VERTROUWELIJK EN PERSOONLIJK
VR 2011 2406 DOC.0565/2
Beheersovereenkomst van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid
Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen
2011 - 2015
Inhoudsopgave I. Algemene bepalingen .................................................................................................... 3 Ondertekenende partijen .............................................................................................. 3 Voorwerp van de overeenkomst .................................................................................... 3 Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst ......................................................... 4 Definities ........................................................................................................................ 4 II. Engagementen van het agentschap.......................................................................... 5 Relevante beleidsdoelstellingen / Beleidskader ........................................................... 5 Strategische en operationele organisatiedoelstellingen............................................. 14 Strategisch project: Masterplan voor het museumgebouw ........................................ 25 Interne werking ........................................................................................................... 30 Aanvullende opdrachten.............................................................................................. 37 Andere engagementen ................................................................................................. 37 III. Engagementen van de Vlaamse regering ............................................................ 38 Financiële bepalingen .................................................................................................. 38 Andere engagementen ................................................................................................. 38 IV. Financiële betrekkingen tussen de ondertekenende partijen ........................ 38 Herkomst van de financiële middelen van het agentschap ....................................... 38 Financiële betrekkingen tussen de ondertekenende partijen.................................... 39 Algemene bepalingen inzake het beheer van de financiële middelen ................... 3939 V. Opvolging, rapportering en evaluatie .................................................................... 39 Opvolging en rapportering .......................................................................................... 39 Evaluatie ...................................................................................................................... 40 VI. Geschillenregeling .................................................................................................. 400 VII. Aanpassingen beheersovereenkomst - opschortende voorwaarden .......... 411 VIII. Aanvullende bepalingen en overgangsbepalingen ......................................... 41
2
Beheersovereenkomst van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen 2011 - 2015
I. Algemene bepalingen Ondertekenende partijen Deze beheersovereenkomst wordt gesloten tussen De Vlaamse Regering, voor wie optreedt mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, gevestigd te 1000 Brussel, Koolstraat 35, hierna genoemd ‘de minister’ en het intern verzelfstandigd agentschap Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, vertegenwoordigd door de heer Paul Huvenne, administrateurgeneraal, gevestigd te 2000 Antwerpen, Plaatsnijdersstraat 2 hierna genoemd ‘het agentschap’.
Voorwerp van de overeenkomst Deze beheersovereenkomst wordt gesloten ter uitvoering van artikel 7 van het ‘Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen’ van 19 september 2008. Deze beheersovereenkomst wordt tevens gesloten overeenkomstig artikel 8 van het ‘Kaderdecreet Bestuurlijk Beleid’ van 18 juli 2003 dat bepaalt dat tussen de Vlaamse Regering en het hoofd van een intern verzelfstandigd agentschap na onderhandeling een beheersovereenkomst wordt gesloten. Deze beheersovereenkomst is een wederzijdse overeenkomst tussen de bevoegde Vlaamse minister gemachtigd door de Vlaamse Regering en een intern verzelfstandigd agentschap, handelend over de bijzondere regels en voorwaarden waaronder het agentschap opdrachten zoals omschreven in zijn oprichtingsbepalingen moet uitvoeren.
3
Zij regelt de wederzijdse verantwoordelijkheden in het kader van de hierna genoemde doelstellingen. De overeenkomst wordt tevens opgevat als een stuur- en opvolgingsinstrument binnen de volledige beleids- en beheerscyclus, alsmede de financiële cyclus, en is in het bijzonder gericht op een doelmatige uitvoering, opvolging en evaluatie.
Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst §1. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2011 en eindigt op 31 december 2015. §2. Om in te spelen op wijzigende omstandigheden kan jaarlijks, op verzoek van één van de partijen, en volgens de modaliteiten zoals hierna vastgelegd, een bijakte gesloten worden tot wijziging van deze overeenkomst.
Definities -
-
Agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) zoals opgericht bij het ‘Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen’ van 19 september 2008, Agentschap voor Facilitair Management (AFM), Departement: het departement binnen het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media, Departement Bestuurszaken (BZ), Departement Financiën en Begroting (FB), Fonds voor Culturele Infrastructuur (FoCI), International Council of Museums (ICOM), Interne Audit van de Vlaamse Administratie (IAVA), Managementcomité van het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media (MACODO), Managementondersteunende Diensten (MOD) van het ministerie van Cultuur, Jeugd, Sport en Media, Masterplan : Masterplan voor het museumgebouw van het KMSKA. Minister: Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, onder wiens hiërarchisch gezag het agentschap ressorteert (Cfr. Artikel 6 BVR 19 september 2008).
4
II. Engagementen van het agentschap Relevante beleidsdoelstellingen / Beleidskader Het agentschap draagt via zijn werking bij tot het realiseren van het Vlaams regeerakkoord 2009-2014, de doelstellingen in de Vlaamse Regeringsverklaring, de Beleidsnota Cultuur 2009-2014 met bijhorende jaarlijkse beleidsbrieven en de meerjarenbegroting. Het Vlaams regeerakkoord 2009-2014 vermeldt op p. 67 aangaande het KMSKA: “Bij de besteding van de middelen wordt voorrang gegeven aan het onderhoud en de uitbouw van de eigen infrastructuur en wordt bijzondere aandacht besteed aan duurzaamheid en architecturale kwaliteit. De Vlaamse Regering bevestigt haar keuze om te investeren in de verbouwingen van het KMSKA en de Koningin Elisabethzaal, inclusief de residentie voor de Filharmonie, en in de ontwikkeling van de Waalse Krook in Gent”. Met dit Masterplan voor de renovatie van het museumgebouw geeft de Vlaamse Regering het KMSKA de broodnodige infrastructuur en de kans om zijn werking op een hoger niveau te tillen om zo uit te groeien tot een nieuw referentiepunt in het museumlandschap. Hierdoor kan het KMSKA een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling en internationale culturele uitstraling van Vlaanderen. Het regeerakkoord wordt verder uitgewerkt in de Beleidsnota Cultuur 2009 2014 die volgende strategische doelstellingen bevat: SD 1. Duurzaam beleid voeren, SD 2. Participatie en diversiteit als motoren voor vernieuwing verankeren, SD 3. E-cultuur en digitalisering bevorderen, SD 4. Competentieverwerving en -waardering stimuleren, SD 5. Aandacht voor cultuurmanagement en een culturele economie, SD 6. Internationaal cultuurbeleid versterken, SD 7. Eco-cultuur initiëren. Het agentschap schrijft zich in dit beleid in. Dit wordt duidelijk in onderstaande concordantietabel die de doorvertaling van de doelstellingencascade bevat. In de kolom SD/OD worden de strategische en operationele doelstellingen van het KMSKA gelinkt aan de strategische doelstellingen uit de Beleidsnota cultuur 2009 – 2014. De beleidsnota cultuur werd door de minister praktisch vertaald in het Raamkader beleidsnota cultuur. Dit document werd door het KMSKA verder uitgewerkt in de Implementatie beleidsnota cultuur voor die acties waarbij het rechtstreeks betrokken is. Omwille van de consistentie tussen de verschillende beleidsdocumenten werd deze Implementatie beleidsnota cultuur integraal overgenomen, ook al beperken sommige acties zich vanaf 2011 tot de evaluatie ervan. Wanneer de SD vermeld wordt is de dekkingsgraad volledig. De kolom Acties bevat een doorvertaling van de acties van het KMSKA naar de relevante acties uit de Beleidsnota en het Raamkader beleidsnota cultuur.
