P r even ti e e n w e tg e v i n g
Focus op jongeren op het werk 2015/2
Inhoud 1 Wettelijk kader ................................................................................................................................................................................................................................................................. 5 1.1 Referentie .................................................................................................................................................................................................................................................................. 5 1.2 Historiek .................................................................................................................................................................................................................................................................... 5 1.2.1 ARAB ............................................................................................................................................................................................................................................................. 5 1.2.2 Richtlijn Jongeren ................................................................................................................................................................................................................................ 5 1.3 KB Jongeren ............................................................................................................................................................................................................................................................ 6 2 Krachtlijnen ......................................................................................................................................................................................................................................................................... 9 2.1 Definities ................................................................................................................................................................................................................................................................... 9 2.1.1 (wie is een) Jongere? ......................................................................................................................................................................................................................... 9 2.1.2 Een Stagiair is geen Jongere ........................................................................................................................................................................................................ 9 2.2 Verplichtingen van de werkgever ......................................................................................................................................................................................................... 2.2.1 Uitvoeren van een risicoanalyse ........................................................................................................................................................................................... 2.2.2 Preventiemaatregelen nemen ................................................................................................................................................................................................. 2.2.3 Verbod opleggen op het uitoefenen van risicovolle activiteiten ................................................................................................................. 2.2.4 Onthaal organiseren .....................................................................................................................................................................................................................
10 10 10 11 13
2.3 Gezondheidstoezicht .................................................................................................................................................................................................................................... 13 3 Bijkomende informatie ........................................................................................................................................................................................................................................... 15 3.1 Literatuurreferenties ...................................................................................................................................................................................................................................... 15 3.2 Interessante websites ................................................................................................................................................................................................................................... 15 Bijlage: Verboden werkzaamheden voor jongeren (zie 2.2.3) ........................................................................................................................................................ 16
Focus op jongeren op het werk
3
1 Wettelijk kader 1.1 Referentie De bepalingen i.v.m. jongeren en welzijn op het werk zijn opgenomen in het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende jongeren op het werk (BS 3 juni 1999) (KB Jongeren). Het besluit is genomen in uitvoering van de wet welzijn op het werk (wet van 4 augustus 1996, BS 18 september 1996). De bepalingen uit het KB zijn opgenomen in de Codex welzijn op het werk in Titel VIII: Bijzondere werknemerscategorieën en werkstuaties, Hoofdstuk II: Jongeren op het werk.
1.2 Historiek Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming omvatte specifieke beschermingsmaatregelen voor jonge werknemers. In de Europese regelgeving is een specifieke richtlijn voor jongeren opgenomen die in België aanleiding gaf tot het KB Jongeren. Aanvankelijk waren de bepalingen van het KB Jongeren ook bestemd voor stagiairs maar in 2004 is er een afzonderlijk besluit uitgevaardigd voor deze groep.
1.2.1 ARAB De artikelen 183quater tot 183sexies uit het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming bevatten specifieke bepalingen voor jongeren. De bepalingen uit de artikelen 183quater en 183quinquies richtten zich naar werknemers jonger dan 18 jaar. De artikelen omschreven verscheidene werkzaamheden die werknemers jonger dan 18 niet mogen uitvoeren of arbeidsplaatsen waar deze groep niet mag tewerkgesteld worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om plaatsen waar werkzaamheden worden verricht die ernstige branden of ontploffingen met zich kunnen meebrengen, het werken aan gevaarlijke machines of het bedienen van hefwerktuigen. De verbodsbepalingen waren niet van toepassing indien de activiteiten deel uitmaakten van de beroepsopleiding en indien ze daarbij onder toezicht stonden van een monitor. Artikel 183sexies was specifiek gericht naar studenten-werknemers. Het werd ingevoerd door het KB van 13 maart 1991 (BS 19 maart 1991). Artikel 183sexies stelde dat alle verbodsbepalingen voor werknemers jonger dan 18 ook van toepassing waren op studenten-werknemers. Dus de lijst met verboden werkzaamheden werd op die manier uitgebreid naar alle jobstudenten, ook deze ouder dan 18.
