Jaarverslag 2015
Jaarverslag 2015 // 2
Inhoudsopgave Over BinckBank • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 4 Profiel BinckBank • • • • • • • • • • • • • • • • • • 6 BinckBank in één oogopslag• • • • • • • • • • • • • 7 Kerncijfers• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 8 Financiële kalender 2016• • • • • • • • • • • • • • 9 Belangrijke gebeurtenissen in 2015 • • • • • • • 10 Verslag van het bestuur • • • • • • • • • • • • • • • • • 12 Bericht van de voorzitter• • • • • • • • • • • • • • 14 Personalia bestuursleden • • • • • • • • • • • • • 17 Strategie van BinckBank • • • • • • • • • • • • • • 18 15 jaar Binck• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 29 Financiële resultaten 2015 • • • • • • • • • • • • • 30 Informatie voor de aandeelhouder • • • • • • • 41 Personeel en organisatie• • • • • • • • • • • • • • 46 Maatschappelijk verantwoord ondernemen • • 50 Fiscaal beleid • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 54 Vooruitzichten 2016• • • • • • • • • • • • • • • • • 56 Risicobeheer • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 58 Risicomanagement • • • • • • • • • • • • • • • • • 61 Kapitaalmanagement• • • • • • • • • • • • • • • 90 Liquiditeitsmanagement• • • • • • • • • • • • • 101
Verslag van de Raad van Commissarissen• • • • • Bericht van de voorzitter van de Raad van Commissarissen • • • • • • • • • • • • • • • • • • Taken Raad van Commissarissen• • • • • • • • Samenstelling Raad van Commissarissen • • Vergaderingen Raad van Commissarissen en deelcommissies in 2015• • • • • • • • • • • • Hoofdlijnen remuneratierapport van de Raad van Commissarissen van BinckBank over het boekjaar 2015 • • • • • • • • • • • • • • Bezoldiging bestuursleden • • • • • • • • • • • Leningen verstrekt aan bestuursleden • • • • Bezoldiging leden van de Raad van Commissarissen en commissies over 2015 • • Overleg met de ondernemingsraad (OR) • • • Jaarrekening en dividend• • • • • • • • • • • • •
121 122 123 123 127
133 139 140 141 143 143
Jaarrekening • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 144 Pillar 3 • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 240
Bestuurdersverklaring • • • • • • • • • • • • • • • • • 106 In Control Statement • • • • • • • • • • • • • • • 107 108 110 110 112 118 119
Jaarverslag 2015 // 3
Corporate Governance• • • • • • • • • • • • • • • • • Inleiding • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • Toekomstgericht Bankieren • • • • • • • • • • • Nederlandse Corporate Governance Code• • Besluit artikel 10 overnamerichtlijn • • • • • • Ontwikkelingen 2015 • • • • • • • • • • • • • • •
Jaarverslag 2015 // 4
Over BinckBank
Jaarverslag 2015 // 5
Profiel BinckBank De particulier van vandaag wordt geconfronteerd met een aantal uitdagingen. De rente is historisch laag, het pensioenstelsel wordt versoberd en de sociale zekerheid wordt minder zeker. Wij zijn ervan overtuigd dat de consument het heft in eigen handen moet nemen om zijn of haar toekomst veilig te stellen en daarbij wil BinckBank helpen. Via de ‘navigator’ rol begeleidt BinckBank haar klanten naar de voor hen passende dienstverlening binnen een gebruiksvriendelijk digitale omgeving. In dit kader is BinckBank N.V. (BinckBank) een online bank voor beleggers en spaarders. BinckBank biedt diensten aan particuliere klanten, zelfstandig vermogensbeheerders en institutionele beleggers (BPO) binnen de segmenten Trading (brokerage), Investing (beleggen) en Saving. Trading richt zich op de klanten die actief in effecten willen handelen en is het grootste segment van BinckBank. Investing richt zich op meer gespreide vormen van beleggen waarbij de lange termijn vaak leidend is. Binnen het segment Saving biedt BinckBank spaarformules aan. Op het gebied van Trading heeft BinckBank marktleiderschap in Nederland en België en een derde positie in Frankrijk. BinckBank biedt haar klanten een stabiel platform waardoor zij toegang tot alle belangrijke financiële markten ter wereld krijgen. Dit omvat onder meer orderexecutie tegen scherpe tarieven, in combinatie met faciliteiten zoals een uitstekende klantenservice, een professionele beleggingswebsite met streaming koersen, nieuws, diepte van het orderboek, onderzoek en (technische) analysetools. BinckBank verleent haar diensten onder de merken Alex en Binck. De merknaam Alex wordt in Nederland en Spanje gebruikt, de merknaam Binck wordt in Nederland, België, Frankrijk en Italië gehanteerd. BinckBank biedt op het gebied van Investing Binck Fundcoach en Alex Vermogensbeheer. Binck Fundcoach maakt het voor klanten zo gemakkelijk mogelijk om te beleggen in beleggingsfondsen en ETF’s. Binck Fundcoach heeft een online platform waar de klant zich kan oriënteren door middel van nieuws, opinie, columns en uitgebreide fondsinformatie. Een klant die zijn vermogen wil beleggen, maar zelf de tijd of kennis mist om dit te doen, kan gebruik maken van Alex Vermogensbeheer. Alex Vermogensbeheer beheert met een persoonlijk beleggingsplan het vermogen van haar klanten. Een geautomatiseerd computersysteem voert dagelijks kwantitatieve analyses uit om te onderzoeken of de portefeuille aangepast moet worden.
Jaarverslag 2015 // 6
BinckBank heeft een beursnotering aan Euronext Amsterdam en maakt sinds 2 maart 2007 onderdeel uit van de Amsterdam Midkap Index (AMX). De marktkapitalisatie van BinckBank bedroeg eind 2015 € 564 miljoen. BinckBank is actief in vier Europese markten, daarnaast heeft BinckBank een beleggerscentrum in Spanje dat zich daar richt op de Nederlandstalige beleggers.
Europese markten waar BinckBank actief is
BinckBank in één oogopslag BinckBank is een online bank voor beleggers en spaarders. BinckBank is actief in de dienstverleningssegmenten:
Operationele inkomsten naar land
// Trading // Investing // Saving
Groep Italië Frankrijk
Strategische assen
België Nederland
Customer intimacy & operational excellence
Meer gebalanceerde inkomstenstroom
Operationele inkomsten naar type inkomsten
Navigator rol: focus op distributie
Verstevigen van bestaande internationale footprint
Doorontwikkeling van het verdienmodel
Overige inkomsten Netto-provisiebaten Netto-rentebaten
Positionering van de merken
Aantal klantrekeningen
Aantal transacties
9,5
650.000
9
600.000
6
550.000
4
5
8,75
3
8,5 8,25
500.000
2
450.000
0
1
8
2013
2014
2015
Gecorrigeerd netto-resultaat
2014
2015
Gecorrigeerde winst per aandeel
60.000
0,90 0,80
50.000
x EUR
20.000
30% 20%
0,20
10%
0,10 2013
2014
2015
Cost / income ratio
40%
0,40
0
2015
50%
0,50 0,30
10.000
2014
60%
0,60
30.000
80%
2013
70%
0,70
40.000
0
2013
2013
2014
2015
0%
2013
2014
2015
Jaarverslag 2015 // 7
x miljoen
Klanttevredenheid
7
9,25
x EUR duizend
8
Kerncijfers (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
2015
2014
2013
606.514
595.506
551.970
471.993
457.180
420.185
Aantal vermogensbeheerrekeningen
39.931
42.890
36.602
Aantal spaarrekeningen
94.590
95.436
95.183
9.293.591
8.617.490
8.164.978
20.575.397
18.538.716
16.124.263
20.354.176
18.248.332
15.761.180
221.221
290.384
363.083
1.697.871
1.952.193
2.147.591
Netto-rentebaten
25.724
28.497
27.686
Netto-provisiebaten
131.461
125.951
137.936
Overige baten
10.947
11.102
11.049
2.031
351
7
15
(168)
32
Klantgegevens Aantal rekeningen Aantal beleggingsrekeningen
Aantal transacties Geadministreerd vermogen Beleggingsrekeningen Spaarrekeningen Beheerd vermogen
Winst- en verliesrekening
Resultaat uit financiële instrumenten Bijzondere waardeveranderingen op financiële activa Totale inkomsten uit operationele activiteiten
170.178
165.733
176.710
Personeelskosten
53.015
56.586
51.556
Afschrijvingen
27.253
27.675
29.107
Overige operationele lasten
50.110
57.124
53.715
Totale operationele lasten
130.378
141.385
134.378
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten
39.800
24.348
42.332
Belastingen
(8.368)
(5.555)
(10.966)
(730)
12.674
(2.393)
-
-
(10.047)
Netto-resultaat
30.702
31.467
18.926
Resultaat toe te schrijven aan aandeelhouders minderheidsbelangen
(1.076)
87
322
Netto-resultaat toe te schrijven aan aandeelhouders BinckBank
29.626
31.554
19.248
IFRS afschrijving
21.515
21.515
21.515
Fiscaal voordeel uit verschillen tussen commerciële en fiscale afschrijving
4.407
4.407
4.407
-
-
10.047
55.548
57.476
55.217
70.251.842
70.171.109
70.432.579
0,79
0,82
0,78
3.436.335
3.311.664
3.209.404
Eigen vermogen
437.480
440.247
431.631
Totaal aanwezig vermogen
253.582
225.898
200.693
40,2%
37,1%
36,2%
Cost / income ratio
77%
85%
76%
Cost / income ratio exclusief IFRS afschrijving
64%
72%
64%
Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures Bijzondere waardevermindering van goodwill
Overige correcties op het netto-resultaat Gecorrigeerde netto-resultaat Gemiddelde aantal uitstaande aandelen gedurende de periode Gecorrigeerde nettowinst per aandeel (in EUR)
Balans & kapitaaltoereikendheid Jaarverslag 2015 // 8
Balanstotaal
Kapitaalratio
Cost / income ratio
Financiële kalender 2016
1 2 3
1 2 3 4 5 6 7
1 2 3
FEB
4 5 6 7 8 9 10
11 12 13 14 15 16 17
8
1 2 3 4 5 6
APR
7 8 9 10 11 12 13
4 5 6 7 8 9 10
15 16 17 18 19 20 21
11 12 13 14 15 16 17
18 19 20 21 22 23 24
22 23 24 25 26 27 28
21 22 23 24 25 26 27
18 19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30 31
29
28 29 30 31
1 2 3 4 5
MEI
1
2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14
MRT
JUN
14 15 16 17 18 19 20
JUL
1 2 3
29 30 25 26 27 28
AUG
1 2 3 4 5 6 7
6 7 8 9 10 11 12
4 5 6 7 8 9 10
8 9 10 11 12 13 14
9 10 11 12 13 14 15
13 14 15 16 17 18 19
11 12 13 14 15 16 17
15 16 17 18 19 20 21
16 17 18 19 20 21 22
20 21 22 23 24 25 26
18 19 20 21 22 23 24
23 24 25 26 27 28 29
27 28 29 30
25 26 27 28 29 30 31
22 23 24 25 26 27 28
1 2 3 4
30 31
SEP
OKT
NOV
1 2
1 2 3 4 5 6
29 30 31
DEC
1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11
3 4 5 6 7 8 9
7 8 9 10 11 12 13
5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18
10 11 12 13 14 15 16
14 15 16 17 18 19 20
12 13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24 25
17 18 19 20 21 22 23
21 22 23 24 25 26 27
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30
28 29 30
26 27 28 29 30 31
24
25 26 27 28 29 30
31
Publicatie jaarresultaten 2015 Publicatie jaarverslag 2015 Publicatie eerste kwartaalresultaten 2016 Algemene Vergadering Ex dividend Record-date dividend Betaling dividend Publicatie halfjaarverslag 2016 Publicatie derde kwartaalresultaten 2016
8 februari 2016 14 maart 2016 25 april 2016 25 april 2016 27 april 2016 28 april 2016 2 mei 2016 25 juli 2016 24 oktober 2016
Jaarverslag 2015 // 9
JAN
Belangrijke gebeurtenissen in 2015
Introductie ProRealTime (technische analyse tool) voor BinckBank Frankrijk Binck Beleggersdag
januari
maart
februari Think ETF’s genomineerd voor Morningstar Award
mei
april Lancering vernieuwde mobiele app voor iOS en Android in Nederland
juni Vincent Germyns officieel benoemd tot bestuursvoorzitter BinckBank
Jaarverslag 2015 // 10
Invoering landensegmentatie
BinckBank Frankrijk is voor de achtste keer op rij bekroond door Les Dossiers de l’Épargne met een Label d’Excellence Lancering mobiele app voor iOS en Android in België
Professional Services formeel geïntegreerd in business unit Nederland
Uitspraak rechtbank inzake Euronext vs BinckBank/TOM
juli
september
augustus
oktober
Nieuwe directeur business unit Nederland
BinckBank viert haar 15-jarige bestaan
Lancering mobiele app voor iOS en Android in Italië
Belgische regering keurt de ‘speculatietaks’ goed
BinckBank lanceert eigen turbo in België Capital Markets Day
november
december BinckBank België heeft vanuit Euronext de award toegekend gekregen voor beste broker voor derivaten
Podiumplaats klantenservice bij de ‘Gouden Oor Award’
Benoeming Steven Clausing als Chief Operating Officer AFM uit voornemen opleggen boetes
Jaarverslag 2015 // 11
Benoeming Arjen Soederhuizen als commissaris
Jaarverslag 2015 // 12
Verslag van het bestuur
Jaarverslag 2015 // 13
“
Bericht van de voorzitter Vooreerst wil ik beginnen met het bedanken van onze
klanten voor hun loyaliteit. Het jaar 2015 beschouw ik als een
belangrijk overgangsjaar voor BinckBank. De organisatie is
slagvaardiger ingericht en door een scherpe focus op
klanttevredenheid en operational excellence zijn goede resultaten
behaald. Met de groeistrategie ‘The New Binck’ en een sterke
”
kapitaalspositie zijn we ideaal gepositioneerd om in de toekomst onze klanten dé
producten en diensten aan te bieden waarmee zij zelfstandig hun financieel vermogen kunnen opbouwen. Onze proposities en capaciteiten op het gebied van Trading, Investing en Saving vormen een solide fundament voor groei in de komende jaren.
Jaarverslag 2015 // 14
Gedreven door technologische ontwikkelingen en veranderende klantbehoeften is de financiële sector in snel tempo aan het veranderen. Bestaande traditionele aanbieders van diensten in de financiële sector ondervinden in toenemende mate concurrentie van niet traditionele partijen. Deze nieuwe groep concurrenten levert innovatieve producten en diensten in specifieke segmenten van de markt. In dit speelveld zijn de overwinnaars die bedrijven die succesvol de status quo uitdagen en de verandering aanvoeren door te anticiperen op steeds ontwikkelende klantbehoeften en marktomstandigheden. Het afgelopen jaar heeft BinckBank haar 15 jarig bestaan gevierd. Sinds de oprichting hebben wij meermaals bewezen in staat te zijn producten en diensten te lanceren die met succes de status quo hebben uitgedaagd. In deze fase hebben wij een snelle groei op het gebied van online brokerage dienstverlening (Trading) meegemaakt. Vanaf 2012 hebben wij de stap gezet naar het aanbieden van meer beleggingsgerelateerde diensten (Investing) met de expansie van Alex Vermogensbeheer en de lancering van Binck Fundcoach. In de toekomst zien wij verdere groeimogelijkheden voor ons bedrijf op het gebied van beleggingsgerelateerde diensten maar ook op het gebied van nieuwe spaarvormen (Saving). In aanvulling op onze sterke positie in online brokerage zullen we de komende jaren nadrukkelijk onze kansen gaan benutten op het terrein van beleggen en sparen in alle vier de markten waarin wij momenteel actief zijn. De technologische ontwikkelingen op het gebied van Investing bieden BinckBank groeimogelijkheden. Naast focus op nieuwe groeimogelijkheden blijven wij natuurlijk onze core business optimaliseren. Ik ben er van overtuigd dat we aan het begin staan van een spannend nieuw hoofdstuk in onze geschiedenis, het is voor ons nu van belang de overstap te maken naar de ‘The New Binck’. Met de uitvoering van de strategie hebben we dit jaar goede stappen gemaakt op de strategische assen: customer intimacy & operational excellence, ’navigator’ rol; focus op distributie en een meer gebalanceerde inkomstenstroom. Op het gebied van operational excellence hebben we in de eerste helft van 2015 de organisatie ingericht naar uniforme landen-units waardoor de aansturing directer is geworden. Tevens is de business unit Professional Services met ingang van 1 september formeel geïntegreerd in de Nederlandse organisatie. Ieder land kent nu dezelfde organisatiestructuur met daarin een eindverantwoordelijke landenmanager met ieder
hun eigen business management, marketing & verkoop, klantenservice & orderdesk en legal & compliance functies. De vier landenmanagers rapporteren rechtstreeks aan de bestuursvoorzitter. De informatietechnologie en productontwikkelingsfuncties zijn centraal in de organisatie opgehangen en vallen onder aansturing van de nieuwe Chief Operating Officer (COO). Andere vooruitgang op het gebied van operational excellence is de interne systeemmigratie van Frankrijk naar het Europese basisplatform. De migratie verloopt voorspoedig en zal naar verwachting begin 2016 plaatsvinden. Door herinrichting van de organisatie en de uitbreiding van het bestuur met een COO kan ik als bestuursvoorzitter meer focus gaan houden op executie van de strategie en omzetgroei. Al vanaf de oprichting van BinckBank stellen we continu de klant centraal in alles wat we doen. Dat begint direct bij de kwaliteit van onze afdeling klantenservice, die in 2015 een podiumplaats had bij de Gouden Oor Award, tot aan onze productontwikkeling waarbij de input van klantenpanels gebruikt wordt. Onze klantenservice is dit jaar weer verbeterd met onder andere kortere telefonische wachttijden en optimale beschikking van ons handelsplatform, ook op momenten dat door hoge volatiliteit op de financiële markten er veel gehandeld werd. Hierdoor hadden onze klanten voortdurend toegang tot de financiële markten en tot de ondersteuning van BinckBank. Met betrekking tot de distributie van diensten in plaats van de onwikkeling van eigen producten hebben wij in Frankrijk ProRealTime geïntroduceerd. Sinds de introductie in mei hebben ruim 1000 actieve klanten het product afgenomen. Het is een hoogwaardig door een derde ontwikkeld product dat wij als distributeur aanbieden aan onze klanten. Uiteraard heeft dit pakket een naadloze aansluiting op ons handelsplatform. Ons distributiemodel biedt een scala van mogelijkheden om klanten de functionaliteit te leveren die zij willen zonder dat BinckBank daar zelf forse ontwikkelcapaciteit voor hoeft in zetten. Ook Alex Vermogensbeheer werd verder doorontwikkeld. We introduceerden een verbreding van de investeringen en het beleggingsuniversum is verder uitgebreid met Zwitserse en Scandinavische markten wat resulteert in een betere diversificatie en spreiding van risico’s voor onze klanten. De vernieuwde mobiele app voor iOS en Android is bijzonder goed ontvangen en gelanceerd met een korte doorlooptijd. Dit toont aan dat wij dankzij ons centrale ICT-platform er in slagen om diensten steeds sneller uit te rollen in de verschillende landen.
Na een gedegen onderzoek naar de mogelijke overname van Keytrade Bank heeft BinckBank in het derde kwartaal van 2015 besloten af te zien van deelname in het proces van overname van Keytrade Bank. De vraagprijs voor Keytrade Bank lag substantieel boven het niveau waarop een overname voor BinckBank interessant zou kunnen zijn. Er kon onvoldoende toegevoegde waarde gevonden worden om in de richting van de gevraagde overname prijs te komen. Dit besluit is mede gesterkt door onze rotsvaste overtuiging in groei op eigen kracht. Dit spreekt ook uit de nieuwe groeistrategie ‘The New Binck’. De nieuwe formule is afgestemd op de onderliggende klantbehoefte van ‘ik doe het zelf’, ‘help het mij doen’ en ‘doe het voor mij’. Deze groeistrategie is erop gericht particuliere klanten te helpen bij het realiseren van hun financiële ambities en doelstellingen bij hun vermogens opbouw. We zijn er van overtuigd dat onze onafhankelijke positionering, waarbij de dienstverlening erop gericht is individuele klanten te helpen hun vermogen te laten groeien, een solide fundament biedt voor toekomstige groei.
Jaarverslag 2015 // 15
Door de voortdurend lage rentestanden op de geld- en kapitaalmarkten vertonen de rentebaten uit onze beleggings portefeuille al een aantal jaren een dalende trend. Daarnaast bestaan onze inkomsten voor een groot deel uit transactie gerelateerde inkomsten, welke sterk afhankelijk zijn van de volatiliteit en het sentiment op de beurs. Eén van de strategische doelstellingen is om de inkomstenstroom minder transactieafhankelijk te maken, en daardoor een stabielere inkomstenstroom te realiseren. Gedurende 2015 hebben diverse alternatieven de revue gepasseerd om de activazijde van de balans te gebruiken voor een meer gebalanceerde inkomstenstroom. BinckBank heeft in november 2015 besloten om geleidelijk € 500 miljoen (ongeveer 25% van de beleggingsportefeuille) te investeren in Nederlandse woninghypotheken. BinckBank heeft hiertoe een samenwerkingsovereenkomst gesloten met een nieuwe Nederlandse aanbieder van hypotheken, welke onder het label bijBouwe (www.bijBouwe.nl) hypothecaire leningen aanbiedt aan Nederlandse particuliere woningbezitters. Onze partner verzorgt de marketing, verkoop en servicing van de hypotheken, BinckBank beperkt zich tot de financiering. BinckBank biedt dus zelf geen hypotheken aan in de Nederlandse markt, voor BinckBank is er slechts sprake van een belegging in hypothecaire vorderingen.
Daarnaast liggen er ook uitdagingen op ons pad. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft BinckBank in kennis gesteld van haar voornemen tot het opleggen van een boete voor de reclame uitingen van Alex Vermogensbeheer. Dit kan een aanzuigende werking hebben op claims van ontevreden klanten. Tevens heeft de Belgische regering de zogenaamde ‘speculatietaks’ geïntroduceerd. Een belasting op koerswinsten op aandelen, opties en warrants die minder dan zes maanden zijn aangehouden in de portefeuille. Verwachting is dat particuliere beleggers meer gebruik zullen gaan maken van financiële producten waarop deze belasting niet van toepassing is. Op dit moment is het nog onduidelijk wat de consequenties op de langere termijn voor BinckBank in België zullen zijn. Verder moeten wij continu een afweging maken tussen het inzetten van onze beschikbare middelen op het implementeren van nieuwe wet- en regelgeving, versterking van ons ICT-platform en het ontwikkelen van nieuwe diensten en producten. Terugkijkend op het afgelopen jaar zien we dat onze inkomsten zich positief hebben ontwikkeld. In 2015 verrichtten onze klanten 9,3 miljoen transacties, dat is 0,7 miljoen meer dan vorig jaar. In een sterk competitieve omgeving lieten Nederland, België en Italië een stijging zien in de transactieaantallen. Italië realiseerde met 22% de sterkste groei, in Frankrijk daalden de transactieaantallen met 3%. Het gecorrigeerde netto-resultaat voor BinckBank in 2015 bedraagt € 0,79 per aandeel. De koers steeg in 2015 met 12,8% tot een slotkoers van € 7,95. Het aandeel BinckBank leverde de aandeelhouders een totaal rendement op van 19,1% in 2015. Graag sluit ik dit bericht af met het bedanken van al onze aandeelhouders en medewerkers voor het vertrouwen dat zij BinckBank hebben gegeven. Amsterdam, 10 maart 2016
Jaarverslag 2015 // 16
BinckBank N.V. Vincent Germyns, Bestuursvoorzitter
Personalia bestuursleden Bestuursvoorzitter
Vincent Germyns 1973 – Belgische nationaliteit
Tijdens de Algemene Vergadering van 22 april 2014 is Vincent benoemd tot statutair bestuurder. Op 11 juni 2015 is hij door de Raad van Commissarissen officieel benoemd tot bestuursvoorzitter van BinckBank. Vincent richt zich in zijn rol als bestuursvoorzitter primair op de executie van de strategie en omzetgroei. Vincent gaf tijdens zijn loopbaan bij BinckBank leiding aan de internationale expansie van BinckBank. Hij was verantwoordelijk voor de opstart van de buitenlandse branche in België en voor de aansturing van alle buitenlandse branches. Vincent studeerde onder meer aan de Koninklijke Militaire School (Brussel – BE) en de KU Leuven (BE). Eerder in zijn loopbaan was hij in dienst bij KBC Asset Management in België.
Bestuurslid Chief Financial & Risk Officer Evert-Jan M. Kooistra 1968 – Nederlandse nationaliteit
Evert-Jan is sinds 2008 bestuurslid en Chief Financial & Risk Officer (CFRO) van BinckBank. Tijdens de Algemene Vergadering van 23 april 2012 is Evert-Jan door de aandeelhouders van BinckBank herbenoemd tot statutair bestuurder. Hij is verantwoordelijk voor Finance & Control, Operations, Legal, Risico management en Treasury & ALM. Evert-Jan studeerde bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam en is registeraccountant. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de financiële discipline, onder andere binnen ondernemingen als PricewaterhouseCoopers en Shell. In zijn laatste functie was hij financieel directeur bij het Amerikaanse International Game Technology.
Bestuurslid Chief Operating Officer Tijdens de Buitengewone Algemene Vergadering van 30 oktober 2015 is Steven benoemd tot statutair bestuurder (Chief Operating Officer) van BinckBank. Steven is Technisch Bedrijfskundig ingenieur (TU Eindhoven) en heeft daarnaast een Master in Finance (TIAS business school, Tilburg) en een Executive Master in Internal Auditing (Erasmus Universiteit, Rotterdam). Steven is zijn opleiding en carrière begonnen bij de Koninklijke Marine en heeft zich als officier in het bijzonder met de verbetering van de bedrijfsvoering beziggehouden. Sinds 1998 was hij werkzaam bij ABN AMRO Bank waar hij zowel commerciële als intern gerichte functies heeft vervuld. In 2008 is hij gaan werken bij RBS waar hij in 2011 de overstap maakte van hoofd Internal Audit van de business unit ‘internationaal betalingsverkeer’ naar Risico management. Daar hield hij zich vooral bezig met de beoordeling van het wereldwijde transitiemanagement. In maart 2013 startte hij als hoofd Risico management van BinckBank. In die functie had hij een prominente rol in verschillende subcommissies van het bestuur en de Raad van Commissarissen. In zijn functie als COO zal Steven productontwikkeling en ICT als primaire aandachtsgebieden hebben.
Jaarverslag 2015 // 17
Steven Clausing 1971 – Nederlandse nationaliteit
“
Strategie van BinckBank BinckBank richt zich als online bank voor beleggers en spaarders op het aanbieden
”
van financiële diensten aan haar klanten. Hierbij maakt zij gebruik van haar centrale handels- en beleggingsplatform. De komende jaren zal BinckBank, met behulp van
partners, nieuwe innovatieve ‘value proposities’ ontwikkelen voor haar klanten op het gebied van Trading, Investing & Saving waarbij klantervaring centraal zal staan.
Inleiding
In 2015 vierde BinckBank haar vijftienjarig bestaan. Vanaf haar oprichting in 2000 heeft BinckBank de particuliere belegger dezelfde handelsmogelijkheden geboden als de professionele belegger. Dit deed BinckBank door de aanpak van de zogeheten drie-eenheid van een stabiel en gebruikersvriendelijk platform, scherpe tarieven en een service van de overtreffende trap. Met deze werkwijze opereerde BinckBank in feite als een ’fintech bedrijf avant la lettre’. BinckBank richtte zich binnen de financiële dienstverlening op de effectendienstverlening aan particuliere beleggers. Ze bood meerwaarde door met 100% online diensten klanten nieuwe en geavanceerdere beleggingsmogelijkheden te bieden tegen lagere prijzen en met een hoger serviceniveau dan de traditionele aanbieders. Dit heeft geleid tot een indrukwekkende groei voor BinckBank. Sinds 2009 is de winstgevendheid teruggelopen ondanks dat het aantal klanten en het toevertrouwd vermogen zijn blijven stijgen.
In 2014 heeft BinckBank zes nieuwe strategische assen opgesteld die ervoor moeten zorgen dat BinckBank meer toegevoegde waarde gaat bieden voor haar klanten. Aan deze zes strategische assen zijn zes middellange termijn doelstellingen (2018) gekoppeld. In 2015 zijn de strategische doelstellingen verder uitgediept en hebben geleid tot de formulering van concrete acties voor winstgevende groei op de lange termijn. In het afgelopen jaar is er veel aandacht geweest voor het aanbrengen van infrastructuele verbeteringen aan het centrale handels- en beleggingsplatform. BinckBank hanteert een duale strategie. Enerzijds richt deze zich op het versterken van de huidige kernactiviteiten als brokerage dienstverlening (Trading) en operational exellence op het handels- en beleggingsplatforrm. Anderzijds richt deze zich op het, met behulp van partners, creëren van nieuwe ‘value proposities’ voor klanten op het gebied van Investing en Saving. De nieuwe strategie zal onder meer leiden tot een uitbreiding van de dienstverlening in de richting van geautomatiseerd vermogensbeheer en tot een waardevolle invulling van de ‘navigator’ rol, waarbij BinckBank haar klanten in staat stelt om hun vermogen te laten groeien. De beleving en tevredenheid van klanten met de dienstverlening van BinckBank vormt de kern van onze strategie.
Jaarverslag 2015 // 18
Belangrijke trends in de omgeving die leidend zijn voor de nieuwe strategie Trends in de klantomgeving
Particuliere beleggers en huishoudens zien zich vandaag de dag geconfronteerd met diverse uitdagingen. Allereerst de historische lage rentestand. De financiële crisis, de lage economische groei en onzekere macroeconomische vooruitzichten hebben de rente naar historische lage niveaus gebracht en gezorgd voor hogere volatiliteit op de financiële markten. Voor onze klanten betekent dit dat zij meer inspanning moeten leveren in hun zoektocht naar rendement op hun vermogen. Daarnaast groeit het besef onder consumenten dat ze het heft in eigen handen moeten nemen om persoonlijk kapitaal op te bouwen en geld opzij te zetten voor later.
Dit wordt gedreven door verminderde sociale zekerheid, afkalvende pensioenvoorzieningen en verlaging van de voorzieningen die voorheen van overheidswege gefinancieerd werden zoals bijvoorbeeld de studiefinanciering. Ook de technologische ontwikkelingen beïnvloeden de eisen die klanten stellen aan de producten en diensten die ze afnemen. ‘Online – anytime – anywhere’ wordt steeds belangrijker. Nieuwe websites, apps en online tools stellen klanten in staat zelfstandig hun financiële keuzes te maken wanneer het hun uitkomt.
Trends in de industrie
Banken worden momenteel geconfronteerd met een nieuwe groep concurrenten, de fintech-startups. Fintech staat voor Financiële Technologie, het zijn startups die toetreden op een specifiek onderdeel in de financiële markt. Ze ontwikkelen alternatieven voor bestaande financiële producten en diensten. Fintech spelers die het lukt om succesvol een specifiek deel van de markt te betreden zorgen voor een snelle verandering van de markt. Daarnaast zorgen deze nieuwe alternatieven voor extra keuze mogelijkheden voor particuliere spaarders en beleggers. Een andere trend in de industrie is het vertrouwen in financiële instellingen. Sinds de start van de financiële crisis in 2008 is het vertrouwen in de financiële sector afgenomen. Ondanks dat banken en regelgevers de afgelopen jaren grote stappen hebben gezet om banken robuuster te maken zorgt iedere negatieve berichtgeving over financiële instellingen weer voor kritiek op het financiële systeem.
Trends in de regelgeving
Sinds het uitbreken van de financiële crisis is de regeldruk vanuit de toezichthouders steeds verder toegenomen. Als onderdeel van de financiële sector wordt BinckBank voortdurend geconfronteerd met de impact van nieuwe en striktere wet- en regelgeving. Vanuit BinckBank beschouwen wij de snelheid en efficiëntie waarmee BinckBank erin slaagt nieuwe wet- en regelgeving te implementeren als één van de factoren voor het succesvol kunnen uitbreiden van onze dienstverlening.
Groeistrategie ‘The New Binck’ BinckBank voorziet dat klanten moeite zullen krijgen bij het maken van keuzes voor nieuwe toetreders en nieuwe financiële producten. BinckBank verwacht dat consumenten op zoek zullen gaan naar een betrouwbare partner die hen helpt bij het maken van de juiste keuze en hen in staat stelt om hun vermogen te laten groeien. Fintechstartups beschikken meestal over ‘state of the art’ technologie maar hebben vaak onvoldoende kapitaal voor distributie (marketing, verkoop en service) van hun nieuwe financiële producten om zo een grote klantenbasis te kunnen opbouwen. Dit maakt het voor fintech spelers interessant om met BinckBank samen te werken. Vanwege haar achtergrond in online dienstverlening met focus op beleggen heeft BinckBank de financiële consument de afgelopen jaren steeds beter leren kennen. Deze kennis kunnen wij goed gebruiken bij het ontwikkelen van aansprekende nieuwe producten en diensten. Innovatieve diensten die (deels) door derden worden ontwikkeld kunnen via het het centrale handels- en beleggingsplatform van BinckBank gedistribueerd worden naar onze klanten. De nieuwe groeistrategie is erop gericht particuliere klanten te helpen bij het realiseren van hun financiële ambities en doelstellingen bij hun vermogensopbouw. BinckBank helpt haar klanten bij het maken van de juiste keuzes en creeërt een unieke klantbeleving. Naast de gezonde kapitaalspositie vormen vooral onze klantenbasis, onze service en klantgerichtheid en de aanwezigheid in vier landen voor BinckBank een goede uitgangspositie voor toekomstige groei.
Jaarverslag 2015 // 19
Introductie
De zes strategische assen
BinckBank richt haar bedrijfsactiviteiten in langs zes strategische assen:
Customer intimacy & operational excellence
BinckBank stelt de klant al sinds haar oprichting centraal en behaalt een hoge klanttevredenheid. De relatie met klanten gaat echter verder dan dat. Customer intimacy vertrekt vanuit het geloof dat het essentieel is om klantbehoeften te doorgronden alvorens deze behoeften te kunnen invullen. Een sterke relatie groeit door continue verbetering van bestaande diensten en het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten in samenwerking met klanten. Uitgaande van de wensen van onze klanten bepalen we onze positie en de agenda voor de verdere ontwikkeling. BinckBank heeft als strategisch doel de bestaande infrastructuur zo efficiënt mogelijk te benutten door er zoveel mogelijk transacties op af te wikkelen en er een maximaal vermogen op te administreren en/of te beheren. De centrale ICT-infrastructuur en de centrale back office zijn hierbij belangrijke uitgangspunten. Schaalvoordelen ten gevolge van een groot volume zijn voorwaarden om op lange termijn concurrerend te kunnen blijven. Het volume kan bijvoorbeeld worden vergroot door groei van het aantal rekeningen in bestaande markten of door het introduceren van nieuwe producten en diensten. Operational excellence betekent een continue verbetering van processen, systemen en mensen. Door te werken aan structurele verbeteringen in de bedrijfsvoering houdt BinckBank de kosten beheersbaar en de verliezen uit hoofde van operationele fouten binnen aanvaardbare normen. Belangrijkste ontwikkelingen 2015 In 2015 heeft BinckBank voortgang gemaakt op het gebied van operational excellence. Zo is er een start gemaakt met de rationalisatie van het ICT-platform, waarbij het Business Processing Outsourcing (BPO) platform richting 2018 in stappen wordt uitgefaseerd. Begin 2016 zullen de Franse Retail activiteiten naar het Europese basisplatform worden gemigreerd. In de periode 2016-2017 zal de dienstverlening aan zelfstandige vermogensbeheerders naar het Europese basisplatform worden overgezet. In de periode 2016-2018 zal BinckBank de efficiency van het Europese basisplatform verhogen door het aantal online platforms en mobiele applicaties terug te brengen.
Meer gebalanceerde inkomstenstroom
Jaarverslag 2015 // 20
BinckBank streeft naar een meer gebalanceerde mix van inkomsten uit operationele activiteiten waarbij tenminste 66% van de inkomsten komen uit doorlopende provisie, rente en asset gerelateerde inkomsten. Hiertoe zal het verdienmodel van BinckBank de komende jaren moeten worden omgevormd van een ‘transaction based income model’ naar een ‘transaction, subscription en asset based income model’. Naast de effectenbemiddelingsactiviteiten (online brokerage) zal de dienstenportfolio verder worden uitgebreid met vernieuwende spaar- en beleggingsactiviteiten. Belangrijkste ontwikkelingen 2015 In 2015 heeft BinckBank, als gevolg van de tegenvallende resultaten bij Alex Vermogensbeheer in 2014, te kampen gehad met een forse uitstroom van beheerd vermogen. De totale daling van beheerd vermogen bedroeg € 254 miljoen. Hierdoor loopt BinckBank ultimo 2015 achter op haar doelstelling om meer doorlopende inkomsten te creëren uit ‘assets under management’. Ook de lage rentestanden op de geld-en kapitaalmarkten en als gevolg daarvan teruglopende rentebaten voor BinckBank bemoeilijkten het boeken van voortgang op de doelstelling meer gebalanceerde inkomstenstroom. Het rendement op de beleggingsportefeuille is terug gelopen van 0,61% in 2014 naar 0,45% in 2015, hierdoor daalden de rentebaten uit de beleggingsportefeuille. Om de rentebaten te stabiliseren heeft BinckBank in november 2015 besloten om geleidelijk € 500 miljoen (ongeveer 25% van de beleggingsportefeuille) te investeren in Nederlandse woninghypotheken. BinckBank heeft hiertoe een samenwerkingsoverneenkomst gesloten met een nieuwe Nederlandse aanbieder van hypotheken die onder het label bijBouwe (www.bijbouwe.nl) hypothecaire leningen aanbiedt aan Nederlandse particuliere woningbezitters. Onze partner verzorgt de marketing, verkoop en servicing van de hypotheken. Voor BinckBank is er slechts sprake van een belegging in Nederlandse hypothecaire vorderingen voor eigen rekening en risico. De stabielere rentemarge uit de beleggingen in hypothecaire vorderingen draagt bij aan de doelstelling om een meer gebalanceerde inkomstenstroom te creëren.
Navigator rol: focus op distributie
De klant van morgen zoekt naar een betrouwbare partner die hem in staat stelt om zijn vermogen te laten groeien. BinckBank zal hierbij steeds meer de rol gaan vervullen van ‘navigator’ om klanten optimaal te ondersteunen in het maken van de juiste (financiële) keuzes. BinckBank zal zich hierbij meer gaan richten op het beschikbaar stellen van haar kennis op het gebied van effectenverkeer, vermogensbeheer en het aanbieden van nieuwe diensten aan haar klanten met behulp van partners waarbij de focus steeds meer komt te liggen op de distributie van diensten en steeds minder op de ontwikkeling van eigen producten. Centraal staat hierbij dat BinckBank meer wil gaan verdienen aan het feit dat aanbieders van nieuwe technologieën en/of financiële diensten toegang krijgen tot het BinckBank platform en de klanten van BinckBank, waarbij klanten zelf kunnen kiezen welke diensten ze willen afnemen. BinckBank kan hier toegevoegde waarde leveren omdat zij de gehele keten overziet, zowel op het gebied van effectenbemiddeling (execution only dienstverlening) als voor vermogensbeheer en omdat zij een eigen platform heeft met een grote klantenbasis. Belangrijkste ontwikkelingen 2015 Een belangrijk onderdeel van de nieuwe groeistrategie ‘The New Binck’ is nieuwe diensten en producten aanbieden via het ICT-platform van BinckBank. Het is daarom van belang dat de ICT-backbone beschikt over een structuur waar efficiënt nieuwe interfaces op kunnen worden aangesloten. De connectiviteit van ons platform met dat van de partners is zodoende een kritieke succesfactor. In 2015 is gestart met het ontwerp van de APIstructuur die voorziet in het faciliteren van dergelijke interfaces waardoor onze ‘backbone’ (infrastructuur) gekoppeld kan worden met die van partners. In 2015 heeft BinckBank ProRealTime in Frankrijk geïntroduceerd. ProRealTime is een hoogwaardig door een derde ontwikkeld programma dat technische analyse tools biedt en dat wij als distributeur aanbieden aan onze klanten. Uiteraard heeft dit pakket een naadloze aansluiting op het handelsplatform van BinckBank. Dit distributiemodel biedt een scala van mogelijkheden om onze klanten de functionaliteit te leveren die zij willen zonder dat BinckBank daar zelf forse ontwikkelcapaciteit voor in moet zetten.
Verstevigen van de bestaande internationale footprint
BinckBank streeft naar een verdere groei van haar online brokerage activiteiten en uitbreiding van haar dienstverlening met vermogensbeheer- en spaaractiviteiten binnen de bestaande geografische aanwezigheid. Groei van het aantal klanten, geadministreerd- en beheerd vermogen en het aantal transacties zijn hierbij belangrijke parameters. In 2014 is de keuze gemaakt om geen nieuwe ‘greenfield’ operatie op te starten, BinckBank ziet hier op korte termijn geen veranderingen in komen.
Doorontwikkeling van het verdienmodel
Belangrijkste ontwikkelingen 2015 BinckBank is in 2014 gestart met een onderzoek om het verdienmodel verder uit te werken en te verfijnen en zo diensten te identificeren waar klanten extra voor zouden willen betalen. De uitkomsten van het onderzoek hebben aangetoond dat er klanten zijn die zelf hun vermogen willen beleggen, dat er klanten zijn die meer hulp willen en dat er klanten zijn die het beheer van hun vermogen volledig uit handen willen geven. Daarnaast heeft het aangetoond dat klanten bereid zijn om meer te betalen voor extra diensten in de segmenten Trading, Investing en Saving. BinckBank heeft deze onderzoeksresultaten gebruikt bij de ontwikkeling van haar nieuwe groeistrategie ‘The New Binck’.
Jaarverslag 2015 // 21
Het toekomstige verdienmodel van BinckBank zal meer gebaseerd worden op een goede basisservice tegen een aantrekkelijke prijs, aangevuld met de mogelijkheid om extra diensten af te nemen waar extra voor betaald zal moeten worden. Hierbij krijgen klanten de mogelijkheid om de producten van BinckBank te leren kennen en te waarderen, waarbij ze zelf kunnen kiezen voor welke diensten ze aanvullend willen betalen. User Experience en personalisering van de dienstverlening staat hierbij centraal en BinckBank streeft hierbij naar volledige transparantie van het tariefmodel voor haar klanten zodat zij exact weten wat de diensten van BinckBank kosten en waarvoor zij betalen.
Positionering van de merken
De twee merken in Nederland (Alex en Binck) zullen meer onderscheidend ten opzichte van elkaar worden gepositioneerd door meer te focussen op de verschillende behoeften onder beleggers. Het merk Binck zal richting de ‘Ik doe het zelf’ en de ‘Help mij het doen’ klanten worden gepositioneerd. Het merk Alex zal meer in de richting van de ‘Doe het voor mij’ klanten worden geplaatst. De buitenlandse branches zullen de drie segmenten bedienen door middel van het merk Binck. Gedurende 2015 zijn geen beslissingen genomen die de merkenstrategie fundamenteel beïnvloeden. In 2016 zal verder onderzoek gedaan worden naar het gebruik van de merken Binck en Alex in de Nederlandse markt en de positionering van de merken binnen de nieuwe strategie.
De nieuwe 'value proposities'
BinckBank gaat de consumenten helpen met het maken van de juiste keuzes voor financiële producten. Centraal in de nieuwe strategie van BinckBank staat dat zij haar klanten ‘navigeert’ naar de diensten en producten die het best voor hen geschikt zijn. Dit zijn zowel diensten en producten uit het huidige aanbod van BinckBank maar ook nieuwe diensten en producten die ontwikkeld zijn door fintech-startups. Voor fintech-startups kan dit aantrekkelijk zijn, omdat deze partijen zich minder hoeven te richten op de distributie van hun innovatieve producten. Voor BinckBank is dit een unieke mogelijkheid om versneld de diensten aan haar klanten uit te breiden, de schaalvoordelen van het platform daardoor verder te verstevigen en waar relevant gepersonaliseerde dienstverlening met hoge User Experience in de markt te kunnen leveren. Dit alles moet plaatsvinden binnen de 9-grid die BinckBank heeft ontwikkeld voor de nieuwe strategie. BinckBank focust zich hierbij op de veranderende behoefte van haar huidige klanten en op de klantengroepen die momenteel niet voldoende bediend worden in de markt. Door middel van een intake waarin kenmerken en wensen van de klant in beeld worden gebracht kan BinckBank haar klanten navigeren naar die delen van de 9-grid die voor hun wensen het meest geschikt zijn. De 9-grid bestaat uit drie segmenten en drie niveaus voor de mate van betrokkenheid van de klant. De 9-grid hieronder laat zien dat BinckBank met haar huidige producten en diensten op slechts een beperkt aantal onderdelen actief is.
Ik doe het zelf
Trading
Jaarverslag 2015 // 22
Investing
Saving
= te ontwikkelen potentieel
Help mij het doen
Doe het voor mij
Marktpotentieel
Uit het overzicht hieronder blijkt dat op de ‘ongedekte’ onderdelen van de grid een groot marktpotentieel is.
Totale markt
Trading (# miljoen transacties)
NL
BE
FR
IT
overige
12
5
30
40
224
Investing (miljard euro)
233
477
1,321
1,356
4,390
Saving (miljard euro)
463
369
1,321
1,247
6,706
Cijfers zijn een indicatie aan de hand van beschikbare bronnen: Credit Suisse Global Wealth 2015, Eurostat en analyse van experts van BinckBank.
BinckBank heeft onderzoek gedaan naar de klantbehoeften binnen de segmenten Trading, Investing en Saving, en stelt vast dat er in alle segmenten behoeften bestaan aan andere producten en diensten dan dat er nu beschikbaar zijn. Binnen het segment Trading ziet BinckBank dat er consumenten zijn die zelf de controle over hun vermogen willen hebben, maar die door onvoldoende tijd en kennis behoefte hebben aan meer ondersteuning. Binnen het segment Investing ziet BinckBank dat er onvoldoende aanbod is voor consumenten met een vermogen tussen de € 100.000 en € 1.000.000. De huidige aanbieders van beleggingsgerelateerde diensten focussen zich met name op consumenten met een vermogen boven € 1.000.000. Door de lage rente en het maximale bedrag dat gegarandeerd is onder het depositogarantiestelsel (DGS) ziet BinckBank behoefte aan nieuwe producten binnen het segment Saving bij bovengenoemde groepen. Veel consumenten maken zich zorgen om de lage rente, maar aarzelen om toe te treden tot de segmenten Trading en Investing. Consumenten die wel toetreden tot de andere groepen willen vaak ook een deel van hun portefeuille in spaargeld aanhouden.
Jaarverslag 2015 // 23
Nieuw te ontwikkelen dienstverleningsconcepten 2016-2018
De komende drie jaar zal BinckBank binnen de 9-grid nieuwe dienstverleningsconcepten aanbieden. Binnen het Trading segment gaat BinckBank waarde toevoegen voor klanten door het ontwikkelen van nieuwe applicaties die de beleggers helpen en inspireren. Voorbeelden hiervan zijn toegang geven tot beleggingsportefeuilles van experts en het faciliteren van thematisch beleggen. Binnen het Investing segment kunnen nieuwe diensten aangeboden worden zoals Robo-beleggen. Er zijn diverse vormen van Robo-beleggen. Zo is het mogelijk om het beheer van voorgeselecteerde portfolio’s automatisch te laten verlopen of om gebruik te maken van signaal beleggen. Bij signaal beleggen wordt op basis van technische analyse automatisch een beleggingsadvies gegenereerd. Klanten kunnen te allen tijde via de app zien wat er gebeurt met hun portefeuille en of signalen aangeven de portefeuille te wijzigen. Altijd en overal. Deze diensten zijn gericht op gebruiksgemak, waarbij technologie de klant het werk uit handen neemt. BinckBank maakt op deze wijze beleggen slimmer en makkelijker door klanten te inspireren en te motiveren om via allerlei kanalen en content actief te zijn. Binnen het Saving segment wil BinckBank waarde voor klanten gaan toevoegen door slimme spaarconcepten te
introduceren. BinckBank gaat haar klanten helpen om hun geld op een veilige, voordelige en eenvoudige manier te plaatsen bij banken. De klantwensen kunnen betrekking hebben op hogere rendementen of veiligheid wanneer de consument een spaarsaldo heeft dat boven de grens van het depositogarantiestelsel valt.
Randvoorwaarden voor het uitvoeren van de strategie Een behoudend financieel beleid voeren
BinckBank voert een behoudend financieel beleid. Het kapitaalmanagement van BinckBank is gericht op het handhaven van een solide solvabiliteits- en liquiditeitspositie, waarbij continu gezocht wordt naar de juiste balans tussen de hoeveelheid aangehouden kapitaal, het rendement en de risico’s.
Voldoen aan veranderende wet- en regelgeving
BinckBank opereert in sterk gereguleerde en onder toezicht staande markten waarin alle stakeholders op een juiste wijze behandeld dienen te worden. BinckBank moet continu blijven voldoen aan de sterk veranderende wet- en regelgeving in de financiële sector en is gebonden aan de verplichtingen die het hebben van een bankvergunning met zich meebrengt.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Maatschappelijk verantwoord ondernemerschap (MVO) betekent voor BinckBank het bewerkstelligen en behouden van vertrouwen in haar activiteiten. De hoeksteen van het MVO-beleid is het centraal stellen van de klant. Het MVO-beleid is geïntegreerd in de diensten van BinckBank en wordt meegenomen bij de besluitvorming over innovaties en productvernieuwing. De positie van banken in de samenleving krijgt volop de aandacht en veel initiatieven en activiteiten liggen onder een vergrootglas. Dit is zowel merkbaar in de berichtgeving in de media als ook in de toegenomen druk vanuit de politiek en de toezichthouders. BinckBank onderschrijft het belang van de beoogde transparantie.
Middellange termijn doelstellingen Middellange termijn doelstellingen 2018
Target 2018
Realisatie eind 2015
Realisatie eind 2014
Klanttevredenheid
>= 8 gewogen gemiddelde
7,3 gewogen gemiddelde
7,1 gewogen gemiddelde
Geadministreerd vermogen
€ 21 miljard
€ 20,6 miljard
€ 18,5 miljard
Beheerd vermogen
€ 3,5 miljard
€ 1,7 miljard
€ 2,0 miljard
< 65%
64%
72%
Minimaal 2/3 van de inkomsten komt uit doorlopende provisie, rente en vermogensbeheervergoedingen.
33,8%
34,1%
Aantal transacties
Jaarverslag 2015 // 24
Cost/Income ratio (ex IFRS afschrijving) Meer gebalanceerde inkomstenstroom
11 miljoen
9,3 miljoen
8,6 miljoen
Naar aanleiding van de strategische assen heeft BinckBank in 2014 zes middellange termijn doelstellingen voor 2018 geformuleerd. Ten opzichte van 2014 is het afgelopen jaar op vier van deze doelstellingen goede vooruitgang geboekt. Per eind 2015 is de cost-income ratio 64% maar dit cijfer kan, vanwege de grote afhankelijkheid van transactie gerelateerde opbrengsten en investeringen in nieuwe projecten, fluctueren per jaar. Het geadministreerd vermogen is in 2015 gestegen met € 2,1 miljard tot € 20,6 miljard, hiermee is bijna de doelstelling van 2018 bereikt waarbij de transactieaantallen een stijgende lijn tonen. Wat betreft klanttevredenheid zijn de scores goed te noemen maar nog niet op het geambieerde niveau.
Aandachtspunt vormt het beheerd vermogen. Er zijn plannen opgesteld die het beheerd vermogen in 2016 weer verder moeten doen stijgen. Zo is Alex Vermogensbeheer in het eerste kwartaal van 2016 weer gestart met een reclame en staat voor 2016 ook de introductie van vermogensbeheer in één van de landen buiten Nederland gepland. In het kader van de geformuleerde strategische doelstelling om meer gebalanceerde inkomsten te behalen en zo minder afhankelijk te worden van transactie gerelateerde inkomsten heeft BinckBank besloten om binnen haar investeringsbeleid € 500 miljoen (ongeveer 25% van de totale investeringsportefeuille) beschikbaar te stellen voor de financiering van Nederlandse woninghypotheken in een collectieve structuur.