5
BELEIDSNOTA / RAAMKADER BELEIDSNOTA CULTUUR
KMSKA SD/OD SD 1 Collecties
SD1. Duurzaam beleid voeren
ACTIES
OD 1.1 Collectieontwikkeling OD 1.2 Wetenschappelijk onderzoek OD 1.3 Presentatie- en tentoonstellingsbeleid OD 1.4 Collectiebeheer OD 1.5 Conservatie OD 1.6 Restauratie SD 3 Kennis OD 3.1 Documentaire informatie OD 3.2 Publicaties OD 3.3 Kennismanagement OD 4.1 Deugdzaam bestuur OD 4.4 HRM-beleid OD 5.1 Masterplan OD21: De eigen instellingen blijven ondersteunen Duurzame beheersvorm voor het KMSKA
A 4.1.1
6
BELEIDSNOTA / RAAMKADER BELEIDSNOTA CULTUUR
KMSKA Deugdzaam bestuur A 4.1.2 Belanghebbendenmanagement A 5.1.1 Masterplan A 1.4.1 Collectiebeheersplan A 1.4.2 Toegankelijke collecties A 1.5.1 Preventieve conservering A 1.5.2 Conserveringsplan A 1.6.1 Restauratieplan
Coördinatie projectmanagement Masterplan museumgebouw Collectiebeheer in functie van het masterplan
SD2. Participatie en diversiteit als motoren voor vernieuwing verankeren
SD 2 Publiek OD 2.1 Publieksbereik OD 2.2 Educatie en evenementen OD 2.3 Bezoekerservaring OD 2.4 Bezoekersfaciliteiten OD 3.2 Publicaties
OD20. Participatie bevorderen door evenementen Opzetten van een publieksgericht beleid
A 1.3.1 Presentatie eigen collectie
7
BELEIDSNOTA / RAAMKADER BELEIDSNOTA CULTUUR
KMSKA A 1.3.2 Tentoonstellingsprojecten A 2.1.1 Communicatieplan A 2.1.2 Marketingplan A 2.1.3 Partnerschappen A 2.2.1 Educatie A 2.2.2 Evenementen A 2.3.1 Verbeterde uitrusting A 2.3.2 Professioneel onthaal A 2.4.1 Museumshop A 2.4.2 Museumcafé A 3.2.1 Publicaties
SD3. E-cultuur en digitalisering bevorderen
OD 2.1 Publieksbereik SD 3 Kennis OD 3.1 Documentaire informatie OD 3.2 Publicaties OD 3.3
8
BELEIDSNOTA / RAAMKADER BELEIDSNOTA CULTUUR
KMSKA Kennismanagement
Algemeen E-cultuurbeleid verder ontwikkelen
A 2.1.1 Communicatieplan A 2.1.2 Marketingplan A 2.1.3 Partnerschappen A 3.2.1 Publicaties
OD7. Ontwikkeling van de digitale bibliotheek OD19. Digitalisering en nieuwe vormen van ontsluiting aanmoedigen Geïntegreerd elektronisch collectiebestand: collectiecatalogus
A 3.1.1 Ontwikkeling documentaire informatie A 3.1.2 Documentaire informatiebeheersplan A 3.1.3 Toegankelijkheid documentaire informatie A 3.2.1 Publicaties A 3.1.1 Ontwikkeling documentaire informatie A 3.1.2 Documentaire informatiebeheersplan A 3.1.3 Toegankelijkheid documentaire informatie A 3.2.1 Publicaties
Digitaliseren collecties: uitwerken centraal beeldbeheer
OD16. Inzetten op bewaring en ontsluiting van
9
BELEIDSNOTA / RAAMKADER BELEIDSNOTA CULTUUR erfgoed Bibliotheek, archief en documentatiecentrum doen groeien naar een kenniscentrum
SD4. Competentieverwerving en -waardering stimuleren
KMSKA
A 3.1.1 Ontwikkeling documentaire informatie A 3.1.2 Documentaire informatiebeheersplan A 3.1.3 Toegankelijkheid documentaire informatie A 3.2.1 Publicaties OD 1.2 Wetenschappelijk onderzoek OD 2.2 Educatie en evenementen OD 3.1 Documentaire informatie OD 3.2 Publicaties OD 4.4 HRM-beleid
Algemeen Ontwikkelen van wetenschappelijke kennis i.v.m. museologische expertise
SD5. Aandacht voor cultuurmanagement en een culturele economie
A 1.2.1 Cultureel-antropologische onderdzoeksprogramma’s A 1.2.2 Materiaaltechnische onderszoeksprogramma’s A 1.2.3 Museologische onderzoeksprogramma’s OD 3.3 Kennismanagement
10
BELEIDSNOTA / RAAMKADER BELEIDSNOTA CULTUUR
KMSKA SD 4 Ondersteuning OD 4.1 Deugdzaam bestuur OD 4.2 Financieel beleid OD 4.3 Wettelijke verplichtingen OD 4.4 HRM-beleid
Algemeen Opstellen van een bedrijfscontinuïteitsplan i.h.k.v. organisatiebeheersing Enterprise Resource Planning: uitbouwen intern management- en prestatiemeetsysteem SD6. Internationaal cultuurbeleid versterken
A 3.3.2 Bedrijfscontinuïteitsmanagementplan A 3.3.1 Systeem interne controle en organisatiebeheersing SD 1 Collecties OD 1.1 Collectieontwikkeling OD 1.2 Wetenschappelijk onderzoek OD 1.3 Presentatie- en tentoonstellingsbeleid OD 1.4 Collectiebeheer OD 1.5 Conservatie OD 1.6 Restauratie OD 2.2 Educatie en evenementen
11
BELEIDSNOTA / RAAMKADER BELEIDSNOTA CULTUUR
KMSKA OD 3.2 Publicaties OD 4.1 Deugdzaam bestuur
Algemeen Een sterke bijdrage tot het Belgisch voorzitterschap EU
A 1.3.1 Presentatie eigen collectie (Closing Time) A 1.3.2 Tentoonstellingsprojecten (Closing Time - Ensor ontmaskerd)
A 2.2.2 Evenementen (Gastheer EU-activiteiten) A 1.1.2 Collectiemobiliteit
Realisatie pilootproject Kunst en Mobiliteit i.h.k.v. het Europees programma Mobility of Collections OD16. Inzetten op bewaring en ontsluiting van erfgoed Onderzoek rond profiel van de museumcollecties
A 1.1.1 Collectieverwerving A.1.2.1 Cultureel-antropologische onderzoeksprogramma’s A 3.2.1 Publicaties
OD17. Internationale ambitie met de 'Collectie Vlaanderen' Uitgeven van wetenschappelijke publicaties Organisatie van tentoonstellingsprojecten met internationale uitstraling
A 3.2.1 Publicaties A 1.3.2 Tentoonstellingsprojecten
12
BELEIDSNOTA / RAAMKADER BELEIDSNOTA CULTUUR OD21. De eigen instellingen blijven ondersteunen Uitwerken en bestendigen van internationele onderzoeksprojecten: kunsthistorisch en materiaal-technisch
KMSKA
A 1.2.1 Cultureel-antropologische onderdzoeksprogramma’s A 1.2.2 Materiaaltechnische onderszoeksprogramma’s A 1.2.3 Museologische onderzoeksprogramma’s A 1.2.1 Cultureel-antropologische onderdzoeksprogramma’s A 1.2.2 Materiaaltechnische onderszoeksprogramma’s A 1.2.3 Museologische onderzoeksprogramma’s
Verworven expertise delen en promoten op (inter-) nationaal niveau
SD7. Eco-cultuur initiëren
OD 5.1 Masterplan OD 5.2 Infrastructuur
OD25. Investeren in culturele infrastructuur Opstellen van milieuactieplan
A 5.2.1 Infrastructuurbeheersplan
13
