten behoeve van uit te voeren oefeningen. • Een adequate trainingsverlichting rondom de trainingsveld (die qua verlichtingssterkte voldoet aan de normen ter zake van K.N.V.B. en/of N.S.F.

5.6.3.2 Specifieke trainingsmaterialen Zonder een uitputtende opsomming te kunnen geven voor eventuele gewenste specifieke trainingsmaterialen volgt hierna een 6-tal, waarvan de aanwezigheid dringend gewenst is om een verantwoorde en gevarieerde jeugdtraining te kunnen verzorgen.

Pagina 41


Trainingsfaciliteiten • Kleine goaltjes, voorzien van netten of ander materiaal (afmetingen, breedte 2 meter, hoogte 1 meter), die gebruikt kunnen worden voor het spelen van partijtjes en bijv. ook benut kunnen worden voor het 4-tegen-4spel. • Gezien het maximale aantal teams (5-6) dat per trainingsavond aanwezig kan zijn, betekent dit dat minimaal 12 van dit soort doeltjes is benodigd. • Twee/drie stuks snel op te zetten en af te breken “tennisnetten”, alsmede voorzieningen (putjes) om deze tennisnetten goed en stevig op te kunnen zetten. • Een op wieltjes verplaatsbaar “muurtje” om te kunnen oefenen voor het nemen van vrije trappen. • Middelen (bijv linten of “gekleurde” kalklijnen) voor het afbakenen van gebieden (te denken valt bijv. aan voetbaltennisveldjes en andere mogelijke spelen). • Een afzonderlijke goal voor het verzorgen van de training van de keepers.

Pagina 42


Gedragsregels jeugdleden 6. Gedragsregels voor jeugdleden Ook de jeugdleden van Rood-Wit hebben een aantal verplichtingen en verantwoordelijkheden. Daarom mogen ook deze “gedragsregels” niet in dit jeugdbeleidsplan ontbreken. Ze scheppen een stuk duidelijkheid voor iedereen die zich als jeugdlid bij Rood-Wit aanmeldt, maar hebben daarboven ook nog informatieve waarde voor de ouders van die jeugdleden. Wanneer door jeugdleden de onderstaande gedragsregels niet worden nageleefd zal de jeugdcommissie ten opzichte van de betrokkenen corrigerend op dienen te treden. Het is de bedoeling, dat onderstaande gedragsregels eenmalig bekend worden gemaakt aan alle huidige jeugdleden van Rood-Wit. Bij aanmelding van nieuwe leden dienen vervolgens ook deze gedragsregels te worden uitgereikt. • Gedraag je op het voetbalveld sportief tegenover je medespelers en tegenstanders (zowel op de training als tijdens de wedstrijd). • Gedraag je correct in woord en gebaar tegen trainers/leiders van je eigen elftal en van de tegenstander, alsmede tegen de scheidsrechter, grensrechter en het publiek. • Zorg voor goede kleding tijdens de trainingen en wedstrijden. • Bij de Rood-Wit jeugd zorgt in principe iedereen zelf voor wedstrijdkleding. • Zorg dat je kleding er netjes uitziet, poets regelmatig je voetbalschoenen (zeker voor een wedstrijd) en draag scheenbeschermers (verplicht) • Laat je sieraden (horloges, kettingen, oorbellen e.d.) thuis. Je mag ze tijdens de wedstrijd toch niet dragen. • Laat geld zoveel mogelijk thuis. • Als je kleding, tassen e.d. hebt gekregen van een sponsor, ben daar dan voorzichtig mee. Na afloop van de competitie moeten deze spullen weer in goede staat worden ingeleverd. • Ieder jeugdlid wordt geacht de trainingen van zijn elftal zoveel mogelijk te bezoeken. • Bij verhindering met goede reden afmelden bij je trainer. • Kom op tijd op de training. Ben je toch te laat, meld je dan bij je trainer. Pagina 43


Gedragsregels jeugdleden • Bij de trainingen wordt door de spelers meegeholpen bij het opruimen van de trainingsmaterialen. Dit op aanwijzing van de trainer. Zorg dat alle gebruikte spullen weer in goede staat in het materiaalhok terug komen. • Ieder jeugdlid dient op tijd aanwezig te zijn voor de wedstrijd. Het tijdstip, waarop men aanwezig moet zijn, is te vinden op de verschillende publicatieborden. • Afmelden voor de wedstrijd moet minimaal 24 uur voor de aanvang van de wedstrijd bij de trainer/leider van je team. • Douchen na trainingen en wedstrijden is voor iedere jeugdspeler verplicht. Alleen bij hoge uitzondering wordt van deze regel afgeweken. Het gebruik van badslippers (verplicht) . wordt aanbevolen. Vergeet niet om schone kleding mee te nemen. • Zorg samen voor een schoon kleedlokaal na de training of wedstrijden (ook bij uitwedstrijden). Maak je schoenen zuiver voordat je de kleedruimten binnen gaat, gooi geen rommel op de vloer, verniel geen spullen e.d. • Roken in de kleedlokalen is streng verboden. • Zorg dat je een beetje “verstand” hebt van voetballen, d.w.z. leer de spelregels. • Doe mee aan nevenactiviteiten, als die worden georganiseerd. Meestal zal dit gebeuren in plaats van trainingen of wedstrijden. Ben aanwezig, ben op tijd en meld je af als je, om wat voor reden dan ook, niet kunt. • Bij Rood-Wit geldt als uitgangspunt, dat spelers (of hun ouders of verzorgers) zelf zorgen voor hun vervoer naar uitwedstrijden. Indien zich in een bepaald elftal op dit punt problemen voordoen zal van Rood-Wit zijde een vervoersrooster worden opgesteld. Ouders/verzorgers worden geacht daaraan medewerking te zullen verlenen. • Iedere jeugdspeler wordt geacht bereid te zijn te spelen voor het elftal, waarin hij wordt ingedeeld. Bovendien wordt verwacht dat als een ander elftal een keer met een tekort aan spelers zit, dat je met dat ander elftal meespeelt. Je bent immers niet alleen lid van je eigen elftal, maar op de eerste plaats lid van de voetbalvereniging Rood-Wit.

Pagina 44


Aanbevelingen overgang naar senioren 7. Aanbevelingen overgang junioren - senioren In de praktijk is gebleken, dat de overgang van junioren naar de seniorenafdeling niet altijd en niet voor iedereen even soepel verloopt. Het moge duidelijk zijn, dat het voor de betrokken jeugdspelers een grote stap is en dat dus een goede begeleiding vooraf, tijdens en achteraf van groot belang is. Het is een bekend gegeven, dat ten tijde van de overgang van junioren naar senioren zich een sterke uitval van leden voordoet. Afgezien van redenen als studie, werk e.d. is het niet uitgesloten, dat ook oorzaken binnen Rood-Wit daar mede debet aan zijn. Daarbij mag worden aangenomen, dat de meer getalenteerde spelers beter hun weg zullen vinden c.q. meer aandacht zullen ontvangen dan de meer recreatief ingestelde jeugdspelers. Het hierna volgende heeft dan ook met name betrekking op deze laatste categorie, met als doel hierin enige verbetering te brengen en meer garanties in te bouwen, opdat deze spelers voor de vereniging Rood-Wit behouden blijven.