1.2.2 Richtlijn Jongeren Richtlijn 94/33/EG van de Raad van 22 juni 1994 betreffende de bescherming van jongeren op het werk (PB 20 augustus 1994) omschrijft beschermingsmaatregelen voor jonge werknemers, dit zijn werknemers jonger dan 18 (zie kader 1). De richtlijn gaat uit van het principe dat elke werkgever jongeren arbeidsomstandigheden moet bieden die aangepast zijn aan hun leeftijd. Om dat te bereiken is het bijvoorbeeld nodig om voor de tewerkstelling een risicoanalyse uit te voeren en de nodige preventiemaatregelen te nemen. Verder bevat de richtlijn het verbod om werkzaamheden uit te voeren die omwille van de kwetsbaarheid van jongeren bedreigend zijn voor hun veiligheid en gezondheid. Het gaat dan om activiteiten waarbij er blootstelling kan optreden aan gevaarlijke stoffen, lawaai, straling, trillingen, … De verboden werkzaamheden worden verduidelijkt in twee bijlagen. Kader 1 – Toepassingsgebied en definities uit de Europese richtlijn jongeren Artikel 2 Toepassingsgebied 1. Deze richtlijn is van toepassing op alle personen onder de 18 jaar met een arbeidsovereenkomst of -betrekking die in de geldende wetgeving van een Lid-Staat omschreven wordt en/of onder het in een Lid-Staat geldende recht valt. (…) Focus op jongeren op het werk
5
Artikel 3 Definities In deze richtlijn wordt verstaan onder: a) jongere: alle personen onder de 18 jaar als omschreven in artikel 2, lid 1; b) kind: alle jongeren die nog geen 15 jaar zijn of nog onder de door de nationale wetgeving opgelegde voltijdse leerplicht vallen; c) adolescent: alle jongeren die minstens 15 en nog geen 18 jaar zijn en niet meer onder de door de nationale wetgeving opgelegde voltijdse leerplicht vallen; (…)
1.3 KB Jongeren Toepassingsgebied: met en zonder stagiairs In 1999 verschijnt het KB van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van jongeren op het werk (BS 3 juni 1999) met specifieke bepalingen die enkel voor jongeren van toepassing zijn. Het KB geldt bij het moment van verschijnen zowel voor jonge werknemers als voor stagiairs door het KB omschreven als "alle leerlingen of studenten die in een onderneming zijn tewerkgesteld in het kader van een afgerond leerprogramma voor het opdoen van beroepservaring" (art. 2, 3°). In 2004 verschijnt echter het KB Stagiairs (KB van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs, BS 4 oktober 2004) waardoor de stagiairs uit het toepassingsgebied van het KB Jongeren worden gehaald. Alle specifieke bepalingen m.b.t. stagiairs worden uit het KB Jongeren verwijderd en in een afzonderlijk hoofdstuk van de Codex ondergebracht. Afdeling Vbis i.v.m. het gezondheidstoezicht van stagiairs wordt opgeheven. Tabel 1 – Wijzigingen aan KB Jongeren Codex Welzijn op het werk
Koninklijk Besluit en wijzigingen Belgisch Staatsblad
Titel VIII: Bijzondere werknemerscategorieën en werksituaties Hoofdstuk 2: Jongeren op het werk
KB van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van jongeren op het werk
3 juni 1999
Gewijzigd door KB van 3 mei 2003
23 mei 2003
Wijzigingen i.v.m. stagiairs
KB van 21 september 2004
4 oktober 2004
Specifieke bepalingen stagiairs verwijderd uit hoofdstuk Jongeren
KB van 23 oktober 2006
13 november 2006
Uitbreiding van besturen gemotoriseerde transportwerktuigen met geringe hefhoogte naar studenten-werknemers vanaf 16 jaar
KB van 20 juli 2015
4 augustus 2015
Afstemming van de bijlage op CLP (indeling en etikettering van gevaarlijke stoffen en mengsels)
Structuur De bepalingen van het KB Jongeren vormen hoofdstuk 2 Jongeren op het werk van Titel VIII Bijzondere werknemerscategorieën en werksituaties van de Codex Welzijn op het werk. 6
Focus op jongeren op het werk
Tabel 2 – Structuur van het KB Jongeren Afdelingen
Art.
Inhoud
Afdeling 1
1-2
Toepassingsgebied en definities
Afdeling 2
3-7
Risicoanalyse en preventiemaatregelen
Afdeling 3
8-9
Verbodsbepalingen
Afdeling 4
10 - 11
Afwijkingen
Afdeling 5
12
Gezondheidstoezicht
Bijlage
Focus op jongeren op het werk
Niet limitatieve lijst van agentia, procédés en werkzaamheden en plaatsen
7
8
Focus op jongeren op het werk
2 Krachtlijnen Jonge werknemers zijn vaak onervaren en daardoor kwetsbaar. Specifieke bepalingen zorgen ervoor dat jongeren extra bescherming krijgen op het werk.