Overzicht verdienmodel
BinckBank verkrijgt haar inkomsten uit het rentebedrijf (Netto-rentebaten) en het provisiebedrijf (Nettoprovisiebaten). In het onderstaande overzicht is het verdienmodel van het rentebedrijf en het provisiebedrijf weergegeven met de daaraan ten grondslag liggende drivers voor het verdienmodel. Liquide middelen Beleggingsportefeuille Rentebaten Effectenkrediet Netto-rentebaten
Hypothecaire vorderingen
(rentebedrijf)
Rentestanden geld- en kapitaalmarkt Omvang van de beleggingsportefeuille Risicoweging van de beleggingen Looptijd van de portefeuille
Risicobereidheid van de klant
Hoeveelheid krediet
Waarde portefeuille
Debet rente
Haircuts/margin
Omvang van de hypothecaire vorderingen Rentepercentage
Rentelasten
Volume toevertrouwde middelen Credit rente op effectenrekeningen en spaarrekeningen Aantal effectenrekeningen
(provisiebedrijf)
Hoeveelheid transacties
Beleggerssentiment en marktvolatiliteit
Gemiddelde opbrengst per transactie
Prijsstructuur (vast + variabel)
Vermogensbeheervergoedingen
Beheerd vermogen
Waarde van de effecten
Service fee
Beurs- en clearingkosten
Overige nettoprovisiebaten
BPO vergoedingen Bewaarloon (op basis van geadministreerd vermogen) Abonnementen en overige vergoedingen
Jaarverslag 2015 // 25
Netto-provisiebaten
Transactie gerelateerde nettoprovisiebaten
Verdienmodel rentebedrijf (netto-rentebaten)
BinckBank heeft een permanent liquiditeitsoverschot als gevolg van het feit dat klanten nooit voor 100% belegd zijn. Hierdoor staat er op de beleggings- en spaarrekeningen van klanten een cash saldo. Het totaal van dit liquiditeitssaldo per 31 december 2015 bedraagt € 2,6 miljard en is in de balans terug te vinden onder de post toevertrouwde middelen. BinckBank houdt een deel aan in liquide middelen ten behoeve van de operationele financiering. Daarnaast gebruikt BinckBank een deel voor de financiering van effectenkredieten van klanten. Het overgrote deel belegt BinckBank in de beleggingsportefeuille. Deze drie componenten samen genereren de rentebaten voor BinckBank. De rentebaten op de beleggingsportefeuille worden, naast de rentestanden op de geld- en kapitaalmarkten bepaald door: de omvang van de beleggingsportefeuille, de risicoweging van de beleggingen en de looptijd van de beleggingen. De rentebaten op het effectenkrediet worden bepaald door de hoeveelheid effectenkrediet en de debet rente die BinckBank voor het lenen van geld aan haar klanten in rekening brengt. De hoogte van het effectenkrediet wordt bepaald door de risicobereidheid van de klanten en de bereidheid van BinckBank om tegen onderpand krediet te verstrekken. De rentelasten worden bepaald door de hoeveelheid toevertrouwde middelen die BinckBank voor haar klanten aanhoudt, de rentelasten op aangehouden kasposities en creditrente vergoedingen op effectenrekeningen en spaarrekeningen. De netto-rentebaten bestaan uit de rentebaten minus de rentelasten.
Verdienmodel provisiebedrijf (netto-provisiebaten)
Jaarverslag 2015 // 26
De netto-provisiesbaten bestaan uit: transactie gerelateerde provisie baten, doorlopende vermogensbeheer vergoeding en overige provisiebaten. De transactie gerelateerde provisiebaten worden bepaald door de hoeveelheid transacties en de gemiddelde opbrengst per transactie. De hoeveelheid transacties die BinckBank verwerkt voor haar klanten hangt af van het aantal klanten dat BinckBank heeft (aantal effecten rekeningen) en het activiteitenniveau van deze klanten. Het activiteitenniveau wordt bepaald door het sentiment onder beleggers welke weer in sterke mate afhankelijk is van de volatiliteit en richting (stijgen of dalen) van de financiële markten. De gemiddelde opbrengst per transactie is afhankelijk van de prijsstructuur die BinckBank hanteert, de waarde van de effecten die worden verhandeld en de beurs & clearing kosten die BinckBank in rekening gebracht krijgt voor het afwikkelen van de transactie. De doorlopende vermogensbeheervergoeding wordt bepaald door de hoogte van het vermogen dat BinckBank voor haar klanten beheert, de service fee en de mogelijke prestatiebeloning die zij daarvoor in rekening brengt. De overige provisiebaten bevatten doorlopende vergoedingen voor diverse diensten. De hoogte hiervan wordt bepaald door het aantal onderliggende dienst verleningscontracten, het a antal afgesloten abonnementen en de hoeveelheid geadministreerd vermogen.
Visie en missie Onze visie
Wij zien dat consumenten – en niet alleen beleggers – steeds bewuster, autonomer en actiever worden als het gaat om hun persoonlijke financiën en vermogen. Wij vinden dat een goede en zelfs noodzakelijke ontwikkeling. BinckBank gelooft in de financiële zelfstandigheid van consumenten. Wij vinden dat iedereen de regie moet voeren over zijn of haar financiële bestemming. In alles wat we doen, bevorderen en bekrachtigen wij die zelfstandigheid.
Onze missie
Wij zijn er voor alle consumenten die vinden dat zij bewust, actief en autonoom met hun geld en vermogen bezig moeten zijn. Voor een brede en gedifferentieerde markt, met een breed scala aan financiële profielen en motieven. Onze klanten bieden wij een betere klantbeleving aan dan dat zij bij concurrerende aanbieders krijgen aangeboden. Bij BinckBank ondersteunen en stimuleren wij consumenten om bewust, actief en autonoom te worden als het gaat om hun vermogen. Met technologie gedreven en tegelijkertijd heel persoonlijke oplossingen. Innovatieve oplossingen waarin gemak, eenvoud, inzicht en samenwerking centraal staan.
Jaarverslag 2015 // 27
BinckBank activeert, faciliteert en leert iedereen om vermogen op te bouwen. Wij bieden daarbij in alles wat wij doen (van producten, service tot en met communicatie), gemak, eenvoud, helderheid en toegankelijkheid; ook, maar niet alleen, qua prijs. Zo krijgt elke klant optimale controle over en inzicht in de ontwikkeling en het rendement op zijn of haar vermogen.
Sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen (SWOT-analyse)
Door middel van een SWOT-analyse, de Engelse term voor sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen, brengt BinckBank de kenmerken van de organisatie en die van haar omgeving in kaart. De SWOT-analyse dient als basis voor de strategie van BinckBank. De sterke en zwakke punten geven de interne elementen weer. De kansen en bedreigingen geven ontwikkelingen, gebeurtenissen en invloeden van buitenaf weer waaraan BinckBank onderhevig is. In de volgende tabel worden de belangrijkste interne en externe elementen opgesomd:
Sterktes (intern) • S tevige klanten basis in vier Europese landen. • Sterke merknamen (Alex en Binck) en goede distributiemogelijkheden voor (nieuwe) financiële producten op het gebied van beleggen en sparen. • Hoog serviceniveau. Klanten weten de proactiviteit en snelheid van onze dienstverlening te waarderen. • Robuuste financiële positie en conservatieve risicobewaking. • De financiële positie is een solide basis voor (product-) innovatie. • Centrale back office en ICT infrastructuur met grote expertise en kennis van effectenverkeer. • Platte hiërarchische structuur met focus op ‘beleggen’ in de ruime zin.
Jaarverslag 2015 // 28
Kansen (extern) • Groeiend besef onder consumenten dat ze zelf het heft in eigen handen moeten nemen om persoonlijk kapitaal op te bouwen en geld opzij te zetten voor later. • Technologische ontwikkelingen bieden kansen voor het aanbieden van nieuwe financiële diensten op het gebied van beleggen en sparen, die inspelen op behoeften van consumenten. • Passief beleggen (ETF/Trackers) wordt steeds populairder wat extra perspectief biedt voor dochteronderneming Think ETF Asset Management. • Mogelijkheid om extra rendement te maken op door klanten toevertrouwde middelen zodra rente op geld- en kapitaalmarkten stijgt. • Customer intimacy kan nog verder worden verhoogd door investeringen in User Experience.
Zwaktes (intern) • G rote afhankelijkheid van volatiele transactie inkomsten en van een relatief kleine groep zeer actieve klanten binnen online brokerage. • Hoge vaste kostenbasis (infrastructuur), onderhoudsprojecten vragen veel ICT capaciteit. • Nog te weinig grootte om schaalvoordelen maximaal te benutten.
Bedreigingen (extern) • Dalende handelsvolumes, toenemende concurrentie en prijsdruk voor ‘Zelf beleggen’. • Doordat kleine nieuwe concurrenten in sommige gevallen te maken hebben met minder ‘legacy’ hebben zij een snellere doorlooptijd voor het uitbrengen van nieuwe services en diensten. • Voortdurende lage rentestanden op geld- en kapitaalmarkten. • Verhoogd risico door toenemende complexiteit van wet- en regelgeving (interne beheersing compliance kosten). • Niet afdwingen van ‘level playing field’ door de toezichthouders.
15 jaar Binck 2000 Binck wordt opgericht door vier voormalige medewerkers van broker IMG Holland. Vanaf 19 juni kunnen institutionele beleggers van haar Broker diensten gebruik maken voor de Amsterdamse optiehandel. Op 6 oktober lanceert Binck haar website voor particuliere beleggers. 2001 Binck introduceert als eerste broker in Nederland gratis realtime koersen voor alle Amsterdamse hoofdfondsen. 2002 Ondanks slechte marktomstandigheiden en toenemende concurrentie stijgt de winst met 241%. 2003 2004
De Nederlandsche Bank verleent Binck op 24 januari de bankstatus.
Het klantenaantal is in een jaar tijd verdubbeld van 10.000 tot 20.000.
2005
BinckBank breidt het beurzenaanbod uit met Eurobeurzen (Duitsland, Ierland, Italië, Oostenrijk, Portugal en Spanje), gevolgd door nieuwe handelsmogelijkheden op Eurex.
2006
BinckBank start internationale expansie met kantoor in België.
2007 • BinckBank haalt financiering uit de markt voor de aankoop van Alex met een claimemissie ter waarde van € 385 miljoen. • BinckBank koopt de Nederlandse branchegenoot Alex en wordt mede daardoor in één klap marktleider in Nederland en een top-5 speler in Europa. 2008 BinckBank breidt internationale expansie verder uit met een kantoor in Frankrijk. BinckBank betreedt de markt als goedkoopste online broker. 2009
BinckBank en Optiver lanceren TOM.
2010 • BinckBank lanceert ProTrader: het trading platform voor de zeer actieve belegger. • BinckBank zet in op een doorbraak in de Nederlandse trackermarkt door het verkrijgen van
een belang van 60% in ThinkCapital.
2011 BinckBank introduceert als eerste in Nederland mobiel beleggen met de iPhone en Android.
2013 • Binck 360 wordt officieel gelanceerd. • BinckBank biedt als eerste in de markt interactieve educatieve tutorials over turbo’s. 2014 • BinckBank lanceert Binck Fundcoach. • BinckBank introduceert Binck turbo’s. 2015 • BinckBank introduceert ProRealTime in Frankrijk. • BinckBank introduceert eigen turbo’s in België. • BinckBank presenteert nieuwe groeistrategie ‘The New Binck’.
Jaarverslag 2015 // 29
2012 • Binck en Alex introduceren opties op Amerikaanse aandelen. • BinckBank gaat verder Europa in, het kantoor in Italië wordt geopend.
Financiële resultaten 2015 Gecorrigeerde netto-resultaat 2015
De gecorrigeerde nettowinst over 2015 bedroeg € 55,5 miljoen, uitkomend op een resultaat van € 0,79 per aandeel. Dit is een daling van 3% ten opzichte van het jaar 2014 (2014: € 57,5 miljoen, € 0,82 per aandeel). Het 2014 resultaat was echter inclusief de eenmalige bate uit de verkoop van BeFrank ter grootte van € 15,5 miljoen (€ 0,22 per aandeel). Het resultaat uit bedrijfsactiviteiten over het jaar 2015 steeg met 63% van € 24,3 miljoen naar € 39,8 miljoen. Dit kwam voornamelijk door hogere transactie gerelateerde netto-provisiebaten als gevolg van een toename van het aantal transacties met 8% op jaarbasis. Daarnaast kwamen in 2015 de rendementen voor het vermogensbeheerproduct van Alex voor een deel van de klanten boven het high watermark, waardoor over 2015 een prestatievergoeding van € 3,6 miljoen is ontvangen (2014: € 0,2 miljoen). De operationele lasten over 2015 waren 8% lager dan over het jaar 2014, resulterend in een cost/income ratio exclusief IFRS afschrijving van 64% (2014: 72%). De gecorrigeerde nettowinst is het netto-resultaat toe te schrijven aan aandeelhouders BinckBank gecorrigeerd voor IFRS afschrijvingen en de belastingbesparing op het verschil tussen fiscale en commerciële afschrijving van de verworven immateriële activa en betaalde goodwill. De gecorrigeerde nettowinst vormt de basis voor de bepaling van het jaarlijkse dividend.
Netto-rentebaten
De netto-rentebaten kwamen in het jaar 2015 uit op € 25,7 miljoen. Dit is 10% lager dan de vergelijkbare periode in 2014 (2014: € 28,5 miljoen) voornamelijk door de aanblijvende lage rentes op de geld- en kapitaalmarkt. De daling in netto-rentebaten deed zich vooral voor in de beleggingsportefeuille en de uitgezette middelen bij banken en ECB. De rente-inkomsten op de effectenkredieten bedroeg in 2015 € 19,5 miljoen (2014: € 19,7 miljoen).
Netto-provisiebaten
Doordat de effectenbeurzen in de eerste acht maanden van 2015 over het algemeen attractief voor beleggers waren nam het aantal transacties in 2015 toe wat een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de stijging van de netto-provisiebaten met 4% ten opzichte van 2014. De netto-provisiebaten stegen van € 126,0 miljoen naar € 131,5 miljoen. De transactie-gerelateerde netto-provisiebaten stegen in 2015 eveneens met 4% van € 94,7 miljoen naar € 98,6 miljoen vooral als gevolg van een toename van het aantal transacties met 8%. De vermogensbeheervergoedingen vertonen ten opzichte van 2014 per saldo een daling van 2%. De negatieve ontwikkeling door een daling van het beheerd vermogen bij Alex Vermogensbeheer is in grote mate opgevangen door een hogere prestatievergoeding over 2015 van in totaal € 3,6 miljoen (2014: € 0,2 miljoen). De overige nettoprovisiebaten stegen van € 11,7 miljoen over 2014 naar € 13,8 miljoen over 2015 onder andere als gevolg van hogere opbrengsten uit Binck Fundcoach, bewaarloon en distributievergoedingen ontvangen in de buitenlandse branches.
Netto-provisiebaten
Netto-rentebaten 30
28,5 27,7
26
25,7
24 22 20
2013
Overige baten
2014
2015
x EUR miljoen
x EUR miljoen
Jaarverslag 2015 // 30
28
140
137,9 126,0
125
131,5
110 95 80
2013
2014
2015
De overige baten betreffen vooral de opbrengsten uit de activiteiten van Able. De baten van dit bedrijfsonderdeel van € 10,9 miljoen over 2015 zijn redelijk in lijn met de voorgaande periode (2014: € 11,1 miljoen).
Resultaat uit financiële instrumenten
Het resultaat uit financiële instrumenten betreft voornamelijk de baten uit de uitgifte van de Binck turbo. De gemiddelde uitstaande positie van de Binck turbo is ten opzichte van 2014, toen is gestart met de uitgifte van de Binck turbo, gestegen. Het resultaat uit financiële instrumenten over het jaar 2015 is € 2,0 miljoen (2014: € 0,4 miljoen).
Totale operationele lasten
In het jaar 2015 daalden de totale operationele lasten ten opzichte van 2014 met 8% van € 141,4 miljoen naar € 130,4 miljoen. Over de hele linie zijn de operationele lasten gedaald. De daling in de overige operationele lasten van € 7,0 miljoen is onder andere voor € 4,0 miljoen het gevolg van de resolutieheffing die in 2014 is verantwoord en is daarnaast veroorzaakt door herbeoordeling van de voorzieningen. Gecorrigeerd voor de resolutieheffing in 2014 bedroeg de kostenbesparing voor de overige operationele lasten in 2015 6%. Totale operationele lasten 150
x EUR miljoen
120 90 60
134,4 51,6
141,4 56,6
29,1
27,7
53,7
57,1
30 0
2013 Personeelskosten
2014 Afschrijvingen
130,4 53,0
27,3 50,1
2015 Overige operationele lasten
Belastingen
De belastinglast over 2014 is sterk beïnvloed door de deelnemingsvrijstelling op het resultaat van de verkoop van het belang in BeFrank en de toepassing van de innovatiebox over de jaren 2011 tot en met 2014. Gezien de ontwikkeling van het resultaat en de positieve vooruitzichten heeft Think ETF Asset Management B.V. een actieve belastinglatentie opgenomen ter grootte van € 1,1 miljoen betrekking hebbende op verliezen van voorgaande boekjaren.
Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures
Het aandeel in het resultaat in de geassocieerde deelnemingen en joint ventures is € 0,7 miljoen negatief in 2015 (2014: € 12,7 miljoen). De daling is vooral het gevolg van de verkoop van het belang van BinckBank in de joint venture BeFrank die plaats heeft gevonden in 2014 en resulteerde in een boekwinst van € 15,5 miljoen. De geassocieerde deelneming in TOM presteerde in lijn met de verwachting maar leverde in 2015 geen positieve bijdrage aan het resultaat van BinckBank.
Het resultaat toe te schrijven aan de aandeelhouders van de minderheidsbelangen betreft het deel van het resultaat van de volledig geconsolideerde 60% deelneming Think ETF Asset Management B.V. BinckBank heeft een primaire preferentie op enige aangehouden reserves van Think ETF Asset Management B.V. tot een bedrag van € 1,1 miljoen gevolgd door een secundaire preferentie van de aandeelhouders minderheidsbelangen op enige aangehouden reserves tot een bedrag van € 1,1 miljoen. De positieve ontwikkeling van de resultaten van Think ETF Asset Management B.V, mede door de opname van de belastinglatentie, heeft tot gevolg dat beide preferenties zijn ingelost en dat toekomstige resultaten worden gealloceerd aan de aandeelhouders naar rato van hun aandelenbelang. Het positieve resultaat uit de opname van de actieve belastinglatentie van € 1,1 miljoen komt door deze structuur in 2015 met name ten gunste aan de aandeelhouders van de minderheidsbelangen.
Jaarverslag 2015 // 31
Resultaat toe te schrijven aan aandeelhouders minderheidsbelangen
Financiële resultaten 2015 (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Klantgegevens
Aantal rekeningen
Aantal beleggingsrekeningen
Aantal vermogensbeheerrekeningen Aantal spaarrekeningen
Aantal transacties
Netto-provisiebaten per transactie
Geadministreerd vermogen Beleggingsrekeningen
Spaarrekeningen
Beheerd vermogen
Winst- en verliesrekening Netto-rentebaten
Netto-provisiebaten
Transactie gerelateerd
Vermogensbeheervergoedingen Overige
Overige baten
Resultaat uit financiële instrumenten
Bijzondere waardeveranderingen op financiële activa
Totale inkomsten uit operationele activiteiten Personeelskosten
Afschrijvingen
Overige operationele lasten
2014
Δ
606.514
595.506
2%
39.931
42.890
-7%
9.293.591
8.617.490
8%
20.575.397
18.538.716
471.993 94.590 € 10,61
457.180
-1%
€ 10,99
-3%
20.354.176
18.248.332
221.221
1.697.871
1.952.193
25.724
28.497
-10%
131.461
125.951
19.071
19.526
98.571
13.819
10.947 2.031
15
94.744
11.681
11.102 351
24.348
63%
12.674
-106%
87
-1.337%
21.515
0%
(5.555)
Netto-resultaat
30.702
31.467
Netto-resultaat toe te schrijven aan aandeelhouders BinckBank
29.626
31.554
4.407
4.407
Fiscaal voordeel uit verschillen tussen commerciële en fiscale afschrijving Gecorrigeerde netto-resultaat
Gemiddelde aantal uitstaande aandelen gedurende de periode Gecorrigeerde nettowinst per aandeel (in EUR)
Cost/income ratio exlusief IFRS afschrijving
Balans & kapitaaltoereikendheid
Balanstotaal
Eigen vermogen
Totaal aanwezig vermogen Kapitaalratio
21.515
55.548
57.476
70.251.842
70.171.109
64%
72%
0,79
3.311.664
253.582
225.898
40,2%
3%
-2%
-8%
51%
-2%
-6%
0%
-3%
0,82
3.436.335 437.480
479%
-12%
(8.368)
(1.076)
-1%
57.124
27.675
(730)
18%
-6%
27.253
39.800
4%
-2%
56.586
165.733
50.110
4%
-109%
170.178
53.015
-13%
(168)
Belastingen
IFRS afschrijving
12%
-24%
141.385
Resultaat toe te schrijven aan aandeelhouders minderheidsbelangen
11%
290.384
130.378
Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures
3%
95.436
Totale operationele lasten
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten
Jaarverslag 2015 // 32
2015
440.247 37,1%
4%
-1%
12%
Ontwikkelingen en resultaten business unit Nederland Organisatie
In de eerste helft van 2015 is er veel aandacht geweest voor de (her)inrichting van de Nederlandse organisatie. Het management is versterkt teneinde de leidende positie in de Nederlandse markt verder uit te bouwen; er is een nieuwe directeur benoemd en ook zijn op een aantal sleutelposities nieuwe managers aangesteld. In september is de business unit Professional Services geïntegreerd in de Nederlandse Retail organisatie.
Klantbeleving
Een hoge waardering van klanten is zeer belangrijk voor BinckBank. BinckBank tracht dit te realiseren door invulling te geven aan de ‘customer intimacy’-strategie en de service naar klanten continu te verbeteren. Op vele manieren is BinckBank met klanten in gesprek over hoe zij haar dienstverlening verder kan verbeteren. Dit wordt onder meer gedaan door periodiek klantenonderzoek. Tevens vraagt BinckBank hiernaar in de bestaande klantcontacten, onder meer aan de telefoon en via webinars. Vanaf dit jaar zijn ook specifieke klantenpanels georganiseerd, om nog meer gefocust over verbetering van onze dienstverlening te kunnen praten. De Gouden Stier 2015 nominaties van Binck voor Beste Broker en van Hans Oudshoorn (beleggerstrainer van Alex Academy) voor Beste Beleggingsexpert zijn een bevestiging van de inspanningen voor klanten over de afgelopen jaren. Dit komt ook tot uiting in het grote aantal nieuwe klanten dat BinckBank heeft verwelkomd ondanks de toenemende concurrentie. Gedurende het jaar heeft BinckBank haar klantenservice verbeterd door het aannemen van extra personeel om telefonische wachttijden te verkorten en de coaching van personeel te verbeteren. BinckBank ziet de tweede plaats van het klantenteam bij de ‘Gouden Oor Award’ als een indicatie op de goede weg zijn. Belangrijk voor klanten is een hoge stabiliteit van het handelsplatform; de kwaliteit en betrouwbaarheid van het platform heeft zich dit jaar bewezen door ook op momenten van hoge volatiliteit op de financiële markten, optimaal beschikbaar te zijn en de hoge handelsvolumes snel en betrouwbaar te verwerken. BinckBank heeft in 2015 een nieuwe website voor Alex gelanceerd. Dit is onderdeel van de ‘één-platformstrategie’, gericht op het vergroten van de efficiëntie. Zichtbare vernieuwingen zijn onder meer de nieuwe homepage en de ‘order wizard’, die mede op basis van klantpanels tot stand zijn gekomen. In 2016 zullen ook de Binck websites van Nederland en van de andere landen overgaan naar dit nieuwe platform. Door middel van continue verbetering aan de websites wil BinckBank de klanttevredenheid op dit punt verder vergroten. BinckBank blijft haar mobiele app continu doorontwikkelen en ziet de volumes via telefoons en tablets zichtbaar toenemen, tot wel 9% voor Binck klanten. In 2016 zullen er weer nieuwe functionaliteiten worden toegevoegd en staat gepland om Alex klanten aan te sluiten.
Mede dankzij deze inspanningen stabiliseert de klanttevredenheid bij Binck op een relatief hoog niveau en klimt deze bij Alex langzaam maar zeker uit het dal. Een jaar eerder, in 2014, was er veel ontevredenheid over Alex Vermogensbeheer. Voor zowel Binck als Alex is het een belangrijk doel om de klanttevredenheid verder te verhogen in de komende jaren. BinckBank heeft gedurende het afgelopen jaar extra aandacht besteed aan educatie en persoonlijk contact met haar klanten. De Academy speelt daarin een belangrijke rol. Zo is het aantal webinars uitgebreid en is de Alex Beursflits geïntroduceerd. Daarnaast is BinckBank onverminderd doorgegaan met het Beleggerskompas en de
Jaarverslag 2015 // 33
De juiste balans tussen gebruikersgemak, veiligheid en betrouwbaarheid van de systemen is van groot belang voor BinckBank en haar klanten. Vanuit dat oogpunt heeft BinckBank in het tweede kwartaal een nieuwe veiligheidsstap bij inloggen, Twee-staps-verificatie, geïntroduceerd. Klanten dienen nu met een extra veiligheidsstap in te loggen op hun rekening. Dit gebeurt na ontvangst van een verificatiecode per SMS. Dankzij inspanningen van de klantenteams is deze procedure inmiddels ingeburgerd bij de klanten.
hoog gewaardeerde Alex in ’t Land klantbijeenkomsten. Ter ere van het 15-jarige bestaan van BinckBank werd op 29 mei 2015 voor de eerste keer de Binck Beleggersdag georganiseerd. In de RAI bezochten ruim 1.000 klanten het evenement, waarbij de internationaal bekende beleggingsgoeroe Marc Faber de key note speech voor zijn rekening nam. Het evenement werd door de deelnemers gewaardeerd met een 8+.
Producten
Alex Vermogensbeheer heeft in 2015 beter gepresteerd na een teleurstellend 2014. De klanttevredenheid herstelt gestaag, de klachten en opzeggingen zijn fors afgenomen en de uitstroom van klantgelden is vier kwartalen op rij gedaald. Er is op meerdere punten gewerkt aan een verdere verbetering van het product. Zo is onder meer de spreiding van beleggingen vergroot en is het beleggingsuniversum uitgebreid met Zwitserse en Scandinavische markten, waarmee gelijktijdig de relevante benchmarks zijn aangepast. Daarnaast heeft ook het beursklimaat verder bijgedragen aan herstel van vertrouwen. De voorbeeldportefeuille van het behoedzame profiel behaalde over 2015 een positief rendement van 11,7% (2014: -11,2%). Alex Vermogensbeheer kende in het eerste kwartaal van 2015 nog een netto-uitstroom van € 241 miljoen, in het tweede en derde kwartaal daalde de netto-uitstroom naar respectievelijk € 74 miljoen en € 25 miljoen, in het vierde kwartaal bedroeg de netto-uitstroom € 44 miljoen. Het beheerd vermogen kwam 13% lager uit op een niveau van € 1,7 miljard. De afname van het beheerd vermogen is enerzijds een gevolg van de netto-uitstroom en anderzijds het gevolg van een positief beleggingsresultaat van € 150 miljoen.
Stroom Alex Vermogensbeheer 2,2
x € miljard
2,0
1,8
1,6
1,4
31 dec 14
instroom
uitstroom Q1
Q2
beleggingsresultaat Q3
overige
31 dec 15
Q4
Jaarverslag 2015 // 34
De dienstverlening aan zelfstandig vermogensbeheerders in Nederland is, als gevolg van de integratie van Professional Services, in de business unit Nederland ingebracht. Begin 2016 zullen er interfaces met de meest toonaangevende portfolio management systemen gerealiseerd worden. Per 31 december 2015 verleende BinckBank diensten aan 109 zelfstandig vermogensbeheerders, een toename van 7% ten opzichte van 2014, met een totaal beheerd vermogen van € 6,6 miljard, een toename van 13% ten opzichte van 2014. Binck Fundcoach richt zich op zelfbeleggers met een langere (beleggings-)horizon, die zich niet willen laten beïnvloeden door de dagelijkse hectiek van de beurs. Binck Fundcoach heeft in 2015 het aantal klanten met 10% zien stijgen. Gegeven de gunstige marktomstandigheden voor dit product wil BinckBank dit aantal in 2016 verder omhoog brengen. Aanscherping van de propositie en intensivering van de marketing gaan hieraan bijdragen. Een jaar na de lancering van de Binck turbo is het product zeer populair geworden onder Nederlandse beleggers. Met krappe spreads en ruime openingsuren van de handel biedt BinckBank een hoogwaardig product aan dat door haar klanten hoog wordt gewaardeerd. Dit heeft ertoe geleid dat de Binck turbo in korte tijd de op één na meest verhandelde turbo in Nederland is geworden. In 2016 zal BinckBank haar onderliggend aanbod verder uitbreiden met valuta’s en edelmetalen.
Financiële resultaten (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
2015
2014
474.666
469.581
39.931
42.890
-7%
Aantal Transacties
6.630.875
6.100.727
9%
Geadministreerd vermogen
16.524.133
15.077.177
10%
275.496
-24%
-10%
Klantgegevens
Aantal Rekeningen
Aantal beleggingsrekeningen
Aantal vermogensbeheerrekeningen Aantal spaarrekeningen
Netto-provisiebaten per transactie Beleggingsrekeningen
Spaarrekeningen
Beheerd Vermogen
Winst- en verliesrekening Netto-rentebaten
Netto-provisiebaten
Transactie gerelateerd
Vermogensbeheervergoedingen Overige
Overige baten
Resultaat uit financiële instrumenten
Bijzondere waardeveranderingen op financiële activa
Totale inkomsten uit operationele activiteiten Personeelskosten
350.450
84.285 € 11,65
1.697.871
1.952.193
20.592
22.998
106.871
103.236
16.766
17.903
77.217
12.888 2.040
2.045 10
131.558
9.261
Totale operationele lasten
47.229
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten Resultaat uit bedrijfsactiviteiten na Interne Kostenallocatie
€ 12,21
14.801.681
208.418
21.828
Interne Kostenallocatie
84.964
16.315.715
Afschrijvingen
Overige operationele lasten
341.727
16.140
84.329
(45.563) 38.766
74.463 10.870
2.051 501
Δ
1%
3%
-1%
-5%
10%
-13%
4% 4%
-6%
19% -1%
308%
(123)
-108%
11.097
-17%
25.098
-36%
70.740
19%
128.663 21.728
57.923
(43.408) 27.332
2%
0%
-18%
5%
42%
Jaarverslag 2015 // 35
Vanuit operationeel oogpunt heeft BinckBank Nederland in 2015 sterke resultaten getoond in een competitieve omgeving. Het resultaat uit bedrijfsactiviteiten is gestegen met 19%, dit komt door een stijging van het inkomen uit operationele activiteiten van € 2,9 miljoen en een daling van de operationele lasten van € 10,7 miljoen. De daling van de overige operationele lasten komt door de herbeoordeling van de voorzieningen en door de SNS resolutieheffing die in 2014 is betaald. Het aantal klantrekeningen en het geadministreerd vermogen is in 2015 wederom gestegen.
Ontwikkelingen en resultaten business unit België Het afgelopen jaar heeft BinckBank België zich toegelegd op verdere groei met een grote focus op klantenservice en uitbreiding van het productaanbod. Midden 2015 accentueerde BinckBank België haar positie als marktleider met de campagne: ‘Is BinckBank de juiste bank voor u? Beslis vooral zelf.’ Het zelfstandige aspect van deze propositie werd benadrukt door middel van advertenties en nationale radiocampagnes in zowel het Franstalig als Nederlandstalig landsgedeelte. Deze campagne is goed ontvangen door het publiek en resulteerde in een stijging van het aantal leads met 40% in vergelijking met hetzelfde kwartaal in 2014. In het derde kwartaal van 2015 voegde BinckBank België de Fundfinder toe aan haar website. Deze tool stelt klanten in staat gedetailleerde informatie over beleggingsfondsen te verkrijgen, hiermee streeft BinckBank België ernaar om haar positie in het fondsensegment verder uit te bouwen. In navolging van Nederland en Italië rolde BinckBank België in november 2015 de nieuwe mobiele applicatie uit op iOS en Android. Met deze app kunnen beleggers altijd en overal beleggen in aandelen, opties, turbo’s en futures. In november is tevens de Binck turbo toegevoegd aan het productenaanbod, dit om de investeringsmogelijkheden van de klanten verder uit te breiden. BinckBank België zocht in 2015 de klant actief op en was aanwezig op de twee grootste financiële vakbeurzen van het land: de VFB Happening (25 april) en Finance Avenue (14 november). Daar werd zowel de nieuwe mobiele applicatie in de kijker gezet als een drukbezochte signeersessie georganiseerd met beursexpert Gert Bakelants en Pascal Paepen. Dit naar aanleiding van het boek ’De Beursbijbel 2016’, dat mede dankzij de steun van BinckBank tot stand kwam. Educatie is een belangrijke component voor BinckBank. Naast de steun aan het boek de ‘De Beursbijbel 2016’ benadrukte de BinckBank Academy dit streven doormiddel van een uitgebreid en vernieuwd aanbod aan Live webinars. Tevens informeert en bevraagt BinckBank België elke klant aan de hand van een vernieuwde online vragenlijsten, zodat de passendheid van een product kan worden bepaald.
Jaarverslag 2015 // 36
De speculatietaks die op 1 januari 2016 is ingevoerd, betekent een grote uitdaging voor de Belgische particuliere belegger. De speculatietaks is een belasting van 33% op koerswinsten op aandelen, opties en warrants die minder dan zes maanden zijn aangehouden in de portefeuille. De speculatietaks is in oktober 2015 goedgekeurd door de Belgische regering. Het tijdspad tussen goedkeuring en invoering is nog geen drie maanden. BinckBank ziet het als haar taak om klanten zo goed mogelijk te informeren over de speculatietaks en stelt alles in het werk om haar klanten bij te staan met transparante informatie en alerts via het handelsplatform.
Financiële resultaten (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
2015
2014
Δ
Aantal Rekeningen
64.162
61.245
5%
Aantal Transacties
945.199
850.826
2.678.812
2.307.921
16%
1.332
1.700
-22%
11.820
11.223
5%
2
2
Klantgegevens
Aantal beleggingsrekeningen
Netto-provisiebaten per transactie
Geadministreerd vermogen Beleggingsrekeningen
Winst- en Verliesrekening Netto-rentebaten
Netto-provisiebaten
Transactie gerelateerd Overige
Overige baten
Resultaat uit financiële instrumenten
Bijzondere waardeveranderingen op financiële activa
Totale inkomsten uit operationele activiteiten Personeelskosten
Afschrijvingen
Overige operationele lasten
64.162
€ 12,51
2.678.812
12.949 1.129
12 1
5%
61.245
€ 13,19
2.307.921
12.133 910
-
11%
-5%
16%
7%
24%
0%
100%
(5)
-120%
2.918
-11%
14.296
13.830
11
31
-65%
2.610
4.243
4.549
3%
-7%
Totale operationele lasten
6.864
7.498
-8%
Interne Kostenallocatie
(5.025)
(4.032)
25%
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten Resultaat uit bedrijfsactiviteiten na Interne Kostenallocatie
7.432
2.407
6.332
2.300
17% 5%
Jaarverslag 2015 // 37
Voor BinckBank België steeg het resultaat uit bedrijfsactiviteiten met 17% naar € 7,4 miljoen. De stijging komt ten eerste doordat er in 11% meer transacties zijn verricht dan in 2014. Daarnaast droeg ook de goede kostenbeheersing bij aan het hogere resultaat. De totale operationele lasten daalden over de hele linie met 8% naar € 6,9 miljoen.
Ontwikkelingen en resultaten business unit Frankrijk Voor BinckBank Frankrijk was 2015 een uitdagend jaar. De Franse markt is bijzonder competitief waarbij BinckBank zich onderscheidt door, naast scherpe tarieven, in te zetten op financiële diensten die van toegevoegde waarde zijn voor de klant. In dit kader werd halverwege dit jaar ProRealTime geïntroduceerd voor de meest actieve klanten. Dit door een externe partij ontwikkeld programma biedt hoogwaardige technische analyse tools. De inzet van externe partners om onze klanten extra functionaliteit aan te bieden sluit aan bij de ‘navigator’ rol zoals beschreven in onze strategie. Tevens lag in 2015 de focus op verbetering van de klanttevredenheid. Om dit te realiseren breidde BinckBank haar dienstverlening en informatievoorziening over de markten verder uit. Onze inspanningen zagen wij beloond met het toekennen van de award, ‘Label d’Excellence’ door het onafhankelijke Les Dossiers de l’Epargne met een uitzonderlijk hoge score van 4,9 op een schaal van 5. In 2015 is BinckBank Frankrijk in het kader van operational excellence begonnen met de voorbereidingen van de migratie naar het Europese basisplatform. In 2016 verwacht BinckBank haar Franse particuliere klanten te kunnen migreren. Na de migratie naar het Europese basisplatform maken alle Europese Retail klanten van hetzelfde platform gebruik, wat betekent dat alle productontwikkelingen direct ten goede komen aan al onze klanten.
Financiële resultaten (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Klantgegevens
Aantal Rekeningen
Aantal beleggingsrekeningen Aantal spaarrekeningen
Aantal Transacties
Netto-provisiebaten per transactie
Geadministreerd vermogen Beleggingsrekeningen
Spaarrekeningen
Winst- en Verliesrekening Netto-rentebaten
Netto-provisiebaten
Transactie gerelateerd Overige
Overige baten
Bijzondere waardeveranderingen op financiële activa
Totale inkomsten uit operationele activiteiten Personeelskosten
Afschrijvingen
Overige operationele lasten
Totale operationele lasten
Jaarverslag 2015 // 38
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten
Interne Kostenallocatie
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten na Interne Kostenallocatie
2015
2014
Δ
62.447
60.474
3%
52.142
10.305
50.002 10.472
4%
-2%
1.231.389
1.268.595
-3%
765.362
701.029
9%
12.803
14.888
-14%
2.546
3.243
-21%
7.409
7.600
€ 6,02
752.559
7.739 330
24
3
€ 5,99
686.141
7.979
1%
10%
-3% -3%
379
-13%
(36)
-108%
23
4%
10.312
11.209
5
7
-29%
7.350
-16%
2.695 3.502
6.202 4.110
(5.405) (1.295)
2.852
4.491
3.859
(3.277) 582
-8%
-6%
-22% 7%
65%
-323%
Het resultaat uit bedrijfsactiviteiten bedroeg voor BinckBank Frankrijk over 2015 € 4,1 miljoen. Dit is een toename van 7% ten opzichte van 2014. De toename kan vooral worden toegeschreven aan goede kostenbeheersing. Over 2015 kwamen de totale kosten uit op € 6,2 miljoen, dat is € 1,1 miljoen lager dan in 2014. Het aantal transacties is gedaald met 3%, het aantal klantrekeningen is gestegen met 3% naar 62.447. De interne kostenallocatie voor BinckBank Frankrijk valt over 2015 fors hoger uit in vergelijking met 2014. Dit wordt veroorzaakt door de voor bereidingen die getroffen zijn voor de migratie naar het Europese basisplatform in het eerste kwartaal van 2016.
Ontwikkelingen en resultaten business unit Italië Gemeten in transactievolumes kan BinckBank Italië terugkijken op het beste jaar sinds de start in 2012. BinckBank Italië realiseerde een aantal mijlpalen in het derde kwartaal, zoals de 5.000ste klant en een record aantal transacties op een dag (4.315 op 24 augustus 2015). BinckBank Italië kent een hoogwaardig en actief klantenbestand. In totaal hebben de klanten 486.128 transacties uitgevoerd in 2015 waarbij zij gemiddeld € 115.897 per klant aan BinckBank toevertrouwen. Dit hoge bedrag wordt vooral verklaard door de populariteit van handel in obligaties in Italië. Aansluitend bij de strategische doelstellingen werd ook bij BinckBank Italië ingezet op customer intimacy en een hoge klanttevredenheid. Uit de periodieke metingen blijkt dat de klanttevredenheid over de klantenservice boven de 8 ligt. Een belangrijke bijdrage voor tevredenheid werd tevens geleverd door de introductie van de mobiele app. Hiermee is invulling gegeven aan een veel uitgesproken wens onder de Italiaanse klanten van BinckBank. De korte doorlooptijd van de al in Nederland beschikbare app toont aan dat BinckBank dankzij het centrale ICT-plaform er in slaagt om diensten steeds sneller uit te rollen in de verschillende landen. Daarnaast is het productaanbod uitgebreid met bijvoorbeeld de ‘Italian week option’ en verschillende nieuwe Eurex futures. In het eerste kwartaal van 2016 wordt een nieuwe versie van Binck360 (Scalper) gelanceerd. In 2015 heeft BinckBank Italië haar klanten een breed scala aan educatie aangeboden. Een reeks van educatieve video’s werd gemaakt voor zowel ervaren als beginnende beleggers. Een ander nieuw initiatief is Binck TV, een internetkanaal waarop BinckBank wekelijks een toelichting geeft op ontwikkelingen en gebeurtenissen in de financiële markten. Met Binck TV wil BinckBank Italië haar naamsbekendheid als beleggingsspecialist vergroten in Italië.
Financiële resultaten 2015
2014
Δ
Aantal Rekeningen
5.239
4.206
25%
Aantal Transacties
486.128
397.342
22%
Geadministreerd vermogen
607.090
452.589
34%
1.094
532
106%
1.458
46%
(4)
-125%
1.202
7%
Klantgegevens
Aantal beleggingsrekeningen
Netto-provisiebaten per transactie Beleggingsrekeningen
Winst- en Verliesrekening Netto-rentebaten
Netto-provisiebaten
Transactie gerelateerd Overige
Bijzondere waardeveranderingen op financiële activa
Totale inkomsten uit operationele activiteiten Personeelskosten
Afschrijvingen
Overige operationele lasten
Totale operationele lasten
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten
Interne Kostenallocatie
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten na Interne Kostenallocatie
5.239
€ 4,37
607.090
1.577
2.125
4.206
€ 3,67
452.589
966
(548)
(492)
2.672
1.494
1
1.288
75
1.956
3.319
(647)
(3.396)
(4.043)
81
25%
19%
34%
63% 11%
79%
-7%
2.778
-30%
(2.567)
-75%
4.061
(3.089) (5.656)
-18%
10%
-29%
Jaarverslag 2015 // 39
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
BinckBank Italië is de business unit die de grootste groei heeft doorgemaakt in 2015. Vergeleken met 2014 is het aantal rekeningen gegroeid met 25%, het aantal transacties met 22% en het geadministreerd vermogen met 34%. Het resultaat uit bedrijfsactiviteiten bedroeg in 2015 een verlies van € 647 duizend, het verlies in 2014 was vier keer hoger. De netto-provisiebaten per transactie zijn gestegen van € 3,67 naar € 4,37.
Ontwikkelingen groepsactiviteiten In januari 2015 heeft BinckBank de rekening van beleggingsvereniging Fibonacci geblokkeerd en de posities gesloten nadat zij had vastgesteld dat Fibonacci in strijd handelde met de vergunningvereisten uit hoofde van de Wet op het financieel toezicht (Wft). Daarnaast had BinckBank een sterk vermoeden dat Fibonacci haar leden misleidde door rendementen voor te spiegelen die niet waren behaald en rendementen uit te keren die slechts konden zijn betaald uit de inleg van nieuwe en bestaande leden. In de uitspraak van het kort geding van 6 maart 2015 dat Fibonacci tegen BinckBank had ingesteld inzake de handelswijze van BinckBank, oordeelde de voorzieningenrechter dat BinckBank de posities niet had mogen sluiten op de wijze zoals zij had gedaan. BinckBank moest de rekening weer vrijgeven en de vermogenspositie van Fibonacci herstellen. In het hoger beroep dat BinckBank tegen het vonnis had ingesteld, heeft BinckBank onder meer betoogd dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft overwogen dat Fibonacci zou voldoen aan de Wft, dat Fibonacci haar leden niet misleidde en dat daarbij is miskend dat BinckBank onder omstandigheden een maatschappelijke zorgplicht heeft om rekening te houden met de belangen van derden, de leden van Fibonacci. Het gerechtshof Amsterdam heeft bij arrest van 17 november 2015 echter alle grieven van BinckBank verworpen. Op 22 juli 2015 heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak die Euronext N.V. en Euronext Amsterdam N.V. (Euronext) hadden aangespannen tegen TOM Holding N.V., TOM Broker B.V., TOM B.V. en BinckBank N.V. (BinckBank). De rechtbank heeft een aantal vorderingen van Euronext toegewezen. BinckBank diende een aantal gedragingen te staken, te weten: een inbreuk op databankrechten van Euronext met betrekking tot optieseries, bepaalde uitingen over Smart Execution en het gebruik van bepaalde ticker-symbolen en data van Euronext. BinckBank diende tot slot een door de rechtbank vastgestelde tekst op een aantal van haar websites te plaatsen. BinckBank is voorts veroordeeld tot vergoeding van door Euronext geleden schade, nader te bepalen in een schadestaatprocedure. BinckBank heeft besloten in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak. Het bestuur is van mening – op grond van informatie die thans beschikbaar is en na raadpleging van juridische adviseurs – dat de hoogte van de schade op dit moment niet betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Jaarverslag 2015 // 40
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 30 oktober 2015 bekend gemaakt het voornemen te hebben een boete op te leggen inzake de transactierapportages van BinckBank aan de AFM met betrekking tot transacties in financiële instrumenten. De transacties zijn verricht in de periode 2 maart 2010 tot 28 oktober 2014 op de overthe-counter (OTC) markt in Luxemburg en vanaf 3 februari 2011 tot 1 oktober 2014 op de XMON (derivatenbeurs in Parijs) en de XRBD (derivatenbeurs in Brussel) en zouden naar het oordeel van de AFM te laat aan de AFM zijn gerapporteerd. Indien een boete wordt opgelegd zal de AFM dit in een boetebesluit bekend maken. Op 30 oktober 2015 heeft de AFM BinckBank in kennis gesteld van het voornemen tot het opleggen van een boete voor de reclame uitingen van Alex Vermogensbeheer. De AFM is van oordeel dat in de periode van 8 september 2012 tot 26 augustus 2014 reclame uitingen voor Alex Vermogensbeheer niet duidelijke en/of misleidende informatie bevatte. Aangezien het een voornemen van de AFM betreft, staat nog niet vast of een boete zal worden opgelegd. De hoogte van een eventuele boete zal in een boetebesluit van de AFM bekend worden gemaakt.
“
Informatie voor de aandeelhouder
”
BinckBank hecht grote waarde aan een goede relatie
met beleggers en analisten en is gecommitteerd aan hoogste eisen van integriteit en eerlijke informatievoorziening.
BinckBank hecht grote waarde aan een transparant en consistent informatiebeleid. BinckBank zoekt actief de dialoog met haar aandeelhouders. Zij communiceert open naar beleggers en anderen met (financiële) belangstelling voor de onderneming. Het doel hiervan is om hen zo goed en tijdig mogelijk te informeren over het beleid, de ontwikkelingen binnen en de vooruitzichten van de onderneming, zodat zij een weloverwogen beleggingsbeslissing kunnen maken.
Alle relevante informatie, zoals het jaarverslag, halfjaarverslagen, kwartaalberichten, analistenpresentaties en achtergrondinformatie, is te vinden op de corporate website www.binck.com.
Beurskoers en totale beleggingsrendement op het aandeel BinckBank in 2015 Het aandeel BinckBank staat genoteerd aan Euronext Amsterdam en maakt sinds 2 maart 2007 onderdeel uit van de Amsterdam Midkap Index (AMX), met een wegingsfactor van 1,44% (2014: 1,50%) van de index op 31 december 2015. Het aandeel is in 2015 gestegen met 12,8%. ISIN code: NL0000335578 Reuters: BINCK.AS Bloomberg: BINCK.NA Het gemiddeld aantal verhandelde aandelen per dag in 2015 bedroeg 392.355 (2014: 237.609). Het aandeel BinckBank wordt op dit moment gevolgd door zeven analisten. Zij geven (institutionele) beleggers de onderstaande adviezen over het aandeel BinckBank.
ABN Amro ING KBC Kepler Capital Markets Rabobank SNS Securities Theodoor Gilissen * Per 29 februari 2016
Analist
Advies
Prijsdoel
Michiel de Jonghe
Buy
€ 8,00
Albert Ploegh
Hold
€ 9,50
Matthias de Wit
Buy
€ 9,50
Benoit Pétrarque
Hold
€ 7,50
Cor Kluis
Buy
€ 10,00
Marcell Houben
Buy
€ 10,50
Jos Versteeg
Buy
€ 9,00
Jaarverslag 2015 // 41
Coverage aandeel BinckBank* Bedrijf
Gegevens per aandeel BinckBank* 2015
2014
2013
Netto-resultaat per aandeel
€ 0,42
€ 0,45
€ 0,27
Gecorrigeerde nettowinst per aandeel
€ 0,79
€ 0,82
€ 0,78
Dividend per aandeel**
€ 0,39
€ 0,41
€ 0,39
Dividendrendement in % (o.b.v. slotkoers jaareinde)
4,90%
5,80%
5,10%
Intrinsieke waarde
€ 6,16
€ 6,20
€ 5,79
Slotkoers van het aandeel BinckBank N.V.
€ 7,95
€ 7,05
€ 7,71
698
636
629
10,06
8,60
9,88
AMX index Koers/winst verhouding (op basis van gecorrigeerde winst)
* Per 31 december 2015 ** Voor 2015 geldt onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering ("AV")
Aandelenkapitaal 2015
2014
2013
100.000.000
100.000.000
100.000.000
71.000.000
74.500.000
74.500.000
-
3.500.000
-
71.000.000
71.000.000
74.500.000
719.277
804.674
4.383.380
50
50
50
70.251.842
70.171.109
€ 564.379.000
€ 500.479.000
€ 574.395.000
2015
2014
2013
Slotkoers
€ 7,95
€ 7,05
€ 7,71
Hoogste koers
€ 9,33
€ 9,66
€ 8,30
Maatschappelijk aandelenkapitaal Geplaatst aantal aandelen begin van het jaar Aantal ingetrokken aandelen gedurende het jaar Geplaatst aantal aandelen eind van het jaar Ingekochte eigen aandelen gehouden ultimo boekjaar Aantal prioriteitsaandelen Gemiddeld aantal uitstaande aandelen gedurende het jaar Marktkapitalisatie eind van het jaar
70.432.579
Aandelenkoers en volumes
Laagste koers Totale omzet in stuks Hoogste dagomzet in stuks Laagste dagomzet in stuks
Jaarverslag 2015 // 42
Gemiddelde dagomzet in stuks
€ 6,50
€ 6,70
€ 5,69
100.442.801
60.590.301
79.298.786
2.317.382
3.223.889
4.318.415
27.727
29.780
41.544
392.355
237.609
310.976
Beweging en volumes in het aandeel BinckBank Prijs aandeel BinckBank in EUR
10
Volume aandeel BinckBank Tegenvallende cijfers van economische groei in Europa en zorgen over de Chinese economie zorgen voor een correctie op de beurzen. Het aandeel BinckBank daalt hierdoor.
Alex Vermogensbeheer heeft de afgelopen maanden goed gepresteerd.
3.500.000 3.000.000 2.500.000
8
Volume
Aandelenprijs
4.000.000
2.000.000
Geruchten in de markt dat BinckBank een overname kandidaat is.
1.500.000 1.000.000 50.0000
Alex Vermogensbeheer negatief in het nieuws.
31-dec-15
30-nov-15
30-okt-15
30-sep-15
31-aug-15
31-jul-15
30-jun-15
29-mei-15
30-apr-15
31-mrt-15
27-feb-15
30-jan-15
0
31-dec-14
6
BinckBank maakt cijfers 2014 bekend. In Q4 2014 is € 297 mln door beleggers weggehaald bij Alex Vermogensbeheer.
200%
BinckBank vs AMX
180%
BinckBank
160%
AMX
140% 120% 100% 80% 60% 40% 20%
De AMX begon het jaar op 636 punten en eindigde het jaar op 698 punten, een stijging van 9,7%. Het aandeel BinckBank sloot 2014 op € 7,05 en sloot 2015 op € 7,95, een stijging van 12,8%.
