A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 1/27 _____________________________________________________________________________________________ HOOFDSTUK II Lijst en indeling van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke inrichtingen [A. Ingedeelde inrichtingen onder het hoog toezicht van de Minister die de arbeid of de Minister die de mijnen onder zijn bevoegdheid heeft. Nummering
1(53)
[[2(1)
3(2) 4(3) 5(4) 6(5)
[[6bis [[6ter
*
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Klassen
Aardpek, teer, asfalt, zware fuel-oil met een ontvlammingspunt bepaald in gesloten vat volgens de norm NBN 52017 hoger dan 100° C, pek en dergelijke stoffen (Opslagplaatsen voor meer dan 5.000 kg). Accumulatoren (Elektrische) : 1. Stationaire batterijen waarvan de uitkomst van het vermogen uitgedrukt in Ah vermenigvuldigd met de spanning uitgedrukt in V meer bedraagt dan 10.000. 2. Vaste inrichtingen voor de lading van niet-stationaire elektrische accumulatoren met behulp van toestellen met een vermogen dat meer bedraagt dan 5 kW. Accumulatoren (Fabrieken of werkplaatsen voor het herstellen of monteren van elektrische). Acetaten (Bereiding van). Aceton (Bereiding van).
2
Gevaar voor brand
2
Gevaar voor brand en ontploffing ; zure vloeibare afval; uitwasemingen die luchtverversing noodzakelijk maken; gevaar voor het personeel.
Acetyleen (Bereiding van) met uitzondering van die welke gebeurt in onverschillig welke draagbare toestellen die hoogstens 2 kg carbid kunnen inhouden. (140bis)…]] (140ter) ) Afval, met uitzondering van : [[[a) deze die elders is ingedeeld of deze die bedoeld is in de wet van 22 juli 1974 op de giftige afval;]]] b) de afvalwaters; c) deze die afkomstig is van de ingedeelde inrichtingen van de lijst B; d) schroot; e) versleten voertuigen; f) materialen afkomstig van de afbraak van gebouwen en kunstwerken; g) slakken en sintels van de staalnijverheid.
1
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * __
__]]
2
1
Gevaar voor brand en ontploffing; behandeling van zure vloeistoffen.
M
1 1
Ongezonde arbeid; onaangename reuk. Groot gevaar voor brand; sterke en onaangename reuk. Produkten en afval met onaangename reuk; gevaar voor brand, ontploffing en vergiftiging.
M M
Rook, ontsnapping van weinig overvloedige prikkelende en zure damp.
[Aa = Landbouw, inspecteur van de Dienst voor plantenbescherming] Af = Landbouw, toezicht van bossen en waters. Av = Landbouw, veeartsenijtoezicht. LV = Landsverdediging H = Bestuur van de volksgezondheid. M = Administratie van de arbeidshygiëne en –geneeskunde. Opmerking : De cijfers tussen haakjes verwijzen naar de overeenstemmende rubriek van de Franse lijst.
__
M
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 2/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Klassen
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen *
1
Mogelijkheid tot verontreiniging van het leefmilieu; gevaar voor brand; mogelijkheid tot vergiftiging.
H, Af
2. Inrichtingen voor de behandeling of de vernietiging van afval gevoegd bij een inrichting van de lijst A.
2
Mogelijkheid tot verontreiniging van het leefmilieu; gevaar voor brand; gerucht; reuk; mogelijkheid tot vergiftiging.
H
3. Inrichtingen voor de behandeling of de vernietiging van afval die niet gevoegd zijn bij een in de lijst A ingedeelde inrichting. Aluin (Bereiding van)
1
Mogelijkheid tot verontreiniging van het leefmilieu; gevaar voor brand; gerucht; reuk; mogelijkheid tot vergiftiging.]]
H
Aluminiumbladen (Vervaardiging van). Aluminiumoxyde (Bereiding van) en koolzure soda, door werking van koolzuur op sodium-aluminaat. Aluminiumpoeder (Bereiding van).
1 1
Aluminiumsulfaat (Bereiding van) door middel van klei en zwavelzuur. Aluminium (Vervaardiging van).
1
1. Opslagplaatsen van afval die niet gevoegd zijn bij in andere rubrieken ingedeelde inrichtingen, met uitzondering van : a) de stortingen of ophogingen uitgevoerd tijdens werken van burgerlijke bouwkunde waarop toezicht wordt uitgeoefend door de ambtenaren van het Ministerie van Openbare Werken of van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen; b) afval die niet van aard is het leefmilieu te verontreinigen en die geen gevaar inhoudt voor brand of vergiftiging.
7(31) 8(28) 9(27) 10(30) 11(351) 12(29) 13(34)
14(273)
15(272)
16(35)
Ammoniak (Bereiding van vloeibare) of concentratie van ammoniakwaters. Ammoniumchloride. Zie : Salmiakbereiding. Ammoniumnitraat of daarmede gelijkgestelde mengsels krachtens de reglementering op het vervoer, de borging en de verkoop van ammoniumnitraat en mengsels daarvan (Opslagplaatsen van). a) opslagplaatsen voor meer dan 300 kg; b) opslagplaatsen voor meer dan 20 tot 300 kg. Ammoniumnitraat of de volgende mengsels ervan (Inrichtingen voor de bereiding van) : a) mengsels van ammoniumsulfaat met ammoniumnitraat die in gewicht meer dan 40 % van dit laatste produkt bevatten; b) mengsels van ammoniumnitraat met stoffen zonder invloed op de ontplofbaarheid van deze mengsels die in gewicht meer dan 65 % ammoniumnitraat bevatten. Ammoniumsulfaat (Bereiding van) door middel van lichtgascondenseerwater. Zie : Salmiakbereiding. Aniline (Bereiding van) en anilinekleurstoffen.
1
1
1 1
Rook; ontsnapping van weinig overvloedige prikkelende en zure damp. Rook; gerucht. Ongezonde uitwasemingen; rook. Gevaar voor ontploffing; ontsnapping van schadelijke stof. Rook: zwakke uitwasemingen van zure en bijtende damp. Rook; onaangename en voor mensen en gewassen schadelijke uitwasemingen; ongezonde arbeid. Prikkelende reuk van rottende urine.
M __ M M __ M, H Aa
1
Gevaar voor brand en ontploffing. Speciale regeling.
__
1
Damp; gevaar voor besmetting van het freatisch vlak; gevaar voor brand en ontploffing.
__
1
Reuk; schadelijke uitwasemingen; gevaar voor ontploffing, gekleurde en soms giftige vloeibare afval.
M,Af
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 3/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Klassen
17(36)
Antibiotische produkten (Bereiding van penicilline, streptomycine en andere).
1
18(333)
Antimoon- of spiesglanszouten (Bereiding van) door werking van zuren op spiesglansoxyde. Appelen, peren en andere suikerhoudende vruchten of plantaardige stoffen (Bereiding van stroop uit). Appelen van harsbomen (Drogen in ovens van). Appreteerinrichtingen.
2
19(309) 20(308) 21(39) 22(41)
H
2
Gevaar voor brand.
__
1
Nevel; damp; bijtende vloeibare afval; stof. Arsenikhoudende uitwasemingen; gevaarlijke arbeid.
__
1
Stof; gevaar voor asbestose.
M
1
Gevaar voor brand; onaangename reuk.
__
Gevaar voor brand; onaangename reuk; gerucht.
__
1
Zwakke zure uitwasemingen; gevaar voor brand.
H
1
Onaangename reuk van houtteer of van harsolie; rook. Nevel; gevaar voor brand en ontploffing; bijkomende reacties die zwavelige uitwasemingen kunnen doen ontstaan. Rook; nevel; gevaar voor brand en ontploffing.
M
a) lokaal waarin 3 tot 25 voertuigen kunnen gestald worden; b) lokaal waarin meer dan 25 voertuigen kunnen gestald worden. Azijn (Hout-). Zie : Houtazijn Azijn uit vruchten, graan, melasse, wijn, wijngeest, jenever of verdunde alkohol (Bereiding in het groot van). Azijnzuur (Bereiding van).
2
28(45)
Baryumhydroxyde (Bereiding van) door electrolyse van een waterige oplossing van zwavelbaryum en door kristallisatie.
1
29(46)
Baryumhydroxyde (Gelijktijdige bereiding van) en zwavelzink door werking van zwavelbaryum op zinkzuurbaryum verkregen door verhitting van een waterige oplossing van baryumhydroxyde met zink. Baryumnitraat (Bereiding van).
1
Baryumsulfide (Bereiding van) door reductie van baryumsulfaat. Zie ook : Baryumzouten. Baryumzouten (Bereiding van) door werking van zuren op zwavelbaryum. Zie ook : Baryumsulfide. Beenderen (Bleken van)
1
25(43)
26(399) 27(6)
30(47) 31(359) 32(334) 33(280) 34(281)
35(21) 36(49)
Beenderen (Opslagplaatsen voor) toegevoegd aan een ingedeelde inrichting onderworpen aan het hoog toezicht van de Minister die de arbeid onder zijn bevoegdheid heeft : a) voor 25 tot 300 kg; b) voor meer dan 300 kg. Beenderzwart (Bereiding van) Zie : Dierlijke kool. Benzol-aldehyde. Benzols, benzeen, homologen van benzeen en derivaten van benzeen (Fabrieken van en werkplaatsen waar) gebruikt worden.
__
Rook; flauwe damp; voor rotting vatbare afval.
1
24(42)
Gevaar voor vergiftiging van het personeel; vloeibare afval die schadelijke produkten inhoudt. Ontwikkeling van waterdamp.
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * M, H, Aa, Av, Af
2
Arsenikhoudende producten (Bereiding van). Asbest (Vervaardiging van voorwerpen uit) of asbesthoudende voorwerpen. Asfalt, aardpek, teer, pik (Smelting en menging van). Automobielen (Garages voor) :
23(32)
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
M
1
1
Nevel; gevaar voor brand en ontploffing; gevaar voor besmetting van het freatisch vlak. Stof; rook; gerucht, zwavelwaterstofhoudende uitwasemingen.
M, H
__
M, H M
1
Zeer slechte reuk; nevel; vloeibare afval die het freatisch vlak kan besmetten.
M
2
Waterdamp; zwakke dierlijke uitwasemingen. Onaangename en ongezonde dierlijke uitwasemingen; gevaar voor besmetting.
__
Hinderlijke reuk; gevaar voor brand. Gevaar voor brand, ontploffing en vergiftiging van het personeel.
__ M
M
2 1
1 1
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 4/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
37(50)
38(70) 39(52) 40(51) 41(165) 42(60) 43(58) 44(57)
45(177) 46(176) 47(61)
48(67) 49(73)
50(74)
51(66)
52(85) 53(69)
54(81)
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz. Beton-, mortel- of pleistercentrales : a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Beton. Zie : Blokken. Bierbrouwerijen.
Klassen
Gerucht; trillingen; stof.
1 1 2
Bladtin (Vervaardiging van). Blauwmaken van metalen door warm aanwenden van olieachtige produkten, teer, enz. Blauw (Pruisisch of Berlijns Turnbull-). (Bereiding van), de bereiding van geel en rood cyaankalium niet inbegrepen. Bleken van garens, linnen of weefsels door werking van scheikundige ontkleuringsmiddelen. Blekerijen. Zie : Wasserijen. Blikslagerijen. Blik (Vervaardiging van).
1 2
a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Breiwerk (Fabrieken van of van weefsels uit) : a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Bremerblauw of koolzure koperoxyde en andere koperverbindingen (Fabrieken van). Brood- en banketbakkerijen. Buizen (Fabrieken van). Zie : Blokken. Buizen (Ovens voor het bakken van). Zie : Pannen. Calciumcarbid of andere carbiden die onder werking van water acetyleen kunnen voortbrengen. a) opslagplaatsen voor 100 tot 1.000 kg; b) opslagplaatsen voor meer dan 1.000 kg.
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * __
2
Bier (Werkplaatsen voor het aftappen van). Bieten (Wassen en raspen van).
Blokken, tegels, platen, buizen, enz., van beton of cement (Fabrieken van) : a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Boraxzure soda, borax (Bereiding of zuivering van). Borduurwerk (Fabrieken van) : a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW. b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Zie ook : Passementwerk. Borstels (Fabrieken van) :
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
1
Rook; overvloedige ontwikkeling van flauwe en hinderlijke damp. Gevaar voor het stukspringen van flessen. Modderige voor rotting vatbare vaste en vloeibare afval. Rook; gerucht. Slechte reuk; gevaar voor brand.