7.1 Aandachtspunten • Het bevorderen van een goed contact en overleg tussen de technisch jeugdcoördinator, hoofdleider en hoofdtrainer categorie trainer(s) Acategorie, hoofdtrainer, en trainer B-senioren-selectie over “vraag en aanbod”. • Bij genoemde personen dient tijdig bekend te zijn om welke spelers het handelt, wat hun specifieke kwaliteiten c.q. wensen zijn en welke specifieke wensen de hoofdtrainer en senioren-B-selectie-trainer hebben met betrekking tot de invulling van hun selecties. Welke spelers zijn meer recreatief ingesteld, welke seniorenelftallen komen voor hen in aanmerking en wat zijn hun eigen wensen? • Zowel de betrokken jeugdspelers zelf, alsook een vertegenwoordiging (leider, aanvoerder) van het beoogde seniorenelftal kunnen - voor- zover mogelijk - inspraak worden gegeven en worden geïnformeerd over de bevindingen. Pagina 45


Aanbevelingen overgang naar senioren • In het kader van geleidelijke gewenning dienen de mogelijkheden te worden onderzocht en gelegenheden worden benut om jeugdspelers al tijdens het lopende voetbalseizoen in seniorenwedstrijden en trainingen “mee te laten draaien”. • Waar mogelijk zou de gelegenheid moeten worden benut om meerdere jeugdspelers tegelijk in oefenwedstrijden van seniorenteams uit te testen, zodat men er niet alleen voor staat. • Bevorderd zou moeten worden dat voldoende aandacht wordt besteed aan de “nazorg”. Dit o.a. door minimaal halverwege en aan het einde van het 1e seizoen na de overgang met alle betrokkenen (spelers zelf, trainers, elftalvertegenwoordiging) te evalueren om, waar nodig, zaken tijdig bij te kunnen stellen of te veranderen. Uiteraard behoren voornoemde aandachtspunten tot de taakgebieden van (hoofd)trainers, jeugdcoördinator en (hoofd)leiders en dienen jeugdcommissie en hoofdbestuur toe te zien op een correcte uitvoering. Toch zou hier, gezien het specifieke en intensieve karakter van deze materie, een mooie, aanvullende taak weggelegd kunnen zijn voor een extra begeleider. Gedacht zou bijv. kunnen worden aan een enthousiaste, ervaren oud-voetballer, bekend met en betrokken bij het reilen en zeilen binnen de voetbalvereniging Rood-Wit.

7.2 Suggestie Alhoewel niet specifiek passend in het kader van een jeugdbeleidsplan zou de suggestie in overweging kunnen worden genomen om binnen de seniorenafdeling een zgn. “jeugdreservoir”, bestaande uit enkele teams, te creëren, waarin in principe elke speler (tenzij die speler zelf andere voorkeuren heeft) die vanuit de juniorenafdeling overkomt wordt geplaatst. Motieven: • De ex-jeugdspeler heeft op die wijze de garantie te kunnen voetballen met en bij leeftijdsgenoten. • Ex-jeugdspelers kunnen deel blijven nemen aan geleide trainingen (jeugdspelers zijn daaraan gewend, terwijl “lagere” seniorenteams bij Rood-Wit een eigen invulling, meestal enkel bestaand uit een partijtje, aan de training geven). Na verloop van 1 a 2 seizoenen zouden desgewenst ex-jeugdleden vanuit het “jeugdreservoir” overgeplaatst kunnen worden naar andere senioren-elftallen. Pagina 46


Trainingsleerplan 8. Trainingsleerplan 8.1 Inleiding trainingsleerplan Van de bij de jeugdafdeling van Rood-Wit actieve jeugdleiders - en trainers mag worden verwacht dat zij zo bewust mogelijk en met zoveel mogelijk kennis van zaken spelers begeleiden en trainen. Uiteraard is het niet zo dat bij iedere trainer/leider een trainersopleiding mag worden verwacht of een vanuit hun eigen actieve voetbal loopbaan opgedane praktische voetbalkennis kan worden aangetroffen. Om toch iedereen zo bewust mogelijk en met zoveel mogelijk kennis van zaken met de hen toevertrouwde jeugdleden van Rood-Wit om te kunnen laten gaan is dit trainingsleerplan opgesteld. Een trainingsleerplan, dat niet alleen een hulpmiddel is voor de Rood-Wit-jeugdleiders en -trainers, maar waarvan het tevens opzet is om aan de hand daarvan de training en begeleiding voor de gehele Rood-Wit-jeugdafdeling uit te voeren.

8.2 Algemene theorie trainingsleerplan Bij voetbal training en -begeleiding kan in zijn algemeenheid een 5-tal deelgebieden worden onderscheiden, te weten: • Conditie(training) • Methodiek • Leerstofgebied • Technische en tactische vaardigheidsoefeningen • Tactische en technische toepassingsvormen De 5 genoemde deelgebieden hebben tot doel om niet alleen de kwaliteit maar ook de beleving van het voetbalspel (spelvreugde) van de spelers te bevorderen, zowel individueel per speler als ook collectief per team. De deelgebieden vormen bij het voetbalspel een eenheid, waardoor: • de technische vaardigheden gemakkelijker en doelmatiger tot hun recht komen • de tactische situaties met meer verstandelijk inzicht opgelost zullen worden, en • de lichaamsconditie wordt verbeterd.

Pagina 47


Trainingsleerplan Bij het bereiken van dit doel spelen doorzettingsvermogen, incasseringsvermogen, wilskracht, spelvreugde e.d. een belangrijke rol. Daarom is het ook een vereiste dat trainers/leiders hun aandacht richten op de wijze waarop en de sfeer waarin oefeningen worden uitgevoerd. Conclusie: De jeugdleiders en -trainers zullen dus zowel op lichamelijk als geestelijk gebied leiding moeten kunnen geven aan de aan hen toevertrouwde spelers en teams. Hierna zal nader worden ingegaan op de diverse deelgebieden van het trainingsleerplan. Afzonderlijke/specifieke aandacht zal nog worden gegeven aan de zgn. keeperstraining. 8.2.1 Conditie(training) Onder conditie dient te worden verstaan de gesteldheid van de verschillende eigenschappen van het lichaam inzake: • kracht • sprongkracht en snelheid • duurkracht en uithoudingsvermogen • vaardigheden • harding en durf • reactievermogen De conditietraining heeft tot doel het verbeteren en onderhouden van de hiervoor genoemde lichaamseigenschappen zowel op onderdelen als in combinatie met elkaar. 8.2.2 Methodiek Onder methodiek dient te worden verstaan de wijze waarop c.q. de weg waarlangs een training en trainingsplan wordt opgebouwd teneinde te komen tot een verbetering van de (voetbal)technische vaardigheden van de spelers. Dit betekent dat allereerst begonnen moet worden met de meest elementaire vormen van balbehandeling, dus de meest elementaire vormen van het plaatsen, stoppen, trappen, dribbelen, aannemen, koppen en schieten.

Pagina 48


Trainingsleerplan De juistheid van een methodiek c.q. de juiste wijze van het geven van een technische training wordt bepaald door het begrip dat bestaat voor de moeilijkheidsgraad van een oefening en de mogelijkheid om die moeilijkheidsgraad geleidelijk op te voeren. Enkele voorbeelden daarvan: • beginnen met kleine afstanden, later te vergroten • stoppen van een bal, van laag tot hoger en van zacht tot harder aan te spelen • het opvoeren van de snelheid van de bal • het steeds sneller uitvoeren van handelingen met de bal • het meenemen van de bal in diverse richtingen • het terugplaatsen van de bal in diverse richtingen • het tegemoet gaan van de bal in toenemende snelheden • het inlassen van schijnbewegingen • het inschakelen van een tegenstander in de oefeningen • het combineren van meerdere technische onderdelen in een oefening. Een volgende stap in het opvoeren van de moeilijkheidsgraad is de uitvoering van oefeningen die aan bepaalde spelonderdelen zijn aangepast en door de spelers in een wedstrijd beheerst moeten worden. 8.2.3 Leerstofgebieden Qua leerstofgebieden zijn de volgende hoofdgebieden van oefenprogramma’s te onderscheiden: • Grondvormen van diverse technische onderdelen (eerder werden bijv. al genoemd, het plaatsen, trappen, schieten, dribbelen, koppen, stoppen, aannemen enz.). • Aan het voetbalspel aangepaste oefeningen (te denken valt bijv, aan combinatieoefeningen, positiespelen e.d.). • wedstrijdvormen (diverse varianten van partijspelen). Bepalende faktoren bij de samenstelling van de trainingsoefenstof zijn: • de leeftijd van de trainingsgroep (op de eigenschappen van de onderscheidene leeftijdscategorieën zal nog nader worden ingegaan). • de vaardigheid/geoefendheid van de trainingsgroep c.q. de individuele spelers. • de beleving (hebben we te maken met een prestatief dan wel recreatief ingestelde groep). Pagina 49


