Ing. MDQXDUL 201 PS2014- 2014-000 PS26/2
De Koningslijn met innovatieve HyMove-bussen OPSTELLERS): JAN VAN B ECKHOVEN (HYMOVE ), JOCHEM HUYGEN ( HYMOVE ) DATUM :
19 DECEMBER 2013
versie 1.5
Voorstel voor het rijden met H2FC-bussen Apeldoorn-Arnhem
inhoud
1. Inleiding 2. Doelstelling , globale beschrijving en uitgangssituatie 3. De HyMove H2FC bussen 4. Innovaties voor en door de reizigers 5. H2 infrastructuur 6. Opzet invulling plan koningslijn. 7. kosten calculatie 8. Planning
Bijlage 1: specificaties HyMove bus Bijlage 2: voorgestelde uitrusting door Syntus Bijlage 3: overzicht reistijden De maatschappelijke effecten zijn in separate bijlage beschreven.
19-12-2013
2 van 14
Voorstel voor het rijden met H2FC-bussen Apeldoorn-Arnhem
1 Inleiding De provincie Gelderland en de gemeenten Apeldoorn en Arnhem zoeken reeds lang naar mogelijkheden voor een hoogwaardige en snelle openbaar vervoer verbinding tussen de genoemde steden. In deze notitie wordt een voorstel geschetst waarbij de verbinding wordt uitgevoerd met hoogwaardige, moderne en schone waterstof-brandstofcelbussen, geleverd door het Gelderse bedrijf HyMove. Het project introduceert niet alleen de waterstof-brandstofcelbussen als een aansprekend vervoermiddel, maar biedt de betrokken partijen alle mogelijkheid zich te profileren als partner in één van de meest innovatieve OV projecten in Nederland. Voor de regio Arnhem betekent het project een verdere uitbouw van het imago “waterstof valley” met alle positieve effecten op de korte en lange termijn werkgelegenheid, zowel voor bedrijven als voor de evenzeer belangrijke kennisinstituten.
2 Doelstellingen, globale beschrijving en uitgangssituatie 2.1 -
2.2
Doelstellingen Treinvervangende, hoogwaardige OV lijn Arnhem-Apeldoorn kennis en ervaring opdoen t.a.v. waterstof en waterstof-brandstofcelbussen Publiciteit voor Gelderland, Apeldoorn, Arnhem en Syntus
globale beschrijving
In dit project wordt de Hoogwaardige OV-verbinding Arnhem-Apeldoorn (Koningslijn) ingericht met innovatieve, hoogwaardige, 0-emissie waterstof-brandstofcelbussen (H2FC-bussen) geleverd door HyMove B.V. Syntus voert de concessie Veluwe uit over de periode dec 2010 - dec 2016. Zij kan tenminste 2 jaar met de H2FC-bussen op deze lijn gaan rijden. Uitgaande dat de optie tot verlenging van de concessie met 4 jaar wordt gelicht zal ook het project met deze 4 jaar kunnen worden verlengd tot 6 jaar. Tijdens de looptijd van het project zal met behulp van een monitoringprogramma kennis en ervaring worden opgedaan door Concessieverlener, Gemeenten, Hulpdiensten, Vervoerder, Busleverancier en H2-leverancier over het rijden met H2FC-bussen in een concessie. Aan het eind van het project, het begin van een nieuwe concessie, kunnen betrokken partijen op basis van deze ervaring nieuwe afspraken maken over de verdere inzet van de H2FC-bussen op de “Koningslijn”.
19-12-2013
3 van 14
Voorstel voor het rijden met H2FC-bussen Apeldoorn-Arnhem
2.3 •
•
•
•
•
•
•
•
Uitgangsituatie De gemeenten Apeldoorn, Arnhem en de provincie Gelderland beogen op kort termijn de realisatie van een nieuwe hoogwaardige OV verbinding tussen Apeldoorn en Arnhem. De verbetering van de luchtkwaliteit is mede een belangrijk motief. Twee ambtelijke werkgroepen hebben als opdracht gekregen om een brede kijk op mogelijke verbindingen te geven en ook te kijken naar aansprekend materieel, naar snelheid en infrastructurele aanpassingen. De werkgroep “reizigers & busverbinding” heeft ter ondersteuning een onderzoek laten uitvoeren door Arcadis. De voorlopige resultaten en adviezen daaruit zijn betrokken bij de nadere invulling van dit plan, zie hoofdstuk “Opzet invulling”. Doelstelling is om met deze busverbinding in 40 minuten van station naar station te kunnen reizen. De regio Arnhem onderscheidt zich in Nederland met kennis en ontwikkeling op het gebied van waterstof. De gemeente Arnhem en de provincie Gelderland willen locale economie stimuleren en de betrokken partijen de gelegenheid geven om deze innovatieve kennis van en ervaringen met waterstof uit te wisselen. De gemeente wil in 2014 de toegangsweg vanuit Apeldoorn naar het centrum gaan herinrichten zodat het OV een beter doorstroming krijgt. De gemeente Apeldoorn stimuleert duurzame ontwikkelingen en wil een goede OV verbinding met Arnhem. De gemeente maakt onderdeel van regio stedendriehoek, waarbij “Cleantech” bedrijvigheid een zwaartepunt is. De provincie wil o door het inzetten van hernieuwbare (waterstof)groene energie een stimulans voor de energietransitie realiseren o een basis bieden voor verdere innovatie op het gebied van energie- en milieutechnieken door Gelderse bedrijven o werkgelegenheid stimuleren Vervoerder koopt de bussen en rijdt met de HyMove bussen op de Koningslijn binnen de termijn van de lopende concessie (tot eind 2016). Syntus kan bij een eventuele verlenging van concessie ook de overige vier jaar uitvoeren. Daarbij worden de bussen in Apeldoorn gestald. Er wordt de hele dag een halfuursdienst gereden. De bussen rijden van Centraal station Apeldoorn naar Centraal station Arnhem, waarbij twee eindlocaties mogelijk zijn: naar achterzijde centraal station Arnhem aan Amsterdamseweg of de voorzijde van het centraal station Arnhem. Hierbij is de bereikbaarheid in de spits en de veiligheidszaken in het overdekte deel van het stationsgebouw van belang. HyMove bouwt en levert in samenwerking met haar consortium partners deze hoogwaardige 0-emissiebussen. De bussen voldoen aan alle eisen van veiligheid en betrouwbaarheid. De locatie van de waterstoftankinstallatie is gepland op de Kleefse Waard. De detail invulling zal in overleg tussen Syntus en gemeente Arnhem worden bepaald.
