Maatschappelijk jaarverslag 2011
2
3
4
Voorwoord
Met trots bied ik u het maatschappelijk jaarverslag 2011 aan. Met dit document legt het Flevoziekenhuis verantwoording af over het afgelopen kalenderjaar en geven wij inzicht in de koers op middenlange termijn. Het Flevoziekenhuis kan terugkijken op een goed jaar. Met een afname van 1,6% in personele inzet, werd een groei van 8% in patiënteenheden gerealiseerd. Het marktaandeel steeg naar 81%. Het jaar kon onder andere door een incidentele meevaller met een positief resultaat van ruim 3 miljoen euro worden afgesloten. Dit positieve resultaat draagt bij aan de verbetering van onze reservepositie. Door de introductie van nieuwe technieken en een constructieve samenwerking met onze zorgpartners hebben we opnieuw verbeteringen aangebracht in het zorgproces. Daardoor kunnen we onze patiënten nog meer kwaliteit, service en veiligheid bieden. De gemiddelde verpleegduur werd teruggebracht van 4,7 (2010) naar 4,4 dagen (2011). We slagen er steeds beter in om het Planetree-concept te vertalen naar de alledaagse praktijk. En daarmee de zorg gastvrij, efficiënt en op een mensgerichte wijze aan te bieden. De patiënttevredenheid bleef op een hoog niveau. Onze patiënten gaven ons gemiddeld een rapportcijfer van 8,3 (8,2 in 2010). De bestaande samenwerking met zorgpartners is verder uitgebouwd. Op het gebied van cardiologie is een innige samenwerking ontstaan tussen AMC, Tergooiziekenhuizen en het Flevoziekenhuis. In 2011 werd – met succes – de opleidingsstatus voor de vakgroep Chirurgie aangevraagd. Met ingang van 2012 kan het Flevoziekenhuis de eerste chirurgen gaan opleiden. Het is een kroon op de jarenlange samenwerking tussen Flevoziekenhuis en AMC en bovendien van grote betekenis voor onze ambitie om uit te groeien tot een volwaardig opleidingsziekenhuis. Met onze partner Zorggroep Almere willen we komen tot een betere en meer efficiënte verdeling van taken tussen de eerste en tweede lijn. In 2011 werden de eerste stappen gezet op weg naar een gezamenlijk centrum voor zwangerschap en geboorte. Binnen het project Zorginnovatie in Almere (ZIE Almere) werken Zorggroep Almere, Flevoziekenhuis, GGz Centraal en Achmea samen in de ontwikkeling van zorgpaden voor belangrijke chronische aandoeningen. Uitgangspunten voor het project zijn: het bieden van betere zorg tegen lagere kosten en het leveren van de juiste zorg op het juiste moment. Na een zorgvuldige voorbereiding is in 2011 groen licht gegeven voor de ontwikkeling van de eerste zorgpaden: Diabetes, CVRM (cardiovasculair risicomanagement) en Bewegingsapparaat. Het zorglandschap verandert mede onder invloed van marktwerking. Om hier optimaal op in te kunnen spelen, zijn in 2011 de nodige veranderingen in de organisatie in gang gezet. Met ingang van 1 januari 2012 zijn de vakgroepen omgevormd in Eenheden voor Verantwoord Resultaat (EVR’s). Deze EVR’s staan onder voorzitterschap van een medisch specialist die daarbij wordt ondersteund door een bedrijfsleider. De EVR’s zijn integraal verantwoordelijk voor productie, kwaliteit en kosten en leggen verantwoording af aan de raad van bestuur. Deze ontwikkeling sluit aan op het eerder geformuleerde uitgangspunt dat de zorg centraal moet staan. Met de invoering van dit model zijn tussenliggende managementlagen (zorgdirectie en medisch managers) grotendeels komen te vervallen. Uit dit sturingsmodel volgde logischerwijs ook een aanpassing van de topstructuur. Daarmee is de raad van bestuur beter toegerust om te kunnen sturen op resultaat. Met ingang van 1 maart 2012 zijn – naast ondergetekende – twee nieuwe bestuurders toegetreden tot de raad van bestuur.
5
Om een betere sturing mogelijk te maken is in 2011 – naast de invoering van het nieuwe factureringssysteem DOT – veel energie gestoken in het optimaliseren van de managementinformatie. Deze processen hebben veel energie gevraagd van onze medische en verpleegkundige staf, directieleden, afdelingshoofden, medewerkers, ondersteunende diensten en niet te vergeten de leden van de Ondernemingsraad, Cliëntenraad en raad van toezicht. Ik dank eenieder voor de constructieve samenwerking. Ook wil ik op deze plaats alle medewerkers en vrijwilligers bedanken voor hun inzet in het afgelopen jaar. Met de resultaten van 2011 is een gezonde basis gelegd waar het Flevoziekenhuis in 2012 op kan voortbouwen. Mevrouw J. Schraverus, voorzitter raad van bestuur Flevoziekenhuis
Mevrouw J. Schraverus (midden) met haar nieuwe collega’s mevrouw C. Admiraal (links) en mevrouw A. Arts.
6
Uitgangspunten van de verslaglegging
In dit jaardocument geven we een terugblik op het verslagjaar 2011, dat loopt van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011. Bij de totstandkoming van dit jaarverslag is het format van het ministerie van VWS gevolgd. Daarmee draagt het Flevoziekenhuis bij aan de onderlinge vergelijkbaarheid van ziekenhuizen. Deel I Corporate verslag, heeft betrekking op organisatiebrede ontwikkelingen. Het Flevoziekenhuis heeft er voor gekozen de verslaglegging van het medisch stafbestuur, de Cliëntenraad, de verpleegkundige staf en Ondernemingsraad te integreren in het jaardocument. U vindt deze verslagen – evenals de verslagen van de ziekenhuiscommissies – in deel II van het jaardocument. Dit jaar verschijnt er geen apart jaarboek voor de medische staf. In dit jaardocument is tevens verslag gedaan van de activiteiten van het Flevoziekenhuis op het gebied van milieu. De geconsolideerde jaarrekening is opgenomen in een apart document. Het jaardocument en de jaarrekening zijn met grote zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks is het Flevoziekenhuis niet verantwoordelijk voor de interpretatie van deze documenten door derden.
7
8
Inhoudsopgave
Voorwoord
5
Uitgangspunten van de verslaglegging
7
Deel I
12
Corporate verslag
1 1.1 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3. 1.4.4. 1.4.5.
Profiel van de organisatie Algemene identificatiegegevens Structuur van het concern Kerngegevens Kernactiviteiten Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten Werkgebieden Belanghebbenden Zorgpartijen Verzekeraars Financiers Overheid en maatschappelijke partijen Overige partijen
13 13 13 14 14 15 15 16 16 17 17 18 18
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering Normen voor goed bestuur & Zorgbrede Governance Code Raad van bestuur Toezichthouder (raad van toezicht) Bedrijfsvoering
19 19 21 24 27
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.2.1 3.2.2.2 3.2.3 3.2.4 3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.5 3.5.1 3.5.1.1 3.5.1.2 3.5.1.3 3.5.1.4
Beleid, inspanningen en prestaties Toekomstvisie en meerjarenbeleid Toekomstvisie Meerjarenbeleid Algemeen beleid en resultaten verslagjaar Resultaten per vakgroep Bedrijven Ziekenhuisafdelingen Services Vrijwilligers Inkoopbeleid ICT Algemeen kwaliteitsbeleid Kwaliteitsindicatoren Veiligheid Incidenten Toegankelijkheid Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten Patiëntenfeedback: enquêtes en klachten Patiëntenparticipatie Klachten Claims en tuchtzaken Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) en de Functionaris voor de Gegevensbescherming
29 29 29 29 31 31 37 38 41 44 44 45 47 48 49 51 53 55 55 55 57 59
9
60
3.6 3.6.1 3.6.2 3.6.3 3.6.4 3.7 3.8
Kwaliteit ten aanzien van medewerkers Personeelsbeleid Kwaliteit van het werk Opleiden Medische opleidingen Samenleving Milieu
61 61 62 63 65 68 71
4
Financieel beleid
73
Deel II
Verslagen van advies- en medezeggenschapsorganen en ziekenhuiscommissies 76
1 1.1 1.2 1.3 1.4
Advies- en medezeggenschapsorganen Medisch stafbestuur Vereniging verpleegkundige staf Cliëntenraad Ondernemingsraad
77 77 80 81 84
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14
Ziekenhuiscommissies Klachtencommissie MIP-commissie Bestuurscommissie Kwaliteit ZiROP-commissie Infectiecommissie OK-bestuur Commissie Orgaan- en Weefseldonatie Oncologiebestuur Reanimatiecommissie Materialenadviescommissie Centrale Opleidingscommissie HSMR-werkgroep Wetenschapsbureau Medisch Ethische Toetsingscommissie
87 87 89 90 91 92 92 93 94 94 97 97 98 99 100
Bijlagen
101
1. 2. 3. 4.
102 105 106
Klachten – Klachtencommissie – Claims Overzicht van studies aangemeld bij Medisch Ethische Toetsingscommissie Overzicht van lopende onderzoeken via het Wetenschapsbureau Overzicht van opleidingsplaatsen ziekenhuisbreed voor studiejaar 2011-2012 (excl. medische opleidingen) 5. Personalia (31-12-2011) 6. Overzicht instrumenten risicobeheersing 7. Nevenactiviteiten artsen
10
108 109 114 116
11
Deel I
Corporate verslag
12
1
Profiel van de organisatie
1.1 Algemene identificatiegegevens Stichting Flevoziekenhuis Hospitaalweg 1 1315 RA Almere (036) 868 8888 41023790
[email protected] www.flevoziekenhuis.nl
Naam verslagleggende rechtspersoon Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Identificatienummer Kamer van Koophandel E-mailadres Website
1.2 Structuur van het concern Het Flevoziekenhuis is een algemeen ziekenhuis dat beschikt over een toelating volgens de WTZi. Het ziekenhuis is juridisch vormgegeven in een stichting genaamd Stichting Flevoziekenhuis, statutair gevestigd in Almere. De Stichting Flevoziekenhuis kent twee dochterondernemingen: • Flevozorg BV is een 100% dochteronderneming van de Stichting Flevoziekenhuis. Deze BV heeft als doel het faciliteren van extra activiteiten waarvan de bedrijfsvoering en exploitatie los van de Stichting Flevoziekenhuis plaatsvinden. • FlevoClinic BV is een 100% dochteronderneming van Flevozorg BV. Binnen FlevoClinic wordt niet-verzekerde zorg aangeboden. De stichting FlevoClinic is de erkenninghoudende rechtspersoon. Daarnaast participeert het Flevoziekenhuis in DeKinderkliniek BV met een meerderheidsaandeelhouderschap van 60% (naar rato van dit percentage meegeconsolideerd). Afbeelding: Structuur van het concern
Stichting Flevoziekenhuis
100% aandelen Flevozorg BV
FlevoClinic BV
DeKinderkliniek Almere BV
100 % aandelen
60% aandelen
Stichting FlevoClinic (ZBC)
13
Het ziekenhuis werd in 2011 bestuurd door een éénhoofdige raad van bestuur, die tevens bestuurder is van Flevozorg BV. Vanaf 1 maart 2012 is er sprake van een driehoofdige raad van bestuur. Op het bestuur wordt toegezien door een onafhankelijke raad van toezicht. Afbeelding: Organisiestructuur Flevoziekenhuis 2011 (per 01-01-2012 geldt een nieuwe structuur, zie daarvoor hoofdstuk 2.2) Raad van toezicht
Raad van bestuur Medische staf
Bestuurssecretariaat
Ondernemingsraad
Communicatie
Cliëntenraad
Zorg
Verpleegkundige staf
Bedrijven/ ICT
Financiën, Marketing en Verkoop
Kwaliteit, Personeel, Opleiding en Wetenschap
1.3 Kerngegevens 1.3.1 Kernactiviteiten Het Flevoziekenhuis is een snel ontwikkelend en groeiend basisziekenhuis met in 2011 vijf specialistische opleidingen. Het betreft de vakgroepen Interne geneeskunde, Gynaecologie/ Verloskunde, Dermatologie, KNO en Kindergeneeskunde. Naast alle basisspecialismen biedt het Flevoziekenhuis een aantal bijzondere voorzieningen, te weten een dialysecentrum, plaatsen van cardioverter defibrilatoren (ICD’s), kraamsuites en IVF-poli. Daarnaast biedt het Flevoziekenhuis binnen haar eigen gebouw een aantal specialistische functies aan in samenwerking met andere partijen zoals radiotherapie via het AMC, revalidatie via MEREM (locatie De Trappenberg) en psychiatrie via GGz Centraal. Naast deze medisch specialistische zorg biedt het Flevoziekenhuis een aantal paramedische specialismen zoals diëtetiek, maatschappelijk werk, geestelijke verzorging en fysiotherapie. Tabel: Specialismen van het Flevoziekenhuis Anesthesiologie (inclusief pijnbestrijding) Cardiologie Centrum Bijzondere Tandheelkunde Chirurgie Dermatologie Geriatrie Gynaecologie/Verloskunde Interne geneeskunde Intensive care Kaakchirurgie Keel-, Neus- en Oorheelkunde Kindergeneeskunde
Longziekten Maag-, Darm- en Leverziekten Medische microbiologie Nefrologie Neurologie Oogheelkunde Orthopedie Pathologie Plastische chirurgie Radiologie Reumatologie Spoedeisende hulp
14
Klinische chemie Klinische psychologie Laboratorium diagnostiek
Urologie Ziekenhuisfarmacie
Naast de activiteiten in het Flevoziekenhuis wordt er zorg aangeboden via een zelfstandige kliniek, FlevoClinic. Het Flevoziekenhuis is 100% aandeelhouder van FlevoClinic BV. Het betreft hier medische verrichtingen die niet onder de Zorgverzekeringswet vallen op het gebied van plastische chirurgie, dermatologie, KNO en gynaecologie/verloskunde. Het Flevoziekenhuis is verder voor 60% aandeelhouder van de stichting DeKinderkliniek, waarin de verrichtingen poliklinische en dagbehandelingszorg voor kindergeneeskunde zijn ondergebracht. 1.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten Het Flevoziekenhuis is gevestigd in een groeiende stedelijke omgeving. Na de ingebruikname van de nieuwbouw in 2009 is de capaciteit van het Flevoziekenhuis in vierkante meters verdrievoudigd. De erkende bedcapaciteit van het ziekenhuis bedraagt in 2011 in totaal 386 bedden. De groei in personele capaciteit, uitgedrukt in het aantal gemiddeld verloonde fte is gestegen van 1.310 fte in 2009 naar 1.376 in 2010, maar is in 2011 gedaald naar 1.348 fte. Tabel: Belangrijkste productiegegevens Primaire parameters
2011 (A+B segment) 111.098
2010 (A+B-segment) 105.690
2009 (A+B-segment) 108.883
162.391
177.800
197.887
1,46
1,68
1,82
Opnamen
18.725
18.135
16.714
Dagbehandeling licht
16.759
14.550
12.174
Dagbehandeling zwaar
2.792
2.493
2.262
Verpleegdagen
82.601
84.890
81.264
Patienteenheden
433.719
408.139
378.855
4,4
4,7
4,9
EPB Herhaalbezoek Herhaalfactor
Gemiddelde verpleegduur (dagen)
Voor gedetailleerde gegevens verwijzen wij graag naar digiMV via de website van www.jaarverslagenzorg.nl. 1.3.3 Werkgebieden Het Flevoziekenhuis richt zich primair op de regio Almere, en op de rest van Flevoland. Door de groei krijgt het ziekenhuis steeds meer een regionale functie. Dat geldt bijvoorbeeld voor verloskunde, interne geneeskunde (met name voor de oncologie), MDL en cardiologie (het plaatsen van ICD’s). In 2010 is het Flevoziekenhuis gestart met het aanbieden van de dialysefunctie in Lelystad in samenwerking met en binnen de muren van de MC Groep. Almeerders die geen gebruik maken van het Flevoziekenhuis gaan voornamelijk naar academische en topklinische ziekenhuizen in omliggende regio’s. De bevolking van Almere telde eind 2011 ruim 193 duizend inwoners. Volgens de laatst bekende prognose kan Almere tot 2025 een groei van 60 duizend inwoners verwachten (bron: Regionale bevolkingsprognose 2009 – 2040; Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Bureau voor de Statistiek). Het marktaandeel van het Flevoziekenhuis van het verzorgingsgebied (op basis van aantal eerste administratieve consulten) bedroeg 81% (voorgaand jaar 80%).
15
1.4 Belanghebbenden Het Flevoziekenhuis kent, behoudens de patiënten, de volgende stakeholders. 1.4.1 Zorgpartijen Tabel: Zorgrelaties Zorgpartijen Verwijzers: voornamelijk huisartsen van Zorggroep Almere en vrijgevestigden, verloskundigen, tandartsen etc.
Zorggroep Almere
AMC
AMC en Tergooiziekenhuizen OLVG MC Groep
Bergman Clinics
Activiteiten / bijzonderheden • Bezoek gezondheidscentra van Zorggroep Almere. • Digitaal huisartsenportaal via www.mijnFlevoziekenhuis.nl. • Vakgroepcarroussel: delegatie huisartsen bespreekt aandachtsgebied van één vakgroep. • Compagnonsdagen: informatieuitwisseling en ontmoeting tussen huisartsen en medisch specialisten. • Nascholing huisartsen. • FlevoFlitz: maandelijkse nieuwbrief voor alle verwijzers. • VerwijsWijzer: twee keer per jaar actueel overzicht van contactgegevens, collegalijnen, themapoli’s, protocollen etc. per vakgroep. Belangrijkste partner in de zorgketen. Samenwerking op drie niveaus: • Op de werkvloer: zowel projectmatig (diabeteszorg) als structureel (spoedeisende zorg en CVA-nazorg). • Binnen het Transmuraal Zorgnetwerk Almere (Traza): een gezamenlijk stichting van Zorggroep Almere en het Flevoziekenhuis (bijvoorbeeld project Zorginnovatie in Almere: ZIE). • Bestuurlijk overleg: gezamenlijke keuze voor Planetree, de realisatie van een poli-apotheek in de centrale hal van het ziekenhuis. Spoedeisende hulp en Huisartsenpost werken intensief samen in Spoedpost Almere. Strategische samenwerking op de volgende terreinen: • Specialistische opleidingen: Interne geneeskunde, Gynaecologie/Verloskunde, Kindergeneeskunde, KNO, Dermatologie en (met ingang van 2012) Chirurgie. • Vakgroepen: een deel van de chirurgen heeft een aanstelling in zowel AMC als Flevoziekenhuis. Concentratie en spreiding van zorg: mammacarcinoom en de coloncarcinoom operaties vinden in het Flevoziekenhuis plaats. Meer complexe operaties (grote vaatoperaties, neurochirurgie) vinden in het AMC plaats. • Radiotherapie: sinds 2008 behandelen radiotherapeuten van het AMC-patiënten in het Flevoziekenhuis. Vanaf 2011: samenwerking op cardiologie: het plaatsen van implanteerbare cardioverter defibrilatoren (ICD’s) en percutane coronaire interventies (PCI). Het KCL (klinisch chemisch laboratorium), medische microbiologie, pathologie en de ziekenhuisapotheek worden gezamenlijk met het OLVG (en de MC Groep) vormgegeven. • Samenwerking – met OLVG – op gebied van KCL (klinisch chemisch laboratorium), medische microbiologie, pathologie en de ziekenhuisapotheek. • Het Flevoziekenhuis verzorgt vanaf 2010 dialysezorg op de locatie van MC Zuiderzee in Lelystad. Gezamenlijke operaties in het Flevoziekenhuis op het terrein van gewrichtsprothesiologie en schouder- en rugchirurgie. Het Flevoziekenhuis funtioneert als achterwacht voor Bergman Clinics.
16
GGz Centraal en MEREM Behandelcentra, locatie Revalidatiecentrum De Trappenberg Forensisch Psychiatrisch Centrum De Oostvaarderskliniek, Penitentiaire Inrichting Almere Binnen
Deze samenwerkingspartners verzorgen binnen het Flevoziekenhuis de functie psychologie en psychiatrie, respectievelijk revalidatiegeneeskunde.
GGD Flevoland, Regionale Ambulancevoorziening en Meldkamer Ambulancezorg
Gezamenlijk spreekuur voor seksuele gezondheid. Verder wordt samengewerkt op het gebied van reizigersvaccinaties.
Oogzorgnetwerk
Samenwerkingsverband met oogheelkundige afdelingen van algemene en academische ziekenhuizen. Met audiciëns van Beter Horen is een gezamenlijke ‘hoorstraat’ ingericht op de poli KNO.
Beter Horen
Protocol over ziekenhuiszorg aan gedetineerden en forensisch psychiatrische patiënten (TBS-gestelden).
1.4.2 Verzekeraars Tabel: Stakeholders verzekeraars Verzekeraars Achmea Zorg en Gezondheid College voor zorgverzekeringen (CVZ) MediRisk
Activiteiten / bijzonderheden Overleg over productieafspraken wettelijk budget (A-segment: kwantiteit/kwaliteit). Overleg over prijzen, kwaliteit en volume Bsegment. Overeenkomst voor behandeling van onverzekerbare vreemdelingen voor de provincie Flevoland. Medische aansprakelijkheidsverzekering.
1.4.3 Financiers Tabel: Financiële relaties Financiers Rabobank
Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ)
Activiteiten / bijzonderheden In 2011 heeft het Flevoziekenhuis de keuze gemaakt voor de Rabobank als nieuwe huisbankier. De kredietfaciliteiten zijn aangepast. De Rabobank heeft twee lopende financieringen van CenE bankiers overgenomen. Er is langlopende financiering verstrekt voor investeringen in inventaris. In 2010 heeft het ziekenhuis WfZ-borgstellingsverklaring verkregen voor langlopende financiering voor de nieuwbouw.
17
1.4.4 Overheid en maatschappelijke partijen Tabel: Overheid en maatschappelijke relaties Overheid en maatschappelijke partijen Gemeente Almere / provincie Flevoland
Economic Development Board Almere (EDBA) Inspectie voor de Gezondheidszorg
Politie en Openbaar Ministerie
Vereniging Bedrijfskring Almere (VBA)
Almere City Marketing Hogeschool Windesheim Flevoland
Activiteiten / bijzonderheden Uitwisseling ideeën en afspraken over vormgeving zorg. Gespreksonderwerpen waren onder meer: Zorginnovatie in Almere (ZIE), afstemming bij rampen (ZiROP), gezamenlijke aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld, agressie tegen hulpverleners, afstemming bij grote evenementen. Rol ziekenhuis als werkgever en opleidingsinstituut. Frequent overleg. Naast overleg over calamiteiten hebben diverse themabezoeken plaatsgevonden. Het gebruikelijke jaargesprek heeft plaatsgevonden in maart. Centraal stond een aantal vooraf, gezamenlijk gekozen resultaten van de kwaliteitsindicatoren. De Inspectie toonde zich positief over de geboekte resultaten en de geconstateerde cultuur. Tussen Zorggroep Almere, GGz Centraal, de GGD en het Flevoziekenhuis werd een convenant gesloten over gegevensuitwisseling. Dit convenant is uitgebreid met: • Protocol wapens en munitie; • Protocol verdovende middelen; In voorbereiding is het landelijke en regionale convenant: ‘Handen af van onze zorgverleners’. Het Flevoziekenhuis is vertegenwoordigd in het bestuur van de VBA Kring Almere Centrum. Hierin vindt afstemming plaats met bijvoorbeeld de gemeente over beleid rondom beheer en veiligheid openbare ruimte, parkeerbeleid en bereikbaarheid, evenementen etc. Samenwerking en afstemming op het gebied van stadspromotie. Samenwerking op het terrein van opleidingen, stages, Skillslab etc.
1.4.5 Overige partijen Tabel: Overige relaties Relaties Restaurant Vermaat
Inkooporganisatie Prospitalia
Activiteiten / bijzonderheden Firma Vermaat verzorgt de exploitatie voor het gecombineerde bezoekers- en personeelsrestaurant in de centrale hal van het ziekenhuis. Op basis van een tevredenheidonderzoek zijn verbeteringen doorgevoerd in de bedrijfsvoering. Prospitalia BV richt zich op de gezamenlijke inkoop van ge- en verbruiksgoederen in de gezondheidszorg. Van het totale inkoopvolume wordt ongeveer twee miljoen euro gezamenlijk ingekocht. Dit levert een structurele jaarbesparing op van 10.59%. In 2012 wordt gestreefd naar een verdere uitbreiding van het aantal deelnemende ziekenhuizen.
18
2
Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering
2.1 Normen voor goed bestuur & Zorgbrede Governance code Normen voor goed bestuur De besturingsfilosofie van het Flevoziekenhuis is gebaseerd op een aantal uitgangspunten: • Het primaire proces is leidend; de zorg staat centraal. • Participatie van medici en afdelingshoofden in alle lagen van de organisatie. De dokter geeft de doorslag! • Verantwoordelijkheden laag in de organisatie: alleen verantwoordelijkheden die daar niet gedragen kunnen worden, worden een niveau hoger gelegd. • Geen verantwoordelijkheid zonder bevoegdheid en vice versa. • Taken zoveel mogelijk in de lijn; managers zijn integraal verantwoordelijk. • Het zorgproces voor de patiënt is leidend. Dit vergt een open organisatie, gericht op samenwerking met partners in de zorgketen. Zorgbrede Governance code De Governance filosofie van het Flevoziekenhuis luidt: • Professionaliseer bestuur en toezicht en het samenspel tussen beiden. • Betrek andere belanghebbenden bij het samenspel tussen raad van bestuur en raad van toezicht. • Wees transparant en open. • Zeg wat je doet en doe wat je zegt. • Spreek elkaar aan op wederzijds functioneren. • Wees duidelijk over de verantwoordelijkheden van verschillende partijen ten aanzien van kwaliteit, veiligheid én risico’s. In onderstaande tabel is aangegeven op welke wijze het Flevoziekenhuis de Zorgbrede Governance code heeft toegepast. Waar wordt afgeweken van de code, wordt dat gemotiveerd. Code
Situatie Flevoziekenhuis
Actie/toelichting
Huidige situatie wordt gehandhaafd.
Accountant rapporteert bevindingen inzake jaarrekening gelijktijdig aan raad van bestuur en raad van toezicht.
Belanghebbenden benoemd in statuten. Geen verder schriftelijk beleid; interne belanghebbenden en posities zijn duidelijk (adviesorganen). Is niet schriftelijk vastgelegd, functioneren accountant wel periodiek geëvalueerd met mogelijkheid van wisseling. Accountant rapporteert aan Financial Audit Committee. Hierin zijn zowel raad van bestuur als raad van toezicht vertegenwoordigd.
Onderwerp: raad van toezicht Statutair vastleggen: gronden en procedure voor schorsing of ontslag leden raad van toezicht.
Dit is bij het Flevoziekenhuis in de statuten vastgelegd en nader uitgewerkt in het
Handhaven.
Onderwerp: verantwoording Beleid voor de dialoog met belanghebbenden; vaststellen wie belanghebbenden zijn en waarover zij geïnformeerd/ geraadpleegd worden. Periodieke wisselingen persoon accountant.
19
Werkwijze heeft in 2011 geleid tot wisseling van accountant. Handhaven; sluit aan op in Flevoziekenhuis gebruikelijke werkwijze en staat transparant overleg tussen accountant en raad van toezicht niet in de weg.
Lid raad van toezicht verricht nimmer raad van bestuur taken. Onderwerp: wijzigingen in de code per 01.01.2010 Raad van bestuur is verantwoordelijk voor kwaliteit en veiligheid van zorg en legt hierover verantwoording af aan de raad van toezicht. De raad van toezicht houdt toezicht op kwaliteit en veiligheid. Het beschrijven van de goedkeuringsbevoegdheden van de raad van toezicht. Klokkenluidersregeling Elke vorm of schijn van persoonlijke bevoordeling dan wel belangenverstrengeling moet worden vermeden. Besluiten tot het aangaan van transacties waarbij tegenstrijdige belangen van leden van de raad van toezicht spelen die van materiële betekenis zijn voor de organisatie en/of toezichthouders, behoeven goedkeuring van de raad van toezicht. De raad van toezicht is verantwoordelijk voor besluitvorming over het oplossen van zaken waarbij belangenverstrengeling aan de orde kan zijn. De zorgorganisatie heeft als maatschappelijke onderneming een beleid voor de dialoog met samenwerkingsverbanden of organisaties die rechtstreeks bij het beleid van de maatschappelijke doelstelling van de zorgorganisatie zijn betrokken als belanghebbenden actief zijn binnen haar verzorgingsgebied. Uitkeringen van financiële middelen vinden uitsluitend plaats binnen de maatschappelijke doelstelling en verantwoordelijkheid van de zorgorganisatie. Het aantal bestuurlijke en toezichthoudende functies van de leden van de raad van
Reglement raad van toezicht. Dit is met het in werking treden van het nieuwe Reglement raad van toezicht uitgesloten. Kwaliteit en veiligheid vormen een vast onderdeel in de rapportage en het dashboard van de raad van bestuur aan de raad van toezicht. Tevens onderwerp van gesprek in auditcommissie Kwaliteit en veiligheid en de jaarlijkse ontmoeting met het stafbestuur. De goedkeuringsbevoegdheden van de raad van toezicht zijn al vastgelegd in de statuten. Het Flevoziekenhuis beschikt nog niet over een klokkenluidersregeling. Expliciet opgenomen in de statuten en nader uitgewerkt in het Reglement raad van toezicht.
Dit is per belanghebbende c.q. externe partij op passende wijze geregeld en hierover wordt jaarlijks via het maatschappelijk jaarverslag verantwoording afgelegd.
Situatie Flevoziekenhuis is conform deze code.
Wordt bij selectie nieuwe leden raad van toezicht aandacht aan besteed, maar staat niet
20
Regeling wordt in mei 2012 vastgesteld.
Verankering van de kwaliteitsrisico’s in het riskmanagement is een punt van aandacht.
Reeds toegepast. Wordt in 2012 vastgesteld. Het Reglement van de raad van toezicht wordt in 2012 in nieuwe vorm vastgesteld, aangevuld met een bepaling die de hier bedoelde belangenverstrengeling en goedkeuringsbevoegdheid expliciet regelt.
Met interne belanghebbenden (OR, MS, CR, VS) en de raad van toezicht zijn afspraken vastgelegd via hun reglementen. Daarnaast is met externe belanghebbenden regelmatig overleg, dat op geleide van de situatie wordt vormgegeven en ingevuld. Een expliciete beleidsnotitie hierover is niet noodzakelijk. Reeds toegepast.
Reeds toegepast.
toezicht is zodanig beperkt dat een goede taakvervulling door ieder van de leden van de raad van toezicht gewaarborgd is. Tenminste één lid van de raad van toezicht beschikt over voor de zorgorganisatie relevante kennis en ervaring in de zorg. Alle leden van de raad van toezicht volgen na benoeming een introductieprogramma of scholingsprogramma waarin in ieder geval aandacht wordt besteed aan algemene financiële, sociale en juridische zaken, de financiële verslaggeving door de zorgorganisatie, de specifieke aspecten die eigen zijn aan het type zorgorganisatie en aan de verantwoordelijkheden als toezichthouder. De raad van toezicht beoordeelt jaarlijks de behoefte aan nadere training of opleiding.
expliciet in de profielschets.
Uitgangspunt staat reeds in het Reglement raad van toezicht en wordt vanaf 1 mei 2012 in de praktijk ook toegepast. De introductie voor nieuwe leden raad van toezicht wordt ‘op maat’ afgesproken. Voor zittende raad van toezicht leden is er de mogelijkheid deel te nemen aan landelijke bijeenkomsten onder meer via het lidmaatschap NVTZ. De behoefte aan scholing van de leden raad van toezicht wordt jaarlijks bij de zelfevaluatie besproken.
Vanaf 1 mei 2012 toegepast.
Reeds toegepast.
2.2 Raad van bestuur Tabel: Samenstelling raad van bestuur Naam Mevr. drs. J. Schraverus
Bestuursfunctie Voorzitter (per 1 maart 2008) Per 1 maart 2012 bestaat de raad van bestuur uit drie personen
Nevenfuncties Voorzitter Raad van toezicht Fairtrade Original Lid raad van toezicht Magenta Zorg (tot april 2011) Lid raad van Commissarissen Tomin Groep Lid raad van Commissarissen Deloitte Lid raad van Commissarissen Yarden
Het Flevoziekenhuis is een sterk groeiende organisatie in een dynamische omgeving. Uit oogpunt van kwaliteit en de noodzaak tot kostenreductie worden ziekenhuizen gedwongen scherpere keuzes te maken. Het Flevoziekenhuis wil zelf de regie voeren in deze discussie. De raad van bestuur heeft daarom ingezet op de volgende hoofdlijnen: • Duidelijke keuzes in de portfolio: Waar zijn we (aantoonbaar) goed in, welke zorg kunnen we betaalbaar leveren? Welke zorg kunnen we beter overlaten aan anderen? • Nauwe samenwerking met de partners in de eerste, tweede en derde lijn: AMC, Zorggroep Almere, GGz Centraal, Tergooiziekenhuizen en MC Zuiderzee. • Met creativiteit en innovatie de spreiding en concentratie in de samenwerking vormgeven. Nieuwe vormen zoeken om de zorg beter, dichtbij de patiënt, met minder regels, tegen lagere kosten te organiseren. De raad van bestuur heeft in 2011 geïnvesteerd in de relaties met de zorgpartners. Op het gebied van chirurgie zijn met het AMC verregaande afspraken gemaakt over de concentratie en spreiding van zorg. Naast patiëntenzorg liggen er belangrijke raakvlakken op het gebied van opleiding en kwaliteit.
21
De samenwerking met Zorggroep Almere werd in 2011 verder uitgebouwd. Zo wordt er gewerkt aan een integratie van 1e en 2e lijns zorg op het gebied van geboorte en zwangerschap. Binnen het project Zorginnovatie Almere (ZIE) worden gezamenlijk zorgpaden voor een aantal chronische aandoeningen ontwikkeld. Organisatieverandering Verantwoordelijkheden laag Het Flevoziekenhuis denkt dat samenwerking het meest kansrijk is als deze vanaf de ‘werkvloer’ kan groeien. De zorgprofessionals staan het dichtst bij de patiënt en weten als geen ander hoe de zorg het beste kan worden ingericht. In 2011 is gezocht naar een manier waarop verantwoordelijkheden en bevoegdheden zo decentraal mogelijk verankerd kunnen worden. EVR vorming Besloten is tot de inrichting van EVR’s: eenheden voor verantwoord resultaat. De dagelijkse leiding van de EVR komt in handen van de EVR-voorzitter (de vakgroepvoorzitter) die daarbij wordt ondersteund door een bedrijfsleider (hoofd zorgeenheid). De bedrijfsleider en de EVR-voorzitter zijn in de dagelijkse praktijk sterk op elkaar aangewezen. Zij leggen rechtstreeks verantwoording af aan de raad van bestuur. Randvoorwaarden Het Flevoziekenhuis wil één ziekenhuis blijven. Daarom gelden voor alle EVR’s randvoorwaarden op het gebied van productie (welke zorg wordt in welke hoeveelheid geleverd), kosten en kwaliteit (veilige zorg, maar bijvoorbeeld ook patiënttevredenheid). Besloten is om 2012 als een opstartjaar te beschouwen. Stap voor stap Het EVR-model wordt stapsgewijs ingevoerd. Bij iedere stap volgt een evaluatie, waarna de vervolgstap pas wordt gezet. Er is gestart met EVR’s in de zorg. Enkele afdelingen die wat betreft zorglogistiek nauw verweven zijn met andere afdelingen volgen in een later stadium. De laatste stap is dat ook de ondersteunende afdelingen van het ziekenhuis volgens dit model gaan werken. Dat zal medio 2013 het geval zijn. Alle voorzitters en bedrijfsleiders hebben – op basis van een profiel – een aanstellingsgesprek gehad met de raad van bestuur. In 2012 is een intensief traject van scholing en begeleiding van start gegaan om de EVR-voorzitters en -bedrijfsleiders voor te bereiden op hun nieuwe rol. Verkennings-EVR Om de nieuwe manier van werken te laten slagen is een dashboard in ontwikkeling; een actueel overzicht van alle managementinformatie (productie, kosten en kwaliteit) dat nodig is om de EVR aan te kunnen sturen. Door middel van vijf zogenaamde ‘verkennings-EVR’s’ wordt bekeken op welke wijze de essentiële stuurinformatie, de onderlinge verrekening van diensten, financiële spelregels etc. vormgegeven kan worden. Veranderingen in 2012 De keuze voor dit model houdt in dat andere managementlagen en overlegvormen zijn verdwenen. De managementlaag van de (zorg)directie is afgebouwd. Het managementteam is verdwenen als besluitvormingsorgaan, evenals de clusterbesturen en de functie van medisch manager. Er is een nieuwe overlegstructuur geïntroduceerd. Daarin staat het maandelijks overleg tussen de raad van bestuur en de EVR-voorzitters en -bedrijfsleiders centraal. Een aantal ondersteunende diensten is samengevoegd in een concernstaf die enerzijds de EVR’s en anderzijds de raad van bestuur kan ondersteunen. Het nieuwe organisatiemodel kan als volgt worden weergegeven.
22
Afbeelding: Organisatiemodel voor het Flevoziekenhuis per 1 januari 2012 Het organogram brengt de visie in beeld van de nieuwe organisatie. In het hart van de organisatie staan de EVR’s. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden liggen daarmee op de plaats waar de vraag ontstaat, dicht bij de patiënt en bij de professional. Organisatieonderdelen als Financiën, ICT, HRM en Concernstaf bieden ondersteuning bij de te behalen doelen. Uiteindelijk is de raad van bestuur – onder toezicht van de raad van toezicht – eindverantwoordelijk.
Topstructuur De keuze voor het EVR-model vraagt om een andere invulling van de topstructuur. De raad van toezicht heeft gekozen voor de variant van een driehoofdige raad van bestuur die rechtstreeks de EVR’s aanstuurt. Elke bestuurder heeft een eigen rol. Door middel van openbare werving en met behulp van een extern bureau zijn kandidaten geworven voor de twee nieuwe posities in de raad van bestuur. Deze twee nieuwe bestuurders zijn in maart 2012 gestart (zie hoofdstuk 2.3). Bezoldiging raad van bestuur Voor de bestuurder geldt dat de beloning is gebaseerd op de Beloningscode Bestuurders in de Zorg (BBZ). Details zijn opgenomen in de jaarrekening 2011.
23
Tabel: Overlegstructuur raad van bestuur (RvB) Beschrijving Management team
Frequentie Eens per maand
RvB-stafbestuuroverleg RvB-medische staf
Eens per twee weken Eens per maand
RvB-verpleegkundige staf RvB-Ondernemingsraad
Eens per maand Eens per vijf weken
RvB-Cliëntenraad
Eens per maand
Genodigden Voorzitter RvB, directeuren, medisch managers, voorzitter medisch stafbestuur, secretaris RvB, hoofd communicatie Voorzitter RvB, medisch stafbestuur Medische staf, RvB (1e deel van de vergadering) Verpleegkundig stafbestuur, RvB, directeur Zorg Ondernemingsraad, RvB, directeur KPOW, secretaris RvB (vertegenwoordiging) Cliëntenraad, secretaris RvB en de voorzitter raad van bestuur (vier maal per jaar of zoveel vaker als gewenst)
2.3 Toezichthouder (raad van toezicht) Werkwijze en samenstelling De raad van toezicht bestaat uit vijf leden, waaronder een voorzitter en een vice-voorzitter. De raad is voornemens om conform de Governance code in 2012 tot een uitbreiding te komen met tenminste één lid met specifieke deskundigheid in de ziekenhuissector. De raad vergadert in aanwezigheid van de raad van bestuur en de secretaris raad van bestuur. Met ingang van mei van dit verslagjaar ontvangt de voorzitter van het medisch stafbestuur een ‘standing invitation’ inclusief alle vergaderstukken. De raad van toezicht kende zeven formele vergaderingen. Daarnaast had de raad diverse informele bijeenkomsten. Ook heeft de raad van toezicht enkele bijeenkomsten gehad waarbij het eigen functioneren en dat van het bestuur van het ziekenhuis aan de orde is geweest. Hierbij is de raad van bestuur niet aanwezig. Twee keer per jaar is een afvaardiging van de raad aanwezig bij de vergaderingen van de Ondernemingsraad, de Cliëntenraad en de medische stafvergadering. De agendavoorbereiding vindt plaats in onderling overleg tussen de voorzitter van de raad van toezicht, voorzitter raad van bestuur en de bestuurssecretaris. Ieder lid kan agendapunten aan de agenda toevoegen. De raad heeft op verschillende manieren geparticipeerd in scholingsprogramma’s of externe bijeenkomsten waarin de actualiteit werd toegelicht. Daarnaast heeft de raad haar eigen functioneren met behulp van een externe, onafhankelijke deskundige geëvalueerd en aanbevelingen geformuleerd die in de loop van 2012 geëffectueerd zullen worden. Tabel: Leden raad van toezicht in 2011 Naam Mw. S. Butzke (vanaf 01-04-2008, herbenoemd per 10-05-2012). Dhr. E.R. Capitain (vanaf 14-10-2008)
Overige functies • Divisiedirecteur De Nederlandsche Bank
Bezoldiging € 8.500
•
€ 8.500
• • • • •
Zelfstandig gevestigd bestuursadviseur, visiteur bij pensioenfondsen en universitair docent VU Lid raad van toezicht en lid Audit Committee Vitras/CMD Voorzitter raad van commissarissen en lid Audit Committee woningstichting GoedeStede Voorzitter bestuur Pensioenfonds Rockwool Lid Board Euroclio Voorzitter Agrarische Stichting Blaricum
24
Dhr. M. Emondts (vanaf 01-04-2008, herbenoemd per 10-05-2012).