Strategische en operationele organisatiedoelstellingen Wetenschappelijke instelling Het KMSKA is een wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid en een onderzoekscentrum van het Vlaamse erfgoed. In de verzamelingen van het KMSKA bevinden zich 8.230 kunstwerken : 2.800 schilderijen, 4.000 tekeningen en prenten, 700 beeldhouwwerken en 730 overige werken (o.m. parafernalia, mixed media). De verzamelingen bevatten hoofdzakelijk werk van Vlaamse en Belgische kunstenaars van de 14de eeuw tot het midden van de 20ste eeuw. Het KMSKA legt zich toe op de studie van zijn patrimonium door kunsthistorische onderzoeken, materiaal-technische onderzoeken en restauraties. Via publicaties en tentoonstellingen worden de onderzoeksresultaten publiek bekendgemaakt. De verschillende onderzoeken bepalen de verwerving en de conservatie van de kunstwerken. Het verzamelen van documentaire gegevens en archieven, de kunsthistorische bibliotheek en permanente studie in verband met publieksinformatie zijn elementaire onderdelen van de wetenschappelijke opdracht van het KMSKA. Missie “Het agentschap KMSKA heeft als missie langs museale weg het nationale en internationale publiek in de eerste plaats een representatief overzicht te bieden van de beeldende kunst in de Zuidelijke Nederlanden van de eerste helft van de 14e tot de eerste helft van de 20ste eeuw. Bovendien doet het museum dat in een Europese context die door de aanwezigheid van een aantal topstukken wordt aangereikt. Het agentschap streeft ernaar de collectie, het historische gebouw en zijn daaraan verbonden kennis toegankelijk te maken voor een divers en ruim publiek. Het wil zo een bijdrage leveren aan de ontwikkeling en internationale culturele uitstraling van Vlaanderen. Essentieel voor alle facetten van zijn werking is dat daartoe netwerken en samenwerkingsverbanden op lokaal, regionaal, landelijk, Europees en mondiaal vlak worden uitgebouwd”, artikel 2 van het ‘Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen’ van 19 september 2008. Visie Kwaliteit en duurzaamheid in een vernieuwd museaal referentiepunt. Strategische en operationele doelstellingen Het KMSKA formuleert strategische en operationele doelstellingen vanuit zijn eigenheid als wetenschappelijke instelling en vanuit zijn missie en visie. De wetenschappelijke en museale werking is geclusterd rond vijf kernbegrippen - collecties, publiek, kennis, ondersteuning en infrastructuur - die in essentie terug te voeren zijn op de internationaal erkende ICOM-definitie van een museum :
14
“Een museum is een permanente instelling, niet gericht op het behalen van winst, toegankelijk voor publiek, die ten dienste staat aan de samenleving en haar ontwikkeling. Een museum verwerft, behoudt, onderzoekt, presenteert, documenteert en geeft bekendheid aan de materiële en immateriële getuigenissen van de mens en zijn omgeving, voor doeleinden van studie, educatie en genoegen” (ICOM 2006). In deze eerste beheersovereenkomst wordt er een tijdspad uitgezet waarin in de beginfase aandacht gaat naar het opmaken van gevalideerde plannen. Deze plannen leiden vervolgens tot het uitwerken van een set betekenisvolle indicatoren die nadien de opvolging van de doelstellingen mogelijk maken. De minimale en reeds bestaande indicatoren die de museale werking in kaart brengen worden evenwel toegevoegd. Omdat het Masterplan gedurende deze beleidsperiode een prominente rol toebedeeld krijgt, wordt het als een strategisch project in de beheersovereenkomst opgenomen.
15
SD 1 COLLECTIES Via het uitbouwen, onderzoeken, beheren en behouden van de kunstcollecties een expertisecentrum van internationaal niveau opzetten en prestigieuze tentoonstellingen aanbieden OD 1.1
Ontwikkelen en versterken van de collectie aan de hand van een collectieplan Acties 1.1.1 Kwaliteitsvolle kunstwerken verwerven in overeenstemming met het collectieplan via aankoop, schenking, legaat, bruikleen 1.1.2 Gefundeerde collectiemobiliteit uitwerken en realiseren Indicatoren - Gevalideerd collectieverwervingsplan beschikbaar tegen eind 2011 - Percentage kunstwerken ingeschreven in collectiemobiliteit in verhouding tot de volledige collectie
OD 1.2
(Inter-)nationaal wetenschappelijk onderzoek voeren naar de collectie vanuit een interdisciplinaire invalshoek Acties 1.2.1 Ontwikkelen en uitvoeren van (inter-)nationale kunsthistorische en cultureel-antropologische onderzoeksprogramma's 1.2.2 Ontwikkelen en uitvoeren van materiaal-technische (inter-) nationale onderzoeksprogramma's 1.2.3 Ontwikkelen en uitvoeren van museologische (inter-)nationale onderzoeksprogramma's Indicatoren - Gevalideerd onderzoeksprogramma beschikbaar tegen eind 2011 - Aantal onderzoeksprojecten - Voortgangscontrole met aanduiding van de gerealiseerde output
OD 1.3
Een evenwichtig, stimulerend, innovatief, informatief en aantrekkelijk presentatie- en tentoonstellingsbeleid ontwikkelen en voorstellen vanuit zowel een nationaal als een internationaal perspectief
16
Acties 1.3.1 De zichtbaarheid, de contextualisering en de toegankelijkheid van de eigen collectie voor het publiek maximaliseren 1.3.2 Ontwikkelen en presenteren van (inter-)nationale betekenisvolle en engagerende tentoonstellingsprojecten Indicatoren - Gevalideerd tentoonstellingsprogramma beschikbaar tegen eind 2011 - Aantal presentatie- en tentoonstellingsprojecten - Voortgangscontrole met aanduiding van de gerealiseerde output - Statistieken publieksbereik : zie : SD 2 Publiek OD 1.4
De museumcollectie beheren in overeenstemming met het collectieplan Acties 1.4.1 Opmaken en uitvoeren van een collectiebeheersplan conform de vigerende (inter-)nationale standaarden 1.4.2 Maximale toegang tot de collecties garanderen Indicatoren - Gevalideerd collectiebeheersplan beschikbaar tegen eind 2012 - Percentage kunstwerken beschreven in het collectieinformatiesysteem - Volledigheidsgraad beschrijvingen van kunstwerken opgenomen in het collectieinformatiesysteem - Statistieken bruikleenverkeer - Aantal collectiebezoeken in de niet voor het publiek toegankelijke ruimtes
OD 1.5
De museumcollectie bewaren in overeenstemming met het collectieplan Acties 1.5.1 De preventieve conservering, de beveiliging van de collectie en de adequate omgevingsfactoren waarin de collectie wordt bewaard en tentoongesteld maximaal garanderen 1.5.2 Opmaken en uitvoeren van een conserveringsplan om het acuut gevaar voor verder verval van de verschillende deelcollecties te beperken en te stabiliseren
17
