Mededeling Dept LV/AVDKP/2
Onderwerp:
Aanbieden ter keuring van teelten bestemd voor de productie van pootaardappelen – oogstjaar 2015
Identificatiecode: Datum:
MEDEDELING Dept LV/AVDKP/2 30/04/2015
Referentie:
Ministerieel Besluit van 1 juli 2011 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van pootaardappelen. Officieel bericht over de indexatie van de retributies voor de plantaardige sector zoals bepaald in artikel 15 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende vaststelling van de retributies voor de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal (Belgisch Staatsblad van 29 juni 2012) Telers van pootaardappelen ir. Ann Van Essche Teneinde het aanbieden ter keuring van teelten bestemd voor de productie van pootaardappelen op een uniforme wijze te laten verlopen.
Bestemming: Correspondent: Motivering:
Inhoudstafel:
1
Aangiften ............................................................................................................................................ 1
1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.2
Identificatiegegevens Identificatie van de producent: Identificatie perceel: Globodera bemonstering: Vermeerderingsperceel
2 3 4 5 6
Limietdatum van inschrijving ............................................................................................... 4 Inschrijvingsvergoeding ............................................................................................................ 4 Belangrijke aandachtspunten ................................................................................................ 5 Bijlagen................................................................................................................................................ 6 Toepassingsmodaliteiten .......................................................................................................... 6
2 2 2 2 2
1 AANGIFTEN De inschrijvingen kunnen ingediend worden op 2 manieren: − ofwel schriftelijk door middel van het “Inschrijvingsformulier pootaardappelen” dat door de dienst Kwaliteit Plant reeds gedeeltelijk wordt ingevuld op basis van de gegevens van de percelen bemonsterd voor Globodera sp., − ofwel elektronisch, hiervoor kan u bij de dienst Kwaliteit Plant (
[email protected]) een Excel-bestand aanvragen waarin alle gekende gegevens al zijn opgenomen. In het Excelbestand is ook een korte handleiding voorzien voor het invullen van de tabel. Vervolgens kan u het ingevulde bestand aan ons bezorgen op hetzelfde e-mailadres.
www.vlaanderen.be/landbouw
Volgende gegevens zijn verplicht te vermelden bij de inschrijvingen:
1.1
IDENTIFICATIEGEGEVENS
Dit deel kan door de dienst Kwaliteit Plant voorafgaandelijk ingevuld zijn. Ontbrekende elementen moet u aanvullen. Het omvat volgende elementen:
1.1.1 -
-
Identificatie van de producent: naam producent; operatornummer producent; landbouwernummer producent (12 karakters): dit is het uniek identificatienummer toegekend door de afdeling Inkomensondersteuning (de vroegere afdeling Markt- en Inkomensbeheer); volledig adres producent.
1.1.2 Identificatie perceel: Het betreft het perceelsidentificatienummer zoals opgegeven op het formulier ‘Grondstaalname aardappelcystenaaltje’, namelijk de identificatie die gebruikt is in de verzamelaanvraag van 2014: - identificatienummer bemonsteringsperceel: campagnejaar (2014); landbouwernummer (12 karakters): het landbouwernummer van de landbouwer die het perceel in kwestie in zijn verzamelaanvraag voor 2014 had opgenomen voor eventuele activatie van toeslagrechten. Vermeld alle cijfers van het landbouwernummer (ook de laatste twee, met het platte streepje dat deze cijfers voorafgaat). volgnummer perceel: het nummer waaronder het perceel in de verzamelaanvraag voor 2014 werd aangegeven; (meer informatie hierover kunt u navragen in de buitendiensten van de afdeling Inkomensondersteuning - zie bijlage 1 voor de contactgegevens) - oppervlakte van het bemonsteringsperceel in overeenstemming met de oppervlakte die werd aangegeven in de verzamelaanvraag 2014.
1.1.3 Globodera bemonstering: - de monsternummers, zoals opgegeven door de staalnemer; - het resultaat van de analyse van het monster.
1.2 VERMEERDERINGSPERCEEL Van een bemonsteringsperceel kan of kunnen er 1 of meerdere vermeerderingspercelen voortkomen. De gegevens van al deze vermeerderingspercelen moet u op het inschrijvingsformulier vermelden.
////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// pagina 2 van 6
Aanbieden ter keuring van teelten bestemd voor de productie van pootaardappelen – oogstjaar 2015
30.04.2015
Per vermeerderingsperceel moeten de volgende gegevens opgegeven worden: − −
− −
rasnaam of de kwekersreferentie voor rassen in procedure van inschrijving voor opname in een nationale lijst; oppervlakte vermeerderingsperceel in are; te produceren klasse; partijnummer van de moederpartij(en): gelieve alle cijfers en tekens (punten, streepjes, spaties, enz.) op te geven die het partijnummer vormen. Van elke moederpartij moeten de volgende gegevens vermeld worden: klasse; veldgeneratie; calibrage; hoeveelheid (kg); de nummers van de certificaten, al dan niet vooraf gegaan door een lettercode (serietekens), of het nummer van het attest opgemaakt door de dienst bij gebruik van eigen pootgoed, (model zie bijlage 2); de serietekens moeten maar eenmaal vermeld worden; het aantal certificaten;
Het dossiernummer van het vermeerderingsperceel wordt door de dienst Kwaliteit Plant ingevuld na ontvangst van de inschrijvingsdossiers. Een volledig inschrijvingsdossier bestaat uit de volgende documenten: - de inschrijvingsformulieren; - een ondertekend exemplaar van de ‘inschrijvingsvoorwaarden en akkoordverklaring teeltinschrijvingen’; - de identificatiedocumenten die de herkomst van de moederpartij bewijzen: één exemplaar van het keuringsdocument of formulier (verklaring instandhouding of attest eigen gebruik) en alle certificaten; 1. - de officiële rasbeschrijving voor aangeboden rassen, opgenomen op de gemeenschappelijke of een buitenlandse rassenlijst, of de voorlopige rasbeschrijving voor een ras in proef, afgeleverd door de betrokken instantie van het land waarin de proef gebeurt; - indien van toepassing: het betreffende document voor een ras in proef (zie bijlage 3); - Indien van toepassing: een kopie van de toestemming voor rassen in proef zoals bepaald in de Beschikking 2004/842/EG van de Commissie van 1 december 2004 tot vaststelling van de uitvoeringsregels volgens welke de lidstaten toestemming kunnen geven voor het in de handel brengen van zaai- of pootgoed van rassen waarvoor de opname in de nationale rassenlijst voor de landbouw- of groentegewassen is aangevraagd; - uitslagen bacteriologisch onderzoek van Belgisch prebasispootgoed (F materiaal) of het bewijs dat bacteriologisch onderzoek van binnengebrachte moederpartijen is aangevraagd; - indien van toepassing: toelating tot vermeerdering voor bepaalde rassen; - indien het perceel nog niet gekend is bij de dienst, het aanvraagformulier en de uitslagen grondstaalname Globodera sp. 1
De certificaten moeten geordend en bijeengehouden per vermeerderingsperceel opgestuurd worden naar het hoofdbestuur te Brussel.