2.1 Definities 2.1.1 (wie is een) Jongere? Een jongere = de minderjarige werknemers die 15 jaar zijn of ouder en die niet meer onder de voltijdse leerplicht vallen = de personen met een leerovereenkomst, (ongeacht de leeftijd) Dit zijn jongeren die - een opleiding genieten in een onderneming op basis van een leerovereenkomst; of - in dienst genomen zijn in het kader van een overeenkomst werk-opleiding volgens het KB van 31 december 1986 tot invoering van een stelsel van alternerende tewerkstelling = de jobstudenten (ongeacht de leeftijd) Het KB Jongeren omschrijft deze categorie als volgt: student-werknemer: alle studenten die overeenkomstig titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, met de werkgever een arbeidsovereenkomst hebben gesloten voor een tewerkstelling als student, met uitzondering van de categorieën studenten die zijn uitgesloten krachtens artikel 122 van diezelfde wet, doch met inbegrip van de studenten die ten minste zes maanden werken, voor zover zij dit niet gedurende een ononderbroken periode van zes maanden bij dezelfde werkgever doen. Het gaat met name om studenten van minimum 15 jaar - die onderwijs met volledig leerplan volgen en - arbeid verrichten - buiten de lesuren, tijdens het weekend, of de schoolvakanties - tegen loon - onder gezag van de werkgever Alle jobstudenten vallen onder de definitie van Jongeren. Niet enkel minderjarige jobstudenten maar ook jobstudenten ouder dan 18 vallen onder het toepassingsgebied. = leerling die een leerprogramma volgt waarin een vorm van arbeid voorzien is in de onderwijsinstelling
2.1.2 Een Stagiair is geen Jongere Een stagiair is geen 'jongere' in de zin van het KB Jongeren. Dat betekent dat het KB Jongeren niet van toepassing is op stagiairs. Voor stagiairs is er een afzonderlijk KB, m.n. het KB van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (BS 4 oktober 2004). Daarin worden stagiairs gedefinieerd als "elke leerling of student die in het kader van een leerprogramma georganiseerd door een onderwijsinstelling, arbeid verricht bij een werkgever, in gelijkaardige omstandigheden als de werknemers en met het oog op het opdoen van beroepservaring" (KB Stagiairs, art. 2, 1°). In de praktijk zijn de beschermingsmaatregelen voor stagiairs en jongeren echter hetzelfde. Voor de bepalingen inzake risicoanalyse, preventiemaatregelen en verboden werkzaamheden wordt immers vanuit het KB Stagiairs naar het KB Jongeren verwezen. Op het vlak van gezondheidstoezicht, vooral de financiële implicaties, zijn de bepalingen wel verschillend (zie Focus op Stagiairs). Focus op jongeren op het werk
9
2.2 Verplichtingen van de werkgever 2.2.1 Uitvoeren van een risicoanalyse Het KB Jongeren legt de werkgever de verplichting op om de risico's waaraan jongeren blootgesteld kunnen worden, te analyseren. Waarom? Het doel van de risicoanalyse is om de specifieke risico's voor jonge werknemers op te sporen en aangepaste preventiemaatregelen te bepalen. De risico's voor jongeren hebben te maken met hun gebrek aan ervaring, hun beperkt inzicht in risico’s en hun jonge leeftijd. De risicoanalyse moet ook uitmaken of jongeren niet blootgesteld worden aan risicovolle activiteiten opgesomd in de bijlage van het KB Jongeren. Deze bijlage geeft een opsomming van agentia, werkzaamheden en plaatsen die risico’s inhouden waaraan een jongere niet mag blootgesteld worden. Wat? De risicoanalyse brengt de risico's in kaart van elke werkpost waar 1 of meerdere jongeren worden tewerkgesteld. De risico's worden ook geëvalueerd zodat aangepaste maatregelen kunnen genomen worden. Wanneer? De risicoanalyse moet uitgevoerd worden vóór de jongere begint en daarna telkens 1 keer per jaar herhaald worden. Als er een belangrijke wijziging plaatsvindt aan de werkpost, is het tevens nodig om de risicoanalyse opnieuw uit te voeren en eventueel aan te passen. Wie? Het is de werkgever die instaat voor de uitvoering van de risicoanalyse. Hij kan hiervoor een beroep doen op de (interne) dienst voor preventie en bescherming op het werk. Hoe? De risicoanalyse start niet van nul. De basis zijn immers de reeds bestaande risicoanalyses in het kader van het dynamisch risicobeheersingssysteem. Bijkomend moet nagegaan worden of er zich geen specifieke risico's voor jongeren voordoen en of ze niet moeten werken in risicovolle omstandigheden. Bij de analyse moet de werkgever volgende elementen analyseren: • de uitrusting en de inrichting van de arbeidsplaats en de werkpost; • de aard, intensiteit en duur van de blootstelling aan chemische, fysische en biologische agentia; • de keuze, het gebruik en de bediening van arbeidsmiddelen (machines, apparatuur en toestellen); • de arbeidsorganisatie; • het niveau van opleiding en voorlichting van de jongeren op het werk. KB Jongeren, art. 3