Indicatoren - Gevalideerd conserveringsplan beschikbaar tegen eind 2011 - Percentage kunstwerken met minimale conditiecontrole - Aantal collectiegerelateerde incidenten OD 1.6
Via restauratie de staat van de museumcollectie op een hoger niveau brengen Acties 1.6.1 Opmaken en uitvoeren van een restauratieplan om meerwaarde voor de collectie te realiseren Indicatoren - Gevalideerd restauratieplan beschikbaar tegen eind 2011 - Percentage gerestaureerde kunstwerken volgens restauratieplan
SD 2 PUBLIEK De toekomst van het museum verzekeren door een ruim en divers publiek aan te trekken en te inspireren aan de hand van boeiende verhalen OD 2.1
Een breed en divers publiek aanspreken door gerichte communicatie, strategische marketing en het afsluiten van de juiste partnerschappen Acties 2.1.1 Opmaken en uitvoeren van een communicatieplan met aandacht voor de mogelijkheden van nieuwe technologieën 2.1.2 Opmaken en uitvoeren van een marketingplan met aandacht voor de mogelijkheden van nieuwe technologieën 2.1.3 De bestaande partnerschappen verdiepen en opportuniteiten voor het afsluiten van nieuwe partnerschappen benutten Indicatoren -
Gevalideerd communicatieplan beschikbaar tegen eind 2011 Gevalideerd marketingplan beschikbaar tegen eind 2011 Datacollectie persgegevens en bezoekersgegevens Aantal communicatieinitiatieven Aantal persartikelen
18
- Statistieken publieksbereik : museumbezoek per doelgroep en type activiteit, website - Periodieke kwaliteitsbevragingen van het publiek - Aantal lopende partnerschappen OD 2.2
Inspirerende educatieve en drempelverlagende programma's organiseren geënt op de collectie en de onderzoeksprogramma's Acties 2.2.1 Organiseren van educatieve activiteiten die de kunstbeleving stimuleren en het inzicht in de collectie verhogen 2.2.2 Organiseren van evenementen die het brede publiek laat kennis maken met het museum en zijn collectie Indicatoren - Aantal educatieve activiteiten en publieksbereik - Aantal evenementen en publieksbereik
OD 2.3
Een rijke bezoekerservaring verzekeren waardoor herhalingsbezoek wordt gestimuleerd Acties 2.3.1 Maximaal inzetten op een verbeterde inrichting en uitrusting van het publieksgedeelte van het gebouw 2.3.2 Door professionalisering van de ontvangst de kwaliteit van het museumbezoek optimaliseren Indicatoren - Periodieke kwaliteits- en tevredenheidsbevragingen van het publiek
OD 2.4
De beleving voor de bezoeker vervolledigen door het aanbieden van extra dienstverlening Acties 2.4.1 Het aanbod en de presentatie van de museumshop verder uitbouwen en verbeteren 2.4.2 Een aangenaam museumcafé met een aantrekkelijk en afwisselend aanbod realiseren
19
Indicatoren - Assortiment en inkomsten
SD 3 KENNIS Het museum doen groeien naar een kenniscentrum en het binnenloodsen in een geïnformatiseerde 21ste eeuw OD 3.1
De museale werking maximaal faciliteren door het uitbouwen, beheren en toegankelijk maken van documentaire informatie Acties 3.1.1 Ontwikkelen en versterken van de deelcollecties documentaire informatie 3.1.2 De deelcollecties documentaire informatie conform de vigerende (inter-)nationale standaarden beheren en bewaren in overeenstemming met het documentaire informatiebeheersplan 3.1.3 De deelcollecties documentaire informatie optimaal toegankelijk maken voor interne en externe klanten Indicatoren - Gevalideerd plan documentaire informatie : uitgeschreven collectievormings- en collectiebeheersplan per deelcollectie (collectiedocumentatie, bibliotheek, archief- en documentatiecentrum, beeldbeheer) beschikbaar tegen eind 2011 - Percentage gedocumenteerde kunstwerken in verhouding tot de volledige collectie - Statistieken bibliotheek- en archiefwerking - Percentage gedigitaliseerde kunstwerken in verhouding tot de volledige collectie - Aantal informatieverstrekkingen en documentleveranties aan interne en externe klanten
OD 3.2
Bekendmaken van kennis en informatie over de collectie, de onderzoeksprogramma's en de activiteiten van het museum Acties 3.2.1 Kennis en informatie publiceren in verschillende publicatievormen voor een gediversifieerd publiek inspelend op de mogelijkheden van nieuwe technologieën
20
Indicatoren - Gevalideerd publicatieplan beschikbaar tegen eind 2011 - Aantal publicaties per publicatievorm - Percentage kunstwerken toegankelijk via de collectiecatalogus online in verhouding tot de volledige collectie OD 3.3
Het uitwerken en implementeren van een strategie voor kennismanagement met het oog op deugdelijk bestuur Acties 3.3.1 Uitbouwen en implementeren van een adequaat systeem voor interne controle en organisatiebeheersing met het doel de maturiteit te meten en te verbeteren 3.3.2 Opmaken en uitvoeren van een bedrijfscontinuïteitsmanagementplan om de risico's voor de werking van het museum te beheersen Indicatoren - Gevalideerd strategisch plan kennismanagement beschikbaar tegen eind 2013 - Gevalideerd bedrijfsontinuïteitsmanagementplan beschikbaar tegen eind 2012 - Gevalideerd stappenplan voor een verbetertraject interne controle en organisatiebeheersing op maat van de wetenschappelijke instelling aan de hand van de initiële maturiteitsaudit (IAVA)
SD 4 ONDERSTEUNING Door een gedegen management het museum en zijn werking van een solide basis voorzien OD 4.1
De museale werking maximaal ondersteunen door het aansturen en opvolgen van de cycli van besturen en beheren Acties 4.1.1 Via de beleids- en beheerscyclus, de financiële cyclus, de contractcyclus en de personeelscyclus de hoogste standaarden van deugdzaam bestuur toepassen en onderhouden
21
4.1.2 Efficiënt communiceren met alle bij de museumwerking betrokken actoren : de politieke en bestuurlijke overheid, de interne en externe belanghebbenden Indicatoren - Gevalideerde beheersovereenkomst 2011 – 2015 en jaarlijkse ondernemingsplannen - Geactualiseerd beleidsplan tegen eind 2011 - De integratie van de cycli van besturen en beheren bewerkstelligen via periodiek intern geïnstitutionaliseerd overleg - Actief deelnemen aan, uitvoeren en opvolgen van beslissingen genomen in de schoot van bestuurlijke overlegorganen (binnen het beleidsdomein en bij uitbreiding binnen de Vlaamse Overheid) - Aantal overlegmomenten met interne en externe belanghebbenden OD 4.2