////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 30.04.2015
Aanbieden ter keuring van teelten bestemd voor de productie van pootaardappelen – oogstjaar 2015
pagina 3 van 6
2 LIMIETDATUM VAN INSCHRIJVING De dienst moet vóór 15/05/2014 beschikken over de volledige inschrijvingsdossiers. U moet deze tijdig opsturen of mailen naar onderstaand adres. Departement Landbouw en Visserij Afdeling Voorlichting, Doelgroepenbeleid en Kwaliteit Plant, Koning Albert II laan 35, bus 40, 1030 BRUSSEL, t.a.v. ir. Ann Van Essche Tel.: 02 552 74 56 e-mail:
[email protected] Een daartoe bestemde envelop is toegevoegd aan deze mededeling. De dienst mag nog inschrijvingen aanvaarden na de limietdatum indien de vertraging verantwoord is omwille van bijzondere omstandigheden en op voorwaarde dat de veldbezoeken nog in goede omstandigheden kunnen plaatsvinden. Nadat de dienst Kwaliteit Plant de inschrijvingsdossiers verwerkt heeft, ontvangt u een ‘overzicht van de inschrijvingen pootaardappelen’.
3 INSCHRIJVINGSVERGOEDING De inschrijvingsvergoeding bedraagt 16,50 euro per perceel. Nieuwe inschrijvingen of wijzigingen aan bestaande inschrijvingen, met uitzondering van oppervlaktewijzigingen, na 15 mei 2014 zijn laattijdig. De vergoeding hiervoor bedraagt dan 19,80 euro per perceel. U wordt er op gewezen dat er daarenboven enerzijds retributies voor de veldkeuringen, de virologische onderzoeken en de partijkeuringen zullen aangerekend worden op basis van het officieel bericht over de indexatie van de retributies voor de plantaardige sector zoals bepaald in artikel 15 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende vaststelling van de retributies voor de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal (Belgisch Staatsblad van 29 juni 2012), en anderzijds retributies voor de noodzakelijke fytosanitaire controles en ontledingen op basis van het Koninklijk besluit van 13 februari 2006 houdende vaststelling van de retributies betreffende de taken toevertrouwd aan de Gewesten door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) en het bericht van 9 december 2014 over de indexering van de bedragen vastgesteld in het Koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende retributies bepaald bij artikel 5 van de wet van 9 december 2004 houdende de financiering van het FAVV (zie omzendbrief ALV/KWA/48 – Uitvoering van fytosanitaire controles door de Vlaamse overheid tijdens de productie
////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// pagina 4 van 6
Aanbieden ter keuring van teelten bestemd voor de productie van pootaardappelen – oogstjaar 2015
30.04.2015
van aardappelpootgoed in opdracht van het FAVV (25.10.2010) of op onze website: www.vlaanderen.be/landbouw).
4 BELANGRIJKE AANDACHTSPUNTEN 1.
Gesneden pootaardappelen mogen niet gebruikt worden als uitgangsmateriaal voor de productie van gecertificeerd pootgoed. (in bijlage 4 tevens een Bericht over de fytosanitaire risico’s die samengaan met het gebruik van doorgesneden pootaardappelen).
2. Pootaardappelen die in het verkeer gebracht worden, moeten steeds voorzien zijn van een plantenpaspoort. De toekenning van een plantenpaspoort omvat verplichte officiële controles en ontledingen, die in opdracht van het FAVV uitgevoerd worden door de dienst Kwaliteit Plant. Een mededeling van het FAVV met betrekking tot de voorschriften en de kosten hiervoor, vindt u in bijlage 5. 3. Bijzondere aandacht wordt gevraagd voor het punt 3.1.7. in het ministerieel besluit van 1 juli 2011 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van pootaardapelen:
“(3)Onder de volgende voorwaarden kan gecertificeerd pootgoed A opnieuw gebruikt worden om gecertificeerd pootgoed voort te brengen, mits de bevoegde entiteit toestemming verleent. − Het uitgangsmateriaal moet op het eigen bedrijf gewonnen zijn. De dienst Kwaliteit Plant kan hiervoor een afwijking toestaan mits de kweker of mandataris toestemming verleent voor in Vlaanderen beschermde rassen. − De teelt die het gebruikte pootgoed heeft voortgebracht en het gebezigde pootgoed moeten voldoen aan de eisen, gesteld voor basispootgoed E, virustesten inbegrepen. − Het aldus voortgebrachte pootgoed kan niet meer gebruikt worden om gecertificeerd pootgoed voort te brengen (zie opmerking 4).” 4. De inschrijving is beperkt tot de rassen die opgenomen zijn in de nationale rassenlijst of in de Gemeenschappelijke rassenlijst, of die deelnemen aan de officiële proeven met het oog op hun opname in de nationale rassenlijst. 5. De klasse toegekend aan binnengebracht pootgoed dat enkel de vermelding draagt “gemeenschappelijke klasse EG 1", “gemeenschappelijke klasse EG 2" of “gemeenschappelijke klasse EG 3" is “categorie basispootgoed, klasse E”. Als u een hogere klassering wenst, moet u ons bijkomende controleerbare genealogische gegevens verstrekken.