Trainingsleerplan • een goede arbeids-rust-verhouding. Door de trainers/leiders dienen verder bij de samenstelling en uitvoering van de trainingsoefenstof de volgende richtlijnen in acht te worden genomen: • de te geven training/oefenstof dient vooraf te zijn uitgewerkt (een onvoorbereide training leidt slechts tot demotivatie van de deelnemers). • er dient rekening te worden gehouden met de beschikbaarheid van trainings-materiaal en ruimte. • de training/oefenstof dient mede afgestemd te worden op de weers- en terreingesteldheid (ter verduidelijking: een oefening met weinig lichaamsactie past niet op een koude/winderige winteravond). • zorgen voor een goede organisatie van de oefenstof en de door de spelers uit te voeren oefeningen. • trainingsopdrachten dienen duidelijk geformuleerd te worden. • er dient gecontroleerd te worden op de juiste en correcte uitvoering van de oefeningen; waar nodig dient corrigerend te worden opgetreden. • de warming-up (en cooling-down) dient verplicht onderdeel te vormen van elke training. • tenslotte is de trainer voor een goede sfeer tijdens de trainingen; spelvreugde is essentieel voor een juniorentraining. 8.2.4 Technische/Tactische vaardigheidsoefeningen 8.2.5 Tactische/Technische toepassingsvormen Technische vaardigheid kan worden gedefinieerd als het beheersen van en doen van verrichtingen met de bal tijdens de wedstrijd, in elke situatie en elk tempo, al dan niet onder druk van l of meerdere tegenstanders. Tactische vaardigheid is het beheersen van het spel, waardoor met overleg gebruik gemaakt wordt van de lichamelijke, geestelijke en technische kwaliteiten, rekening houdend met de spelregels. Technisch/tactische vaardigheidsoefeningen bestaan o.a. uit het dribbelen en drijven van de bal, het plaatsen en trappen van de bal, jongleren met de bal (links, rechts, dijbeen, hoofd) etc.

Pagina 50


Trainingsleerplan Voorbeelden van tactisch/technische toepassingsvormen zijn: • Positiespelen, zoals: 3-1 4-2 2-1 • Partijspelen, zoals: 3-3 4-4 6-6

enz. enz.

8.2.6 Elementen van het voetbal Het voetbalspel valt uiteen in opbouw, aanval en verdedigen. Deze drie hoofdmomenten in het voetballen vereisen verschillende technische en tactische vaardigheden. Hierna zal nader op die verschillen worden ingegaan.

Hoofdmoment:

opbouwen

Technisch gebied • Passes • Trappen • Dribbelen/drijven • Verwerken/aannemen van de bal • Passeren • Bal verplaatsen

Hoofdmoment:

aanvallen

Technisch gebied • Schieten • Passeren • Koppen • Schijnbewegingen

Hoofdmoment: Technisch gebied • Bal veroveren • Mandekking • Sliding • Tackle • Blokken • Voorchecken

Tactisch gebied • Vrij lopen • Aanbieden • Wegblijven • Samenspelen • Ruimte creëren • Spel verplaatsen • Direct spelen • Onderlinge coaching Tactisch gebied • Scoren/afwerken • Kansen scheppen • Onderlinge coaching

verdedigen Tactisch gebied • Doel afschermen • Mandekking geven • Ruimte/rugdekking geven • Overnemen • Storen/jagen • Aanval op de bal Pagina 51


Trainingsleerplan • Duel 1 tegen 1 • Schijnacties op de bal

• Ophouden/tijd winnen • Fouten tegenpartij afdwingen • Onderlinge coaching Al de hiervoor omschreven aspecten van het voetbalspel dienen in de loop van het voetbal seizoen tijdens de trainingen aan de orde te komen in spelen wedstrijdvorm. Uiteraard blijven de technische en tactische vaardigheidsoefeningen daarvoor altijd de basis. Zoals ook al eerder is aangestipt is leeftijd een van de bepalende factoren voor de samenstelling van de oefenstof. Leeftijd bepaalt de moeilijkheidsgraad van de toe te passen technische en tactische vaardigheidsoefening. Bovendien bepalen leeftijdskenmerken ook wat wel of juist niet met een bepaalde trainingsgroep gedaan kan worden. Hierna zal dus nog nadrukkelijk op die leeftijdskenmerken worden ingegaan. 8.2.7 Leeftijdscategorieën en -kenmerken Binnen de K.N.V.B. worden bij de junioren de volgende leeftijdscategorieën onderscheiden: Categorie 2 -jaars A-junior 1de-jaars A-junior 2de-jaars B-junior 1de-jaars B-junior 2de-jaars C-junior 1de-jaars C-junior de

Leeftijd onder 19 jaar onder 18 jaar onder 17 jaar onder 16 jaar onder 15 jaar onder 14 jaar

Categorie 2 -jaars D-pupil 1de-jaars D-pupil 2de-jaars E-pupil 1de-jaars E-pupil 2de-jaars F-pupil 1de-jaars F-pupil de

Leeftijd onder 13 jaar onder 12 jaar onder 11 jaar onder 10 jaar onder 9 jaar onder 8 jaar

Hierna zullen per leeftijdscategorie de lichamelijke/fysieke, motorische en psychische kenmerken, prestatie/motivatie en de hoofddoelstelling van het jeugdvoetbal worden beschreven. Een en ander is kort en bondig in een schema weergeven. Vervolgens is elke keer per leeftijdscategorie aangegeven op welke wijze daarmee in de training rekening kan worden gehouden en invulling aan kan worden gegeven. Pagina 52


Trainingsleerplan F-categorie 8.3 Trainingsleerplan F-categorie Leeftijdskenmerken F-categorie F-categorie: 6 - 8 jaar Lichamelijke Fysieke kenmerken Motorische kenmerken Psychische kenmerken

• • • • • • • • • •

Gunstig Harmonische indruk Geen lichamelijke verhouding als een volwassene (Relatief) weinig kracht Langzaam verbetering van de coördinatie (het balgevoel is nog maar zwak ontwikkeld) Bewegingsdrang Geen (of korte) concentratie Weinig sociaal Geen wedijver Spel als avontuur Speels / fantasie

Prestatie en motivatie • Hoofddoelstelling Wennen door spelen jeugdvoetbal

Trainingsconsequenties voor de F-categorie Trainingsdoelstelling. Technisch: Laten wennen aan de bal door het spelen in eenvoudige spelvormen. Conditioneel: Spelenderwijs kennis laten maken met de algemene dagelijkse grondvormen van bewegen, zoals lopen, springen, huppen etc. Tactisch: Aanleren van de voornaamste spelregels. Begripsvorming op gang brengen, uitgaande van het basisdeel en van het voetbalspel: doelpunten maken en verhinderen. Eisen mogen op tactisch gebied niet worden gesteld. Pagina 53


Trainingsleerplan F-categorie Mentaal: Leren omgaan met de spelregels en anderen (medespelers, leiding, scheidsrechter). Leren -functioneren in een groep.

Oefenstof. Technisch/tactisch.

• Dribbelen. Gebruikmaken van eenvoudige vormen, overzichtelijke organisaties, spelvormen en afwerken van korte afstand op een klein doel. • Plaatsen/trappen. Oefenen vanuit stilstand of vanuit beweging, maar dan in een heel laag tempo. Oefeningen over een korte afstand en zo mogelijk in spelvorm (bijv. 2-tallen tegenover elkaar proberen de bal door een poortje naar elkaar toe te plaatsen. • Combinatievorm. Alleen heel eenvoudige combi natievormen van oefeningen met dribbelen en plaatsen/trappen. • Partijspelen Partijspelen mogen op geen enkele training ontbreken. Kleine teams (van maximaal 4 tot 5 spelers) op kleine veldjes en met kleine doeltjes. De belangrijkste spelregels in de praktijk brengen. De hoofdelementen van het voetbalspel, doelpunten maken en doelpunten voorkomen, komen in het partijspel het meest tot hun recht.