19-12-2013
4 van 14
Voorstel voor het rijden met H2FC-bussen Apeldoorn-Arnhem
3 HyMove bussen De waterstof-elektrische (H2FC) bussen wordt gebouwd en geleverd door HyMove B.V. samen met MTSA, IVECO, e-Traction, Ziehl - Abegg. De bus heeft als basis de IVECO Urbanway. De bus heeft een directe elektrische aandrijving met twee naafwielen. De elektrische energie komt uit een batterijpakket. Voor een voldoende grote actieradius is een range-extender in de vorm van een brandstofcelsysteem in de bus gebouwd.
Modelbus van HyMove Citymove 12, klasse 1. Deze versie van de Citymove12 is een bus met uitstraling en is gebaseerd op laatste stand van techniek. Hij biedt rijcomfort in de stad en voor korte stukken op de snelweg. De algemene gegevens van deze HyMove bus zijn in bijlage 1 weergegeven. De bussen zullen worden uitgerust volgens door Syntus gestelde specificaties (zie bijlage 2) compleet operationeel en met alle benodigde documentatie. Tevens zullen instructies voor chauffeurs en hulpdiensten worden verzorgd. Service en onderhoud zal uitgevoerd worden door de locale IVECO servicepartner, waar nodig ondersteund door de leverancier van aandrijflijn en/of H2FC-systeem.
4 Innovaties voor en door de reizigers Naast de technische innovaties voor de aandrijving, zijn er ook voor de reizigers enkele innovaties in de bus. De reizigers worden ook betrokken bij verdere voertuiginnovaties: • Achter in de bus is een 6 persoonsrondzit gepland om een vaste tafel. Deze tafel is voorzien van verschillende aansluitmogelijkheden ten behoeve van communicatiemiddelen: 220V en USB, mediaspeler aansluiting en internet. • In de bus worden verschillende grote TFT schermen geplaatst met reis info en info over de bus. De mogelijkheid om in de hoofdsteunen kleine schermen te plaatsen en individuele info-voorziening te geven, wordt als alternatief aangegeven. • Via de mobiele telefoon is een, nog te ontwikkelen, app beschikbaar voor info over de bus en gegevens tijdens het rijden. • Individueel te regelen stoelverwarming.
19-12-2013
5 van 14
Voorstel voor het rijden met H2FC-bussen Apeldoorn-Arnhem
5 H2-Infrastructuur Uitgangspunt met betrekking tot de waterstof infrastructuur is de realisatie en exploitatie van een waterstof vulstation dat gebruikt wordt om de H2FC bussen te vullen met waterstof. Om Arnhem verder als waterstof cluster te ontwikkelen, is realisatie van een waterstof vulstation binnen de gemeente een belangrijk punt. Het waterstof vulstation zal worden voorzien van een fast-fill installatie die voldoet aan alle vereiste normen en wet & regelgeving. De locatie zal in overleg tussen Syntus en gemeente Arnhem gekozen worden op of nabij het Industriepark Kleefse Waard. Daarmee wordt in ieder geval een aanvulling gecreëerd op de reeds bestaande bedrijvigheid rond waterstof op dit industriepark. Alle veiligheidszaken zijn inzichtelijk gemaakt in de NPR 8099:2010 nl. Dat is de Nederlandse Praktijk Richtlijn voor de brandveilige, arbeidsveilige en milieuveilige toepassing van installaties voor het afleveren van waterstof aan voer- en vaartuigen
De kosten van de infrastructuur zijn als stelpost doorgerekend in de prijs van de waterstof.
19-12-2013
6 van 14
Voorstel voor het rijden met H2FC-bussen Apeldoorn-Arnhem
6 Opzet invulling plan koningslijn. Uit de voorlopige conclusies van de werkgroep “reizigers & busverbinding” blijkt : 1. De doorstroom van bussen in het verkeer wordt tijdens de spits opgehouden op lokaties waarbij er geen vrije busbaan of voorrangregels bij de regelinstallaties zijn. Vooral tijdens de spits geeft dit in Arnhem een frequente vertragingen. Het aanpassen van de wegvakken met vrije busbanen, het geven van voorkeursmomenten bij de verkeersregelinstallaties en het “strekken”van de lijnen , zijn van groot belang. Daarmee kan de reistijd van 40 minuten betrouwbaar gehaald worden. Deze aanbeveling valt geheel buiten dit voorstel. Maar het effect ervan houdt wel verband met de keuze van de dienstregeling en het behalen van de gewenste reistijd. 2. Er zijn 2 lijnen die via Centraal station Apeldoorn naar centraal station Arnhem lopen. Dat is een busverbinding die in Apeldoorn via de wijk de Maten loopt en een eigen opgang op snelweg A1 heeft en de busverbinding die via Achmea en Beekbergen loopt en daarna op de snelweg A50 aansluit. Er is geen betrouwbaar reizigersonderzoek geweest om op grond van aantallen of van wensen van reizigers een juiste keuze te maken. In de uitwerking wordt geen keus gemaakt. Een nader onderzoek is noodzakelijk. Voor het voorliggende projectvoorstel heeft de uiteindelijke keuze echter geen zwaarwegende consequenties. Voor het aantal bussen wat nodig is, worden de volgende punten bij de afweging betrokken: 1. Het op en neer rijden van begin naar eindpunt en terug, dat zijn 2 ritten, wordt een slag genoemd. Voor deze halfuurs lijndienst bestaat de slag uit een afstand van 60 kilometer. Daarvoor wordt 1,5 uur gerekend. Wanneer de bus maximaal 42 minuten over een rit doet, kan deze halfuurs dienst met 3 bussen uitgevoerd worden. Wanneer die tijd uitloopt tot 45 minuten is een extra bus nodig. Momenteel is de reistijd nog boven de grens . Gelet op de tijdsplanning van de noodzakelijke weg- en regel- aanpassingen, is het voorlopig nog niet te verwachten dat de ritduur van 40 minuten gedurende de hele dag gehaald wordt. Daarom zijn voor een halfuursdienst nu 4 bussen operationeel nodig. 2. Gedurende een dag , bij een start vanaf 6 uur en beëindiging om 23.00 hr, worden er 11 slagen gereden. Elke slag heeft een afstand van 60 km. Het dagtotaal is dan 660 km. Omdat de bussen 500 km als actie radius hebben, moet er tussentijds getankt worden. Daarvoor moet een extra bus (de zg tank-bus) ingezet worden. Voor het tanken is inclusief rijden van en naar Kleefse Waard circa 45 minuten nodig. 3. De jaarafstand voor alle bussen gezamenlijk op deze lijn is 540.000 km. Omdat de dienst in werkelijkheid met 5 bussen wordt gereden, rijdt elke bus 108.000 km/jaar. In het weekend is de dienstregeling aangepast. Een uitwerking van concept dienstregeling is nog noodzakelijk. 4. Uitgaande van de veronderstelling bij punt 1 en het tanken gedurende de dag, zijn dus 4 + tankbus = 5 bussen nodig.