////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 30.04.2015
Aanbieden ter keuring van teelten bestemd voor de productie van pootaardappelen – oogstjaar 2015
pagina 5 van 6
5 BIJLAGEN -
Bijlage 1: Adressen buitendiensten afdeling Inkomensondersteuning; Bijlage 2: Attest aardappelpootgoed voor eigen gebruik; Bijlage 3: Formulier “Aanvraag voor teeltinschrijving van een plantenras in procedure van inschrijving op de nationale rassenlijst”; Bijlage 4: Bericht FAVV over de fytosanitaire risico’s van doorgesneden pootaardappelen Bijlage 5: Bericht FAVV: ‘Aflevering van een fytosanitair plantenpaspoort in het kader van de teelt van gecertificeerd aardappelpootgoed – Teeltseizoen 2014’
6 TOEPASSINGSMODALITEITEN Deze mededeling treedt in werking met ingang van 30 april 2015. De omzendbrief ALV/KWA/72 van 30 april 2014 met dit onderwerp wordt met ingang van die datum opgeheven. Hoogachtend,
Johan Verstrynge Afdelingshoofd Afdeling Voorlichting, Doelgroepenbeleid en Kwaliteit Plant Departement Landbouw en Visserij
////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// pagina 6 van 6
Aanbieden ter keuring van teelten bestemd voor de productie van pootaardappelen – oogstjaar 2015
30.04.2015
Dept LV/AVDKP/2
Bijlage 1
ADRESSEN BUITENDIENSTEN AFDELING INKOMENSONDERSTEUNING Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij Afdeling Voorlichting, Doelgroepenbeleid en Kwaliteit Plant Ellipsgebouw, 7de verdieping Koning Albert II laan 35, bus 40, 1030 Brussel Tel. 02 552 74 56 E-mail:
[email protected] Website : www.vlaanderen.be/landbouw
Departement Landbouw en Visserij Inkomensondersteuning
Buitendienst Vlaams-Brabant
Buitendienst Antwerpen
Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij Afdeling Inkomensondersteuning Vl-Brabant VAC – Dirk Boutsgebouw Diestsepoort 6, bus 101 3000 Leuven e-mail:
[email protected]
Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij Afdeling Inkomensondersteuning Antwerpen VAC - Anna Bijnsgebouw Lange Kievitstraat 111-113 bus 71 2018 Antwerpen Tel. 03 224 92 00 – Fax 03 224 92 01 e-mail:
[email protected]
Buitendienst Limburg
Buitendienst Oost-Vlaanderen
Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij Afdeling Inkomensondersteuning Limburg Vlaams Administratief Centrum (Blok A, niveau 2) Koningin Astridlaan 50 – bus 6 3500 Hasselt Tel. 011 74 26 50 – Fax 011 74 26 69 e-mail:
[email protected]
Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij Afdeling Inkomensondersteuning OostVlaanderen VAC - Virginie Lovelinggebouw, 19 verdieping Koningin Maria Hendrikaplein 70 bus 101 9000 Gent Tel. 09 276 29 00 - fax 09 276 29 05 e-mail:
[email protected]
Tel. 016 66 61 40 – Fax 016 66 61 41
Buitendienst West-Vlaanderen Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij Afdeling Inkomensondersteuning WestVlaanderen VAC - Jacob van Maerlantgebouw Koning Albert I-laan 1.2, bus 101 8200 Brugge Tel. 050 24 76 20 – Fax 050 24 76 01 e-mail:
[email protected]
Dept LV/AVDKP/2
Bijlage 2
Attest aardappelpootgoed voor eigen gebruik
AVDKP-008G-150209
///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Departement Landbouw en Visserij Afdeling Voorlichting, Doelgroepenbeleid en Kwaliteit Plant Koning Albert II laan 35 bus 40, 1030 BRUSSEL T. 02 552 74 56 – F. 02 552 74 01
[email protected] http://www.vlaanderen.be/landbouw/pootaardappelen
In te vullen door de behandelende afdeling documentnummer
PP BE _ _ _ _ _ _ _ _ _
Het aardappelpootgoed waarvoor dit attest uitgeschreven is, is onderworpen aan een officiële veldkeuring en aan alle fytosanitaire onderzoeken, waarbij aan alle voorwaarden werd voldaan.
EG-PLANTENPASPOORT ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
bestemd voor:
oogstjaar:
Uitplant eigen gebruik productie (jaar)
□ vermeerdering □ consumptie operatornummer: naam: adres: postcode en gemeente: soort: Solanum tuberosum
ras:
partijnummer:
kaliber
klasse:
aantal
gewicht
opmerkingen: volgens opgave behandeld met:
Druk in het vak hiernaast de stempel van de dienst af. datum handtekening keurmeester nummer, naam keurmeester
dag
maand
jaar
totaal gewicht
Dept LV/AVDKP/2
Bijlage 3
Aanvraag van de teeltinschrijving van een plantenras in procedure voor inschrijving op de nationale rassenlijst
AVDKP-018ET-150421
///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Departement Landbouw en Visserij Afdeling Voorlichting, Doelgroepenbeleid en Kwaliteit Plant Ellipsgebouw 7de verdieping Koning Albert II-laan 35 bus 40, 1030 BRUSSEL Tel. 02 552 74 56 – Fax 02 552 74 01 E-mail:
[email protected] http://www.vlaanderen.be/landbouw/pootaardappelen
In te vullen door de behandelende afdeling: Ontvangstdatum
Waarvoor dient dit formulier? Met dit formulier vraagt u de keuring aan van een plantenras waarvoor een procedure loopt voor de registratie in een nationale rassenlijst.