Een uitgebalanceerd en transparant financieel beleid voeren Acties 4.2.1 De financiële cyclus conform de overheidsstandaarden toepassen en integreren in de cycli van besturen en beheren 4.2.2 In samenwerking met de bestuurlijke overheid, de non-profit en de private sector proactief de financiële middelen noodzakelijk voor operationele en programmatorische werking van het museum verzekeren Indicatoren - Gevalideerd en geconsolideerd financieel meerjarenplan 2011 2015 - Geïntegreerd efficiënt beheer en periodieke opvolging van de verschillende inkomsten- en uitgavenstromen - Financiële rapportering volgens de bepalingen van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Beheersdienst van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen (11 april 2008) - Verdeling van en verhouding tussen de verschillende inkomstenbronnen
OD 4.3
Het museum beheren in overeenstemming met de wettelijke verplichtingen Acties 4.3.1 De contractcyclus conform de overheidsstandaarden toepassen
22
4.3.2 Overeenkomsten voortvloeiend uit de museale werking opmaken en screenen op rechtsgeldigheid Indicatoren - Aantal opgemaakte contracten - Aantal verstrekte adviezen OD 4.4
Een stimulerend HRM-beleid voeren gericht op maximale ontwikkeling en adequate inzetbaarheid van de medewerker in de organisatie Acties 4.4.1 Een efficiënt en accuraat personeelsbeheer voeren 4.4.2 Opzetten en toepassen van innoverende en ontwikkelingsgerichte HRM-projecten Indicatoren -
Gevalideerd personeelsplan beschikbaar tegen eind 2011 Statistieken personeelswerking Gefaseerd digitaliseringstraject voor personeelsdossiers Aantal uitgewerkte HRM-projecten
SD 5 INFRASTRUCTUUR Vanuit een toenemend eco-bewustzijn het museum en zijn werking maximaal materieel faciliteren OD 5.1
Het museumgebouw renoveren tot een hedendaags museum dat beantwoordt aan de eigentijdse en toekomstgerichte noden Acties 5.1.1 Strategisch project : Masterplan voor het museumgebouw Indicatoren - Voltooiing binnen timing en budget
OD 5.2
De infrastructuur en het onderhoud van de gebruikte locaties up to date houden
23
Acties 5.2.1 Ontwikkelen van een infrastructuurbeheersplan en punctueel uitvoeren van het onderhoudsplan 5.2.2 Een rationeel logistiek beheer voeren 5.2.3 De uitbouw, het onderhoud en de continuïteit van de ICTinfrastructuur verzekeren met inbegrip van de goede werking van de toepassingen Indicatoren - Gevalideerd infrastructuurbeheersplan beschikbaar tegen eind 2011 - Geactualiseerd onderhoudsplan - Gevalideerd ICT-beheersplan beschikbaar tegen eind 2011 - Monitoring uptime en gebruikersondersteuning aan de hand van rapportering OD 5.3
Een adequaat veiligheids- en preventiebeleid voeren Acties 5.3.1 Opmaken en implementeren van een veiligheidsplan volgens de vigerende standaarden 5.3.2 Optimaliseren van de interne bewakingsdienst 5.3.3 Opmaken en organisatiebreed uitrollen van een globaal preventieplan Indicatoren - Gevalideerd veiligheidsplan beschikbaar tegen eind 2011 - Gevalideerd preventieplan beschikbaar tegen eind 2010 - Inzet en percentage medewerkers dat voldoet aan alle kwalificaties op basis van het opleidingsplan van de interne bewakingsdienst - Aantal incidenten inclusief opvolging volgens de categorisering van het intern noodplan
24
Strategisch project: Masterplan voor het museumgebouw Het Vlaams regeerakkoord 2009-2014 vermeldt op p. 67 aangaande het KMSKA: “De Vlaamse Regering bevestigt haar keuze om te investeren in de verbouwingen van het KMSKA en de Koningin Elisabethzaal, inclusief de residentie voor de Filharmonie, en in de ontwikkeling van de Waalse Krook in Gent”. Bij de realisatie van het masterplan is het KMSKA als gebruiker van het gebouw de bevoorrechte partner en adviesverlener. De hoofdverantwoordelijke voor de realisatie van dit masterplan is de bouwheer, het Fonds voor Culturele Infrastructuur (FoCI), hierin bijgestaan door de mandataris, de Afdeling Studie en Advies van het Agentschap voor Facilitair Management (AFM). Het FoCI, geassisteerd door AFM, staat in voor het aanduiden van de ontwerper van elke fase alsook voor de aannemer na het volgen van de daartoe geldende procedures in het kader van de wet op de overheidsopdrachten en eventueel andere wetmatigheden die gelden voor de Vlaamse Gemeenschap. Tijdens de uitvoering van het masterplan voor renovatie van het KMSKA gaat de museumwerking onverminderd door. Op verschillende externe locaties (MAS Museum aan de Stroom, Fabiolazaal Antwerpen, Schepenhuis Mechelen, museum Wuyts-Van Campen en Baron Caroly Lier) kan de bezoeker een substantieel deel van de museumcollectie zien, vaak in wisselende opstellingen. Het KMSKA staat in voor tentoonstellingsconcepten, art handling, gidsbeurten, educatieve activiteiten, boekingen, bewaking (deels) en communicatie van deze tentoonstellingen. De onderzoeksactiviteiten (Rubensonderzoek, Ensoronderzoek, materiaaltechnisch onderzoek, museologisch onderzoek) van het KMSKA gaan eveneens door. Er worden tentoonstellingspakketten samengesteld voor het buitenland. Deze pakketten worden op de markt aangeboden, bovendien gebeurt de art handling ervan door het KMSKA. De restauratoren zetten hun werk in een extern depot voort en intensifiëren dit nog in functie van de nieuwe presentatie in het vernieuwde museum. De wetenschappelijke bibliotheek en het archief- en documentatiecentrum blijven tijdens de sluiting toegankelijk, de werkzaamheden van hieraan verbonden medewerkers gaan eveneens voort. Het KMSKA voorziet een informatiepunt in de buurt van het museum. De museumsite moet ook bewaakt worden omdat een deel van de kunstwerken in het gebouw blijft tijdens de renovatie. Op basis van de bij het opstellen van deze beheersovereenkomst gekende planning volgt hierna een beknopt overzicht van de fasering van het Masterplan voor het museumgebouw en de belangrijkste betrokken bestuurlijke verantwoordelijken. De detailuitwerking wordt op het niveau van het ondernemingsplan uitgewerkt. Gelet op de voorziene einddatum zal het Masterplan eveneens een invloed hebben op de beheersovereenkomst vanaf 2016.