Conditioneel

• Oefenvormen met springen, huppen, wenden, keren etc. • Andere spelvormen (tikkertje, estafettes, balspelen e.d.). • In technisch oefenvormen (af en toe) accenten leggen op het conditionele element en reactiesnelheid (bijv. reageren op fluitsignalen).

Praktische wenken.

• Trainingsonderdelen mogen maar kort duren ( 5 tot 15 minuten per onderdeel) vanwege de geringe mate van concentratie. • Het werken met een puntentelling bij de technische trainingsonderdelen heeft een stimulerende werking.

Pagina 54


Trainingsleerplan F-categorie • De technische onderdelen steeds over korte periodes en over kleine afstanden laten oefenen. En telkens korte pauzes inlassen. • Niet de neiging hebben om te perfectioneren. Het gaat immers niet om het niveau, maar om het laten wennen door te spelen.

Pagina 55


Trainingsleerplan E-categorie 8.4 Trainingsleerplan E-categorie Leeftijdskenmerken E-categorie E-categorie: 9 - 10 jaar Lichamelijke Fysieke kenmerken Motorische kenmerken Psychische kenmerken

• Groei naar een verdere lichamelijke harmonie • Nog steeds lichamelijk weinig kracht • • • • • •

Leergevoelig Meer coördinatie en balgevoel Bewegingsdrang Geen (of korte) concentratie Weinig sociaal Geldingsdrang, wedstrijd en prestatie zijn belangrijk

Prestatie en motivatie Hoofddoelstelling Wennen door spelen jeugdvoetbal

Trainingsconsequenties voor de E-categorie Trainingsdoelstelling. Technisch: Spelenderwijs aanleren door middel van uitproberen van de technische grondvormen, zoals aan- en meenemen, koppen, plaatsen/trappen, dribbelen, drijven, stoppen, afwerken. Vooral werken vanuit spelvormen. Conditioneel: Op speelse wijze scholen van algemene beweeglijkheid. De uitvoering vindt plaats in spelen wedstrijdvorm. Tactisch: De natuurlijke drang naar individueel spel mag niet worden beknot. Vooral aandacht blijven schenken aan de kennis van de belangrijkste spelregels. Pagina 56


Trainingsleerplan E-categorie Uit blijven gaan van alleen de basisdoelen van het voetbal en dan vooral het scoren van doelpunten. Mentaal: Een voorzichtig begin maken met het wijzen op het belang van samenwerking, die nodig is om een bepaald doel (winnen) te bereiken.


• Jongleren Gebruikmaken van simpele opgaven, of geheel vrij laten • Dribbelen. Oefenen in een wisselend tempo, over al wat grotere afstanden, met afwerken op doel. Iets moeilijkere organisatievormen zijn mogelijk (bijv. zig-zag, wenden/keren, pionnenparcours, reactieaspect). • Plaatsen/trappen. Oefenen (alleen over de grond) vanuit stand en vanuit een iets hoger bewegingstempo. De afstanden iets vergroten, en veel blijven werken in spelvormen. • Aan-/meenemen. Onbewust laten oefenen in oefenvormen met plaatsen en trappen, vanuit stand of vanuit een heel laag bewegingstempo. De techniek voordoen en de spelers bewust laten oefenen. • Koppen Aangeworpen ballen vanuit stand over korte afstanden koppen (niet met afwerken op doel), vooral de koptechniek scholen en angst wegnemen, vooral geen te zware ballen gebruiken. • Inwerpen Het inwerpen incidenteel oefenen (bijv. met 2-tallen tegenover elkaar, of bij partijspelen met een inworp beginnen als de bal uit is geweest). • Partijspelen Partijspelen mogen op geen enkele training ontbreken. Veel werken met kleine teams. Tijdens de partijspelen de voornaamste spelregels duidelijk maken, de aanvalsdrift stimuleren, maar vooral ook het individualisme voorrang geven.

Conditioneel Pagina 57


Trainingsleerplan E-categorie Op conditioneel gebied geldt hetzelfde als bij de F-categorie. Wel kan gebruik worden gemaakt van iets moeilijke organisatievormen en ook iets minder eenvoudige bewegingsvormen. Bijv: hinken, richtingsverandering, beoefenen van de kwart- en halve draai, zig-zag, links/rechts, etc. Beoefenen in spelvormen met en zonder bal (bijv. estafettes).

Praktische wenken.

• De duur van de afzonderlijke trainingsvormen moet kort blijven (10 tot 15 minuten), maar kan gemiddeld wel iets langer dan bij de F-categorie. • Afstanden vergroten bij de technische oefeningen, relatief langere rust geven en gedurende korte perioden blijven werken ( een goede arbeidsrust-verhouding). • De aangegeven technische onderdelen nu bewust gaan beoefenen. De uitvoering goed voordoen, maar geen al te hoge eisen stellen. • Het werken met een puntentelling bij de technische onderdelen heeft een stimulerende werking. • Voor het begin met kopoefeningen is een kopgalg een zeer bruikbaar hulpmiddel. • Ter voorbereiding op de overgang naar de D-categorie dient incidenteel met 11 tegen 11 te worden geoefend op een groot speelveld (introduceer het begrip “buitenspel”).

Pagina 58


Trainingsleerplan D-categorie 8.5 Trainingsleerplan D-categorie Leeftijdskenmerken D-categorie D-categorie: 11 - 12 jaar Lichamelijke Fysieke kenmerken Motorische kenmerken Psychische kenmerken

• Goed gebouwd • Ideale verhoudingen • • • • • • • • •

Ideaal Goede coördinatie Leert snel Ideaal Sociaal besef Kritiek op eigen prestatie en op de prestaties van anderen Prestatievergelijk Na-apen van idolen

Prestatie en motivatie Hoofddoelstelling Leren door spelen jeugdvoetbal

Trainingsconsequenties voor de D-categorie Trainingsdoelstelling. Technisch: • Een ideale categorie om een begin te maken met het gericht beoefenen van de technische grondvormen. • Accent leggen op de technische vaardigheden en volmaakte uitvoering. • Aanleren van het vorenstaande door gebruik te maken van eenvoudige organisatievorm en oefenstof, waarbij geoefend wordt zowel zelfstandig als met een medespeler. • Naast de spelvorm ook opdrachtvormen hanteren. Conditioneel: Pagina 59


Trainingsleerplan D-categorie • • • •

Geen specifieke conditionele doelstellingen ten aanzien bijv. snelheid, kracht en uithoudingsvermogen. Bij de uitvoering van technische en tactische trainings-onderdelen rekening houden met en gebruik maken van een duidelijk vergroot uithoudingsvermogen (in verhouding tot de F-jeugd). De arbeids-rust-verhouding moet worden aangepast (langere arbeid, langere rust). In principe geen conditionele vorming zonder gebruikmaking van een bal (eventuele uitzondering: spelvormen).

Tactisch: • Aanleren en beoefenen van algemene tactische principes, zoals naar de bal toegaan, afschermen, bal niet aan de grond laten komen. Dus individueel tactisch inzicht vormen. • Kennis laten maken met de elementaire tactische principes;balverlies = verdedigen, balbezit = aanvallen, vrijlopen, verdeling over het veld, belang van combineren. • Inzicht laten krijgen in de voornaamste taken van de spelers in een bepaalde positie en op een bepaalde plaats. Niet te plaatsgebonden laten ontwikkelen. In zijn algemeenheid spelers niet te gauw binden aan een bepaalde positie in het elftal. Niet te snel specialiseren. • In wedstrijden spelers niet veel opdrachten geven.. Mentaal: • Stimuleren prestatievergelijking met betrekking tot eigen persoonlijke verrichtingen en de elftalresultaten ten opzichte van anderen. Dit houdt niet in, dat er voornamelijk gericht gewerkt en gedacht moet worden.


