3. INTERNATIONALE WERKSTAGES
3. INTERNATIONALE WERKSTAGES
3. INTERNATIONALE WERKSTAGES
3.1. CONCEPT Beroepsopleidingen moeten worden beschouwd als een middel om studenten de nodige theoretische en praktische kennis te bieden zodat ze op een flexibele en doeltreffende manier kunnen inspelen op de behoeften op de arbeidsmarkt. De opleidingen die worden gegeven in IVET scholen moeten daarom nauw aansluiten bij de gang van zaken in bedrijven en moeten worden gepland met het oog op de kennis die studenten moeten vergaren wat de theoretische en conceptuele basis betreft maar ook wat betreft installaties en technologieën. Op die manier gaan werkstages – als activiteit die geen officiële baan invult – een belangrijk deel uitmaken van het onderricht van studenten die deelnemen aan programma‟s voor beroepsopleidingen.
Iemand die een werkstage uitvoert, mag nooit een openstaande betrekking invullen Stages in bedrijven zijn er tevens op gericht studenten in contact te brengen met de arbeidswereld en ze op die manier de mogelijkheid te bieden om hun persoonlijke en professionele onderwijstraject af te ronden met werkervaring in een echte productieomgeving. Men moet hierbij wel onthouden dat het overgrote deel van de studenten voor het eerst in aanraking komt met de arbeidswereld via deze werkstages in bedrijven. Daarom is het van cruciaal belang dat er een goede planning wordt opgesteld en dat er een goede coördinatie plaatsvindt tussen het hoofd van de IVET school en het hoofd van het bedrijf in kwestie. Het bedrijf bevindt zich buiten de IVET school en vervult daardoor een sleutelrol – ze geven met name studenten de kans om de kennis die ze hebben opgedaan op basis van modules in de school toe te passen in een omgeving waar ze niet alleen werkzaam zijn in een echte, professionele werkomgeving, maar tegelijk een diepgaande kennis ontwikkelen van de beroepspraktijken. Tijdens het lopen van stages in bedrijven doen de studenten praktijkervaring op met technische uitrusting, voeren ze professionele taken uit in een echte werkomgeving met de gebruikelijke bepalende factoren, en leren ze een aantal vaardigheden op verschillende gebieden (uitrusting, organisatie van taken, samenwerken met anderen, enz.) die in vele gevallen enkel door werkstages in de echte bedrijfswereld kunnen worden verworven. Werkstages zijn gericht op twee belangrijke doelstellingen: Het afronden van vakbekwaamheden verworven in (beroepskwalificatie). Studenten helpen bij het vinden van een job (beroepsintegratie).
de
IVET
school
3. INTERNATIONALE WERKSTAGES Het moet worden benadrukt dat de werkstage een belangrijk onderdeel uitmaakt van de opleiding van studenten. Daarom is het noodzakelijk dat een systeem wordt geïmplementeerd waarbij kwalitatieve werkstages worden aangeboden in plaatselijke bedrijven met een eventuele uitbreiding naar internationale bedrijven aangezien deze laatste een extra meerwaarde bieden in het opleidingstraject. 3.2. DOELSTELLINGEN De werkstage vormt een essentieel onderdeel in de hele opleiding voor studenten in de beroepsrichting. De werkstage houdt het volgende in: De theoretische kennis die werd verworven in de IVET school, verbeteren en verfijnen. Praktijkervaring voor studenten in een echte productieomgeving. Studenten krijgen de kans om zelf te beleven hoe een echte werkomgeving en de sociale relaties en werkrelaties in mekaar zitten. Bedrijven ontdekken de vaardigheden en opvattingen van mogelijke toekomstige werknemers. Studenten in het beroepsonderwijs worden bijgestaan in het behalen van beroepskwalificaties en het vinden van een job. Strategieën worden geïmplementeerd om de kloof tussen academisch onderwijs en de arbeidswereld te verkleinen. Voor bedrijven houdt de werkstage het volgende in: Aansluiten op de praktische opleiding van studenten. In de werkomgeving ontdekken wie mogelijk de toekomstige, gekwalificeerde werknemers zijn zodra de werkstage is afgerond. Een eerste job bieden voor jongeren. Contact houden met IVET scholen. Een bedrijfsbegeleider aanstellen die de student zal begeleiden tijdens de werkstage. Werkstages in plaatselijke bedrijven zijn net zo belangrijk voor de bedrijven als voor de studenten, maar wanneer de werkstage in het buitenland plaatsvindt, kunnen naast de bovenstaande doelstellingen ook een aantal andere doelen worden bereikt:
Een internationale aanpak introduceren in het bedrijf. Het bedrijf in aanraking brengen met nieuwe ideeën, vaardigheden en werkmethoden. De culturele vaardigheden uitbreiden. Nieuwe werkmethoden ontdekken. Andere culturen leren kennen. Algemene taalvaardigheid verbeteren in vreemde talen; vakjargon leren in een andere taal. Verbeteren van de persoonlijke C.V. Mobiliteit beschouwen als een echte kans op persoonlijke ontwikkeling. Zich aanpassen aan een bredere arbeidsmarkt. Meer bewustzijn creëren over het concept dat men deel uitmaakt van de Europese Unie. Zich persoonlijk ontwikkelen buiten de vertrouwde omgeving van familie en vrienden; persoonlijke groei.