__ __ __ __ __
1
Gekleurde, zoutachtige en ijzerhoudende vloeibare afval.
M, H
1
Overvloedige loogreuk verspreidende waterdamp; voor rotting vatbare en voor gewassen schadelijke vloeibare afval; onaangename en schadelijke chloorreuk.
M
2 1
Gerucht; zwakke reuk van spiegelhars. Zwakke geur van rotte eieren; rook; soms onaangename geur van verhitte talk. Gerucht; trillingen; stof.
__ __
Loogreuk verspreidende waterdamp.
__
Gerucht; trillingen; gevaar voor brand.
__
Stof; onaangename reuk; gevaar voor brand en besmetting; voor rotting vatbare vloeibare afval.
M
Gerucht; trillingen; gevaar voor brand.
__
__
2 1 2 2 1
2 1
2 1 1 2
Koperhoudende en soms arsenikhoudende vloeibare afval; ongezonde arbeid. Rook; gevaar voor brand.
Onaangename reuk; gevaar voor ontploffing. 2 1
M, Af __
__
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 5/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Klassen
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
55(84)
Caseïne of kaasstof (Bereiding van).
1
Onaangename reuk; voor rotting vatbare vloeibare afval; die het freatisch vlak kan besmetten.
56(115)
Celluloïd. Zie : Films. [[Celluloselijmen. Zie : Vernissen (Cellulosevernissen of -verven en andere ontvlambare vernissen of verven, voor de verkoop niet geconditioneerd)]]. Cementfabrieken
1
57(109)
Chloor (Bereiding van).
1
58(340)
Chloorhoudende oplosmiddelen : koolstoftetrachloride, tetrachloorethaan, trichloorethyleen, enz. (Fabrieken van en werkplaatsen waar) gebruikt worden. Chloorkalk of bleekpoeder (Bereiding van). Zie : Chloor. Chocoladefabrieken en suikerbakkerijen :
1
Rook; stof; ontwikkeling van hinderlijke en voor gewassen schadelijke gassen. Rook; onaangename, voor mensen en gewassen schadelijke en op grote afstand verspreide uitwasemingen; overvloedige, zure en bijtende voor de grond nadelige vloeibare afval, die de mortel van de waterleidingen vernietigt, het water van beken en riviertjes voor economisch en industrieel gebruik onbruikbaar maakt en de vis doodt. Onaangename en schadelijke uitwasemingen.
a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Chromaten (Bereiding van) en chromaathoudende verfstoffen.
2
Cider (Bereiding van).
2
Citroenzuur (Bereiding van) door gisting van suiker of suikerstroop. Cokesovens.
1
59(111)
60(112)
61(113) 62(8) 63(120) 64(125)
65(139) 66(140) 67(328) 68(143)
69(99)
Collodion (Bereiding van) of aanbrengen als deklaag en andere gevaarlijke behandelingen van deze stof (het bereiden en opslaan van schietkatoen uitgezonderd) bij hoeveelheden : a) van 5 tot 20 l; b) van meer dan 20 l. (Die getallen duiden de in eenmaal bewerkte hoeveelheden aan). Constructiewerkplaatsen. Zie : Metaalbewerking Cyaanverbindingen (Opslagplaatsen voor meer dan 10 kg alcalische). Cyaniden en cyaanwaterstofzuur (Gebruik van) in vaste inrichtingen voor het bestrijden van parasieten en het ontsmetten. Danszalen, met een dansvloer met een oppervlakte van meer dan 100 m² Diamant (Bewerking van) : a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 2 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 2 kW. Dierlijke kool of beenderzwart (Bereiding van).
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * __
M, Aa M, Aa, Af, H
M
Gerucht; trillingen; gevaar voor brand; onaangename uitwasemingen wanneer er cacao geroosterd wordt.
H
Naargelang de aangewende procédés : rook: stof; onaangename en ongezonde salpeterhoudende uitwasemingen; ziltige vloeibare afval. Voor gisting en rotting vatbare afval die het freatisch vlak kan besmetten. Overvloedige voor spoedige rotting vatbare vloeibare afval. Rook; rookzwart; stof; overvloedige ontwikkeling van voor gewassen schadelijke brandende gassen. Gevaar voor brand en ontploffing
M
1 1
1
__ Af M, H, Aa __
2 1
1 1 2
Gevaar voor vergiftiging door behandeling van giftige stoffen en door toevallige besmetting van het freatisch vlak. Gevaar voor vergiftiging van personeel en buurt.
__
Gerucht; gevaar voor brand en paniek.
__
Gerucht; trillingen.
__
Zeer onaangename en blijvende, op grote afstand verspreide reuk van verbrande hoorn : zwart stof
M
M
2 1 1
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 6/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Klassen
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
Ongezonde arbeid; onaangename en giftige uitwasemingen; gevaar voor ontploffing; zure vloeibare afval. Ongezonde arbeid; giftige uitwasemingen; gevaar voor brand en ontploffing; zure vloeibare afval. Overvloedige en voortdurende uitwasemingen van zwavelhoudende gassen en van zeer onaangename, verstikkende, ongezonde, op grote afstand verspreide en voor gewassen schadelijke zure damp. Overvloedige rook; voor gewassen schadelijke uitwasemingen; stof. Gerucht; trillingen
70(144)
Diëthylamine (Bereiding van) :
1
71(145)
Dimethylamine (Bereiding van).
1
72(121)
Dodekop. Berlijns rood, Engels rood (Bereiding van) door middel van ijzersulfaat.
1
73(148)
Dolomiet of bitterspaat (Ovens voor het fritten van). Draden en kabels (Vervaardigen van metalen). Drukken op weefsels in het algemeen.
1
74(183) 75(229)
76(230)
77(152)
[[78(156)
Drukkerijen : a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Eau de Javel of bleekwater (Bereiding van) door de onrechtstreekse methode van de dubbele ontbinding. Eau de Javel of bleekwater (Bereiding van) door rechtstreekse behandeling met chloor. Zie : Chloor. Elektriciteit : 1. Generatoren, receptoren : a) met een nominaal vermogen van 100 tot 1000 kW; b) met een nominaal vermogen van meer dan 1000 kW. 2. Statische transformatoren : a) met een nominaal vermogen van 250 tot 1000 kVA; b) met een nominaal vermogen van meer dan 1000 kVA.
79(239) 80(157)
1 1
Overvloedige ontwikkeling van riekende waterdamp; vloeibare afval die zure of giftige verf- en minerale stoffen inhoudt; gevaar voor brand. Gerucht; trillingen; gevaar voor brand.
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * M M Av
M, Af __ __
__
2 1 2
Zwakke chloorreuk.
2
Eventuele trillingen, gevaar voor elektrocutie.
__
1
2
Eventueel licht gerucht; risico voor brand als het diëlektricum brandbaar is; gevaar voor elektrocutie.
__
1
]] M
Elektrische lampen (Vervaardigen van). Elektrische sterkstroominrichtingen in de ondergrondse werken en in bepaalde bovengrondse aanhorigheden van de mijnen, graverijen en ondergrondse groeven. Elektrolyse (Afscheiding, zuivering en bescherming van metalen door).
1
Uitwasemingen; gevaar voor vergiftiging. Speciale regeling
1
M, Af
82(159) 83(160)
Emailleerwerk. Emailwaren (Fabrieken van).
1 1
Vloeibare afval die vaak zure metaalhoudende oplossingen inhoudt, de mortel van de riolen aantast en het freatisch vlak of de waterlopen besmet. Ongezonde arbeid; uitwasemingen. Rook; rookzwart; stof; gevaar voor brand; eventueel gevaar voor vergiftiging.
84(263)
Ertsen en daarmee gelijkstaande stoffen (Behandeling van) : a) Wassing en concentratie, uitgezonderd de dichtstbijgelegen bijgebouwen, mijnen en graverijen; b) Mechanische bereiding, uitgezonderd de dichtstbijgelegen bijgebouwen van mijnen en graverijen; c) Roosten; d) Calcinering en agglomeratie. Ether (Bereiding van zwavelzure).
1
Bederving van het freatisch vlak door de meegevoerde stoffen.
M, Af
1
Rook; ontwikkeling van schadelijke gassen; stof; bederving van het freatisch vlak.
1 1 1
Idem. Idem. Zeer groot gevaar voor brand.
81(158)
85(168)
M M
__ M, Av, Af M __
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 7/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
86(167) 87(174) 88(358)
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz. Ether of esters (Bereiding van samengestelde). Faiënceartikelen (Vervaardiging van).
Klassen
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
1
Zeer groot gevaar voor brand.
1
Veel rook en rookzwart; kleihoudende vloeibare afval. Overvloedige ontwikkeling van salpeterhoudende damp; ongezonde arbeid. Rook; nevel; stinkende en ongezonde uitwasemingen van rotte eieren; gevaar voor brand. Gevaar voor brand.
1
Gevaar voor brand; reuk; voor verrotting vatbare vloeibare afval.
92(9)
Ferrisulfaat (Bereiding van) door middel van salpeterzuur en ferrosulfaat. Ferrosulfaat of ijzervitriool (Bereiding van) door werking van zwavelzuur op ijzer of gietijzer. Films, gevoelige platen of alle andere produkten van celluloïd of dergelijke gemakkelijk ontvlambare stoffen (Opslagplaatsen voor) van meer dan 20 kg. Films, gevoelige platen of alle andere produkten van celluloïd of dergelijke gemakkelijk ontvlambare stoffen (Werkplaatsen voor het vervaardigen, wassen, ontwikkelen, enz.) wanneer de aangewende hoeveelheid 5 kg te boven gaat. Fluorwaterstofzuur (Bereiding van).
1
93(22)
Formaldehyde (Bereiding van) of formol.
1
94(189)
Galons en weefsels (Uitbranding in het groot van gouden en zilveren). Galvanisering van ijzer en gietijzer (Werkplaatsen voor). Gas (Bereiding van) door distillatie in gesloten vat.
1
Prikkelende, onaangename, voor gewassen schadelijke en spiegel- en glasdofmakende uitwasemingen; ongezonde arbeid. Gevaar voor brand, onaangename reuk, prikkelende damp. Rook; onaangename reuk.
1
Damp : zure vloeibare afval.
1
Rook; stof; producten en afval, die een sterke reuk van rotte eieren en van steenkoolteer verspreiden waardoor lucht en water ongezond en de grond onvruchtbaar worden gemaakt; gevaar voor brand en ontploffing; gevaar voor vergiftiging door gasindringing. Gevaar voor brand en ontploffing.
89(357) 90(182)
91(181)
95(190) 96(195)
97(192)
98(200) 99(201)
100(198) 101(194)
102(197)
Gas (Bereiding van gecarbureerd) door middel van een carbureertoestel dat kan inhouden : a) tot 300 l carburerende vloeistof; b) meer dan 300 l carburerende vloeistof. Gasgeneratoren (Industriële). Gashouders die een brandbaar gas inhouden en een inhoudsvermogen hebben van : a) 1.000 tot 10.000 l gas; b) meer dan 10.000 l gas. Gassen (Inrichtingen voor het scheiden langs fysische weg van). Gassen : a) Inrichtingen voor het vullen van om het even welke verplaatsbare recipiënten met gassen, samengeperst, vloeibaar gemaakt of opgelost gehouden onder een druk hoger dan 1 kg/cm², wanneer het totale waterinhoudsvermogen van de recipiënten die zich in de inrichting bevinden meer dan 500 l bedraagt. b) Inrichtingen voor het vullen van om het even welke verplaatsbare recipiënten met ontvlambare of giftige gassen, samengeperst. vloeibaar gemaakt of opgelost gehouden onder een druk hoger dan 1 kg/cm², wanneer het totale waterinhoudsvermogen van de recipiënten die zich in de inrichting bevinden 500 1 niet overschrijdt. Gassen (Inrichtingen waar) volgens een scheikundig of warmteproces worden voortgebracht of omgevormd.
1 1 1
2 1 1
2 1 1
Rook; stof; zwavelwaterstof- en teerreuk; gevaar voor ontploffing en vergiftiging. Gevaar voor brand en ontploffing.