2.2.2 Preventiemaatregelen nemen Op basis van de resultaten van de risicoanalyse is het aan de werkgever om de nodige preventiemaatregelen te nemen. De preventiemaatregelen hebben tot doel om risico’s te voorkomen. Indien dat niet mogelijk is, moeten de maatregelen de schade voorkomen en indien ook dit niet kan, moeten zij eventuele schade beperken. De preventiemaatregelen omvatten in ieder geval: • een verbod op het uitoefenen van risicovolle activiteiten; • het organiseren van het onthaal en de informatie-uitwisseling; • het organiseren van het gezondheidstoezicht. De mogelijke preventiemaatregelen omvatten zowel aanpassingen aan de werkpost, het ter beschikking stellen van het juiste materieel als de gepaste informatie en opleiding (kader 2). KB Jongeren, art. 4 10
Focus op jongeren op het werk
Kader 2 - Preventiemaatregelen De preventiemaatregelen hebben inzonderheid betrekking op: 1 de organisatie van de onderneming of instelling met inbegrip van de gebruikte werk- en productiemethoden; 2 de inrichting van de arbeidsplaats; 3 de conceptie en aanpassing van de werkpost; 4 de keuze en het gebruik van arbeidsmiddelen en van chemische stoffen of mengsels; 5 de bescherming tegen de risico's van chemische, biologische en fysische agentia; 6 de keuze en het gebruik van collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen en van werkkledij; 7 de toepassing van een aangepaste veiligheids- en gezondheidssignalering; 8 het gezondheidstoezicht met inbegrip van de medische onderzoeken; 9 de bescherming tegen de psychosociale risico's op het werk; 10 de bekwaamheid, de vorming en de informatie van alle werknemers, met inbegrip van aangepaste instructies; 11 de coördinatie op de arbeidsplaats; 12 de noodprocedures, met inbegrip van de maatregelen in geval van situaties van ernstig en onmiddellijk gevaar en met betrekking tot de eerste hulp, de brandbestrijding en de evacuatie van de werknemers.
2.2.3 Verbod opleggen op het uitoefenen van risicovolle activiteiten Jongeren mogen allerlei risicovolle activiteiten of activiteiten die specifiek gevaarlijk voor hen zijn, niet uitoefenen. Op de verbodsbepalingen zijn afwijkingen mogelijk. Wat is verboden? De risicovolle activiteiten die verboden zijn voor Jongeren staan in algemene termen omschreven in het KB. Het is verboden om jongeren activiteiten te laten uitoefenen die ze, objectief gezien, lichamelijk of psychisch niet aankunnen. Het is ook verboden om hen tewerk te stellen in activiteiten die een blootstelling inhouden aan: • giftige of carcinogene, mutagene, of reprotoxische stoffen of stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn; • ioniserende straling; • risicofactoren voor ongevallen waarvan men kan vermoeden dat jongeren deze onvoldoende kunnen voorkomen door hun (gebrek aan) kennis, ervaring en opleiding; • extreme koude of hitte, of aan lawaai of trillingen. In de bijlage bij het KB (zie ook bijlage achteraan, blz. 16) staat verder opgesomd welke agentia, werkzaamheden en plaatsen er verboden zijn. KB Jongeren, art. 8 Afwijkingen Op de verbodsbepalingen zijn in twee gevallen afwijkingen mogelijk. 1 - Het uitvoeren van de activiteiten is noodzakelijk voor de beroepsopleiding Het is wel mogelijk om van de verbodsbepalingen af te wijken en de jongere dus toch de risicovolle activiteit te laten uitoefenen. Dit kan enkel indien volgende voorwaarden tegelijkertijd vervuld zijn: • het gaat om activiteiten die de jongeren voorbereiden op het beroep dat ze gekozen hebben • de werkgever heeft de nodige preventiemaatregelen genomen, incl. de organisatie van het gezondheidstoezicht • iemand van de hiërarchische lijn ziet erop toe dat de maatregelen daadwerkelijk geïmplementeerd zijn • er is steeds een ervaren werknemer in de buurt als de jongere dit werk uitvoert. Focus op jongeren op het werk
11