25
Bestuurlijke overheid FoCI AFM KMSKA
MASTERPLAN KMSKA Fase FASE 1 2010 15/10/2011
Implicaties Gebouw
X
Planning van uithuizing KMSKA en verhuis naar en ingebruikname van tijdelijke kantoren en depots
X
Personeel X X
Planning van interne werking KMSKA Planning van werking bij delocalisatie van personeelsleden en afspraken met gemeente, stad, provincie Collectie Planning van inhuizing, inrichting van en verhuis naar voorlopig intern depot Planning van uithuizing en ingebruikname van extern depot Planning van langdurige externe presentatie (nationaal) : satelliet-musea Planning van rondreizende tentoonstellingspakketten (internationaal)
X
X
X X X X
Publiek Informeren van het publiek over de sluiting en de uithuizing Programmatie ‘kunsthal’
26
X X
Bestuurlijke overheid FoCI AFM KMSKA
MASTERPLAN KMSKA Fase
Implicaties Gebouw
FASE 2 Fase 2 A 15/10/2011 31/01/2014
Uitvoering fase 1 Masterplan : prioritaire werken : renovatie, sloop, asbestsanering, herstelwerkzaamheden, voorbereiding, realisatie en inrichting van het definitief intern depot Infrastructuur en het onderhoud van de extern gebruikte locaties up to date houden
X
X
X
X
X
Personeel Voortzetting en opvolging van interne werking KMSKA Voortzetting en opvolging van werking bij delocalisatie
X X
Collectie Beheer van intern depot Beheer van extern depot
X X
Opvolging van langdurige externe presentatie (nationaal) : satelliet-musea Opvolging van rondreizende tentoonstellingspakketten (internationaal)
X X
Publiek ‘Het museum is dicht maar dichtbij’ Het museum en zijn werking blijvend onder de aandacht van het publiek houden Virtueel museum uitbouwen
27
X X
Bestuurlijke overheid FoCI AFM KMSKA
MASTERPLAN KMSKA Fase
Implicaties Gebouw
FASE 2 Fase 2 B 01/02/2014 – 31/12/2017 (voorzien)
Uitvoering fase 2 Masterplan : realisatie verticaal museum Infrastructuur en het onderhoud van de extern gebruikte locaties up to date houden Planning van uithuizing tijdelijke kantoren en depots en verhuis naar en ingebruikname van het vernieuwde KMSKA Oplevering van het vernieuwde KMSKA
X
X X X
X X X
X
Personeel Voortzetting en opvolging van interne werking KMSKA Voortzetting en opvolging van werking bij delocalisatie Planning van personeelsinzet bij heropening
X X X
Collectie Beheer van intern depot Beheer van extern depot Planning van uithuizing van extern depot
X X X
Opvolging van langdurige externe presentatie (nationaal) : satelliet-musea Opvolging van rondreizende tentoonstellingspakketten (internationaal)
X X
Planning concept vernieuwde presentatie en tentoonstelling
X
Publiek ‘Het museum is dicht maar dichtbij’ Het museum en zijn werking blijvend onder de aandacht van het publiek houden Virtueel museum uitbouwen Informeren van het publiek over de heropening van het vernieuwde KMSKA
28
X X X
Bestuurlijke overheid FoCI AFM KMSKA
MASTERPLAN KMSKA Fase
Implicaties Gebouw
FASE 3 Verhuis naar en ingebruikname van het vernieuwde KMSKA 01/01/2017 30/06/2018 (voorzien)
X
X
Personeel Hernieuwde personeelsinzet bij heropening
X
Collectie Ontruimen van extern depot Opbouw vernieuwde presentatie en tentoonstelling
X X
Publiek ‘Terug naar het museum’ Feestelijke heropening en prestigieuze tentoonstelling
X
29
Interne werking Organisatiebeheersing Het agentschap verhoogt verder de maturiteit van de eigen organisatie aan de hand van een verbetertraject. Voor het KMSKA is dit de eerste beheersovereenkomst sinds het op 1 januari 2009 IVA zonder rechtspersoonlijkheid werd (BVR 19 september 2008 en BVR 20 maart 2009). Tijdens de vernieuwingsoperatie Beter Bestuurlijk Beleid kon het KMSKA geen beroep doen op een traject met begeleidend transitiemanagement. Tot op heden werd er voor het KMSKA geen initiële maturiteitsaudit uitgevoerd. De Interne Audit van de Vlaamse Administratie gaf tijdens het MACODO van 7 september 2010 toelichting met betrekking tot de vooruitzichten inzake auditplanning voor de periode 2011-2012, het controleprogramma Kwaliteit van Informatie en Rapportering en het praktische verloop van de validatie-audits. IAVA deelde eveneens mee dat de initiële maturiteitsaudit voor het KMSKA ingepland wordt in de tweede helft van 2011. Waar in de beheersovereenkomsten van de tweede generatie een verbetertraject om meetbare efficiciëntiewinsten te realiseren centraal staat past het voor het KMSKA bijgevolg beter een inhaaltraject voorop te stellen. Bovendien een inhaaltraject dat gerealiseerd dient te worden in een periode van ingrijpende veranderingen voor het KMSKA gezien het tijdens het Masterplan zowel met de collectie, het personeel als de normale museale werking dient te verhuizen naar verschillende locaties en dit binnen de stringente budgettaire beperkingen. Dit inhaaltraject vertaalt zich voor deze eerste beheersovereenkomst (2011 – 2015) in : eerst plannen (P) maken en valideren (jaar 1 - 2), dan indicatoren opstellen en valideren (jaar 1 - 2), vervolgens plannen uitvoeren (D) en evalueren (A) (jaar 3 - 4 - 5). De set van indicatoren gehanteerd op het niveau van de operationele doelstellingen (OD) resulteert in de opmaak van een aantal plannen die de museale kernwerking beslaan. Het gedetailleerd uitschrijven en het valideren van die plannen in het jaarlijkse ondernemingsplan zal aanleiding geven tot het bepalen van prioriteiten. Prioriteiten die op hun beurt gestalte geven aan het af te leggen gefaseerde verbetertraject. Dit verhindert niet dat ook in de eerste twee jaren de museale werking onverminderd doorgaat. Meer nog in het kader van het Masterplan zal tijdens deze beleidsperiode de museale werking nog in intensiteit toenemen en in eerste instantie geaxeerd worden op : -
het veilig herbergen van de collectie,
30
-
-
de voortdurende publiekswerking a.h.v. ondermeer een ambitieus tentoonstellingsprogramma en publieksactiviteiten, het systematisch onderzoek van de collectie waarbij een inhaalbeweging gerealiseerd wordt met als output een vernieuwde presentatie en organisatie van een prestigieus tentoonstellingsprogramma, het systematisch documenteren van de collectie waarbij eveneens een inhaalbeweging gerealiseerd wordt met als belangrijkste output een geactualiseerde collectiecatalogus in verschillende publicatievormen.
Het inhaaltraject resulteert in een gevalideerd stappenplan voor een verbetertraject interne controle en organisatiebeheersing op maat van de wetenschappelijke instelling KMSKA. Dit neemt niet weg dat het KMSKA zich reeds inschrijft in de methodiek voor interne controle en organisatiebeheersing en in haar huidige werking reeds verbeteracties nastreeft. Daarom wordt er alvast een concordantietabel toegevoegd die de acties van het KMSKA groepeert per thema uit de ‘Leidraad interne controle en organisatiebeheersing’ (IAVA 2008). Een meer concrete en realistische uitwerking is pas mogelijk na het doorvoeren van de initiële maturiteitsaudit. Dit zal geconcretiseerd worden op het niveau van het ondernemingsplan.