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * __ M M M __
__
M, Aa, Af, H M __ __ M, Af, Aa
__
M __
Onwelriekende afval; gevaar voor brand en ontploffing. Gevaar voor ontploffing en ontsnapping van de gassen.
__
Voor mensen en gewassen schadelijke uitwasemingen; gevaar voor brand en ontploffing.
__
__
1
2
1
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 8/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
103(196)
Gassen (Installaties voor het samenpersen van) : a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Gassen (Samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden) : 1) Handelsbutaan en –propaan en hun mengsels (Opslagplaatsen voor vaste recipiënten) : a) met een gezamenlijk inhoudsvermogen in liters water van 300 tot 3.000 l; b) met een gezamenlijk inhoudsvermogen in liters water van meer dan 3.000 l. 2) Gassen onder een druk van meer dan 1 kg/cm² samengeperst, vloeibaar gemaakt of in oplossing gehouden (Opslagplaatsen voor vervoerbare recipiënten) met een gezamenlijk inhoudsvermogen in liters water van 500 l en meer. 3) Gassen onder een druk van meer dan 1 kg/cm² samengeperst, vloeibaar gemaakt of in oplossing gehouden, met uitzondering van de opslagplaatsen voor handelsbutaan en -propaan en hun mengsels (Opslagplaatsen voor vaste recipiënten) met een gezamenlijk inhoudsvermogen in liters water van 300 l en meer.
104(193)
Klassen
Gevaar voor ongevallen; gerucht; trillingen. 1
Gevaar voor ontploffing en ontsnapping van de gassen.
__
1
Gevaar voor ontploffing en ontsnapping van de gassen.
__
1
Gevaar voor ontploffing en ontsnapping van de gassen.
__
Gevaar voor scheuring en ontploffing van de houders; gevaar of hinder veranderlijk volgens de aard van de vloeistof ingehouden in de houders. Gevaar voor brand : ontwikkeling van prikkelende damp. Zeer ongezonde arbeid. Veel rook; gevaar voor brand. Onaangename reuk van bedorven beenderen; lijmreuk; zure voor rotting vatbare vaste en vloeibare afval die de mortel van de riolen vernietigt. Rook; gerucht. Onaangename en blijvende reuk van olieverf en - vernis; gevaar voor brand.
__
2 1
Gassen (Vastgeplaatste houders voor op lage temperatuur vloeibaar gemaakte).
1
106(191)
Gas (Werkplaatsen voor het roosten van katoenen weefsels door middel van). Gegoten glas (Verfoeliën van). Gegoten glas (Vervaardiging van). Gelatine uit beenderen (Bereiding van) hetzij door middel van zuren. hetzij door middel van water in een stoomkoker.
1
110(368) 111(382)
1 1 1
2 1
112(242)
Gereedschapsmederijen Geschilderde doeken (Werkplaatsen voor het bedrukken van). Gietijzer (Brandverven van). Zie : Plaat- en gietijzer. Gistfabrieken
113(396)
Glasblazerijen en kristalfabrieken
1
114(398)
1
118(209)
Glas (Strekovens of in het algemeen ovens voor het verwarmen van). Glazen, flessen, spiegelglas of alle andere voorwerpen in glas (Graveren, ontglanzen, gelijkmaken van) en alle bewerkingen waar er een zandstraal onder druk of fluorzuur worden gebruikt. Gloeikousjes (Volledige bereiding of afzonderlijke bewerkingen, zoals drogen, vlammen, roosten, collodioneren en andere bewerkingen, die schadelijk kunnen zijn. Glucose, stroop of suiker uit zetmeel (Bereiding van). Glycerine (Destillatie van).
119(278)
Glycerine (Uittrekken van). Zie : Vetzuren. Goud en Zilver (Pletten van).
115(397)
116(248)
117(208)
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * __
2
105(199)
107(205) 108(207) 109(202)
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
1
Afval die het freatisch vlak en de naburige waterlopen kan besmetten; walgelijke reuk. Veel rook; stof; zwavelhoudende, ongezonde en voor gewassen schadelijke uitwasemingen; gevaar voor brand; gevaar opgeleverd door de bij de bewerking gebruikte giftige stoffen. Overvloedige rook; stof.
__ __ __ M, Af, H
__ __
M, Af, H M, H, Aa
__
1
Gerucht; trillingen; gevaar voor silicose; gevaar voor vergiftiging.
M
2
Onaangename reuk; schadelijke uitwasemingen; gevaar voor brand en ontploffing.
__
2
Rook; in voorkomend geval overvloedige ontwikkeling van flauwe damp. Nevel; onaangename reuk; afval die het freatisch vlak kan besmetten.
H
1 2
Gerucht.
__ __
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 9/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
120(86) 121(211) 122(127) 123(82)
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz. Goudsmederijafval (Behandeling van) met lood. Granen (Reinigen in het groot van) door middel van mechanische toestellen. Groenten en fruit (Bereiding in het groot van ingelegde). Groeven (Zand-, klei-, enz.) in open lucht.
Klassen
1 1 2 1
124(214) 125(318)
Guano (Opslagplaatsen in het groot voor). Harsen (Destillatie van) voor de bereiding van fijne en vluchtige oliën.
1 1
126(319)
Harsstoffen (Bewerking in het groot van) hetzij om die stoffen te smelten en te zuiveren, hetzij om er terpentijn uit af te scheiden. Hennep (Bereiding van geteerde of ondoordringbare). Hennep, vlas en dergelijke vezelstoffen (Hekelen in het groot van). Hennep. vlas en dergelijke vezelstoffen (Opslagplaatsen voor meer dan 1.000 kg). Hennep, vlas en dergelijke vezelstoffen (Roten van) :
1
127(92) 128(94) 129(93) 130(95)
131(96)
132(97)
133(98) 134(216) 135(13) 136(228) 137(63) 138(65) 139(100) 140(62) [141(64)
a) door het weken in een waterloop: 1. in het groot (meer dan 2.000 kg); 2. in het klein (2.000 kg. en minder); b) door elk ander procédé. Hennep, vlas en dergelijke vezelstoffen (Zwingelen van) : a) werkplaatsen waarin de drijfkracht niet door een mechanische motor wordt verschaft en die minstens 5 zwingelmolens bevatten, of werkplaatsen waarin de drijfkracht door een mechanische motor wordt verschaft en die minder dan 5 zwingelmolens bevatten; b) werkplaatsen waarin de drijfkracht door een mechanische motor wordt verschaft en die minstens 5 zwingelmolens bevatten. Hoeden (Vervaardiging van vilten).
Hoeden (Vervaardiging van zijden en andere), met vernis toebereid. Hop (Eesten voor het zwavelen van). Houtazijn (Bereiding van). Houtdrenking met creosoot of met soortgelijke of giftige produkten (Inrichtingen voor). Houtextracten (Bereiding van). Hout (Opslagplaatsen of magazijnen voor meer dan 5 m³ gezaagd of gekapt). Houtskool (Bereiding in mijten van) in bossen of in open veld. Houtverkoling Hout (Zagerijen en werkplaatsen voor de bewerking van) : a) als de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 1 kW en minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) als de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW.
1
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
Rook; zeer ongezonde uiwasemingen van loodoxyde. Rook; mineraal en organisch stof. Voor rotting vatbare vaste en vloeibare afval. Gevaar voor instorting; overstroming; wijziging van het regime van het freatisch vlak. Zeer onaangename reuk Sterke, doordringende en onaangename reuk van verhitte vioolhars of hars, op grote afstand verspreid; gevaar voor brand en ontploffing. Sterke, doordringende en onaangename reuk van verhitte terpentijngeest of hars, op grote afstand verspreid; gevaar voor brand.
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * __ __ H __ __ __
__
__
1
Sterke, onaangename en blijvende reuk van steenkoolteer; gevaar voor brand. Stof; gevaar voor brand; ongezonde arbeid.
2
Gevaar voor brand.
__
M
Zeer onaangename, rottige en ongezonde uitwasemingen; overvloedige rottige of voor rotting vatbare vloeibare afval; gevaar voor brand. M, H, Af __ M, H
1 2 1 Gerucht; stof; gevaar voor brand.
__
Nevel met zeer onaangename dierlijke reuk; op grote afstand verspreid zwart stof; voor rotting vatbare vloeibare afval; gevaarlijke arbeid. Onaangename reuk; gevaar voor brand.
M
2
1 1
2 2 1 1 1 2 2 1
Zwakke reuk van brandende zwavel. Rook; onaangename reuk; gevaar voor brand. Doordringende reuk; gevaar voor besmetting van het freatisch vlak; gevaar voor brand. Gekleurde en soms zure vloeibare afval. Gevaar voor brand. Rook; op grote afstand verspreide reuk van houtrook. Rook; zeer sterke reuk; gevaar voor brand. Gerucht; trillingen; stof; gevaar voor brand. Dierlijke uitwasemingen
__ __ M M, Af Af __ __ M __
2 1
]]
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 10/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
142(296)
Huidendrogerijen : a) waarin uitsluitend huiden van kleine dieren worden gedroogd (konijnen, hazen, enz.) per hoeveelheden die 200 huiden per week niet te boven gaan; b) in het groot. Huiden en haren (Bewerking van) : a) schoonmaken, splitsen, kammen ontvlezen, ontdoen van borstelharen, afsnijden, vilten en borstelen van de huiden; het snijden en sorteren der haren; b) schoonmaken, splitsen, kammen, ontvlezen, ontdoen van borstelharen en afsnijden van de huiden, wanneer die bewerkingen ten huize worden verricht, uitsluitend door leden van een in hetzelfde huis wonend gezin. Huiden (Opslagplaatsen voor). Zie : Leder en huiden. IJzerchloride (Bereiding van) door werking van zoutzuur op ijzer.
143(295)
144(110)
Klassen
Dierlijke uitwasemingen.
1 Zeer onaangename uitwasemingen; stof; gerucht; ongezonde arbeid (gevaar voor kwikvergiftiging).
M
2
Zeer onaangename uitwasemingen; stof.
__
1
Zeer prikkelende zure damp; voortbrenging van waterstofgas, dat ontploffingen kan teweegbrengen. Rook; nevel; zeer onaangename uitwasemingen; gevaar voor brand; ongezonde arbeid. Overvloedige ontsnapping van salpeterhoudende damp; ongezonde arbeid. Reuk; rook; gevaar voor brand. Damp Nu en dan uitwasemingen
1
146(274)
IJzernitraat (Bereiding van) door werking van salpeterzuur op ijzer. Inkt (Fabrieken van). Invertsuikerfabrieken. Ionone of kunstvioletessence (Bereiding van) door middel van citraal en aceton. Jachthagel (Vervaardiging van). Jute (Twijnderijen van). Zie : Twijnderijen. Kaarsen (Vervaardiging van stearine). Kaarsen (Vervaardiging van vet-).
1
151(68) 152(90) 153(187)
2 2 2 1 1 1
155(307) 156(104)
Kaasmakerijen waar minstens 500 1 melk per dag behandeld wordt voor de bereiding van kaas. Kaas (Opslagplaatsen voor meer dan 50 kg), toegevoegd aan een kaasmakerij. Kachelmakers (Werkplaatsen van). Kalkovens (Bestendige).
2 1
157(105)
Kalkovens voor een verrichting.
2
158(354)
Kaliumsulfaat (Zuivering van).
1
159(77)
Kamfer (Bereiding van).
1
160(119) 161(83)
[…] Karton (Vervaardiging van dozen of voorwerpen uit). Karton (Vervaardiging van). Zie : Papier. Katoen. Zie : Vezelachtige stoffen, Spinnerijen, Twijnderijen. Ketelmakerij (Werkplaatsen voor).
154(188)
162(102) 163(150) 164(151)
165(326) 166(325)
Keuls reukwater en andere soortgelijke produkten (Bereiding van) voor distillatie. Keuls reukwater en andere soortgelijke produkten (Bereiding van) door eenvoudige menging. Kleppen. Zie : Vilt (Gevernist). Klompendrogerijen. Klompen (Werkplaatsen voor het roken van) door het branden van hoorn of andere dierlijke stoffen.
M
1
IJzercyanide (Bereiding van).