• Jongleren Op de plaats, maar ook in het voortbewegen streven naar langere series en iets moeilijkere opgaven. Onderlinge wedstrijdvormen. Ook het koppen in het jongleren gaan betrekken. • Dribbelen. Dribbel techniek beoefenen vanuit wisselend (ook hoog) tempo, dribbelen met binnen en buitenkant, verandering van richting, accent op reacties wenden en keren. Beoefenen en verduidelijken van de tactische Pagina 60


Trainingsleerplan D-categorie

• •

•

•

•

•

aspecten; verschil tussen dribbelen en drijven, waarnemen, afschermen, ook afwerken op doel vanuit verschillende posities. Duel 1-tegen-1. Speelse vormen met 2-tallen, bijv. met 2 doeltjes of zonder doeltjes (afschermen). Plaatsen/trappen. Over de grond en door de lucht, wreeftrap aangeven, niet specifiek en uitvoerig oefenen, accent zeer nadrukkelijk leggen op technische zuivere uitvoering (standbeen, lichaamshouding, waar de bal raken, etc). Passing over de grond oefenen vanuit een aangespeelde, een rollende en een stilliggende bal. Oefenen met 2- en 3-tallen in de volley en dropkick. Aan-/meenemen. Ballen over de grond beoefenen met opdracht (1/2 draai of in een bepaalde richting), zowel vanuit stand als vanuit de beweging. Het stoppend meenemen (van ballen door de lucht) eerst beoefenen op de plaats en het voorstoppen (hoofd, borst en bovenbeen) daarbij betrekken. Bal en lichaamstechniek ook met afwerken op doel. Koppen Vanuit stand met en zonder sprong en vanuit beweging (zonder opsprong), maar soms ook met afwerken op doel; steeds werken met aangeworpen ballen (zie ook jongleren, koppend hooghouden). Positiespel 2:1, op een speelse manier de eerste beginselen bijbrengen (1-2 combinaties / individuele actie en overname op eigen initiatief, niet bewust laten oefenen). Partijspelen Veel kleine (4:4 of 5:5) partijspelen met doeltjes, maar nu ook bewust grotere partijen (8:8) teneinde bepaalde tactische aspecten te kunnen belichten, zoals voornaamste principes bij balbezit en balverlies, verdeling over speelveld, belang van combinatiespel. Individualisme niet aan banden leggen

Conditioneel

• Arbeid/rust verhouding bij het beoefenen van de technische maar ook van de tactische onderdelen bijstellen in de zin van langere arbeidstijden, grotere afstand, meer herhaling achter elkaar, hogere Pagina 61


Trainingsleerplan D-categorie snelheid en meer tempo. Toch een relatief langere rustpauze inlassen, aangezien het uithoudingsvermogen iets is toegenomen. • Geen specifieke conditionele doelstellingen en trainingsonderdelen (niet apart gaan beoefenen, sprinten-springen-kracht of oefeningen die ten doel hebben dat het uithoudingsvermogen wordt vergroot). • Wel conditionele accenten leggen in de uitvoering van de technische en tactische onderdelen bijvoorbeeld dribbelen met snel afwisselend tempo in combinatie met richtingsveranderingen. • Geen conditionele oefeningen zonder bal met uitzondering van spelvormen.

Praktische wenken.

• Steeds goed voorbeeld laten zien (voor deze leeftijdscategorie zeer belangrijk). • Inspelen op leergierigheid in deze fase, door geduldig maar perfectionistisch te werken; het aanleren van een gave technische uitvoering is van het grootste belang. • Teneinde echte verbeteringen door middel van veel oefenen te kunnen aanbrengen, moet er langduriger en grondiger worden getraind op bepaalde onderdelen en de trainer gaat nu echt uit van oefeningsdoelen, dat wil zeggen: wat moet er in bepaalde oefenvormen beoefend worden en waar wil ik nu precies verbeteringen aanbrengen. • De duur van de trainingsonderdelen worden nu langer: 15 tot 20 minuten, waarbij soms kan worden doorgegaan tot 25 à 30 minuten, mits voldoende variatie aanwezig is. • Qua trainingsmethode gebruik maken van de duurmethode (alleen bij partijspelen), de herhalingsmethode en de intervalmethode (intervalduur partijspelen, soms positiespelen en soms interval snelheid) bijvoorbeeld 1:1 niet te intensief.

Pagina 62


Trainingsleerplan C-categorie 8.6 Trainingsleerplan C-categorie Leeftijdskenmerken C-categorie C-categorie: 13 - 14 jaar Lichamelijke Fysieke kenmerken Motorische kenmerken Psychische kenmerken

Prestatie en motivatie

• • • • • • • • • • • • •

(Pre)puberteit Mogelijk disharmonie Mogelijk enorme lengtegroei Beperkte belastbaarheid Blessuregevoelig Stilstand of achteruitgang Stuntelig/slungelachtig (zgn. armen-benen-mens) Zet zich af tegen gezag Lokt conflicten uit Overschat zichzelf Maar is ook vaak met zichzelf bezig Idealistisch/eigenwijs Herwaardering van voetbal in hun leven (andere interesses, hobby’s)

Hoofddoelstelling Benaderen van de wedstrijd jeugdvoetbal

Trainingsconsequenties voor de C-categorie Trainingsdoelstelling. Technisch: • Voortzetten van het doelgericht, technisch zuiver leren beheersen van de technische grondvormen, maar nu laten oefenen vanuit een grotere snelheid en in een hoger tempo. Meer technische grondvormen bij de uitvoering combineren en aaneensluitend laten beoefenen; bij bepaalde vormen verdedigers inlassen. Gelet op de pubertijd en de als gevolg daarvan verminderde coördinatie zullen zich grote verschillen bij de ontwikkeling van de individuele Pagina 63


Trainingsleerplan C-categorie spelers voordoen; ten aanzien van bepaalde spelers moet dan ook bewust met eenvoudigere oefenvormen en in een lager tempo gewerkt worden. De techniek eerst aanleren en vervolgens in de spelsituaties beoefenen tijdens trainingen en wedstrijden. Conditioneel: • Ook hier geldt de regel dat de lichamelijke belasting per individu moet verschillen omdat de lichamelijke ontwikkeling sterk varieert. Wel moet er in vergelijking met de D-pupil gemiddeld van een grotere intensiteit sprake zijn, een grotere belasting van de arbeid/rust verhouding is verantwoord (hierbij moet worden gedacht aan conditionele oefeningsdoelen die deel uitmaken van technische en tactische oefenvormen). Dus oefeningen met de bal. Een uitzondering op het voorgaande kan gemaakt worden voor bepaalde kracht- en vaardigheids oefeningen, namelijk algemene lenigheids- en ontspanningsoefeningen. Geen specifieke conditionele oefeningsdoelen in de zin van uithoudingsvermogen en kracht, wel snelheidstraining, maar dan zowel met als zonder bal, bijvoorbeeld estafettevormen. Tactisch: • Vanuit algemene tactische principes verdere uitbreiding geven aan individuele tactiek (schijnbewegingen, versnellen, agressief en behoudend verdedigen, aanbieden in bepaalde tactische situaties). Leren onderscheiden van de verscheidene dekkingsvormen.. Leren begrijpen en beoefenen van de verschillende aanvalsmogelijkheden (1-2 combinatie, individuele actie, overname, combinatiespel, aanbieden vanuit de 2e en 3e lijn, etc.). Verduidelijken van het belang van elftaltactiek en het inzicht bijbrengen in en beoefenen van de belangrijkste taken van de verschillende linies en de posities binnen die linies. Samenwerking tussen die linies bevorderen. Mentaal: • Zelfvertrouwen voortdurend stimuleren. Verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkelen. Opvoeden in sportmentaliteit in de zin van lichaamsverzorging, wedstrijdvoorbereiding, prestatiebewustzijn en materiaalbeheer.

