Notulen van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Barneveld, gehouden op 26/27 september 2006 Aanwezig zijn de raadsleden: de heer A. Barendregt de heer J.G.J.M. Beijer de heer H. van den Berg de heer E. Blankenstijn de heer J.W. van den Born de heer T.N. Bos de heer H.C. van den Brink, op 27 september vanaf 19.35 uur mevrouw A.M. den Dunnen, op 27 september vanaf 19.45 uur de heer W. van Essen de heer H. Geurts, op 27 september tot 23.10 uur de heer J.L. Geurts (Jr.) de heer J.A.F. Guldie de heer T.G. Heemskerk de heer A.L. Janse de heer A.D.G. van de Kamp Voorzitter Griffier De collegeleden Secretaris Insprekers Verslag Afwezig
1.
de heer W.A. Knapen de heer L. de Knegt, op 27 september vanaf 23.30 uur mevrouw T. Kuiper-de Haan mevrouw A. Monster de heer G.J. van Norden, op 27 september tot 22.45 uur de heer G. Ploeg de heer J.J.H. Post mevrouw M. Rosbergen-van Minnen de heer B.A. Schermers de heer G.S. Schotanus, op 26 september vanaf 20.10 uur, op 27 september vanaf 19.40 uur de heer H. Schuring mevrouw G. Siemeling-van Reenen de heer P.B.J. Vos de heer A.J. de Vries de heer K. van der Werf
: de heer J.A.M.L. Houben, burgemeester : de heer H.F.B. van Steden : de heren G.J. van den Hengel, A. de Kruijf, G.W. Tijmensen (op 26 september tot 21.30 uur, na behandeling van agendapunt 9) en L.A Verweij : mevrouw M.A.F.P. van Rooij (loco-secretaris) : de heer Burgering en de heer Boekhorst (beiden bij agendapunt 16) : mevrouw N. Brummer : de heer F.J. Appelman (m.k.) op 26 en 27 september de heer J.G.J.M. Beijer (m.k.) op 27 september de heer G.J. van den Hengel (m.k.) op 27 september de heer L. de Knegt (m.k.) op 27 september
Opening.
De VOORZITTER opent de vergadering en leest het formuliergebed voor. Spreker neemt de berichten van verhindering door. Aansluitend heet spreker alle aanwezigen van harte welkom. 2.
Rondvraag.
Er wordt geen gebruik gemaakt van de rondvraag. 3.
Vaststellen agenda
De VOORZITTER laat weten dat de commissie Grondgebied voorstelt om agendapunt 8, Centrumplan Voorthuizen, van de agenda af te voeren. Dit onderwerp is volgens de commissie nog niet rijp voor behandeling in de raad. Aldus wordt besloten. Aansluitend stelt de VOORZITTER voor om agendapunt 16 te behandelen na agendapunt 6, aangezien twee insprekers zich voor dit onderwerp hebben gemeld. Aldus wordt besloten. Mevrouw KUIPER geeft aan dat de ChristenUnie voorstelt om agendapunt 20, Parkeernotitie BarneveldCentrum, samen met agendapunt 19 en 21, voorlopig niet te behandelen. Spreekster is van mening dat dit onderwerp niet rijp is voor behandeling. De VOORZITTER vraagt de overige fracties of zij het hiermee eens zijn. De overige fracties zijn van mening dat dit onderwerp wel op 27 september 2006 behandeld kan worden. De VOORZITTER constateert dat deze agendapunten geagendeerd blijven voor de vergadering van 27 september 2006.
2
4.
Trekken nummer stemmingen en eventuele mededelingen.
Bij stemmingen zal begonnen worden bij de heer Van Essen. 5.
Notulen van de op 20 juni, 27 juni en 21 augustus 2006 gehouden vergaderingen
20 juni 2006 De heer VAN STEDEN merkt op dat op pagina 47, eerste en elfde regel, de heer Schermers, moet zijn de heer Schuring. 27 juni 2006 Spreker laat weten dat op pagina 26, 5 regels onder fracties in tweede termijn, staat ‘ledigen’. Dit moet zijn ‘lenigen’. 21 augustus 2006 Spreker geeft aan dat op tafel een voorstel ligt tot wijziging van de notulen op pagina 10. De vetgedrukte alinea: ‘Om een voorbeeld te noemen: een aantal keren is gesproken over wachtlijsten. Inmiddels heeft spreker begrepen dat aan het eind van het jaar de wachtlijsten tot nul zijn gereduceerd. In die zin is er de nodige actie ondernomen. Hoewel, spreker denkt dat het altijd beter kan.’ dient aan de tekst te worden toegevoegd na de eerste alinea van de beantwoording van wethouder De Kruijf. Op pagina 8, derde alinea vanonder, staat ‘Twee Kamer’. Dit moet zijn: ‘Tweede Kamer’. Op pagina 9, vierde alinea vanonder, wordt gesproken over artikel 161 van de Gemeentewet. Dit moet zijn artikel 169. De VOORZITTER stelt voor om de notulen van 20 juni 2006 met de bovenstaande wijziging vast te stellen. Aldus wordt besloten. Spreker stelt voor om de notulen van 27 juni 2006 met de bovenstaande wijziging vast te stellen. Aldus wordt besloten. Spreker stelt voor om de notulen van 21 augustus 2006 met de bovenstaande wijzigingen vast te stellen. Aldus wordt besloten. 6. Ingekomen / uitgaande stukken (voorstel nr. 06-76) De VOORZITTER stelt voor in te stemmen met de voor elk stuk aangegeven wijze van behandeling en het overzicht voor kennisgeving aan te nemen. Aldus wordt besloten. 16. Gedeeltelijke herziening Zuidrand van het bestemmingsplan Kromme Akker (voorstel nr. 06-91) Insprekers De heer BURGERING: “Voorzitter, dames en heren van de gemeenteraad, er is mij slechts vijf minuten gegeven om even een kleine toelichting te geven op het bezwaarschrift, dat niet alleen ik heb ingediend, maar ook een aantal andere omwonenden van de Kromme Akker. Dit betreft een herziening van een bestemmingsplan. Ik wil met name twee hoofdonderdelen toelichten. Dat is de wijze van informeren en de herziening an sich. Ik heb toegelicht in het bezwaarschrift, alsmede de andere bezwaarden, dat de wijze van informeren beslist onzorgvuldig is geweest. Als je een herziening van een bestemmingsplan voorstelt, wat een mogelijkheid geeft tot het bouwen van een dergelijk groot massaal bouwblok, dan zou je toch op zijn minst mogen verwachten als direct omwonenden, dat je correct wordt geïnformeerd. Althans direct wordt geïnformeerd. Hoe heeft de informatie plaats gevonden? Slechts via de Barneveldse Krant heb ik begrepen en dan in de vakantieperiode. Verschillende omwonenden hebben dit allemaal gemist. We zijn toevallig achter dit voornemen gekomen en we waren dan ook nog net op tijd om de bezwaarschriften in te dienen. Dit vind ik verre van correct. Zeker als omwonenden mag je toch verwachten dat bij een dergelijk belangrijke wijziging, die leidt tot een dusdanig grote wijziging, qua massale bebouwing, dat je dan wordt geïnformeerd. Dan de herziening van het bestemmingsplan. Ik weet niet of allen van u op de hoogte zijn van het concept zoals dit in het verleden, in 2001, ik heb hier de tekening van 1999, waarbij het bestemmingsplan toen is goedgekeurd. Het concept dat toen aan de orde was, betrof niet alleen het toen goedgekeurde bestemmingsplan, maar ook het voornemen tot het bouwen van het restant. Ik zeg nogmaals het
3
voornemen, want het kon toen niet goedgekeurd worden omdat er de zogenaamde bekende stankcirkel aanwezig was, vanwege de agrariër die daar nog functioneerde. Nu is de kans aanwezig om dat wel te doen, en wat zien we dan ook, dat wij ineens worden geconfronteerd niet met laagbouw woningen, maar een massaal groot flatgebouw. Niet van twee of drie hoog, maar van vier woonlagen. Een blok dat de totale afsluiting van het uitzicht van direct omwonenden behelst. Bovendien geen laagbouw zijnde. Wat in het bezwaarschrift niet naar voren komt, althans in de informatie vanuit het gemeentebestuur, is dat als je als omwonenden toen op de hoogte was geweest van het voornemen dat in het conceptbestemmingsplan weldegelijk aan de orde was, dat er alleen maar laagbouw woningen zouden worden gebouwd. Dat was beslist het voornemen. Dan waren er verschillende bewoners, en beslist mijn buren, die de woning daar niet hadden gekocht. Dit is naar mijn mening ook onzorgvuldige voorlichting, onjuiste voorlichting, die wij toen wij de woning kochten ook niet hebben verkregen. In tegendeel we hebben de informatie gekregen, en die tekening heb ik hier, waar keurig laagbouw woningen op stonden. Ik kan me niet voorstellen, dames en heren van de gemeenteraad, dat u, met deze twee belangrijke redenen van het bezwaarschrift, de wijziging van het voorstel van het gemeentebestuur gaat volgen. Ook kan ik me niet voorstellen, dat u de versnelde procedure die wordt ingezet en wordt voorgesteld, dat u die gaat volgen. Als het gemeentebestuur nu eerst eens zorgvuldig was geweest naar de omwonenden, dan mogen we op zijn minst verwachten, dat wij als omwonenden en als indieners van het bezwaarschrift de ruimte en de tijd krijgen om gehoord te worden. Ik verzoek u daarom nogmaals om dit voorstel af te wijzen. Ik dank u wel.” De heer BOEKHORST: “Burgemeester en wethouders, ik wil graag met de heer Burgering meegaan. Onze voorlichting is erg zwak geweest. Ons was gezegd dat wij laagbouw om ons heen zouden krijgen. Daarnaast vind ik dat de Wikkelaarseweg hierin genoemd moet worden. De Wikkelaarseweg is ongeveer 50 à 60 m. bij ons vandaan. Dit is verder dan gepland is. We hebben het niet over de Wikkelaarseweg, maar we hebben het over het gedeelte 50 m. daarvoor. Ik vind het jammer dat dit ook niet goed vernoemd is. Ik vind dat het college daar naar moet kijken, het af moet wijzen en zeker eerst de bewoners van de buurt, die eromheen wonen, moet horen. Er zullen parkeerproblemen komen. Kinderen die naar school gaan zullen problemen krijgen in verband met het verkeer. Ik vind het eigenlijk een tekortkoming van het college om ‘ja’ daartegen te zeggen. We zijn twee jaar geleden bij de gemeente geweest. Wij hebben destijds gevraagd wat daar zou komen. Het antwoord was dat dat destijds nog niet duidelijk was en dat dit waarschijnlijk laagbouw zou zijn. Alles verloopt nu in zo’n snel tempo, dat niemand dit kan begrijpen. Ik denk dat u tekort schiet om dit aan de omwonenden uit te leggen. Dank u wel.” Mevrouw SIEMELING merkt op dat de heer Boekhorst heeft laten weten dat er geen informatie is gegeven. Zij meent echter dat er een informatieavond over het nieuwe plan heeft plaatsgevonden voor de woonomgeving. De heer BOEKHORST antwoordt dat die inderdaad heeft plaatsgevonden. Hier is echter niet gesproken over hoogbouw, slechts alleen over laagbouw. Ook de verkeerssituatie is tijdens die avond niet goed besproken. Deze avond heeft ongeveer 1,5 tot 2 jaar geleden plaatsgevonden. De VOORZITTER geeft het voorliggende stuk in bespreking. Fracties in eerste termijn De heer BARENDREGT: “Voorzitter, dat bewoners een beetje vreemd opkijken vind ik wel heel terecht. Het is vaker zo, en ik heb het wel eens van de andere kant meegemaakt, als je midden in de zomer iets ter visie neerlegt, dat de bevolking gewoon anderhalve maand er niet naar kijkt en de Barneveldse Krant niet tot en met het uiterste zit uit te pluizen. Mijn vraag aan de wethouder is: ‘hoe is dit gecommuniceerd?’ Ik heb het idee dat er gewoon een stukje ergens midden in de zomer in de krant gestaan heeft, en dat daar te laat op gereageerd is omdat men dat niet op tijd gezien heeft. Vervolgens vallen deze mensen buiten de procedure omdat men te laat is. Dat wil ik even als eerste testen.” Reactie van het college op de eerste termijn Wethouder DE KRUIJF: “Voorzitter, dames en heren, zoals u in het raadsstuk ook leest, hebben er twee ter inzage leggingen plaats gevonden. De eerste is geweest van het voorontwerpplan, en dat is inderdaad in de vakantie geweest van 2005, 15 juli tot 25
4
augustus. Maar het ontwerp, waar u het vanavond over heeft, dat heeft ter inzage gelegen van 18 april tot 29 mei 2006. In mei hebben sommige mensen vakantie, maar ik ga er niet vanuit dat die hele periode van zes weken een vakantieperiode van iedereen is, dus ik ga er vanuit dat wij volgens de regels hebben gecommuniceerd over dit plan. Informeren omwonenden. Wij zijn ongeveer een jaar geleden van het niet verplichte systeem afgestapt. Wij gaan er vanuit dat er voldoende publicatie plaatsvindt bij dit soort plannen. De publicaties van de gemeente worden op verschillende manieren kenbaar gemaakt, zodat daar kennis van kan worden genomen. Het betreft hier geen uitzondering bij dit plan dat de directe omgeving geen brieven heeft ontvangen.” De heer GULDIE: “Voorzitter, een korte vraag nog aan de wethouder. Zou u misschien ook in willen gaan op die informatiebijeenkomst. Weet de wethouder wat daar besproken is?” Wethouder DE KRUIJF: “Voorzitter, aan die data kunt u zien dat mijn voorganger toen hier nog was. Ik heb die bijeenkomsten niet meegemaakt. Als u kijkt op de plankaart, die bij het plan zit, dan kunt u wel zien dat aanvankelijk een basisplan is gemaakt. De bedoeling was dat daar rijen en twee-onder-een-kap-woningen zouden komen. Alleen als u goed naar die kaart kijkt, dan ziet u dat het bouwwerk dat nu wordt voorgesteld, dat dit verder is teruggelegd. Bij de aanvankelijke bebouwing stonden de woningen veel meer aan de westkant van het plan dan nu. Die afstand is sterk vergroot omdat er sprake is van een hoger gebouw.” Reactie van de insprekers De heer BURGERING: “Voorzitter, twee reacties op de uitlatingen van de wethouder. In de eerste plaats op de wijze van informeren. Het is inderdaad zo dat wij bij het tweede plan meer mogelijkheden hadden, maar het gaat om de gehele actie. Als u een dergelijk belangrijke wijziging voorstelt, die voor alle omwonenden zo’n invloed heeft, dan mag je toch veronderstellen dat je direct wordt geïnformeerd en niet via allerlei andere wegen de informatie ontvangt. Ten aanzien van het terugleggen van het blok. Het is inderdaad zo dat het een paar meter slechts naar achteren is gelegd ten aanzien van de bestaande bebouwing, maar als u zich realiseert dat de hoogte daarentegen bijna verdubbeld is, dan kunt u zich voorstellen dat dat een enorme invloed heeft en dat de breedte van de totale massa aanzienlijk is toegenomen. Dat vergeet de wethouder te melden. Dank u.” Fracties in tweede termijn De heer VAN DE KAMP: “Wat is de beweegreden van het college geweest om te kiezen voor hoogbouw? Is dit een kostenplaatje geweest, zodat er goedkope appartementen of goedkopere woonhuizen konden komen?” Reactie van het college op de tweede termijn Wethouder DE KRUIJF: “Voorzitter, de reden van de hoogbouw heeft een tweeledige achtergrond. Dit heeft te maken met de economische exploitatie van de totale oppervlakte die daar bebouwd kan worden. Dit is een behoorlijke oppervlakte, die + wordt nu gedeeltelijk bebouwd. Dit heeft ook te maken met de wens van de woongroep 50 uit Voorthuizen zelf. De bewonersgroep van de kern Voorthuizen zelf heeft een groot draagvlak in de omgeving voor de oprichting van een dergelijk pand. Naar onze mening is het pand in vergelijking met de ruimtelijke situatie die daar kan worden bereikt goed in evenwicht. Dit is ruimtelijk een zeer aanvaardbare situatie.” De VOORZITTER constateert dat geen van de fracties stemming wenst en dat geen van de fracties wenst tegen te stemmen. Het voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen. 7. Huisvesting dependance huisartsenpost in het Hulpverleningscentrum Barneveld (voorstel nr. 06-96) Fracties in eerste termijn De heer DE KNEGT: “Voorzitter,
5
voorliggend raadsvoorstel is de uitkomst van een jarenlange bemiddelingstocht tussen huisartsen, zorgverzekeraars en ook de Barneveldse samenleving. Ik herinner me nog januari 2003 toen de vele handtekeningen ingediend zijn om een ‘HAP’, een huisartsenpost, hier in Barneveld te krijgen. Toen ging er een werkgroep aan het werk, die heeft gemerkt dat de medische molens ook niet heel erg hard draaien en dat er ook nog wel eens wat zand in die machinerie zit. Toch ligt hier nu dit raadsvoorstel en de SGP is daar blij en dankbaar voor, want een dependance van de huisartsenpost is erg belangrijk voor Barneveld. We praten over een gemeente van 50.000 inwoners. Dan is een dergelijke voorziening zeker op zijn plaats. Ondanks de stilte waaronder de commissie haar werk heeft gedaan, heeft de SGP de ontwikkelingen gevolgd. Maar er ligt een voorstel. De SGP heeft nog wel een paar vragen. In de eerste plaats hebben wij vanavond de krant gelezen waarin de heer Flens een interview geeft. Hij stelt daarin dat op de lange termijn een en ander niet is veiliggesteld. Wij hebben dat ook in de commissie gevraagd. Toen is er gesteld dat aanrijtijden, oftewel de tijd die overbrugd moet worden naar de ‘HAP’, een heel belangrijk criterium is. Maar nu blijkt dat de heer Flens ook andere informatie heeft, misschien ook iets speculeert, waardoor een en ander niet zo heel vast is. Kan de wethouder nogmaals ingaan op het criterium waarop een dependance van de “HAP” gevestigd kan worden? Daarnaast wil de SGP vragen of de gemeente zich in gaat zetten om ook in de nacht en de weekenden de dependance open te stellen. Bij de weekenden is sprake van een grote tijdspanne waarin de mensen toch naar Amersfoort moeten gaan. De afgelopen jaren hebben wij schrijnende gevallen kunnen horen, kunnen beluisteren van mensen die naar Amersfoort moesten, maar daar geen mogelijkheid toe zagen. Zelfs in de nachturen en in de weekenden. Een laatste vraag die de fractie heeft, is een dependance in Norschoten. Wij hebben daar ook naar gevraagd in de commissie. Toch is ons ter ore gekomen dat een kostenvergelijking uitwijst dat de investering dan goedkoper uit kan vallen. Wij willen graag weten of die kostenvergelijking inderdaad is gemaakt en of die goedkoper is uitgevallen. Zo ja, waarom is dan toch gekozen voor een vestiging in het HVC?” De heer VAN DER WERF: “Voorzitter, er is, zoals de heer De Knegt al zei, hard gewerkt de afgelopen drie jaar. Hard gewerkt door een commissie, waarin niet alleen twee raadsleden zaten, maar ook een aantal vertegenwoordigers van het lokale zorgveld. Die vertegenwoordigers hebben heel hard gewerkt om dit resultaat binnen te halen. Dan schrik je toch vanmiddag even als je zo’n artikel in de krant leest van hetgeen precies is gezegd. De wethouder zal daar zelf zijn lezing wel over geven. Wat in het hele traject in ieder geval helder mag zijn, voor zover wij dat namens u als raad meegelopen hebben, was dat volstrekt helder was dat de reorganisatie van de hele eerstelijnszorg niet het einde was van een beweging die verder gaande is. Het is ook een beweging die steeds verschillende scenario’s heeft laten zien. Wij hebben daarin al diverse scenario’s voorbij zien gaan; ook al termijnen horen noemen. Wat ons steeds voorgestaan heeft, is zorgen dat wij als gemeenschap van Barneveld, die post hier toch zouden vestigen. Met name omdat die aanrijtijden, ook aangetoond door de commissie, heel duidelijk meer dan een half uur voor veel inwoners van onze gemeente bleken te zijn. Dat criterium blijft recht overeind. Ik denk niet dat er helikoptervervoer komt in de toekomst. Ik verwacht ook niet dat er zulke snelle verplaatsingsmogelijkheden zijn dat dat probleem snel opgelost is. In tegendeel, met een groeiende bevolking, met een dichtslibbende A1, verwacht ik niet dat het probleem in de logistieke sfeer snel opgelost zal zijn. Kortom, onzekerheden zijn er zeker in het hele verhaal, maar die onzekerheden blijven. De scenario’s wisselen elkaar af. Vooralsnog is er zeker een behoorlijk voortbestaan voor de Barneveldse huisartsenpost. Het zou maar zo 10 of 5 jaar kunnen worden. Niemand van ons kan dat met zekerheid zeggen. Wij als de CDA-fractie vinden het een enorm belangrijke zaak dat deze post is binnengekomen. Natuurlijk stellen wij ook de vraag om de zorg in de weekenden uit te breiden. Wij willen de wethouder ook vragen dat daar waar dat mogelijk is voor hem inspanningen te leveren om het zorgniveau uit te breiden naar de avonden. Dat is essentieel. Daarbij krijgt de post ook een veel beter bestaansrecht. Ik denk, gezien de berekeningen die in de commissie zijn uitgevoerd, dat ook dit bestaansrecht zich snel zal bewijzen, omdat veel mensen de weg naar die post nu zullen vinden. Het is uitermate belangrijk, ook voor de verzekeraars, dat de klanten de post weten te vinden en ook tevreden zijn over de geboden zorg. Met andere woorden deze post is uitermate belangrijk. We moeten heel kritisch kijken naar wat we verder daar als voorzieningen aan kunnen toevoegen. Het is essentieel voor de eerstelijnsgezondheidszorg om met elkaar het bestaan van de post te
6
ondersteunen. Geen post betekent dat we aangewezen zijn op Amersfoort en Ede en dat in Barneveld een heel belangrijke functie voor een groeiende gemeente verloren gaat. Dank u wel.” Mevrouw DEN DUNNEN: “Voorzitter, de fractie van PRO’98 is heel blij dat de dependance van de huisartsenpost naar Barneveld komt per 1 januari 2007. Een wens van veel burgers uit onze gemeente gaat hiermee in vervulling. We krijgen er als gemeente een prachtige voorziening bij. Niemand, maar dan ook echt niemand heeft ooit begrepen, waarom er een dependance van de huisartsenpost in Achterveld was gevestigd, en dan ook nog zonder apotheekvoorziening. Als je met een kind met oorontsteking in Achterveld bij de post kwam moest je daarna naar Amersfoort om een kuurtje op te gaan halen. Dan ga je toch niet naar Achterveld, dan ga je toch meteen naar Amersfoort? Als we op de kaart kijken zien we dat Barneveld dé logische plek is tussen Amersfoort, Ede en Harderwijk. We zitten precies midden in de driehoek. Barneveld kan een grote regio bedienen nu en in de toekomst! Met een dependance in Barneveld is de zorg, vooralsnog alleen in de weekenden, een stuk dichterbij gehaald voor onze hele gemeente. De dependance gaat naar het HVC, één van de mogelijke locaties. Gebleken is dat dit de plek is die door alle partijen als acceptabel gezien wordt. Voor onze fractie is vooral belangrijk dat de dependance er komt, minder belangrijk vinden wij waar hij komt. Dat de apotheek ook open zal zijn voor recepten vanuit de dependance, is wat ons betreft een voorwaarde, een belangrijke meerwaarde. De apotheek is op kleine afstand van het HVC, dat hoeft voor de meeste mensen geen probleem te zijn. Voor wie het wel een probleem is, is er een koeriersdienst toegezegd. Dat vinden wij op zich een goede oplossing. We hopen met deze investering verder te kijken. Hier wordt voorgesteld om een veilige, degelijke, goede voorziening neer te zetten die mogelijkheden tot groei heeft. We krijgen wat dat betreft uitdrukkelijk positieve signalen van het facilitaire bedrijf Primair. Dat is het bedrijf dat de huisartsenposten organiseert. Als men goede ervaringen met de openstelling in het weekend opdoet, lijkt het de fractie van PRO’98 een logische stap om de dependance in het HVC ook de avonden te gaan bemensen. Ook voor rijdende huisartsen is plaats in het HVC. Op de lange termijn zullen huisartsenposten geïntegreerd worden bij de eerste hulp in ziekenhuizen. PRO’98 gelooft en hoopt dat de dependance van de huisartsenpost in Barneveld tegen de tijd dat het nieuwe Meanderziekenhuis er is, dat is op zijn vroegst in 2010, zijn bestaansrecht heeft bewezen. De tijd om de huisartsenpost in Amersfoort te bereiken vanuit onze gemeente zal zeker niet korter worden. Deze aanrijdtijd is nou juist hét argument geweest van verschillende partijen om toch akkoord te gaan met deze verplaatsing. Zet de dependance wat ons betreft dus maar stevig neer, het zal dan des te moeilijker zijn hem hier ooit weer weg te krijgen. Daar heeft de werkgroep Zorg ervaring mee! Wij weten hoe moeilijk het was om de dependance vanuit Achterveld hierheen te halen. Eerlijk gezegd kwam het artikel van de Barneveldse Krant van vandaag mij helemaal niet goed uit, meneer Zuurman. Ik heb daar wel een reactie op. Ik vind het heel opmerkelijk dat alleen de heer Flens aan het woord is. En niet de heer De Jong, de directeur van het facilitaire bedrijf Primair, die heel enthousiast is over deze locatie en ook mogelijkheden voor de toekomst ziet. Vandaag is gecheckt of alles klopt wat de heer Flens tegen de heer Zuurman gezegd heeft. De heer Flens zegt dan ook dat op zijn vroegst het Meanderziekenhuis pas in 2010/2012 gereed zal zijn. En dat we dan weer moeten bekijken of de patiënt in het voedingsgebied, binnen dertig minuten bij de post zal zijn. In onze visie zal dat dus niet veranderen. Mijn oproep is dus: ‘steun alsjeblieft deze post’.” De heer BLANKENSTIJN: “Voorzitter, niet verwacht en toch gekregen. Dat kun je wel zeggen van de dependance van de huisartsenpost. Wat een moeite is er gedaan om deze naar Barneveld toe te krijgen en hoeveel inspanningen zijn er niet aan voorafgegaan. Velen hebben wellicht met mij gedacht ‘die komt er nooit meer’. Vooral de vasthoudendheid van de werkgroep Zorg, waarin vertegenwoordigers van diverse organisaties en instellingen samenwerkten met politici (dat waren namens de raad mevrouw Den Dunnen en de heer Van der Werf), heeft tot dit mooie resultaat geleid. Alle hulde voor deze mensen, maar ook voor de burgemeester die met zijn inspanningen het laatste duwtje heeft gegeven. Dat er gekozen is voor de locatie van het Hulpverleningscentrum is om verschillende redenen ook naar onze mening de beste keus. Ook volgens ons was het Verpleeghuis Norschoten een goede optie, maar vanwege de aanrijtijden is daar niet voor gekozen. Net als de SGP wil ik vragen aan de wethouder of hij kan zeggen of inderdaad de aanrijtijden, de centrale ligging, inderdaad de hoofdoorzaak is voor deze keuze. Ons is ook ter ore gekomen dat Verpleeghuis Norschoten goedkoper was.
7
Wij kunnen ons vinden in de samenwerking van de huisartsenpost en Apotheek Asklepios, zodat er beschikt kan worden over een volledig assortiment geneesmiddelen. Voor de bewoners van de gemeente Barneveld zal deze dependance van de huisartsenpost een grote verbetering zijn voor wat betreft de benodigde geneeskundige hulp in het weekend. Ik wil me ook aansluiten bij de voorgaande sprekers, die pleiten voor een verdere uitbreiding van de openingstijden. Omdat dit wordt gerealiseerd op initiatief van de gemeente Barneveld is het ook te begrijpen dat de kosten voor rekening van de gemeente komen, alhoewel het natuurlijk helemaal mooi zou zijn geweest als Agis hieraan zou meebetalen. Dan wil ik ook aansluiten bij de SGP en PRO’98 bij de vraag die zij hebben gesteld naar aanleiding van het artikel in de krant. Daar zal de wethouder ongetwijfeld wat over zeggen. Tenslotte wil ik namens onze fractie nogmaals uitspreken dat wij heel blij zijn met deze dependance van de huisartsenpost, een aanwinst voor onze bewoners en wil ik allen die hieraan hebben meegewerkt hartelijk bedanken voor hun inzet, geduld en vasthoudendheid. Dank u wel.” De heer VAN DEN BORN: “Voorzitter, een huisartsenpost voor de gemeente Barneveld. Hier is onze fractie heel erg blij mee. Het was onverteerbaar dat inwoners van onze gemeente naar Amersfoort moesten om bij nacht en ontij een huisarts te kunnen bezoeken. Of dat de huisarts vanuit Amersfoort moest komen in geval van levensbedreigende situaties tijdens de nachtelijke uren of in het weekend. Voorzitter, de afstand Kootwijkerbroek naar de huisartsenpost Amersfoort en terug is 60 kilometer. Wat dat betreft is het goed dat de huisartsen in onze gemeente de verantwoordelijkheid hebben genomen en gekozen hebben voor een locatie in onze eigen gemeente. Vanaf deze plek complimenteert onze fractie dan ook diegenen die een belangrijke bijdrage geleverd hebben om dit resultaat te bereiken. Als eerst natuurlijk de werkgroep Zorg, waarbij mevrouw Den Dunnen en de heer Van der Werf ons als raad vertegenwoordigd hebben en dat uitstekend gedaan hebben. Voorzitter, uiteraard ook aan u, onze burgemeester, die een zeer prominente rol gespeeld heeft bij het bijeen brengen van de partijen. En burgemeester, indien deze raad nog een keer een uitstekende bemiddelaar nodig heeft bij een lastig vraagstuk weet de VVD-fractie u te vinden. Naast de complimenten ook een vraag in deze eerste termijn over het stuk in de Barneveldse Krant. Ik richt mij ook tot de wethouder en niet tot de heer Zuurman. Ik ben ook benieuwd hoe we het gaan doen met het uitgeven van het geld als het niet voor lange termijn bedoeld is, maar ik ga er vanuit dat de wethouder mij hierover geruststellende antwoorden kan geven. Ik ben ook nieuwsgierig of deze informatie, die wij vanavond lazen, bij de wethouder bekend was. U kunt zich voorstellen dat ik vanavond bij de aardappeltjes en de erwtjes schrok toen ik anderhalf uur voor het nemen van het besluit deze informatie kreeg. Dank u wel.” Reactie van het college op de eerste termijn Wethouder VERWEIJ laat weten dat het hem een voorrecht is dit onderwerp te mogen behandelen. Eigenlijk meent spreker dat de burgemeester de eer toe komt om de laatste puntjes op de ‘i’ te zetten. Spreker kijkt in eerste instantie naar de reactie van de heer Flens in de Barneveldse Krant. Hij vraagt zich hierbij af ‘wat is waarheid?’. Er is contact gezocht met de heer Flens. Spreker heeft een notitie ontvangen over dit gesprek. Daarnaast bestaat er een vertrouwelijk verslag van een bespreking die heeft plaatsgevonden tussen de heer Houben en de heer Flens. De heer Flens heeft geen op- of aanmerkingen op deze notulen gehad. Spreker citeert uit de notulen van dit gesprek: ‘hiermee wordt de toekomst van de huisartsenpost ook op middenlange termijn gewaarborgd’. Dit is een citaat uit de mond van de heer Flens.” De heer VAN DEN BORN: “Wethouder, heeft u ook vandaag met de heer Flens gesproken naar aanleiding van dit hele verhaal?” Wethouder VERWEIJ antwoordt dat er inderdaad contact heeft plaatsgevonden met de heer Flens. Spreker verwijst hierbij naar een telefoonnotitie die is opgesteld door het afdelingshoofd, de heer Jongman. Hierin wordt door de heer Flens aangegeven dat zodra het Meanderziekenhuis is gerealiseerd, in 2010/2012, gekeken zal worden naar het afstandscriterium. Dit afstandscriterium zal één van de belangrijke factoren zijn. Spreker verwacht niet dat dit criterium in 2012 ten gunste van Amersfoort zal zijn veranderd. Spreker is niet van plan om in discussie te gaan met de pers. De informatie die spreker heeft, geeft geen aanleiding voor ongerustheid. De nu tot stand gekomen situatie is de meest ideale en de meest zekere.
8
Spreker is van mening dat de voorliggende optie de beste is en meent dat de raad deze optie moet steunen. Hij zal zeker streven naar een diepe worteling van deze vestiging. Ook zal spreker de uitdaging aangaan om de dienstverlening uit te breiden naar de avonden en de nachten. HVC versus Norschoten. In de commissie is hieraan ook aandacht besteed. Een van de meest belangrijke argumenten om te kiezen voor het HVC is het feit dat het HVC relatief niet kostbaar is. Daarnaast is de bereikbaarheid het beste. *
Fracties in tweede termijn De heer DE KNEGT: “Voorzitter, kort, de toekomst is inderdaad onzeker. We weten niet wat ons te wachten staat, maar dat moet ons wel alert houden om de ontwikkeling in de gaten te houden en ook daarop tijdig vanuit dit huis actie te ondernemen. Daarnaast dank aan een ieder die toch hieraan heeft deelgenomen en dit tot stand heeft laten komen. Niet in het minst ook de burgemeester. U als intermediair, dat heeft toch heel duidelijk gewerkt, want er is schot in de zaak gekomen sinds januari/februari. Bedankt.” De heer VAN DER WERF: “Voorzitter, dank in ieder geval voor de woorden van de collega-fractiewoordvoerders aan het adres van de mensen die hebben meegewerkt aan de totstandkoming. We zullen uiteraard voor zover ze niet op de tribune zitten de collega’s in onze commissie daar in ieder geval mededeling van doen. Nog een zaak die misschien belangrijk is. U heeft het al gezegd. Er zijn grote ontwikkelingen en die hebben wij als werkgroep ook gevolgd. Grote ontwikkelingen rondom de hele eerstelijnszorg. Misschien is het goed om met name vanuit de gemeente en ook vanuit de werkgroep te kijken hoe wij met elkaar daar een stevig fundament kunnen bouwen, zodat ook in de toekomst deze ontwikkelingen ons niet meer overvallen, maar dat wij daar met elkaar wellicht een vorm kunnen vinden om die met elkaar te lijf te gaan en daarop te anticiperen. Dank u wel.” Mevrouw DEN DUNNEN: “Ik wil ook iedereen bedanken, met name de collega-fracties die vertrouwen in ons gesteld hebben. Het was soms best wel eens moeilijk om een afweging te maken of zaken verteld konden worden of niet. Dit vonden mensen soms wel eens irritant. We hebben het toch met elkaar gered, zo zie ik dat. Het is eigenlijk geen actie van de werkgroep Zorg of, met alle respect, van de burgemeester, het is een resultaat dat we met de hele samenleving van Barneveld bereikt hebben. Het is begonnen met een handtekeningenactie. Veel belangenverenigingen hebben zich hiervoor ingezet. We hebben dat met elkaar als Barnevelders gedaan en daar mogen we trots op zijn. De werkgroep Zorg zal de ontwikkelingen op de voet blijven volgen. We zijn ons aan het beraden hoe we met de werkgroep verder gaan, maar daar hoort u nog over. Nu overheerst de blijheid.” De heer VAN DEN BORN: “Voorzitter, de VVD-fractie is blij overtuigd dat de wethouder de antwoorden geeft die we zochten. Wij zijn blij; we zijn gelukkig. Ik zou zeggen: ‘we gaan ervoor!’.” Reactie van het college op de tweede termijn Burgemeester HOUBEN heeft een korte opmerking. De gemeente Leusden voelt zich enigszins overvallen. Spreker was niet bekend met de afspraak om elkaar actief te informeren. Leusden was echter wel enigszins overvallen. Dit is bestuurlijk besproken. Spreker heeft aan de gemeente Leusden beloofd dat de raad hiervan op de hoogte zou worden gesteld. Het artikel in de Barneveldse Krant bevatte voor spreker niet veel nieuws aangezien alle ontwikkelingen rondom de huisartsenpost, de primaire lijn, geweldig in beweging zijn. In de toekomst kan volgens spreker sprake zijn van een geheel andere opzet hierin. Er kan hierbij op dit moment niet verder gekeken worden dan op de middenlange termijn. Besluitvorming De VOORZITTER stelt voor om in te stemmen met het voorliggende voorstel. Aldus besloten.