150(304)
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * __
2
145(178)
147(161) 148(349) 149(231)
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
1 2
Gevaarlijke arsenikhoudende uitwasemingen. Gevaar voor brand. Onaangename reuk van gesmolten talk; gevaar voor brand. Onaangename reuk; voor rotting vatbare vloeibare afval, die het freatisch vlak kan besmetten. Onaangename reuk. Een weinig rook; gerucht. Overvloedige rook; voor gewassen schadelijke uitwasemingen; stof. Overvloedige rookontwikkeling van voor gewassen schadelijke stoffen; stof. Rook; nevel; soms zwakke zure uitwaseming. Groot gevaar voor brand en ontploffing; onaangename en ongezonde uitwasemingen.
M, Aa M M,Aa __ H __ M __ __ M, Af, H H __ M, H, Aa Aa __ __
2
Lijmreuk; gevaar voor brand.
__
1
Oorverdovend en ver hoorbaar gerucht.
__
1
Gevaar voor brand.
__
2
Gering gevaar voor brand.
__
2 2
Gevaar voor brand. Rook; onaangename en op verre afstand verspreide reuk van gebrande hoorn; gevaar voor brand.
__ __
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 11/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Klassen
167(48)
Kloppen in het groot en gewoonlijk van vulhaar, wol, weefsels, linnen, garens. Knalzilver en knalkwik en daarmee bereide produkten (Bereiding van). Zie : Springstoffen. Koelinrichtingen. Toestellen met effectief vermogen gelijk aan of groter dan 5 kW. Koffie (Werkplaatsen voor het branden van) wanneer de totale inhoud van de trommel of de trommels : a) minder bedraagt dan of gelijk is aan 25 kg; b) meer dan 25 kg bedraagt. Koolstoftetrachloride (Bereiding van). Koolzure soda. Aluminiumoxyde Koper (Afscheiding of zuivering door uitsmelting van) dat aanwezig is in de afval van werkplaatsen waar dat metaal of legeringen ervan worden bewerkt. Koperbereiding langs natte weg (Procédé van de chloorbehandeling). Kopersulfaat (Bereiding van).
1
Stinkende reuk; ongezond dierlijke stof; gerucht.
2
Gevaar voor het personeel; gerucht; trillingen. Sterke en op grote afstand verspreide reuk; rook; gevaar voor brand.
__
1
Ongezonde en hinderlijke uitwasemingen
M
1
Rook; stof; ongezonde metaalhoudende uitwasemingen.
__
1
Uitwasemingen van ongezonde zure damp; zure en ziltige vloeibare afval. Rook; onaangename, ongezonde en voor gewassen schadelijke uitwasemingen; ongezonde arbeid. Onaangename en ongezonde uitwasemingen van salpeter- en zwavelhoudende dampen; ongezonde arbeid. Onaangename reuk; dierlijk stof; gerucht; vloeibare afval die ongezonde stoffen inhoudt. Sterke en onaangename, op grote afstand verspreide reuk van steenkoolteer; stof; gevaar voor brand. Gevaar voor het personeel; hinder veranderlijk naar de aard van het procédé.
168(317) 169(76)
170(374) 171(137)
172(138) 173(352)
1
Koper (Werkplaatsen voor het ontzilveren van).
1
175(44)
Kunstbaleinen (Vervaardiging van) uit pees, been en hoorn.
1
176(126)
Kunstbrandstoffen, perskolen, pera's, briketten (Vervaardiging van).
1
177(203)
Kunstijs (Fabrieken van)
179(338) 180(238)
181(233)
182(241)
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * M
__
2 1
174(136)
178(255)
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Kunststoffen (Organische macromoleculaire synthetische stoffen, zoals polystyreen, polyvinylchloride, polyamiden, enz.) : 1. Werkplaatsen voor het bereiden van kunststoffen; 2. Werkplaatsen voor het vervaardigen en het bewerken van voorwerpen uit kunststoffen : a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW; 3. Opslagplaatsen van kunststoffen of van voorwerpen uit kunststoffen van meer dan 5.000 kg. Kunstzijde (Vervaardiging van).
2
Kwikdamplampen (Vervaardiging van). Labarraque-bleekwater (Bereiding door rechtstreekse werking van chloor van). Zie : Chloor. Laboratoria voor scheikundig onderzoek (uitgezonderd apothekerslaboratoria).
1
Lak (Bereiding van).
1
M, Af. H M, Af, H, Aa __
__ __ H
1
1
Gevaar voor brand en ontploffing; reuk; rook; stof. Gerucht; trillingen; rook; reuk; stof; gevaar voor brand.
__
2
Gevaar voor brand.
__
1
Groot gevaar voor brand en ontploffing; onaangename reuk; vloeibare afval die het freatisch vlak kan bederven. Gevaar voor vergiftiging.
__
2 1
2
Onaangename en ongezonde uitwasemingen; vloeibare afval die de waterlopen of het freatisch vlak kan bederven; gevaar voor brand. Ontwikkeling van door verfhout riekend gemaakte waterdamp; ziltige gekleurde vloeibare afval.
M, Af, H M
Af
__
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 12/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
183(240)
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Klassen
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * __
1
Gevaar voor brand.
184(133)
Lampenkamers en andere lokalen, die tot het mijnbedrijf of tot andere ondergrondse bedrijven behoren en waar ontvlambare essences worden behandeld. Leder (Bereiding van Amerikaans).
1
__
185(135)
Leder (Bereiding van gevernist of verlakt).
1
186(134)
Leder en huiden, die de bewerking van het looien niet hebben ondergaan : a) opslagplaatsen voor hoogstens 500 kg; b) opslagplaatsen voor meer dan 500 kg; Leder (Werkplaatsen voor de bereiding van Hongaars).
Rook; rookzwart; onaangename en op grote afstand verspreide uitwasemingen; koken van lijnolie, van hars, van terpentijngeest of van naphta; groot gevaar voor brand; ongezonde arbeid. Sterke, onaangename en ongezonde reuk van verhitte lijnolie, van essence en van vernis; gevaar voor brand. Slechte dierlijke reuk.
Slechte lederreuk; zeer onaangename reuk van kanenvet; gevaar voor brand; voor rotting vatbare afvloeibare afval. Slechte en blijvende reuk van gelooid leder, van traan en vet. Onaangename uitwasemingen van bedorven dierlijke stof; lijmreuk; voor rotting vatbare en vaste afval. Zeer slechte reuk van bedorven dierlijk stof; overvloedige voor rotting vatbare vloeibare en vaste afval. Flauwe en hinderlijke damp; zwakke reuk.
__
187(215)
2 1 1
188(129)
Leertouwerijen.
1
189(123)
Lijm (Bereiding van konijnenvellen-).
1
190(124)
Lijm (Bereiding van schrijnwerkers-).
1
191(122)
2
195(305)
Lijm (Bereiding van perkament-). Likeuren. Zie : Sterke dranken. Linten. Zie : Nestels. Lompen (Opslagplaatsen voor meer dan 100 kg). Lompen (Werkplaats voor de sortering of reiniging van). Lonten (Gezwinde), aansteekkasten, lonten bereid met kruit of ontploffingsstoffen (Vervaardiging van). Lood (Bereiding van verbindingen van).
192(108) 193(107) 194(170)
2 2 1
Slechte reuk; ongezond stof; gevaar voor brand. Reuk; stof; gevaar voor brand en besmetting. Gevaar voor brand en ontploffing; ongezonde arbeid.
__ M
__ __ M __ M M __
1
M, Av, H
196(88)
Loodgeel. menie en loodnitraat (Bereiding van). Zie : Lood. Loodwit (Bereiding van).
Ongezonde arbeid; giftig stof dat over een zekere afstand kan worden verspreid.
1
M, Av, H
197(369)
Looierijen
1
198(370)
Looistof (Bereiding door synthese van).
1
199(142)
Looitraan (Bereiding van).
1
200(24)
2 1
Gevaar voor brand en ontploffing.
__
202(353)
Lucifers (Opslagplaatsen voor meer dan 50 kg chemische). Lucifers (Vervaardiging van chemische). Machines en toestellen van alle soorten (Fabrieken van). Zie : Metalen. Magnesiumsulfaat (Bereiding van).
Zure uitwasemingen; loodacetaathoudende vloeibare afval, ongezonde arbeid; giftig stof. Onaangename reuk; voor rotting vatbare vaste en vloeibare afval. Onaangename uitwasemingen; gevaar voor besmetting van het freatisch vlak. Zeer onaangename reuk van ranse traan; gevaar voor brand. Gevaar voor brand.
1
M
203(246)
Maïs (Bereiding van gepelde).
1
204(389)
Mandenwerk (Vervaardiging in het groot van voorwerpen in). Mandenwerk (Werkplaatsen voor de bereiding van de grondstoffen voor) : bamboe, riet, teen, rotan, enz. Mangaanoxyde (Gebruik van) voor het vervaardigen van elektrische elementen of andere voorwerpen. Mangaan. Zie : Mangaanoxide. Margarinefabrieken
2
Rook; stof; gerucht; nevel; infiltraties die het freatisch vlak kunnen bederven. Gerucht; stof; zwavelhoudende uitwasemingen; gevaar voor brand. Gevaar voor brand en ontploffing.
201(25)
205(388) 206(284)
207(250)
M, Av, Af, H __ __ __
__ __
2
Rook; roet, slecht riekende uitwasemingen; bederf van het freatisch vlak.
__
1
Gevaar voor vergiftiging.
M
1
Gevaar voor brand; onaangename uitwasemingen; voor rotting vatbare vloeibare afval.
H
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 13/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
208(249)
Marmer- of natuur- of kunststeen, produkten in fibro-cement en andere gelijkwaardige producten (Werkplaatsen voor de bewerking van) : a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Marokijnwerkplaatsen.
209(251) 210(266)
211(267) 212(237) 213(10) [[214(262)
Meelmaalderijen en toestellen voor het malen, breken, pletten van granen en zaden : a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Meelmolens door wind of water gedreven. Melkerijen en boterfabrieken (Lokalen waar dagelijks minstens 1.000 l melk wordt behandeld). Melkzuur (Bereiding van).
Klassen
Zeer hinderend gerucht; stof; - soms slijkerige vloeibare afval.
1 1
Onaangename uitwasemingen; voor rotting vatbare vloeibare afval. Stof; gerucht; trillingen.
M, Af H
2 1 2 1
Gevaar voor ongevallen. Voor rotting vatbare vloeibare afval; gerucht.
1
Onaangename reuk; voor rotting vatbare vloeibare afval die het freatisch vlak kan besmetten. Rook; stof; gerucht; soms schadelijke metaalhoudende uitwasemingen.
216(184) 217(149)
Metaalvergulding (Werkplaatsen voor).
1
218(166) 219(40)
Metaalvertinning in het groot. Metaalverzilvering (Werkplaatsen voor).
1 1
220(259)
Metalen (Afbijten en reinigen van) met behulp van zuren. Metalen (Loutering van edele).
1
221(260)
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * __
2
Metaalbewerking waarbij de aard van de metalen niet wordt veranderd : a) als de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 1 kW en minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) als de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Metaaldoek en metaalweefsel (Vervaardiging van) : a) mechanisch; b) met de hand. Metaalgieterijen.
215(381)
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
H M, Av, Af, H M, H, Aa __
2 1
1 2 1
1
]]
Hevig gerucht; trillingen. Gerucht; trillingen. Rookzwart; stof; ongezonde metaalhoudende uitwasemingen. Ongezonde arbeid; vergulding bij inbranding stelt het personeel bloot aan door kwik veroorzaakte bevingen; galvanische vergulding stelt het bloot aan vergiftiging door cyaanverbindingen. Ongezonde damp; zure vloeibare afval. Ongezonde arbeid; verzilvering bij inbranding stelt het personeel bloot aan door kwik veroorzaakte bevingen; galvanische verzilvering stelt het bloot aan vergiftiging door cyaanverbinding. Onaangename en ongezonde zure uitwasemingen; zure vloeibare afval. Overvloedige onaangename, ongezonde en voor gewassen schadelijke zwavelhoudende uitwasemingen; walgelijke reuk teweeggebracht door de verdamping van de zure oplossingen van zwavelzuurkoper; ongezonde arbeid.
__ __ M M
M M
M M
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 14/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Klassen
222(261)
Metalen (Voortbrenging, raffinering en om werking door middel van vuur).