31
THEMA’S ORGANISATIEBEHEERSING 1. Doelstellingen, proces- en risicomanagement
KMSKA ACTIES A 1.1.1 Collectieverwerving A 1.1.2 Collectiemobiliteit A 1.2.1 Cultureel-antropologische onderzoeksprogramma’s A 1.2.2 Materiaaltechnische onderzoeksprogramma’s A 1.2.3 Museologische onderzoeksprogramma’s A 1.3.1 Presentatie eigen collectie A 1.3.2 Tentoonstellingsprojecten A 1.4.1 Collectiebeheersplan A 1.4.2 Toegankelijke collecties A 1.5.1 Preventieve conservering A 1.5.2 Conserveringsplan A 1.6.1 Restauratieplan A 3.1.1 Ontwikkeling documentaire informatie A 3.1.2
32
Documentaire informatiebeheersplan A 3.1.3 Toegankelijke documentaire informatie A 3.2.1 Publicaties A 3.3.2 Bedrijfscontinuïteitsplan A 4.1.1 Deugdzaam bestuur A 2.1.1 Communicatieplan A 2.1.2 Marketingplan A 2.1.3 Partnerschappen A 2.2.1 Educatie A 2.2.2 Evenementen A 2.3.1 Verbeterde uitrusting A 2.3.2 Professioneel onthaal A 2.4.1 Museumshop A 2.4.2 Museumcafé A 4.1.2 Communicatie met actoren A 3.3.1 Systeem interne controle en organisatiebeheer-
2. Belanghebbendenmanagement
3. Monitoring
33
sing A 3.3.2 Bedrijfscontinuïteitsmanagementplan A 4.3.1 Contractcyclus A 4.3.2 Rechtsgeldigheid A 4.1.1 Deugdzaam bestuur A 4.1.2 Belanghebbendenmanagement A 2.3.2 Professioneel onthaal A 4.4.1 Personeelsbeheer A 4.4.2 HRM-projecten A 5.3.2 Interne bewakingsdienst A 4.1.1 Deugdzaam bestuur A 2.1.1 Communicatieplan A 2.1.2 Marketingplan A 2.1.3 Partnerschappen A 4.1.2 Belanghebbendenmanagement A 4.2.1 Financiële cyclus
4. Organisatiestructuur
5. Human Resources Management
6. Organisatiecultuur 7. Informatie en communicatie
8. Financieel management
34
A 4.2.2 Financiële middelen A 2.3.1 Verbeterde uitrusting A 5.1.1 Masterplan A 5.2.1 Infrastructuurbeheersplan A 5.2.2 Logistiek beheer A 5.3.1 Veiligheidsplan A 5.3.3 Globaal preventieplan A 5.2.3 ICT-beheer A 4.1.2 Belanghebbendenmanagement
9. Facility management
10. Informatie en communicatietechnologie (ICT) 11. Veranderingsmanagement
35
Efficiëntiewinst Het agentschap definieert een verbetertraject om meetbare efficiëntiewinsten te realiseren. Wat het binnen deze beleidsperiode behalen van de beoogde efficiëntiewinst betreft, ligt de uitdaging voor de Vlaamse Overheid en meer specifiek voor het KMSKA in het realiseren van het Masterplan, met inbegrip van de consolidatie van de collectie en het personeel naast het garanderen van een continue museale werking en dienstverlening, binnen de contraintes van de huidige begroting en de financiële meerjarenplanning. Punctuele opvolging van de uitvoering van het Masterplan via nauw gezamenlijk overleg tussen en een slagkrachtig optreden van alle betrokken actoren (o.m. Stuurgroep Masterplan, FoCI, AFM, FB, BZ) en het kabinet van de voogdijminister moeten dit garanderen. Interne controle Het agentschap bouwt en evalueert een uitgeschreven en gedocumenteerd systeem van interne controle, opvraagbaar door de functioneel bevoegde minister en de ministers bevoegd voor Financiën en Begroting en Bestuurszaken, dat minstens de elementen zoals bepaald in artikel 33 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid behelst, met name: -
het effectief en efficiënt beheer van risico’s, de betrouwbaarheid van de financiële en de beheersrapportering, de naleving van de regelgeving en de procedures, de effectieve en efficiënte werking van de diensten, de bescherming van de activa.
Personeel Het agentschap dat het voorwerp uitmaakt van deze beheersovereenkomst engageert zich tegenover de bevoegde minister om het reëel aantal medewerkers, uitgedrukt in VTE, maximaal gelijk te houden en bij voorkeur te verlagen ten opzichte van het reëel aantal VTE in de entiteit op het moment van het ingaan van het Vlaams Regeerakkoord 2009-2014. Indien het reëel aantal VTE is gestegen tussen het moment van het ingaan van het Vlaams Regeerakkoord en de aanvang van de beheersovereenkomst, legt de entiteit een structureel en haalbaar plan voor in functie van het afsluiten van de beheersovereenkomst, met het oog op een volledige en zo snel mogelijke afbouw van deze toename, ten allerlaatste twee jaar voor het einde van de beheersovereenkomst. Vanaf de aanvangsdatum van de beheersovereenkomst moet elke verhoging van het reëel aantal VTE in de entiteit voorafgaandelijk, bij voorkeur in het kader van het opstellen van het ondernemingsplan, worden gemotiveerd en ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Regering of een door haar gemandateerde. De motivatie tot een verhoging moet gepaard gaan met een structureel en haalbaar plan met het 36
oog op een volledige en zo snel mogelijke afbouw van deze toename, in principe, ten laatste twee jaar voor het einde van de beheersovereenkomst. Indien blijkt dat personeelsuitbreiding als gevolg van nieuw beleid niet kan worden ingevuld door middel van interne rekrutering of verschuivingen van personeel (binnen de eigen entiteit en in tweede orde binnen het beleidsdomein) moet de behoefte aan bijkomend personeel worden gemotiveerd en voorafgaand worden voorgelegd voor beslissing aan de Vlaamse Regering. Met het gelijk houden of het afbouwen van het aantal medewerkers, worden ook overeenkomstige, niet aangewende begrotingsmiddelen (personeelskredieten en kosten gerelateerd aan de werkplaatsen en de werking) in de entiteit, waar mogelijk, gereduceerd.
Aanvullende opdrachten Ingeval van toewijzing aan het agentschap van aanvullende opdrachten zal vooraf een berekening van de nodige middelen worden uitgevoerd. Vervolgens zal in overleg met het agentschap worden onderzocht of het agentschap deze aanvullende opdrachten op zich kan nemen en in welke mate dit mogelijk is met de beschikbare middelen, dan wel of er extra middelen moeten toegekend worden of dat er herschikkingen moeten gebeuren. Ingeval door omstandigheid of door de aard van de zaak zich aanvullende opdrachten aan het agentschap opdringen, engageert de Vlaamse regering zich om met het agentschap te overleggen over de middelen welke noodzakelijk zijn voor deze aanvullende voorwaarden. Ingeval bij de uitvoering van het Masterplan zich onvoorziene omstandigheden voordoen die resulteren in aanvullende opdrachten en tijdelijke aanwervingen, engageert de Vlaamse regering zich om met het agentschap te overleggen over de middelen welke noodzakelijk zijn voor deze aanvullende voorwaarden.
Andere engagementen Het agentschap zal uitvoering geven aan de acties opgenomen in het ‘Raamkader beleidsnota cultuur’ en een bijdrage leveren aan de realisatie van de acties die worden getrokken door een andere entiteit van het ministerie en waarbij het agentschap als partner werd aangeduid. Het agentschap engageert zich om proactief mee te werken aan de acties die vervat zitten in het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding en die betrekking hebben op zijn doelstellingen. Zo zal waar nodig overleg worden gepland met het Vlaams Netwerk waar armen het woord nemen en andere relevante stakeholders zoals vormingsinstellingen. Het ‘Protocol tussen het departement cultuur, jeugd, sport en media en het agentschap Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen betreffende de management ondersteunende dienstverlening’ opgesteld op 30 november 2009 en in 37
werking vanaf 1 december 2009 bepaalt de samenwerking tussen het KMSKA en het departement.