Dhr. D. Kerkkamp (vanaf 01-04-2008) Herbenoemd per 01-11-2011 Dhr. R. Stokman (vanaf 01-04-2008) Herbenoemd per 01-11-2011) Voorzitter (m.i.v. 31-07-2008)
• • • • • • • • • • • • • • • •
Voorzitter Stichting Vrienden van Tanzania voorzitter SVVT Happy Watoto Homes (tanzania) voorzitter RVC Casa Tortuga BV Voorzitter Kikatiti Happy Watoto Home (Tanzania) Lid Board of Inspiration Medellin Secret Investeerder/adviseur Blue Link Mirror Fund Boardmember Good Hope Home Ltd (Tanzania) Eigenaar-directeur TiDiR BV Lid ledenraad Rabobank Almere Director Distribution Sales Europe, Salient Surgical Technologies Adviseur AKD Prinsen van Wijmen Lid raad van commissarissen Wealth Management Partners NV Bestuurslid Stichting Telaquest Bestuurslid Stichting Drs. C. van Zadelhoff Fonds Lid raad van commissarissen Rutte BV Voorzitter bestuur Stichting Casa Tortuga
€ 8.500
€ 8.500
€ 11.000
De raad van toezicht stelt jaarlijks de bezoldiging van haar eigen leden vast en houdt zich hierbij aan de landelijke, door de NVTZ vastgestelde normering. De bezoldiging wordt voor een jaar toegekend en is niet afhankelijk van het resultaat. Overlegstructuur raad van toezicht (RvT) In het overleg tussen raad van bestuur en raad van toezicht komen in elk geval de doelstellingen, resultaten en risico’s op het gebied van de kwaliteit, veiligheid, financiën en bedrijfsvoering en het imago van de organisatie aan de orde. Tabel: Overzicht vergaderingen van raad van toezicht Beschrijving Agendaoverleg RvT-RvB Remuneratiecommissie Plenair RvT-RvB
Financial auditcommittee Auditcommissie Kwaliteit en veiligheid
Frequentie Om de zeven weken Eenmaal per jaar of vaker als nodig Om de zeven weken
Eens per kwartaal (of zoveel vaker als nodig) Elk half jaar
Plenair RvT-Ondernemingsraad (OR) RvB-OR overlegvergadering
Elk half jaar Elk half jaar
Medische staf vergadering
Elk half jaar
Cliëntenraad vergadering (CR)
Eens per jaar
Genodigden Voorzitter RvT, voorzitter RvB en secretaris RvB Voorzitter RvT, lid RvT, voorzitter RvB Gehele RvT, voorzitter RvB, medisch bestuurder, financieel directeur (op onderdelen) en secretaris RvB en tweemaal per jaar in aanwezigheid van accountant (jaarrekening en management letter) Twee leden RvT, voorzitter RvB, financieel directeur (drie keer per jaar in aanwezigheid van accountant) Twee leden RvT, voorzitter RvB, directeur KPOW, twee medisch managers met portefeuille kwaliteit Gehele RvT, delegatie van de OR Twee leden RvT vergezellen voorzitter RvB tijdens een OR-overlegvergadering Voorzitter RvT vergezelt de voorzitter RvB tijdens medische stafvergadering Eén lid van de RvT vergezelt de voorzitter RvB tijdens de CR-vergadering
25
Naast de plenaire vergaderingen en de participatie bij de formele overlegvergaderingen kent de raad een aantal commissies. Samenstelling commissies: • Remuneratiecommissie: R. Stokman, M. Emondts en de raad van bestuur op uitnodiging. • Financial auditcommittee: S. Butzke, E. Capitain en raad van bestuur. • Auditcommissie Kwaliteit en veiligheid: R. Stokman, D. Kerkkamp, raad van bestuur, medisch manager Kwaliteit en hoofd KOA. Informatievoorziening raad van toezicht In iedere reguliere raad van toezicht-vergadering komt de schiftelijke stand van zaken-rapportage aan de orde. Dit is een voortgangsrapportage waarin de raad van bestuur rapporteert over relevante ontwikkelingen op het terrein van strategie en beleid, kwaliteit en veiligheid, financiën, organisatieontwikkeling en overige relevante zaken. In het reglement van de raad van toezicht zijn de onderwerpen benoemd waarover de raad van bestuur de raad van toezicht informeert. In aanvulling hierop wordt momenteel een informatieprotocol opgesteld dat de afspraken tussen raad van bestuur en raad van toezicht nader uitwerkt en de ontstane praktijk vastlegt. Managementrapportage In aanvulling op bovenstaande wordt aan de raad van toezicht maandelijks het ‘dashboard managementinformatie’ beschikbaar gesteld. Dit bevat de maandcijfers rond productie- en exploitatiecijfers, maar ook andere relevante data zoals liquiditeitscijfers, ziekteverzuim en bedbezetting. Dit dashboard wordt gaandeweg uitgebreid met de relevante data ten aanzien van risicomanagement. Naast de maandcijfers worden ook de kwartaal- en halfjaarcijfers aan de raad van toezicht beschikbaar gesteld en in de Financial auditcommittee en desgewenst plenair mondelijk toegelicht. De raad van toezicht ontvangt verder de kwartaalrappartages kwaliteit en veiligheid en de rapportages rond incidenten in de zorg (DIM/MIP, klachten, juridische zaken en agressievoorvallen). Belangrijkste thema’s in 2011 waren: Werkgeverschap Gedurende het verslagjaar is besloten tot een wijziging van de bestaande topstructuur. Dit besluit vloeide mede voort uit het voornemen tot inrichting van EVR’s; eenheden voor verantwoord resultaat. De vraag die de raad van toezicht zich daarbij stelde was of de huidige eenhoofdige raad van bestuur passend was bij dit model. Daartoe heeft zij zich laten bijstaan door een externe deskundige, die op basis van dossieronderzoek en interviews tot een advies gekomen is. Conform dit advies heeft de raad van toezicht gekozen voor een driehoofdige invulling van de raad van bestuur, onder benoeming van de verschillende profielen van de drie bestuurders en gelijktijdige opheffing van het directiemanagement-niveau. Dit voornemen kon op brede, unanieme steun van de stakeholders rekenen. In het najaar 2011 is onder leiding van de raad van toezicht de werving en selectie gestart naar twee nieuwe bestuurders naast de huidige voorzitter raad van bestuur, mevrouw J. Schraverus. Dit heeft geresulteerd in de benoeming van mevrouw C. Admiraal en mevrouw A. Arts per 1 maart 2012. Gegeven de eisen van de Governance code heeft de raad van toezicht verder besloten tot uitbreiding van haar raad met een zesde lid met specifieke deskundigheid en kennis van de zorg. De werving is in gang gezet, in de benoeming van een nieuw lid wordt in mei 2012 voorzien. Tenslotte is aandacht besteed aan de Governance-vraag rond DeKinderkliniek, de BV waarin het Flevoziekenhuis participeert als aandeelhouder en waarbinnen de poliklinische en dagbehandeling van kindergeneeskunde wordt verricht. Besloten is dat de raad van toezicht zal gaan participeren in de raad van toezicht van DeKinderkliniek. Kwaliteit en veiligheid In aanvulling op de reeds bestaande Financial auditcommittee is gestart met de auditcommissie Kwaliteit en veiligheid. De werkwijze van de auditcommissie Kwaliteit en veiligheid is vastgesteld en werkendeweg heeft de kwartaalrapportage kwaliteit vorm gekregen. In deze kwartaalrapportage
26
worden de meetbare resultaten opgenomen van onder meer diverse kwaliteitsindicatoren, HRMcijfers, incidenten, HSMR en IFMS. Een start is gemaakt met de opstelling van een specifiek dashboard risicomanagement. Dit zal in de loop van 2012 worden afgerond met een dashboard waar - onderverdeeld in een aantal categorieën stelselmatig over de ontwikkeling van een aantal financiële en kwalitatieve risico’s gerapporteerd wordt. Financiën In mei van het verslagjaar is besloten tot een evaluatie van de huidige accountant en een marktanalyse van de mogelijkheden. Dit heeft geresuteerd in een offertetraject met drie accountantkantoren, waaronder de toenmalige accountant. Op basis hiervan is in november 2011 besloten tot benoeming van een nieuwe accountant, te weten PriceWaterhouseCoopers. Samenwerking Net als voorgaande jaren is samenwerking met andere partijen, in de verticale of horizontale keten, een belangrijk en terugkerend punt van bespreking. De raad van toezicht heeft in dit kader met name de ontwikkelingen besproken rond de samenwerking met het AMC met een accent op het opleidingsziekenhuis, Spoedpost Almere en de initiatieven voor een geboortecentrum in samenwerking met Zorggroep Almere. Gasten Als speciale gasten zijn in de reguliere vergaderingen ontvangen: de directie van DeKinderkliniek, vertegenwoordigers van de verpleegkundige staf en de procesleider DOT.
2.4 Bedrijfsvoering Het Flevoziekenhuis werkt met een meerjarencyclus van beleid waaronder ook een financieel meerjarenbeleid. Er is een meerjarenbeleidsplan waarbij jaarlijks in de jaarplancyclus een aantal extra accenten worden benoemd. Met name de ontwikkelingen in de gezondheidszorg zijn sterk van invloed op de jaarplancyclus. De exogene factoren zijn de ontwikkelingen in de politiek en de sector. De endogene factoren hebben te maken met de specifieke situatie in Almere, dat als één van de weinige regio’s nog de mogelijkheid van groei kent. Er wordt gewerkt met een door de raad van bestuur opgestelde kaderbrief voor het begrotingsjaar en een jaarplan met een vastgestelde begroting met decentrale budgetten. Daarnaast vindt op maandbasis periodieke verantwoording plaats naar de raad van toezicht, raad van bestuur en management. Het maatschappelijk jaarverslag de jaarrekening vormen de verantwoording over het gehele jaar. Ten aanzien van de interne procedures op het gebied van de AO/IC zijn in 2011 steekproeven uitgevoerd op de productie. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Het Flevoziekenhuis is een instelling die bij uitstek weet wat er in de maatschappij leeft. Het ziekenhuis richt haar zorgverlening en organisatiebeleid hier proactief op in. Zo is het project ‘Handen aan de ploeg’ met veel enthousiasme ontvangen en voortgezet en worden intensieve contacten met opleidingsinstellingen in de regio onderhouden. In hoofdstuk 3.7 ‘Samenleving’ wordt nader ingegaan op activiteiten die het Flevoziekenhuis ten behoeve van overheden, Almeerders, patiënten en andere partijen heeft ondernomen. Marketing en Verkoop De afdeling Marketing en Verkoop voert onderhandelingen met de zorgverzekeraars over prijs, kwaliteit en volume. Daarnaast is deze afdeling nauw betrokken bij het in kaart brengen van de gevolgen van de overgang naar een nieuw prestatiebekostigingsysteem voor de algemene ziekenhuizen, ‘DBC’s op weg naar transparantie’ (DOT).
27
Daarnaast brengt de afdeling adviezen uit bij innovatievraagstukken. Denk bijvoorbeeld aan ondersteuning van de vakgroepen bij het beoordelen van nieuwe initiatieven door het opstellen van businessplannen met daarin uitgebreide marktanalyses en financiële haalbaarheid. Een greep uit de in 2011 uitgevoerde activiteiten: • Omgevingsanalyse 2010-2015: een financiële analyse, een analyse van de bevolkingssegmentatie en -groei en analyse van de de geleverde zorgprestaties van het Flevoziekenhuis. • Advisering van het verkoopbeleid en de speerpunten van het Flevoziekenhuis, in nauwe samenspraak met de vakgroepen. • Het voorbereiden van de formulering van een gezamenlijke strategie Flevoziekenhuis - Achmea Zorg en Gezondheid gericht op de ontwikkeling van de zorgvraag in de toekomst. • Begeleiding in diverse trajecten: kwetsbare ouderen, aanvraag IFA-subsidie voor Spoedpost Almere en Geboortecentrum, opstellen samenwerkingsovereenkomst mortuariumbeheer, uitvraag kwaliteit zorgverzekeraars en het mogelijk maken van diverse innovatieprojecten.
28
3
Beleid, inspanningen en prestaties
3.1 Toekomstvisie en meerjarenbeleid 3.1.1 Toekomstvisie De gezondheidszorg in Nederland moet werken binnen krappe financiële kaders. Waar dit elders leidt tot krimp en bezuinigingen kan het Flevoziekenhuis in haar bedrijfsvoering nog steeds uitgaan van groei, zij het in beperkte mate. Voor 2012 is een maximale groeiruimte van 2,5% overeengekomen. Het meerjarenbeleidsplan van het ziekenhuis beslaat de periode 2010-2015. De hoofdlijnen daarvan zijn samen te vatten met: 1. Groter – Het Flevoziekenhuis blijft afwijken van andere ziekenhuizen door de bevolkingsgroei van de regio, die er ondanks de economische situatie nog altijd is. Groei dus, maar wel geplande en strategische groei. 2. Completer – Door samenwerking met het AMC kunnen we voorzieningen bieden die anders niet in Flevoland geboden zouden kunnen worden, zoals radiotherapie. Door de zorg, grotendeels samen met de Zorggroep, dichterbij de klanten te brengen kunnen we innovatieve producten brengen, op maat. Door ons als opleidingsziekenhuis verder te ontwikkelen borgen we dat we de laatste state-of-the-art brengen. 3. Beter – Kwaliteit verbeteren, borgen en zichtbaar maken door samenwerking met andere zorgaanbieders in de keten; keuze voor Planetree als zorgvisie. De ontwikkelingen van de laatste twee jaar maken duidelijk dat we nog scherpere keuzes moeten maken dan dat we al hebben gedaan. Besloten is tot een tussentijdse herijking van het meerjarenbeleidsplan 2010-2015. De aanpak hiervan is anders dan anders. Gestart is met een door de medische en verpleegkundige staf in gezamenlijkheid opgesteld beleidsplan. Dit document, samen met relevante documenten van de Ondernemingsraad en de Cliëntenraad, is de basis voor het aangepaste meerjarenbeleidsplan 2012-2015. 3.1.2 Meerjarenbeleid Zorginnovatie in Almere (ZIE) In maart van het afgelopen jaar 2011 is door vier partijen, Zorggroep Almere, Flevoziekenhuis, GGz Centraal en Achmea/Agis, besloten een maatschappelijke businesscase te maken voor het Zorginnovatie Experiment Almere. Almere krijgt de komende decennia te maken met een dubbele groei. De bevolking van Almere veroudert percentueel sneller vanwege de afwijkende bevolkingsopbouw. Daarnaast groeit de stad, ook in deze tijden van economische recessie, nog altijd met 2.000 inwoners per jaar (2010 en 2011). De komende jaren zal deze groei aanhouden. Een groot deel van de patiënten bestaat uit ouderen met multi-complexe problematiek waarbij de zorg slechts voor een deel van medisch-specialistische aard is. Om de grote zorgvraag die ons te wachten staat op te vangen, kunnen we niet meer van hetzelfde bieden. We zullen nieuwe vormen, nieuwe zorgpaden moeten zoeken. Waarbij centraal staat welke zorg een patiënt nodig heeft, op welke plek en van welke aanbieder. Voor toekomstige patiëntstromen zal dit leiden tot een fundamentele herinrichting van de zorg. De huidige wet- en regelgeving geeft hiervoor onvoldoende ruimte en verkeerde stimulansen. Binnen dit regime is het alleen mogelijk om productie over te dragen van de een naar de ander. Binnen ZIE willen we tot een hele nieuwe manier van zorgverlening en financiering komen. Prioriteit ligt bij de volgende doelgroepen/zorgpaden: Cardiovasculalair risico management (CVRM), Diabetes en
29
Bewegingsapparaat. In een latere fase, wanneer de eerste drie voldoende draaien, gevolgd door: Kwetsbare ouderen, Angst/depressie en Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD). Van elk zorgpad is een maatschappelijke businesscase gemaakt, die een realistisch beeld moet geven van de te verwachten kosten en opbrengsten van dit experiment. Ook de mogelijke problemen moeten in beeld gebracht worden. Tenslotte moet bekeken worden of het experiment niet voor de ene partij heel aantrekkelijk is en voor de ander juist onaantrekkelijk uitpakt. In oktober 2011 hebben de bestuurders besloten op grond van de businesscase te starten met ZIE. Het plan van aanpak voor de vervolgstappen is opgesteld. Dit plan van aanpak moet leiden tot de feitelijke start van nieuwe zorgpaden. Partijen gaan samen zorg verlenen op een nieuwe, klantvriendelijke en duurzame manier die het ons mogelijk maakt de grote groei van zorgvragers op te vangen. Integraal risicomanagement In 2011 is vervolg gegeven aan de introductie van integraal risicomanagement. Het integrale risicomanagement is vormgegeven binnen de kaders van de richtlijnen van de Zorgbrede Governance code, de raad van toezicht, de externe partijen als de Inspectie, accountants en financiers en de aansluiting bij de reeds bestaande risicostructuren. Met de genoemde kaders als richtlijn is een pragmatische aanpak gekozen. Om een gestructureerde risico-inventarisatie en rapportage mogelijk te maken, is een onderverdeling gemaakt naar risicogebieden. Die onderverdeling ziet er als volgt uit: Afbeelding: Risiciogebieden (integraal risicomanagement)
Omgevingsrisico’s In deze categorie vallen bijvoorbeeld de risico’s ten aanzien van politiek, wet- en regelgeving, toezichthouders. Strategierisico’s Hieronder vallen de risico’s op gebied van de strategie om het enige ziekenhuis in Almere te blijven, met een groei naar een marktaandeel van 85%.
30
Operationele risico’s, onder te verdelen in risico’s op het gebied van: • Organisatie (cultuur en structuur). • Personeel (beschikbaarheid, opleidingsgraad, kwaliteit). • Proces (patiëntveiligheid, incidenten, protocollen). • Informatie en systemen (rapportage, NEN7510, registratie). Financiële risico’s Hieronder vallen onder andere de risico’s die te maken hebben met de liquiditeit en de financierbaarheid van het ziekenhuis, zoals solvabiliteit en budgetbewaking, maar ook de contractering. Integriteitsrisico’s In deze classificering vallen onder meer de risico’s op het gebied van compliance, voldoen aan weten regelgeving, medisch beroepsgeheim, gevoeligheid ten aanzien van de pers. Een volledig overzicht van instrumenten van risicobeheersing is opgenomen in de bijlagen. In 2012 vindt een verdere uitwerking plaats om te komen tot een integraal risicomanagement waarbij slagen gemaakt zullen worden om de samenhang tussen de risicogebieden verder te verbeteren. Het doel is ook om decentrale verankering van het bewustzijn omtrent risico’s van de organisatie te realiseren. De vorming van de EVR-structuur is een belangrijk ingrediënt voor het integrale risicomanagement. Fraude Fraude en fraudebeheersing zijn onderwerpen die geïntegreerd zijn in het risicomanagement omdat in diverse risicocategorieën aan fraudereductie wordt gewerkt. Op operationeel gebied bijvoorbeeld door een screening van potentieel nieuwe medewerkers op verleden en gedrag, op financieel gebied bijvoorbeeld door voorraadchecks, financiële consistentiechecks en kascontroles.
3.2 Algemeen beleid & resultaten verslagjaar 3.2.1 Resultaten per vakgroep Trends en ontwikkelingen in de vakgroepen Conform het algemeen beleid dat ziekenhuisbreed gedragen wordt, is een aantal trends en ontwikkelingen waar te nemen. Het valt op dat er veel initiatieven gestart zijn om nieuwe, innovatieve zorgproducten of onderdelen van zorgproducten aan te bieden. Deze zijn vaak gerealiseerd in samenwerking met andere zorginstellingen, zowel 1e, 2e als 3e lijn. Dit geldt ook deels voor het herinrichten van bestaande zorgproducten. Dit laatste hangt mede samen met het gestaag verder opstellen en inrichten van zorgpaden. In feite zijn alle vakgroepen hier in meer of mindere mate intensief mee bezig. Daarnaast zijn door de vakgroepen in hoge mate procedurele veranderingen doorgevoerd ten behoeve van de patiëntvriendelijkheid (clustering van afspraken), maar vooral ook ten aanzien van de patiëntveiligheid, waaronder initiatieven in het kader van VMS.
31
Tabel: Resultaten 2011 en speerpunten voor 2012 per vakgroep Behaald resultaat 2011
Speerpunten 2012
Cardiologie • Start (voorloper in Nederland) hantering Heart scores op bij SEH, waardoor op verantwoorde wijze het beleid bepaald wordt bij alle patiënten die zich aanbieden met pijn op de borst klachten. Optimale zorg bij patiënten met een Acuut Coronair Syndroom is een thema uit het VMS-programma. • Het Flevoziekenhuis beschikt over een ICDcentrum: de eerste ICD’s zijn ingebracht. Samenwerking met het AMC en Tergooiziekenhuizen is geïntensiveerd. • Zorgpaden ‘Stemi’ en ‘non Stemi’ ontwikkeld en geïmplementeerd. • Hartrevalidatieprogramma (met als doel preventie in de zorg bij patiënten die een infarct hebben doorgemaakt) voldoet aan de standaard van de IGZ. • In samenwerking met Tergooiziekenhuizen is het Flevoziekenhuis onderdeel van een PCI centrum (interventie). Electieve PCI’s bij patiënten van het Flevoziekenhuis worden nu in Tergooiziekenhuizen uitgevoerd. • Publiekssymposium voor mensen van Hindoestaanse afkomst, presentaties door A. v/d Spank en N. Bindraban. • Huisartsencursus ‘Hartfalen, cardiologie en sport’, presentaties door M. Kortz. Chirurgie • Start pre- en post-operatief verpleegkundig chirurgisch spreekuur ter verbetering van de kwaliteit van zorg. • Nieuwe bedrijfsleider aangesteld. • Carotis chirurgie voor AMC- en Flevoziekenhuispatiënten in Flevoziekenhuis. • Peri-operatieve zenuwmonitoring bij schildklierchirurgie. • Visitatie voor de opleiding Heelkunde.
• • •
• •
•
•
• • •
• •
Dermatologie / Flebologie • Implementatie van de Fotofinder (digitale scan • van moedervlekken). • • Diabetes • Optimaliseren samenwerking 1e en 2e lijn in • het ZIE-project. • Start opstellen zorgpaden Diabetes. • • Realiseren website Diabetescentrum Almere. • • Diabetespoli voor Zwangeren gestart op dinsdagochtend: samenwerking tussen diabetesverpleegkundigen/internisten, • 32
Erkenning van het ICD-centrum door beroepsvereniging van cardiologie en opname op de ‘witte lijst’. Visitaties van NCDR en beroepsvereniging hebben plaatsgevonden. ICD-centrum is verder uitgebreid naar 60 implantaties per week. Het Flevoziekenhuis participeert in innovatief onderzoek naar de implantatie van subcutane ICD’s. Terugkomdagen voor ICD-patiënten organiseren. Evaluatie van bestaande en ontwikkelen van nieuwe zorgpaden gericht op verbetering van kwaliteit, veiligheid, service en doelmatigheid. Het revalidatieprogramma heeft voldoende aandacht voor de leefstijlbegeleiding van de doelgroep. De standaard is geïmplementeerd op de klinische afdelingen Cardiologie. De samenwerking op het gebied van PCI intensiveren. Patiënten op eenduidige wijze informeren. De planning rondom interventies verbeteren. De backoffice verder inrichten.
Verdere kwaliteitsverbetering afdeling Chirurgie door leerwerkplekken. Start opleiding binnen de vakgroep Chirurgie. Verdere uitbreiding colorectale chirurgie en inzichtelijk maken optimale casemix chirurgie, passend bij ambities en mogelijkheden van de vakgroep. Onderzoek naar mogelijke samenwerkingsverbanden met andere ziekenhuizen. Opzetten multidisciplinair spreekuur ulcus cruris gecombineerd met ulcus cruris studies. Versterken van de samenwerking tussen Dermatologie en Chirurgie. Ontwikkelen van het C-segment. Uitbreiding van de opleiding (3e AIOS). Optimaliseren van de verslaglegging van sensormetingen. Starten met nieuwe continue sensor (DEXcom). Update diabetesprotocollen en kliniekzorg verder uitwerken. Afronden zorgpaden Diabetes.
gynaecologen/verloskundigen en diëtisten. Deze poli heeft Clienten Jaar Prijs 2011 gewonnen (verkozen door Almeerders). • Goedkeuring voor continue glucose monitoring gekregen. Inmiddels al 20 patiënten op de continue sensor. • Vijf patientenbijeenkomsten georganiseerd i.s.m. Diabetes Vereniging Nederland. • Klinische diabeteszorg optimaliseren: aandachtsgroep diabetes gestart op afdelingen Interne en MDL, 2x bijscholing gegeven voor Interne. • Twee verpleegkundigen hebben opleiding Farmacologie afgerond. Gynaecologie / Verloskunde • Prijs voor het beste co-schap Verloskunde/ Gynaecologie vanuit het cluster AMC. • Onderzoek Consumentenbond over ongewild urineverlies: Gynaecologie Flevoziekenhuis behoort tot de koplopers van Nederland (december 2011). • Voorbereiding van de integratie tussen 1e en 2e lijns verloskunde zodat zwangeren in Almere full-service aanbod ontvangen. Hierdoor daalt het geboortesterftecijfer (centrale intake, eenduidige procedures en efficiency). • Probleemzwangerenzorg is geconcentreerd in de Extra Zorg poli en de POP-poli (samenwerking psychiater, obstetricus en pediater). In het POMP-overleg is ook maatschappelijk werk betrokken. Nieuw multidiscipinair en transmuraal protocol voor zwangeren, waar ernstige zorgen over de veiligheid van het pasgeboren kind bestaan i.s.m. o.a. AMK, Bureau Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming en de Brandpuntfunctionaris. • Rondom de Bekkenbodempoli is de samenwerking geformaliseerd tussen de andere leden van de NVOG (expertise delen, samen opereren). Intensive care (ICU) • Uitbreiding van het inbrengen van centrale veneuze katheters (overgenomen op verzoek van anesthesie). • Onderwijs geven aan verpleegkundigen in het kader van CTS. • Registreren lijn-sepsis in verband met VMS. • Actieve bijdrage aan de landelijke implementatie van echo op de ICU. • Actieve participatie in het opzetten van de BAGAGE-cursus. • Medische en verpleegkundige publicaties en presentaties op nationale en Europese ICcongressen. • Hazmat-certificatie voor twee vakgroepleden. • Ontwikkeling CIP-score (critical ill patient) i.s.m. met vakgroep SEH.
• • •
Nadere uitwerking samenwerking in ZIE project om aan de stijgende chronische zorgvraag te kunnen blijven voldoen. Aanvullend twee verpleegkundigen opleiding Farmacotherapie laten volgen. Implementeren van het voorschrijven van bloedglucoseregulerende medicatie door diabetesverpleegkundigen.
•
Realiseren van een ‘Geboorte Centrum Almere’ (werktitel) waarin 1e en 2e lijn effectief en efficiënt samenwerken ten behoeve van een hogere kwaliteit van integrale zorg voor de patiënten en de omgeving. Initiatief van de verloskundige zorgverleners in Almere om dit binnen twee jaar te realiseren: in 2012 wordt deze businesscase verder uitgewerkt en gestart met een pilot.
•
Micro veiligheidsrondes implementeren op de ICU. Inrichten/operationeel maken medium care functie. Transparante financiële administratie realiseren en borgen. Implementatie van DOT (registratie kostencomponent). Verder ontwikkelen van specifieke ICTtoepassing voor de ICU. Data analyse van NICE (nationale benchmark) toepassen op de eigen ICU. Streven naar twee wetenschappelijke publicaties per jaar. Opzetten onderwijs voor assistenten op de ICU.
• • • • • • •
33
• •
Gestructureerd hoogfrequent onderwijs voor de ICU-verpleegkundige. Significante bijdrage blijven leveren aan het algemeen onderwijs voor assistenten en verpleegkundigen.
Interne geneeskunde / Oncologie • Introductie endocrinologische onderzoeken bij • Palliatieve zorg ziekenhuisbreed verbeteren Dagbehandeling. door middel van Palliatief Advies Team (PAT) en aandachtsvelders. • Implementatie aanpak stervensfase. • Palliatief spreekuur starten. • Start handnagelkoeling bij chemotherapie. • Herinrichting poli Interne (doel is onder meer • Inzet van nurse practitioner voor palliatieve efficiënter werken). patiënten. • No-show percentage verminderen. • Transmurale zorgbrug gerealiseerd, waardoor alle 65+-ers gescreend worden. • Screening 65+-ers continueren. • Internisten zijn gestart met avondspreekuren. • Start met Niersteenzorgstraat i.s.m. Urologie en Nefrologie. • Twee verpleegkundigen hebben opleiding verpleegkundig specialist Oncologie afgerond • Vervolg aanpak anonieme (gratis) hiv-tests. en verzorgen zelfstandig spreekuur. • Start opzetten officieel hepatitis • Groei van hiv-polikliniek met circa 30 behandelcentrum (wanneer accreditatie is patiënten tot 120 patiënten in de zorg (in toegewezen). samenwerking met het OLVG). • Start zelfstandig medisch spreekuur door verpleegkundig specialist hiv/aids (naast verpleegkundige spreekuur). • 50 anonieme hiv-tests verzorgd in het kader van Wereld Aids Dag. • Start hepatoloog op de polikliniek. Kindergeneeskunde / Kinderdagbehandeling / Neonatologie • Shared care kinderoncologie gerealiseerd. • Verder uitbreiden en consolideren. • Opening low care afdeling Neonatologie. • 20 juni: officiële opening Kindertuin bij de Kinderafdeling. • Start Klinicom in december om veiliger medicijnen voor te schrijven. • Hygiëne audit voor optimaliseren afdelingsbrede hygiënerichtlijnen. • Optimaliseren van de formatie maatschappelijk werk om de voor de afdelingen Neonatologie en PO(M)P poli te behouden. KNO • Zorg voor Tinnitus Almere i.s.m. Audiologisch • Inrichten EPD, inclusief zorgpaden. Centrum en GGz Centraal. Project • EVR-vorming. gepresenteerd aan huisartsen op • Meting uitkomsten medisch handelen. compagnonsdagen. • Voorlichtingsavond voor logopedisten over de Stem- en de Slikpoli. • Twee voorlichtingsavonden over tinnnitus (NVVS en Zorg voor Tinnitus werkgroep). • Hands on-cursus voor huisartsen (21 deelnemers). • Lean project ‘Voorraadbeheer’ door senior polikliniek. • Vertrek KNO-arts J.J. Hoorweg, welkom aan N. de Boer als Chef de clinique.
34
Longziekten • Chemotherapeutische behandeling van longcarcinomen door longartsen i.p.v. internist-oncologen. • Oncologie-spreekuren geopend. • In februari zijn de uitstraling en de faciliteiten van de Longafdeling verbeterd door verhuizing van de verpleegafdeling naar het nieuwbouwgedeelte van het ziekenhuis. • Toegangstijden polikliniek en functieafdeling zijn laag. • Nieuwe procedure voor aanmelding van nieuwe patiënten door huisarts, waarbij onderzoeken al voor het bezoek verricht worden en patiëntenstromen gestuurd worden naar de longartsen met betreffende aandachtsgebied(en). Met als resultaat minder polibezoeken voor de patiënt en betere zorg. MDL (Maag-, Darm- en Leverziekten) • Complete uitvoering linaire en radiaire EUS technieken. • Optimalisering IBD-poli. • Intensivering samenwerking met AMC. • Opstart gespecialiseerde hepatologiepoli en certificering voor Hepatologiecentrum is aangevraagd. • Rosalie Mallant-Hent gedetacheerd in het AMC voor het REBUS project, regionaal onderzoek naar biomarker bij mensen met een Barrett oesophagus (1 dagdeel/week). • Start Fitter trial: 3e ronde proefbevolkingsonderzoek naar de screening op darmkanker in samenwerking met AMC. • Aanvraag HKZ certificering endoscopie. Nefrologie & Dialysecentrum • Het doel om de totale nefrologische zorg te leveren voor zuidelijk Flevoland is in versneld tempo gerealiseerd. De samenwerking met de vakgroep Interne geneeskunde van MC Zuiderzee is geïntensiveerd. • Medicatieveiligheid en service sterk verbeterd door samenwerking met apotheek De Brug: patiënten krijgen hun medicatie met uitleg over gebruik bij de dialyse uitgereikt. • Voor de patiënt met nierstenen is in samenwerking met de urologen en internisten de Niersteenzorgstraat gestart waar metabole factoren worden onderzocht die predisponeren tot de vorming van nierstenen. • De implementatie van de diabeteszorg voor dialysepatiënten heeft geleid tot minder polibezoeken door patiënt. Doel is vroegere opsporing van complicaties door diabetes mellitus. • De prospectieve risico analyses zijn in 2011 gestart en worden in 2012 vervolgd. • De voorlichtingsavonden voor de pre- en
• • • • • • • •
• • • • • •
• • •
•
•
35
Zorgpad longcarcinoom implementeren. Verbetering palliatieve zorg. Implementatie zorgpad COPD, met als doel betere kwaliteit en verkorten van ligduur. Implementatie COPD assessment samen met de huisartsen; eerste stappen richting een transmurale zorgketen. Verdere verbetering van de aanmeldprocedure. Onderzoeken of dit ook kan via mijnFlevoziekenhuis.nl. Toegangstijden polikliniek en functieafdeling kort houden. Uitbreiding van aantal longconsulenten en uitbreiding van takenpakket, waardoor o.a. meer poli-plekken bij longarts. OSAS-zorg optimaliseren: intensievere begeleiding en volgens richtlijnen zorgverzekeraar aanmeten CPAP-apparatuur door longconsulenten/longartsen. Uitbreiding en optimalisering IBD-poli. Vernieuwde infusiekamer (maart 2012). Uitbreiding en ontwikkeling hepatologiepoli i.s.m. met dr.J. Branger (infectieziekten). Publicaties Fitter trial e.a. spin-offs. Start verdere trials i.s.m. AMC inzake bevolkingsonderzoek CRC. Aanvraag en proefvisitatie voor opleiding MDL i.s.m. AMC.
Totale nefrologische zorg ook voor de Noordoostpolder verder uitbreiden. I.s.m. AMC nefrologen onderzoeken wat wij voor de patiënten na een niertransplantatie en dialysepatiënten kunnen gaan betekenen. De veiligheid rondom contrastnefropathie wordt verder geborgd door de poli Contrastnefropathie waar patiënten meteen worden beoordeeld en maatregelen worden genomen wanneer patiënten een verhoogd risico blijken te lopen om contrastnefropathie te ontwikkelen. Door de samenwerking met de endocrinologen worden diabetesprotocollen beter op elkaar afgestemd. Ook meer eenduidigheid in benadering van hypertensie realiseren. Conform landelijk bewegingsonderzoek kunnen dialysepatiënten en postniertransplantatiepatiënten werken aan hun lichamelijke conditie en de kwaliteit van leven verbeteren.
dialysepatiënten zijn succesvol afgerond in de • zomer met een barbecue workshop voor en door patiënten. Neurologie • Specialistisch verpleegkundige Parkinson aangenomen. • Verkrijgen opleidingsstatus KNF. • Verkrijgen status MS-behandelcentrum. • Deelname landelijk Parkinsonnet. • VMS pilot i.v.m medicatieveiligheid en digitalisatie van de polikliniek. Oogheelkunde • De maatschap Oogheelkunde werkt samen met het Oogzorgnetwerk (OZN). • Inloopspreekuren Bartiméus voor slechtzienden in mijnInfopunt. • Alle dossiers zijn volledig gedigitaliseerd. • Nieuwe patiënten kunnen binnen twee weken op de poli terecht voor een afspraak (m.u.v. vakantieperiodes). • Alle balie-assistentes zijn vakinhoudelijk bijgeschoold. • Gedifferentieerde poli voor glaucoom is nog niet gerealiseerd. • Maculapoli heeft tweede plaats bereikt bij Cliënten Jaar Prijs 2011. • Hoofdpijnpoli voor kinderen winnaar Oogzorgnetwerk-partnerprijs in 2011. • Op 13 oktober hebben tachtig Almeerders hun ogen laten screenen in de OOGbus. OK • Per 1 mei verzorgt de OK sedaties bij poliklinische ingrepen en onderzoeken. Hiervoor zijn twee medewerkers opgeleid. • Het verificatiebezoek van MediRisk m.b.t. de OK-vangnetcriteria leverde een positief rapport op. • Planetree verder doorgevoerd voor personeel en patiënten: schilderijen/foto’s ter decoratie, voetmassages en warme sokken voor mammapatiënten, stoelmassages voor het personeel. • Bezoek van de Inspectie m.b.t. de inzet van Indiase operatie-assistenten is goed verlopen; zij zijn goed ingewerkt, beheersen de Nederlandse taal en er is geen veiligheidsrisico. • SURPASS is na de start in 2010 dit jaar uitgerold naar alle vakgroepen en wordt bij iedere operatiepatiënt gebruikt. • Extramurale samenwerking: scholing t.b.v. infuusprikken voor specialistisch team Thuiszorg is in november 2011 gestart. Ook wordt samengewerkt met de ambulancedienst m.b.t. bijhouden en scholen van intubatievaardigheden.
• • •
• • • • •
•
•
•
36
Grote cardiovasculaire screeningszorgmarkt (8 mei) opzetten om aandacht te vragen voor nefrologische problematiek en de comorbiditeit die dit met zich meebrengt. Verkrijgen van opleiding voor medische specialisatie neurologie. Herinrichting CVA-keten. Opzetten multidisciplinaire behandeling c.q. diagnostiek rugklachten.
Invullen van vacatures en zorgen dat personeel op sterkte is. Bijscholing personeel (vakinhoudelijk en eenduidige uitvoering protocollen). Borgen van protocollenbeheer in iDOC. Samenwerking met AMC. Aandacht voor kostenefficiënt werken.
Specialisatie van operatie-assistenten: vergroting van kwaliteit en veiligheid door operatie-assistenten op vaste specialismen in te zetten. Verbeteren OK-planning en pre-operatief traject. Vanaf 1 januari 2012 zijn de afdelingen Opname en Pre-operatief spreekuur onderdeel van de OK. Dit biedt mogelijkheden tot efficiënte integrale verbetering van het pre-operatieve traject voor ziekenhuis en patiënt. In het kader van de POWI-bundel (postoperatieve wondinfecties) gaan we bij meerdere ingrepen parameters registreren. Aanschaf van OK-monitoring systeem in de planning, waarmee deze parameters automatisch worden geregistreerd en gesurveilleerd. Het systeem zorgt door realtime inzicht voor hogere awareness.
Radiologie • Vanaf 3e kwartaal wachttijd bij alle • Handhaven van de korte wachttijden. modaliteiten van minder dan één week • Invoeren van EVR Radiologie. behaald. • Kwaliteit optimaliseren, door onder meer • Maximale openstelling van de MRI behaald. invoeren paspoort voorbehouden • Project ‘Basis op orde’ ingevoerd; handelingen. radiologieaanvragen en protocollen • Interne website maken ter optimalisatie geoptimaliseerd. werkprocessen. • Ziekteverzuim sterk verminderd (<3%). • Planetree-project ‘Van wachtruimte naar • Sterke verbetering van telefonisch ontvangstruimte’ invoeren. bereikbaarheid (>95%). • Doorrollen E-radiologie en opstellen van • Succesvolle afronding Planetree project met programma van eisen voor het Röntgen Orthopedie. Informatie Systeem (RIS). • Inrichting van aantal WDS gerealiseerd (o.a. met Bartok en Linschoten). Reumatologie • Aanstelling van een reumaverpleegkundige • Volgen en afronden opleiding tot (Christa Veltman-Starkenburg) per 1 februari. gespecialiseerd verpleegkundige Met als voorwaarde: het volgen van de Reumatologie door de opleiding tot gespecialiseerd verpleegkundige reumaverpleegkundige. Reumatologie (opvolging vorige • Opleidingsbevoegdheid krijgen in reumaverpleegkundige). samenwerking met afdeling Klinische • Intensieve samenwerking met afdeling immunologie en Reumatologie, AMC. Klinische immunologie en Reumatologie, • Uitbreiding van de vakgroep. AMC. • Deelname aan POEET trial (trial stoppen • Medicatieprotocol ‘Methotrexaat en therapie’ biologicals bij RA-patiënten die in remissie en protocol ‘Jicht’ in samenwerking met zijn). huisartsen opgesteld. • Promotie van reumatoloog Kortekaas. • Ziekenhuis verplaatste zorg TNF blokkers. • EULAR opleidingsbevoegdheid echografie • Onderwijsavond huisartsen i.s.m. vakgroep behalen door reumatoloog Kortekaas. Revalidatiegeneeskunde. • Registratie echografie reumatoloog Verhoef. • Onderwijscyclus voor arts-assistenten Interne geneeskunde verzorgd. En meelopen coassistenten Interne geneeskunde. Spoedeisende hulp (in relatie tot Spoedpost Almere) • Functiedifferentiatie in de vorm van een • 24/7 bezetting van SEH-artsen. ‘Verpleegkundige+’ is geïntroduceerd. • Verdere ontwikkeling naar een level 2 status. • Procedurele sedatie geïmplementeerd wat de • Opleiden nurse practitioners/verpleegkundig kwaliteit van zorg positief beïnvloedt. specialisten SEH. • Patiënttevredenheid is gemeten d.m.v. • Start Jobrotation Spoedeisende hulp en telefonische interviews. Resultaten zijn goed. Intensive care. • Integratie van de Huisartsenpraktijk Almere (HAP) en de SEH. 3.2.2 Bedrijven Het onderdeel Bedrijven omvat een groot aantal ziekenhuisafdelingen en services. De resultaten van 2011 en speerpunten voor 2012 staan onderstaand benoemd. In samenwerking met voorzitter van de Tafel Handel en Logistiek van de EDBA (Economic Development Board Almere) is het project Distrizorg opgezet. Doel van dit project is om te kansen te bestuderen van bundeling van meerdere ziekenhuizen/zorginstellingen en hun ondersteunende bedrijfsactiviteiten (centraal magazijn/inkoop, centrale sterilatieafdeling, apotheek, technische dienst etc.) in Almere/Flevoland. Alle activiteiten van de EDBA moeten leiden tot 100.000 extra banen. Dit vergroot de aantrekkingskracht van de regio en heeft een positief effect op ons adherentiegebied.