1
1. Hoogovens (Opslagplaatsen voor ertsen, hoogovens, luchtverwarmers, toestellen voor gaszuivering). 2. Staalfabrieken (Mengbakken voor gietijzer, schachtovens, ovens, bessemerperen). 3. IJzerfabrieken (Ovens, pletterijen, hamers). 4. Zinkgieterijen (Ovens). 5. Fabrieken : Lood, zilver, koper en andere metalen (Ovens, schachten, bessemerperen, uitlogingsapparaten en elektrolyseapparaten voor de voortbrenging en zuivering van de metalen). 6. IJzer-, staal-, zink- en koperpletterijen (Ovens, pits, walstoestellen, hamers). 7. Smederijen (Ovens, plethamers. persen). Metalen (Werkplaatsen voor het polijsten van) : a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 Kw; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Meubelmakers (Werkplaatsen van). Zie Schrijnwerkers. Mijnen, graverijen en ondergrondse groeven met hun dichtbijgelegen aanhorigheden welke onder meer met de daarin opgestelde motoren, bevatten : de storten, de werkplaatsen tot het voorbereiden en het wassen van kolen en ertsen, de werkplaatsen voor de bewerking van de voortbrengselen van de groeven, de smederijen en werkplaatsen voor de herstelling van de werktuigen en het bedrijfsmaterieel, de timmerwerven en schrijnwerkerijen, de lampenkamers met uitzondering van die waar ontvlambare vluchtige oliën worden behandeld, de opslagplaatsen voor hout, vette oliën en andere stoffen, welke tot het bedrijf nodig zijn, met uitzondering van de springstoffen en de ontvlambare vluchtige oliën. Minerale en plantaardige stoffen (Opslagplaatsen voor meer dan 5.000 kg), met het oog op de verkoop of het gebruik voor nijverheidsdoeleinden. Molens voor het malen, breken, pletten van verfhout. kiezel- of keisteen, kalk, cement. gips, zwavelzuurbaryt, enz. Zie : Toestellen voor het malen. Motoren met inwendige verbranding. met inbegrip van de turboreactoren en de gasturbines : a) met een vermogen van 1 kW of meer, maar dat 250 kW niet overtreft; b) met een vermogen van meer dan 250 kW. Mout (Bereiding van). Inrichtingen die niet aan een bierbrouwerij of een stokerij toegevoegd zijn. Muskus (Fabrieken van kunst-).
1
Rook; schadelijke metaalhoudende uitwasemingen; stof; gerucht; bederving van het freatisch vlak. Idem
1
Idem
M, H
1
Idem
M, H
1 1
Idem Idem
M, Af, Av, H M, Av, Af, H
1
Idem
M, H
1
Idem Stof; gerucht; trillingen
223(258)
224(264)
225(254)
226(265)
227(247) 228(269) 229(118) 230(26)
Naalden (Vervaardiging van). Zie spelden. Nagels (Fabrieken van). Naphta (Distillatie). Zie : Oliën (Distillatie). Natrium-aluminaat (Bereiding van) door calcinering van soda-sulfaat met kleiachtige stoffen.
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * M, H M, H
__ __
2 1
Speciale regeling.
2
Stof; gerucht; trillingen; gevaar voor brand.
Gerucht; trillingen; rook; gevaar voor brand en ontploffing.
__
Gevaar voor verkoudheid voor het personeel wegens de afwisselingen van warmte en vochtigheid; stof. Doordringende en blijvende reuk, die op grote afstand kan verspreid worden.
__
2 1 1 1 1
Gerucht.
1
Ontwikkeling van zwavelhoudende damp; rook.
__ __ M, H
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 15/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Klassen
231(355)
Natriumsulfaat (Bereiding van).
1
232(234)
Nestels of veters, linten, riemen, vlechten en pitten of wieken (Vervaardiging van). Nicotine (Bereiding, uittrekking, zuivering en gebruik van). Nikkel (Vervaardiging van). Nitraat (Baryum-). Zie : Baryumnitraat. Nitrobenzine (Bereiding van).
1
233(271) 234(270) 235(275) 236(277)
1 1 1
Oker (Calcinering van gele) om hem te veranderen in rode oker. Oleo-margarine. Zie : Margarinefabrieken. Olie (Bereiding van ossevet-).
2
238(222)
Olie (Fabrieken van bruine) bij hoge temperatuur uit kanen en vetafval getrokken.
1
239(218)
Olie (Koken in het groot van lijn-).
1
240(268)
Oliemolens en oliehoudende zaden.
2
241(223)
Oliën (Distillatie van teer, schiefter, petroleum, enz.).
1
242(225)
Oliën (Minerale) en/of plantaardige of dierlijke stoffen (Installaties waar men) door verbranding vernietigt. Oliën (Omwerking door pyrogenatie van minerale, plantaardige of dierlijke), vetten, harsen en steenkolen.
2
244(224)
Oliën (Raffineren van).
1
245(221)
Olie (Uittrekking van) en andere vetstoffen uit het zeepwater van de fabrieken. Ontvetten (Werkplaatsen voor het) met ontvlambare oplosmiddelen : a) inrichtingen waar geen mechanische motoren gebruikt worden en waar de hoeveelheid opgeslagen ontvlambare oplosmiddelen hoogstens gelijk is aan 50 l; b) inrichtingen waar mechanische motoren gebruikt worden ofwel waar de hoeveelheid opgeslagen ontvlambare oplosmiddelen meer dan 50 1 bedraagt.
1
237(219)
243(226)
246(141)
1
1
2
1
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
Rook; prikkelende, zure, zeer onaangename, ongezonde, voor gewassen schadelijke en op zeer grote afstand verspreide uitwasemingen; zure vloeibare afval, die het metselwerk vernietigt en het freatisch vlak bederft. Gerucht; rook; stof; gevaar voor brand. Ongezonde en hinderlijke uitwasemingen; zeer gevaarlijke arbeid. Rook; zwavel- en arsenikhoudende uitwasemingen; ongezonde arbeid. Reuk; schadelijke uitwasemingen; gevaar voor brand en ontploffing. Rook; een weinig reuk van gebakken leemaarde. Uitwasemingen van dierlijk stof; vetreuk; voor rotting vaste en vloeibare afval; gevaar voor brand. Sterke, zeer slechte en ongezonde reuk van gebrande talk; voor rotting vatbare afval; gevaar voor brand. Sterke, onaangename en op grote afstand verspreide reuk van gebrande lijnolie; gevaar voor brand. Reuk van verhitte olie; gerucht; gevaar voor brand. Sterke, blijvende, zeer onaangename en op grote afstand verspreide uitwasemingen van steenkoolteer; ongezonde en slechte reuk van verhitte aardpekhoudende schiefter; rook; rookzwart; groot gevaar voor brand en ontploffing. Rook; onaangename reuk. Gevaar voor brand en ontploffing; reuk; gevaar voor besmetting van het freatisch vlak; indringing in de grond en de muren van de gebouwen. Reuk van ranse olie; zure, voor rotting vatbare vloeibare afval, die de mortel van de riolen en waterleidingen vernietigt; gevaar voor brand. Slechte reuk van ranse olie; gevaar voor brand; voor rotting vatbare vloeibare afval. Gevaar voor brand- en ontploffing; toevallige onaangename reuk.
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * M, Af, H
__ M Aa M __ M __ __ H M
__ __
Af
__ __
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 16/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
247(244)
Ontvlambare vloeistoffen : 1. waarvan het ontvlammingspunt lager is dan of gelijk is aan 21° C : a) opslagplaatsen van 50 tot 500 l; b) opslagplaatsen van meer dan 500 1 (met uitzondering van de opslagplaatsen bedoeld in 4°); 2. waarvan het ontvlammingspunt hoger is dan 21° C maar 50° C niet overtreft : a) opslagplaatsen van 500 tot 5.000 l; b) opslagplaatsen van meer dan 5.000 l (met uitzondering van de opslagplaatsen bedoeld in 4°); 3. waarvan het ontvlammingspunt hoger is dan 50° C maar 100° C niet overtreft: a) opslagplaatsen van 3.000 tot 50.000 l; b) opslagplaatsen van meer dan 50.000 1 (met uitzondering van de opslagplaatsen bedoeld in 4°); 4. opslagplaatsen van meer dan 250 m³ ontvlambare vloeistoffen, hierna bepaald : a) petroleumessences en surrogaten : producten met een ontvlammingspunt gelijk aan of lager dan 21° C; b) petroleum en surrogaten : producten met een ontvlammingspunt hoger dan 21° C en lager dan 50° C; c) zware mineraalolie en surrogaten producten met een ontvlammingspunt hoger dan 50° C en lager dan of gelijk aan 100° C; d) ontvlambare producten bekomen door het vermengen van bovenbepaalde producten onderling of met andere ontvlambare stoffen, wanneer dit mengsel minerale olie bevat voor minstens 5 % van het gewicht en wanneer het niet meer in bedoelde vloeistoffen oplosbare vaste zelfstandigheden bevat dan voor 20 % van het gewicht. Nota : 1. Voor de indeling van de opslagplaatsen van ontvlambare vloeistoffen met een ontvlammingspunt dat hoger is dan 100° C. zie : Aardpek. 2. Het hierboven bedoelde ontvlammingspunt is dat bepaald in gesloten vat volgens de normen NBN 52017 en 52075. Ontzanden. Zie . Zandstralen. Oplosmiddelen (Chloorhoudende). Zie : Chloorhoudende oplosmiddelen. Orseille (Bereiding van).
248(279) 249(186)
250(299) 251(132)
252(131) 253(130)
Oude klederen. Zie : Lompen. Ovens voor het bakken of drogen van email, verf of onverschillig welke bedekking, aangebracht op ieder oppervlak van om het even welke aard. Over-chloorijzer (Bereiding van). Paarden- en ander dierenhaar (Bereiding van), schiften, kloppen, kammen, wassen, ontsmetten, bleken, verven, enz. Paarden- en ander dierenhaar (Werkplaatsen voor de bereiding door eenvoudig kammen van ontsmet-). Paardenhaar (Krijn). (Werkplaatsen voor de bereiding van gekruld).
Klassen
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen *
Gevaar voor brand en ontploffing. 2 1
2 1
2 1 1
Gevaar voor besmetting van het freatisch vlak.
1
Prikkelende en onaangename reuk van rottende urine; ongezonde arbeid.
M
1
Rook: roetzwart; gevaar voor brand.
__
1 1
Zeer prikkelende zure damp. Stof; gevaar voor besmetting; onaangename uitwasemingen; voor rotting vatbare vloeibare afval, die schadelijk is voor gewassen en het freatisch vlak kan bederven. Stof.
__ M, Av
Stof; gevaar voor besmetting; onaangename uitwasemingen; voor rotting vatbare vloeibare afval, die schadelijk is voor gewassen en het freatisch vlak kan bederven.
M, Av
2 1
LV, H
__
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 17/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Klassen
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
254(386)
Pannen, bakstenen, tegels, huizen, enz. (Ovens voor het bakken van). Pantoffels. Zie : Schoeisels. Papierafval (Opslagplaatsen voor meer dan 10.000 kg).
1
Overvloedige rook: reuk van het bakken van de kleiachtige mergelaarde; gevaar voor brand. Gevaar voor brand.
256(289)
Papierbrij (Vervaardiging van).
1
257(290)
Papier of karton (Vervaardiging van).
1
258(292)
Papier (Vervaardiging van behangsel- en marmer-). Passementwerk (Fabrieken van) : a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Zie ook : Borduurwerk. Perboraten (Bereiding van alcalische en aardalcalische). Perkamentpapier (Vervaardiging van).
1
255(288)
259(294)
260(298) 261(291) 262(293)
2
__
1
Onaangename uitwasemingen.
__
1
Vloeibare afval die de waterlopen of het freatisch vlak kan bederven. Hinderlijke dierlijke uitwasemingen; overvloedige voor rotting vatbare vloeibare afval. Nevel; onaangename uitwasemingen.
Af
Gevaar voor brand: ongezonde uitwasemingen. Rook; op grote afstand verspreide en zeer onaangename reuk van gebrande hoorn; gevaar voor brand; ongezonde arbeid. Stof; nevel; onaangename en schadelijke uitwasemingen. Rook; gevaar voor brand. Rook; rookzwart; gerucht; uitwasemingen van verhitte teer of harsachtige stoffen; gevaar voor brand. Rook; prikkelende, blijvende en onaangename reuk van houtrook; gevaar voor brand. Rook; pleisterstof. Gerucht; trillingen; gevaar voor het personeel.