19-12-2013
7 van 14
Voorstel voor het rijden met H2FC-bussen Apeldoorn-Arnhem
7 Kostencalculatie 7.1
Uitgangspunten
Bus: Klasse 1 bus met 40 zitplaatsen en 20 staanplaatsen Voor de kostencalculatie is uitgegaan van een periode van 6 jaar Waterstofverbruik van HyMove bus 6,6 kg/100 km Prijs waterstof € 13 /kg De effecten van VAMIL/MIA zijn meegenomen Exclusief de kosten voor • communicatie systemen van Syntus en OV apparatuur • extra schermen • aangepaste inrichting van de bus met ICT launchplek Voor de exploitatiekosten (OPEX) wordt bovendien rekening gehouden worden door stelposten ten behoeve van: • Extra kilometers ivm tanken • Opleidingskosten medewerkers (techniek en chauffeurs) • Aanpassing stalling en werkplaats De eventuele financieringslasten zitten niet in de calculatie. Tankstation Het betreft 5 bussen ten behoeve van een 30 minuten dienst. De totale afstand met FC bussen is 540.000 km per jaar, verbruik h2 is 33.750 kg/jr. Rekening houdend met extra afstanden ivm tanken extra energieverbruik voor airco en extra kilometers voor promotie-ritten, wordt het jaar gebruik : ca 40.000 kg per jaar. Er wordt nog overleg gevoerd met mogelijke exploitanten van een waterstoftankstation in Arnhem. Insteek daarbij is dat d exploitant de investering in het tankstation voor zijn rekening neemt en deze samen met de operationele kosten verwerkt in de prijs voor de aan Syntus te leveren waterstof. De uiteindelijke prijs van waterstof zal sterk afhankelijk zijn van de looptijd van het project alsmede van eventuele garanties voor de afname van waterstof na afloop van het project. Ook eventueel te ontvangen subsidies zijn van invloed op de uiteindelijk overeen te komen waterstofprijs. Op dit punt is nader overleg tussen Syntus, de Provincie Gelderland en de gemeente Arnhem noodzakelijk. Voor de kostencalculatie van dit project is uitgegaan van een waterstofprijs van € 13,-/kg. Deze prijs is gebaseerd op ervaringscijfers uit andere, gelijksoortige, projecten
19-12-2013
8 van 14
Voorstel voor het rijden met H2FC-bussen Apeldoorn-Arnhem
7.2
Kosten project
De kosten van project zijn weergegeven voor verschillende perioden. De bussen zijn na 6 jaar volledig afgeschreven. aantal bussen operationeel
5
aantal bussen reserve
0
afschrijving jaar FCEV
15
afschrijving jaar CNG
6
CAPEX (koop) rente+afschr /maand/bus H2FC
€ 7.554
rente+afschr /maand/bus CNG
€ 3.688
rente/jaar (aanname)
2%
kosten/km FCEV
€ 0,84
Kosten/km CNG
€ 0,41
OPEX kosten/km H2FC
€ 1,02
kosten/km CNG
€ 0,49
H2 €/kg (aanname)
13
km/jaar
108000
extra kosten tanken /bus/jaar (aanname)
12500
CAPEX 5 bussen extra bus OPEX 5 bussen extra tanken Subtotaal restafschrijving Totaal
2 jaar H2FC CNG verschil € 906.498 € 442.513 € 463.985 € - € - € € € 1.100.640 € 529.200 € 571.440 € 125.000 € - € 125.000 € 2.132.138 € 971.713 € 1.160.425 € 5.184.749 € 849.871 € 4.334.878 € 7.316.887 € 1.821.584 € 5.495.303
per jaar
€ 3.658.443 €
CAPEX 5 bussen extra bus OPEX 5 bussen extra tanken Subtotaal restafschrijving Totaal per jaar
19-12-2013
4 jaar H2FC CNG verschil € 1.812.996 € 885.027 € 927.969 € - € - € € € 2.201.280 € 1.058.400 € 1.142.880 € 250.000 € - € 250.000 € 4.264.276 € 1.943.427 € 2.320.849 € 4.472.076 € 433.426 € 4.038.650 € 8.736.352 € 2.376.852 € 6.359.499
910.792 € 2.747.651 € 2.184.088 €
594.213 € 1.589.875
6 jaar H2FC H2FC CNG verschil € 2.719.494 € 1.327.540 € 1.391.954 € - € - € € € 3.301.920 € 1.587.600 € 1.714.320 € 375.000 € - € 375.000 € 6.396.414 € 2.915.140 € 3.481.274 € 3.730.343 € 0 € 3.730.343 € 10.126.757 € 2.915.140 € 7.211.617 €
1.687.793 €
485.857 €
1.201.936
9 van 14
Voorstel voor het rijden met H2FC-bussen Apeldoorn-Arnhem
Bus exploitatie Energie verbruik/km electriciteit (kWh/100km) H2 (kg/100km) Onderhoud Schade/jaar (€)
€ 1,02 25 6,6
€ 0,03 € 0,86
€ 2.000,00
€ 0,11 € 0,02
De meerprijs ten opzichte van CNG bussen levert het volgende op: • 6 jaar rijden met zeer hoogwaardige nulemissie bussen • Protocollen en procedures voor diagnostiek, onderhoud en service van H2FC bussen • Protocollen en procedures t.a.v. veiligheid rond waterstof en H2FC bussen • na afloop van het project 5 HyMove bussen, boekwaarde 0 en met een resterende technische levensduur van 9 jaar. • Een treinvervangende HOV verbinding tussen Apeldoorn en Arnhem • Veel positieve publiciteit • Maatschappelijke effecten, zoals extra werkgelegenheid, aantrekken bedrijvigheid, zie extra bijlage
7.3
Financiering