Oefenstof. Technisch/tactisch. Pagina 64


Trainingsleerplan C-categorie • Jongleren Soms als apart onderdeel opvoeren, soms laten beoefenen als relatieve rust tijdens technische oefeningen.. Individueel en met tweetallen, in moeilijke vormen en met afwerken, met moeilijke organisatie, bijvoorbeeld parcours met slalom om paaltjes, over hekjes, etc., in stand oefenen en voortbewegen. • Dribbelen Beoefenen onder weerstand (in speelse vormen, in hoog(ste) tempo en vanuit hoog tempo inlassen); schijnbewegingen met en zonder versnellingen en richtingsveranderingen met en zonder afwerken. • Duel 1-tegen-1. Bewust oefenen van passeer bewegingen onder niet jagende weerstand, duelleren zonder doel en met een of twee doeltjes, in opdracht spel en wedstrijdvorm ook afwerken op groot doel. • Plaatsen/trappen. Steeds meer gaan oefenen op passing vanuit dribbel, zowel over de grond als door de lucht; trappen met de binnenkant wreef en buitenkant voet (nadrukkelijk scholen); ook oefeningen doen waarbij direct spelen centraal staat, denk aan volley, halfvolley en dropkick. • Aan-/meenemen. Beoefenen vanuit de beweging en op snelheid op alle mogelijke manieren. Ook tactische facetten (wegdraaien van de tegenstander, schijnbewegingen, indraaien en afschermen, etc.) nadrukkelijk laten doen. In eenvoudige vormen werken met oefenen onder weerstand, veel oefenvormen met afwerken op doel, bijvoorbeeld vanuit wedstrijdsituaties. • Koppen Zeer regelmatig beoefenen (vanuit de loop met en zonder opsprong, met aangeworpen en aangeschoten ballen, met zweefsprong en afwerken op doel). • Combinatievorm Pagina 65


Trainingsleerplan C-categorie Eenvoudige combinatievormen met tweetallen, met en zonder plaatswisselingen, waarbij het er om gaat iets duidelijk te maken met betrekking tot het juiste moment en de juiste manier van aanbieden, verder de 1-2 combinatie, de spelverplaatsing, het opkomen achter de bal vandaan, het ruimtegebruik, etc. met afwerken. • Positiespel Positiespel 3:1 verder uitwerken tot het stadium van goede uitvoering bij balverlies en balbezit (begrip van spelverdelen en tempowisseling hanteren; uitvoering: afgebakende ruimte van 12 bij 12 meter, vrije ruimte en met 6 tot 9 spelers plus twee doeltjes. Hetzelfde geldt voor de uitvoering van het positiespel 2:1 in dezelfde organisatievormen als 3:1. Verder kan een begin worden gemaakt met 4:2 en 4:3; in afgebakende ruimte (accent op de dieptepass). • Partijspelen Gebruik maken van alle partijspelen van 2:2 tot 11:11 met 2 doeltjes en soms in de afgebakende ruimte. Zonder doeltjes begin maken met uitleggen en beoefenen 2:2 omdat hier een aantal belangrijke tactische aspecten belicht kunnen worden (aanvalsmogelijkheden, loopacties, speltempo, verschillende manieren van dekkend, behoudend en jagend verdedigen, omschakelen van balbezit naar balverlies en omgekeerd), veel kleine partijspelen blijven doen (3:3 of 4:4). Bij grotere partijspelen nadrukkelijk coachen; de samenwerking tussen de linies en de taken van de linies.

Conditioneel

• Gemiddeld een grotere belasting met betrekking tot de arbeid/rust verhouding bij bijvoorbeeld de uitvoering van de technische oefeningen; nu ook gebruik maken van de interval / snelheidmethode maar met relatief langere rustpauzes (bijvoorbeeld 45 seconden arbeid, 90 seconden rust). • Goed rekening houden met soms erg grote individuele verschillen (qua belastbaarheid). • Gebruik van lenigheids- en ontspanningsoefeningen is aan te bevelen in de warming-up maar zeker ook in de herstelperiode na een zware inspanning. Pagina 66


Trainingsleerplan C-categorie • Explosiviteit nadrukkelijk beoefenen gedurende korte periodes van 10 tot 15 minuten waarbij de bal gebruikt wordt, soms ook zonder. • Verder geen specifieke conditionele scholing en nauwelijks werk zonder bal, wel de intensiteit bij het beoefenen van technische en tactische onderdelen op hoger niveau brengen door: meer herhalingen, langere series, kortere rust, langere totale trainingsduur, meer oefenen onder weerstand, vanuit wedstrijdsituaties.

Praktische wenken.

• Op deze leeftijd voortzetten van (waar de D-pupil mee begonnen is) het grondig en bij herhaling oefenen van de technische grondvormen op een gave en juiste manier, perfectionistisch werken, niet teveel tegelijk willen doen op een trainingsavond, liever twee onderdelen die uitvoerig aan bod komen en waarmee resultaat wordt geboekt dan 5 onderdelen die er half uitkomen. • Houdt tijdens de training en de begeleiding duidelijk rekening met de per individu verschillende effecten van de pubertijdsfase.

Pagina 67


Trainingsleerplan B-categorie 8.7 Trainingsleerplan B-categorie Leeftijdskenmerken B-categorie B-categorie: 15 - 16 jaar Lichamelijke Fysieke kenmerken Motorische kenmerken Psychische kenmerken

• Mogelijk begin van harmonisatie • Verhoogde belastbaarheid (kracht / uithoudingsvermogen • Techniektraining laat weer resultaten zien • Effectiever bewegingsverloop • Meer realiteitszin • Minder emotioneel • Agressie neemt af • Kritiseren naar eigen prestatie • Medeverantwoordelijk • Opoffering voor het team

Prestatie en motivatie Hoofddoelstelling Benaderen van de wedstrijd jeugdvoetbal

Trainingsconsequenties voor de B-categorie Trainingsdoelstelling. Technisch: • Verder scholen van de technische kwaliteiten, waarbij nu ten aanzien van de grondvormen in een nog hoger tempo geoefend wordt; vanuit een grotere snelheid en onder een toenemende weerstand van een verdediger; ook nu worden nog meer technische onderdelen bij het oefenen achtereenvolgens uitgevoerd, waarbij in veel gevallen met afwerken op doel wordt besloten. In het bijzonder moet veel aandacht worden geschonken aan aanvallend en verdedigend koppen, aan de afwerking en aan passen over grote afstand. Accentueren van enkele technische handelingen met tactische aspecten zoals bijvoorbeeld kapbewegingen, schijnbewegingen, spelen van een bal met bewuste snelheid, richting en effect en accent leggen op het directe Pagina 68


Trainingsleerplan B-categorie spel. Doelgericht laten oefenen vanuit wedstrijdsituaties en via positie- en partijspelen, waarbij technische accenten worden gelegd. Veel technische ervaring laten opdoen door het veelvuldig spelen van wedstrijden. Conditioneel: • In deze leeftijdsklasse (alleen indien er sprake is van harmonisatie) een gericht begin maken met conditionele scholing ten aanzien van vooral snelheid en uithoudingsvermogen en (in mindere mate) kracht. Bij de uitvoering bewust gebruik maken van de intervalmethode en de herhalingsmethode. Teneinde goede trainingsresultaten te behalen zal er bij bepaalde conditionele oefeningsdoelen (snelheid) zonder bal gewerkt moeten worden. Verder geldt ook hier: de verschillen in conditionele belasting ten opzichte van de C-junior vooral laten uitwerken in aanpassingen c.q. verzwaringen in de arbeid/rust verhouding inzake de technische en tactische oefeningen. Bewust veel wedstrijden spelen teneinde ook de wedstrijdconditie te verbeteren. Tactisch: • Voortdurende en bewuste uitdieping ter verbetering van de individuele tactiek in wedstrijdsituaties. Beoefenen van de verschillende dekkingsvormen en het onderkennen van de voor- en nadelen. Begrip bijbrengen van tactische mogelijkheden zoals hanteren van snel tempo, het spel verplaatsen, de achterwaarts gespeelde pass, het tot stand brengen van een numerieke meerderheid in een bepaald terreingedeelte. Het verder ontwikkelen van het denken in taken op een bepaalde positie/ plaats, de functie van die plaats binnen een linie en de taak van die linie binnen het elftal. Als gevolg van bovenstaande, het leren denken in een elftaltactiek zoals in algemeen tactische zin (leren aansluiten en meer c.q. minder verdedigend spelen) en ten aanzien van bewust gekozen speelwijzen (counteren, buitenspelval), bepaald dekkingssysteem, het jagen, het uitvoeren van formatie/systemen 4-3-3 en 4-2-2. Bewust hanteren van spel hervattingen. Mentaal: • Zelfkritiek stimuleren. Perfectionistisch leren werken. Verder ontwikkelen voetbalmentaliteit (zie C-junior). Pagina 69


Trainingsleerplan B-categorie Voortdurend blijven stimuleren en enthousiast maken. De ervaring leert dat op deze leeftijd veel voetballers naar andere sporten verdwijnen.