Wie vult dit formulier in? Zowel de kweker, de instandhouder als de mandataris van het bovengenoemde ras kan dit formulier invullen.
Gegevens aanvrager voornaam en achternaam straat en nummer postnummer en gemeente hoedanigheid
kweker
instandhouder
mandataris
Gegevens van het plantenras waarvoor de keuring aangevraagd wordt rassen waarvoor een procedure van inschrijving loopt
Belgische rassenlijst buitenlandse rassenlijst van (land):
EU-land waar proeven met het plantenras lopen dossiernummer van het ras bij de aanmelding soort waartoe het ras behoort referentie van de kweker rasbenaming huidige status van de rasbenaming
voorgesteld
aanvaard
jaar waarin het OHB-onderzoek plaatsvond jaar waarin het CWG-onderzoek plaatsvond
Ondertekening Ik bevestig dat alle gegevens in dit formulier juist ingevuld zijn. Ik vraag hierbij de keuring aan voor het ras dat in dit formulier beschreven staat, met het oog op de inschrijving ervan in een nationale rassenlijst. datum handtekening
dag
maand
jaar
Dept LV/AVDKP/2
Bijlage 4
Bericht over de fytosanitaire risico’s die samenhangen met het gebruik van doorgesneden pootaardappelen Gebruik van doorgesneden pootgoed: een risicovolle praktijk Bepaalde aardappeltelers snijden hun pootgoed voor het planten door of laten het doorsnijden. Naar wij hebben vernomen laten sommige telers hun pootgoed zelfs in Nederland doorsnijden. Het Agentschap wenst eraan te herinneren dat wanneer het doorsnijden niet op geschikte wijze gebeurt, snel en massaal schimmel-, virus- of bacterieziekten en in het bijzonder quarantaineziekten kunnen worden verspreid. Als de bij het doorsnijden gebruikte uitrusting (palloxen, transportbanden, …) en gereedschap (messen) niet voortdurend worden ontsmet, worden de schadelijke organismen immers van de ene naar de andere aardappel van een partij doorgegeven en vervolgens overgebracht naar de andere partijen waarvoor dezelfde uitrusting wordt gebruikt. Er worden elk jaar talrijke voorvallen gemeld : de gevolgen zijn vaak erg nadelig voor de betreffende telers (slechte opkomst als gevolg van bacterierot, slecht groeiende planten als gevolg van de ontwikkeling van virussen, …). De Belgische telers hebben tot nog toe nooit te maken gekregen met besmettingen met quarantaineziekten als gevolg van het gebruik van doorgesneden pootgoed. Niemand is echter gevrijwaard van dat risico. De Nederlandse fytosanitaire autoriteiten moesten onlangs een sensibiliseringscampagne opzetten voor hun telers nadat talrijke gevallen van ringrot (Clavibacter michiganensis ssp sepedonicus) werden vastgesteld die een gevolg waren van besmetting door contact tijdens het doorsnijden van pootgoed. Bovendien sneden bepaalde betrokken pootgoedtelers ook pootgoed voor derden en verhogen zo het risico op kruisbesmetting tussen partijen van verschillende oorsprong.
Goede praktijken Om dat risico aan te pakken werkte de sector , samen met het FAVV, een bijzonder hoofdstuk daarover uit voor de autocontrolegids voor de primaire productie (G40:men kan deze gids vinden bij de genoemde organismen op volgende link: http://www.favv.be/autocontrolenl/sectorspecifieketools/ppplantaardige/).Daarin worden de goede praktijken beschreven die moeten worden toegepast als de teler het nuttig acht om zijn pootgoed door te snijden of te laten doorsnijden. Men zal ook de leidraad voor autocontrole van de primaire plantaardige productie kunnen raadplegen via volgende link: http://www.favv.be/autocontrolenl/sectorspecifieketools/ppplantaardige/_documents/2012_07_15_PB01_LD01_nl.pdf (Punt 2.5). Elke betrokken teler moet absoluut die informatie aanschaffen vooraleer hij doorgesneden pootgoed gaat gebruiken. In de eerste plaats moet hij aan zichzelf echter de volgende vragen stellen: -
Is de fytosantaire kwaliteit van de partij die ik wil doorsnijden perfect? Enerzijds kan een te hoog percentage besmette aardappelen de hele partij beschadigen; Anderzijds kan de eventuele aanwezigheid van een besmetting met een quarantaineorganisme uiterst zware gevolgen hebben die samenhangen met de toegepaste uitroeiingsmaatregelen (het betrokken bedrijf en de verdachte partijen worden geblokkeerd, betreffende partijen worden vernietigd of behandeld in quarantaineomstandigheden, traceerbaarheidsonderzoek bij alle betrokken bedrijven en daarbij eventuele toepassing van dezelfde uitroeiingsmaatregelen, …).
-
Is het echt nodig om mijn pootgoed door te snijden? De verwachte winst zou moeten worden afgewogen tegen de omvang van de financiële risico’s. De pootgoedtelers zouden absoluut moeten vermijden om pootgoed door te snijden voor derden, gelijktijdig met hun activiteit van vermeerdering.