Jaarverslag 2015 // 43
31-dec-15
30-nov-15
30-okt-15
30-sep-15
31-aug-15
31-jul-15
30-jun-15
29-mei-15
30-apr-15
31-mrt-15
27-feb-15
30-jan-15
31-dec-14
0%
Reserverings- en dividendbeleid Het maatschappelijk kapitaal van BinckBank bestaat uit gewone aandelen en (50) prioriteitsaandelen van elk nominaal groot € 0,10. De prioriteitsaandelen staan op naam, zijn niet-beursgenoteerd en worden gehouden door de Stichting Prioriteit Binck (‘de Prioriteit’). De statuten van BinckBank bepalen onder meer dat – indien en voorzover de winst dat toelaat – op de prioriteitsaandelen een bedrag wordt uitgekeerd van zes procent (6%) berekend over het nominale bedrag van die aandelen (50 x € 0,10 x 6%). De prioriteit bepaalt vervolgens welk gedeelte van de winst wordt gereserveerd. De resterende winst staat ter beschikking van de Algemene Vergadering. Het bedrag dat niet aan aandeelhouders wordt uitgekeerd, zal worden toegevoegd aan de reserves van BinckBank. Het bestuur van BinckBank is bevoegd te besluiten tot het door BinckBank doen van een tussentijdse uitkering (interim dividend) met voorafgaande goedkeuring van de Prioriteit. BinckBank hanteert de volgende uitgangspunten bij het doen van dividenduitkeringen. • Duurzaamheid en prudentie gelden als voorwaarden voor het doen van dividenduitkeringen, de bepaling van de hoogte daarvan en de vorm waarin dividenduitkeringen plaatsvinden. • Bij het doen van dividenduitkeringen moet worden voldaan aan volgens de toepasselijke wet- en regelgeving (waaronder begrepen de door de Europese Centrale Bank (‘ECB’) en De Nederlandsche Bank (‘DNB’)) gestelde vereisten. • Dividenduitkeringen dienen – vanuit het perspectief van duurzaamheid en prudentie – op basis van de solvabiliteitspositie en bedrijfseconomische vooruitzichten naar het oordeel van BinckBank verantwoord te zijn. • Indien een dividenduitkering aan de Algemene Vergadering wordt voorgesteld, streeft BinckBank naar een pay-out ratio van 50% van het gecorrigeerde netto-resultaat. • Dividenduitkeringen vinden plaats in contanten en worden uiterlijk veertien dagen na besluitvorming betaalbaar gesteld. • Interim dividend wordt uitgekeerd uit het netto-resultaat (winst lopend boekjaar). BinckBank evalueert haar reserverings- en dividendbeleid voortdurend en bespreekt dit beleid jaarlijks als apart agendapunt tijdens de Algemene Vergadering.
Dividendvoorstel 2015 Aan de aandeelhouders zal worden voorgesteld om een totaal dividend over het boekjaar 2015 in contanten uit te keren van € 0,39 per aandeel onder inhouding van 15% dividendbelasting. Op 3 augustus 2015 is een interimdividend van € 0,14 in contanten per aandeel uitgekeerd, waardoor het voorgestelde slotdividend € 0,25 in contanten per aandeel bedraagt. Europese banken dienen voor het uitkeren van dividend te voldoen aan de aanbevelingen (ECB/2015/2 en ECB/2015/49) van de Europese Centrale Bank (ECB) die respectievelijk op 28 januari 2015 en op 17 december 2015 zijn uitgebracht. BinckBank voldoet aan de in de aanbevelingen genoemde criteria. Onder voorbehoud van goedkeuring van de Algemene Vergadering op 25 april 2016, zal het aandeel op 27 april 2016 ex dividend noteren. Betaling van het slotdividend vindt plaats op 2 mei 2016.
Jaarverslag 2015 // 44
Aandelenbezit De volgende aandeelhouders hebben een belang van 3% of meer in BinckBank (stand op 31 december 2015): • Boron Investments N.V. (>5%) • Delta Lloyd Deelnemingenfonds N.V. (>5%) • Navitas B.V. (>5%) • Farringdon Capital Management (>3%) • Old Mutual plc (>5%) • Dimensional Fund Advisors LP (>3%) • Invesco Limited (>5%)
Eind 2015 waren de aandelenposities van de bestuursleden van BinckBank de volgende: • Vincent Germyns: 27.630 aandelen • Evert-Jan Kooistra: 62.506 aandelen • Steven Clausing (benoemd per 30 oktober 2015): geen aandelen
Investor Relations BinckBank onderhoudt contacten met (potentiële) investeerders via één-op-één gesprekken (roadshows/calls) en conferenties. Gedurende 2015 hebben de leden van het bestuur en de manager van de afdeling Investor Relations 36 gesprekken met (potentiële) investeerders uit Europa en de Verenigde Staten gehad. BinckBank hanteert een stille periode van drie weken voorafgaand aan de publicatie van de kwartaalcijfers en van vier weken voorafgaand publicatie van de jaarcijfers. Tijdens deze periodes houdt BinckBank geen bijeenkomsten en voert BinckBank geen actieve dialoog met beleggers of analisten. Na publicatie van de kwartaalresultaten evenals de jaarcijfers organiseert BinckBank een conference call voor analisten en aandeelhouders. Tijdens de conference call wordt door zowel de bestuursvoorzitter als de CFRO een toelichting gegeven op de resultaten van BinckBank. Andere geïnteresseerden kunnen deze telefonische bijeenkomst live volgen via een link op de corporate website van BinckBank. Het presentatiemateriaal wordt gelijktijdig met het persbericht gepubliceerd op www.binck.com. Alle resultaten en kerncijfers zijn in een spreadsheet beschikbaar en het transcript van de conference call wordt enkele dagen na de call op de corporate website in de Engelse taal ter beschikking gesteld. Verder geeft BinckBank journalisten ieder kwartaal de mogelijkheid tot een telefonische toelichting op de resultaten.
Contact Investor Relations (a.i.)
Harmen van der Schoor Tel: +31 20 522 0378 mobiel: +31 6 101 17 363
Jaarverslag 2015 // 45
E-mail:
[email protected] Twitter: twitter.com/BinckBank
Personeel en organisatie Inleiding BinckBank is een succesvol internationaal bedrijf waar het bruist van de nieuwe initiatieven en waar een prettige informele sfeer heerst. Bij BinckBank werken veel jonge ambitieuze mensen, die willen groeien in hun carrière. Onze medewerkers zijn bepalend voor het succes van BinckBank. De gemiddelde leeftijd van de medewerkers lag eind 2015 op 37 jaar. BinckBank is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een bedrijf met 633,8 FTE’s verdeeld over de landen Nederland, België, Frankrijk, Italië en Spanje. Bij het aannemen van nieuwe medewerkers hecht BinckBank er groot belang aan dat de medewerkers passen binnen de organisatie en dat de cultuur van de organisatie niet verloren gaat. Aantal FTE’s per land 700 600
17
654
4 41
40
19 36
552
500
Aantal FTE’s per afdeling
650 4 34
19
634 4
250
36
36
557
300
539
200
400
150
300 200
100
100
50
0
273 273 267
2013 Nederland
2014 België
0
2015
Frankrijk
Italië
Spanje
131
250
ICT
Able
2013
58 54 55
Staven en Operations Overig
Think ETF
2015
Verdeling man/vrouw 2015 in aantallen
106 108
Medewerkers
120
41 36 36
2013
35-44 2014
45-54
RvC + Bestuur
546
25 27 31
25-34
2
180
100
0-24
72
2014
151 201 196
150
0
57 58
267
200
50
110
6 6 7
Retail
Aantal FTE’s per leeftijdscategorie 281 283
129
79
300
149 154
6
> 55 2015
Vrouw
Man
Herijking kernwaarden
Jaarverslag 2015 // 46
In verband met de nieuwe groeistrategie ‘The New Binck’, is in de tweede helft van 2015 een project gestart voor de herijking van de kernwaarden. Door middel van verschillende informatieve sessies met het bestuur, management en medewerkers uit alle landen wil BinckBank breed gedragen kernwaarden ontwikkelen. Dit project is eind 2015 nog niet afgerond.
Bankierseed Nederlandse banken vinden het belangrijk dat iedereen in de Nederlandse bancaire sector zijn functie integer en zorgvuldig uitoefent. Om het vertrouwen in de financiële sector te herstellen, namen alle banken in Nederland het initiatief tot het pakket ‘Toekomstgericht Bankieren’. Dat bestaat uit het Maatschappelijk Statuut, de geactualiseerde Code Banken en Gedragsregels.
De bankierseed is een zogenoemde ‘moreel-ethische verklaring’. Met de bankierseed wordt door medewerkers werkzaam in Nederland aangegeven dat zij zullen voldoen aan de gedragsregels en zal het tuchtrecht dat daarmee samenhangt op hun van toepassing zijn. De gedragsregels zoals genoemd in de bankierseed gaan over: • Integriteit en zorgvuldigheid • Zorgvuldige belangenafweging waarbij het klantbelang centraal staat • Naleving wet- en regelgeving en gedragscode • Geheimhouding van vertrouwelijke informatie • Transparantie en verantwoordelijkheid • Behoud van vertrouwen in de financiële sector In 2015 hebben nieuwe medewerkers werkzaam in Nederland, de medewerkers van de Identified Staff en een groot deel van de externe medewerkers (zowel op basis van inhuur als inkoop van externe diensten) van BinckBank de bankierseed afgelegd. Alle overige medewerkers werkzaam in Nederland hebben de bankierseed afgenomen in februari 2016. Alle leden van het bestuur en de Raad van Commissarissen hebben de bankierseed in 2015 of eerder afgelegd.
Recruitment BinckBank is een aantrekkelijke werkgever en spant zich in om dat ook te blijven. Veel medewerkers kiezen voor BinckBank vanwege de ambities en uitdagingen. De ambities bieden kansen op het gebied van ontwikkeling, doorgroeimogelijkheden en bieden daarnaast veel ruimte voor individuele inbreng en ideeën. Het werven van de juiste medewerkers wordt, naast de betrokkenheid van de business en onze HR adviseurs in het selectietraject, ondersteund door de ‘werken bij Binck’ website. Deze website stelt ons in staat om efficiënt en zelfstandig de werving van nieuw personeel te doen voor BinckBank Nederland, België, Frankrijk, Italië en Spanje. Ook voor Think ETF’ Asset Management B.V. heeft BinckBank de recruitmentactiviteiten in 2015 gedaan. In 2015 is de ‘werken bij Binck’ site vernieuwd en voorzien van beeldmateriaal wat de sfeer in de organisatie goed weergeeft. Tevens is veel aandacht besteed aan de vindbaarheid van de vacatures. De website heeft in het afgelopen jaar 111.190 bezoekers gegenereerd waaruit 6.059 reacties zijn gekomen. Vanuit deze reacties zijn uiteindelijk 171 vacatures ingevuld. De gemiddelde doorlooptijd voor een vacature was zeven weken en 92% van alle vacatures is door onze eigen werving ingevuld.
Opleidingen en Ontwikkeling Om te voorkomen dat talentvolle medewerkers uitstromen naar andere bedrijven, heeft BinckBank een sterke focus op ‘de juiste persoon op de juiste plek’. Voor de cultuur van het bedrijf vindt BinckBank het belangrijk om talent de kans te bieden zich binnen de organisatie te ontwikkelen. Met deze focus zijn 81 medewerkers doorgestroomd naar een nieuwe functie binnen BinckBank in 2015. BinckBank zal interne mobiliteit in de komende jaren blijven stimuleren met o.a. de uitbouw van een talent programma.
Jaarverslag 2015 // 47
De verwachting is dat in de komende jaren de krapte op de arbeidsmarkt zal toenemen voor specifieke functies. Om hierop te anticiperen is BinckBank in 2015 gestart met het verder professionaliseren van de werving en selectie door extra mankracht op recruitment in te zetten en de werving gerichter te laten plaatsvinden door het gebruik van nieuwe technieken. Daarnaast zijn meerdere acties geïnitieerd om medewerkers zelf op te leiden en te trainen. Ook in 2015 heeft BinckBank weer een ICT-klas opgeleid waarbij startende professionals de basisopleiding hebben gevolgd en afgerond. Na afronding van de opleidingen hebben zij een vaste functie binnen de organisatie aangeboden gekregen.
Omdat competente, gemotiveerde en tevreden medewerkers cruciaal zijn voor het succes van BinckBank investeert BinckBank continu in hun kennis, vakbekwaamheid en vaardigheden. De performance management cyclus ligt ten grondslag aan individuele ontwikkelingsplannen en jaarlijkse salarisverhogingen en draagt ook bij aan de interne doorstroom. Aan alle medewerkers zijn in 2015 (online) opleidingsmogelijkheden op het gebied van kennis en/of vaardigheden aangeboden. Meer dan de helft van de medewerkers heeft, buiten de interne opleidingen om, een externe of online opleiding gevolgd die hem of haar ondersteunt in zijn of haar ontwikkeling. Om de strategie van de organisatie onder de aandacht van alle medewerkers te brengen, heeft het bestuur gedurende 2015 verschillende strategiesessies gegeven in Nederland, België, Frankrijk en Italië. Het mentorprogramma ‘Help talent in het zadel’ wat in 2014 door BinckBank is opgezet, heeft in 2015 een succesvol vervolg gekregen. De mentoren van BinckBank hebben hun training in 2015 afgerond met een certificaat. Hiermee zijn de mentoren officieel aangewezen om, naast het delen van hun vakinhoudelijke kennis, ook hun coaching vaardigheden toe te passen. Zij begeleiden hun eigen collega’s bij het optimaal inzetten van hun talent waarmee de basis voor hun carrière binnen BinckBank wordt vergroot. Ook de Netwerkorganisatie YFINN, waarbij BinckBank zich in 2014 heeft aangesloten, helpt onze medewerkers bij het ontwikkelen van kennis en vaardigheden door het organiseren van thema-activiteiten. Om de informatie over opleidingsmogelijkheden binnen de organisatie te vergroten en te centraliseren, heeft BinckBank in 2015 een intranetpagina voor ‘Learning & Development’ ontworpen. Via dit kanaal worden de medewerkers snel en eenvoudig geïnformeerd over verschillende individuele opleidingsmogelijkheden en inhouse trainingen. De komende jaren zal BinckBank zich blijven richten op de ontwikkeling en doorstroom van talentvolle medewerkers.
Medewerkertevredenheidsonderzoek (‘FABBS’) Eind 2014 zijn de voorbereidingen voor het nieuwe medewerkertevredenheidsonderzoek (MTO) afgerond. De naam van het onderzoek is veranderd in FABBS (For A Better Binck Survey). Een eigentijds, transparant onderzoek dat is afgestemd op de plannen en ambities van BinckBank. Begin 2015 is het onderzoek onder het personeel in alle landen uitgezet. Het onderzoek richt zich onder andere op belangrijke thema’s, plannen, ambities en de bedrijfscultuur. 80% van de medewerkers heeft het onderzoek ingevuld. Hoewel er verschillen in uitkomsten zijn te constateren per land en per onderwerp, lieten de uitkomsten over het algemeen hoge tevredenheidsscores zien. Vanuit de gehele organisatie is positief gereageerd op de resultaten van FABBS en zijn de opvolgingsplannen vanuit alle business units en landen tot stand gekomen. De opvolgingsplannen zullen in de komende jaren gemonitord blijven. Ook de interne communicatie zal hier een grote rol in spelen om het draagvlak voor FABBS te behouden en de focus op de tevredenheid te garanderen. Begin 2016 zal het onderzoek herhaald worden.
Jaarverslag 2015 // 48
Vitaliteit Het ziekteverzuim in 2015 was 3,28%. Ten opzichte van een jaar eerder is dit percentage nagenoeg gelijk gebleven (3,22% in 2014). Om leidinggevenden te helpen in de begeleiding van een langdurig zieke zijn enkele sessies met de Arbodienst gefaciliteerd. Naast de begeleiding aan management is gedurende het jaar extra aandacht besteed aan gezondheid in de vorm van sportactiviteiten en gezonde voeding. In januari 2015 is BinckBank een samenwerking aangegaan met de Bootcamp club. Twee dagen in de week worden op verschillende tijdstippen trainingen georganiseerd.
Veel medewerkers (inclusief bestuur) hebben deelgenomen aan de trainingen. Een sportieve groep medewerkers heeft in 2015 mee gedaan aan het Mudmaster programma, maar ook marathon wedstrijden en voetbaltoernooien zijn in 2015 onderdeel van het vitaliteitsprogramma geweest. Ook is extra focus gebracht op het onderdeel gezonde voeding door middel van workshops over gezonde voeding en aandacht voor een gezonder menu in het bedrijfsrestaurant. In 2016 wordt dit programma uitgebreid als onderdeel van het Arbo beleid waarbij ook het cateringconcept een verandering zal doormaken. Gezonde en fitte medewerkers zijn een must voor een bedrijf met veel ambitie. Naast gezonde en fitte medewerkers, werkt het gezondheidsprogramma van BinckBank ook teamspirit, samenwerking en plezier in de hand. Belangrijke aandachtspunten die voor de komende jaren op de agenda staan. Vanuit deze invalshoek vestigde BinckBank ook in 2015 de aandacht op de organisatie van events met een informeel karakter zoals de vrijdagmiddagborrel in de bar. In 2015 bestond BinckBank 15 jaar en heeft de Medewerker Evenementen Commissie (MEC) een jubileum feest georganiseerd voor medewerkers uit alle landen. Een succesvolle en plezierige samenkomst van alle BinckBank medewerkers.
Samenwerking met de ondernemingsraad (OR) De samenstelling van de OR wijzigde in 2015 als gevolg van de OR verkiezingen. De OR bestaat uit negen leden. Het bestuur, HR en de OR hebben op regelmatige basis formele en informele overleggen gepleegd. Deze overleggen kenmerken zich als plezierig en informatief en hebben een transparant karakter. In 2015 zijn samen de volgende projecten opgestart en voor een deel afgerond: • De integratie van de BPO activiteiten binnen de activiteiten van Business Unit NL zijn door HR begeleid en afgerond. Alle HR diensten die BinckBank uitvoerde voor Able worden vanaf januari 2016 door Able in eigen beheer uitgevoerd. • Invoering van een transparant beloningssysteem m.b.t. salarissen (Relatieve Salaris Posities). • BinckBank is gestart met de voorbereidingen voor flexibilisering van arbeidsvoorwaarden. In maart 2016 wordt gestart met het uitruilen van vakantiedagen. Gedurende het jaar 2016 zullen meerdere opties op het gebied van uitruil van arbeidsvoorwaarden worden aangeboden. Het bestuur kijkt in 2016 wederom uit naar een constructieve samenwerking met de ondernemingsraad.
Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2014 op 1 augustus 2014 en de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen Wft (Wbfo) die op 7 februari 2015 in werking is getreden, heeft BinckBank in 2015 de nodige voorbereidingen getroffen om het beloningsbeleid aan de hand van die regelgeving aan te passen. De remuneratiecommissie speelt hierbij een belangrijke rol. Deze subcommissie van de Raad van Commissarissen adviseert de Raad van Commissarissen in haar verantwoordelijkheid bij het vaststellen van het beloningsbeleid van BinckBank en bij het toezicht houden op de uitvoering van het beloningsbeleid van BinckBank. De remuneratiecommissie wordt hierin voorzien van informatie en advies van de controlecommissie, waar naast het hoofd Risico management en het hoofd Ethics & Compliance, de manager HR en de manager Legal zitting in hebben.
Jaarverslag 2015 // 49
Wetgeving
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Inleiding In de bedrijfsactiviteiten van BinckBank draait het primair om het bouwen aan en behouden van vertrouwen bij haar klanten en het realiseren van toegevoegde waarde voor haar klanten op het gebied van Saving, Investing en Trading. Impliciet aan de dienstverlening is dat BinckBank in haar bedrijfsvoering voortdurend laat meewegen wat de invloed is op de bredere omgeving. Deze bestaat uit de klanten, de medewerkers, aandeelhouders, toezichthouders, financiële markten en het milieu. BinckBank sluit zich aan bij de richtlijnen die de Nederlandse Vereniging voor Banken (NVB) voor verantwoord ondernemen heeft gedefinieerd. Vanuit BinckBank worden deze verder ingekleurd, passend bij de eigen onderneming.
Materialiteitsanalyse en scopebepaling BinckBank heeft een overzichtelijke plek in de financiële keten, ook de geografische footprint van BinckBank in vier landen binnen de Europese Unie beperkt de complexiteit op het gebied van MVO. Internationale vraag stukken op het gebied van mensenrechten, inkomensverdeling, arbeidsomstandigheden en grondstoffen schaarste dienen zich zodoende binnen de kaders van de bedrijfsvoering van BinckBank niet of nauwelijks aan. Vanwege de maatschappelijke positie als bank spelen vraagstukken rondom het belang van de klant in het kader van de zorgplicht, risicobeheer, governance en beloning een belangrijke rol. Bovenstaande is medebepalend voor de scope van de verslaggeving. BinckBank heeft de MVO vraagstukken onderverdeeld in drie categorieën, namelijk: klantwaarde & dialoog, bedrijfsvoering en duurzame producten & diensten.
Jaarverslag 2015 // 50
Klantwaarde & dialoog
Bedrijfsvoering
Duurzame producten & diensten
1
Klanttevredenheid
6
Risicobeheer (p. 58)
13
Verantwoord kredietbeleid
2
Financiële educatie
7
Corporate Governance (p. 108)
14
Vermogensbeheer
3
lantenservice en K klachtenmanagement
8
Fiscaal beleid (p. 54)
15
Conservatief investeringsbeleid
4
Privacy & veiligheid
9
Compliance en de naleving van wet- en regelgeving (p. 129)
16
Transparant over kosten en voorwaarden
5
Stabiliteit platform
10
Personeel en organisatie (p. 46)
17
Maatschappelijke projecten en donaties
11
Milieuzorg
12
Mensenrechten en arbeidsomstandigheden
Klantwaarde & dialoog 1
Klanttevredenheid
BinckBank heeft klanttevredenheid verankerd in haar strategische middellange termijn doelstellingen. BinckBank streeft ernaar om door middel van innovatie continu de verwachtingen van de klanten te overtreffen en ambieert de bank te zijn met de hoogste klanttevredenheid. Ieder kwartaal onderzoekt BinckBank onder haar klanten de klanttevredenheid via vragenlijsten voor steeds een ander deel van het klantenbestand. 2
Financiële educatie
BinckBank ambieert dat haar klanten met zo veel mogelijk succes beleggen om zo hun financiële ambities waar te maken. BinckBank spant zich daarom in zodat consumenten en in het verlengde beleggers, zelfstandig betere financiële beslissingen kunnen nemen over het beheer van hun vermogen. Educatie speelt hierin een sleutelrol. BinckBank biedt haar klanten educatie aan in de vorm van evenementen zoals de Binck Beleggersdag, online seminars, online trainingsmodules en masterclasses maar ook door het voeren van een financieel rijbewijs voor complexe en niet complexe producten. In 2015 heeft BinckBank 80 online seminars gegeven, in totaal waren er ruim 20.000 deelnemers met een gemiddelde waardering van een 8. Onze beleggerstrainers nemen de hierboven genoemde educatie voor hun rekening. Daarnaast worden aanvullend vakgenoten en specialisten ingezet voor thema’s zoals fiscale aspecten bij beleggen. 3
Klantenservice en klachtenmanagement
Al vanaf haar oprichting streeft BinckBank continu naar een kwalitatief hoge klantenservice. Dat begint direct bij de kwaliteit van de afdeling klantenservice, die een podiumplaats had bij de ‘Gouden Oor Award’, tot aan de productontwikkeling waarbij de input van klantenpanels gebruikt wordt. Dankzij uitbreiding op de afdelingen en investeringen in de kwaliteit is de klantenservice in 2015 sterk verbeterd, hetgeen onder andere resulteerde in het terugbrengen van de telefonische wachttijd tot 10 seconden. 4
Privacy en veiligheid
Privacy en online veiligheid zijn onlosmakelijk verbonden aan de dienstverlening van BinckBank. Het onderwerp van veilig internetten krijgt steeds meer maatschappelijke aandacht, ook op het gebied van maatregelen die zowel op de desktop als op de mobiele telefoon door de consument zelf moeten worden genomen. In dit kader besteedt BinckBank aandacht aan het bij klanten onder de aandacht brengen van het initiatief rondom www.veiligbankieren.nl. Op deze internetsite vinden bezoekers achtergronden en concrete aanwijzingen om hun PC-omgeving en hun mobiel te beveiligen. BinckBank heeft het afgelopen jaar aanvullende maatregelen getroffen op dit gebied. Zo werd de Twee-staps-verificatie volledig afgerond. Deze verificatiestap is een extra beveiligingsmaatregel. Na het inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord vraagt BinckBank ook een verificatiecode in te voeren. Deze wordt door BinckBank per SMS naar de mobiele telefoon gestuurd. Op deze wijze is voor het plaatsen van orders een additionele veiligheid ingebouwd.
Stabiliteit platform
BinckBank investeert doorlopend in de stabiliteit van haar handelsplatform. In 2015 bewees het handelsplatform van BinckBank zichzelf door zonder noemenswaardige problemen de piekdrukte aan te kunnen. Ook heeft BinckBank een volledig geoutilleerde uitwijkomgeving ingericht. Jaarlijks wordt minimaal twee keer een uitwijktest van de productieomgeving naar de uitwijkomgeving uitgevoerd. De KPI’s omtrent uptime zijn gedefinieerd op jaarbasis waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen beschikbaar onder beurstijd en buiten beurstijd. Geplande werkzaamheden vinden altijd plaats buiten beurstijd. Over 2015 kwam de beschikbaarheid van de systemen binnen handelsuren uit op 99,05%, en haalde daarmee de gestelde normering van 99,90% niet. De uptime van interne systemen lag op 99,76% als gevolg van 11 verstoringen. De uptime van externe systemen lag op 99,29% als gevolg van 16 verstoringen.
Jaarverslag 2015 // 51
5
Bedrijfsvoering 6
tot en met
10
Zie de paginaverwijzing aangegeven in de tabel op pagina 50.
M ilieuzorg De ecologische footprint van BinckBank beperkt zich tot het hoofdkantoor en de vier buitenlandse branches. Het datacenter heeft het grootste CO2 verbruik. Equinix is de leverancier van het datacenter, Equinix is het eerste datacenter in Europa en het eerste bedrijf in Nederland met een ISO 50001 certificering, de nieuwe, mondiale norm voor energiemanagement. Voor het energieverbruik op de Barbara Strozzilaan gebruikt BinckBank groene stroom. 11
12
M ensenrechten en arbeidsomstandigheden
De geografische footprint van BinckBank beperkt zich tot het hoofdkantoor en de vier buitenlandse branches, in België, Frankrijk, Italië en Spanje. Op deze locaties spelen geen bijzondere zaken op het gebied van mensen rechten en arbeidsomstandigheden.
Duurzame producten & diensten 13
Verantwoord kredietbeleid
De enige kredietcategorie die BinckBank aan haar klanten verstrekt is effectenkrediet. Effectenkrediet is een doorlopend krediet op onderpand van effecten dat slechts gebruikt mag worden voor de aankoop van effecten. Klanten kunnen alleen door een aparte overeenkomst opteren voor gebruikmaking van deze kredietfaciliteit. BinckBank heeft de bevoorschottingspercentages gemaximeerd teneinde overcreditering van haar klanten te voorkomen. De maximale hoogte van het effectenkrediet wordt bepaald door de risicobereidheid van de klanten van BinckBank en de bereidheid van BinckBank om tegen onderpand krediet te verstrekken. De bereidheid van BinckBank om krediet te verstrekken is afhankelijk van de beleggingsportefeuille van de klant en verandert steeds mee met koersveranderingen of mutaties die in de portefeuille plaatsvinden. Door instelling van de maximale hoogte kunnen klanten bij BinckBank geen onverantwoord hoge schulden opbouwen. 14
Vermogensbeheer
BinckBank hanteert binnen haar beleggingsbeleid voor Alex Vermogensbeheer uitsluitingscriteria voor bedrijven die niet voldoen aan de VN Global Compact-richtlijnen. In samenwerking met Sustainalytics screent Alex Vermogensbeheer daartoe ieder kwartaal het universum van de aandelen waar het model in belegt. Bij de uitbreiding naar de Scandinavische en Zwitserse markten is initieel een extra screening uitgevoerd. Met deze screening wil Alex Vermogensbeheer voorkomen dat belegd wordt in bedrijven die de beginselen van de VN Global Compact schenden. Daarnaast belegt Alex Vermogensbeheer niet in bedrijven die betrokken zijn bij wapenhandel. De uitkomst van de screening door Sustainalytics voor Alex Vermogensbeheer leidde ertoe dat in Europa drie en in Amerika elf bedrijven zijn uitgesloten. Alex Vermogensbeheer had overigens geen posities in de betreffende bedrijven in Europa. Wel heeft Alex Vermogensbeheer een positie in één van de uitgesloten bedrijven in Amerika gehad, deze positie is afgebouwd voordat de uitkomst van de screening bekend was.
Jaarverslag 2015 // 52
15
Conservatief investeringsbeleid
BinckBank voert een behoudend financieel beleid en is voorzichtig met het beleggen van de aan haar door klanten toevertrouwde middelen. De toevertrouwde middelen, die niet voor effectenkrediet worden gebruikt, worden voor een deel liquide aangehouden en voor het overige uitgezet in de beleggingsportefeuille. Uitzettingen gebeuren op een verantwoorde manier in overeenstemming met de vastgelegde risicobereidheid. Uitgebreide informatie hierover is lezen in het hoofdstuk risicomanagement (p. 61).
Transparant over kosten en voorwaarden BinckBank streeft naar transparantie van het tariefmodel voor haar klanten zodat zij vooraf kunnen vaststellen wat de diensten van BinckBank kosten en achteraf kunnen vaststellen waarvoor zij hebben betaald. 16
17
Maatschappelijke projecten en donaties
Op het gebied van maatschappelijke projecten en donaties participeert BinckBank in het introduceren van het Geldexamen op basisscholen in Amsterdam, in samenwerking met Nibud en Deloitte. Voor de middelbare scholen ondersteunt BinckBank de IEX Scholenstrijd, een beleggingscompetitie die onderdeel vormt van de economielessen in de bovenbouw op het HAVO- en VWO- onderwijs.
Verslaglegging en Global Reporting Initiative (GRI)
Jaarverslag 2015 // 53
De GRI-richtlijnen staan voor de Global Reporting Initiative richtlijnen. De Verenigde Naties heeft deze richtlijnen in het leven geroepen om bedrijven hulp te bieden bij de verslaggeving op het gebied van duurzaamheid. BinckBank publiceert geen apart duurzaamheidsverslag. BinckBank kiest ervoor om een apart hoofdstuk over maatschappelijk verantwoord ondernemen (‘MVO’) op te nemen in haar jaarverslag. Bij de publicatie van een apart duurzaamheidsverslag is gebleken dat er grote overlap bestaat tussen het jaarverslag en de voor BinckBank relevante GRI-richtlijnen, zoals de strategiebeschrijving, de risicoparagraaf en het personeelsbeleid. Daarnaast is een groot aantal speciaal voor financiële dienstverleners gedefinieerde GRI-indicatoren niet of nauwelijks van toepassing op BinckBank. Zo strekt het geografisch werkgebied van BinckBank zich uit over landen binnen de Europese Unie waardoor geen issues spelen op het gebied van mensenrechten, slechte arbeidsomstandigheden of andere sociale vraagstukken. Daarnaast ziet BinckBank zich niet geconfronteerd met ethische of maatschap pelijke vraagstukken ten aanzien van het verstrekken van effectenkredieten gezien de genomen maatregelen om overcreditering te voorkomen.
Fiscaal beleid Inleiding BinckBank is van mening dat benadering van fiscaliteit een integraal onderdeel is van MVO binnen de samen leving. BinckBank ziet daarom de nakoming van haar fiscale verplichtingen als onderdeel van het proces van waardecreatie op de lange termijn voor alle stakeholders. Transparantie is één van de kernpunten in de huidige maatschappelijke discussie over MVO. BinckBank onderschrijft deze discussie en geeft daarom in dit deel van het verslag een toelichting op het fiscale beleid. Daarnaast wordt in de jaarrekening de door BinckBank betaalde winstbelasting per geografisch segment inzichtelijk gemaakt via het country-by-country-overzicht.
Fiscaal beleid De klanten van BinckBank zijn vooral op zoek naar een veilig, betrouwbaar en operationeel efficiënte banking & broker instelling. De positionering van BinckBank als aanbieder van financiële diensten is daarom gericht op een lage risicobereidheid in haar beleid en operationele beslissingen met betrekking tot fiscale aangelegenheden. BinckBank streeft er naar om eventuele risico’s in fiscale standpunten die een negatieve impact kunnen hebben op de fiscale positie dan wel reputatie van BinckBank en/of haar cliënten te voorkomen. BinckBank streeft naar naleving van alle relevante nationale en internationale fiscale regels en wetgeving, rekening houdend met de bedoeling van de wetgever, en aan best-practice richtlijnen zoals de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen om zo adequaat de fiscale positie te volgen en tijdig de belastingen te betalen. BinckBank laat zich in alle landen waar zij actief is bijstaan door geaccrediteerde belastingadviseurs. Bij een redelijke wetstoepassing past volgens BinckBank niet dat er gestuurd wordt op een kunstmatige verlaging van de effectieve belastingdruk, bijvoorbeeld door belastingontwijking via zogenoemde belastingparadijzen. Tegelijkertijd is het in belang van de continuïteit en de waarde van de onderneming om de fiscale positie binnen dit kader te optimaliseren. BinckBank heeft ook een verantwoordelijkheid in dit verband naar de aandeelhouders om de aandeelhouderswaarde te verbeteren waarbij in acht wordt genomen dat fiscaliteit wordt afgeleid van de bedrijfsvoering. Indien BinckBank van mening is dat zij beroep kan doen op een fiscale faciliteit dan wordt dit vooraf afgestemd met de Belastingdienst. Een voorbeeld hiervan is de vaststellingsovereenkomst die BinckBank heeft gesloten met de Belastingdienst over het toepassen van de innovatiebox op de inkomsten die toerekenbaar zijn aan het door BinckBank zelf ontwikkelde innovatieve handelsplatform ten behoeve van de particuliere beleggers.
Jaarverslag 2015 // 54
De fiscale positie van BinckBank is in overeenstemming met de bedrijfsvoering en weerspiegelt de bedrijfsstrategie en de geografische spreiding van de activiteiten. BinckBank heeft kennisgenomen van de door de OECD gepresenteerde definitieve actierapporten inzake het ‘Action Plan on Base Erosion and Profit Shifting’ (BEPS)-project. Gezien het feit dat de fiscale positie van BinckBank overeenkomt met de bedrijfsvoering in de diverse landen en dat BinckBank geen gebruik maakt van agressieve en maatschappelijk bekritiseerde fiscale structuren en belastingparadijzen is BinckBank van mening dat de impact van het BEPS actierapport op BinckBank beperkt is. BinckBank maakt in het kader van transfer-pricing doeleinden gebruik van de Master/Local File principes welke door middel van een bilaterale Advance Pricing Agreement (APA) en unilaterale APA zijn afgestemd met de Belastingdienst. Een methodiek van verrekenprijzen is overeengekomen op basis van de Transactional Net Margin Method (TNMM) met de operationele bruto-omzet als winstindicator. De winstmarge van de buitenlandse vestiging wordt vastgesteld op een vast percentage van de netto-provisiebaten en alle andere kosten en opbrengsten worden gedragen door het Nederlandse hoofdkantoor. Waar buitenlandse branches geen lokale inkomsten genereren is met de Nederlandse Belastingdienst via de afgegeven unilaterale APA overeengekomen dat een cost-plus basis de meest geschikte methode is voor verrekenprijzen.
BinckBank is transparant richting de Belastingdienst in alle landen waar het actief is. Dat betekent dat BinckBank alle relevante en gevraagde informatie aanbied over de fiscale zaken om zo een redelijke beoordeling van de fiscale positie mogelijk te maken. Indien nodig en waar mogelijk, worden discussiepunten zo veel mogelijk vooraf afgestemd met de Belastingdienst. Dit beperkt de mogelijkheid van latere meningsverschillen en eventuele correcties achteraf. Uiteindelijk levert BinckBank dit meer duidelijkheid en zekerheid over de fiscale posities. In het kader van het horizontale toezicht heeft BinckBank in Nederland een convenant met de Belastingdienst gesloten. Met horizontaal toezicht wil de Belastingdienst in het toezicht gelijkwaardige samenwerking veel meer centraal zetten. Dat betekent dat wanneer behoefte is aan afstemming tussen BinckBank en de Belastingdienst dit vooraf plaats vindt, in plaats van controles achteraf. Uitgangspunt voor de Belastingdienst bij het aangaan van een convenant is dat de belastingplichtige een goed functionerend tax control framework heeft, wat betekent dat de Belastingdienst gebruik maakt van de kwaliteit die er binnen BinckBank is en afspraken maakt over de kwaliteit.
Fiscaliteit en klanten BinckBank levert in de verschillende landen beleggingsdiensten aan vele klanten die zijn onderworpen aan verschillende lokale fiscale regimes. In haar rol als broker neemt BinckBank een actieve rol in bij bepaalde belastingafdrachten. In deze rol heeft BinckBank adequate processen ingericht om tijdige en juiste afdracht te laten plaatsvinden in de diverse landen. De klanten zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor hun fiscale verplichtingen en BinckBank verwacht hierbij dat zij zelf integer zijn. BinckBank geeft geen fiscale adviezen aan haar klanten.
Vennootschapsbelasting De belastingdruk die vermeld staat in de jaarrekening heeft alleen betrekking op de vennootschapsbelasting. De effectieve belastingdruk betreft de verantwoorde belastinglast als percentage van het resultaat voor belasting. Doordat er verschillen zijn tussen boekhoudkundige- en belastingregels ontstaat een effectieve belastingdruk die afwijkt van het nominale belastingtarief. Geconsolideerd had BinckBank in 2015 een effectieve belastingdruk van 21,4% van het bedrijfsresultaat (2014: 15,0%) wat lager is dan het nominale belastingtarief. De oorzaak van de lagere belastingdruk ten opzichte van het nominale belastingtarief is als volgt: • Deelnemingsvrijstellingen zorgen ervoor dat de resultaten van deelnemingen niet dubbel belast worden. • Toepassing van de innovatiebox die BinckBank met de Belastingdienst in Nederland heeft afgestemd. De Innovatiebox is een fiscale faciliteit voor de Nederlandse vennootschapsbelasting waarbij voordelen uit bepaalde immateriële activa worden belast tegen een effectief tarief van 5% in plaats van het tarief van maximaal 25%. • Eventuele actieve en passieve belastinglatenties. • Overige fiscale faciliteiten.
Jaarverslag 2015 // 55
Andere belastingeffecten die voor verschillen kunnen zorgen zijn correcties op voorgaande boekjaren, en fiscaal niet-aftrekbare kosten, zoals de Nederlandse resolutieheffing en aan personeelsleden verstrekte aandelen uit hoofde van het beloningsbeleid.
Vooruitzichten 2016 Interne systeemmigratie van BinckBank Frankrijk BinckBank Frankrijk is in 2015 gestart met de migratie van haar interne systeem naar het Europese basisplatform. De migratie van Frankrijk verloopt voorspoedig en zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2016 plaatsvinden. Na afronding van de migratie zijn de Retail activiteiten van alle landen op hetzelfde ICT-platform aangesloten, een omvangrijke operatie die past binnen de strategische doelstelling van operational excellence.
Nederlandse woninghypotheken BinckBank heeft op 16 november 2015 de overeenkomst getekend om in een collectieve structuur een financieringsmandaat voor Nederlandse woninghypotheken aan te bieden. Met deze transactie stelt BinckBank € 500 miljoen beschikbaar. De samenwerkende service provider is AFM-gelicenseerd en biedt via landelijke hypotheekketens concurrerende hypotheken aan Nederlandse woningbezitters. De provider is volledig verantwoordelijk voor de marketing, verkoop, administratie en zorgplicht. BinckBank treedt op als financier. Nederlandse woninghypotheken zijn voor BinckBank een interessante belegging vanwege het aantrekkelijke rendement en het beperkte risico.
Stijgende kosten van het bankwezen en bankentoezicht In de toekomst zal BinckBank worden geconfronteerd met stijgende kosten van het bankwezen en banken toezicht. Hierbij valt te denken aan de toegenomen kosten van het doorlopend toezicht door De Nederlandsche Bank (DNB) en de kosten van het toezicht door de Europese Centrale Bank (ECB). In het vierde kwartaal van 2015 is de eerste bijdrage geheven voor het Europese Single Resolution Fund (SRF) en de bijdrage aan de ex ante financiering van het depositogarantiestelsel (DGS) gaat in het eerste kwartaal van 2016 van start. De SRF komt grotendeels in de plaats van het Nationaal Resolutiefonds (NRF). In totaal verwacht BinckBank een toename van de kosten van ongeveer € 2,0 miljoen op jaarbasis.
Aandeleninkoopprogramma
Jaarverslag 2015 // 56
BinckBank start in lijn met het eerder gecommuniceerde kapitaalbeleid een aandeleninkoopprogramma. De huidige kapitaal- en liquiditeitspositie en de bedrijfseconomische vooruitzichten bieden hiervoor een goede basis. BinckBank start het aandeleninkoopprogramma met behoud van een robuuste kapitaalpositie en een attractief dividendrendement. BinckBank zal in de periode tot juli 2017 aandelen BinckBank inkopen tot een totaalbedrag van € 25 miljoen. BinckBank zal iedere vrijdag na sluiting van Euronext Amsterdam het aantal in die week ingekochte aandelen bekendmaken via een persbericht. Het aandeleninkoopprogramma vindt plaats met inachtneming van de machtiging die daartoe tijdens de Algemene Vergadering van 30 april 2015 is verstrekt.
Voorspelling 2016
Jaarverslag 2015 // 57
Het resultaat van BinckBank is sterk afhankelijk van het sentiment van beleggers, welke weer in sterke mate afhankelijk is van de volatiliteit en richting (stijgen of dalen) van de financiële markten. De volatiliteit en richting van de beurs laten zich niet voorspellen en om die reden geeft BinckBank geen concrete toekomstverwachting af. Het jaar 2016 kent voor BinckBank een langzame start met een stevige terugval in transactieaantallen over de maand januari in vergelijking met januari 2015.
Jaarverslag 2015 // 58
Risicobeheer
Jaarverslag 2015 // 59
Inleiding De secties over risicomanagement, kapitaalmanagement en liquiditeitsmanagement bevatten achtergrond en toelichting over de wijze waarop BinckBank haar organisatie heeft ingericht en beheerst. Daarnaast geven de tabellen inzicht in de geïdentificeerde risico’s en het hiervoor aangehouden kapitaal. De toelichting over het risicomanagement, kapitaalmanagement en liquiditeitsmanagement is als volgt ingedeeld: • Risicomanagement beschrijft de risico governance, risicobereidheid, de beheersing van het risicoprofiel en de ontwikkelingen in 2015 van de diverse risicocategorieën. • Kapitaalmanagement beschrijft de kapitaalstructuur, kapitaaltoereikendheid en stresstesten vanuit kwantitatief perspectief. • Liquiditeitsmanagement beschrijft het liquiditeitsrisico management raamwerk, het liquiditeitsprofiel en stresstesten en contingency funding.
Relatie met IFRS 7 en Pillar 3 Dit hoofdstuk bevat tevens verplichte toelichtingen vanuit de Wet op het financieel toezicht (Wft), Burgerlijk Wetboek (BW) 2 Titel 9, IFRS 7 en IAS 1. Deze informatie is onderdeel van de accountantscontrole op de jaarrekening. Daarnaast is in de Pillar 3-rapportage aanvullende informatie opgenomen over de risico’s, risicomanagement en kapitaaltoereikendheid van BinckBank. Deze informatie is vereist op basis van CRD IV en CRR maar vormt geen onderdeel van de accountantscontrole. Door de vereisten uit hoofde van CRD IV en CRR worden deels andere vereiste tabellen opgenomen en daarnaast worden in de tabellen meer exposure classes onderkend. De vergelijkende cijfers zijn in overeenstemming gebracht met deze wijzigingen. Delen uit dit hoofdstuk zijn gecontroleerd door de externe accountant op overeenstemming met de vereisten uit IFRS. In dat geval is dit deel specifiek aangemerkt als gecontroleerd.
Jaarverslag 2015 // 60
Daarnaast heeft BinckBank, voor zover van toepassing, de aanbevelingen vanuit de Enhanced Disclosure Task Force (EDTF) gevolgd bij het opstellen van deze toelichtingen. De Enhanced Disclosure Task Force (EDTF) is een initiatief van de Financial Stability Board. Deze internationale taskforce bestaat uit gebruikers en opstellers van jaarverslagen van financiële instellingen en heeft 32 aanbevelingen gedaan voor disclosure van banken.
Risicomanagement Risicogovernance
In 2014 zijn de nieuwe strategische assen geformuleerd, één van deze pijlers is operational excellence. Voor het bereiken van deze doelstelling is een efficiënte en effectieve risicobeheersing essentieel. Het risicomanagement raamwerk met bijbehorend beleid en systemen is in 2014 verbeterd. In 2015 is BinckBank verder gegaan met het doorvoeren van deze verbeteringen en zijn de eerste vruchten geplukt. Zo worden geïdentificeerde risico’s sneller opgevolgd en wordt nu meer aandacht besteed aan het achterhalen van oorzaken van incidenten of problemen (root cause analyses). Dit zal bijdragen aan het verbeteren van operational execellence. Verder is in 2015 veel aandacht besteed aan het verder verbeteren van het interne beheersing raamwerk. De operationele beheersingsmaatregelen zijn nauwkeuriger beschreven en de effectiviteit van deze maatregelen is getoetst.
Governance Structure & Three Lines of Defence BinckBank opereert volgens het Three Lines of Defence principe (3LoD). De 3LoD gedachte is meer dan alleen maar organisatiestructuur en het benoemen van rollen. Het is in de ogen van BinckBank een manier van (samen)werken en denken en is tevens het fundament van de risicocultuur. In deze structuur wordt de eerste lijn gevormd door operationeel management en support units die verantwoordelijk en aansprakelijk zijn voor de beoordeling, beheersing en beperking van risico's. De eerstelijns afdelingen worden daarin geadviseerd en gecontroleerd door tweedelijns gespecialiseerde afdelingen: Risico management, Finance & Control, Legal en Ethics & Compliance. Deze afdelingen zijn ook verantwoordelijk voor het beheer van risicomanagement gerelateerd beleid, processen en de methodieken. De afdeling Internal Audit (IAD) vormt de third line of defence die door middel van een op risico gebaseerde aanpak, aanvullende zekerheid verschaft aan het bestuur en de Raad van Commissarissen. Deze aanvullende zekerheid omvat alle elementen van het risicomanagement raamwerk van een organisatie. Het bestuur is verantwoordelijk voor een effectieve inrichting en aansturing van het governance risk compliance framework. Dit framework stelt het bestuur in staat de risicobereidheid te formuleren, te bewaken en om het risicomanagement en de interne beheersing op een effectieve manier uit te voeren. De Raad van Commissarissen en haar subcommissies (auditcommissie, risico- en productontwikkelingscommissie en remuneratiecommissie) vormen samen met de externe accountant de laatste schakels in het governance risk compliance framework.
Jaarverslag 2015 // 61
audited
In deze sectie wordt het risicomanagement van de organisatie beschreven. Als eerste wordt de governance van het risicobeheer uitgelegd en worden de in 2015 aangebrachte wijzigingen hierin toegelicht. Vervolgens worden de risicobereidheid en de ontwikkelingen hierin toegelicht. Tot slot worden de beheersing van het risicoprofiel en de belangrijkste ontwikkelingen in 2015 op de diverse te onderscheiden risicocategorieën uiteengezet.
audited
Raad van Commissarissen Subcommissies Raad van Commissarissen Risico- en Productontwikkelingscommissie (RPC)
Remuneratie Commissie (RemCo)
Auditcommissie (AC)
Bestuur Subcommissies van het bestuur (Governance Commissies) Investment Commissie
Vestigingen en functies hoofdkantoor Retail Vestigingen Nederland Alex
Binck
Product Management
ZV
België
Frankrijk
Italië
Spanje
BPO
Investment Management
Enterprise Data & Analytics
Treasury & ALM
Operations
Investor Relations
Fin. Admin. & Reporting
Human Resources
PR & Interne Communicatie
1st line ‘of defence’
ICT
› Management controle › Interne controle maatregelen
› Eigenaar van risico en rendement › Risico rapportage (1e lijn)
Architecture & Data Board
Risico & Controle Monitoring
Legal & Regulatory Commissie
Kwaliteitswaarborg
Risk & Compliance Commissie
Accounting Commissie
Disclosure Commissie
Controlecommissie
Risico & controle functies Finance & Control Legal Ethics & Compliance Risico Management Informatie Risico
Afdeling Internal Audit (IAD) Controle op 1 e en 2 e lijn
Operationeel Risico
Risico rapportage (2 e lijn)
Asset & Liability Commissie
Markt & Modelrisico Interne Controle
2nd line ‘of defence’
3rd line ‘of defence’
Jaarverslag 2015 // 62
Bestuur Het bestuur, en binnen het bestuur primair de bestuursvoorzitter, is verantwoordelijk voor het vaststellen, uitvoeren en waar nodig bijstellen van het risicobeleid van de vennootschap. De risicobereidheid wordt op voorstel van het bestuur ten minste jaarlijks ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen voorgelegd. Tussentijdse materiële wijzigingen van de risicobereidheid worden eveneens ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen voorgelegd. Binnen het bestuur heeft de Chief Financial & Risk Officer (CFRO) de taak om de risicobereidheid te monitoren en de besluitvorming binnen het bestuur op het punt van risicobeheer voor te bereiden. De CFRO is tijdig betrokken bij de voorbereiding van beslissingen die voor de vennootschap van materiële betekenis voor het risicoprofiel zijn, in het bijzonder waar deze beslissingen een afwijking van de door de Raad van Commissarissen goedgekeurde risicobereidheid tot gevolg kunnen hebben. Per 30 oktober 2015 is een derde bestuurder benoemd in de rol van Chief Operating Officer (COO). Na de benoeming van de COO heeft de bestuursvoorzitter de eerstelijns primaire risicomanagement verantwoordelijkheden voor
Subcommissies van het bestuur - Governance Commissies Er is een aantal governance commissies (subcommissies van het bestuur) waar vertegenwoordigers van het bestuur en de eerste en tweede lijn in zitten die nauw bij de beheersing van bepaalde risico’s zijn betrokken. De governance commissies hebben een adviserende rol richting het bestuur en opereren onder een statuut dat is goedgekeurd door het bestuur. Binnen het statuut kunnen de governance commissies mandaten afgeven richting individuele afdelingen. Bewaking van de risicobereidheid vindt plaats binnen de relevante governance commissies. In 2015 waren de volgende governance commissies ingericht.
Asset & Liability Commissie (ALCO)
De ALCO houdt toezicht op alle balansrisico’s van BinckBank. De ALCO richt zich met name op beheersing van kredietrisico, marktrisico (valutarisico) en renterisico en beoordeelt daarnaast ook de toereikendheid van de kapitaal- en liquiditeitspositie van BinckBank. Ook bepaalt deze commissie het beleggingsbeleid ten behoeve van het rentebedrijf. Dit betreft zaken als de allocatie van vrij beschikbare middelen over de beleggingsportefeuille en de omvang van de liquide aan te houden middelen, goedkeuring van tegenpartijen en beleid met betrekking tot bevoorschotting van klantenportefeuilles. Met betrekking tot de liquide aan te houden middelen worden zaken behandeld als uitzettingen van daggelden, de hierbij te hanteren risicomaatstaf (ratings) en de maximale exposure per tegenpartij en sector.
Accounting Commissie (AcC)
Financieel rapportage en disclosure risico wordt bewaakt door de Accounting Commissie. Dit orgaan richt zich op de beheersing van risico’s die verband houden met de accounting processen, manuals, policies, voorzieningen en toepassing van nieuwe accounting standaarden (IFRS). Tevens wordt toezicht gehouden op tijdigheid, interpretatie en naleving van de regels met betrekking tot externe verslaggeving en rapportages naar de toezichthouders. Een belangrijke taak is bijvoorbeeld het vaststellen van accounting grondslagen.
Risico & Compliance Commissie (RCC)
De Risico- en Compliance Commissie houdt toezicht op operationele en compliance risico’s van de organisatie. De belangrijkste taken van de RCC zijn het adviseren op het gebied van een integere en beheerste bedrijfsvoering, het coördineren en stimuleren van de beheersing van de operationele en compliance risico’s en de inrichting van de belangrijkste bedrijfsprocessen. Ook adviseert de RCC het bestuur over de goedkeuring van de introductie van nieuwe producten.
Legal & Regulatory Commissie (LRC)
De Legal & Regulatory Commissie heeft tot doel toezicht houden op en het beheersen van de juridische risico’s voor BinckBank. Daartoe bespreekt zij onder andere de ontwikkelingen in nieuwe wet- en regelgeving en de impact daarvan op BinckBank, aanpassingen in de voorwaarden, beleidsdocumenten en handleidingen, en nieuw binnengekomen en lopende claims.
Investment Commissie (IC)
De Investment Commissie houdt toezicht op de uitvoering van het beleggingsbeleid van het product Alex Vermogensbeheer. De Investment Commissie beoordeelt wijzigingen van het (beleggings-) beleid en keurt deze zo nodig goed.