III. Engagementen van de Vlaamse Regering Financiële bepalingen De financiële engagementen van de Vlaamse Regering dienen te passen binnen de contraintes van de meerjarenbegroting en de jaarlijks door het Vlaams Parlement gestemde begroting. Dit gebeurt met een maximale vrijwaring van de kwaliteit van de dienstverlening. De aanwending, reservering van het begrotingssaldo en de modalteiten in verband met het verlenen van en ter beschikking stellen van de dotaties wordt geregeld door het ‘Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Beheersdienst van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen’ van 11 april 2008. Het KMSKA maakt gebruik van een onroerend patrimonium, waarvan aanpassing, onderhoud en renovatie worden uitgevoerd door FoCI en AFM.
Andere engagementen De Vlaamse Regering verbindt er zich steeds toe om een sluitend juridisch kader aan te reiken waarbinnen het agentschap zijn activiteiten kan ontplooien, en zijn engagementen kan realiseren.
IV. Financiële betrekkingen tussen de ondertekenende partijen Herkomst van de financiële middelen van het agentschap De IVA KMSKA -
de werkingsmiddelen (apparaatskredieten), zoals ingeschreven op de begroting van de algemene uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap, m.n. lonen en sociale lasten - niet verdeeld, algemene werkingskosten (vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector).
De DAB KMSKA - het overgedragen saldo, - de dotatie, zoals ingeschreven op de begroting van de algemene uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap, - de inkomgelden en rondleidingen, - publicaties, - de diverse inkomsten, 38
- schenkingen en legaten, geregeld via het ‘Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Beheersdienst van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen’ van 11 april 2008. Zowel de IVA KMSKA als de DAB KMSKA maken gebruik van het boekhoudpakket OraFin van de Vlaamse overheid waardoor transparantie verzekerd wordt. De rechtspersoonlijkheid, verleend aan het ‘Koninklijk Museum van schoone kunsten’ bij KB van 22 september 1931 (Belgisch Staatsblad van 21 oktober 1931, p. 6048 – 6049), draagt via zijn eigen vermogen (gemeenzaam Patrimonium) en binnen de grenzen van zijn eigen wettelijk kader bij tot de werking van de wetenschappelijke instelling KMSKA.
Financiële betrekkingen tussen de ondertekenende partijen Het agentschap (inclusief DAB) engageert zich, bij het nastreven van de organisatiedoelstellingen, tot het realiseren van de in de begroting voorziene ESR-saldo. Jaarlijks dient het agentschap bij het indienen van zijn ondernemingsplan en bij de opmaak van de initiële begroting een begrotingsontwerp met betrekking tot de bestedingen van het agentschap toe te voegen voor het betreffende begrotingsjaar. Ook bij de rapportering omtrent de uitvoering van de beheersovereenkomst zal steeds de nodige aandacht besteed worden aan de effectieve besteding van de middelen.
Algemene bepalingen inzake het beheer van de financiële middelen Inzake financieel beleid zijn alle agentschappen tot nader order onderhevig aan de wetgeving op de rijkscomptabiliteit (agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid) of de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut en het BVR 21 mei 1997 betreffende een geïntegreerde economische boekhouding en budgettaire rapportering voor de openbare instellingen (agentschappen met rechtspersoonlijkheid). Ingeval bij de uitvoering van het Masterplan zich onvoorziene omstandigheden voordoen die resulteren in bijkomende werkingskosten en investeringen ten laste van de IVA KMSKA, engageert de Vlaamse regering zich om met het agentschap te overleggen over de middelen welke noodzakelijk zijn voor deze aanvullende voorwaarden.
V. Opvolging, rapportering en evaluatie Opvolging en rapportering
39
De partijen engageren zich tot regelmatig overleg en systematische doorstroming van alle informatie die relevant is voor de uitvoering van de beheersovereenkomst. Dit overleg wordt semestrieel voorzien en heeft betrekking op: -
de rapportering over de uitvoering van de beheersovereenkomst, externe en interveniërende factoren bij de uitvoering van de beheersovereenkomst, bespreking van beleidsinitiatieven relevant voor de uitvoering van de beheersovereenkomst en de uitvoering van de opdrachten van het agentschap, bespreking van relevante beslissingen genomen in parlementaire commissies en van antwoorden op parlementaire vragen.
Evaluatie Jaarlijks wordt op een in overleg te bepalen tijdstip door beide partijen een gezamenlijke evaluatie doorgevoerd van de uitvoering van de beheersovereenkomst en de aanwending van de ter beschikking gestelde middelen. Dit gebeurt op basis van de rapportering door het agentschap over de uitvoering van de beheersovereenkomst, het eventuele opvolgingsrapport van het departement en eventuele verslagen van de dienst Interne Audit. Deze evaluatie handelt minimaal over de voortgang van de uitvoering van de beheersovereenkomst, eventuele correctieve maatregelen van het beleid aan de evoluties in het veld en eventuele noodzakelijke bijsturingen voor de nieuwe beheersovereenkomst en het beleid. In concreto wordt nagegaan of het agentschap het volgende heeft bereikt of vervuld: -
de vooropgestelde resultaatsnormen inzake strategische en operationele organisatiedoelstellingen voor het betrokken jaar, de acties inzake beleidsuitvoering en beheer zoals die in het beleidsplan en het daaraan gekoppelde actieplan van het betrokken jaar beschreven staan.
VI. Geschillenregeling Vermits een beheersovereenkomst een sturingsinstrument is, onder de vorm van een werkafspraak binnen de overheid en dus strikt genomen geen contractuele, juridisch bindende overeenkomst tussen overheid en derden, wordt er geen mogelijkheid ingebouwd om een burgerrechtelijke procedure in te stellen, ook niet nadat alle middelen tussen de contractanten zijn uitgeput. Geschillen die ontstaan bij de uitvoering van de beheersovereenkomst worden in eerste instantie in onderling overleg geregeld tussen de beide contractanten. Als uiteindelijk geen consensus tussen beide contractanten mogelijk blijkt, beslist de Vlaamse Regering.
40
VII. Aanpassingen beheersovereenkomst - opschortende voorwaarden Indien zich tijdens de duur van de overeenkomst ingrijpende wijzigingen voordoen, hetzij in de maatschappelijke omgeving waarin het agentschap actief is, hetzij in de beleidsopties, hetzij door een interventie door de Vlaamse minister bevoegd voor financiën en begroting in overleg met de Vlaamse Regering t.g.v. een belangrijke wijziging van het financiële engagement van de Vlaamse Regering tijdens de duur van de beheersovereenkomst, en deze wijzigingen de opdrachten van het agentschap dermate veranderen dat deze veranderingen niet kunnen ingepast worden in de vigerende afspraken tussen de partijen, dan kan de beheersovereenkomst op vraag van één van de ondertekenende partijen (of van de minister bevoegd voor financiën en begroting) opnieuw onderhandeld en aangepast worden.
VIII. Aanvullende bepalingen en overgangsbepalingen Als bij het verstrijken van de beheersovereenkomst geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande overeenkomst van rechtswege verlengd, tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt.
Gedaan op 15 oktober 2010 te Brussel
Voor de Vlaamse Gemeenschap Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege
Voor het agentschap De administrateur-generaal Dr. Paul Huvenne
41