3. INTERNATIONALE WERKSTAGES
3.3. DEFINITIE VAN KWALITEIT Hoewel alle deelnemers in mobiliteit een gelijkaardig concept nastreven wat betreft de kwaliteit van mobiliteit bestaat er geen uniforme Europese definitie die door alle deelnemers wordt gehanteerd. Bijgevolg is er een sterke drang naar het vinden van een algemene definitie voor kwaliteit van mobiliteit – een drang die wordt gedeeld door belanghebbenden in mobiliteit en door de Europese Commissie. De Commissie stelde een aantal documenten op met als doel de kwaliteit van mobiliteit te verhogen: Quality Commitment: een document dat wordt ondertekend door de deelnemer en door de organisaties in het thuisland en het gastland, en dat de verbintenissen bevat die worden aangegaan door de drie betrokken partijen. http://ec.europa.eu/education/leonardo-da-vinci/doc/quality_en.pdf Quality Charter voor mobiliteit, waar onder punt 13 en punt 15 wordt geduid op de nood aan kwaliteit, een zorgvuldige planning en correcte evaluatie tijdens, vóór en na de mobiliteitsperiode. http://eur-lex.europa.eu/lex/LexUriServ/site/en/com/2005/com2005_0450en01.pdf Erasmus Student Charter, waarin duidelijk wordt gedefinieerd wat wordt verwacht van de studenten en wat de studenten zelf verwachten wanneer ze deelnemen aan een Erasmus programma. http://ec.europa.eu/education/archive/million/charter_en.pdf In dit handboek definiëren we de term „kwaliteit‟ wat betreft mobiliteit, en wat betreft internationale werkstages in het bijzonder.
Definitie van kwaliteit volgens ISO 9000: De mate waarin een geheel van eigenschappen en kenmerken voldoet aan de eisen Kwaliteit berust op een reeks inherente eigenschappen en een reeks vereisten, en de graad waarin deze twee met mekaar overeenstemmen. Wanneer deze inherente eigenschappen beantwoorden aan alle vereisten, is de kwaliteit hoog of zelfs uitstekend. Met andere woorden, kwaliteit kan ofwel slecht, goed of uitstekend zijn. De kwaliteit van iets kan dus worden bepaald door een reeks inherente eigenschappen te vergelijken met een reeks vereisten die op voorhand werden gespecificeerd.