M
1
265(301)
Phosphorus (Bereiding of gebruik van).
1
266(12)
Phosphorzuur (Bereiding van).
1
267(302) 268(383)
Pijpen (Vervaardiging van aarden). Plaat- en gietijzer (Brandverven van).
2 1
269(101)
Plantenkool (Bereiding van) in gesloten vat.
1
270(303) 271(252)
Pleister (Bereiding van). Plethamers, heiblokken, gietijzerbreekmachines. Polijsten van metalen. Zie : Metalen. Polijsten van spiegelglas. Zie : Spiegel- en gestrekt glas. Polijsten van steen. Zie : Marmer. Porcelein (Vervaardiging van).
1 1
273(311)
Potas (Bereiding van) door calcinering van de afval van de melassedistillatie.
1
274(312)
Potas (Bereiding van) door verbranding van planten. Potas (Zuivering van) Pottenbakkerijen.
1
Produkten uit vuurvaste aarde (Vervaardiging van). Reinigen van metalen. Zie : Metalen (Afbijten en reinigen van). Riemen. Zie : Nestels.
1
277(316)
M, Af, Aa
__
264(336)
275(313) 276(315)
M, Af
Gerucht; trillingen; gevaar voor brand.
1
272(310)
__
2
Perkament (Vervaardiging van). Petroleum (Distillatie). Zie : Oliën (Distillatie). Phosfaten (Bereiding van) door rechtstreekse verzadiging van phosphorzuur. Zie ook : Phosphorzuur. Phosphorsesquisulfide (Bereiding van).
263(300)
Stof; waterdampen met loogreuk; onaangename en ongezonde ontwikkeling van chloor; gevaar voor brand. Rook; overvloedige ontwikkeling van waterdamp; onaangename en ongezonde ontwikkeling van chloor; voor rotting vatbare of voor gewassen, waterlopen of het freatisch vlak schadelijke vloeibare afval; gevaar voor brand. Gevaar voor brand: ongezonde arbeid.
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * __
2 1
1
2 1
__ __
M M, H __ M __ __ __
Veel rook en rookzwart; kleihoudende vloeibare afval; gevaar voor brand. Overvloedige ontwikkeling van flauwe damp; prikkelende, zure en onaangename rook; rookzwart; sterke reuk van bedorven eieren. Rook; reuk van houtrook.
__
Rook; loogreuk. Nu en dan veel rook; gevaar voor brand; ongezonde arbeid wanneer voor het emailleren giftige stoffen worden gebruikt. Overvloedige rook; stof; gevaar voor brand.
__ __
__
__
__
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 18/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Klassen
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
278(232)
Riet (Werkplaatsen voor de bereiding van) door mechanische middelen of scheikundige middelen.
2
279(321)
Rijst (Pellen van).
1
280(276)
Rookzwart (Bereiding van). Roosten van katoenen weefsels. Zie : Gas. Roten. Zie : Hennep, vlas.
1
281(79)
1
1
Gevaar voor brand en ontploffing.
285(331)
Rubber (Bewerken van) met ontvlambare of chloorhoudende oplosmiddelen of met incorporeren van vulmiddelen (talk, kiezelaarde, lood-, kwik-, antimoon-, cadmiumzouten enz.) Rubber (Bewerken van) voor de vervaardiging van industriële voorwerpen, zoals luchtbanden, kaardengarnituren, hakbelegsels, enz.. met gebruik van pletmachines, kalanders. enz. Rubber (Fabrieken of werkplaatsen voor hete of koude vulcanisering van) en waarin gebruik gemaakt wordt van : a) hoogstens 5 vulcaniseringstoestellen; b) meer dan 5 vulcaniseringstoestellen. Salicine of wilgenbitter (Uittrekking van) uit schors door middel van water en zuivering door middel van alkohol. Salmiakbereiding.
Gevaar voor brand; onaangename en ongezonde uitwasemingen: vloeibare afval die waterlopen of het freatisch vlak kan bederven. Gerucht; stof; gevaar voor brand; ongezonde arbeid. Teerreuk; overvloedige ontwikkeling van rookzwart dat op grote afstand verspreid wordt en schadelijk is voor gewassen; gevaar voor brand. Gevaar voor brand en vergiftiging.
1
286(329) 287(11)
Salpeter (Bereiding en zuivering van). Salpeterzuur (Bereiding van).
1 1
288(91)
Scheepstimmerwerven.
1
289(377)
Schietbanen voor wapens met veren of met perslucht. Schietbanen voor jacht-, sport- of oorlogswapens. Schietkatoen. Zie : Springstoffen. Schoeisels, pantoffels, laarzen, enz. (Fabrieken en werkplaatsen voor de herstelling van) : a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Schorsmalerijen of –klopperijen. Schouwspelen (Zalen waar openbare) opgevoerd worden, met uitzondering van : a) de in open lucht opgevoerde schouwspelen; b) de schouwspelen opgevoerd in plaatsen waar het aantal toeschouwers 50 niet kan overtreffen. 1. Bioscopen die een scherm gebruiken met een oppervlakte van meer dan 2 m2. 2. Circussen. 3. Schouwburgen, variététheaters en feestzalen, met een speelruimte. 4. Boks- of worstelzalen. 5. Auto-, moto- wiel- en hondenrenbanen. Schrijnwerkerijen (Mechanische). Zie : Hout. Schrijnwerkers, timmerlieden, meubelmakers (Werkplaatsen van) waar uitsluitend handenarbeid wordt verricht.
2
282(80)
283(78)
284(327)
290(378) 291(103)
292(155) 293(347)
294(257)
2 1 1
1
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * __
__ M
M, H
M, H
Rook; stof; schadelijke damp; gevaar voor brand en ontploffing.
M
Rook; nevel; voor rotting vatbare afval; gevaar voor brand.
__
Rook; onaangename uitwasemingen; nevel; schadelijke vloeibare afval. Rook; gevaar voor brand. Onaangename en ongezonde salpeterhoudende uitwasemingen. Reuk van houtteer; gerucht; gevaar voor brand. Gevaar voor projectielen.
M __ M, Aa, H __ __
Gevaar voor projectielen; gerucht; scherpe rook.
__
Gerucht; trillingen; stof.
__
Gerucht; stof; gevaar voor brand. Gerucht; gevaar voor brand en paniek.
__ __
Gerucht; gevaar voor brand.
__
2 1 1 2
2 2 2 2 2
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 19/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
295(114)
Sigaren- en sigarettenfabrieken : a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Silicaten of kiezelzuurzouten van natrium en kalium (Fabrieken van glazige en vloeibare). Slaghoedjes (Vervaardiging van). Zie Springstoffen. Smidsen. Snaren (Bereiding van dierlijke)
296(337)
297(185) 298(128) 299(343) 300(342)
301(341) 302(55) 303(163) 304(206) 305(204)
306(180) 307(164) 308(172) 309(154) 310(71)
Klassen
Stof; gevaar voor brand. 1 1
Ongezonde uitwasemingen; stof; gevaar voor brand.
__
2 1
__ M
Soda (Bestendige bereiding van natuurlijke) door verbranding van zeeplanten. Soda- en natriumcarbonaten (Fabrieken van).
1
Soda (Werkplaatsen voor het oplossen van kunstmatige) voor de kristallisatie van natriumcarbonaat. Spaans wit (Bereiding van) door neerslag. Spelden en naalden (Vervaardiging van). Spiegel- en gestrekt glas (Werkplaatsen voor het polijsten en schuinslijpen van). Spiegelglas (Verzilvering van).
2
Gerucht; een weinig rook. Zeer slechte reuk; overvloedige voor rotting vatbare vloeibare afval. Rook; onaangename en schadelijke uitwasemingen. Rook; nevel; vaste afval die, soms zeer onaangename en ongezonde, op verre afstand verspreide uitwasemingen van rotte eieren, soms een zeer onaangename, ongezonde, voor gewassen schadelijke reuk van brandende zwavel, verspreidt; ammoniakreuk; vloeibare afval die het freatisch vlak kan bederven. Rook; nevel.
2 1 1
Krijthoudende vloeibare afval. Metaal- en kiezelhoudende stof. Gerucht; trillingen.
__ __ __
1
Zwakke salpeterhoudende damp; gevaar voor verstikking en ontploffing door het gebruik van ontvlambare stoffen als oplosmiddelen van de vernissen. Rook; ongezonde arbeid; gevaar voor brand en ongevallen; stof. Slechte reuk; riekende voor rotting vatbare vloeibare afval. Speciale regeling.
M
Spinnerijen van katoen, vlas, hennep, wol, jute, enz. Sponsen (Wassen of bleken van). Springstoffen (Vervaardiging, opslag, verkoop, vervoer, bewaring en gebruik van). Spuitwater (Fabrieken van) en van andere soortgelijke producten. Steenbakkerijen (Bestendige), steenovens voor verschillende seizoenen.
1
1 1
1
Gevaar voor personeel en buurt.
1
Hinderlijke soms zwavelhoudende en ongezonde, voor gewassen schadelijke uitwasemingen. Hinderlijke, soms zwavelhoudende en ongezonde, voor gewassen schadelijke uitwasemingen.
Steenbakkerijen voor één jaar en minder.
2
[311bis (373bis)
Steenbergen van mijnen die geen niet-ingedeelde aanhorigheden van mijnen meer zijn. Storten, behandelen, mengen of wegnemen. Steenkoolbriketten. Zie : Kunstbrandstoffen. Steenkool (Sorteren en wassen van). Sterke dranken (Bereiding van) door distillatie. Zie : Stokerijen. Sterke dranken (Bereiding van) door mengen en trekken. Stijfsel (Bereiding van).
1]
1
316(146)
Stoffen (Vervaardiging van allerhande) uit garen, wol, enz. Stoken en distilleren van alkohol.
317(147)
Stokerijen :
318(38)
a) distilleerkolf met minder dan of met 50 1 inhoud; b) distilleerkolf met meer dan 50 1 inhoud. Stoomtoestellen (ketels, machines, vaten).
313(243) 314(33)
315(169)
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * __
2
311(72)
312(217)
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
__ M, H
M __
H Aa, Af Aa
1
Vertroebeling van het freatisch vlak door de meegevoerde stoffen; stof.
Af
2
Gevaar voor brand.
__
1
Door het glutenafscheidingsproces of door weking in een alcalische vloeistof (rijststijfsel) : overvloedige, voor rotting zeer vatbare vloeibare afval. Gevaar voor brand; ongezonde arbeid.
1
Gevaar voor brand; vloeibare afval; uitwasemingen. Gevaar voor brand; vloeibare afval; uitwasemingen.
2
M, Af, H
__ __
__
1
Af Speciale regeling.
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 20/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Klassen
319(286)
Stro (Chemische bereiding van).
1
320(287)
2
321(348)
Stro (Mechanische bereiding van). Stroop (Bereiding van). Zie : Appelen, peren. Suikerbakkerijen. Zie : Chocoladefabrieken. Suikerfabrieken.
1
322(106)
Suikerij (Bereiding van).
1
323(350)
Suikerraffinaderijen.
1
324(364) 325(363)
1 2
326(366)
Superphosphaten (Fabrieken van). Superphosphaten (Kalk-). Voorafgaande behandeling van het phosphorhoudend krijt. Tabaksfabrieken :
2
327(365) 328(367)
a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Tabaksribben (Verbranding van). Taf (Vervaardiging van gewast) en wasdoek.
329(371) 330(210)
331(373) 332(376) 333(375)
334(314) 335(335) 336(37)
Tapijten (Werkplaatsen voor het kloppen van). Teer (Bereiding en distillatie van). Tegels (Bakovens voor). Zie : Pannen Terpentijn (Distilleren van terpentijnolie). Tetraethyllood (Bereiding van). Tetraethyllood (Inrichtingen waar tot het incorporeren van) in petroleumessences of de surrogaten ervan wordt overgegaan. Timmerlieden (Werkplaatsen van). Zie Schrijnwerkers. Tingieterijen Tinzout (Bereiding van).