Provincie Gelderland heeft het onderwerp “OV verbinding Apeldoorn-Arnhem” in haar Meerjaren Investerings Agenda Mobiliteit ( MIAM) onder referentie nummer OM16 en Om 44 benoemd. Voor dit onderwerp betreft dit onder meer de civieltechnische zaken voor de inrichting van wegen . De relatie met energietransitie, innovatie, werkgelegenheid, fijnstof reductie, CO2 reductie en onderwijs , geeft mogelijkheden om dit project aan specifieke programma’s van de provincie te koppelen. Nader overleg is nodig om dit projectvoorstel binnen de provinciale programma’s in te passen. Syntus heeft momenteel de OV verbinding van Apeldoorn-Arnhem via verschillende lijnen in haar portefeuille. Aangegeven is dat het voorliggende project een vervanging is van één van de betrokken lijnen. Er is geen sprake van uitbreiding van Dienst Regeling Uren en daarmee geen extra budget voor aanpassing van dienstregeling. Gemeente Arnhem wil naast een groeiende bedrijvigheid ook een waterstoftankstation als zichtbare versterking van deze activiteiten. Het overleg vernoemd onder 7.1 is van belang hierbij. Gemeente Apeldoorn stimuleert de ontwikkeling van Cleantech bedrijven via haar initiatieven in de Stedendriehoek. Er zijn geen specifieke subsidies beschikbaar voor deze OV ontwikkeling
19-12-2013
10 van 14
Voorstel voor het rijden met H2FC-bussen Apeldoorn-Arnhem
8
Planning
Voorstel planning Koningslijn project: stap 1 2
3 4 5
activiteit introductie bij commissie MIE Uitwerking openstaande punten en inbreng van alle info uit verkenningen. Bespreking met vervoerder Syntus, relatie mogelijke aanpassingen wegstructuren ivm doorstroming uitwerken, waterstoftankstation zaken met gemeente Arnhem, Syntus en toeleverancier in gang zetten rapportage over contour van projectvoorstel aan commissie MIE Projectvoorstel, inhoudelijk en met budget, gereed ter bespreking in commissie MIE Besluitvorming in GS en PS
19-12-2013
Afgerond datum 8 januari 2014 1 maart 2014
12 maart 2014 14 mei 2014 9 juli 2014
11 van 14
Voorstel voor het rijden met H2FC-bussen Apeldoorn-Arnhem
Bijlage 1, Specificaties HyMove bus basis bus leeg gewicht Max gewicht laadvermogen Lengte Vervoerscapaciteit Opslag H2 in kg Aantal kilometer per kg Actieradius Energievoorziening aandrijving Max snelheid Max operation speed
19-12-2013
13 ton 18 ton 5 ton ( maximaal 70 personen) 12 meter 40 zitplaatsen met steek van 70 cm, 10 staanplaatsen en 1 rolstoelplaats 30 kg 16 km Ca. 500 km Batterij met waterstofbrandstofcel 2 maal wielnaafmotor,100kW 90 km/hr 85 km/hr
12 van 14
Voorstel voor het rijden met H2FC-bussen Apeldoorn-Arnhem
Bijlage 2, voorgestelde uitrusting door Syntus • • • • • • • • • • • • •
Bus met twee deuren Meer beenruimte, Alleen vaste zitplaatsen, geen staanplaatsen, 6 persoons rondzit achterin, 1 rolstoelplaats of 2 klapstoelen Topkoeling (max 5 graden onder buitentemperatuur) passagiersruimte of een adequaat alternatief Ramen met zonwerende folie en enkele klapraampjes standkachel Volledige communicatie systemen Syntus en OV-chipkaartapparatuur Wifi Tft-schermen met reisinformatie Vast dashboard 4-knops deurbediening links Gemodificeerde ISRI chauffeursstoel met klimaatpakket
Voor de chauffeurscabine gelden ook speciale aanpassingen. Deze dienen te voldoen aan bestaande normen. Daarnaast zijn specifieke afspraken met betrekking tot spiegels, bedieningsknoppen en plaats van extra apparatuur (positie touchscreen en betaaltafel). Extra maatregelen t.o.v. H2FC-bussen: • Aanpassing werkplaats (signalering en afzuiging) • Inrichten extra stalling in Arnhem indien niet gestald kan worden in Apeldoorn • Extra `mat`- kilometers voor tanken en/of stalling extern
Alleen door het werkelijk exploiteren van waterstofbussen kan kennis over de voertuigen en nieuwe brandstof worden opgebouwd.
19-12-2013
13 van 14
Voorstel voor het rijden met H2FC-bussen Apeldoorn-Arnhem
bijlage 3 overzicht reistijden Momenteel is de reistijd voor de afstand Apeldoorn – Arnhem per auto ongeveer een half uur. Per Openbaar vervoer met de bus is dat 41-48 minuten, afhankelijk van welk moment van de dag en welke route gebruikt wordt. ( informatie uit de dienstregeling vanaf 15 december 2013) Per trein is dat 58 minuten. In het onderstaande overzicht is ook de tijd voor het lopen van station naar de bus en v.v. meegenomen.
19-12-2013
14 van 14
Maatschappelijke effecten van het voorstel van Syntus en HyMove om te rijden met Zero Emissie/Waterstof elektrisch aangedreven bussen tussen Apeldoorn en Arnhem .
“Het Openbaar Vervoer is startmotor van regionale energietransitie en de waterstof economie”
HyMove 19 december 2013
Versie 1.3
1
Inhoud
Samenvatting
1 2 3 4 5 6 7
Versie 1.3
Ambities en toegevoegde waarden werkgelegenheid innovatie Energietransitie en biobased economy Cluster H2-technology Kennisinstituten en Onderwijs luchtkwaliteit
2
Samenvatting De provincie Gelderland , de gemeente Arnhem en de gemeente Apeldoorn hebben een voorstel ontvangen van Syntus voor een plan om met waterstofbussen te gaan rijden in haar concessie van de Veluwe tussen Apeldoorn en Arnhem, de zgn. Koningslijn. Deze notitie geeft een verkenning van de maatschappelijke effecten van de waterstofpilot in de provincie Gelderland en binnen de steden Apeldoorn en Arnhem. Er wordt een inkijk gegeven hoe de effecten op langere termijn zijn waarbij de H2-economie verbreedt, verdiept en de relatie met de biobased economy wordt gelegd. Tevens wordt er een overzicht gegeven van betrokken steekholders en de rol die zij (kunnen) spelen.