3. INTERNATIONALE WERKSTAGES
Kwaliteit is bijgevolg een relatief concept. Het is altijd relatief aan een reeks vereisten die op voorhand werden gespecificeerd, m.a.w. behoeften of verwachtingen die moeten worden beantwoord. Kwaliteit in mobiliteit wordt bereikt wanneer de mobiliteitservaring beantwoordt aan de behoeften en verwachtingen van de begunstigden door aan de mobiliteitsvereisten te voldoen. In iedere mobiliteitservaring zijn een aantal deelnemers betrokken die vóór, tijdens of na de mobiliteitsperiode actief zijn. Slechts enkele deelnemers zijn tegelijk ook begunstigden. Begunstigden zijn personen of organisaties die voordeel halen uit iets. Mobiliteitsvereisten worden opgesteld met het oog op de behoeften en verwachtingen van de begunstigden van mobiliteit. Mobiliteit waarin enkel studenten en IVET scholen betrokken zijn. De studenten zijn de enige begunstigden. Mobiliteit waarin studenten, IVET scholen en gastbedrijven betrokken zijn. De begunstigden van de mobiliteit zijn de IVET studenten en de gastbedrijven. In de eerste vorm van mobiliteit zijn slechts drie deelnemers betrokken – allen uit de onderwijswereld en IVET scholen, waardoor de mobiliteitsmaatregel makkelijker te beheersen is. In de tweede vorm van mobiliteit wordt het aantal deelnemers opgetrokken tot minimum vijf – enkele deelnemers uit de onderwijswereld en enkele uit de bedrijfswereld. Dit soort mobiliteit waarbij een bedrijf betrokken is, verhoogt de complexiteit van het mobiliteitsbeheer en van de procedures voor kwaliteitszorg. De kwaliteit van de mobiliteitservaring kan bijgevolg worden beïnvloed door een verkeerde afstemming van het gastbedrijf met de IVET student. Verschillende oorzaken zijn mogelijk voor het verkeerd afstemmen van studenten met gastbedrijven: Gebrek aan nauw contact tussen de IVET school en het gastbedrijf. Geografische afstand. Moeilijkheden bij het overbruggen van de kloof tussen de bedrijfswereld en de IVET omgeving. Moeilijkheden omwille van de specifieke bedrijfssector, enz.
3. INTERNATIONALE WERKSTAGES De Leonardo da Vinci studie van 2007 gaf heel duidelijk de belangrijkste variabelen aan die zorgden voor ontevredenheid over mobiliteit bij de deelnemers (IVET studenten) tijdens werkstages in buitenlandse bedrijven.23
Bron: WSF LdV Survey 2007
Een te kort verblijf (48%) en onvoldoende financiële steun (41%) stonden bovenaan de lijst, samen met slechte planning/voorbereiding (26%) en teveel bureaucratie. Maar er zijn ook variabelen die ons erg waardevolle informatie verschaffen over wat een werkstage van lage kwaliteit precies betekent vanuit het perspectief van de werkstage:
Taken stemden niet overeen met mijn beroepsachtergrond (17%). Slechte praktische plaatsing (13%). Geen autonome activiteiten (12%). Onvoldoende praktische ervaring, teveel taallessen (3%).
Het is opmerkzaam dat 17% van de studenten antwoordde dat hun taken niet overeenstemden met hun beroepsachtergrond. Dit percentage ligt te hoog wanneer we streven naar kwalitatieve werkstages. Er moet aan de vereisten van iedere deelnemer in mobiliteit worden voldaan om kwaliteit te kunnen verzekeren, of anders gezegd, om aan de behoeften en verwachtingen van alle begunstigden te beantwoorden. Alle deelnemers die betrokken zijn bij de mobiliteitsmaatregel moeten door middel van hun activiteiten kunnen verzekeren dat ze aan de behoeften en verwachtingen van de begunstigden voldoen. Wanneer de kwaliteit laag is, ligt dit aan het feit dat de eigenschappen van de mobiliteitsactie niet aan de vereisten hebben voldaan; met andere woorden, de mobiliteitsactie beantwoordde niet aan de behoeften en verwachtingen van de begunstigden.
23
„Analyse van de effecten van de LEONARDO DA VINCI mobiliteitsmaatregelen op jonge stagiairs en werknemers, en de invloed op sociaal-economische factoren‟, onderzoek in opdracht van het directoraat-generaal Onderwijs en Cultuur van de Europese Commissie, http://ec.europa.eu/education/pdf/doc218_en.pdf
3. INTERNATIONALE WERKSTAGES
Behoefte: gebrek aan iets dat nodig, gewenst of nuttig is. Verwachtingen: iets verschuldigd achten.
dat
verwacht
wordt.
Verwachten:
iets nodig,
redelijk
of
als
Voldoening: vervulling van een behoefte of een tekort. Klantentevredenheid: een maatstaf om te bepalen hoe door een bedrijf geleverde producten en diensten voldoen aan de verwachtingen van de klant of deze overtreffen.
Kwaliteit wordt bereikt wanneer de begunstigden door de mobiliteitservaring voldoening krijgen doordat aan hun noden en verwachtingen werd voldaan.