Deze uitzondering geldt niet voor jobstudenten. KB Jongeren, art. 10 2 - De jobstudenten zijn ouder dan 18 jaar/ ouder dan 16 jaar Jobstudenten ouder dan 18 jaar mogen de risicovolle activiteiten uitoefenen indien volgende voorwaarden tegelijkertijd vervuld zijn: • hun studierichting stemt overeen met de werkzaamheden waarvoor de verbodsbepaling geldt; • de werkgever vraagt het advies van het comité en van de preventieadviseur Deze uitzondering geldt niet voor gemotoriseerde hefwerktuigen zoals bijvoorbeeld een heftruck. Een jobstudent, ook al is hij/ zij ouder dan 18 jaar, mag dergelijk voertuig niet bedienen. Kleinere gemotoriseerde hefwerktuigen zoals een transpallet met meelopende of meerijdende bestuurder mogen ze echter wel bedienen mits er voldaan is aan een aantal voorwaarden. Een transpallet met meelopende bestuurder waarvan de snelheid beperkt is tot 6 km/u kan ook bediend worden door jobstudenten vanaf 16 jaar. Tabel 3 geeft een overzicht van de voorwaarden voor het bedienen van gemotoriseerde hefwerktuigen door jobstudenten. Tabel 3 – Voorwaarden voor het besturen van gemotoriseerde hefwerktuigen door jobstudenten Jobstudenten ouder dan 16 jaar
18 jaar
Voorwaarden opleiding/kennis de werkgever - verzekert zich ervan dat de jobstudenten geschikt zijn voor het bedienen van dergelijke voertuigen - zorgt voor een gepaste opleiding
x
x
Voorwaarden voertuig = niet-stapelende gemotoriseerde transportwerktuigen met geringe hefhoogte1 - de bedieningsorganen vereisen een permanente actie van de bestuurder - bij niet-bediening automatische terugkeer naar neutrale stand + rem
x
x
Met meelopende bestuurder snelheid beperkt tot 6 km/u
x
x
Met meerijdende bestuurder snelheid beperkt tot 16 km/u
x
1definitie
een niet-stapelende gemotoriseerd transportwerktuig = - een platformtruck, d.i. een transportwerktuig waarbij de last op een vast platform of op een andere niet-hefbare inrichting wordt vervoerd, of - een pallettruck, d.i. een niet-stapelende heftruck met geringe hefhoogte met een gesteunde vork voor het vervoer van pallets, of een platformheftruck, d.i. een heftruck met een hefplatform met geringe hefhoogte of andere inrichting voor het vervoeren van lasten. met geringe hefhoogte = het heffen van de last op een hoogte die juist voldoende is om deze last vrij te kunnen vervoeren 12
Focus op jongeren op het werk
2.2.4 Onthaal organiseren Een belangrijke preventiemaatregel is zeker het voorzien van een gepast onthaal en begeleiding. Dit moet georganiseerd worden vooraleer de jongere aan de slag gaat. Hierdoor kan de jongere zijn werk immers in goede omstandigheden aanvatten. Het is aan de werkgever om dit te organiseren en te implementeren maar hij mag dit maar doen na advies van de dienst PBW en het comité PBW. Het geven van de nodige informatie en het voorzien van een gepast onthaal is trouwens een algemene verplichting voor alle werknemers ingeschreven in de wet welzijn (wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, 4 augustus 1996, BS 18 september 1996) en een aantal koninklijke besluiten waaronder het KB Beleid. Het onthaal is een kerntaak van de hiërarchische lijn en het verzorgen van het onthaal moet gestaafd worden met een document. Op de werkvloer gebeurt de begeleiding door een ervaren werknemer (peter/meter) (zie Focus op onthaal). KB Jongeren, art. 7
2.3 Gezondheidstoezicht De bepalingen over het gezondheidstoezicht voor jongeren vloeien hoofdzakelijk voort uit het KB Jongeren enerzijds en uit het KB Gezondheidstoezicht (KB 28 mei 2003, BS 16 juni 2003, Codex, titel I: algemene beginselen, hoofdstuk IV: maatregelen in verband met het gezondheidstoezicht op de werknemers) anderzijds. Wanneer is het gezondheidstoezicht vereist? Of er al dan niet een gezondheidstoezicht vereist is voor de jongere, hangt af van de risicoanalyse. Uit de risicoanalyse kan blijken dat er wel of niet gezondheidstoezicht nodig is. Het gezondheidstoezicht kan vereist zijn omwille van de activiteiten die de jongere uitoefent of omwille van zijn specifiek statuut. Gezondheidstoezicht is vereist omdat de jongere wordt blootgesteld aan risico's waarvoor ook voor de gewone werknemers van het bedrijf of instelling gezondheidstoezicht geldt (zie kader 4). In dat geval wordt het gezondheidstoezicht uitgeoefend volgens de regels van het KB Gezondheidstoezicht. Kader 3 - Gezondheidstoezicht is van toepassing op de volgende categorieën van personen: • personen in een veiligheidsfunctie, zoals bijvoorbeeld het bedienen van gevaarlijke machines; • personen in een functie met verhoogde waakzaamheid, zoals bijvoorbeeld het uitoefenen van activiteiten in een controlekamer van een kerncentrale; • personen die een