*
Toezegging door het college
9
9. Overeenkomst betreffende de ontwikkeling van de woningbouw Veller (voorstel nr. 06-100) Fracties in eerste termijn De heer SCHOTANUS: “Voorzitter, vanavond vraagt u ons een beslissing te nemen over de voorovereenkomst tussen Veller B.V. en de gemeente Barneveld. Ook wordt het college door het besluit gemachtigd om verder te onderhandelen met Veller B.V. om te komen tot een definitieve overeenkomst. Ik denk, meneer de voorzitter, als er over één toekomstige woonwijk veel gesproken is, dan is dat ongetwijfeld over deze woonwijk geweest. Zeker ook gelet op de bestuurlijke consequenties die dit met zich meegebracht heeft. Bij de beoordeling van het uiteindelijke concept, zoals dit thans voorligt, denk ik dat we dat niet uit het oog moeten verliezen. De regeling vanuit de provincie voor de ruimte-voor-ruimte-regeling ligt aan de planvorming van Veller ten grondslag. Er was destijds een zeer ruime meerderheid om deel te nemen aan deze regeling. De gemeente Barneveld heeft toen haar verantwoordelijkheid genomen om gelden te genereren voor deze regeling door woningcontingent te kopen van de provincie. We moeten ons wel realiseren, meneer de voorzitter, dat dit een tijd was dat de contingentering een hard gegeven was. En dat de vraag naar woningen het aanbod vele malen overtrof. Het toenmalige gemeentebestuur heeft gezocht; gezocht om toch nog woningen te kunnen bouwen. We zijn toen de verplichting aangegaan met de provincie om garant te staan voor deze betaling, zodat deze gelden aangewend konden worden om agrariërs tegemoet te komen in de sanering van overtollige bedrijfsgebouwen. Kijkend naar de ontwikkelingen die zich nadien voordeden ten aanzien van de contingentering van woningen kunnen we ons afvragen of het een juiste keuze geweest is. Echter het moment waarop we de beslissing genomen hebben, was het een mogelijkheid om meer woningen te realiseren. Op grond daarvan heeft de SGP-fractie destijds ingestemd met deelname aan de ruimte-voor-ruimte-regeling. En op grond daarvan hebben wij ook als fractie de verantwoordelijkheid gedragen voor de consequenties die dit met zich meebracht. De onderzoekscommissie Veller heeft destijds een aantal punten aan het licht gebracht die ter verbetering waren. Het college nu heeft onderhandeld met Van de Mheen en gezocht om tot een principeovereenkomst te komen. Aanvankelijk heeft u gekozen voor het zogenaamde inlevermodel. Toen echter bleek, na grondig juridisch onderzoek, dat de ruimte-voor-ruimte-gelden op basis van de exploitatieovereenkomst risico met zich meebrachten, maar dat niet alleen, ook de woningdifferentiatie en de aanbesteding om dat goed te regelen, heeft u gekozen voor het zogenaamde bouwclaimmodel. De voorovereenkomst die dit regelt, ligt thans voor ons. Als fractie zijn wij van mening dat dit op dit moment het maximaal haalbare is. Het is natuurlijk eenvoudig om achteraf te constateren, dat alles anders gemoeten had. Wij zijn van mening, gelet op alles wat er gebeurd is, dat hier een overeenkomst ligt, die er zijn mag. De financiële risico’s worden voldoende afgedekt. Een en ander blijkt duidelijk uit de second opinion van Kienhuis Hoving. En de realisatie van de woningen wordt op zo’n kort mogelijke termijn mogelijk gemaakt. Ook blijkt dat de lopende woningbouwprojecten in de kern van Barneveld door de ontwikkelingen in Veller niet al te zeer belemmerd worden. Sterker nog, aan de realisatie van de woningen in Veller is een zeer strakke termijn gebonden. Bij de overschrijding hebben wij als gemeente de mogelijkheid om andere bouwprojecten te starten. Tijdens de woningbouw in Veller is bouwen in de gemeente Barneveld zeker niet uitgesloten. Ook nu bij dit bouwclaimmodel, dat in de kernen vrij gebouwd kan worden en in de kern Barneveld nog projecten kunnen worden afgemaakt, zij het incidenteel en kleinschalig, dan denk ik dat we hier een goed resultaat hebben. Met de realisatie van Veller zijn wij van mening dat er een wijk ontstaat, die wij in de gemeente Barneveld graag zouden willen hebben. Met woningen, met name in Veller I, afgestemd op het kwalitatief woningbouwprogramma. Woningen waar jong en oud in de gemeente om vragen. Door deze wijk zullen we aan deze vraag tegemoet kunnen komen en de druk op de woningmarkt verlichten. In de voorovereenkomst is één van de doelstellingen dat de gemeente Barneveld geen financieel nadeel moet ondervinden. Dit is in combinatie met het realiseren van de woonwijk voor onze burgers, na alle verwikkelingen rond Veller, ons belangrijkste motief om in stemmen met deze voorovereenkomst. Dank u wel.” De heer POST: “Voorzitter, over Veller zijn in het verleden harde noten gekraakt en vervelende dingen gezegd. Dat was deels terecht, deels onterecht. Met Veller zou het nooit meer wat kunnen worden. Vandaag stelt het CDA vast, dat kwade
10
dingen ten goede gekeerd kunnen worden en dat zwartkijkers geen gelijk hebben gekregen. Het kritisch en strak reageren van de raad op eerdere voorstellen heeft geleid tot een zeer aanvaardbaar product. U hebt eerder geuite twijfels kunnen wegnemen en punten die de raad van belang achtte ingebracht. Als deze overeenkomst gesloten gaat worden, gaan we een gedegen uitonderhandelde overeenkomst aan, zo blijkt uit de ‘second opinion’ van mr. Van de Wetering. Een goede overeenkomst, want: – de gemeente gaat de regie voeren; – alle grond in bezit komt van de gemeente en wordt pas weer teruggeleverd aan de ontwikkelaar als de ontwikkelingskosten plus de ruimte-voor-ruimte-regeling betaald worden; – er vindt 42 % sociale woningbouw plaats in Veller II, deels via MGE-constructies en primaat van de Woningstichting waar we het tijdens de verkiezingen nog over gehad hebben; – de terugbetalingsverplichting aan de provincie in het kader van ruimte-voor-ruimte is volledig zeker gesteld; – en het uitgangspunt, dat de gemeente geen financieel nadeel ondervindt, is contractueel vastgelegd. Als CDA willen wij, u als college, graag de complimenten daarover overbrengen, uiteraard aan de verantwoordelijk wethouder, het college en allen die hen ambtelijk daarbij ondersteund hebben. Met deze overeenkomst voorzien wij in kwalitatief goede woningen voor onze inwoners op lange termijn. En dat is positief. In de commissie zijn vragen gesteld over de inhoud van de overeenkomst. Die zijn naar behoren beantwoord en leveren dus geen obstakel op om u niet het gevraagde fiat te kunnen verlenen. Wij stemmen derhalve in met het aangaan van deze overeenkomst. Een tweetal opmerkingen hebben wij nog, die uit de laatste stukken bleken, die wij nog kregen op de valreep: – op pagina 4 zegt mr. Van de Wetering dat de instemming van Veller BV met de exploitatieberekening met alle kosten schriftelijk moet worden vastgelegd en ondertekend; – verder moeten de bouwactiviteiten na uitgifte van de kavels binnen een bepaalde termijn beginnen en dit moet schriftelijk worden vastgelegd. Als u dat wilt toezeggen, krijgt u onze instemming. Dank u wel.” Mevrouw ROSBERGEN: “Voorzitter, de fractie van PRO’98 heeft in de raadsvergadering van 22 november 2005 aangegeven kritisch te zullen kijken naar hoe in deze voorovereenkomst wordt omgegaan met het concurrentiebeding. Tijdens die vergadering hebben wij gesteld dat het niet zo kan zijn, dat Barneveld tot 2015 voor woningbouw op slot gaat. In de commissievergadering van twee weken geleden zijn wij daar uitvoerig op ingegaan. Er is in deze voorovereenkomst veel ten gunste van de gemeente gewijzigd ten opzichte van de principeovereenkomst die op 22 november vorig jaar voorlag. Zo zijn er zekerheden in de vorm van termijnen ingebouwd. Als Veller I niet per 2009 is gerealiseerd, dan kan de gemeente elders bouwprojecten ontwikkelen. Dat geldt ook als Veller II niet voor 2015 is gebouwd. Verder heeft de gemeente de mogelijkheid om tot 2015 incidentele en kleinschalige woningbouwprojecten te realiseren binnen de kern Barneveld. Liever hadden wij gezien dat er helemaal geen afspraak bestond waarbij wij ons als gemeente verbinden, onder bepaalde voorwaarden, tot het niet realiseren van andere woningbouwprojecten. PRO’98 wil dat mensen, die nu al jaren op een betaalbare woning wachten, hier snel een huis kunnen vinden. We begrepen echter uit de bijdrage van de wethouder in de commissievergadering Bestuur, dat mocht Barneveld in één keer onverwacht heel veel meer woningcontingent toegewezen krijgen, deze overeenkomst ontwikkeling en realisatie van andere woningbouwprojecten niet in de weg staat. Omdat Veller dan versneld wordt afgebouwd. We zijn blij dat deze clausule op onder andere ons verzoek is ingebouwd. We begrijpen dat je in een onderhandelingssituatie nu eenmaal niet overal je zin in krijgt, en dat Veller B.V. of Van de Mheen ook bepaalde zekerheden ingebouwd wil zien. Wat ons betreft dus, weliswaar wat schoorvoetend, akkoord. Juridisch is deze overeenkomst moeilijk te beoordelen voor ons. We zijn tenslotte geen juristen. We zijn daarom blij met de second opinion van Kienhuis Hoving, waaruit blijkt dat deze overeenkomst voldoende dekking van financiële risico’s biedt en voldoende zekerheid geeft dat de woongebieden gerealiseerd kunnen worden en niet onbelangrijk het is in overeenstemming met het geldend recht. In het advies van mr. Van de Wetering van 21 september jl. stond wel één zin die ons intrigeerde. Op pagina vier wordt het volgende gesteld: ‘In feite heeft de gemeente met Veller B.V. overeenstemming over de koopprijs van de
11 2
bouwkavels, aangezien in de overeenkomst is vastgelegd hoe de prijs per uitgeefbare m wordt berekend. Die berekening vindt plaats aan de hand van de exploitatieberekening, waarin alle te verhalen kosten zijn opgenomen. De instemming van Veller B.V. met die exploitatieberekening dient mijns inziens schriftelijk te worden vastgelegd.’ Hieruit concludeert mijn fractie dat dit dus nu nog niet het geval is. Er staat dus wel in de overeenkomst ‘hoe’ de prijs wordt berekend, maar de onderliggende exploitatieberekening is dus blijkbaar niet schriftelijk vastgelegd. Hoewel het in onze ogen een beetje juridisch gemuggenzift van de bovenste plank lijkt, lijkt het ons toch goed om het advies van mr. Van de Wetering te volgen en dan meer onder het motto: ‘baat het niet, dan schaadt het ook niet’. Of hebben we dit advies verkeerd geïnterpreteerd. Voorzitter, ter afsluiting, afgelopen week hebben we in deze zaal een hoorzitting gehouden samen met ouderen- en gehandicaptenorganisaties. Er werd die avond nadrukkelijk gevraagd om de bouw van levensloopbestendige woningen. Het lijkt ons heel verstandig om dat bij de bouw van Veller I en Veller II op te pakken. Wil de wethouder toezeggen dat hij zich daar bij de daadwerkelijke invulling van het woningbouwprogramma voor gaat inzetten? Dank u wel.” Mevrouw KUIPER: “U vraagt de raad om in te stemmen met de voorovereenkomst tussen Veller B.V. en de gemeente Barneveld en het college te machtigen om verder te onderhandelen. In feite kijken we als raad toe hoe dit huidige college binnen de ingezette onderhandelingen zich sterk maakt in dit contract ten opzichte van Van de Mheen. Veel speelt zich af achter de schermen en wij krijgen als raad zoveel mogelijk inzage achteraf. Maar wij zijn niet aanwezig bij deze spannende onderhandelingen. We zijn er als fractie meer en meer van overtuigd dat dit college de schade van destijds zoveel mogelijk tracht te beperken en dat we toe groeien naar een situatie waarin de zakelijk risico’s beter verdeeld worden tussen beide partijen. We menen dan ook te kunnen stellen dat ons vertrouwen in de opzet van dit contract goed is. Dat we nu zover zijn en dat als fractie te kunnen stellen is te danken aan de grandioze inzet van ambtenaren en wethouder Tijmensen, en met hem het hele college. Het is een langlopend en ook moeizaam proces geweest tot nu toe. Hierin is volharding en zakelijke deskundigheid ingezet op een manier die lof verdient. Volgens afspraak met de raad is een extra check uitgevoerd. Naar aanleiding van dit juridische advies is afgeweken van het inlevermodel en is er nu gekozen voor het bouwclaimmodel. De positie van de gemeente is hiermee sterker geworden. Het is bijzonder dat dit ook in de nieuwe onderhandelingen met Van de Mheen tot een goede uitwerking kon komen. In dat opzicht zijn we blij met de uitkomst van de second opinion van advocatenbureau Kienhuis Hoving uit Enschede. In de nabije toekomst zal ook het hele traject van aanbesteding nauwkeurig juridisch begeleid dienen te worden, want we hebben hier te maken met de Europese aanbestedingsregels. Blijf op dit punt alle aandacht erbij houden en laat ook hier zonodig voor de zekerheid een second opinion uitvoeren. In de afgelopen commissievergadering is uitgebreid over allerlei onderdelen doorgesproken. We lijken te kunnen gaan voldoen aan onze verplichtingen aan de provincie en van groot belang voor onze toekomstige bewoners is dat we kwalitatief goede huizen gaan bouwen die aan vele eisen gaan voldoen. Waarbij het percentage sociale koop- en huurwoningen uiteindelijk op een goed peil komt. Dat is een compliment waard! En ook heel erg nodig. Zo heeft de huurdervereniging binnenkort terecht een bijeenkomst over dit onderwerp georganiseerd. Dit geeft al aan hoe hoog de nood op dit punt is. We hopen dat het lukt om ook de laatste percelen te bemachtigen. We hebben begrepen dat het voor het rendement van de wijk niet direct van belang is. Wel vanuit stedenbouwkundig oogpunt. Wij staan als ChristenUnie op het standpunt dat we als raad nu geen zwaarwegende zaken meer kunnen inbrengen en hebben daar ook geen behoefte aan. De onderhandelingen kunnen tenslotte niet eindeloos voortgezet worden. Op grond van artikel 160 van de Gemeentewet bent u bevoegd tot het aangaan van de overeenkomst en wat ons betreft machtigen wij u als raad om de definitieve overeenkomst op te stellen. Ik dank u wel.” De heer GULDIE: “Voorzitter, u vraagt van de raad een machtiging om door te onderhandelen naar de definitieve overeenkomst. Ik heb in de commissie Bestuur een aantal zaken naar voren gebracht waarvan wij vonden dat die wat strakker konden of waar nog eens naar gekeken moest worden. Dat heeft een aantal collega’s ook gedaan. Dat gaan we hier met zijn allen niet herhalen. Maar ik ga er vanuit dat er goede antwoorden zijn gegeven en dat met die opmerkingen ook rekening gehouden wordt.
12
Over het algemeen kan ik zeggen dat dit contract er goed uitziet. Het bouwclaimmodel heeft voor ons grote voordelen en het lijkt erop dat we voorzichtig een punt kunnen gaan zetten achter de hele Velleraffaire. En het loopt nog goed af ook. Het derde bolletje van de gevraagde beslissing belooft ons dat in de vergadering van 14 november het definitieve stuk gaan krijgen. Ik zou graag zien dat dit op exact dezelfde manier gaat als dit stuk want dat bevalt me eigenlijk wel. De raad die bestaat niet uit juristen, dus hebben we anderen nodig om onafhankelijk een second opinion te geven. Op 14 november willen wij die er dus ook weer graag bij hebben. Want de raad moet zich ook eigenlijk meer concentreren op het hele proces zelf, dan alle punten en komma’s eruit te willen halen. Hoe graag ik dat zelf ook doe en hoe noodzakelijk dat de afgelopen jaren ook wel eens geweest is. Dus gaat u vooral zo verder. Dank u wel.” De heer VAN NORDEN: “Voorzitter, Burger Initiatief heeft kritisch gekeken naar zowel het raadsvoorstel als de voorovereenkomst met Veller B.V.. Nog geen jaar geleden verdedigde het college met hand en tand het zogenaamde inlevermodel. Gelukkig was de raad in haar vergadering van 22 november 2005 zo wijs om bijzonder kritisch te kijken naar de principeovereenkomst van destijds. Dat het college thans kiest voor het zogenaamde bouwclaimmodel kan aan de ene kant duiden op voortschrijdend inzicht, maar dit betekent ook dat de juridische deskundigheid in 2005 ontbrak of niet nodig werd gevonden. Voor Burger Initiatief is het belangrijkste uitgangspunt dat ook bij Veller I en Veller II vooral en voldoende betaalbare woningen worden gerealiseerd. Daarom stelt Burger Initiatief een wijziging voor in het aantal huurwoningen Veller I. In de principeovereenkomst die nu toch is komen te vervallen, is sprake van 10 % van sociale huur en 16 % vrije sector. Wij stellen voor deze percentages om te draaien. Wij hebben daar een amendement voor opgesteld. Amendement I luidt als volgt: Voorstel nr.: 06-100 Agendapunt: XI-9 Onderwerp: Overeenkomst Woningbouw Veller De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 26 en 27 september 2006 Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Overwegende dat: – de principeovereenkomst met Veller B.V. uit 2005 is komen te vervallen. En dat daarmee ruimte wordt gecreëerd voor aanpassing van het gewenste woningbouwprogramma – het realiseren van meer goedkope sociale huurwoningen dringend gewenst is. We stellen daarom het volgende amendement voor: – de gemeente wijzigt de percentages in het 16 % sociale woningbouw en 10 % vrije huursector.
woningbouwprogramma
Veller
I
als
volgt:
Namens Burger Initiatief: G.J. van Norden A.D.G. van de Kamp Wat betreft de tekst in het raadsvoorstel hebben wij nog een vraag over pagina 2 over de financiële afspraken. Ten aanzien van planschade is bij Veller I een vast bedrag opgenomen, te weten 500.000,--. Om geen risico te lopen zouden wij eerder willen uitgaan van een gedachte dat in principe alle planschade voor rekening komt van Veller B.V.. Voordat wij een definitief standpunt innemen wachten wij de reactie van het college af.
13
Amendement II luidt als volgt: Voorstel nr.: 06-100 Agendapunt: XI-9 Onderwerp: Overeenkomst Woningbouw Veller De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 26 en 27 september 2006 Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Overwegende dat: – gelet op hetgeen gesteld wordt op pagina 2 van het raadsvoorstel, hoofdstuk ‘financiële afspraken’ – de gemeente risico moet vermijden wat betreft planschade in Veller I We stellen daarom het volgende amendement voor: – alle planschade is voor rekening van Veller B.V. Namens Burger Initiatief: G.J. van Norden A.D.G. van de Kamp We hebben ook nog een vraag over punt 9.5 en 9.6 in de voorovereenkomst. Het gaat dan over de eventuele onteigeningsprocedure. Onder punt 9.5 verplicht de gemeente zich eventuele lagere kosten ten gunste van de ontwikkelaar te laten toekomen. Onder punt 9.6 verplicht de gemeente zich bij aankoop tot de koopsom zo die is opgenomen in de exploitatieberekeningen. Daarmee lijkt de gemeente zichzelf tekort te doen. Wat de fractie van Burger Initiatief verder verbaast is dat bij overdracht van de grond aan de ontwikkelaar veel risico’s voor rekening van de gemeente komen. Het genoemde rentepercentage van 5 % onder punt 12.1 lijkt ons niet marktconform gelet op de huidige rentestand. Wij willen daar uitleg over van het college. Burger Initiatief twijfelt of genoemde datum van 2 januari 2007 direct gekoppeld moet worden aan de termijn van 8 weken. Daarmee staat de raad buitenspel, mochten er in november nog bedenkingen zijn. Onze fractie stelt daarom voor om alleen de uiterlijke termijn van 8 weken op te nemen in de overeenkomst. Zowel de ontwikkelaar en de gemeente hebben baat bij en zijn gedwongen tot een Europese aanbesteding. Zoals het contract nu is opgesteld, kan er sprake zijn van drie maal overdrachtsbelasting van 6 %, die uiteindelijk de koper van de woning gaat betalen. Burger Initiatief wil onderzocht zien of daar andere juridische mogelijkheden voor zijn. Een ander punt van kritiek. Op pagina 18, punt 21.2, staat letterlijk: ‘de ontwikkelaar is niet verantwoordelijk voor de onrendabele top bij het realiseren van sociale woningbouw’. College, dat druist in tegen de maatschappelijke verantwoordelijkheid, die je ook van een projectontwikkelaar mag verwachten. Zeker als twee partijen zo nauw samenwerken. Met zo’n deal dat de gemeente de relatie heeft met de samenleving. Burger Initiatief dient daarover een amendement in. Amendement III luidt als volgt: Voorstel nr.: 06-100 Agendapunt: XI-9 Onderwerp: Overeenkomst Woningbouw Veller De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 26 en 27 september 2006
14
Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Overwegende dat: – gelet op hetgeen onder punt 21,2 van de overeenkomst wordt gesteld dat de gemeente verantwoordelijk is voor betaalbare woningbouw voor haar eigen ingezetenen; – een ontwikkelaar daar eveneens aan gehouden mag worden; – zeker als er sprake is van een langdurige samenwerking. Wij stellen daarom het volgende amendement voor: – uitvoerder/ontwikkelaar kan zich niet onttrekken aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid onrendabele sociale woningbouw te realiseren; – wordt geacht daaraan actief mee te werken; – conformeert zich aan het beleid dat de gemeente dienaangaande uitdraagt. Namens Burger Initiatief: G.J. van Norden A.D.G. van de Kamp Onder hetzelfde punt, 21.2, wordt wat betreft de opslagen voor huurwoningen de opslagen van De Burgt I als uitgangspunt genomen. Daarmee wordt letterlijk een lagere opslag uitgesloten. Juist nu de concurrentie toeneemt in de aannemerswereld. Het risico bestaat dat de opslag kunstmatig hoog wordt gehouden. Toekomstige woningkopers kunnen daarom met een hogere kostprijs dan noodzakelijk worden opgezadeld. De tekst op pagina 4 van het voorstel, onder punt 4a, verontrust onze fractie. U stelt dat de onderhandelingen over een nieuwe voorovereenkomst intensief en langdurig zijn geweest. Dat beide partijen niet bereid zijn om tot substantiële wijzigingen over te gaan. Daarmee zet u de discussie wel heel erg op scherp en heeft u eigenlijk niets geleerd van het verleden.” De heer POST: “Meneer Van Norden, ik kan mij vergissen, maar ik meen dat wij ook nog een commissievergadering hebben gehad.” De heer VAN NORDEN: “Dat klopt ja.” De heer POST: “Waarom heeft u toen niets ingebracht?” De heer VAN NORDEN: “Wij moesten er nog eventjes over nadenken.” De heer POST: “Maar toen is uitgebreid de mogelijkheid geweest om van gedachten te wisselen met de wethouder om te kijken wat er nog aan technische vragen leefde. Als ik u zo hoor, dan heeft u nog een heleboel technische vragen. U komt nu een beetje met mosterd na de maaltijd.” De heer VAN NORDEN: “Wij dienen daar een paar amendementen over in.” De heer POST: “Dat begrijp ik, maar ik zou u willen adviseren dat als u een inbreng wilt leveren en er nog andere fracties achter wilt krijgen, in de commissie uw viool wat beter te spelen.” De heer VAN NORDEN vervolgt zijn betoog. “Dat beide partijen niet bereid zijn om tot substantiële wijzigingen over te gaan. Daarmee zet u de discussie wel heel erg op scherp en heeft u kennelijk niet geleerd van het verleden dat kennelijk heeft geleid tot het aftreden van twee wethouders. Immers vrijwel raadsbreed is op 22 november 2005 nadrukkelijk uitgesproken dat het concurrentiebeding uit de overeenkomst moest. Onder 24.1 tot en met 24.4 gaat u daar uitvoerig op in. Burger Initiatief vindt dat daarmee niet alleen een bijna raadsbrede meerderheid wordt genegeerd, zij het in oude samenstelling, maar vindt u ook in de nieuwe samenstelling onverantwoord. Bestaande afspraken worden geschonden en wij zetten ontwikkelingen op woningbouwgebied tot medio 2015 op slot. Zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling van de Burgt II. Samenvattend komt Burger Initiatief met de volgende amendementen: – een amendement wijziging verdeling sociale woningbouw en vrije sector huurwoningen – een amendement van risico van planschade komt volledig voor rekening van Veller B.V. – een amendement dat ook een projectontwikkelaar verantwoording draagt voor het realiseren van zoveel mogelijk sociale woningbouw – een amendement dat de gemeente alle vorm van concurrentiebeding afwijst. Amendement IV luidt als volgt: Voorstel nr.: 06-100
15
Agendapunt: XI-9 Onderwerp: Overeenkomst Woningbouw Veller De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 26 en 27 september 2006 Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Overwegende dat: – gelet op hetgeen gesteld wordt onder de punten 24.1 en 24.4 van de overeenkomst; – de woningbouwontwikkeling en regie daarover een gemeentelijke taak is en moet blijven; – een concurrentiebeding daarmee in strijd is. We stellen daarom het volgende amendement voor: – de gemeente wijst elke vorm van concurrentiebeding af en past de overeenkomst dienaangaande aan; – de gemeente komt alle gedane beloftes en intenties na, voor datum van de overeenkomst met Veller B.V. Namens Burger Initiatief: G.J. van Norden A.D.G. van de Kamp De heer VAN ESSEN meent dat alle partijen akkoord gaan met deze overeenkomst. Lijst 8 is tegen de samenwerking met Van de Mheen. Spreker is van mening dat Veller B.V. bouwt, bepaalt en incasseert. In de voorliggende overeenkomst staat volgens spreker exact hetgeen de heer Van de Mheen goed vindt. Spreker meent dat dit het uitvloeisel is van jarenlange aanprijzing van liberalisering van de publieke overheidstaak. De eigen burgers wensen dat de gemeente zorgt voor voldoende goede, betaalbare huur- en koopwoningen. De ruimte-voor-ruimte-regeling was volgens spreker bedoeld voor de rijke instromers. Tijdens de hoorzitting met ouderen en gehandicapten heeft Lijst 8 vernomen dat er onvoldoende voor deze groepen gebouwd wordt. Er wordt echter niet aangegeven hoe dit is veroorzaakt. Lijst 8 heeft hier de afgelopen vier jaar voor gewaarschuwd. Volgens spreker hebben projectontwikkelaars in Barneveld een monopoly positie. Zij hebben er belang bij dat er een krap aanbod van woningen is. Dit geldt volgens spreker ook voor huurhuizen. De ontwikkelaar verdient meer aan duurdere woningen dan aan de sociale woningbouw. Hierdoor komt de woningbouw in de knel. Er komen hierdoor relatief weinig huurhuizen en goedkope koopwoningen. Lijst 8 meent echter dat het college van B&W alle financiële mogelijkheden weggeeft aan een ontwikkelaar en daardoor de bevolking van Barneveld tekort doet. Dit is volgens Lijst 8 het grootste pijnpunt. De motie waarin Lijst 8 vroeg of de gemeente deze mogelijkheden zelf wilde behouden, is door de andere fracties niet gesteund. De gevolgen hiervan komen terecht bij de burgers. Met betrekking tot Veller gaat het om 1.200 woningen, waarbij minimaal 50.000,-- per woning wordt verdiend. Dit betekent dat het college 60 miljoen laat liggen. Dit had voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden volgens spreker. De voorliggende voorstellen dienen door de collegepartijen te worden goedgekeurd. Spreker heeft begrepen dat de overige partijen zich hierbij aansluiten. Hierbij spelen echter grote tekorten en grote lastenverhogingen voor de burgers. Reactie van het college op de eerste termijn Wethouder TIJMENSEN merkt op dat het vandaag een belangrijke dag betreft. De historie van Veller is gepaard gegaan met diverse perikelen. In het verleden is inderdaad de ruimte-voor-ruimte-regeling aangepakt om verdere ontwikkelingen in Barneveld mogelijk te maken. De hier voorgestelde woonwijk zal zeker een toegevoegde waarde voor Barneveld betekenen met betrekking tot de invulling van een deel van het woningbouwprogramma. Spreker is van mening dat de voorgestelde wijk past bij de gewenste ontwikkeling van Barneveld. Het betreft ook een mooie aanvulling van hetgeen reeds in ontwikkeling is. Spreker laat weten dat hij verheugd is over hetgeen bereikt is. De provincie heeft echter in de loop van het traject de voorwaarden veranderd, maar de beoogde wijk biedt veel meer perspectief dan oorspronkelijk voorzien was.
16
Het is als gemeente noodzakelijk om te onderhandelen met projectontwikkelaars als er woningbouw gerealiseerd dient te worden. Hierbij dient gekeken te worden wat en onder welke condities er gerealiseerd kan worden. Spreker is van mening dat hierbij een goed resultaat is behaald. Hierbij worden de kosten, die de gemeente dient op te brengen, opgebracht door de gehele ontwikkeling. Het is niet zo simpel om dit in juridische overeenkomsten met de ontwikkelaars vorm te geven. Het uitgangspunt in de onderhandelingen in de tweede fase is de basisovereenkomst geweest, die in de raad van 22 november 2005 is vastgesteld. Er werd destijds door de raad aangegeven dat er met betrekking tot het concurrentiebeding meer flexibiliteit diende te worden opgenomen. Dit is in de voorliggende overeenkomst gedaan. Aan de uitgangspunten van de in november vastgestelde overeenkomst is uiteindelijk niets meer veranderd. De grond wordt gekocht tegen kostprijs. Hier wordt een opslag van de ontwikkelingskosten opgelegd. Aansluitend wordt de grond met de kosten van de ruimte-voor-ruimte-regeling belast. Vervolgens wordt de grond terugverkocht aan de heer Van de Mheen op het moment dat het perceel rijp voor de ontwikkeling is. De heer Van de Mheen is onder bepaalde voorwaarden verplicht om te beginnen met de bouw van de woningen. In de second opinion wordt aangegeven dat de grondexploitatie de basis van deze berekeningen is. De grondexploitatie heeft de raad als vertrouwelijk stuk ingezien. Hierbij is sprake van commerciële belangen, die niet algemeen bekend hoeven te worden. In een eerder stadium was de grondexploitatie aangehecht aan de overeenkomst. Voor de behandeling in de raad zijn deze twee zaken gesepareerd om de vertrouwelijkheid van de bijlage te garanderen. Het is juist dat de heer Van de Wetering heeft aangegeven dat deze stukken opnieuw dienen te worden samengevoegd. Levensloopbestendige woningen. Spreker vindt de opmerking van mevrouw Rosbergen een interessante opmerking. Er zal met de heer Van de Mheen overleg gevoerd worden over de mogelijkheid van de bouw van levensloopbestendige woningen. *
Spreker laat weten dat de discussie over dit onderwerp een zeer complexe discussie is geweest. Enerzijds door de complexiteit van de materie; anderzijds door het ombouwen van de ene benadering naar de andere benadering. In het algemeen benadrukt spreker dat hierover zeer zakelijk gesproken is. De heer Van de Mheen is echter volgens spreker een reële onderhandelaar. Het resultaat is dan ook gezamenlijk bereikt. Het is volgens spreker goed dat de realisering van Veller op deze wijze kan worden uitgevoerd. Amendementen. Spreker is van mening dat veel zaken die in de amendementen genoemd worden, betrekking hebben op zaken waarover in november reeds afspraken gemaakt zijn. Deze afspraken kunnen echter niet opnieuw besproken worden. Spreker laat weten dat hij daarom de raad alle amendementen zou willen ontraden. Fracties in tweede termijn De heer SCHOTANUS: “Voorzitter, ik denk dat de wethouder helder en duidelijk is geweest over de totstandkoming. Ook met betrekking tot de amendementen. We hebben in een ander verband met elkaar al eens gesproken over de wensen en bedenkingen die we als raad nog in kunnen dienen. Het is een recht van u om die voorovereenkomst tot een definitieve overeenkomst te maken. Wij willen u toch vragen als u 14 november terug gaat komen met de definitieve overeenkomst of u de wijzigingen ten opzichte van deze voorovereenkomst dikgedrukt weer wilt geven, zodat wij kunnen zien waar de wijzigingen aangebracht zijn. Ik denk dat dit heel veel vragen voorkomt.” De VOORZITTER vraagt of de overeenkomst die de wethouder in november aan de raad voor wenst te leggen een andere is dan de thans voorliggende overeenkomst. Wethouder TIJMENSEN antwoordt dat hij tot nu toe niet van de raad heeft begrepen dat er in november een overeenkomst moet komen die anders is ingericht dan de nu voorliggende overeenkomst. Spreker is blij dat er geen onoverkomelijke bezwaren door de raad zijn geuit. Hij laat weten dat de overeenkomst in november, wat het college betreft, ongewijzigd zal zijn. De heer SCHOTANUS vraagt de wethouder om eventuele wijzigingen duidelijk zichtbaar aan de raad te presenteren. De VOORZITTER vraagt of de raad behoefte heeft aan behandeling van dezelfde overeenkomst in november als er geen wijzigingen optreden. De heer SCHOTANUS antwoordt dat het CDA en PRO’98 *
Toezegging door het college
17
terecht gewezen hebben op een paar duidelijke aanvullingen vanuit de second opinion. Wethouder TIJMENSEN meent dat er slechts gewezen is op enkele constateringen door de heer Van de Wetering. Het zou juist zijn als in de overeenkomst een moment wordt opgenomen waarop de heer Van de Mheen dient te gaan bouwen, artikel 20.1. De heer Post heeft erop gewezen dat dit ook daadwerkelijk dient te worden gehanteerd. Dit betreft volgens spreker echter geen wijziging van de overeenkomst. Ook het tekenen van de grondexploitatieovereenkomst, met alle details, wordt genoemd. Deze grondexploitatieovereenkomst zal tegelijkertijd met de voorliggende overeenkomst getekend worden. De heer SCHOTANUS meent dat de raad het recht dient te houden om wensen en bedenkingen in te dienen ondanks het feit dat de raad het college machtigt om de voorovereenkomst tot een ongewijzigde definitieve overeenkomst uit te werken. De heer POST: “Voorzitter, ik gebruik deze termijn maar even om op uw vragen in te gaan. En om de amendementen even te bespreken. Eerst even uw vraag. Als u kunt toezeggen dat er verder in de overeenkomst niets gewijzigd wordt en de exploitatieovereenkomst wordt ondertekend, dan denk ik dat het CDA akkoord kan gaan. Behandeling in november zou dan niets nieuws opleveren. Dit zou anders worden als u ingrijpende voorstellen gaat doen ter verandering, want dan wordt het een andere zaak. Amendementen. Op het moment dat je een huis aan het bouwen bent, het is bijna klaar en je gaat er een aantal stenen uittrekken, dan wordt het huis wankel. Dat is met contractonderhandelingen ook altijd zo. Het is een kwestie van geven en nemen. Wat er ligt is een onderhandelingsresultaat en dat neem je of je neemt het gewoon niet. Een van beide. Op het moment dat je zegt dat er toch nog iets extra’s dient te gebeuren met een aantal zaken, bijvoorbeeld planschade, dan moet u zich wel realiseren dat in beginsel in de wet natuurlijk staat dat planschade voor de gemeente is. En dat wat Van de Mheen biedt een compensatie is naar aanleiding daarvan, omdat dat verwacht wordt. Dit is dus een onderhandelingsresultaat, dat uitonderhandeld is en afgetikt op 500.000,-- in deze situatie. Als u dat wilt wijzigen, kan de heer Van de Mheen ook zeggen dat er een aantal afspraken is, waar hij ook minder gelukkig mee is. Hij kan dan voorstellen deze ook te wijzigen. Dan komen we in een spiraal terecht, denk ik, waar we niet in willen. Daarom denk ik dat dat amendement, dat voorziet in de planschade door ons niet ondersteunt zal worden. Uw amendement over de goedkope sociale huurwoningen. Ook daar geldt eigenlijk hetzelfde. Het is een onderhandelingsresultaat. Ik mag u er wel op wijzen dat in Veller II een aanmerkelijk hoger percentage aan sociale huurwoningen zit. Dat neemt u niet op in uw amendement. Ik denk dat u het als één geheel moet zien en niet afzonderlijk zoals u het nu benadert met de sociale huurwoningen. Het volgende amendement begreep ik eigenlijk niet zo goed. U zegt: ‘conformeert zich aan het beleid dat de gemeente dienaangaande uitdraagt en wordt geacht daaraan actief mee te werken’. Als er een contract met elkaar wordt afgesloten dan moet je doen wat in het contract staat. Als je dat niet doet, dan helpt iemand anders je wel je daar aan te herinneren. Vervolgens amendement IV waarin u ook roept: ‘de gemeente komt alle gedane beloften en intenties na’. Dat moet uiteraard, maar wel de beloften die vastliggen in het contract of die als toezeggingen door een collegelid hier naar voren zijn gebracht. Ik denk dat dat de werkwijze is. Verder wijs ik u erop dat het concurrentiebeding, waar u de vinger bij legt, toch al enorm afgezwakt is ten opzichte van het resultaat dat er vorig jaar lag. Want er staat in het concurrentiebeding voor zover mij bekend: ‘dat de gemeente niet voornemens is om nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden te gaan realiseren’. Het staat u vrij om dit amendement in te dienen, maar wij zullen dat niet steunen.” Mevrouw ROSBERGEN: “Voorzitter, ook ik wil ingaan op uw vraag. Als er inderdaad niets wijzigt in de definitieve overeenkomst dan zien wij geen enkele reden om dit nog een keer op te voeren als raadagendapunt, behalve omdat u nog een keertje met de hamer kunt slaan. Dat lijkt mij nou ook een beetje overdreven. Dus wat ons betreft hoeft dat niet als er inderdaad geen sprake is van een wijziging in de overeenkomst in de eerstkomende anderhalve maand. Voor wat betreft de amendementen van Burger Initiatief. Bij het eerste amendement staat bij de overwegingen dat de principeovereenkomst met Veller B.V. uit 2005 is komen te vervallen. De heer Tijmensen heeft net al aangegeven dat juist die opdracht van de raad, met al die zaken die daarin gemeld waren, uitgangspunt was voor deze overeenkomst. Dus daarmee is die juist niet komen te vervallen. Dus wat dat betreft kunnen wij amendement I niet steunen. In het tweede amendement heeft u het over planschade. Ik denk dat de heer Post daar duidelijk genoeg over is geweest. Dat is nu eenmaal zo. Daar staat ook een bedrag voor in de overeenkomst, dus ik zou niet weten waarom we dit amendement zouden moeten steunen.