Innovatie (kansen): Direct: -
ontwikkeling elektrische bus met naafwielaandrijving (HyMove, e-Traction) ontwikkeling H2FC range extender (HyMove. MTSA) ontwikkeling monitoringprogramma voor elektrische voertuigen (HyMove, HAN) ontwikkeling van ontwerpmethode voor elektrische voertuigen (HyMove, HAN) ontwikkeling van een fermentatietechnologie voor de productie van biowaterstof uit biomassa reststromen Indirect: - ontwikkeling energie-efficiënte systemen voor elektrische bussen o adiabatische airco (HyMove, partner) o energie-efficiënte aansturing van elektromotoren (e-Traction)
Werkgelegenheid korte termijn: 35 FTE voor periode van 2 jaar Direct: 30 FTE voor 2 jaar - Ontwikkeling en bouw 5x H2FC range extender - Ontwikkeling en assemblage 5 elektrische bussen met naafwielaandrijving en H2FC range extender - ontwikkeling monitoringprogramma voor elektrische voertuigen Indirect: 5 FTE voor 2 jaar - ontwikkeling en beproeving energie-efficiënte systemen voor elektrische bussen o energiezuinige airco o energie-efficiënte aansturing van elektromotoren o additionele innovatieprojecten (TBD)
Werkgelegenheid langere termijn: Direct 220 FTE, Indirect: 300+ FTE Direct: doorgroei naar 20 H2FC en 50 BEV bussen per jaar: 220 FTE - Doorontwikkeling en bouw 20 range extenders per jaar - Doorontwikkeling en bouw 70 Batterij Management Systemen en vermogenselektronica per jaar - Doorontwikkeling en assemblage 70 elektrische bussen met naafwielaandrijving en deels met H2FC range extenders per jaar - Upgrading FC-stacks na 15.000 uur - Service en onderhoud
Versie 1.3
3
Indirect: 5 FTE (300+ FTE) - Uitgroei e-Traction tot belangrijke leverancier van Batterij Management Systemen en vermogenselektronica: 300 FTE (Opgave e-Traction) - Uitgroei partner tot belangrijke leverancier van adiabatische airco’s voor mobiele toepassing - Voortbestaan NedStack als leverancier van FC stacks voor stationaire en mobiele toepassingen
Kennisopbouw en kennisborging Een project met H2FC bussen creëert een platform voor de opbouw en borging van kennis m.b.t. - Energiemanagement voor elektrische voertuigen - Innovatieve componenten en technieken voor elektrische voertuigen - Innovatieve H2FC systemen voor mobiele en stationaire toepassingen - Innovatieve installaties en technieken voor H2 productie en distributie Verwacht mag worden dat d e volgende kennisinstellingen bij dit project en de daaraan gekoppelde industriële activiteit zullen aanhaken: - HAN/CBBE - Aventus - Kema - HAN/ automotive - KIWA
Cluster H2 technologie en vervolgeffecten Het project met H2FC bussen creëert een platform om de reeds in Arnhem en Gelderland aanwezige bedrijven met activiteiten rond waterstoftechnologie te ondersteunen en nauwer met elkaar te laten samenwerken. Het project is uniek omdat het als eerste project de industriële activiteiten op het gebied van waterstofproductie en behandeling verbindt met de industriële activiteiten op het gebied van de toepassingen van waterstof. Bedrijven die naast HyMove zelf hiervan profiteren zijn o.a. - NedStack - MTSA - HyGear - HyEtt - IPKW Het hoeft geen betoog dat het project genoemde bedrijven een aantrekkelijk platform biedt om zich nationaal en internationaal te profileren en op deze wijze kansen biedt voor verdere expansie.
Promotie Het aansprekende HOV project biedt een uitstekend platform voor nationale en internationale promotie van de Provincie Gelderland, de gemeenten Arnhem en Apeldoorn en de betrokken bedrijven. Innovatieve openbaar vervoer projecten staan hoog op de attentielijst van concessieverleners in binnen- en buitenland. Openbaar vervoerprojecten met H2FC bussen hebben nog een additionele attentiewaarde, mede doordat deze technologie als meest veelbelovende toekomsttechnologie wordt gepromoot door de Europese unie. Voor de gemeente Arnhem kan het project nog een additionele waarde hebben omdat het volledig voortbouwt op de lange traditie van Arnhem-Trolleystad.
Versie 1.3
4
1 Ambities en toegevoegde waarden 1.1 Overheid 1.1.1- energie akkoord Hernieuwbare energie is bijvoorbeeld belangrijk om de energieambitie van het kabinet te bereiken. Doel van het Nederlandse innovatiebeleid is om hernieuwbare energie op de lange termijn grootschalig toe te passen. Hernieuwbare energie komt van bronnen die constant worden aangevuld, zoals wind en water. In 2010 was het aandeel hernieuwbare energie 4% van het nationale energieverbruik. In 2020 moet 14% van het totale Nederlandse energieverbruik hernieuwbaar zijn. In 2023 moet dit 16% zijn. Dit is overeengekomen in het Energie akkoord van 6 september 2013.
1.1.2. Zero emissie bussen Nederland heeft als ambitie geformuleerd om een transitie richting zero-emissie openbaar vervoer te realiseren: in 2025 zullen alle bussen in Nederland geen schadelijke stoffen meer uitstoten. Dit zal leiden tot reductie van schadelijke emissies, de inzet van hernieuwbare energiebronnen en verbetering van de lokale luchtkwaliteit. 1.1.3. openbare waterstoftankstations. Om Nederland kennis te laten maken met rijden op waterstof wordt het aantal waterstoftankstations de komende twee jaar uitgebreid. In Rotterdam wordt rond de jaarwisseling een nieuw openbaar waterstoftankstation gerealiseerd dat geschikt is voor bussen en personenauto’s. Daarnaast is er een nieuw station in Helmond op de Automotive Campus NL in voorbereiding en zijn er concrete plannen om bestaande waterstoftankstations in Amsterdam en Arnhem op te waarderen en technisch geschikt te maken voor de nieuwste generatie voertuigen. Staatssecretaris Wilma Mansveld (Infrastructuur en Milieu) maakt deze activiteiten in het kader van duurzame mobiliteit vandaag bekend tijdens een werkbezoek aan waterstofproducent Air Liquide in Rotterdam. Momenteel wordt de mogelijkheid van een Green Deal met marktpartijen en maatschappelijke organisaties verkend om rijden op waterstof in Nederland gezamenlijk verder vorm te geven. Ook vindt er overleg plaats met regio’s die belangstelling hebben getoond voor waterstoftankinfrastructuur.
Versie 1.3
5
1.2. Gelderland De provincie Gelderland en daarbinnen de gemeente Arnhem willen zich onderscheiden met kennis, ontwikkeling en bedrijvigheid op het gebied van waterstof. Arnhem wil het centrum zijn rond kennisopbouw, demonstratie en doorontwikkeling van technieken en economische ontwikkeling rond waterstof. De gemeente Arnhem wil hiermee lokale werkgelegenheid stimuleren en de betrokken partijen de gelegenheid geven om deze innovatieve kennis van en ervaring met waterstof te demonstreren en daarmee onder meer op het IPKW terrein een waterstof economie opbouwen. Daartoe hebben in 2009 de provincie Gelderland, de Stadsregio Arnhem Nijmegen en de gemeente Arnhem het initiatief genomen tot het transitiepad rijden op waterstof. De eerste fase van het transitiepad is uitgevoerd via het pilotproject van de Stichting Waterstof Onderneming Gelderland (SWOG).