Als de beslissing om het pootgoed door te snijden is genomen: H:\mededeling\Dpet LV AVDKP 2 Bijlage 4.doc
Dept LV/AVDKP/2
Bijlage 4
-
mag de landbouwer alleen pootgoed planten dat hij zelf heeft doorgesneden of heeft laten doorsnijden door een loonwerker die hij daartoe de opdracht heeft gegeven; als het doorsnijden gebeurd is in Nederland of in enige andere lidstaat moet, op verzoek, aan de controleurs van het Agentschap een officiële verklaring van de fytosanitaire autoriteiten van het betreffende land worden voorgelegd waarin wordt gegarandeerd dat alle goede fytosanitaire hygiënepraktijken in acht werden genomen;
-
het doorsnijden moet gebeuren in overeenstemming met de goede praktijken.
Wat gebeurt er bij besmetting met een schadelijk quarantaineorganisme? Als het Agentschap tijdens het naar aanleiding van de vaststelling van een besmetting met een quarantaineorganisme uitgevoerde onderzoek sterk vermoedt dat de oorzaak van de besmetting ligt in het doorsnijden van pootgoed worden alle pootgoedpartijen die in dezelfde installaties werden doorgesneden of alle partijen nakomelingen van de knollen (poot- of consumptieaardappelen) als verdacht beschouwd. Zij zijn dan onderworpen aan alle in de voor elk quarantaineorganisme specifieke wetgeving vastgelegde voorschriften die meestal voorzien in bewarend beslag, bemonstering met het oog op analyse en alle uitroeiingsmaatregelen bij bevestiging van de besmetting. Die maatregelen gelden eveneens voor de partijen die worden beschouwd als «waarschijnlijk besmet» (vanwege geïdentificeerde mogelijke contacten of klonale verwantschap met de besmette partij) zelfs als bij de analyses ervan geen besmettingen konden worden teruggevonden.
Wat met de mogelijkheid tot schadevergoeding door het zogenaamde «solidariteitsfonds» krachtens het KB van 5 december 2004? Als de besmetting samenhangt met het gebruik van doorgesneden pootaardappelen is de teler duidelijk aansprakelijk omdat het Agentschap, zoals hierboven vermeld, het doorsnijden van pootgoed beschouwt als een methode die een groot fytosanitair risico inhoudt. Bij het onderzoek moet dan ook worden nagegaan of de betrokken landbouwers alle preventieve maatregelen hebben toegepast in overeenstemming met de door het Agentschap erkende goede praktijken. Als de onderzoeken tekortkomingen op dat vlak aantonen wordt de uitbetaling van schadevergoedingen geweigerd op grond van de vastgestelde voorwaarden uit artikel 9 van het hierboven bedoelde Koninklijk Besluit.
H:\mededeling\Dpet LV AVDKP 2 Bijlage 4.doc
Dept LV/AVDKP/2
Bijlage 5
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Bericht betreffende de aflevering van het plantenpaspoort in het kader van de teelt van gecertificeerd aardappelpootgoed – Teeltseizoen 2014 Voorschriften, retributies en analysekosten met het oog op de aflevering van plantenpaspoorten voor aardappelpootgoed. De partijen pootgoed die op Europees grondgebied in het verkeer gebracht worden, ongeacht of het gaat om pootgoed dat reeds werd gecertificeerd of waarvan de certificering lopende is, dienen vergezeld te zijn van een plantenpaspoort (art. 13. § 1 en bijlage V.A.I punt 1.3. van het KB van 10/08/2005). Dat wordt door de Gewesten afgeleverd aan de operatoren die hiervoor een aanvraag indienen. De toekenning van een plantenpaspoort vereist verplichte officiële controles (artikel 10 § 1 en bijlage IV.A.II punt 18.1. van hetzelfde besluit). Deze controles omvatten het volgende: – vóór de beplanting van de percelen: o integrale bemonstering van de bodem om de afwezigheid van aardappelcystenaaltje (Globodera) te bevestigen en bij aanwezigheid, om de soort te bepalen : analyses ten laste van de operator; • integrale bemonstering van (nooit eerder officieel gecontroleerde) moederpartijen van families, voor de eerste keer ingeschreven met het oog op de productie van prebasis, basis- of gecertificeerd pootgoed om de afwezigheid te bevestigen van Clavibacter en Ralstonia: analyses ten laste van de operator; • monitoring met integrale bemonstering van gecertificeerde moederpartijen binnengebracht vanuit andere Lidstaten als uitgangsmateriaal om de afwezigheid te bevestigen van Clavibacter en Ralstonia: analyses ten laste van de operator voor het eerste monster en ten laste van het FAVV voor de volgende monsters (begrensd tot 400 analyses); OPGELET: de operatoren die moederpartijen binnenbrengen uit andere Lidstaten moeten de certificeringsdienst ten gepaste tijde op de hoogte brengen met het oog op de bemonstering; de bemonstering wordt uitgevoerd voordat de binnengebrachte partij wordt gesplitst. – tijdens de vegetatieve fase: • integrale visuele controle van de percelen om na te gaan of er geen symptomen van quarantaineorganismen aanwezig zijn aangevuld met laboratoriumanalyses bij verdachte gevallen: analyses ten laste van het FAVV; monitoring op een willekeurig aantal percelen om de afwezigheid te bevestigen van pospiviroïden analyses ten laste van het FAVV; –
op het geoogste product: integrale visuele controle op de afwezigheid van wratziekte (Synchytrium endobioticum) of van symptomen die wijzen op de aanwezigheid van andere quarantaineorganismen, met name wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne sp.), met laboratoriumanalyses bij verdachte gevallen : analyses ten laste van het FAVV; integrale bemonstering van de partijen om de afwezigheid te bevestigen van Clavibacter en Ralstonia : analyses ten laste van de operator; •
om de afwezigheid van wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne sp.) te bevestigen : o buiten de toezichtsgebieden (*) (meest voorkomend geval): monitoring, op een aantal partijen, met analyses ten laste van het FAVV;
H:\mededeling\Dept LV AVDKP 2 Bijlage 5.docx
1
Dept LV/AVDKP/2
o
Bijlage 5
In de toezichtsgebieden (*): bemonstering van alle partijen geoogst pootgoed om de afwezigheid van wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne sp.) te bevestigen : analyses ten laste van de operator.