• Jongleren Te gebruiken in de relatieve rust bij technische stof. Ook in de vorm van tennisvoetbal opvoeren. • Dribbelen Beoefenen onder weerstand, in hoog tempo, met kapbewegingen, richtingsveranderingen, versnellen vanuit hoog tempo, het nut duidelijk maken van de dribbel in tactisch opzicht. Alle vormen met en zonder afwerken op doel. • Duel 1-tegen-1. Passeerbewegingen perfectioneren in opdracht en wedstrijdvorm met afwerken op een of twee doeltjes en op groot doel. Ook het duel als tactisch middel (numerieke meerderheid afdwingen), weerstand duidelijk opvoeren. Accent op omschakelen aanval-verdedigen en omgekeerd. • Plaatsen/trappen. Alle vormen van plaatsen en trappen beoefenen. Over de grond en door de lucht, waarbij gewerkt wordt met gemiddeld grotere afstanden. Het passen vanuit een hoog dribbel tempo. Het accent ook leggen op direct spelen. Specifiek beoefenen van de eindpassing (voorzet, terugleggen bal), dieptepass, diagonale pass; dit alles in opdrachten, in positie- en partijspelen. • Aan-/meenemen. Zie oefenstof bij de C-junior, maar nu ook weer in hoger tempo, op hoger niveau en vooral in wedstrijdsituaties de handelingssnelheid bevorderen. • Koppen Koppen nu nog voornamelijk beoefenen vanuit aangespeelde ballen. Verschil maken tussen aanvallend en verdedigend koppen. Ook specifiek beoefenen het koppen als afwerking vanuit een voorzet. • Combinatievorm Gebruik maken van standaard combinatievormen (niet al te vaak) met 2en 3-tallen. Het doel is tactische aspecten belichten zoals speltempo, Pagina 70


Trainingsleerplan B-categorie spel verplaatsen, het belang van terugspeelballen. Daarnaast het beoefenen van aanvalspatronen, waarbij gebruik wordt gemaakt van algemene tactiek, maar ook specifiek (gericht op de kwaliteit van de spelers) en ook algemeen tactisch, zoals de counter, werken met en zonder verdedigers, bijna altijd met het accent op afwerken; eindpassing en afwerken op doel. • Positiespel Verdere verdieping en perfectionering van 2:1, 3:1, 4:1 uitgevoerd in de vrije ruimte, de afgebakende ruimte en met kleine doelen en grote doelen (met keeper) zie tactisch C-junioren. • Partijspelen Zonder doelen, in afgebakende ruimte de punten genoemd in de tactische doelstellingen beoefenen. Werken met opdrachten (bijvoorbeeld elke speler aanvallende partij in beweging anders balverlies als straf). Met doelen, zie bovenstaande punten en vooral de taakstelling van de linies en posities. • Spelhervattingen Bewust gaan oefenen zowel met de hele groep als met een of meerdere spelers met name de vrije schop en de hoekschop. Ook dit weer terug laten komen in de positie- en partijspelen.

Conditioneel

• In deze leeftijdsklasse voor het eerst specifiek gerichte conditionele scholing ten aanzien van vooral snelheden, reactie maar ook uithoudingsvermogen en kracht. • Bovenstaande accenten ook nu weer leggen bij de technische en tactische vormen en de uitvoering daarvan, maar nu ook als oefeningsdoel op zich, hetgeen vooral geldt voor de snelheid (sprinttraining). • Snelheidstraining laten uitvoeren met en zonder bal. Krachttraining vrijwel uitsluitend met bal (bijvoorbeeld dribbelen met voortdurende kapbewegingen en versnellingen met bijvoorbeeld afwerken op doel en diverse herhalingen zonder rust). Uithoudingsvermogen in de seizoenvoorbereiding en in de winterperiode ook zonder bal (niet te vaak). Tijdens de competitie uitsluitend accentuerend werken met technische en Pagina 71


Trainingsleerplan B-categorie tactische oefenstof. • Rekening blijven houden met individueel grote verschillen en mogelijke belasting. • Vooral gaan werken aan wedstrijdconditie door veel wedstrijden te spelen, alles te oefenen onder weerstand in hoog tempo, in spelsituaties, in vermoeide toestand en in wedstrijdvorm.

Praktische wenken.

• In deze leeftijdsfase gericht gaan werken naar de wedstrijd en ook werken aan specifieke (technisch-tactisch-conditioneel) onderdelen, waarbij ook individueel gericht gewerkt moet worden. • Op prestatiegerichte manier benaderen, waarbij bewust wordt gewerkt aan vooruitgang in de persoonlijke ontwikkeling van de spelers en het team, daarbij dienen ook de wedstrijdresultaten niet uit het oog te worden verloren.

Pagina 72


Trainingsleerplan A-categorie 8.8 Trainingsleerplan A-categorie Leeftijdskenmerken A-categorie A-categorie: 17 - 18 jaar Lichamelijke Fysieke kenmerken Motorische kenmerken Psychische kenmerken

• Optimale grens bereikt • Systematische training (kracht / uithoudingsvermogen • Hoogtepunt in het leren van motorische vaardigheden • Stabilisatie • Nog enkele crisisperioden (met name groep:individu) • Geldingsdrang • Objectiviteit van de prestatie • Wil vaak presteren

Prestatie en motivatie Hoofddoelstelling Streven naar optimale prestatie jeugdvoetbal

Trainingsconsequenties voor de A-categorie Trainingsdoelstelling. Technisch: • Verder vervolmaken van de technische grondvormen; het aanleren van automatisme; oefenen in hoogste tempo, onder gemiddeld grote weerstand; in vermoeide toestand en in complexe spelsituaties; handelingssnelheid opvoeren. Veel aandacht blijven schenken aan koppen, afwerken en passen over grote afstand; bij de uitvoering op hoger niveau werken dan bij de Bjunior. Ontwikkeling specifieke technische handelingen met in grote mate tactische aspecten; ook op hoger niveau. Spelhervattingen combineren met specifiek technische handelingen. Extra training (groepsgewijze en individueel) met betrekking tot technische kwaliteiten die voor het spelen op een specifieke plaats in het elftal benodigd zijn, verder het verbeteren van tekortkomingen. Pagina 73


Trainingsleerplan A-categorie Conditioneel: • Ten aanzien van de conditionele trainingen en oefeningsdoelen bij oefenstof zowel met als zonder bal de spelers belasten tot hun maximaal persoonlijk prestatieniveau. Wat de conditionele training betreft: bewust en gericht gaan scholen ten aanzien van snelheid, kracht en uithoudingsvermogen; het laatste aspect vrijwel uitsluitend met bal beoefenen. Ook conditioneel een zodanige basis leggen dat de overgang naar de senioren wordt voorbereid. Tactisch: • Verder ontwikkelen van individueel tactisch inzicht zowel in spelsituaties als in het spelen op een bepaalde plaats in een linie. Bewust gaan oefenen van tactische mogelijkheden zoals speltempo (zie de punten onder de B-junior) en gericht trainen op specifieke speelwijzen (formatiesystemen en tactieken). Ontwikkelen en stimuleren van het leren analyseren van tactische situaties. Mentaal: • Prestatieve instelling vooral in de zin van streven naar persoonlijk prestatieniveau door middel van voortdurende drang naar perfectionisme. Stimuleren naar een kritische beoordeling van de eigen capaciteiten. Bepaald inzicht laten krijgen van realistische verwachtingen ten aanzien van voetballoopbaan op seniorenniveau.