18
Bij het derde amendement begrijp ik ook echt niet wat hier staat. En wat er nu bedoeld wordt met dit amendement. Misschien kunt u de toelichting in uw tweede termijn nog even geven, meneer Van Norden, dan kunnen wij daar altijd nog over denken, maar ik begrijp dit amendement gewoon niet. Op het vierde amendement ben ik uitvoerig ingegaan in mijn eerste termijn. Daar waar het gaat om het concurrentiebeding. Juist wij hebben gezegd dat wij daar nadrukkelijk naar gaan kijken. Ook wij vinden, dat hebben wij ook gezegd, dat daarin tot een goed onderhandelingsresultaat is gekomen. Wij vinden het sympathiek, maar ook dit amendement zullen wij niet steunen. Dank u wel.` Mevrouw KUIPER: “Voorzitter, opnieuw een bespreking 14 november is noodzakelijk indien er wijzigingen zijn, anders niet wat onze fractie betreft. Wij zullen de amendementen niet steunen. Er is genoeg over de amendementen gezegd en wij sluiten ons daarbij aan.” De heer GULDIE: “Voorzitter, ik was eerlijk gezegd in de veronderstelling dat er nog een uitwerking zou komen van het contract dat er nu ligt. Maar nu blijkt dat dit niet het geval is, en als dit inderdaad ongewijzigd kan, dan moeten we dat doen. Dan hoeven we in november tenminste niet weer aan de bak. Amendementen die je niet steunt, daar beginnen we inderdaad altijd met: ‘voorzitter, dit amendement vinden wij op zich sympathiek, maar.....’. Dat is hier weer net zo bij de amendementen van Burger Initiatief. De strekking die spreekt uit de amendementen die onderschrijf ik. En die onderschrijven we waarschijnlijk redelijk breed in de raad, maar sommige zaken konden gewoon niet anders. Andere zijn het resultaat van onderhandelingen. Dat is het slot zover, denk ik.” De heer VAN DE KAMP: “Ik wil inderdaad even ingaan op de amendementen die zijn overhandigd aan wethouder Tijmensen. Ik verwacht dat u er goed naar gaat kijken. Met betrekking tot amendement III staat bij 21.2 van de overeenkomst dat het de bedoeling is dat er betaalbare woningbouw wordt gerealiseerd. Hier zit wat achter namelijk. ‘Zowel ontwikkelaar en gemeente zijn gebaat en gedwongen tot de Europese aanbesteding. Zoals het contract nu is opgesteld kan sprake zijn van drie maal overdrachtsbelasting van 6 %.’ Misschien heb ik het fout, maar mij is geleerd als je dus een stuk grond gaat kopen; je gaat naar de notaris toe en het wordt beschreven, dan betaal je 6 % overdrachtsbelasting. Verkoop je het binnen 8 weken door aan een ander, dan hoef je geen overdrachtsbelasting te betalen. Wij krijgen het gevoel dat die periode wat langer is. Dan krijg je weer een overdracht van de ontwikkelaar naar de particulier, die een woning koopt. In feite is er sprake van drie maal 6 %, dus 18 % overdrachtsbelasting. Misschien hebben wij het fout, maar dat willen we toch graag juridisch uitgezocht hebben. Dit brengt het kostenplaatje weer hoger voor de man die het met hard werken verdienen moet. Dan kijken wij dus naar de prijsopbouw. Hierbij wordt door aannemer Van de Mheen verwezen naar de opslagpercentages die hij gehanteerd heeft bij het plan De Burgt I. Er heerst op dit moment een hevige concurrentie in de bouw en iedereen weet dat het er scherp tegenaan gaat. Als die marges 10 % zijn, dan kan ik u garanderen dat de laatste tijd een lager percentage gecalculeerd wordt. Ik vind dat je daar reëel naar moet kijken, dus ook dat moet bekeken worden. Want is het percentage reëel? Kunt u dat aangeven? Dank u.” De heer VAN ESSEN geeft aan dat voor Lijst 8 alle partijen duidelijk zijn geweest. Alle partijen vinden het goed dat Veller door een projectontwikkelaar wordt ontwikkeld en dat daaruit grotere lasten voor de burgers voortvloeien. In het verleden zijn dezelfde voorstellen gedaan, als nu op tafel liggen, met uitzondering van de bouwclaim. Volgens spreker kan de gemeente er niet meer voor kiezen om bijvoorbeeld de Christiaan Huygenschool te slopen en daar woningbouw plegen. Spreker meent dat de gemeente vastzit aan Van de Mheen. Spreker is van mening dat de gemeente geen dure juristen nodig heeft als de gemeente zelf de ontwikkeling in handen zou nemen. De heer POST: “Als je niet ondeugend bent, heb je ook geen juristen nodig.” De heer VAN ESSEN: “Dus de gemeente is wel ondeugend. Ik ben blij dat je dat begrijpt.” De heer POST: “Andere mensen kunnen ook ondeugend zijn, meneer Van Essen.” De heer VAN ESSEN: “Je bedoelt Van de Mheen. Je gaat toch niet met een gemeen mannetje verder?” De heer VAN ESSEN vervolgt zijn betoog. Spreker merkt op dat Lijst 8 de amendementen sympathiek vindt en dat hij deze zal steunen.
19
Reactie van het college op de tweede termijn Wethouder TIJMENSEN merkt op dat hij is gewezen op een paar punten die zorgvuldige uitwerking vragen. Er zullen volgens hem geen wijzigingen in de overeenkomst optreden naar aanleiding van deze punten. De raad zal zeker een getekend exemplaar van de overeenkomst krijgen. De heer POST: “Zijn wij in het kader van de gemeentewet gedekt als wij nu zouden zeggen: ‘Als er niks wijzigt, dan kunt u deze overeenkomst zo ondertekenen. Omdat er natuurlijk op zich altijd een formeel moment is waarop de raad haar wensen en bedenkingen moet kenbaar maken.’ Kunt u daar nog iets over zeggen?” De VOORZITTER: “Ja hoor, de Gemeentewet maakt dat mogelijk, omdat u als raad niet besluit op deze overeenkomst. U moet de gelegenheid hebben om wensen en bedenkingen in te dienen. Het college moet dat inschatten of de raad dat heeft en dan is het verstandig om zo’n overeenkomst vooraf aan de raad voor te leggen. Dat is in dit geval ook gebeurd. Indien de raad geen wensen en bedenkingen heeft, en het college op voorhand al aangeeft dat er geen andere overeenkomst komt, dan de overeenkomst die nu voorligt, dan is daar geen enkel beletsel.” Wethouder TIJMENSEN geeft aan dat hij niet zo zeer is ingegaan op de amendementen want hij is van mening dat deze niet overeenkomen met de boodschap die hij in november van de raad heeft gekregen. Het is volgens hem niet mogelijk om de destijds meegegeven boodschap te herzien. Daarom laat spreker weten dat hij niet positief tegenover de amendementen kan staan. Overdrachtsbelasting. Er is slechts sprake van één maal overdrachtsbelasting. Bij de bouwrijpe grond is geen sprake meer van overdrachtsbelasting. Spreker meent dat de heer Van Essen en hijzelf in principe dezelfde opvatting hebben. Het zou namelijk goed zijn om als gemeenschap de grond te ontwikkelen. Spreker is echter van mening dat de gemeente niet zelf moet gaan bouwen, maar er wordt op andere manieren gekeken of de gemeente meer positie kan krijgen in de ontwikkeling. In het verleden was hier echter geen sprake van. Dit is de reden dat is gekozen voor de onderhandelingen met een ontwikkelaar. Hierbij zijn de juridische modellen van de gemeente beperkt. Spreker laat weten dat hij verheugd is over het feit dat er een Grondexploitatiewet in ontwikkeling is. Hierdoor zal de gemeenschap meer instrumenten krijgen om op andere manieren overeenkomsten te sluiten. De heer VAN ESSEN laat weten dat dezelfde situatie zal optreden als bij de ruimte-voor-ruimte-regeling. Spreker is van mening dat de gemeente zich bij de voorliggende overeenkomst voor 9 jaar vastlegt. Dit ervaart hij als een probleem. Wethouder TIJMENSEN geeft aan dat Groen van Prinsterer en de keuze van de locaties een aparte afweging is geweest. Het gaat er hier juist om dat er zuinig omgegaan wordt met de inzet van overheidsmiddelen. De heer VAN ESSEN laat weten dat hij dit in de commissie niet zo van de wethouder heeft begrepen. Wethouder TIJMENSEN merkt op dat er een verplichting van 11,3 miljoen ligt. Deze komt inderdaad uit de opbrengsten van Veller. Spreker is van mening dat dit een groot bedrag betreft. Hij is blij dat dit uit Veller wordt gerealiseerd. De VOORZITTER vraagt of de raad behoefte heeft aan een volgende behandeling als sprake is van dezelfde overeenkomst. De heer SCHOTANUS laat weten dat als het inderdaad dezelfde overeenkomst betreft, het weinig zin heeft om dit nogmaals terug te laten komen. De heer VAN DE KAMP zou graag alsnog antwoord krijgen op zijn vraag met betrekking tot de * opslagpercentages van De Burgt I. Wethouder TIJMENSEN geeft aan dat hij in een later stadium bij de heer Van de Kamp hierop zal terugkomen. Bij benadrukt dat dit de overeenkomst echter niet zal veranderen. Besluitvorming De VOORZITTER stelt voor om beslispunt 3 te laten vallen en dit dusdanig in te vullen dat het college aan de raad een afschrift geeft van de getekende overeenkomst met de uitdrukkelijke verklaring van het college dat er geen wijzigingen zijn aangebracht ten opzichte van het nu voorliggende stuk. Mochten er wel veranderingen worden aangebracht, dan zal spreker de overeenkomst alsnog agenderen voor de vergadering van 14 november a.s.. Aldus besloten. Amendement I (wijziging percentage woningbouwprogramma) wordt niet gesteund door de SGP, het CDA, PRO’98, de ChristenUnie en de VVD. Het amendement wordt wel gesteund door Burger Initiatief en Lijst 8. Het amendement wordt verworpen met 27 stemmen tegen en 3 stemmen voor. *
Toezegging door het college
20
Amendement II (alle planschade is voor rekening van Veller B.V.) wordt niet gesteund door de SGP, het CDA, PRO’98, de ChristenUnie en de VVD. Het amendement wordt wel gesteund door Burger Initiatief en Lijst 8. Het amendement wordt verworpen met 27 stemmen tegen en 3 stemmen voor. Amendement III (de uitvoerder/ontwikkelaar kan zich niet onttrekken aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid onrendabele sociale woningbouw te realiseren) wordt niet gesteund door de SGP, het CDA, PRO’98, de ChristenUnie en de VVD. Het amendement wordt wel gesteund door Burger Initiatief en Lijst 8. Het amendement wordt verworpen met 27 stemmen tegen en 3 stemmen voor. Amendement IV (de gemeente wijst elke vorm van concurrentiebeding af en de gemeente komt alle gedane beloftes en intenties na) wordt niet gesteund door de SGP, het CDA, PRO’98, de ChristenUnie en de VVD. Het amendement wordt wel gesteund door Burger Initiatief en Lijst 8. Het amendement wordt verworpen met 27 stemmen tegen en 3 stemmen voor. De VOORZITTER constateert dat de raad geen bedenkingen heeft vastgesteld. Daarbij is de gevraagde beslissing om in te stemmen met de voorgestelde beslissing over de overeenkomst tussen Veller B.V. en de gemeente Barneveld. Deze beslissing wordt gesteund door de SGP, het CDA, PRO’98, de ChristenUnie en de VVD. Deze beslissing wordt niet gesteund door Burger Initiatief en Lijst 8. De VOORZITTER stelt voor om de tekst: ‘en het college verder te machtigen om verder te onderhandelen met Veller B.V.’ te lezen in de vorm van: ‘deze overeenkomst te sluiten met Veller B.V.’ zoals spreker zojuist heeft voorgesteld. Hierbij worden de beslispunten 2 en 3 samengevoegd. Deze beslissing wordt gesteund door de SGP, het CDA, PRO’98, de ChristenUnie en de VVD. Deze beslissing wordt niet gesteund door Burger Initiatief en Lijst 8. De VOORZITTER concludeert dat het voorliggende voorstel is aangenomen met 27 stemmen voor en 3 stemmen tegen, waarbij spreker aantekent dat de hele raad voor was om dit onderwerp op 14 november a.s. niet nogmaals te bespreken, indien er geen wijzigingen zijn aangebracht. Wethouder TIJMENSEN verlaat de vergadering in verband met het vieren van zijn verjaardag. 10. Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Barneveld (voorstel nr. 06-97) Fracties in eerste termijn Mevrouw DEN DUNNEN: “Voorzitter, we gaan de verordening voorzieningen wet maatschappelijke ondersteuning Barneveld vaststellen vanavond als het goed is. In de eerste plaats willen wij nogmaals de complimenten geven aan de medewerkers van de gemeente, die veel werk hebben verzet om deze verordening op tijd hier voor te leggen. Ook willen wij nogmaals onze waardering uitspreken naar de belangenorganisaties en heel veel andere mensen die op constructieve wijze hebben meegedacht in het proces. Uitgangspunt voor onze fractie, als het ging om de invoering van de WMO, is steeds geweest: onze burger mag hier eigenlijk niets van merken. In die zin: het voorzieningenniveau moet op hetzelfde peil blijven. Onze burger mag er door de WMO niet op achteruit gaan. PRO’98 heeft de indruk dat bij het hele voorbereidingsproces, weliswaar onder tijdsdruk, toch zorgvuldig gehandeld is. Er is geluisterd en nauw samengewerkt met belangenorganisaties. Er zijn tal van momenten geweest waarop organisaties hun wensen kenbaar konden maken. Veel wensen en opmerkingen zijn dan ook daadwerkelijk in de verordening verwerkt. Een aantal zaken bleef steeds punt van discussie. Ten eerste de keuzevrijheid moet gewaarborgd zijn. Men kan straks kiezen uit drie zorgaanbieders en de vierde mogelijkheid is een PGB, waar men zelf zorg mee kan inkopen bij elke gewenste zorgaanbieder. Mijn fractie kan hiermee leven. We hebben begrepen dat het niet mogelijk is om bijvoorbeeld van tevoren vast te stellen dat er zorgaanbieders zijn uit verschillende gezindten uit de aanbestedingsprocedure. Dus men kan niet van tevoren zeggen dat er drie verschillende gezindten uit de aanbestedingsprocedure moeten komen. Iedereen heeft dan altijd nog wel de vrijheid om voor een PGB te kiezen, waarmee je dan vervolgens wel duurder uit kunt zijn. Hoeveel duurder is nog niet precies duidelijk. Omdat dit voor mensen met een minimum inkomen wellicht een probleem kan gaan opleveren, willen wij dit punt vooral bij de evaluatie aan de orde laten komen. Indicering. Hier moet wat ons betreft absoluut professioneel en objectief op ingezet worden. Wij denken dat dit het geval is, nu gewerkt gaat worden met de ICF-classificatie. Het compensatiebeginsel. Het blijft moeilijk om dit begrip helemaal concreet te krijgen. Ook aan dit punt moet uitgebreid aandacht worden besteed tijdens de evaluatie.
21
Algemene en individuele voorzieningen. De algemene voorziening wil mijn fractie vooral als extra zien. Namelijk in de zin dat er snel geholpen kan worden. Kwaliteit moet hierbij goed in het oog gehouden worden. Het mag niet alleen maar ingezet worden omdat we dan goedkoper uit zijn. We gaan er vanuit dat wat dit betreft al veel ervaring opgedaan is met de WVG. Eigen bijdrage. Wanneer is er meer duidelijk over de eigen bijdrage? Wordt hier ook het eigen inkomen bij betrokken? Hier hebben we nog geen antwoord op gekregen. Kan de wethouder bevestigen dat mensen met een minimum inkomen hierdoor niet in de problemen zullen komen? Evaluatie. Na een jaar evalueren vinden wij te lang duren. We snappen dat je eerst een poosje bezig moet zijn; dat je eerst gegevens moet hebben om te evalueren, maar wij stellen wel voor om na een half jaar al te evalueren. Communicatie. Wees alstublieft overduidelijk naar onze burgers toe. Laat iedereen de weg naar dat, wat ons betreft, ene algemene zorgloket kunnen vinden als men dat nodig heeft. We wachten nog even op de gevraagde toezeggingen van de wethouder. Als we die krijgen gaan we akkoord om deze verordening vast te stellen. We zullen in 2007 nauwlettend volgen hoe het loopt met de WMO.” De heer BLANKENSTIJN: “Voorzitter, als ChristenUnie waren we vorig jaar best kritisch over de late start van de voorbereidingen van onze gemeente met betrekking tot de komst van de WMO. Op verschillende wijzen hebben we getracht daar wat vaart in te krijgen. De WMO was dan ook één van onze speerpunten bij de verkiezingen. De afgelopen tijd is er echter keihard gewerkt in het gemeentehuis aan de totstandkoming van een strategisch beleidskader voor de WMO, dat wij in juni hebben vastgesteld en nu mogen we dan de volgende stap nemen namelijk het bij verordening regelen van de voorzieningen. Dat is mooi op tijd gelukt. Onze complimenten daarvoor. Tijdens de behandeling in de commissie Samenleving hebben we een aantal technische vragen beantwoord gekregen en nu wil ik namens onze fractie een aantal zaken noemen waar wij extra aandacht voor willen vragen. – Ik wil beginnen te zeggen dat wij het heel goed vinden dat vanaf het begin veel organisaties en personen uit de samenleving betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van de verordening en dat er alle ruimte was voor inspraak. Op zo’n manier krijg je draagvlak en als de wensen niet allemaal kunnen worden gehonoreerd vanuit het veld dan kan er door uitwisseling van argumenten in ieder geval begrip voor ontstaan. Nogmaals wil ik vragen om een snelle aanstelling van een WMO-raad. – Dan wil ik nog wat zeggen over het ambitieniveau. In het raadsvoorstel staat dat het college zo veel mogelijk voortzetting van het huidige beleid voorstaat, maar wij hebben gelukkig van de wethouder begrepen dat hij nog steeds blijft bij het uitgangspunt van intensivering daarvan. Laten we met elkaar daar voor gaan. Bij de verstrekking van de voorzieningen moeten we echter inderdaad ook weer niet te hoog inzetten om het later weer terug te moeten draaien. – Ook wil ik nogmaals de vinger leggen bij de inkoop van huishoudelijke verzorging. Het aanbiedingstraject loopt en daarom wil ik er nu niet teveel over zeggen, maar we hebben als fractie best wel wat zorg over welke drie aanbieders er straks uit de bus komen. We hopen niet dat er straks veel mensen kiezen voor een PGB, want dan zou dat een teken zijn dat het traject qua aanbieders niet goed gelopen is. Een gezonde spanning tussen enerzijds de meest voordelige aanbieding en anderzijds een hoge kwaliteit is inderdaad niet verkeerd, maar de kwaliteit staat bij ons wel voorop. Wat we bij dit onderwerp vooral belangrijk vinden is een grote keuzevrijheid voor de hulpvrager, zodat er hulp komt van een organisatie die bij hem of haar past. We begrijpen dat het door middel van de aanbesteding niet zo eenvoudig te realiseren is als er straks slechts drie aanbieders zijn. Er is dan gelukkig ook nog de mogelijkheid te kiezen voor een PGB. We hopen dat de eigen bijdrage daarbij binnen de perken kan blijven en zijn er natuurlijk voor dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Wij zijn ook benieuwd naar hoe hoog de eigen bijdrage zal uitvallen. Daarnaast moet een en ander wel betaalbaar blijven. We staan dan ook geheel achter de leidraad ‘algemeen waar het kan en individueel als het moet’. Het uitgangspunt is inderdaad dat er altijd een adequate voorziening moet worden geboden. – Wat ons opvalt in de verordening is dat de mantelzorgers en vrijwilligers niet of nauwelijks worden genoemd. We willen nogmaals vragen aan deze groep meer aandacht te geven. Kan de wethouder toezeggen dat er voldoende aandacht komt voor de mantelzorgers, die vaak overbelast dreigen te raken? We hebben al eerder gepleit voor een zogenaamde mantelzorgmakelaar, die zich met name om deze groep mensen bekommert. We hebben inmiddels wel begrepen dat ook mantelzorgers een beroep kunnen doen op voorzieningen zoals bijvoorbeeld een tillift om de zorg voor een partner met een beperking te verlichten en daar zijn we blij mee.
22
De wethouder heeft gezegd 2007 te zien als een startjaar en wil naar aanleiding van de evaluatiepunten verder groeien. Daar kunnen wij ons in vinden. Met inspraak van de straks ingestelde WMO-raad hebben wij dan ook alle vertrouwen dat de voorzieningen op een goede wijze verstrekt zullen worden. We wensen het college en de ambtenaren sterkte met de verdere uitwerking van de regelingen in het vertrouwen dat daarbij altijd de kwetsbare mens in het oog wordt gehouden, want als Christelijk-sociale partij is dat ons uitgangspunt. Dank u wel.” De heer VOS: “Voorzitter, er zijn in de commissie door de collega-fracties veel wensen en bedenkingen geuit. Vooral wensen. Wij delen de mening van de wethouder en willen benadrukken dat deze verordening onze instemming kan hebben. Het is ons inziens een degelijk stuk. Er is door het college goed geluisterd naar de belanghebbenden en laten we hiermee per 1 januari maar eens aan de slag gaan.” De heer DE KNEGT: “Voorzitter, de WMO is niet zoals de WVG een kaderwet maar een participatiewet. Op dit moment ligt wat ons betreft in de verordening nog te weinig het participatiebeginsel erin. Ook heeft u toegezegd dat dat zal komen, maar dat daar door tijdsdruk nog niet veel aandacht aan is besteed. Wat wij van de wethouder in ieder geval willen weten is een tijdspad waarin hij uiteenzet wanneer hij dat participatiebeginsel meer uitwerkt. De verordening wordt door de SGP gezien als een startpunt. Waarbij evaluatie van wezenlijk belang is. Door middel van een halfjaarlijkse evaluatie en op basis van voldoende cijfers. Het moet niet zo zijn dat we een evaluatie krijgen waarbij te weinig cijfers zijn en waarbij dus eigenlijk niets gezegd kan worden. De verordening mag niet leiden tot massale verstrekking van algemene voorzieningen omdat dat goedkoper is. De bijzondere voorzieningen moeten zeker hun plaats krijgen. Er moet een gezond evenwicht zijn tussen algemene en bijzondere voorzieningen. Dit is wat ons betreft ook een punt van de evaluatie. De plaats van het PGB. Het PGB verzorgt de keuzevrijheid die er is en die er zeker moet zijn in het kader van de WMO. Die plaats moet in de beleidsregels geregeld worden. Wij willen erop toezien dat die plaats ook duidelijk geregeld wordt. Kwaliteit. Kwaliteit is wat ons betreft meer dan technische kwaliteit. Je kunt schoonmaken en dan kan er geen stofje meer in de hoek liggen, maar wat ons betreft gaat kwaliteit verder. Kwaliteit is namelijk ook te meten aan het contact dat er is met de cliënt en de manier waarop de cliënt behandeld wordt. Wat ons betreft komt dat ook heel duidelijk in de evaluatie en de beleidsregels naar voren dat daar op gestuurd wordt. Identiteit. Wat ons betreft als SGP is identiteit een wezenlijk onderdeel van kwaliteit. Het moet niet zo zijn dat mensen zich unheimisch gaan voelen door de persoon die de zorg verleent omdat de identiteit van de cliënt en de zorgverlener niet bij elkaar passen. Wij willen dat daar in de evaluatie heel duidelijk naar gekeken wordt. Vanuit cliënten, maar ook vanuit de zorgverlener moet heel duidelijk gevraagd worden naar de ervaringen daarmee. Van de zorgverleners hebben we begrepen dat het budget dat op dit moment beschikbaar is voor de WVG niet één op één overgaat naar de WMO. Oftewel dat de tarieven flink moeten worden bijgesteld. Dan gaat het om de tarieven per cliënt. Als dat dan overgeslagen wordt naar het aantal cliënten dat men bedient, dan vindt er een behoorlijke bezuiniging plaats. Er wordt zelfs gesproken over 200.000,-- op jaarbasis. Dat zijn wat ons betreft te grote bedragen. Kan de wethouder daar op ingaan? Kan hij ook erop ingaan dat er in de verordening wordt gesteld dat er meer indicaties moeten komen op eenvoudige zorg; wat ook weer een bezuiniging met zich meebrengt? Voor ons staat vast dat het één op één over moet gaan. Dat er geen cliënten buiten de boot mogen vallen en dat het ook een doorgroeimodel is, zodat we uiteindelijk bij een bepaald einddoel uitkomen. Ik dank u.” De heer VAN ESSEN laat weten dat de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Barneveld voor Lijst 8 een bezuinigingsronde inhoudt van de landelijke overheid. Deze mag lokaal worden ingevuld. Hierbij wordt het principe gehanteerd dat de markt haar werking moet doen. Lijst 8 blijft van mening dat liberalisering marktwerking is van overheidstaken. Dit is echter een kans voor de gemeente om haar eigen beleid bij dit onderwerp te voeren. Hiervoor dienen echter wel de voorzieningen aanwezig te zijn. Lijst 8 is van mening dat de WMO niet minimaal het huidige voorzieningenniveau moet hebben, maar de gemeente dient ruimhartig te handelen naar die burgers die het toch al moeilijk hebben.
23
Er bestaat een ruime verscheidenheid op het gebied van culturele en godsdienstige richtingen, daarom meent Lijst 8 dat de identiteitgebonden zorgaanbieders de kans moeten krijgen om die taak identiteitsgericht uit te voeren. Lijst 8 dient een amendement in om het Zeeuwse model van de aanbestedingsystematiek in de WMO in te voeren. In het zogenaamde Zeeuwse model stelt de aanbieder niet alleen de kwaliteit van de gevraagde dienst vast, maar tevens een vast uurtarief. Alle inschrijvende zorgverleners die voldoen aan de kwaliteitseisen, en die akkoord gaan met de prijs, worden gecontracteerd. Hierdoor kunnen de identiteitgerichte zorginstellingen meedoen met de dienstverlening. Dit geeft een behoorlijke afzwakking van de marktwerking. Dit is volgens Lijst 8 een goede bijwerking, aangezien de markt voor zwakkeren onbarmhartig is. Het is voor de overheid een kerntaak om voor burgers, die het hard nodig hebben, een vangnet te leveren. Het amendement luidt als volgt: Agendapunt XI – 10 Voorstelnr. 06-97 Raad van de gemeente Barneveld, in vergadering bijeen op d.d. 26 september 2006 Onderwerp: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Barneveld. Ondergetekende stelt het volgende amendement voor: – Het Zeeuwse model van aanbestedingen op te nemen in de tekst van het voorstel. Toelichting: Omdat de gemeente Barneveld een grote verscheidenheid heeft van culturele en godsdienstige richtingen willen we die identiteitsgebonden zorgaanbieders daardoor de kans geven om die taak uit te voeren. Om zo de marktwerking in het zorgaanbod aan banden te leggen. Namens Lijst 8 W. van Essen De heer DE KNEGT: “Waarom heeft u dit niet op 20 juni ingediend? Op dit moment liggen de offertes al bij de gemeente, dus is het wat laat om nog naar het Zeeuwse model te gaan, vrees ik.” De heer VAN ESSEN meent dat de behandeling nu plaatsvindt. Spreker is van mening dat het college te vlug is geweest. De heer SCHURING: “In de commissie is er uitgebreid over gesproken. Ik weet niet wie dan te vlug is geweest, of wie dan te langzaam is.” De heer VAN ESSEN antwoordt dat hij niet te langzaam is geweest. Hij heeft geconstateerd dat er draagvlak voor bestaat en dat is de reden dat hij hiervoor nu een amendement indient. De heer SCHERMERS: “Voorzitter, we hebben in de commissie uitgebreid gesproken over deze materie. En over de WMO in het algemeen en hoe we er in Barneveld mee om moeten gaan, specifiek over deze verordening. Voor ons ligt wat mij betreft de verordening waar we met elkaar een besluit over moeten nemen. Laat me heel duidelijk zijn: ‘deze verordening is niet de WMO’. De WMO is veel meer dan alleen deze verordening. Deze verordening is maar een klein gedeelte van die gehele wet, die in Barneveld geïmplementeerd gaat worden. Ik heb het al eerder aangegeven aan de wethouder, wat ons betreft is de WMO een tuin die ontwikkeld moet worden, waar delen al van aangelegd zijn, zoals de wethouder vorige keer al aangegeven heeft, maar dat het een kwestie is de komende jaren te werken aan een integratie van alle onderdelen die in Barneveld al spelen op het gebied van de maatschappelijke ondersteuning. Verder ontwikkelen van bepaalde gebieden daarop. Uiteindelijk de WMO ook zo te krijgen, zoals die bedoeld is, namelijk een wet die niet alleen maar gaat over het verstrekken van hulpmiddelen of huishoudelijke hulp, maar veel meer gaat over de wijze waarop wij met elkaar in deze samenleving omgaan en elkaar ondersteunen.
24
In dat kader zou ik de heer Van Essen willen uitdagen om eens met de mensen in het Oostblok te gaan praten hoe dat was toen er helemaal geen markt was. Dat de overheid alles bepaalde voor jou en mij. Dat men geen enkele keuze had. Wij, als CDA, geloven dat mensen iets voor elkaar kunnen betekenen en dat je niet alles moet overlaten aan de staat om het voor jou te regelen. Maar dat we met elkaar een samenleving kunnen vormen waar zorg is voor elkaar.” De heer VAN ESSEN laat weten dat hij geen halve communist is, die denkt dat de staat alles moet regelen. Maar voor hetgeen mensen niet alleen kunnen en waarbij zij overgeleverd zijn aan de markt, dient de overheid in te grijpen. De heer SCHERMERS: “We zijn het met elkaar eens dat we niet alles aan de markt over moeten laten, maar volgens het CDA is er altijd nog iets tussen markt en staat, namelijk gemeenschappen van mensen, kerkelijke organisaties, verenigingen die elkaar tot hulp kunnen zijn. Daar, en dat is één van de belangrijke aspecten die in de WMO naar voren komt, die die kracht activeert.” De heer VAN ESSEN meent dat we het juist daar laten liggen, waar de overheid een speciale taak heeft. De heer SCHERMERS: “Ik wil er nog een belangrijk aspect aan toevoegen; nogmaals we hebben het over de verordening. Ik wil een heel concrete vraag voorleggen. Waar het het CDA om gaat is dat er een balans is tussen de verschillende keuzes, die de mensen uit Barneveld hebben. Stel nu voor, ik kom bij u aan de balie, en ik heb huishoudelijke hulp nodig. Waar kan ik dan uit kiezen? Is het echt zo dat ik uit een zak met geld kan kiezen en zelf de zorg kan inkopen of ben ik verplicht om in eerste instantie gebruik te maken van de zorgaanbieders die u gecontracteerd heeft?” Reactie van het college op de eerste termijn Wethouder VERWEIJ antwoordt dat het college in het kader van de eigen bijdrage voor het eind van het jaar een duidelijke beslissing moet hebben genomen. Hij zal trachten, voor zover dit mogelijk is, om de commissie hierbij te betrekken. Het is echter nog niet precies bekend wanneer B&W hierover zullen besluiten. Het principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten zullen dragen, hetgeen in juni is besloten, zal hierin gehanteerd worden. Er zal worden geprobeerd om de minima niet sterker te belasten. *
Evaluatie. Spreker heeft in de commissie toegezegd dat hij in het eerste jaar na een half jaar met een rapportage wil komen. Hij wijst er echter op dat een dergelijke rapportage volgens hem niet hetzelfde is als een evaluatie. Bij een evaluatie dient een verslag te worden opgesteld van de doeltreffendheid en de effectiviteit in de praktijk. Dit gaat volgens spreker te ver. Hij heeft echter het voornemen om via een halfjaarrapportage de raad zoveel informatie te geven, dat de raad een helder beeld krijgt of de uitvoering van het WMO-beleid conform is aan hetgeen het college en de raad voor ogen hebben. Er bestaat hierbij echter een bepaalde spanning, aangezien spreker de ambtenaren ook verder wil laten werken aan de * verdere invulling van het beleid. Beiden is echter niet mogelijk. Spreker zegt de raad een halfjaarrapportage toe. De evaluatie zal overeenkomstig de verordening worden toegepast. Communicatie. Spreker bevestigt dat dit van groot belang is. Als er binnen een aantal weken concrete besluitvorming gaat plaatsvinden, moet de communicatie zeer to the point zijn. Spreker deelt de mening van de heer Blankenstijn om zeer snel tot het benoemen van de WMO-raad over te gaan. Op het moment wordt aan de afronding van de instelling van de raad gewerkt. Er dient hiervoor nog een verordening te worden vastgesteld. Op basis van deze verordening zal de WMO-raad gaan functioneren. Deze verordening zal nog aan de raad worden voorgelegd. Er wordt gevraagd om ruime aandacht te besteden aan mantelzorgers en vrijwilligers. De mantelzorgers en de vrijwilligers worden inderdaad weinig in de formulering genoemd. Dit is echter omdat er in de wet reeds ruime mate van aandacht aan wordt geschonken. Spreker verzekert de raad van het feit dat er voldoende ruimte voor mantelzorgers en vrijwilligers is om overbelasting zoveel mogelijk te voorkomen. Participatie. Spreker deelt de mening van de heer De Knegt gedeeltelijk dat de participatie onvoldoende uit de verf is gekomen. Hij wijst erop dat op 19 september jl. een bijeenkomst heeft plaatsgevonden, waarbij getracht werd input te vergaren om tot een goed ouderen- en gehandicaptenbeleid te komen. Ook komt er binnenkort een notitie jeugdbeleid. In al deze beleidsaspecten zal de participatie een duidelijke rol spelen. Er komen allerlei onderdelen waarbij de raad de participatie meer vorm kan geven. Het is volgens spreker niet mogelijk om de raad op dit moment een concreet tijdspad te geven wanneer zaken precies aan de raad worden voorgelegd. Hij kan wel gezamenlijk met de ambtenaren bekijken of het mogelijk is om een voorlopig tijdspad te bieden. Kwaliteit. Spreker ondersteunt de opmerkingen die zijn gemaakt in het kader van de kwaliteit. Met betrekking tot de tarieven kan spreker op dit moment geen mededelingen doen, aangezien de aanbestedingsprocedure loopt. Hierin wil hij de grootst mogelijke zorgvuldigheid betrachten, waarbij spreker zich geheel distantieert *
Toezeggingen door het college
25
van elke opmerking op dat gebied. Op het moment dat het aanbestedingstraject is beëindigd zal spreker de raad hierover zoveel mogelijk informeren. Er is door Lijst 8 een amendement ingediend om te komen tot het Zeeuwse model. Spreker laat weten dat hij de mening deelt van de heer De Knegt op dit gebied. Spreker ontraadt met kracht de raad dit amendement aan te nemen. Spreker meent dat als de raad dit amendement toch aanneemt, hij dit niet zal uitvoeren. Hij zou op dat moment in strijd handelen met alle regels met betrekking tot het aanbestedingsrecht. De VOORZITTER vraagt de wethouder aan te geven wanneer hierover binnen het college is gesproken. Wethouder VERWEIJ antwoordt dat hij tijdens eerdere bijeenkomsten aangegeven heeft hoe het aanbestedingstraject ingegaan zou worden. Er heeft destijds een discussie plaatsgevonden over de prijs/kwaliteit. Hiervoor heeft spreker zich willen inzetten, maar spreker heeft toen duidelijk aangegeven dat hij niet voor het Zeeuwse model wilde kiezen, omdat dit niet de juiste verhouding prijs/kwaliteit bevatte. De economische prijs zou in het Zeeuwse model teveel ondergeschikt raken. Dit is destijds helder gecommuniceerd. Spreker merkt op dat er inderdaad uit drie zorgaanbieders gekozen kan worden. Mochten deze drie zorgaanbieders niet bevallen, dan kan gebruik gemaakt worden van het PGB. Fracties in tweede termijn De heer DE KNEGT: “Voorzitter, even kort over het amendement. Het amendement komt ons sympathiek over, maar het amendement is te laat. De SGP kan dit amendement helaas niet steunen.” Mevrouw DEN DUNNEN: “Ik bedank de wethouder voor zijn antwoorden. Ik wil even reageren op de mooie beschouwing die de heer Schermers gegeven heeft. Wij zijn het helemaal met hem eens als hij zegt dat dit niet alleen een wet is die over het vragen en geven van zorg en hulpmiddelen gaat. Dit is een wet die zegt dat je een andere manier van samenleven met elkaar kan hebben. Dat je goed voor elkaar moet zorgen. Wij zijn het daar wel mee eens. Dat is een mooi ideaal beeld. Toch denkt mijn fractie dat Den Haag weldegelijk een bezuiniging op het oog heeft en vandaar dat wij zo inzetten op een tijdige evaluatie. Wij vinden een halfjaarrapportage prima en wij begrijpen best dat de ambtenaren ook iets anders te doen hebben. Wij willen dan wel graag de kans hebben om ook de signalen die wij uit de samenleving krijgen, als volksvertegenwoordiger, dat wij die naar aanleiding van die halfjaarrapportage ook neer kunnen leggen in de commissie, zodat dit opgepikt kan worden. We zijn het helemaal met de wethouder eens als hij het heeft over de eigen bijdrage en dat daarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Dat is voor ons een bekend principe. We zijn blij dat de wethouder deze mening met ons deelt. Wij zullen het vaststellen van de voorliggende verordening steunen. Het amendement met betrekking tot het Zeeuwse model is ook in de ogen van PRO’98 te laat. Daarnaast heeft wethouder Verweij in de commissie reeds laten weten dat een Zeeuws model onmogelijk is.” De heer BLANKENSTIJN: “Voorzitter, heel kort even. Wij zijn tevreden over de beantwoording van de wethouder over de instelling van de WMOraad en over de aandacht voor de mantelzorgers en vrijwilligers. Even nog een reactie op het amendement van de heer Van Essen. We hebben er uitgebreid in de commissie over gesproken. Wij waren aanvankelijk ook best voor het Zeeuws model, maar na de uitleg van de wethouder zijn wij overtuigd dat dit een betere manier is. Dank u wel.” De heer VAN ESSEN geeft aan dat het schijnbaar nu ook weer om geld gaat. De wethouder heeft laten weten dat hij niet voldoende middelen heeft om de wet op een dusdanige wijze uit te voeren zoals het Zeeuwse model toestaat. Er wordt gezegd dat het Zeeuwse model niet kan. In de krant van de VNG wordt aangegeven dat het Zeeuwse model in sommige gemeenten echter wel wordt ingevoerd. Spreker zou graag een toelichting ontvangen waarom het toepassen van het Zeeuwse model niet mogelijk is. Het is voor spreker onbegrijpelijk dat de wethouder het lopen van het aanbestedingstraject als excuus gebruikt. Het is volgens Lijst 8 een slechte zaak dat de markt op de zwakken van de samenleving wordt losgelaten.”