Jaarverslag 2015 // 63
audited
productontwikkeling en ICT overgedragen aan de COO en de CFRO heeft de primaire verantwoordelijkheid voor dochteronderneming Able overgedragen aan de COO. Het bestuur draagt er zorg voor dat het risicobeheer zodanig is ingericht dat het tijdig op de hoogte is van materiële risico’s die de vennootschap loopt, opdat deze risico’s beheerst kunnen worden. Beslissingen die van materiële betekenis zijn voor het risicoprofiel, de kapitaal allocatie of het liquiditeitsbeslag, worden genomen door het bestuur.
audited
Architecture & Data Board
De doelstelling van de Architecture & Data Board is het adviseren van het bestuur ten aanzien van het gebruik van data en informatie en de afstemming van ICT-systemen en de architectuur op de toekomstige strategische richting. Dit wordt gedaan door het voorbereiden van de data management strategie en het verstrekken van richtlijnen voor beleid, normen en procedures op het data management en het afstemmen van deze zaken op de strategie.
Disclosure Commissie
De Disclosure Commissie houdt toezicht op de openbaarmaking van koersgevoelige informatie. Daarnaast houdt deze commissie toezicht op de maatregelen die in de organisatie zijn genomen om vertrouwelijk om te gaan met mogelijke koersgevoelige informatie.
Adviescommissie Controlecommissie
De controlecommissie voert jaarlijks in opdracht van de RemCo een risicoanalyse uit op de uitvoering van het beloningsbeleid en rapporteert daarover aan de RemCo. Tevens voert de controlecommissie een jaarlijkse controle uit of het beloningsbeleid voldoet aan relevante wet- en regelgeving en toepasselijke aanbevelingen. De controlecommissie bestaat uit het hoofd Human Resources (voorzitter), hoofd Risico management, hoofd Ethics & Compliance, en een senior jurist.
First line of defence De first line of defence bestaat uit het management van het hoofdkantoor en de branches, Product Management, ICT en de support units: Treasury & ALM, Financiële Administratie & Reporting, Operations (Back Office), Human Resources, Investor Relations & Public Relations. Het management van de business units en de support units is primair verantwoordelijk voor de uitvoering van risicomanagement activiteiten en de rapportage hierover richting de governance commissies en het bestuur. De first line wordt daarin ondersteund, geadviseerd en gecontroleerd door tweedelijns gespecialiseerde stafafdelingen.
Second line of defence Elke tweedelijns afdeling heeft een eigen charter waarin taken en verantwoordelijkheden inzake risicobeheer zijn vastgelegd. Deze charters zijn op elkaar afgestemd om te voorkomen dat doublures dan wel lacunes in het samenstel van risicobeheersingsmechanismen zitten. Tevens is door deze charters de onafhankelijkheid van de diverse functies en afdelingen gewaarborgd.
Jaarverslag 2015 // 64
Afdeling Risico management
De afdeling Risico management is onderdeel van de second line of defence en ziet toe op een juiste uitvoering van het beleid. Daarnaast controleert de afdeling Risico management het bestaan en de werking van de risicobeheersingsmaatregelen. De afdeling kent vier verschillende disciplines: informatierisico, operationeel risico, model- en marktrisico en interne controle. In het kader van de beheersing van de operationele risico’s voert de afdeling Risico management periodiek interne controles uit op operationele processen en rapporteert hierover aan de governance commissies. Daarnaast controleert zij ten behoeve van de CFRO en de ALCO de naleving van de verstrekte mandaten richting Treasury & ALM. De afdeling Risico management formuleert onder ander het informatiebeveiligingsbeleid voor BinckBank en rapporteert over de naleving van het beleid aan de CFRO. De afdeling Risico management onderhoudt de governance structuur van BinckBank en is verantwoordelijk voor de documentatie daarvan. Deze afdeling valt onder de eindverantwoordelijkheid van de CFRO. België, Frankrijk en Italië hebben een eigen eerstelijn interne controlefunctie die een functionele rapportagelijn naar de interne
Afdeling Finance & Control
De afdeling Finance & Control is onder andere belast met het controleren en tijdig rapporteren van financiële gegevens aan interne en externe belanghebbenden. Hieronder vallen verplichte rapportages aan toezicht houdende instanties in binnen- en buitenland. De afdeling Finance & Control rapporteert rechtstreeks aan de CFRO.
Afdeling Legal
De afdeling Legal rapporteert aan de CFRO en signaleert en adviseert over de toepassing van relevante wet- en regelgeving. Voorts houdt de afdeling Legal zich bezig met geschilbeslechting, evenals met het opstellen en beoordelen van juridische documentatie. De afdeling Legal richt zich bij de uitvoering van haar taken onder meer op het beheersen van juridische risico’s zoals aansprakelijkheidrisico’s. De manager Legal vervult tevens de rol van Corporate Secretary. De Corporate Secretary heeft een escalatiemogelijkheid naar de voorzitter van de Raad van Commissarissen.
Afdeling Ethics & Compliance
De afdeling Ethics & Compliance is vertegenwoordigd in alle branches van BinckBank. De taak van de afdeling is tweeledig: toezien op de naleving van regels en beleid omtrent de integriteit van de organisatie, klanten, medewerkers en producten, en het bevorderen van een ethisch bewustzijn en besluitvorming onder alle medewerkers, inclusief het management. Het hoofd Ethics & Compliance rapporteert rechtstreeks aan de bestuursvoorzitter en heeft een escalatiemogelijkheid naar de voorzitter van de auditcommissie.
Third line of defence De missie van de afdeling Internal Audit (IAD) is, conform de definitie van Internal Audit van het Institute of Internal Auditors (IIA), het verlenen van onafhankelijke en objectieve zekerheid. Het doel van de IAD is het uitvoeren van assurance activiteiten om toegevoegde waarde te leveren en het functioneren van de interne organisatie te verbeteren. Werkzaamheden van de IAD zijn gericht op het realiseren van de organisatiedoelstellingen door middel van een systematische aanpak voor het evalueren en verbeteren van de effectiviteit van risicomanagement in de eerste en tweede lijn control en governance processen. De IAD levert aanvullende zekerheid ten aanzien van: • De effectieve werking van de controlemechanismen binnen de eerste en tweede lijn; • De betrouwbaarheid en integriteit van financiële en operationele informatie en rapportages; • Waarborging van assets; • Compliance met relevante wet- en regelgeving. In aanvulling op geplande audits, kunnen audits worden uitgevoerd op verzoek van het management en/of de auditcommissie. Het werkterrein van de IAD omvat alle activiteiten die onder de verantwoordelijkheid van BinckBank worden uitgevoerd. Joint ventures en geassocieerde deelnemingen zijn zelfstandige entiteiten met een eigen vergunning en vallen buiten het (directe) werkterrein van de IAD. De IAD rapporteert aan het bestuur van BinckBank; binnen het bestuur is de portefeuille van de IAD belegd bij de bestuursvoorzitter. De formele rapportagelijn is direct naar de voorzitter van de auditcommissie van BinckBank. Door deze dubbele rapportagelijn en doordat de IAD los staat van de eerste en tweede lijn en van de dagelijkse interne controle is de onafhankelijkheid van de IAD gewaarborgd. Het Reglement Kwaliteitstoetsing van IIA Nederland schrijft voor dat een Interne Audit Dienst (IAD) minimaal eenmaal in de vijf jaar een extern onderzoek naar het aanwezige stelsel van kwaliteitsbeheersing laat uitvoeren. De meest recente kwaliteitstoets is eind 2014 uitgevoerd. De uitslag van die kwaliteitstoets is dat de IAD van BinckBank voldoet aan de algemeen aanvaarde normen voor de beroepsuitoefening van zowel het IIA, als NBA en Norea.
Jaarverslag 2015 // 65
audited
controle afdeling (onderdeel van de afdeling risicomanagement) in Nederland en een hiërarchische lijn naar hun landenmanager hebben.
audited
Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen bespreekt jaarlijks de strategie en de risico’s verbonden aan de onderneming en beoordeelt aan de hand van rapportages de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen. Het toezicht op de financiële informatievoorziening door de vennootschap geschiedt door de Raad van Commissarissen. De risicobereidheid wordt door het bestuur jaarlijks ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen voorgelegd. De Raad van Commissarissen heeft drie subcommissies: de auditcommissie, de remuneratiecommisie en de risico- en productontwikkelingscommissie.
Risico- en productontwikkelingscommissie (RPC)
De risico- en productontwikkelingscommissie adviseert de Raad van Commissarissen onder andere over de inhoud van het risicoprofiel en de risicobereidheid van BinckBank. Tevens toetst zij of nieuwe producten of aanpassingen van bestaande producten, systemen en diensten voldoen aan de risicobereidheid en de zorgplicht jegens de klant. Daarnaast houdt zij toezicht op de toereikendheid van de liquiditeit en het kapitaal. Verder heeft de risico- en productontwikkelingscommissie als taak het signaleren, analyseren van en adviseren over alle overige materiële risico’s van BinckBank.
Auditcommissie (AC)
De activiteiten van de auditcommissie bestaan uit het toezicht op de opzet en werking van het stelsel van interne controle en risicobeheersingsmaatregelen, de opvolging van de door de externe accountant gedane aanbevelingen en het functioneren van de IAD.
Remuneratiecommissie (RemCo)
De remuneratiecommissie adviseert de Raad van Commissarissen onder andere over de beloning van het bestuur en zij geeft advies over de beloning van aangewezen personen binnen het senior management (identified staff) en medewerkers in de controlefuncties. De remuneratiecommissie houdt bij de te nemen beslissingen rekening met de risicobereidheid van BinckBank, de langetermijn belangen van de aandeelhouders, investeerders en alle andere belanghebbenden van BinckBank.
Risicobereidheid
Jaarverslag 2015 // 66
Inleiding BinckBank onderneemt op basis van een gezond evenwicht tussen risico en rendement en streeft ernaar om op een bewuste en verantwoorde manier risico’s aan te gaan. Daarbij wordt gestreefd naar een gematigd risicoprofiel. BinckBank beschikt over een governance risk en compliance (GRC) framework, waarmee het risicoprofiel wordt gestuurd op basis van vooraf vastgestelde risicomaatstaven. BinckBank heeft een wezenlijk ander risicoprofiel dan traditionele Nederlandse banken. De typisch bancaire activiteiten van BinckBank zijn relatief eenvoudig en betreffen het verstrekken van kredieten op onderpand van portefeuilles van liquide effecten (effectenkredieten), het faciliteren van betalingsverkeer naar vaste tegenrekeningen bij andere bancaire instellingen, geautomatiseerd vermogensbeheer en het rentebedrijf met betrekking tot de door klanten toevertrouwde middelen. Eén van de kernactiviteiten van BinckBank, het uitvoeren van effectentransacties, is echter een complex proces. Jaarlijks verwerkt BinckBank miljoenen transacties voor een groot aantal rekeningen in een zeer groot aantal financiële producten op meerdere handelsplatformen via brokers en beurslidmaatschappen. Dit zorgt, samen met de grote afhankelijkheid van ICT, voor hoog inherent operationeel risico. BinckBank besteedt daarom veel aandacht aan operationele risicobeheersing. Eén van de kernactiviteiten, geautomatiseerd vermogensbeheer, kent een sterke afhankelijkheid van de marktontwikkelingen en de wijze waarop de vermogensbeheer modellen hiermee omgaan. Ten behoeve van deze kernactiviteit is een specifieke governance commissie (Investment Commissie) aanwezig, die toezicht houdt op de beheersing van de bijbehorende risico’s.
Adequate beheersmaatregelen, analyse-, rapportage- en informatiesystemen zijn onderdeel van het risicobeheersingsproces. Ook worden de ontwikkelingen van 2015 en het beheersingsraamwerk ten aanzien van dit risicoprofiel beschreven.
Monitoring van de risicobereidheid Risicobereidheid is de mate waarin BinckBank bereid is risico te accepteren in haar bedrijfsuitoefening om haar doelstellingen te realiseren. Risicobereidheid is de balans tussen risico en rendement en raakt daarmee de kern van de bedrijfsvoering van BinckBank. Commerciële belangen en rendementen worden afgezet tegen de te nemen risico’s. Het bestuur weegt externe perceptie mee bij het bepalen van de risicobereidheid. Anders gezegd: hoe wil BinckBank gezien worden door key stakeholders, zoals klanten, aandeelhouders, werknemers en toezichthouders? Hierbij wordt in beschouwing genomen wat hun verwachtingen zijn ten aanzien van het risicoprofiel, risicobereidheid en rendement. Het bestuur van BinckBank vormt zich een beeld door het combineren van verschillende informatiebronnen en het voeren van diverse gesprekken met haar stakeholders. Het jaarlijks vaststellen van de risicobereidheid, het identificeren van risico’s en het instellen en aanpassen van relevante beheersmaatregelen, is een dynamisch proces binnen BinckBank. De risicobereidheid is de belangrijkste parameter binnen het risicomanagementsysteem van BinckBank en vormt daarmee het startpunt voor het risicobeheer. Het bestuur stelt de risicobereidheid minstens één keer per jaar vast en stelt deze indien nodig bij materiële wijzigingen ook tussentijds bij. De Raad van Commissarissen verleent jaarlijks in december haar goedkeuring aan de risicobereidheid van het bestuur voor de realisatie van de plannen van het daaropvolgende boekjaar. De risicobereidheid wordt vervolgens bewaakt door middel van een risicodashboard. Hierin zijn kwantitatieve normen vastgesteld om te beoordelen of BinckBank binnen haar eigen risicobereidheid blijft. In dit dashboard zijn Key Risk Indicators (KRI) en Key Perfomance Indicators (KPI) opgenomen die zo goed mogelijk het risicoprofiel van BinckBank reflecteren. BinckBank heeft, waar mogelijk, gekozen voor eenvoudige en meetbare indicatoren. Het risicodashboard wordt op basis van voortschrijdend inzicht continu verbeterd. Overschrijdingen van de vastgestelde risicobereidheid en van de daaronder liggende (sub) limieten worden tijdens governance commissievergaderingen besproken. Hiernaast worden in de verschillende governance commissies materiële veranderende interne en externe omstandigheden bewaakt. De risicobereidheid wordt daarnaast beïnvloed door wijzigende marktomstandigheden en toenemende complexiteit van wet- en regelgeving. Doordat de risicomonitoring een vast agendapunt is tijdens de maandelijkse vergaderingen van de verschillende governance commissies kan, indien nodig, tijdig worden bijgestuurd en wordt het actuele risicoprofiel binnen de geaccepteerde grenzen van de risicobereidheid gehouden. De taken en verantwoordelijkheden van de verschillende governance commissies zijn verder uitgewerkt in de paragraaf ‘Subcommissies van het bestuur Governance Commissies’.
In deze paragraaf wordt het gewenste risicoprofiel per risicocategorie beschreven. Het daadwerkelijke risicoprofiel wijkt voor bepaalde risicocategorieën af van het gewenste risicoprofiel. Daar waar het daadwerkelijke risicoprofiel hoger ligt dan het gewenste risicoprofiel heeft BinckBank maatregelen genomen om het profiel weer binnen het gewenste risicoprofiel te krijgen. Aangezien BinckBank een zich continu ontwikkelende organisatie is die opereert in een dynamische en complexe omgeving zijn gewenste- en daadwerkelijke risicoprofielen vrijwel nooit aan elkaar gelijk. De kracht van de gebruikte systematiek zit dan ook meer in het sturingselement, dan in de absolute (soms discretionaire) score op het (conceptuele) dashboard. Het gewenste risicoprofiel dient gezien te worden als een bepaald kwaliteitsniveau dat BinckBank wil halen in haar risicobeheer.
Jaarverslag 2015 // 67
Risicobereidheid BinckBank 2015
Overzicht van het gewenste risicoprofiel
Kredietrisico
Strategisch risico
Risicocategorie
Risico
Risicobereidheid
Heel laag
Laag
Midden
Hoog
Heel hoog
1
2
3
4
5
Reputatierisico Businessrisico Kredietrisico op beleggingen en liquide middelen Kredietrisico op hypothecaire vorderingen, effectenkrediet en margins
Markt- Renterisico risico
Tegenpartijrisico Rente risico in het bankenboek Valutarisico Personeel Operationeel risico
Processen Projecten en producten IT-systeem en informatierisico Uitbestedingsrisico
Legal en compl. risico
Solv. en liquiditeitsrisico
Fin. rap.- en toel. risico
Modelrisico Financieel rapportage- en toelichtingenrisico Kapitaaltoereikendheid Liquiditeitsrisico Compliance Legal Gewenst risicoprofiel (Risk Appetite)
Gemiddeld gewenst risicoprofiel
Strategisch risico
Jaarverslag 2015 // 68
Het strategisch risico is binnen BinckBank gedefinieerd als blootstelling aan een strategie die niet effectief blijkt of ongeschikt is voor, de continuiteit van het bedrijf, het verdienmodel en de zorgplicht ten opzichte van de klanten. Het strategisch risico is binnen BinckBank onderverdeeld in reputatierisico en businessrisico.
Als gevolg van de ontwikkelingen binnen Alex Vermogensbeheer heeft de goede reputatie van het merk ‘Alex’ in 2014 een deuk opgelopen waardoor eind 2014 het daadwerkelijke risicoprofiel in negatieve zin afweek van het gewenste risicoprofiel voor reputatierisico. Het gewenste risicoprofiel voor reputatierisico is ‘laag’. Gedurende 2015 is de klanttevredenheid toegenomen, echter de tevredenheid van klanten van het merk ’Alex’ is nog niet op het oude niveau. In 2015 heeft BinckBank ook veel last gehad van negatieve berichtgeving in de media en het daadwerkelijke risicoprofiel van het reputatierisico bevindt zich eind 2015 dan ook nog steeds buiten het gewenste risicoprofiel voor reputatierisico. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor 2016.
BinckBank acht het risicoprofiel van het businessrisico (winstgevendheidsrisico) te hoog omdat BinckBank nog te veel afhankelijk is van inkomsten uit effectentransacties. Op lange termijn wil BinckBank dan ook een stabielere inkomstenstroom creëren om zo minder afhankelijk te worden van transactie gerelateerde inkomsten. Het bestuur heeft hiertoe als strategische doelstellingen opgenomen om een meer gebalanceerde inkomstenstroom te creëren. In 2015 is aan deze doelstelling verder vormgegeven door de groeistrategie ‘The New Binck’ die de volatiliteit van de gecorrigeerde nettowinst naar de toekomst toe zal verminderen.
Kredietrisico
Het kredietrisico is binnen BinckBank onderverdeeld naar risico’s op beleggingen en liquide middelen, hypothecaire vorderingen, effectenkredieten, margin en tegenpartijrisico. • BinckBank kent een laag gewenst risicoprofiel voor kredietrisico in de beleggingsportefeuille. Aankopen in de beleggingsportefeuille dienen minimaal een lange termijn kredietrating van A te hebben (Fitch of vergelijkbaar). Door voldoende spreiding in haar beleggingen na te streven middels limieten per individuele belegging beperkt BinckBank haar kredietrisico in haar eigen portefeuille. • Het gewenste risicoprofiel voor hypothecaire vorderingen, effectenkredieten en marginrisico is eveneens laag. BinckBank wil voorkomen dat zij ongedekte kredietexposure op haar klanten heeft en derhalve kredietrisico op haar klanten loopt. Door een continue monitoring van de verstrekte kredieten en het ontvangen onderpand kan BinckBank het kredietrisico op haar klanten beperkt houden. • Onder tegenpartijrisico verstaat BinckBank het risico dat zij zelf loopt op tegenpartijen in financiële transacties, nadat een prijs is overeengekomen, maar de feitelijke afwikkeling van de transactie nog niet heeft plaats gevonden. Indien de tegenpartij in gebreke blijft, bestaat voor BinckBank het risico dat zij een vergelijkbare transactie alleen tegen ongunstigere voorwaarden kan doen. Het risicoprofiel ten aanzien van kredietrisico is ’laag’ en BinckBank is het afgelopen jaar binnen de grenzen van het gewenste risicoprofiel gebleven.
Renterisico
Renterisico is het risico dat verband houdt met de veranderingen van de rente en de invloed daarvan op het vermogen en/of resultaat van BinckBank. Doordat de gedragstypische looptijd van de activa en passiva niet aan elkaar gelijk zijn staat BinckBank bloot aan renterisico. Het gewenste risicoprofiel ten aanzien van renterisico is vastgesteld op ’laag’. BinckBank is in 2015 binnen het gewenste risicoprofiel gebleven.
Marktrisico
Het marktrisico bij BinckBank komt tot uiting in valutarisico. Dit wordt veroorzaakt door de blootstelling aan vreemde valuta als gevolg van haar operationele activiteiten. BinckBank neemt zelf geen actieve handelsposities in vreemde valuta. BinckBank is in 2015 binnen het gewenste risicoprofiel gebleven.
BinckBank heeft door de aard van haar bedrijfsactiviteiten een hoog inherent operationeel risico. Het operationeel risico wordt onder andere bepaald door het grote aantal complexe, administratieve handelingen dat dagelijks moet worden verwerkt. In de operationele processen van BinckBank kunnen onverwachte gebeurtenissen optreden die verliezen kunnen veroorzaken of het bereiken van doelstellingen kunnen verhinderen. Processen, systemen, modellen en mensen kunnen falen, fraude zou kunnen voorkomen en de dagelijkse processen kunnen worden verstoord. Een ander belangrijk aspect van het operationeel risico is dat de communicatie met de klant en derde partijen (beurzen) voornamelijk via het internet of telefonisch plaatsvindt. Onder andere hierdoor bestaat in de dagelijkse praktijk een sterke afhankelijkheid van ICT en de externe verbindingen. Hierdoor is BinckBank inherent gevoelig voor ICT verstoringen. Een derde aspect dat leidt tot dit hoog inherent operationeel risico is het feit dat BinckBank is gericht op het innoveren en verbeteren van de dienstverlening met als gevolg dat regelmatig aanpassingen en verbeteringen worden doorgevoerd in de systemen. Echter fouten die hierbij kunnen optreden zijn direct van invloed op het operationeel risicoprofiel. Voor operationele risico’s is het gewenste risicoprofiel ‘laag’. Het daadwerkelijke operationele risicoprofiel (na risicomitigatie) voor 2015 lag op sommige onderdelen nog buiten het gewenste risicoprofiel voor operationele risico’s. Er zijn in 2015 echter geen grote operationele verstoringen geweest. Door het continue streven naar
Jaarverslag 2015 // 69
Operationeel risico
operational excellence tekent zich een structurele verbetering van het operationele risicoprofiel af. Ook voor 2016 is er een groot aantal projecten gepland om het operationele risicoprofiel verder in lijn te brengen met het gewenste risicoprofiel voor operationele risico’s.
Financieel rapportage- en toelichtingenrisico
Financieel rapportage- en toelichtingenrisico is het risico dat BinckBank niet voldoet aan wet- en regelgeving met betrekking tot de rapportages uit hoofde van financiële verslaggeving en informatieverschaffing aan de markt, overheden en toezichthouders. Het grote aantal en de toegenomen complexiteit en detaillering van de rapportages, maakt dat deze gevoelig zijn voor fouten. BinckBank onderschrijft het belang van juiste, tijdige en volledige rapportage en stelt de risicobereidheid voor het financieel rapportage en informatieverschaffingrisico op ’laag’. BinckBank verwacht dat de rapportagedruk en complexiteit in de komende jaren verder zal toenemen. BinckBank is in 2015 binnen het gewenste risicoprofiel gebleven.
Kapitaaltoereikendheid en liquiditeitsrisico
De minimum hoogte van het aan te houden kapitaal wordt berekend door standaard voorgeschreven en intern ontwikkelde modellen. Het aanwezige kapitaal is bij BinckBank hoger dan het minimum dat moet worden aanhouden volgens de modellen. De kapitaalbuffer beschermt de bank tegen faillissement en houdt de concurrentiekracht op peil. Door middel van stresstesten test BinckBank maandelijks of het aanwezige kapitaal voldoende is om een periode van stress te doorstaan. De lage risicobereidheid op het gebied van kapitaaltoereikendheid wordt door BinckBank vertaald in een minimale interne Pilaar I kapitaalratio van 15%. BinckBank beschikt per 31 december 2015 over een ruime kapitaalratio van 40,2% (2014: 37,1%) en voldoet daarmee ruim aan het gewenste risicoprofiel. Liquiditeitsrisico is het risico dat de passiva worden opgevraagd terwijl de activa niet tegen een marktconforme prijs liquide gemaakt kunnen worden. BinckBank heeft een lage risicobereidheid op het gebied van liquiditeitsrisico en om dit te bereiken investeert BinckBank in haar beleggingsportefeuille voornamelijk in liquide activa in de vorm van dagelijks verhandelbare obligaties. BinckBank heeft eind december 2015 de toereikendheid van haar kapitaal- en liquiditeitspositie opnieuw beoordeeld met als conclusie dat het totaal aanwezig vermogen van € 253,6 miljoen en de aanwezige liquiditeiten op dat moment toereikend zijn om de risico’s in de bedrijfsvoering af te dekken. BinckBank is in 2015 binnen het gewenste risicoprofiel voor kapitaaltoereikendheid en liquiditeitsrisico’s gebleven.
Legal en Compliance risico
Jaarverslag 2015 // 70
De toename en hoge mate van verandering van wet- en regelgeving voor financiële instellingen zorgt voor een uitdaging voor banken. BinckBank streeft ernaar om op een bedrijfseconomisch verantwoorde manier tijdig aan alle bestaande en nieuwe wet- en regelgeving te voldoen. Gedurende 2015 heeft BinckBank relevante nieuwe ontwikkelingen in wet- en regelgeving tijdig geïdentificeerd. Het Legal en Compliance risico is het risico dat niet wordt voldaan aan de op BinckBank van toepassing zijnde wet- en regelgeving als gevolg waarvan schade kan worden geleden. Dit komt tot uiting in een ‘laag’ gewenst risicoprofiel. In 2015 zijn verschillende acties uitgevoerd ter verbetering van het compliance beheersingsraamwerk. Bestaande beheersingsmaatregelen zijn herbeoordeeld en aangescherpt en geïmplementeerde systemen zijn verder verbeterd. Tevens wordt jaarlijks aandacht besteed aan het vergroten van het compliance bewustzijn binnen de organisatie. Het compliance risicoprofiel is gedurende 2015 verder verbeterd, echter nog niet alle compliance thema’s bevinden zich binnen de grenzen van het gewenste risicoprofiel.
Beheersing van het risicoprofiel en ontwikkelingen in 2015 Het identificeren, analyseren en beoordelen van risico’s en het ontwerpen en implementeren van relevante beheersmaatregelen is een continu proces binnen BinckBank. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de beheersing en de ontwikkelingen ten aanzien van de diverse risico’s, en de invloed op het risicoprofiel van BinckBank. Anderzijds worden interne ontwikkelingen en verbeteringen van beheersingsmaatregelen beschreven die zijn doorgevoerd in 2015.
Beheersing en ontwikkeling van strategisch risico Voor BinckBank is het vertrouwen van de klant en andere stakeholders essentieel, daarom streeft BinckBank ernaar om het risico op reputatieschade zoveel mogelijk te minimaliseren. BinckBank is, evenals andere bancaire instellingen, afhankelijk van het vertrouwen dat particuliere klanten en andere stakeholders in haar stellen. BinckBank streeft ernaar om helder en duidelijk naar stakeholders te communiceren. Wanneer er toch nog zaken voordoen die het vertrouwen in de organisatie beschadigen, zal hierover duidelijk gecommuniceerd worden. BinckBank houdt het verloop van haar aandelenkoers nauwlettend in de gaten omdat grote koersschommelingen een indicatie kunnen zijn van, of leiden tot, negatieve berichtgeving. Bij het optreden van grote koersschom melingen of negatieve berichtgeving wordt de oorzaak hiervan onderzocht en, indien nodig, wordt een woordvoerder ingezet om met een persbericht de (mogelijke) oorzaak openbaar te maken om zo (ongunstige) speculaties voor te zijn. BinckBank voert jaarlijks verschillende klantenonderzoeken uit om de klanttevredenheid en naamsbekendheid te meten. De resultaten van deze onderzoeken zijn drijfveren voor de voortdurende inspanning om middels hoogwaardige dienstverlening meerwaarde aan klanten te bieden. De uitkomsten van de klantenonderzoeken zijn belangrijke indicatoren van het reputatierisico en worden derhalve nauwlettend gevolgd binnen het bestuur en de relevante risicocommissies.
Het businessrisico van BinckBank komt voornamelijk tot uiting in de afhankelijkheid van het transactievolume in de financiële markten. Wanneer het sentiment en de volatiliteit op de beurs stijgen, stijgt het transactievolume van BinckBank. Dit maakt de winstgevendheid van BinckBank sterk afhankelijk van het sentiment en de volatiliteit van de beurs. In vergelijking met 2014 was het sentiment een groot deel van het jaar goed en waren de financiële markten in 2015 volatieler. Vooral in de Nederlandse markt wordt BinckBank geconfronteerd met hevige concurrentie op prijs. Door de stimuleringsmaatregelen van de Europese Centrale Bank staan de nettorentebaten nog steeds onder druk als gevolg van steeds lagere rentestanden op de geld- en kapitaalmarkten. Daarnaast zijn er diverse factoren, zoals het verlies van klanten, fluctuerende handelsvolumes en orderwaarden en prijsdruk door concurrentie, die kunnen resulteren in lagere inkomsten voor BinckBank. BinckBank is actief in een zeer competitieve omgeving met verschillende soorten concurrenten. Enerzijds de grote financiële instellingen met een grotere naamsbekendheid en ruimere financiële middelen. Anderzijds ziet BinckBank ook de concurrentie van kleinere online brokers die agressief op prijs concurreren. Om het businessrisico te verminderen zijn de strategische assen ‘meer gebalanceerde inkomstenstroom’ en ‘customer intimacy & operational excellence’ opgenomen in de nieuwe strategie. Onder ‘meer gebalanceerde inkomstenstroom’ valt onder andere de lanceringen van de Binck turbo in België, het uitbreiden van
Jaarverslag 2015 // 71
In 2015 is het reputatierisico nadelig beïnvloed als gevolg van de negatieve publicaties over Alex Vermogens beheer. Ondanks dat het niet altijd vereist is om te communiceren over lopende onderzoeken van toezicht houders wil BinckBank hier op gezette tijden transparant over zijn. Zo zijn op 30 oktober 2015 de stakeholders middels een persbericht geïnformeerd over het feit dat de AFM het voornemen heeft tot het opleggen van een boete voor de reclame uitingen over Alex Vermogensbeheer in de periode september 2012 tot augustus 2014. Deze communicatie heeft op de korte termijn mogelijk een negatieve impact op de reputatie, echter BinckBank is van mening dat transparantie op de langere termijn de betrouwbaarheid en de reputatie van de organisatie ten goede komt.
vermogensbeheer activiteiten en het investeren in de Nederlandse hypotheekmarkt. Onder ‘customer intimacy & operational excellence’ valt het continu bezig zijn met het verbeteren van de producten diensten en het ICT-platform om nieuwe klanten aan te trekken en bestaande klanten te behouden. Door de vermindering van de afhankelijkheid van transactie gerelateerde inkomsten zal dit op termijn resulteren in een stabielere inkomstenstroom en daarmee een verlaging van het businessrisico.
audited
Bij gewijzigde omstandigheden op het gebied van duurzaamheid, regulering, financiering en marktontwikkeling worden de strategische doelstellingen van BinckBank, inclusief de achterliggende principes en aannames, nogmaals geëvalueerd en eventueel geactualiseerd. Hierbij wordt getoetst aan de risicobereidheid van BinckBank. Beslissingen over de strategische doelstellingen of wijzigingen hiervan worden door het bestuur genomen en aan de Raad van Commissarissen voorgelegd ter goedkeuring.
Beheersing en ontwikkeling van kredietrisico Het kredietrisico heeft betrekking op het niet nakomen van een verplichting door een tegenpartij en/of uitgevende instelling die betrokken is bij de handel in respectievelijk de uitgifte van een financieel instrument en zodoende BinckBank financieel benadeelt. Dit kredietrisico heeft betrekking op de posten die in de balans zijn opgenomen onder Kasmiddelen, Bankiers, Financiële activa en Leningen en vorderingen. Bij deze balansposten wordt voornamelijk de kredietwaardigheid van de tegenpartij beoordeeld. Het kredietrisico van BinckBank is onderverdeeld in 3 categorieën; • kredietrisico op liquide middelen en beleggingen, • kredietrisico op uitstaande effectenkredieten/ margin-verplichtingen/ SRD-verplichtingen en • tegenpartijrisico. Hieronder wordt een toelichting gegeven op welke wijze BinckBank deze risico’s beheerst en wat de ontwikkelingen zijn.
Beheersing en ontwikkeling van kredietrisico op liquide middelen en beleggingen
Jaarverslag 2015 // 72
BinckBank gaat prudent om met de door klanten aan haar toevertrouwde middelen. De toevertrouwde middelen, die niet voor effectenkrediet worden gebruikt, worden voor een deel liquide aangehouden en voor het overige uitgezet in de beleggingsportefeuille. Uitzettingen gebeuren op een verantwoorde manier in overeenstemming met de vastgelegde risicobereidheid. De beleggingsportefeuille van BinckBank heeft als doel om, binnen het afgegeven mandaat, het liquiditeitsoverschot zodanig in de markt uit te zetten, dat de rentemarge tussen aangetrokken en uitgezette middelen wordt geoptimaliseerd. Het kredietrisico op liquide middelen en beleggingen wordt dagelijks gevolgd door de afdeling Treasury. Zij rapporteert hierover dagelijks aan de CFRO en periodiek legt zij verantwoording af in de ALCO. Aangehouden liquiditeiten worden uitgezet in de geld- en kapitaalmarkt bij centrale overheden, lagere overheden voor zover door de centrale overheid gegarandeerd, centrale banken en andere kredietinstellingen met een minimale rating van A (Fitch of vergelijkbaar) en een stabiele outlook. De geldmarktuitzettingen hebben een looptijd variërend van dagbasis tot één maand. De kapitaalmarktuitzettingen hebben een looptijd tot drie-en-een-half-jaar. De afspraken en limieten over geld- en kapitaalmarktuitzettingen zijn vastgelegd in een door de ALCO vastgesteld limietenstelsel. De afdeling Treasury is gehouden aan strikte eisen voor het uitzetten van geld bij tegenpartijen. Hierbij worden intern opgestelde limieten voor zowel de hoogte als de looptijden bij geaccordeerde tegenpartijen in acht genomen. Het hieruit voortvloeiende kredietrisico wordt bewaakt door periodieke kredietrevisie. De relatief lage risicobereidheid van BinckBank ten aanzien van kredietrisico’s blijkt uit het beleid om voornamelijk te investeren in relatief veilige en liquide instrumenten die beleenbaar zijn bij de Europese Centrale Bank (ECB). Bij het beoordelen van de kredietwaardigheid van financiële activa en passiva wordt gebruik gemaakt van kredietbeoordelingen van kredietbeoordelaars. Kasmiddelen en uitzettingen bij banken worden ingedeeld aan de hand van de korte termijn kredietbeoordeling van kredietbeoordelaars. Voor de beleggingsportefeuille wordt gebruik gemaakt van de lange termijn rating.
BinckBank biedt klanten in verschillende vormen de mogelijkheid gebruik te maken van bevoorschotting op onderpand van effecten. Deze bevoorschotting kan ingezet worden ter dekking van de marginverplichting of voor het financieren van de aankoop van effecten. In beide gevallen heeft BinckBank een (potentieel) kredietrisico op de klant.
Door de aard van de effectenkredieten en de overdekking van de verkregen zekerheden is het kredietrisico beperkt. Bij kredieten op onderpand van financiële instrumenten is de hoogte van het verstrekte krediet mede afhankelijk van de liquiditeit en prijs van de in onderpand ontvangen effecten. Effectenkredieten worden geautomatiseerd beoordeeld op het moment van verstrekking, rekening houdend met de bevoorschottings percentages voor het daarvoor in aanmerking komende onderpand. Dit alles gebeurt volgens de richtlijnen die door de ALCO zijn vastgesteld met inachtneming van de limieten zoals gesteld in artikel 152 Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (BGfo). BinckBank hanteert een ondergrens van 30% haircut op aandelen en 20% op obligaties. De bevoorschotting op het aanwezige onderpand laat zich vertalen naar een maximale vrije bestedingsruimte (VBR). De VBR wordt uitgedrukt in een dekkingsgraad waarbij de minimale eis een dekkingsgraad van ‘1’ is. De mate waarin de klant boven de ‘1’ zit, geeft de relatieve overdekking ten opzichte van de minimale eis aan. Extra dekking kan verkregen worden door bankgaranties te overleggen, onderpand in de vorm van effecten aan te leveren of door het aanvullen van de liquide middelen. Als de dekkingsgraad onder de ‘1’ komt, gaat de klant in de tekortenprocedure. Wanneer er geen dekkingsgraad is (dekking is nul), dan komt de klant in de incassoprocedure terecht. Het verstrekte effectenkrediet is sinds eind 2014 gestegen met 39,1% van € 361 miljoen tot € 502 miljoen eind 2015. Voorzieningen voor oninbare effectenkredieten worden individueel bepaald. Er zijn geen collectieve voorzieningen. De hoogte van de voorziening is afhankelijk van de afspraken die met de klant zijn gemaakt over de aflossing. De totale voorziening per 31 december 2015 bedraagt € 0,5 miljoen (2014: € 0,5 miljoen). Margin is een bedrag dat de schrijver (verkoper) van een optie of future moet storten als zekerheid voor het risico van de positie. De margin vormt een waarborgsom voor mogelijke verliezen die ontstaan door de verplichtingen die de belegger is aangegaan. Dit betekent niet dat de financiële risico’s beperkt zijn tot de omvang van deze verplichtingen. Het risico bestaat dat de door de klant gestorte margin onvoldoende blijkt te zijn in relatie tot de aangegane verplichting. De afdeling Credit Risk Management analyseert dagelijks de marktbewegingen en actualiseert minimaal één keer per maand de marginpercentages voor alle fondsen en kan in het geval van extreme koersschommelingen het marginpercentage direct aanpassen. De afdeling Risico management controleert deze aanpassingen. BinckBank toetst maandelijks de impact van het kredietrisico bij klanten op basis van een directe daling van de markten waarin deze klanten handelen. Zowel de bewaking van het uitstaande effectenkrediet als de marginverplichting vindt plaats binnen de eerstelijns afdeling Credit Risk Management. Klanten met een krediet- en/of marginovereenkomst worden door deze afdeling gemonitord op hun VBR. De VBR is het saldo van de gewogen waarde van de ontvangen zekerheden van de klant minus de verplichtingen van de klant in de vorm van verstrekt effectenkrediet en marginverplichtingen. Een tekort in de VBR houdt in dat de zekerheden in de portefeuille van de klant niet langer voldoende dekking geven voor de door de klant aangegane verplichtingen. De tweedelijns afdeling Risico management houdt toezicht op de afdeling Credit Risk Management. De verstrekte kredieten worden op geautomatiseerde wijze en op basis van realtime koersen bewaakt. Het risico bij het effectenkrediet betreft de waardemutatie van de in onderpand verkregen zekerheden. Hierbij wordt specifiek gelet op ongewenste concentraties in portefeuilles van klanten, zogenaamde concentratierisico’s. Concentratierisico is een vorm van kredietrisico en komt voor bij klanten met effectenkrediet en bij klanten met marginverplichtingen op derivatenposities. De afdeling Credit Risk Management houdt dagelijks toezicht op (te hoog) opgelopen concentraties in portefeuilles van klanten. Indien nodig worden, conform beleid, maatregelen getroffen om de te hoge concentraties in te perken. Bij een te hoge concentratie kan worden besloten om de kredietfaciliteit van de desbetreffende klant terug te brengen. Daarnaast kan de ALCO besluiten om het
Jaarverslag 2015 // 73
audited
Beheersing en ontwikkeling van kredietrisico op uitstaande effectenkredieten en marginverplichtingen
audited
concentratierisico op een specifiek fonds terug te brengen door verlaging van de bevoorschotting op het desbetreffende fonds. Het marginrisico van de klanten wordt eveneens continu bewaakt met behulp van een model dat rekening houdt met de historische volatiliteit en de verwachtingen over toekomstige koersschommelingen. Zowel positieve als negatieve koersschommelingen hebben impact op het marginrisico. Het model houdt ook rekening met de kwaliteit van het onderpand voor effectenkredieten en margins. Dagelijks wordt per klant nagegaan of de zekerheden voldoende zijn om het effectenkrediet en/of verplichtingen (margin en lopende effectentransacties) te dekken. Vanaf het moment dat een negatieve VBR wordt geconstateerd, treedt automatisch de tekortenprocedure in werking. Het hanteren van een tekortenprocedure is een wettelijke verplichting. Afhankelijk van de oorzaak waardoor deze ontstaat, zal een klant bij een negatieve VBR het tekort binnen een termijn van 1 tot 5 beursdagen moeten aanzuiveren. Als op de uiterste aanzuiverdatum de VBR van de klant nog steeds een tekort toont, dan gaat BinckBank over tot het zelfstandig sluiten van effectenposities. Effectenposities worden gesloten totdat de rekening van de klant weer een positieve VBR vertoont. In het geval dat de afdeling Credit Risk management niet de mogelijkheid heeft het bedrag te incasseren, dan wordt dit uit handen gegeven aan een incassobureau. De ervaring van de afgelopen jaren leert dat de meeste klanten het grootste deel van de eventuele tekorten binnen één maand terugbetalen en vaak ligt dit percentage zelfs op 100%.
Beheersing en ontwikkeling van het tegenpartijrisico
De afdeling Treasury & ALM voert transacties uit voor rekening en risico van BinckBank. Hierbij is sprake van tegenpartijrisico. De ALCO keurt de tegenpartijlimieten goed. Het overgrote deel van de door BinckBank uitgevoerde effectentransacties vindt plaats voor rekening en risico van de klant (online brokerage). Deze transacties vinden voornamelijk plaats op (gereglementeerde) markten zoals NYSE, Euronext en TOM MTF, waarbij gebruik gemaakt wordt van een centrale tegenpartij (CCP). Hierdoor is het tegenpartijrisico voor klanten klein.
Maximaal kredietrisico
Jaarverslag 2015 // 74
In onderstaande tabel is het maximale kredietrisico van de financiële instrumenten weergegeven. Het maximale kredietrisico wordt bruto getoond, zonder rekening te houden met de effecten van kredietrisicovermindering uit hoofde van verrekeningsovereenkomsten en verkregen onderpand. Het maximale kredietrisico in de derivatenposities voor rekening en risico van klanten wordt weergegeven door de marginverplichting en is niet meegenomen in de volgende tabel.
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Kredietrisico
Kasmiddelen Bankiers
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening Financiële activa beschikbaar voor verkoop
Financiële activa aangehouden tot einde looptijd Leningen en vorderingen
2015
178.365
178.244
12.297
15.405
2014
72.427
156.013 8.209
15.942
1.167.121
1.389.146
502.006
498.908
813.484
545.108
2.866.922
2.685.753
2.868.784
2.688.057
Niet achterstallig
501.964
498.684
Totaal
502.467
499.389
Netto kredieten
502.006
498.908
-
138.000
227.443
111.688
Verstrekte garanties
Totaal
1.862
2.304
De kwaliteit van de kredieten en de voorziening oninbaar van de leningen en vorderingen is in onderstaande tabellen weergegeven: Achterstallig
Voorziening oninbare vorderingen
503
(461)
705
(481)
Achterstallige posten betreffen restposten ontstaan uit de effectenkredieten na uitwinning van het onderpand (effecten en bankgaranties). De voorziening wordt post voor post gevormd. Leningen en vorderingen onderverdeeld naar dekkingsgraad: Geldmarktleningen
Kleiner dan 25% van de waarde van het onderpand
Tussen 25% en 50% van de waarde van het onderpand Tussen 50% en 75% van de waarde van het onderpand Groter dan 75% van de waarde van het onderpand
Achterstallig
Totaal
76.558
186.036
80.905 157.527
11.927
10.564
502.467
499.389
87
52
503
705
In alle andere categorieën financiële activa zijn geen achterstallige en/of voorziene posten. Kredieten op basis van hernieuwde afspraken Voor bestaande kredieten kunnen hernieuwde afspraken worden gemaakt met klanten. Deze nieuwe afspraken worden periodiek beoordeeld ter vaststelling van de naleving hiervan en ter vaststelling dat toekomstige betalingen waarschijnlijk worden geacht. Kredieten op basis van hernieuwde afspraken
Jaarverslag 2015 // 75
audited
Overzicht per risicocategorie
audited
Risicoconcentratie per economische sector Risicoconcentratie per economische sector per 31 december 2015
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Kasmiddelen
Centrale banken
Staat c.q. staatsgegarandeerd
Particu lieren
Overige onder nemingen
Totaal
27.162
151.082
-
-
-
-
178.244
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
-
12.138
-
-
159
12.297
Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
-
-
-
-
15.405
15.405
-
849.937
317.184
-
-
1.167.121
-
348.928
464..556
-
-
813.484
Bankiers
Financiële activa beschikbaar voor verkoop Financiële activa aangehouden tot einde looptijd Leningen en vorderingen Verstrekte garanties Totaal
178.365
Financiële instel lingen
-
-
-
-
-
502.006
-
178.365
502.006
205.527
1.362.085
781.740
502.006
15.564
2.866.922
205.527
1.362.085
781.740
502.907
16.525
2.868.784
Centrale banken
Financiële instel lingen
Staat c.q. staatsgegarandeerd
Particu lieren
Overige onder nemingen
Totaal
72.427
-
-
-
-
-
72.427
156.013
-
-
-
901
961
1.862
Risicoconcentratie per economische sector per 31 december 2014 (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Kasmiddelen Bankiers
25.544
130.469
-
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
-
8.110
-
-
99
8.209
Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
-
-
-
-
15.942
15.942
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
-
915.522
473.624
-
-
1.389.146
Financiële activa aangehouden tot einde looptijd
-
213.078
332.030
-
-
545.108
Leningen en vorderingen
-
-
138.000
360.908
-
498.908
Verstrekte garanties
Jaarverslag 2015 // 76
Totaal
97.971
1.267.179
943.654
360.908
16.041
2.685.753
97.971
1.267.179
943.654
362.251
17.002
2.688.057
-
-
-
1.343
961
2.304
Geografische spreiding per 31 december 2015 Supranationaal
Nederland
België, Frankrijk, Italië
Duitsland
Overige EU landen
Noord Amerika
Andere landen
Totaal
Kasmiddelen
-
171.607
6.758
-
-
-
-
178.365
Bankiers
-
120.299
17.171
-
35
40.049
690
178.244
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
-
-
159
-
-
-
12.138
12.297
Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
-
-
15.405
-
-
-
-
15.405
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
17.425
135.785
200.629
381.090
222.874
154.028
55.290
1.167.121
Financiële activa aangehouden tot einde looptijd
-
5.000
-
771.713
-
36.771
-
813.484
Leningen en vorderingen
-
451.997
40.298
3.672
3.064
1
2.974
502.006
17.425
884.688
280.420 1.156.475
225.973
230.849
1%
31%
10%
40%
8%
8%
2%
100%
Supranationaal
Nederland
België, Frankrijk, Italië
Duitsland
Overige EU landen
Noord Amerika
Andere landen
Totaal
Kasmiddelen
-
67.268
5.159
-
-
-
-
72.427
Bankiers
-
122.355
4.561
-
8.821
19.706
570
156.013
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
-
-
99
-
-
-
8.110
8.209
Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
-
-
15.942
-
-
-
-
15.942
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
21.820
134.444
159.275
723.773
186.408
122.212
41.214
Financiële activa aangehouden tot einde looptijd
-
4.999
-
515.439
-
24.670
-
545.108
Leningen en vorderingen
-
469.129
22.222
3.490
17
13
4.037
498.908
21.820
798.195
207.258 1.242.702
195.246
166.601
53.931
2.685.753
1%
30%
7%
6%
2%
100%
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Totaal % verdeling
71.092 2.866.922
Geografische spreiding per 31 december 2014 (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Totaal % verdeling
8%
46%
1.389.146
Jaarverslag 2015 // 77
audited
Risicoconcentratie per land
audited
Risicoconcentratie Financiële activa Risicoklassen Financiële activa per 31 december 2015 (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Korte termijn rating
Lange termijn rating
F1 of hoger
F2 of lager
Kasmiddelen
178.365
-
Bankiers
145.875
28.292
AAA
Tussen AA+ en AA-
Geen rating
Tussen A+ en A-
Totaal
BBB+ 178.365 4.077
178.244
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
-
-
-
-
12.297
12.297
Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
-
-
-
-
15.405
15.405
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
230.340
564.151
336.543
36.087
-
1.167.121
474.761
317.883
-
-
20.840
813.484
502.006
502.006
Financiële activa aangehouden tot einde looptijd Leningen en vorderingen Totaal
324.240
28.292
705.101
882.034
336.543
36.087
554.625 2.866.922
Risicoklassen Financiële activa per 31 december 2014 (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Lange termijn rating Tussen A+ en A-
BBB+
Geen rating
Totaal
F1 of hoger
F2 of lager
AAA
Tussen AA+ en AA-
Kasmiddelen
72.427
-
-
-
-
-
-
72.427
Bankiers
144.411
8.279
-
-
-
-
3.323
156.013
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
-
-
-
-
-
-
8.209
8.209
Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
-
-
-
-
-
-
15.942
15.942
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
-
-
466.979
562.350
334.537
25.280
-
1.389.146
Financiële activa aangehouden tot einde looptijd
-
-
313.283
210.302
-
-
21.523
545.108
Leningen en vorderingen
-
-
-
-
-
-
498.908
498.908
216.838
8.279
780.262
772.652
334.537
25.280
547.905
2.685.753
Totaal
Jaarverslag 2015 // 78
Korte termijn rating
Het renterisico vloeit voort uit de mogelijkheid dat wijzigingen in de marktrente een negatieve invloed op de toekomstige winstgevendheid kunnen uitoefenen. Een geleidelijke wijziging van de marktrente (yieldcurve) heeft invloed op de contante waarde van de toekomstige rente-inkomsten uit effectenkredieten en de beleggingsportefeuille en op de rentevergoedingen die BinckBank betaalt op de spaar- en beleggingsrekeningen. BinckBank beheerst dit risico in zoverre dat dit betrekking heeft op de bancaire activiteiten van BinckBank door de rentetypische looptijden van de toevertrouwde en uitgezette middelen binnen gestelde grenzen met elkaar in overeenstemming te brengen en te houden. Dit houdt in dat BinckBank geen gebruik maakt van financiële derivaten om het overige renterisico te mitigeren. De duration van de beleggingsportefeuille is per 31 december 2015 1,22 jaar. De gemoduleerde duration van de toevertrouwde middelen is 1,98 jaar. Doordat de duration van de activa lager is dan de duration op de passiva, heeft een daling van de rente een negatief effect, en een stijging van de rente een positief effect op het vermogen van BinckBank. Een plotselinge wijziging van de marktrente kan een positieve of negatieve invloed hebben op het vermogen van BinckBank door de aanpassingen in de marktwaarde van activa en passiva. BinckBank beheerst de gevoeligheid van rentemutaties op het vermogen door middel van tolerantieniveaus en maandelijkse renterisicorapportages aan de ALCO. Rentetypische vervalkalender per 31 december 2015 (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
> 1 maand < 1 maand < 1 jaar
> 1 jaar < 2 jaar
> 2 jaar < 5 jaar
> 5 jaar
Niet Rentedragend
Totaal
Activa Kasmiddelen
178.365
-
-
-
-
-
178.365
Bankiers
174.167
-
-
-
-
4.077
178.244
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
-
-
-
-
-
12.297
12.297
Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
-
-
-
-
-
15.405
15.405
98.351
594.385
255.308
219.077
-
-
1.167.121
-
127.350
506.314
179.820
-
-
813.484
Leningen en vorderingen
502.006
-
-
-
-
-
502.006
Totaal
952.889
721.735
761.622
398.897
-
31.779
2.866.922
Financiële activa beschikbaar voor verkoop Financiële activa aangehouden tot einde looptijd
Passiva Bankiers
23.582
-
-
-
-
-
23.582
Financiële passiva aangehouden voor handelsdoeleinden
-
-
-
-
-
12.286
12.286
Financiële passiva aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
-
-
-
-
-
46
46
Toevertrouwde middelen
2.589.714
-
-
-
-
-
2.589.714
Totaal
2.613.296
-
-
-
-
12.332
2.625.628
Jaarverslag 2015 // 79
audited
Beheersing en ontwikkeling van renterisico
Rentetypische vervalkalender per 31 december 2014
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
> 1 maand < 1 maand < 1 jaar
> 1 jaar < 2 jaar
> 2 jaar < 5 jaar
> 5 jaar
Niet Rentedragend
Totaal
Activa Kasmiddelen
72.427
-
-
-
-
-
72.427
152.690
-
-
-
-
3.323
156.013
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
-
-
-
-
-
8.209
8.209
Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
-
-
-
-
-
15.942
15.942
92.337
477.572
644.146
175.091
-
-
1.389.146
-
-
127.919
417.189
-
-
545.108
Leningen en vorderingen
498.908
-
-
-
-
-
498.908
Totaal
816.362
477.572
772.065
592.280
-
27.474
2.685.753
25.587
-
-
-
-
-
25.587
Financiële passiva aangehouden voor handelsdoeleinden
-
-
-
-
-
8.290
8.290
Financiële passiva aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
-
-
-
-
-
139
139
Toevertrouwde middelen
2.545.420
-
-
-
-
-
2.545.420
Totaal
2.571.007
-
-
-
-
8.429
2.579.436
Bankiers
Financiële activa beschikbaar voor verkoop Financiële activa aangehouden tot einde looptijd
Passiva Bankiers
Jaarverslag 2015 // 80
De rentegevoeligheid komt vooral tot uitdrukking in de wijze waarop de beleggingsportefeuille van BinckBank is samengesteld. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de rentetypische en liquiditeitstypische vervalkalender. De rentetypische vervalkalender toont de vrijval naar de rentetypische looptijd van de portefeuille in de tijd.