De Provincie Gelderland is de vestigingsplaats van een aantal bedrijven die zich met waterstofproductie en/of waterstoftoepassing bezighouden. Enkele van deze bedrijven hebben in 2009 het initiatief genomen tot de ontwikkeling en bouw van de eerste Nederlandse brandstofcel-elektrische bus en het eerste openbare waterstoftankstation in Nederland. De resultaten lieten zien dat deze Gelderse bedrijven een ‘stepping stone’ bieden voor het opzetten van HyMove B.V. als ontwikkelaar en bouwer van subsystemen voor brandstofcelelektrische bussen en voor zover noodzakelijk ook als systeemintegrator van subsystemen tot complete bussen. De samenwerking van deze bedrijven biedt een uitstekend platform voor andere Gelderse technologiebedrijven om met nieuwe ontwikkelingen aan te haken. Rond HyMove B.V. wordt een open innovatieplatform gecreëerd via hetwelk nieuw ontwikkelde technologie in de HyMove bussen kan invloeien. Dit geeft een verbreding van de technologiebasis verkregen die essentieel is voor de continuïteit en uitgroei van Gelderland als waterstofregio van Nederland. Belangrijke partners in het innovatieplatform zijn instituten als Hogeschool Arnhem-Nijmegen en KEMA, die niet alleen eigen ontwikkelingen kunnen inbrengen maar tevens leidinggevend kunnen zijn binnen het innovatieplatform. Een additioneel ontwikkelingsveld, dat toegankelijk wordt door een project met brandstofcelelektrische bussen, is de ontwikkeling van technieken voor de productie van waterstof uit hernieuwbare energiebronnen. Arnhemse bedrijven als HyGear en HyEt bezitten technologieën met de potentie voor wereldwijde toepassing in de productie van waterstof uit biogas of andere biologische brandstoffen.
Versie 1.3
6
1.2.1 Het Centrum voor Biobased Economy, Wageningen.
Binnen het Centre for Biobased Economy (CBBE) bundelen acht onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven hun krachten om professionals op te leiden voor een sterke Biobased Economy. Het CBBE heeft als kerntaken: Kennisoverdracht en onderwijsontwikkeling Versterking toepassingsgericht onderzoek Stimulering van innovatieprojecten Het CBBE is Wageningen University | Avans | CAH Vilentum | HAS hogeschool | Hogeschool Arnhem Nijmegen | Hogeschool Zeeland | Inholland | Van Hall LarensteinMomenteel zijn fossiele brandstoffen de belangrijkste grondstoffen voor waterstof. Bij de transitie naar een biobased economy wordt er gezocht naar alternatieven grondstoffen uit biomassa. Binnen het CBBE wordt o.a. onderzoek gedaan naar de fermentatieve productie van biowaterstof uit biomassareststromen. 1.3 Arnhem De regio Arnhem onderscheidt zich in Nederland met kennis, ontwikkeling en bedrijvigheid op het gebied van waterstof. Arnhem wil het centrum zijn rond kennisopbouw, demonstratie en doorontwikkeling van technieken en economische ontwikkeling rond waterstof. De gemeente Arnhem wil hiermee lokale werkgelegenheid stimuleren en de betrokken partijen de gelegenheid geven om deze innovatieve kennis van en ervaring met Waterstof demonstreren.
Dit project zorgt voor versteviging waterstof gerelateerde industrie in Arnhem (NedStack, HyGear, HyEt, MTSA). Openbaar waterstof tankstation binnen de gemeentegrenzen. Bevestiging
Versie 1.3
7
positie van Arnhem als waterstofstad van Nederland (H2-valley). Bevestiging van Arnhem als trolleystad (brandstofcel-elektrische bus is te zien als “Trolley 2.0”)
Bijdrage aan energietransitie De realisatie van een groot project met waterstofbussen, zal Arnhem nationaal en internationaal op de kaart zetten. Het toont aan dat Arnhem serieus werk maakt van waterstof, en dat zo’n groot project in de praktijk kan werken. Dit zal leiden tot aantrekkingskracht voor allerlei partijen die kennis, ervaring en inzichten willen opdoen in Arnhem. Bovendien leidt het project tot een toename van het lokale bewustzijn van het gebruik van duurzame grondstoffen en het belang van de energietransitie. De bussen zijn rijdende reclameborden voor de regio. Wanneer de pilot een succes is en leidt tot opschaling, profiteert de gehele regio ervan. Zo kan Arnhem zich op de kaart zetten als waterstofcluster, wat weer vervolginvesteringen uitlokt.
1.4 Apeldoorn De gemeente Apeldoorn heeft het beleid dat duurzaamheid deel uitmaakt van alle ontwikkelingen in de gemeente. Daarbij zet zij onder meer in op het (her)gebruik van ter plaatse aanwezige materialen en hulpbronnen.
Het waterschap is al een voorloper op gebied van het inzetten van restenergie. De naastgelegen woonwijk wordt verwarmd met energie , verkregen uit de waterzuivering Ontwikkelingen bij het waterschap worden in het programma “energiefabriek” ingezet. Een toepassing waarbij het vergisten een groen waterstofgas produceert of waarbij het biogas wordt omgezet via een reformer in waterstof , zijn mogelijkheden die met andere kennisinstituten en bedrijven uit Gelderland vorm gegeven kunnen worden.
Versie 1.3
8
De regio stedendriehoek profileert zich met name op het gebied van Cleantechnologie. Verschillende bedrijven zijn al nauw betrokken bij de ontwikkelingen met HyMove en kunnen hun positie hiermee verstevigen.