3. INTERNATIONALE WERKSTAGES
3.4. KWALITEITSVEREISTEN: BEGUNSTIGDEN
BEHOEFTEN
EN
VERWACHTINGEN
VAN
DE
Er worden maatregelen genomen om kwaliteit te garanderen en te verzekeren dat de mobiliteitsmaatregel beantwoordt aan de behoeften en verwachtingen van de begunstigden. Kwaliteitszorg is het geheel van activiteiten dat wordt ondernomen om vertrouwen te geven dat aan alle kwaliteitsvereisten zal worden voldaan.
De verwachtingen van de begunstigden moeten worden afgestemd op wat een mobiliteitservaring hen kan bieden. Een andere inherente definitie van behoeften en verwachtingen kan leiden tot ontevredenheid en kan de kwaliteitszorg van de hele mobiliteitsactie in het gedrang brengen.
Tevredenheid = Mobiliteitsresultaat
Behoeften + Verwachtingen
Wanneer de verwachtingen verschillen van of hoger liggen dan wat de mobiliteitsactie kan bieden, ontstaat er ontevredenheid. Een duidelijke definiëring van wat iedere deelnemer van de mobiliteit kan verwachten en wat van hen wordt verwacht, is essentieel voor het onderling afstemmen van de verwachtingen van alle deelnemers. Hierop wordt verder ingegaan in punt 5 van dit handboek. Soms gebeurt het dat de verwachtingen over de taken die een student zal uitvoeren in een gastbedrijf niet duidelijk gedefinieerd zijn, waardoor hij/zij een andere ervaring verwacht dan het gastbedrijf. In zulke gevallen kunnen de resultaten van de mobiliteit leiden tot ontevredenheid. Het kan ook gebeuren dat de verwachtingen over de vaardigheden van een student hoger liggen dan wat hij/zij werkelijk heeft bereikt. De bedrijfsbegeleider verwacht een andere bijdrage van de student dan het gastbedrijf. Op die manier kan eveneens ontevredenheid ontstaan. De oorzaken van het verschil tussen de verwachtingen en de mobiliteitsresultaten kunnen variëren en moeten in overweging worden genomen bij het ontwikkelen van alle procedures om ontevredenheid onder de begunstigden te vermijden. Procedures voor kwaliteitszorg worden verder uiteengezet in punt 5 van dit handboek. De mobiliteit bereikt een hoge graad van kwaliteit wanneer aan de behoeften en verwachtingen van de begunstigden wordt voldaan. Indien de begunstigden tevreden zijn, leidt dit tot langdurige relaties tussen de verschillende deelnemers en komt dit toekomstige mobiliteitsacties ten goede. Indien niet, dan zijn de mobiliteiten enkel van korte duur en vinden ze slechts sporadisch plaats.
3. INTERNATIONALE WERKSTAGES
Tevredenheid bij studenten die deelnemen aan internationale werkstages: Jongeren die naar het buitenland trekken en daar een nieuwe cultuur, taal en een nieuw land leren kennen, zijn gewoonlijk tevreden over deze ervaring. Dit is echter moeilijker te bereiken met internationale werkstages omdat hier ook beroepsonderricht, de afstemming met hun beroepsachtergrond en het verbeteren van hun vaardigheden bijkomt. Soms wordt deze beroepscomponent niet helemaal bereikt in de mobiliteitservaring. Meer en meer begunstigden willen niet alleen hun persoonlijke en internationale vaardigheden ontwikkelen maar ook hun beroepsvaardigheden. Zoals blijkt uit de Leonardo da Vinci studie van 2007 scoren sommige variabelen in verband met de vaardigheden en competenties die worden verworven tijdens de internationale werkstage, niet erg hoog wat betreft de graad van tevredenheid bij de begunstigde:
Praktische plaatsing in het buitenland haalt een tevredenheidsscore van slechts 54%. Werken binnen een internationaal team, slechts 52%. Opgelegde taken, slechts 36%. Werkmethoden in de organisatie in het gastland, slechts 33%. Werkuren, slechts 30 %. 24
Bron: WSF LdV Survey 2007
24
Idem
3. INTERNATIONALE WERKSTAGES