Liquiditeit vervalkalender
Rente vervalkalender
250
x € miljoen
200 150 100 50 0
3m
6m
9m
1y
15m
18m
21m
2y
27m
30m
33m
3y
Renterisico op het resultaat
BinckBank houdt geen handelsportefeuille aan, maar is desondanks wel gevoelig voor renteschommelingen uit hoofde van haar uitzettingen en beleggingen. De invloed van een geleidelijke rentemutatie op de winstgevendheid van BinckBank wordt bepaald aan de hand van een Earnings-at-Risk model. Bij het Earnings-atRisk model wordt de impact van het renterisico op het gecorrigeerde nettoresultaat berekend door de verwachte rente-inkomsten en rente-uitgaven te berekenen op basis van een geleidelijke wijziging van de marktrente over een periode van één jaar. Hiermee wordt duidelijk wat de rentegevoeligheid is op het resultaat van BinckBank. De afdeling Treasury & ALM rapporteert maandelijks de uitkomsten en eventuele overschrijdingen van het tolerantieniveau aan de ALCO. De uitkomsten van het Earnings-at-risk model staan in onderstaande tabel vermeld, waarbij de impact gebaseerd is op het resultaat over het boekjaar 2015. Gevoeligheidsanalyse renteresultaat Effect op het resultaat Geleidelijke parallelle verschuiving van de yieldcurve (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
31 december 2015
31 december 2014
Over een periode van 1 jaar +200 basispunten
3.543
3.137
-200 basispunten
(1.411)
(1.318)
Over een periode van 2 jaar +200 basispunten
20.922
17.891
-200 basispunten
(3.754)
(4.106)
Renterisico op vermogen
Het renterisico op het vermogen houdt rekening met plotselinge verschuivingen van de yield-curve (renteschok) die de waarde van de beleggingsportefeuille negatief kunnen beïnvloeden. BinckBank beschikt over een beleggingsportefeuille bestaande uit variabele en vastrentende waarden, die gespreid is over verschillende looptijden. De beleggingsportefeuille is ondergebracht in het bankenboek en wordt geclassificeerd als financiële activa beschikbaar voor verkoop (AFS) of als financiële activa aangehouden tot einde looptijd (HTM). Het AFS gedeelte van de beleggingsportefeuille wordt gewaardeerd tegen de reële waarde. Dit betekent dat waardemutaties als gevolg van bijvoorbeeld renteschokken tot uitdrukking komen in het eigen vermogen van BinckBank. Het HTM gedeelte van de beleggingsportefeuille wordt gewaardeerd tegen (geamortiseerde)
Jaarverslag 2015 // 81
audited
Uit bovenstaande vervalkalender kan worden opgemaakt dat de rentetypische looptijd vrijwel gelijk is aan de liquiditeitstypische looptijd van de beleggingsportefeuille. Eventuele verschillen zijn het gevolg van de beperkte beleggingen in variabel rentende obligaties.
audited
kostprijs. Het effect op het eigen vermogen van een renteschok van 200 basispunten wordt in onderstaande tabel weergegeven (voor belastingeffecten).
Gevoeligheidsanalyse renteresultaat Effect op het vermogen Plotselinge parallelle verschuiving van de yieldcurve (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
31 december 2015
31 december 2014
+200 basispunten
34.924
33.012
-200 basispunten
(4.045)
(33.012)
Beheersing en ontwikkeling van marktrisico Het marktrisico bij BinckBank komt tot uiting in valutarisico. Het valutarisico is het risico van schommelingen in de waarde van in vreemde valuta luidende posten als gevolg van wijzigingen in valutakoersen en het effect daarvan op het vermogen en/of het resultaat van BinckBank. Het beleid is om geen actieve handelsposities in vreemde valuta in te nemen. Valutaposities kunnen daarom alleen ontstaan uit hoofde van het faciliteren van transacties door klanten. De valutaposities worden dezelfde dag, tot en met 22:00 uur ingedekt. De resterende ongedekte netto overnight posities worden de eerstvolgende handelsdag ingedekt en zijn gemiddeld niet hoger dan € 100.000. BinckBank accepteert dit restrisico op valutaposities.
Beheersing en ontwikkeling van het operationeel risico
Jaarverslag 2015 // 82
De risico’s die voortvloeien uit operationele activiteiten vallen onder de noemer operationeel risico. Verliezen als gevolg van operationeel risico zijn onvermijdelijk. Binnen BinckBank worden de verliezen als gevolg van het optreden van een operationeel risico maandelijks gerapporteerd. De interne doelstelling is dat deze operationele verliezen uit de reguliere business op jaarbasis niet groter mogen zijn dan 1,0% van de totale inkomsten uit operationele activiteiten. Deze operationele verliezen bestaan hoofdzakelijk uit: • het financiële resultaat van outtrades en schadevergoedingen aan klanten; en • overige directe schade als gevolg van storingen in de ICT-systemen, de geautomatiseerde informatieverwerking, en storingen in de operationele processen. Over 2015 bedroegen deze verliezen 0,42% van de totale inkomsten uit operationele activiteiten (0,34% in 2014). In 2015 heeft BinckBank de definitie voor operationele verliezen verbreed. De oude definitie betrof alleen de outtrades, in de nieuwe definitie zijn ook de mutaties in ‘legal claims and provisions’ opgenomen. De interne norm voor de nieuwe definitie is 1,6%. Over 2015 bedroegen de verliezen op basis van de nieuwe definitie 0,85%. Het operationeel risico wordt beheerst door een heldere organisatiestructuur met duidelijke functiescheiding en een beheersingsraamwerk. Een heldere structuur van de organisatie wordt bereikt door: • Eenduidige vastlegging en toewijzing van verantwoordelijkheden; • Heldere inrichting van functiescheiding ten aanzien van kritische taken; • Vastlegging van taken voor alle medewerkers en afdelingen; en • Duidelijke rapportage- en escalatielijnen en periodieke interne overlegstructuren. Binnen de organisatie is een gedetailleerd raamwerk van processen, systemen en bijbehorende beheersings maatregelen ingericht. Een aantal belangrijke beginselen bij de inrichting van het beheersingsraamwerk zijn: • Leg de verantwoordelijkheid voor het managen van operationeel risico zo dicht mogelijk bij de processen zelf, dat wil zeggen bij het lijnmanagement;
Eén van de basisprocessen die is ingericht om aan te tonen dat er sprake is van een beheerste bedrijfsvoering is de vastlegging van het beheersingsraamwerk. Dit betekent dat van alle bedrijfsonderdelen de belangrijkste processen zijn vastgelegd, met de daarbij horende risico’s en de risico mitigerende beheersingsmaatregelen. Periodiek (maandelijks, per kwartaal of per jaar) wordt de effectiviteit van deze beheersmaatregelen getest en worden alle risicocategorieën beoordeeld. De eerstelijn is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de periodieke testen en de tweedelijn is verantwoordelijk voor de monitoring van deze testwerkzaamheden. Zo nodig wordt door de relevante risicocommissie, waar zowel de eerste als de tweedelijn zitting in heeft, besloten om additionele maatregelen te nemen of om de bestaande maatregelen te versterken. Afgelopen jaar is veel tijd geïnvesteerd om de beschrijving van het beheersingsraamwerk verder te verbeteren. Hiernaast worden er jaarlijks ook risk self assessments uitgevoerd. Tijdens deze assessments wordt een vooraf bepaald proces of thema, bijvoorbeeld customer due diligence, in detail kritisch onder de loep genomen. De uitkomsten van deze assessments leiden dan weer tot verbetering van het bestaande beheersingsraamwerk. Ook hier geldt dat de eerstelijn verantwoordelijk is voor de uitvoering van deze assessments en dat de tweedelijn de kwaliteit van de assessments controleert. Voor de beheersing van de risico’s word ook een risico dashboard bijgehouden, hierin worden de key risico indicatoren weergegeven. Deze geven een beeld van de ontwikkeling van de risico’s in de tijd. De indicatoren voor operationeel risico zijn gekwantificeerd in het risico dashboard en zijn opgedeeld in de volgende gebieden: personen, processen, projecten & producten, ICT-systemen & informatierisico, uitbestedingsrisico en modelrisico. Een andere belangrijke risicomanagement tool is het risk & issue management proces. De signalering van nieuwe mogelijke risico’s of incidenten die zich voordoen wordt in een centrale risicolog geregistreerd. Vervolgens vindt er een beoordeling plaats en wanneer nodig worden er risico mitigerende acties uitgevoerd. Deze mitigerende acties kunnen bestaan uit ad hoc risico mitigerende werkzaamheden of het permanent verbeteren van het beheersingsraamwerk. Nadat alle acties zijn uitgevoerd en eventuele lessons learned zijn geïdentificeerd, wordt het risico of het incident gesloten. Ondanks de grote hoeveelheid aan risico mitigerende maatregelen kan het toch voorkomen dat BinckBank wordt geconfronteerd met een operationeel verlies. Voor vele vormen van voorzienbare verliezen als gevolg van operationeel risico is BinckBank verzekerd bij derden. Dit betreft onder meer polissen voor bestuurdersaansprakelijkheid, bedrijfsaansprakelijkheid, beroepsaansprakelijkheid, inventaris, reconstructiekosten en bedrijfsschade. Als buffer voor onverzekerde (onvoorziene) verliezen beschikt BinckBank over een kapitaalreservering voor operationeel risico. De toereikendheid van deze kapitaalbuffer wordt periodiek getoetst door middel van het uitvoeren van stresstesten.
ICT-risico
Doordat de bedrijfsactiviteiten van BinckBank sterk afhankelijk zijn van ICT bestaat een belangrijk deel van de operationele risico’s uit ICT-risico’s. Tekortkomingen op ICT-gebied kunnen resulteren in een significante bedreiging voor de kritieke bedrijfsprocessen en de dienstverlening aan de klanten. Hierdoor vormen de ICT-risico’s indirect een bedreiging voor het resultaat. Om dit risico te reduceren zijn een groot aantal beheersingsmaatregelen ingericht. Dit betreft maatregelen op het gebied van: organisatie en beleid, informatie risicomanagement, incident en problem management, continuïteit, en test, change & configuratie management. Een belangrijk voorbeeld hiervan is een periodiek terugkerende penetratietest, waarbij een derde partij in
Jaarverslag 2015 // 83
audited
• Leg de organisatorische inrichting, de operationele processen, risico’s en bijbehorende beheersingsmaatregelen schriftelijk en in samenhang vast; • Inbedden van informatie- en escalatieprocedures richting management; • ‘Vier ogen principe’ voor procuratie en contractuele binding van de vennootschap dienen ingericht te zijn; en • Zorg voor betrouwbare informatie en ‘indicators’ voor prestaties en risico’s. Bovenstaande beginselen vormen de basis voor de inrichting van de organisatiebrede risicomanagementprocessen. Binnen BinckBank is een aantal risicomanagementprocessen ingericht, deze processen worden uitgevoerd door de eerstelijns afdelingen. Het risicomanagement in de second line of defence heeft een coördinerende en controlerende rol om de juiste werking van de eerstelijns risicomanagementprocessen te waarborgen.
opdracht van BinckBank door middel van de nieuwste technieken en methodes probeert in te breken in de systemen van BinckBank. De uitkomsten kunnen aanleiding zijn om beleid en/ of controls verder aan te scherpen. Voor alle significante ICT-risicobeheersingsmaatregelen, zoals systeembeschikbaarheid, incidentafhandeling, problemen en systeemaanpassingen, zijn beleidsuitgangspunten opgesteld die met behulp van key performance indicators worden gemeten en maandelijks gerapporteerd worden aan de verschillende risicocommissies. Informatiebeveiliging wordt gezien als een bedrijfsbrede verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheden zijn vastgesteld in het strategisch informatie beveiligingsbeleid en het risicomanagement raamwerk. Informatie risicomanagement stelt de kaders vast in het strategische en tactische informatiebeveiligingsbeleid en controleert op een juiste invoering van dit beleid. De first line of defence is verantwoordelijk voor de beveiliging van de systemen, applicaties en data van BinckBank. BinckBank is een innovatieve organisatie en werkt zijn systemen en programmatuur bij aan de hand van nieuwe technologische ontwikkelingen, nieuwe wet- en regelgeving, interne informatiebehoeften en de wensen van klanten. Mede hierdoor bestaat het risico op onjuiste en/of onvolledige wijzigingen in de ICT-infrastructuur. Dit stelt hoge eisen aan de beheersing ervan, dat wordt gedaan door een vastgesteld change management proces dat onder andere voorschrijft dat alleen geautoriseerd personeel van de afdeling ICT wijzigingen in de systemen mag doorvoeren. Verder heeft BinckBank de beschikking over verschillende gescheiden ontwikkel-, test- en acceptatieomgevingen ten behoeve van het ontwikkelen van nieuwe software. Alvorens wijzigingen op de productieomgeving kunnen worden ingevoerd, dienen vastgestelde procedures te worden doorlopen en goedgekeurd door de testmanager.
Business continuity management
Jaarverslag 2015 // 84
De beschikbaarheid van kritische services en de veiligheid van klanten, bezoekers en medewerkers zijn voor BinckBank van groot belang. BinckBank is er zich van bewust dat zij, net als elk ander bedrijf, te maken heeft met mogelijke gevaren die de kritische bedrijfsprocessen kunnen verstoren. Om de beschikbaarheid van kritische services te waarborgen heeft BinckBank een adequaat business continuity management (BCM) proces ingericht. BCM is onderdeel van het risicomanagement raamwerk en is gepositioneerd als een centrale functie binnen de business. De business continuity council wordt geleid door de bestuursvoorzitter van BinckBank. De business continuity council komt ten minste eenmaal per kwartaal bijeen. In geval van een calamiteit fungeert deze council ook als crisisteam en opereert op basis van een helder gedefinieerd en getest crisis management proces. Verder heeft BinckBank net als alle andere financiële instellingen in Nederland, een financieel herstelplan opgesteld. Hierin staat beschreven welke maatregelen BinckBank kan treffen om op eigen kracht te herstellen vanuit een (financiële) crisissituatie. Het risico dat de continuïteit van de (kritische) bedrijfsprocessen in gevaar komt, als gevolg van het niet beschikbaar zijn van de ICT-infrastructuur (waaronder applicaties en systemen) wordt als volgt gereduceerd: 1. Ter waarborging van de continuïteit van de bedrijfsvoering heeft BinckBank haar ICT-productiesystemen ondergebracht bij externe datacentra die voorzieningen hebben getroffen ter preventie van warmte, brand, diefstal, beschadiging, stroomonderbrekingen en natuurrampen. De datacentra beschikken over alle vereiste certificeringen; 2. Daarnaast maakt BinckBank voor het veiligstellen van bedrijfskritische data gebruik van back-ups en realtime synchronisatie van data naar een externe uitwijklocatie. Dagelijks wordt gecheckt of kritische back-ups hebben gefunctioneerd en wordt bij falen beoordeeld of verdere acties noodzakelijk zijn; 3. Maandelijks wordt gerapporteerd aan het bestuur en de risicocommissies over de performance en beschikbaarheid van de systemen; 4. Continue monitoring op beschikbaarheid en performance met behulp van speciale monitoringsoftware op kritische systemen is eveneens ingericht; 5. BinckBank heeft een business continuity plan opgesteld op basis van een business impact- en risicoanalyse. BinckBank beschikt over een uitwijkfaciliteit en houdt minimaal twee keer per jaar een uitwijktest. De uitwijktesten in 2015 hebben aangetoond dat BinckBank in staat is om met de kritieke systemen binnen de normtijden uit te wijken.
Ontwikkelingen
Per 30 oktober 2015 is een derde bestuurder benoemd (COO) die verantwoordelijk is voor productontwikkeling, Network Management en het Investment Management van Alex Vermogensbeheer. Tevens is de COO verantwoordelijk voor de gehele ICT-organisatie en valt dochteronderneming Able onder zijn aandachtsgebied. Door de benoeming van de COO kan BinckBank de operational excellence strategie sneller realiseren. De uitvoering van de operational excellence strategie leidt op termijn ook tot een verlaging van het operationeel risicoprofiel. Om het risicoprofiel van BinckBank ten aanzien van operationele risico’s te verbeteren zijn in 2015 verschillende verbeteringen doorgevoerd. In het begin van het jaar is het Professional Services bedrijfsonderdeel geïntegreerd met de retail organisatie. In de loop van 2015 zijn taken en verantwoordelijkheden herbelegd, met als gevolg dat de aansturing is vereenvoudigd. Omdat voor BinckBank de productinnovatie en de doorlooptijd essentiële onderdelen zijn van de strategie is het van belang dat alle afdelingen die betrokken zijn bij het verandermanagement, van business management tot ICT ontwikkeling, op een efficiënte en effectieve manier samenwerken. BinckBank is onder leiding van de nieuwe COO verbeteringen aan het doorvoeren in de verandermanagement processen van de gehele organisatie. Dit zal op termijn het operationeel risico verminderen doordat de kans op verstoringen afneemt. Met als gevolg dat de stabiliteit van de systemen verder toeneemt en de dienstverlening aan de klant eveneens verder verbetert. Een andere belangrijke verbetering is dat BinckBank in 2015 is gestart met het versterken van haar data governance. Voor een goede dienstverlening aan de klanten is het van belang om te kunnen beschikken over kwalitatief goede data en moet het mogelijk zijn om deze data snel om te zetten in bruikbare informatie. BinckBank ziet toenemende vraag naar kwalitatief goede informatie. Tevens heeft BinckBank steeds meer externe rapportage verplichtingen waaraan moet worden voldaan. Om op een efficiëntere wijze om te gaan met deze informatievraag is afgelopen jaar een project gestart om het data management te verbeteren. Dit project zal in 2016 verder worden voortgezet. De verbeteringen van het data management zal uiteindelijk bijdragen aan een verbeterde beheersing en bewaking van het operationele risico.
Door de snel veranderende omgeving en door de hoge eisen die worden gesteld aan de dienstverlening is BinckBank continu bezig met het verbeteren van de performance van de systemen. Tijdens de implementatie van deze verbeteringen wordt ook altijd gekeken hoe het operationeel risico kan worden gereduceerd. Zo is afgelopen jaar de architectuur van de fondsendatabase aangepast. Dit is één van de centrale databases binnen de IT omgeving. Door deze aanpassingen is de stabiliteit en de performance van de systemen die gebruik maken van deze database verbeterd. In 2015 is geïnvesteerd in verdere optimalisatie van network security monitoring en userbeheer. Omdat de kwaliteit van de informatiebeveiliging begint bij de medewerkers, is dit jaar extra ingezet op de verbetering van de security awareness. Tevens heeft BinckBank meer maatregelen genomen om haar klanten tegen cybercrime te beschermen. Zo heeft BinckBank, onder andere, Twee-staps-verificatie voor klanten geïntroduceerd. Klanten dienen nu met een extra beveiliggingsstap in te loggen op hun rekening. Dit gebeurt na ontvangst van een verificatiecode per SMS. Met deze inlog methode wordt voorkomen dat wachtwoorden van de computer van
Jaarverslag 2015 // 85
In de huidige financiële markten waarin de snelheid van de informatievoorziening steeds hoger wordt is het voor de actieve online brokerage klanten steeds belangrijker snel kwalitatief goede market data te ontvangen. In dit kader heeft BinckBank in 2015 flinke stappen voorwaarts gezet en is een dedicated market data team opgericht. Dit team heeft zich het afgelopen jaar verder verdiept in de market data en content producten die beschikbaar zijn. Tevens zijn afgelopen jaar een aantal verbeteringen doorgevoerd. Door deze verbeteringen is BinckBank in staat om betere keuzes te maken voor wat betreft de toegevoegde waarde voor klanten. Om de koersvoorziening te verbeteren zijn diverse aanpassingen doorgevoerd om deze processen stabieler en sneller te maken. Er is een dashboard ontwikkeld om het gebruik van koersvoorzieningen eenvoudiger te kunnen rapporteren en monitoren. Tevens is de capaciteit van de verbinding met één van de belangrijke data leveranciers verbeterd, waardoor stabiliteit is verbeterd en de kans op uitval is verminderd.
de klant kunnen worden gestolen en er vervolgens misbruik kan worden gemaakt van rekening van klanten. In 2015 is Twee-staps-verificatie verder uitgerold over de verschillende platformen en merken van BinckBank. Daarnaast is er een nieuwe mobiele app geïntroduceerd waarmee het mogelijk wordt om met een veiliger en gebruiksvriendelijker authenticatie mechanisme te werken. Tot slot heeft BinckBank geïnvesteerd in het verbeteren van technologie, IT- capaciteit en geautomatiseerd testen van wijzigingen in de software. Het aantal software releases is verhoogd, zodat structurele veranderingen sneller kunnen worden ingevoerd. Binnen de backoffice worden alle transactieverwerkende processen van het effectenbedrijf uitgevoerd. De reconciliatie afdeling is binnen de backoffice het sluitstuk van de gehele transactieverwerking en heeft een belangrijk risico mitigerende werking. In het kader van de operational excellence strategie is het afgelopen jaar een nieuwe applicatie geïmplementeerd om de reconciliatie werkzaamheden nog efficiënter uit te kunnen voeren en eventuele knelpunten in de transactieverwerking beter te identificeren.
Beheersing en ontwikkeling van financieel rapportagerisico BinckBank onderschrijft het belang van juiste, tijdige en volledige rapportages aan de markt, overheden en toezichthouders. Op alle vlakken van externe rapportages, zowel toezichthoudersrapportages, jaarrekeningen als belastingen is de uitvraag naar informatie, datapunten en detaillering van de toelichtingen de afgelopen jaren toegenomen en dit zal de komende jaren naar verwachting nog verder toenemen. Als gevolg hiervan heeft BinckBank de afgelopen jaren de rapportagefunctie uitgebreid en versterkt met diverse specialisten. Daarnaast wordt, waar nodig voor specialistische gebieden, gebruik gemaakt van externe adviseurs die de interne specialisten ondersteunen. BinckBank heeft strenge normen opgesteld betreffende de tijdigheid en juistheid van de rapportages om tegemoet te komen aan de extern opgelegde eisen. De normen worden maandelijks gemonitord. Het toezicht op de externe financiële rapportages vindt plaats in de Accounting commissie. Door middel van deze maatregelen streeft BinckBank ernaar om op alle gebieden van rapportages de benodigde kennis toe te passen in een adequate interne controleomgeving.
Beheersing en ontwikkeling van legal- en compliance risico BinckBank heeft waarden als integriteit en betrouwbaarheid hoog in het vaandel staan en benadrukt dat via haar gedragscode, huisregels, insider trading reglement en klokkenluidersregeling. Legal- en compliance risico’s zijn een geïntegreerd onderdeel van het risicobeheersingsraamwerk.
Jaarverslag 2015 // 86
De afdeling Ethics & Compliance monitort de ontwikkeling van het legal- en compliance risico binnen de gehele organisatie. Jaarlijks wordt een compliance risicoanalyse uitgevoerd die als input dient voor het toekennen van prioriteiten en capaciteit. De risicoanalyse wordt opgesteld op basis van een terugblik op interne ontwikkelingen en incidenten, alsook een vooruitkijkende blik op o.a. geplande projecten, nieuwe wet- en regelgeving, toezichtsprioriteiten en maatschappelijke ontwikkelingen. De afdeling Ethics & Compliance is verantwoordelijk voor het doorlopend informeren van het management, het bestuur en de auditcommissie over de ontwikkeling van gesignaleerde risico’s en de mate waarin aan externe en interne vereisten wordt voldaan. In 2015 is de inrichting van de compliance functie gewijzigd om de effectiviteit en onafhankelijkheid van Ethics & Compliance Officers verder te versterken. De Ethics & Compliance Officers die in de verschillende branches werkzaam zijn rapporteren nu hiërarchisch aan het hoofd Ethics & Compliance. Tegelijkertijd behouden zij een functionele rapportagelijn aan de directeuren van de branches. Zo wordt de onafhankelijkheid van de functie optimaal geborgd. Vooruitlopend op de implementatie van de Market Abuse Regulation (MAR) heeft BinckBank in 2015 geïnvesteerd in de implementatie van een monitoring systeem voor detectie van patronen van marktmisbruik of -manipulatie in het handelsgedrag van haar klanten en medewerkers. Het gebruik van dit systeem is belegd binnen gespecia
liseerde afdelingen in zowel de first als in de second line of defence. Dit systeem stelt BinckBank in staat om nog effectiever marktmisbruik of –manipulatie tegen te gaan en verhoogt de kwaliteit van de meldingen gedaan aan de Autoriteit Financiële Markten. In 2013 en 2014 zijn de beheersmaatregelen om witwassen en terrorismefinanciering tegen te gaan verbeterd. Deze verbetering heeft geresulteerd in een bankbreed beheersingsraamwerk dat zo veel mogelijk uniform is uitgerold in de verschillende branches waarbij rekening is gehouden met lokale verschillen in wet- en regelgeving. Het jaar 2015 stond in het teken van de borging van de doorgevoerde verbeteringen. In 2014 heeft de Belgische toezichthouder FSMA een sectorbreed onderzoek gedaan naar de naleving van MiFID. BinckBank heeft in 2015 geïnvesteerd in het verbeteren van de geconstateerde tekortkomingen hetgeen geleid heeft tot het doorvoeren van verbeteringen aan de kennis- en ervaringvragenlijsten die als input dienen van de passendheidstoets. Eind 2015 zijn de verbeteringen gelanceerd in de Belgische branche. In 2016 zullen de verbeterde vragenlijsten en passendheidstoetsen in de overige branches geïmplementeerd worden. In de tweede helft van 2015 heeft BinckBank een systematische integriteitsrisicoanalyse (SIRA) op basis van richtlijnen van De Nederlandsche Bank uitgevoerd. Het doel van de SIRA is om doorlopend een geïntegreerd inzicht te hebben in de compliance- en integriteitsrisico’s die BinckBank loopt. De analyse steunt op reeds onderkende en beheerste risico’s en wordt geïntegreerd in het beheersingsraamwerk en management informatie aan het Bestuur en de auditcommissie. Naar verwachting zal de Europese regelgeving over Markets in Financial Instruments (MiFID II/MiFIR) vanaf 2018 van kracht worden. Deze regelgeving zal grote impact hebben op de financiële markten en op de dienstverlening van BinckBank. BinckBank is in 2015 gestart met een project om de vereisten van MiFID II/MiFIR tijdig te implementeren en zowel de strategische uitdagingen als kansen in kaart te brengen. Hierbij heeft BinckBank aansluiting gezocht bij de gespecialiseerde expert pools van industrieorganen zoals de Nederlandse Vereniging van Banken. BinckBank monitort de relevante ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving door middel van een zogenaamde legal radar. Dit systeem behelst een signalering, inventarisatie en impactanalyse van relevante wet- en regelgeving die in de toekomst op BinckBank van toepassing wordt en waarborgt tevens tijdige implementatie daarvan.
Productspecifieke risico’s In aanvulling op algemene risico’s identificeert BinckBank productspecifieke risico’s. Dit betreffen risico’s die onlosmakelijk verbonden zijn aan een specifiek type activiteit of product dat BinckBank levert. Voor het risicobeheer van deze activiteiten zijn additionele maatregelen getroffen om het productspecifieke risico te mitigeren. Hieronder worden deze risico’s verder toegelicht.
Alex Vermogensbeheer is een volledig geautomatiseerd en geïndividualiseerd actief beleggingsmodel dat op basis van technische analyse instructies genereert tot het aan- en verkopen van aandelen en obligatietrackers binnen de beheerde effectenportefeuilles. Het aantal mutaties en de periode gedurende welke posities worden aangehouden, kunnen fluctueren al naar gelang de marktomstandigheden en de daarbij voorkomende trends. Het Alex Vermogensbeheer model kent, in tegenstelling tot klassiek vermogensbeheer, een asymmetrisch risicomodel en past geen vaste asset mix toe. De beleggingsstrategie van Alex Vermogensbeheer is gericht op vermogensbehoud bij dalende markten en vermogensgroei bij stijgende markten. Deze strategie is uitgewerkt in een beleggingsbeleid. Dit beleid houdt op hoofdlijnen in dat bij dalende markten een deel van het vermogen dat in aandelen is aangehouden wordt verkocht, waarna obligatietrackers worden aangekocht (‘uitstappen’). Bij stijgende markten worden de obligatietrackers weer verkocht en worden aandelen gekocht (‘instappen’). Het
Jaarverslag 2015 // 87
Ontwikkelingen Alex Vermogensbeheer
beleggingsbeleid is uitgewerkt in criteria, aan de hand waarvan Alex Vermogensbeheer bepaalt wanneer wordt uitgestapt en ingestapt. Met algoritmes monitort Alex Vermogensbeheer automatisch de markten en bepaalt of aan de relevante criteria is voldaan. Het risicoprofiel van het onderdeel Alex Vermogensbeheer is anders dan die van de reguliere execution-only activiteiten van BinckBank. De mogelijke risico’s worden geïdentificeerd in relatie tot zorgplichtaspecten, operationele risico’s en reputatieschade. De richtlijnen die zien op zorgplicht zijn scherper voor vermogensbeheer dan voor execution-only dienstverlening, waardoor een extra verantwoordelijkheid ligt bij de vermogensbeheerder. BinckBank geeft hier invulling aan door, voorafgaand aan de dienstverlening, het beleggingsprofiel van de klant vast te stellen met behulp van een uitvoerige elektronische vragenlijstintake, en deze door de klant digitaal te laten goedkeuren. BinckBank vraagt vermogensbeheerklanten jaarlijks het beleggingsprofiel te actualiseren. BinckBank controleert iedere dag opnieuw of de portefeuille van de klant in lijn is met marktontwikkelingen en of deze correspondeert met het vastgestelde beleggingsprofiel en de beleggingsdoelstellingen. Indien dit opportuun is, worden automatisch transacties uitgevoerd om posities uit te breiden of te verkleinen. Dit proces is volledig geautomatiseerd. Operationele risico’s betreffen vooral een sterke afhankelijkheid van de IT-systemen, beslissingsmodellen en juistheid van gebruikte data zoals koersen, verhandelde volumes en beïnvloedende corporate actions. Het controlekader is hierop toegespitst. BinckBank voert dagelijks controles uit en toetst regelmatig of de werking van de beslissingsmodellen nog voldoet aan de criteria.
Jaarverslag 2015 // 88
De reputatie van Alex Vermogensbeheer en daarmee van BinckBank kan in het geding komen wanneer klanten het gevoel krijgen dat hun vermogen niet goed wordt beheerd. Dit gevoel ontstaat wanneer rendementen tegenvallen, maar kan ook ontstaan door onduidelijke communicatie of negatieve publiciteit. In 2014 heeft dit risico zich geopenbaard doordat gedurende 2014 een aantal koersbewegingen heeft plaatsgevonden op grond waarvan de algoritmes het verwachte signaal hebben gegeven om uit te stappen dan wel in te stappen. Deze koersbewegingen zijn in 2014 echter vrij snel gevolgd door tegenovergestelde koersbewegingen die het positieve effect van het uitstappen en instappen hebben gedempt waardoor een aantal klanten van Alex Vermogensbeheer tegenvallende rendementen hebben behaald in 2014. Als gevolg van de tegenvallende resultaten kwam Alex Vermogensbeheer eind 2014 en begin 2015 in negatieve zin in het nieuws. De Vereniging voor Effectenbezitters (VEB) gaf aan klachten te hebben ontvangen van haar leden en kondigde aan een onderzoek in te stellen naar de gang van zaken bij Alex Vermogensbeheer. Ook Vermogensmonitor kondigde aan bereid te zijn namens klanten procedures tegen BinckBank te voeren over Alex Vermogensbeheer. Mede naar aanleiding van ontvangen klachten van Alex Vermogensbeheer klanten heeft de AFM een onderzoek gedaan naar de reclame uitingen van Alex Vermogensbeheer. Op 30 oktober 2015, heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) BinckBank in kennis gesteld van het voornemen tot het opleggen van een boete voor de reclame uitingen van Alex Vermogensbeheer. De AFM is van oordeel dat in de periode van 8 september 2012 tot 26 augustus 2014 reclame uitingen voor Alex Vermogensbeheer niet duidelijke informatie bevatte. Het betreft een voornemen van de AFM. Het staat daarmee nog niet vast of een boete zal worden opgelegd. De hoogte van een eventuele boete zal in een boetebesluit van de AFM bekend worden gemaakt. Het opleggen van een boete door de AFM kan een aanzuigende werking hebben op claims van klanten.
Gedurende 2015 heeft BinckBank ca. 150 claims ontvangen van klanten die stellen schade te hebben geleden vanwege hun beleggingen via het product Alex Vermogensbeheer voor een totaalbedrag van ca. € 3,8 miljoen.
Ontwikkelingen van de Binck turbo
De inherente operationele risico’s van BinckBank vloeien hoofdzakelijk voort uit de ‘navigator’ c.q. distributierol van financiële instrumenten. Echter in aanvulling op onze distributierol worden sinds 2014 ook Binck turbo producten uitgegeven voor eigen rekening en risico van BinckBank. De Binck turbo wordt exclusief aangeboden aan de klanten van BinckBank. Inmiddels hebben veel klanten ervaring opgedaan met het product en kan worden gesteld dat het product goed is ontvangen. Sinds november 2015 is de Binck turbo ook beschikbaar voor klanten van ons bijkantoor in België. Verdere productspecifieke informatie is terug te lezen in de basisprospectus en klantdocumentatie op de turbo website (https://turbos.binck.com/informatie). Een groot deel van de operationele activiteiten voor dit product is uitbesteed aan UBS. Eén van de belangrijkste risico’s, namelijk het marktrisico, is gemitigeerd door een volledige economische indekking (hedge). Daarnaast is er een tegenpartijrisico ontstaan op UBS, dat vanaf een bepaald bedrag gemitigeerd wordt door middel van onderpand.
Jaarverslag 2015 // 89
Ten behoeve van de beheersing van het operationele risico wordt door UBS jaarlijks een ISAE 3402 verklaring afgegeven. De ISAE 3402 verklaring die BinckBank in het tweede half jaar van 2014 van UBS heeft ontvangen bevatte geen significante bevindingen. De verklaring over 2015 verwacht BinckBank in mei 2016 te ontvangen. Naast de ISAE rapportage ten aanzien van de beheersing door UBS worden ook binnen BinckBank dagelijks beheersingsmaatregelen uitgevoerd. Deze beheersingsmaatregelen hebben enerzijds betrekking op de werkzaamheden uitgevoerd door UBS en anderzijds op de werkzaamheden binnen BinckBank.
Kapitaalmanagement Inleiding De kapitaalbehoefte van BinckBank wordt bepaald aan de hand van de risicobereidheid en strategie, rekening houdend met de verwachtingen en vereisten van externe stakeholders, zoals klanten, toezichthouders en investeerders. De kapitaaltoereikendheid van BinckBank wordt continu gemonitord en afgezet tegen de risicobereidheid en strategie. Dit is onderdeel van het Internal Capital Adequacy Assessment Process (ICAAP). Het kapitaalmanagement bestaat uit de volgende hoofdactiviteiten: • Bepalen van het minimaal benodigde kapitaal. • Bepalen van de gewenste hoeveelheid kapitaal. • (Kwalitatief) beoordelen van de kapitaaltoereikendheid. • Uitvoeren van stresstesten op de kapitaaltoereikendheid. • Sturen van de kapitaaltoereikendheid naar het gewenste niveau door kapitaalacties. Bij de kwantitatieve beoordeling van de kapitaalpositie vergelijkt BinckBank het aanwezige kapitaal en de samenstelling daarvan zowel met de externe vereisten onder het huidige toezichtskader, als met de interne normen en het economisch kapitaal. BinckBank houdt hierbij ook rekening met verwachte ontwikkelingen in weten regelgeving met betrekking tot kapitalisatie. Instrumenten worden zowel ingezet om het vereiste kapitaal en daarmee samenhangende risico’s te sturen, als om het beschikbare kapitaal naar het gewenste niveau te sturen. Iedere maand worden de actuele kapitaalspositie en het benodigd kapitaal behandeld in de Asset en Liability Committee (ALCO). Op basis hiervan kan desgewenst worden bijgestuurd. Jaarlijks beoordeelt de toezichthouder de uitkomst van het ICAAP in het Supervisory Review and Evaluation Process (SREP) en gaat hierover met BinckBank in gesprek.
Ontwikkelingen regelgeving kapitaal Sinds de financiële crisis zijn verschillende maatregelen genomen om te voorkomen dat banken in de toekomst nogmaals in financiële problemen komen. Zo zijn er onder meer strengere eisen gesteld aan de omvang en de kwaliteit van het eigen vermogen dat banken moeten aanhouden en is het toezicht op banken ingrijpend gewijzigd. Vanaf 1 januari 2016 begint de infasering van de kapitaalconserveringsbuffer en de contracyclische buffer. Voor 2016 is de hoogte van de kapitaalconserveringsbuffer een vast percentage van 0,625% voor alle banken, doorgroeiend naar een percentage van 2,5% in 2019. De hoogte van de contracyclische buffer is afhankelijk van de economische groei in de landen waar BinckBank exposure heeft en wordt landenspecifiek vastgesteld door de toezichthoudende instanties. Het overgrote deel van de landen heeft de buffer vooralsnog vastgesteld op 0%.
Jaarverslag 2015 // 90
Daarnaast zijn verdere maatregelen voorgesteld voor het verbeteren van de afwikkelbaarheid van een bank wanneer deze ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch in de problemen mocht komen. Het gaat hier onder andere om voorstellen voor MREL (Minimum Requirement for own funds and Eligible Liabilities) en TLAC (Total Loss Absorbing Capacity). Bij deze voorstellen speelt ‘bail-inbaar’ vreemd vermogen een belangrijke rol. Bij een (dreigend) faillissement van een bank wordt onderscheid gemaakt tussen twee fases. Tijdens de going concern fase kan een bank de problemen nog te boven proberen te komen. Wanneer dit niet meer het geval is bevindt de bank zich in de resolutie- of afwikkelfase. In deze fase worden de verliezen genomen en wordt de bank geherkapitaliseerd. De levensvatbare delen worden voortgezet of verkocht en niet-levensvatbare delen worden ontmanteld. Het doel is om de negatieve gevolgen van een bancair faillissement voor de samenleving zo klein mogelijk te houden.
Het concept bail-in speelt bij resolutie een centrale rol. Bail-in houdt in dat de ongedekte en onverzekerde vorderingen van schuldeisers van banken kunnen worden omgezet of afgeschreven in eigen vermogen wanneer een bank in de problemen komt. Zo kunnen afwikkeling en herkapitalisatie plaatsvinden zonder inzet van publieke middelen. MREL en TLAC zijn nauw aan elkaar verwant. Beiden stellen eisen aan de hoeveelheid aan te houden eigen vermogen en voor bail-in in aanmerking komend vreemd vermogen. MREL is gericht op alle banken die actief zijn in de Europese Unie (EU) en TLAC is een eis die specifiek geldt voor mondiaal opererende systeembanken. Mondiale systeembanken die actief zijn in de EU moeten dus zowel aan MREL als aan TLAC voldoen.
MREL voor banken in de EU
De MREL-eisen zijn gericht op het vergroten van de absorptiecapaciteit en de afwikkelbaarheid van banken tijdens de gone concern fase. Banken kunnen ervoor kiezen om deze eis in te vullen met zowel eigen vermogen als met bail-inbaar vreemd vermogen. De MREL-eis is afkomstig uit de Europese ‘Bank Recovery and Resolution Directive’ (BRRD) en zal per 2016 in werking treden voor alle banken die actief zijn in de EU-lidstaten. Hierbij geldt overigens wel een infaseringsperiode van vier jaar, zodat banken tot 1 januari 2020 de tijd hebben om aan alle definitieve eisen te kunnen voldoen. De Europese Bankenautoriteit (EBA) heeft criteria voorgesteld die gelden voor bepaling van de MREL. De relevante nationale resolutieautoriteit stelt de specifieke hoogte van de MREL nog vast op basis van het risicoprofiel van individuele banken; voor BinckBank is dat De Nederlandsche Bank (DNB). Bij dit risicoprofiel speelt de mate van systeemrelevantie van een bank een belangrijke rol.
TLAC voor mondiale systeembanken
TLAC verplicht wereldwijde systeembanken om bail-inbaar vermogen aan te houden om met onverwachte verliezen om te kunnen gaan. Het doel daarvan is de kans te verkleinen dat deze financiële instellingen failliet gaan. Een faillissement zou namelijk leiden tot instabiliteit in het mondiale financiële systeem. In het verleden zagen overheden zich gedwongen om met publieke middelen ondersteuning te bieden bij de redding van dergelijke banken. De TLAC-regels zijn afkomstig van de Financial Stability Board (FSB) en vereisen, naast het volledig voldoen aan de kapitaalsvereisten van Basel III, een buffer die dermate hoog is dat deze vanaf 1 januari 2019 voldoet aan een kapitaalnorm van 16% van de risicogewogen uitzettingen (TLAC RWA minimum) en een norm van 6% voor de ongewogen kapitaalratio uit Basel III (TLAC leverage ratio exposure (LRE) minimum). Deze groeien door naar een TLAC RWA minimum van 18% en een LRE van 6,75% ingaande per 1 januari 2022. De additionele kapitaalbuffers zoals de kapitaalconserveringsbuffer en de anticyclische buffer komen hier nog bovenop.
Bancair vermogen onder MREL en TLAC
Samen met eerdere hervormingen van kapitaaleisen en toezicht maken MREL en TLAC de kans dat een bank omvalt kleiner. Met de nieuwe eisen is bovendien geregeld dat, mocht het toch nog misgaan, de afwikkelings- of herkapitalisatiekosten terechtkomen bij de investeerders en niet bij de overheid: van bail-out naar bail-in. Deze extra schokdempers zijn niet gratis want op korte termijn zal de uitgifte van bail-inbaar vreemd vermogen de kosten voor banken verhogen. Dit kan leiden tot hogere kosten voor klanten en/of additionele kostenbesparende maatregelen bij banken. Veelgebruikte kapitaalinstrumenten onder de nieuwe regels, contingent convertibles (coco’s) en achtergesteld schuldpapier, zijn een meer risicovolle belegging dan reguliere obligaties.
Jaarverslag 2015 // 91
Om aan de MREL- en TLAC-eisen te voldoen, mag een bank naast eigen vermogen ook bail-inbaar vreemd vermogen gebruiken. Dit in tegenstelling tot de kapitaaleisen van Basel III waarbij het uitsluitend gaat over eigen vermogen. Het bancaire vermogen dat zowel aan de TLAC- als aan de MREL-eisen voldoet, kan bestaan uit aanvullend Tier-1 (AT-1) kapitaal of Tier-2 kapitaal. Banken kunnen kiezen om de MREL- en TLAC-eisen in te vullen met eigen dan wel bail-inbaar vreemd vermogen. BinckBank zal vooralsnog gebruik maken van haar Tier 1-kernkapitaal. Vermoedelijk zullen banken vaak voor het bail-inbaar vreemd vermogen kiezen aangezien dit goedkoper is en er geen verwatering van het aandelenvermogen plaatsvindt. Ook is de couponrente op deze vreemd vermogensinstrumenten aftrekbaar van de belasting terwijl dat bij dividenduitkering niet het geval is.
Consequenties voor BinckBank
BinckBank is geen systeembank en wordt derhalve ook niet direct geconfronteerd met de eisen van de TLAC. BinckBank is als vergunning houdende EU bank echter wel volledig onderworpen aan de MREL. De hoogte van de MREL is bank specifiek en is gericht op de hoogte van het vermogen dat beschikbaar moet zijn wanneer een bank in resolutie terechtkomt. De invoering van de MREL blijft echter nauw verbonden met TLAC die pas in 2019 wordt ingevoerd. Er is een voorziening in de MREL die bepaalt dat het MREL kapitaal van de bank aangepast kan worden als in 2019 blijkt dat het definitieve TLAC kapitaal van de bank in 2019 wezenlijk anders is dan de inschattingen vooraf. BinckBank verwacht dat op termijn de hogere eisen van TLAC door kunnen werken bij banken die niet aan TLAC zijn onderworpen. De uiteindelijke gevolgen van dit mechanisme blijven derhalve nog onbekend en een schatting van het uiteindelijke kapitaalniveau is op dit moment niet te geven. Ondanks dat de infasering van de MREL start in januari 2016 is de hoogte voor BinckBank nog onbekend. BinckBank verwacht hier in 2016 meer duidelijkheid over te krijgen.
Overige ontwikkelingen
Banken zijn de komende jaren nog bezig met het verhogen van hun kapitaalratio’s om aan de uiteindelijke kapitaaleisen van 2019 te voldoen. Als volgende stap heeft het Bazelse Comité voorstellen gedaan om de kapitaaleisen onder de ‘Standardised Approach’ aan te passen en om een minimumvloer voor kapitaal in te voeren. Hierdoor gaan de risicowegingen van veel activa omhoog. Dit zou kunnen betekenen dat banken op den duur nog meer kapitaal aan moeten gaan houden. Daarnaast zijn er ook initiatieven voor herziening van de gestandardiseerde methodes voor operationeel risico en renterisico in het bankenboek. Omdat de voorstellen zich nog in een consultatiefase bevinden en omdat de uiteindelijke invoering van de regels via Europese regelgeving bepalend wordt voor de Europese banken, is het erg lastig om nu al in te schatten hoe groot de impact op het bankwezen zal zijn.
Beheersing en ontwikkeling van de kapitaaltoereikendheid
Jaarverslag 2015 // 92
audited
Het kapitaalmanagement van BinckBank is gericht op het handhaven van een solide solvabiliteitspositie, waarbij BinckBank streeft naar een goede balans tussen de hoeveelheid kapitaal die zij aanhoudt en de risico’s die zij loopt. Het kapitaalmanagement draagt in toenemende mate bij aan een stelselmatige analyse en verbetering van het risico en rendement van de activiteiten van BinckBank. Bij het inrichten van de kapitaalstructuur houdt BinckBank rekening met de grenzen die worden gesteld door DNB, de Wft, Europese regelgeving en de eigen interne eisen ten aanzien van kapitaaltoereikendheid.
Kapitaalstructuur
BinckBank houdt kapitaal aan ter dekking van risico’s die zij loopt uit hoofde van haar bedrijfsuitvoering. De hoeveelheid en kwaliteit van het kapitaal wordt bepaald op basis van IFRS en bepalingen zoals vastgelegd in de Capital Requirement Directive (CRD IV) en de Capital Requirement Regulation (CRR). Het eigen vermogen van BinckBank bestaat uit: gestort en geplaatst aandelenkapitaal, agioreserve, reserve reële waarde, ingehouden winsten, het resultaat van het lopende boekjaar (gecorrigeerd voor reeds uitgekeerde interim dividenden), evenals de waarde van de minderheidsbelangen. Ingekochte eigen aandelen worden in mindering gebracht op het eigen vermogen. Ter berekening van het Tier 1-kernvermogen worden prudentiële correcties toegepast voor de posten goodwill (gecorrigeerd voor belastinglatenties), immateriële activa, minder heidsbelangen, nog te bestemmen winst lopend boekjaar en reserveringen voor nog uit te keren dividend en kapitaaluitkeringen. Aanvullend wordt het vermogen gecorrigeerd voor waarderingseffecten op activa die op reële waarde in de balans zijn opgenomen. Het overzicht op de volgende pagina geeft inzicht in de opbouw van het eigen vermogen en kernvermogen per 31 december 2015.
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
31 december 2015
31 december 2014
7.100
7.100
Agioreserve
361.379
361.379
Ingekochte eigen aandelen
(4.979)
(5.570)
Reserve reële waarde
1.526
3.777
Ingehouden winsten (inclusief resultaat lopend boekjaar)
71.158
73.341
Gestort en geplaatst kapitaal
Minderheidsbelangen Totaal eigen vermogen Af: goodwill Bij: Uitgestelde belastingverplichtingen geassocieerd met goodwill
1.296
220
437.480
440.247
(144.882)
(144.882)
28.651
25.029
(45.417)
(68.353)
Af: reële waarde aanpassing
(1.167)
(1.389)
Af: minderheidsbelangen
(1.296)
(220)
Af: dividendreservering, conform normaal dividendbeleid
(17.750)
(22.010)
Af: overige immateriële activa
Af: onverdeelde resultaten gecorrigeerd voor het normale dividendbeleid Tier 1-kernkapitaal
(2.037)
(2.524)
253.582
225.898
Per 31 december 2015 beschikt BinckBank over een solide vermogenspositie. Het totaal eigen vermogen van BinckBank bedroeg eind december 2015 € 437,5 miljoen (2014: € 440,2 miljoen). Het Tier 1-kernkapitaal bedroeg aan het eind van het jaar € 253,6 miljoen (2014: € 225,9 miljoen).
Benodigd kapitaal
Banken stellen zich met hun dagelijkse activiteiten bloot aan verschillende risico’s. Risico houdt de waarschijnlijkheid in dat een bepaalde gebeurtenis tot verlies kan leiden voor een bank. Banken dienen kapitaal aan te houden om mogelijke verliezen die voortvloeien uit een zeer slecht scenario op te vangen, zodat zij, wanneer zij geconfronteerd worden met dergelijke verliezen, toch hun activiteiten kunnen voortzetten. BinckBank gebruikt de standaard methode voor het berekenen van het benodigde kapitaal voor krediet-, settlement - en operationeel risico zoals beschreven in de CRR. BinckBank hanteert een interne kapitaaleis voor het berekenen van de hoeveelheid aan te houden kapitaal. De toereikendheid van deze interne kapitaaleis wordt periodiek getoetst en kan leiden tot hogere of lagere interne kapitaalvereisten. Als interne kapitaaleis hanteert BinckBank een Total Capital Ratio (TCR) Pilaar I van minimaal 15% en een leverage ratio van tenminste 3,5%. Eind 2015 had BinckBank € 50,6 miljoen benodigd kapitaal, dit betreft 8% van de risicogewogen vorderingen. Dit is een stijging van 4% ten opzichte van december 2014 (€ 48,7 miljoen). De stijging is voornamelijk veroorzaakt door een toename van het kredietrisico. CRD IV/CRR biedt richtlijnen voor de berekening van het Pilaar I kapitaal dat een bank volgens de toezichthouders minimaal moet aanhouden voor krediet-, markt- en operationeel risico. CRD IV/CRR kent verschillende benaderingen voor de implementatie van de eisen onder Pilaar I ten aanzien van krediet-, markt- en operationeel risico. BinckBank past de standaard methode toe voor het berekenen van het krediet-, markt- , afwikkelings- en operationeel risico.
Jaarverslag 2015 // 93
audited
Berekening kapitaaltoereikendheid (Basel III)
audited
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
EAD
CRR RWA 2015
8% Pilaar I kapitaaleis
2015
2014
2014
2015
2014
Vorderingen op centrale overheden en centrale banken
385.613
267.479
1.945
1.565
156
125
Vorderingen op regionale en lokale overheden
601.093
770.573
-
-
-
-
17.473
21.873
-
-
-
-
Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
736.958
593.546
231.083
209.829
18.487
16.786
Vorderingen op ondernemingen
339.673
242.439
25
663
2
53
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
672.682
582.984
1.002
365
80
29
42
44
42
44
3
4
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties
556.036
611.758
55.604
61.176
4.448
4.894
Vorderingen op instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn
126.306
187.363
25.046
21.518
2.004
1.721
6.759
3.151
10.833
14.108
867
1.129
71.476
65.119
60.760
61.660
4.861
4.933
3.514.110
3.346.329
386.339
370.928
30.907
29.674
-
-
-
-
Kredietrisico
Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken
Achterstallige posten
Blootstelling in aandelen Overige vorderingen Totaal kredietrisico gestandaardiseerde methode Marktrisico Settlementrisico
72
250
6
20
Operationeel risico (gestandardiseerd)
244.252
237.925
19.540
19.034
Totaal overige risico's
244.324
238.175
19.546
19.054
Totaal risico's
630.663
609.103
50.453
48.728
In de categorieën zijn bij BinckBank de volgende typen exposures opgenomen: • Vorderingen op centrale overheden en centrale banken • beleggingen in obligaties uitgegeven c.q. gegarandeerd door centrale overheden; • de bij centrale banken en de Europese Centrale Bank (ECB) aangehouden liquiditeiten en monetaire kasreserves; • latente belastingvorderingen.