37
3.2.2.1 Ziekenhuisafdelingen Tabel: Resultaten 2011 en speerpunten voor 2012 per ziekenhuisafdeling Behaald resultaat 2011
Speerpunten 2012
Apotheek • Het Apotheek Service Punt (ASP) is op 2 afdelingen gestart met opnamegesprekken conform de richtlijn ‘Overdracht medicatiegegevens’ i.h.k.v. VMS-project ‘medicatieverificatie’. • Gestart met implementatie van het Elektronisch Voorschrijf Systeem (EVS) i.p.v. schriftelijke recepten. • Koppeling digitale toedienregistratie aan EVS. • Ter optimalisatie cytostaticaproces is cytostaticaprogramma aangeschaft en ingericht. • Veel aandacht voor onderlinge samenwerking en medewerker POP’s. • Basis gelegd voor nieuw kwaliteitssysteem.
•
•
• • •
Diëtetiek • Door implementatie ‘Zichtbare Zorg’ voor ouderen en de leidraad ‘Ondervoeding bij de geriatrische patiënt’ is er beter zicht op de voedingtoestand van ouderen gekomen en start voedingsinterventie sneller. • De poliklinische screening op ondervoeding is uitgebreid met de oncologische patiënten van de longartsen en gynaecologen (1774 patiënten gescreend (50% toename t.o.v. 2010), waarvan 15% van de patiënten een hoog risico op ondervoeding hebben). • De Meet & Weet-lijst (voedingsintake) is op de verpleegafdelingen geïmplementeerd. • Start poliklinisch multidisciplinair behandelteam voor zwangere vrouwen met diabetes, waarin diëtist participeert. Geestelijke verzorging • Wekelijkse oecumenische vieringen voor (ex)patiënten, familie en andere belangstellenden m.m.v. pastores, predikanten en vrijwilligers uit Almere (jaarlijks circa 1400 bezoekers). • 24-uurs bereikbaarheidsproject bij de SEH waardoor familie/naasten bij traumatische gebeurtenis c.q. reanimatie opgevangen en begeleid zijn (voldaan aan 21 oproepen). • Deelname in Bedrijfsopvangteam (BOT). • Feesten uit de verschillende culturen van onze multiculturele samenleving: Kerst, Ramadan, Divali, Chanoeka, Valentijnsdag. • Deelname in verschillende MDO’s. • Twaalf keer een Café Het LEVEN georganiseerd: een maandelijkse ziekenhuisbrede, verbindende
•
• • •
Het Apotheek Service Punt zal in 2012 zijn werkzaamheden uitbreiden naar andere afdelingen en ook het Pre-operatieve spreekuur. Ook zal bij de oncologie gekeken worden hoe het ASP hier een rol kan spelen bij de medicatieoverdracht. Eerste helft 2012 zal het EVS op alle afdelingen geïmplementeerd worden. Tweede helft van het jaar zal gekeken worden of ook poliklinisch elektronisch voorgeschreven kan worden. In 2012 hopen we deze digitale toedienregistratie uit te kunnen gaan voeren met behulp van barcode scanners In 2012 wordt het cytostaticaprogramma geïmplementeerd. Kwaliteitssysteem verder invulling geven. In klinische zorgpad COPD van de Longafdeling worden specifieke verwijscriteria naar diëtist opgesteld ter bewaking/verbetering voedingstoestand patiënt. Bewaking/handhaving verwijscriteria voor de begeleiding van poliklinische afspraken (i.v.m. wijziging basisverzekeringen). Aanpassen diëtetiek-richtlijnen voor poliklinische hartrevalidatie. Werken aan nadere wetenschappelijke onderbouwing dieetadviezen; diëtist Hanneke Bruggink volgt een master opleiding Evidence Based Practice/Epidemiologie.
In 2012 willen de geestelijk verzorgers de resultaten van 2011 continueren en daarnaast: • Voor borging van de 24/7 bereikbaarheid, ook in het weekend, zoeken naar mogelijkheden, zoals het inschakelen van collega geestelijk verzorgers uit Almere. • We streven naar meer bekendheid van het BOT-team in de organisatie.
38
ontmoetingsplek voor medewerkers (gemiddeld 30 bezoekers). • Participatie in verschillende interne werkgroepen, zoals: Zingeving in de Zorg en Kleurrijke Zorg. • Participatie in externe werkgroepen, zoals: contacten met convent van bisdom HaarlemAmsterdam, met Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen (VGVZ); deelname aan pastoresoverleg in Almere, aan Kring Hindoe Geestelijken en aan redactie vakblad VGVZ. • Verzorgen van wekelijkse meditaties voor medewerkers (275 deelnemers per jaar). • Stagebegeleiding van een geestelijk verzorger i.o. gedurende 6 maanden. • 25-jarig ambtsjubileum RK-geestelijk verzorger. Hygiëne en infectiepreventie • Surveillance van ziekenhuisinfecties: registratie van post-operatieve wondinfecties bij Orthopedie en Gynaecologie. • Outbreaks: 6x onverwachte MRSA bij opgenomen patiënten gevonden; 2x is verspreiding gevonden. De outbreaks waren snel onder controle. • Vanwege MRSA bij poliklinische patiënt met thuiszorg zijn tijdelijk extra maatregelen (screening en coördinatie van behandeling) getroffen bij thuiszorg. • Participatie scopenbeheersplan en legionellabeheersplan en het OKluchtbeheersplan. • Participatie en plan van aanpak werkgroep Toezicht Operatief Proces (TOP 3). • Advies bij de aanschaf van een touchless handhygiëne zuil op de afdelingen IC en Neonatologie. • Audits bij: Interventiekamer Radiologie, Neonatologie, OK (ingreep neurochirurgie), Spataderkliniek, Kinderafdeling, CBT. • Deskundigheidsbevordering: Handhygiëne (medewerkerscampagne), Hygiëneweek op de Kinderafdeling, diverse klinische lessen. • Protocollen opgesteld: ‘Richtlijn infectiepreventie infuuskatheters’ en ‘Richtlijn infectiepreventie arteriële katheters’. • Onderzoeken: Participatie in accomplish studie (Erasmus college) naar de compliance van handhygiëne in correlatie met het voorkomen van ziekenhuisinfecties; participatie in UMC-studie naar de transmissie van MRSA in Nederlandse ziekenhuizen. Klinisch chemisch laboratorium • Extern audit-bezoek i.v.m. accreditatieaanvraag bij RvA/CCKL afgerond (accreditatie in 2012 te verwachten). • Hematologiestraat is uitgebreid met een robotsysteem voor bloeduitstrijkjes en is het
Het terugdringen van ziekenhuisinfecties door middel van: • het registreren van post-operatieve wondinfecties. • het intensiveren van kennisoverdracht. • het uitvoeren van audits. • het belang van infectiepreventie gericht onder de aandacht blijven brengen. • het inrichten van POWI-bundels (in het kader van VMS).
•
•
39
Intensiveren samenwerking met de afdelingen, o.a. met uitbreiding ‘bed-site’ glucosemeters en hemovigilantie (CBOrichtlijn, scholing). Intensiveren samenwerking met de
Cellavision systeem Sysmex gevalideerd/geïmplementeerd. • Introductie van trombocytenschudder. • De bloedgasanalyzers zijn in gebruik genomen op het laboratorium en later ook op ICU. • IGZ heeft na audit besloten tot officiële erkenning weefselinstelling. Medisch maatschappelijk werk • Psycho-educatieve module voor longrevalidatie ontwikkeld/geïmplementeerd binnen Longpoli (3 van de 12 keer gerealiseerd; het animo was wisselend). • Een maatschappelijk werker heeft de training opvanggesprekken gevolgd t.b.v. participatie in BOT-team. • Caroussel Pre-dialysepoli op lokaties Almere en Lelystad gestart. • Kennismaking met collega maatschappelijk werkers SRU (Stroke Revalidatie Unit) met doel: verdere samenwerking (nog niet gerealiseerd). • Bijdrage aan herschrijven protocol Kindermishandeling (implementatiefase). • Deelname 1x per 6 weken in multidisciplinair team Pijnpoli. • Herschrijven ‘Kwaliteitsstandaarden’ als lid van de werkgroep Kwaliteit van de beroepsvereniging. • Participatie in werkgroep Extra Zorg Poli en schrijven POP-protocol ‘Zorgelijke zwangeren’ i.s.m. de netwerkpartners. Ziekenhuisfysiotherapie • Deelname aan landelijk netwerk ‘Claudiocatio net’. • Naast Herstel en Balans is gestart met poliklinische oncologische revalidatie. • Op basis van een interne enquête is een pilot bedrijfsfitness gestart i.s.m. Hogeschool van Amsterdam, afdeling Fysiotherapie en Ergotherapie. • Voor reumapatiënten is een groepsrevalidatie programma opgezet volgens de actuele richtlijnen.
• • •
• •
•
• • • •
• • • • •
40
laboratoria van het OLVG en MC Groep. Vervanging chemie-analyzers in combinatie met een pre-analytisch station. Introductie elektronisch ordermanagement (Cyberlab) Uitbreiding aantal prikposten in Almere en verruiming openingstijden van Laboratorium bloedafname in het Flevoziekenhuis. Presentatie psycho-educatieve module meer richten op het leven met een chronische aandoening. Komen tot samenwerking met collega maatschappelijk werkers SRU (Stroke Revalidatie Unit) met doel: taakverdeling en efficiency in overdracht. Maatschappelijk werk is medeorganisator van grootschalige Leef gezond markt op 8 mei (i.s.m. afdelingen Dialyse, Interne, Neurologie, Chirurgie en Cardiologie). Bijdragen aan uitvoering protocol Kindermishandeling. Herschrijven van protocol Huiselijk geweld. Deelname aan externe overleggen in de ketenzorg. Protocol ‘Zorgelijke zwangeren’ implementeren in de 1e lijn.
Ook voor 2012 de licentie voor ‘Herstel en Balans’ verwerven als enige in Flevoland. Inrichten van de poliklinische hartrevalidatie ‘op maat’ naar de nieuwste richtlijnen en criteria van de IGZ. De polikliniek Fysiotherapie inrichten als een eerstelijns praktijk (declaratiesysteem, kwaliteitseisen, dienstenaanbod). Samen met Zorggroep Almere verder ontwikkelen van webbased oefenprogramma Fysio-online. Deelname onderzoek van het AZM naar effectiviteit van nierrevalidatie bij ernstig zieke nierpatiënten.
3.2.2.2 Services Tabel: Resultaten 2011 en speerpunten voor 2012 per service-afdeling Behaald resultaat 2011
Banqueting • Nieuwe banquetingmap gelanceerd met duidelijk gecalculeerde prijzen. • Op maat gemaakte offerte’s om verspilling te voorkomen. • Aanvullende scholing van teamleider Banqueting, diploma behaald.
Speerpunten 2012
• •
• • •
Centraal medisch archief (CMA/DMA) • Digitalisering poli Oogheelkunde, Neurologie en Orthopedie. • Opleidingen ‘JIM-Beheer/Virtual file’ voor medewerkers CMA/DMA afgerond. • Continue opschoning archief. • Filteren van andere dossiers dan klinische en deze separaat van elkaar in het archief plaatsen. Logistiek • Pilot gestart met centraal beheer van antidecubitusmatrassen inclusief consignatievoorraad, waardoor 35.000 euro bespaard is t.o.v. 2010. Uit de opbrengst zijn twee nieuwe matrassen aangeschaft. • Start gefaseerd project ‘Bevoorrading OKcomplex’ i.s.m. Inkoop, OK chirurgie, OK anesthesiologie, CSA, Services en Logistiek. Resultaat: kostenreductie en efficiency. Medische techniek • Het ISO 9001:2008 gecertficeerde kwaliteitsmanagementsysteem van Medische techniek heeft tijdens de verlengingsaudit door de KEMA-DEKRA een bijzonder hoge waardering gekregen, vanwege het continu verbeteren van de kwaliteit volgens het plando-check-act principe. • Bijna 25% meer verbetermaatregelen getroffen die betrekking hadden op de verbetering van de veiligheid en betrouwbaarheid rondom de medische apparatuur (ten opzicht van 2010), zoals de ontwikkeling van de beveiliging van de aansluitnippel van de luchtflowmeters naar aanleiding van een aantal DIM-meldingen over de verwisseling van de aansluitingen tussen de zuurstof- en persluchtflowmeters. De beveiliging moet er voor zorgen dat bijvoorbeeld een zuurstofmasker altijd op de
• • • • • •
•
41
Doorgaan met het optimaliseren van de service. Verzorgen van ziekenhuisbrede aktiviteiten, waaronder: Planetreemarkt (maart, oktober), Leef gezond markt (8 mei), Snapperdag, visitaties, afscheidsreceptie’s. Verzorgen van catering bij derden (AMC, Centrum voor Revalidatie, DeKinderkliniek, Agis en Windesheim. Opknappen van de vergaderruimte’s. Het verminderen van fte zonder op kwaliteit en service in te boeten. Matrix ontwikkelen voor autorisaties JIMgebruikers en 100% selfsupporting van alle JIM-gebruikers in het ziekenhuis. Medewerkers faciliteren om alle medewerkers van dienst te kunnen zijn met een geoptimaliseerd en toegankelijk archief. Samenvoegen CMA/DMA.
Continueren centraal beheer matrassen. Continueren project ‘Bevoorrading OKcomplex’. Eindtelling voorraad OK-complex verzorgen.
Meegaan in de internationale trend waarin het steeds belangrijker wordt dat kan worden aangetoond dat de kwaliteitsborging van de medische technologie op orde is. Vanuit de overheid, Inspectie en publieke opinie worden steeds hogere eisen gesteld aan deze kwaliteitsborging en is het van belang inzake de claimcultuur die vanuit de VS is overgewaaid en waar de Nederlandse ziekenhuizen de komende jaren veel mee te maken gaan krijgen.
zuurstofflowmeter wordt aangesloten. Start met presentatie van de kwartaalrapportage’s met haar KPI’s en gestelde targets in een overzichtelijk dashboard (KPI’s voor haar onderhouds- en opleidingskosten, betrouwbaarheid- en beschikbaarheid van de medische apparatuur en voor de resultaten van de klanttevredenheidsonderzoeken/de gestelde targets hebben als doel de kwaliteit rondom de medische technologie te verbeteren). mijnInfopunt • Extra profileren van dienstverlening door middel van extra TV-scherm buiten mijnInfopunt (patiënten) en lunches voor polikliniekmedewerkers (intern). • Aanvullende diensten ontwikkeld: uitgifte van Daisyspelers en visualisatie CD’s voor patiënten, verkoop Verwenbon en verzorgen digitale wenskaart. • Stijging bezoekers met een gerichte vraag/probleem mijnInfopunt met 44%. • Faciliteren en (mede) organiseren van voorlichtingsavonden in samenwerking met patiëntenverenigingen en vakgroepen. • Gebruik ruimte/faciliteiten van mijnInfopunt door patiëntenverenigingen (lotgenotencontact) en afdelingen/poli’s. • MDL gebruikt twee ochtenden per week de lounge van mijnInfopunt voor onderzoek. • Genomineerd voor Cliënten Jaar Prijs met de Opnameservice; uiteindelijk 3e prijs gewonnen. Patiëntenvervoer (PV) • Medewerkers PV denken nu mee ten aanzien van het standaardrooster. • Het opzetten van een klachtenboek. • De druk verlaagd ten aanzien van telefoonverkeer. • Communicatieboek ontwikkeld. • Grootste gedeelte van het jaar maximaal transport intern gerealiseerd. •
• •
•
• •
• • •
Receptie en bewaking • Vermindering van medewerkers in • nachtdienst van drie naar twee. • Contract afgesloten met extern • beveiligingsbedrijf voor achterwacht in de nacht. • • Structureel kwartaaloverleg gestart met gemeente en politie over veiligheid in/om ziekenhuis. • Omvalbeveiliging geïnstalleerd voor veiligheid
42
Nog verder inzichtelijk maken welke werkzaamheden mijnInfopunt voor ziekenhuisafdelingen kan verzorgen. Nader profileren van mijnInfopunt door continueren van lunches voor polikliniekmedewerkers en aanschaf dienstkleding. Continueren van voorlichtingsavonden en uitbreiden van het gebruik van mijnInfopunt door patiëntenverenigingen naar aanleiding van het tweejaarlijks overleg van de Cliëntenraad met deze patiëntenorganisaties.
Medewerkers zelf de verantwoordelijkheid laten dragen ten aanzien van het standaardrooster. Naar aanleiding van het klachtenboek een tour door het ziekenhuis maken met de teamleider en een wisselende medewerker naar alle poli’s en verpleegafdelingen om de interne verstandhoudingen te optimaliseren. Het optimaliseren van de verdeling van werkdruk door telefoonverkeer van poli’s en verpleegafdelingen. Optimaliseren van de interne communicatie binnen de PV. Handhaven van maximale transport intern en waar mogelijk verbeteren. Verdere optimalisatie toegangscontrolebeleid en -systeem. Aanstelling twee seniormedewerkers binnen het team. Nieuwe vaste teamleider Gastvrijheid en Services.
in nacht. Begin 2012 in werking gesteld. Gehele afdeling heeft nieuwe representatieve kleding en nieuwe stoelen. • Structurele evaluatie en nazorg van veiligheidsincidenten in samenwerking met HR Arbo, Politie en Spoedpost Almere. • Diverse protocollen geactualiseerd en digitaal beschikbaar gesteld in iDOC. Telefooncentrum • Pilot per 1 september gestart: telefonische • Continueren van een minimale bereikbaarheid voor poli KNO verbeterd van bereikbaarheid van 90% voor het 73% naar 92% met als gevolg: 15% reductie Telefooncentrum d.m.v. schaalvergroting en op het telefoonaanbod, 0,3 fte lagere reductie personele inzet. personele bezetting, samenwerking tussen • Poli Orthopedie toevoegen aan poli´s. Telefooncentrum. • Telefonische bereikbaarheid voor poli • Uitbouwen van pilot Telefooncentrum door Oogheelkunde verbeterd van 61% naar 93% minimaal 3 poli´s toe te voegen in 2012. met als gevolg: 20% reductie op het • Opzetten beleidsplan telefoniebeheer. telefoonaanbod, 0,2 fte lagere personele bezetting, samenwerking tussen poli´s. • Door de samenwerking tussen technisch beheer (ICT) en functioneel beheer (projectleider Telefooncentrum) is er een besparing gerealiseerd op incidentele calls. Schoonmaak en linnenkamer • De afdeling is totaal doorgelicht op taakindeling, uren, werkschema’s en de kwaliteit, zodat medewerkers meer marktconform konden gaan werken. • Door over te stappen op een nieuwe schoonmaakmethode (microvezel) inclusief opleiding is het de medewerkers gelukt om marktcomfort te werken. • Het behalen van de opleidingscertificaten is feestelijk gevierd. Voeding, medewerkers foodservice & voedingadministratie • Implementatie van een nieuw • Gefaseerd ontwikkelen van een digitaal voedingsysteem: culicart. voedingsysteem ter ondersteuning van de verzorging van voeding en dranken • Start verstrekking van warme maaltijden via (bestellingen, dieetvoering, e.d.). Meals on Wheels. Ontwikkelen van aanpak: ‘A la minute uw • Voorbereiding en start opleiding medewerker • diner bestellen’. Doel: gastvrije en foodservice. patiëntgerichte zorg en verrijking van de • Cateringmedewerkers en medewerkerstaken. voedingsassistenten krijgen nu allemaal de • In juni starten met de opleiding voor alle nieuwe naam: ‘medewerker foodservice’ medewerkers foodservice. Deze brede (interne promotie in naam en waardering). opleiding is helemaal geschreven voor en door medewerkers Flevoziekenhuis. Afsluiten met een erkend certificaat. •
43
3.2.3 Vrijwilligers Tabel: Resultaten 2011 en speerpunten voor 2012 Behaald resultaat 2011
Vrijwilligers • Optimaal doorvoeren van Planetree in dagelijkse werkzaamheden en services. • Gestart met tijdschriftenproject: verspreiding van ingezamelde recente tijdschriften voor actuele lectuur in de poli-wachtkamers (tegen minimale kosten). • Uit een enquête onder vrijwilligers bleken de vrijwilligers heel tevreden over het ziekenhuis en de samenwerking (33% zeer goed, 33% goed, 10% redelijk). Als vervolg hierop krijgen de vrijwilligers de interne nieuwsbrief FlevoFlitz wekelijks naar hun prive-mail doorgestuurd. • Update van het vrijwilligersbeleid en de Informatiemap Vrijwilligers. • Workshop Handmassage verzorgd voor vijf nieuwe vrijwilligers, die per 2012 starten met handmassages patiënten op afdeling Orthopedie/Short stay en MDL/Longafdeling. • Feestje voor 25 vrijwilligers die twintig jaar in het Flevoziekenhuis “werken”. • Workshops voor vrijwilligers en high tea tijdens Dag van de Vrijwilliger. • Derde prijs Clienten Jaar Prijs 2011 voor Opnameservice van vrijwilligers (door mijnInfopunt en gastvrouwen). • Vijf ‘Helden’ zijn door de gemeente Almere/Rabobank/VMCA in het zonnetje gezet.
Speerpunten 2012
• • • •
Verder optimaliseren van Planetree in dagelijkse werkzaamheden en services. Uitbreiding tijdschriftenproject op verpleegafdelingen. Vrijwilligers nog beter informeren en betrekken bij het ziekenhuis. Als de pilot Handmassage succesvol is, mogelijk uitbreiden naar meerdere afdelingen.
3.2.4 Inkoopbeleid Van de toegevoegde waarde die inkoop kan leveren in het realiseren van de door afdelingen gestelde inkoopdoelen werd dit jaar steeds meer gebruikt gemaakt. Belangrijke nieuwe inkoopterreinen die dit jaar zijn opgepakt zijn algemene techniek en PNIL (personeel niet in loopdienst). Het in 2010 gestarte project centraal contractbeheer is dit jaar afgerond. De gestelde doelen zijn bereikt en gesteld kan worden dat contractbeheer nu goed geborgd is in onze organisatie. Eind 2011 zijn vrijwel alle contracten (circa 1.000) overgedragen aan contractbeheer. Het overgrote deel hiervan (circa 80%) is gescreend en geregistreerd. Sinds de start van centraal contractbeheer kunnen de volgende resultaten worden genoemd: • Er is centraal overzicht en contracten zijn goed te vinden. • Tijdige signalering gaat (elektronisch) uit naar de contracteigenaar. • Contracten worden tijdig beëindigd. • Facturen werden zonder verificatie aan contract geaccordeerd, terwijl de factuurprijs niet conform het contract was. • Voorkomen van afsluiten dubbel contract m.b.t. inzet van een medewerker. • Constatering dat contracten doorliepen, terwijl apparatuur fysiek niet meer in bezit van het ziekenhuis was. Deze contracten zijn inmiddels beëindigd. • Merkbaar dat door afdelingen bij het willen afsluiten van overeenkomsten de afdeling Inkoop steeds meer wordt betrokken.
44
Alle bovenstaande punten hebben inmiddels een geschatte opbrengst gegenereerd van ongeveer € 100.000. Verwacht wordt dat het centraal contractbeheer verder zal leiden tot een structurele besparing van 1-2% op de totale contractwaarde. Het komend jaar wordt gewerkt aan een verdere professionalisering van contractbeheer Dit jaar is er op voordracht van de inkoopafdeling een Materialenadviescommissie ingesteld. De doelstelling van deze commissie is om een standaard kwalitatief goed, effectief en efficiënt productenpakket te creëren voor onze organisatie. Het komend jaar verwachten we hiervan de eerste resultaten te zien. De afdeling Inkoop heeft te allen tijde de drive om besparingspotentieel te identificeren en samen met de diverse afdelingen om te zetten in feitelijke besparingen. In 2011 zijn er wederom structurele prijsverlagingen gerealiseerd met een jaareffect van ongeveer € 600.000 aan besparingen. Ons inkoopsamenwerkingsverband met Prospitalia heeft hier een belangrijke bijdrage aan geleverd.
3.3 ICT Het ICT-beleid wordt bepaald en aangestuurd door een ICT-raad, een multidisciplinaire groep van artsen en managers die prioriteiten vaststellen en ICT-ontwikkelingen in gang zetten. Samenstelling ICT-raad • Dhr. B. van Aken, gynaecoloog • Dhr. K. de Blok, nefroloog • Dhr. C. Calis, directeur Zorg • Dhr. I. van der Klei, directeur Financien • Dhr. M. Oei, KNO-arts • Dhr. L. Pater, manager ICT • Dhr. T. Winkler, directeur KPOW De ICT-raad vergadert iedere maand. Afdeling ICT verzorgt de voorbereidingen voor dit maandelijks overleg. Daarnaast brengt de ICT-raad periodiek advies uit aan de directie en de raad van bestuur. In 2011 volgens planning gerealiseerd • De voorbereidingen om te komen tot een nieuw EPD zijn gestart. • NEN7510 – De norm voor informatiebeveiliging in de zorg. De positieve uitkomst van de audit eind 2010 was dat het ziekenhuis aan de eisen voldoet. • MijnFlevoziekenhuis.nl – In 2011 is een belangrijke herimplementatie door de leverancier uitgevoerd die een verdere groei van functionaliteiten mogelijk maakt. De belangrijkste stap in 2011 is het introduceren van een huisartsenportaal, waarmee de huisarts labgegevens van de patient kan inzien en (semi)spoedafspraken kan maken. Na een pilot wordt het portaal geleidelijk uitgerold naar alle huisartsen van Almere. Patiënten kunnen in ‘mijnFlevoziekenhuis.nl’ aanvinken of ze deze toegang voor de huisarts wel of niet toestaan. • Nieuwe data opslag – De hybride outsourcing van hardware voor data opslag, archivering en back-up die zowel binnenshuis als extern staat, en waarmee lange termijn- en capaciteitsonderhoud uitbesteed zijn, is begin november volledig opgeleverd. Hiermee is een optimale situatie ontstaan, waarbij patiëntengegevens beschermd zijn tegen calamiteiten zowel binnenshuis als daarbuiten; inclusief het optimale onderhoud om data altijd beschikbaar te hebben. Datamigraties zijn inmiddels gestart en lopen tot en met de lente van 2012 door. • PACS2 – Systeem voor alle beeldvormende toepassingen buiten de Radiologie. Met dit systeem zijn bijvoorbeeld echocardiogrammen, MDL camerabeelden en endoscopische opnames via één systeem opvraagbaar en inzichtelijk. Project is volgens planning gestart en zal begin 2012 de eerste fase opgeleverd worden. • Nieuwe Werkplek – door additioneel inzicht en daarmee bijbehorende kostenverhogingen is dit traject opgeschoven en is een aanvullend vooronderzoek uitgevoerd om dit traject beheersbaarder te maken. Dit vooronderzoek past in een initiatief van onze partner HP om dit soort technologie veel meer te standaardiseren in de zorg. Vooronderzoek is positief afgesloten in december en inmiddels heeft de ICT-raad positief gereageerd om fase 2 te starten in 2012.
45
• • •
DOT Grouper – De nieuwe manier van factureren die per 1 januari 2012 voor alle ziekenhuizen verplicht is gesteld. Dit project is in hechte samenwerking met de afdeling Financien in 2011 voor een groot gedeelte uitgevoerd. In 2012 zal dit project afgerond worden. EVS – Elektronisch voorschrijven van medicijnen. Eerste fase van dit project is met succes op de afdelingen Interne/Oncologie, Gynaecologie/Verloskunde en Kindergeneeskunde uitgerold. Hierna volgen overige verpleegafdelingen. Cytostatica module – Extra functionaliteit om chemokuren goed te managen. Hiermee is een start gemaakt, en zal verder in 2012 uitgerold worden.
Andere ontwikkelingen in 2011 • Draadloos netwerk – De WiFi gastenvoorziening FlevoFree in de ontvangsthal is uitgebreid naar de verpleegafdelingen. Belangrijke reden is ook dat het EVS van WiFi gebruik gaat maken tijdens de rondes over de verpleegafdelingen. • Stoma- en wondverpleegkundigen hebben vervanging gekregen van hun ondersteunende applicatie. • Contrastnefropathie: Bij bepaalde radiologische onderzoeken krijgen patiënten contrastmiddelen toegediend. Bij een verminderde nierfunctie zijn aanvullende maatregelen nodig ter bescherming van de patiënt. Met de nefroloog en de afdeling Radiologie is een procedure afgesproken om de beschermende maatregelen te garanderen. Op de afdeling Radiologie worden nu twee extra bezoeken geregistreerd: Contrastnefropathie aangevraagd en Contrastnefropathie uitgevoerd. Achteraf wordt op basis van informatie van Radiologie, Laboratorium en SAP bezoekregistratie vastgesteld of in de procedure geen patiënt is ‘vergeten’. • Er is een nieuw voedingsapplicatie ter vervanging van de oude uitgerold. • Extra ICT-beveiligingsysteem om onder meer betere computervirusbescherming te hebben. • ICT-monitoringsysteem voor 24/7 monitoring op beschikbaarheid van netwerk, hardware en een aantal onderdelen van applicaties. Operationele kengetallen • Samen met bovenstaande grotere projecten zijn er in totaal 213 wijzigingen uitgevoerd. • Er zijn 20.433 hulpvragen bij de Helpdesk beantwoord, die bestaan uit ICT-Services vragen (zoals aanvragen van accounts, hulp bij applicaties, etc), wijzigingen (zoals upgrade van een applicatie, aanpassing SAP, etc) en incidenten (van een kapotte telefoon tot uitval van een applicatie). • De daling van het aantal grote incidenten die in 2010 is ingezet, heeft zich gecontinueerd in 2011, mede dankzij nieuwe monitoring. De grootste uitval heeft in januari 2011 plaatsgevonden op netwerkgebied. Vaker zijn er verstoringen voorgekomen op koppelingsgebied die snel worden verholpen zonder veel impact te hebben. Er zijn tussen de vijf en tien verstoringen van dien aard per maand. • Beschikbaarheid centrale hardware: 99,818% (doel is 99,825%). Belangrijkste voorziene ontwikkelingen in 2012 De afgelopen jaren is vooronderzoek gedaan naar het realiseren van een EPD binnen het ziekenhuis. Midden 2010 is een pas op de plaats gemaakt. Eind 2011 is dit traject weer opgestart met als eerste doel een businesscase op te leveren. 2012 zal in het teken staan van het vervangen van de huidige eerste generatie EPD die in 2013 stopgezet dient te worden. Vervolgstappen zijn afhankelijk van de uitkomsten van de businesscase. Naast het EPD staat het volgende op de planning: • Huisartsenportaal – Via mijnFlevozieken.nl krijgen huisartsen ook inzage in radiologische uitslagen van hun patiënten die zij niet zelf hebben aangevraagd. Op het patiëntenportaal gedeelte staat onder meer het webspreekuur in de planning. • Afronden van de eerder gestarte projecten: - DOT Grouper - EVS - Cytostatica module - PACS2 - Datamigratie naar nieuwe opslagomgeving - Nieuwe werkplek (hier zal ook in 2013 nog verder aan gewerkt worden)
46
•
•
Technische upgrade projecten – Het Flevoziekenhuis gaat in 2012 upgrades uitvoeren van onderliggende besturings- en systeemsoftware en haar e-mailsysteem. Ondanks zorgvuldige voorbereidingen zullen enkele verstoringen in haar ICT-dienstverlening hierdoor niet te vermijden zijn, maar wel zo gelimiteerd mogelijk worden gehouden. Verder doorzetten van hetzelfde concept achter de nieuwe dataopslagsystemen op de hardware die verwerkingscapaciteit leveren; dat wil zeggen met een gedeelte binnenshuis en extern, zodat bij uitvallen van één lokatie (op iets beperktere capaciteit) nog wel onze systemen, samen met de data beschikbaar blijven.
3.4 Algemeen kwaliteitsbeleid Het Flevoziekenhuis onderscheidt drie aspecten van kwaliteit van zorg (de Bont e.a. 2009): professionele kwaliteit, organisatorische kwaliteit en relationele kwaliteit. Per aspect heeft het begrip kwaliteit* een andere betekenis en worden andere instrumenten gehanteerd om kwaliteit en veiligheid te verbeteren en te borgen. Aspect Professionele kwaliteit
Organisatorische kwaliteit
Relationele kwaliteit
Kwaliteit = Competentie van de professional: • protocollair handelen • evidence based • vakinhoudelijke kennis Optimale processen: • procesbeheersing • risicomanagement • plan-do-check-act (pdcacyclus) • sturen o.b.v. indicatoren • meten = weten Patiëntgerichtheid: • bejegening • informatie en communicatie • meebeslissingsrecht
Instrumenten • Richtlijnontwikkeling • Intercollegiale visitatie • Kennismanagement • Nascholing • • • • •
Kwaliteitsmanagementsysteem Veiligheidsmanagementsysteem Prestatie-indicatoren Balanced Score Card LEAN/SixSigma (Kaizen)
• • •
Patiënttevredenheid (CQ-index) Focusgesprekken VIP-trainingen medewerkers/artsen
* Veiligheid maakt onderdeel uit van integrale kwaliteit (De Bont e.a. pag. 13). Daar waar kwaliteit staat genoemd, wordt tevens veiligheid bedoeld.
Planetree Het Flevoziekenhuis heeft als eerste Europese ziekenhuis in 2010 het Planetree-label behaald. Vanuit dit Planetree-concept willen we onze patiënten (en medewerkers) omringen met mensgerichte zorg. Planetree is geen apart project, maar is als gedachte geïntegreerd in onze dagelijkse activiteiten. De doelen ten aanzien van de kwaliteit van de zorg zijn allemaal gebaseerd op de Planetree-visie. De visie van Planetree is om gezondheidszorg te leveren waarin: • mensen voorop staan en iedere medewerker zorgverlener is; • persoonlijke aandacht wordt gegeven aan de hele mens en dat betekent zorgen voor fysieke, emotionele, geestelijke en sociale behoeften; • informatie toegankelijk en zinvol is zodat individuen zo veel mogelijk regie en zeggenschap houden over hun lijf, hun gezondheid en hun leven en actief betrokken zijn bij hun eigen veiligheid, welbevinden of herstel; • een houding van vriendelijkheid en compassie normaal is; • veilige, toegankelijke en vakbekwame zorg essentieel is voor cliëntgerichte zorg; • begrip heerst voor het feit dat ziekte en ouderdom een levensveranderende ervaring kan zijn voor cliënten, familie en zorgverleners; • familie, vrienden en dierbaren vitaal zijn voor herstel of de kwaliteit van leven; • de fysieke omgeving goed is ingericht omdat dit belangrijk is voor stressreductie en welbevinden; • medewerkers regie hebben over hun werk en daardoor ruimte hebben om beter en met meer plezier zorg te verlenen.
47
In 2011 heeft de regiegroep Planetree vooral medewerkers gestimuleerd om zelf initiatieven te nemen op het gebied van mensgerichte zorg. Het twee jaar durende traject van ziekenhuisbrede VIPtrainingen werd eind 2011 afgerond; vrijwel alle medewerkers, verpleegkundigen en specialisten zijn getraind in de kernwaarden VIP (Verbindend, Initiatiefrijk en Professioneel). Er werden tal van activiteiten aangeboden of ondersteund, zoals de halfjaarlijkse Planetreedagen voor patiënten, bezoekers en medewerkers, de prijsvraag ‘Planetree for me’, de KIEK-dag waarbij afdelingen bij elkaar ‘in de keuken’ konden kijken, Balance@work voor fitte en gezonde medewerkers, Café ‘t LEVEN en samenwerkingsprojecten. Het Flevoziekenhuis presenteerde een workshop tijdens het Planetree-congres in Nederland over patiëntenfeedback. Tijdens het internationale Planetree congres in Nashville, Amerika, verzorgde het Flevoziekenhuis, als niet-Amerikaanse organisatie, een workshop over haar ervaringen met het accreditatietraject. Het Flevoziekenhuis publiceerde de uitgave ‘Planetree in de polder’, die de weg naar het label beschrijft. In 2012 vervult de regiegroep een meer adviserende en coördinerende rol. Zij richt zich op het creëren van een breder draagvlak in de organisatie voor Planetree-borging en initiatieven. Het is aan de EVR’s en afdelingen om Planetree verdere invulling te geven in de aanloop naar heraccreditatie voor het label in 2013. De regiegroep brengt daarnaast advies uit aan de raad van bestuur ten aanzien van de voortgang op het gebied van Planetree. Daarnaast zullen de jaarlijkse activiteiten worden gecontinueerd om de mensgerichte cultuur te versterken. Er vindt een inventarisatie plaats bij afdelingen en EVR’s om de tweede fase van VIP training vorm te geven. Net als in 2011, zal er een evaluatie plaatsvinden bij alle afdelingen om de stand van zaken ten aanzien van de borging van Planetree te peilen. Hierbij wordt Planetree verbonden aan de beleids- en kwaliteitscycli in het ziekenhuis. 3.4.1 Kwaliteitsindicatoren Het belang van de kwaliteitsindicatoren wordt met het jaar groter; zowel binnen de interne processen als in de interactie met andere spelers en maatschappelijke organisaties binnen de gezondheidszorg. Een aantal jaar geleden werden de kwaliteitsindicatoren via één enkele uitvraag van de IGZ, de zogenaamde ‘Basisset’, opgevraagd voor publicatie. Tegenwoordig zijn er drie belangrijke uitvraagsets en aan deze resultaten worden in diverse publicaties (bijvoorbeeld van de Consumentenbond) breed in de samenleving aandacht besteed. De genoemde drie uitvraagsets worden geleverd door IGZ, Zichtbare Zorg en Zorgverzekeraars Nederland. Het aantal uitgevraagde indicatoren in deze sets ligt rond de 600. Voor het eerst zijn in december 2011 resultaten van kwaliteitsindicatoren gezamenlijk met het AMC aangeleverd aan zorgverzekeraars in het kader van de (heelkundige) alliantie. Dit is een vingeroefening geweest voor het aanleveren van kwaliteitsindicatoren aan Zichtbare Zorg m.b.t. diagnosegroepen, die binnen deze alliantie vallen. De prestatieindicatoren zijn een grotere rol gaan spelen in het overleg met de verzekeraars. In veel gevallen gebruiken de verzekeraars de normen vanuit de wetenschappenlijke verenigingen als toetsingskader. Een andere ontwikkeling in dit kader is de opzet van registratiesystemen door deze verenigingen (bijvoorbeeld DSCA). Ook binnen de (evaluatie van) interne processen krijgen de kwaliteitsindicatoren steeds meer aandacht. Deze ontwikkeling wordt versterkt door het verwerken van kwaliteitsindicatoren in zorgpaden, die in samenwerking met het kwaliteitsbureau KOA door de vakgroepen worden ontwikkeld. Tevens is de EVR’s gevraagd drie kwaliteitsindicatoren te benoemen, waaraan zij in 2012 extra aandacht willen besteden. Hiermee wordt gewerkt aan het vaker en nadrukkelijker completeren van de kwaliteitscyclus (PDCA). Eervolle vermeldingen Zorgverzekeraar Menzis heeft het Flevoziekenhuis aangewezen om het predikaat Topzorg te voeren voor zowel spataderen en staar voor 2011 en 2012. Het ziekenhuis verwerft met dit contract het predikaat Topzorg voor beide aandoeningen. Het Flevoziekenhuis heeft in 2011 opnieuw het Vaatkeurmerk gekregen van de Hart&Vaatgroep. Dit keurmerk wordt uitgereikt aan ziekenhuizen die voldoen aan de kwaliteitscriteria van deze
48
patiëntenvereniging voor hart- en vaatzorg. Het Vaatkeurmerk richt zich op de kwaliteit van behandelingen van aandoeningen in de slagaders van benen, bekken, buik, aorta en hals. Tijdens de Oogzorgnetwerkdag op 29 september ontving de Hoofdpijnpoli van het Flevoziekenhuis de Oogzorgnetwerk Partnerprijs. Op de Hoofdpijnpoli worden alleen kinderen met hoofdpijnklachten gezien, die nog niet bekend zijn bij Oogheelkunde. Door een nauwe samenwerking tussen kinderartsen, oogartsen en optometrist-orthoptist is het mogelijk binnen één dag eenvoudige oogheelkundige oorzaken van hoofdpijn te verhelpen, zonder dat daar (dure) beeldvormende onderzoeken bij nodig zijn. De Borstkankervereniging (BVN) heeft de criteria van de Monitor Borstkankerzorg dit jaar aangescherpt. Desondanks heeft Flevoziekenhuis van de BVN opnieuw een ‘lintje’ ontvangen op de website www.borstkanker.nl. Het multidisciplinaire mammacare-team van het Flevoziekenhuis heeft gespecialiseerde chirurgen in dienst, biedt met mammacare-verpleegkundigen goede begeleiding vóór en na de operatie, doet alle noodzakelijke onderzoeken op één dag en opereert patiënten zonodig binnen drie weken. Vanaf 1 januari 2012 beoordeelt de verzekeraar het AMC en het Flevoziekenhuis in Almere als een gezamenlijk behandelcentrum. 3.4.2 Veiligheid In 2011 is veel aandacht besteed aan de veiligheid van patiënt en medewerker. Behalve aan de hand van het VMS en de VMS-doelstellingen is ook geïnvesteerd in medicatieveiligheid (zie de bijdrage van de Apotheek in hoofdstuk 3.2.2.1 ‘Ziekenhuisafdelingen’) en aan het verminderen van agressie ten aanzien van ziekenhuismedewerkers. Agressieaanpak In 2011 is een samenhangende aanpak ingevoerd om de agressie ten aanzien van ziekenhuismedewerkers te verminderen. Want ondanks het feit dat er bij de receptie en in alle wachtruimtes van het ziekenhuis grote borden met onze huisregels hangen, hebben medewerkers dit jaar 93 keer een daad van agressie gemeld via het meldportal op intranet. Met de politie zijn heldere afspraken gemaakt over hoe om te gaan met een agressiemelding. Medewerkers worden direct opgevangen door de arbo- en verzuimcoördinator die met hen een reconstructie van het gebeuren maakt (verwerking) en eventueel gewenste of nodige nazorg bespreekt, eventueel door het Bedrijfsopvangteam (BOT). De dader blijft niet buiten schot. Het Flevoziekenhuis doet altijd aangifte en er zijn dit jaar zestien waarschuwingsbrieven verstuurd. Soms wordt een schadevergoedingsprocedure in gang gezet of krijgt de dader een toegangsverbod (vijf in 2011). Dit wordt in SAP geregistreerd en is daarmee voor alle medewerkers inzichtelijk. Alle medewerkers krijgen weerbaarheidstraining aangeboden. Veiligheids Management Systeem (VMS) In het Flevoziekenhuis wordt sinds 2008 gewerkt aan de implementatie van een VMS. Het VMS bundelt op unieke wijze veilige bouwstenen en interventies waardoor de risico’s op het ontstaan van fouten gemanaged kunnen worden. In de Nederlands Technische Afspraak (NTA 8009:2007) staan de basiseisen beschreven voor een VMS. Hierin is niet alleen een belangrijke rol weggelegd voor de raad van bestuur (eindverantwoordelijkheid) en het management (invulling van het beleid op de eigen afdeling) maar ook voor alle professionals. Zij dragen bij aan het creëren van een veiligheidscultuur door over veiligheid te praten, incidenten te melden, risicovolle processen te onderzoeken en inzichtelijk te werken volgens duidelijke richtlijnen en protocollen. In 2012 toetst het NIAZ of het Flevoziekenhuis voldoet aan de gestelde eisen voor het VMS. Uiteindelijk zal de IGZ toezicht houden op handhaving van VMS. Overige VMS onderdelen Daarnaast is ook veel aandacht besteed aan de andere onderdelen van het VMS: • Veiligheidsrondes – In 2011 is begonnen met het lopen van veiligheidsrondes. Doel van deze rondes is het identificeren van veiligheidgerelateerde problemen, het ondersteunen van medewerkers bij het verbeteren van de patiëntveiligheid en kunnen praten over gedeelde normen en opvattingen. Nadrukkelijk wordt gesteld dat een veiligheidsronde geen inspectieronde is. In 2011 zijn drie veiligheidsrondes gelopen.