De student is tevreden over de mobiliteitservaring wanneer aan al deze leerbehoeften wordt voldaan: Nieuwe werkmethoden en de verworven beroepsvaardigheden en ervaring stemmen overeen met de professionele achtergrond van de student. Meer vaardigheid in de vreemde taal. Leefervaring: de ervaring van zelfstandig te wonen, een vreemde cultuur te leren kennen, nieuwe mensen te ontmoeten, enz. Tevredenheid bij het gastbedrijf: Er wordt niet veel geschreven over de tevredenheid bij gastbedrijven en soms wordt dit als minder belangrijk beschouwd wanneer men praat over mobiliteit. Het is echter enkel mogelijk om een langdurige samenwerking op te bouwen met gastbedrijven als we zorgen dat de gastbedrijven ook tevreden zijn over de ervaring. Op die manier zullen ze sneller geneigd zijn om de ervaring te herhalen. Het gastbedrijf is tevreden over de mobiliteitservaring wanneer de volgende doelstellingen worden bereikt: De student heeft een professionele bijdrage geleverd en was een meerwaarde voor het bedrijf. Met andere woorden liggen de inspanningen voor de opleiding lager dan de resultaten die werden behaald dankzij het werk van de stagiair. Het bedrijfspersoneel heeft leren werken in een multiculturele omgeving en heeft leren omgaan met verschillende talen. Tevredenheid bij de IVET school van de student: De IVET school is tevreden over de mobiliteitservaring wanneer de student aan zijn/haar leerbehoeften heeft voldaan: Nieuwe werkmethoden en de verworven beroepsvaardigheden en ervaring stemmen overeen met de professionele achtergrond van de student. Meer vaardigheid in de vreemde taal. Leefervaring: de ervaring van zelfstandig te wonen, een vreemde cultuur te leren kennen, nieuwe mensen te ontmoeten, enz. Anders gezegd kan men de tevredenheid van de IVET school bepalen aan de hand van de mate waarin de student tevreden is over zijn/haar verworven vaardigheden en kennis. Dit is een meerwaarde die IVET scholen kunnen bieden aan hun studenten die deelnemen aan mobiliteitsacties. In sommige gevallen kan de student heel tevreden zijn over de mobiliteitservaring ondanks het feit dat hij/zij slechts weinig beroepsvaardigheden heeft verworven. Zelfs wanneer de verwachtingen van de student heel laag liggen en hij/zij over het algemeen tevreden is, kan de mobiliteitservaring als „niet kwalitatief‟ worden beschouwd door de IVET school aangezien er onvoldoende competenties en vaardigheden werden verworven. Daarom is het van cruciaal belang dat de behaalde resultaten en verworven competenties van de IVET student correct worden beoordeeld na afloop van de internationale werkstage.
3. INTERNATIONALE WERKSTAGES
Tevredenheid bij de organisatie die de mobiliteitservaring ondersteunt: In de meeste gevallen is er een organisatie die zich bezighoudt met het promoten en/of financieren van mobiliteitsacties. Deze organisatie is tevreden over mobiliteit wanneer de begunstigden tevreden zijn en wanneer de voorziene financiële middelen correct worden ingezet om de doelstellingen van het financieringsprogramma te bereiken. De organisatie die de mobiliteit promoot en/of hiervoor financiële steun biedt, vraagt aan de begunstigden om enkele formulieren in te vullen zodat de kwaliteitsbeoordeling correct kan verlopen. De ondersteunende organisatie is tevreden over de mobiliteit wanneer de formulieren correct worden ingevuld en wanneer die formulieren duiden op een hoge graad van tevredenheid over de behaalde resultaten: Zorgen dat de financiële middelen voor de mobiliteitservaring goed worden ingezet. De begunstigden zijn tevreden. De meest waarschijnlijke oorzaak voor ontevredenheid bij de betrokken student, de IVET school en het bedrijf is een internationale werkstage-ervaring die “deels opleiding, deels werk” is. Om de kwaliteit van deze ervaring te verzekeren moeten een aantal preventieve controles, procedures, en beoordelingssystemen worden ontwikkeld om slechte ervaringen met internationale werkstages te vermijden. Q-Placements wil een handboek bieden waarin alle procedures, vereisten en richtlijnen staan vermeld voor kwaliteitszorg bij internationale werkstages.