Jaarverslag 2015 // 94
• Vorderingen op regionale en lokale overheden • beleggingen in obligaties uitgegeven c.q. gegarandeerd door regionale overheden; • kortlopende leningen aan regionale overheden. • Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken • beleggingen in obligaties uitgegeven c.q. gegarandeerd door multilaterale ontwikkelingsbanken. • Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen • beleggingen in obligaties uitgegeven c.q. gegarandeerd door senior financials met een weging van 20 - 50%; • kasmiddelen aangehouden met een weging 20 - 150%; • vorderingen uit hoofde van de DGS inzake DSB.
• Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties • beleggingen in gedekte obligaties welke voldoen aan artikel 129 CRR. Aan deze vorderingen wordt een verlaagde risicoweging toegekend. •
Vorderingen op instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn • nog af te wikkelen effectentransacties; • kasmiddelen aangehouden met een weging 20 - 150%; • kredieten aan particulieren toegekend op onderpand van bankgaranties.
Marktrisico
Voor BinckBank bestaat marktrisico in Pilaar I uit valutarisico. Valutarisico is het risico van schommelingen in de waarde van in vreemde valuta luidende posten als gevolg van mutaties in valutakoersen. Het beleid van BinckBank is om geen actieve handelsposities in vreemde valuta in te nemen. Valutaposities kunnen daarom alleen ontstaan uit hoofde van het faciliteren van door klanten uitgevoerde transacties. Het beleid is om valutaposities die voortvloeien uit operationele activiteiten dezelfde dag nog in te dekken. Hierdoor leiden valutaposities niet tot risicogewogen activa.
Settlement risico
Settlement risico leidt wel tot risicogewogen vorderingen wanneer een effectentransactie niet tijdig wordt afgewikkeld, en afwikkelen gaat leiden tot een verlies voor BinckBank. De hoogte van de risicogewogen vordering is afhankelijk van het verschil tussen de marktprijs en de afgesproken settlement prijs en van het aantal dagen dat de settlement datum is overschreden.
Operationeel risico
Voor de berekeningen van het operationeel risico onder Pilaar I hanteert BinckBank de standaard methode (SA). Onder de SA worden de operationele baten van de voorgaande drie boekjaren ingedeeld in verschillende ‘business lines’. Het gemiddelde van de operationele baten per business line vermenigvuldigd met de riscoweging van de business line is de risicogewogen vordering voor operationeel risico.
Jaarverslag 2015 // 95
audited
• Vorderingen op ondernemingen en particulieren en kleine partijen volgen uit effectenkredieten, derivatenposities en verstrekte garanties. De risicoweging voor deze partijen heeft een lagere kapitaaleis door toepassing van kredietrisicomitigatie als gevolg van onderliggende zekerheden.
audited
Kapitaal Ratio’s (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
2015
2014
CRD IV Tier 1-kernkapitaal
253.582
225.898
Tier-1 kapitaal
253.582
225.898
Totaal kapitaal
253.582
225.898
630.663
609.103
3.560.357
3.390.085
Risicogewogen posten Risico exposure gedefinieerd door de CRR Tier 1-kernkapitaalratio
40,2%
37,1%
Tier-1 ratio
40,2%
37,1%
Totaal kapitaalratio
40,2%
37,1%
7,1%
6,7%
Leverage ratio
Ultimo 2015 bedraagt de Tier 1-kernkapitaal ratio 40,2% op prudentieel niveau. Als gevolg van het ontbreken van aanvullend Tier 1- en Tier 2-kapitaal is de Tier 1-ratio en de Totaal kapitaalratio eveneens 40,2%. De leverage ratio is gedefinieerd als Tier 1-kernkapitaal gedeeld door on- en off-balance-posten volgens CRD IV. Tot 2017 wordt de leverage ratio door de toezichthouders gemonitord en verder verfijnd voordat het een bindende maatregel wordt. De leverage ratio bedroeg per 31 december 2015 7,1%.
Kapitaaltoereikendheid en stresstesten
Jaarverslag 2015 // 96
De robuustheid van de kapitalisatie wordt door middel van stresstesten op de proef gesteld. BinckBank voert periodiek stresstesten uit om inzicht te krijgen in de omvang van risico’s bij extreme gebeurtenissen op een verandering van één of enkele parameters. Het uitvoeren van stresstesten is een integraal onderdeel van het risicomanagement en is als zodanig verplicht gesteld op grond van de CRD IV/CRR. Het doel van een stresstest is om risico’s bij extreme gebeurtenissen uit te drukken in financiële schade. De kans en impact hiervan zal in relatie tot de risicobereidheid leiden tot een afweging van geaccepteerde risico’s en maatregelen om het risico te mitigeren dan wel de beslissing om meer kapitaal aan te houden. Binnen het ICAAP worden stresstesten op het aanwezig Tier I kern-kapitaal vereist met hierin alle type risico’s waaraan de bank blootstaat. Wanneer de uitkomst van een extreem doch enigszins waarschijnlijk stress-scenario leidt tot een TCR Pilaar I lager dan 15% of een leverage ratio lager dan 3,5%, dan voldoet BinckBank niet meer aan haar eigen minimale interne kapitaalnorm. In dat geval zal BinckBank adequaat actie moeten ondernemen door hetzij het treffen van mitigerende maatregelen als beleidswijzigingen of verzekeren, hetzij door het risicoprofiel van haar bestaande activiteiten te verlagen.
De stresstesten van BinckBank hebben betrekking op de volgende balansposten: Business Line Stresstest kredietrisico beleggings portefeuille
Stresstest renterisico
Stresstest liquiditeitsrisico
Stresstest businessrisico
klanten portefeuille
Activa Kasmiddelen
X
X
X
X
Bankiers
X
X
X
X
Leningen en vorderingen Obligaties en andere vastrentende waardepapieren
X X
Derivatenposities voor rekening en risico cliënten
X X
X X
X
X X
Passiva Toevertrouwde middelen
X
X
X
X
Herwaarderingsreserve
X
X
X
X
Derivatenposities voor rekening en risico cliënten
X
X
De financiële impact als gevolg van stresstesten wordt gedefinieerd als de directe negatieve impact op het kernvermogen van BinckBank. Per individuele stresstest is de verwachte financiële impact berekend en het effect daarvan op de kapitaaltoereikendheid uitgedrukt in de Pilaar I kapitaalratio en de leverage ratio. Indien sprake is van een mutatie in het benodigd kapitaal als gevolg van het ondergaan van een stresstest, dan komt dit tot uitdrukking in een tweede ronde-effect. Hierdoor wordt duidelijk wat de uiteindelijke impact van een stresstest is nadat alle factoren zijn doorgerekend.
Uitkomsten recente stresstesten en maximale stress-scenario
Jaarverslag 2015 // 97
Voor het berekenen van het maximale stress-scenario is het belangrijk te onderkennen dat er een verschil is tussen stress-scenario’s en stresstesten. Een stresstest is een enkelvoudige toets op één gebeurtenis en daarmee een verandering in één enkele parameter. Een stress-scenario is een verzameling van stresstesten welke gezamenlijk een scenario vormen. Het maximaal stress-scenario is gebaseerd op een set van extreme gebeurtenissen die kunnen leiden tot financiële schade voor BinckBank. Per risicocategorie zijn verschillende stresstesten ontwikkeld om het management inzicht te geven in de omvang van het risico bij extreme maar realistische situaties. De afzonderlijke stresstesten zijn niet complementair, immers niet alle gebeurtenissen kunnen gelijktijdig samenvallen, zodat hieruit een stress-scenario per risicocategorie is samengesteld. De verschillende uitkomsten van de stress-scenario’s per risicocategorie worden samengevoegd tot één maximaal stress-scenario voor het toetsen van de kapitaaltoereikendheid. In de figuur op de volgende pagina wordt de omvang van het maximaal gecombineerde scenario uiteengezet over de verschillende risicocategorieën.
Impact stress-scenario’s per risicocategorie x € 1.000 70.000
Daling kernvermogen
60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0
Kredietrisico
Renterisico
Operationeel risico
Liquiditeitsrisico
Businessrisico
Maximaal gecombineerd scenario
Het zwaarste stress-scenario dat BinckBank ten behoeve van haar kapitaalmanagement doorrekent, het maximaal gecombineerd stress-scenario, staat hier nader uitgewerkt. Het scenario houdt rekening met de volgende veronderstellingen: toenemende onzekerheid over kredietwaardigheid van Europese landen leidt tot een verlaging met twee kredietstappen door gerenommeerde ratingbureaus voor de obligaties die BinckBank in haar beleggingsportefeuille houdt. De rente stijgt als gevolg van onzekerheid over inflatie met 200 basispunten en de beurzen komen hierdoor onder druk te staan waardoor plotseling een extreme daling plaatsvindt. Door een systeemuitval op een drukke handelsdag is het vertrouwen in BinckBank geschaad. De concurrentie doet hiermee haar voordeel en zet de aanval in. Hierdoor wordt 50% van de toevertrouwde middelen die niet gedekt zijn door het depositogarantiestelsel en 25% van de toevertrouwde middelen die gedekt zijn door het depositogarantiestelsel direct onttrokken. BinckBank zal een gedeelte van haar beleggingsportefeuille met verlies dienen te verkopen. Daarnaast zullen zeer actieve klanten hun rekening sluiten en zowel de provisie inkomsten als de rentemarges onder druk komen te staan.
Jaarverslag 2015 // 98
Het kapitaalverlies onder het maximaal gecombineerd stress-scenario bedraagt € 62,0 miljoen per 31 december 2015 waardoor de hoeveelheid aanwezig (kern)vermogen terugvalt naar € 191,6 miljoen. Het opgetreden tweede ronde-effect laat zien dat de effecten van het stress-scenario invloed hebben op het benodigd kapitaal. Zo zal als gevolg van de gedwongen liquidatie van een deel van de beleggingsportefeuille het kapitaalbeslag voor het kredietrisico wijzigen. Het kredietrisico neemt allereerst toe als gevolg van de verlaging van de kredietwaardigheid met twee kredietstappen, daarna neemt het af als gevolg van gedwongen liquidatie van een deel van de beleggingsportefeuille. Deze twee effecten hebben een tegengestelde werking met als gevolg dat de totaal risicogewogen vordering onder Pilaar I voor kredietrisico daalt van 386.339 naar 184.277. De tabel op de volgende pagina toont de ontwikkeling van de kapitaaltoereikendheid nadat het zwaarste stress-scenario daadwerkelijk heeft plaatsgevonden met bijbehorende tweede ronde-effecten.
Kapitaalpositie bij maximale stress 31 december 2015
Maximale gecombineerde stress
Impact
Totaal aanwezig vermogen (A) - Tier 1
253.582
191.617
-24%
Kredietrisico - Pilaar I
386.339
184.277
-52%
72
72
0%
Operationeel risico
244.252
244.252
0%
Totaal risicogewogen vorderingen (B) - Pilaar I
630.663
428.601
-32%
40,2%
44,7%
7,1%
7,3%
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Marktrisico
Kapitaalratio Pilaar I (=A/B) Leverage Ratio
Jaarverslag 2015 // 99
Op basis van het tweede ronde-effect stelt BinckBank vast dat het kapitaal ook toereikend is onder het maximaal gecombineerde stress-scenario. De TCR Pilaar I kapitaalratio stijgt naar 44,7% en de leverage ratio stijgt naar 7,3% waardoor geen aanvullende of mitigerende maatregelen nodig zijn. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de kapitaalpositie ook onder het maximaal gecombineerde stress-scenario nog steeds toereikend is en aan de eigen interne norm van minimaal 15% onder TCR Pilaar I en van 3,5% voor de leverage ratio voldoet.
Liquiditeitsmanagement Inleiding In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan het liquiditeitsmanagement binnen BinckBank. Het liquiditeitsrisico is het risico dat BinckBank niet in staat zal zijn om aan haar betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. BinckBank hanteert een prudent liquiditeitsrisicobeleid dat er op gericht is om te allen tijde te kunnen voldoen aan de vraag van klanten naar hun liquide middelen. Er hebben zich geen materiële liquiditeitsincidenten voorgedaan in het verslagjaar 2015 en er zijn geen redenen geweest om het liquiditeitsbeleid aan te passen.
Liquiditeitsprofiel BinckBank BinckBank is een online bank voor beleggers. Met haar dienstverlening richt BinckBank zich op de verwerking van door klanten opgegeven effectentransacties, het aanbieden van een spaarproduct en vermogensbeheerdiensten. Klanten die een rekening bij BinckBank aanhouden zijn meestal niet voor 100% van hun vermogen belegd, maar houden een gedeelte van hun vermogen in liquide middelen aan op hun beleggings- of spaarrekening. Het niet belegde deel van hun vermogen komt tot uiting in de post ‘toevertrouwde middelen’ op de balans. BinckBank verstrekt kredieten op basis van onderpand van effecten (effectenkredieten) en zet het restant van de toevertrouwde middelen uit in een beleggingsportefeuille. Doordat historisch gezien het saldo van de toevertrouwde klantgelden dat van de verstrekte effectenkredieten (ver) overstijgt, heeft BinckBank een ‘natuurlijk’ liquiditeitsoverschot en is er geen noodzaak om overige (langlopende) financieringen aan te trekken. Klanten van BinckBank kunnen te allen tijde hun tegoeden die zij aanhouden opnemen. BinckBank biedt haar klanten geen deposito’s aan waarmee voor langere periode liquiditeiten worden vastgezet. Doordat de effectentransacties binnen twee werkdagen na de transactiedatum worden afgerekend, kan BinckBank de liquiditeitspositie voor twee dagen beramen. Dit maakt dat het liquiditeitsbeleid sterk gericht is op de beheersbaarheid van liquiditeit op de korte termijn.
Daarnaast wordt beschikbare funding (klantgelden) gebruikt voor de financiering van: 3. Leningen en vorderingen: een deel van de klantgelden wordt gebruikt om de door BinckBank verstrekte kredieten op basis van onderpand van effecten te financieren. 4. Financiering van settlement en operationele activiteiten. De handelsactiviteiten van haar klanten brengt met zich mee dat BinckBank bij verschillende brokers/custodians liquide middelen of obligaties aan dient te houden ter dekking van settlement en marginverplichtingen.
Jaarverslag 2015 // 101
Het liquiditeitsoverschot van BinckBank komt op de balans tot uiting in twee verschillende type activa: 1. Kasmiddelen en Bankiers: 5% tot 10% van de toevertrouwde middelen (excl. kasreserve verplichtingen) wordt in liquide middelen aangehouden bij derde banken om de dagelijkse activiteiten van BinckBank te financieren. BinckBank kan per direct over deze middelen beschikken. Daarnaast kan BinckBank liquide middelen uitzetten op de geldmarkt voor een periode van maximaal één maand. Hiervoor zijn limieten per tegenpartij vastgesteld. 2. Financiële activa: het grootste gedeelte van het liquiditeitsoverschot wordt geïnvesteerd in de eigen beleggingsportefeuille. BinckBank belegt voornamelijk in liquide en kredietwaardige obligaties met een maximaal resterende looptijd van drie-en-een-half jaar.
Reële waarde van de financiële activa en passiva op basis van hun verwachte resterende looptijd Posten met een vervaldatum binnen een week worden als direct opeisbaar opgenomen. In de tabel worden de toevertrouwde middelen als direct opeisbaar aangemerkt. In de praktijk wordt aan deze producten een langere gedragstypische looptijd toegekend. De posities per einde jaar zijn representatief voor de standen gedurende het jaar. Aanvullend worden de beleningsfaciliteiten en liquidatiemogelijkheden van de rentedragende waardepapieren getoond. Dit zijn vastrentende effecten welke kunnen worden verhandeld in een actieve markt dan wel als onderpand kunnen worden gebruikt voor belening bij DNB. Looptijdenoverzicht per 31 december 2015 (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Direct > 3 maanden opeisbaar < 3 maanden < 1 jaar
> 1 jaar < 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
Activa Kasmiddelen
178.365
-
-
-
-
178.365
Bankiers
174.167
-
-
-
4.077
178.244
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
-
159
-
-
12.138
12.297
Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
-
15.405
-
-
-
15.405
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
-
180.622
494.834
491.665
-
1.167.121
Financiële activa aangehouden tot einde looptijd
-
20.042
107.308
686.134
-
813.484
Leningen en vorderingen
502.006
-
-
-
-
502.006
854.538
216.228
602.142
1.177.799
16.215
2.866.922
-
9
729
1.566
2.304
854.538
216.228
602.151
1.178.528
17.781
2.869.226
23.582
-
-
-
-
23.582
Financiële passiva aangehouden voor handelsdoeleinden
-
142
-
-
12.144
12.286
Financiële passiva aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
-
46
-
-
-
46
2.589.714
-
-
-
-
2.589.714
2.613.296
188
-
-
12.144
2.625.628
(1.758.758)
216.040
602.151
1.178.528
5.637
243.598
1.980.605
(200.664)
(602.142)
(1.177.799)
-
-
221.847
15.376
9
729
5.637
243.598
Verstrekte garanties
Passiva Bankiers
Toevertrouwde middelen Liquiditeits surplus / tekort op basis van contractuele looptijden
Jaarverslag 2015 // 102
Krediet-, beleningsfaciliteiten en liquidatiemogelijkheden Liquiditeits surplus / tekort rekening houdend met krediet-, beleningsfaciliteiten en liquidatiemogelijkheden
Looptijdenoverzicht per 31 december 2014 (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Direct > 3 maanden opeisbaar < 3 maanden < 1 jaar
> 1 jaar < 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
Activa Kasmiddelen
72.427
-
-
-
-
72.427
152.690
-
-
-
3.323
156.013
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
-
8.209
-
-
-
8.209
Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
-
15.942
-
-
-
15.942
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
-
190.612
346.911
851.623
Financiële activa aangehouden tot einde looptijd
-
-
-
545.108
Bankiers
Leningen en vorderingen
-
1.389.146 545.108
498.908
-
-
-
-
498.908
724.025
214.763
346.911
1.396.731
3.323
2.685.753
-
9
729
1.566
2.304
724.025
214.763
346.920
1.397.460
4.889
2.688.057
25.587
-
-
-
-
25.587
Financiële passiva aangehouden voor handelsdoeleinden
-
177
-
-
8.113
8.290
Financiële passiva aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
-
139
-
-
-
139
2.545.420
-
-
-
-
2.545.420
2.571.007
316
-
-
8.113
2.579.436
(1.846.982)
214.447
346.920
1.397.460
(3.224)
108.621
1.934.254
(190.612)
(346.911)
(1.396.731)
-
-
87.272
23.835
9
729
(3.224)
108.621
Verstrekte garanties
Toevertrouwde middelen Liquiditeits surplus / tekort op basis van contractuele looptijden Krediet-, beleningsfaciliteiten en liquidatiemogelijkheden Liquiditeits surplus / tekort rekening houdend met krediet-, beleningsfaciliteiten en liquidatiemogelijkheden
Het beleggingsbeleid van BinckBank is erop gericht dat er op ieder moment kan worden voldaan aan de uitstroom van toevertrouwde middelen. De toevertrouwde middelen zijn te allen tijde opeisbaar, een groot deel van de activa van BinckBank zijn belegd in vastrentende waarden met een langere looptijd. Om het liquiditeitsrisico te beheersen heeft BinckBank het grootste deel van de beleggingsportefeuille belegd in overheids (gegarandeerde) obligaties en 91% van de beleggingsportefeuille is beleenbaar bij de Europese Centrale Bank. Deze stukken zijn zeer liquide en kunnen daardoor snel omgezet worden in kasmiddelen door gebruik te maken van beleningsfaciliteiten en liquidatiemogelijkheden. Hierdoor is BinckBank in staat om ervoor te zorgen dat er voldoende liquiditeit beschikbaar is wanneer klanten de door hen toevertrouwde middelen massaal zouden opeisen of wanneer deze toevertrouwde middelen collectief worden ingezet om te beleggen, behoudens dat er voldoende financiering overblijft voor effectenkrediet. De hoge mate van beleenbaarheid en het hoge percentage aan overheids (gegarandeerde) obligaties uit zich in een Liquidity Coverage Ratio (LCR) en een Net Stable Funding Ratio (NSFR) boven de norm van 100%. Een LCR groter dan 100% toont aan dat BinckBank voldoende hoogwaardige liquiditeit heeft om een heftige periode van 30 dagen stress te doorstaan. De LCR wordt berekend door de buffer hoogwaardige liquide activa te delen door te verwachten netto-uitstroom tijdens 30 dagen stress. De NSFR wordt berekend door de aanwezige stabiele financiering te delen door de benodigde
Jaarverslag 2015 // 103
Passiva Bankiers
stabiele financiering. Aanwezige stabiele financiering bestaat voornamelijk uit toevertrouwde middelen en eigen vermogen. De benodigde stabiele financiering bestaat voornamelijk uit de beleggingsportefeuille. Bij een hogere liquiditeit van de beleggingsportefeuille is er minder behoefte aan stabiele financiering omdat de stukken te allen tijde beleend of geliquideerd kunnen worden. Een NSFR groter dan 100% toont aan dat BinckBank voldoende stabiele financiering heeft om een stressperiode van één jaar te doorstaan. Samenstelling liquiditeitsbuffer
31 december 2015
31 december 2014
205.527
97.970
Liquide middelen en saldi centrale banken Overheids obligaties Overheids gegarandeerde obligaties Supranationale obligaties Gedekte obligaties Overige
594.030
627.855
170.285
155.980
17.425
21.820
550.691
602.653
648.175
525.946
2.186.133
2.032.224
% beleenbaar
91%
93%
% EUR
91%
93%
% USD
9%
7%
LCR
>100%
>100%
NSFR
>100%
>100%
Totaal
Beheersing en ontwikkeling van het liquiditeitsrisico
Jaarverslag 2015 // 104
audited
De risicobereidheid van BinckBank ten aanzien van liquiditeit is terug te zien in de hoge liquiditeit van haar balans. BinckBank heeft geen externe financieringsbehoefte en ziet de toevertrouwde middelen als een stabiele bron van financiering. Om te voorkomen dat BinckBank geconfronteerd wordt met een liquiditeitstekort heeft BinckBank diverse beheersmaatregelen getroffen. De belangrijkste beheersmaatregelen zijn:
Organisatorisch
Het bestuur van BinckBank bepaalt jaarlijks de risicobereidheid ten aanzien van het liquiditeitsrisico. De risico bereidheid ten aanzien van liquiditeit is door het bestuur vastgesteld op ‘zeer laag’ (1 op een schaal van 1 tot 5). De zeer lage risicobereidheid van het bestuur ten aanzien van het liquiditeitsrisico is gebaseerd op: a. De liquiditeitskarakteristieken van het businessmodel, zijnde hoofdzakelijk het uitvoeren van effectentransacties en de omvang van de direct opvraagbare toevertrouwde middelen; b. Het feit dat het niet tijdig kunnen voldoen aan verplichtingen richting klanten of derden een negatief signaal is dat het vertrouwen in BinckBank ernstig kan aantasten en daarmee een bedreiging kan vormen voor de continuïteit van BinckBank; en c. BinckBank dient te voorkomen dat ze haar activa zou moeten verkopen tegen ongunstige marktprijzen en daarmee verliezen lijdt. De risicobereidheid van BinckBank ten aanzien van liquiditeitsrisico is terug te zien in de hoge liquiditeit van haar balans. BinckBank heeft geen externe financieringsbehoefte en zet een groot deel van haar liquiditeitsoverschot uit in liquide activa. BinckBank financiert haar activa met de toevertrouwde middelen van klanten. BinckBank ziet de toevertrouwde middelen als een stabiele bron van financiering. De risicobereidheid ten aanzien van liquiditeit werkt ook sterk door in het beleid dat BinckBank heeft opgesteld voor de beleggingsportefeuille. Beleggingen dienen van hoge kredietwaardigheid, liquide en direct beleenbaar te zijn bij de centrale bank en/of andere banken. Er zijn duidelijke mandaten ten aanzien van beheer van kasmiddelen, geldmarktuitzettingen en beheer van de beleggingsportefeuille. De kaders waarbinnen beleggingen door de afdeling Treasury & ALM mogen plaatsvinden zijn vastgesteld door de ALCO en vastgelegd in mandaten. De afdeling Risico management ziet
Het aantal functionarissen dat zich binnen BinckBank bezighoudt met het liquiditeitsmanagement is relatief klein en van een senior niveau. Er zijn korte communicatielijnen waardoor beslissingen zeer snel genomen kunnen worden. De belangrijkste betrokken functionarissen zijn: CFRO, manager Risico management, manager Treasury & ALM, Cash manager en de Group controller. De betrokken senior functionarissen hebben gedegen kennis van de liquiditeitskenmerken van het businessmodel van BinckBank, de liquiditeitsdrivers en de liquiditeitsaspecten van de aanwezige activa en passiva.
Intraday bewaking
Uitgaand betalingsverkeer wordt continu gemonitord. De afdeling Treasury & ALM rapporteert dagelijks de stand van in- en uitgaand betalingsverkeer richting hoger management. In geval van stress kan betalingsverkeer op uurbasis worden gemonitord. De afdeling Treasury & ALM ontvangt viermaal per dag overzichten met de gedane transacties voor klanten, op basis waarvan de liquiditeitsprognose wordt bijgestuurd. Dagelijks wordt de liquiditeitspositie bepaald en wordt een projectie gemaakt voor de komende drie dagen (T+3). Deze projectie wordt getoetst aan de interne liquiditeitsdoelstelling. Liquiditeitsrapportages worden verstuurd aan het bestuur en aan de leden van de ALCO. Treasury & ALM bewaakt de in- en uitstroom van liquiditeiten. In het geval van grote liquiditeitsuitstroom wordt geëscaleerd naar het bestuur (CFRO) en wordt er actie ondernomen.
Lange termijn bewaking
De verstrekking van effectenkrediet gebeurt onder de voorwaarde dat BinckBank te allen tijde eenzijdig het dekkingspercentage van het onderpand aan kan passen en daarmee het kredietgebruik terug kan brengen.
Early warning indicators en escalatieprocedures
Er zijn duidelijke escalatieprocedures wanneer de ondergrens van de interne liquiditeitsdoelstelling overschreden dreigt te worden. Escalatie vindt plaats conform het zogenaamde stoplichtenmodel. Het stoplichtenmodel bestaat uit een stelsel van waarschuwingssignalen welke leiden tot een verhoogde waakzaamheid ten aanzien van de liquiditeitspositie. Indien er geen overschrijdingen zijn van de escalatiecriteria, is er sprake van code groen, welke kan overgaan naar code geel, oranje en uiteindelijk code rood. Dit laatste zal het geval zijn bij slechte berichtgeving over de reputatie van BinckBank en/of grote liquiditeitsuitstroom gecombineerd met een beperkt saldo aan liquide middelen.
Stresstesten en Contingency Funding BinckBank voert periodiek diverse liquiditeitsstresstesten uit waarbij getoetst wordt of BinckBank nog steeds aan haar interne liquiditeitsdoelstelling voldoet. De liquiditeitsstresstesten zijn gebaseerd op diverse looptijden, hiervoor worden de LCR, NSFR en de hoeveelheid cash ten opzichte van toevertrouwde middelen als ratio gebruikt. De interne norm voor de hoeveelheid cash ten opzichte van toevertrouwde middelen is tussen de 5,0% en 10,0%, BinckBank streeft naar een ratio van 7,5%. Gedurende 2015 is BinckBank altijd boven de 7,5% gebleven. Per 31 december 2015 bedroeg deze ratio 11,2% (2014: 13,1%). Gedurende 2015 zijn de LCR en NSFR te allen tijde boven de 100% gebleven. De liquiditeitsstresstesten maken gebruik van diverse alternatieve bronnen van liquiditeit (Contingency Funding). Deze bronnen zijn: • Repo-overeenkomsten; • Multi currency kredietfaciliteit (met effectenonderpand); • Liquidatie van de beleggingsportefeuille; • Reserveverplichting Europese Centrale Bank; en • Marginale beleningsfaciliteit DNB.
Jaarverslag 2015 // 105
audited
erop toe dat er geen mandaten worden overschreden. De liquiditeitswaarde van de activa wordt bewaakt aan de hand van vastgestelde criteria. De titels uit de beleggingsportefeuille en de criteria voor liquiditeitswaarde van de activa worden maandelijks besproken in de ALCO.
Jaarverslag 2015 // 106
Bestuurdersverklaring
In Control Statement In het hoofdstuk Risicobeheer op pagina 58 tot en met 105 van het jaarverslag hebben wij een gedetailleerde beschrijving gegeven van onze risico’s en van ons risicobeheersingskader alsmede van de verantwoordelijkheden van het bestuur. In overeenstemming met de best practice bepalingen zoals bedoeld in de Corporate Governance Code en met inachtneming van de hierna genoemde beperkingen bevestigen wij dat onze risicobeheersings- en controle systemen een redelijke mate van zekerheid verschaffen en dat wij op de hoogte zijn: a. van de mate waarin strategische en operationele doelstellingen van BinckBank worden gerealiseerd; b. dat BinckBank zich houdt aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving; en c. dat onze financiële verslaggeving geen materiële onjuistheden bevat. Onze interne risicobeheersings- en controlesystemen kunnen echter niet de absolute zekerheid bieden dat de strategische en financiële doelstellingen zonder meer worden bereikt en dat de wet- en regelgeving altijd wordt nageleefd. Ook zullen risicobeheersings- en controlesystemen niet alle menselijke (beoordelings)fouten en vergissingen kunnen voorkomen. Daarnaast zijn deze systemen niet bestand tegen situaties waarin werknemers samenspannen en waarbij integriteit en betrouwbaarheid van werknemers niet gewaarborgd kan worden. Inherent aan ondernemerschap worden bij het aanvaarden van risico’s en het treffen van beheersingsmaatregelen steeds kosten/baten afwegingen gemaakt. Wij blijven continu streven naar verdere verbetering en optimalisatie van onze interne risicobeheersings- en controleprocedures. Zonder afbreuk te doen aan onze verklaring willen wij wijzen op de zwaktes en bedreigingen zoals uiteengezet in de SWOT-analyse op pagina 28 van het jaarverslag.
Verklaring van het bestuur In overeenstemming met artikel 5:25c van de Wet op het financieel toezicht verklaren wij naar ons beste weten: 1. dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de activa, de passiva, de financiële positie en de winst van BinckBank N.V. en de gezamenlijk in consolidatie opgenomen ondernemingen; en 2. dat het jaarverslag een getrouw beeld geeft omtrent de toestand op 31 december 2015, de gang van zaken gedurende het boekjaar van BinckBank N.V. en van de met haar verbonden ondernemingen waarvan de gegevens in de jaarrekening van BinckBank N.V. zijn opgenomen en dat in het jaarverslag de wezenlijke risico’s waarmee BinckBank N.V. wordt geconfronteerd zijn beschreven. Amsterdam, 10 maart 2016
Jaarverslag 2015 // 107
Het bestuur Vincent Germyns, bestuursvoorzitter Evert-Jan Kooistra, bestuurslid (CFRO) Steven Clausing, bestuurslid (COO)
Jaarverslag 2015 // 108
Corporate Governance
Jaarverslag 2015 // 109
Inleiding BinckBank is een beursgenoteerde naamloze vennootschap naar Nederlands recht. Het bestuur is verantwoordelijk voor het besturen van de vennootschap. De Raad van Commissarissen houdt toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. De Raad van Commissarissen adviseert het bestuur bij de uitoefening van haar taak. Het bestuur en de Raad van Commissarissen leggen verantwoording af aan de Algemene Vergadering van de vennootschap. Het bestuur en de Raad van Commissarissen van BinckBank zijn samen verantwoordelijk voor de corporate governance structuur van BinckBank. Een goede corporate governance is een voorwaarde voor het efficiënt en effectief realiseren van gestelde doelen, zorgt voor een adequate beheersing van risico’s en voor een weloverwogen afweging van de belangen van alle stakeholders van BinckBank zoals aandeelhouders, werknemers en klanten. BinckBank past in dit kader zowel de principes van het ‘Toekomstgericht Bankieren’ en de Nederlandse Corporate Governance Code toe.
Toekomstgericht Bankieren Eind 2014 heeft de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) een pakket ‘Toekomstgericht Bankieren’ gepresenteerd. Hierin geven de gezamenlijke banken aan hoe zij dienstbaar en duurzaam willen bankieren. Het pakket bestaat uit drie onderdelen: 1. Een maatschappelijk statuut waarin de rol van banken in de samenleving en de gedeelde waarden van de sector worden beschreven. 2. Een nieuwe Code Banken die goed bestuur binnen iedere bank borgt en waarin principes voor integere en beheerste bedrijfsvoering en principes over goed risicobeleid en de inrichting van de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen zijn vastgelegd. 3. Gedragsregels voor individuele medewerkers (waar staan zij voor en waarop zijn ze aanspreekbaar).
Jaarverslag 2015 // 110
Maatschappelijk Statuut De samenleving dient te kunnen rekenen op een stabiele, dienstbare en betrouwbare bancaire sector die producten en diensten levert die aansluiten bij de vaak uiteenlopende wensen van consumenten, bedrijven, instellingen en overheden. Dit stelt eisen aan de competenties van banken om de gemaakte beloften en verwachtingen waar te kunnen maken. Het is noodzakelijk marktomstandigheden te creëren die zorgen voor gezonde concurrentie op basis van een divers bankenlandschap en die voorzien in een voldoende gediversifieerd aanbod, bijvoorbeeld wat betreft type activiteiten en diensten, ondernemingsvormen en geografische spreiding. In een bankenbreed streven naar een stabiele, dienstbare en betrouwbare bancaire sector hanteert het Maatschappelijk Statuut de volgende uitgangspunten: • De bankensector is pluriform en biedt klanten een divers keuzepalet • Banken zijn betrouwbaar, dienstbaar en transparant • Bankmedewerkers zijn integer, deskundig, professioneel en dragen zorg voor een zorgvuldige behandeling van klanten en andere stakeholders • Vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen banken bij aan een duurzame economie
Code Banken De Code Banken is van toepassing op in Nederland verrichte en op Nederland gerichte activiteiten van banken met zetel in Nederland die beschikken over een door De Nederlandsche Bank verleende vergunning als
bedoeld in artikel 2:11 van de Wet op het financieel toezicht. Indien sprake is van overlap of tegenstrijdigheid met internationale wet- en regelgeving of beleid van toezichthouders, heeft dat voorrang op zelfregulering zoals de Code Banken. De nieuwe Code Banken beoogt – in samenhang met het Maatschappelijk Statuut en de introductie van de bankierseed, gedragsregels en tuchtrecht, een belangrijke bijdrage te leveren aan het vertrouwen in de samenleving ten aanzien van banken en hun rol in de samenleving. De principes in de Code Banken benadrukken daarom het belang van een beheerste en integere bedrijfsvoering van banken en werken dit belang uit in principes voor de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen, adequaat risicomanagement, gedegen auditprocessen en een beheerst, evenwichtig en duurzaam beloningsbeleid. De naleving van de Code Banken wordt gevolgd door een op 14 oktober 2014 ingestelde onafhankelijke Monitoring Commissie Code Banken. De Monitoring Commissie Code Banken heeft als hoofdtaak om naleving van de Code Banken in kaart te brengen op basis van het ’pas toe of leg uit‘-principe. Daarbij kan de commissie eventuele onduidelijkheden en onevenwichtigheden in de Code Banken signaleren en aanbevelingen doen over mogelijke aanpassingen. De Monitoring Commissie zal in ieder geval jaarlijks publiekelijk rapporteren. De vernieuwde Code Banken is in werking getreden op 1 januari 2015. De Code Banken staat niet op zichzelf, maar maakt deel uit van het volledige stelsel van nationaal en internationale regelgeving, jurisprudentie en zelfregulering. Bij de toepassing van de principes houdt een bank rekening met deze nationale en internationale context, met de maatschappelijke omgeving waarin zij functioneert en met de specifieke kenmerken van de bank en de groep waarvan zij eventueel deel uitmaakt. De principes uit de Code Banken zien op: 1. Beheerste en integere bedrijfsvoering 2. Functioneren van de Raad van Commissarissen 3. Functioneren van het bestuur 4. Het risicobeleid 5. De auditfunctie 6. Het beloningsbeleid
Gedragsregels
Het tuchtrecht richt zich alleen tot individuele medewerkers. Iedereen die een overtreding constateert van de gedragscode, kan hierover een tuchtklacht indienen bij de Stichting Tuchtrecht Banken. Deze stichting toetst de klacht inhoudelijk aan het Tuchtreglement Bancaire Sector. Bij het uitvoeren van de tuchtprocedure wordt de stichting ondersteund door het onafhankelijke instituut DSI, dat sinds 1999 onder andere screening van medewerkers in de financiële sector uitvoert, registers bijhoudt van erkende financieel deskundigen en geschillen over beleggen tussen financiële ondernemingen beslecht. Het management van BinckBank heeft de bankierseed afgelegd in 2015. Alle overige medewerkers werkzaam in Nederland hebben de bankierseed afgenomen in februari 2016.
Jaarverslag 2015 // 111
In samenhang met de introductie van een Maatschappelijk Statuut en de actualisering van de Code Banken, is de bankierseed voor alle in Nederland werkzame medewerkers ingevoerd. Iedereen die in de bancaire sector werkzaam is, is gehouden aan de aan deze verklaring verbonden gedragsregels voor een integere en zorgvuldige uitoefening van zijn/haar beroep. Medewerkers zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het naleven van die gedragsregels en kunnen op niet-naleving daarvan worden aangesproken en eventueel bestraft worden door middel van bancair tuchtrecht. Nieuwe medewerkers dienen de bankierseed binnen drie maanden na hun aanstelling af te leggen. Zittend personeel moet de bankierseed hebben afgelegd voor 1 april 2016. Wie de eed heeft afgelegd, onderschrijft daarmee automatisch de gedragscode voor bankmedewerkers en onderwerpt zich aan het tuchtrecht.
Nederlandse Corporate Governance Code De Nederlandse Corporate Governance Code (‘de Corporate Governance Code’) is voor beursgenoteerde ondernemingen in Nederland een belangrijke gedragscode voor goed ondernemingsbestuur. De Corporate Governance Code heeft een zelfregulerend karakter en gaat uit van het ‘pas toe of leg uit’-principe. De Monitoring Commissie Corporate Governance Code (‘Commissie’) heeft als taak de actualiteit en de bruikbaarheid van de Corporate Governance Code te bevorderen, alsmede de naleving ervan door Nederlandse beursvennootschappen te bewaken. In 2014 heeft de Commissie haar focus gelegd op het signaleren van leemtes en onduidelijkheden in de Corporate Governance Code en in dat verband ook speciaal op de ontwikkelingen in het internationale speelveld. Daarnaast heeft de Commissie een inventarisatie gemaakt van de naleving van de Corporate Governance Code door Nederlands beursgenoteerde ondernemingen. BinckBank wijkt op slechts enkele punten af van de Corporate Governance Code. Naar aanleiding van het monitoring rapport dat in januari van 2015 is gepubliceerd, hebben de schragende partijen (VNO-NCW, VEUO, Eumedion, VEB, FNV, CNV en Euronext) de Monitoring Commissie Corporate Governance Code verzocht voorstellen te doen voor actualisering van de Corporate Governance Code. In februari 2016 heeft de Commissie een consultatiedocument uitgebracht met concrete voorstellen tot herziening. Bij de herziening van de Corporate Governance Code zal rekening worden gehouden met huidige en nog te verwachten regelgeving, evenals met jurisprudentie en gewijzigde internationale ontwikkelingen op het gebied van corporate governance. De geactualiseerde Corporate Governance Code dient, net als de huidige, principle-based te zijn en een bestendig kader voor corporate goverance te bieden voor de aankomende jaren.
Jaarverslag 2015 // 112
De Corporate Governance Code heeft een wettelijke basis in die zin dat een beursgenoteerde vennootschap in haar jaarverslag mededeling dient te doen over de naleving van de principes en best practice bepalingen van de Corporate Governance Code die zijn gericht tot het bestuur of de Raad van Commissarissen van de vennootschap. BinckBank onderschrijft op hoofdlijnen de in de Corporate Governance Code genoemde en breed gedragen uitgangspunten. Volgens best practice bepaling I.1 van de Corporate Governance Code dienen de hoofdlijnen van de corporate governance structuur van de vennootschap elk jaar, mede aan de hand van de principes die in de Corporate Governance Code zijn genoemd, in een afzonderlijk hoofdstuk in het jaarverslag te worden uiteengezet. In dit hoofdstuk dient tevens uitdrukkelijk te worden aangegeven in hoeverre de in de Corporate Governance Code opgenomen best practice bepalingen worden opgevolgd en zo niet, waarom en in hoeverre daarvan wordt afgeweken. Dit ‘pas toe of leg uit’-principe heeft een wettelijke basis. In dit hoofdstuk zal uitvoering worden gegeven aan genoemde best practice bepaling I.1 van de Corporate Governance Code. Het bepaalde in dit hoofdstuk, en de mededelingen over de belangrijkste kenmerken van het beheers- en controlesysteem van de vennootschap met betrekking tot de financiële verslaggeving zoals opgenomen in de bestuurdersverklaring, kan tevens worden aangemerkt als de corporate governance verklaring genoemd in artikel 2:391 lid 5 BW.
Juridische structuur BinckBank is een aan Euronext (Amsterdam) genoteerde naamloze vennootschap. Op BinckBank is in 2012 het structuurregime van toepassing geworden. BinckBank heeft een aantal Nederlandse dochtermaatschappijen en deelnemingen. BinckBank heeft buitenlandse branches in België, Frankrijk, Italië en Spanje.
Stichting Prioriteit
50 prioriteitsaandelen
BinckBank N.V. 25,5%
TOM Holding N.V.
60%
Think ETF Asset Management B.V.
100%
BinckBank N.V. België Branche
100%
Bewaarbedrijf BinckBank B.V.
100%
Able Holding B.V. 100%
TOM B.V.
Fintegration B.V.
BinckBank N.V. Frankrijk Branche
100%
100%
TOM Broker B.V.
Per 31 december 2015
BinckBank N.V. Italië Branche
Able B.V.
BinckBank N.V. Spanje Branche
Aandelen, uitgifte van aandelen, stemrecht en aandeelhoudersstructuur Aandelen
Het maatschappelijk kapitaal bedraagt € 10.000.005 verdeeld in 100.000.000 gewone aandelen en 50 prioriteitsaandelen van elk nominaal groot € 0,10. Het geplaatst kapitaal van BinckBank bestaat uit 71.000.000 gewone, beursgenoteerde aandelen en 50 prioriteitsaandelen. De prioriteitsaandelen vertegenwoordigen 0,00007% van het geplaatste kapitaal, staan op naam, zijn niet beursgenoteerd en worden gehouden door Stichting Prioriteit Binck (‘Stichting Prioriteit’). Aan de prioriteitsaandelen zijn bijzondere (zeggenschaps)rechten verbonden zoals vermeld in de statuten van de vennootschap. De statuten van de vennootschap zijn te vinden op onze website www.binck.com. Op de positie van Stichting Prioriteit wordt later in dit hoofdstuk ingegaan. De aandelen van BinckBank zijn niet gecertificeerd.
De Algemene Vergadering (‘AV’) besluit over uitgifte van aandelen en kan deze bevoegdheid overdragen aan een ander vennootschapsorgaan voor de duur van ten hoogste vijf jaar. Bij uitgifte van gewone aandelen heeft iedere aandeelhouder een recht van voorkeur naar evenredigheid van het gezamenlijke bedrag van zijn aandelen, behoudens het bepaalde in de wet. Geen voorkeursrecht bestaat op aandelen die worden uitgegeven; a) aan werknemers van de vennootschap of van een groepsmaatschappij; of b) tegen inbreng anders dan in geld. Het voorkeursrecht kan worden beperkt of uitgesloten bij besluit van de AV. Het voorkeursrecht kan ook worden beperkt of uitgesloten door een ander vennootschapsorgaan, indien dit bij besluit van de AV voor een bepaalde duur van ten hoogste vijf jaar is aangewezen als bevoegd tot het beperken of uitsluiten van het voorkeursrecht.
Jaarverslag 2015 // 113
Uitgifte van aandelen
Voor een besluit van de AV tot beperking of uitsluiting van het voorkeursrecht of tot aanwijzing of intrekking van die aanwijzing is een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen vereist, indien minder dan de helft van het geplaatste kapitaal in de AV is vertegenwoordigd. Genoemde besluiten van de AV kunnen slechts worden genomen op voorstel van Stichting Prioriteit. Besluiten van het bestuur over uitgifte van aandelen zijn onderworpen aan goedkeuring van de Raad van Commissarissen.
Stemrecht
Ieder aandeel BinckBank geeft recht op het uitbrengen van één stem. Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen voor zover de wet of de statuten geen grotere meerderheid voorschrijven. BinckBank hanteert een registratiedatum conform de Wet aandeelhoudersrechten.
Aandeelhoudersstructuur
Op pagina 44 van dit jaarverslag zijn de aandeelhouders vermeld die met betrekking tot hun belang in BinckBank een melding op grond van hoofdstuk 5.3 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) hebben gedaan. Tussen BinckBank en de betrokken grootaandeelhouders bestaan geen aandeelhoudersovereenkomsten.
Beschermingsconstructies Volgens de statuten is bij veel belangrijke besluiten een rol weggelegd voor Stichting Prioriteit. Stichting Prioriteit houdt 50 prioriteitsaandelen BinckBank. De bevoegdheden van Stichting Prioriteit bestaan uit het initiëren van specifieke besluiten van de AV en het verlenen van voorafgaande goedkeuring aan nader beschreven besluiten. Daarnaast heeft Stichting Prioriteit rechtstreekse bevoegdheden, zoals de vaststelling van het aantal bestuursleden en commissarissen. Stichting Prioriteit heeft, kort weergegeven, als doel het weren van invloed in de leiding en de gang van zaken bij BinckBank, welke de zelfstandigheid van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming nadelig zou kunnen beïnvloeden en het bevorderen van de goede gang van zaken in genoemde leiding.
Jaarverslag 2015 // 114
Het bestuur van Stichting Prioriteit wordt gevormd door drie leden. Bestuurslid A wordt benoemd door de Raad van Commissarissen van BinckBank, bestuurslid B wordt benoemd door het bestuur van BinckBank en bestuurslid C wordt benoemd door de bestuursleden A en B gezamenlijk. Thans fungeren de heren J.W.T. van der Steen (voorzitter Raad van Commissarissen), V.J.J. Germyns (bestuursvoorzitter) en mevrouw C.J. van der Weerdt-Norder (lid Raad van Commissarissen) respectievelijk als bestuurslid A, B en C van Stichting Prioriteit. De Raad van Commissarissen en het bestuur zien geen reden initiatief te ontplooien om de bevoegdheden van Stichting Prioriteit ongedaan te maken dan wel te beperken. De Raad van Commissarissen en het bestuur menen dat instandhouding van de positie van Stichting Prioriteit kan bijdragen aan de continuïteit van BinckBank en het door haar gevoerde beleid voor de korte en lange termijn onder zorgvuldige afweging van de belangen van degenen die bij de onderneming zijn betrokken. De bevoegdheden van Stichting Prioriteit maken integraal onderdeel uit van de statuten van de vennootschap. Stichting Prioriteit zal zich bij de uitoefening van haar bevoegdheden, met inachtneming van haar hiervoor vermelde statutaire doel, richten naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming en daartoe de in aanmerking komende belangen van de bij de vennootschap betrokkenen afwegen. De wijze waarop Stichting Prioriteit gebruik zal maken van haar bevoegdheden, zal afhangen van de concrete feiten en omstandigheden van het geval.
Bestuur BinckBank kent een ‘two-tier’ bestuurssysteem. Dit betekent dat de uitvoerende taak en de toezichthoudende taak respectievelijk is toebedeeld aan het bestuur en de Raad van Commissarissen van BinckBank. BinckBank is van oordeel dat deze structuur een adequaat systeem van ‘checks and balances’ bevordert, waarbij het bestuur verantwoordelijk is voor het dagelijks besturen van de onderneming en de realisatie van de middellange termijn doelstellingen van de onderneming, terwijl de Raad van Commissarissen toezicht houdt op het bestuur en haar advies verstrekt.
Taak bestuur
Het bestuur is, behoudens beperkingen vermeld in de statuten, belast met het besturen van de vennootschap.
Voorschriften benoeming, schorsing en ontslag bestuursleden
Bestuursleden van BinckBank worden, met inachtneming van het bepaalde in de statuten, benoemd door de Raad van Commissarissen op basis van een door Stichting Prioriteit opgemaakte niet-bindende voordracht. Een lid van het bestuur wordt benoemd voor een periode die loopt van de dag van (her)benoeming tot het einde van de jaarlijkse AV gehouden in het vierde kalenderjaar na het kalenderjaar van (her)benoeming of tot een eerder tijdstip zoals bij (her)benoeming is bepaald. De Raad van Commissarissen is te allen tijde bevoegd ieder lid van het bestuur te schorsen en te ontslaan. De Raad van Commissarissen ontslaat een lid van het bestuur niet voordat de AV over het ontslag is gehoord.
Permanente educatie
BinckBank heeft een permanent educatieprogramma voor bestuursleden. Het permanente educatieprogramma bestaat uit het volgen van verschillende trainingen en cursussen met als doel de deskundigheid van de bestuursleden op peil te houden en waar nodig te verbeteren. Evert-Jan Kooistra is registeraccountant. Per 1 januari 2007 geldt voor leden van de Vereniging Registercontrollers en accountants in business van het NBA, een regeling permanente educatie. Vincent Germyns heeft in 2015 het vijfdaagse programma ‘CEO Programme’ gevolgd en Evert-Jan Kooistra heeft het vierdaagse programma ‘Modern Corporate Governance’ gevolgd. Beide programma’s zijn gevolgd bij Euromoney training solutions. Steven Clausing heeft in 2015 geen permanente educatie programma gevolgd.
Raad van Commissarissen
Commissarissen van BinckBank worden, behoudens het bepaalde in artikel 21 lid 7 van de statuten, op voordracht van de Raad van Commissarissen benoemd door de AV. De AV en de ondernemingsraad kunnen aan de Raad van Commissarissen personen aanbevelen om als commissaris te worden voorgedragen. Voor een derde van het aantal leden van de Raad van Commissarissen geldt dat de Raad van Commissarissen een door de ondernemingsraad aanbevolen persoon op de voordracht plaatst, tenzij de Raad van Commissarissen bezwaar maakt tegen de aanbeveling op grond van de verwachting dat de aanbevolen persoon ongeschikt zal zijn voor de vervulling van de taak als commissaris of dat de Raad van Commissarissen bij de benoeming overeenkomstig
Jaarverslag 2015 // 115
De Raad van Commissarissen heeft als taak het houden van toezicht op het door het bestuur gevoerde beleid en op de algemene gang van zaken van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. De Raad van Commissarissen hecht aan een nauwe betrokkenheid bij de ontwikkeling van de onderneming. De Raad van Commissarissen richt zich bij de vervulling van haar taak naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van bij de vennootschap betrokkenen af. Ook betrekt zij daarbij de voor de onderneming relevante maatschappelijke aspecten van ondernemen. Voorts verleent de Raad van Commissarissen advies aan het bestuur. De Raad van Commissarissen is voor het overige belast met hetgeen bij de wet en de statuten aan haar is opgedragen. Een aantal belangrijke besluiten is onderworpen aan goedkeuring van de Raad van Commissarissen.
de aanbeveling niet naar behoren zal zijn samengesteld. Een commissaris kan worden geschorst door de Raad van Commissarissen. De Ondernemingskamer kan een commissaris ontslaan onder de in de statuten genoemde voorwaarden. De AV kan het vertrouwen in de Raad van Commissarissen opzeggen. Een dergelijk besluit heeft het onmiddellijk ontslag van alle leden van de Raad van Commissarissen tot gevolg. Een lid van de Raad van Commissarissen wordt (her)benoemd voor een periode die loopt van de dag van (her) benoeming tot het einde van de jaarlijkse AV gehouden in het vierde kalenderjaar na het kalenderjaar van (her) benoeming of tot een eerder tijdstip zoals bij (her)benoeming is bepaald.