49
•
•
•
Opleiding en training – Nieuwe medewerkers worden door middel van het introductieprogramma op de hoogte gebracht hoe om te gaan met patiëntveiligheid binnen het Flevoziekenhuis. Daarnaast heeft het onderwerp ‘veiligheid’ een vaste plek gekregen in de jaargesprekken. Vanaf 2011 vindt veiligheidsscholing plaats via e-learning modules in het leermanagementsysteem (LMS). Hierin worden ook de voorbehouden handelingen bijgehouden. Prospectieve risicoanalyse – Vanaf 2009 wordt er binnen het Flevoziekenhuis gewerkt met prospectieve risicoanalyses. In 2011 is er duidelijk onderscheid gemaakt in het doen van risicoanalyses voor processen (bijvoorbeeld op afdelingniveau) en systemen (ICT). Afgesproken is om bij ieder project en zorgpad, volgens een vast format, een risicoanalyse te doen. Continu verbeteren van de (patiënt)veiligheid als reactie op resultaten uit alle soorten incident meldingen.
Patiëntveiligheid: BHV en bedrijfsnoodplan In 2010 en 2011 is gewerkt aan een scala van ontruimingsplannen voor afdelingen, onder begeleiding van een externe adviseur. Tevens hebben bepaalde afdelingen een ontruimingsoefening gehouden. In 2012 worden deze ontruimingsplannen in detail afgerond en worden per afdeling oefeningen gehouden. Eind 2011 is de stand van zaken geïnventariseerd en is besloten op basis van de NEN 4000 (noodorganisatie) de stappen te gaan doorlopen die nodig zijn om de BHV en het bedrijfsnoodplan verder structureel op te zetten. Daartoe zijn de volgende hoofdstappen geformuleerd: • RI&E gericht op BHV; • Voorstel veranderen BHV-organisatie en verhogen ‘belangrijkheid’; • Presentatie tussentijds naar directeur Bedrijven, hoofd Techniek en raad van bestuur; • Bedrijfsnoodplan actualiseren met standaard procedures en specifieke procedures voor de high care afdelingen; • Communicatie/implementatie naar alle medewerkers; • Opleiding BHV-organisatie; • Oefeningen. Het streven is om op elk tijdstip de juiste noodorganisatie beschikbaar te hebben, ook in avond, nacht en weekend. Met huurders van het Flevoziekenhuis zullen afspraken worden gemaakt (artikel 19 Arbowet). Het traject zal in 2012 op volle kracht zijn verdere beloop hebben en neemt ongeveer een jaar in beslag. Ziekenhuis Rampen Opvang Plan (ZiROP) In 2011 is een ZiROP-commissie geïnstalleerd. De commissie heeft de volgende taakstelling: • Jaarlijkse toetsing van het Rampenopvangplan. Dit zorgt voor een inhoudelijk en procedureel adequate organisatie voor de opvang van rampslachtoffers. • Betrokkenheid bij inhoudelijk overleg met externe instanties. • Actualiseren van het ZiROP. Daarnaast is één beheerder ZiROP aangesteld (0.5 Fte, budget ZiROP). Deze rol is neergelegd bij het hoofd Spoedeisende hulp met als vervangers: hoofd IC of hoofd Cardiologie. De taken van de beheerder omvatten: • Eindverantwoordelijkheid voor inhoud, procedures en actualiteit van het ZiROP. • Primair contactpersoon voor overleg met organisaties die belast zijn met rampenopvang. • Het organiseren van oefeningen (OTO). • Het informeren van de beleidscommissie ZiROP. • Halfjaarlijks updaten van het ZiROP. Het verslag van de ZiROP-commissie is opgenomen in deel II van het jaardocument.
50
3.4.3 Incidenten Sinds begin 2011 kunnen via een portal op intranet ziekenhuisbreed zorggerelateerde incidenten worden gemeld. Decentraal incident melden (DIM), agressiemeldingen, bedrijfsongevallen, informatiebeveiliging (NEN7510), wat te doen bij calamiteiten, seksuele intimidatie, prikaccidenten en het inschakelen van het Bedrijfsopvangteam (BOT). Alle incidenten worden vervolgens geanalyseerd. Zonodig starten er vervolgens verbetertrajecten. Periodiek worden de uitkomsten op zowel decentraal (DIM-commissies) als centraal niveau (MIPcommissie) gemonitord en gerapporteerd en de vervolgens benodigde verbeteringen besproken. Het verslag van de MIP-commissie is opgenomen in deel II van het jaardocument. Incidenten patiëntenzorg In 2011 zijn in totaal 2.397 incidenten gemeld. Dit totaal aantal meldingen bestond uit: 373 incidenten en 2.024 bijna-incidenten. Grafiek: Aantal (bijna-)incidenten per kwartaal (2011)
Grafiek: Verdeling totaal aantal incidenten en bijna-incidenten in 2011
51
Grafiek: Aard van de meldingen in 2011
Grafiek: Aantal meldingen naar risicoklasse
Overzicht van het aantal meldingen per risicoklasse: • 1.896 groene meldingen: geen nadelige gevolgen voor de patiënt en/of volgende processtappen; • 424 gele meldingen: mogelijk minimaal ongemak, geen beschadiging, geen verlenging van de opnameperiode, geen interventie nodig; • 73 oranje meldingen: middelmatig letsel. Mogelijk schade, tijdelijke beschadiging, geringe verlenging van de opnameperiode, matige klinische interventies; • 4 rode meldingen: aantoonbaar risico op ernstig letsel. Blijvende schade, ernstige verlenging van de opnameperiode, grote klinische interventies (zoals operatie). Gegevensbeveiliging NEN 7510 Het Flevoziekenhuis is in 2010 gestart met het project ‘Informatiebeveiliging (NEN 7510)’ om de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van zowel patiënten- als medewerkersinformatie te waarborgen. Het doel was om ten eerste de technische/ICT kant op orde te hebben, ten tweede het veiligheidsbewustzijn van medewerkers te vergroten en ten derde het project verder te implementeren. In 2010 voldeed het Flevoziekenhuis aan de minimale eisen binnen het NVZ-toetsingskader. In januari 2011 is de ‘Gedragscode Flevoziekenhuis’ geïmplementeerd. Hierin staat onder meer beschreven hoe
52
om gegaan moet worden met digitale communicatie tussen personen. Meer specifiek wordt hierin beleid uiteengezet over hoe men om moet gaan met internet, e-mail, telefonie, blogs, wiki’s, fora en andere media (interne email blijft binnen de gecontroleerde omgeving van het ziekenhuis en is daarom buiten de reikwijdte van dit document). Het beschrijft gewenst en ongewenst gedrag ten opzichte van deze middelen, welke controlemaatregelen getroffen kunnen worden en wat eventuele sancties op overtreding van de gedragscode zijn. Via het incidentenportaal zijn in 2011 totaal 41 meldingen over informatiebeveiliging geregistreerd: • Beschikbaarheid: 2 • Integriteit/betrouwbaarheid: 7 • Vertrouwelijkheid: 25 • Geen aard benoemd: 7 3.4.4 Toegankelijkheid Fysieke en geografische toegankelijkheid Het Flevoziekenhuis is binnen Almere goed te bereiken met openbaar en eigen vervoer. Het ziekenhuis heeft geen eigen parkeerfaciliteiten waardoor patiënten en bezoekers gebruik moeten maken van gemeentelijke (betaalde) parkeerplaatsen. Helaas geeft dit met regelmaat frictie met bezoekers en patiënten van het ziekenhuis. Sinds september is een nieuw bewegwijzeringssysteem binnen het ziekenhuis geïntroduceerd. Elke polikliniek of afdeling is vanaf de hoofdingang te vinden met een routeletter (A t/m M). Alle bordjes in de centrale hal en de binnenstraat zijn daarop aangepast. Ook de wc’s zijn nu beter vindbaar. In overleg met Bartiméus (specialist voor blinden en slechtzienden) is bijvoorbeeld gekeken naar de kleurstelling en het contrast van de bewegwijzering. In 2012 wordt dit bewegwijzeringssysteem verder geoptimaliseerd. Voor patiënten en bezoekers die graag begeleid worden, zijn zowel bij de hoofdingang als bij de receptie gastvrouwen en –heren aanwezig om met hen mee te lopen. Digitale toegankelijkheid Via de website www.flevoziekenhuis.nl vinden patiënten en overige geïnteresseerden een breed aanbod aan informatie over de zorg en faciliteiten van het Flevoziekenhuis. Ook zijn alle folders online beschikbaar. De WiFi-verbinding FlevoFree is voor patiënten en bezoekers beschikbaar in de centrale hal en op sommige andere plaatsen. Sinds december 2011 is deze verbinding ook beschikbaar op de verpleegafdelingen. Telefonische toegankelijkheid In 2011 is gestart met de pilot ‘Telefooncentrum’ met als doel de telefonische bereikbaarheid van de poliklinieken te verbeteren. Het doel van het project is om 90% bereikbaarheid per polikliniek te realiseren (inkomend telefoonverkeer). Ongeveer 80% van het inkomende telefoonverkeer van het ziekenhuis betreft het maken, wijzigen of annuleren van afspraken. Dit wordt afgehandeld in het Telefooncentrum. De pilot heeft zich in 2011 gericht op de poliklinieken Oogheelkunde & KNO. De inzet van het Telefooncentrum heeft in een aantal neveneffecten geresulteerd, namelijk: • Langere openingstijden met minder inzet van medewerkers per polikliniek. • Verbetering van de totale bereikbaarheid van het Flevoziekenhuis, afname van het totale telefoonaanbod. • Door het roulatiemodel zijn medewerkers breder inzetbaar. • Polikliniek-proces komt verder op orde en er ontstaat rust door het wegvallen van de storende factor (telefoon op de polikliniek zelf). Toegankelijkheid van de zorg Binnen het Flevoziekenhuis proberen de vakgroepen de toegangstijd voor de poliklinieken en de wachttijden in de kliniek zo kort mogelijk te laten zijn. In 2011 bleven de toegangstijden in de meeste gevallen onder de gestelde Treek-norm van maximaal drie weken. Opvallend is de korte toegangstijd voor een MRI scan, vanwege de mogelijkheid om in het weekend en ’s avonds een afspraak te plannen. De wachttijden worden regelmatig bijgewerkt op de website van het Flevoziekenhuis.
53
Daarnaast kunnen patiënten met vragen over wachttijden, toegangstijden en wachtlijsten kunnen telefonisch contact opnemen met Bureau opname. Patiënten kunnen bij het Flevoziekenhuis uiteraard telefonisch een afspraak maken of bij de balie langskomen. Daarnaast biedt het ziekenhuis ook het digitale afsprakensysteem ‘mijnFlevoziekenhuis.nl’. Via deze website kunnen patiënten zelf hun afspraak bij de polikliniek maken, wijzigen of annuleren. Daarnaast kunnen patiënten met hun arts afspreken dat zij een uitslag of brief digitaal weergegeven wordt in ‘mijn Dossier’. Zij ontvangen dan een sms of e-mail met een uitnodiging om hun digitale uitslag in te zien, hun dossier te bekijken of een vervolgafspraak te maken. Dit onderdeel is nog ontwikkeling en breidt zich langzaam uit over de verschillende poliklinieken. In juli is een vernieuwde versie gelanceerd, waarmee de afsprakensite gebruiksvriendelijker en betrouwbaarder is geworden. Tot slot zijn de medewerkers van informatiecentrum mijnInfopunt en de gastvrouwen in de centrale hal van het ziekenhuis hét eerste aanspreekpunt van bezoekers en patiënten met vragen. Zij wijzen de weg naar de gewenste afdeling of polikliniek. De medewerkers van het mijnInfopunt beantwoorden allerlei vragen, variërend van hulpvragen over mijnFlevoziekenhuis.nl tot doorverwijzingen naar patiëntenverenigingen. Ook informeren zij over bijvoorbeeld de rechten en plichten van patiënten, verzorgen zij de eerste klachtopvang en beschikken zij over informatie van gezondheidsinstellingen in de regio en voorlichtingsactiviteiten in het ziekenhuis. Patiënten en bezoekers kunnen er ook hun verhaal kwijt of bijvoorbeeld samen met een medewerker een moeilijke folder of formulier doorlezen en bespreken. Voor patiënten die opgenomen worden in het Flevoziekenhuis, is de ‘opnameservice’ beschikbaar; patiënten melden zich op het afgesproken tijdstip bij mijnInfopunt. Een medewerker van mijnInfopunt brengt de patiënt en zijn/haar begeleider naar de verpleegafdeling waar de patiënt verwacht wordt.
54
3.5 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten 3.5.1 Patiëntenfeedback: enquêtes & klachten 3.5.1.1 Patiëntenparticipatie Het Flevoziekenhuis doet regelmatig onderzoek naar patiënttevredenheid. Hiervoor worden diverse instrumenten ingezet, waaronder de Independer Consumenten Monitor (ICM). Het afnemen van de enquête en het verwerken van de resultaten gebeurd met een erkende meetorganisatie (MediQuest). Daarnaast worden er interviews met patiënten gehouden evenals focus/spiegelgesprekken. De enquête met ICM-vragen (Mediquest) Ieder kwartaal ontvangen patiënten steekproefsgewijs een korte enquête met een antwoordenveloppe. Gemiddeld scoorde het Flevoziekenhuis 8,2 in 2010 en 8,3 in 2011. Het Flevoziekenhuis houdt als uitgangspunt aan dat een verschil groter dan 0,4 significant is. Tabel: Overzicht van de rapportcijfers van Mediquest van 1e kwartaal 2010 t/m 4e kwartaal 2011 Meting Kwartaal I 2010 Kwartaal II 2010 Kwartaal III 2010 Kwartaal IV 2010 Kwartaal I 2011 Kwartaal II 2011 Kwartaal III 2011 Kwartaal IV 2011
Rapportcijfer 8,1 8,2 8,4 8,2 8,3 8,3 8,3 8,3
Grafiek: Rapportcijfers Mediquest 1e kwartaal 2010 t/m 4e kwartaal 2011
Gemiddeld rapportcijfer per meting 8,45 8,42
8,4
8,4 8,33
8,35
8,31
8,3
8,31
8,25
8,23
8,2
8,24 Rapportcijfer
8,15 8,1
8,11
Norm
8,05 8 7,95
In de enquete wordt onderscheid gemaakt in een (dag)opname en een bezoek aan de polikliniek. Ten aanzien van de ontslagprocedure in de kliniek en de informatieverstrekking aan patiënten op de polikliniek zijn verbeteringen te realiseren. Hiertoe zijn maatregelen getroffen die naar verwachting in de loop van 2012 vruchten afwerpen.
55
Grafiek: Overzicht van de rapportcijfers (dag)opname (1e kwartaal 2010 t/m 4e kwartaal 2011)
Grafiek: Overzicht van de rapportcijfers polikliniek (1e kwartaal 2010 t/m 4e kwartaal 2011)
Tabel: Overzicht van de responspercentage per kwartaal (1e kwartaal 2010 t/m 4e kwartaal 2011) Meting 6, Kwartaal I 2010 7. Kwartaal II 2010 8. Kwartaal III 2010 9. Kwartaal IV 2010 10. Kwartaal I 2011 11. Kwartaal II 2011 12. Kwartaal III 2011 12. Kwartaal IV 2011
Respons % 15% 26% 28% 28% 26% 27% 27% 28%
56
Grafiek: Overzicht van de responspercentage per kwartaal (1e kwartaal 2010 t/m 4e kwartaal 2011)
Focus gesprekken In het kader van Planetree zijn focus gesprekken gehouden bij de vakgroep Oogheelkunde en het dialysecentrum. De uitkomsten van de gesprekken zullen in 2012 meegenomen worden in een integraal verbeterplan van betreffende afdelingen met Planetree als uitgangspunt. Interviews Met een interview wordt op directe wijze gereflecteerd op verschillende aspecten van de zorgverlening. In 2011 zijn bij de volgende afdelingen interviews gehouden: polikliniek Urologie, KNO, Oogheelkunde, Orthopedie, Plastische chirurgie, Pre-operatieve spreekuur, Pijnpoli, Mammapoli, SEH, Bureau opname en de gipskamer. De vragen die werden gesteld, waren toegespitst op gesignaleerde knelpunten op betreffende afdelingen en hebben geleid tot verbetermaatregelen. Spiegelgesprekken In 2011 zijn er geen spiegelgesprekken uitgevoerd. 3.5.1.2 Klachten Het Flevoziekenhuis kent klachtenfunctionarissen en een onafhankelijke klachtencommissie. Klachtenfunctionarissen houden zich bezig met klachtbemiddeling. Komt men er in de klachtbemiddeling niet uit dan is een van de mogelijkheden de klacht voor te leggen aan de Klachtencommissie. De Klachtencommissie wordt voorgezeten door een externe onafhankelijke voorzitter en ondersteund door een ambtelijk secretaris. De leden zijn deels wel (acht personen) en deels niet (vier personen) aan het ziekenhuis verbonden. Het klachtenreglement voldoet aan de eisen van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector en de Klachtenrichtlijn Gezondheidszorg (2005). Sinds 1 januari 2010 worden klachten indien mogelijk decentraal afgehandeld. Dat wil zeggen dat afdelingen en zorgverleners direct in overleg met klagers de klacht afhandelen. Op elke afdeling is een afdelingshoofd of senior verantwoordelijk voor het behandelen van klachten. Zij kunnen daarbij ondersteuning vragen van een klachtenfunctionaris. De klachtenfunctionaris richt zich vooral op de ernstige, gecompliceerde of multidisciplinaire klachten en klachten waarbij de klager vraagt om bemiddeling. Via de website van het Flevoziekenhuis zijn klachtenformulieren in te vullen en daarnaast zijn papieren klachtenformulieren op alle afdelingen beschikbaar. Daarnaast kunnen klagers bij mijnInfopunt ondersteuning krijgen bij het invullen van een klachtenformulier.
57
Actueel in 2011 Het klachtenreglement is in 2011 herzien met in gedachte: de ontwikkelingen van de Gedragscode Openheid medische incidenten, namelijk betere afwikkeling Medische Aansprakelijkheid (GOMA) en het wetsvoorstel Wet cliëntenrechten zorg (Wcz). Bij de behandeling van claims zijn ontwikkelingen voortgezet op operationeel gebied, waarbij het ziekenhuis (Bureau Juridische zaken en Klachtafhandeling) meer claims in eigen beheer behandelt. Meer hierover onder het kopje Claims. In 2011 heeft een klanttevredenheidsonderzoek plaatsgevonden onder de klachtmelders en aangeklaagden in het klachtbemiddelingstraject. De resultaten waren over het algemeen goed. Zo geeft 73% van de ondervraagden aan dezelfde procedure opnieuw te kiezen en werden met name de bejegening en duidelijkheid in communicatie van de klachtenfunctionarissen erg goed beoordeeld. Daarentegen was slechts 58% van de klachtmelders tevreden over het resultaat van de klachtafhandeling en 34% ontevreden. Naar aanleiding van het onderzoek is geconcludeerd dat er behoefte is aan meer duidelijkheid over welke keuzes gemaakt kunnen worden bij onvrede (klachtbemiddeling, klachtencommissie, schadeclaim of externe instantie). Daarnaast is het belangrijk om aandacht te hebben voor het feit dat een claim of klacht ook voor de aangeklaagde heel ingrijpend is. Plannen voor 2012 In 2012 wordt onderzocht op welke manier het ziekenhuis de centrale klachtenvoorzieningen en bijbehorende processen meer patiëntgericht kan maken, rekening houdend met nieuwe wetgeving en optimale samenwerking met de aansprakelijkheidsverzekeraar. Hiervoor is reeds een werkgroep samengesteld met interne en externe leden. Daarnaast wordt gewerkt aan een integraal managementinformatiesysteem (MIS) waarbij de resultaten van klacht- en incidentenmeldingen en kwaliteitsmetingen beschikbaar worden gemaakt. Wat valt op in 2011? Ten opzichte van 2010 is het aantal bemiddelingsklachten vrijwel gelijk gebleven, terwijl het aantal klachtmelders afnam. Bij de Klachtencommissie hebben zich in 2011 drie klagers gemeld tegenover twee klagers in 2010. Deze drie klagers hebben een relatief hoog aantal klachtonderdelen geuit over verschillende afdelingen. Figuur: Totaaloverzicht Klachten – Klachtencommissie – Claims
2011
Zorg
Bedrijven
Financiën
Clusteroverstijgend
Bemiddelingsklachten Klachtencommissie
465
43
8
14
16
1
-
4
Claims: medische schade Claims: beschadiging / verlies van eigendommen Claims: vermogensschade Tuchtzaken
31
2
-
-
12
3
-
-
1
-
-
-
3
-
-
-
Totaal
528
49
8
18
Totaal 2011 Totaal 2010 530 531 (437 melders) (470 melders) 21 9 (3 melders) (2 melders) 33 30 (30 melders) (26 melders) 15 19 (15 melders) (19 melders)
1 (1 melder) 3 (3 melders) 603
2 (2 melders) 3 (3 melders) 594
Het totaal aantal klachten (603) over 2011 is ingediend door 489 klachtmelders. In de bijlage ‘Klachten en klachtencommissie’ is een overzicht opgenomen van het aantal en de aard van de meldingen van 2007 tot en met 2011. Het verslag van de klachtencommissie is opgenomen in deel II van het jaardocument.
58
Waar gaan de bemiddelingsklachten over? In dit overzicht zijn alle klachten opgenomen die via de klachtenfunctionarissen of bij mijnInfopunt zijn ontvangen, dat wil zeggen zowel de decentraal afgehandelde klachten als door de klachtenfunctionaris afgehandelde klachten. In 2011 is 37% hiervan decentraal opgelost (2010: 41,5%). De klachten die rechtstreeks bij afdelingen of zorgverleners zijn geuit zijn niet opgenomen in de registratie en rapportage. Ook in 2011 gaan de meeste bemiddelingsklachten over behandeling, verpleging, verzorging en over de relatie met de patiënt. Een uitgebreid overzicht per onderwerp van de klacht is in de bijlagen (klachten - klachtenbemiddeling) opgenomen. Het totaal aantal klachten in de bemiddeling is vrijwel gelijk gebleven. Dit geldt niet voor de individuele klachtcategorieën. In de categorie ‘behandeling, verpleging, verzorging’ was het aantal klachten 247, een toename van 24% nadat er in het voorgaande jaar een daling van gelijke grootte was geconstateerd. Van deze 247 klachten over de behandeling ging het voor een deel om vermeende fouten en geschaad vertrouwen, maar ook voor een deel om bejegening, onvoldoende communicatie en informatie tijdens de behandeling. 3.5.1.3 Claims en tuchtzaken In 2011 bedroegen de claims 8,1% van het totaal aantal meldingen (in 2010 8,6%). Er wordt onderscheid gemaakt tussen claims medische schade, vermogensschade en beschadingen / verlies van eigendommen. Claims medische schade In 2011 hebben 30 patiënten een medische claim ingediend, tegenover 26 in 2010. Ook in 2011 hebben de meeste claims betrekking op ‘behandeling, verpleging, verzorging’. In de bijlagen (Klachten - claims) is een overzicht opgenomen van de verschillende onderwerpen. Claims vermogensschade In 2011 is één claim ontvangen die alleen betrekking heeft op vermogensschade. In 2010 waren dit er twee. Claims beschadiging / verlies van eigendommen In totaal zijn 15 claims ingediend in verband met beschadiging of verlies van eigendommen ten aanzien van verschillende afdelingen in 2011. Deze claims worden met name tegen verpleegafdelingen ingediend. In de bijlagen (Klachten - claims) is een overzicht opgenomen over de manier waarop deze claims zijn afgehandeld. Behandeling claims in eigen beheer Een goede schadebehandeling en aansprakelijkheidsverzekering is van groot belang voor het ziekenhuis, haar medewerkers en met name de specialisten. Het ziekenhuis is bij MediRisk verzekerd tegen aansprakelijkheid voor haar medewerkers en vrijgevestigd specialisten. Sinds 1 januari 2010 heeft de aansprakelijkheidsverzekeraar (MediRisk) van het ziekenhuis een eigen risico voor personenschade geïntroduceerd. Dit eigen risico is € 5.000,- per schademelding. Dat betekent dat bij elke individuele schade een afweging van de spelende belangen wordt gemaakt alvorens een bepaalde weg in te slaan. Het ziekenhuis (Bureau Juridische zaken) behandelt meer claims in eigen beheer. Het onderzoek naar de aansprakelijkheid en het innemen van een standpunt werd dit jaar vaker door Juridische zaken gedaan. In 2011 zijn 19 medische schadeclaims in eigen beheer behandeld en elf zaken zijn door de verzekeraar behandeld. Daarnaast zijn alle claims beschadiging / verlies van eigendommen (15) en de vermogensschadeclaim in eigen beheer afgehandeld. Voordeel is dat het ziekenhuis meer grip heeft op de wijze van de schadeafwikkeling. Er kan een meer positieve en oplossingsgerichte aanpak van schadegebeurtenissen en aansprakelijkstellingen worden ingezet. Een duidelijke opstelling en behandeling leidt vaak tot lagere claims en minder rechtszaken waardoor een direct positieve invloed op het jaar eigen risico zichtbaar wordt. Deze ontwikkelingen op operationeel gebied worden nader uitgewerkt en geëvalueerd in 2012.
59
Tuchtzaken In 2011 zijn in totaal drie tuchtzaken gemeld, waarvan één tuchtzaak gericht is tegen twee specialisten. Deze zaken zijn nog niet afgehandeld. Een tuchtzaak uit 2010 is ongegrond verklaard en in een tuchtzaak uit 2011 is een waarschuwing opgelegd; daartegen is hoger beroep ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege. 3.5.1.4 Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) en de Functionaris voor de Gegevensbescherming Het Flevoziekenhuis is wettelijk verplicht persoonsregistraties te melden bij het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), op straffe van een boete. Vanaf het moment dat een bedrijf of instelling een Functionaris voor de Gegevensbescherming benoemt, hoeft het ziekenhuis de meldingen niet meer bij het CBP te doen, maar rechtstreeks bij de Functionaris voor de Gegevensbescherming. Deze functionaris houdt binnen de organisatie toezicht op de toepassing en naleving van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP). Het Flevoziekenhuis heeft een Functionaris voor de Gegevensbescherming benoemd. Deze Functionaris houdt binnen de organisatie toezicht op de toepassing en naleving van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP). In het verleden zijn er namens het Flevoziekenhuis bij het CBP diverse meldingen gedaan. Deze registratie is inmiddels niet meer actueel en is in 2011 vervangen door een nieuwe registratie. Alle meldingen die inmiddels bij de Functionaris voor de Gegevensbescherming zijn gedaan, staan in een register. Bedrijven en instellingen zijn verplicht om deze meldingen openbaar te maken. Het register is bij mijnInfopunt, ter inzage, beschikbaar gesteld. Patiënten die klachten hebben over privacyschending kunnen zich wenden tot de Functionaris voor de Gegevensbescherming. Wat zijn de plannen voor 2012? Na een jaarlijkse actualisatie van het register wordt op de website van het Flevoziekenhuis informatie geplaatst over de Functionaris voor de Gegevensbescherming in het Flevoziekenhuis. Een en ander wordt gekoppeld aan een privacyreglement.
60
3.6 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers De focus van human resources management (HRM) was in 2011 met name gericht op de borging van de reeds ingezette professionalisering van HRM en een continuering van het HRM-beleidsplan ‘Het heft in handen’ (2008-2013), afgeleid van het strategisch beleid van het ziekenhuis. ‘Het heft in handen’ omschrijft de kerngedachte achter het personeelsbeleid van het Flevoziekenhuis. De basisprincipes sluiten volledig aan bij het gedachtegoed van Planetree: het door het Flevoziekenhuis geadopteerde mensgerichte zorgconcept, waarbij patiënten en hun naasten een centrale positie innemen. Het ziekenhuis zorgt hierbij voor een helende omgeving voor patiënt én medewerker; ‘Je kunt van onze medewerkers pas de juiste attitude richting patiënten vragen, wanneer zij zelf ook serieus worden genomen, zich optimaal kunnen ontwikkelen, voor initiatieven beloond worden en de arbeidsomstandigheden optimaal zijn’. Het HRM-beleidsplan is een hulpmiddel om deze gewenste situatie de komende jaren verder te realiseren. 3.6.1 Personeelsbeleid Aandacht voor medewerkers Het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) van 2010, en met name de feedback die vanuit de organisatie is gekomen, heeft in 2011 geresulteerd in activiteiten en plannen die hieronder worden toegelicht. Naar aanleiding van de uitkomsten van het MTO hebben de HR-adviseurs met alle teams/afdelingen/poliklinieken de teamscores besproken. Per team is vastgesteld waar men tevreden over is en wat dus behouden dient te blijven, maar ook waar eventuele verbeterpunten liggen. Alle teams zijn zelf aan de slag gegaan om positieve veranderingen door te voeren, waar nodig bijgestaan door een HR-adviseur. Zo had bijvoorbeeld een afdeling nog nooit jaargesprekken gehouden, maar met wat support behaalden zij eind 2011 een score van 95%. Voor 2012 staat de voorbereiding van een nieuw medewerkerstevredenheidsonderzoek op de planning. Een belangrijk aandachtspunt is het versterken van de waardering door medewerkers. Samenvattend kan namelijk gesteld worden dat uit het MTO van 2010 blijkt dat medewerkers van mening zijn dat zij weinig tot geen invloed hebben op de processen binnen het ziekenhuis; “Teveel wordt ‘van bovenaf’ bepaald en eigen initiatief blijkt maar matig beloond te worden”. Ook wordt gesteld dat er onvoldoende opleidingsbeleid is, waarbij talenten inzichtelijk worden gemaakt. De afdeling HR heeft vanuit het bovengenoemde HRM-beleidsplan een projectenoverzicht opgenomen, met daaronder specifieke projectplannen. Tijdens de HR-overleggen wordt de voortgang van de lopende projecten continu gemonitord. De nauwe betrokkenheid tussen de Ondernemingsraad en HR is hierbij van toegevoegde waarde. De samenhang binnen de diverse projecten resulteert in een onderlinge samenwerking van de betreffende projectleiders. Voor 2012 staat op de planning: • FWG, functiebeschrijving en functiedifferentiatie. Eind 2012 is 80% van de functiebeschrijvingen resultaatgericht. • Voorbereiding medewerkerstevredenheidsonderzoek. Uitgangspunt is het versterken van de waardering van medewerkers. • Ondersteuning teamontwikkeling. • Borging ‘VIP’-gedachte: integreren bij de introductie van nieuwe medewerkers. Gezondheid van medewerkers In 2011 is een nieuwe arbo- & verzuimcoördinator aangesteld. Zij is gestart met het inventariseren van punten die op het gebied van arbo opgepakt dienen te worden en op welke wijze. Voor 2012 is er een arbo jaarplan opgesteld. 61
Dit jaar is veel aandacht besteed aan de voorlichting, nazorg en follow-up bij agressie-incidenten. De RIE’s (risicoinventarisaties en -evaluaties) worden opgepakt door middel van het verder uitzetten van de vragenlijst, het houden van interviews en rondgangen op de afdelingen. Knelpunten op arbogebied worden opgepakt. En er is veel aandacht besteed aan het adviseren en begeleiden van leidinggevenden en arbeidsongeschikte medewerkers. Hierbij lag de nadruk met name op goede onderlinge samenwerking en zorgen voor snelle werkhervatting, al dan niet via aangepaste werkzaamheden. Samengevat heeft dit in 2011 geresulteerd in: • Daling van het ziekteverzuimpercentage van 5,05% (2010) naar 4,81% (2011). • Uitvoering RI&E is opnieuw opgepakt en gestart. • Digitaal melden en nazorg agressie incidenten. • Fysieke belastbaarheidstrainingen op een aantal afdelingen verzorgd. • Diverse projecten binnen het gezondheidsprogramma voor medewerkers, Balance@work, verzorgd. Voor 2012 staat op de planning: • Verdere daling van het ziekteverzuimpercentage naar <4%. • Digitale RI&E; plan van aanpak voor 80% van alle afdelingen in het ziekenhuis. • Evaluatie aanpak agressie en veiligheid. • Ergocoaches op afdelingen. • Projecten Balance@work uitbouwen en borgen. Arbeidsmarkt en werving Na jaren van sterke groei van het personeelsbestand in 2009 en 2010 is het jaar 2011 een jaar van consolidatie geweest; de werving en selectie heeft zich met name gericht op het op sterkte houden van het personeelsbestand en de focus was minder gericht op uitbreiding van de personeelscapaciteit. Naar verwachting zal dit ook de tendens zijn voor 2012. Het interne Flexburo speelt een belangrijke rol in de flexibilisering van de personele inzet. Zo is de strategische keuze gemaakt om binnen het Flevoziekenhuis te werken met een zogenaamde flexibele schil, waarbij tenminste tien procent van het personeel flexibel ingezet kan worden. Voor 2012 staat op de planning: • Nader onderzoek hoe er effectief gebruik gemaakt kan worden van de mogelijkheden van sociale media met betrekking tot de arbeidsmarktcommunicatie. • ‘Op ieder moment de juiste medewerker op de juiste plek’. Door middel van een strategische personeelsplanning inzicht krijgen in de vraag welk personeel het ziekenhuis op korte en langere termijn nodig heeft, rekening houdend met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. 3.6.2 Kwaliteit van het werk Ontwikkeling van medewerkers In 2011 had het Flevoziekenhuis een budget van 1,2 miljoen euro ter beschikking voor het opleiden van medewerkers. Hiermee zijn enerzijds de benodigde opleidingen bekostigd om de kwaliteit van de zorg te optimaliseren. Anderzijds is dit budget beschikbaar voor individuele wensen van medewerkers. Van leidinggevenden wordt verwacht dat zij hierin zorgvuldige keuzes maken. In principe hebben alle medewerkers van het Flevoziekenhuis een jaargesprek met hun leidinggevende gehad waarin het wederzijds functioneren en de persoonlijke ontwikkeling aan bod zijn gekomen. Ter stimulering van de individuele loopbaanontwikkeling van medewerkers zijn diverse HRinstrumenten beschikbaar, waaronder papi, teamrollenonderzoek en capaciteitniveau bepaling (alle drie van Cubics). Loopbaangesprekken worden gevoerd door papi-gecertificeerde adviseurs. In 2011 is hieraan het 360-graden onderzoek toegevoegd als intern HR-instrument. De pilot met dit nieuwe instrument is in 2011 afgerond. Op aanvraag kunnen hoofden 360-graden feedback inzetten voor werving- en selectiedoeleinden. Maar ook individuen kunnen een aanvraag indienen bij de HRadviseurs.
62
Voor 2012 staat op de planning: • Het ontwikkelen van een ‘Talentenprogramma’, waarvan in 2011 met een beperkte groep al een pilot is gedaan. • Nadat in 2011 alle medewerkers een VIP-training hebben gevolgd, wordt in 2012 gewerkt aan de borging van de VIP-waarden (Verbindend, Initiatiefrijk, Professioneel). Zo worden de kernwaarden van deze training standaard aangeboden tijdens de introductie van nieuwe medewerkers. • Verder krijgt het terugdringen van ziekteverzuim als gevolg van psychische klachten ruime aandacht. Organisatieontwikkelingen De afdeling HR Services is erop gericht om medewerkers en leidinggevenden zo goed mogelijk te faciliteren. Ook hier is de ingezette professionaliseringslag in 2011 verder doorgevoerd. Door een continue uitbreiding van het dienstenpakket werkt HR Services non-stop aan een optimale klantgerichtheid. In 2011 is het ‘Management Self Service’-concept uitgebreid met een digitale Verzuimmodule. Hierbij registreert de leidinggevende zelf de ziek- en herstelmelding van zijn/haar medewerkers. Ook is er een uitgebreid onderzoek gedaan naar efficiëntieverhogingen ten aanzien van het roosteren en plannen. Dit onderzoek heeft geleid tot de aanschaf van een Employee Self Service mogelijkheid op het gebied van digitaal verlof- en overwerkaanvragen door medewerkers. Verder is ook, in samenwerking met andere afdelingen binnen het ziekenhuis, in 2011 weer de zeer gewaardeerde Kerstmarkt voor medewerkers en vrijwilligers georganiseerd. Als laatste, het nieuw geïntroduceerde concept voor jubilerende medewerkers is met veel enthousiasme ontvangen: jubilerende medewerkers mogen een persoonlijk geschenk uitzoeken bij de plaatselijke juwelier. Voor 2012 staat op de planning: • De implementatie van een digitaal verlof- en overwerkregistratiesysteem voor de medewerkers (Employee Self Services). • Een verdere optimalisatie van het Dienst Roosterplanning Systeem (DRP). • Onderzoek naar de mogelijkheden met betrekking tot de Werkkostenregeling. • De organisatie van de Kerstmarkt 2012. • Een verdere optimalisatie van het pakket aangeboden diensten. 3.6.3 Opleiden Het Flevoziekenhuis heeft zich ontwikkeld tot een breed opleidingsziekenhuis. Dat is zichtbaar geworden in alle onderdelen van het opleidingsbeleid voor artsen in opleiding tot medisch specialist, voor verpleegkundigen en medewerkers, zowel binnen het Flevoziekenhuis zelf als in samenwerking met regionale partners. In 2011 is volop ingezet op (persoonlijke) ontwikkeling van medewerkers, middels ontwikkeltrajecten, weerbaarheidstrainingen en communicatietrainingen. Daarnaast is de aandacht op de verantwoordelijkheid voor het onderhouden van de eigen deskundigheid verder toegenomen. Het leermanagement systeem is hierin een hulpmiddel gebleken voor zowel de medewerkers als de leidinggevenden. In 2011 is veel aandacht aan de basiskennis anatomie/fysiologie en pathologie binnen het verpleegkundig domein, noodzakelijk om in 2012 samen met het medisch domein klinisch redeneren te implementeren. Hiermee zullen de opgedane kennis en vaardigheden in 2011 worden bestendigd in de werkprocessen. Tabel: Overzicht van organisatiebrede onderwerpen en activiteiten in 2011 (intern) Resultaten 2011 Leerhuis: Voorbereidingen zijn getroffen om een Leerhuis in te richten, waarin alle opleidingsgerelateerde afdelingen geïntegreerd worden. Leerwerkplaats in het Flevoziekenhuis: Voorbereidingen getroffen voor de implementatie Leerwerkplaats voor MBO en HBO Verpleegkunde studenten i.s.m. onderwijsinstellingen. Het betreft instroom initiële opleiding met stageplaatsen.
Doelen 2012 Nadere uitwerking van het concept Leerhuis. Leerwerkplaats in het Flevoziekenhuis: Start pilot leerwerkplaats op afdelingen Cardiologie en Chirurgie
63
Leermanagement Systeem (LMS): De administratieve organisatie rondom klassikale trainingen is ingericht en operationeel. E-learning modules zijn geïmplementeerd in leerpaden ondersteunend aan ‘blended learning’. Ontwikkelen, actualiseren en uitvoeren van ontwikkeltrajecten, zoals: Management Development 2010-2011, Leertraject Senior Zorgeenheid voor eerste nieuwe groep functionarissen, Seniorontwikkeltraject voor tweede nieuwe groep medewerkers in seniorrol.
Ondersteunen van training (on the job): • SAP: Voor gebruikers in kliniek en polikliniek i.s.m. functioneel beheer de basisregistratie verbeteren op juistheid, tijdigheid en volledigheid. • DOT: DOT-functionaliteiten aanleren bij gebruikers. • Reanimatieonderwijs: Implementatie van elearning ALS & BLS in scenariotrainingen in skillslab. Laatste kwartaal 2011 neemt deelname aan reanimatieonderwijs toe. • Voorbehouden Handelingen Verpleegkundig domein: aandacht voor scholen van bekwame toetsers per afdeling. Toetsen bekwaamheid 1x per jaar nu ingebed in planning van het skillslab.