26
De VOORZITTER memoreert dat in de laatste raadsvergadering voor het zomerreces heel expliciet het aanbestedingstraject aan de orde is geweest. In de commissie heeft de wethouder aangegeven dat er geen uitstel mogelijk was, omdat anders de termijnen van een goede en een zorgvuldige invoering per 1 januari 2007 niet aan de orde kon zijn. Op deze wijze is dit volgens spreker gecommuniceerd naar de commissie. De primaire besluitvorming heeft echter in de raad plaatsgevonden tijdens de laatste raadsvergadering voor het zomerreces. Spreker hecht eraan om dit duidelijk vast te leggen, zodat duidelijk is wat er wel en niet met elkaar is besloten in de vergadering van deze gemeenteraad. De heer VAN ESSEN antwoordt dat het juist is dat de overige fracties hiermee akkoord zijn gegaan. De VOORZITTER benadrukt dat het hem niet gaat om een oordeel over de raadsfracties, maar dat er duidelijk is wat er in de raad is besloten. De heer VOS: “Voorzitter, ik hecht er toch nog even aan om te memoreren dat het Zeeuwse model inderdaad uitgebreid is besproken. Er zijn veel voor- en nadelen over genoemd. Ik kan me herinneren dat de heer Schermers destijds een warm pleitbezorger is geweest van het onderzoek of het Zeeuwse model voordelen brengt. Wij hebben destijds gevonden, en dat vinden we nog steeds, dat het hele Zeeuwse model geen voordelen biedt omdat het de scherpte uit de offertes haalt. Ik wil ook besluiten dat het mosterd na de maaltijd is en dat wij om die reden, maar ook om het feit dat wij het Zeeuwse model niet beter vinden, het amendement niet zullen steunen.” De heer SCHERMERS: “Over het amendement is genoeg gezegd. De opmerking dat het een bezuinigingsoperatie is, komt steeds weer terug. Het is zinloos om hierover hier een discussie te voeren. Het gaat mij erom dat wij als Barneveld nu de kans krijgen om de zorg in Barneveld dicht bij de mensen te organiseren. Wij hebben de kans om daar op een goede manier mee om te gaan. Ik denk dat we daar onze energie in moeten steken en wij hebben op dit moment vertrouwen in de wethouder dat hij daar op een goede manier mee omgaat. Dank u wel.” Besluitvorming De VOORZITTER constateert spreker dat het amendement niet wordt gesteund door de fracties van de SGP, het CDA, PRO’98, de ChristenUnie, de VVD en Burger Initiatief. Het amendement wordt gesteund door Lijst 8. Het amendement wordt verworpen met 29 stemmen tegen en 1 stem voor. Vervolgens constateert spreker dat het vaststellen van de verordening wordt gesteund door de fracties van de SGP, het CDA, PRO’98, de ChristenUnie, de VVD en Burger Initiatief. Het vaststellen van de verordening wordt niet gesteund door Lijst 8. De verordening wordt vastgesteld met 29 stemmen voor en 1 stem tegen. 11. Beleidsevaluatie gemeentelijk beleid Nieuwe Landgoederen (voorstel nr. 06-59) De VOORZITTER laat weten dat tijdens de vorige vergadering de stemmen staakten tijdens het stemmen over het amendement van de VVD. Dit betekent dat dit onderwerp tijdens de eerstvolgende vergadering opnieuw geagendeerd wordt. Op dit moment kan de raad besluiten om de beraadslagingen te openen. Spreker vraagt of de raad de beraadslagingen wenst te openen. Spreker constateert dat de fracties van de SGP, PRO’98, de VVD, Burger Initiatief en Lijst 8 voor het openen van de beraadslagingen zijn. De fracties van het CDA en de ChristenUnie zijn tegen. Er wordt besloten met 19 stemmen voor en 11 stemmen tegen om de beraadslagingen te openen. Fracties in eerste termijn De heer BOS: “Voorzitter, ik moet eerst de mededeling doen dat het amendement, zoals dat door ons is ingediend de vorige vergadering, wordt ingetrokken. Het amendement, waarbij de stemmen staakten, heeft ertoe geleid dat de wethouder visie heeft gekregen en daarmee in de zomer aan het werk is gegaan. Hij heeft hierbij een kader gesteld, dat heeft geresulteerd in kader 9a waarin verruiming heeft plaatsgevonden in de evaluatie van de landgoederen. De VVD is hiermee erg blij, maar dit komt niet geheel tegemoet aan de wens van de VVD. Straks zal de SGP een amendement indienen, dat ook door de VVD wordt ondertekend. Om dan toch op de inspreker van de commissievergadering in te gaan: de angst en de weerstand, die in de landbouw op dit moment bestaat betreffende landgoederen en de schadewerking daarvan, zijn eigenlijk niet terecht. Alterra heeft onderzoek gedaan en dit voorjaar gepresenteerd omtrent de ammoniak wetgeving en bestempeld als zinloos. De Tweede Kamer en een lid van de Tweede Kamer, Geert Koopmans, ik kijk even naar het CDA, want die hebben ook moeite met de hele besluitvorming, hebben we de vorige keer gezien bij
27
de stemming over het amendement dat wij hadden ingediend en heeft het zelfs beschreven als het failliet van 20 jaar ammoniak zonering. Wat dat betreft vind ik het jammer dat het CDA die visie toen niet had.” De heer GEURTS (Jr.): “Meneer Bos, het is u waarschijnlijk ook wel bekend dat het Alterra rapport door de Tweede Kamer nog niet onderschreven is. Het klopt dat het CDA daar vragen over gesteld heeft. Het rapport is ook openbaar gemaakt, maar het rapport geeft niet zoveel aanknopingspunten, dat ik het stuk dat u net zegt, kan onderschrijven.” De heer BOS: “Voorzitter, ik neem aan dat er toch verstandige mensen van het CDA in de Tweede Kamer zitten, en de bewoording is heel duidelijk, dus ik denk dat dat voor mij dan ook heel duidelijk is.” De heer BOS gaat verder met zijn betoog. “Ik wacht de presentatie van het amendement van de SGP even af, daarop zal ik in de tweede termijn terugkomen. Dank u wel.” De heer VAN DEN BRINK: “Voorzitter, voorliggend raadsvoorstel is een evaluatie van het bestaande landgoederen beleid van de gemeente Barneveld. Na het staken van de stemmen de vorige keer is een notitie door de wethouder bijgevoegd om het vergroten van de bebouwing door middel van een extra sloop van bebouwing op een agrarisch bouwperceel. De genoemde inbreng van een bouwperceel zien wij graag breder om daarmee de onduidelijkheid weg te nemen. Daarom stellen wij voor om ook de bestemming van wonen met agrarische nevenactiviteiten mee te nemen als voorwaarde voor een nieuw landgoed. Als beleid ziet de SGP dan ook graag dat dit in dit kader wordt meegenomen. Wij dienen daarom een amendement in om dit te verwezenlijken. Dank u wel.” Het amendement luidt als volgt: Voorstel 11 Onderwerp: Beleidsevaluatie gemeentelijk beleid Nieuwe Landgoederen De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 26 en 27 september 2006 Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Voor het rood bij een landgoed van tien hectare kan gekozen worden voor: 3 3 – of één woongebouw met een bruto inhoud tussen de 2.500 m en 4.000 m , met maximaal drie wooneenheden, – of twee geclusterde woongebouwen met ieder één wooneenheid, onder samenhangende architectuur te 3 realiseren waarbij de inhoud per woongebouw maximaal 1.500 m mag zijn. Bij een initiatief voor een landgoed, waarin 5 ha nieuwe natuur extra wordt toegevoegd (15 ha – 20 ha – 35 ha etc.), waarbij een agrarisch bouwperceel of een bestemming wonen met agrarische nevenactiviteiten met 2 meer dan 1.000 m wordt gesaneerd, kan aanspraak gemaakt worden op: één extra woongebouw met maximaal één wooneenheid, die onder samenhangende architectuur en geclusterd met de overige bebouwing dient te worden gerealiseerd. Toelichting: 2 Door een tussenstap van 5 ha in te bouwen, kan er in combinatie met de sanering van 1.000 m bebouwing meer maatwerk worden geleverd. Het is rechtvaardig om deze bij een landgoed te betrekken omdat deze sanering in het streekplan ook recht geeft op een extra woning. Het initiatief geeft hierdoor een breder gedragen kader. Ondertekening en naam: H.C. v.d. Brink (SGP) T. Bos (VVD) A. Barendregt (PRO’98) A.D.G. van de Kamp (Burger Initiatief)
28
De heer GEURTS (Jr.): “Ik heb de tekst van het amendement in concept voorbij zien komen. Ik weet nu niet wat de letterlijke tekst is, maar ik stel toch de vraag of de heer Van den Brink met dit amendement kan garanderen dat agrarische bedrijven in de directe omgeving van nieuwe landgoederen een toekomstige ontwikkeling niet wordt belemmert.” De heer VAN DEN BRINK: “Volgens ons is dat niet het geval.” De heer GEURTS (Jr.): “Kunt u dat met feiten onderbouwen? U heeft net toegevoegd: ‘wonen met nevenactiviteiten’. U weet ook dat in de gemeente Barneveld een hele hoop percelen die bestemming hebben. Dus de kans dat schaduwwerking op bestaande agrarische bedrijven gaat voorkomen is mijn inziens heel groot.” De heer VAN DEN BRINK: “Ik denk dat dat zeker niet meer is dan van agrarische bouwpercelen. Ik denk zelfs minder, maar ik denk dat dit zo’n technische vraag is, dat deze beter aan de wethouder gesteld kan worden.” De heer GEURTS (Jr.): “U komt met het amendement, dus ik stel aan u de vraag.” De heer VAN DEN BRINK: “Volgens onze informatie geeft dat geen belemmering.” De heer BARENDREGT: “Voorzitter, eerst een procedureel punt, en dan moet ik bij u zijn. In de stukken zit ook een memo. Ik neem aan dat de memo niet gezien moet worden op dit moment, want wij discussiëren alleen over het raadsvoorstel.” De VOORZITTER antwoordt dat dit juist is. De heer BARENDREGT: “PRO’98 observeert dit en ziet dat nieuwe landgoederen er nog niet zoveel zijn. Een maal in de vijf jaar en we moeten nog maar zien dat hoe dat verder gaat. Het geeft absoluut geen grote verandering. Wij zien er geen groot probleem in en ook geen grote oplossing. Het is slechts een detail. Functieverandering willen we wel allemaal. Dat hebben we allemaal uitgesproken. En wij willen mogelijkheden voor wandelen en fietsen in de overgangszone tussen de natuur- en de landbouwgebieden. Wij willen dat natuur ontstaat in de overgangszone en wij willen dat alle overtollige agrarische gebouwen gesaneerd worden. Dat kan een heel klein stukje hiermee en derhalve zien wij niet zo’n probleem in dit amendement. Daarom hebben wij dit ook gesteund. Dank u wel.” Mevrouw SIEMELING: “Voorzitter, het mag duidelijk zijn dat onze fractie niet om de beraadslaging heeft gevraagd, maar we nu toch wel iets willen zeggen. Wij hebben ook in de vorige vergadering in juni gezegd dat wij het stuk zoals het er lag, de beleidsevaluatie, steunden. Daar was een verandering in aangebracht bij het oorspronkelijke landgoederenbeleid. Daar waren wij het mee eens. Dat vonden wij een behoorlijke verandering. De gang van zaken komt ons totaal nu wat vreemd over. De vorige keer zijn we gestaakt bij de stemming. Er komt van het college een memo, waarvan gezegd wordt, die kan een partij overnemen en als amendement dan toch nog weer gaan toevoegen. Dat gebeurt, maar hij is weer anders dan de memo. Dit is nog ruimer en geeft nog meer ruimte. Wij hebben de vorige keer gezegd dat wij bij het oorspronkelijke voorstel blijven en dat zeggen wij ook vanavond.” De heer GEURTS (Sr.): ”Voorzitter, wij hadden als fractie in de huidige samenstelling geen behoefte om de beraadslagingen te openen. Dit geeft eigenlijk al aan dat voor ons het landgoederenbeleid ver genoeg gaat. Sterker nog we kunnen leven met 9a van de wethouder. Nu is de notitie van de wethouder aan de orde en willen deze notitie steunen. Dit amendement gaat ons te ver. We gaan alsmaar door; er komt steeds meer rood en geen rood voor groen. Er wordt iets gesaneerd dat geen echt agrarisch bedrijf is, maar een woonfunctie heeft met nevenfuncties, die zijn er niet voor niets opgelegd. Dan gaan we een heleboel steen terugbrengen. Dat gaat ons te ver. We zullen derhalve dit amendement niet steunen. Dank u wel.” Mevrouw ROSBERGEN: “Begrijp ik nu goed, meneer Geurts, dat u voorstelt om kader 9a toe te voegen aan het raadsvoorstel?” De heer GEURTS (Sr.): Dit kader ligt er; als dit gebeurt, dan kunnen wij daarmee leven.” De VOORZITTER benadrukt dat het memo geen deel uitmaakt van de beraadslagingen. Het college kan niet een gewijzigd voorstel indienen. Tenzij de raad alsnog besluit om dit toe te laten, maar er is slechts één amendement ingediend. De heer GEURTS (Sr.): “Van onze kant zal er ook geen initiatief worden genomen.” De heer VAN ESSEN laat weten dat Lijst 8 de vorige keer is ingegaan op het gegeven van de financiële mogelijkheden van de mensen. Spreker benadrukt dat het landgoederenbeleid niets toevoegt om het buitengebied leefbaar te houden voor haar inwoners. Het ammoniakreductieplan uit het verleden was
29
volgens hem het voor de gek houden van mensen. Ammoniak heeft volgens spreker ook positieve kanten, zelfs voor de schadelijke uitstoot van autogassen. Landbouw kan niet samengaan met natuur. Spreker is van mening dat landbouw een oernatuurlijke bezigheid betreft. Er moet echter wel iets gebeuren op het platteland. Dit kunnen de boeren volgens spreker niet zelf regelen. Dit zou groen voor rood betekenen. Het gevolg zal zijn dat er kapitalistische optrekjes ontstaan. Deze optrekjes zouden echter niet voor de eigen plattelandsbevolking zijn. Lijst 8 is van mening dat dit een dictatuur is met een democratisch sausje geserveerd door de lokale partijen in Barneveld. Spreker geeft aan dat hij heeft gelezen dat er een corridor van de Utrechtse Heuvelrug naar het Veluwe Massief moet komen. Als men op de kaart kijkt, blijkt volgens spreker dat dit door het ontwikkelingsgebied zal lopen. Hiervan zal de landbouw wel last ondervinden. Reactie van het college op de eerste termijn Wethouder DE KRUIJF: “Voorzitter, ik constateer dat het in ieder geval gelukt is om na de junivergadering liefde voor dit weerbarstige onderwerp op te roepen. Sommigen verwarren dit met visie. Ik heb ook in de commissie gezegd dat het bij dit onderwerp van grote betekenis is dat er evenwicht bestaat tussen prestatie in het groen en er gewin in het rood is. Eigenlijk is de beleidsnotitie die hier vanavond opnieuw wordt vastgesteld een goede poging om een raamwerk te schilderen, waarbinnen je dat evenwicht zoekt. Niet om harde grenzen aan te geven, waar je persé aan moet voldoen, maar om een raamwerk te bieden, waarbinnen je afspraken kunt maken. Dit is de reden dat u in de tekst regelmatig een bandbreedte ziet voorkomen. 2.500 tot 4.000 m2; maximaal drie wooneenheden, dit kunnen er ook minder worden; maximaal 1.500 m3, kan ook minder worden. De daadwerkelijke maat wordt in het maatwerk gevonden. Als u kijkt wat er sinds juni is geschied, dan is er het nodige heen en weer geschoven met papier. Ik heb toen al gezegd dat ik op zichzelf wel enthousiasme kon opbrengen voor het idee dat de VVD naar voren bracht om met name grotere landgoederen te stimuleren. Ik was toen iets te snel om toen het amendement te omhelzen, omdat ik mij niet realiseerde op dat moment dat het strijdig met het Streekplan was. Om die goede suggestie toch te belonen, heb ik gemeend om een suggestie aan u te doen. Dat betreft de tekst die u voor zich heeft gekregen. Er zijn enkele partijen, onder aanvoering van de SGP, die de suggestie hebben vertaald in een concrete tekst en in een amendement hebben omgezet. Als u nu kijkt naar de intentie die volgt uit het amendement, dan heeft u feitelijk hetzelfde gedaan als ik in de suggestie had voorgesteld, alleen u legt de drempel nog iets lager. U begint bij 15 ha. Ik was begonnen bij 20 ha om het enthousiasme voor grotere landgoederen te bevorderen. U heeft het teruggebracht tot 15 ha en er goede grenzen aan gekoppeld. Dit idee lijkt mij over te nemen. Ik denk dat het geen bezwaar hoeft te zijn om die grens naar die 15 ha terug te dringen. Dit blijft passen in de redenering zoals de provincie die hanteert met betrekking tot nieuwe landgoederen, omdat u steeds moet blijven denken in een veelvoud van 5 ha en daar voldoet dit aan. Terecht, denk ik, ik zou de tekst zelf geschreven kunnen hebben, staat er 15 ha-25 ha-35 ha om aan te geven hoe het zaakje in elkaar steekt. Ik kan op zichzelf sympathie opbrengen voor het amendement. Het wijkt met betrekking tot de tekst een beetje af van kader 7. Daar wil ik op wijzen. Kader 7, in de oorspronkelijke notitie, wordt gezegd dat bij landgoedontwikkeling er een bouwperceel in moet zitten. Dat staat letterlijk in de tekst: ‘het plangebied van een nieuw landgoed dient een bouwperceel van een ‘voormalig’ reëel agrarisch bedrijf te omvatten’. Die tekst blijft staan en ik stel u voor dat uw aanvulling dat wanneer we over 15 ha kunnen spreken, we ook kunnen kijken naar een locatie waar stenige bebouwing is, waar dan weliswaar niet meer het agrarische bouwperceel op zit, maar waar wel een saneringsopgave kan worden gerealiseerd. Ik neem aan dat u er vanuit gaat dat de oorspronkelijke kaders 1 tot en met 8 gewoon overeind blijven en dat deze toevoeging die uit het amendement volgt betrekking heeft op die toevoeging van die 5 ha die hier vanavond ten tonele wordt gevoerd.” De VOORZITTER merkt op dat hij graag duidelijkheid over dit onderwerp in de raad heeft. Spreker vraagt de wethouder wat hij nu precies bedoelt. Wethouder DE KRUIJF: “Het oorspronkelijke voorstel dat hier ligt, dat wij al in juni hadden, blijft gewoon staan. Daar was een amendement op.” De VOORZITTER laat weten dat dat amendement is ingetrokken. Wethouder DE KRUIJF: “Daar komt nu een nieuw amendement op. Ik wijs u erop dat het oorspronkelijke stuk, het stuk blijft en dat dit amendement alleen het kader 9 wijzigt. Dat is het enige dat ik stel.” Mevrouw SIEMELING: “De wethouder zegt dus dat het streekplan het toelaat. Maar het reconstructieplan overstijgt toch op veel punten het streekplan in deze? En staat dat het ook toe?”
30
Wethouder DE KRUIJF: “Het reconstructieplan begint met dezelfde filosofie als deze beleidsnotitie. Die begint bij 10 ha als ondergrens. Dat is ook de redenering die hier in deze raad steeds is gevolgd. Wij vinden een start met een landgoed van alleen 5 ha wat aan de magere kant, dus wij starten bij 10 ha. Alleen u heeft daar nu een tussenstap ingezet.” De VOORZITTER vat samen dat het amendement als volgt luidt: “Het gestelde in kader 9 vervalt en daarvoor komt de tekst van het amendement in de plaats. Wethouder DE KRUIJF: “De vraag van de heer Van Essen over de corridor. Dit betreft het zoekgebied met betrekking tot de robuuste verbindingszone en die loopt niet door het landbouwontwikkelingsgebied. Die loopt boven over Voorthuizen, Terschuur naar het gebied van Erica. Het amendement levert zoals ik het nu zie geen verhindering op voor de agrarische activiteiten. De redenering is steeds, en dat is de basis die in de notitie zit, dat de basisrandvoorwaarde bij de invulling van een nieuw landgoed betekent dat er geen hinder uit mag gaan naar de omliggende agrarische bedrijven. Dit betreft een algemene randvoorwaarde. Als het plan daar niet aan voldoet, dan is het exit.” De heer GEURTS (Jr.): “Mag ik daaruit concluderen dat de wethouder de checklist nieuw landgoed, die vastgesteld is in de reconstructiecommissie van 27 mei 2005, onverkort uitvoert in Barneveld?” Wethouder DE KRUIJF: “Dat gaat heel ver, voorzitter, dan zou ik nog een keer die checklist naast het * amendement moeten leggen. In beginsel zou ik daar ‘ja’ tegen willen zeggen. Ik wil u toezeggen dat ik dat nog eens naast elkaar leg, vooralsnog zie ik daar geen spanning. Ik zeg u toe dat ik daar nog eens naar kijk en dat ik u daar in de volgende commissievergadering antwoord op geef.” De heer GEURTS (Jr.): “Ik vind dit goed, maar dit is op dit moment de besluitvorming die voorligt, en nu vind ik het een wezenlijke vraag of die checklist onverkort uitgevoerd wordt. Want dat geeft meer bescherming voor agrarische bedrijvigheid rondom het beoogde gebied.” Wethouder DE KRUIJF: “Ja, ik wijs u erop dat de checklist die wordt bedoeld, geen spanning oplevert. Als er een belemmering optreedt door deze nieuwe landgoedontwikkeling, dan is het plan van de baan. Als we dat op tafel blijven houden, dan denk ik dat die spanning er niet is.” De heer GEURTS (Jr.): “Ik krijg toch graag van de wethouder de keiharde toezegging dat hij de checklist uitvoert. Het is een handreiking die binnen de reconstructie is vastgesteld na veel geharrewar. Ik wil toch aan de wethouder vragen om de keiharde toezegging te doen om toch die checklist mee te nemen.” Wethouder DE KRUIJF: “Voorzitter, ik doe de toezegging dat ik de checklist meeneem. De checklist is geen product van u, het is een product van de reconstructiecommissie. Daarmee neem ik er geen afstand van, maar ik constateer alleen dat ik uitga van de filosofie. Dat de beleidsnotitie, zoals die hier ligt met betrekking * tot de schaduwwerking naar zittende agrarische bedrijven, moet garanderen dat die er niet is. Ik zeg u toe dat de afwezigheid van schaduwwerking naar zittende agrarische bedrijven een absolute randvoorwaarde voor mijn medewerking met betrekking tot het realiseren van een nieuw landgoed dient te zijn.” Besluitvorming Het amendement, inhoudende dat kader 9 vervalt, en waarbij in plaats daarvan de tekst van het voorliggende amendement wordt gelezen, wordt gesteund door de fracties van SGP, PRO’98, de VVD en Burger Initiatief. Het amendement wordt niet gesteund door het CDA, de ChristenUnie en Lijst 8. Het amendement wordt aangenomen met 18 stemmen voor en 12 stemmen tegen. De beleidsevaluatie, gewijzigd door het bovenstaande amendement, wordt gesteund door de fracties van de SGP, het CDA, PRO’98, de ChristenUnie, de VVD en Burger Initiatief. De beleidsevaluatie wordt niet gesteund door Lijst 8. De beleidsevaluatie wordt vastgesteld met 29 stemmen voor en 1 stem tegen. 12. Verzoek voor de realisatie van twee woningen in het plangebied Voorthuizen Noord (voorstel nr. 06-85) De VOORZITTER stelt vast dat de raad met algemene stemmen akkoord gaat. 13.
Verzoek om vergoeding van schade als bedoeld in artikel 49 WRO van de heer F.T.J. de Boone te Voorthuizen (voorstel nr. 06-84) De VOORZITTER stelt vast dat de raad met algemene stemmen akkoord gaat.
*
Toezeggingen door het college
31
14.
Verzoek om vergoeding van schade als bedoeld in artikel 49 WRO van mevrouw E. Kamphuis-Kamphuis te Voorthuizen (voorstel nr. 06-83) De VOORZITTER stelt vast dat de raad met algemene stemmen akkoord gaat. 15.
Verzoek om vergoeding van schade als bedoeld in artikel 49 WRO van de heer G. Kamphuis te Voorthuizen (voorstel nr. 06-82) De VOORZITTER stelt vast dat de raad met algemene stemmen akkoord gaat. 17. Gedeeltelijke herziening Otelaarseweg I van het bestemmingsplan Buitengebied 2000 (voorstel nr. 06-87) De VOORZITTER stelt vast dat de raad met algemene stemmen akkoord gaat. 18. Vaststelling bestemmingsplan Hoofdstraat XX (voorstel nr. 06-89) De VOORZITTER stelt vast dat de raad met algemene stemmen akkoord gaat. De VOORZITTER schorst de vergadering tot 27 september 19.30 uur. Vervolg van de vergadering van 26 september van de raad van de gemeente Barneveld op 27 september 2006. De VOORZITTER heropent de raadsvergadering. Vanavond gaat het om een vervolg van de raadsvergadering van 26 september en zullen de agendapunten 19 t/m 31 worden behandeld. Spreker stelt vast dat, gelijk aan gisterenavond, meer dan de helft van het aantal raadsleden aanwezig is. Dat is het wettelijk vereiste om rechtsgeldig te kunnen vergaderen en besluiten te kunnen nemen. Gelet op de samenhang van de agendapunten stelt spreker voor de agendapunten 19. Achtste wijziging van de Bouwverordening Barneveld 1993 (voorstel nr. 06-77) 20. Parkeernotitie Barneveld-Centrum (voorstel nr. 06-94) 21. Parkeerfonds Barneveld-Centrum (voorstel nr. 06-93) in gezamenlijkheid te behandelen. Bij de besluitvorming zal spreker uiteraard wel afzonderlijk de agendapunten, als beslispunten, doornemen. De heer J.S. WURFBAIN merkt namens de Barneveldse Middenstandsvereniging het volgende op. “Voorzitter, Deze inspreekbeurt zal zich voornamelijk beperken tot agendapunt 20. Verschillende keren al heb ik namens de Barneveldse Middenstandsvereniging de gelegenheid gehad om u over dit onderwerp te informeren en ons standpunt kenbaar te maken. De afgelopen weken hebben wij u ook e-mails gestuurd. Die punten wil ik niet allemaal herhalen. Wel wil ik u nog even kort meenemen naar een beperkt aantal speerpunten van datgene wat vanavond ter beslissing voorligt. Allereerst kom ik nog even terug op de tellingen die ten grondslag liggen aan de parkeernotitie zoals thans aan u is voorgelegd. Die tellingen zijn discutabel; dat heb ik u laten zien in de e-mail. Er kan namelijk op verschillende manieren naar gekeken worden. Ik denk dat zo’n korte periode dat u de gelegenheid is geboden om naar die tellingen te kijken onvoldoende is om het effect daarvan te doorgronden. Wel kunt u zien dat als er een aantal ‘tientallen’ wijzigt, de percentages, die uitgangpunt zijn voor het beschikbare aantal parkeerplaatsen, ernstig wijzigen. En, dat je dan in één keer van het gewenste maximum van 90 zomaar doorschiet naar 95. Houd dat goed in de gaten. Wilt u dit tot in detail van mij nog een keer extra weten, dan kan ik die getallen aanreiken. Als voorbeeld noem ik de Bijeberg. Als u ziet dat daar oorspronkelijk gedacht is aan een zichzelf bedruipend aantal parkeerplaatsen, dan kunt u nu al in de telling zien dat dat uit de hand is gelopen; dat er meer nodig is, dan feitelijk is bedacht. Let u daar dus goed op.
32
Het tweede punt waar ik u op wil wijzen is dat de plek waar wij zo op hameren, het stukje aan de zuidkant van Barneveld, heel erg belangrijk is. Allereerst door de toestroom van Veller en De Burgt in de toekomst. Maar ook omdat het daar vol wordt. En als je dan ook nog bedenkt dat er in de Bijeberg te weinig plaatsen zijn, dan kunt u zich voorstellen dat het daar goed druk gaat worden. Maar, er zijn andere elementen die daarbij een rol spelen. De markt zal ernaar toe verhuizen. Dat betekent dat de druk er niet alleen maar op de vrijdagavond en de zaterdag is, maar er ook op de donderdag zal zijn, als die dag hetzelfde blijft. De Plusmarkt die daar zal komen schijnt een groot succes in den lande te zijn. De berekening die door de gemeente is aangehouden voor het aantal parkeerplaatsen per vierkante meter supermarkt, geeft hoogstwaarschijnlijk te weinig parkeerplaatsen. Dit geeft extra druk op het Gowthorpeplein, op de vrije plaatsen bij de Bijeberg en in de directe omgeving. Tot slot het muziekcentrum. Ik verwijs u naar datgene wat ik erover heb gezegd in de e-mail. Gerekend wordt met een bezetting van 550 bezoekers maximaal, maar er is ruimte in twee zalen voor 750. Reken je dat door dan kom je niet tot het gemiddeld aantal parkeerplaatsen per vrijdagavond van 115, maar 165. Kortom, het wordt daar vol. Wat de wethouder u eigenlijk wil voorhouden is, dat u zegt: ‘kom BMV, gemeenteraad waar maak je je druk om. Nu is de bezettingsgraad laag en als deze straks hoger wordt dan kunnen wij altijd nog zien en misschien nog wel wat bijbouwen’. De BMV denkt dat dit geen goed uitgangspunt is. Je bouwt nu, voor de toekomst en er is nu ruimte. Het Centrumplan ligt nu voor, gewijzigd, het is nu het moment om maatregelen te nemen. Ik denk dat het verstandig is die beslissing niet voor u uit te schuiven, maar nu te nemen. U kunt zich dat wel voorstellen. Nu gaat er gebouwd worden op de grond bij het muziekcentrum. Dat geeft nu éénmaal overlast voor de buurt. Maar, als je dat over 2 jaar opnieuw moet doen, omdat gebleken is dat de bezettingsgraad inderdaad boven de 90 uit gaat stijgen, krijg je allemaal boze gezichten. Daar ben ik zeker van. Er zijn andere locaties dan het terrein van het muziekcentrum besproken. Maar daar zitten allemaal, technische, nadelen aan. Wij zijn ervan overtuigd dat van alle nog beschikbare locaties voor realisering van extra parkeerruimte, het muziekcentrum de meest geschikte locatie is. En niet in de laatste plaats omdat ooit daar, voordat het muziekcentrum daar was bedacht, 150 vrije parkeerplaatsen voor het winkelend publiek waren gedacht. In tekeningen van eind 2004 kunt u dat nog zien. Inmiddels is het muziekcentrum ertussen door gekomen. Ook belangrijk, wij zijn daar niet tegen, maar neem dan ook de maatregelen die toen ook bedacht waren, bouw de parkeerplaatsen er nu bij. Ik volsta hiermee; onze andere argumenten kent u wel. Ik wens u veel wijsheid bij het nemen van uw beslissing.” De heer PLOEG vraagt wat de BMV kan betekenen voor het centrum van Barneveld en wel in financiële en/of ruimtelijke zin. De heer WURFBAIN: “Voorzitter, Wij zitten in een commissie van drie personen. Deze commissie is reeds 6 jaar bezig met het gemeentebestuur, met het college, om na te denken over alternatieven. Ook nu nog, want er zijn nog mogelijkheden. Niet in planologische zin, want daar gaat de gemeente over. Ruimte kunnen wij niet bieden, die kunnen wij alleen maar van de gemeente afnemen. Wat betreft de financiën/kosten; in het geval snel geld nodig is voor het realiseren van extra parkeerplaatsen bij het muziekcentrum, zou gedacht kunnen worden aan een andere wijze van verhoging, dan nu is voorgesteld, voor de parkeertarieven. Voor de BMV is dat zeker bespreekbaar.” Op deze wijze worden de kosten naar de parkeerder toe geschoven, zegt de heer PLOEG. Voor de toekomst is gekozen voor een systematiek waarbij vanuit een parkeerfonds geld beschikbaar komt voor parkeerplaatsen, antwoordt de heer WURFBAIN. In het geval hiervan eerder sprake moet zijn, is de BMV bereid mee te werken om de parkeerkosten wat op te hogen. De heer PLOEG doelt op een financiële bijdrage vanuit de BMV. De VOORZITTER merkt op dat de heer Wurfbain informatie heeft gegeven, maar dat het niet de bedoeling is thans een discussie te gaan voeren, waar het wel op gaat lijken.