2 Werkgelegenheid Bert De Colvenaer, Executive Director van de Fuel Cells and Hydrogen Joint Undertaking, de Europese organisatie van de ontwikkelingen op gebied van waterstof en brandstofcellen, presenteerde op 29 november 2013 bij een symposium de volgende cijfers:
Versie 1.3
9
Deze Europese cijfers geven de ontwikkelingen op gebied van waterstof aan. Het zijn gemiddelden over de Europese industrie. Het is een bevestiging van de ontwikkelingen op dit gebied. Het belang van de pilot voor de werkgelegenheid bij de betrokken bedrijven, is dat er kennis wordt ontwikkeld, er in de markt bewezen wordt dat de technologie werkt en dat bedrijven zich hiermee kunnen profileren. Dit heeft een indirect effect op de werkgelegenheid, voor de langere termijn. De bedrijven leveren een bijdrage aan de pilot omdat ze kennis en ervaring willen opbouwen, met als doel om uiteindelijk bij te dragen aan bredere inzet van waterstoftechnologie tijdens opschaling, in de regio Arnhem of op andere plaatsen ter wereld. Om de effecten op het gebied van werkgelegenheid voor de regio hiervan in kaart te brengen, wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende aspecten: 1. Effecten bij de direct bij de pilot betrokken partijen, versus effecten bij partijen in de ‘tweede ring’, verderop in de keten (bijvoorbeeld bij toeleveranciers) 2. Directe versus indirecte werkgelegenheid. Directe werkgelegenheid gaat over arbeidsplaatsen die rechtsreeks gevolg zijn van de investeringen in de regio, indirect gaat over de spin-off die deze investeringen voor de regio met zich meebrengen (het zogeheten multiplier effect) Ad 2.1 direct betrokken o HyMove (Apeldoorn): ontwikkeling en productie waterstofbussen, kennis over integratie van waterstofsystemen. o eTraction (Apeldoorn): ontwerp van elektrische aandrijfsystemen, ontwerp en productie van elektronische besturingen, assemblage van aandrijfsystemen in bussen o MTSA (Arnhem): ontwerp en assemblage van brandstofcelsystemen voor bussen, service en onderhoud van brandstofcelsystemen o Nedstack (Arnhem): ontwerp en productie van brandstofcel en stacks o Ziehl-Abegg (Duitsland): productie componenten elektrische aandrijfsystemen o Overige leveranciers van services / onderdelen o Bedrijven gekoppeld aan de waterstof infrastructuur & onderhoud o HyGear (Arnhem): reformer, systemen voor productie waterstof o HyEt (Arnhem): technologie voor productie waterstof o Overige leveranciers van services / onderdelen Ad 2.2 indirecte werkgelegenheid Naar verwachting zal er tenminste evenveel werkgelegenheid voor onderhoud als voor productie zijn. HyMove geeft aan in 2023 (over 10 jaar) werkgelegenheid te kunnen bieden aan 216-267 fte. Het grootste deel van het onderhoud vindt plaats bij Iveco in Andelst en bij KF in Duiven, beide in Gelderland Deze getallen gaan over alle werkgelegenheid die de bouw van waterstofbussen in de regio oplevert, inclusief die bij de toeleveranciers. HyMove heeft de ambitie om een productie/service organisatie op IPKW op te zetten. Het niveau van de werkgelegenheid is routinematig, technisch werk op MTS / MBO niveau De 216-267 fte bij HyMove zijn een gevolg van het feit dat de pilot aan HyMove een platform biedt voor verdere expansie in Nederland en Europa. Hetzelfde geldt voor de additionele 300 fte bij e-Traction dat zich op basis van de expansie van HyMove verder kan penetreren in Europa, zowel bij bouwers van bussen alsook bij bouwers van andere elektrische transportmiddelen.
Versie 1.3
10
3. Innovatie De verwachte effecten op het gebied van innovatie in de regio, zijn aanzienlijk. Door de realisatie van de pilot in de praktijk, zijn er diverse partijen die profiteren van de demonstratie, de zichtbaarheid en kennis opgedaan in de pilot. Ook de realisatie van de infrastructuur zorgt voor aantrekkingskracht in de regio. De fysieke demonstratie is een ‘showcase’ voor iedereen geïnteresseerd in waterstof vervoer. Bezoekers rijden mee in de waterstofbussen, er zijn kansen voor ondernemers om bij de infrastructuur aan te sluiten, bedrijven en kennispartijen doen ervaring op, bestuurders zien de concrete resultaten die in deze regio gerealiseerd zijn, etc. Zonder pilot komt er geen tankstation, en kan Arnhem minder goed claimen een waterstofregio te zijn. Het effect van de pilot op de positionering van Arnhem als waterstofregio is naar verwachting groot.
Een belangrijk innovatie effect van het pilotproject, is de voedingsbodem die hiermee wordt gelegd voor het waterstofcluster. Het realiseren van de pilot leidt tot kennis opbouw, leereffecten, spin-off, doorontwikkeling van technologie, demonstratie van producten, orders voor bedrijven, etc. Er zijn veel partijen die leren van de pilot. En bedrijven kunnen zich profileren door te laten zien dat hun waterstof producten werken in de praktijk, wat van grote waarde is om bedrijvigheid en groei te kunnen realiseren. Dit geeft vooral een boost aan innovatieve partijen in de waterstofindustrie in de regio Arnhem: zij zijn betrokken bij het project, en het vindt plaats in hun regio. Zo heeft onder andere e-Traction intensieve samenwerking met de HAN met de intentie om dit te continueren. Verschillende Waterschappen oriënteren zich voor mogelijkheden om energie te leveren aan derden. Met de aanduiding “energiefabriek” worden studies en pilots gedaan om na te gaan of er business is om de energie , die uit het proces van rioolwaterzuiveringen beschikbaar komt, in verschillende vormen als product te leveren. Daarbij is onder andere ook waterstof te produceren, dat een zeer geschikt medium om te gebruiken als energieopslag. Steeds meer nieuwe toepassingen kondigen zich aan voor modules met brandstofcelsystemen, zoals noodaggregaten, aandrijvingen voor schepen, heftrucks en andere utiliteitsvoertuigen. Energie opslag en Power- to- Gas zijn actuele ontwikkelingen waarbij waterstof een sleutelrol speelt. In Duitsland test men de technologie “Power –to- Gas of P2G om van elektriciteit gas te maken. Er is een concept waarbij het overschot aan elektriciteit door elektrolyse van water in waterstof omzet.
Versie 1.3
11
4. Biobased economy en energietransitie In een biobased economy is biomassa de belangrijkste grondstof in plaats van fossiele grondstoffen: van ‘fossil based’ naar ‘bio based’. Hierbij gaat het om het gebruik van biomassa voor niet-voedsel toepassingen zoals constructie materialen, chemicaliën, medicijnen, brandstof, elektriciteit en warmte. Door de opkomst van de Biobased Economy worden de toepassingen van hout nog breder. Waar eerst met name de papier- , plaatindustrie en zagerijen interesse hadden, krijgen nu andere industrieën als energie, textiel, chemie en farmaceutische industrie ook interesse. Cascadering is hierbij ook een veel genoemde term. In het cascaderingsprincipe wordt de grondstof eerst ingezet voor de hoogst gewaardeerde toepassing, daarna voor lagere. Daarbij wordt beoogd de grondstof zolang mogelijk in gebruik te houden door het geschikt te houden voor steeds nieuwe (laagwaardige) toepassingen.
Effecten : Groei landbouw van 450 M€ naar 1000 M€ Chemie: omzet 40 B€ en in 2030 is 30% biobased Energie: nu 3.8% duurzaam in 2020 14% duurzaam Biobased arbeidsmarkt Nederland • 30 % wordt biobased • 50% van de nieuwe arbeidsplaatsen is groen • 15% van die groene arbeidsplaatsen voor professionals • 10,000 biobased professionals in komende 10 jaar • Professionals: HBO +WO Waterstof is al enige jaren een thema in de energietransitie. Voordelen van waterstof als brandstof voor brandstofcellen zijn de hoge omzettingsefficiëntie, weinig onderhoud en geen emissie van CO2, CO, NOx, SOx, deeltjes en/of vluchtige organische verbindingen. Daarnaast bestaan er al de nodige industriële waterstoftoepassingen waarbij waterstof wordt gebruikt als chemische bouwsteen. Waterstof op basis van biomassa Op dit moment is het grootste deel van de waterstofproductie echter op basis van fossiele brandstoffen (met name aardgas), waardoor het voordeel van de CO2-emissie vervalt. Bij waterstof gebaseerd op hernieuwbare grondstoffen, zoals biomassa, blijft dit voordeel behouden. Er zijn diverse mogelijkheden om waterstof uit biomassa te produceren.