Introductie nieuwe medewerkers (incl. medisch domein): In overleg met HR komen tot een goede introductie in de bedrijfsvoering en in de organisatie, met aandacht voor applicaties en reanimatieprocedure.
Leermanagement Systeem (LMS): Kwartaalrapportages maken uit het LMS voor lijnmanagement, ondersteunend aan het bespreekbaar maken van onderhouden deskundigheid tijdens het jaargesprek met medewerker. Evaluatie van de leerpaden in overleg met lijnmanagement. Ontwikkelen, actualiseren en uitvoeren van ontwikkeltrajecten: Management Development 2012-2013 EVR, Leertraject Senior Zorgeenheid voor tweede groep nieuwe functionarissen uitvoeren, Seniorontwikkeltraject voor derde nieuwe groep medewerkers in seniorrol, Verdiepingsmodules Seniorontwikkeltraject ontwikkelen i.s.m. lijnmanagement. Ondersteunen van training (on the job): • SAP: Alle gebruikers hebben bekwaamheid m.b.t. basisregistratie SAP laten vaststellen. Per afdeling is een rapportage van de stand van zaken beschikbaar. • DOT: Training rondom DOT-functionaliteit wordt voortgezet. • Reanimatieonderwijs: Doelgroepen 2013 worden in overleg met de Reanimatiecommissie opnieuw vastgesteld. Doel: deelname aan reanimatieonderwijs is 90%. • Voorbehouden Handelingen Verpleegkundig domein: Ziekenhuisbreed beleid rondom de vertaling van de bevoegdheidsregeling Voorbehouden Handelingen (wet BIG) actualiseren en toetsen aan de bestaande handelingsprofielen per afdeling. Introductie nieuwe medewerkers (incl. medisch domein): Operationaliseren van deze ochtend voor A(N)IOS 1e kwartaal 2012 en operationaliseren van de totale introductie voor alle nieuwe medewerkers in het 2e kwartaal 2012.
Tabel: Overzicht van organisatiebrede onderwerpen en activiteiten in 2011 (regionaal) Resultaten 2011 Samenwerking: • Hogeschool Windesheim Flevoland maakt voor verpleegkunde studenten gebruik van het skillslab in het Flevoziekenhuis. Ook worden professionals uit het Flevoziekenhuis uitgenodigd voor gastlessen in Windesheim Flevoland. • Op zowel MBO als HBO verloopt de samenwerking tussen de onderwijsinstellingen op verschillende niveaus gestructureerd (inhoud en proces). Aandachtspunt blijft de aansluiting van theorie op praktijk. • De samenwerking met Medisch Technisch
Doelen 2012 Samenwerking • De huurovereenkomst van het skillslab wordt onderdeel van de beoogde samenwerkingsovereenkomst met Windesheim Flevoland. Er is mogelijkheid voor de praktijkdocent van Windesheim om met professionals van het Flevoziekenhuis mee te lopen om kennis op te doen voor de praktijklessen in het skillslab. • Bijdrage vanuit het onderwijs (MBO en HBO) op de pilot Leerwerkplaats afdelingen draagt bij aan betere afstemming theorie en praktijk. • Vier themabijeenkomsten per jaar voor medewerkers MTT en
64
Thuis Team (MTT) van Zorggroep Almere wordt de samenwerking geïntensiveerd rondom de kennis over voorbehouden handelingen (doel: overdracht zo soepel en professioneel mogelijk laten verlopen). Werkgeversvereniging CMO/Zowelwerk – Vanwege de huidige arbeidsmarktproblematiek en de te verwachte problematiek in de regio, met elkaar naar oplossingen zoeken. Dit heeft de pilot ‘Leerwerkplaats in het Flevoziekenhuis’ voor instroom initiële opleidingen opgeleverd (doorstroom opleidingsniveau 2 naar 3 / 3 naar 4 / 4 naar 5). Regionaal project ‘Klant Centraal’ met ketenzorgpartners en Onderwijsinstellingen (Voortgezet onderwijs, MBO en HBO): • Implementatie binnen Zorg en Welzijn van gemeenschappelijke manier van begeleiden en beoordelen in Flevoland. • Ontwikkelen van attitude aspecten voor Zorg en Welzijn in Flevoland. • Een doorlopende leerlijn in Zorg en Welzijn, met aandacht voor instroom MBO vanuit Voortgezet onderwijs én doorstroom binnen MBO-niveaus en doorstroom naar HBO.
verpleegkundigen/specialisten van het Flevoziekenhuis. De inhoud wordt gezamenlijk ontwikkeld. Werkgeversvereniging CMO/Zowelwerk – Samen met afdeling HR de Strategisch personele planning uitrollen. Noodzakelijk om strategisch goed op te kunnen leiden en bij te dragen aan de mobiliteit in de organisatie en de (regionale) arbeidsmarkt. Het Flevoziekenhuis speelt als leerbedrijf in de regio een centrale rol in het opleiden. Niet alleen voor de eigen medewerkers, maar ook voor medewerkers in de regio. Regionaal project ‘Klant Centraal’ met ketenzorgpartners en Onderwijsinstellingen (Voortgezet onderwijs, MBO en HBO): • Voldoende bekwame assessoren in de beroepspraktijk opleiden t.b.v. nieuwe systematiek begeleiden en beoordelen. • Attitude aspecten zijn geborgd in curricula MBO Zorg en Welzijn en dienen als leidraad voor Voortgezet onderwijs en HBO. • Afronding van het 3-jarige project met het opleveren van de projectproducten. Inrichten van regionaal klankbordgroep van instellingen en onderwijs t.b.v. afstemmen praktijk en theorie.
Een overzicht van opleidingsplaatsen ziekenhuisbreed voor schooljaar 2011-2012 (excl. medische opleidingen) staat in de bijlagen. 3.6.4 Medische opleidingen Het medisch domein van Opleidingen omvat de initiële opleiding van medisch studenten (co-schappen en wetenschappelijke stages), de medische vervolgopleidingen voor arts-assistenten in opleiding tot medisch specialist en de professionalisering van medici. Op dit moment bieden zes vakgroepen een MSRC (Medisch Specialistische Registratie Commissie) erkende opleiding tot medisch specialist: dat zijn Interne geneeskunde, Gynaecologie, Kindergeneeskunde, KNO (keel-, neus- en oorheelkunde), Dermatologie en Chirurgie (2012). Met de erkenning van Chirurgie is de weg vrijgemaakt voor de vakgroepen Maag-, Darm- en Leverziekten (MDL) en Orthopedische chirurgie om ook opleidingserkenning aan te vragen. Ook de vakgroepen Neurologie en Reumatologie hebben vergelijkbare plannen. De opleiding tot medisch specialist vindt deels in een academisch medisch centrum (AMC/VUmc) plaats en deels in een niet academisch opleidingsziekenhuis zoals onder andere het Flevoziekenhuis. De Centrale Opleidingscommissie heeft een groot aantal activiteiten binnen en buiten het ziekenhuis opgezet om de opleidingen optimaal te integreren in de dagelijkse zorg aan onze patiënten. Resultaten in 2011 Initiatieven genomen tot en een beleidsnotitie geschreven ter voorbereiding van een mantelcontract met het AMC en aanpassing bestaande samenwerkingsovereenkomst en vergoedingen co-schappen. Deze notitie is onderwerp van het bestuurlijk overleg van de raden van bestuur van het Flevoziekenhuis en het AMC. Diverse activiteiten voor het versterken
Doelen voor 2012 Komen tot verdere uitbouw en doorontwikkeling van het opleidingaanbod ism AMC.
65
van de relatie met het AMC: • Vernieuwd relatienetwerk opgebouwd met onderwijsinstituut (OWIGEN bestuur) AMC. • Lid van Dagelijks Bestuur OOR AMC. • Lid projectgroep ontwikkeling Masterjaar 1. • Lid projectgroep evaluatie Masterjaar 1. Afstemming en expertise uitwisseling met AMC op vakgroep niveau m.b.t. nieuwe Master curriculum AMC (affiliatie-overleg) in gang gezet. Beleids- en startnotitie (doelstellingen, opzet en implementatie) Leerhuis. Voorbereiding en implementatie voor de artsassistenten (aios en anios): de Intervisie bijeenkomsten, de BAGAGE-training (acute geneeskunde), ECG onderwijs en Vakgroep Overstijgend Onderwijs. Voor de medische staf van de opleidingsvakgroepen is voorbereid en geïmplementeerd: de ‘Teach the teacher’ training van het AMC in het Flevoziekenhuis. Structureren, monitoren en ondersteunen van (her)visitaties bij opleidingsvakgroepen. Gynaecologie en Dermatologie zijn met succes ge-hervisiteerd en hebben beiden de maximale periode (5 jaar) van opleidingserkenning verkregen. Chirurgie, eerste visitatie, heeft de opleidingserkenning gekregen voor in eerste instantie twee jaar voor het algemene deel van de chirurgische opleiding en voor de differentiatierichtingen gastro-intestinale chirurgie en chirurgische oncologie. Structureren kwaliteitscyclus medisch specialistische opleidingen. Hierbij worden objectieve instrumenten (D-rect, setQ) ingezet ter beoordeling van de AIOS, maar ook van opleiders en het opleidingsklimaat, om de kwaliteit van de opleidingen te monitoren. Stroomlijnen en verhogen inkomensstroom opleidingsgelden van AMC en VWS. Ook ziekenhuisbeleid vastgesteld voor affiliatievergoedingen (co-schappen). Allocatiebeleid opleidingsgelden in gang gezet. Voorbereiding, begeleiding en ondersteuning oprichting FLAV, arts-assistenten vereniging. Aantal co-assistenten in 2011: • 378 co-assistenten bij de vakgroepen Interne Geneeskunde, Chirurgie, Gynaecologie, Kindergeneeskunde, Dermatologie, KNO, Oogheelkunde, Neurologie, SEH, Cardiologie, Plastische chirurgie, Urologie, Orthopedie. • Een stijging van het aantal co-assistenten van 35% vergeleken met 2010.
Implementeren van een haalbaar en betaalbaar Master curriculum (inhoudelijk en financieel). Ondersteuning Leerhuis-ontwikkeling. Borgen van het professionaliseringstraject van arts-assistenten in het Leer Management Systeem door het ontwikkelen/implementeren van een introductie programma voor alle artsassistenten. Het onderdeel bedrijfsvoering start vanaf half februari. De onderdelen Organisatie en Verdiepingsonderwijs nog te ontwikkelen. Eerste wetenschapssymposium organiseren met een wetenschapsprijs voor arts-assistenten Begeleiding hervisitatie van de opleidingen bij KNO, eerste visitatie bij Neurologie, MDL, Reumatologie en SEH.
D-rect en Set Q gestructureerd in Centrale Opleidingscommissie bespreken.
Ziekenhuisbeleid vaststellen voor ziekenhuisbreed opleidingsgelden subsidiefonds VWS voor de begroting 2013. Beleidsmatige afstemming met de EVR’s op het terrein van opleidingen. Vertegenwoordiging van de FLAV in de Centrale Opleidingscommissie voor goede afstemming en inbreng arts-assistenten over beleid en inhoud opleidingsaspecten. Implementeren van Masterjaar 1 (van het AMC) bij de vakgroepen Dermatologie, Oogheelkunde, KNO, Interne geneeskunde, Chirurgie, Kindergeneeskunde.
66
Aantallen arts-assistenten in 2011: • Aios: 21 arts-assistenten in opleiding tot medisch specialist (14,6 fte) bij de opleidingsvakgroepen: Interne Geneeskunde, Gynaecologie & Verloskunde, Kindergeneeskunde, Dermatologie, KNO. • Anios: 121 arts-assistenten niet in opleiding tot medisch specialist (headcount) bij de vakgroepen Interne Geneeskunde, Chirurgie, Gynaecologie, Kindergeneeskunde, Dermatologie, Neurologie, IC, SEH, Orthopedie, Cardiologie. • Haios: 14 arts-assistenten in opleiding tot huisarts bij de vakgroepen SEH en Kindergeneeskunde.
Uitbreiden opleidingserkenningen (MDL, Neurologie, SEH, Reumatologie) en uitbreiden aantal aios per opleidingsvakgroep.
Prijzen Het Flevoziekenhuis verzorgt contractueel de co-schappen voor het AMC. Incidenteel en op verzoek komen studenten van verschillende universiteiten hier hun Master co-schap lopen. De inspanningen van de betreffende vakgroepen hebben dit jaar onder meer geresulteerd in prijzen voor ‘het Beste Coschap’ binnen het OOR AMC, uitgeroepen door de Co-raad van het AMC. Genomineerd waren: Dermatologie, KNO, Gynaecologie, Interne geneeskunde en Neurologie. De eerste plaats was voor: KNO in de categorie korte co-schappen (waar ook Dermatologie onder valt) en Gynaecologie en Neurologie (ieder in hun eigen categorie). Daarnaast is dermatoloog Dave van der Zwaan genomineerd als ‘Beste docent’.
67
3.7 Samenleving Het Flevoziekenhuis organiseerde in 2011 diverse rondleidingen waar Almeerders de sfeer van Planetree kunnen ervaren. Het project ‘Handen aan de Ploeg, voor Handen in de Zorg’ biedt jonge werklozen de kans om – met behoud van uitkering – een opleiding te volgen in één van de Almeerse zorginstellingen. De opleiding duurt een jaar en bestaat uit een dag per week naar school en twee dagen werken. Een delegatie van het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid bezocht op 30 mei het ziekenhuis en was enthousiast. In oktober organiseerde Staatsbosbeheer voor het eerst een Natuurbelevingsdag in het Flevoziekenhuis. Kinderen die in het ziekenhuis verblijven kunnen vogelhuisjes timmeren, waterdiertjes bekijken of oog in oog staan met een (opgezette) vos, reiger of eekhoorn. De tweedaagse Kerstmarkt die het Flevoziekenhuis jaarlijks organiseert met lokale ondernemers werd opnieuw goed bezocht. Bezoekers kunnen hun geld besteden bij acht Almeerse ondernemers. Het goede doel van dit jaar was de Dierenambulance Almere. Deze organisatie – waar een aantal medewerkers van het ziekenhuis als vrijwilliger actief is – haalde op de Kerstmarkt een bedrag van ruim € 1.400 op. Eervolle vermelding In 2011 ontving het Flevoziekenhuis de officiële plaquette behorend bij de erkenning als kwaliteitsziekenhuis voor knie- en heupvervanging bij artrose van Achmea/Agis. De Diabetespoli voor zwangeren won in 2011 de Cliënten Jaar Prijs, een initiatief van de Cliëntenraad van het Flevoziekenhuis. De 2 andere genomineerden waren de Opnameservice van mijnInfopunt en de Prikpoli van Oogheelkunde. Nieuw dit jaar is dat de Almeerse bevolking heeft bepaald wie deze prijs krijgt. De jury maakte een voorselectie van 3 projecten. De genomineerden presenteerden zich met een filmpje op de website waar bezoekers konden stemmen. Op de nieuwjaarsreceptie van het Flevoziekenhuis werd de winnaar bekend gemaakt. Het Flevoziekenhuis is op 10 september op een 50ste positie geëindigd in AD Ziekenhuis Top-100. In 2010 stond het Flevoziekenhuis op de eerste plaats. Het verschil in positie wordt vooral veroorzaakt door de andere opzet van het AD-onderzoek. Ook is minder goed geregistreerd dan in voorgaande jaren. Daarnaast kreeg het Flevoziekenhuis een rapportcijfers van 6,5, oftewel ‘ruim voldoende’ tot ‘goed’ in het onderzoek van Elsevier naar ‘De beste ziekenhuizen 2011’. Patiëntenvoorlichting In 2011 wordt gestart met het opnamemagazine ‘ZiekenThuis’. Het magazine verschijnt vier keer per jaar en bevat actuele informatie over voorbereidingen, services, veiligheid en nazorg. Goede informatievoorziening voor, tijdens en na een ziekenhuisbezoek is een onderdeel van het Planetree concept. Het Flevoziekenhuis organiseerde in 2011 een groot aantal initiatieven op het gebied van patiëntenvoorlichting: • In samenwerking met patiëntenverenigingen werden onder meer avonden georganiseerd over de ziektebeelden coeliakie, epilepsie, schildklieraandoeningen, menopauze en overgangsklachten en tinnitus (oorsuizen). • Op maandag 7 maart organiseerde NAH Ontmoetingspunt Almere het eerste inloopspreekuur voor mensen met niet aangeboren hersenletsel (NAH). Het spreekuur is bedoeld om gewoon met elkaar te praten, voorlichting te krijgen of samen iets te ondernemen. • Op 11 maart was het Flevoziekenhuis het decors voor de toneelvoorstelling ‘De Darmdialogen’. Met een vrolijke en informatieve voorstelling, vol lach, zang en dans werd in het kader van de internationale darmkankermaand aandacht gevraagd voor dit onderwerp. • Het Flevoziekenhuis organiseerde op 5 april een publiekssymposium met als thema ‘Adviezen voor een gezond leven’ voor mensen van Hindoestaanse afkomst. Sprekers waren onder andere de cardiologen Van der Spank en Bindraban en vasculair internist Ten Wolde.
68
• •
•
•
•
• • • • •
Op zaterdag 21 mei was de polikliniek Dermatologie één van de deelnemers aan de ‘Bescherm Je Huid-Dag’. Bezoekers van de dag konden zich laten onderzoeken door een dermatoloog en werden geïnformeerd over het controleren en beschermen van de huid. Op dinsdag 13 september is in het Flevoziekenhuis het Longpunt geopend. Voortaan zijn longpatiënten iedere maand welkom in het Flevoziekenhuis om ervaringen uit te wisselen en een vraag te stellen aan een longarts. Het Longpunt Almere is een initiatief van het Astma Fonds, het Flevoziekenhuis en Zorggroep Almere. Op donderdag 6 oktober organiseerde het Flevoziekenhuis en de Werkgroep Borstvoeding Flevoland in samenwerking met Zorggroep Almere voor het eerst een Kraammarkt. Ruim duizend bezoekers lieten zich informeren over onder meer de bevalling, kraamzorg en kinderopvang. Op dezelfde dag vond er in het Flevoziekenhuis een symposium plaats voor 200 zorgverleners met als thema ‘Borstvoeding verbindt’. De bekende neonatoloog dr. Martin WardPlatt was 1 van de sprekers, naast kinderarts Frank Schuerman. Ongeveer 80 Almeerders hebben donderdag 13 oktober – World Sight Day – hun ogen gratis laten screenen in de OOGbus op het Stadhuisplein in Almere Stad. Ruim driekwart van hen moest worden doorverwezen naar huisarts, opticien of zelfs oogarts, voor een briladvies of nader onderzoek. Cabaretier Jorgen Raymann liet als eerste zijn ogen onderzoeken. Op donderdag 13 oktober organiseerden het Flevoziekenhuis en Parkhuys Almere samen een bijzondere verwendag voor vrouwen (en mannen) die met borstkanker te maken hebben of hebben gehad. Zij konden in Parkhuys Almere terecht voor diverse verwenactiviteiten en informatieve workshops. In het kader van Wereld Aids Dag bood de Hiv-poli van het Flevoziekenhuis op woensdag 30 november Almeerders de mogelijkheid zich gratis en anoniem te laten testen op hiv. Op zaterdag 12 november organiseerden Psoriasis Vereniging Nederland afdeling Noordwest Nederland en polikliniek Dermatologie een informatiemiddag over een Kuurreis naar Turkije. Op dinsdag 6 december organiseerde de VMCA een eerste informatiebijeenkomst over mantelzorg in mijnInfopunt van het Flevoziekenhuis. Op 19 december kregen de dialysepatiënten van Dialysecentrum Flevoziekenhuis in Almere en in Lelystad een Verwenbon uitgereikt, goed voor een handmassage tijdens hun dialysebehandeling. De kraamafdeling van het Flevoziekenhuis is in 2011 gestart met het uitdelen van kraamtasjes aan kersverse moeders. In het tasje zit onder meer een babymutsje, een babybadsetje, foldertjes en een knuffelbeertje.
Interne communicatie Kijken in elkaars keuken. Dat deden medewerkers van het Flevoziekenhuis tijdens de ‘KIEK-dag’ op 23 juni. KIEK komt voort uit de wens van medewerkers zelf om meer van elkaars werk te weten en beter samen te werken. KIEK verlaagt drempels en geeft meer onderling begrip, nieuwe ideeën om de samenwerking te verbeteren en ‘best practices’ uit te wisselen. Publiciteit Het Flevoziekenhuis heeft in 2011 regelmatig het nieuws gehaald. Het NCRV programma 'Man bijt hond' organiseerde in het Flevoziekenhuis het spel: 'Wat kost het?', waarbij patiënten moesten raden wat hun behandeling had gekost. Het NOS Journaal maakte vanuit het Flevoziekenhuis een reportage over hetzelfde thema. Het Flevoziekenhuis kwam ook aan bod in een zomerserie van het NOS Radio 1 Journaal over innovaties in de zorg in Almere. Deze rapportage ging in op de samenwerking rond borstkankerchirurgie en de gezamenlijke Spoedpost van Zorggroep Almere en Flevoziekenhuis. Het incident met de longendoscoop (in augustus 2011) trok veel belangstelling van de landelijke media. Een greep uit andere onderwerpen waarmee het Flevoziekenhuis in het nieuws kwam: een nieuw model voor dataopslag waarbij het Flevoziekenhuis per gigabye betaalt, de polikliniek voor Hindoestanen, de geboorte van de tweeduizendste baby, de opening van een nieuw afdelingsrestaurant op de verpleegafdeling Cardiologie, de samenwerking met Tergooiziekenhuizen en AMC rondom cardiologie en het beleid rondom bezoektijden binnen Planetree. Fondsenwerving & sponsoring De afdeling Kindergeneeskunde van het Flevoziekenhuis kreeg in april 8 laptops uitgereikt van de Stichting Michael-Wings. De 4-jarige Owen Laponder is het eerste patiëntje dat een laptop in gebruik mocht nemen. Het Michael-Wing-principe stelt zieke kinderen, die voor behandeling zijn opgenomen zijn in een ziekenhuis, in staat om te communiceren met hun vrienden en familieleden.
69
Stichting Roparun stelde vanuit de opbrengst van de Roparun 2011 een maximumbedrag van € 2.000 ter beschikking aan het Flevoziekenhuis in Almere. Het bedrag wordt gebruikt voor vijf workshops ‘Look Good, Feel Better’. Wekelijks ontvangt mijnInfopunt van Albert Heijn XL (Schippersgarage) een aantal gratis bossen bloemen om de ontvangstruimte mijnInfopunt op te fleuren. In het nieuwe Van der Valk Hotel Almere werd op 11 februari door Kiwanis Club Almere in samenwerking met het Flevoziekenhuis een sponsordiner en veiling gehouden. De avond brengt ruim € 26.000 op die ten goede komt aan de realisatie van de Kindertuin en het opknappen van een speelkamer op de Kinderafdeling. De Kindertuin is in mei 2011 feestelijk geopend. Op Goede Vrijdag ontvingen alle patiënten, die op de verpleegafdelingen in het Flevoziekenhuis liggen, een attentie voor Pasen: een Paasgroet van de geestelijk verzorgers en een potje narcissen, aangeboden door Bloemen in Huis. Internet en sociale media De website van het Flevoziekenhuis werd 377.162 maal bezocht in 2011 door 216.463 unieke bezoekers. Per bezoek worden gemiddeld 4,26 pagina’s bekeken. Het groeiend gebruik van sociale media zette in 2011 door. Het aantal volgers op Twitter verdrievoudigde van 600 naar 1.800. Het ziekenhuis is verder actief op Youtube, Facebook en LinkedIn.
70
3.8 Milieu In 2011 zijn de procedures van het milieuzorgsysteem in documentbeheersysteem iDOC geplaatst en de beoordelingsronde ingestuurd. Specifieke aandacht is besteed aan procedures voor gevaarlijke stoffen en een procedure voor 2 liter zuurstofcilinders. De zuurstofcilinders vormen vanwege de verspreiding door het huis een risico op het gebied van verhoogd brandgevaar bij lekkages en de mogelijkheid van rocketeren bij beschadiging van de kop. De procedures gevaarlijke stoffen en 2 liter zuurstofflessen komen ook binnenkort ter beschikking in iDOC. In oktober is het milieuzorgsysteem gepresenteerd in het afdelingshoofdenoverleg. De afdelingshoofden hebben in groten getale milieuarbocontactpersonen aangesteld, die hen helpen bij het verbeteren van de milieuonderwerpen op de afdeling. Aangekondigd is dat de afdelingen door de milieucoördinator vier keer in 2012 worden bezocht ter ondersteuning. Op 1 november 2011 is de wijzigingsvergunning milieu afgegeven aan het ziekenhuis. Omdat de nieuwbouw geluidtechnisch op een andere manier is opgeleverd dan in de aanvraag van onze milieuvergunnning was beschreven, was het ziekenhuis genoodzaakt een wijzigingsvergunningsaanvraag in te dienen. Dit traject heeft door de vele besprekingen met de gemeente en de ontwikkelingen (bouw van het Landdrost gebouw, en de niet concrete plannen inzake woningbouw op het Hennepveld) meerdere jaren geduurd. De wijzigingsvergunning bevat nu extra geluidspunten op de terreingrens van het ziekenhuis (aan de Hennepveldzijde), waardoor duidelijk is welke geluidsbelasting op de betreffende geluidspunten maximaal toegelaten wordt in de toekomst. Er is voldaan aan de vergunningsvoorschriften van de milieuvergunning en lozingsvergunning. Een aanzet is gemaakt rapporten van controles en metingen in Ultimo te plaatsen, zodat ze gemakkelijk terug te vinden zijn. Binnen het milieuzorgsysteem zijn vele milieurapporten ingescanned en digitaal gearchiveerd. Voor de warmte koude opslag (WKO) is in juni 2011 een nieuwe watervergunning afgegeven door provincie Flevoland. Veel inspanning is verricht aan het opstarten van optimalisatiemaatregelen om de WKO efficiënter in te zetten, zodat op energiekosten wordt bespaard en klimaatklachten worden verminderd. Deze inspanningen worden in 2012 gecontinueerd. De aansturing van subcontractors is versterkt, waardoor een grote stap voorwaarts is geboekt in administratie en uitvoering van verplichte metingen en controles. Tot slot verwacht het ziekenhuis in 2012 een aantal maatregelen te kunnen nemen die bijdragen aan het bevorderen van duurzaam gebruik van energiebronnen. Deze zijn opgenomen in het milieubeleidsplan.
71
72
4
Financieel beleid
Het Flevoziekenhuis heeft haar financiën ingericht op basis van een financieel meerjarenbeleid, mede vanuit één van de pijlers van Planetree, ‘een gezonde organisatie’. Dit beleid rust op vier pijlers: • Centraal staat de continuïteit van zorg en van de organisatie en daarbij een voldoende buffer om onverhoopte tegenvallers in financiële zin te kunnen opvangen. • De solvabiliteit (eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal) moet de komende jaren groeien naar 15%. • Gezonde bedrijfsvoering. Het is essentieel om de uitgaven en kosten in evenwicht te brengen en dat is voor een groeiend ziekenhuis in een groeiende stad een uitdaging. Omwille van de solvabiliteit moet het resultaat minimaal 1% van de omzet zijn. • Sterke focus op liquiditeit door sturing op kasstromen, optimalisering van het werkkapitaal en beperking van investeringen. Toelichting Het realiseren van continuïteit betekent voor het Flevoziekenhuis dat er een balans is tussen groei in productie en groei van vermogen. Om te kunnen blijven groeien, moeten ook de financiële buffers toenemen om procentueel hetzelfde buffervolume vast te houden. Daarnaast is het de doelstelling van het ziekenhuis en de stakeholders dat het weerstandsvermogen verder groeit in verband met een hoger risicoprofiel van de sector. De manier om die buffer te laten groeien is door het jaarlijks behalen van een positief resultaat. De omvang van de buffer komt onder meer tot uiting in de solvabiliteit. De solvabiliteit bevond zich op 6,1% (balansdatum 2010, conform formule eigen vermogen gedeeld door balanstotaal). Gedurende 2011 heeft de solvabiliteit zich ontwikkeld tot 6.9% (balansdatum 2011). De solvabiliteit zal zich moeten ontwikkelen naar een niveau van 15%. Door enerzijds de groei en anderzijds de landelijke tendens tot beperking van de groei van de uitgaven in de gezondheidszorg is dit een zeer ambitieuze doelstelling. Het verloop van de ratio’s op basis van de geconsolideerde jaarrekening is als volgt: ratio
2011
2010
2009
2008
2007
16.799.180
13.682.472
13.264.262
12.777.463
10.586.747
Quick ratio
1,55
1,18
0,39
0,50
0,63
Solvabiliteit
6,9%
6,1%
6,1%
7,1%
7,6%
Budgetratio
13,1%
9,8%
12,8%
16,0%
15,0%
EV
werkkapitaal doorlooptijd debiteuren, vord totaal doorlooptijd debiteuren, vord deb/ntf
34.428.418
10.029.472 -76.931.738 -55.922.537 -41.642.253
89 80
97 85
94 86
86 77
116 106
Nota bene: De berekening van de budgetratio is conform de definitie die gehanteerd is naar aanleiding van de verplichting die we hadden jegens CenE Bankiers. In die definitie is de budgetratio als volgt: (Eigen Vermogen + 50% x voorzieningen)/(omzet Asegment+omzet Bsegment). Voor vergelijkbaarheidsredenen is deze formule ook gehanteerd voor 2012.
Het Flevoziekenhuis moet in de toekomst de beschikbare capaciteit steeds beter inzetten. De faciliteiten binnen het ziekenhuis geven de mogelijkheid om efficiënter te werken, er is continue aandacht voor scholing van personeel en verbetering van processen. Deze efficiencyverbetering is in de meerjarenbegroting de eerste jaren na de oplevering van de nieuwbouw zwaarder meegenomen.
73
Om de groei ook operationeel financierbaar te hebben, is een werkkapitaalfinanciering vereist die samenhangt met de omvang van de omzet. Het ziekenhuis streeft naar een zo klein mogelijk werkkapitaal door onder meer het facturatieproces te versnellen. Gang van zaken gedurende 2011 In 2011 kregen alle ziekenhuizen te maken met een landelijke korting op de tweedelijns gezondheidszorg. Het Flevoziekenhuis heeft gedurende het begrotingsjaar rekening gehouden met een korting van 3 miljoen euro. Dergelijke kortingen zijn opgevangen door ingrijpen in de bedrijfsvoering op het gebied van kosten en het samenvoegen van de afdelingen Orthopedie en Short stay. De maatregelen die in 2010 zijn genomen om te komen tot een meer efficiënte bedrijfsvoering hebben ook in 2011 hun vruchten afgeworpen. Omdat de landelijke korting uiteindelijk lager was dan begroot en het Flevoziekenhuis een groter deel van de groei vergoed heeft gekregen van de zorgverzekeraars kon het jaar met een positief resultaat van 3,1 miljoen euro worden afgesloten. Dit resultaat is deels te danken aan incidentele meevallers. Omdat de kortingen structureel van aard zijn en doorwerken in de meerjarenbegroting blijft het ook in 2012 noodzakelijk om de efficiëntie van de bedrijfsvoering verder te verbeteren. 2011 stond verder in het teken van de voorbereiding van de komst van de prestatiebekostiging. Er is veel tijd en energie gestoken in een tijdige en volledige invoering van DOT. Dit heeft geleid tot een andere inrichting van de processen rondom registratie en verantwoording. Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren zijn voor circa 85% geconcentreerd bij drie grote verzekeraars. Voor de kredietrisico’s inzake de vorderingen op deelnemingen en de overige vorderingen wordt verwezen naar de jaarrekening. Renterisico en kasstroomrisico Het Flevoziekenhuis maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten (onder andere leningen) die de instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen. De instelling handelt niet in financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Een en ander is vastgelegd in het vigerende Treasury Statuut. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de instellingen verschuldigde betalingen, blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s. Bij de overstap naar de nieuwe huisbankier zijn drie langlopende financieringen afgesloten met een kortlopende rentetermijn en een lange financieringszekerheid. Om het inherente renterisico af te dekken zijn tegelijkertijd rentederivaten afgesloten die onlosmakelijk verbonden zijn met de onderliggende financiering. Er is sprake van een perfecte match tussen lening en derivaat, waardoor de combinatie zich gedraagt als een langlopende lening met een langlopende rentevastheid. Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen leningen. De leningen kennen een langlopend vast rentepercentage. De leningen worden aangehouden tot het einde van de Iooptijd. Het is beleid van het Flevoziekenhuis om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, effecten, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. De reële waarde van de overige in de balans verantwoorde financiële instrumenten wijkt niet materieel af van de boekwaarde. Nadere informatie over de behaalde omzet en resultaten, kasstromen en financieringsbehoeften is opgenomen in de jaarrekening 2011.
74
75
Deel II Verslagen van advies- en medezeggenschapsorganen en ziekenhuiscommissies
76
1
Advies- en medezeggenschapsorganen
1.1 Medisch stafbestuur Samenstelling en organisatie De samenstelling van het bestuur medische staf was in 2011 als volgt. • Dhr. J.P. Baars, internist/oncoloog (voorzitter, tot 18 okt 2011). Aandachtsgebieden: transmuraal, externe relaties, interne relaties, documenten. • Dhr. E.J.W. Schubert, intensivist (penningmeester, vice-voorzitter tot 18 okt, vanaf 18 oktober 2011 voorzitter). Aandachtsgebieden: transmuraal externe relaties, interne relaties, documenten. • Dhr. A.H. Boonstra, nefroloog (vanaf 9-06-2009). Aandachtgebieden: jonge specialisten, Planetree. • Dhr.dr. K.Y. Ho, interventieradioloog (vanaf 13-01-2009). Aandachtsgebieden: markt, ICT&innovatie, transmuraal, EVR’s. • Mevr. M. van Doorenmaalen, gynaecoloog (tot 15 februari). Aandachtsgebieden: kwaliteit, jonge collega’s, markt, ICT&innovatie. • Dhr. A.W.H. van der Ven, GE-chirurg (tot 15 februari). Aandachtsgebied: externe relaties. • Dhr. L.C. Huisman, vaatchirurg (vanaf 15 maart). Aandachtsgebied: externe relaties. • Dhr. R. Roelofs, ziekenhuisapotheker (vanaf 15 maart). Aandachtsgebied: kwaliteit. • Dhr. dr. M.E. Craanen, MDL-arts (vanaf 18 oktober). Overlegstructuur medische staf • Het stafbestuur komt wekelijks onderling bijeen en maandelijks vindt een vergadering plaats met de kernstaf (vakgroepvoorzitters/vertegenwoordigers vakgroepen), tweemaal per jaar is er een ALV. • Tweewekelijks heeft overleg plaats met de raad van bestuur. • Het stafbestuur participeert in het maandelijks managementteamoverleg waaraan de raad van bestuur, de directeuren en de medisch managers deelnemen. • Minstens twee keer per jaar is er overleg met raad van toezicht en raad van bestuur. • Er vindt halfjaarlijks overleg plaats met het stafbestuur huisartsen van Zorggroep Almere. Vergaderingen en besluiten Er is in 2011 twaalf keer een stafvergadering geweest. In maart zijn twee nieuwe leden van het stafbestuur gekozen wegens het vertrek van twee zittende leden. In verband met het eindigen van de zittingstermijn van de voorzitter medische staf zijn er in de stafvergadering van oktober verkiezingen voor een nieuwe voorzitter gehouden. Hierbij is dhr. E. Schubert als nieuwe voorzitter verkozen. Door het vertrek uit het stafbestuur van dhr. J.P. Baars was er ook wederom een vacature voor een gewoon lid. Deze vacature is ingevuld door M. Craanen. Activiteiten In 2011 heeft het stafbestuur weer een aantal bezoeken aan de gezondheidscentra afgelegd. Er is veel aandacht besteed aan het thema ‘overdracht’. Over dit onderwerp is een enquête gehouden onder de huisartsen en de specialisten, waarin met name gevraagd is naar de wederzijdse ervaringen ten aanzien van patiëntinformatie-uitwisseling. De resultaten waren nogal uiteenlopend en zijn op de Compagnonsdagen gepresenteerd. Belangrijkste conclusie is dat er nog veel ‘winst’ te behalen valt bij de uitwisseling, maar dat er vooral gestreefd moet worden naar zoveel mogelijk standaardisering in de berichtgeving. Dit is ook zeer belangrijk voor verdere automatisering van het overdrachtproces. In de aanloop naar de Compagnonsdagen is voor het eerst gestart met het project ‘Bij elkaar in de keuken kijken’. Huisartsen zijn aan specialisten gekoppeld om een aantal uren bij elkaar in de praktijk/afdeling mee te lopen/kijken en ervaringen uit te wisselen. Dit heeft op zich interessante inzichten geboden en werd over het algemeen als nuttig ervaren, maar moet voor een volgende ronde breder onder de aandacht gebracht worden. Qua organisatie moet een en ander wel opnieuw bekeken worden. Het is de bedoeling om in 2012 een vervolg hier aan te geven.
77
Tabel: Andere activiteiten en informatievoorziening tussen medisch specialisten en huisartsen Activiteit De vakgroepcarrousel De Compagnonsdagen
De 1e en 2e lijnscommissie
Huisartsen nascholing verzorgd door een vakgroep FlevoFlitz (maandelijks nieuwsbulletin voor alle verwijzers)
Omschrijving Delegatie van huisartsen bespreekt met één van de vakgroepen de wederzijdse aandachtsgebieden. Twee heidagen voor/door huisartsen en medisch specialisten. Thema (‘25 jaar Almere, 25 jaar kwaliteit van zorg’) sloot duidelijk aan bij een behoefte. Er was een grote opkomst. Het thema voor 2012 is: ‘Shared decision making’. De commissie bestaande uit huisartsen, medisch specialisten in combinatie met farmacie, is in 2011 opgeheven. Ondersteunend bureau TRAZA idem. Op bestuurlijk niveau is nog wel overleg over transmurale zaken, maar dat wordt momenteel niet ondersteund door een apart bureau. Ondersteuning gebeurt op projectbasis zoals bijvoorbeeld bij ZIE (aantal projecten in kader 1½ lijnszorg), zie onder andere hoofdstuk 3.1.2. in dit jaardocument. Dit overleg is weer opgepakt tussen stafbestuur en de WDH. Doel: meer gestructureerde aanpak van de (transmurale) nascholing en/of gezamenlijke opleidingsaanpak vaststellen is eind 2011 nieuw leven ingeblazen. In 2011 gecombineerd met de ‘Verwijs Wijzer’, waarin alle relevante informatie nodig voor een goede verwijzing, is opgenomen. Deze wordt ieder half jaar geactualiseerd.
Medisch verpleegkundig beleidsplan (MVBP) Kern van het het Medisch verpleegkundig beleidsplan is dat er op basis van kwaliteit, capaciteit en marktgegevens tot een gedifferentieerd portfolio gekomen moet worden. De EVR’s/vakgroepen moeten in deze keuzes de leiding nemen. Zij doen dit binnen een ziekenhuisbreed gesteld kader. Terugblik 2011 en plannen toekomst 2011 kenmerkt zich vooral door het consequent doortrekken van de in 2009 en 2010 ingezette lijn, namelijk het stevig neerzetten en borgen van de eigenlijke taken van de staf en het stafbestuur, voortvloeiend uit de in 2009 gemaakte afspraken en gestelde doelen, weer aangescherpt op de heidag 2011. Concreet betekent dit: bezig zijn met de inhoud van de zorg, het vergroten van de kwaliteit van de zorg en het volgen van, maar vooral ook het steeds meer meedenken over hetgeen er in de lijn plaatsvindt en vooral ook wat alle nieuwe ontwikkelingen in de zorg extern voor de komende vijf jaar gaan betekenen voor de bedrijfsvoering van het ziekenhuis als instelling en voor de vakgroepen/beoogde EVR’s in de (nabije) toekomst. Daar is vooral in het MVBP (medisch verpleegkundig beleidsplan) grote nadruk op gelegd, omdat die toekomst er nogal ‘onzeker’ uitziet. Hoog in het vaandel van de staf staat de continuïteit van het door de staf beoogde beleid en de daaruit voortvloeiende wensen. Belangrijke onderwerpen die in 2011 nadrukkelijk op de agenda zijn gekomen is de ontwikkeling van de EVR’s, het maken van het MVBP en het opstellen van het convenant waarin de samenwerking raad van bestuur en medische staf geregeld wordt. Dit laatste niet alleen voor wat betreft verantwoordelijkheden, maar ook bevoegdheden, waarbij de uiteindelijke eindverantwoordelijkheid van de raad van bestuur onveranderd blijft. Het convenant is vooral bedoeld om de gelijkwaardigheid in de samenwerking tussen raad van bestuur (RvB) en medisch staf/stafbestuur (SB) vast te leggen en de daaruit voortvloeiende overlegstructuur RvB-SBEVR-management. Het vastleggen hiervan is des te belangrijker in verband met de voorgestelde nieuwe topstructuur in combinatie met de EVR-uitrol. Dit heeft de volle aandacht van de staf en vooral ook het stafbestuur gevraagd. Op de heidag van 7 januari is dan ook uitgebreid aandacht besteed aan toekomstige organisatie en dan met name wat er gebeuren moet voor het opzetten van de EVR’s per 1 januari 2012 en wat dat voor de verschillende vakgroepen betekent. Welke consequenties dat met zich meebrengt voor de inhoud en richting van het MVBP. Dit heeft geresulteerd in november 2011 in een concept-MVBP, dat momenteel ter bespreking voorligt bij de diverse gremia.