activiteit uitoefenen met een welbepaald risico: - risico voor gezondheidsschade door blootstelling aan een fysisch, chemisch, of biologisch agens bv. trillingen - een belasting van ergonomische aard bv. tillen van lasten - een verband tussen de activiteiten en een identificeerbaar risico voor psychosociale belasting • personen die een activiteit verbonden aan voedingswaren uitoefenen: d.w.z. elke activiteit die een behandeling of een onmiddellijk contact inhoudt met voedingswaren of -stoffen die bestemd zijn voor consumptie ter plaatse of voor verkoop en die kunnen worden besmet of bezoedeld (tot 1 januari 2016) KB Gezondheidstoezicht, KB 28 mei 2003, BS 16 juni 2003, Codex, titel I, hoofdstuk IV, art. 4 Het gezondheidstoezicht kan ook vereist zijn omwille van het specifiek statuut van de jongere. Dat is het geval indien de jongere: • op het ogenblik van zijn tewerkstelling de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt heeft; • nachtarbeid verricht (tussen 20u en 6u);
Focus op jongeren op het werk
13
• in toepassing van de afwijkingsbepalingen blootgesteld is aan ernstige risico’s waarvoor er normaal een verbod tot tewerkstelling geldt. KB Jongeren, art. 12 Niet voor leerlingen De regels inzake gezondheidstoezicht zijn niet van toepassing op leerlingen. Het gaat m.n. om leerlingen die een leerprogramma volgen waarin een vorm van arbeid voorzien is in de onderwijsinstelling en die onder het toepassingsgebied van het KB Jongeren vallen. Ze zijn echter uitgesloten van de bepalingen inzake het gezondheidstoezicht aangezien op dit vlak de bevoegdheden van de gemeenschappen (onderwijs) en de federale overheid (werk) met elkaar in aanraking komen. Een uitvoeringsbesluit moet hiervoor nog een regeling uitwerken. KB Jongeren, art. 12, § 3 Wel voor jobstudenten De jobstudenten zijn niet uitgesloten. Dat wil zeggen dat voor deze groep van jongeren de bepalingen inzake gezondheidstoezicht gelden. Gezien hun vaak korte periode van tewerkstelling kan in de praktijk de procedure gevolgd worden zoals uiteengezet door Preventie & Interim (zie http://www.p-i.be/nl/faq/jobstudenten/medisch-onderzoek-jobstudent/).
14
Focus op jongeren op het werk
3 Bijkomende informatie Wie meer wil weten over dit onderwerp, vindt in onderstaande referenties verwijzingen naar artikelen die verschillende aspecten van de problematiek belichten. Het lijstje met websites biedt een overzicht van sites waar u terecht kan voor praktische ondersteuning.
3.1 Literatuurreferenties KB Jongeren: belangrijkste bepalingen, PreventActua, 18/2006 Gemotoriseerde transportwerktuigen: mogelijk vanaf 16 jaar, PreventActua 21/2006 Jongeren op het werk in cijfers, PreventFocus 3/2009 Geen jobstudenten aan het stuur van tractoren, PreventActua 11/2012 Goede praktijk voor het onthaal van nieuwe werknemers, PreventFocus 7/2014
3.2 Interessante websites Preventie & Interim Preventie & Interim is de centrale preventiedienst voor de uitzendsector. P&I stelt eveneens informatie ter beschikking over het tewerkstellen van jobstudenten. http://www.p-i.be/nl/faq/jobstudenten/arbeidsongevallenverzekering-van-een-werkstudent/ Coprant Coprant staat voor Coördinerende Preventieadviseurs Antwerpen. Het gaat om een vereniging van preventieadviseurs uit het Antwerpse. Hun website biedt een helpdesk stages aan. De helpdesk biedt uitleg bij de regelgeving maar vooral praktsiche documentatie. De procedures worden toegelicht. Er zijn ook verschillende documenten beschikbaar zoals modellen om de resultaten van de risicoanalyse te noteren, voorbeelden van werkpostfiches, ... www.coprant.be
Focus op jongeren op het werk
15
Bijlage: Verboden werkzaamheden voor jongeren (zie 2.2.3) Werkzaamheden waarbij er blootstelling is aan fysische agentia Ioniserende straling Overdruk Omgeving met overdruk zoals caissonarbeid, hogedrukruimten of diepzeeduiken Werkzaamheden waarbij er blootstelling is aan biologische agentia Dit zijn de meest gevaarlijke virussen en bacteriën. De lijst met biologische Biologische agentia van de groepen 3 en 4 agentia is terug te vinden in het KB Biologische agentia, bijlage 1 Werkzaamheden waarbij er blootstelling is aan chemische agentia A Stoffen en mengsels die voldoen aan de criteria voor indeling in één of meerdere van de volgende gevarenklassen en gevarencategorieën met één of meerdere van de volgende gevarenaanduidingen, op basis van de CLP-verordening - acute toxiciteit, categorie 1, 2 of 3 H300 