33
De heer VAN ESSEN zegt dat Lijst 8 eigenlijk punt 19 apart wil behandelen en niet in gezamenlijkheid met punt 20 en 21. De VOORZITTER antwoordt dat hij zojuist een voorstel in dezen heeft gedaan en toen kwam er geen reactie van de heer Van Essen. Spreker stelt de heer Van Essen voor zijn toelichting in drie delen op te bouwen. Fracties in eerste termijn De heer PLOEG “Voorzitter, De laatste dagen hadden wij last van een verhoogde parkeerdruk. Enige tijd geleden hebben wij de parkeernotitie ontvangen. Daarna hebben wij in de commissie Grondgebied een groot aantal technische vragen gesteld. De beantwoording hierop hebben wij pas maandag j.l. ontvangen. Hedenochtend hebben wij nog wat vragen mondeling beantwoord gekregen. De ‘parkeerdruk’ liep verder op. En vanavond zat er nog meer in onze mail. Wij sluiten dan ook niet uit dat er na vanavond nog vragen bij ons leven, maar wij weten de weg om die te laten beantwoorden. Inzake de Parkeernotitie Barneveld-Centrum Het huidige parkeerbeleid is inmiddels al 9 jaar oud. In die afgelopen jaren is er veel gebeurd in het centrum, maar ook daaromheen. Om enkele zaken te noemen: de toename van het aantal auto’s, de mobiliteit, het consumentengedrag, de aantrekkende werking van het winkelbestand in het centrum, de toename door inbreiding enz. Was het vorig jaar al de bedoeling deze notitie in de raad vast te stellen, vanwege ontwikkelingen in het centrum en het aantal inspraakreacties was het college genoodzaakt de notitie aan te passen. U noemt nu in uw inleiding een parkeernotitie die vooruit kijkt tot 2015. Dat is dus weer een periode van 9 jaar. Wij pleiten ervoor dat de parkeernotitie elke twee jaar aan de orde komt. In ieder geval goed wordt geëvalueerd en aangepast aan de omstandigheden op dat moment. De ontwikkelingen volgen elkaar snel op, we moeten alert zijn en inspelen op de nieuwste ontwikkelingen. Ik kom daar zo dadelijk nog op terug. Het centrum van Barneveld zal de komende jaren steeds meer parkeerdruk te verwerken krijgen, zeker wanneer de nieuwe wijken De Burgt en Veller zijn gerealiseerd. We hebben een prachtig koopcentrum met een breed scala van winkels wat een aanzuigende werking van lokale en regionale bevolking heeft en nog meer zal krijgen. Barneveld heeft zelfs buitenregionale aantrekkingskracht. Parkeren Raadhuisplein Bij het gereed komen van de vernieuwbouw van het gemeentehuis en de inrichting van het Raadhuisplein is er een parkeerprobleem ontstaan in de directe omgeving van het gemeentehuis. Om dit probleem enigszins op te lossen voor, vooral slecht ter been zijnde, minder validen en ouderen stellen wij voor om zo snel mogelijk een aantal parkeerplaatsen te realiseren op het Raadhuisplein. Daarvoor dienen we hierbij, namens alle partijen, een motie in. Barneveldse Middenstand Vereniging Met de Barneveldse Middenstand Vereniging is nauw overleg gevoerd over deze notitie, als ook met de bewoners en betrokkenen in het centrum. Aan veel wensen komt de gemeente in deze notitie in meer of mindere mate de insprekers tegemoet. Alle wensen verwezenlijken zal nooit gaan, maar belanghebbenden serieus bij de planvorming betrekken, is een opdracht die het college naar onze mening goed heeft ingevuld. De BMV heeft vanavond ook ingesproken, zij blijft een aantal wensen houden. Ook zij heeft een eigen visie op de toekomst. Van de BMV vragen wij dan ook serieus mee te blijven denken, maar ook te participeren in de ontwikkelingen. Wat kunt u financieel bijdragen? Wat kunt u ruimtelijk betekenen? Maak goede afspraken met uw leden, maar ook met de winkeliers die niet zijn aangesloten. Laat niet alles aan het gemeentebestuur over maar draag bij in het geheel. De draagkracht wordt daarmee geoptimaliseerd. Tellingen parkeeronderzoek Vandaag zijn we nog voorzien van tellinggegevens. Alleen, dit is een mooi weer scenario. Ik zal u de zonuren en millimeters neerslag op de teldagen noemen: 16, 17, 23 en 24 juni, geen neerslag en veel zonuren. Op 15, 16, 22 en 23 september, geen neerslag en veel zonuren. Dit is dus niet representatief. De mensen komen met mooi weer veel meer op de fiets of anderszins dan met nat en koud weer. De cijfers liggen dus waarschijnlijk veel hoger. Als SGP-fractie vinden we dat 90% bezettingsgraad moet worden gehanteerd.” Mevrouw ROSBERGEN merkt op dat zij veel liever met mooi weer dan met vies weer gaat winkelen. Als het regent gaat zij niet winkelen.
34
De heer PLOEG zegt ook hierover te hebben nagedacht, maar als men toch naar de winkel toe moet, en dat zal 1 of 2 keer in de week zijn en het regent, dan pakt men toch de auto. Mevrouw ROSBERGEN zegt dan te wachten tot het droog is. De heer PLOEG vervolgt. “Kapteijnstraat Wij zien deze parkeernotitie duidelijk los van de afspraken met AM en de eventuele bouw van een parkeerkelder op de Kapteijnstraat. Of daar een parkeergarage komt met 2 lagen is nu niet aan de orde. Wij hebben uiteraard wel onze bedenkingen daarbij. Twee lagen is een erg dure optie, denk alleen al aan de bouwkosten en alles wat daarbij komt bij de exploitatie. In de beantwoording van de vragen stelt u dat het geoormerkte subsidiebedrag van 2.250.000 euro voor eind 2007 moet worden besteed. Als dat niet lukt, wat dan? Waar is de andere 2.750.000 euro precies voor bestemd? Terrein muziekcentrum Bij de realisatie van het muziekcentrum wordt een groot aantal parkeerplaatsen voorzien. Wij hebben nog steeds onze bedenkingen of dit voldoende is voor de activiteiten in het muziekcentrum, maar ook voor de parkeerdruk die op dit gedeelte van Barneveld zal ontstaan vanuit de nieuwe wijken De Burgt en Veller. Bovendien zal de komst van de nieuwe supermarkt de parkeerdruk onder de Bijeberg nog meer opvoeren. Ook een eventuele herontwikkeling van een gedeelte van de schoollocaties aan de Reigerstraat zal de parkeerdruk hier doen toenemen. Gevaar is dat de directe omgeving van het muziekcentrum ook overspoeld wordt met heel veel auto´s. Dat moeten we dus zeker zien te voorkomen, we moeten hier snel onze maatregelen voor nemen. De optie om óf onder het Torenplein óf onder het Gowthorpeplein een parkeergarage te bouwen is naar onze mening technisch moeilijk uitvoerbaar, dit omdat het direct wordt omsloten door bebouwing. Denk aan bouwtechnische problemen zoals: grondwateronttrekking, bereikbaarheid bedrijven en woningen, en het openbreken van de bestaande bestrating met het nu aanwezige groen. Maar ook is een parkeergarage op één van deze pleinen financieel een erg dure optie. Het is naar de mening van de SGP noodzakelijk de realisatie van een parkeergarage, half of helemaal ondergronds, gelijktijdig mee te nemen bij de planvorming van het muziekcentrum. Het is niet ondenkbaar dat de bouw van een parkeergarage op de Kapteijnstraat nog jaren op zich laat wachten. Daarvoor is al geld gereserveerd. Is dat geld ook hiervoor in te zetten? De VVD zal zo dadelijk een motie indienen, mede namens ons, waarin gevraagd wordt een onderzoek te doen naar mogelijkheden voor een parkeerdek of parkeergarage. Transferium We willen de langparkeerders zoveel mogelijk buiten de centrumring laten parkeren. We zien dat de Vetkamp heel goed wordt bezet. In de commissievergadering hebben we de suggestie gedaan om eventueel langparkeerders in het Transferium te laten parkeren en de mogelijkheid te bieden om met de trein naar het centrum te komen. Als gemeente kunnen we hierin faciliteren. Maar ook de BMV kan hier wat betekenen voor hun klanten. Biedt een gratis treinkaartje aan bij de aankopen als men aan kan tonen dat de auto in het Transferium is geparkeerd. Technische uitvoering We hebben een aantal vragen gesteld over de helpdesk, beveiliging, bewaking, onderhoud, vervanging enz. In de beantwoording geeft u aan dat er nog heel veel uitgezocht moet worden. Wij zijn daar wat huiverig voor, zeker voor wat betreft de financiën. Is een dynamisch parkeerverwijssysteem wel zo nodig in Barneveld? Wat gaat parkeerbeheer, intern of extern geregeld, de gemeente allemaal kosten? Daarover willen we graag tijdig worden geïnformeerd. Er zijn bewoners in het centrum die geen parkeergelegenheid bij hun eigen woning/appartement bezitten Zij worden door de invoering van betaald parkeren benadeeld. Om deze enigszins tegemoet te komen, stellen wij voor hen een gratis parkeervergunning te vestrekken voor een periode van maximaal 5 jaar. We dienen daarvoor een amendement in. Toekomstige ontwikkelingen Er is heel wat aan de hand in parkeerland. Wij hebben uit betrouwbare bronnen vernomen dat de verwachting is dat de automatisering van parkeerautomaten, afsluitinstallaties, betaalsystemen enz. binnen twee jaar een dusdanige inhaalslag gaat maken dat de aanschaf van een aantal van genoemde systemen en apparatuur wellicht binnen enkele jaren minder nodig is. Kunnen we daar op wachten in Barneveld? Misschien. Zaak is om deze ontwikkelingen nauwlettend te volgen en er adequaat op in te spelen. En dan gaat het met name om de communicatie tussen de systemen; de komende jaren gaan daarin grote ontwikkelingen een rol
35
spelen. Als SGP-fractie vragen we het college dan ook om niet te overhaast beslissingen te nemen en te dure investeringen te doen. Tot slot zien wij deze notitie als een korte termijnvisie voor de komende twee jaar. Daarna moeten we zeker de klok weer gelijk zetten. Het goede kunnen we voortzetten, wat verbeterd moet worden passen we dan aan. Heel goed is het om lijnen uit te zetten voor de langere termijn, maar de ontwikkelingen gaan ons straks inhalen. Voortdurend in gesprek blijven met de BMV en andere betrokkenen. Het moet een aantrekkelijk centrum blijven voor Barneveld en wijde omgeving. Maar ook een ‘parkeervriendelijk’ centrum, de prijs mag de automobilist niet afstoten; daar is onze gemeente, maar ook onze middenstand, niet mee gebaat. We moeten concurrerend blijven met de grote winkelcentra in onze regio.” A1, Amendement van de SGP luidt als volgt: Voorstel nr XI-20 Onderwerp: Parkeernotitie Barneveld Centrum De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 26 en 27 september 2006 Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Coulant om te gaan met de huidige bewoners van woningen/appartementen in de directe omgeving van parkeerplaatsen waar betaald parkeren is voorzien, door hen een gratis vergunning aan te bieden voor de eerste 5 jaar Toelichting: Door het instellen van betaald parkeren op een aantal plaatsen worden een aantal, bewoners van woningen/appartementen gedupeerd in hun parkeren. Konden deze bewoners altijd hun auto parkeren op een vrije parkeerplaats in de directe nabijheid van hun woningen, nu worden zij verplicht een parkeervergunning te kopen. Daarom ons idee om deze huidige bewoners voor een periode van maximaal 5 jaar tegemoet te komen. Bij verhuizing vervalt het recht op een gratis vergunning. Ondertekening en naam: G. Ploeg T.G. Heemskerk M1, Motie van de SGP , mede namens het CDA, PRO’98, ChristenUnie, VVD, Burger Initiatief en Lijst 8 luidt als volgt: Voorstel nr XI-20 Onderwerp: Parkeernotitie Barneveld Centrum De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 26 en 27 september 2006 Ondergetekenden stellen de volgende motie voor: Het college wordt verzocht vóór 1 november a.s. een aantal parkeerplaatsen te realiseren in de directe nabijheid van het gemeentehuis (postkantoor), waarvan minstens één plaats gereserveerd voor minder validen.
36
Toelichting: Nu de vernieuwbouw van het gemeentehuis gereed is en daarmee ook het Raadhuisplein opnieuw is ingericht, blijkt dat het huis der gemeente niet goed bereikbaar is voor in het bijzonder slecht ter been zijnde maar ook oudere bezoekers. Om dit probleem enigszins op te lossen verzoeken wij het college om een aantal parkeerplaatsen (minimaal 6) te realiseren op het Raadhuisplein. Het gemeentehuis moet op een fatsoenlijke manier goed bereikbaar zijn. Nu liggen er, een aantal, plaatsen te ver van de ingang, bovendien zijn deze plaatsen veelal (langdurig) bezet. Ook is de afgelopen weken gebleken dat de patronen in het sierstraatwerk een aantal parkeervakken suggereren. Dat dit niet het geval is moet duidelijker worden aangegeven. Door de komst van een aantal échte parkeervakken wordt een en ander verduidelijkt. Ondertekening en naam: SGP: CDA: PRO’98: ChristenUnie: VVD: Burgerinitiatief: Lijst 8:
G. Ploeg B.A. Schermers A. Barendregt E. Blankenstijn J.A.F. Guldie G.J. van Norden W. van Essen
T.G. Heemskerk J.L. Geurts M. Rosbergen T.N. Bos A.D.G. van de Kamp
De heer SCHERMERS: “Voorzitter, Als CDA-fractie zijn wij blij met de parkeernota zoals deze er ligt. Er is gedegen onderzoek gedaan en een inventarisatie gemaakt van wat tot nu toe is gerealiseerd. Wat is er aan parkeerplaatsen en waar moeten wij naar toe. Wat zijn de consequenties van de verschillende ontwikkelingen in Barneveld. Deze dienen vervolgens als onderlegger voor de parkeernotitie en met name voor de beslispunten die voor ons liggen. Ik denk dat wij vanavond de kaders met elkaar vaststellen, waarbinnen het parkeren in de gemeente Barneveld vorm kan krijgen. Ik loop een aantal beslispunten, genoemd onder agendapunt 20, met u langs. Te weten, Gevraagde beslissing: 1. voor de parkeerterreinen in Barneveld-Centrum de maximale bezettingsgraad (parkeerdruk) vaststellen op 90% waarbij evenementen buiten beschouwing worden gelaten; Bij het zien van percentages vind ik het altijd prettig te weten over welke aantallen wordt gesproken. Als wij het hebben over 2000 parkeerplaatsen, dan praten wij over 200 parkeerplaatsen die op het toppunt, op een vrijdagavond, vrij staan. Dat betekent dan dat een heel gebied, bij AH, op een vrijdagavond mogelijk vrij staat. Vanuit de BMV wordt gezegd ‘je moet met de bezettingsgraad wat lager gaan staan’. Bij bijvoorbeeld 75% bezettingsgraad staan en het Torenplein, het Gowthorpeplein en het AH-plein, leeg op zo’n avond. Dat is zwaar overdreven. Wat het CDA betreft is die 90% bezettingsgraad een uitstekend uitgangspunt. Bovendien denk ik dat als je in het centrum komt waar heel veel parkeerplaatsen vrij staan, je het gevoel krijgt dat je de enige bent. Dat gevoel moeten wij ook niet hebben in Barneveld. 3. achteraf betaald parkeren instellen op de parkeerterreinen Veluwehal-Zuid, Torenplein, Gowthorpeplein en Kapteijnstraat; Het CDA is hier heel blij mee. Ook voor de winkeliers is dit een enorme vooruitgang. Je hebt de vrijheid door het dorp te lopen en te winkelen. Er worden, een aantal, locaties genoemd waar achteraf betalen wordt ingevoerd. Ik stel vast dat wij nu niet met elkaar bepalen dat wij daar gaan bouwen, maar dat, als daar een parkeerkelder komt, bijvoorbeeld op de Kapteijnstraat, wij daar dan achteraf betalen geïnstalleerd willen hebben. 4. in te stemmen met een jaarlijkse verhoging van de parkeertarieven tot 2010 waarbij rekening wordt gehouden met afspraken die zijn gemaakt over tarieven voor particuliere parkeerterreinen; Gezien de exploitatie is dit nodig. Ik stel wel voor dat wij dat jaarlijks of tweejaarlijks evalueren. Tevens ben ik benieuwd of de wethouder kan aangeven of tarieven ook verlaagd kunnen worden als blijkt dat de exploitatie meer dan dekkend is.
37
5. in te stemmen met het instellen van een parkeerfonds; Het CDA stemt hiermee in. Inzake de motie van de SGP, in gezamenlijkheid met alle fracties; parkeren op het Raadhuisplein. De motie mag wat het CDA betreft ook uitgelegd worden dat het ook bij het postkantoor kan plaatsvinden. Altijd handig bij het afgeven van een pakketje of iets dergelijks. Inzake het muziekcentrum; de VVD zal mede namens het CDA een motie indienen over de ontwikkelingen bij het muziekcentrum. In dit stadium is het goed een onderzoek te doen naar de mogelijkheden en de kosten van een extra parkeervoorziening bij het muziekcentrum. Nadrukkelijk merken wij op dat dit niet de ontwikkeling van het muziekcentrum zelf mag vertragen. Het mag niet zo zijn dat de plannen die hiervoor al vastgesteld zijn, vertraagd worden door een onderzoek.” In het geval het wel uitstel vergt, wat dan, vraagt de heer BARENDREGT. Wat is dan uw mening. De heer SCHERMERS geeft aan dat het muziekcentrum op de reeds gesitueerde lokatie moet komen. In het gebied daarvoor zou je mogelijk tot een tweelaags parkeerdek kunnen komen. In het geval een onderzoek plaats vindt naar de mogelijkheid onder het muziekcentrum, is op voorhand, uitstel, al aan de orde. Er zijn dan hele andere bouwplannen aan de orde. Hiervan mag dus zeker geen sprake zijn. Het gaat alleen om het gebied daarvoor. In het geval de wethouder terugkomt en zegt: ‘dit zijn de kosten, dit zijn de opbrengsten, zoveel parkeerplaatsen levert het op, maar dat betekent een aantal maanden uitstel van het muziekcentrum’, dan zullen wij daarover met elkaar moeten praten. Stel dat wij bij het muziekcentrum een en ander gaan ontwikkelen, wat betekent dat voor andere locaties. Met name ten aanzien van de Kapteijnstraat. Tot slot, de locatie bij de Fraanjekerk. Wat zijn hier de parkeermogelijkheden. Hoe verlopen de gesprekken hierover met het kerkbestuur. In dezen gaat het eigenlijk om een maatschappelijke verantwoordelijkheid, ook van de kerk, teneinde te zien of het gebied kan worden opengesteld voor algemeen parkeren.” De heer SCHOTANUS refereert aan het percentage waarmee gerekend wordt, dat is rond de 90%. “Wat heeft het kerkplein voor invloed op dit percentage. En wat betekent dat voor het AH-plein, voor het Gowthorpeplein en voor het Torenplein.” Dat betekent een behoorlijke uitbreiding, zegt de heer SCHERMERS, hoewel spreker niet weet om hoeveel parkeerplaatsen het exact gaat. De heer SCHOTANUS zegt 100 parkeerplaatsen. Enerzijds vindt het CDA de 90% bezettingsgraad heel acceptabel, anderzijds pleit de heer Schermers aan het eind van zijn betoog voor verdere uitbreiding. Het gaat erom, aldus de heer SCHERMERS, dat wij met elkaar streven naar die 90% bezettingsgraad. “Wellicht dat het kerkplein hiervan onderdeel kan zijn. In dat geval zou bekeken kunnen worden of op andere plaatsen een andere ontwikkeling kan worden gerealiseerd. Thans wordt een norm vastgesteld, maar in de loop van de tijd zal bekeken moeten worden of deze bijstelling behoeft.” De heer BARENDREGT “Voorzitter, Wij zijn blij dat we over de parkeernotitie Barneveld Centrum kunnen discussiëren. Het is een notitie die vele details omvat, maar ik zal mij beperken tot enkele hoofdpunten. Nog steeds vragen wij als fractie PRO’98 ons af waarom de tweede parkeerlaag onder de Bijeberg niet gerealiseerd kon worden. Deze beslissing van het college blijkt nu nog steeds van invloed te zijn op de parkeernotitie, want in feite hebben we een tekort aan beschikbare parkeerplaatsen. We zullen nog vele discussies over parkeergarages in deze raad hebben en het ontbreekt vooral aan alternatieven. Parkeren in het Centrum is een gevoelig discussiepunt, want het omvat zowel ruimtegebruik als financiën, en dus zijn er vele meningen. Allereerst wil ik een scheiding maken tussen de bewoners en de bezoekers van winkels/kantoren etc. Als gemeenteraad hebben we de wens dat het centrum leefbaar blijft en dat er mensen wonen. Als gemeente hebben we dan ook de taak voor deze inwoners parkeerplaatsen te regelen, net als in andere wijken in de gemeente. Het heeft er de schijn van dat deze centrumbewoners geen auto
38
mogen bezitten, want hun parkeerplaatsen worden nu betaald parkeren. Misschien moeten we een parkeervergunning voor deze bewoners verstrekken. Het instellen van een Parkeerfonds waarbij voor iedere nieuwe woning 15.000 euro ingebracht wordt voor parkeerplaatsen in de toekomst, wordt door ons gesteund. Niet in algemene zin, maar dat bovengenoemd bedrag voor de bewoners gelabeld moet worden. Daarnaast hebben we dan de bezoekers aan het centrum die ergens hun auto willen parkeren. Op niet piekuren hebben we een voorstel om gedifferentieerd in de ruimte van het centrum op verschillende manieren te kunnen parkeren: gratis buiten/naast het centrum en betaald in het centrum, met een specificatie in vooraf en achteraf betalen. Dit lijkt ons een goede ontwikkeling en een juiste invulling. En op de piekuren hebben we een 90% bezettingsgraad. De precieze getallen, zover ze op het laatste moment nog toegezonden werden, staan ter discussie en de ontwikkelingen in de tijd zijn moeilijk te voorspellen. Wel weten we dat we of ruimte moeten reserveren voor de parkeerplaatsen of, als vervanging, de ruimte onder de grond, maar dan voor veel geld. Om het kort samen te vatten, volgens het voorstel gaan we het aantal parkeerplaatsen verhogen met parkeergarages waardoor het hele systeem veranderd moet worden. Het voorstel laat de locaties in feite buiten het raadsvoorstel. Opvallend bij de gehele actie is het overzicht van de exploitatie parkeergarage, aug 2006, in 2008 en 2009, waaruit blijkt dat er een kwart miljoen euro te kort wordt gekomen, per jaar. De eerste harde vraag wordt dan wie dit tekort zal gaan betalen. En de tweede vraag wordt dan of we wel aan verliesgevende parkeergarages moeten beginnen. Vervolgens het raadsvoorstel zelf. Er wordt gevraagd 6 beslissingen te nemen. 1. lijkt terecht, maar evenementen worden buiten beschouwing gelaten, zodat er per definitie problemen zijn. Waarschijnlijk is de parkeerdruk dus te hoog. 2. vooraf betaald parkeren op bepaalde plaatsen, dit lijkt correct 3. achteraf betaald parkeren, lijkt ook goed 4. verhogen tarief, is voor ons een discussiepunt want we hoeven helemaal niet dezelfde tarieven te gebruiken als in Harderwijk, Ede of Veenendaal. Wat willen we. Wil je positief mensen binnenhalen in de gemeente, omdat de parkeertarieven laag zijn en daarmee de middenstand stimuleren of willen wij het tarief van de regio gaan bepalen. Hierover hebben wij nog weinig onderbouwing gevonden. 5. parkeerfonds, hoort volgens ons thuis bij het volgende agendapunt 21 en dient dus uit dit voorstel te verdwijnen. Hetzelfde geldt voor de tekst bovenaan pagina 3 met nummering 5.1. 6. kennis te nemen van mogelijke uitbreidingslocaties, is eenvoudig, want we hebben er nu kennis van genomen en doen er niets mee. Het is dus geen beslispunt en kan uit het voorstel gestreept worden.” De VOORZITTER zegt dat het punt ‘instellen parkeerfonds’ geagendeerd staat bij agendapunt 20. Spreker vraagt of de heer Barendregt een concreet voorstel wil doen. Bij de aanvang van dit agendapunt had spreker namelijk aangegeven de drie agendapunten (19,20,21) in gezamenlijkheid te behandelen, maar over de gevraagde 6 beslispunten wordt wel afzonderlijk besloten. Er is toen geen ordevoorstel gekomen. De heer BARENDREGT zijn voorstel is het punt ‘parkeerfonds’ te behandelen bij agendapunt 21 in plaats van 20. De raadsstukken moeten wel kloppen. De heer POST wijst erop dat punt 5, in te stemmen met het instellen van een parkeerfonds, onder punt 21 wordt ingevuld. De heer BARENDREGT vindt dat besluiten in dezen afzonderlijk genomen moeten worden en niet impliciet. De VOORZITTER brengt het voorstel van de heer Barendregt in stemming. Namelijk van de gevraagde beslispunten bij agendapunt 20, de punten 5 en 6 te schrappen. Het voorstel wordt met 24 stemmen tegen en 4 stemmen voor verworpen. Tegen hebben gestemd de fracties van SGP, CDA, ChristenUnie, VVD, Burger Initiatief en Lijst 8. Voor heeft gestemd de fractie van PRO’98. De heer BARENDREGT vervolgt zijn betoog. “Opvallend vinden wij dat per definitie de parkeergarage onder de Kapteijnstraat meegenomen wordt in de beslissing, zonder dat er überhaupt in de raad hierover een beslissing genomen is. Op pagina 3 van agendapunt 20 onder punt 5, Kosten etc., van het raadsvoorstel wordt de parkeergarage Kapteijnstraat uitdrukkelijk wel genoemd. Volgens ons dient dit punt te verdwijnen.”
39
Mevrouw KUIPER “Voorzitter, Wij lopen er bij de behandeling van het parkeerbeleid tegen aan dat we een aantal kaders vaststellen, waarbinnen de parkeernotitie past. Deze kaders zijn echter zodanig ruim dat er mogelijk heel wat anders uit kan komen dan de notitie nu aangeeft. Zo ging het ook met het centrumplan. Nu is parkeren een zaak die iedereen na aan het hart ligt en onze inwoners stellen er prijs op precies te weten wat er gaat gebeuren. Veel zaken zijn echter nog niet duidelijk. En met name tussen de gemeente en de BMV zijn er verschillen van inzicht. Daarom zag onze fractie de behandeling liever nog even uitgesteld. Bij de berekening van het aantal parkeerplaatsen is de bezettingsgraad essentieel: hoe hoger het percentage, hoe minder plaatsen er nodig zijn. De 90% wordt onderbouwd en vergeleken met omliggende gemeenten, die vergelijkbaar zouden zijn. De BMV stelt nu dat er een percentage van 75% moet zijn en dat dat in 2000 zou zijn toegezegd. Dit zou moeten worden gehandhaafd. Het verschil is dan 15% en dat zijn 300 plaatsen. Waar halen we die ineens vandaan? Toch heeft de BMV wel een punt. Er worden namelijk steeds plekken aangewezen en naderhand weer geschrapt. Onder het raadhuis, bij de Heus en bij het muziekcentrum. Voor dat laatste had vrijwel de hele raad oog; voor de ChristenUnie was het één van de redenen om niet voor het muziekcentrum te stemmen. Er is wel een correctie geweest, die daaraan enigszins tegemoet kwam, maar nog niet voldoende. Dat er meer plaatsen nodig zijn komt ons wel aannemelijk voor, vooral ook omdat we 20 à 30 jaar vooruit moeten denken. We zien ook winkels in het centrum komen die veel klanten trekken, bijv. Scapino en straks natuurlijk de supermarkt onder de Bijeberg. Ook in dat kader hebben wij al verschillende malen geventileerd niet alle supermarkten in het centrum te doen. Daarom zien wij wel wat in een parkeergarage eventueel met een parkeerdek bij het muziekcentrum. U noemt het zelf ook in het toekomstperspectief. Wij willen graag op kórte termijn een onderzoek hiernaar. Daarentegen willen wij het Gowthorpeplein houden zoals het nu is. Het is een mooi groen aangelegd binnenplein; laten we dat voor een schamele 25 plaatsen niet overhoop halen. Dat is wat ons betreft een vorm van kapitaalvernietiging. En waarom zou op termijn de weekmarkt niet op het bestaande plein z’n kraampjes kunnen opzetten? Veel gezelliger dan een kaal parkeerterrein. Een parkeergarage onder het Gowthorpeplein zien wij evenmin zitten. De suggestie is geopperd een parkeergarage onder het Torenplein aan te leggen. Daaraan zijn wij zeker nog niet toe. Je leidt het verkeer verder het centrum in, het zal zeker ook daar een dure operatie worden en wij willen straks een vergelijking tussen Barneveld en Pisa graag voorkomen. Wij stemmen in met betaald parkeren (vooraf en achteraf) op de aangegeven terreinen. Het geeft minder verkeer in de binnenring van het dorp en daardoor een sfeerverbetering. In het verleden is beloofd dat winkels achter het raadhuis bevoorraad kunnen worden. Dat kan trouwens bij alle winkels in het centrum. Maar waarom de Nieuwstraat dan geen voetgangersgebied kan worden ontgaat ons. Je hebt een winkelachtje of je hebt het niet. En straks willen wij het centrum wel graag een 8 kunnen geven. De Kapteijnstraat kon wel eens het zorgenkindje worden, zowel van het centrumplan als bij parkeren. Een tweede parkeerlaag zal zeker duur zijn, maar inzicht in de kosten hebben wij nauwelijks. Hedenmiddag kregen wij iets binnen, waar wij maar even naar hebben kunnen kijken. Wij willen ons hierop nog niet vastleggen en vinden nader onderzoek nodig. Hoe zijn trouwens de afspraken tussen AM en de gemeente op dit punt? Kan het geld dat AM in het parkeerfonds stort worden ingezet voor de aanleg van meer plaatsen? Wij kunnen instemmen met de tarieven, maar terecht heeft de wethouder opgemerkt dat het regime geen melkkoe hoeft te worden. Wij zien namelijk graag dat de tarieven aantrekkelijk blijven voor onze bezoekers en gunstig om te kunnen concurreren met steden als Veenendaal, Ede, Amersfoort, Harderwijk en Apeldoorn. De leus ‘Barneveld: Koopcentrum van de Veluwe’ mag best weer opgepoetst worden. Goede parkeerinformatie helpt daar natuurlijk bij. Maar of we nu meteen een dynamisch systeem moeten hebben, betwijfelen wij. Moeten we echt bij alle dorpstoegangen grote borden neerzetten waarop de lege plaatsen staan aangegeven? De kosten zijn waarschijnlijk erg hoog en we vinden het een beetje overdreven. Houd het eenvoudig! Dan worden de tarieven ook niet opgejaagd en dat is wel zo vriendelijk voor de mensen. De suggestie van sommigen hier in de raad om over één of twee jaar opnieuw de parkeersituatie onder de loep te nemen steunt onze fractie. Daar is vast voldoende aanleiding toe de komende jaren.