78
In december is gestart met het ontwikkelen en uitrollen van het EPD (IHSMed) door het starten met de stuurgroep EPD. Dit is een groot gezamenlijk project van specialisten en verpleegkundigen. Eind 2012 moet het basis-EPD gerealiseerd zijn, waarna het in de daaropvolgende jaren verder uitgebouwd gaat worden. Er wordt nauw samengewerkt met de Groep voor de Samenwerkende SAP ziekenhuizen, die hier ook mee gestart zijn, of er mee gaan starten. Belangrijk is dat het geheel vooral vanaf de werkvloer ingestoken wordt. De sterke groei van het aantal medisch specialisten is in 2011 geconsolideerd. Het totaal aantal specialisten bedraagt eind 2011: 149. Om de nieuwe specialisten snel wegwijs te maken in het Flevoziekenhuis is in de loop van 2011 het introductieprogramma voor (aankomend) specialisten gecontinueerd, inclusief weer enkele aanpassingen. Doel hiervan is om de nieuwkomers meteen in het begin van hun loopbaan in het Flevoziekenhuis vertrouwd te maken met die (centrale) afdelingen die voor hun van belang zijn. Deze introductiedag is verplicht. De professionalisering die vanaf 2007 op vier niveaus is ingezet, is ondanks alle ontwikkelingen gewoon doorgegaan. Professionalisering op individueel niveau. • Het in het jaardocument 2010 weergegeven optimisme over de verdere uitrol van het IFMS (Individueel Functioneren Medisch Specialisten) in 2011, heeft zich na een aanvankelijke opleving niet doorgezet. Zie onderstaand overzicht Doelstelling
Resultaat 4e kwartaal 100 Geen afgeronde verandering gesprekken in t.o.v. kwartaal 2011. 1 t/m 3.
•
Jaarresultaat 57 afgerond 35 gestart, 6 stopgezet.
Trend/analyse
Prognose
Bijsturing
Geen toename ten opzichte van het 1e en 2e kwartaal 2011.
De doelstelling wordt niet gerealiseerd. Het percentage gerealiseerde gesprekken ligt wel boven landelijk gemiddelde.
Start pilot met een nieuwe methodiek, implementatie medio 2012.
Het stafbestuur heeft het IFMS geëvalueerd met als resultaat: Na een aanvankelijke opleving begin 2011 moet helaas geconstateerd worden dat het rendement van het figerende IFMS te weinig is en dat er voor een ander model IFMS gekozen moet worden, waarbij individu en vakgroepen veel meer direct profijt hebben van de resultaten. Er is besloten op een nieuwe methodiek over te stappen, waarbij de vakgroep in zijn geheel opgaat voor IFMS. Dit is dus ook uitstekend te gebruiken bij EVR-vorming voor wat betreft de inhoud van de te bieden zorg en welke competenties de vakgroep daarvoor nodig heeft. Deze aanpak biedt ook een goede voorbereiding op interne audits.
Professionalisering op vakgroepniveau • In 2011 zijn nauwelijks interne audits gehouden, hetgeen vooral te maken heeft gehad met diverse interne organisatorische verschuivingen en het herbezinnen op de rol en uitkomsten van de interne audit. Wel heeft er een training plaatsgevonden van elf interne auditoren in samenwerking met bureau Kerteza. Voor 2012 is het voornemen de draad weer op te pakken, omdat de waardering en uitkomsten leiden tot nieuwe verzoeken om een interne audit. • De start en de voorbereiding naar de EVR’s toe heeft er ook toe geleid de rol van het IFMS kritisch in ogenschouw te nemen. Zie voor besluitvorming hieromtrent bij punt professionalisering op individueel niveau. Professionalisering op stafniveau • Verdere uitrol gezamenlijke (vakgroepvoorzitters en hoofden) trainingen ten behoeve van verdere ontwikkeling van het gezamenlijk management.
79
Professionalisering stafbestuur • Op 7 januari vond de beleidsdag plaats. Daar is ingegaan op onderwerpen als ontwikkelingen in de zorg en de daarmee samenhangende onzekerheid naar de toekomst toe. Hoe daar op te anticiperen, onder meer door gezamenlijk met de verpleegkundige staf een MVBP te gaan opstellen, EVR’s en de rol van de medische staf daarbij en hoe die geëffectueerd kan worden. • Verder is daar vooral ingegaan op de opvolger van het medisch beleidsplan en hoe dat vorm te geven. Zie uitwerking hierboven en bij ‘Terugblik 2011 en plannen toekomst’. Er wordt voor 2011 geen apart jaarboek van de medische staf uitgegeven; de informatie voor het jaarboek is geïntegreerd in dit jaarverslag. Hiervoor is mede gekozen vanwege de toenemende samenwerking tussen de raad van bestuur en de medische staf.
1.2 Vereniging verpleegkundige staf In 2011 heeft de vereniging verpleegkundige staf de onderlinge samenwerking binnen de vereniging en de samenwerking met management en medische staf verder uitgebreid. De verpleegkundige staf is inmiddels binnen het Flevoziekenhuis een begrip; zij heeft zich door diverse activiteiten en het intensiveren van samenwerkingsverbanden geprofileerd in het Flevoziekenhuis. Er is betrokkenheid op vele fronten en niveaus. Tabel: Samenstelling en werkwijze vereniging verpleegkundige staf Algemene Leden Vergadering
•
Brede Raad
• •
Stafbestuur
• • • •
Alle BIG geregistreerde verpleegkundigen werkzaam in het Flevoziekenhuis zijn doelgroep. 1x jaar ledenvergadering. 1 à 2 verpleegkundigen als afvaardiging van verpleegafdelingen. 1x maand vergadering incl. afvaardiging stafbestuur. Door Brede raad gekozen afvaardiging. 1x maand overleg Stafbestuur en afstemming medische staf. 1x maand afstemmingsoverleg raad van bestuur en zorgdirectie.
Samenstelling verpleegkundig stafbestuur in 2011 • Mevr. B. Schouten (voorzitter), portefeuille: Kwaliteit & Veiligheid, Medisch Verpleegkundig Beleidsplan. • Mevr. P. Lankhuijzen (secretaris, Bestuurscommissie Kwaliteit), portefeuille: Kwaliteit & Veiligheid, Medisch Verpleegkundig Beleidsplan, ICT, Visie op zorg. • Mevr. A. Lindeman (penningmeester), portefeuille: Educatie, Transmurale Zorg, Werving & Selectie. • Mevr. G. van Breemen (penningmeester), portefeuille: Werving & Selectie, Transmurale Zorg, ICT. • Dhr. L. Vos (lid), portefeuille: Educatie, Transmurale zorg. • Dhr. P. Janneman (lid/adviseur), portefeuille: Werving & Selectie. • Mevr. J. Neijs (lid sinds april 2011); portefeuille: Educatie, Werving en Selectie, Visie op Zorg, Medisch Verpleegkundig Beleidsplan. Resultaten in 2011 • Twee verpleegkundigen zijn vanuit de Brede Raad toegetreden tot het Stafbestuur. Hiermee zitten nu drie verpleegkundigen en vier lijnmanagers in het Stafbestuur. • De samenwerking tussen het Stafbestuur en de Brede Raad is nader vastgelegd aan de hand van procedures, richtlijnen en communicatielijnen. • Vanuit zowel medische als verpleegkundige professie ligt een gemeenschappelijk conceptmeerjarenbeleidsplan voor ter bespreking met de raad van bestuur. • In samenwerking met de zorgdirectie, Ondernemingsraad, afdeling Opleidingen en afgevaardigde uit het Stafbestuur zijn kwaliteitscriteria voor het onderhouden van verpleegkundige deskundigheid vastgesteld. • Op 14 november en 1 december vond het goed bezochte symposium ‘Zorgen voor veilige Zorg’ plaats.
80
• • • • • • •
Het 4e kwartaal 2011 is gestart met het cyclisch scholingstraject ‘Collega’s Trainen Samen’ voor en door professionals. Een initiatief van de verpleegkundige beroepsgroep. Dit jaar een aantal keer ‘Broodje Kennis’ georganiseerd, waarin onder het genot van een broodje met elkaar een inhoudelijk thema wordt behandeld, zoals: MRSA-hygiëne, Methodisch handelen, Pijnprotocol en de hiv-patiënt op de afdeling. Verpleegkundige ‘Visie op Zorg’ is vastgesteld door de beroepsgroep en gepresenteerd aan management team en raad van toezicht. Evaluatie van de pilot ‘Verpleegkundig magazijn’: er zijn nog enkele organisatorische punten die verbetering behoeven. Inhoudelijke expertise ingebracht in ziekenhuisbrede werkgroepen, commissies en projecten. Bijvoorbeeld: Klachtencommissie, Elektronisch Patiënten Dossier (EPD). Op 21 maart presentatie verzorgd voor de VAR van het Groene Hartziekenhuis in Gouda. Op 21 april een presentatie gegeven op de landelijke VAR netwerkdag te Amsterdam. Een workshop ‘Collega’s Trainen Samen’ verzorgd op het Nursing Event te Ede. Op 11 oktober heeft een ‘diplomaborrel’ plaatsgevonden voor alle verpleegkundigen en medewerkers die een vervolgopleiding hebben afgerond in 2011.
Doelen voor 2012 • Er ontstaan twee vacatures voor het Stafbestuur; twee lijnmanagers worden vervangen door verpleegkundigen. • Eind 2012 wordt een vacature verwacht voor de laatste lijnmanager in het Stafbestuur en wordt de rol van voorzitter vacant gesteld, zodat in 2013 de vereniging alleen bestuurd wordt door verpleegkundigen. • De samenwerking tussen Stafbestuur en Brede Raad vindt plaats aan de hand van de nieuwe procedures, richtlijnen en communicatielijnen. Daarnaast wordt een huishoudelijk reglement opgesteld. • In overleg met de raad van bestuur het gemeenschappelijk meerjarenbeleid van de verpleegkundige en medische staf verder uitwerken met beider achterban, met als resultaat: een gedragen strategisch meerjarenbeleidsplan presenteren. • Kwaliteitscriteria voor opleidingen vaststellen en implementeren. • In het najaar een symposium organiseren rondom actueel, pakkend inhoudelijk thema. • ‘Collega’s Trainen Samen’ in samenwerking met medisch domein inzetten voor het ziekenhuisbreed implementeren van klinisch redeneren; met als doel de kwaliteit van zorg beter te borgen. • ‘Broodje Kennis’ inzetten om aandacht te schenken aan de tien inhoudelijke thema’s van VMS. Verpleegkundige Visie op Zorg is geïmplementeerd op afdelingsniveau. • Het advies rondom invoering ‘Verpleegkundig magazijn’ en de methode voor het aanvragen van materialen optimaliseren en inbedden in werkprocessen. • De klankbordgroep ICT, opgericht vanuit de Brede Raad, draagt de komende tijd binnen de beroepsgroep bij aan draagvlak voor en bewustzijn over de ontwikkelingen van een Elektronisch Verpleegkundig Dossier (EVD).
1.3 Cliëntenraad De Cliëntenraad heeft een belangrijke rol in het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van patiënten. Zij brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan de raad van bestuur. Kerndoel is om vanuit deze wettelijke adviesrol, een bijdrage te leveren aan de bevordering van de kwaliteit van zorg. Samenstelling De Cliëntenraad bestond begin 2011 uit zeven leden. Na het vertrek van twee leden per 1 maart 2011 bestond de raad uit vijf leden. Alle leden zijn niet aan het ziekenhuis verbonden. • Dhr. A. Regeer, voorzitter sinds 2008 • Mevr. J. Goede, secretaris sinds november 2010, lid sinds 2005 • Dhr. R. Rossen, penningmeester sinds september 2008, lid sinds 2004 • Dhr. A. Bouhouch, lid sinds 2006 • Dhr. H. Gon, lid sinds 2008 • Dhr. J. Vleugels, lid sinds 2008 en tot 1 maart 2011 • Mevr. F. Maada, lid sinds 2008 en tot 1 maart 2011
81
Medio 2011 is een intensief traject ingezet om de raad te versterken. De ‘nieuwe’ raad is in december geïnstalleerd en per 1 januari 2012 van start gegaan. Alleen Aad Regeer en Joyce Goede nemen zitting in de nieuwe Cliëntenraad. Hoe vaak komt de Cliëntenraad bijeen en wat is de algemene werkwijze? De Cliëntenraad vergadert als regel eenmaal per 6 weken. Tijdens deze vergaderingen zijn regelmatig medewerkers van het ziekenhuis aanwezig om toelichting te geven op verschillende onderwerpen. Voorbeelden hiervan zijn: • De klachtenrapportages • De financiële situatie van het ziekenhuis • Ontwikkelingen van de ziekenhuisorganisatie en het ziekenhuisbestuur • Patiëntveiligheid • Informatiebeveiliging • Voedingsplan Een of tweemaal per jaar wordt in een aparte beleidssessie een specifiek onderwerp verder uitgediept. De voorzitter en de secretaris van de Cliëntenraad spreken eenmaal per 6 weken met de secretaris van de raad van bestuur. Doel van dit ‘Agenda overleg’ is om wederzijdse informatie uit te wisselen, maar ook om elkaar aan te spreken op de voortgang van gemaakte afspraken. Indien nodig zijn er tussendoor overlegmomenten, waar overige medewerkers van het ziekenhuis bij kunnen worden betrokken. Een lid van de raad van toezicht sluit eenmaal per jaar aan bij een Cliëntenraad vergadering. De vergaderingen van de Cliëntenraad worden voorbereid in commissieverband, werkgroepen en via vertegenwoordigingen in de overleggen van het ziekenhuis. Coördinatie vindt plaats door het Dagelijks Bestuur. Hierdoor kan gestructureerd, snel en inhoudelijk worden teruggekoppeld aan de plenaire raad, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van de besluitvorming. De Cliëntenraad beschikt ten dele over een vrij besteedbaar budget. De overige kosten, waaronder het budget voor de Cliënten Jaar Prijs, komen in geld of natura rechtstreeks ten laste van het ziekenhuis. De Cliëntenraad wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris. Het geheel voorziet in een adequate ondersteuning van de Cliëntenraad. Het Flevoziekenhuis is aangesloten bij de landelijke commissie van vertrouwenslieden. Per 1 januari 2010 is de Cliëntenraad lid van het Landelijk Steunpunt Medezeggenschap (LSR). Bereikt in 2011 De raad wil zich graag ontwikkelen tot een aanspreekbare vertegenwoordiging van cliënten. Basis hiervoor is het jaarplan met daarin een aantal leidende thema’s. Voor 2011 waren dat: • Zorg en service garantie: hiermee maakt het ziekenhuis concreet welke zorg en service een cliënt kan verwachten. • Achterban en communicatie: dit staat voor uitbouw samenwerking en ondersteuning patiëntenverenigingen. • Bejegening: veel informatie is beschikbaar op basis van enquêtes, interviews, focusbijeenkomsten, spiegelgesprekken en klachtenregistratie. Bejegening staat hierin nog steeds centraal, dus aandacht hiervoor. • Patiëntveiligheid: in het ziekenhuis moet een patiënt zich thuis voelen. Veiligheid spreekt hierbij voor zich. Zowel wat betreft het gebouw, de inrichting als de zorg. Voor de ontwikkeling van deze plannen dient de raad zich kwalitatief te versterken. Hierbij lag de prioriteit bij het werven van nieuwe leden. In september is hiervoor een sollicitatieprocedure van start gegaan. Een assesment was onderdeel van de procedure. Per 1 januari 2012 zijn zeven nieuwe leden van start gegaan, de huidige voorzitter en de secretaris zijn opnieuw aangesteld. Hiermee is de raad weer op volle sterkte met negen leden. De Cliëntenraad heeft in 2011 diverse adviezen uitgebracht. Onder andere betreffende het vrijwilligersbeleid, de bezoektijdenregeling, de begroting (samenvoeging afdeling Orthopedie en Short stay), topstructuur, Spoedpost Almere, DeKinderkliniek en het Zorg Innovatie Experiment (ZIE). Andere aandachtspunten waren de bewegwijzering van het ziekenhuis (kan beter), het verminderen van het aantal gastheren (onverstandig) en een muntje voor de leenrolstoelen (lijkt logisch).
82
Een succes was het realiseren van een specifieke Parkinson-verpleegkundige. Ook de Cliënten Jaar Prijs, voor het beste zorgproject binnen het ziekenhuis, was een succes. De opzet en de criteria van de prijs zijn aangepast en deze keer was er de mogelijkheid om online te stemmen op basis van filmpjes. Hierdoor is de prijs meer een publieksprijs geworden. Ook de contacten met de patiëntenverenigingen zijn in 2011 verder uitgebreid. Verder is er een goede relatie met de medische staf, de verpleegkundige staf en de Ondernemingsraad. Een delegatie van de Cliëntenraad van Tergooiziekenhuizen heeft een bezoek aan ons gebracht. Plannen voor 2012 In 2012 wil de Cliëntenraad een actieve(re) rol gaan spelen om nog meer bij te dragen aan de kwaliteit van zorg. De Cliëntenraad wil meer in gesprek met patiëntenverenigingen om zo de algemene belangen van cliënten nog beter te kunnen verwoorden bij de raad van bestuur. Ook zal de Cliëntenraad de gewenste relaties binnen het ziekenhuis verder benutten om haar rol optimaal te kunnen invullen.
83
1.4 Ondernemingsraad Doel van de Ondernemingsraad (OR) is het versterken van de medezeggenschap: kiezen voor betrokkenheid en invloed van medewerkers. Samenstelling en overlegvormen In 2011 is besloten om in het kader van de bezuinigingen het aantal OR-zetels te beperken tot dertien zetels. De nieuw samengestelde Ondernemingsraad – op basis van de verkiezingen – is op 26 mei 2011 tijdens de overlegvergadering geïnstalleerd. • Dhr. R. den Haak (voorzitter), verpleegkundige SEH • Mevr. Y. Burgwal (vice-voorzitter), verpleegkundige Neonatologie • Mevr. M. Post (secretaris per 1 november 2011), medewerker polikliniek Chirurgie • Mevr. S. Blijleven, verpleegkundige Obstetrie • Mevr. C. Chaudron, helpdeskmedewerker DBC (tot 26 mei 2011) • Dhr. S. Chotkoe, verpleegkundige allround coördinerend • Mevr. C. van der Hall-van Doorn (secretaris tot 1 november 2011), doktersassistent • Mevr. L. Hilster, orthopedisch verpleegkundige • Mevr. B. Hoorn, hoofd zorgeenheid Interne geneeskunde/Oncologie (tot 26 mei 2011) • Dhr. W. Koekoek, medewerker Receptie & Bewaking • Mevr. M. Kristel, officemanager bureau medische staf (per 26 mei 2011) • Mevr. A. Lageveen, verpleegkundige Interne geneeskunde • Mevr. M. Mouthaan, polikliniekassistent Neurologie (per 26 mei 2011) • Dhr. R. Sewnath, geestelijk verzorger • Dhr. K. Visser, medewerker logistiek (per 26 mei 2011) • Dhr. L. van der Linde (ambtelijk secretaris) De Ondernemingsraad komt wekelijks bijeen. Daarnaast is er vijfwekelijks overleg met de raad van bestuur (de overlegvergadering) en halfjaarlijks overleg met de raad van toezicht (bespreking algemene gang van zaken). Kernactiviteiten in 2011 In 2011 heeft de OR onder meer de volgende adviezen gegeven: • topstructuur (raad van bestuur ‘nieuwe stijl’) • vorming van een concernstaf • begroting 2011 • organisatiewijziging van enkele afdelingen onder Services Daarnaast heeft de OR instemming gegeven rond wijziging van: • regeling arbeidsmarkttoeslag • regeling disfunctioneren medewerkers • verhuiskostenregeling • gedragscode voor medewerkers (NEN 7510) • klachtenregeling patiënten • contractverlenging dienstverlening bedrijfsarts • bereikbaarheidsdiensten apotheek • leerwerkplaats voor de verpleegkundige opleiding De Ondernemingsraad heeft commentaar gegeven en/of voorstellen gedaan rond: • vorming van BV’s en medezeggenschap • evaluatie samenvoeging afdelingen Orthopedie, Short stay en Dagbehandeling • competentiemanagement • reductie nachtdiensten Receptie & Bewaking, • nieuw sociaal plan • integratie Spoedpost • (vrouwelijk) talent naar de top • vervanging uren persoonlijk leeftijdsbudget
84
Activiteiten en resultaten Sociaal beleid In vervolg op de studiedag van 19 mei 2011 over arbeidsmarkt en functiedifferentiatie heeft de Ondernemingsraad besloten het onderwerp ‘arbeidsmarkt’ op te pakken en nader te concretiseren. Er komen namelijk de nodige problemen op de ziekenhuis- en zorgsector af: • de zorgvraag neemt toe door vergrijzing bevolking, nieuwe behandelmethodes, technologie (en wellicht ook door de marktwerking); • de herschikking of specialisatie van zorgverlening tot een beperkt aantal ziekenhuizen kan het zorgaanbod van het Flevoziekenhuis eventueel doen verminderen (en de werkgelegenheid doen afnemen); • er zijn kwantitatieve personeelstekorten te verwachten in de komende 10 tot 15 jaar; • er is ook een kwalitatief probleem als professionals niet meer aan hun beroepsstandaard kunnen voldoen. De volgende deelonderwerpen vloeien logisch voort uit de studiedag en worden in de toekomst nader uitgewerkt tot voorstellen: • personeelplanning: instroom en uitstroom van medewerkers; • invloed medewerkers; • vitaliteit en werkplezier. De Ondernemingsraad heeft de notitie ‘Competentiemanagement’ bekeken. De Ondernemingsraad heeft geadviseerd technische en professionele kennis als kerncompetentie toe te voegen. Dit is toegezegd. De Ondernemingsraad wenst ook een scherpere formulering van de doelstellingen van competentiemanagement en een onderzoek naar de effectiviteit van competentiemanagement: leidt het in de praktijk echt tot een grotere resultaatgerichtheid? Hier is door de directeur KPOW positief op gereageerd. De Ondernemingsraad heeft geadviseerd over het contract tussen het ziekenhuis en de bedrijfsarts. Dit was nodig omdat het contract afliep. De invulling van de bedrijfsartsfunctie door één persoon leidt volgens de Ondernemingsraad tot een te grote kwetsbaarheid. Daarom adviseert de Ondernemingsraad de taken van de bedrijfsarts in een duo-functie te vervullen. Wat ook speelt is de ongelukkige plek van de huidige wachtruimte voor werknemers die de bedrijfsarts (moeten) bezoeken. Hierdoor ontbreekt het aan privacy. De Ondernemingsraad verzoekt dan ook om een andere werkplek en andere wachtruimte voor de bedrijfsarts, zodat meer privacy mogelijk is. De OR-adviezen zijn overgenomen. Organisatie en kwaliteit De Ondernemingsraad heeft een sterkte- en zwakte-analyse van het Flevoziekenhuis gemaakt. Hier is veel tijd in gaan zitten. Op basis van de analyse vindt de Ondernemingsraad het belangrijk dat de mondigheid van patiënten beleidsmatig veel meer aandacht krijgt. Ook de verbetering van de beleidsvorming en verankering van het beleid is belangrijk. Evenals het loopbaanbeleid en het arbeidsomstandighedenbeleid. De Ondernemingsraad gaat de komende tijd met de volgende thema’s aan de slag: • het vergroten van de inzichtelijkheid in beleidsvorming en beleidskeuzes; • het onderzoeken van de bruikbaarheid van de benadering ‘geweldloze communicatie’ in het ziekenhuis ter verbetering van de kwaliteit en de arbeidsmotivatie. De Ondernemingsraad heeft eerder geadviseerd om een (hand)boek beschikbaar te stellen voor de medewerkers met ervaringen rond belangrijke gebruiken zoals dood en geboorte. Dit in het kader van een goede invulling van een diversiteitbeleid dat recht doet aan de verschillende tradities onder patiënten en bezoekers. Na overleg met de afdeling Communicatie is afgesproken dat niet op voorhand een handboek wordt gemaakt, maar dat eerst over dit onderwerp presentaties worden verzorgd door de afdeling Geestelijke verzorging op de (verpleeg-)afdelingen. Dit kan later uitmonden in een te raadplegen tekst over diversiteit en zorg. Werkwijze en ontwikkelingen Ondernemingsraad Voor de verkiezingen van 21 april 2011 hebben zich drie nieuwe kandidaten aangemeld. De overige leden stelden zich herverkiesbaar en zijn herkozen. In 2012 wordt een nieuw OR-logo ingevoerd voor een modernere uitstraling van de Ondernemingsraad.
85
Er komen bij de Ondernemingsraad – meer dan voorgaande jaren – signalen en verzoeken binnen van medewerkers om advies of ondersteuning. De Ondernemingsraad vindt dit een zorgelijke ontwikkeling, die wijst op spanning in de organisatie. Samenwerking De Ondernemingsraad werkt samen met de Ondernemingsraad Zorggroep Almere: er is contact geweest tussen beide dagelijkse besturen en OR-leden hebben elkaars vergaderingen bezocht. Verder is er structureel samenwerking met de ondernemingsraden van het OLVG te Amsterdam, de MC Groep te Lelystad en Ziekenhuis Sint Jansdal te Harderwijk. Begin 2011 organiseerde ‘onze’ Ondernemingsraad als gastheer een gezamenlijke studiedag over arbeidsmarkt en functiedifferentiatie. En verder • Het zelfroosteren als mogelijkheid van meer invloed van medewerkers blijft op de OR-agenda staan. • De Ondernemingsraad heeft met succes gepleit voor de goede uitvoering van het parkeerbeleid. • De Ondernemingsraad en de vereniging verpleegkundige staf bereiden een voorstel voor over scholingsbudget, scholingsfaciliteiten en een kwaliteitsregister voor de medewerkers. • De Ondernemingsraad adviseert ‘s nachts zoals vanouds drie medewerkers in te zetten bij de afdeling Receptie & Bewaking (in plaats van twee personen om geld te besparen). • Op voorstel van de Ondernemingsraad is toegezegd dat er informatiebijeenkomsten plaats vinden voor de medewerkers over de begroting 2012.
86
2
Ziekenhuiscommissies
2.1 Klachtencommissie De Klachtencommissie verricht onderzoek naar de gegrondheid van een klacht. Het oordeel over de gegrondheid wordt gevormd op basis van schriftelijke informatie van partijen, hoorzittingen en soms de mening van een extern deskundige. De procedure berust op het principe van hoor en wederhoor: klager en aangeklaagde(n) brengen hun standpunt in en kunnen ook op elkaars standpunt reageren. Het onderzoek van de Klachtencommissie leidt tot een schriftelijke uitspraak. Deze bevat een oordeel per klachtonderdeel (gegrond of ongegrond) en eventueel aanbevelingen. Klager, aangeklaagde(n) en de raad van bestuur ontvangen de uitspraak. De raad van bestuur moet daarna binnen één maand een reactie op de uitspraak geven. Samenstelling en organisatie van de Klachtencommissie in 2011 De Klachtencommissie van het Flevoziekenhuis bestaat uit de volgende leden: • Dhr. W.A. Roobol, voorzitter (extern) • Mevr. D. Korporaal, op voordracht patiëntenorganisatie, lid (extern) • Dhr. J. Kromhout, oud-chirurg, lid (extern) • Dhr. T. de Jong, huisarts, lid (extern) • Dhr. dr. R.J. Boukes, oogarts, lid (intern) • Dhr. F.J. Kurek, orthopedisch chirurg, lid (intern) • Mevr. V. Lustig, internist-oncoloog, lid (intern) • Mevr. A.A. Mes-Rijkeboer, intensivist, lid (intern) • Dhr. M. Sekkat, nefroloog, lid (intern) • Dhr. T.J. Verduijn, neuroloog, lid (intern) • Mevr. D.A. Borhem, verpleegkundige, lid (intern) • Dhr. F.B. Hopman, verpleegkundige, lid (intern) Ten behoeve van de onafhankelijkheid en objectiviteit komt de meerderheid van de betrokken leden per zaak van buiten het ziekenhuis (extern). De acht interne leden zijn werkzaam in verschillende disciplines (beschouwend en snijdend). Aan de hand van het soort klacht neemt een lid uit die betreffende discipline plaats in een klein comité voor de behandeling van een klacht, namens de Klachtencommissie. Cijfers en uitkomsten In 2011 werd 3,5% van het totaal aantal meldingen (in 2010 1,5%) door de Klachtencommissie in behandeling genomen. De Klachtencommissie heeft in 2011 van drie nieuwe klachtmelders klachten in behandeling genomen. Deze klachten zijn onderverdeeld in 21 klachtonderdelen aan de hand van verschillende onderwerpen en afdelingen of medewerkers van het Flevoziekenhuis. Het merendeel heeft betrekking op ‘behandeling, verpleging, verzorging’. Een overzicht per onderwerp en een overzicht per afdeling/ vakgroep is terug te vinden in de bijlagen (klachten - klachtencommissie). De Klachtencommissie heeft in 2011 in totaal zes dossiers afgehandeld: • Eén dossier uit 2009 met name over de afdelingen Chirurgie, Plastische chirurgie en Bureau opname; drie klachtonderdelen zijn gegrond verklaard en zeven ongegrond. • Eén dossier uit 2010 met name over de (verpleeg)afdeling Neurologie; één klachtonderdeel is gegrond verklaard en twee ongegrond. • In drie dossiers uit 2011 van dezelfde klager (met in totaal zes klachtonderdelen) heeft de klager de klachten ingetrokken en is de procedure gestaakt. De Klachtencommissie is dan ook niet tot een (eind)oordeel gekomen. Deze klachten waren gericht tegen de raad van bestuur, het Klachtenbureau, poli MDL, Klinisch chemisch laboratorium en Automatisering. • Eén dossier uit 2011 gericht op de Spoedeisende hulp; drie klachtonderdelen gegrond en drie klachtonderdelen ongegrond. 87
Van de gegrondverklaringen hebben de meeste klachtonderdelen betrekking op: • Communicatie met klachtmelder/patiënt (algemeen). • Informatieverstrekking en informed consent. • Coördinatie/continuïteit zorg of dienstverlening/hoofdbehandelaarschap. • Dossiervoering. Bij het merendeel van de afgehandelde klachten was sprake van een overschrijding van de behandelingstermijn. In het klachtenreglement is deze gesteld op vier maanden. Aanbevelingen klachtencommissie en maatregelen raad van bestuur De Klachtencommissie heeft in haar uitspraken verschillende aanbevelingen gedaan aan de raad van bestuur. Het merendeel van de aanbevelingen betreft de wijze en mate van informatieverstrekking en communicatie in algemene zin1. Ook ten aanzien van (informatie over) dossiervoering zijn aanbevelingen gedaan. Tevens is verzocht om een nader SIRE onderzoek in te stellen naar aanleiding van een klacht. In de bijlagen (klachten – klachtencommissie) is een kort overzicht van de aanbevelingen van de Klachtencommissie opgenomen. De raad van bestuur heeft de aanbevelingen aan de directeur Zorg en medisch managers (Clusterbestuur) voorgelegd of direct onder de aandacht van de betreffende vakgroep en het stafbestuur medische staf gebracht. Vervolgens is de klager geïnformeerd over de reactie van het Clusterbestuur en/of de eventuele acties die voortkomen uit de aanbevelingen. Zo is het document ‘Hoofdbehandelaarschap’ nogmaals onder de aandacht gebracht. Daarnaast is de Toezicht Operatief Proces-procedure (TOP1) ingevoerd, waarbij een operatie niet gepland kan worden als de patiënt niet door de anesthesist op het Pre-operatieve spreekuur is goedgekeurd. Ook zijn bestaande afspraken dat geen enkele patiënt de SEH verlaat zonder een arts gezien te hebben bekrachtigd. Tot slot zijn opnieuw afspraken gemaakt betreffende de dossiervoering, waarbij altijd de naam van de verantwoordelijke arts vermeld wordt. Signalen In 2011 is een verbeterslag gemaakt ten aanzien van de voortgang van de klachtbehandeling. Maar tegelijkertijd bleek dat de afhandeling van nieuwe klachten binnen de reglementaire termijn ook in 2011 nog een knelpunt was. Een aantal lopende dossiers heeft vertraging opgelopen. De oorzaken lagen met name in vertraging bij de uitwerking van uitspraken en een lange onderzoeksfase, waarbij het verkrijgen van de reactie van aangeklaagde(n) en het plannen van de hoorzitting een stagnerende factor bleken te zijn. Er hebben in het verslagjaar drie hoorzittingen plaatsgevonden bij twee klachten en er is tweemaal overleg geweest in klein comité. De klachtencommissie is in het verslagjaar één keer bijeen geweest voor een algemene vergadering. Zoals gebruikelijk heeft de voorzitter daarnaast de bevindingen besproken met de raad van bestuur. Plannen 2012 Voor het komende jaar heeft de Klachtencommissie twee doelstellingen: • Nadrukkelijk verkorten van de doorlooptijd. • Ontwikkelen van klantgerichte klachtafhandeling ‘nieuwe stijl’.
1
De aard van de aanbevelingen door de Klachtencommissie lopen niet altijd gelijk met de onderwerpen van de gegrondverklaringen van de klachtonderdelen. Bij de aanbevelingen is onder meer van belang welke maatregelen ook praktisch haalbaar zijn ter verbetering van de zorg. 88
2.2 MIP-commissie De MIP-commissie (MIP, Melden Incident Patiëntenzorg) heeft tot doel de bevordering en bewaking van de kwaliteit van de patiëntenzorg, voor zover betrekking hebbend op (bijna)incidenten. Samenstelling en werkwijze • Dhr. M. Deenstra, longarts • Dhr. H. Imming, hoofd Technische Dienstverlening • Mevr. F. de Jonge, jurist • Mevr. L. de Koning, SEH-verpleegkundige • Dhr. H.R. Korsten, chirurg • Mevr. A. Lindeman, hoofd Neurologie (vice-voorzitter) • Mevr. N. Loukili, OK-assistent • Mevr. G. Melenhorst, ziekenhuisapotheker • Dhr. M. Sleeswijk, intensivist (voorzitter) • Mevr. dr. F. Sprangers, kinderarts De MIP-commissie komt elke maand bijeen. In 2011 zijn er tien vergaderingen geweest. Daarnaast vindt elk kwartaal een bijeenkomst plaats met de MIP-commissie, voorzitters van DIM-commissies (DIM, Decentraal Incidenten Melden) en de TPSC gebruikersgroep. In 2011 is drie keer vergaderd. Behaalde resultaten in 2011 • Presentaties – De leden van de DIM-commissie hebben intern en extern diverse presentaties verzorgd, zoals op het 'The International Forum on Quality and Safety of Healthcare' (workshops: ‘Medicationreconcilliation’ (G. Melenhorst) en ‘Patient safety, the Dutch way’ (S. Fontaine, O. Grimbergen en M. Sleeswijk). Ook op het Verpleegkundig symposium zijn presentaties verzorgd: ‘Medicatieveiligheid’ (G. Melenhorst) en ‘Nut van incident melden’ (M. Sleeswijk) . • Publicaties – Twee edities (no. 3 en no. 4) van de veiligheidskrant van het Flevoziekenhuis, ‘Stipt’. Redactie: A. Buntsma, S. Fontaine en M. Sleeswijk. Daarnaast is hetvolgende artikel verschenen: M. Sleeswijk en M. Koorn, ‘Incident melden in de steigers’, Dialyse en Nefrologie Magazine. Editie 29. Juni 2011. 14-16. • Onderwijs – Implementatie van twee modules in het e-learning scholingscurriculum: module ‘Prisma analyse’ voor DIM- en MIP-leden en module ‘Awareness’ voor alle ziekenhuismedewerkers. Daarnaast hebben nieuwe MIP-leden en medewerkers verbonden aan de calamiteitencommissie, een scholing gekregen in SIRE-analyse en heeft nascholing plaatsgevonden voor SIRE-getrainde medewerkers van het Flevoziekenhuis. Er heeft een PRISMA-scholing plaatsgevonden voor DIM-leden, leden Calamiteitencommissie en geïnteresseerden. Tot slot is de back-office geschoold in het digitaal meldprogramma. • Organisatie – De MIP- en DIM-reglementen zijn aangepast vanwege de professionalisering van de commissies en om een efficiëntere werkwijze te realiseren. Daarnaast een nieuwe overlegstructuur (kwartaaloverleg) tussen de DIM- en MIP-commissie afgesproken voor betere samenwerking. Hiervoor wordt een kwartaalrapportage voorbereid. • Digitaal melden – Er vinden continu verbeteringen plaats van het digitale meldprogramma, dat ook voor de niet-patiëntgebonden afdelingen beschikbaar is gekomen. Inmiddels kan er ziekenhuisbreed digitaal worden gemeld. • Analyses – Dit jaar zijn diverse SIRE- en PRISMA-analyses gedaan naar aanleiding van gemelde incidenten. Op de planning voor 2012 • Implementatie van de nieuwe release van het digitaal meldprogramma (TPSC) met scholing van de DIM-leden. • Ondersteuning van de DIM-commissies door de ambtelijke secretaris van de MIP-commissie met als belangrijkste taakpakket: incidentanalyse middels PRISMA-methode en uitzetten van verbeteracties op de afdelingen middels PDCA-cyclus. Stimuleren van incident melden en verbetering van de veiligheidscultuur op de afdelingen. • Voorbereiding op de audit van het VMS. • Verzorgen van scholing op het gebied van patiëntveiligheid. • Verbetering van de samenwerking met andere disciplines binnen het Flevoziekenhuis op het gebied van patiëntveiligheid. 89
2.3 Bestuurscommissie Kwaliteit De bestuurscommissie Kwaliteit is verantwoordelijk voor het toezicht houden op de implementatie van de wettelijke kwaliteitseisen voor het ziekenhuis, inclusief de eisen die de Inspectie voor de Gezondheidszorg aan het ziekenhuis stelt, de bewaking van de implementatie en borging van het door het management team vastgestelde kwaliteitsbeleid, de bewaking van de diverse kwaliteits- en veiligheidsprojecten qua inhoud, omvang en onderlinge samenhang en de coördinatie en toetsing van vragen van externen en de vragen vanuit de lijnorganisatie. De bestuurscommissie Kwaliteit: • bespreekt alle projectaanvragen waarvoor ondersteuning wordt gevraagd door de kwaliteits- en organisatie adviseurs van KOA, • houdt projectreviews met de projectleiders van goedgekeurde projecten, • heeft ieder kwartaal overleg met een van de klachtenfunctionarissen over klachten, DIMmeldingen en agressiemeldingen, • bespreekt ieder kwartaal de resultaten van de patiëntenervaringen en de ziekenhuisbrede kwaliteitsindicatoren, • heeft jaarlijks overleg over de MediRisk-rapportage, bewaakt de voortgang van de IGZ thematische onderwerpen zoals TOP 1, 2 en 3, en invoering van SURPASS en begeleidt de implementatie van het Veiligheidsmanagementsysteem VMS. Samenstelling en werkwijze De commissie bestaat uit de volgende leden: • Mevr. dr. A.A.M. Blaauw, reumatoloog en medisch manager (voorzitter) • Mevr. dr. M. Vleming, KNO-arts en medisch manager • Mevr. M. Roelink, hoofd KOA • Dhr. T. Winkler (tot 1 juli 2011), directeur KPOW • Mevr. R. Roelofs, ziekenhuisapotheker, namens de medische staf • Mevr. P. Lankhuijzen, verpleegkundige, namens de verpleegkundige staf De bestuurscommissie Kwaliteit komt maandelijks bij elkaar. Iedere bijeenkomst worden projectleiders uitgenodigd om hun projecten toe te lichten. De directeuren Zorg en Bedrijven worden eenmaal per kwartaal uitgenodigd. Gerealiseerd in 2011 In 2011 werd ieder kwartaal een rapportage samengesteld voor en besproken met de raad van bestuur volgens de indeling van het kwaliteitsbeleid; professionele, organisatorische en relationele kwaliteit. In iedere rapportage was aandacht voor een bijzonder project. In 2011 waren dit: het project ‘ECG onderzoek in het pre-operatief proces’, de prospectieve risico analyse voor kinderen met pinda allergie, telefonische bereikbaarheid afdeling Radiologie en zorgpad ‘cardiologie myocardinfarct’. Tweemaal per jaar verzorgt de commissie een rapportage voor de auditcommissie Kwaliteit en veiligheid van de raad van toezicht. In 2011 werd in het kader van de implementatie van het VMS gestart met veiligheidsrondes door leden van de commissie op drie verpleegafdelingen. Als voorbereiding voor de accreditatie van het VMS werd in november 2011 een zogenaamde pre-audit gehouden om te bepalen waar het Flevoziekenhuis staat bij de invoering van het VMS. De ziekenhuisbrede kwaliteitsindicatoren decubitus, ondervoeding, post-operatieve pijn en delier zijn opgenomen in de maandelijkse stuur- en managementinformatie. In de planning voor 2012 In 2012 ligt de nadruk voor de activiteiten op het terrein van kwaliteit en veiligheid bij de ondersteuning van het traject op weg naar de VMS-accreditatie. In 2012 wordt een begin gemaakt met het ontwikkelen van een lijst Flevo-indicatoren, belangrijke kwaliteitsindicatoren waarin het Flevoziekenhuis wil uitblinken.
90
2.4 ZiROP-commissie De beleidscommissie ZiROP* bestaat uit: • Hoofd SEH • SEH-arts • Traumachirurg • Directeur Zorg • Hoofd Services • Medisch manager * De samenstelling zal naar aanleiding van de geplande organisatieverandering in 2012 veranderen. Activiteiten 2010-2011 Op basis van een evaluatie begin 2011 is besloten om een aantal verbeterpunten ten aanzien van het ZiROP door te voeren, namelijk: de positionering van het operationeel team, de ondersteunende diensten en de lay-out/leesbaarheid van het huidige ZiROP. Daarnaast is het beheer van ZiROP overgenomen door het hoofd Spoedeisende hulp met ondersteuning van de hoofden IC en Cardiologie. In 2011 hebben 7 sleutelfunctionarissen de HAZMAT cursus succesvol afgerond in het kader van de CBRN. In 2012 wordt de topstructuur van het ziekenhuis herzien en worden de nieuwe leden van de raad van bestuur getraind in crisismanagement. Doelstellingen voor 2012 • Het ZiROP is herschreven en daarmee toegankelijk voor alle ziekenhuismedewerkers. Er zijn actiekaarten per sleutelfunctionaris ontwikkeld en in geplastificeerde vorm op de desbetreffende afdelingen beschikbaar gesteld. • Het omroepsysteem is geoefend. • Het herschreven ZiROP is vastgesteld en alle medewerkers in het ziekenhuis zijn hierover geïnformeerd. Het ZiROP staat in iDOC, het documentenbeheerssysteem. • Opleiden: verschillende sleutelfunctionarissen worden opgeleid in het H-MIMMS traject. • Trainen: er wordt een Table Top oefening gehouden met sleutelfunctionarissen van het Beleids Team (BT), Operationeel Team (OT), Intensive Care, Operatie Kamers en Dagbehandeling.