(*) Zie op de website van het Agentschap : omzendbrief met betrekking tot bestrijdingsmaatregelen tegen de wortelknobbelaaltjes Meloidogyne chitwoodi en M. fallax in de aardappelteelt (klik op link : http/www.afsca-favv.be/sp/pv_phyto/maladie_pdt_nl.asp). Alle voor de toekenning van plantenpaspoorten noodzakelijke controles (administratieve en fysieke controles) zijn onderworpen aan de betaling van retributies door de operator aan de Gewesten (KB van 13/02/2006). Het tarief van deze controles is vastgesteld op 37 €/hectare. De controles worden rechtstreeks door de Gewesten gefactureerd voor rekening van het FAVV. Overigens zijn ook alle analyses die gevraagd worden voor de toekenning van een plantenpaspoort ten laste van de operator. Deze moeten toevertrouwd worden aan laboratoria van het FAVV, of aan onafhankelijke laboratoria die erkend zijn door het FAVV (zie bijlage). In het eerste geval zijn de analyses die worden uitgevoerd door het FAVV op vraag van een operator onderworpen aan de betaling van retributies in toepassing van artikel 2, punt 1 van het KB “retributies” van 10/11/2005. In het tweede geval factureren de zelfstandige laboratoria de analyses rechtstreeks aan de aanvrager (operator). De operator moet een schriftelijke analyseaanvraag invullen op het moment van de bemonstering door de officiële controleur. .
H:\mededeling\Dept LV AVDKP 2 Bijlage 5.docx
2
Dept LV/AVDKP/2
Bijlage 5
Normen voor bemonstering Aardappelcystenaaltje: normen voor bemonstering Alle percelen moeten vóór het beplanten bemonsterd worden door de officiële diensten van de Gewesten. De teler kan kiezen uit volgende twee bemonsteringsmethodes : - 1 monster van 1500 ml per ha, bestaande uit ten minste 100 boringen - 3 monsters van ieder 500 ml per ha (naar rata van 1 monster per deel van 33 are) bestaande uit ten minste 34 boringen per deel van 33 are. Vanaf het seizoen 2011 noemt men de bemonsterde oppervlakte “veld”. De producent heeft de mogelijkheid om de ligging en de exacte grootte van het veld waarvan hij de status met betrekking tot Globodera wil kennen zelf te bepalen. Dat veld kan bestaan uit het gehele perceel of enig deel van het perceel waarvan de inschrijving wordt gevraagd. Het ingeschreven perceel kan dus in meerdere velden worden onderverdeeld. Elk deel van het bemonsterde perceel van 1 ha of 33 are vormt een “bemonsteringseenheden”. Een ingeschreven perceel kan met andere woorden bestaan uit een of meer velden die op hun beurt bestaan uit een of meer bemonsteringseenheden. De algemene principes in verband met bemonstering zijn :
-
de aanvrager bepaalt vóór de bemonstering het of de te analyseren velden; elk veld wordt door de controleur eenduidig gelokaliseerd en geïdentificeerd ; het hele aangeduide veld wordt besmet verklaard wanneer ten minste 1 op het veld genomen monster positief wordt bevonden (aanwezigheid van Globodera).
Het is mogelijk om het monster terug te brengen tot 500 ml per ha (maar nog steeds verdeeld over 100 boormonsters) a) op voorwaarde dat officiële documenten worden voorgelegd waaruit blijkt dat: - gedurende ten minste 6 jaar geen enkele waardplant werd geteeld; - of dat bij de laatste twee bemonsteringen geen enkel levend aaltje werd gevonden en er na de eerste analyse geen enkele waardplant werd geteeld (andere dan die waarvoor deze officiële analyse werd gevraagd); - of dat bij de laatste bemonstering geen enkel levend aaltje en ook geen enkele lege cyste werd gevonden en er na deze analyse geen enkele waardplant werd geteeld (andere dan die waarvoor deze officiële analyse werd gevraagd).. b) voor velden van meer dan 8 ha : - de eerste 8 ha worden bemonsterd naar rata van 1500 ml/ha ; - elke bijkomende ha wordt bemonsterd naar rata van 500 ml/ha. De routineanalyses voor de detectie van de nematoden worden verricht door het laboratorium van het FAVV in Melle. De kostprijs van deze analyses bedraagt 12,5 € /monster voor de monsters van 500 ml en 25 €/monster voor de monsters van 1500 ml. Op vraag van de operator kan een test naar de levensvatbaarheid worden uitgevoerd en aangerekend door het laboratorium van het ILVO. Indien cysten gevonden worden, is soortbepaling verplicht. Deze zal eveneens worden uitgevoerd door het ILVO en worden aangerekend aan de operator. (tarieven: laboratoria raadplegen – gegevens in bijlage).
Quarantainebacteriën (bruinrot en ringrot) Bemonsteringsintensiteit De bemonsteringsintensiteit die voor de betreffende campagne zal worden toegepast is in de onderstaande tabellen weergegeven. Bij het vaststellen van de intensiteit is rekening gehouden met het feit dat sinds 2003 geen nieuwe besmettingen van Belgische H:\mededeling\Dept LV AVDKP 2 Bijlage 5.docx
3
Dept LV/AVDKP/2
Bijlage 5
pootgoedpartijen zijn voorgekomen. Als tijdens de campagne nieuwe besmettingen vastgesteld worden, wordt de intensiteit verhoogd.