Rook; nevel; flauwe walgelijke en ammoniakhoudende uitwasemingen; modderige voor rotting vatbare vaste en vloeibare afval. Rook; eigenaardige en op grote afstand verspreide reuk. Rook; nevel; onaangename uitwasemingen; voor rotting vatbare afval. Schadelijke uitwasemingen; stof. Stof; modderige vloeibare afval.
__
Af, H
__ H M __ __
Rook; onaangename reuk. Rook; zeer onaangename uitwasemingen van gekookte en verhitte lijnolie, van vernis en van essence; gevaar voor brand. Overvloedig stof; gerucht.
__ __
1
Rook; sterke en zeer onaangename reuk van rook van harsachtig hout, van steenkoolteer of van aardpek; gevaar voor brand.
M
1
Rook; sterke reuk die zich op grote afstand kan verspreiden; gevaar voor brand. Gevaar voor vergiftiging van het personeel. Gevaar voor vergiftiging van het personeel.
M
1 1 1 2
1 1
2 1
337(384) 338(220)
1 1
339(385)
Turf (Verkoling van).
1
340(320)
Twijnderijen van katoen, vlas, hennep, wol, jute, enz. Ultramarijn (Bereiding van). Uitgravingen (Ondergrondse) veroorzaakt door het wegnemen door menselijke arbeid van de stoffen die er zich bevonden, met uitzondering van de ondergrondse uitgravingen dienend als of bestemd voor verbindingswegen. Vaniline (Bereiding van) door middel van nagelolie.
1
343(387)
Onaangename en ongezonde uitwasemingen; vloeibare afval die het freatisch vlak of de waterlopen kan bederven. Gevaar voor brand.
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * __
Rook; blijvende, zeer onaangename en prikkelende reuk; stof.
Toestellen voor het malen, breken, pletten van verfhout, kiezel- of keisteen, kalk, cement, gips, zwavelzuurbaryt, enz. : a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Toortsen (Vervaardiging van). Traan (Bereiding van).
341(59) 342(171)
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
Een weinig harsreuk. Rook; zeer onaangename en arsenikhoudende uitwasemingen. Stof; rook; gerucht.
__
M M
__ M __
2 1
1
2
Harsreuk; gevaar voor brand. Zeer onaangename, bedorven, ongezonde reuk; voor rotting vatbare afval; gevaar voor brand. Rook; op grote afstand verspreide, sterke uitwasemingen van turfrook. Gevaar voor brand en ongevallen; hinderlijk gerucht. Schadelijke uitwasemingen. Speciale regeling.
Nu en dan uitwasemingen.
__ M Aa __ M, Aa, H
__
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 21/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Klassen
344(339)
Varkensborstels (Werkplaatsen voor de bereiding van) door alle gistingsprocédés. Veren en dons (Reiniging en bereiding van). Verf (Heet opleggen van). Zie : Vernissen. Verfoeliën van spiegels. Zie : Gegoten glas (Verfoeliën van). Vernisfabrieken.
1
Vernissen door middel van giftige produkten (Werkplaatsen voor het) Vernissen (Cellulosevernissen of -verven en andere ontvlambare vernissen of verven, voor de verkoop niet-geconditioneerd; a) opslagplaatsen voor 500 tot 5.000 l; b) opslagplaatsen voor meer dan 5.000 l. Vernissen (Opslagplaatsen voor meer dan 5.000 1. vette). Vernissen, verven of onverschillig welke bedekkingen (Heet opleggen van) op elk vlak van om het even welke aard of heet drogen na oplegging. Verven of bedekkingen (Werkplaatsen waar men) op elk oppervlak aanbrengt met al dan niet pneumatische procédés, met het pistool of met elektrostatische procédés. Ververijen :
1
a) inrichtingen waar mechanische motoren worden gebruikt met een totaal vermogen dat 2 kW overtreft of waar voor het verwarmen van de vloeistoffen meer dan 2 fornuizen of haarden worden gebruikt; b) inrichtingen waar mechanische motoren worden gebruikt met een totaal vermogen dat 2 kW niet overtreft of waar voor het verwarmen van de vloeistoffen hoogstens 2 fornuizen of haarden worden gebruikt. Ververs-ontvetters (Werkplaatsen van). Zie : Ontvetten, chloorhoudende oplosmiddelen. Vetten (Industriële smelting, uittrekking of bereiding van) door onverschillig welk procédé. Vetten (Opslagplaatsen voor meer dan 5.000 kg). Vetzuren (Bereiding van vluchtige) door behandeling van gegiste spoeling.
1
345(306)
346(393)
347(395) [[348(392)
349(394) 350(391)
351(297)
352(372)
353(213) 354(212) 355(15) 356(14)
Vetzuren (Uittrekking van).
357(253)
Vezelachtige stoffen (Werkplaatsen waar) bewerkt worden. Kloppen, kaarden, kammen, enz. a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW.
1
1
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
Stinkende en ongezonde uitwasemingen; voor rotting zeer vatbare vloeibare afval. Reuk; dierlijk stof; gevaar voor brand.
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * Av __
Rook; zeer onaangename en op vrij grote afstand verspreide uitwasemingen van sterk verhitte harsachtige en olieachtige stoffen, van terpentijngeest en van naptha; ongezonde arbeid; groot gevaar voor brand en ontploffing. Gevaar voor vergiftiging.
__
Gevaar voor brand en ontploffing.
__
2 1 2
Gevaar voor brand.
]] __
1
Reuk; ongezonde arbeid; gevaar voor brand.
__
1
Ongezonde en hinderlijke arbeid; gevaar voor brand.
M
Rook; nevel; onaangename reuk; voor rotting vatbare vloeibare afval; vloeistoffen van allerlei kleur, die soms giftige stoffen bevatten en de zuiverheid en de gezondheid van het freatisch vlak bederven.
M
M, Af
2
1
Onaangename reuk; voor rotting vatbare afval; gevaar voor brand.
__
2
Gevaar voor brand.
__
1
Zeer onaangename reuk; rook van de sulfaatovens; gevaar voor besmetting van het freatisch vlak. Volgens de voor de uittrekking gevolgde procédés : op grote afstand verspreide reuk van rans vet; reuk van gebrand en zwavelhoudend rans vet; riekende vaste afval; vloeibare afval die het freatisch vlak kan besmetten; gevaar voor brand; nevel. Stof; gerucht; trillingen; gevaar voor brand.
1
2 1
M, Af M
__
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 22/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Klassen
358(179)
1
Sterke, onaangename en ongezonde reuk van verhitte lijnolie, van essence, van naptha en van vernis; gevaar voor brand.
1
Stof; gerucht; gevaar voor instorting.
__
1
Voor rotting vatbare vaste en vloeibare afval; reuk; gevaar voor brand. Gerucht; rook; gevaar voor vergiftiging van het personeel.
H
363(54)
Vilt (Gevernist) voor kleppen (Vervaardiging van). Vilt voor de bekleding van schepen (Vervaardiging van geteerd). Zie : Hennep. Vlas. Zie : Hennep. Vlechten. Zie : Nestels. Vliegas - Opslag in open lucht van vliegas voortkomend van met poederkool gestookte ketels, wanneer de belt een volume kan bereiken van meer dan 5.000 m3 en de helling van de opgeslagen massa minstens in een richting 5 % overschrijdt, met uitzondering van : a) de stortingen of ophogingen uitgevoerd tijdens werken van burgerlijke bouwkunde waarop toezicht wordt uitgeoefend door de ambtenaren van het Ministerie van Openbare Werken of van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen; b) het opvullen van verlaten mijnen, groeven en graverijen. Voedingsextracten (Bereiding van) door werking van zuren op gist. Voertuigen met ontploffingsmotoren of met motoren met inwendige verbranding (Werkplaatsen voor het herstellen of onderhouden van). Vulcanisering. Zie : Rubber. Vuurmakers (Vervaardiging van). Vuurvaste producten. Zie : Producten uit vuurvaste aarde. Walschot (Raffineren van).
364(75)
Wasserijen :
359(87)
360(173) 361(390)
362(23)
365(117) 366(227) 367(282) 368(380) 369(379) 370(20) 371(245)
372(256) 373(162) 374(235) 375(236) 376(323) 377(322)
a) wanneer de gezamenlijke drijfkracht gelijk is aan of meer bedraagt dan 2 kW en minder bedraagt dan of gelijk is aan 10 kW; b) wanneer de gezamenlijke drijfkracht meer bedraagt dan 10 kW. Was (Smelten, zuiveren of bleken van). Waterstof (Industriële bereiding van). Watten in vellen (Vervaardiging van). Weefsels (Roosten van). Zie : Gas. Weverijen (Mechanische). Weverijen met de hand, met meer dan 10 getouwen. Wijnsteenas. Zie : Potas. Wijnsteenzuur (Bereiding van). Winkels voor kleinhandel waarvan de verkooplokalen en de lokalen die grenzen aan de verkooplokalen en als warenopslagplaats dienen, een totale oppervlakte hebben die gelijk is aan of groter is dan 2.000 m², de oppervlakte ingenomen door de toonbanken en andere meubelen inbegrepen. Witlooierijen.
2
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * __
__
1
Harsachtige reuk; gevaar voor brand.
__
1
Reuk van ranse dierlijke olie; gevaar voor brand. Flauwe en hinderlijke loogdamp; voor rotting vatbare vloeibare afval die spoedig moet wegvloeien; gevaar voor het overbrengen van besmettelijke ziekten; gerucht; trillingen.
__
1 1 1
Zwakke reuk; gevaar voor brand. Gevaar voor brand en ontploffing. Stof; ongezonde arbeid; gevaar voor brand.
__ __ M
1 2
Gerucht; gevaar voor brand. Gerucht; gevaar voor brand.
__ __
1 2
Nu en dan slechte reuk. Gevaar voor brand en paniek.
M __
1
Onaangename reuk van bedorven huiden; overvloedige ziltige voor rotting vatbare vloeibare afval. Stof; ongezonde arbeid; zure vloeibare afval. Stof; slechte reuk.
M, Af, H
Besmetting van de waterlopen of het freatisch vlak. Gerucht; trillingen; gevaar voor silicose. Gerucht; trillingen; gevaar voor silicose.
M, Av, Af, H
M
2 1
Wol en wolafval (Zuivering van) door om het even welk procédé. Wolpluizerij. Wol (Twijnderijen van). Zie : Twijnderijen. Wol (Wasserijen van).
1
Zand (Fijn malen van). Zandstralen of ontzanden (Werkplaatsen voor).
1 1
1 1
M __
M M
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 23/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Klassen
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
Vloeibare afval met slib. Hinderlijke dierlijke uitwasemingen; overvloedige voor rotting vatbare vloeibare afval. Rook; overvloedige en hinderlijke ontwikkeling van waterdamp, die riekt wegens de uitwasemingen van vetten of harsachtige stoffen. Harsreuk; gevaar voor brand. Overvloedige voor rotting vatbare vaste en vloeibare afval; stof; gevaar voor brand.
378(324) 379(89)
Zand (Wasserijen van). Zeemtouwerijen.
1 1
380(330)
Zeep (Bereiding van).
1
381(116) 382(175)
Zegellak (Vervaardiging van). Zetmeelfabrieken.
1 1
384(56)
Zilver (Pletten van). Zie : Goud. Zinksulfaat (Bereiding van) door werking van zwavelzuur op metaal. Zinkwit (Bereiding van).
1
385(332) 386(7)
Zoutraffinaderijen, zoutketen, zoutziederijen Zoutzuur (Bereiding van).
2 1
387(283)
Zuringzure potas, zuringzuur (Bereiding van) door werking van bijtende potas op houtzaagsel. Zuurkool (Bereiding van). Zie : Groenten en fruit. Zuurstof (Industriële bereiding van). Zuurstofwater (Bereiding van). Zwavelbaryum (Bereiding van). Zie : Baryumsulfide. Zwavel- en zwavelwaterstofnatrium (Bereiding van). Zwaveligzuur (Bereiding van) en van sulfieten.
1
392(360)
Zwavelkoolstof (Bereiding van).
1
393(361)
Zwavelkoolstof (Fabrieken waar vetstoffen worden gewonnen door middel van). Zwavelraffinaderijen
1
383(356)
388(285) 389(153) 390(362) 391(17)
394(346)
395(16) 396(345)
397(344) 398(19)
399(18)
1
1 2
Gevaar voor brand en ontploffing. Ontwikkeling van waterdamp.