91
2.5 Infectiecommissie De Infectiecommissie heeft als kerntaak om breed draagvlak voor het infectiepreventiebeleid te creëren met als doel: preventie van besmettingen die een risico opleveren voor patiënten en/of personeel en het voorkomen van verspreiding van infecties in het ziekenhuis. De Infectiecommissie realiseert dit doel door: • Het opstellen van protocollen ter preventie en bestrijding van ziekenhuisinfecties. • Het opstellen van richtlijnen ter preventie van besmetting van het personeel. • Het gevraagd en ongevraagd uitbrengen van adviezen aan de directie en medische staf ten aanzien van bovenstaande. • Het bewaken van het infectiepreventiebeleid, zowel bij patiënten als personeel. • Het uitvoeren van een controlerende en signalerende taak, waarbij het ziekenhuisbeleid wordt getoetst aan onder meer de richtlijnen van de Werkgroep Infectiepreventie (WIP). Samenstelling van de commissie De commissie bestond in 2011 uit de volgende leden: • Dhr. P. van Alphen, teamleider CSA/DSMH (m.i.v. december 2010) • Mevr. dr. J. Branger, internist-infectioloog • Dhr. P. Gruteke, arts microbioloog (voorzitter) • Mevr. T. Hartingsveld, hoofd OK (m.i.v. september 2010) • Mevr. S. Hekkelman, bedrijfsarts • Dhr. M. van Kuilenburg, ziekenhuishygiënist • Mevr. J. van Laar, wondverpleegkundige • Mevr. A.A. Mes - Rijkeboer, intensivist-infectioloog • Mevr. R.A.M. Siemeling-Adema, ziekenhuisapotheker • Dhr. M.T. Sjer, chirurg • Mevr. L. Stüger, ziekenhuishygiënist • Mevr. E. Walgreen, ziekenhuishygiënist • Mevr. A.M. van Wermeskerken, kinderarts De commissie is in 2011 vijf keer bijeengekomen. Activiteiten in 2011 Besluiten en adviezen uitgebracht door de Infectiecommissie in 2011: • Advies aan de directie ook in 2011 de griepvaccinatie aan medewerkers aan te bieden. • Voortzetting van registratie van post-operatieve wondinfecties bij een deel van de orthopedische ingrepen. • Advies over het gebruik van steriele medische hulpmiddelen (steriele injectiespuiten). • Advies over de bouwkundige eisen van de interventiekamer Cardiologie. • Advies over het gebruik van een multidosis toedieningsysteem op Radiologie. • Richtlijn arteriële katheters en Richtlijn infuuskatheters zijn goedgekeurd door de Infectiecommissie.
2.6 OK-bestuur Het OK-bestuur heeft tot doel de leiding van de OK te ondersteunen in de beleidsvorming en aansturing, waarbij gestreefd wordt naar deelname hierin vanuit de drie grootste vakgroepen (Chirurgie, Gynaecologie en Orthopedie). Samenstelling en werkwijze Het bestuur bestond in 2011 uit de volgende leden: • Dhr. M. van Alphen, gynaecoloog, medisch manager • Mevr. O. Bouman, anesthesioloog, medisch manager (voorzitter) • Dhr. M.L.M. Falke, orthopedisch chirurg • Dhr. W. Groothuis, hoofd OK • Mevr. T. Hartingsveld, hoofd OK • Mevr. S. van der Meij, chirurg
92
Het OK-bestuur heeft in 2011 iedere week vergaderd. Het OK-bestuur is direct gerelateerd aan de leiding van de OK. Behaalde resultaten van 2011 en doelstellingen voor 2012 komen overeen zoals benoemd onder hoofdstuk 3.2.1 ‘Resultaten per vakgroep’.
2.7 Commissie Orgaan- en Weefseldonatie De Commissie Orgaan- en Weefseldonatie (COWD) richt zich op het bevorderen van orgaan- en weefseldonatie met betrekking tot in het ziekenhuis overleden patiënten. In dit kader verzorgt de commissie het ontwikkelen en implementeren van protocollen en procedures betreffende orgaan- en weefseldonatie met inachtneming van landelijke en regionale afspraken en wetgeving. Samenstelling en werkwijze • Dhr. T.J. Verduijn, neuroloog (voorzitter) • Mevr. J. Vuurboom, donatiefunctionaris (secretaris) • Mevr. dr. R.B.G.E. Breukers, intensivist • Dhr. H. Gouka, overledenenverzorging • Mevr. M. Nauta, arts-assistent • Dhr. F. Ultee, transplantatiecoördinator AMC De commissie is in 2011 drie keer bijeengekomen. Activiteiten in 2011 De belangrijkste doelstelling van de commissie was in 2011 het optimaal gebruiken van de potentiële weefsel en/of orgaandonoren in het Flevoziekenhuis. Hiertoe is het volgende ondernomen: • Het betrekken van AIOS in de commissie. In de meerderheid van de gevallen zijn de artsassistenten de schouwende artsen en dus ook verantwoordelijk voor het donatievraagstuk. • Optimaliseren van de scholing van alle nieuwe arts-assistenten. • Kritische beschouwing van niet gedoneerde patiënten. Bij niet correct of onvolledig ingevulde donatieformulieren wordt standaard contact opgenomen met de betreffende arts. • Instructievideo voor artsen over de donatieprocedure op intranet zodat goed geïnformeerd met de nabestaanden over donatie gesproken kan worden. Helaas heeft dit in 2011 niet geleid tot een toename van het aantal donatieprocedures.
93
2.8 Oncologiebestuur Het Oncologiebestuur is een ziekenhuiscommissie die tot taak heeft het multidisciplinaire oncologische beleid vorm te geven. Samenstelling en werkwijze • Dhr. J..P. Baars, internist-hemato-oncoloog (voorzitter) • Mevr. dr. W.M. van Baal, gynaecoloog • Mevr. L. Drubbel, gespecialiseerd verpleegkundige oncologie • Dhr. G. van Harskamp, internist-oncoloog • Mevr. B. Hoorn, hoofd zorgeenheid Interne/Oncologie • Dhr. H. Korsten, chirurg • Dhr. B. van der Maat, longarts • Mevr. L.H. Pronk, longarts • Mevr. J. Ruijter, beleidsmedewerker • Dhr. G.J. van Tienhoven, radiotherapeut AMC Het Oncologiebestuur vergadert maandelijks. Resultaten in 2011 • Algemeen en oncologisch pijnprotocol voltooid – Dit pijnprotocol is geïmplementeerd. De afdelingen, medisch specialisten en arts-assistenten werden geïnformeerd en geschoold. Daarnaast komt het onderwerp jaarlijks terug in scholing. • Verbetering videoconferencing – Tijdens videoconferencing is functionele ondersteuning aanwezig. Deze dienst wordt gecoördineerd door afdeling Medische techniek. Hierdoor is de oncologiebespreking efficiënter, omdat er geen tijd verloren gaat door het instellen van de techniek. • LAST-meter – De richtlijn ‘Detecteren behoefte psychosociale zorg' van het VIKC is geïmplementeerd binnen de oncologische zorg van het Flevoziekenhuis. Op de poliklinieken wordt het meetinstrument ‘de LAST-meter’ gebruikt in de begeleidingsgesprekken met de patiënt. • Optimalisatie oncologische zorgpaden – In 2011 is een begin gemaakt met het optimaliseren van de oncologische zorgpaden, waaronder het zorgpad mammacarcinoom. De knelpunten die invloed hebben op de doorlooptijden zijn in kaart gebracht en opgelost. Ook is een begin gemaakt met het zorgpad prostaatcarcinoom. • NABON mammaregistratie – Het Flevoziekenhuis neemt deel aan de landelijke registratie van de mamma-indicatoren. De chirurgen registreren de gegevens in het systeem van het Dutch Institute for Clinical Auditing (DICA). Doelstellingen voor 2012 • Mammacarcinoom, coloncarcinoom en longcarcinoom nemen binnen de oncologische zorg van het Flevoziekenhuis een centrale plaats in. In 2012 zijn de bijbehorende zorgpaden ingericht. • Het multidisciplinair overleg (MDO) wordt ziekenhuisbreed gestandaardiseerd en vastgelegd in het DCC. • De palliatieve zorg wordt binnen het Flevoziekenhuis verder ingericht.
2.9 Reanimatiecommissie De Reanimatiecommissie is een ziekenhuiscommissie die tot taak heeft de gang van zaken rondom reanimatie in het Flevoziekenhuis te monitoren en te coördineren. Dit betreft: • Materialen nodig voor reanimatie. • Organisatie van reanimaties en de situatie rondom reanimeren. • Onderwijs (achtergrond; ALS/BLS). • Evaluatie verrichte reanimaties. De commissie is niet verantwoordelijk voor het technisch functioneren van de materialen (reanimatiesysteem, defibrillator).
94
Samenstelling en werkwijze De reanimatiecommissie bestaat uit: • Mevr. A.A. Mes-Rijkeboer, intensivist-infectioloog (voorzitter), • Dhr. dr. N.R. Bijsterveld, cardioloog • Mevr. J. Stekelenburg, SEH-arts • Dhr. A. Niezing, reanimatiecoördinator • Mevr. G. van Breemen, reanimatiecoördinator • Mevr. D. Faber, CCU-verpleegkundige (tot 01-09-2011) • Dhr. R. den Haak, SEH-verpleegkundige, • Mevr. E. Busch, kinderverpleegkundige Speciale leden zijn: • Dhr. dr. F. Schuermann, kinderarts-neonatoloog • Dhr. D. B. Kagenaar, anesthesioloog De commissie komt vier keer per jaar samen en brengt jaarlijks verslag uit. Enkele malen per jaar worden speciale vergaderingen georganiseerd met de afdeling Kindergeneeskunde. Reanimaties 2011 Figuur: Resultaten van de gedane reanimaties in 2011 Totaal SEH
29 Shock Asystolie EMD Combinatie Overig
Ziekenhuis G1
19 1
Overleden Geslaagd Mortaliteit ten tijde reanimatie 11 18 37,9% 1 4 2 2 2 8
Overig H1
11 1 1 1 11
42,1%
1 4
Asystolie HH2
4 3
Asystolie EMD CCU
1
1 1
1 Shock
ICU
1 6
Shock EMD Asystolie Overig Poli Longziekten
2 1
2 1
1 Overig
Radiologie
1 1
Overig Ziekenhuis (totaal)
In-hospital mortaliteit Nadere analyse volgt
48
19
1 29
39,6%
Voorlopige analyse van de data laat zien dat de mortaliteit ten tijde van de reanimatie ongeveer 40% is. De mortaliteit is sterk afhankelijk van het onderliggend probleem en hartritmestoornis dientengevolge. Het aantal en de mortaliteit van de verrichtte reanimaties verschillen ten opzichte van
95
2010. Het aantal is gedaald echter de mortaliteit gestegen. Wellicht heeft de invoering van het Spoed Interventie Team (SIT), waarbij laagdrempelig patiënten met vitaal bedreigde functies door de IC kunnen worden geconsulteerd hier invloed op. Nadere analyse van de data inclusief de ziekenhuismortaliteit wordt nog verricht. Activiteiten 2011 Reanimatieprocedure – Door personele reorganisatie binnen het Flevoziekenhuis was het noodzakelijk in 2010 de organisatie van het reanimatieteam te herzien. Dit heeft uiteindelijk geleid tot publicatie van de definitieve versie van de ‘Reanimatieprocedure in het Flevoziekenhuis’ in januari 2011. De centrale leidende rol die de poortarts al sinds oudsher vervulde, is overgenomen door de arts-assistent Interne geneeskunde. Doordat de poortartsen alleen nog werkzaamheden verrichten op de SEH verdwenen deze uit het reanimatieteam. Momenteel worden voorbereidingen getroffen om de arts-assistenten klaar te stomen voor hun nieuwe rol. Het verslag van de Reanimatiecommissie is opgenomen in deel II. Nieuwe reanimatierichtlijnen – Nieuwe Europese en Nederlandse reanimatierichtlijnen, gepresenteerd in januari 2011, zijn begin 2011 ook geimplementeerd in de reanimatierichtlijnen van het Flevoziekenhuis. Reanimatieonderwijs (ALS/BLS) – In de procedure ‘Reanimatie in het Flevoziekenhuis’ worden de richtlijnen beschreven voor het volgen van ALS (Advanced Life Support) en BLS (Basic Life Support) onderwijs. BLS-onderwijs moet jaarlijks worden gevolgd door elk personeelslid dat direct patiëntencontact heeft en ALS-onderwijs moet worden gevolgd door leden van het reanimatieteam. In de praktijk bleek echter dat personeel van het Flevoziekenhuis maar moeilijk te motiveren is om jaarlijks een reanimatiecursus (BLS/ALS) te volgen, aangezien consequenties uitbleven. Uiteindelijk leidde dit tot een calamiteit bij een reanimatie op een verpleegafdeling met een Inspectiemelding tot gevolg. Deze melding is op te vragen bij de Calamiteitencommissie van het Flevoziekenhuis. De reanimatiecommissie heeft vervolgens een brief naar de raad van bestuur gestuurd waarin bovenstaande problematiek werd beschreven. Inmiddels is hierop op verschillende niveaus actie op ondernomen. Zo heeft de raad van bestuur alle afdelingshoofden schriftelijk aangespoord om het reanimatieonderwijs prioriteit te geven. Voor de medische staf zijn voor 2012 vier avonden georganiseerd, die reeds goed gevuld zijn en is het reanimatieonderwijs geintegreerd in het leermanagementsysteem LMS.
96
2.10 Materialenadviescommissie Door permanente screening en actualisering, adequate advisering en besluitvorming zorgt de Materialenadviescommissie (MAC) voor het creëren en in stand houden van een geschikt standaard assortiment van (medische) ver- en gebruiksmiddelen voor het Flevoziekenhuis. Een assortiment dat aansluit op de behoeften van de gebruikers en past binnen de kwalitatieve normen en de financiële mogelijkheden van de organisatie en waarvan veilige toepassing kan worden gewaarborgd. Uitgangspunten hierbij zijn: • De producten die in het ziekenhuis gebruikt worden, voldoen aan de eisen die volgen uit wet- en regelgeving en interne procedures. • Alle nieuwe artikelen die worden toegevoegd aan het assortiment dienen te worden getoetst door de MAC. • Het aantal verschillende producten in huis wordt zoveel mogelijk beperkt (standaardisatie). • Bij de selectiecriteria wordt rekening gehouden met duurzaam en maatschappelijk verantwoord inkopen. Samenstelling en werkwijze • Dhr. C. Calis, directeur Zorg (voorzitter) • Dhr. M. Engwerda, hoofd Inkoop • Dhr. H. Imming, hoofd Technische Dienstverlening • Dhr. L. Pater, manager ICT • Dhr. M.J. Boom, chirurg De commissie komt gemiddeld eens per acht weken bijeen. De standaardagenda bestaat uit de opening, verslag vorig overleg, ingekomen aanvragen, actuele projecten en rondvraag. Terugblik 2011 De materialenadviescommissie bestaat al gedurende een aantal jaren. Er was echter in de laatste jaren sprake van een ‘slapende’ MAC. Aanleiding voor het opnieuw leven inblazen van deze commissie was de behoefte om structuur aan te brengen in de besluitvorming ten aanzien de samenstelling van het assortiment (medische) ver- en gebruiksmiddelen in het Flevoziekenhuis. Op deze wijze valt een structurele bijdrage te verwachten in het rendement van het ziekenhuis. Ingezette activiteiten: 1. Oprichting van de materialenadviescommissie. 2. Inrichten van de subcommissie MAC. Deze subcommissie beoordeelt, volgens vastgestelde criteria, de niet in het inkoopsysteem bekende producten/aanvragen en brengt hierover advies uit aan de MAC. 3. Opstellen procedure aanvraag nieuwe materialen. 4. Inventarisatie top-100 leveranciers.
2.11 Centrale Opleidingscommissie De Centrale Opleidingscommissie (COc) is voor elk opleidingsziekenhuis een verplichte commissie (regelgeving KNMG/MSRC) en fungeert als overlegorgaan ter handhaving en bevordering van een gunstig en veilig opleidingsklimaat. De COc bestaat sinds 2002 en heeft een eigen reglement opgesteld, waarin werkwijze, taken, doelstellingen en samenstelling is vastgelegd, conform de landelijke voorschriften. Samenstelling en werkwijze De Centrale Opleidingscommissie vergadert zes keer per jaar. Het dagelijks bestuur bestaat uit: • Dhr. dr. J. Zeegelaar, dermatoloog (voorzitter) • Mevr. M. van Voorst Vader, hoofd Medische opleidingen (secretaris) (Waarnemend) opleiders: • Mevr. dr. G. Kleiverda, gynaecoloog • Mevr. dr. W. M. van Baal (waarnemend), gynaecoloog
97
• • • • • • • •
Dhr. dr. S. Peters, internist Mevr. dr. M. Trijbels, kinderarts Dhr. dr. J. Zeegelaar, dermatoloog Dhr. R. Chin-A-Lien (waarnemend), dermatoloog Mevr. dr. M. Vleming, KNO-arts Dhr. dr. P. Verbeek, chirurg Dhr. dr. K. in ’t Hof (waarnemend), chirurg Mevr. D. Groeneveld (stage Longziekten), longarts
Beoogd opleiders: • Dhr. dr. M.E. Craanen, MDL-arts • Dhr. dr. R.C. Mallant, MDL-arts • Prof. dr. M. Limburg, neuroloog • Mevr. dr. C.M. Verhoef, reumatoloog Co-assistenten opleiders: • Dhr. R. Hes, internist • Mevr. dr. F. Sprangers, kinderarts • Dhr. H. Korsten, chirurg • Dhr. dr. H. Kuiper, neuroloog • Dhr. dr. W. Videler, KNO-arts • Mevr. H. Berends, verloskundige • Mevr. dr. E.H. Bosch-Driessen, oogarts • Dhr. D. van der Zwaan, dermatoloog • Mevr. J. Gerkes, SHE-arts Namens de FLAV (Flevoziekenhuis Arts-assistenten Vereniging): AIOS & ANIOS. Terug- en vooruitblik De Centrale Opleidingscommissie heeft een groot aantal activiteiten binnen en buiten het ziekenhuis opgezet om de opleidingen optimaal te integreren in de dagelijkse zorg aan onze patiënten.
2.12 HSMR werkgroep De werkgroep HSMR (Hospital Standardized Mortality Rate) is in september 2010 aangesteld door de raad van bestuur met als opdracht het reduceren van de mogelijk onverwachte sterfte en de mogelijke onverwacht lange ligduur in het Flevoziekenhuis. Samenstelling en werkwijze werkgroep De werkgroep bestaat uit: • Mevr. dr. A.A.M. Blaauw, medisch manager (voorzitter) • Dhr. M. Regoort, chirurg n.p. en oud medisch specialist • Mevr. J. Rekker, verpleegkundige ICU • Mevr. J. Bouter, assistent anesthesie (tot 1-7-2011) • Mevr. A. de Groot, medisch codeur • Mevr. P. Mers, medisch codeur • Dhr. N. van ’t Hoenderdaal, kwaliteitsadviseur De commissie wordt tot augustus 2013 ondersteund door mevr. E. Keesman van de Praktijkindex via Real Time Monitoring (RTM). De werkgroep komt maandelijks bij elkaar. Vanaf 2010 is vooral aandacht besteed aan het verbeteren van de medische registratie door medisch codeurs en medisch specialisten. Er is ervaring opgedaan met gestructureerd dossieronderzoek door middel van triggertools en incidentanalyse bij patiënten die in de periode 2009 en 2010 onverwacht zijn overleden. Gerealiseerd in 2011 De kwaliteit van de medische registratie is in 2010 sterk verbeterd; met name wat betreft het vermelden van belangrijke nevendiagnosen. Het cijfer voor de HSMR dat in 2009 120 was, is in 2010 98
gedaald naar 104 (over alle ziekenhuizen bekeken is de HSMR gemiddeld 100). Uit dossieronderzoek van 64 patiënten (overleden in 2009 en 2010) bleek dat er bij deze patiënten geen sprake is geweest van een zogenaamd ‘adverse event’: onbedoelde schade opgelopen, resulterend in een tijdelijke of blijvende gezondheidsbeperking en/of verlengd verblijf als gevolg van zorgverlener en/of zorgsysteem. De indicator ‘onverwacht lange ligduur’ blijkt in 2010 in het Flevoziekenhuis lager dan het Nederlandse gemiddelde: 12.2%, bij een landelijk gemiddelde van 14.1%. Doelen voor 2012 Een belangrijk doel voor 2012 is het real time worden van de afdeling Medische registratie, zodat met behulp van de praktijkindex per kwartaal rapportages over sterftecijfers en onverwacht lange ligduur aan de EVR’s kunnen worden verstrekt. In 2012 zal dossieronderzoek worden verricht bij patiëntengroepen met onverwacht hoge sterfte uit 2010. Daarnaast zal ook dossieronderzoek worden verricht bij een steekproef van dertig patiënten die tijdens hun verblijf in het ziekenhuis in 2011 onverwacht werden opgenomen op de ICU. Met name zal worden onderzocht of bij deze patiënten maatregelen die zijn ingevoerd in het kader van implementatie van het veiligheidsmanagementsysteem (VMS) werden gevolgd zoals het tijdig inschakelen van het Spoed Interventie Team (SIT) en het volgen van het sepsis-protocol.
2.13 Wetenschapsbureau Algemene ontwikkelingen Het Wetenschapsbureau van het Flevoziekenhuis biedt onderzoekers ondersteuning bij het doelmatig en transparant uitvoeren van klinisch wetenschappelijk onderzoek binnen het ziekenhuis. Hierdoor kunnen onderzoekers zich concentreren op het kwalitatief goed uitvoeren van het onderzoek. Het beleidsdocument dat in 2010 is vastgesteld hoe het Flevoziekenhuis met wetenschappelijk onderzoek wenst om te gaan, is in 2011 geïmplementeerd. Het Wetenschapsbureau is geïntegreerd in de METC en is in deze verantwoordelijk voor de toetsing van de financiële haalbaarheid van wetenschappelijk onderzoek. Samen met de overige leden van de METC wordt er een advies voor de raad van bestuur geformuleerd, die uiteindelijk toestemming geeft voor onderzoek. Momenteel is één onderzoeksverpleegkundige aangesteld bij het Wetenschapsbureau en vindt structurele inhuur plaats voor verdere ondersteuning. Daarnaast zal in 2012 een arts-onderzoeker worden aangesteld voor de periode van één jaar. Bij de uitvoering van de onderzoeken worden expliciet geen personen ingezet met een (gesubsidieerde) opleidingsplaats in het Flevoziekenhuis. Kerncijfers 2011 Gedurende de afgelopen jaren is het aantal studies dat het Wetenschapsbureau uitvoert toegenomen Daarnaast is het Wetenschapsbureau steeds vaker betrokken bij de financiële afhandeling en verantwoording van studies. Tabel: Overzicht aantal studie Gestart
Lopend
2007
2
2
2008
1
3
2009
4
7
2*
2010
3
8
1
10
2
3 2011 *) 1 Studie geannuleerd
Gestopt
In de bijlagen van dit jaardocument is het ‘Overzicht van lopende onderzoeken via het Wetenschapsbureau’ opgenomen. Vooruitblik 2012 Voor 2012 stelt het Wetenschapsbureau een werkinstructie op waarin de procedure voor het verkrijgen van een lokale haalbaarheidsverklaring verder wordt uitgewerkt. Het gaat hierbij niet alleen 99
om onderzoek dat onder de werking van de Wet Medisch-wetenschappelijk onderzoek met Mensen (WMO), maar ook om niet WMO-plichtig onderzoek. Daarnaast gaan de METC, Het Wetenschapsbureau en de Wetenschappelijke Raad gezamenlijk beleid ontwikkelen over de uitvoer van wetenschappelijk onderzoek, waarbij ieder een specifieke rol vervult. Verder wordt in 2012 het eerste wetenschappelijke symposium in het Flevoziekenhuis georganiseerd met als doel het vergroten van draagvlak voor de uitvoer van klinisch wetenschappelijk onderzoek.
2.14 Medisch Ethische Toetsingscommissie De METC (Medisch Ethische Toetsingscommissie) van het Flevoziekenhuis beoordeelt studies waar patiënten direct of zijdelings bij zijn betrokken op lokale uitvoerbaarheid. Hierbij wordt gewerkt volgens de richtlijnen van de CCMO (= Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek). Samenstelling en werkwijze De METC kende in 2011 verder geen wijzigingen in de samenstelling: • Mevr. dr. M. Trijbels-Smeulders, kinderarts (voorzitter) • Mevr. dr. M. ten Wolde, internist • Mevr. A.A. Mes-Rijkeboer, intensivist-infectioloog • Mevr. R.A.M. Siemeling-Adema, ziekenhuisapotheker • Mevr. ds. R. Veenstra, geestelijk verzorger • Mevr. M. Kristel, office manager Bureau medische staf (secretaris) De METC heeft in 2011 elf keer vergaderd. De samenwerking met het Wetenschapsbureau is gestroomlijnd door het deelnemen van mw. K. Voss, coördinator Wetenschapsbureau, aan de maandelijkse METC-vergaderingen. Een overzicht van de aangemelde studies staat in de bijlagen.
100
Bijlagen
1. 2. 3. 4.
Klachten – Klachtencommissie – Claims Overzicht van studies aangemeld bij Medisch Ethische Toetsingscommissie Overzicht van lopende onderzoeken via het Wetenschapsbureau Overzicht van opleidingsplaatsen ziekenhuisbreed voor studiejaar 2011-2012 (excl. medische opleidingen) 5. Personalia (per 31-12-2011) 6. Overzicht risicobeheersinstrumenten 7. Nevenactiviteiten artsen
101
1. Bijlage: Klachten – Klachtencommissie – Claims Klachten Tabel: Overzicht opgenomen van het aantal en de aard van de meldingen (2007 t/m 2011) Aantal en aard meldingen 2011 > 2007 Klachten Klachtencommissie Claims
2011
2010
2009
2008
2007
530 21 49
531 9 51 alle claims * 594
775 26 48
808 12 29
559 14 23
Totaal 603 849 849 596 * Pas vanaf 2010 worden de Claims ‘Beschadiging / verlies van eigendommen’ ook meegeteld in dit overzicht Tabel: Klachtenbemiddeling: waar gaan de bemiddelingsklachten over?
Klachtaspecten
2011
2010
Behandeling, verpleging, verzorging: subtotaal Diagnose of onderzoek Behandeling, verpleging, verzorging Medicijnen Hulpmiddelen Verwijzing/ontslag Second opinion Alternatieve behandelingen of middelen Relatie: subtotaal Bejegening/communicatie met melder Onzedelijk gedrag Discriminatie Privacy Communicatie tussen behandelaars (b.v. Flevoziekenhuis<>huisartsen) Organisatie: subtotaal Bereikbaarheid of beschikbaarheid o.a.toegangstijden, wachttijden, bereikbaarheid poli’s/afdelingen/ziekenhuis/digitaal afsprakensysteem Coördinatie van de zorg Ontslag (procedure) Overplaatsing / overname Vrije keuze zorgaanbieder Voorzieningen: subtotaal Faciliteiten / omstandigheden (o.a. kapper, telefoon/TV/maaltijden/materialen) en openbare ruimten Kamers verpleegafdelingen inclusief schoonmaak verpleegafdelingen Openbare ruimten Voorlichting & patiëntenrechten: subtotaal Toestemming (informed consent) Dossierinzage recht Vrije keuze zorgaanbieder Informatie en voorlichting
247 52 183 4 4 3 1 149 126 1 1 12
200 52 143 3 1 1 136 120 3 8
9
5
74 52
140 103
16 5 1 23
33 3 1 18
10
16
9
2
4 18 5 13
10 4 6
102
Schade – rekening: Rekening Vergoeding schade tijdens verblijf Schade – algemeen Onbekend: Onbekend Algehele onvrede Anders: Anders
subtotaal
9 8 1 4 2 2 6 6 530
subtotaal
subtotaal Totaal
14 9 3 2 7 6 1 6 6 531
Klachtencommissie Figuur: Klachtonderdelen bij de Klachtencommissie Onderwerp Behandeling / verpleging / verzorging Communicatie met klachtmelder / patiënt Coördinatie / continuïteit zorg of dienstverlening Informatie ziekte en/of gevolgen Diagnose / onderzoek Dossier / inzagerecht Communicatie tussen behandelaars Bereik of beschikbaarheid mijnFlevoziekenhuis.nl Totaal
2011 8 4 3 2 1 1 1 1
2010 2 3 2 2 -
21 (3 melders)
9 (2 melders)
Figuur: Aantal klachtonderdelen per afdeling/vakgroep Afdeling / Vakgroep Spoedeisende hulp Klachtenbureau Poli Interne geneeskunde Verpleegafdeling Interne geneeskunde Poli MDL Verpleegafdeling Oncologie Klinisch chemisch laboratoruim Raad van bestuur Automatisering Verpleegafdeling Neurologie Verpleegafdeling Short stay / Chirurgie
Cijfers 2011 8 3 3 2 1 1 1 1 1
Cijfers 2010 1
2 6
Totaal
21
9
Tabel: Overzicht van aanbevelingen van Klachtencommissie aan raad van bestuur in 2011 Onderwerp Informatieverstrekking aan de patiënt: • Bespreken met betrokken behandelaar of in het algemeen de opvattingen over de informatie plicht (informed consent). • Bespreken van verantwoordelijkheden van patiënt voor het plannen van een operatie door de behandelaar. • het verhelderen van hoofdbehandelaarschap en respectievelijke verantwoordelijkheden van diverse betrokken artsen aan de patiënt zelf, zodat deze daarvan ook de juiste verwachtingen heeft. • een aanspreekpunt voor de patiënt kenbaar maken.
103
Aantal 1 1 1 2
Nader (SIRE) onderzoek in verband met een ernstige discrepantie tussen de reacties van betrokken medewerkers en klager, (waarbij de waarheid niet boven tafel is gekomen). Dossiervoering: • Nader onderzoek verrichten naar de kwaliteit van de dossiervoering met bijzondere aandacht voor Plastische chirurgie (1x) en de SEH (1x). • Hoe te bewerkstelligen is dat de klachtencommissie snel na het in behandeling nemen van een klacht kan beschikken over c.q. inzage kan hebben in de volledige dossierstukken die zij nodig heeft voor haar onderzoek. • Waarboren dat de eindverantwoordelijke SEH-arts op het SEH-formulier wordt vermeld. Coördinatie: • Zorgen voor afstemming tussen betrokkenen bij de behandeling en zorg (samenhang en continuïteit waarborgen ook bij overdracht).2 • Het eenduidig regelen van het hoofdbehandelaarschap. • Een zodanige regeling van het traject van consult naar aanmelding bij Bureau opname naar feitelijke operatie dat daarin de voortgang is gewaarborgd. • Waarborgen dat geen enkele patiënt de SEH verlaat zonder door een arts te zijn gezien.
1 2 1 1
2 2 1 1
Claims Figuur: Overzicht claims medische schade Behandeling/verpleging/verzorging Diagnose of onderzoek (Hulp)middelen/materialen Verwijzing/ontslag Rekening Schoonmaak Faciliteiten/omstandigheden Communicatie tussen behandelaars Materiële schade t.g.v. behandeling Medicijnen Totaal
2011 26 2 2 1 1 1 -
2010 21 2 1 3 1 1 1
33 30 melders
30 26 melders
Figuur: Manier waarop claims beschadiging / verlies van eigendommen zijn afgehandeld Coulancehalve vergoeding zonder aansprakelijkheid Aansprakelijkheid erkend en schade vergoed Aansprakelijkheid afgewezen Gesloten zonder oordeel (wegens ontbreken nadere onderbouwing aanvrager) Totaal
2
2011 6 4 4 1
2010 15 3 1 2
15
19
Zie hiervoor ook recente richtlijnen over samenwerking vanuit de brancheorganisaties en recente jurisprudentie vanuit het tuchtrecht. 104
2. Bijlage: Overzicht van studies aangemeld bij Medisch Ethische Toetsingscommissie Nummer FZ11/01 FZ11/02 FZ11/03 FZ11/04 FZ11/05 FZ11/06 FZ11/07 FZ11/08 FZ11/09 FZ11/10 FZ11/11 FZ11/12 FZ11/13 FZ11/14 FZ11/15 FZ11/16 FZ11/17 FZ11/18 FZ11/19A FZ11/19B FZ11/20 FZ11/21 FZ11/22 FZ11/23 FZ11/25 FZ11/26 FZ11/27 FZ11/28 FZ11/29 FZ11/30 FZ11/31 FZ11/32 FZ11/33 FZ11/34 FZ11/35
Naam Topfit AWR Diabolo AWR kinderen Pegasus Osmose Ideaal DVT Lapovca Adalimumab Psoriasis Cancer Care Innovations ISI Shield 57 Shield 51 Texacold Miniarc na 1 jaar Clipper AEGEA VAPOR Triple P a Triple P b Peri-operative care gyn. Sleutel amendement AEGEA baseline Biomarkers PACEM PIP Blent Groepsrevalidatie nier patiënten AEGEA feasability Glucomoms LEAP Spartacus P5D Promises CANVAS amendement FZ10/02 Besnijdenis
Datum goedkeuring Onderzoeker 10-02-2011 Lely 10-02-2011 van Dijkman 10-02-2011 Boom 10-02-2011 van Dijkman 16-02-2011 Verheul 16-02-2011 Kapitein 16-02-2011 Ten Wolde 08-03-2011 Van Baal 08-03-2011 Mallant-Hent Beoordeling niet nodig Zeegelaar 18-04-2011 Baars 16-05-2011 v.d. Ven 27-06-2011 Oudkerk Pool 27-06-2011 Oudkerk Pool 28-06-2011 Groeneveld Ruhe/Nieuwenhuis 16-05-2011 17-10-2011 Mallant-Hent 17-10-2011 Van Baal 28-06-2011 Kleiverda Beoordeling loopt Kleiverda 28-06-2011 Kleiverda Beoordeling niet nodig Van Dijkman 17-10-2011 Van Baal 17-10-2011 Mallant-Hent Van Wermeskerken 17-10-2011 20-10-2011 Van Aken 17-10-2011 Bijsterveld 20-11-2011 Boonstra 20-11-2011 Van Baal 20-11-2011 Kleiverda Beoordeling niet nodig Blankevoort 20-11-2011 Ten Wolde 2012 Van Aken 2012 Ten Wolde 2012 Meijer
105
3. Bijlage: Overzicht van lopende onderzoeken via het Wetenschapsbureau Onderzoeken die op dit moment via het Wetenschapsbureau worden uitgevoerd: J&J_CANVAS Dit onderzoek zal de effecten van behandeling met canagliflozine vergelijken met die van placebo op allerlei organen, zoals het hart, de nieren en de bloedvaten bij patiënten met type 2 diabetes van wie de diabetes niet goed te behandelen is met de huidige bloedsuikerverlagende therapieën. Daarnaast zal canagliflozine gecontroleerd worden op veiligheid, verdraagzaamheid en het effect op bloeddruk en gewicht. WYETH_CAPITA Klinische trial naar een 13-valent pneumococcal conjugate vaccine (13vPnC) voor ouderen (≥ 65 jaar), waarbij de effectiviteit in preventie van (vaccin-type)-pneumokokken Community Acquired Pneumonia (CAP) en Invasive Pneumococcal Disease (IPD) wordt onderzocht. Julius_CHOCAP Dit is een substudie van het CAPiTA onderzoek. In dit onderzoek wordt onderzocht wat de invloed van een pneumonie is op de kwaliteit van leven en op het gebruik van medische zorg. Hiermee worden de kosten, gezondheidstoestand en gezondheidsuitkomsten van pneumonie in kaart gebracht. ASTRAZENECA_DATA Anastrozol (een aromatase remmer) is een hormonaal middel voor de behandeling van hormoon gevoelige borstkanker. De tot nu toe bekende resultaten van eerdere studies laten zien dat vrouwen die al 2 tot 3 jaar tamoxifen gebruiken, er baat bij hebben te stoppen met tamoxifen en vervolgens te starten met een aromatase remmer, zoals anastrozol. In deze studies is de duur van de totale behandeling telkens 5 jaar geweest. Dit betekent dat na 2 tot 3 jaar tamoxifen nog eens 2 tot 3 jaar een aromatase remmer is ingenomen. Nog niet onderzocht is of dit vervolg van nog 2 tot 3 jaar een aromatase remmer na tamoxifen wel een optimale duur is. Het is mogelijk dat een langere behandelduur met een aromatase remmer beter is. Dit wordt dan ook onderzocht in deze studie. NKI_CANDY Onderzocht wordt of candesartan (Atacand®) hartschade kan voorkomen tijdens en na de trastuzumab behandeling bij vrouwen met primaire borstkanker. Tevens wordt onderzocht of hartschade door trastuzumab door middel van bloedonderzoek kan worden vastgesteld. Daarnaast wordt onderzocht of er tussen vrouwen verschillen zijn in de samenstelling van het HER2 eiwit en zo ja, of dit van invloed is op het ontstaan van hartschade. DS_HOKUSAI Onderzoek naar de werkzaamheid en veiligheid van (LMW) heparine/endoxaban in vergelijking met die van (LMW) heparine/warfarine bij patiënten met symptomatische diepe veneuze trombose of longembolie. AMC_Longheeva Lange termijn behandeling van kankerpatiënten met diep veneuze trombose of longembolie. Hierbij wordt onderzocht of de behandeling met LMWH superieur is aan Vitamine K antagonist in de lange termijn behandeling van patiënten met symptomatische Veneuze Thrombo-embolie in kankerpatiënten die al 6-12 maanden behandeld zijn met anticoagulantia. IDEAL DVT Het onderzoeken van kosten en effecten van individuele duur van elastische compressie therapie na diep veneuze thrombose in relatie tot de incidentie van post trombotisch syndroom. BAYER_COOL Onderzoek naar de incidentie van adverse events (AEs) bij gebruik van een spiraaltje LCS12 dat het hormoon levonorgestrel bevat bij meisjes van 12 tot 18 jaar.
106
IfPTS Onderzoek naar de late gevolgen die kunnen optreden na het doormaken van een trombosebeen, ook wel post trombotisch syndroom genoemd. Dit door het onderzoeken van het bloed van de patiënt op biomarkers. Hiermee hopend een voorspellende waarde te kunnen doen.