Dodelijk bij inslikken H310 Dodelijk bij contact met de huid H330 Dodelijk bij inademing H301 Giftig bij inslikken H311 Giftig bij contact met de huid H331 Giftig bij inademing - huidcorrosie, categorie 1A, 1B of 1C H314 Veroorzaakt ernstige brandwonden en oogletsel - ontvlambare gassen, categorie 1 of 2 H220 Zeer licht ontvlambaar gas H221 Ontvlambaar gas - ontvlambare aërosolen, categorie 1 H222 Zeer licht ontvlambare aerosol - ontvlambare vloeistoffen, categorie 1 of 2 H224 Zeer licht ontvlambare vloeistof en damp H225 Licht ontvlambare vloeistof en damp - ontplofbare stoffen, categorieën instabiele H200 Instabiele ontplofbare stof ontplofbare stof of ontplofbare stoffen van H201 Ontplofbare stof: gevaar voor massa-explosie H202 Ontplofbare stof, ernstig gevaar voor scherfwerking de subklassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5 H203 Ontplofbare stof; gevaar voor brand, luchtdrukwerking of scherfwerking H204 Gevaar voor brand of scherfwerking H205 Gevaar voor massa-explosie bij brand - zelfontledende stoffen en mengsels, type A, B, H240 Ontploffingsgevaar bij verwarming C of D H241 Brand- of ontploffingsgevaar bij verwarming H242 Brandgevaar bij verwarming - organische peroxiden, type A of B H240 Ontploffingsgevaar bij verwarming H241 Brand- of ontploffingsgevaar bij verwarming - specifieke doelorgaantoxiciteit na eenmalige H370 Veroorzaakt schade aan organen blootstelling, categorie 1 of 2 H371 Kan schade aan organen veroorzaken - specifieke doelorgaantoxiciteit na herhaalde H372 Veroorzaakt schade aan organen bij langdurige of herhaalde blootblootstelling, categorie 1 of 2 stelling H373 Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling - inhalatieallergeen, categorie 1, subcategorie H334 Kan bij inademing allergie- of astmasymptomen of ademhalings1A of 1B moeilijkheden veroorzaken - huidallergeen, categorie 1, subcategorie 1A H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken of 1B
16
Focus op jongeren op het werk
- kankerverwekkendheid, categorie 1A, 1B of 2 H350 Kan kanker veroorzaken H350i Kan kanker veroorzaken bij inademing H351 Verdacht van het veroorzaken van kanker - mutageniteit in geslachtscellen, categorie 1A, H340 Kan genetische schade veroorzaken 1B of 2 H341 Verdacht van het veroorzaken van genetische schade - voortplantingstoxiciteit, categorie 1A of 1B H360 Kan de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden of 2 H361 Kan mogelijks de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden - ernstig oogletsel
H318 Veroorzaakt ernstig oogletsel
Stoffen en mengsels die onder de bepalingen van het KB Kankerverwekkende agentia vallen (KB van 2 december 1993) - kankerverwekkende agentia
- stoffen of mengsels die voldoen aan de criteria om als kankerverwekkend te worden ingedeeld in categorie 1A of 1B (CLP) - stoffen of mengsels opgesomd in bijlage I van het KB - stoffen, mengsels of procedés uit bijlage II van het KB
- mutagene agentia
- stoffen of mengsels die voldoen aan de criteria om als mutageen in geslachtscellen te worden ingedeeld in categorie 1A of 1B (CLP)
B Onderstaande chemische agentia indien het niet mogelijk is om door analyse vast te stellen of de grenswaarden voor deze agentia voortdurend worden nageleefd
Het vaststellen van de voortdurende naleving van de grenswaarde kan enkel indien het arbeidsproces zo is ontworpen dat de grenswaarde gedurende een lange periode niet wordt overschreden, m.n. indien a) het arbeidsproces is erkend door de minister van werk; of b) voortdurende automatische metingen, gekoppeld aan een alarmsysteem en bijbehorende maatregelen, waarborgen het niet-overschrijden; of c) metingen tonen aan dat de concentraties niet hoger liggen dan ¼ van de 8u grenswaarde + kortetijdswaarden worden nageleefd
Lood - stof van lood en van loodverbindingen aangewend in fabrieken en reparatiewerkplaatsen voor loodaccumulatoren - gesmolten lood en loodlegeringen, met uitzondering van soldeersel; - loodhoudende verfstoffen aangebracht met het pistool of door middel van elektrostatische procedés;
Grenswaarden Lood: 0,15 mg/m3 Loodchromaat (als Cr): 0,012 mg/m3 Loodarsenaat: 0,15 mg/m3
Kwik of kwikverbindingen
alkylverbindingen: 0,01 mg/m³ - korte tijdswaarde: 0,03 mg/m³ anorganisch en metallisch kwik: 0,02 mg/m³ arylverbindingen: 0,1 mg/m³
Koolstofdisulfide
3,16 mg/m³
Arseenverbindingen
0,01 mg/m³
Fluor en zijn verbindingen
1,58 mg/m³ korte tijdswaarde 3,16 mg/m³
Benzeen