40
Spreker dient 2 moties in. Deze luiden als volgt. M2, Motie ChristenUnie: Voorstel nr XI-20 Onderwerp: Parkeernotitie Barneveld Centrum De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 26 en 27 september 2006 Ondergetekenden stellen de volgende motie voor: Een dynamisch parkeerverwijssysteem is niet passend voor een dorp als Barneveld en wordt op dit moment niet betrokken bij de besluitvorming Toelichting: Een dergelijk systeem is erg kostbaar en hooguit op een enkel ‘piekmoment’ noodzakelijk Ondertekening en naam: T. Kuiper E. Blankenstijn
M3, Motie ChristenUnie: Voorstel nr XI-20 Onderwerp: Parkeernotitie Barneveld Centrum De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 26 en 27 september 2006 Ondergetekenden stellen de volgende motie voor: Het Gowthorpeplein in de huidige staat handhaven behoudens de aanpassingen welke nodig zijn voor betaald parkeren (achteraf), de weekmarkt en de afwerking rond de Bijeberg. Toelichting: Het plein, met nog een jong verleden, heeft een knusse, kleinschalige en groene uitstraling. Aantasting van de beplanting is daar niet gewenst. Grootschalige herinrichting of een parkeerkelder onder dit plein zien we als kapitaalvernietiging en financieel niet gewenst. Ondertekening en naam: T. Kuiper E. Blankenstijn
De heer GULDIE
41
“Voorzitter, Het winkelcentrum van Barneveld heeft in de regio een bijzonder goede naam. Dat kun je ook wel zien aan de enorm lage leegstandscijfers in het winkelcentrum. Op A1 locatie is er al jaren lang eigenlijk niets te huur. Als we dat winkelcentrum hoogwaardig willen houden, dan moet dat parkeren 100% in orde zijn. Dat is dus de insteek van de VVD. Niet: er komt ergens een gebouw, dat levert een probleem op en dat gaan we dan maar oplossen, nee onze insteek is, hoe houden we dat winkelcentrum goed bereikbaar voor de klanten. En dan zitten er in deze nota, een aantal, knelpunten. Die wil ik graag even langslopen. Dan begin ik maar bij het muziekcentrum. Vooropgesteld: wij vinden dat het muziekcentrum er zo snel mogelijk moet komen. Maar we moeten niet doen alsof dat centrum voordelig is voor het Barneveldse winkelcentrum. Dat is gewoon niet waar. Het terrein is eerder de functie parkeerterrein toebedacht en er komt nu een gebouw op. Een simpele conclusie waar niet aan te ontkomen valt. Wij verwachten dat daar grote druk zal ontstaan op het aantal parkeerplaatsen. Om die situatie te voorkomen moeten we niet afwachten totdat het mis gaat, maar nu alvast bekijken of er een definitieve oplossing voor is. Hiervoor dienen wij een motie in, die mede is ondertekend door SGP, CDA en Burger Initiatief. In de communicatie is een en ander verkeerd gegaan, maar anders had de ChristenUnie ook mee ondertekend. Dan het tweede knelpunt. Het Raadhuisplein en omliggende straten. Voorzitter, ik kan u vertellen dat ik er wat raar van opkeek toen wethouder Tijmensen in de commissie Grondgebied opeens vergeten was dat dit gebied winkelerf zou worden. Terwijl dat toch echt van het begin af aan de bedoeling is geweest. Sterker nog, het was één van de reden dat de VVD dat gemeentehuis wilde verplaatsen. Maar goed, we zitten nu dus wel opeens met een andere situatie. Want krijgen we nu wel een echt winkelachtje? Ik hoor dan ook graag van de wethouder hoe hij dat voor elkaar wil gaan krijgen, terwijl er de hele dag auto’s door het centrum heen kunnen rijden. Verder hoor ik graag van de wethouder wanneer beslist is dat het opeens helemaal geen winkelerf wordt. Daaraan gekoppeld wil ik dan graag weten of de raad daar niet direct van op de hoogte had moeten worden gebracht, want het was één van de uitgangspunten van het Centrumplan. Het lijkt me dat de raad er recht op heeft dat te weten, sterker nog om daar zijn mening over te uiten. Over het Raadhuisplein is er ook een motie die mede namens de VVD wordt ingediend. Want als we er geen winkelerf van maken, zorg dan dat het daar goed functioneert. Want dat doet het nu niet. Er moeten parkeerplaatsen bij, en zoals ik al gezegd heb in de commissie, maak één of twee plaatsen voor minder validen, recht voor de deur van het raadhuis. Daar staat echt niet de hele dag een auto. Ten derde, Kapteijnstraat. In de commissie is heel duidelijk door iedereen uitgesproken dat we ons nu niet willen committeren aan de huidige plannen voor de Kapteijnstraat. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat daar niets gaat gebeuren. Het is een essentieel onderdeel van het Centrumplan en het plein gaat dus gewoon op de schop. De VVD heeft er echter wel wat vraagtekens bij. Een eerste vraagteken is de financiering. Het betreft met name twee zaken. In het schriftelijke antwoord dat wij maandag kregen, stelt de wethouder dat ‘Niet bepaald is dat AM sec zal bijdragen aan de parkeergarage’. Dus moeten we blij zijn concludeer ik daaruit, dat AM hoe dan ook nu wel iets mee wil betalen. Echter, ik zie in het contract ook geen expliciete bepaling dat de ontwikkelaar gratis parkeerplaatsen krijgt. Dat betekent volgens mij dat AM zich gewoon aan de regels moet houden, dus voor eigen parkeervoorziening zal moeten zorgen. Het kan zijn dat ik het mis heb, maar dan hoor ik dat graag. Ten tweede heb ik in de commissie gevraagd wat de bijdrage uit het Centrumplan aan deze garage is. De wethouder gaf toen een antwoord dat ik niet direct kon volgen; iets met communicerende vaten. Maar, het kwam er in ieder geval op neer dat uit het Centrumplan zelf geen geld in die garage komt. In het antwoord van maandag op die vragen staat tot mijn verbazing: ‘Indicatief mag ervan worden uitgegaan dat de bijdrage uit het Centrumplan tussen de 500.000 en de 1.000.000 euro ligt’. Blijkbaar is er het nodige veranderd. Graag duidelijkheid hierover. Want voornoemd bedrag is op geen enkele manier in de financieringsopstelling van de Kapteijnstraat opgenomen. Dus hoe zit dat nou precies. Ik wil daar graag een uitvoeriger antwoord op. Ik kan me voorstellen dat dat vanavond te ver zou voeren, dus graag schriftelijk, met een nieuw financieringsmodel voor de Kapteijnstraat erbij. Dan als laatste: de parkeergarage Kapteijnstraat kost meer dan 9.000.000 euro en brengt uiteindelijk netto 76, extra, parkeerplaatsen op. De vraag lijkt mij dus gerechtvaardigd of dat een goede, beter gezegd, of dat de beste investering is die je kunt doen met dat geld, voor het parkeren. Daarom hebben wij daar ook een motie voor opgesteld. Deze motie vraagt om een vergelijking tussen de investering op de Kapteijnstraat en een eventuele investering op andere terreinen, zoals de Vetkamp of het
42
Torenplein. Deze motie levert dus geen vertraging op voor het plan Kapteijnstraat dat binnenkort in procedure gaat. Sterker nog , als het goed is zal deze vergelijking het plan alleen maar sterker maken.” M4, Motie VVD, mede namens SGP, CDA en Burger Initatief: Voorstel nr XI-20 Onderwerp: Parkeernotitie Barneveld Centrum De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 26 en 27 september 2006 Ondergetekenden stellen de volgende motie voor: Er dient zo snel mogelijk een onderzoek uitgevoerd te worden naar de mogelijkheden en de kosten van een extra parkeervoorziening bij het muziekcentrum. In de vorm van een parkeergarage dan wel een parkeerdek. De bouw van het muziekcentrum mag hierbij geen vertraging oplopen. Toelichting: Met de komst van het muziekcentrum ontstaat veel druk op de parkeervoorziening in dit gedeelte van het centrum. Het is beter om een eventuele extra parkeervoorziening direct mee te nemen bij de nieuwbouw van het muziekcentrum. De ontwikkeling van het muziekcentrum zelf moet niet vertraagd worden door dit onderzoek. Ondertekening en naam: VVD: SGP: CDA: Burgerinitiatief:
A. Guldie G. Ploeg B. Schermers A. van de Kamp
T.N. Bos
M5, Motie VVD, mede namens Burger Initiatief: Voorstel nr XI-20 Onderwerp: Parkeernotitie Barneveld Centrum De raad van de gemeente Barneveld in vergadering bijeen d.d. 26 en 27 september 2006 Ondergetekenden stellen de volgende motie voor: Er dient nadere studie te komen naar het rendement van een tweelaags parkeergarage onder de Kapteijnstraat. Hiertoe dient een onderzoek uitgevoerd te worden met daarin een vergelijking met andere locaties waar uitbreiding van parkeren mogelijk is. Toelichting: De gemeente investeert een groot bedrag in de parkeergarage Kapteijnstraat, terwijl het netto resultaat slechts een stijging van het aantal parkeerplaatsen met 76 plaatsen is. Er moet dus nadere onderbouwing komen of deze investering op deze locatie het grootste rendement oplevert. Ondertekening en naam: VVD: Burgerinitiatief:
A. Guldie A. van de Kamp
T.N. Bos
43
De heer VAN DE KAMP merkt namens Burger Initiatief het volgende op. “Voorzitter, Bij de inleiding van agendapunt XI-sub 20 geeft u aan dat u langparkeerders, mensen die werken in het centrum, uit het centrum wil weren. In, een schrijven van het college aan de Antoniusschool schrijft u dat u de langparkeerders uit het centrum wilt weren en dat u geen onderscheid maakt tussen leerkrachten en winkelpersoneel. Op 29 mei jl. hebben wij u enkele schriftelijke vragen gesteld over gemeentemedewerkers. Op 11 juli jl. heeft u doorgegeven dat 197 ambtenaren buiten de gemeente Barneveld wonen en geeft u ook aan dat deze mensen wel mogen lang parkeren in Barneveld-Dorp. Wij vinden dit niet rechtvaardig! Voorzitter, vanaf 01-10-1998 is het parkeerbeleid in werking gesteld. Zoals het er nu naar uitziet heeft de gemeente hiermee geen rekening gehouden bij de nieuwbouw. Op de commissievergadering van 14 september jl. doet de SGP de suggestie deze ambtenaren te laten parkeren in het Transferium. Burger Initiatief had dat al schriftelijk voorgesteld op 29 mei en hen een gratis treinkaartje te geven! Laten wij dit alstublieft niet doen, wij zijn op jaarbasis al 80.500 Euro kwijt aan reiskosten voor de ambtenaren die niet in Barneveld wonen en dan zou je nog meer verschil maken tussen ambtenaren en burgers. Barneveld krijgt een muziekcentrum aan de Churchillstraat. Op de plek waar het gymnastieklokaal staat komt de parkeerplaats. Gaat dit gymnastieklokaal echt weg? Burger Initiatief hoopt dat dit niet het geval is als er geen vervangende ruimte voor de kinderen en andere gebruikers is! Zo niet, dan weten wij zeker dat er nog meer parkeerproblemen komen. Op 14 september jl. heeft de heer Wurfbain namens de Barneveldse Middenstandvereniging gesproken. Het was een goed verhaal en enkele stukken zijn aan u overhandigd. Burger Initiatief verzoekt het college hier goed naar te kijken en in goed overleg verder te gaan. Wij stellen ook voor dat de oplevering van het muziekcentrum gelijktijdig plaatsvindt met de oplevering van een nieuw gymnastieklokaal of nieuwe sporthal en naast het muziekcentrum een parkeerdek met minimaal 300 plaatsen of een parkeergarage onder het muziekcentrum. De in dit kader ingediende motie M4 steunen wij. Wij verzoeken u geen betaald parkeren toe te passen op de Achterdorpstraat en het Ds. Mensingapad. Wilt u wel betaald parkeren toepassen dan adviseren wij u om overal in de gemeente Barneveld het achteraf betalen toe te passen, dan kunnen de BOA’S voor andere zaken ingezet worden. Werkenden kunnen tegen een bepaald tarief wel een ontheffing krijgen. Parkeren maakt onderdeel uit van het Centrumplan. Hiervoor zou een aparte Exploitatie BV worden opgericht: een actieverplichting van Amstelland. Een deel van de dekking van deze kosten zou uit de opbrengst van het Centrumplan komen. Wordt daar nog rekening mee gehouden. Eénduidige tarieven voor parkeren bij supermarkten, de uitzonderingspositie bij Albert Heijn ook opheffen.” De heer SCHERMERS refereert aan de opmerking van de heer Van de Kamp, als hij zegt: “overal in de gemeente Barneveld achteraf betalen toe passen”. Spreker vraagt of Voorthuizen hier ook onder valt. In de hele gemeente Barneveld zegt de heer VAN DE KAMP. Spreker vervolgt. “De aanwonenden van het Gowthorpeplein zijn niet blij dat alles weer op zijn kop gezet wordt met als resultaat slechts 25 parkeerplaatsen extra. De investering is veel hoger dan de meeropbrengst van de parkeergelden. De bewoners en winkeliers/bedrijven in het centrum zijn weer het haasje. De bewoners betalen nu op jaarbasis voor een parkeerplek 4.538,--. Men gaat in 2010 10.018,-- betalen, dat is een verhoging van 120%. De winkeliers/bedrijven betalen nu 10.880,-- en in 2010 gaan zij 30.024,-- betalen, dat is een verhoging van 190%! Is dit nog normaal?” De heer VAN ESSEN “Voorzitter,
44
Lijst 8 constateert dat parkeren een onderdeel vormt van het reilen en zeilen in een regiocentrum als Barneveld. Als het koopcentrum een extra impuls wil krijgen en attractief wil zijn voor z’n klanten, moet er voldoende parkeergelegenheid zijn. Maar om aantrekkelijk te zijn moet het parkeertarief ook laag zijn, niet gelijk aan, maar lager dan de omliggende plaatsen. Nu het Centrumplan toch ontwikkeld wordt, moeten daarom deze voorwaarden aanwezig zijn, anders kan zo’n nieuw centrum een fiasco worden. De burgers van vandaag vinden goede en goedkope bereikbaarheid met de auto één van de belangrijkste overwegingen om een bezoek te brengen aan Barneveld. Lijst 8 vindt heel veel goede zaken in deze notitie staan, maar die zijn uiteindelijk standaard voor elk winkelcentrum. We kunnen alle parkeerlocaties afzonderlijk bespreken, maar dat zijn details die de andere partijen meestal al uitvoerig behandelen. Dat doen wij niet meer. De tariefverhogingen. Die zijn voor Lijst 8 niet acceptabel en daarom zal zij een amendement indienen. Spreker dient 2 amendementen in. Deze luiden als volgt: A2, Amendement Lijst 8 Agendapunt XI-20 Voorstelnr. 06-94 Onderwerp: parkeernotitie Barneveld-Centrum Raad van de gemeente Barneveld, in vergadering bijeen op d.d. 27 september 2006. Ondergetekende stelt het volgende amendement voor: De tariefsverhogingen te schrappen uit de notitie. Toelichting: De gemeente moet financiële ruimte creëeren via de projectontwikkelaars bij het realiseren van de wijken De Burgt en Veller, en de grotere projecten in Barneveld-dorp. Om daarmee het parkeerfonds te vullen. Namens Lijst 8, W. van Essen A3, Amendement Lijst 8 Agendapunt XI – 19 Voorstelnr. 06-77 Onderwerp: Achtste wijziging van de bouwverordening Barneveld 1993. Raad van de gemeente Barneveld, in vergadering bijeen op d.d. 27 september 2006. Ondergetekende stelt het volgende amendement voor. Toevoeging aan het toepassingsbereik van het parkeerfonds: dat de nieuwbouwwijken de Burgt en Veller en de grotere projecten in Barneveld-dorp die ontwikkeld worden door projectontwikkelaars naar verhouding ook bijdragen aan het parkeerfonds.
45
Toelichting: Met het realiseren van de nieuwbouwwijken wordt de parkeerdruk op het centrum vergroot. Omdat de gemeente uit het realiseren van de nieuwe wijken geen inkomsten heeft is het logisch dat de nieuwe wijken en projecten bijdragen aan de dekking van de parkeervoorzieningen. Namens Lijst 8, W. van Essen
Reactie van het college op de eerste termijn Wethouder TIJMENSEN gaat, in eerste instantie, op een aantal punten in om vervolgens de opmerkingen/vragen te beantwoorden. “Voorzitter, Het is goed aan te geven dat het college ervan overtuigd is dat parkeren voor het welzijn van het centrum, met name voor de middenstand, belangrijk is. Vandaar dat wij veel aandacht aan dit onderwerp willen schenken. Op welke manier kun je de vitaliteit van het centrum, van de middenstand, in zijn algemeenheid, garanderen. Dat begint door te erkennen dat parkeren daarbij een belangrijk fenomeen is. Alleen, wat is een goede maatstaf. Dat is best ingewikkeld. Het is namelijk niet zwart-wit. Het is iets wat je uit vergelijkingen, uit ervaringen kunt proeven. Wij hebben dan ook gekeken naar een aantal omliggende gemeenten. Waar schaad je de vitaliteit niet mee. Je kijkt naar de piekmomenten. Wij hebben gezien dat die 90% wordt gezien als een acceptabele bovengrens voor een vitaal centrum. Een andere constatering is: hoe stel je de parkeerdruk vast. Het beste is, door het beginpunt te herijken. Dat is de afgelopen zomer gebeurd. Er is gekeken naar momenten dat er niet teveel bijzondere factoren waren op de koopavonden, de weekenden. Overigens hebben wij daarbij niet van tevoren kunnen vaststellen of het wel of niet zou regenen. Er zijn gewoon een paar data geprikt. Je zou inderdaad kunnen discussiëren of er bij regen of zonneschijn nu meer of minder mensen naar het centrum komen. De tellingen zijn door een extern bureau verricht. De cijfers zijn onlangs geproduceerd en gelden voor het gehele centrumgebied. Natuurlijk is er per parkeerplaats verschil. Er zijn parkeerplaatsen die wat gunstiger liggen dan andere, maar er zijn er ook die gratis zijn. De gratis parkeerplaatsen scoren iets beter; dat heeft in ieder geval wel wat invloed. Maar, toch zie je dat het zich tussen de 65 en 68% beweegt, op de piekavonden. Dat is een laag percentage; dat kunnen wij met elkaar vaststellen. Dit betreft de startpositie waarin wij ons nu bevinden. Daarbij is gekeken naar ontwikkelingen die zich de komende jaren in Barneveld voordoen. Zoals, de ontwikkeling met uitbreiding van winkelactiviteten, de ontwikkeling van de Kapteijnstraat en van aanpassingen ten behoeve van parkeergelegenheid. De start van de Bijeberg. En, De Burgt en Veller. Dat is hetgeen tussen nu en 10 jaar valt te gebeuren. Met daarbij het effect op zowel de ontwikkeling van de parkeerplaatsen als ook op de vraag naar parkeerplaatsen. Ik ben het met iedereen van harte eens om ieder jaar of twee jaar de ontwikkelingen te volgen. In het geval van de Bijeberg was de discussie destijds: 1 of 2 parkeerlagen. Toen ik aantrad als wethouder zaten de fundamenten al in de grond. Dus de beslissingen waren in ieder geval al achter de rug. Uiteindelijk is het een garage met 1 laag geworden, maar wel met netto 130 plaatsen extra erbij, naast de behoefte van de Bijeberg zelf. Een behoorlijke aanvulling dus. In het gebied van De Heus waren al wat parkeerplaatsen, weliswaar geen officiële, maar je kon er wel wat auto’s kwijt. Effecten die waarschijnlijk niet doorslaggevend, maar in ieder geval van invloed zijn. Bij het muziekcentrum werd gedacht aan 150 parkeerplaatsen, het zijn er 180 geworden. Daarbij zijn niet meegeteld de 35 plaatsen bij de scholen. Deze zijn voor het overdag winkelend publiek niet interessant, maar als de medewerkers op de school weggaan komt deze ruimte wel beschikbaar voor het winkelend publiek. Vanaf 18.00 uur wordt het betaald parkeren. Wij geloven dus in het fenomeen time-sharing. Gemiddeld zal er geen probleem zijn met de bezoekers van het muziekcentrum, omdat zij meestal later komen dan het winkelend publiek, met uitzondering van de vrijdagavond.
46
Vandaar dat wij voorstellen wat later met de voorstellingen te beginnen, zodat er bij de school nog wat ruimte benut kan worden. Inzake de vragen en opmerkingen; Spreker biedt zijn excuses aan voor de late beantwoording van de vragen. Hij zal navraag doen over het feit dat het Raadhuisplein en de omliggende straten winkelerf zouden worden. Hem is verteld dat het een gebied zou worden waar de auto’s wel toegang hebben. In dit verband citeert de heer GULDIE het volgende stukje: “Stand van zaken Centrumplan. Afdeling Vastgoed en Infrastructuur, werkeenheid verkeer. De uitbreiding van het voetgangersgebied voor het gehele centrum noodzaakt tot een wijziging in de verkeerscirculatie.” Wethouder TIJMENSEN zegt hierover meer informatie nodig te hebben. Wel merkt spreker dat er rondom het raadhuis behoefte is aan een aantal parkeerplaatsen; onder andere voor ‘korte bezoekers’. Dat suggereert tenminste dat de raad van mening is dat het toegankelijk moet zijn voor auto’s. Voor zover de heer BARENDREGT zich herinnert is er destijds gesproken over een parkeergarage onder het nieuwe gedeelte van het gemeentehuis. Dat werd toen afgestemd. Vervolgens werd er ook gepraat over de bereikbaarheid van de bibliotheek en het gemeentehuis, voor mensen die slecht ter been zijn. Volgens spreker is het helemaal geen wandelgebied geworden. Dat is ook mijn informatie, zegt wethouder TIJMENSEN. Parkeren op het Raadhuisplein; momenteel is het nog een knelpunt. Wellicht dat motie M1, gesteund door alle fracties, alvast een eerste versnelde stap ter verbetering kan brengen. * Spreker zegt toe dat in een later stadium naar de totale werking van het plein zal worden gekeken. Bekeken wordt wat vriendelijker met kort-parkeerders om te gaan. De tellingen; naar het idee van spreker zijn deze representatief. Een gerenommeerd bureau heeft de tellingen verricht. Drie keer metingen verrichten vindt spreker een behoorlijke basis voor verdere gedachtes. Parkeerkelder Kapteijnstraat; de raad weet dat hiervoor een bestemmingsplanprocedure gestart dient te worden, waarin de raad zijn eigen rol en functie heeft. In dat geval is de raad dus uitdrukkelijk aan het begin van het proces, voordat de bestemming is vastgesteld, aan bod. De Kapteijnstraat komt dus nog in de raad terug. Financiën Kapteijnstraat; het bedrag hiermee gemoeid gaf enige verwarring bij de aanvang van de notitie. Er stond namelijk tweemaal provinciale subsidie genoemd. Eénmaal is er een geoormerkte subsidie van 2.250.000 euro. Vervolgens is er een totaliteit aan subsidie van buitenruimte en opbrengsten uit het Centrumplan. In de voorbereiding heeft men de buitenruimte gemakshalve bestemd voor de Kapteijnstraat. Spreker heeft hierover aangegeven dat dit te gemakkelijk is, want de buitenruimtegelden worden niet alleen voor de Kapteijnstraat gebruikt, maar ook voor verbeteringen op andere plaatsen. Het bedrag moet dus gezien worden als een mix, hoewel deze niet gedefinieerd is. Daarom heeft spreker destijds de woorden ‘communicerende vaten’ gebruikt. Er zit dus enige beweging in. Duidelijk mag zijn dat wanneer de gelden op de ene plaats helemaal zijn opgebruikt, op een andere plaats de middelen vanuit het Centrumplan moeten worden ingezet. Een en ander valt ook terug te vinden in de begroting 2007. De heer GULDIE vraagt of hij hieruit mag afleiden dat de hele exploitatie van de Kapteijnstraat wat gunstiger wordt dan zoals nu in de stukken staat. “Nee” antwoordt wethouder TIJMENSEN. De exploitatie van de Kapteijnstraat kost so wie so geld; dat was reeds bekend. Het hele parkeergebeuren in het centrum moet gezien worden als één exploitatie, waarin heel goedkope en dure parkeerplaatsen voorkomen. Omdat de goedkope plaatsen inmiddels zijn gepland, moet er voor de toekomst rekening mee worden gehouden dat het om dure parkeerplaatsen zal gaan. Aangegeven is wat de parkeergarage sec zal gaan kosten. Hiervoor geldt een tekort van 250.000 euro. Maar ook de totale exploitatie van het parkeren, waarin de Kapteijnstraat zit, is aangegeven. Deze totale exploitatie is meer dan dekkend; dit betreft het andere financiële overzicht. *
Toezegging door het college
47
Bevorderen Transferium; in de commissie heeft spreker reeds gezegd dit zeker de moeite waard te vinden. Hierbij is van belang dat de Valleilijn goed gaat functioneren; dat deze voldoende frequent rijdt. Daarom lijkt het spreker een verstandige optie om als gemeente, maar dat kan ook gelden voor de winkeliers of andere partijen, een arrangement te maken voor dergelijke situaties. Net als ieder ander mogen de ambtenaren parkeren op die plaatsen die gratis zijn. Zij hebben geen andere positie. Technische uitvoering; momenteel wordt onderzocht of in de toekomst het hele parkeerbeheer moet worden geprivatiseerd of niet, inclusief vervanging techniek. Dynamisch parkeerverwijssysteem; achteraf betaald parkeren, waarin automatisch geregistreerd wordt hoe de bezetting is, is relatief eenvoudig te gebruiken voor verwijssystemen. Natuurlijk moet worden gekeken of het niet te pompeus is t.o.v. hetgeen je wilt bereiken. Anderzijds kan het klantvriendelijk zijn en de aantrekkelijkheid van het centrum, de uitstraling van het centrum, nog meer professioneel maken. Het heeft dus meer effect dan alleen het zoekgedrag verminderen. Alles moet echter wel in verhouding zijn. De heer SCHURING vraagt of met het vaststellen van de parkeernotitie tevens het dynamisch verkeerssysteem wordt geaccordeerd. Volgens spreker komt dit apart nog een keer aan de orde. In dat geval is de motie van de ChristenUnie in dezen dan ook overbodig. Dat klopt zegt wethouder parkeerverwijssysteem.
TIJMENSEN.
Vanavond
wordt
niet
beslist
over
een
dynamisch
De reden van onze motie, aldus de heer SCHURING, is, dat vanavond de kaders worden vastgesteld, zoals verwoord in het raadsvoorstel. Althans zo heeft spreker begrepen. De uitvoering hiervan ligt vervolgens bij het college. Indien het college het goeddunkt de kaders uit te voeren, bijvoorbeeld het dynamisch verwijssysteem, dan heeft het college die vrijheid. Ter voorkoming van een te grote vrijheid, groter dan de raad bedoelt, heeft de ChristenUnie gemeend de onderhavige motie te moeten indienen. Met een besluit over achteraf betaald parkeren, wordt wel impliciet besloten voor een systeem met slagbomen en wat daarbij hoort, zegt wethouder TIJMENSEN. Hetzelfde geldt bij vooraf betaald parkeren, in die zin dat ook daarvoor de benodigde instrumenten worden ingezet. * In het geval van dynamisch verwijzen zegt spreker toe alles hieromtrent nog eens op een rijtje te zullen zetten, zodat de raad hierover kan nadenken. Overigens vindt het college wel dat de dekking hiervoor uit de parkeergelden moet komen. Voor de heer POST is een en ander nog niet helemaal duidelijk. Wordt het dynamisch parkeerverwijssysteem ingevoerd, pas dan wanneer de raad daarover iets heeft kunnen zeggen of is het juist andersom. Wordt het systeem wel ingevoerd tenzij de raad zegt “wij gaan hier niet mee akkoord.” Op dit moment is er geen krediet in de begroting opgenomen, zegt wethouder TIJMENSEN. Dat zal via een raadsbesluit moeten gebeuren. De reden dat de ChristenUnie hierover een motie heeft ingediend, zegt mevrouw KUIPER, is om hierover helderheid te krijgen. In die zin, dat de raad nu niet over dit punt gaat beslissen. Een deel van de tekst van het raadsvoorstel kan namelijk verwarring scheppen. Onderaan de inleiding staat in de laatste alinea: ”De kaderstellende voorstellen uit de parkeernotitie zijn in dit raadsvoorstel verwoord. Indien uw raad hiermee instemt worden deze voorstellen nader uitgewerkt.” De vraag is dus: “Waar ligt de grens.” Wethouder TIJMENSEN kan zich hierin vinden. Hij heeft er geen enkele moeite mee om met een uitgewerkt idee te komen, inclusief een kostenplaatje. Vervolgens kan de raad hierover haar mening geven. Als de raad een dergelijk systeem nu al niet ziet zitten, dan ontraadt spreker de motie van de ChristenUnie. De VOORZITTER wijst erop dat vanavond beslist wordt over hetgeen bij de 6 beslispunten staat. Toelichtingen bij raadsvoorstellen zijn allemaal heel interessant, maar de beslispunten zijn bepalend. Nogmaals, daarover besluit de raad. De raad besluit niet over de toelichting. Aan de hand van een opmerking van de heer Schuring, wijst de VOORZITTER erop dat de wethouder terug zal moeten naar de raad om een besluit te nemen over het al of niet invoeren van een dergelijk systeem. De heer SCHURING merkt nog het volgende op. *
Toezegging door het college
48
Onder beslispunt nr. 1 wordt de bezettingsgraad (parkeerdruk) vastgesteld op 90%. Als de raad hiermee akkoord gaat, heeft het college mandaat om alles te doen wat nodig is om die 90% te bereiken. De VOORZITTER antwoordt dat een en ander niet zo werkt. Als het college de ruimte zou krijgen om alles te doen teneinde die 90% te handhaven, dan denkt spreker dat de wethouder “spekkoper” is. Hij stelt de heer Schuring voor, zonodig, in de tweede termijn hierop terug te komen. Gratis parkeren voor mindervaliden; wethouder TIJMENSEN geeft aan dat voor mindervaliden een gratis parkeervergunning mogelijk is. Aan de hand van het voorstel om jaarlijks of twee-jaarlijks een evaluatie te houden, en zo mogelijk de tarieven te verlagen als blijkt dat de exploitatie meer dan dekkend is, geeft spreker aan dat meer parkeergelegenheid nog niet betekent meer parkeerders in de gemeente Barneveld. Ten hoogste wordt voorkomen dat men, omdat men zijn auto niet kwijt kan, niet meer komt. Dat leidt er niet toe dat iedere investering straks een nieuwe dekking genereert. Mocht de Kapteijnstraat deel gaan uitmaken van de ontwikkelingen dan wordt deze investering geabsorbeerd in het totaal. Maar het omgekeerde kan ook. Mochten de ontwikkelingen in het parkeren leiden tot een te groot surplus op de inkomsten, dan kan spreker best meegaan in de gedachte de verhogingen aan te passen aan de behoefte, voortkomend uit de kosten van het parkeren. Het lastige is dan wel dat in het verleden een deel van de afgeschreven kosten ten laste zijn gekomen van de algemene middelen. In de toekomst is het de bedoeling dat parkeren zijn eigen broek ophoudt, inclusief het beheer en wat daarbij hoort. Voorzover mevrouw ROSBERGEN begrepen heeft is ten tijde van wethouder Verhoeks een ‘reserve parkeervoorzieningen’ ingesteld. Op dit moment is dat 1,6 miljoen euro. Spreker heeft altijd begrepen dat de tarieven zijn verhoogd om te kunnen blijven sparen voor die parkeergarage. Er wordt dus meer gedaan dan alleen ‘onze broek ophouden’. Op dit moment houden wij zelfs geld over. Het geld gaat niet naar de algemene middelen. De historische kosten van parkeergelegenheid zijn in het verleden niet altijd meegenomen naar de momenten waarop de tarieven zijn vastgesteld, aldus wethouder TIJMENSEN. Dat is wat de afdeling financiën in kaart heeft. Daar zou wellicht nog een toelichting op gegeven kunnen worden. Maar vanaf heden, en inderdaad al langer, is er wel een dekking voor het parkeergebeuren in Barneveld en ook een spaarpot. Maar het gaat spreker niet zozeer om die discussie. Het gaat erom dat als wij zeggen wij willen de integrale kosten van het parkeren dekken, wij moeten beseffen dat het niet alleen de nieuwe kosten zijn, maar soms ook de oude. Parkeren bij de Gereformeerde Gemeente kerk; momenteel vinden gesprekken plaats. Qua ligging en kosten is het een aantrekkelijke voorziening. De verantwoordelijken van de kerk willen meedenken in mogelijke ontwikkelingen, zij voelen zich aangesproken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid; anderzijds mag duidelijk zijn dat ook rekening moet worden gehouden met hun zorgpunten. Op de vraag van PRO’98 waarom geen tweede parkeerlaag onder de Bijeberg gerealiseerd kon worden zegt spreker dat dit een discussie betrof van voor zijn tijd. Wij kunnen dus constateren dat de tweede laag er gewoon niet is. Ook kunnen wij constateren dat er straks 130 vrije parkeerplaatsen ter beschikking zijn. Er komen 278 parkeerplaatsen, waarvan 98 direct op naam voor de bewoners van de Bijeberg. 50 plaatsen komen niet op naam maar wel met vergunning voor de Bijebergbewoners. Dan blijven er 130 vrije plaatsen over. Parkeerplaatsen in het centrum; er wordt naar gestreefd dat de bewoners hun eigen parkeerplaats hebben. Ten tweede kunnen bewoners een parkeervergunning aanvragen. In ieder geval één vergunning. Mocht er voldoende ruimte zijn, dan kan een tweede vergunning worden aangevraagd. Hieraan is een kostenplaatje verbonden, maar in een andere omgeving wordt dit meegenomen in de bouwkosten van de hele wijk. Bijvoorbeeld, parkeren in De Burgt is ook niet gratis. De hele exploitatie van De Burgt, waaronder parkeerplaatsen, drukt op de grondprijs. Dus men betaalt wel degelijk ook daar voor het parkeren. Parkeertarieven; deze zijn vriendelijk ten opzichte van de omgeving. Hierover is met de BMV geen discussie. Wel bestaat met de BMV verschil van mening over het percentage en de parkeerdruk. Spreker heeft daar respect voor.
49
De heer BARENDREGT vraagt of op pagina 3 van de parkeernotitie de parkeergarage Kapteijnstraat kan blijven staan. Bij de beslispunten staat de Kapteijnstraat niet genoemd zegt wethouder TIJMENSEN. De heer BARENDREGT: “in de toevoegende tekst staat wel dat het aldus gebeurt.” Het voorgenomen beleid wordt geschetst, zegt wethouder TIJMENSEN. Wanneer dit wordt gevolgd lijdt dat tot bepaalde parkeervoorzieningen. Mocht de raad besluiten anders om te gaan met de Kapteijnstraat of bij het muziekcentrum dan heeft dat gevolgen voor de totale parkeervoorzieningen en parkeerdruk, hetzij in positieve, hetzij in negatieve zin. Verstandig is te kijken hoe zich dit verhoudt tot de kosten, inspanningen en het resultaat dat wordt nagestreefd. Met de onderhavige cijfers is spreker nog niet overtuigd van uitbreiding van de parkeerplaatsen, anders dan voorzien. De VOORZITTER wijst erop dat de heer Barendregt specifiek vroeg naar de Kapteijnstraat. Wethouder TIJMENSEN vraagt aan de heer Barendregt wat precies zijn punt is ten aanzien van de Kapteijnstraat. De heer BARENDREGT refereert aan de tekst, te weten: ‘de aanschaf van apparatuur, om achteraf de vertaling mogelijk te maken en de bouw van de parkeergarage Kapteijnstraat.’ Binnenkort start er een procedure Kapteijnstraat, antwoordt wethouder TIJMENSEN. De raad kan hierover apart besluiten. Mocht de raad een andere richting kiezen, dan heeft dat gevolgen voor het hele verhaal. Supermarkten in het centrum? Een discussie die in het totaal van de detailhandelsvisie aan de orde is. Deze interessante discussie zou op een ander moment in de raad eens aan de orde moeten komen. Groen bij het Gowthorpeplein; momenteel wordt gedacht aan optimalisering van het Gowthorpeplein, vergezeld van een behoorlijk aantal parkeerplaatsen. Een aantrekkelijke optie, zowel qua ligging, beschikbaarheid, als kosten. Het groen zal hierbij een belangrijk punt zijn. Suggestie voor parkeergarage onder Torenplein; of dit een kansrijke optie is weet spreker niet. Hij wacht de reactie van de raad af. Bijdrage projectontwikkelaars? Ontwikkelaars bouwen woningen en verkopen deze weer. In algemene zin merkt spreker op dat de 11,3 miljoen euro uit Veller weer doorgesluisd wordt naar de provincie. De uitdaging is, om uit andere ontwikkelingen geld te krijgen dat niet naar de provincie hoeft. Of dat dan voor parkeren wordt gebruikt, daarover mag de raad zelf meepraten. Op de vraag ‘wat staat er in het contract Centrumplan over parkeren Kapteijnstraat en parkeren in het algemeen’, zegt spreker dat in het oorspronkelijke contract hierover niet heel veel staat. En in de Allonge staat niet meer dan dat de gemeente zorgt voor parkeerplaatsen. In de laatste onderhandelingen heeft spreker aangegeven dat voor plaatsen die niet op eigen terrein worden gerealiseerd, de Kapteijnstraat staat daar nog even los van, 7500 euro per plaats moet worden betaald. Dat bleek voor de andere partijen een nieuw fenomeen. Zij gaan nu meer betalen dan ooit de bedoeling is geweest; een andere afspraak dan straks voorgesteld wordt bij het parkeerfonds. Het originele contract is het contract dat door de raad is geaccordeerd, zegt de heer GULDIE. Volgens spreker is de Allonge niet door de raad geaccordeerd en, dacht spreker, ook niet getekend. In het eerste contract staat niet dat de gemeente gratis parkeerplaatsen levert, noch is opgenomen dat de projectontwikkelaar er voor moet betalen. Kortom, er staat niets opgenomen. Spreker gaat ervan uit dat de projectontwikkelaar zelf moet realiseren. In het eerste contract stonden woningen op de Kapteijnstraat geprojecteerd, aldus wethouder TIJMENSEN. Ook daar stond niet in dat er iets betaald moest worden voor het parkeren. Onder die woningen waren parkeerkelders geprojecteerd, zodat het totaal aantal parkeerplaatsen op de Kapteijnstraat hetzelfde zou blijven, zegt de heer GULDIE. Amstelland zou deze gewoon zelf betalen. Wethouder TIJMENSEN zegt dat hij het antwoord schuldig moet blijven. In de afspraken uit die tijd staat bijzonder weinig over dit punt. Een en ander neemt niet weg dat dit een punt van aandacht zal zijn.
50
Gymnastieklokaal bij het muziekcentrum; ten tijde van de goedkeuring van het plan muziekcentrum werd aangegeven dat hiervoor 3,5 miljoen euro zou worden ingezet. 2,5 miljoen euro voor het muziekcentrum en 1 miljoen euro voor de verplaatsing van het gymnastieklokaal. Desgevraagd zegt spreker dat wanneer het muziekcentrum opengaat, het gymnastieklokaal aldaar weg zal zijn. En dat in De Burgt, bij de nieuwe scholen, deze voorziening komt. In feite hangt deze voorziening meer af van de ontwikkeling in De Burgt dan van het muziekcentrum. Op de vraag van de heer Van de Kamp om geen betaald parkeren toe te passen op de Achterdorpstraat en het Ds. Mensingapad, begrijpt spreker in dezen de gevoelens. Aan de andere kant is het evident dat als je overal betaald parkeren invoert en niet op deze aantrekkelijke lokatie, heel dicht bij het centrum, deze dan niet beschikbaar kan komen voor het winkelend publiek. Vandaar dat spreker voorstelt de vrije plaatsen meer aan de rand van het centrum te situeren. Desgevraagd legt de heer VAN DE KAMP uit dat aan de hand van de berekeningen duidelijk wordt dat daar waar nu een tarief van 4500 euro voor een parkeerplek wordt gehanteerd, dit in 2010 opgetrokken is tot het dubbele. Wij praten dan over een verhoging van 120%. Op deze wijze raken de verhoudingen zoek. Evenzo geldt dat voor de bedrijven. Die betalen nu circa 10.000 euro voor een parkeerplek. In 2010 wordt dat 30.000 euro. Dat is het drievoudige. Spreker vindt dit veel te fors. Wethouder TIJMENSEN neemt de moties en de amendementen door. Inzake Amendement A1 van de SGP; spreker vindt het op zich niet onrechtvaardig dat, in het geval men van de publieke voorzieningen gebruik maakt, men hiervoor betaalt. Met dit amendement wordt niet de rechtsgelijkheid bevorderd. Daarom ontraadt spreker dit amendement. Amendement A2 van Lijst 8 stelt voor de tariefsverhogingen uit de notitie te schrappen. Het is geen impliciet besluit. Tijdens de begroting zal op dit punt worden teruggekomen, zegt spreker. Spreker ontraadt dit amendement. De VOORZITTER wijst in dit verband op punt 4 van de begroting, te weten: in te stemmen met een jaarlijkse verhoging van de parkeertarieven tot 2010 waarbij rekening wordt gehouden met afspraken die zijn gemaakt over tarieven voor particuliere parkeerterreinen. De VOORZITTER stelt voor het amendement van Lijst 8 zo uit te leggen dat de heer Van Essen voorstelt punt 4 te schrappen. De heer VAN ESSEN kan hierin meegaan. Wethouder TIJMENSEN ontraadt in dat geval amendement A2 van Lijst 8. Amendement A3 van Lijst 8 betreft de nieuwbouwwijken De Burgt en Veller en de grote projecten in Barneveld-dorp. Hierover heeft spreker reeds aangegeven dat de bewoners, via hun bouwkavel, meebetalen aan hun eigen parkeerplaats. Spreker vindt het dan ook niet terecht dat de bewoners op een andere manier voor het centrum moeten meebetalen. Spreker ontraadt dit amendement. Motie M1, is een motie waarin het college wordt verzocht namens SGP, CDA, PRO’98, ChristenUnie, VVD, Burger Inititatief en Lijst 8 om voor 1 november 2006 een aantal parkeerplaatsen te realiseren in de directe nabijheid van het gemeentehuis (postkantoor), waarvan minstens één plaats gereserveerd voor mindervaliden. Wethouder TIJMENSEN stemt met deze motie in. Motie M2, is een motie van de ChristenUnie over het dynamisch parkeerverwijssysteem; de ChristenUnie vindt een dynamisch parkeerverwijssysteem niet passend voor een dorp als Barneveld en wordt op dit moment niet betrokken bij de besluitvorming. Dat het niet passend is, zegt spreker, is een opvatting. Als met de zinsnede “wordt op dit moment niet betrokken bij de besluitvorming”, wordt bedoeld “op dit moment” is dat correct. Als de ChristenUnie zegt “wij zijn er blijvend op tegen”, dan ontraadt spreker deze motie.