107
4. Bijlage: Overzicht van opleidingsplaatsen ziekenhuisbreed voor schooljaar 2011-2012 (excl. medische opleidingen) Universitaire opleiding 1e jaars geneeskunde studenten i.v.m. 4 wkn Zorgstage op verpleegafdeling HBO-opleiding Verpleegkunde Verloskunde Logopedie Klinisch Neurofysiologie laborant Bachelor Medische Hulpverlener MBRT Fysiotherapie Arbo/ Fysiotherapie Optometrie Dietetiek Juridische zaken HR; Personeel en Arbeid Logistiek Crediteurenadministratie MBO-opleiding Verpleegkunde Doktersassistenten Apothekersassistent Medisch steriele hulpmiddelen Verzorgende IG uitstroom kraamzorg Crediteuren administratie niveau 3 Helpende Zorg en Welzijn niveau 2
Aantal studenten UVA/AMC
Aantal studenten Vumc 5
Totaal: 5 aantal studenten Duaal 4
Totaal: 4 aantal studenten BBL 31 2 1 4
20 Totaal: 20 aantal studenten Voltijd 11 1 2 1 6 1 4 9 1 1 1 2 1 1 Totaal: 42 aantal studenten BOL 23 18 1 1 via regioproject UWV & Gemeente ‘Handen aan de Ploeg’ 6
Pro-Almere: Voedingsdienst Verpleegkundige vervolgopleidingen
Medisch ondersteunende opleidingen Operatieassistent Anesthesiemedewerker
1 Totaal: 38 Afdeling ICU SEH CCU Kindergeneeskunde Verloskunde Critical Care Dialysecentrum Neurologie Oncologie Maag/Darm/Lever Longgeneeskunde Decubitus en Wondconsulent Recovery Health & Informatics Afdeling OK OK
Totaal: 50 Medew. gestart in 2011 2 2 2 1 1 1 2 2 1 2 1 1 1 Totaal: 19 Medew. gestart in 2011 1 1 Totaal:
108
2
5. Bijlage Personalia (per 31-12-2011) Tabel: Medisch specialisten verbonden aan het Flevoziekenhuis in 2011 Anesthesie Mevr. O. Bouman Dhr. M.A. ten Haaf Dhr. W. Joosten Dhr. D.B. Kagenaar Dhr. E.B.P. Ohlsen Dhr. S.A. Renshof Apotheek Mevr. S. Baars-Greuell Mevr. G. Melenhorst Dhr. R. Roelofs Mevr. R.A.M. Siemeling-Adema Cardiologie Dhr. dr. N.R. Bindraban Dhr. dr. N.R. Bijsterveld Dhr. R.A.M. Kortz Dhr. A.S.J.M. Sadée Mevr. A. van der Spank Dhr. dr. J.A. Verheul Chirurgie Dhr. M.J. Boom Dhr. B.A. van Dijkman Dhr. dr. K.H. in ’t Hof Dhr. L.C. Huisman Dhr. H.R. Korsten Mevr. S. van der Meij Dhr. S. Sivro Dhr. M.T. Sjer Dhr. A.W.H. van de Ven Dhr. dr. P.C.M. Verbeek Mevr. M.C.M. Willems Dermatologie Dhr. R.A.M. Chin-A-Lien Dhr. R.W. Roest Dhr. dr. J.E. Zeegelaar Dhr. D. van der Zwaan Gastro-enterologie (MDL) Dhr. dr. M.E. Craanen Mevr. dr. R.C. Mallant-Hent Dhr. dr. M.W. Mundt Dhr. dr. M. Oudkerk Pool Mevr. U.G. Schlüter Mevr. H. Telleman Gynaecologie Dhr. B. van Aken Dhr. M. van Alphen Mevr. dr. W.M. van Baal Mevr. M. de Boer, seksuoloog Dhr. mr. H.B.R. Dommerholt Mevr. M. van Doorenmaalen Mevr. C.E.J.M. Kimmel, fertiliteitsarts Mevr. dr. G. Kleiverda Dhr. C. Lely
109
Dhr. J.E. Lenglet Mevr. dr. A.W.J. Omtzigt Mevr. I.M.C. Ruhé Intensive Care Mevr. dr. R.B.G.E. Breukers Dhr. K. de Blok, intensivist-nefroloog Mevr. A.A. Mes-Rijkeboer, intensivist-infectioloog Dhr. E.W.J. Schubert Dhr. dr. R.E.J.H. Sentjens, intensivist-cardioloog Dhr. M.E. Sleeswijk Interne geneeskunde Dhr. J.P. Baars, internist-hemato-oncoloog Mevr. dr. J. Branger, internist-infectioloog Dhr. R.A.J. van Deelen, klinisch geriater Dhr. G. van Harskamp, internist-oncoloog Dhr. R. Hes Mevr. H.A.M. van Houten Mevr. V. Lustig, internist-oncoloog Dhr. dr. S.H.A. Peters Mevr. N. Smit, internist-endocrinoloog Mevr. dr. M. ten Wolde, internist-vasculair geneeskunde Kaakchirurgie Dhr. B.P.M.J. van Herpen Dhr. P.M.M. Noverraz Kindergeneeskunde Dhr. N. J. van den Berg Dhr. E.J. van de Griendt Mevr. K.M.J. Heitink-Pollé Mevr. A.P.G.F. Maingay-Visser, kinderarts-neonatoloog Mevr. R.J. Roelants Dhr. F.A.B.A. Schuerman, kinderarts-neonatoloog Mevr. dr. F. Sprangers, kinderarts-kinderneuroloog Dhr. K.L. Tjia Mevr. P. Thorsen-Immisch Mevr. dr. M.A.J.M. Trijbels-Smeulders Dhr. W.B. Vreede Mevr. A.M. van Wermeskerken Mevr. S.A.A. Wolt-Plompen KNO Mevr. dr. B.A. de Beer Dhr. N. de Boer Dhr. J.W.M. Bok Mevr. dr. J.T. van Lith-Bijl Dhr. dr. M.L.Y.M. Oei Dhr. W.J.M. Videler Mevr. dr. M. Vleming Longziekten Dhr. R.P.M. Asfazadour Mevr. D.P.M. van den Bogaert Dhr. M. Deenstra Mevr. D.R.G.L. Groeneveld - Tjiong Dhr. B. van der Maat Mevr. L.H. Pronk Nefrologie Dhr. A.H. Boonstra Dhr. M. Sekkat
110
Neurologie Dhr. J.P. Blankevoort Mevr. dr. I.M. Bronner Mevr. I.M. Kiemeneij Dhr. dr. H. Kuiper Dhr. prof. dr. M. Limburg Dhr. T.J. Verduijn Mevr. J. van de Vlekkert Oogheelkunde Mevr. dr. E.H. Bosch-Driessen Dhr. dr. R.J. Boukes Mevr. N. de Jong Dhr. K.B. Lie Mevr. V.M.L.H. Oen Mevr. dr. J.V. Ongkosuwito Mevr. dr. M.J.H. Ronday Orthopedie Dhr. M van Bommel Dhr. A.J. Dijkstra Dhr. M.L.M. Falke Dhr. F.J. Kurek Mevr. P. Mulder, arts orthopedie Dhr. A.C.H. Slingerland Plastische chirurgie Mevr. A. Knottenbelt Dhr. R.P. Noordanus Radiologie Dhr. J.F.M. Beaumont Dhr. E. Bierdrager Mevr. J.H.D. de Bruine, interventieradioloog Dhr. dr. K.Y.J.A.M. Ho, interventieradioloog Dhr. M.P.J. Mallant, interventieradioloog Dhr. M.A.H. Ribbert Dhr. H. Wiese Reumatologie Mevr. M.C. Kortekaas Mevr. dr. C.M. Verhoef Dhr. K. Vos Spoedeisende hulp Mevr. J.C. Berends Mevr. M.G. Dielis Mevr. J.L. Gerkes-van der Meer Mevr. J. Stekelenburg Urologie Dhr. B. Meijer Dhr. S.H. Oerlemans
111
Tabel: Medisch specialisten vanuit andere ziekenhuizen verbonden aan het Flevoziekenhuis in 2011 Acupunctuur Dhr. R. Bekkering, arts acupuncturist Cardiologie Dhr. W.P.J. Jansen, Tergooiziekenhuizen Dhr. R.E. Knops, Tergooiziekenhuizen Chirurgie Dhr. R. Balm, AMC Mevr. M.A. Boermeester, AMC Dhr. O.R.C. Busch, AMC Dhr. J.C. Goslings, AMC Dhr. D.J. Gouma, AMC Dhr. M.M. Idu, AMC Dhr. J.H.G. Klinkenbijl, AMC Mevr. A.B. Kluit, AMC Dhr. M.J.W. Koelemaij, AMC Dhr. C. Kox, AMC Dhr. M.J. van der Laan, AMC Dhr. D.A. Legemate, AMC Mevr. E.J.M. Nieveen van Dijkum, AMC Dhr. J.P.H. Ruurda, AMC Dhr. N.W.L. Schep, AMC Mevr. M.E.P. Schijven, AMC Dhr. P.J. Tanis, AMC Dermatologie Dhr. W.R. Faber Interne geneeskunde Dhr. S. Dalhuisen, internist-hemato-oncoloog, AMC Mevr. E. Nannenberg, klinisch geneticus, AMC Klinische chemie Dhr. dr. M.A.C. Broeren Mevr. dr. I. Haagen, OLVG Mevr. dr. S. Hogenboom, OLVG Mevr. dr. A. Leyte, OLVG Dhr. dr. E.H. Slaats, OLVG Microbiologie Dhr. P. Gruteke, OLVG Dhr. dr. D. Kwa, OLVG Dhr. Dr. M. van Ogtrop, OLVG Neurochirurgie Mevr. I.H. Folkersma, AMC Dhr. R.B. Willemse, AMC Orthopedie Dhr. G.M.M.J. Kerkhoffs, AMC Dhr. P. Kloen, AMC Dhr. M.P.J. List, AMC Dhr. G.R. Schaap, AMC Dhr. M.U. Schafroth, AMC Dhr. P.A.A. Struijs, AMC Pathologie Dhr. dr. J.L.G. Blaauwgeers, OLVG Dhr. C.G. Scheepsma, OLVG Dhr. P. Drillenburg, OLVG Dhr. E.W.P. Nijhuis, OLVG Dhr. A. Walter, OLVG
112
Psychiatrie Mevr. S.H.C. Bé, Merem Mevr. M.M. Frohn, Merem Radiotherapie Mevr. R. Davila Fajardo, pnil AMC Dhr. E.M.T. Dieleman, AMC Dhr. M.C.C.M. Hulshof, AMC Mevr. M.W. Kolff, AMC Dhr. F. Oldenburger, AMC Mevr. V. Oppedijk, pnil AMC Dhr. dr. J.A. Stalpers, AMC Dhr. G. Tienhoven, AMC Dhr. A. Uitterhoeve, AMC Revalidatie Mevr. L. van der Dussen, Merem Mevr. J.W.T. Michels, Merem Mevr. P. Passier, Merem Mevr. P. Tomassen, Merem Mevr. dr. J. Voorman, kinderrevalidatie arts, Merem
113
6. Bijlage Overzicht instrumenten risicobeheersing Type risico Omgevingsrisico’s
Strategierisico’s
Operationele risico’s, op het gebied van: • Organisatie (cultuur en structuur). • Personeel (beschikbaarheid, opleidingsgraad, kwaliteit). • Proces (patiëntveiligheid, incidenten, protocollen). • Informatie (rapportage, NEN7510, registratie).
Instrumenten risicobeheersing • Marktonderzoek wat elke twee jaar wordt uitgevoerd, inclusief concurrentie-analyse; • Vaste overlegstructuur met de zorgverzekeraar; • Lidmaatschap Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen; • Stralingsrapportage; • Milieurapportage. • Meerjarenbeleidsplan gedefinieerd en regelmatige update; • Vaste overlegstructuur met grootste verwijzer: Zorggroep Almere; • Vast format van business cases; • Financieel meerjarenbeleid; • Regelmatige evaluatie partnership met AMC; • Management Letter van de Accountant; • Overlegstructuur IGZ. • Procuratie- en autorisatieregeling; • AO handboek; • Planetree accreditatie; • Vaste overleg- en overdrachtsstructuren; • Bedrijfshulpverleningsteam; • Brandveiligheidscontroles van de brandweer brandoefeningen; • Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) vereist bij aanname; • Check BIG-register; • Check tuchtzaken; • Beschikbaarheid personeel: marktonderzoek; • RI arbeidsomstandigheden; • Ziekteverzuimregistratie; • Bedrijfsarts en arbomedewerker; • Medewerkertevredenheidsonderzoek; • Agressieprotocol; • Management Development Programma; • Kwaliteitsindicatoren; • Campagne ‘Gewoon handen schoon’; • ZiROP (Ziekenhuis Rampen Opvang Plan); • Veiligheids Management Systeem (VMS); • Certificering Klinisch Chemisch Laboratorium; • Certificering HACCP voor de keuken; • Protocollen en werkinstructies in documentbeheersysteem; • SURPASS; • Transfusieklapper; • HKZ certificering Dialyse; • Certificering medische apparatuur NEN7510 screening; • Aanlevering DIS; • ICT-Raad; • Registratie SAP en DBC Helpdesk; • Inrichtingsstrategie ICT landschap – enterprice architectuur; • DOT project.
114
Financiële risico’s
Integriteitsrisico’s
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Begroting; Maandrapportage; Investeringsbegroting; Treasury Statuut; Treasury Jaarplan; Verzekeringsportefeuille; Liquiditeitsprognose; Centraal Contractenregister; Management rapportage; Overlegstructuur Fiscus; Overlegstructuur Banken; Dubieuze debiteuren; Controleprotocol DBC’s; Meerjarenonderhoudsplan. Prestatie-indicatoren; HSMR (hospital standardized mortality ratio); Geneesmiddelencommissie; Medisch Ethische Toetsingscommissie; Persvoorlichter/woordvoerder; MediRisk voor medische aansprakelijkheid; Beleid ten aanzien van sociale media.
115
7. Bijlage Nevenactiviteiten artsen Een greep uit de promoties, prijzen, publicaties en wetenschappelijke activiteiten van individuele leden medische staf in 2011 Promoties Ingeborg Linskens, AIOS gynaecologie: 3 februari 2011; titel: “Prenatal screening in twin pregnancies”. Renske Scheenstra, AIOS KNO: 16 februari 2011; titel: “The influence of heat and moisture exchangers on tracheal climate in laryngectomized individuals”. Karlijn Vollebregt, AIOS gynaecologie: 4 maart 2011; titel: “Hemodynamics and maternal characteristics prior to hypertensive disorders of pregnancy”. Ward Videler, KNO-arts: 8 juli 2011; titel: "recalcitrant chronic rhinosinusitis, difficulties in diagnosis and treatment". Patricia Passier, revalidatie arts :06 December 2011; titel: “Quality of life after aneurysmal subarachnoid haemorrhage”. Prijzen Robin Roelofs, ziekenhuisapotheker Posterprijs op de wetenschapsdag van het Haga ziekenhuis: Medclear-studie Marion Kortekaas, reumatoloog Winnaar Young Investigators Award bij de OARSI 2011 Gynaecologie Prijs voor het beste co-schap verloskunde / gynaecologie vanuit het cluster AMC. Onderzoek Consumentenbond over ongewild urine verlies: gynaecologie Flevoziekenhuis Almere behoort tot de koplopers van Nederland (december 2012) Neurologie Beste Co-schap 2011 Neurologie Coraad AMC-UvA KNO 2e jaar achter elkaar beste “kleine” co-schap (dermatologie, oogheelkunde, KNO-heelkunde) Coraad AMC-UvA Publicaties Jan Baars, internist Artikel Medisch Contact 30-09-2011 nr 39 "Huisarts moet positie kiezen". Brechtje de Beer, KNO-arts Hearing thresholds of otologically healthy 18-year-olds. De Beer BA, Graamans K, Zielhuis GA, Snik AFM. Journal of Hearing Sience. 2011;1(2):27-34
116
Klaas in ’t Hof, chirurg 1. Giant lipoma of the male breast: case report and review of literature. Olivier Groh, Klaas in’t Hof. Eur J Plast Chir (DOI) 10.1007/s00238-011-0589-7 2. Agranulocytose na langdurig gebruik van Thiamazol Dr. Klaast in ’t Hof, chirurg Flevoziekenhuis, Almere; dr. Els Nieveen van Dijkum, chirurg AMC. 4.26-1-2011 NTVG. Gunilla Kleiverda, gynaecoloog 1. Foley catheter versus vaginal prostaglandin E2 gel for induction of labour at term (PROBAAT trial): an open-label, randomised controlled trial. Jozwiak M, Oude Rengerink K, Benthem M, van Beek E, Dijksterhuis MG, de Graaf IM, van Huizen ME, Oudijk MA, Papatsonis DN, Perquin DA, Porath M, van der Post JA, Rijnders RJ, Scheepers HC, Spaanderman ME, van Pampus MG, de Leeuw JW, Mol BW, Bloemenkamp KW; G.Kleiverda (PROBAAT Study Group). 2. Regional differences in surgical intervention following medical termination of pregnancy provided by telemedicine. Gomperts R, Petow SA, Jelinska K, Steen L, Gemzell-Danielsson K, Kleiverda G. Acta Obstet Gynecol Scand. 2011 Sep 25. 3. Prediction of progression to a high risk situation in women with gestational hypertension or mild pre-eclampsia at term. van der Tuuk K, Koopmans CM, Groen H, Aarnoudse JG, van den Berg PP, van Beek JJ, Copraij FJ, Kleiverda G, Porath M, Rijnders RJ, van der Salm PC, Santema JG, Stigter RH, Mol BW, van Pampus MG; (HYPITAT study group). Aust N Z J Obstet Gynaecol. 2011 Aug;51(4):339-46. 4. Mifepristone followed by home administration of buccal misoprostol for medical abortion up to 70 days of amenorrhoea in a general practice in Curacao. Boersma AA, Meyboom-de Jong B, Kleiverda G. Eur J Contracept Reprod Health Care. 2011 Apr;16(2):61-6. Marion Kortekaas, reumatoloog: Artikel: Kortekaas M.C., Kwok W-Y, Reijnierse M, Huizinga TWJ and Kloppenburg M. Osteophytes and joint space narrowing are independently associated with pain in finger joints in hand osteoarthritis. ARD 2011;70:1835-7 Martien Limburg, neuroloog 1. Depressive symptoms and executive functioning in stroke patients: a follow-up study. Bour A, Rasquin S, Limburg M, Verhey F. Int J Geriatr Psychiatry. 2011 Jul;26(7):679-86. doi: 10.1002/gps.2581. Epub 2010 Oct 13. 2. Stroke registry in the Netherlands, setup and first results. M. Limburg, M. Fens, T. vd Laar, G. Beusmans, J. Courlander, M. Edelbroek, E. v Gorp, I. Middelkoop, D. Raymakers, R. Wimmers. Cerebrovascular Diseases 2011;Vol.31(2) (abstract) Rosalie Mallant-Hent, MDL arts 1. Endoscopic trimodal imaging detects colonic neoplasia as well as standard video endoscopy. Kuiper T, van den Broek FJ, Naber AH, van Soest EJ, Scholten P, Mallant-Hent RCh, van den Brande J, Jansen JM, van Oijen AH, Marsman WA, Bergman JJ, Fockens P, Dekker E. Gastroenterology. 2011 Jun;140(7):1887-94. 5. Endoscopic trimodal imaging versus standard video endoscopy for detection of early Barrett's neoplasia: a multicenter, randomized, crossover study in general practice. Curvers WL, van Vilsteren FG, Baak LC, Böhmer C, Mallant-Hent RC, Naber AH, van Oijen A, Ponsioen CY, Scholten P, Schenk E, Schoon E, Seldenrijk CA, Meijer GA, ten Kate FJ, Bergman JJ. Gastrointest Endosc. 2011 Feb;73(2):195-203. Marco Mundt, MDL arts Impact of Fibroscan on management of chronic viral hepatitis in clinical practice. Fransen van de Putte D, Blom R, van Soest H, Mundt M, Verveer C, Arends J, de Knegt RE, MauserBunschoten E, van Erpecum K.
117
Patricia Passier, revalidatie arts Predicting fatigue 1 year after aneurysmal subarachnoid hemorrhage. Passier PECA, Post MWM, Zandvoort van MJE, Rinkel GJE, Lindeman E, Visser-Meily JMA. J Neurol 2011; 258: 1091-1097. Inge Ruhe, gynaecoloog 1. The MiniArc sling for female stress urinary incontinence: clinical results after 1-year follow-up Hogewoning CR, Ruhe IM, Bekker MD, Hogewoning CJ, Putter H, Deruiter MC, Pelger RC, Elzevier HW. Int Urogynecol J. 2011 Nov 23. 2. Comparing clean intermittent catheterisation and transurethral indwelling catheterisation for incomplete voiding after vaginal prolapse surgery: a multicentre randomised trial. Thijs SD, Bouwmeester FW, Broekman AM, Ruhe IM, Vernooij MM, Burger MP, Emanuel MH, Roovers JP. BJOG. 2011 Aug;118(9):1055-60. doi: 10.1111/j.1471-0528.2011.02935.x. Epub 2011 Apr Roel Sentjens, intensivist A high post ICU mortality in eldery patients admitted to the ICU with abdominal sepsis. K. Boon, R. Sentjens and M. Sleeswijk. Intensive Care Med. 37 suplement 2 nummer 0845 S 217. Sept 2011 Mengalvio Sleeswijk, intensivist 1. A prolonged course of ACE-inhibitor induced angioedema. D.H.P.A.M. Schoester and M.E. Sleeswijk. Netherlands Journal of Critical Care.vol 15. Dec 2011. 2. Book title: Atrial Fibrillation - Basic Research and Clinical Applications (ISBN 978-953-307399-6) Chapter title: New Onset Atrial Fibrillation in Critically ill Patients M.Sleeswijk, T. van Noord and J. Zijlstra. 3. A high post ICU mortality in eldery patients admitted to the ICU with abdominal sepsis. K. Boon, R. Sentjens and M. Sleeswijk. Intensive Care Med. 37 suplement 2 nummer 0845 S 217. Sept 2011 4. Incident melden in de steigers. M. Sleeswijk en M. Koorn. Dialyse en Nefrologie Magazine. Editie 29. Juni 2011. 14-16 5. Redactielid veiligheidskrant: STIPT. Editie 3, uitgave jan 2011 en Editie 4, uitgave nov 2011. Monique Trijbels, kinderarts 1. Vermoeden van kindermishandeling bij de Eerste hulp Monique Trijbels, kinderarts Flevoziekenhuis, Gerda de Boer GZ-/k&j-psycholoog bij De kinderkliniek en Rick van Rijn, kinderradioloog AMC Tijdschrift kindermishandeling november 2011 2. Een kind met oedeem hoofdstuk 20 in boek: Probleemgeoriënteerd denken in de kindergeneeskunde Anthony van de Ven, chirurg Feasibility of enhanced recovery programme in various patient groups. Verheijen PM, Vd Ven AW, Davids PH, Vd Wall BJ, Pronk A. Int J Colorectal Dis. 2011 Nov 12. Paul Verbeek, chirurg 1. Behandeling van chronische anale fissuren. Diltiazem of Isosorbidedinitraat als middel van eerste keus ? Eveline B.Boeker, Marjan J.P. Kruijer, Paul CM Verbeek Ned Tijdschrift voor Geneeskunde, 155 (3); 99-101, 2011 2. TIPP: minder chronische pijnklachten na minimaal invasieve liesbreukchirurgie Van Brussel FA, Verbeek PCM Ned Tijdschrift voor Heelkunde, 1 ; 24-29 , 2011 3. A colo-urachal-cutaneous fistula in an 88-year old male Peters AL, Kruijer MJP, Wiese H, Verbeek PCM Int J Surg Case Rep (2011), doi 10.1016/j.ijscr. 2011.10.013
118
Ward Videler, KNO arts 1. Lack of efficacy of long-term, low-dose azithromycin in chronic rhinosinusitis: a randomized controlled trial. Videler WJ, Badia L, Harvey RJ, Gane S, Georgalas C, van der Meulen FW, Menger DJ, Lehtonen MT, Toppila-Salmi SK, Vento SI, Hytönen M, Hellings PW, Kalogjera L, Lund VJ, Scadding G, Mullol J, Fokkens WJ. Allergy. 2011 Nov;66(11):1457-68. doi: 10.1111/j.1398-9995.2011.02693.x. Epub 2011 Sep 2. Long terms results of Draf type III (modified endoscopic Lothrop) frontal sinus drainage procedure in 122 patients: a single centre experience. Georgalas C, Hansen F, Videler WJ, Fokkens WJ. Rhinology. 2011 Jun;49(2):195-201. 3. Osteitic bone in recalcitrant chronic rhinosinusitis. Videler WJ, Georgalas C, Menger DJ, Freling NJ, van Drunen CM, Fokkens WJ. Rhinology. 2011 Jun;49(2):139Jeanine Voorman, revalidatie arts Handleiding Standaard Lichamelijk Onderzoek bij kinderen met een Centraal Motorisch Parese ISBN 9789035231702. JG Becher, C Doorenbosch, KB Folmer, VAB Scholtes, JM Voorman. Koen Vos, reumatoloog 1. Response to rituximab in patients with rheumatoid arthritis in different compartments of the immune system. Boumans MJ, Thurlings RM, Gerlag DM, Vos K, Tak PP. Arthritis Rheum. 2011 Nov;63(11):3187-94. 2. Rituximab abrogates joint destruction in rheumatoid arthritis by inhibiting osteoclastogenesis. Boumans MJ, Thurlings RM, Yeo L, Scheel-Toellner D, Vos K, Gerlag DM, Tak PP. Ann Rheum Dis. 2012 Jan;71(1):108-13. 3. Biological treatment of rheumatoid arthritis: towards a more cost-effective re-treatment regimen using rituximab? Boumans MJ, Vos K, Gerlag DM, Tak PP. Ann Rheum Dis. 2011 Sep 8. [Epub ahead of print] Annemarie van Wermeskerken, kinderarts Solitary median maxillary central incisor and congenital nasal pyriform aperture stenosis combined with asymmetric crying facies and postaxial lower limb reduction defects: a unique combination of features. Van Dijk FS, van Thuijl HF, Wermeskerken A, van Rijn RR, Cobben JM. Eur J Med Genet. 2011 May-Jun;54(3):284-6. Epub 2010 Dec 15. Martine Willems, chirurg 1. Everolimus-induced loss of wound strength can be prevented by a short post-operative delay in its administration. Willems MC, Hendriks T, de Man BM, Lomme RM, van der Vliet JA. Wound Repair Regen 2011;19(6):680-6 2. Aortitis with aneurysm formation as a rare complication of Wegener’s granulomatosis. Unlü C, Willems M, Ten Berge IJ, Legemate DA. J Vasc Surg. 2011;54(5):1485-7 Marco Mundt, MDL-arts Werkbezoek Suriname met publicatie in MAGMA (blad NVMDL) Wetenschappelijke activiteiten Jan Baars, internist 1. Voordracht Platform Nieuwe Zorg 16-03-2011 Laren (NH) 2. Voordracht Platform Nieuwe Zorg 26-09-2011 Den Haag 3. Voordracht Compagnonsdag 03-11-2011 Almere 4. Voordracht Compagnonsdag 29-11-2011 Almere 5. Voordracht ROSA-inspiratieavond eerste lijn Almere 06-12-2011 Almere
119
Bart Boodt, uroloog Voordracht BPH/PSA huisartsentweedaagse Marion Kortekaas, reumatoloog 1. Poster presentatie EULAR, europese vereniging voor reumatologen: OSTEOPHYTES AND JOINT SPACE NARROWING ARE INDEPENDENTLY ASSOCIATED WITH PAIN IN FINGER JOINTS IN HAND OSTEOARTHRITIS, 2 Poster presentatie internationaal congres osteoartrose: OARSI 15-18 september 2011 OSTEOPHYTES AND JOINT SPACE NARROWING ARE INDEPENDENTLY ASSOCIATED WITH PAIN IN FINGER JOINTS IN HAND OSTEOARTHRITIS, 3. Orale presentatie OARSI 15-18 september 2011 MRI IN HAND OSTEOARTHRITIS: VALIDATION OF THE OSLO HAND OSTEOARTHRITIS MRI-SCORING METHOD AND ASSOCIATION WITH PAIN, 4. Orale presentatie OARSI 15-18 september 2011: MORE INFLAMMATORY SIGNS ON ULTRASOUND IN INTERPHALANGEAL JOINTS IN EROSIVE HAND OSTEOARTHRITIS, 5. Posterpresentatie nederlandse reumatologie vereniging NVR: Meer inflammatie bij echografisch onderzoek in de interfalangeale gewrichten van erosieve handartrose. 6. Poster presentatie amerikaanse vereniging voor reumatologen: ACR 4-9 November 2011: MORE INFLAMMATORY SIGNS ON ULTRASOUND IN INTERPHALANGEAL JOINTS IN EROSIVE HAND OSTEOARTHRITIS. 7. Posterpresentatie ACR 4-9 november 2011:MORE INFLAMMATORY SIGNS ON ULTRASOUND IN INTERPHALANGEAL JOINTS IN EROSIVE HAND OSTEOARTHRITIS. Boaz Meijer, uroloog 1. voordracht kinderurologie huisartsentweedaagse 2. voordracht hematurie/stenen huisartsentweedaagse Suzan Baars, ziekenhuisapotheker Apothekersvereniging Almere – Medicatiebewaking bij nierfunctiestoornissen Gitte Melenhorst, ziekenhuisapotheker 1. Brede Raad Flevoziekenhuis – Medicatieveiligheid (G. Melenhorst) 2. Internationaal veiligheidscongres – Medication reconcilliation 3. Internationaal veiligheidscongres – Medication reconcilliation (poster) Miriam Siemeling, ziekenhuisapotheker Internationaal veiligheidscongres – High-risk medication (poster) Frank Schuerman, kinderarts 1. voordracht op het borstvoedingssymposium 2. voordracht op het afscheidssymposium van Bep Schonk, verloskundige Flevoziekenhuis. 3. Lokaal onderzoeker voor de NEOPINS studie, een internationale gerandomiseerde interventiestudie naar de waarde van procalcitonine bij verdenking op neonatale infectie. Annemarie van Wermeskerken, kinderarts 1. organisatie en spreker (introductie) symposium "richtlijnen in de kindergeneeskunde" van en voor de NVK, 9-6-11 2. hygiene bij luchtweginfecties en diarree op de kinderafdeling praatjes voor verpleging in het kader van de week van de hygiene 2011.05.10 3. invitational conference effectieve implementatie strategieen richtlijnen 2011.04.08 2011 Koen Vos, reumatoloog 1. dd. 20-04-2011 : Voordracht en organisatie Helmsymposium in Flevoziekenhuizen voor alle huisartsen en kinderfysiotherapeuten in regio (Almere, Lelystad, het Gooi etc) 2. dd. 19-05-2011 : Voordracht avondsymposium KNMG Gooi en Vechtstreek : Alcohol-intoxicatie bij jongeren 3. dd. 20-09-2011 : Voordracht Kemphaandagen huisartsen Almere: buikpijn bij kinderen 4. dd. 26-10-2011: Voordracht en organisatie refereeravond Kindermishandeling Flevoziekenhuis voor alle medewerkers van het Flevoziekenhuis : bespreking protocol kindermishandeling en huiselijk geweld
120
Patricia Passier, revalidatie arts 08-12-2011 Kwaliteit van leven na een subarachnoïdale bloeding, Symposium De Trappenberg: onzichtbare gevolgen van NAH en de invloed hiervan op de kwaliteit van leven Tanja Michels en Patrice Tomassen, revalidatie artsen Huisartsennascholing samen met vakgoep rheumatologie: Fibromyalgie, chronische pijn en artrose. 16-11-11 Tanja Michels, revalidatie arts 1. Lezing diabetische voet, samenwerking eerste en tweede lijn. 2. Wound consultancy jaarcongres voor wondverpleegkundigen, gipsverbandmeesters en thuiszorgverpleegkundigen. 22-11-2011 Jeanine Voorman, revalidatie arts 1. Lezing Functionele classificatie en prognose; PAOG cursus Cerebrale parese – stand van zaken en nieuwe ontwikkelingen, Aristo, Amsterdam, 27/28 januari 2011. 2. Lezing Botulinetoxine behandeling ter verbetering loopvaardigheid; PAOG cursus Cerebrale parese – stand van zaken en nieuwe ontwikkelingen, Aristo, Amsterdam, 27/28 januari 2011. 3. Lezing Het jonge kind met cerebrale parese; Landelijke vakgroepdag Activiteitentherapeuten 2011, RC De Trappenberg, Huizen, 1 april 2011. 4. Lezing Revalidatiegeneeskundige aspecten bij een centraal motorische parese; Kinderneurorevalidatie / CP, Papendal, Arnhem, 22 april 2011. 5. Lezing; Hoe functioneren kinderen met CP in de leeftijd van 9 tot 16 jaar – een antwoord op basis van het PERRIN CP 9-16 jaar onderzoek. Trappenberglezing, Huizen, 30 november 2011 Luikje van der Dussen, revalidatie arts 1. Lezing: neuropsychologische gevolgen bij Niet aangeboren Hersenletsel. Cursus voor mantelzorgers van mensen met NAH. 16 maart 2011 2. Lezing: Samen de markt op in Almere: stand van zaken na 1 jaar samenwerking specialist ouderengeneeskunde en revalidatiearts binnen de stroke service. Symposium Proeftuinen en Kruisbestuivingen, Huizen 25 mei 2011 3. Lezing: cognitieve veranderingen na NAH; Het belang van bewegen en sport na NAH: Bijeenkomst NAH ontmoetingspunt, 5 juli 2011. Mengalvio Sleeswijk, intensivist: 1. Docent BAGAGE cursus AMC: (9 en 10 feb 2011) Onderwerpen:BLS/ALS, luchtwegmanagement, ABCDE scenario’s, sepsis en shock 2. Docent BAGAGE cursus Flevoziekenhuis: (11 feb, 20 april, 7 sept, 16 dec 2011)Onderwerpen: BLS/ALS, luchtwegmanagement, ABCDE benadering en scenario’s, Spelregels op de SEH 3. Docent FCCS cursus: (24, 25 mei 2011 en 30 juni 2011) Onderwerpen: hemodynamische monitoring, beademing, neurologie, trauma/ATLS, CPR, vaattoegang, 4. Nieuwe reanimatie richtlijnen, onderwijs voor arts-assistenten ICU en arts assistenten interne geneeskunde (17 feb en 4 april 2011) 5. Patient safety, the Dutch way. workshop at the International Forum on Quality & Safety in Healthcare (5 april 2011) 6. Presentatie nieuwe lpa (landelijke protocol ambulance) richtlijnen. Onderwijs voor ambulance verpleegkundigen (16 mei 2011) 7. Intocicatie, onderwijs voor arts-assistenten interne geneeskunde en arts-assistenten ICU (28 jun en 9 december 2011) 8. Nut van incident melden, veiligheid symposium. (14 nov en 1 dec) 9. A high post ICU mortality in elderly patients admitted to the ICU with abdominal sepsis K. Boon, R. Sentjens, P.Verbeek and M. Sleeswijk. Poster ESICM Lives Symposium Berlijn 15 okt 2011
121
Roel Sentjens, intensivist 1. Docent BAGAGE cursus AMC: Onderwerpen:BLS/ALS, luchtwegmanagement, ABCDE scenario’s, sepsis en shock 2. ECG onderwijs voor alle arts ass in het flevoziekenhuis 3. CTS onderwijs gegeven voor alle verpleegkundige in het Flevoziekenhuis: de 5 orgaan systemen 4. Regionaal Utrecht symposium voor IC verpleegkundige: Trauma van hart en longen 5. A high post ICU mortality in elderly patients admitted to the ICU with abdominal sepsis K. Boon, R. Sentjens, P.Verbeek and M. Sleeswijk. Poster ESICM Lives Symposium Berlijn 1-5 okt 2011 Gunilla Kleiverda, gynaecoloog: 1. Misoprostol to prevent PPH and to induce spontaneous abortion Workhop voor diverse vrouwenorganisaties, Uganda, april 2011 2. Grensoverschrijdende abortus internationaal en national Loca congress, Noordwijkerhout, april 2011 3. How can we provide safe abortions in countries where abortion is illegal? MWIA congress, Breukelen, mei 2011 4. Women can do safe abortion themselves! The revolutionary potential of information on the use of abortionpills in countries with restrictive abortionlaws. Kinga Jelinska, Rebecca Gomperts, KristinaGemzell, Gunilla Kleiverda, Anne Wevers, Susan Davies, Cecilia Costa.Women Health and Human Rights. Let usbuild the Future, Brussel, september 2011 5. Abortion in Australia, Oceania and Asia: the option of safe illegal abortion. Adelaide, november 2011 Bart van Aken, gynaecoloog 1. De Patiënt aan de Knoppen: congres ict in de zorg september 2011, 2. De Patiënt aan de Knoppen: congres gynacologen en urologen Terschelling september 2011 3. E-health over 3 jaar: Isala klinieken Zwolle, mei 2011 Joris Lenglet, gynaecoloog Film: novasure 2011 op site www.hevigbloedverlies.nl Rosalie Mallant, MDL-arts 1. Presentatie IKA werkgroep 2. Posterpresenatie Long term follow up after Radio Frequency Ablation, op de DDW en op de UEGW. (mede auteur) 3 “Hoe belastend is een coloscopie”. (voordracht tijdens informatieavond MDL-artsen) . Tijdens deze voordracht werden de resultaten van de multi-center Improve studie gepresenteerd, waaraan naast de afdeling MDL van het Flevoziekenhuis het AMC, het Radboud Ziekenhuis en het Slotervaart Ziekenhuis hebben deelgenomen. Klaas in ’t Hof, chirurg 1. Groter, completer, beter. Chirurgendagen 19 mei 2011, Veldhoven 2. Turbo PTH meting: een adequaat vangnet? Brussel van FA, Ackermans MT, Hof in’t KH, Nieveen van Dijkum EJ. Chirurgen dagen 2011, Veldhoven 3. Operatieve behandeling van primaire hyperparathyreoidie in dagbehandeling. Ginhoven van TM, Geilvoet W, Grevenstein van WMU, Hof in’t KH, Burger JWA, Eijck van CHJ. Chirurgendagen 2011, Veldhoven 4. Total or subtotal thyroidectomy? 24-11-2011, Expertmeeting, Duiven 5. Appendix symposium maart 2011, Flevoziekenhuis Almere Anthony van de Ven, chirurg Appendix symposium maart 2011, Flevoziekenhuis Almere Paul Verbeek, chirurg A high post ICU mortality in elderly patients admitted to the ICU with abdominal sepsis K. Boon, R. Sentjens, P.Verbeek and M. Sleeswijk Poster ESICM Lives Symposium Berlijn 1-5 okt 2011
122
Hein Korsten, chirurg PAC plaatsing in de bovenarm. Mammacongres Harderwijk, 28 januari 2011 Senail Sivro, chirurg 1. April 2011 Trauma center Notthingham UK ATLS cours./ international als instructeur 2. Mei 2011 Klinicka Bolnica "dr Safet Mujic" Mostar BiH Prox femur # (introdictie operatieve behandeling, Gamma Nail 3. sept. 2011 Principe en behandeling van # van distale radius m.b.v hoekstabiele platjes KLincka Bolnica Kosevo, Sarajevo BiH 4. Sep 2011 Regionalna Bolnica Zenaica, BIH Poliklinisch behandeling van CTS 5. Oct 2011 Introductie van ATLS in Bosnie Klinicki Centar Kosevo, Sarajevo BIH 6. Nov 2011 Dr Sivro, Dr Falke, Dr van der List Endoskopsch behandeling van schouder letsel. Klinicka bolnica Kosevo, Sarajevo BiH Laurens Huisman, vaatchirurg Microcirculation and woundhealing: L.C. Huisman; M. Kruijer; W. Roest; C. Ince; C. Wittens. EVC, Maastricht 2011 Suzanne van der Meij, chirurg Chirurgische behandeling mammacarcinoom: Oncologisch spectrum IKA, 4-11-2011 Mark Falke, orthopedisch chirurg Nov 2011 Dr Sivro, Dr Falke, Dr van der List Endoskopsch behandeling van schouder letsel. Klinicka bolnica Kosevo, Sarajevo BiH Debby van den Bogaert, longarts Caspir cursus voor huisartsen Marco Deenstra, longarts Caspir cursus voor huisartsen Asfzadour, longarts Onderwijs gegeven op de Anthonius Academy voor opleiding longverpleegkundige Marleen Vleming, KNO arts Voordracht 8th international sinus surgery course, AMC Amsterdam: post-operative care Irene Bronner, neuroloog 1. maart 2011 Nascholing neurologen van zuidwest nederland: myositis 2. november 2011 Lezing polyneuropathie bij DM, vereniging voor DM Martien Limburg, neuroloog 1. M. Limburg, M. Fens, T. vd Laar, G. Beusmans, J. Courlander, M. Edelbroek, E. v Gorp, I. Middelkoop, D. Raymakers, R. Wimmers. Poster, European Stroke Conference, 24, 25, 26, 27 mei 2011, Hamburg: stroke registry in the Netherlands, setup and first results. Poster. 2. A national organization for improvement of stroke care, UMCN, 6-6-2011 3. De concept Zorgstandaard CVA / TIA, Platform Vitale Vaten, Utrecht, 8-12-2011. CVA ketenzorg. CVA keten Noord Holland Noord, Heerhugowaard, 12-12-11 4. M. Limburg, H. Voogdt-Pruis. Concept Zorgstandaard CVA/TIA, Kennisnetwerk CVA Nederland, Maastricht, december 2011
123
Overige activiteiten Marion Kortekaas, reumatoloog 1. Voorzitter bij de Januari vergadering van de ACR 2. Lid van de werkgroep Hand Osteoarthritis en van de Ultrasound van de OMERACT11 (internationaal initiatief tot het komen van goede uitkomstmaten voor wetenschappelijk onderzoek) 3. Lid van de Nederlandse vereniging voor beeldvorming REUS 4. Reviewer artikelen van wetenschappelijke tijdschriften Dianne Maingay, kinderarts Secretaris binnen het bestuur van de sectie neonatologie NVK Frank Schuerman, kinderarts 1. Lid lokale PeriNatale Audit commisie voor het Flevoziekenhuis Almere, die zich als doel heeft gesteld om alle perinatale sterfte gevallen systematisch te beoordelen op substandard care factoren. 2. Lid multidisciplinaire richtlijn commisie van de NVOG/ NVK, die de richtlijn “Hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap en dreigende vroeggeboorte” geschreven heeft. (Afgerond) 6. Lid geneesmiddelencommissie Flevoziekenhuis 7. Lid reanimatiecommissie Flevoziekenhuis. G. Melenhorst, ziekenhuisapotheker Lid van visitatiecommissie van de Nederlandse Vereniging voor ziekenhuisapotheken (NVZA) Martine Willems, vaatchirurg Examinator of the annual European exam of the UEMS Division of Vascular Surgery, European Board of Vascular Surgery 22 sept 2011, Athene, Griekenland Annemarie van Wermeskerken, kinderarts 1. Lid werkgroep richtlijn otitis media bij kinderen (afgerond) 2. Lid commissie richtlijnen en indicatoren, NVK 3. Lid werkgroep "agenda 2012" orde medische specialisten. K. Vos, reumatoloog 1. Gastdocent Windesheim Flevoland 2. Staflid afdeling Klinische Immunologie en Reumatologie (KIR), AMC 3. Lid kwaliteits / visitatie commissie Ned Ver v Reumatologie (NVR) L. van der Dussen: 1. Bestuur Kennisnetwerk CVA Nederland. 2. Lid Hersenletselteam Flevoland. Roel Sentjens, intensivist: 1. Bestuur NVIC echo commissie: implementeren en verzorgen van een basis echo cursus voor intensivisten 2. Lid werkgroep Cardioloog-Intensivsiten 3. Commissie lid CVOI cursus dag: Intensive care voor cardiologen Gunilla Kleiverda, gynaecoloog 1. Voorzitter bestuur Women on Waves 2. Lid Commissie Visitatie van de Koepel Kwaliteit NVOG Bart van Aken, gynaecoloog 1. Lid raad van toezicht Almere Kennisstad 2. Lid raad van bestuur Turing instituut Almere 3. Lid Werkgroep cure 3.0 Marcel van Alphen, gynaecoloog Vice voorzitter Stichting prenatale diagnostiek
124
Klaas in ’t Hof, chirurg 1. Voorzitter werkgroep schildkliercarcinoom IKA 2011-2012 2. Trainer endoscopische liesbreuk chirurgie Anthony vd Ven, chirurg 1. faculty endoscopische liesbreuk meeting, december 2011, Rotterdam 2. chairman colorectal symposium, dutch surgical society, 19 mei, Veldhoven Hein Korsten, chirurg Lid Kamer van Dienstverbanders Marco Deenstra, longarts Longpunt i.s.m. astmafonds, met Ineke van Puffelen, longconsulent Debby v.d. Bogaert, longarts redactielid Betrouwbare Bron Bas van der Maat, longarts IMC Weekendschool, Amsterdam
125
www.flevoziekenhuis.nl
Flevoziekenhuis Almere Hospitaalweg 1 1315 RA Almere
126