Nationale productie Prebasis en gelijkgestelde families (*), en 1 monster/ha basis S, SE : niet meer dan 4 monsters per partij Basis E en gecertificeerd A, B : 1 monster/partij (*) gelijkgestelde families : families die reeds werden bemonsterd naar rata van 10 monsters/partij (zie hierna), vervolgens werden geïnspecteerd, onder meer bij veldcontroles, en die elk jaar zonder onderbreking werden bemonsterd.
Analyse van moederpartijen afkomstig van BE families ingeschreven voor de productie van prebasis, basis of gecertificeerd pootgoed. Moederpartijen van BE families
10 monsters/partij
Verlaging indien kleine partijen (zie hierna)
Analyse van binnengebrachte moederpartijen van gecertificeerd pootgoed voor de betreffende campagne Binnengebrachte moederpartijen
3 monsters/partij
1ste monster ten laste van de producent en volgend(e) monster(s) ten laste van het FAVV (met bovengrens van 400 analyses); verlaging indien kleine partijen (zie hieronder)
De sector neemt de controlekosten voor 1/3 van de binnengebrachte moederpartijen voor zijn rekening. Daarnaast staat het FAVV, via de Gewesten, in voor de monitoring van 2/3 van de binnengebrachte partijen (tot 400 analyses per jaar). In de praktijk zal van elke binnengebrachte partij het 1ste monster worden genomen namens de operator en het(de) volgende monster(s) namens het FAVV.
Verlaagde bemonsteringsintensiteit voor kleine partijen In alle gevallen wordt het aantal genomen monsters voor kleine partijen begrensd zoals aangegeven in onderstaande tabel.
BEMONSTERING VAN KLEINE PARTIJEN Grootte van de partij in kg Monstergrootte
< 1000 kg veelal Families 200 knollen. Het labpersoneel kan, op uitdrukkelijk verzoek van de operator, de monsters op een niet-destructieve manier klaarmaken
1000 – 10 000 kg 400 tot 600 knollen met max. 1% van het gewicht
H:\mededeling\Dept LV AVDKP 2 Bijlage 5.docx
4
10 000 – 20 000 kg ten hoogste 600 knollen
>= 20 000 kg Normale partij bemonsterd volgens algemene procedure
Dept LV/AVDKP/2
Bijlage 5
Erkenningen en gebruik van plantenpaspoorten 1) Met betrekking tot de erkenning : elke verantwoordelijke die betrokken is bij de productie van, de bereiding van of de handel in gecertificeerde pootaardappelen moet beschikken over een PP-erkenning a. een dienstverlener (loonwerker, onderaannemer, …) zonder erkenning PP, die een dergelijke partij pootgoed bewerkt (bereidt of opslaat), kan dat slechts doen voor rekening van een voor de pootaardappelen verantwoordelijke operator met een erkenning PP.; de term « verantwoordelijke » moet worden verstaan zoals bedoeld in het KB van 10/08/2005, art. 1, 20° ; dit betekent onder meer dat de verantwoordelijke het Agentschap steeds in kennis stelt van de aanwezigheid van quarantaineorganismen (art. 4) en dat hij op eigen kosten overgaat tot de bestrijding ervan (art. 5).
b. In afwijking daarvan i. hebben groothandels die enkel handelen in paspoortplichtige zaaizaden of aardappelpootgoed en die geen partijen samenvoegen of opsplitsen en waarvan de verpakkingen individueel voorzien zijn van een plantenpaspoort, geen erkenning nodig. Deze operatoren moeten geregistreerd worden onder : 1. ACT 236 (nummer activiteitenfiche op Internet) Groothandel aardappelpootgoed zonder plantenpaspoort: - PL47 Groothandelaar AC97 Groothandel PR208 Aardappelpootgoed waarvoor geen erkenning plantenpaspoort vereist is - in plaats van ACT 237 Groothandel aardappelpootgoed plantenpaspoort (erkenning) PL47 Groothandelaar AC97 Groothandel PR207 Aardappelpootgoed waarvoor een erkenning plantenpaspoort vereist is 2. of ACT 241 Groothandel zaaizaden zonder plantenpaspoort: - PL47 Groothandelaar AC97 Groothandel PR211 Zaaizaden waarvoor geen erkenning plantenpaspoort vereist is - in plaats van ACT 242 Groothandel zaaizaden plantenpaspoort (erkenning) PL47 Groothandelaar AC97 Groothandel PR210 Zaaizaden waarvoor een erkenning plantenpaspoort vereist is. ii. kunnen producenten van consumptieaardappelen die zich organiseren om een groepsaankoop te doen van aardappelpootgoed in bulk die ze onder elkaar verdelen bij levering, bij het Agentschap vrijgesteld worden van de registratie als groothandel en de erkenning voor die activiteit onder de volgende voorwaarden: H:\mededeling\Dept LV AVDKP 2 Bijlage 5.docx
5
Dept LV/AVDKP/2
Bijlage 5
-
de opsplitsing van de partijen gebeurt altijd in het bijzijn van controleurs van het Gewest die vervangende plantenpaspoorten afleveren. - ze voeren die operatie niet uit in het kader van een handelsactiviteit. - de vooruit- en terugtracering moet altijd verzekerd zijn. 2) Met betrekking tot de afgifte van het PP a. een partij pootaardappelen die in het verkeer is gebracht (d.w.z. die van een bedrijfseenheid wordt overgebracht naar een andere bedrijfseenheid) moet voorzien zijn van een PP (KB 10/08/2005, art. 13 § 2, eerste lid); b. als niet alle voorwaarden voor afgifte van het PP zijn vervuld op het ogenblik van « in het verkeer brengen »: i. mogen verplaatsingen alleen plaatsvinden onder toezicht van de Dienst (KB 10/8/2005, art. 11 § 3) ; ii. dat toezicht blijkt uit de afgifte van een officieel document dat duidelijk vermeldt welke controles nog moeten worden uitgevoerd ; iii. Dat document kan een IPCD zijn (intra-EU fytosanitair communicatiedocument) of een ad hoc-document dat is opgesteld door de Controledienst (Vervoersvergunning, …)°. Voorbeelden I. Een teler-verantwoordelijke A levert heel zijn productie aan een handelaarverantwoordelijke B : - er wordt een PP afgegeven als alle vereiste controles zijn uitgevoerd en conform zijn ; - als sommige controles nog niet zijn uitgevoerd (bijv. levering vanaf het veld) vraagt de teler-verantwoordelijke A aan de Dienst om een IPCD af te geven VOORDAT het vervoer plaatsvindt. II. Een teler-verantwoordelijke A verzendt zijn productie naar een loonwerkeronderaannemer B die ze bereidt of opslaat voor rekening van teler A ; laatstgenoemde krijgt de partij later terug: - sommige controles zijn nog niet uitgevoerd (vervoer vanaf het veld) of het PP is nog niet afgegeven (onverpakt product), de teler-verantwoordelijke A vraagt aan de Dienst om een IPCD af te geven telkens VOOR elk transport (heen en terug). III. De handelaar-verantwoordelijke B laat produceren door en bij een teler-dienstverlener (onderaannemer) A die hij voor die dienst betaalt ; op het einde van de teelt wordt de oogst vervoerd naar B: sommige controles zijn nog niet uitgevoerd (vervoer vanaf het veld) : B vraagt aan de Dienst om een IPCD af te geven VOORDAT het transport plaatsvindt Bedrifseenheid van A
I.