51
Motie M3 van de ChristenUnie over behoud Gowthorpeplein, behoudens de aanpassing welke nodig is voor betaald parkeren (achteraf), de weekmarkt en de afwerking rond de Bijeberg. Indien betaald parkeren wordt ingevoerd, kan het niet anders dan dat het plein een herinrichting moet ondergaan, zegt spreker. De zorg bij de raad over het groen heeft spreker ter harte genomen. In motie M4 van VVD, SGP, CDA en Burger Initiatief wordt voorgesteld: “Er dient zo snel mogelijk een onderzoek uitgevoerd te worden naar de mogelijkheden en de kosten van een extra parkeervoorziening bij het muziekcentrum. In de vorm van een parkeergarage dan wel een parkeerdek. De bouw van het muziekcentrum mag hierbij geen vertraging oplopen”. Op zich heeft spreker tegen deze motie, waarin een onderzoek wordt voorgesteld, geen bezwaar. Voor spreker is het geen geïsoleerde ontwikkeling. Er zal dan ook serieus naar gekeken worden. Hierbij is van belang, zo vindt ook spreker, dat het muziekcentrum in de bouw geen vertraging mag oplopen. De VOORZITTER wijst erop dat in de toelichting bij deze motie onder andere staat: “De ontwikkeling van het muziekcentrum zelf moet niet vertraagd worden door het onderzoek”. Dat is wat anders dan dat er zou staan “De bouw van het muziekcentrum zelf moet niet vertraagd worden door het onderzoek.” Motie M5 van Burger Initiatief. Deze luidt: “Er dient een nadere studie te komen naar het rendement van een tweelaags parkeergarage onder de Kapteijnstraat. Hiertoe dient een onderzoek uitgevoerd te worden met daarin een vergelijking met andere locaties waar uitbreiding van parkeren mogelijk is.” Spreker denkt dat, indien tot deze motie wordt besloten, het goed zou zijn als er andere onderzoeken naast komen te liggen. Een apart onderzoek heeft volgens spreker niet zoveel zin. Er moeten ook wat alternatieven in beeld zijn. Wat spreker betreft zijn het communicerende vaten. Men heeft inzicht in de Kapteijnstraat en krijgt inzicht in mogelijk andere ontwikkelingen. Sec zou spreker deze motie willen ontraden, maar mee willen nemen zoals hij bij de vorige motie heeft aangegeven. Mevrouw KUIPER verzoekt om een schorsing. De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering en verzoekt de raad zich in de tweede termijn te beperken tot de moties en amendementen. Zowel de heer PLOEG als de heer VAN ESSEN geven aan het hier niet mee eens te zijn. De VOORZITTER legt uit dat zijn opmerking moet worden gezien in het kader van een werkafspraak. Naast de moties en amendementen kan uiteraard meer worden opgemerkt. De heer GULDIE stelt ten aanzien van motie M4 voor de laatste zin in het voorstel als volgt te wijzigen: “De realisatie van het muziekcentrum mag hierbij geen vertraging oplopen.” De realisatie betreft namelijk het hele proces. Deze mag geen vertraging oplopen. Het gaat niet sec om de bouw zelf. Wat betreft Motie M5; omdat de wethouder heeft gezegd dat hij de Kapteijnstraat hoe dan ook betrekt bij de studie voor een extra parkeervoorziening bij het muziekcentrum is naar de mening van spreker deze motie onnodig geworden. Spreker voegt hier ogenblikkelijk aan toe dat hij hierover nog wel moet afstemmen met zijn mede ondertekenaar Burger Initiatief. Inzake motie M2; gezien de toezegging van de wethouder, namelijk “wij stemmen niet impliciet in met het verkeerverwijssysteem” is motie M2 overbodig geworden, zegt mevrouw KUIPER. De ChristenUnie trekt derhalve haar motie in. De VOORZITTER stelt vast dat motie M2 is ingetrokken. De VOORZITTER komt nog even terug op motie M4. Hij stelt voor de laatste zin als volgt te wijzigen. De realisatie van het muziekcentrum mag door het onderzoek geen vertraging oplopen. De heer GULDIE stelt vast dat ook de collega-ondertekenaars hiermee kunnen instemmen. De VOORZITTER: De tekst is aldus gewijzigd.
52
Fracties in tweede termijn De heer PLOEG. “Voorzitter, Dank voor de beantwoording van onze vragen. De toezegging dat over 2 jaar de parkeernotitie weer wordt doorgelicht, wil de SGP hierbij zwart op wit vaststellen. Over wat de wethouder voor ogen heeft inzake de time sharing bij het muziekcentrum en over wat hij nog meer voor ogen heeft, wil spreker dat de commissie tijdig wordt geïnformeerd. Dat geldt ook voor de technieken die toegepast gaan worden. Ook graag de commissie hierover tijdig informeren. En over het dynamisch verwijssysteem.” Inzake de amendementen; A1; dit amendement ziet spreker als coulance, voor de eerste 5 jaar, voor mensen die door betaald parkeren gedupeerd worden; hen een gratis parkeervergunning aan te bieden. De heer POST vraagt wat de heer Ploeg dan met de rechtsongelijkheid doet. Voor een ‘aantal’ mensen, onduidelijk is nog wie hier onder vallen, wordt een uitzondering gemaakt. Rechtsongelijk is, bewoners, die tot nu toe aldaar altijd gratis geparkeerd hebben, door het invoeren van betaald parkeren, nu ineens wel te laten betalen, zegt de heer PLOEG. De heer POST zegt dat de straat van de gemeente is. De heer PLOEG antwoordt dat dat klopt, maar de bewoners hebben een woning gekocht met een parkeerplaats, buiten hun wil, op gemeentegrond. Volgens de heer POST is het verlenen van vergunningen een bevoegdheid van B&W. Spreker vraagt aan de heer Ploeg of de SGP met haar amendement B&W wil opdragen om de vergunningen te gaan verdelen. Overspelen wij daar, duaal gezien, onze hand niet mee. De heer PLOEG onderkent dat het een zaak van het college is. Door het amendement om te zetten in een motie zou het wel kunnen. De heer POST stelt voor dit dan ook te doen. De heer PLOEG stelt voor het onderhavige amendement om te zetten in een motie. De heer GULDIE vraagt of dit in de praktijk betekent dat alle bewoners van Barneveld-centrum van zo’n gratis vergunning moeten worden voorzien. Misschien voor de tweede auto ook nog wel. Voor iedereen wordt het iets moeilijker. Bij wie wordt de grens getrokken. Iedereen komt nu iets verder van een gratis parkeerterrein af. Heeft de SGP de problemen en de kosten van deze motie wel overzien. De heer PLOEG ziet in dat dit inderdaad lastig wordt. Spreker stelt daarom voor motie A1 van de SGP in te trekken en de strekking van de motie mee te geven aan de wethouder. Mogelijk dat de wethouder te zijner tijd daar de raad nader over kan informeren. De VOORZITTER stelt vast dat de heer Ploeg, namens de SGP, amendement A1, intrekt. De heer PLOEG bevestigt dit. Spreker vervolgt. De SGP steunt amendement A2 en A3 niet. Motie M1 wel, M3 niet, M4 met gewijzigde tekst wel, maar M5 niet. Tot slot vraagt spreker of wethouder Tijmensen een tijdpad betreft de parkeernotitie kan aangeven. De heer SCHERMERS loopt de amendementen en moties door. Het CDA steunt de amendementen A2 en A3 niet. Motie M1 wel. Bij motie M3 geeft spreker aan dat het CDA, net als de ChristenUnie, graag zou zien dat de groenelementen behouden blijven. Echter, de tekst in de motie zou de suggestie kunnen wekken dat het groen eruit wordt gehaald. Derhalve is het CDA tegen deze motie. De wethouder heeft nadrukkelijk de toezegging gedaan om de groenelementen aldaar, waar mogelijk, te behouden.
53
De aangepaste motie M4 steunt het CDA. Motie M5 steunt het CDA niet, omdat de wethouder heeft aangegeven dat hij naar aanleiding van motie M4 de hele context van de Kapteijnstraat zal meenemen in zijn afweging. De heer BARENDREGT bedankt de wethouder die nog het nodige in de juiste context heeft uitgelegd. Eén van de belangrijkste zaken is dat er over 2 jaar wordt gekeken of aanpassing van de notitie nodig is. Ten aanzien van amendement A1, welke gaande de vergadering veranderd werd in een motie, maar daarna ook weer werd ingetrokken, merkt spreker op dat hij heeft gepleit dat er eens wordt nagedacht over hoe met de parkeergelegenheid voor de bewoners in het centrum moet worden omgegaan. Nu amendement A1 is ingetrokken kan spreker dit niet meer steunen. PRO’98 steunt de amendementen A2 en A3 niet. Motie M1 steunt spreker wel. Motie M3 niet; de wethouder heeft aangegeven dat hij zal opletten dat er niet teveel groen wordt weggehaald. Motie M4 steunt PRO’98 wel. Zo ook motie M5, omdat hierin mee de problematiek van parkeergarages wordt aangegeven. In het verlengde van beide moties zegt spreker: “Wethouder neem meteen het Torenplein mee, want dan krijgen wij een compleet overzicht van wat wel of niet kan met parkeergarages.” De fractie van de ChristenUnie vindt de hele wijze van behandelen lastig, zegt mevrouw KUIPER. De kaders zijn te ruim. Er wordt weliswaar gezegd dat het alleen de beslispunten betreft, maar het betreft wel de parkeernotitie. De amendementen A2 en A3 steunt de ChristenUnie niet. Motie M1 steunt de ChristenUnie wel. Motie M3 handhaaft de ChristenUnie. Met de uitleg van de wethouder over het Gowthorpeplein heeft de ChristenUnie nog steeds het idee dat het middelste groene deel van het plein verwijderd gaat worden, waardoor 25 extra parkeerplaatsen gerealiseerd kunnen worden. Hier en daar komen wat jonge boompjes terug. Spreker betreurt het dat de wethouder de motie ontraadt. De moties M4 en M5 steunt de ChristenUnie. De heer GULDIE laat weten, via de mail, op een paar vragen nog verduidelijking te willen hebben. Voor nu beperkt hij zich tot de amendementen en moties. De amendementen A2 en A3 steunt de VVD niet. Motie M1 steunt de VVD. Motie M3 steunt de VVD niet. Zij vindt dit geen verstandige motie. Om achteraf betaald parkeren mogelijk te maken, zal het plein heringericht moeten worden. Motie M4 en M5 steunt de VVD. De heer VAN NORDEN geeft aan de amendementen A2 en A3 niet te steunen. De moties M1, M3, M4 en M5 steunt Burger Initiatief wel. De heer VAN ESSEN “Voorzitter, Naar mijn mening interesseren de financiën de raad niets, de burger betaalt toch. Lijst 8 heeft een amendement ingediend over de bouwverordening. De wethouder heeft in zijn eerste termijn hierover verkeerde inlichtingen gegeven. Natuurlijk betalen de projectontwikkelaars de parkeerplaatsen in de wijken. Maar het gaat in dezen om parkeerplaatsen in het centrum. Daar geven de projectontwikkelaars geen cent aan uit. Vroeger verdiende de gemeente aan de wijken, men noemde dat bovenwijkse voorzieningen. Daar werden in het centrum allerlei mooie dingen voor gedaan, onder andere op het gebied van parkeren. Nu geldt een verordening. Destijds was er sprake van een verordening voor de aanleg van de riolering in het buitengebied. Ik maakte bezwaar, waarop de rechter antwoordde: ‘meneer Van Essen dan moet u bij de volksvertegenwoordigers zijn, zij nemen het besluit’. Kortom, er valt dus niets te onderhandelen met projectontwikkelaars als er sprake is van een verordening waarin staat hoe het in Barneveld gebeurt. Daarom kan ik mij dus niet voorstellen dat geen één fractie inhoudelijk op de amendementen van Lijst 8 ingaat. Onvoorstelbaar om zo met het geld van de burgers om te gaan.” Lijst 8 handhaaft haar amendementen, te weten A2 en A3. Spreker heeft inmiddels van de fracties begrepen waarom zij deze niet steunen. Op zijn beurt heeft spreker aangegeven waarom dit wel zou moeten. Motie M1 en M3 steunt spreker.
54
Motie M4 steunt spreker ook. Wel moet het een sturend onderzoek worden. Kortom, geen dubbele onderzoeken. Motie M5 zal spreker niet steunen. Er ligt voor de Kapteijnstraat reeds een plan. Spreker gelooft dat er zelfs drie plannen liggen. Als dit punt nu weer ter discussie wordt gesteld, ziet Lijst 8 dat als weglopen voor je verantwoordelijkheid.” Reactie van het college op de tweede termijn Naar de mening van wethouder TIJMENSEN hoeft over de vermelding timesharing niet veel onduidelijkheid te bestaan. Het staat vermeld. Zonodig komt spreker hier later nog op terug. Tijdpad parkeernotitie; hieraan word gewerkt. Gowthorpeplein; wanneer achteraf betalen wordt ingevoerd gaat het uiteraard met slagbomen. Om niet op alle hoeken van de parkeerplaats een slagboom te hoeven neerzetten, zal de parkeerplaats een heel andere inrichting krijgen. Als de wethouder de randen van de parkeerplaats bedoelt heeft mevrouw KUIPER daar geen moeite mee, maar zij is geen voorstander van het hele plein omver te halen. Wethouder TIJMENSEN antwoordt dat het gaat om een technisch probleem. De intentie van de raadsleden is: wees zorgvuldig met het groen en ga daar goed mee om, ook in de toekomst. Dat is ook de intentie van het college. Wel vereist de techniek dat met de inrichting anders wordt omgegaan. Daarom is herinrichting onvermijdelijk. Overigens, een jaar geleden kreeg spreker nog wel eens de opmerking dat er teveel groen in Barneveld was en nu wordt het accent gelegd op het zorgvuldig omgaan met het groen. Mevrouw KUIPER wijst er op dat deze opmerking niet door haar werd gemaakt. *
Parkeren centrum huidige bewoners; wethouder TIJMENSEN zegt toe hiernaar nog eens te kijken. In het kader van rechtsgelijkheid denkt hij dat het moeilijk is hier een uitzondering voor te maken. De heer BARENDREGT voegt hieraan toe dat in de nieuwbouwwijken wel parkeerplaatsen worden meegenomen, maar dat in het oude centrum destijds geen parkeerplaatsen zijn meegenomen. Dus dat die rechtsgelijkheid best wel eens een rechtsongelijkheid zou kunnen blijken te zijn. Wethouder TIJMENSEN vindt de intentie sympathiek, maar hij denkt dat het onuitvoerbaar is. Waar leg je de grens. De heer BARENDREGT vraagt toch uitdrukkelijk of de wethouder over dit punt na wil denken. De bewoners in het centrum moeten geen verschoppelingen worden. Bovenwijkse voorzieningen; deze term staat buiten het kader, aldus wethouder TIJMENSEN. Ook in het contract Veller wordt gewoon betaald voor bovenwijkse voorzieningen. Ten aanzien van motie M4 benadrukt spreker het volgende. Er is een planning voor het muziekcentrum. De realisatie mag door het onderzoek geen vertraging oplopen. Indien een parkeergarage dan wel een parkeerdek nodig blijkt, dan zal dat in 1 werkgang moeten gebeuren. Nogmaals, wachten met de realisatie is geen optie. In dat geval is spreker tegen Motie M4. In eerste instantie gaat het om een indicatief onderzoek. De heer WURFBAIN (reageert als inspreker, namens de Barneveldse Middenstandsvereniging, na de beraadslagingen, maar voor de stemming). “Voorzitter, De raad staat voor een ingewikkeld vraagstuk. Hoe moeilijk het is, is u wellicht niet meteen opgevallen, maar dat betreft de opmerking van de wethouder toen deze zei ‘kijk eens even wat wij gedaan hebben bij de Bijeberg’. Er zijn 130 nieuwe vrije plaatsen gecreëerd. Dat is gewoon niet waar. Daarmee worden de raadsleden op het verkeerde been gezet. Men komt parkeerplaatsen tekort. Bij de oorspronkelijke planning is gezegd dat het om ‘selfsupporting’ zou moeten gaan en dat er 287 plaatsen moeten komen. Bij de totale telling, met de bezoekersplaatsen en de verkorte plaatsen erbij, plus de plaatsen die nodig zijn voor de supermarkt komen wij er al 15 tekort. Dus het wordt een probleem. Reken *
Toezegging door het college
55
daar maar op. Gelukkig, zo heb ik gehoord, wordt er verder over dit punt gesproken. Ook wij zullen op dit punt zeker terugkomen. Een tweede punt waar ik uw aandacht voor wil vragen is: zijn er percentages? Ik sluit hiermee aan bij hetgeen gezegd is door de ChristenUnie. Het gaat er niet om dat er nu 90% dekking is, het gaat erom dat wij praten over een tijdpad van 25-30 jaar. Met die gedachte is het centrum opnieuw ontwikkeld. Daarom moet er gekeken worden of er straks voldoende parkeerplaatsen zijn, over 25-30 jaar. Als u daar nu niet de ruimte voor vrij maakt, is het te laat. Denk daar goed aan. Tot slot, wij blijven ook graag met het college in gesprek over de realisatie en de mogelijkheden bij het muziekcentrum. De VOORZITTER sluit de beraadslagingen. Spreker gaat over tot stemming over de amendementen en moties. Amendement A1 van de SGP is ingetrokken. Amendement A2 van Lijst 8 wordt met 1 stem voor en 27 stemmen tegen verworpen. Lijst 8 stemt voor. De fracties van SGP, CDA, PRO’98, ChristenUnie, VVD en Burger Initiatief stemmen tegen. Amendement A3 van Lijst 8 wordt met 1 stem voor en 27 stemmen tegen verworpen. Lijst 8 stemt voor. De fracties van SGP, CDA, PRO’98, ChristenUnie, VVD en Burger Initiatief stemmen tegen. Motie M1 namens alle fracties wordt met algemene stemmen (28) aangenomen. Motie M2 van de ChristenUnie is ingetrokken. Motie M3 van de ChristenUnie wordt met 21 stemmen tegen en 7 stemmen voor verworpen. Tegen stemmen de fracties van SGP, CDA, PRO’98, VVD. Voor stemmen de fracties van ChristenUnie, Burger Initiatief en Lijst 8. Motie M4 van het CDA, SGP, VVD en Burger Initiatief wordt met algemene stemmen (28) aangenomen. Bij motie M5 (van de VVD en Burger Initiatief) staken de stemmen, 14 stemmen voor en 14 stemmen tegen. De fracties van PRO’98, ChristenUnie, VVD en Burger Initiatief stemmen voor. De fracties van SGP, CDA, en Lijst 8 stemmen tegen. Omdat het in dezen een motie betreft en niet een amendement behoeft de besluitvorming niet te worden verdaagd, zegt De VOORZITTER. Vervolgens wordt gestemd wordt over de gevraagde beslispunten onder agendapunt 19, 20 en 21. 19. Achtste wijziging van de Bouwverordening Barneveld 1993 (voorstel nr. 06-77) De gevraagde beslissing: Vaststellen achtste wijziging van de Bouwverordening Barneveld 1993 wordt met 27 stemmen voor en 1 stem tegen aangenomen. Voor stemmen: de fracties van SGP, CDA, PRO’98, ChristenUnie, VVD en Burger Initiatief. Tegen stemt de fractie van Lijst 8. 20. Parkeernotitie Barneveld-Centrum (voorstel nr. 06-94) De 6 punten, zoals genoemd onder de gevraagde beslissing, worden tegelijk in stemming gebracht. Het voorstel wordt met 27 stemmen voor en 1 stem tegen aangenomen. Voor hebben gestemd de fracties van SGP, CDA, PRO’98, ChristenUnie, VVD en Burger Initiatief. De fractie van Lijst 8 heeft tegen gestemd. 21. Parkeerfonds Barneveld-Centrum (voorstel nr. 06-93)
56
De 8 punten, zoals genoemd onder de gevraagde beslissing, worden tegelijk in stemming gebracht. Het voorstel wordt met 27 stemmen voor en 1 stem tegen aangenomen. Voor hebben gestemd de fracties van SGP, CDA, PRO’98, ChristenUnie, VVD en Burger Initiatief. De fractie van Lijst 8 heeft tegen gestemd. 22. Investeringssubsidie sociaal cultureel centrum voor de Turkse vereniging Barneveld aan de Parmentierstraat te Barneveld (voorstel nr. 06-79) Fracties in eerste termijn De heer BLANKENSTIJN “Voorzitter, Over dit onderwerp kan ik kort zijn. Al lang geleden is besloten voor dit doel geld beschikbaar te stellen. Het was reeds gereserveerd. De ChristenUnie is blij dat het voorgestelde bedrag uitsluitend bestemd is voor het Sociaal Cultureel Centrum en dus niet voor de moskee als zodanig. Er wordt in het raadsvoorstel gesproken over een emancipatoir doel dat hiermee bereikt wordt. Wij vragen ons wel af of het doel ook echt behaald wordt. Wij hopen daarnaast ook dat in de toekomst steeds meer sprake zal zijn van een goede integratie van deze bevolkingsgroep. Wij zullen instemmen met dit raadsvoorstel.” Mevrouw DEN DUNNEN “Voorzitter, De fractie van PRO’98 is blij voor de Turkse gemeenschap dat het nu zover is dat men kan gaan bouwen aan het Sociaal Cultureel Centrum dat bij de moskee gepland is. De verwachting is dat het aantal sociaal culturele activiteiten van deze gemeenschap zal toenemen. Wij hopen dat binnen deze activiteiten en binnen dit centrum de integratie in de samenleving gestimuleerd zal worden.” De heer VAN DEN BERG “Voorzitter, Wij zijn blij dat binnen afzienbare tijd het Turks culturele centrum gerealiseerd kan worden. Mede door een subsidie die al in 2004 beschikbaar was. Veel tijd is sindsdien verloren gegaan. Dat laatste gegeven is tevens een reden van onze vraag wanneer dit gebouw werkelijk gereed is. En hoe is de verdere planning? Gaarne worden wij ook door u op de hoogte gehouden van de vorderingen op het gebied van het sociaal culturele werk van deze Turkse vereniging in Barneveld. De CDA-fractie telt namelijk onder haar leden verschillende vrijwilligers. Zij ondervinden het aan den lijve dat met name aan welzijn gewerkt, gepland en geëvalueerd moet worden. Verder willen wij opmerken dat wij ingenomen zijn met de positieve contacten die wij met deze Barneveldse vereniging onderhouden. De bekende Turkse schrijver Pamuk, die bekend is vanwege zijn uitgesproken standpunten, schrijft in één van zijn boeken hoe hij na een verblijf in Turkije op de terugreis met de trein de Germaanse laagvlakte binnenrijdt en dat hij dan blij is de protestantse, nogmaals de protestantse netheid, weer te mogen ervaren. Wij hopen dan ook dat onze Turkse medeburgers wellicht eens, na ook een tijd van afwezigheid, wanneer zij hun sociaal culturele centrum in Barneveld weer zien, zullen denken: ‘Deze moskee is van ons. Hier voelen wij ons thuis. Hier zijn wij thuis. Hier in Barneveld kunnen wij mede daardoor volwaardig deelnemen aan de samenleving’. Daarom zijn wij als CDA voorstander van de beschikbaarstelling van de subsidiegelden. Zo willen wij één van onze kernwoorden van het CDA programma, ‘gespreide verantwoordelijkheid’, niet te verwarren met het ook veel gehoorde ‘eigen verantwoordelijkheid’, in praktijk brengen.” De heer KNAPEN merkt het volgende op. “Voorzitter, Ons wordt vandaag gevraagd een beslissing te nemen over het verlenen van een investeringssubsidie van ruim 100.000 euro als bijdrage aan de bouw van een Sociaal Cultureel Centrum voor de Turkse vereniging in Barneveld. Het geld wordt gebruikt voor de versterking van het sociaal culturele werk en hiermee wordt volgens het college een emancipatoir doel bereikt. Dat zal op zich waar zijn, maar emancipatie is iets wezenlijks anders dan integratie. En dat doel willen wij immers ook bereiken. Wij als SGP-fractie zien liever het laatste gerealiseerd en dit ook in het licht van de huidige ontwikkelingen in onze maatschappij.
57
In de commissie hebben wij vragen gesteld over de scheiding tussen datgene van het gebouw dat door de gemeente wordt gesubsidieerd en datgene dat voor eigen rekening van de vereniging is. Dus datgene dat voor de sociaal culturele ruimtes is en datgene dat voor de gebedsruimte is. Uit de gegeven antwoorden is ons niet duidelijk gebleken dat er een scheiding is tussen de bekostiging van de culturele ruimte en de gebedsruimte. Bij ons blijft er een mist hangen rond deze zaak. Wij vragen dan ook de wethouder hoe hij hiermee denkt om te gaan. Als SGP-fractie willen wij immers niet hebben dat de gemeente de gebedsruimte financiert. In dit huis wordt regelmatig de scheiding tussen kerk en staat benadrukt. Hierop willen wij wijzen als het gaat om dit agendapunt. Als er verder geen duidelijkheid wordt gegeven door het college zullen wij dan ook tegen dit voorstel stemmen.” De heer VAN ESSEN merkt het volgende op. “Voorzitter, Voor Lijst 8 geldt de scheiding tussen religie en staat. In het geval van kerken worden er ook geen bijgebouwen van kerkelijke gemeenten gesubsidieerd. Deze aanvraag geldt een bijgebouw bij een moskee als religieus gebouw. Lijst 8 vindt dat er in dezen geen verschil moet zijn tussen kerken en moskeeën. Lijst 8 heeft in de commissie gevraagd dit verschil duidelijk te maken. Zij heeft hierop geen antwoord gekregen. Hopelijk krijgen wij nu wel antwoord. Het zit zo dicht tegen elkaar aan dat wij voorlopig tegen dit voorstel zijn om geen verschil in benadering te veroorzaken.” Reactie van het college op de eerste termijn Wethouder VERWEIJ Het gaat in dezen om een investeringssubsidie voor een gebouw en niet om een subsidie die gericht is op de culturele activiteiten zelf. Dat is een essentieel verschil. De heer KNAPEN vraagt of de wethouder dat essentiële verschil kan uitleggen. In de gemeente subsidiëren wij talloze activiteiten, zegt wethouder VERWEIJ. Op basis van deze activiteiten verstrekken wij subsidie. Soms zijn dat activiteiten waar geen gebouw voor nodig is. Hier gaat het om een investeringssubsidie om de sociaal culturele activiteiten mogelijk te maken. Dat is het onderscheid. Het bedrag hiermee gemoeid werd al eerder door de raad gereserveerd. De Turkse vereniging is inmiddels al begonnen met de bouw omdat zij er vanuit kon gaan dat, op een zeker moment, deze subsidie verstrekt zou worden. Het zou dan ook naar de Turkse vereniging toe, in zekere zin, van onbehoorlijk bestuur getuigen wanneer daar nu op wordt teruggekomen. *
Spreker zegt toe aan de Turkse vereniging te zullen vragen of de raad inzicht kan krijgen in het jaarprogramma van haar vereniging. Eigenlijk heeft de raad hier niet eens zoveel recht op, omdat de gemeente, primair, het gebouw subsidieert en niet de activiteiten. Dit onderscheid wil spreker graag helder hebben. Tevens wijst spreker erop dat, daar waar door sommige wordt aangegeven dat zij het geld, 100.000 euro, niet geïnvesteerd willen zien in de gebedsruimte, de culturele ruimte alleen al veel meer kost dan de door de gemeente verstrekte subsidie. De heer KNAPEN zegt dat voor de SGP nog steeds onduidelijk is welk deel nou precies door de investeringssubsidie kan worden bekostigd en welk deel de Turkse vereniging zelf betaalt. En welk deel bestemd is voor de gebedsruimte. De bouwkosten van de sociaal culturele ruimten alleen al zijn begroot op 363.000 euro, zegt wethouder VERWEIJ. De gemeente Barneveld betaalt hieraan een derde deel. Het culturele deel is bouwkundig gescheiden van de gebedsruimte. Spreker is het van harte eens met de wens dat in de toekomst steeds meer sprake zal zijn van een goede integratie van deze bevolkingsgroep. In de commissie heeft spreker tevens gezegd dat in deze situatie er mede vanuit moet worden gegaan dat men het één moet hebben om het ander verder te kunnen bevorderen. Hij denkt namelijk dat een zekere emancipatie sterker maakt zodat men zich beter kan integreren in de Nederlandse samenleving. Fracties in tweede termijn *
Toezegging door het college
58
In verband met de vorderingen op sociaal cultureel gebied, bijvoorbeeld in het geval van een tafeltennisclub, en men om een subsidie vraagt, kan het zijn dat men een plan van aanpak of een beleidsplan moet overleggen, zegt de heer VAN DEN BERG. Op die manier wordt enig inzicht in de organisatie verkregen. De heer KNAPEN vraagt of er nog meer religieuze instellingen zijn waarvoor de gemeente dergelijke subsidies toekent. De fractie van de SGP blijft het vaag vinden, maar zij zal niet om nog meer verduidelijking vragen. De SGP is tegen het voorstel. De heer VAN DEN BORN vraagt aan de heer Knapen hoe helder de wethouder nog moet zijn. Het gebouw heeft een duidelijke scheiding. De heer KNAPEN blijft bij zijn eerdere stellingname. Voor de SGP blijft het onduidelijk. Maar, zoals spreker reeds zei, de SGP hoeft niet meer duidelijkheid te hebben. Het is geprobeerd, maar niet gelukt. De heer VAN DEN BORN vindt dat spijtig, want naar zijn mening is de wethouder voor een groot gedeelte van de raadsleden wel heel erg duidelijk. Voor Lijst 8 is de wethouder ook niet duidelijk geweest, zegt de heer VAN ESSEN. Spreker heeft gevraagd naar het verschil van een bijgebouw bij een kerk en bij een moskee. In Kootwijkerbroek bijvoorbeeld staat een kerk en een verenigingsgebouw, waar de jeugd biljart, tafeltennist, etc. Maar de gemeente heeft dat niet gesubsidieerd. De wethouder gaf aan dat de gemeente een derde deel van het totaal bedrag subsidieert. Dat betreft 100.000 euro. Of dat nu een derde is of dat het om meer gaat, daar gaat het helemaal niet om. Het gaat erom dat er een subsidie wordt verstrekt voor een bijgebouw bij een moskee. Reactie van het college op de tweede termijn *
Wethouder VERWEIJ herhaalt dat hij bereid is in contact te treden met de Turkse vereniging om inzicht te krijgen in hun jaarprogramma. Spreker heeft het voorzichtige vermoeden uitgesproken dat zij waarschijnlijk daartoe bereid zijn, maar zij kunnen er niet toe verplicht worden. Niet hun activiteiten worden gesubsidieerd, maar het gebouw, het Sociaal Cultureel Centrum. Spreker noemt een voorbeeld. Als de gemeente de bouw van de kleedkamers van een voetbalvereniging subsidieert, dan gaat de gemeente op basis daarvan geen verantwoording vragen over het programma van de voetbalvereniging. Maar als de gemeente de jeugdactiviteiten subsidieert, dan vraagt zij wel wat er met het geld wordt gedaan. Nogmaals, spreker wil best vragen of hij inzage kan krijgen, jaarlijks, in het programma om elkaar meer op de hoogte te houden en om het wederzijdse begrip verder te bevorderen. Spreker doet zijn best zo duidelijk mogelijk te zijn. Hij wil nog één poging wagen. Als iemand in deze raadzaal mij zou vragen of alle religieuze instellingen, die beschikken over gebouwen, gelijkwaardige investeringsbijdragen krijgen als deze Turkse vereniging, durft hij uit de losse pols te antwoorden dat dat niet bij alle gelijk zal zijn. Daar schaamt spreker zich niet voor, omdat hij denkt en gelooft, eigenlijk wel zeker weet dat, daar waar het gaat om andere bevolkingsgroepen, vergeleken met onder andere protestants christelijke bevolkingsgroepen, de belemmering of drempel om naar algemene voorzieningen te gaan, zoals dorpshuizen, kulturhusen of welke door de overheid gesubsidieerde instellingen dan ook, voor de Turkse medelanders veel hoger is. Wel hoopt spreker dat het ooit zover komt dat het onderscheid gaat wegvallen. Maar, zeker nu in de fase van emancipatie, om tot verdere integratie te komen, denkt hij dat het voor het Sociaal Cultureel Centrum er alles voor te zeggen is dit te ondersteunen. Wij streven naar integratie. Maar via emancipatie, bereik je geen integratie, maar juist een schisma zegt de heer KNAPEN. Wethouder VERWEIJ bestrijdt dit. Spreker durft de stelling aan dat de verdere emancipatie van de vrouw, die hij niet verder zal verdedigen, geleid heeft tot een verdere participatie van de vrouw in allerlei maatschappelijke activiteiten. De heer SCHOTANUS begrijpt het vergelijk dat wethouder Verweij oproept niet. Spreker vraagt of de wethouder, gelet op het agendapunt dat voorligt, zegt dat er binnen de Turkse gemeenschap te weinig wordt gedaan aan de emancipatie en de integratie van de vrouw. *
Toezegging door het college
59
Wethouder VERWEIJ heeft, bij nader inzien, spijt van zijn voorbeeld, omdat dit voorbeeld naar bepaalde groepen in de raad gevoeligheid kan opleveren. Daar biedt hij zijn excuses voor aan. Spreker doelt niet in het bijzonder op de vrouwen van de Turkse gemeenschap, maar op de emancipatoire beweging die zich de afgelopen decennia in de Nederlandse samenleving heeft voorgedaan. Dan begrijpen wij elkaar goed, zegt de heer SCHOTANUS. Voor spreker hoefde wethouder Verweij niet zijn excuses aan te bieden, want spreker had niet de indruk dat de wethouder wat anders bedoelde dan spreker veronderstelde. Wel trok de wethouder een vergelijk met enerzijds de dorpshuizen, verenigingsgebouwen etc. en anderzijds de kerkelijke bijgebouwen, waarvoor geen geld gevraagd werd omdat wellicht de drempel hoger was. De SGP blijft toch nog zitten met het hele integratie gebeuren van dit feit. Waarom kan men geen gebruik maken van de algemene gemeentelijke voorzieningen die er zijn. Voor de SGP blijft toch de vraag overeind, waarom wij als gemeente, als overheid, deze zo sterk aan een religieuze groepering gelieerde groep, gaan steunen. Mevrouw ROSBERGEN raadt de heer Schotanus aan, landen als Australië, Nieuw Zeeland en Canada te bezoeken, en te zien hoeveel Nederlandse clubs daar zijn om in beslotenheid hun eigen feest te vieren, juist opdat zij met elkaar hun Nederlanderschap kunnen blijven beleven. En hoe Nederlanders daarbij tevens uitstekend integreren, mede doordat zij dat warme nestgevoel kunnen blijven houden in hun eigen club. Daar is absoluut integratie, want de kinderen van deze mensen spreken niet eens Nederlands meer. In het onderhavige geval is dat precies hetzelfde. De heer SCHOTANUS vraagt zich af of de voorbeelden die mevrouw Rosbergen geeft, gesubsidieerd worden door de betreffende overheid. Het standpunt van de heer Schotanus ging over integratie, zegt mevrouw ROSBERGEN. De heer Schotanus zei: “op het moment dat wij ervoor zorgen dat mensen in hun eigen, aparte centrum blijven, kan er geen sprake zijn van integratie”. Als tegenvoorbeeld gaf spreker aan dat Nederlanders, die zo’n 30 – 40 jaar geleden vertrokken zijn naar voornoemde landen, uitstekend geïntegreerd zijn, maar toch ook behoefte hebben aan hun eigen club, hun eigen gemeenschapsgevoel. De heer SCHOTANUS zegt dat hem nu standpunten in de mond worden gelegd die hij niet heeft gezegd en nog minder heeft bedoeld. Het gaat spreker om het betoog en het debat dat thans ontstaat. Daarvan heeft spreker geprobeerd te zeggen “hoe kunnen wij subsidiëren, terwijl wij de integratie hoog in ons vaandel hebben”. De VOORZITTER sluit de beraadslagingen. Het voorstel wordt met 21 stemmen voor en 7 stemmen tegen aangenomen. Voor hebben gestemd de fracties van het CDA, PRO’98, ChristenUnie, VVD en Burger Initiatief. Tegen hebben gestemd de fracties van SGP en Lijst 8. 23. Uitvoering raadsbesluit van 20 december 2005 – inzet extra middelen minimabeleid (voorstel nr. 06-92) Fracties in eerste termijn Mevrouw DEN DUNNEN “Voorzitter, Aan de hand van een commissievergadering hebben wij van de wethouder begrepen dat het niet mogelijk is om, bijvoorbeeld, alleenstaande ouders met kinderen in de bijstand of alleenstaande ouderen, extra te laten profiteren van de nu beschikbare extra middelen. Op die manier doen wij aan inkomenspolitiek, zo zei de wethouder. Wij vinden het jammer dat er geen mogelijkheden zijn, terwijl de nood bij veel Barnevelders hoog is. In dat kader kom ik toch maar weer terug op de voedselbank. Afgelopen week lazen wij in de Barneveldse Krant dat de voedselbank al aan 500 inwoners van onze gemeente voedselpakketten uitdeelt.” De heer VAN DER WERF zegt dat hij dat krantenartikel ook heeft gelezen. Spreker heeft dat geverifieerd en kreeg te horen dat het artikel misschien wel een stukje pr voor de voedselbank is. In werkelijkheid gaat het om 120 – 160 gezinnen. Dat is een aanzienlijk ander getal dan in de krant werd genoemd.