• Jongleren Zie B-junior; te gebruiken in relatieve rust bij technische oefenstof; ook voetbal tennis. • Dribbelen Zie B-junior: onder weerstand met kapbewegingen; met versnellingen, tactische aspecten en met afwerking. Oefenen, zowel in opdrachtvorm als in spelen wedstrijdvormen (bijvoorbeeld bij partijspelen met opdrachten). • Duel 1-tegen-1. Pagina 74


Trainingsleerplan A-categorie

•

•

•

•

•

Zie B-Junior: in allerlei vormen waarbij accenten worden gelegd op bijvoorbeeld passeerbewegingen, afschermen, het ruimte maken, het uit balans brengen van een verdediger, het juiste moment van ingrijpen van een verdediger (dus individuele tactiek). Duel ook accepteren in de partijspelen bijvoorbeeld passing eerst toestaan na uitspelen van een verdediger. Plaatsen/trappen. Perfectioneren van de passing met het accent op direct spelen (in de combinaties maar ook met het terugleggen). Eindpassing (nu ook uitspelen van een verdediger). Snel verplaatsende pass; passing over grote afstand; veel individueel werken, dat wil zeggen: oefenstof aanpassen aan plaats in het elftal (bijvoorbeeld vleugelspitsen bewust oefenen op allerlei voorzetten, centrale verdedigers oefenen op schuine en diepte passes, middenvelders op schuine, diepte- en breedtepasses). Aan-/meenemen. Perfectionistisch werken wat betreft het aan- en meenemen van de bal; dit alles in een hoog tempo, in wedstrijdsituaties, vaak met afwerken, met versnellingen en vaak onder weerstand; ook oefenen in combinatie met andere technische vormen (bijvoorbeeld aan- en meenemen + passing of 1-2 combinaties en aan- en meenemen in samenhang met een kapbeweging). Koppen Zie B-junior: ook accentueren in partijspelen met of zonder opdracht al dan niet op grote doelen. Bij het oefenen veel met weerstand werken, vooral ook aandacht blijven geven aan verschil tussen aanvallend en verdedigend koppen, derhalve veel individueel en in groepen trainen. Combinatievorm Vrijwel alleen nog vormen geven die gebaseerd zijn op specifiek tactische situaties bijvoorbeeld de counter, 2 tegen l situatie, het achter de bal vandaan komen en het beoefenen van een opbouwende en aanvallende speelwijze. Geen standaard combinatievormen meer. Positiespel 2:1, 3:1, 4:2. In vrije en afgebakende ruimten alleen nog als warmingup, wel uitvoeren met 2 doeltjes. Ook 5:3, 4:3, 6:3, 8:5, etc. in afgebakende ruimten om bepaalde aspecten te beoefenen. Pagina 75


Trainingsleerplan A-categorie • Partijspelen Zie B-junior: zonder en met doelen, met en zonder opdrachten, met en zonder beperkingen, met en zonder specifieke coaching van bepaalde tactische aspecten; kleine partijspelen niet verwaarlozen. • Spelhervattingen Zie B-junior.

Conditioneel

• Zie B-junior: nu echter de belasting opvoeren tot het maximum, waarbij ook in dit opzicht een basis moet worden gelegd voor de overgang naar de senioren. • Eens per week een gerichte explosiviteittraining (met, maar ook zeker zonder bal). • Voor de rest met uitzondering van de voorbereidingsperiode vrijwel alles met de bal laten uitvoeren, uithoudingsvermogen, snelheid, kracht, duurkracht, reactie, harding en coördinatie, vooral beoefenen als onderdeel van technische en tactische oefenstof (oefeningsdoelen). • Bijna alle vormen in spelsituaties, in hoogste tempo, onder weerstand, in wedstrijdvorm in vermoeide toestand, vanuit een hoog tempo met een hogere handelingssnelheid.

Praktische wenken.

• Veel wedstrijden spelen. • Vaak individueel en in groepen werken, waarbij oefenstof specifiek wordt gericht op individuele kwaliteiten en tekortkomingen, plaats in het elftal, de speelwijze van het elftal, etc.

Pagina 76


Trainingsleerplan doelverdediger 8.9 De doelverdediger Ook bij de keeperstraining dient van een methodische opbouw in zowel oefenstof, training en begeleiding sprake te zijn. Hoe vaak ziet men niet dat de jeugdkeepertjes getraind worden als kleine volwassenen en daardoor een hoop tekort worden gedaan. Het inschakelen van de keeper bij groepstraining alleen is niet voldoende, de keeper zal in een vroege fase al specifiek getraind moeten worden, met name om de basistechnieken aan te leren. Het streven dient erop gericht te zijn minimaal l x per week de keepers aparte training te geven. In die training wordt de trainer bijgestaan of vervangen door “specialisten” op dat gebied (oud-keepers en huidige selectie-keepers). De duur van de training dient in relatie te staan tot de leeftijd. Vorderingen, tekortkomingen, trainingswijze, oefenstof, etc. worden steeds door de trainer, de specialisten en de jeugdcoördinator doorgesproken. Praktische toepassing. • Doelstelling. De doelman zoveel mogelijk in alle trainingen betrekken om fysieke en conditionele redenen, en om contacten met het elftal te behouden. • Beweging met de bal o Het plukken van de bal. o Het gebruik van de vuisten. o Het overtippen van de bal. o Het uittrappen van de bal. o Het uitwerpen van de bal.

Opmerking: de doelman verdedigt niet alleen zijn doel, maar hij vangt tevens aanvallen op en leidt de aanval van eigen elftal in. • Beweging zonder bal Pagina 77


Trainingsleerplan doelverdediger o o o o o o o

De opstelling in of voor zijn doel. Het uitkomen tijdens de aanval. Het afdekken van ruimte. De sprong naar de bal. De reactie naar de bal. De beweeglijkheid. De lenigheid en kracht.

Pagina 78


Nawoord 9. Nawoord Dit jeugdbeleidsplan vormt in de ogen van de jeugdcommissie een prima basis om op een verantwoorde en toekomstgerichte wijze binnen de jeugdafdeling van De S.V. Rood-Wit V. verder te gaan. Maar dan wel bezien in zijn totaliteit en niet slechts op onderdelen, gelet op de onderlinge samenhang en logische opbouw, waarmee het is samengesteld. Voor een redelijke kans van slagen is het een absolute voorwaarde, dat zowel de jeugdcommissie alsook het hoofdbestuur zich volledig achter dit plan scharen, alsmede achter de consequenties die hieruit onvermijdelijk voortvloeien. Een zo breed mogelijk draagvlak binnen de vereniging is hiervoor onontbeerlijk. Indien aan deze voorwaarden wordt voldaan, dan kan de (voetbal)toekomst van de jeugdafdeling en dus van de gehele vereniging S.V. Rood-Wit V. met vertrouwen tegemoet worden gezien. Toevoeging versie 2: In wezen is er niets aan het doel van het beleidsplan en de doelstellingen, zoals geformuleerd in versie 1, veranderd. Versie 2 is alleen maar een poging het beleidsplan “bijdetijdser” te maken. Intussen zijn een groot aantal van de aanbevelingen “uit versie 1” ingevuld, maar er is nog geen reden om zelfvoldaan achterover te leunen.

Toevoeging versie 3: Een nieuwe moderner lay-out, structurele wijziging in de technische organisatie, het strakker aantrekken van de disciplinaire teugels en de invoering van het hoofdstuk “Afspraken en speciale items” resulteren in deze nieuwe uitgave van ons jeugdbeleidsplan.

Pagina 79


Aantekeningen 10. Aantekeningen

Pagina 80


Aantekeningen

Pagina 81


Aantekeningen

Pagina 82

3. ORGANISATIESTRUCTUREN S.V. ROOD-WIT V Organisatiestructuur jeugdafdeling S.V. Rood-Wit V ORGANISATORISCHE OPZET JEUGDAFDELING 5

Recommend Documents