Teler verantwoordelijke
Bedrifseenheid van B Bereider - degene die opslaat OF Handelaar verantwoordelijke
II.
verantwoordelijke
dienstverlener
Erkenning PP A JA
B JA
JA
NEE
PP of IEPCD*
PP of IEPCD IEPCD IEPCD III.
dienstverlener
verantwoordelijke
NEE
OUI IEPCD
*IPCD = intra-EU fytosanitair communicatiedocument OF enig ander gelijkaardig document
Voorwaarden om voor certificering als pootgoed ingeschreven partijen aardappelen te gebruiken voor menselijke voeding of diervoeding Er wordt aan herinnerd dat voor certificering ingeschreven of reeds gecertificeerde pootaardappelen die, om welke reden ook, niet als pootaardappelen worden H:\mededeling\Dept LV AVDKP 2 Bijlage 5.docx
6
Dept LV/AVDKP/2
Bijlage 5
verkocht, niet mogen worden gebruikt voor menselijke voeding of diervoeding als zij de MRL (maximumwaarden voor bestrijdingsmiddelen) overschrijden. De teler moet dan ook aantonen dat alleen voor consumptieaardappelen erkende bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik werden toegediend en dat die producten werden gebruikt in overeenstemming met de betreffende erkenningsakte (gebruikte dosissen, wachttijd, enz.). De toediening van die bestrijdingsmiddelen moet genoteerd zijn in het spuitregister (zie omzendbrief van 20/09.2011 betreffende het bijhouden van registers over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door de professionele gebruikers http://www.afsca.be/plantaardigeproductie/gewasbeschermingsmiddelen/#l ). Voor alle bijkomende informatie kunt u terecht bij uw plaatselijke PCE (zie adressen op link : http://www.favv.be/pce/ )
Bericht over de fytosanitaire risico’s die samenhangen met het gebruik van doorgesneden pootaardappelen Zie web site van het FAVV http://www.afsca.be/sp/pv_phyto/_documents/2012_11_23_Avisplantscoupes_Regio ns_FINAL_NL_comitedesuivi.pdf
H:\mededeling\Dept LV AVDKP 2 Bijlage 5.docx
7
Dept LV/AVDKP/2
Bijlage 5
Bijlage:
Lijst van door het FAVV erkende laboratoria De lijst van de erkende laboratoria kan worden opgevraagd op de website van het FAVV: http://www.favv.be : selecteer “Beroepssectoren” / “Laboratoria” / “Erkende laboratoria” / “Algemeenheden” / “lijst (xls)”. Selecteer het blad « fytopathologie».
Opmerking: Voor de analyses op bruin- en ringrot en tot nader order, aanvaardt enkel het laboratorium van het ILVO analyseaanvragen van operatoren.
Enkel de materies waarvoor het FAVV bevoegd is, zijn opgenomen in dit document. Het heeft louter een informatief karakter en is niet bedoeld om de wetgeving dienaangaande te vervangen. De wettelijke bepalingen waarnaar verwezen wordt, blijven in alle gevallen van toepassing. De algemene gebruiksvoorwaarden en disclaimer, vermeld op de website blijven uiteraard ook van toepassing op dit document. De meest actuele gegevens vindt u op de website van het FAVV. Omdat de website geen vaststaand gegeven is, geven we geen directe hyperlinks op. Om het zoeken te vergemakkelijken kan u : de zoekmotor gebruiken, of het trefwoordenregister gebruiken, of zoeken in de rubriek «Beroepssectoren». In dit document zijn enkel de laatste wijzigingen aangeduid zodat u kan terugkoppelen naar de vorige versie. Deze wijzigingen zijn in het rood weergegeven, toevoegingen zijn onderlijnd en schrappingen doorstreept. Historiek van dit document : Versie 1 – 15-07-2007 Versie 2 – 25-03-2008 Versie 3 – 20-04-2009 Versie 4 – 26-04-2010 Versie 4.1 – 05-10-2010 Versie 5 – 10-11-2010 Versie 6 - 2011 Versie 7 – 2012 Versie 8 – 14-04-2014
H:\mededeling\Dept LV AVDKP 2 Bijlage 5.docx
8