60
Mevrouw DEN DUNNEN wil het nu niet over de getallen hebben. Het gaat haar meer om de strekking. Duidelijk is in ieder geval wel dat veel mensen weinig inkomen hebben. Zo weinig zelfs dat zij van de voedselbank gebruik maken. Spreker vindt de voorgestelde extra inzet heel sympathiek, maar zij vindt het onbegrijpelijk dat de voedselbank nog steeds niet kan rekenen op ondersteuning vanuit de gemeentelijke organisatie. Daarom stelt PRO’98 voor daar ook wat aan te doen, naast het voorgestelde pakket maatregelen. Of, daarin wat te verschuiven. Ook als dit niet kan zal PRO’98 het voorstel wel steunen. Voordat de heer VAN DER WERF zijn toelichting geeft merkt hij het volgende op. Spreker heeft begrepen dat er al contact is geweest tussen de wethouder en de voedselbank. Spreker heeft ook begrepen dat de wethouder zich heel coulant heeft opgesteld. Overigens schijnt er vanuit de voedselbank niet een heel duidelijke vraag over subsidie te zijn geweest. Daarbij heeft spreker geen enkel beeld van wat de voedselbank precies doet, wat precies haar functie is, en aan wie de voedselpakketten worden verstrekt. Spreker gelooft zeker dat het naar mensen gaat die het nodig hebben, maar de vraag is of de nood op die manier geledigd moet worden of dat er betere en meer structurele maatregelen nodig zijn. “Voorzitter, Als je als gemeente de ambitie hebt om de beste sociale dienst van Nederland te realiseren, dan past in deze doelstelling, zeker in een tijd van recessie, dat je probeert iets extra’s te doen voor de minima. Nou is het voorgestelde bedrag van 30.000 euro niet een bedrag waar je grote wonderen mee kunt verrichten, maar in de situatie van de minima is een dergelijk bedrag toch redelijk substantieel. Er is creatief gezocht naar mogelijkheden, omdat wij niet aan inkomenspolitiek mogen doen. Hoe kan dit zodanig vorm worden gegeven dat mensen constructief iets kan worden gegeven, zonder dat je met de inkomensstimulering bezig bent. Nogmaals, bewondering voor de creativiteit. Eén van de maatregelen is bijvoorbeeld dat 100 mensen deel kunnen nemen aan een collectieve verzekering. Dat is substantieel. Dat zet wat de premie betreft zoden aan de dijk. Voor het CDA is belangrijk dat de overheid hulp biedt, maar het mag niet leiden tot een prikkel tegen het zoeken naar eigen inkomsten. Dat moet voorop staan, maar in de tussentijd is het uitstekend dat mensen die daartoe niet in staat zijn, op deze manier geholpen worden en het CDA stemt dan ook van harte met het voorstel in.” De heer JANSE: “Voorzitter, De SGP is blij met dit voorstel. Naar aanleiding van onze motie, december 2005, is met steun van andere fracties deze motie aangenomen. Dat een meevaller, ontstaan uit rentevoordeel, besteed kan worden aan de minima. De wethouder is toen verzocht met voorstellen te komen. Het doel van de SGP was en is: kunnen wij in dit geval extra steun geven aan de minima. Wij hebben van het college een uitgewerkt voorstel gekregen. Verruiming van de bijzondere bijstandsregels, mogelijkheden voor collectieve aanvullende ziektekostenverzekeringen en een energiebesparingspakket, zoals verwoord in de beslissingspunten. Voorzitter, de armoede in Nederland is een groeiend probleem. Laatst las ik in de krant dat Tweede Kamerleden zich afvragen of gemeenten wel creatief genoeg zijn. Hier hebben wij naar onze mening een voorbeeld, dat wij hier in Barneveld wel creatief zijn, binnen onze mogelijkheden. Wij willen dank geven aan de medewerkers voor de uitwerking, en dank geven aan de Cliëntenraad voor haar betrokkenheid en advisering hierin. Tot slot nog één vraag over de communicatie. Krijgen de personen die in aanmerking komen voor bijzondere bijstand, bericht over deze verruimende maatregel. En krijgen personen die wel eens afgewezen zijn, ook bericht van het feit dat de mogelijkheden verruimd zijn? De voorstellen geven een goede aanvulling op het minima beleid. De SGP kan akkoord gaan met het voorstel.” De heer BLANKENSTIJN merkt het volgende op. “Voorzitter, Naar aanleiding van een motie van de SGP heeft de raad in december 2005 besloten extra geld ter beschikking te stellen van de minima. Dat wordt verkregen door een rentevoordeel van 30.000 euro. Er worden door deze raad vaak goede besluiten genomen en dit is er één van. De mensen in onze gemeente die van een minimum inkomen moeten rondkomen kunnen deze extra steun zeker gebruiken. Bij
61
deze voorstellen wordt de groep die net boven de bijstandsnorm zit ook betrokken. Daar zijn wij heel blij mee, want deze groep valt vaak net buiten een aantal kwijtscheldingsregelingen. Wij stemmen dan ook van harte in met dit voorstel.” De heer VAN ESSEN merkt het volgende op. “Voorzitter, Voor Lijst 8 is ondersteuning van de zwakkeren in de samenleving een goed uitgangspunt, maar voor ons niet op deze manier. Dit is symptoombestrijding en het heeft geen goede wettelijke basis. In zijn algemeenheid kun je zeggen dat de armoede een gevolg is van de tweedeling in de maatschappij. Door het liberale beleid van de landelijke overheid. Destijds is een motie hierover aangenomen, waarvan dit de uitwerking is, met als doel het sociale imago van de betreffende partijen te verhogen. Voor Lijst 8 kan en moet dat op een andere manier. Een betere manier dan het voorstel dat thans voorligt. Dit voorstel gaat ten onder aan bureaucratische rompslomp. De kosten zijn waarschijnlijk net zo hoog als het te besteden bedrag. Extra capaciteit inhuren staat er in het stuk. Hoeveel blijft er eigenlijk over van die 30.000 euro, als alle kosten er vanaf zijn getrokken. Ik denk dat dit de burgers voor het lapje houden is. Daarom stelt Lijst 8 voor deze 30.000 euro over te hevelen naar de Wet maatschappelijke ondersteuning.” Reactie van het college op de eerste termijn Wethouder VERWEIJ geeft aan hedenmorgen opnieuw een gesprek te hebben gehad met mensen van de voedselbank. Hij wil graag de contacten met hen constructief voortzetten. Spreker constateert tevens dat er enige verdere professionalisering plaatsvindt en hij heeft wederom de afspraak gemaakt om gezamenlijk een onderzoek te doen naar het cliëntenbestand van de voedselbank om te zien of er uit dat onderzoek gegevens naar boven komen, waaruit blijkt dat mensen die nu nog niet beschikken over een uitkering deze alsnog zouden kunnen krijgen. Deze afspraak was al gemaakt, maar door misverstanden wordt pas nu de draad opgepakt. Spreker heeft goede moed dat hiermee een stapje verder wordt gekomen. Een VVD wethouder in Alphen a/d Rijn heeft gezegd dat hij het een schande vindt dat er voedselbanken zijn. Spreker is het daarmee eens. Wij moeten er dus zo hard mogelijk aan werken om een dergelijke voorziening ook weer zo snel als mogelijk weg te krijgen. Het moet niet nodig zijn dat men een beroep moet doen op een voedselbank. Maar een feit is, dat veel mensen daartoe genoodzaakt worden. De heer VAN ESSEN vraagt waar de wethouder aan denkt als hij zo snel als mogelijk de voedselbank weg wil hebben. Wethouder VERWEIJ constateert tot zijn vreugde dat meerdere partijen, als zij daartoe de mogelijkheid hadden, meer invloed zouden willen hebben op de hoogte van de bijstandsuitkering. Er zijn inmiddels politieke partijen die, in hun partijprogramma, voorstellen om, in het landelijk beleid, het mogelijk te maken de bijstandsuitkering op te hogen. Dat zou er misschien toe kunnen leiden dat er minder een beroep hoeft te worden gedaan op de voedselbank. Als plaatselijke politiek kunnen wij dat niet. Als het gaat over de creativiteit van gemeentes dan durft spreker wel te beweren dat Barneveld één van de gemeentes is waar niet alleen creatief wordt gedaan, maar ook extra middelen worden ingezet voor de minima. De gemeente Barneveld besteedt meer dan dat de landelijke overheid beschikbaar stelt. Dat mag met eer worden gezegd. Aan de hand van de opmerking dat het beschikbaar gestelde bedrag van 30.000 euro niet zo’n groot substantieel bedrag is, verduidelijkt spreker dat dit bedrag is bedoeld voor de doelgroepen die vallen onder de eerste twee punten in het voorstel en wel die categorie die er tot nu toe niet voor in aanmerking kwam. Dit betreft alleen de categorie mensen tussen 100 % en 120 % bijstandniveau. Daar waar het gaat over het verstrekken van het energiebesparingpakket, punt 3 van het voorstel, betreft het de totale groep die tot de minima behoort. Over de communicatie geeft spreker aan dat, als het gaat over punt 3 van het voorstel, heel gemakkelijk inzicht kan worden verkregen welke groep een bijstandsuitkering heeft. Degenen die tot de categorie 100120% behoren, kunnen niet allemaal rechtstreeks worden opgespoord. Daar zullen wij actief de krant mee in moeten. Symptoombestrijding; misschien is dat wel zo, maar spreker doet liever aan symptoombestrijding, zodat de mensen een stapje verder worden geholpen, dan dat niet te doen.
62
Bureaucratische “rompslomp”; spreker onderkent dat het enige ambtelijk inzet kost, maar dit gaat niet ten koste van het bedrag dat, dankzij de motie van de SGP, ervoor beschikbaar is gesteld. De heer VAN ESSEN vraagt of dit bedrag dan uit de algemene middelen komt; dat mag niet. Wethouder VERWEIJ antwoordt dat dit bedrag ook niet uit de algemene middelen komt. Spreker heeft met de betrokken afdeling afgesproken dat aan dit onderdeel van werkzaamheden, tijdelijk, prioriteit wordt gegeven. Er is geen extra geld mee gemoeid. Fracties in tweede termijn Mevrouw DEN DUNNEN zegt dat zij in haar bijdrage specifiek de aandacht heeft gevraagd voor de mensen die het misschien nog wel minder hebben dan de minima. Fijn dat de wethouder weer in gesprek is met de voedselbank. De heer VAN ESSEN blijft bij zijn eerdere opmerking, hij ziet het als symptoombestrijding. De minima komen steeds meer tekort, er komen steeds meer voedselbanken in zicht. Aan de andere kant is een groot deel van de avond gediscussieerd over de parkeernotitie, waarin het ‘grote geld’ de hoofdtoon voert. Kortom, spreker vindt dat er sprake is van verkeerd beleid. Ook PRO’98 is geen voorstander van maatregelen die ‘doekjes voor het bloeden’ zijn, zegt mevrouw DEN DUNNEN. De heer VAN ESSEN antwoordt dat hij daar bij PRO’98 de hele avond niets van heeft gemerkt. De VOORZITTER sluit de beraadslagingen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met de aantekening dat Lijst 8 geacht wordt te hebben tegengestemd. 24. Advies toewijzing van zendtijd aan de Barneveldse Omroep Stichting Aktief (voorstel nr. 06-86) De heer KNAPEN “Voorzitter, Vanavond vraagt u ons een besluit te nemen met betrekking tot het toekennen van zendtijd aan BOSA. Binnenkort voldoet BOSA aan de in artikel 30 van de Mediawet genoemde criteria. In het verleden hebben wij als SGP-fractie onze twijfels geuit over de toegevoegde waarde van deze lokale omroep. De twijfels en bezwaren zijn in de loop der jaren niet weggenomen. Hoewel wij wel enige waarde zien in het doorgeven van informatie van en over commissie- en raadsvergaderingen, de bevolking van onze gemeente kan ze op deze manier volgen, op zich is dit een goede zaak, maar aan de andere kant heeft en houdt de SGP principiële bezwaren tegen diverse programma’s zoals deze door de BOSA worden verzorgd. Zeker waar het gaat om uitzendingen op de zondag. De fractie van de SGP kan dan ook niet instemmen met het positief advies met betrekking tot het toekennen van zendtijd aan deze omroep. De VOORZITTER stelt vast dat het voorstel door alle fracties wordt ondersteund, met uitzondering van de fractie van de SGP. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met de aantekening dat de SGP geacht wordt te hebben tegengestemd. De heer Van Essen van Lijst 8 was ten tijde van de vaststelling van dit agendapunt even afwezig. 25. Wijziging tarieventabel leges (voorstel nr. 06-95) Het voorstel wordt zonder hoofdelijk stemming aangenomen. Tijdens het vaststellen van dit agendapunt was de heer Van Essen van Lijst 8 even afwezig.
63
26. Evaluatie waarden- en normendebat (voorstel nr. 06-98) De heer SCHERMERS “Voorzitter en collega’s, ik had u willen trakteren op een mooie beschouwing over waarden en normen, maar dat zal ik u besparen. Ik zal kijken of ik mijn bijdrage geschikt kan maken voor internet, dan kunt u het allemaal lezen. Wij zijn heel blij met het waarden- en normendebat zoals gevoerd is in de gemeente. Voor ons heeft het duidelijk een functie gehad. Wij denken namelijk dat de dialoog, in tegenstelling tot het debat, tussen mensen, jong en oud, altijd leidt tot een betere samenleving. Dus vervolg hieraan geven, zoals in het voorstel staat, is goed voor een betere samenleving en is goed voor Barneveld. Dus, college pak de punten op die in het voorstel staan, zodat er verder vorm aan gegeven kan worden.” De heer KNAPEN “Voorzitter, Als SGP-fractie willen wij in de eerste plaats de organisatoren complimenteren met het mooie stuk werk dat is verzet en het behaalde resultaat. Wij constateren dat deze zaken alleen te realiseren zijn als fracties de handen ineen slaan en met ondersteuning van het ambtelijk apparaat het proces in gang zetten en onderhouden. Nogmaals, onze welgemeende complimenten. Zó kan het dus ook in Barneveld. Over het raadsvoorstel zelf hebben wij enkele kanttekeningen over het proces en de inhoud. In de eerste plaats vinden wij het als SGP-fractie heel jammer dat er met name in de kleine kernen geen debatten hebben plaatsgevonden. Ook voor de kleine kernen had het een meerwaarde kunnen opleveren. Dit met name als je kijkt naar de resultaten van de politiemonitor leefbaarheid en veiligheid. Ten tweede constateren wij dat het normen- en waardendebat tot doel had het stimuleren van het bewustwordingsproces van gemeenschappelijke omgangswaarden en normen in de Barneveldse samenleving. Dit doel onderschrijven wij van harte. Wel hebben wij er een vraag bij. Is dit doel nou echt gehaald? In het raadsvoorstel wordt gezegd van wel, maar wij vragen ons af, waar dit op gebaseerd is en hoe smart (specifiek, meetbaar, acceptabel, reeël, tijdgebonden) is dit. Niet om extra kritisch te zijn, maar om er lessen voor de toekomst uit te halen. Ten derde viel ons op dat het bezoekersaantal per bijeenkomst een beetje tegen viel. Heeft men ook inzicht waar dit aan ligt. In contact treden met de burger is en blijft belangrijk. Dit voorstel wil een aanzet geven aan het gezamenlijk naar buiten treden. De SGP ondersteunt dit. Als het gaat om het vervolgtraject hebben wij nog een vraag aan het college. In het voorstel wordt aan het college gevraagd een aantal acties in gang te zetten. Wij zijn benieuwd naar de visie en de reactie van het college hierop. Hoe wil het college met die acties omgaan?” De heer VAN DEN BORN “Voorzitter, Voor ons ligt de evaluatie van het waarden- en normendebat. Het is geen geheim dat de VVD vanaf het begin geen voorstander is geweest van deze discussie. Wij hadden onze bedenkingen over de afloop van een dergelijke discussie. Er bestond bij de VVD angst dat de discussie zou gaan over allerlei zaken die niet direct te maken zouden hebben met het onderwerp. Maar uiteraard legt ook de VVD zich neer bij meerderheidsbesluiten en is zelf bij drie van de zes avonden aanwezig geweest. Tijdens deze avonden, waarop overigens ons het aantal bezoekers tegenviel, werd ons vermoeden dan ook een beetje bevestigd. Er werd namelijk over heel veel onderwerpen gesproken, maar het onderwerp normen en waarden werd ondergesneeuwd door andere problemen. Wij hebben heel veel zaken als fietspaden, stootblokken, parkeerplaatsen, paardenbakken, grasmaaien, veldjes, bedrijven die stankoverlast veroorzaken etc. voorbij horen komen. Dit gevoel komt ook een beetje naar voren in de lijst met actiepunten ten behoeve van het college. Van de 26 actiepunten in het voorstel gaan er drie expliciet over waarden en normen. Bijvoorbeeld, nachtelijk lawaai van buitenspelende kinderen, hangjongeren Kromme Akker, zwerfvuil. Overigens heel belangrijke aandachtspunten. Een positief aspect van dit verhaal is dat de burgers op deze manier hun verhaal kwijt konden. Dat is een goede zaak. Een andere conclusie die je kunt trekken is dat het zeer belangrijk is dat de wijkplatforms en de plaatselijke belangenverenigingen een belangrijke taak vervullen ‘in het gat dat er soms gaapt’ tussen overheid en burgers. En dat wij als raad de taken van deze instanties altijd serieus moeten nemen.
64
Inzake de aanbevelingen; de VVD vindt deze te vaag. Zij vindt het een taak van de raad, niet van het college, deze aanbevelingen tot zich te nemen. De VVD steunt het voorstel niet.” De heer SCHURING “Voorzitter, Waarden en normen zijn termen die sleetse plekken beginnen te krijgen. Zo vaak is erover gesproken in ons land. Maar is het door al die gesprekken beter geworden? Wat er in Den Haag op dit vlak gebeurt, is niet zo relevant. Wij hebben het vanavond over de Barneveldse normen en waarden. Niet meer, en vooral ook niet minder. Als raad zijn wij op stap geweest, om te praten met de inwoners. Wat houdt hen bezig, waar ergeren zij zich aan en wat willen zij veranderen. Het evaluatierapport meldt de succesvolle, maar ook de minder succesvolle, resultaten van ons werk. Wij vinden dat de evaluatie recht doet aan hetgeen is gebeurd. Persoonlijk kijk ik terug op een prettige avond die ik samen met Bernard Schermers en vertegenwoordigers van de wijkplatforms heb gehad, in de wijken De Burgt en Barneveld Zuid. Het waren goede gesprekken, over hoe wij naar elkaar moeten omzien en voor elkaar zorgen. Gesprekken met mensen die oog hebben voor hun buurt en wijk. Nog enkele kanttekeningen! - Krijg je bij zo’n gespreksavond de mensen uit de hele buurt wel aan tafel. Of blijven de mensen die overlast veroorzaken of zich a-sociaal gedragen, juist thuis en komen er alleen de mensen die het al snel met je eens zijn. Ik denk dat dit voor het vervolg een punt van aandacht moet zijn. - Het tweede punt; hoe ziet het vervolg er so wie so uit. Wij kunnen ons vinden in het voorstel om vervolgstappen te organiseren. Wel moeten wij ervoor waken dat wij als overheid niet komen vertellen hoe het allemaal moet. Bevoogdend overkomen is een valkuil waar wij niet in moeten stappen. Wat ons betreft ligt de nadruk in het gesprek met de bewoners bij stimuleren en faciliteren. - De actieve rol van wijkplatforms is ons erg goed bevallen. De wijkplatforms weten precies wat er in de buurt leeft en zij kennen hun pappenheimers. Wij zijn dan ook blij met het voorstel om wijkplatforms een duidelijke rol te geven. Wat ons betreft kan die rol niet groot genoeg zijn. Voorzitter, onze fractie kijkt terug op een waarde(n)vol traject en dankt allen die zich daarvoor hebben ingezet, zoals de ambtelijke ondersteuning, de initiatiefnemers en de werkgroep. Wij stemmen in met het voorstel, met de kanttekeningen die ik net heb genoemd, waarvan de kern is ‘laat het vooral iets zijn van de bewoners zelf’. De vervolgstappen zijn dan zeker waardevol.” De heer VAN ESSEN “Voorzitter, Lijst 8 heeft niet meegedaan met het normen- en waardendebat. Wij hadden aangegeven dat het discussiëren met wijkplatforms, over de gang van zaken in de wijken, hetzelfde is als met vooruit geselecteerde mensen praten over problemen die anderen veroorzaken. Die anderen komen de klaagzangen evenwel niet aanhoren. Zij blijven liever thuis. Daarom voegt een dergelijk debat voor Lijst 8, klagen tegen burgers die het toch al met je eens zijn, niets toe aan oplossingen. En, in het geval het bijvoorbeeld over een stoeptegel gaat, hoort een telefoontje naar de gemeente voldoende te zijn om zulke zaken op te lossen. Daar hebben wij geen tussenpersonen voor nodig. Moeten de wijkplatforms de klachten soms selecteren voordat ze het gemeentehuis bereiken? Dan de bijeenkomsten van raadsleden met de burgers die in wijkplatforms zitten. Nogmaals, dit voegt voor Lijst 8 niets toe aan normen en waarden. Aan deze vorm van afleiden van de werkelijke problemen, wil Lijst 8 niet meedoen. Wij adviseren de raad dan ook er direct mee op te houden. Dit traject kost veel geld en energie, maar levert niets op. ‘Voorléven is beter dan voorzeggen’.” Mevrouw DEN DUNNEN “Voorzitter, Zoals u weet stond PRO’98 niet te juichen toen besloten werd als gemeente een normen- en waardendebat te organiseren. Wij zien het niet, in de eerste plaats, als een taak van de gemeente. Wij hebben in ons land wetten en regels waaraan wij ons hebben te houden. En als het goed is leer je het nodige van je ouders, op school, verenigingen etc. De overheid heeft wel als taak om de regels en de afspraken, die wij met elkaar hebben afgesproken, te handhaven. Wat wij ook heel belangrijk vinden is dat wij elkaar als burgers moeten aanspreken op zaken die fout gaan. Hoewel wij dus niet stonden te juichen, hebben wij wel aan het debat meegedaan.
65
Wat wij op de debatavonden hoorden van burgers was waardevol en leerzaam. Wij moeten echter wel zeggen dat wij dezelfde zaken ook horen op vergaderingen van de wijkplatforms. Dit leken wijkplatform-plus avonden. Inzake de gevraagde beslissingen; PRO’98 neemt kennis van de uitkomsten. Een aantal aanbevelingen overnemen, zoals, organiseer contact tussen raad, burgers en wijkplatforms, doet PRO’98 zelf al. Wij hebben zoveel als mogelijk contact met wijkplatforms en met de burgers. Het lijkt ons wel een goed idee om de bezoeken aan alle wijkplatforms met elkaar te verdelen, want wij merken als fractie dat het bijna onmogelijk is om alle 15 wijkplatforms goed te volgen. De andere ideeën die onder punt 2 genoemd worden vinden wij uitstekend, maar wij verwijzen wel naar de kanttekeningen in dit stuk, namelijk dat het allemaal moeilijk te meten is. Punt 3 vindt PRO’98 prima, want te zijner tijd zal PRO’98 de voorstellen beoordelen. Ook met punt 4 gaat PRO’98 akkoord, al lijkt het PRO’98 zinvol om daar ‘zo mogelijk’ aan toe te voegen, want er staan punten bij die volgens PRO’98 schier onmogelijk te vervullen zijn. Wat PRO’98 betreft zou het volgende een goede aanbeveling zijn. Faciliteer en ondersteun de wijkplatforms, bijvoorbeeld 1 keer per jaar of 1 keer per 2 jaar, om een bijzondere open avond te organiseren, waar zoveel mogelijk mensen uit de wijk en de politiek bij betrokken worden. Dat zou ook met de jongeren moeten gebeuren. Al met al heeft het waarden- en normendebat een goed contact met de burgers opgeleverd. PRO’98 had dit overigens ook zonder dit voorstel al nagestreefd. PRO’98 zal de gevraagde beslissing steunen.” “De voorbereidingscommissie legt vanavond, middels het voorstel, verantwoording af, over zowel het proces als het resultaat, aldus de heer VAN DER WERF. Op basis hiervan wordt de raad gevraagd een viertal beslissingen te nemen. In de voorbereidingscommissie zaten ook de heren Blankenstijn en De Knegt. De vertraging van de politiemonitor, waar wij als commissie overigens niet zoveel aan konden doen, heeft wel een rol gespeeld. De wijkplatforms waren in wezen bereid de debatten met ons te voeren, maar door diverse vertragingen, heeft ons dat aanvankelijk in het strakke schema wat beïnvloed. En daarmee ook de voortgang van het proces. Spreker zal de complimenten, aan degene die thans niet aanwezig is, overbrengen. Gelijk de heer Knapen betreurt ook spreker dat de debatten niet in de kleine kernen zijn gevoerd. Ook zij zijn een belangrijk deel van onze gemeente. De afspraak was overigens wel om de resultaten van de monitor in de kleine kernen te presenteren. Helaas ging dit, door allerlei redenen, niet door of haakte men af. Stimulering gemeenschapswaarde en meetbaarheid; spreker onderkent dat het so wie so lastig is om in een gemeenschap te meten hoe het gesteld is met het waarden- en normenbesef. In de ene wijk kan de criminaliteit hoger zijn dan in een andere wijk. Daar kun je een gedachte aan verbinden, maar het blijft lastig te definiëren. De heer KNAPEN bedoelde met het ‘smart’-deel, hoeveel mensen er eigenlijk zijn bereikt. Op de debatavonden zijn niet alleen de jaknikkers bereikt, zegt de heer VAN DER WERF. Spreker is het eens met de gedachte, maar dat geldt haast voor iedere activiteit, dat maar een klein gedeelte van de burgers wordt bereikt. Het verbaast spreker dat de heer Van den Born de aanbevelingen zelf als raad wil oppakken. In het voortraject van de debatten, wilde de heer Van den Born in de Veluwehal een groot debat voor alle Barnevelders organiseren. De heer Van den Born was in de veronderstelling dat wij daar dan wel een zinvol waarden- en normendebat zouden voeren. Spreker denkt niet dat dat het geval zou zijn geweest, zeker niet nu de heer Van den Born zegt dat in de wijkplatforms vooral over andere zaken werd gesproken. De heer VAN DEN BORN zegt dat de heer Van der Werf hem niet goed heeft begrepen. De reden om een dergelijk debat op één avond te organiseren had te maken met de verkiezingen van destijds. Het was drie maanden voor de verkiezingen en de VVD vond het een onzalige gedachte om vóór die tijd ook nog diverse debatten te voeren. Uiteindelijk zijn de debatten over de verkiezingen heen geschoven.
66
Als wij nu kijken naar de aanbevelingen dan leest spreker heel veel zaken die niets met waarden en normen te maken hebben. Spreker had inderdaad de gedachte als raad zelf de handschoen op te pakken en er als raad zelf wat mee te gaan doen. Het lijstje waaruit de heer Van den Born punten citeerde, waaronder fietspaden, stootblokken etc, zijn echter opmerkingen in de kantlijn zegt de heer VAN DER WERF. Deze hebben niet met het waarden- en normendebat te maken. In het eerste stuk staan de hoofdthema’s vermeld, waarop de aanbevelingen zijn gebaseerd. De heer VAN DEN BORN wijst erop dat boven de punten staat: Lijst van actiepunten ten behoeve van het college. De heer VAN DER WERF zegt dat dit klopt. De lijst zal te zijner tijd gescreend moeten worden. Het klopt dat tijdens de debatavonden mensen, die je wilde bereiken, niet aanwezig waren. In een behoorlijk gekleurde wijk was er helaas niemand van de allochtonen. Mevrouw Den Dunnen sprak van wijkplatform-plus avonden; spreker denkt dat zij daar wel een beetje gelijk in heeft. Overigens is het nooit de bedoeling geweest om hoogwaardige, abstracte debatten te voeren. Het gaat om zaken die de mensen bezighouden. Eén van de doelstellingen van de WMO sluit daar zeer nauw bij aan. Wij zullen daarom als gemeente toch een andere rol krijgen, anders dan PRO’98 verwoordde, omdat het een wettelijke taak is binnen de WMO. Het gaat om behulpzaamheid naar elkaar toe, zegt mevrouw DEN DUNNEN. Spreker is bij verschillende debatavonden geweest, maar onderwerpen als stoeptegels en hondenpoep kwamen heel veel aan de orde. Blijkbaar zijn het zaken die bij mensen een grote rol spelen zegt de heer VAN DER WERF. Al probeer je mensen naar het onderwerp toe te trekken, dan komen dergelijke punten er toch tussendoor. Dank aan degenen die hebben meegedaan in het hele debat. Er zijn een aantal raadsleden zeer actief bij betrokken geweest. Ook u burgemeester. Voor het overige stelt spreker voor in te stemmen met de gevraagde beslispunten. PRO’98 was niet vóór een waarden- en normendebat, maar PRO’98 heeft niets tegen het voorstel zegt mevrouw DEN DUNNEN. De VOORZITTER voegt toe het nuttig te hebben gevonden om met elkaar in gesprek te zijn. Op zichzelf genomen is dat goed. De punten op de actielijst zijn zeer divers. Kortom ‘rijp en groen’ door elkaar. Het college zal hiernaar kijken. Juist omdat er ook een aantal juridisch getinte opmerkingen op staan. * Het college zal aangeven hoe zij verder met de actielijst omgaat. Spreker pleit ervoor geen nieuwe instituten op te richten. Er zijn bestaande structuren; laten wij daar zo efficiënt mogelijk gebruik van maken. Houdt het simpel en overzichtelijk. Laten wij als gemeente van onze sterke punten, en die hebben wij, o.a. wijkplatforms, dorpsraden, gebruik maken. In de tweede plaats gaat het niet alleen om de vraag wat de gemeente voor de mensen kan betekenen, maar om wat je voor elkaar kunt betekenen. En, wat kun je als gemeenschap zelf doen. Dan voeg je een * extra element aan het debat toe buiten alleen de relatie overheid – samenleving. Het college zal hierover haar gedachten laten gaan. De VOORZITTER brengt de 4 beslispunten in stemming. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen met de aantekening dat de fracties van de VVD en Lijst 8 geacht worden te hebben tegengestemd. 27. Benoeming tweede secretaris / onderzoeker gemeenschappelijke rekenkamercommissies (voorstel nr. 06-101) Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
*
Toezegging door het college
67
28. Beschikbaarstellen krediet in verband met het organiseren van de Tweede Kamer verkiezingen op 22 november 2006 (voorstel nr. 06-80) Geen der fracties is tegen het beschikbaar stellen van het onderhavige krediet. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 29. Aanmelden voor deelname aan het project “stemmen in een willekeurig stemlokaal” voor de Tweede Kamer verkiezingen op 22 november 2006 (voorstel nr. 06-81) Mevrouw KUIPER informeert waaraan het bedrag besteed wordt. Wethouder Tijmensen had de raad destijds een memo toegezegd, maar spreker heeft deze nog niet ontvangen. Onder andere aan het mobiele stembureau en aanpassing van de software, aldus de VOORZITTER. Hoewel de ChristenUnie met het voorstel instemt, zegt mevrouw KUIPER, had zij toch graag meer specifiek gezien waar de kosten naar toe gaan. *
De VOORZITTER zegt toe dit via de commissie Bestuur aan te zullen geven.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 30. Inhuur van externen, rapport rekenkamercommissies ViP (voorstel nr. 06-78) De heer HEEMSKERK “Voorzitter, Het is het laatste punt van de raadsvergadering, terwijl het om het eerste rapport van de rekenkamercommissie gaat. Ik wil reageren op beslispunt 2, te weten: ‘Kennis nemen van de reactie van het college op de door de rekenkamercommissie aan het college gerichte aanbevelingen’. De rekenkamercommissie zegt dat de inhuur van externen voor Barneveld doeltreffend en doelmatig is. De SGP plaatst daar toch wat kanttekeningen bij, naar aanleiding van de onderbouwing van deze conclusies door de rekenkamercommissie. Deze heeft namelijk deze conclusies getrokken omdat in één van de drie onderzochte cases doeltreffend en doelmatig was gehandeld. Wij vinden het dan ook vreemd dat de rekenkamercommissie uiteindelijk tot de conclusie is gekomen zoals te vinden is in het rapport. Onder andere, de conclusie en de onderbouwing van de conclusie in het rapport zijn niet eenduidig. Wij geven de rekenkamercommissie dan ook het advies mee om hier een volgende keer op te letten. In de richting van het college willen wij aangeven dat ze zich niet alleen de conclusie, maar ook de onderbouwing ter harte nemen. Tot slot vraagt spreker wanneer de inkoopnota inzake de inhuur van externen komt.” De heer GULDIE “Voorzitter, Op zich is het een redelijk rapport. Maar, ik heb het al eerder gezegd, voor het bedrag dat wij aan de rekenkamercommissie betalen, hadden wij wel iets anders in gedachten. De rekenkamercommissie heeft naar ons idee iets onderzocht waaraan in de gemeente Barneveld niet zo heel veel behoefte bestaat. Dat blijkt ook wel uit het rapport zelf. Steeds is dat het probleem dat de VVD met de rekenkamercommissie heeft. De VVD ziet veel liever dat de raad een opdracht voor de rekenkamercommissie formuleert. Wij kunnen dan zelf aan de rekenkamercommissie vragen datgene te onderzoeken waar wij echt behoefte aan hebben. Of zij dat dan ook zullen onderzoeken, moeten wij afwachten, want dat is aan de commissie zelf. Graag wil ik hierover, op een ander tijdstip, nog eens een discussie voeren, want ik vind dat, als je op deze manier naar het voorstel kijkt waarbij je veel geld van de burger uitgeeft, het rendement in de komende jaren waarschijnlijk niet erg indrukwekkend zal zijn.”
*
Toezegging door het college
68
Burgemeester HOUBEN kan zich het gevoel van de heer Guldie voorstellen. Alleen, het kenmerk van het duale stelsel is dat er een onafhankelijke rekenkamercommissie is. En dat deze commissie ook moet werken in opdracht van de gemeenteraad. Wat de rekenkamercommissie wel doet is informeren bij de deelnemende gemeenten aan wat voor typen onderwerpen men denkt voor onderzoek. In dit geval is dat ook gebeurd en spreker dacht ook al voor volgend jaar. De raad kan de rekenkamercommissie alleen maar verzoeken iets te onderzoeken. In het betoog van de heer Heemskerk is mij niet helemaal duidelijk waarop hij doelde. Had de conclusie van het college beter onderbouwd moeten worden? De heer HEEMSKERK ziet in het rapport van de rekenkamercommissie één onderzoek. Het betreft 3 zaken. Eén hiervan betreft de doeltreffendheid en de doelmatigheid. Vervolgens heeft de rekenkamercommissie uiteindelijk toch geconcludeerd: over het algemeen was het doeltreffend en doelmatig. Spreker kan zich voorstellen dat het college zegt dat de conclusie was: doeltreffend en doelmatig. Maar spreker ziet in de onderbouwing van deze conclusie wat missers. Burgemeester HOUBEN zegt dat het college redelijk content is, met name waar het gaat over de onderbouwing van de rekenkamer. Je moet wel hele goede argumenten hebben, om als college daarover opvattingen te ventileren. Dat sluit ik onder omstandigheden niet uit. Maar enige terughoudendheid is op zijn plaats, gelet ook op de onafhankelijkheid en de eerbiedwaardigheid van het instituut en het feit dat de rekenkamercommissie geen rapport aanreikt aan het college, maar aan de raad. Het is de raad die, als zij vindt dat de motivering de conclusies onvoldoende kan dragen, aan het college kan vragen wat zij daarvan vindt. * Het verslag van deze vergadering zal ter kennis worden gebracht van de rekenkamer. Dan kan zij daar haar voordeel mee doen. * Het inkooprapport zal, naar verluidt, dit jaar nog komen. De VOORZITTER stelt vast dat de raad zich kan verenigen met de gevraagde beslissing. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 31. Sluiting De VOORZITTER sluit, na het voorlezen van het formuliergebed, de vergadering. Vastgesteld in de openbare vergadering van 14 november 2006. De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter,
*
Toezeggingen door het college