Versie 1.3
12
Binnen deze pilot wordt onderzocht wat de mogelijkheden om waterstof te produceren uit biomassa zijn. Energietransitie De belangrijkste bijdrage van de pilot aan de energietransitie, is de realisatie van de infrastructuur in combinatie met het daadwerkelijke gebruik daarvan in de praktijk. Door realisatie van deze infrastructuur, wordt een eerste stap gezet om het ‘kip-ei’ probleem op te lossen. Een openbare waterstof tankstation op het Industriepark Kleefse Waard in Arnhem, in combinatie met het laten rijden van H2FC bussen, is het fysieke bewijs in de praktijk dat waterstof busvervoer mogelijk is, en zet de regio hiermee op de kaart. Geïnteresseerden kunnen de toepassing van de technologie gedemonstreerd zien, en er kunnen de eerste waterstofauto’s gaan tanken. Kortom, er wordt hiermee fysiek in Arnhem de basis gelegd voor een waterstof economie.
5 het H2 cluster in Arnhem In een goed functionerend cluster ontstaan veel versterkende feedbackloops. Wanneer er meer toepassing van technologie plaatsvindt, ontstaat ook meer bedrijvigheid, en groeit de vraag naar onderzoek en kennisontwikkeling, wat vervolgens weer kan leiden tot nieuwe toepassingen en bedrijvigheid. Dit leidt tot ‘spin-off’, de opgedane kennis kan op velerlei manieren in de groeiende markt van waterstoftoepassingen leiden tot de ontwikkeling van nieuwe bedrijvigheid met grote exportkansen. Het project is daarmee de ‘stepping stone’ tot de groei van Arnhem als waterstof regio. Voorwaarde voor deze economische spin-off rond waterstof, is dat het cluster op gezonde wijze kan ontwikkelen. Belangrijk bij het realiseren van een waterstofcluster, zijn de volgende aandachtspunten: • Focus om onderscheidend te zijn: • Accent op toepassing en demonstratie van technieken • Lange termijn visie: • Brede betrokkenheid van partijen. Voorbeelden nieuwe technologieën en diensten: • • • • •
Keuren en certificeren van H2 tanks en H2, meet- en regelapparaten voor voertuigbranche Opleidingen voor hulpdiensten die met H2 te maken hebben Ontwikkelen nieuwe opslagmethoden waterstof ontwikkelen kleine aggregaten voor thuisgebruik of noodstroomvoorziening met waterstof onderhoudsbedrijven voor systemen met brandstofcellen en waterstof
Versie 1.3
13
6. Kennisinstituten en Onderwijs Steeds meer tonen startende studenten hun belangstelling voor nieuwe technieken, die een belangrijke rol in hun toekomst gaan spelen. Naast het nieuwe en brede onderwerp van Biobased technology, zijn het ook de ontwikkelingen op gebied van voertuigtechniek, energieopslag en installatietechniek die aanspreken.
Voor deze toekomstige technici zijn enkele onderwijs instellingen al actief. De opleidingen op gebied van voertuigtechniek , energie voorziening, installatietechniek en gastechniek hebben al verschillende les modules over waterstof. De modules behandelen de waterstoftechnologie in diverse aspecten zoals productie, opslag, toepassingen, veiligheid en transitie. De modules zijn op verschillende manieren inpasbaar binnen het reguliere onderwijsprogramma. Niet alleen op het beroepsonderwijs, maar ook op enkele scholen van het basisonderwijs worden onderwerpen zoals elektrische voertuigen en hoe je energie kunt opslaan, behandeld. Het zijn bij uitstek geschikte onderwerpen die met aansprekende praktijkproeven uitgevoerd kunnen worden. De toenemende activiteit in deze regio op deze aandachtsgebieden zorgt er automatisch voor dat dit meer bekend wordt en meer aandacht bij onderwijs krijgt.
Versie 1.3
14
Het borgen van deze kennis, het opleiden van docenten, het uitvoeren van research, het beschikbaar hebben van stageplaatsen zijn de basis waarden gekoppeld aan de verschillende kennisinstellingen in Gelderland: • • • •
KIWA Apeldoorn CBBE KEMA HAN automotive en energietechniek
7. Luchtkwaliteit & gezondheid De effecten voor lucht- en geluidskwaliteit en de gezondheid in de regio, zijn voor de pilot beperkt. De 5 bussen die gaan rijden zullen inderdaad minder emissies uitstoten en geluid produceren, maar de hoeveelheden waar het om gaat zullen beperkt zijn in relatie met de aanwezige emissies. Het is daarom nauwelijks merkbaar in metingen van luchtkwaliteit of van gezondheidseffecten. De bredere inzet van waterstofbussen leidt tot minder schadelijke emissies en een betere luchtkwaliteit voor de regio. De enige uitstoot lokaal is zuiver water en warmte. De lokale luchtverontreinigende emissies van waterstof bussen zijn beperkt tot de slijtage-emissies, waarmee deze zeer geschikt zijn uit het oogpunt van lokale milieukwaliteit. Vergeleken met de praktijkemissies luchtverontreinigende stoffen van Diesel Euro V bussen (3,51 g/km NOx en 0,063 g/km fijnstof), heeft een waterstof bus een uitstoot van 0 g/km aan lokale luchtverontreinigende emissies (bron: CE Delft, factsheet voertuigbrandstoffen, 2012). De fijnstof van slijtage van banden, remmen, wegdek is 0,078 g/km, en deze is onafhankelijk van het type aandrijflijn. Met 225 waterstofbussen, die 90.000 kilometer per jaar afleggen, wordt daarmee 71 ton aan NOx en 1,3 ton aan fijnstof emissies per jaar vermeden, ten opzichte van dieselbussen. De GGD Rotterdam en omstreken heeft een studie gedaan naar de economische waarde van uitstootbeperking. Bevindingen zijn vastgelegd in het rapport ‘Baten van schonere lucht in Rijnmond’. In dit rapport wordt de waarde geschat van de vermindering van blootstelling aan NOx en PM10 fijnstof. Vooral de waarde van vermindering van blootstelling aan transportgerelateerde fijnstof is substantieel. De bedragen zijn: • voor NOx EUR 0,25 per 1μg/m3 vermeden blootstelling • voor fijnstof EUR 85,-- per 1μg/m3 vermeden blootstelling
Versie 1.3
15