1
Rook; nevel; zeer onaangename uitwasemingen van zwavelzuur. Onaangename en ongezonde reuk van brandende zwavel; voor gewassen schadelijke uitwasemingen. Rook; uitwasemingen die de reuk van rotte eieren en damp van brandende zwavel verspreiden; groot gevaar voor brand. Uitwasemingen die de reuk van rotte eieren verspreiden; gevaar voor brand. Nu en dan op verre afstand verspreide, voor gewassen schadelijke, ongezonde en zeer onaangename uitwasemingen van brandende zwavel. Onaangename uitwasemingen.
1
1
Zwavelricinuszuur (Bereiding van) en van alcalische zwavelricinuszouten. Zwavel (Uittrekking van) uit pyriet.
2
Zwavel (Zuivering van) door eenvoudig smelten en afgieten. Zwavelzuur (Bereiding van).
1
Zwavelzuur (Concentratie in open lucht van). Zwingelen. Zie : Hennep, vlas.
Rook; damp; ongezonde uitwasemingen; gevaar voor ontploffing. Ongezonde rook en stof; in de lucht verspreid en voor gewassen schadelijk zinkwit. Rook; waterdamp. Prikkelende, onaangename, voor gewassen schadelijke en op grote afstand verspreide uitwasemingen; ongezonde arbeid. Nevel; gevaar voor vergiftiging van het personeel.
1
1
1
Op verre afstand verspreide, voor gewassen schadelijke, ongezonde en zeer onaangename uitwasemingen van brandende zwavel; gevaar voor brand. Nu en dan onaangename uitwasemingen van brandende zwavel; gevaar voor brand. Wanneer men ruwe zwavel gebruikt : salpeterachtige en soms zwavelachtige reuk; bij gebruik van pyriet : salpeterachtige en zwavelachtige reuk; vaste afval die voor gewassen schadelijke metaalzouten bevat en het freatisch vlak kan bederven; in beide gevallen : onaangename, ongezonde en voor gewassen schadelijke uitwasemingen. Rook; grote hoeveelheid zure, de ademhalingsorganen prikkelende en voor gewassen schadelijke damp.
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen * Af M, Af, H M
__ M, Af, H M M, Aa, H __ M, Aa. Af, H M
__ __ M. Aa M, Aa, Av, Af, H M M M, Af, H, Aa
__ M, Aa, Af, H
M M, Aa, Av, Af, H
M, Aa, Av, Af, H
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 24/27 _____________________________________________________________________________________________ [B. Ingedeelde inrichtingen onder het hoog toezicht van de Minister die de volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft. Nummering
[[1(15)
2(9) [[3(16)
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Afvalwater (Inrichtingen voor het behandelen van). Zie : Vuilnis. Bijenkorven, in de woongebieden vastgelegd door de gewestplannen of ontwerpgewestplannen goedgekeurd in toepassing van de wet houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de Stedebouw en zoals omschreven door artikel 5, 1.0., van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen. Diergaarden (Bestendige) en dierentuinen. Gevogelte, duiventillen uitgezonderd met geringde duiven voor wedstrijddoeleinden Inrichtingen bestemd voor het fokken of het vetmesten van gevogelte en voor de productie van eieren, gevestigd, naargelang de ontwerp-gewestplannen eventueel aangevuld door gemeentelijke plannen : a) in de woongebieden en in de andere gebieden behalve deze voorzien onder b, c en d, en die meer dan 30 stuks hebben. b) in de woongebieden met een landelijk karakter en in de agrarische gebieden [bosgebieden en groengebieden] op minder dan 100 m van een woonuitbreidingsgebied of op minder dan 300 m van een woongebied, in de parkgebieden en in de bufferzones, of [op minder dan 500 m van een drinkwaterwinning]² en die meer dan 500 stuks hebben. c) in de agrarische gebieden – [bosgebieden en groengebieden] (met uitzondering van de gevallen voorzien in b en in de landelijke gebieden, bij afwezigheid van afbakening op de plannen van de agrarische gebieden : op minder dan 50 m van een vóór de nieuwe inrichting bestaande woning, met meer dan 5.000 dieren en voor zover deze inrichtingen zijn opgericht na het van kracht worden van onderhavig besluit d) in alle zones met meer dan 20.000 stuks.
4(6) 5(4)
*
Hospitalen, klinieken en andere inrichtingen waar de zieken geherbergd worden en zorgen ontvangen. Meststoffen of mest (Vervaardiging van en opslagplaatsen in het groot voor), uitgenomen de uitsluitend chemische meststoffen.
Klassen
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
2
Gevaar voor steken.
1
Slechte reuk; gerucht; gevaar voor ontsnapping van de dieren; ontaarding van het freatisch vlak.
2
2
Slechte reuk; afvoer van rottende en voor rotting vatbare faecale stoffen; gevaar voor ontsnapping van dieren; voortwoekeren van insekten; opstapeling van voor verrotting vatbare afval; lawaai van dieren idem
2
idem
1
Idem Verontreiniging van het grond- en oppervlaktewater
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen *
__]]
__
Av. Ag.]]
1
Gevaar voor verspreiding van overdraagbare ziekten.
__
1
Op verre afstand verspreide ongezonde uitwasemingen van rottende dierlijke stoffen.
__
[Aa = Landbouw, inspecteur van de Dienst voor plantenbescherming] Af = Landbouw, toezicht van bossen en waters. Av = Landbouw, veeartsenijtoezicht. LV = Landsverdediging H = Bestuur van de volksgezondheid. M = Administratie van de arbeidshygiëne en –geneeskunde. Opmerking : De cijfers tussen haakjes verwijzen naar de overeenstemmende rubriek van de Franse lijst.
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 25/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
6(12)
7(13)
8(3)
9(1)
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Producten van dierlijke oorsprong : a) winkels waar voedingsproducten van dierlijke oorsprong verkocht worden met uitsluiting van melk en haar derivaten en van eieren (slagerswinkels. spekslagerijen, winkels voor wild en gevogelte, winkels en opslagplaatsen van vis voor de kleinverkoop, penserijen, enz.): b) ontzouten en drogen van gezouten darmen (werkplaatsen voor het);
Klassen
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen *
2
Onaangename en blijvende reuk: voor rotting zeer vatbare vaste en vloeibare afval: woekering van insecten.
__
2
Bederf van het freatisch vlak; bestemming door inzijpeling van de naburige regenbakken en putten; reuk van rotting. Zeer onaangename en ongezonde dierlijke uitwasemingen; ontaarde of voor spoedige rotting vatbare vaste en vloeibare afval.
__
2
Onaangename reuk; grote vatbaarheid voor rotting; gevaar voor besmetting van de grond en van het freatisch vlak; woekering van insecten.
__
2
Lijkreuk
1
Idem; aanwezigheid van organische stoffen. Slechte reuk; afvoer van rottende of voor rotting vatbare drekstoffen; gevaar voor ontvluchting van de dieren; woekering van insecten; ophoping van voor rotting vatbare afval; gerucht van dieren.
c) opslagplaatsen en inrichtingen voor het bereiden of bewaren van producten van dierlijke oorsprong (darmwasserijen, opslagplaatsen voor beenderen en dierlijke afval, kokerijen. opslagplaatsen voor vlees- en vismeel. opslaan en drogen van dierenbloed. bereiden en koken van penserijproducten, werkplaatsen voor het bereiden van vlees en vis, enz.). Producten van plantaardige oorsprong Opslagplaatsen voor ten minste 1.000 kg op minder dan 50 m van andermans woningen gelegen (groenten. fruit en andere eetbare plantaardige producten, bietenpulp, silo's voor groenvoeder, gras, klaver, enz.). Rouwkamers : a) waar regelmatig de lijken in afwachting van de begrafenis worden geplaatst; b) waar het balsemen wordt toegepast. Slachthuizen of slachterijen (Openbare of particuliere) :
1
a) voor slachtdieren; b) voor gevogelte en andere kleine dieren; 1. waarvan de dagelijkse slachtcapaciteit 500 stuks overschrijdt: 2. met een dagelijkse slachtcapaciteit van 50 tot 500 stuks.
1
Av
1
__
2
__
__
__ __
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 26/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
[[10(11)
11(5)
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Varkensfokkerijen - Installaties gelegen : (zones bepaald volgens de begrippen van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen) : a) in de woongebieden en in de andere gebieden behalve deze voorzien onder b, c en d, welke ook het aantal ondergebrachte dieren is b) in de woongebieden met een landelijk karakter en in de agrarische gebieden [[[, bosgebieden en groengebieden]]]' op minder dan 100 m van een woonuitbreidingsgebied of op minder dan 300 m van een woongebied, in de parkgebieden en in de bufferzones, of [[[op minder dan 500 m van een drinkwaterwinning]]]² en die meer dan 10 gespeende dieren bevatten c) in de agrarische gebieden [[[bosgebieden en groengebieden]]] (met uitzondering van de gevallen voorzien in b en in de landelijke gebieden, bij afwezigheid van afbakening op de plannen van de agrarische gebieden, op minder dan 50 m van een vóór de nieuwe inrichting bestaande woning, met meer dan 100 gespeende dieren en voor zover deze inrichtingen zijn opgericht na het van kracht worden van onderhavig besluit d) in alle zones met meer dan 1.000 gespeende dieren. Vilderijen.
Klassen
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
2
Slechte reuk; afvoer van rottende en voor rotting vatbare faecale stoffen; gevaar voor ontsnapping van dieren; voortwoekeren van insecten; opstapeling van voor verrotting vatbare afval; lawaai van dieren
2
Idem
2
Idem
1
Idem Verontreiniging van het grond- en oppervlaktewater.
1
12(10)
Vogelwinkels en inrichtingen voor het kweken meer dan 20 stuks, andere dan gevogelte.
2
13(7)
Vuilnis (Opslagplaatsen voor) en alle inrichtingen voor het behandelen van vaste of vloeibare vuilnis.
1
14(14)
Zink- of sterfputten voor het opslorpen van industriële vloeibare afval, van menselijke of dierlijke uitwerpselen.
2
Ongezonde uitwasemingen van rottende dierlijke stoffen. Onaangename reuk; woekering van insecten; ophoping van voor gisting vatbare afval; gevaar voor verspreiding van overdraagbare ziekten. Stof; brandgevaar: eventueel sterke en onaangename geur, die op afstand kan verspreid worden: ontaarding van het freatisch vlak. Ontaarding of bederf van het freatisch vlak; besmetting door inzijpeling van de naburige regenbakken en putten.
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen *
Ag.]] Av Av
__
__
A.R.A.B. Titel I – Hoofdstuk II p. 27/27 _____________________________________________________________________________________________ Nummering
15(8)
16(2)
Opgaaf van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke industrieën, opslagplaatsen, enz.
Zoogdieren (stallen voor andere dan vermeld onder rubriek 10(11) - Installatie gelegen : (zones bepaald volgens de begrippen van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen) : a) in de woongebieden en in de andere gebieden behalve deze voorzien onder b en c: - met meer dan 6 gespeende kleine zoogdieren - met grote zoogdieren. b) in de woongebieden met een landelijk karakter en in de agrarische gebieden [[[, bosgebieden en groengebieden]]]' op minder dan 100 m van een woonuitbreidingsgebied of op minder dan 300 m van een woongebied in de parkgebieden en in de bufferzones. of (op minder dan 500 m van een drinkwaterwinning]2. met meer dan 50 grote zoogdieren. c) in alle zones - niet meer dan 500 stuks. Zwembaden, georganiseerde zwemplaatsen, badinrichtingen.
Klassen
Opgaaf van de aard van de hinder ervan
2
Slechte reuk; afvoer van rottende en voor rotting vatbare faecale stoffen; gevaar voor ontsnapping van dieren; voortwoekeren van insecten; opstapeling van voor verrotting vatbare afval; lawaai van dieren.
2
Idem
2
Idem Verontreiniging van het grond- en oppervlaktewater. Voor bederf vatbaar water; gevaar voor verspreiding van overdraagbare ziekten: gevaar voor verdrinking.
1
Diensten die te raadplegen zijn ter gelegenheid van het onderzoek van de vergunningsaanvragen *
Ag. Av.]] __ ]