Algemene Vergadering (AV) De AV heeft de bevoegdheden die uit de wet en de statuten voorvloeien. Bij de bevoegdheden van de AV is vaak een belangrijke rol voor Stichting Prioriteit weggelegd. Minimaal één keer per jaar wordt een AV gehouden. Tot de belangrijkste bevoegdheden van de AV behoren onder meer het vaststellen van de jaarrekening, het vaststellen van dividend en andere uitkeringen, het verlenen van decharge aan het bestuur voor het gevoerde beleid en aan de Raad van Commissarissen voor het door hen gehouden toezicht, het vaststellen van het beloningsbeleid voor het bestuur, van de beloning van commissarissen, het wijzigen van de statuten en alle overige in de wet en de statuten van de vennootschap opgenomen bevoegdheden.
Naleving Code BinckBank dient in het corporate governance hoofdstuk van het jaarverslag aan te geven in welke mate zij de in de Corporate Governance Code opgenomen best practice bepalingen opvolgt en zo niet, waarom en in hoeverre zij daarvan afwijkt (‘pas toe of leg uit’ principe). BinckBank volgt de in de Corporate Governance Code opgenomen best practice bepalingen op, waaronder begrepen best practice bepalingen II.3.2 – II.3.4 en best practice bepalingen III.6.1 – III.6.4, met uitzondering van de hieronder beschreven best practice bepalingen;
Beloning bestuur
Jaarverslag 2015 // 116
Ingevolge best practice bepaling II.2.13 van de Corporate Governance Code dient het overzicht van het beloningsbeleid dat voor het komende boekjaar en daaropvolgende boekjaren door de Raad van Commissarissen wordt voorzien, bepaalde informatie te bevatten. BinckBank past best practice bepaling II.2.13 van de Corporate Governance Code toe, indien en voor zover de openbaarmaking niet op concurrentiegevoelige informatie betrekking heeft, te weten: financiële en commerciële doelstellingen. Naar het oordeel van het bestuur en de Raad van Commissarissen van BinckBank is het niet in het belang van de onderneming en haar stakeholders dergelijke informatie te verstrekken. Hetzelfde geldt voor de in best practice bepaling II.2.14 van de Corporate Governance Code genoemde belangrijkste elementen uit het contract van het bestuurslid met de vennootschap die onverwijld na het afsluiten daarvan openbaar moeten worden gemaakt, voor zover deze elementen althans genoemde marktgevoelige informatie bevatten. Overigens wordt specifieke, in het toepasselijke beloningsbeleid genoemde informatie achteraf bekendgemaakt. Aldus legt de Raad van Commissarissen verantwoording af aan de AV over de beoordeling van het functioneren van het bestuur. Volgens best practice bepaling II.2.5 van de Corporate Governance Code dienen aandelen die zonder financiële tegenprestaties aan bestuurders worden toegekend, te worden aangehouden voor telkens een periode van ten minste vijf jaar of tot ten minste het einde van het dienstverband indien deze periode korter is. BinckBank voldoet aan best practice bepaling II.2.5 van de Corporate Governance Code in die zin dat aandelen BinckBank, gerekend vanaf het moment dat deze onvoorwaardelijk zijn toegekend, slechts gedurende een periode van twee jaar (i.p.v. vijf jaar) dienen te worden aangehouden. BinckBank voldoet met de kortere retentieperiode van twee jaar (i.p.v. vijf jaar) aan de voorschriften voor een variabele beloning zoals bedoeld in de Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2014. Naar de mening van BinckBank wordt door de voorwaardelijke toekenning van een materieel deel van een variabele beloning, zoals vermeld in de Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2014, in
combinatie met genoemde retentieperiode van twee jaar voorts voldoende recht gedaan aan de doelstelling van een langetermijn binding met de vennootschap en de met haar verbonden onderneming.
Evenwichtige samenstelling bestuur en Raad van Commissarissen
Jaarverslag 2015 // 117
Een bestuur of Raad van Commissarissen van een grote vennootschap is evenwichtig samengesteld indien deze voor minimaal 30% uit vrouwen en 30% uit mannen bestaat. De Raad van Commissarissen bestaat voor 40% uit vrouwen en beschikt daarmee over een evenwichtige samenstelling. De zetels in het bestuur van BinckBank zijn thans niet evenwichtig verdeeld. Het onderwerp blijft op de agenda staan.
Besluit artikel 10 overnamerichtlijn BinckBank is verplicht in haar jaarverslag de navolgende informatie te verstrekken genoemd in het besluit artikel 10 overnamerichtlijn: a. Op pagina’s 113 en 114 van dit jaarverslag staat een overzicht van de kapitaalstructuur. Hier wordt ingegaan op de verschillende soorten aandelen en de daaraan verbonden rechten (waaronder bijzondere zeggenschapsrechten), verplichtingen evenals het percentage van het geplaatste kapitaal dat door elke soort aandelen wordt vertegenwoordigd; b. er gelden geen beperkingen door de vennootschap aan de overdracht van aandelen; c. deelnemingen in de vennootschap waarvoor een meldingsplicht bestaat overeenkomstig artikel hoofdstuk 5.3 van de Wft staan vermeld op pagina 44 van dit jaarverslag; d. bijzondere zeggenschapsrechten verbonden aan aandelen die aan Stichting Prioriteit toekomen worden vermeld op pagina 113 en 114 van het jaarverslag; e. de controle van een regeling, die rechten toekent aan werknemers om aandelen in het kapitaal van de vennootschap of een dochtermaatschappij te nemen of te verkrijgen, wordt verricht door de Interne Audit Dienst (‘IAD’) en Compliance; f. het stemrecht verbonden aan aandelen van de vennootschap kent geen beperkingen. Er zijn geen certificaten van aandelen uitgegeven; g. de vennootschap is slechts bekend met een beperking aan de overdracht van aandelen BinckBank die voort vloeien uit het toepasselijke beloningsbeleid en vergelijkbare beperkingen aan andere werknemers van BinckBank; h. de wijze van benoeming en ontslag van de leden van de Raad van Commissarissen en het bestuur alsmede de voorschriften tot wijziging van de statuten staan beschreven in de statuten van de vennootschap en wordt op hoofdlijnen weergegeven op pagina 115 en 116 van het jaarverslag. Zie voor de statuten www.binck.com; i. de bevoegdheden van het bestuur in het bijzonder tot de uitgifte van aandelen van de vennootschap en de verkrijging van aandelen door de vennootschap worden vermeld op pagina 113 en 114 van het jaarverslag. Zie voor verdere informatie de statuten van de vennootschap en de notulen van de Algemene Vergadering op www.binck.com; j. in de op 30 september 2010 met SNS Bank N.V. gesloten dienstverleningsovereenkomst is bepaald dat in geval van een specifiek omschreven wijziging van de zeggenschap in BinckBank de overeenkomst met onmiddellijke ingang kan worden beëindigd. In de in 2014 met BeFrank gesloten dienstverleningsovereenkomst is bepaald dat in geval van een specifiek omschreven wijziging van zeggenschap in BinckBank, BeFrank op redelijke en objectieve gronden zwaarwegende bezwaren tegen deze wijziging, de dienstverleningsovereenkomst met inachtneming van een opzeggingstermijn van 3 maanden, opgezegd kan worden. k. informatie over afvloeiingsregelingen, voor zover van toepassing, voor leden van het bestuur staan vermeld in het remuneratierapport 2015.
Jaarverslag 2015 // 118
Conclusie: BinckBank voldoet aan bijna alle bepalingen uit de Code en de Code Banken. Afwijkingen zijn gemotiveerd.
Ontwikkelingen 2015 Hieronder worden een aantal ontwikkelingen op het gebied van corporate wet- en regelgeving aangegeven.
Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen De Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen (Wbfo) is 7 februari 2015 van kracht geworden en is van toepassing op alle financiële ondernemingen. Deze wet geldt voor alle functies binnen een financiële onderneming en dus niet alleen voor managementfuncties of functies met een verhoogd risico. Nieuw is onder meer dat een plafond geldt voor variabele beloningen van 20% van de vaste beloning (het bonusplafond). Er geldt voor het bonusplafond een overgangsregeling voor bestaande (arbeids)contracten die vóór 1 januari 2015 zijn gesloten: het bonusplafond is in dat soort gevallen tot en met 31 december 2015 nog niet van toepassing. Het bonusplafond was tot en met 31 december 2015 niet van toepassing op de toekenning van variabele beloningen die voortvloeien uit een door een financiële onderneming voorafgaande aan 1 januari 2015 aangegane verplichting. Vanaf 1 januari 2016 moet elke financiële onderneming – behalve beheerders van beleggingsinstellingen en ondernemingen die voor eigen rekening handelen en geen klanten hebben - voor alle medewerkers die onder haar verantwoordelijkheid werkzaam zijn, inclusief uitzendkrachten en freelancers, rekening houden met het bonusplafond. De overige bepalingen, waaronder de verplichting tot het hebben van een beheerst beloningsbeleid, zijn al van kracht.
Wijzigingswet financiële markten 2015 Met de inwerkingtreding van de Wijzigingswet financiële markten 2015 op 1 januari 2015 zijn onder andere de geschiktheids- en betrouwbaarheidsvereisten van overeenkomstige toepassing geworden op personen werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bank of verzekeraar met zetel in Nederland, die een leidinggevende functie vervullen direct onder het echelon van de beleidsbepalers en verantwoordelijk zijn voor natuurlijke personen wier werkzaamheden het risicoprofiel van de onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden. Ook is de groep personen die de bankierseed af moet leggen uitgebreid en is het tuchtrecht van toepassing verklaard. Banken en beleggingsondernemingen dienen vanaf 1 januari 2015 actiever te informeren over het depositogarantiestelsel en het beleggerscompensatiestelsel.
De Wijzigingswet financiële markten 2016 introduceert een regeling voor de bescherming van derivaten beleggers tegen het faillissement van de bij het derivaat betrokken tussenpersoon. De kern van deze regeling zal worden neergelegd in de Wet giraal effectenverkeer. De regeling introduceert dat alle derivatenposities die een tussenpersoon met een derde, een CCP of een andere derde, is aangegaan in verband met het aangaan van een cliëntenpositie en alle rechten en verplichtingen met betrekking tot het uitwisselen van onderpand, een afgescheiden vermogen vormen. Kern van het wetsvoorstel is dat de rechten die onderdeel uitmaken van het derivatenvermogen uitsluitend dienen ter voldoening van hun te onderscheiden vorderingen op de bank. Het betreft zowel de rechten en verplichtingen uit de positie zelf als de rechten en verplichtingen met betrekking tot het uitwisselen van onderpand (zoals margin) die worden gereserveerd voor het voldoen van vorderingen die uit de derivatenpositie kunnen voortkomen. De belangrijkste praktische gevolgen voor banken zitten in de eisen die de regeling stelt aan het administreren van het derivatenvermogen. Uit deze administratie moet immers blijken welke rechten en verplichtingen deel uitmaken van het derivatenvermogen dat in geval van faillissement buiten de boedel blijft. In de Wft worden hiertoe specifieke eisen opgenomen.
Jaarverslag 2015 // 119
Wijzigingswet financiële markten 2016
Corporate Governance Principles In juli 2015 werden herziene versies van twee internationaal gezaghebbende Corporate Governance-principles gepubliceerd: de G20/OECD Corporate Governance Principles en de BIS Corporate Governance Principles voor banken. Hoewel strikt genomen niet juridisch bindend, zijn de Corporate Governance Principles van de G20 en de OECD een belangrijk referentiekader voor regelgevers en toezichthouders wereldwijd ten aanzien van onderwerpen als aandeelhoudersrechten, beloning van bestuurders, transparantie, verantwoordelijkheden van institutionele beleggers en het functioneren van de kapitaalmarkt. De herziening van de BIS benadrukt de noodzaak van effectieve corporate governance voor het gezond functioneren van banken en onderstreept het belang van risk governance als onderdeel daarvan. Met name is beoogd de collectieve toezichttaak en de verantwoordelijkheid voor de risk governance van het bestuur dan wel de Raad van Commissarissen te versterken, onder meer door het voorschrijven van het Three lines of defence-model.
Herziening aandeelhoudersrichtlijn
Jaarverslag 2015 // 120
Het Europees Parlement stemde in juli 2015 onder voorbehoud in met het voorstel van de Europese Commissie tot wijziging van onder meer de aandeelhoudersrichtlijn (Richtlijn 2007/36), waarin corporate governance-onderwerpen aan de orde komen. De richtlijn en het wijzigingsvoorstel gelden overigens enkel voor beursvennootschappen. Eerder al werd binnen de Raad principe-overeenstemming bereikt. De instemming van het Europees Parlement is voorwaardelijk. Er moet nog verder onderhandeld worden met de lidstaten om tot een definitief akkoord te komen. De uitkomst daarvan staat zeker niet vast, gelet ook op de kritische houding van een aantal lidstaten (waaronder Nederland). De herziening heeft tot doel de corporate governance van beursondernemingen te verbeteren. In het bijzonder zien de maatregelen op het stimuleren van institutionele beleggers en vermogensbeheerders om een meer betrokken invulling aan hun aandeelhouderschap in beursondernemingen te geven, op het versterken van bepaalde aandeelhoudersrechten en het wegnemen van obstakels voor grensoverschrijdend stemmen door aandeelhouders. De herziening zal onder meer bewerkstelligen dat institutionele beleggers en vermogensbeheerders via een samenstel van transparantieverplichtingen aangespoord worden een beleggingsstrategie te voeren die bevorderlijk is voor de middellange en langetermijn prestaties van de ondernemingen waarin zij beleggen. Ook zal er controle komen op de totstandkoming en kwaliteit van het advies van stemgevolmachtigden en wordt grensoverschrijdend stemmen bevorderd. Intermediairs zullen ook moeten meewerken aan identificatie van aandeelhouders. De herziening zal ook bewerkstelligen dat aandeelhouders stemrecht krijgen over het beloningsbeleid en over het jaarlijkse beloningsrapport. Voorts zullen aandeelhouders het recht krijgen significante transacties met verbonden partijen goed te keuren, zoals een transactie met een bestuurder of grootaandeelhouder. De voorgestelde herziening van de Europese Commissie noemt geen streefdatum voor inwerkingtreding. Het zal daarom nog geruime tijd duren voordat dit voorstel in de Nederlandse wetgeving moet worden omgezet.
Van links naar rechts: John van der Steen, Hanny Kemna, Arjen Soederhuizen, Leo Deuzeman, Carla van der Weerdt-Norder
Jaarverslag 2015 // 121
Verslag van de Raad van Commissarissen
Bericht van de voorzitter van de Raad van Commissarissen Beste lezer, Hierbij treft u het verslag aan van de Raad van Commissarissen over het jaar 2015. De jaarrekening is gecontroleerd door Deloitte Accountants B.V. (‘Deloitte’) en voorzien van een goedkeurende controleverklaring. De goedkeurende controleverklaring is opgenomen op de pagina’s 232 tot en met 236. In het jaar 2015 heeft zich, ook vanuit het perspectief van de Raad van Commissarissen, een aantal relevante ontwikkelingen voltrokken. De samenstelling van Raad van Commissarissen is gewijzigd. De heren C.J.M. Scholtes en J.K. Brouwer zijn na afloop van de jaarlijkse Algemene Vergadering in april 2015 teruggetreden, terwijl de heer L. Deuzeman tijdens deze vergadering is herbenoemd. Tijdens de buitengewone vergadering van aandeelhouders op 30 oktober 2015 is de heer A. Soederhuizen benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen bestaat als gevolg van genoemde wijzigingen momenteel uit de heer J.W.T. van der Steen (Voorzitter), mevrouw C.J. van der Weerdt-Norder (Vice-voorzitter), mevrouw J.M.A. Kemna en de heren L. Deuzeman en A. Soederhuizen. Ook op het niveau van het bestuur heeft zich het afgelopen jaar een aantal wijzigingen voltrokken. De heer V.J.J. Germyns is in de loop van 2015 de functie van voorzitter gaan vervullen. Het bestuur is vanaf 30 oktober 2015 uitgebreid met een derde bestuurder, de heer S.J. Clausing. De heer Clausing was eerder werkzaam als manager Risicomanagement en vervult nu de functie van Chief Operating Officer (COO). Het bestuur bestaat als gevolg van genoemde wijzigingen momenteel uit de heren V.J.J. Germyns (Voorzitter), E.J.M. Kooistra (CFRO) en S.J. Clausing (COO). De heer Deuzeman is in 2015 tijdelijk als gedelegeerd commissaris opgetreden. Met de komst van de derde bestuurder is een einde gekomen aan het gedelegeerd commissariaat van de heer Deuzeman. De Raad van Commissarissen is van mening dat de huidige samenstelling van het bestuur een goede basis biedt om op adequate wijze uitvoering te geven aan de strategie van de onderneming. De Raad van Commissarissen dankt het bestuur en de overige medewerkers voor de in 2015 getoonde inzet en betrokkenheid. Amsterdam, 10 maart 2016
Jaarverslag 2015 // 122
J.W.T. van der Steen Voorzitter van de Raad van Commissarissen
Taken Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen heeft als taak het houden van toezicht op het door het bestuur gevoerde beleid en op de algemene gang van zaken van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. De Raad van Commissarissen richt zich bij de vervulling van haar taak naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van bij de vennootschap betrokken stakeholders af. De Raad van Commissarissen betrekt daarbij ook de voor de onderneming relevante maatschappelijke aspecten van ondernemen. De Raad van Commissarissen verleent tevens advies aan het bestuur. De Raad van Commissarissen is voor het overige belast met wat bij de wet en de statuten aan haar is opgedragen. Een aantal belangrijke besluiten van het bestuur zijn onderworpen aan goedkeuring van de Raad van Commissarissen.
Samenstelling Raad van Commissarissen Personele samenstelling De huidige personele samenstelling van de Raad van Commissarissen is als volgt: • • • • •
J.W.T. van der Steen (Voorzitter) C.J. van der Weerdt-Norder (Vice-voorzitter) J.M.A. Kemna L. Deuzeman A. Soederhuizen
De in best practice bepaling III.1.3 van de Corporate Governance Code genoemde informatie over de leden van de Raad van Commissarissen wordt vermeld op pagina’s 124 tot en met 126.
Onafhankelijkheid
Jaarverslag 2015 // 123
De Raad van Commissarissen is zodanig samengesteld dat de leden, zowel ten opzichte van elkaar als ten opzichte van het bestuur, onafhankelijk kunnen opereren binnen het kader van de profielschets van de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen voldoet aan de in best practice bepaling III.2.1 van de Corporate Governance Code genoemde onafhankelijkheidscriteria.
Personalia leden van de Raad van Commissarissen John van der Steen 1954 - Nederlandse nationaliteit De heer J.W.T. van der Steen is tijdens de Buitengewone Algemene Vergadering van 18 september 2014 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen van BinckBank voor een periode van vier jaar. De heer Van der Steen is voorzitter van de Raad van Commissarissen en lid van de remuneratiecommissie en auditcommissie. In zijn laatste functie was de heer Van der Steen als chairman Global Accounts bij Aon met zijn team verantwoordelijk voor Aon’s 1.500 grootste klanten wereldwijd. De voornaamste taken van het team waren dienstverlening op het gebied van risk management en risk transfer voor onder andere financiële instellingen, industriële ondernemingen en dienstverleners met een ‘global footprint’. De heer Van der Steen was tevens chairman van Aon Holdings B.V., de houdstermaatschappij voor Aon’s vennootschappen in Europa, het Midden Oosten, Afrika (EMEA) en Azië, en lid van het wereldwijde Executive Committee ARS te Chicago (VS). De heer Van der Steen startte zijn loopbaan bij ING Bank N.V. In 2001 heeft de heer Van der Steen de overstap gemaakt naar Aon waar hij tot aan 2006 CEO en voorzitter is geweest van Aon’s statutaire directie in Nederland, België en Luxemburg. In 2006 is de heer Van der Steen aangetreden als Chief Commercial Officer bij Aon EMEA (12.000 FTE). Tot aan 2010 is hij tevens lid van de RvC geweest van Aon Zwitserland (voorzitter), Duitsland, Noorwegen en België. Daarna is hij benoemd tot chairman van Global Accounts bij Aon. Vanaf 1 mei 2014 is de heer Van der Steen consultant van Global Accounts bij Aon. De heer Van der Steen is als lid en plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Commissarissen verbonden aan RAI Holding B.V. waar hij tevens voorzitter is van de Auditcommissie. Hij is voorts directeur groot aandeelhouder van Ansteen Holding B.V. en Ansteen B.V. en lid van de Raad van Advies van M.A.S.C. B.V. Begin 2015 is de heer Van der Steen benoemd tot voorzitter van de Raad van Commissarissen van Princess Sportsgear & Traveller B.V. Aantal aandelen BinckBank op 31 december 2015: 0
Jaarverslag 2015 // 124
Leo Deuzeman 1952 – Nederlandse nationaliteit De heer L. Deuzeman werd tijdens een buitengewone vergadering van aandeelhouders op 30 april 2015 herbenoemd voor een periode van vier jaar als lid van de Raad van Commissarissen van BinckBank. De heer Deuzeman is voorzitter van de risico- en productontwikkelingscommissie en lid van de auditcommissie. De heer Deuzeman is bedrijfseconoom en was als registeraccountant werkzaam bij Deloitte van 1979 tot en met 1986. In de periode 1976 tot en met 1979 was hij als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de Rijks Universiteit Groningen bij de Economische faculteit vakgroep Financiering. Van 1990 tot 1998 en van april 2003 tot april 2007 was hij CFO van Kempen & Co N.V. bij welke bank hij van 1986 tot 1990 de functie van directeur Financiën en Administratie vervulde. De heer Deuzeman was voorts van 1998 tot 2003 managing partner van de private equity firma Greenfield Capital Partners N.V. Momenteel is de heer Deuzeman eveneens commissaris van de Blue Sky Group en van Intereffekt Investment Funds (voorzitter). Tevens is hij commissaris en lid van de advisory board van het beleggingsfonds Monolith Fund N.V. te Amsterdam en voorzitter van stichting Administratiekantoor Monolith. Sinds april 2014 is de heer Deuzeman lid van de Financial Accounting Supervision Committee bij Bluewater Holding BV te Hoofddorp. Aantal aandelen BinckBank op 31 december 2015: 0
Carla van der Weerdt-Norder 1964 - Nederlandse nationaliteit Mevrouw C.J. van der Weerdt-Norder is tijdens de Buitengewone Algemene Vergadering van 18 september 2014 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen van BinckBank voor een periode van vier jaar. Mevrouw Van der Weerdt-Norder is voorzitter van de auditcommissie en heeft zitting in de risico- en productontwikkelingscommissie. Mevrouw Van de Weerdt-Norder is bedrijfskundige en registeraccountant. Ze startte haar loopbaan in een sales functie bij I.B.M. Sinds 2008 geeft mevrouw Van der Weerdt-Norder als directeur/eigenaar leiding aan Accent Organisatie Advies B.V., een organisatieadviesbureau, gespecialiseerd op de gebieden operational excellence, risk management en finance. Voor de overstap naar zelfstandig ondernemerschap heeft mevrouw Van der Weerdt-Norder in haar loopbaan verschillende functies in Risk Management en Finance bij ABN AMRO vervuld. Haar laatste functie bij ABN AMRO was CFO/COO van de business unit Global Transaction Banking. Mevrouw Van der Weerdt-Norder is als lid van de Raad van Commissarissen en voorzitter van de Audit & Risk Commit tee verbonden aan Triodos Bank. Daarnaast is zij lid van de Raad van Commissarissen van DWS Zorgverzekeraar. Aantal aandelen BinckBank op 31 december 2015: 0 Hanny Kemna 1960 - Nederlandse nationaliteit Mevrouw Kemna is tijdens de Buitengewone Algemene Vergadering van 18 september 2014 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen van BinckBank voor een periode van vier jaar. Mevrouw Kemna is voorzitter van de remuneratiecommissie en heeft zitting in de risico- en productontwikkelingscommissie. Mevrouw Kemna werkte als programmeur en systeemanalist en later als quality assurance manager aan de ontwikkeling, test en invoering van automatiseringssystemen. Bij Ernst & Young was zij in de functie van IT auditor werkzaam in de financiële sector. Daarnaast was mevrouw Kemna verantwoordelijk voor diverse interne strategische automatiseringstrajecten binnen EY, waarvoor zij enige tijd in de USA heeft gewerkt.
In 2008 werd mevrouw Kemna benoemd tot managing partner IT Risk and Assurance voor EY EMEIA FSO, de internationale eenheid van EY in Europa gericht op de dienstverlening aan de financiële sector. In de zomer van 2013 heeft mevrouw Kemna besloten terug te keren naar Nederland om haar loopbaan bij EY begin 2014 af te ronden. Mevrouw Kemna is als lid van de Raad van Commissarissen en voorzitter van de Governance, Risk en Compliance commissie verbonden aan de coöperatie Menzis N.V. Daarnaast is zij lid van de Raad van Toezicht van Nictiz, het Nederlands instituut voor ICT in de zorg. Zij is extern lid van het audit comité van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en lid van de Adviescommissie Financial Control Framework Belastingdienst voor het Ministerie van Financiën. Per 1 januari 2016 is zij benoemd als lid in de Raad van Commissarissen van pensioenuitvoerder MN Services N.V.
Jaarverslag 2015 // 125
In 1999 werd mevrouw Kemna partner van de maatschap Ernst & Young Accountants en was eindverantwoordelijk voor audits naar de kwaliteit van IT, euro conversies, security projecten en inrichtings(governance) programma’s. Begin 2005 werd mevrouw Kemna gevraagd de leiding van de IT Risk and Assurance services voor EY CIS (standplaats Moskou, Rusland) op zich te nemen. Deze functie heeft zij tot juli 2008 vervuld.
Mevrouw Kemna is zelfstandig adviseur en directeur/grootaandeelhouder van JMA Kemna Beheer BV en JMA Kemna BV. Aantal aandelen BinckBank op 31 december 2015: 0 Arjen Soederhuizen 1965 - Nederlandse nationaliteit De heer Soederhuizen is tijdens de Buitengewone Algemene Vergadering van 30 oktober 2015 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen van BinckBank voor een periode van vier jaar. De heer Soederhuizen heeft zitting in de risico- en productontwikkelingscommissie en de remuneratiecommissie. De heer Soederhuizen (bedrijfseconoom), is in 1991 zijn loopbaan gestart als management trainee bij ABN AMRO. Na drie jaren te hebben gewerkt als aandelenanalist bij de investment bank van ABN AMRO maakte hij in 1994 een overstap naar het vermogensbeheerbedrijf van de bank (ABN AMRO Asset Management). Binnen ABN AMRO Asset Management heeft hij in de loop der jaren zowel commerciële als zuiver beleggingsinhoudelijke functies vervuld. Zo was hij vanaf 1994 tot 1998 verantwoordelijk voor alle institutionele klanten in het Midden Oosten, Afrika, Latijns Amerika en Spanje. Van 1998 tot 2004 gaf hij leiding aan een beleggingsafdeling met 20 kwantitatieve beleggingsspecialisten. In 2004 werd de heer Soederhuizen benoemd als directievoorzitter van ABN AMRO Asset Management Nederland B.V.. Daarmee werd hij eindverantwoordelijk voor alle vermogensbeheer activiteiten van ABN AMRO Bank N.V. op de Nederlandse markt. Na de overname van ABN AMRO Bank N.V. door een consortium van banken, heeft de heer Soederhuizen het traject van juridische integratie van AAAM NL binnen Fortis Investment Management begeleid, waarna hij uiteindelijk besloot om zijn carrière niet bij Fortis Investment Management te vervolgen. In 2009 werd de heer Soederhuizen benaderd om op interim basis te werken bij PGGM. Uiteindelijk heeft hij in zijn interim rol 2,5 jaar als lid van het management team vermogensbeheer en CIO private markten gewerkt. Aansluitend werd hij adviseur van ABN AMRO Pensioen Fonds en interim CIO bij hetzelfde fonds in 2013-2014. De heer Soederhuizen vervult sinds 2014 een nevenfunctie bij het ABN AMRO pensioenfonds. Hij heeft zitting in de commissies vermogensbeheer en balansmanagement. De vervulling van de nevenfunctie van de heer Soederhuizen neemt circa 16 dagen per jaar in beslag.
Jaarverslag 2015 // 126
Aantal aandelen BinckBank op 31 december 2015: 0
Vergaderingen Raad van Commissarissen en deelcommissies in 2015 Vergaderingen Raad van Commissarissen Frequentie
In 2015 is de Raad van Commissarissen negen keer in een reguliere gecombineerde vergadering met het bestuur bijeengekomen. De vergaderingen vonden plaats in de maanden januari, maart, april, juni, juli, oktober, november en december. De voorzitter, en in voorkomende gevallen een individueel lid van de Raad van Commissarissen heeft daarnaast veelvuldig informeel overleg gevoerd met de leden van het bestuur en andere medewerkers in de organisatie. De Raad van Commissarissen is in 2015 daarnaast viermaal in een afzonderlijke vergadering bijeengekomen. Het aantal vergaderingen illustreert een nauwe betrokkenheid van de Raad van Commissarissen bij de onderneming. Voor 2016 zal een vergelijkbaar vergaderschema door de Raad van Commissarissen worden gehanteerd.
Aanwezigheid
De leden van de Raad van Commissarissen hebben vrijwel alle vergaderingen bijgewoond. Afwezigheid is beperkt gebleven tot gevallen van overmacht. De beschikbaarheid van de leden van de Raad van Commissarissen en het bestuur om tussentijds overleg te plegen was goed.
Onderwerpen Algemeen
De agenda van de vergaderingen van de Raad van Commissarissen besloeg vrijwel alle aspecten van de bedrijfsvoering. De agenda werd steeds voorbereid door de voorzitter van de Raad van Commissarissen in overleg met de voorzitter van het bestuur. Tijdens de vergaderingen zijn onder meer de volgende onderwerpen besproken: de strategie, normen en waarden in de organisatie, de belangen van de verschillende belanghebbenden, de voornaamste risico’s verbonden aan de onderneming en de risicobereidheid voor deze risico’s, innovatie, overnamemogelijkheden, de uitkomsten van de beoordeling door het bestuur van de opzet en de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, alsmede significante wijzigingen hierin. Voorts is stilgestaan bij zaken zoals organisatiecultuur, personele bezetting, wet- en regelgeving, budgetten, interne en externe financiële kwartaal-, halfjaar- en jaarrapportages. Terugkerende en voorgeschreven onderwerpen, zoals de reguliere voortgangsverslagen, zijn tijdens de vergaderingen van de Raad van Commissarissen eveneens behandeld.
Specifiek
In het jaar 2015 is onder meer specifieke aandacht besteed aan de navolgende onderwerpen:
De Raad van Commissarissen was in 2015 vanuit haar verantwoordelijkheid betrokken bij de aanscherping van de strategie van de onderneming die in november 2015 is gepresenteerd tijdens de Capital Markets Day van BinckBank. De aangescherpte strategie beoogt te voorzien in een antwoord op de uitdagingen waar de onderneming op de langere termijn voor staat, vooral ten aanzien van het verdienmodel. Een verdere diversificatie van inkomstenbronnen, producten en diensten is gewenst en heeft zijn weerslag gekregen in de aangescherpte strategie.
Jaarverslag 2015 // 127
Strategie
In dat verband is de Raad van Commissarissen eveneens betrokken geweest bij de besluitvorming om vanuit Treasury in hypotheken te gaan investeren. Het doel van deze investering is in 2016 stabielere rentebaten te genereren binnen de door de Raad van Commissarissen goedgekeurde risicobereidheid. Deze risicobereidheid wordt jaarlijks geagendeerd op het niveau van de Raad van Commissarissen. Het kapitaalbeleid van de onderneming is nauw verbonden met de strategie en de risicobereidheid van de onderneming. Ook dit beleid heeft in 2015 op de agenda van de Raad van Commissarissen gestaan, mede gezien het feit dat de wet- en regelgeving en toezichthouders telkens meer prudentie vereisen op dit vlak.
Alex Vermogensbeheer
In 2014 is Alex Vermogensbeheer geconfronteerd met tegenvallende resultaten. Hierdoor zijn klachten van klanten binnengekomen, dit resulteerde in sommige gevallen in juridische claims. De AFM heeft de onderneming in oktober 2015 in kennis gesteld van het voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke boete. De AFM is van oordeel dat in de periode van 8 september 2012 tot 26 augustus 2014 reclame-uitingen voor Alex Vermogensbeheer niet duidelijke en/of misleidende informatie bevatten. De Raad van Commissarissen heeft dit onderwerp besproken, mede gezien de strategische dimensie van Alex Vermogensbeheer. Tijdens de vergaderingen zijn de door het bestuur geformuleerde reacties aan de AFM besproken. Tevens is er aan de orde geweest welke lessen kunnen worden getrokken op basis van de ervaringen met Alex Vermogensbeheer en op welke wijze een verdere evolutie van Alex Vermogensbeheer gestalte kan krijgen.
Concurrentiepositie
De concurrentiepositie van de Retail activiteiten en de analyse daarvan heeft in 2015 eveneens op de agenda gestaan. Klantgerichtheid, productinnovatie, positionering en ‘time to market’ spelen hierbij een belangrijke rol. Deze thematiek wordt op het niveau van de branches benaderd en geanalyseerd. Vanuit deze analyse wordt een actieplan opgesteld waarvan de uitvoering periodiek wordt gemonitord. Door de segmentering in de financiële verslaggeving op landenniveau zijn de prestaties van de verschillende branches inzichtelijker voor de markt.
Samenstelling Raad van Commissarissen en bestuur
Zoals hiervoor is aangegeven, heeft dit onderwerp in 2015 ook op de agenda van de vergaderingen van de Raad van Commissarissen gestaan. Het bestuursmodel is onder de loep genomen, waarbij als uitgangspunt is gehanteerd dat het bestuursmodel de executie van de strategie op een adequate wijze dient te faciliteren. Dit proces heeft onder meer geresulteerd in de creatie van de functie van Chief Operating Officer (COO). Deze functie is primair gericht op een effectieve uitvoering van de operational excellence strategie van de onderneming.
Jaarverslag 2015 // 128
De selectie van de functionarissen voor de verschillende functies binnen de Raad van Commissarissen en het bestuur heeft op een grondige en zorgvuldige wijze plaatsgevonden met ondersteuning van externe specialisten. De achtergrond, kennis en ervaring van de verschillende functionarissen van de Raad van Commissarissen en het bestuur is divers en grotendeels complementair. Dit zorgt voor een brede uitwisseling van invalshoeken en argumenten wat bijdraagt aan de kwaliteit van de besluitvorming.
Doelstellingen bestuur 2015
De Raad van Commissarissen heeft uitvoering gegeven aan haar verantwoordelijkheid voor de bepaling van doelstellingen van het bestuur en de realisatie daarvan in 2015. De doelstellingen voor het bestuur zijn zorgvuldig samengesteld. De Raad van Commissarissen hecht eraan zoveel mogelijk meetbare doelstellingen vast te stellen. De Raad van Commissarissen heeft tevens individuele gesprekken gevoerd met de afzonderlijke leden van het bestuur over hun ambities voor de toekomst.
Beloning bestuur 2016
Het recente verleden heeft geleerd dat de beloning van bestuurders in het Nederlandse bankenlandschap een belangrijk maatschappelijk onderwerp is. Voor BinckBank zijn vanaf 1 januari 2016 de richtlijnen in de Wet beloningingsbeleid financiële ondernemingen volledig van toepassing. De Raad van Commissarissen heeft met het oog op de wettelijke maximering van de variabele beloning als percentage van het vaste salaris veel aandacht besteed aan het opnieuw inrichten en vaststellen van de beloning van het bestuur. De Raad van Commissarissen acht het van groot belang dat er samenhang is, zowel met de ontwikkelingen in de markt als met de persoonlijke en collectieve prestaties en het interne beloningsbeleid voor BinckBank, ten aanzien van de samenstelling en de hoogte van de beloning. De Raad van Commissarissen heeft door een onafhankelijk extern bureau diverse benchmarkstudies laten uitvoeren. De resultaten hiervan zijn uitvoerig besproken en meegenomen in de evaluatie van het belonings beleid van BinckBank. Het gehele beloningsbeleid is voor 2016 opnieuw gestructureerd. Deze studie toont aan dat de vaste beloning van bestuurders van ondernemingen in de peergroep van BinckBank verhoogd zijn, gedeeltelijk als gevolg van de doorgevoerde teruggang van het maximale toegestane percentage van de variabele beloning. De wijzigingen op het vlak van beloningen hebben een weerslag gekregen in het beloningsbeleid. Dit beleid zal tijdens de Algemene Vergadering van 2016 worden behandeld.
Able
Het bestuur heeft de Raad van Commissarissen geïnformeerd over het lange termijn businessplan voor Able. De software dochter van BinckBank N.V. heeft een roadmap ontwikkeld voor de verdere ontwikkeling van de software. De roadmap biedt een solide basis voor de verdere uitbouw van de licentieactiviteiten van Able. Afgelopen jaar zijn de wederzijdse afhankelijkheden tussen BinckBank en Able op organisatorisch en ICT vlak weggenomen. De Raad van Commissarissen heeft toezicht gehouden op de deugdelijkheid van dit proces en daarover besprekingen gevoerd met het bestuur.
Compliance en de naleving van wet- en regelgeving
Financiële instellingen worden geconfronteerd met een toegenomen wet- en regelgeving. Van overheidswege aangestelde toezichthouders houden bovendien intensiever toezicht op de instellingen en hun invloed neemt toe. BinckBank heeft de functie van compliance in de meest brede zin – conform het zogenaamde Three lines of defense model – in de organisatie belegd. De controls zijn niet alleen verder aangescherpt, er is ook uitgebreid aandacht besteed aan de effectiviteit van de zogenaamde ‘soft’ controls. Deze ‘soft’ controls zijn volgens de Raad van Commissarissen van groot belang voor de organisatie. Voor een betere coördinatie van de raakvlakken tussen Compliance en Risicomanagement is intern een Risico en Compliance Commissie opgericht.
Functioneren bestuur en Raad van Commissarissen
De Raad van Commissarissen heeft, buiten aanwezigheid van het bestuur, het functioneren van de Raad van Commissarissen als geheel en van haar individuele leden en haar commissies, de effectiviteit van de permanente educatie en de eventuele conclusies die hieraan moesten worden verbonden besproken. De beoordeling heeft, mede met inachtneming van het bovenstaande, op een plenaire wijze plaatsgevonden tegen de achtergrond van het profiel, de samenstelling en de competentie van de Raad van Commissarissen, evenals die van haar individuele leden. Bij een dergelijke beoordeling dient uiteraard de nodige prudentie te worden betracht. De Raad van Commissarissen heeft, eveneens buiten aanwezigheid van het bestuur, zowel het functioneren van het bestuur
Jaarverslag 2015 // 129
BinckBank is het afgelopen jaar bij een aantal rechtszaken partij geweest, handelend onder meer over de reik wijdte van de zorgplicht tegenover derden. Deze zorgplicht is onderwerp van gesprek geweest op het niveau van de Raad van Commissarissen. De afweging van de belangen van diverse betrokkenen is soms complex als het gaat om zorgplicht. BinckBank wil deze complexiteit van de afwegingen in het komende jaar graag met externe toezichthouders en collega-banken nader bespreken om meer duidelijkheid te krijgen over het normenkader dat gehanteerd moet worden in deze afwegingen.
als geheel als van haar individuele leden besproken. Hierbij heeft de Raad van Commissarissen zich vergewist of de leden van het bestuur kunnen blijven voldoen aan de door de Raad van Commissarissen gestelde eisen en die van De Nederlandsche Bank. Ook deze beoordeling heeft in aanwezigheid van alle commissarissen plaatsgevonden.
De verhouding met aandeelhouders
Aan de verhouding met (potentiële) aandeelhouders is in 2015 gestalte gegeven door periodieke roadshows en conferenties waarin, op basis van publieke informatie, presentaties zijn gegeven. Afgezien daarvan heeft in 2015 een jaarlijkse Algemene Vergadering en een buitengewone Algemene Vergadering plaatsgevonden.
Vergaderingen van de auditcommissie in 2015 De Raad van Commissarissen heeft uit haar midden een auditcommissie benoemd. De samenstelling van de auditcommissie is gedurende 2015 gewijzigd. Mevrouw C.J. van der Weerdt-Norder is met ingang van 29 oktober 2014 de voorzitter van de auditcommissie. Tot en met de aandeelhoudersvergadering van 30 april 2015 bestond de auditcommissie verder uit de heren L. Deuzeman, C.J.M. Scholtes en J.K. Brouwer. Bij de aandeelhoudersvergadering van 30 april 2015 zijn de heren C.J.M. Scholtes en J.K. Brouwer teruggetreden als commissaris en daarmee ook als lid van de auditcommissie en is de heer J.W.T. van der Steen toegetreden tot de auditcommissie. Omdat de heer Deuzeman gedurende 2015 tijdelijk als gedelegeerd commissaris was aangesteld heeft de heer Deuzeman tot en met september 2015 niet deelgenomen aan de vergaderingen van de auditcommissie. De vergaderingen werden bijgewoond door de leden van de auditcommissie en de heren V.J.J. Germyns (bestuursvoorzitter), E.J.M. Kooistra (CFRO), de manager IAD en hoofd Ethics & Compliance. De auditcommissie voldoet aan de geldende onafhankelijkheidseisen en bezit over voldoende leden met de vereiste financiële expertise. De auditcommissie is in 2015 viermaal bijeengekomen: in de maanden maart, juni, september en november. Alle vergaderingen zijn bijgewoond door de bestuursvoorzitter en de CFRO van BinckBank. De auditcommissie heeft ook gesproken met zowel de externe als interne accountant buiten aanwezigheid van het bestuur.
Jaarverslag 2015 // 130
Het toezicht op de financiële informatievoorziening door de vennootschap geschiedt door de Raad van Commis sarissen. De activiteiten van de auditcommissie omvatten onder meer het toezicht op de opzet, het bestaan en de werking van het stelsel van interne controle en risicobeheersingsmaatregelen, de opvolging van de door de externe accountant en IAD gedane aanbevelingen en het functioneren van de IAD. De door de IAD uitgevoerde audits, met de daaruit voortvloeiende bevindingen en aanbevelingen, stonden centraal tijdens de bijeenkomsten van de auditcommissie. De IAD heeft middels onderzoeken op de diverse risicogebieden, samengevat in de IAD management letter, de opzet, bestaan en werking van de interne beheersmaatregelen beoordeeld. Er is bijzondere aandacht besteed aan: de buitenlandse branches, security monitoring, market data, wet- en regelgeving (o.a. Anti Money Laundering, privacy), regulatory reporting, project management en governance. De risicobeheersing is in een groot aantal audits als adequaat beoordeeld. Op de gebieden waar de IAD tot een oordeel ‘behoeft verbetering’ is gekomen zijn adequate maatregelen reeds getroffen of in ontwikkeling, zodat sprake is van een adequate interne beheersing. Naast de onderzoeken is er ook specifieke aandacht besteed aan de uitkomsten van de kwaliteitstoets van de IAD en de ontwikkeling van soft controls. Naast de aandacht voor internal en external audits was Ethics & Compliance tijdens elke vergadering een vast agendapunt, waarbij kennis werd genomen van de stand van zaken ten aanzien van Ethics & Compliance. Het hoofd Ethics & Compliance heeft tijdens elke vergadering van de auditcommissie verslagen gepresenteerd ten aanzien van onderwerpen als zorgplicht, Anti Money Laundering, Anti Market Abuse, fraude, privacy en belangenconflicten. De reikwijdte betrof heel BinckBank, met name ook de ontwikkelingen in de buitenlandse branches.
Gedurende het jaar heeft de auditcommissie aandacht besteed aan het Tax Framework, de klokkenluiders regeling en bepalingen inzake de evaluatie van de externe accountant, het beoordelen van de policy voor non-audit services en het bepalen van de onafhankelijkheid van de externe accountant. Tevens heeft de auditcommissie een door de manager IAD gefaciliteerde zelfevaluatie uitgevoerd. Het algemene oordeel was goed, maar mede door haar kritische blik noteerde de auditcommissie ook enkele attentiepunten op bijvoorbeeld het gebied van juridische kennis. Deze punten zijn opgenomen in het programma voor permanente educatie of worden gemitigeerd door inzet van externe expertise. Deloitte is tijdens de Algemene Vergadering van 22 april 2014 benoemd als de nieuwe externe accountant voor een termijn van drie jaar. De accountant is aangesteld om de jaarrekening BinckBank N.V. te controleren. Conform de huidige onafhankelijkheidsregels van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants (NBA) verricht de externe accountant van BinckBank alleen de controle en geen adviesdiensten.
Vergaderingen van de risico- en productontwikkelingscommissie in 2015 De Raad van Commissarissen heeft uit haar midden de risico- en productontwikkelingscommissie (RPC) benoemd. Door de wisselingen in de Raad van Commissarissen gedurende het jaar zijn de leden van de RPC ook gedurende het jaar gewijzigd. Aan het eind van het jaar bestond de RPC uit de commissarissen: L. Deuzeman (voorzitter), J.M.A. Kemna, C.J. Van der Weerdt-Norder en A. Soederhuizen. De RPC is in 2015 vijfmaal bijeengekomen: in de maanden maart, juni, september, november en december. De vergaderingen van maart, juni en september zijn bijgewoond door de bestuursvoorzitter, de CFRO en het hoofd Risico management. Met de benoeming van de COO is de taakstelling binnen het bestuur herverdeeld, de vergadering van november is bijgewoond door de CFRO en de COO. Tot de taak van de RPC behoort onder meer de advisering van de Raad van Commissarissen over de inhoud van het risicoprofiel en de risicobereidheid van de vennootschap. Tevens ziet de RPC toe op de beheersing van alle relevante risico’s, waaronder het klantbelang en de zorgplicht tegenover de klant ten aanzien van bestaande en nieuwe producten en diensten. Bovendien houdt de RPC toezicht op de toereikendheid van het kapitaal en de liquiditeit.
In 2015 heeft BinckBank een aantal projecten gedefinieerd om het risicoprofiel beter op de risicobereidheid af te stemmen. Minimaal twee keer per jaar wordt aandacht besteed aan de ICT-risico’s en cybersecurity. Tevens zijn dit jaar de ontwikkelingen van dienstverlening van Alex Vermogensbeheer in deze commissie besproken. In 2015 is ook aandacht besteed aan de investering in hypotheken in de Nederlandse markt.
Jaarverslag 2015 // 131
Ten behoeve van de uitvoering van haar functie wordt de commissie iedere vergadering geïnformeerd vanuit de afdelingen: Legal, Treasury en de tweedelijns afdeling Risico management. Door de Treasury afdeling wordt de commissie geïnformeerd over de solvabiliteit en liquiditeit en de impact daarvan ten tijde van stress, hiernaast wordt ze geïnformeerd over de samenstelling van de beleggingsportefeuille. Door Legal wordt de commissie geïnformeerd over ontvangen en afgehandelde claims. Door Risico management wordt de commissie iedere vergadering geïnformeerd over de onderwerpen die in de diverse risicocommissies in de organisatie worden besproken, mede op basis van de risicorapportage die ieder kwartaal wordt opgesteld. In deze rapportage worden geïdentificeerde risico’s benoemd en worden wijzigingen in het risicoprofiel behandeld, mede aan de hand van de vastgestelde risicobereidheid. Aan de hand van deze informatie kan de commissie eventuele wijzigingen in het risicoprofiel van de bank tijdig signaleren.
Remuneratiecommissie in 2015 De remuneratiecommissie, als bedoeld in de Regeling beheerst beloningsbeleid 2014, is verantwoordelijk voor het voorbereiden van beslissingen over beloningen, inclusief beslissingen over beloningen die gevolgen hebben voor de risico’s en de risicobeheersing van BinckBank die de Raad van Commissarissen moet nemen. De remuneratiecommissie bestaat thans vanuit de RvC uit de volgende leden: mevrouw Kemna (Voorzitter), de heer Van der Steen en de heer Soederhuizen. Voorts hebben de bestuursvoorzitter en de manager Human Resources zitting in de remuneratiecommissie. De remuneratiecommissie houdt bij de te nemen beslissingen rekening met de lange termijn belangen van alle stakeholders van BinckBank. De remuneratiecommissie wordt geïnformeerd door de voorzitter van het bestuur. Ook wordt zij geïnformeerd en geadviseerd door de controlecommissie, waarin zitting hebben de manager Risico management, de manager Human Resources, het hoofd Ethics & Compliance en een jurist. De remuneratiecommissie is onafhankelijk en voldoende deskundig met betrekking tot het beloningsbeleid, de beloningscultuur en omstandigheden en beweegredenen waardoor binnen een onderneming ongewenste prikkels kunnen ontstaan tot het nemen van beslissingen die in strijd zijn met een zorgvuldige beheersing van risico, kapitaal en liquiditeit. Gedurende het jaar heeft de remuneratiecommissie onder meer aandacht besteed aan de beoordelingen en de beloningen van de Identified Staff en het bestuur, het pensioenstelsel en diverse vraagstukken voortvloeiende uit het beloningsbeleid. De manager Human Resources heeft tijdens elke vergadering van de remuneratiecommissie verslagen gepresenteerd over de ontwikkeling binnen BinckBank ten aanzien van onderwerpen als medewerkers tevredenheid, (interne) opleidingen, werving en selectie en veranderingen in het pensioenstelsel en het arbeidsrecht.
Jaarverslag 2015 // 132
De remuneratiecommissie is in 2015 vijf keer bijeengekomen. De remuneratiecommissie heeft in 2015 één keer vergaderd met de controlecommissie buiten aanwezigheid van het bestuur.
Hoofdlijnen remuneratierapport van de Raad van Commissarissen van BinckBank over het boekjaar 2015 Algemeen Volgens best practice bepaling II.2.12 van de Corporate Governance Code dient in het remuneratierapport verslag te worden gedaan van de wijze waarop het bezoldigingsbeleid in het afgelopen jaar in de praktijk is gebracht en dient een overzicht te worden gegeven van het bezoldigingsbeleid dat het komende jaar en de daaropvolgende jaren door de Raad van Commissarissen wordt voorzien. Het remuneratierapport over kalenderjaar 2015 (‘Remuneratierapport 2015’) en de rapportage over het beloningsbeleid Identified Staff zijn te vinden op www.binck.com. BinckBank hanteert een beloningsbeleid (‘Beloningsbeleid BinckBank’) dat gebaseerd is op de Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2014 (‘Regeling’) en de bepalingen uit hoofde van de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen die zijn opgenomen in de Wet op het financieel toezicht. Variabele beloningen worden voor een groot deel voorwaardelijk toegekend. Een variabele beloning wordt (gedeeltelijk) onvoorwaardelijk al naar gelang de uitkomst van een herbeoordeling die, aan de hand van de geldende prestatiecriteria, na verloop van een bepaalde periode dient plaats te vinden. Over voorwaardelijk toegekende aandelen mag geen dividend worden uitgekeerd. Bij de beoordeling of aan de toepasselijke indicatoren is voldaan, dient een eventuele risicocorrectie plaats te vinden. Met inachtneming van het voorgaande, wordt hierna verslag gedaan van de wijze waarop de beloning voor het bestuur in 2015, met inachtneming van het bepaalde in het Beloningsbeleid BinckBank, door de Raad van Commissarissen is vastgesteld en wordt een overzicht gegeven van het beloningsbeleid dat het komende jaar en de daaropvolgende jaren door de Raad van Commissarissen wordt voorzien.
Beloningsbeleid BinckBank Inleiding
Het Beloningsbeleid BinckBank geldt als kader waarbinnen de Raad van Commissarissen de bezoldiging van de leden van het bestuur van BinckBank N.V. (‘bestuursleden’) over kalenderjaar 2015 heeft vastgesteld.
Bezoldigingselementen
Hierna zal per bezoldigingselement worden beschreven wat de inhoud is van het beloningsbeleid van BinckBank en de wijze waarop daaraan tijdens het kalenderjaar 2015 door de Raad van Commissarissen uitvoering is gegeven.