3,25 mg/m³
Tetrachloorkoolstof (tetrachloormethaan)
31 mg/m³ korte tijdswaarde 64 mg/m³
1,1,2,2-tetrachloorethaan
7 mg/m³
Pentachloorethaan
Focus op jongeren op het werk
17
Verboden procedés en werkzaamheden Vervaardiging, gebruik, distributie met het oog op het gebruik, opslag en vervoer van springstoffen of van projectielen, ontstekingsmiddelen of diverse voorwerpen die springstoffen bevatten Arbeid in persluchtcaissons en onder overdruk Werk waarbij gebruik gemaakt wordt van apparaten voor de vervaardiging, de opslag of het vullen van reservoirs met ontvlambare vloeistoffen en met samengeperste gassen, vloeibare of opgeloste gassen; werkzaamheden die een ernstige brand of zware ontploffingen kunnen veroorzaken Grond- en stutwerk bij uitgravingen van meer dan 2 m diep waarvan de breedte op halve diepte kleiner is dan de diepte; werk dat instortingen kan veroorzaken Besturen van graafwerktuigen en -machines Besturen van machines voor het heien van palen Besturen van hefwerktuigen en het geleiden van de bestuurders ervan met signalen Slopen van gebouwen Oprichten en afbreken van steigers Las- of snijwerk met de elektrische boog of met de brander in tanks Gebruik van schiethamers Onderhoud, reiniging en herstel van hoogspanningsinstallaties in transformatorhuisjes; arbeid met gevaren op het gebied van hoogspanningselektriciteit Laden en lossen van schepen Snoeien en vellen van hoogstammige bomen en behandelen van rondhout Bedienen, in metaalbedrijven, van fabricage- en transportinrichtingen die grote risico's kunnen vormen voor de veiligheid van het personeel, zoals hoogovens, smeltovens, convertoren en gietijzermengers, smeltpannen, warmwalsen; bedienen van coalcars, coke-cars en uithaalmachines in cokesfabrieken. Arbeid met gevaarlijke machines, behalve wanneer de machine vast is voorzien van afdoende beschermingsinrichtingen die onafhankelijk werken van de bediener. Als gevaarlijke machines worden beschouwd: - de volgende houtbewerkingsmachines: cirkelzagen, lintzagen, vlakbanken, vandikte- banken, frezen, pennenbanken, kettingfrezen, gecombineerde machines; - de volgende leerlooierijmachines: walsmachines, pers- en schaafmachines, machines voor het gladschuren, karrewalsen, stolmachines en vacuümdroogmachines; - de volgende metaalpersen: schroefpersen met wrijvingskoppeling, excenterpersen met mechanische, pneumatische of hydraulische koppeling, hydraulische persen; - de persen voor het vormen van plastische stoffen; - de mechanisch bewogen metaalscharen en snijmachines; - de valhamers. Procedés en werkzaamheden uit bijlage II van het KB Kankerverwekkende agentia Werkzaamheden met wilde of giftige dieren Schilderwerk waarbij gebruik wordt gemaakt van loodwit, loodsulfaat of enig product dat die pigmenten bevat, indien het loodgehalte groter is dan 2 gewichtsprocent berekend in metallische toestand. Werk aan of met kuipen, bassins, reservoirs, korfflessen of buikflessen die chemische agentia bevatten, die opgesomd staan in bovenstaande lijsten Arbeid met een door machines bepaald werktempo en met prestatiebeloning
18
Focus op jongeren op het werk
Verboden tewerk te stellen op onderstaande plaatsen Plaatsen waar werkzaamheden worden verricht die ernstige branden of ontploffingen kunnen veroorzaken, zoals: - de vervaardiging van vloeibare zuurstof en waterstof; - de vervaardiging van collodion, celluloïd, ontvlambare gassen en vloeistoffen; - de destillatie en raffinage van koolwaterstoffen voortkomende uit petroleum en steenkool; - het vullen van verplaatsbare recipiënten met samengeperste gassen, vloeibare of opgeloste gassen andere dan lucht, onder een druk van meer dan 1 kg/cm2 - de lokalen bestemd voor de autopsiediensten; - de plaatsen in de vilbeluiken waar kadavers en krengen behandeld en bewerkt worden; - de lokalen waar dieren worden geslacht; - de lokalen waar werkzaamheden worden verricht die een risico inhouden van contact met cyaanwaterstofzuur of met elke stof die dit zuur kan vrijmaken; - de lokalen of bouwplaatsen waar door werkzaamheden of werken asbestvezels kunnen worden vrijgemaakt.
Focus op jongeren op het werk
19
Focus op jongeren op het werk is een gezamenlijke uitgave van:
en
Kolonel Begaultlaan 1A/51, B-3012 Leuven T +32 16 910 910 • F +32 16 910 901 www.prevent.be • E
[email protected] Industrielaan 5, B-8501 Heule T +32 56 36 32 00 • F +32 56 35 60 96 www.innipublishers.com • E
[email protected]
© Copyright Prevent -