Jaarverslag 2015 // 133
Het Beloningsbeleid BinckBank kent de navolgende beloningscomponenten: a. Vast bruto jaarsalaris b. Variabele beloning c. Pensioenvoorziening en WIA-excedentverzekering d. Autoleaseregeling en vergoeding van mobiele telefoonkosten
a. Vast bruto jaarsalaris Inhoud beloningsbeleid BinckBank Het vaste bruto jaarsalaris wordt door de Raad van Commissarissen vastgesteld binnen een in het Beloningsbeleid van BinckBank aangegeven kader. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de taken en verantwoordelijk heden van de voorzitter en die van de overige leden van het bestuur. Uitvoering beloningsbeleid BinckBank Het vaste bruto basissalaris op jaarbasis is als volgt vastgesteld: V.J.J. Germyns € 400.000 E.J.M. Kooistra € 360.000 S.C. Clausing € 325.000 Het vaste bruto basissalaris op jaarbasis van de heer Germyns is verhoogd tot € 400.000 wegens de vervulling van de rol van voorzitter van het bestuur met ingang van 1 januari 2015. Het vaste bruto basissalaris op jaarbasis van de heer Clausing, die vanaf 30 oktober 2015 is toegetreden tot het bestuur, is voor 2015 naar rato vastgesteld.
b. Variabele beloning Inhoud beloningsbeleid BinckBank Een variabele beloning bestaat voor 50% uit aandelen BinckBank en voor 50% uit contanten. Een variabele beloning bedraagt maximaal één vast bruto jaarsalaris. De opbouwperiode van een variabele beloning beloopt een periode van één jaar; de zogenaamde prestatieperiode. Voor deze periode is een aantal prestatieindicatoren vastgesteld. Deze criteria zijn een afgewogen geheel van kwalitatieve en kwantitatieve financiële en niet-financiële criteria en zijn gericht op zowel de korte als op de middellange termijn. Na afloop van de prestatieperiode wordt beoordeeld of en zo ja, in hoeverre, de prestatie-indicatoren zijn gerealiseerd waarbij een eventuele risicocorrectie kan plaatsvinden. Van de totale toegekende variabele beloning wordt 50% onvoorwaardelijk toegekend. De overige 50% wordt pro rato voorwaardelijk toegekend over een periode van drie jaar. Na afloop van ieder jaar (binnen de periode van drie jaren) vindt een herbeoordeling plaats aan de hand van de initieel geldende indicatoren. Afhankelijk van de uitkomst van de herbeoordeling verkrijgt het voor het relevante jaar pro rato toegekende gedeelte van de variabele beloning een volledig dan wel gedeeltelijk onvoorwaardelijk karakter.
Jaarverslag 2015 // 134
Aandelen BinckBank die onvoorwaardelijk worden toegekend, vallen onder een retentieperiode van 2 jaar. De Raad van Commissarissen heeft in oktober 2014 besloten de berekening van de variabele beloningen van het bestuur in 2015 ten opzichte van 2014 ongewijzigd te laten. Dit leidt er toe dat het bonusplafond van 20% overeenkomstig artikel 1:123 van de Wet op het financieel toezicht pas vanaf 1 januari 2016 wordt toegepast. De heer Clausing is per 30 oktober 2015 toegetreden tot het bestuur van BinckBank. Om die reden is het bonusplafond van 20% wel voor hem van toepassing. Uitvoering beloningsbeleid BinckBank Jaarlijks worden aan het einde boekjaar door de remuneratiecommissie met het bestuur prestatiedoelstellingen voor het nieuwe jaar overeengekomen. Na afloop van het jaar stelt de Raad van Commissarissen vast of het bestuur in aanmerking kan komen voor (voorwaardelijke) toekenning en uitkering van variabele beloning over het voorliggende kalenderjaar.
Financiële doelstellingen (50% van de totaalscore) De financiële doelstellingen zijn onderverdeeld in collectieve financiële doelstellingen die voor de hele Identified Staff (inclusief bestuur) gelden, die conform het beloningsbeleid financiële doelstellingen mogen hebben, en in individuele financiële doelstellingen die alleen voor specifieke Identified Staff leden en het bestuur gelden. Op de financiële doelstellingen kan op individuele basis een over- of onderscore plaatsvinden. Identified Staff werkzaam in de functies Ethics & Compliance, Risico management en IAD hebben geen variabele beloningscomponent. Collectieve financiële doelstellingen (40%) De collectieve financiële doelstellingen betroffen de volgende doelstellingen: • Een te realiseren gecorrigeerde winst per aandeel over het jaar 2015 van € 0,62 per aandeel. • De operationele verliezen in 2015 diende kleiner dan of gelijk te zijn aan 1,6% van de inkomsten uit operationele activiteiten. • Er diende voortgang gemaakt te worden op de middellange termijn doelstelling betreffende de cost/income ratio, welke in 2018 kleiner dan of gelijk aan 65% moet zijn. Concreet betekende dit voor 2015 dat de cost/ income ratio kleiner dan of gelijk aan 70% diende te zijn. • Er diende voortgang gemaakt te worden op de middellange termijn doelstelling betreffende gebalanceerde inkomsten, waarbij in 2018 de inkomsten uit doorlopende provisiebaten en vermogensbeheervergoedingen in 2018 minimaal 2/3 van de inkomsten uitmaakt. Concreet betekende dit dat in 2015 minimaal 33,3% van de inkomsten uit doorlopende rentebaten, provisiebaten en vermogensbeheervergoedingen diende te komen. De collectieve financiële doelstellingen zijn allemaal behaald. Op dit onderdeel is derhalve de maximale score van 100% toegekend. Individuele financiële doelstellingen (10%) De individuele financiële doelstellingen betroffen doelstellingen voor diverse Identified Staff leden die rechtstreeks aan het bestuur rapporteren en het bestuur zelf. Deze individuele financiële doelstellingen hadden betrekking op te behalen resultaten uit bedrijfsactiviteiten in Nederland, België, Frankrijk en Italië en enkele afdelingen (zoals ICT, Operations en Product Management), aangevuld met individuele kostenbesparingsdoelstellingen. De individuele financiële doelstellingen opgelegd aan Identified Staff leden verantwoordelijk voor de landen Nederland, België en de afdelingen ICT, Operations en Product Management zijn behaald. De individuele financiële doelstellingen opgelegd aan Identified Staff leden verantwoordelijk voor de landen Frankrijk en Italië zijn niet behaald. In het derde kwartaal van 2015 was Italië conform de doelstellingen break-even. In het vierde kwartaal van 2015 werd echter een negatief resultaat gerealiseerd, waardoor over het tweede halfjaar van 2015 geen sprake meer was van break-even. Ondanks de goede voortgang en het bijna behalen van break-even in Italië in de tweede helft van 2015 heeft de Raad van Commissarissen deze individuele financiële doelstelling aangemerkt als niet behaald. De individuele financiële doelstellingen zijn gedeeltelijk behaald. De Raad van Commissarissen heeft derhalve een score van 73,5% toegekend op dit onderdeel.
Collectieve kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen (20%) De collectieve kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen betroffen de volgende doelstellingen: • Het bestuur diende voortgang conform de planning te maken op het gebied van zorgplicht principes. • Het bestuur diende een Anti Market Abuse framework (AMA) operationeel te hebben. • Het Operational Risk Management Framework diende verder uitgerold te worden in de branches. • Het bestuur diende een personeelstevredenheidsonderzoek te houden en opvolging te geven aan de daaruit voortvloeiende actiepunten.
Jaarverslag 2015 // 135
Kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen (50% van de totaalscore) De kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen zijn onderverdeeld in collectieve kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen die voor de hele Identified Staff (inclusief bestuur) gelden en in individuele kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen die alleen voor specifieke Identified Staff leden en het bestuur gelden.
Jaarverslag 2015 // 136
• Er diende voortgang gemaakt te worden op de middellange termijn doelstelling betreffende het aantal transacties, welke in 2018 groter dan of gelijk moet zijn aan 11 miljoen transacties. Concreet betekende dit voor 2015 dat er minimaal 8,8 miljoen transacties voor onze klanten uitgevoerd moesten worden. • Er diende voortgang gemaakt te worden op de middellange termijn doelstelling betreffende het geadministreerde vermogen, welke in 2018 groter dan of gelijk aan € 21 miljard moet zijn. Concreet betekende dit voor 2015 dat het geadministreerde vermogen minimaal € 19 miljard moest zijn. Bovenstaande kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen zijn allemaal behaald, de onderstaande doelstellingen zijn echter niet behaald. • De beschikbaarheid van de handelsplatformen diende minimaal voor 99,9% beschikbaar te zijn voor onze klanten. Er is een score van 99,05% gehaald. • Alle actiepunten op het gebied van risico mitigerende maatregelen met betrekking tot de zelf geïdentificeerde risico’s dan wel door een externe auditor geïdentificeerde risico’s geclassificeerd als middel en hoog, dienden volledig opgevolgd te worden. Per ultimo 2015 zijn er nog enkele openstaande punten. • Er diende voortgang gemaakt te worden op de middellange termijn doelstelling betreffende het beheerd vermogen, welke in 2018 groter dan of gelijk aan € 3,5 miljard moet zijn. Concreet betekende dit voor 2015 dat het beheerd vermogen minimaal € 1,85 miljard moest zijn (2015 € 1,7 miljard). • Er diende voortgang gemaakt te worden op de middellange termijn doelstelling betreffende de klanttevredenheid, welke in 2018 gemiddeld groter dan of gelijk moest zijn aan het rapportcijfer 8. Concreet betekende dit voor 2015 dat de klanttevredenheid minimaal op een rapportcijfer 7,7 diende uit te komen. De klanttevredenheid eind 2015 bedroeg 7,3. De collectieve kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen zijn gedeeltelijk behaald. De Raad van Commissarissen heeft derhalve een score van 62,0% toegekend op dit onderdeel. Individuele kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen (30%) De individuele kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen betroffen doelstellingen voor diverse Identified Staff leden, die rechtstreeks aan het bestuur rapporteren, en het bestuur zelf. De doelstellingen voor de diverse bedrijfsonderdelen was als volgt. • Voor Nederland zijn er kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen behaald met betrekking het stabiliseren van de B2B organisatie en handelsplatform. Tevens is de doelstelling behaald met betrekking tot de groei van het geadministreerd vermogen in het marktsegment van de dienstverlening aan de zelfstandig vermogensbeheerders. De kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen met betrekking op het verbeteren van de performance van Alex vermogensbeheer, groei van de hoeveelheid uitstaande Binck turbo, introductie van online openen, klanttevredenheid van minimaal 7,8 en verbeteringen inzake de kwaliteit van de front en back-end applicaties van het B2B platform zijn niet behaald. De Raad van Commissarissen heeft een score van 38,9% toegekend op dit onderdeel. • Voor België zijn de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen behaald met betrekking tot de klant tevredenheid. De kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen met betrekking tot de conform planning introductie van vermogensbeheer, de Binck turbo en het optimaliseren van de informatievoorziening zijn echter niet behaald. De Raad van Commissarissen heeft een score van 25,0% toegekend op dit onderdeel. • Voor Frankrijk zijn er kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen behaald met betrekking tot lancering van een handelsapplicatie speciaal gericht op de zeer actieve handelaar en de voorbereidingen betreffende de migratie van Frankrijk naar het Europese basisplatform. De kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen met betrekking tot de klanttevredenheid en het optimaliseren van de informatievoorziening zijn echter niet behaald. De Raad van Commissarissen heeft een score van 51,4% toegekend op dit onderdeel. • Voor Italië zijn er kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen behaald met betrekking tot de klanttevredenheid en de introductie van een alternatief prijsmodel. De kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen met betrekking tot de groei van inkomsten uit het uitlenen van effecten en het optimaliseren van de informatievoorziening zijn echter niet behaald. De Raad van Commissarissen heeft een score van 46,7% toegekend op dit onderdeel. • Voor de afdeling ICT is de kwantitatieve en kwalitatieve doelstelling behaald inzake het optimaliseren van het software ontwikkelproces. De overige kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen hadden betrekking op het behalen van de software ontwikkelingsplanning op het Europese basisplatform en het B2B platform en deze
zijn niet behaald. De Raad van Commissarissen heeft een score van 33,3% toegekend op dit onderdeel. • Voor de afdeling Product Management zijn er geen van de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen behaald. De doelstellingen hadden betrekking op het verder optimaliseren van het product Alex Vermogens beheer, het optimaliseren van de beheersingsmaatregelen omtrent data en informatie, het verbeteren van de informatievoorzieningen en de implementatie van het uitlenen van effecten in Italië. De Raad van Commissarissen heeft een score van 0% toegekend op dit onderdeel. • Voor de afdeling Operations zijn de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen behaald betreffende het verbeteren van de processen omtrent corporate actions en settlements. Daarnaast zijn er nog een aantal andere generieke procesverbeteringen gerealiseerd. De kwantitatieve en kwalitatieve doelstelling inzake de conform wet- en regelgeving tijdige transactierapportage richting de AFM is echter niet behaald. De Raad van Commissarissen heeft een score van 80% toegekend op dit onderdeel. • Voor de stafafdelingen zijn de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen behaald inzake het sluiten van een overeenkomst inzake hypotheken ter grote van minimaal € 250 miljoen, het versterken van de financiële afdeling in het bijzonder de bancaire toezichthouders rapportage groep. Dit betreft dat de bancaire toezichthouders rapportage tijdig opgeleverd en van voldoende kwaliteit dienden te zijn. Ook de implementatie van een nieuw personeels- en organisatie systeem en actiepunten van medewerker tevredenheidsonderzoek zijn adequaat opgevolgd. De kwantitatieve en kwalitatieve doelstelling inzake een nieuw beloningsbeleid is niet conform planning behaald. De Raad van Commissarissen heeft een score van 93,8% toegekend op dit onderdeel. • Voor de verschillende bedrijfsonderdelen zijn tevens kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen gesteld inzake de geplande risico’s en de gestelde risicobereidheid conform het businessplan. De Raad van Commissarissen heeft een score van 81,8% toegekend op dit onderdeel. De individuele kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen zijn gedeeltelijk behaald. Op dit onderdeel heeft de Raad van Commissarissen een score van 55,4% toegekend. Conclusie: Gezien het voorgaande, zijn de doelstellingen in totaal voor 76,38% gerealiseerd ((40% x 100% + (10% x 73,5%) + (20% x 62,0%) + (30% x 55,4%)). De Raad van Commissarissen heeft dit als zodanig ook vastgesteld en als basis voor de berekening van de prestatiebeloning aangehouden. Er was geen reden om te differentiëren tussen de bestuurders onderling.
c. Pensioenregeling en WIA-excedentverzekering
Pensioenregeling Bestuursleden nemen deel aan een pensioenregeling waarbij jaarlijks 20% van het bruto jaarsalaris door de onderneming als pensioenpremie wordt afgedragen voor een beschikbare premieregeling. Vanaf 1 januari 2015 is voor de pensioenregeling van de bestuurders aansluiting gezocht bij de in de markt gangbare pensioenregelingen. Ook zijn de maximale pensioenpremies aan de markt aangepast. In de nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2015 kan over maximaal € 100.000 pensioenpremie worden afgestort. De achteruitgang in premiebijdrage van de oorspronkelijke 20% naar het voor de individuele bestuurder geldende leeftijdspercentage, is aan het vaste salaris van de betreffende bestuurder toegevoegd. De pensioenpremie, gebaseerd op de leeftijd van de bestuurder, wordt voor het pensioengevend salaris van maximaal € 100.000 door BinckBank afgestort bij de pensioenverzekeraar van de bestuurder. Het restant, voor het salaris boven € 100.000, wordt door BinckBank als pensioencompensatie aan de bestuurder ter beschikking gesteld. WIA-excedentverzekering BinckBank neemt 50% van de premie van de WIA-excedentverzekering voor haar rekening die recht geeft op maximaal 70% van het laatstverdiende salaris. De premie bedraagt 2,249% van het verzekerde bedrag per jaar. Bestuursleden hebben over 2015 deelgenomen aan deze regeling . Vanaf 30 oktober 2015 werkt de heer Clausing, op een ‘overeenkomst van opdracht’ waarin een opzegtermijn
Jaarverslag 2015 // 137
Inhoud en uitvoering beloningsbeleid BinckBank
is opgenomen van 6 maanden. Aanvullend is voor hem een WIA-excedent verzekering afgesloten voor de daaropvolgende 18 maanden wanneer zijn overeenkomst op grond van arbeidsongeschiktheid zou worden opgezegd. Op deze manier gelden voor hem dezelfde condities als voor de overige bestuurders.
d. Autoleaseregeling en vergoeding mobiele telefoonkosten
Jaarverslag 2015 // 138
Inhoud en uitvoering beloningsbeleid BinckBank Bestuursleden nemen deel aan de bij BinckBank toepasselijke autoleaseregeling en vergoeding van mobiele telefoonkosten.
Bezoldiging bestuursleden Bezoldiging bestuur in 2015 Vaste basis beloning
Pensioen bijdrage 20% **
Prestatiebeloning 2015
Totaal beloning (vast + prestatie)
Variabel als % vast beloning
Bezit aandelen BinckBank ultimo 2015
Waarvan aandelen in lock-up periode
Nog te ontvangen aandelen m.b.t. voorgaande boekjaren***
V.J.J. Germyns
€ 400.000
€ 80.000
€ 305.521
€ 785.521
76,4%
27.630
13.028
12.445
E.J.M. Kooistra
€ 360.000
€ 72.000
€ 274.969
€ 706.969
76,4%
62.506
28.774
14.071
€ 54.167
€ 10.833
€ 8.275
€ 73.275
15,3%
-
-
-
€ 814.167
€ 162.833
€ 588.765
€ 1.565.765
90.136
41.802
26.516
S.J. Clausing* Totaal
* Benoemd als bestuurslid op 30 oktober 2015, de vaste en variabele beloning is afgerond in hele maanden
** In de Pensioenbijdrage zijn opgenomen de betaalde pensioenpremie, de pensioencompensatie inzake de pensioenopbouw tot € 100.000 en de achteruitgang in de premiebijdrage van de oorspronkelijke 20% naar het geldende leeftijdspercentage van de individuele bestuurder.
*** De nog te ontvangen aandelen m.b.t. voorgaande boekjaren zijn onder voorbehoud van een herbeoordeling m.b.t. de geleverde prestaties in het desbetreffende prestatiejaar
Bezoldiging bestuur in 2014 Vaste basis beloning
Pensioen bijdrage 20%
Beëin digingsvergoeding ****
Prestatiebeloning 2014
Totaal beloning (vast + prestatie)
Variabel als % vast beloning
Bezit aandelen BinckBank ultimo 2014
Waarvan aandelen in lock-up periode
Nog te ontvangen aandelen m.b.t. voorgaande boekjaren*****
V.J.J. Germyns*
€ 216.667
€ 43.333
€ 146.087
€ 406.087
67,4%
14.602
11.602
9.815
E.J.M. Kooistra
€ 360.000
€ 72.000
€ 242.730
€ 674.730
67,4%
49.011
19.026
10.350
K.N. Beentjes **
€ 400.000
€ 80.000
€ 269.700
€ 1.149.700
67,4%
53.537
22.708
11.946
€ 108.333
€ 21.667
€ 73.044
€ 203.044
67,4%
16.859
16.859
10.053
€ 1.085.000
€ 217.000
€ 731.561
€ 2.433.561
134.009
70.195
42.164
P. Aartsen*** Totaal
€ 400.000
€ 400.000
* Benoemd als bestuurslid op 22 april 2014, de vaste en variabele beloning is afgerond in hele maanden ** Afgetreden als bestuurslid per 31 december 2014
*** Afgetreden als bestuurslid per 22 april 2014, de vaste & variabele beloning is afgerond in hele maanden **** De beëindigingsvergoeding is begin 2015 betaald
***** De nog te ontvangen aandelen m.b.t. voorgaande boekjaren zijn onder voorbehoud van een herbeoordeling m.b.t. de geleverde prestaties in het desbetreffende prestatiejaar
Overzicht benoeming leden van de raad van bestuur
V.J.J. Germyns
E.J.M. Kooistra S.J. Clausing
Datum (her)benoemd 22-4-2014 23-4-2012
30-10-2015
Datum afloop termijn AV 2018
AV 2016
AV 2019
Jaarverslag 2015 // 139
Overzicht benoeming bestuursleden
Leningen verstrekt aan bestuursleden
Jaarverslag 2015 // 140
Bestuurders kunnen gebruik maken van effectenkrediet conform personeelsvoorwaarden. In 2015 heeft geen van de bestuurders hier gebruik van gemaakt. Er zijn geen andere leningen verstrekt aan bestuurders.
Bezoldiging leden van de Raad van Commissarissen en commissies over 2015 Tijdens de jaarlijkse Algemene Vergadering van 2010 en 2011 is besloten om de navolgende vergoedingen te hanteren voor leden van de Raad van Commissarissen en haar commissies:
Raad van Commissarissen Jaarlijkse vergoeding: • voorzitter Raad van Commissarissen € 40.000 bruto • lid Raad van Commissarissen € 26.000 bruto
Commissies Jaarlijkse commissievergoeding:
• voorzitter van de auditcommissie € 8.000 bruto • lid auditcommissie € 6.000 bruto • voorzitter van de risico- en productontwikkelingscommissie € 8.000 bruto • lid risico- en productontwikkelingscommissie € 6.000 bruto • voorzitter remuneratiecommissie € 8.000 bruto • lid remuneratiecommissie € 6.000 bruto
Jaarverslag 2015 // 141
De vergoedingen zijn conform voorgaande aan leden van de Raad van Commissarissen toegekend. De tabellen op de volgende pagina geven een overzicht van de bezoldiging van de leden van de Raad van Commissarissen, de auditcommissie, de risico- en productontwikkelingscommissie en de remuneratiecommissie. Tevens wordt een overzicht gegeven van de resterende duur van de benoemingstermijn met de individuele leden van de Raad van Commissarissen.
Overzicht bezoldiging leden van de Raad van Commissarissen Bezoldiging Raad van Commissarissen 2015 Vaste beloningen lid RVC
C.J.M. Scholtes*
€ 16.000
L. Deuzeman
€ 26.000
J.M.A. Kemna
€ 26.000
J.K. Brouwer*
C.J. van der Weerdt-Norder J.W.T. van der Steen A. Soederhuizen** Totaal
€ 8.667
€ 26.000
Vaste beloning lid AC
Vaste beloning lid RPC
Vaste beloning lid REMCO
Vergoeding gedelegeerd commissaris
Totaal
-
€ 2.400
-
€ 20.800
€ 6.000
€ 6.000
-
€ 90.956
€ 128.956
-
€ 7.500
€ 6.833
-
€ 2.400
€ 2.000
€ 8.000
€ 36.500
€ 3.000
€ 143.500
€ 21.400
€ 4.333
-
€ 2.667
€ 4.500
-
-
-
€ 6.500
€ 21.667
€ 16.733
€ 1.000
€ 1.000
-
€ 13.334
€ 38.500
€ 40.333
-
€ 46.000
€ 90.956
€ 294.256
-
€ 6.333
* Afgetreden als lid van de RvC per 30 april 2015
** Benoemd als lid van de RvC op 30 oktober 2015
Bedragen kunnen afwijken van de jaarlijkse vastgestelde vergoedingen door gedeclareerde onkosten bij de vervulling van de functie.
Bezoldiging Raad van Commissarissen 2014
C.J.M. Scholtes J.K. Brouwer
A.M. Van Westerloo* L. Deuzeman
C.J. van der Weerdt-Norder** J.M.A. Kemna**
J.M.A. van der Steen** Totaal
Vaste beloningen lid RVC
Vaste beloning lid AC
Vaste beloning lid RPC
Vaste beloning lid REMCO
Totaal
€ 40.000
€ 6.000
-
€ 6.000
€ 52.000
€ 13.000
-
€ 3.000
€ 4.000
-
-
€ 26.000
€ 6.000
€ 8.000
€ 26.000
€ 8.000
€ 6.000
€ 7.366
-
€ 1.700
€ 21.700
€ 18.700
€ 7.366
€ 7.366
€ 127.098
€ 1.700
-
-
-
€ 40.000
-
€ 40.000
-
€ 9.066
€ 2.266
€ 12.266
€ 20.000 € 9.066
€ 9.632
€ 179.764
* Afgetreden als lid van de RvC per 22 april 2014
** Benoemd als lid van de RvC op 18 september 2014
Bedragen kunnen afwijken van de jaarlijkse vastgestelde vergoedingen door gedeclareerde onkosten bij de vervulling van de functie.
Overzicht benoeming leden van de Raad van Commissarissen Overzicht benoeming commissarissen
Datum (her)benoemd
Datum afloop termijn
L. Deuzeman
30-4-2015
AV 2019
J.M.A. Kemna
18-9-2014
AV 2018
Jaarverslag 2015 // 142
C.J. van der Weerdt-Norder J.W.T. van der Steen A. Soederhuizen
18-9-2014 18-9-2014
30-10-2015
AV 2018 AV 2018
AV 2019
Overleg met de ondernemingsraad (OR) De Raad van Commissarissen heeft in 2015 meerdere malen overleg gevoerd met ondernemingsraad (OR). Daarnaast heeft de heer J. van der Steen in 2015 regelmatig overleg gehad met de OR tijdens een reguliere OR-vergadering. De Raad van Commissarissen hecht veel waarde aan een goede relatie met de OR en heeft de contacten met de OR als constructief en waardevol ervaren.
Jaarrekening en dividend
Jaarverslag 2015 // 143
De Raad van Commissarissen heeft de jaarrekening 2015 besproken met het bestuur en Deloitte Accountants B.V. (de externe accountant) en in de vergadering van 10 maart 2016 is deze goedgekeurd. Deloitte Accountants B.V. heeft een goedkeurende controleverklaring afgegeven. Op 25 april 2016 zal de jaarrekening ter vaststelling aan de Algemene Vergadering worden voorgelegd. Het dividend over 2015 dat wordt voorgesteld, bedraagt € 0,39 per gewoon aandeel. Rekening houdend met het reeds uitgekeerde interim dividend van € 0,14 bedraagt het voorgestelde slotdividend € 0,25 per gewoon aandeel onder aftrek van 15% dividendbelasting en zal betaalbaar worden gesteld op 2 mei 2016. BinckBank voldoet met de voorgenomen dividenduitkering aan de in de aanbevelingen (ECB/2015/2 en ECB/2015/49) van de Europese Centrale Bank (ECB) die respectievelijk op 28 januari 2015 en op 17 december 2015 zijn uitgebracht.
Jaarrekening 2015
Jaarrekening 2015 BinckBank N.V. Geconsolideerde jaarrekening Geconsolideerde balans • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • Geconsolideerde winst- en verliesrekening • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • Geconsolideerd overzicht gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • Geconsolideerd kasstroomoverzicht• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • Geconsolideerd overzicht van mutaties in het eigen vermogen • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
148 149 150 151 153
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 1 Bedrijfsinformatie���������������������������������������������������������������������������������������������� 154 2 Algemene grondslagen���������������������������������������������������������������������������������������� 155 3 Grondslagen voor consolidatie ������������������������������������������������������������������������������ 160 4 Grondslagen voor transacties met deelnemingen en groepsmaatschappijen ������������������������ 160 5 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling������������������������������������������������������ 161
Jaarverslag 2015 // 146
Toelichting op de geconsolideerde balans 6 Kasmiddelen���������������������������������������������������������������������������������������������������� 172 7 Bankiers���������������������������������������������������������������������������������������������������������� 172 8 Financiële activa en passiva aangemerkt als tegen reële waarde met verwerking van waardeverandering in de winst- en verliesrekening ������������������������������������������������������ 173 9 Financiële activa beschikbaar voor verkoop���������������������������������������������������������������� 174 10 Financiële activa aangehouden tot einde looptijd �������������������������������������������������������� 174 11 Leningen en vorderingen�������������������������������������������������������������������������������������� 175 12 Geassocieerde deelnemingen �������������������������������������������������������������������������������� 176 13 Immateriële activa �������������������������������������������������������������������������������������������� 177 14 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen �������������������������������������������������������������������� 180 15 Vennootschapsbelasting�������������������������������������������������������������������������������������� 181 16 Uitgestelde belastingen �������������������������������������������������������������������������������������� 183 17 Overige activa�������������������������������������������������������������������������������������������������� 184 18 Overlopende activa�������������������������������������������������������������������������������������������� 184 19 Derivaten voor rekening en risico van klanten ������������������������������������������������������������ 184 20 Toevertrouwde middelen ������������������������������������������������������������������������������������ 184 21 Voorzieningen�������������������������������������������������������������������������������������������������� 185 22 Overige passiva ������������������������������������������������������������������������������������������������ 186 23 Overlopende passiva ������������������������������������������������������������������������������������������ 186 24 Eigen vermogen������������������������������������������������������������������������������������������������ 187 Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening 25 Netto-rentebaten���������������������������������������������������������������������������������������������� 189 26 Netto-provisiebaten ������������������������������������������������������������������������������������������ 190 27 Overige baten �������������������������������������������������������������������������������������������������� 190 28 Resultaat uit financiële instrumenten ���������������������������������������������������������������������� 191 29 Bijzondere waardeveranderingen van financiële activa �������������������������������������������������� 192 30 Personeelskosten ���������������������������������������������������������������������������������������������� 192 31 Afschrijvingen �������������������������������������������������������������������������������������������������� 196 32 Overige operationele lasten���������������������������������������������������������������������������������� 197 33 Resultaat per aandeel������������������������������������������������������������������������������������������ 197
Overige toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 34 Uitgekeerd en voorgesteld dividend ������������������������������������������������������������������������ 198 35 Financiële instrumenten – reële waarde�������������������������������������������������������������������� 198 36 Financiële instrumenten – salderen van financiële activa en passiva ��������������������������������� 200 37 Financiële instrumenten – resterende contractuele looptijd verplichtingen �������������������������� 201 38 Financiële instrumenten – overgedragen financiële activa en in onderpand gegeven of ontvangen financiële activa ������������������������������������������������������������������������������202 39 Indeling activa en passiva naar verwachte looptijd ����������������������������������������������������� 204 40 Verbonden partijen������������������������������������������������������������������������������������������� 206 41 Niet uit de balans blijkende verplichtingen ���������������������������������������������������������������� 207 42 Segmentatieoverzicht ��������������������������������������������������������������������������������������� 209 43 Gebeurtenissen na balansdatum ���������������������������������������������������������������������������� 213 Enkelvoudige jaarrekening Enkelvoudige balans �������������������������������������������������������������������������������������������������� 214 Enkelvoudige winst- en verliesrekening ���������������������������������������������������������������������������� 214 Enkelvoudig overzicht van mutaties in het eigen vermogen ���������������������������������������������������� 215 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening a Algemeen�������������������������������������������������������������������������������������������������������� 216 b Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling������������������������������������������������������ 216
Overige toelichting op de enkelvoudige jaarrekening t Medewerkers �������������������������������������������������������������������������������������������������� 227 u Toelichting accountantskosten ������������������������������������������������������������������������������ 227 v Niet uit de balans blijkende verplichtingen ����������������������������������������������������������������228 Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum���������������������������������������������������������������������������������������� 231 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant���������������������������������������������������������������� 232 Statutaire bepalingen inzake prioriteitsaandelen (art. 15 en 21 van de statuten)���������������������������������� 237 Statutaire bepalingen inzake winstbestemming (art. 32 van de statuten) ����������������������������������������238 Voorstel voor verwerking van het resultaat����������������������������������������������������������������������������239
Jaarverslag 2015 // 147
Toelichting op de enkelvoudige balans c Kasmiddelen���������������������������������������������������������������������������������������������������� 217 d Bankiers���������������������������������������������������������������������������������������������������������� 217 e Leningen en vorderingen�������������������������������������������������������������������������������������� 218 f Obligaties en andere vastrentende waardepapieren������������������������������������������������������ 218 g Aandelen en andere niet-vastrentende waardepapieren ������������������������������������������������ 219 h Geassocieerde deelnemingen en joint ventures ���������������������������������������������������������� 219 i Immateriële activa ��������������������������������������������������������������������������������������������220 j Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen �������������������������������������������������������������������� 221 k Vennootschapsbelasting�������������������������������������������������������������������������������������� 222 l Uitgestelde belastingen �������������������������������������������������������������������������������������� 222 m Overige activa�������������������������������������������������������������������������������������������������� 222 n Overlopende activa��������������������������������������������������������������������������������������������223 o Toevertrouwde middelen ������������������������������������������������������������������������������������223 p Overige passiva ������������������������������������������������������������������������������������������������223 q Overlopende passiva ������������������������������������������������������������������������������������������224 r Voorzieningen��������������������������������������������������������������������������������������������������224 s Eigen vermogen������������������������������������������������������������������������������������������������ 225
Geconsolideerde balans (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Toelichting
31 december 2015
31 december 2014
6
178.365
72.427
Bankiers
7
178.244
156.013
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
8
12.297
8.209
Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
8
15.405
15.942
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
9
1.167.121
1.389.146
Financiële activa aangehouden tot einde looptijd
10
813.484
545.108
Leningen en vorderingen
11
502.006
498.908
Geassocieerde deelnemingen
12
1.227
1.293
Immateriële activa
13
190.560
213.558
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen
14
34.830
38.374
Vennootschapsbelasting
15
7.945
7.011
Uitgestelde belastingvorderingen
16
1.121
-
Overige activa
17
28.103
100.598
Overlopende activa
18
45.122
46.970
Derivatenposities voor rekening en risico van cliënten
19
260.505
218.107
3.436.335
3.311.664
Activa Kasmiddelen
Totaal activa Passiva Bankiers
7
23.582
25.587
Financiële passiva aangehouden voor handelsdoeleinden
8
12.286
8.290
Financiële passiva aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
8
46
139
Toevertrouwde middelen
20
2.589.714
2.545.420
Voorzieningen
21
7.884
7.885
Vennootschapsbelasting
15
19
71
Uitgestelde belastingverplichtingen
16
27.874
24.404
Overige passiva
22
66.080
30.547
Overlopende passiva
23
10.865
10.967
Derivatenposities voor rekening en risico van cliënten
19
260.505
218.107
2.998.855
2.871.417
436.184
440.027
Totaal verplichtingen
Jaarverslag 2015 // 148
Eigen vermogen toe te rekenen aan: Aandeelhouders BinckBank N.V.
24
Aandeelhouders minderheidsbelangen
24
Totaal eigen vermogen Totaal passiva
1.296
220
437.480
440.247
3.436.335
3.311.664
Geconsolideerde winst- en verliesrekening (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Toelichting
2015
2014
Baten Rentebaten
29.580
Rentelasten Netto-rentebaten
32.126
(3.856) 25
(3.629) 25.724
28.497
Provisiebaten
155.826
152.464
Provisielasten
(24.365)
(26.513)
26
131.461
125.951
Overige baten
27
10.947
11.102
Resultaat uit financiële instrumenten
28
2.031
351
Bijzondere waardeveranderingen van financiële activa
29
15
(168)
170.178
165.733
Netto-provisiebaten
Totale inkomsten uit operationele activiteiten Lasten Personeelskosten
30
53.015
56.586
Afschrijvingen
31
27.253
27.675
Overige operationele lasten
32
50.110
57.124
Totale operationele lasten
130.378
141.385
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten
39.800
24.348
(730)
12.674
39.070
37.022
(8.368)
(5.555)
30.702
31.467
Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures
12
Resultaat voor belastingen Belastingen
15
Netto-resultaat
Aandeelhouders van BinckBank N.V.
24
29.626
31.554
Aandeelhouders minderheidsbelangen
24
1.076
(87)
30.702
31.467
0,42
0,45
Netto-resultaat Gewone en verwaterde resultaat per aandeel (in €)
33
Jaarverslag 2015 // 149
Resultaat toe te schrijven aan:
Geconsolideerd overzicht gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Toelichting
Netto-resultaat winst- en verliesrekening
2015
2014
30.702
31.467
Niet-gerealiseerde resultaten die bij realisatie via de winst- en verliesrekening worden verwerkt Reële waardemutatie financiële activa beschikbaar voor verkoop
24
(2.869)
1.986
Realisatie van herwaarderingen via de winst- en verliesrekening
24
-
(6)
Belasting over resultaten via het vermogen
24
618
(327)
Niet-gerealiseerde resultaten, na belasting
(2.251)
1.653
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na belasting
28.451
33.120
27.375
33.207
1.076
(87)
28.451
33.120
BinckBank N.V. heeft geen gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten die bij realisatie niet meer via de winst- en verliesrekening zullen worden verwerkt. Resultaat toe te schrijven aan: Aandeelhouders BinckBank N.V. Aandeelhouders minderheidsbelangen
Jaarverslag 2015 // 150
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na belasting
24
Geconsolideerd kasstroomoverzicht (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Toelichting
2015
2014
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten Netto-resultaat boekjaar
30.702
31.467
13, 14
27.253
27.675
Voorzieningen
21
(1)
3.353
Amortisatie agio / disagio en vreemde valuta omrekening op financiële activa beschikbaar voor verkoop
9
13.996
14.002
Amortisatie agio / disagio en vreemde valuta omrekening op financiële activa aangehouden tot einde looptijd
10
5.599
1.960
Bijzondere waardevermindering kredieten
11
(20)
78
Mutaties in uitgestelde belastingen
16
2.967
3.755
Niet uitgekeerd aandeel in winst van geassocieerde deelnemingen en joint ventures
12
730
(12.674)
(4.258)
(4.717)
Aanpassingen voor: Afschrijvingen materiële vaste activa en immateriële activa
Overige mutaties zonder kasstroom Mutaties in operationele activa en passiva: Bankiers (activa)
7
(754)
4.803
Financiële activa en passiva aangehouden voor handelsdoeleinden
8
(92)
(335)
Financiële activa en passiva aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
8
444
2.623
Leningen en vorderingen
11
(3.078)
(70.806)
15, 17, 18
73.409
(64.684)
7
(2.005)
10.553
20
44.294
209.780
15, 22, 23
35.379
(25.097)
Belasting, overige en overlopende activa Bankiers (passiva) Toevertrouwde middelen Belasting, overige en overlopende passiva Netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
224.565
131.736
Investering in financiële activa beschikbaar voor verkoop
9
(327.710)
(457.217)
Desinvesteringen en lossingen in financiële activa beschikbaar voor verkoop
9
532.870
638.195
Investering in financiële activa aangehouden tot einde looptijd
10
(273.975)
(547.068)
Desinvestering geassocieerde deelnemingen en dochteronderneming
12
-
19.500
Investering in geassocieerde deelneming en joint ventures
12
(664)
(4.409)
Investeringen in immateriële activa
13
(74)
(3.658)
Investeringen in onroerende zaken en bedrijfsmiddelen
14
(637)
(3.475)
Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten
(70.190)
(358.132)
Jaarverslag 2015 // 151
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Geconsolideerd kasstroomoverzicht (vervolg) (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Toelichting
2015
2014
Kasstroom uit financieringsactiviteiten 24
-
300
Slotdividend voorgaand boekjaar
34
(21.787)
(18.251)
Interimdividend huidig boekjaar
34
(9.839)
(7.020)
Kapitaalstorting door minderheidsbelang Dividenduitkeringen:
Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten
(31.626)
(24.971)
Netto kasstroom
122.749
(251.367)
Geldmiddelen en kasequivalenten begin boekjaar
225.117
471.247
Netto kasstroom
122.749
(251.367)
4.666
5.237
Effect van valutakoersverschillen op gehouden geldmiddelen Geldmiddelen en kasequivalenten einde boekjaar
352.532
225.117
De geldmiddelen en kasequivalenten zoals gepresenteerd in het geconsolideerd kasstroomoverzicht zijn in de balans ondergebracht onder de volgende rubrieken voor de hierna vermelde bedragen: Kasmiddelen
6
178.365
72.427
Bankiers
7
178.244
156.013
Bankiers - niet kasequivalenten
7
(4.077)
(3.323)
Totaal kasequivalenten
352.532
225.117
Betaalde belastingen
(9.302)
(11.859)
Ontvangen rente
34.071
25.676
Betaalde rente
(4.125)
(4.066)
Ontvangen provisie
152.704
169.785
Betaalde provisie
(24.701)
(26.452)
Jaarverslag 2015 // 152
In de kasstroom uit operationele activiteiten zijn begrepen de kasstromen in:
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Toelichting
1 januari 2015
Geplaatst aandelen kapitaal
Agio reserve
Ingekochte eigen aandelen
Reserve reële waarde
Inge houden winsten
Minderheidsbelangen
Totaal eigen vermogen
7.100
361.379
(5.570)
3.777
73.341
220
440.247
Netto-resultaat boekjaar
-
-
-
-
29.626
1.076
30.702
Niet-gerealiseerde resultaten via het vermogen
-
-
-
(2.251)
-
-
(2.251)
-
-
-
(2.251)
29.626
1.076
28.451
Totaalresultaat Uitkering slotdividend FY14
34
-
-
-
-
(21.787)
-
(21.787)
Uitkering interimdividend FY15
34
-
-
-
-
(9.839)
-
(9.839)
Toegekende rechten op aandelen
24
-
-
-
-
408
-
408
Uitgifte aandelen aan bestuur en medewerkers
24
-
-
591
-
(591)
-
-
7.100
361.379
(4.979)
1.526
71.158
1.296
437.480
Geplaatst aandelen kapitaal
Agio reserve
Ingekochte eigen aandelen
Reserve reële waarde
Inge houden winsten
Minderheidsbelangen
Totaal eigen vermogen
31 december 2015
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Toelichting
1 januari 2014
7.450
373.422
(30.340)
2.124
78.968
7
431.631
Netto-resultaat boekjaar
-
-
-
-
31.554
(87)
31.467
Niet-gerealiseerde resultaten via het vermogen
-
-
-
1.653
-
-
1.653
-
-
-
1.653
31.554
(87)
33.120
Totaalresultaat Uitkering slotdividend FY13
34
-
-
-
-
(18.251)
-
(18.251)
Uitkering interimdividend FY14
34
-
-
-
-
(7.020)
-
(7.020)
Toegekende rechten op aandelen
24
-
-
-
-
467
-
467
Uitgifte aandelen aan bestuur en medewerkers
24
-
-
545
-
(545)
-
-
Ingetrokken aandelen
24
(350)
(12.043)
24.225
-
(11.832)
-
-
Kapitaalstorting door minderheidsbelangen
24
-
-
-
-
-
300
300
7.100
361.379
(5.570)
3.777
73.341
220
440.247
31 december 2014
Jaarverslag 2015 // 153
Geconsolideerd overzicht van mutaties in het eigen vermogen
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 1. Bedrijfsinformatie BinckBank N.V., opgericht en gevestigd in Nederland, is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht waarvan de aandelen openbaar worden verhandeld. BinckBank is statutair gevestigd aan de Barbara Strozzilaan 310, 1083 HN te Amsterdam. BinckBank N.V. bemiddelt als online broker in transacties in financiële instrumenten ten behoeve van zowel particuliere als professionele beleggers. Naast de brokerdiensten richt BinckBank N.V. zich op het aanbieden van vermogensbeheer. Hierna zal de naam ‘BinckBank’ worden gebruikt ter aanduiding van BinckBank N.V. en haar dochterondernemingen. De geconsolideerde jaarrekening van BinckBank voor het boekjaar eindigend op 31 december 2015 is opgesteld door het bestuur van BinckBank en goedgekeurd voor publicatie ingevolge het besluit van het bestuur en de raad van commissarissen van 10 maart 2016.
Jaarverslag 2015 // 154
Bestuur: Commissarissen: V.J.J. Germyns (bestuursvoorzitter) J.W.T. van der Steen (voorzitter) E.J.M. Kooistra (CFRO) C. J. van der Weerdt - Norder S.J. Clausing (COO) L. Deuzeman J.M. Kemna A. Soederhuizen
2. Algemene grondslagen 2.1 Presentatie jaarrekening
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals bekrachtigd door de Europese Unie, hierna te noemen IFRS-EU. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van het historische kostprijsstelsel met uitzondering van de financiële activa en passiva aangehouden voor handelsdoeleinden, financiële activa en passiva aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening, financiële activa beschikbaar voor verkoop en derivatenposities, die allen op basis van reële waarde worden verantwoord. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van het continuïteitsbeginsel, luidt in euro’s en alle bedragen zijn afgerond naar duizendtallen (€ ‘000), tenzij anders is vermeld. In tabellen opgenomen berekeningen zijn gebaseerd op niet afgeronde bedragen; er kunnen zich derhalve afrondingsverschillen voordoen. Informatieverstrekking op grond van IFRS 7, ‘Financiële instrumenten: informatieverschaffing’, wat de aard en omvang van risico’s die voortvloeien uit financiële instrumenten betreft, is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening aan de hand van gecontroleerde delen van het verslag van het bestuur en opgenomen in het hoofdstuk Risicobeheer op pagina 58 tot en met 105 en in toelichting 35 tot en met 39 inzake Financiële instrumenten. Deze relevante passages in de risicoparagraaf zijn als ‘audited’ aangemerkt. Aangezien de winst- en verliesrekening over 2015 van BinckBank is verwerkt in de geconsolideerde jaarrekening, is volstaan met weergave van de beknopte enkelvoudige winst- en verliesrekening in de enkelvoudige jaarrekening in overeenstemming met artikel 2:402 van het Burgerlijk Wetboek. De presentatie van de geconsolideerde balans, geconsolideerde winst- en verliesrekening, het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, geconsolideerd kasstroomoverzicht, geconsolideerd overzicht van mutaties in het eigen vermogen en toelichtingen kan gewijzigd zijn om een beter inzicht te geven of om beter aan te sluiten bij de presentatie van de huidige periode.
2.2 Verandering in grondslagen
De grondslagen van waardering en resultaat zijn consistent met vorig jaar, met uitzondering van eventuele veranderingen als gevolg van effecten van nieuwe, gewijzigde en verbeterde IFRS standaarden zoals hieronder beschreven.
In het huidige jaar heeft BinckBank een aantal nieuwe of gewijzigde IFRS-standaarden en IFRIC-interpretaties toegepast, die van kracht zijn voor boekjaren beginnende op of na 1 januari 2015. Nieuwe of gewijzigde standaarden worden effectief op de datum zoals vermeld door IFRS en na bekrachtiging door de EU, waarbij eerdere toepassing soms wordt toegestaan.
Jaarverslag 2015 // 155
BinckBank is eind 2015 in samenwerking met een partner gestart met het doel te investeren in hypotheekrechten. De door stille cessie te verkrijgen hypotheekrechten worden in overeenstemming met IAS 39 opgenomen onder de reeds bestaande categorie leningen en vorderingen tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rente. De van toepassing zijnde verslaggevingsgrondslagen zijn opgenomen in toelichting 5.2 Financiële activa en passiva. Per 31 december 2015 zijn er nog geen hypotheken gepasseerd.
Dit betreft de volgende standaarden: Nieuwe of gewijzigde standaard van kracht vanaf het huidige boekjaar IAS 19 Voorzieningen voor werknemers
De herziening is gericht op een toegezegd pensioenregeling. Aangezien BinckBank geen toegezegd pensioenregeling heeft, heeft deze herziening geen invloed gehad op BinckBank.
Jaarlijkse verbeteringencyclus 2010-2012
Verzameling kleinere wijzigingen op een aantal IFRS standaarden die betrekking hebben op de jaarlijkse verbeteringencyclus 2010-2012. BinckBank heeft de wijzigingen waar nodig toegepast en zij hebben geen effect gehad op de financiële positie en resultaten.
Jaarlijkse verbeteringencyclus 2011-2013
Verzameling kleinere wijzigingen op een aantal IFRS standaarden die betrekking hebben op de jaarlijkse verbeteringencyclus 2011-2013. BinckBank heeft de wijzigingen waar nodig toegepast en zij hebben geen effect gehad op de financiële positie en resultaten.
De volgende standaarden, aanpassingen van standaarden en interpretaties, die nog niet van kracht zijn of nog niet door de Europese Unie zijn bekrachtigd, hebben mogelijk betrekking op de verslaggeving, de financiële positie en het resultaat van BinckBank. Ze worden door BinckBank niet vervroegd toegepast:
Jaarverslag 2015 // 156
Nieuwe of gewijzigde standaard van kracht vanaf boekjaren beginnende op of na 1 januari 2016 IAS 16 en IAS 38 – Verduidelijking van acceptabele methodes van afschrijving en amortisatie
Deze herziening geeft aanvullende richtlijnen voor de verwerking van acceptabele afschrijvingsmethodes. BinckBank heeft de wijzigingen beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de gehanteerde methodes van afschrijving acceptabel zijn en deze herziening van de standaarden geen effect heeft op de financiële positie en resultaten.
IAS 27 Geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekeningen
Deze wijziging staat toe om de equity methode toe te passen voor de waardering van het aandeel in (geassocieerde) deelnemingen en joint ventures. Deze wijziging heeft geen invloed op de financiële positie en resultaten van BinckBank.
Jaarlijkse verbeteringencyclus 2012-2014
Dit betreft een verzameling kleinere wijzigingen en aanvullende begeleiding op een aantal IFRS standaarden op basis van de jaarlijkse verbeteringencyclus 2012-2014. BinckBank heeft de wijzigingen beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat deze verbeteringen naar verwachting geen effect zullen hebben op de financiële positie en resultaten.
IAS 1 – Herziening op basis van het ‘disclosure’ initiatief
Op basis van het ‘disclosure’ initiatief is besloten om IAS 1 te herzien om waargenomen belemmeringen bij de oordeelsvorming door opstellers van de financiële rapportages weg te nemen. Belangrijkste aanpassingen betreffen verduidelijking van het hanteren van het materialiteitsbegrip, aggregeren van informatie en voorbeelden voor indeling van de toelichtingen. BinckBank zal deze aanpassing, na bekrachtiging door de EU, vanaf 1 januari 2016 gaan toepassen bij het opstellen van de toelichtingen. De aanpassing zal naar verwachting invloed hebben op de hoeveelheid en inhoud van de toelichtingen die worden gepresenteerd.
Nieuwe of gewijzigde standaard van kracht vanaf boekjaren beginnende op of na 1 januari 2018 IFRS 15 – Omzet uit hoofde van contracten met klanten
De standaard IFRS 15 bevat de nieuwe richtlijn voor de verantwoording van omzet van klantcontracten waarbij getracht wordt het omzetmodel eenduidig te maken en in een standaard te beschrijven. De huidige richtlijnen over omzetverantwoording zijn over diverse standaarden verdeeld en zullen nadat IFRS 15 van kracht wordt verdwijnen. Het onderzoek naar de impact van deze nieuwe standaard dient nog afgerond te worden.
IFRS 9 Financiële instrumenten, classificatie en waardering (en gerelateerde secties in IFRS 7)
Deze regelgeving is een herziening van IAS 39 Financiële instrumenten. BinckBank verwacht dat deze standaard gevolgen zal hebben voor de classificatie en waardering van de financiële activa en passiva. Het onderzoek naar de impact van deze nieuwe standaard dient nog afgerond te worden.
Nieuwe of gewijzigde standaard van kracht vanaf boekjaren beginnende op of na 1 januari 2019 IFRS 16 - Leases
Deze nieuwe standaard beschrijft de verwerking van zowel financiële als operationele leasecontracten. Onder de nieuwe standaard dient voor beide vormen een activum op de balans te worden opgenomen. Daarnaast dient, als de betalingen over meerdere periodes gaan, een financiële verplichting te worden opgenomen. Het onderzoek naar de impact van deze nieuwe standaard dient nog afgerond te worden.
Nieuwe of gewijzigde standaard waarvan de datum waarop deze van kracht wordt nog niet bekend is IFRS 10 en IAS 28: Aanpassing van standaarden om conflicterende vereisten weg te nemen
Deze wijziging heeft betrekking op het moment en deel van resultaat realisatie bij een transactie met een geassocieerde deelneming of joint venture. Deze wijziging heeft geen invloed op de financiële positie en resultaten van BinckBank. In december 2015 heeft de IASB de aanpassing voor onbepaalde tijd opgeschort.
Jaarverslag 2015 // 157
De volgende standaarden, aanpassingen van standaarden en interpretaties, die nog niet van kracht zijn of nog niet door de Europese Unie zijn bekrachtigd, zijn als gevolg van de aard van de standaard of aanpassing niet van toepassing op BinckBank: • IFRS 14 – Gereguleerde activiteiten • IFRS 11 – Verslaggeving van een aandeel in gezamenlijke activiteiten (aanpassing) • IAS 16 en IAS 41 – Wijziging Agricultuur: dragende planten • IFRS 10, IFRS 12 en IAS 28 – Beleggingsentiteiten: toepassing van consolidatievrijstelling
2.3 Belangrijke oordelen en schattingsonzekerheden
Bij het opstellen van de jaarrekening worden schattingen en veronderstellingen gemaakt, gebaseerd op subjectieve aannames en inschattingen. Hierbij worden de situaties beoordeeld op basis van beschikbare financiële gegevens en informatie. Deze schattingen kunnen van materiële invloed zijn op de omvang van de gerapporteerde activa en verplichtingen en de voorwaardelijke activa en verplichtingen op de datum van de geconsolideerde jaarrekening en de gerapporteerde baten en lasten over de verslagperiode. Hoewel deze schattingen naar beste weten van het management worden gemaakt, kunnen de feitelijke uitkomsten afwijken van die schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden periodiek beoordeeld. Herzieningen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, of in de periode van herziening én toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. De belangrijkste veronderstellingen over de toekomst en overige belangrijke bronnen van schattingsonzekerheden per balansdatum die een aanmerkelijk risico in zich dragen van een belangrijke aanpassing van de boekwaarde van activa en verplichtingen betreffen: Going concern Het management van BinckBank heeft het vermogen van de bank, om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten, beoordeeld en is ervan overtuigd dat de bank de middelen heeft om haar activiteiten in de nabije toekomst voort te zetten. Bovendien is het management zich niet bewust van enig materiële onzekerheden die twijfel doen rijzen over het vermogen van BinckBank om door te gaan als een going concern. Daarom is de jaarrekening opgesteld op basis van het continuïteitsbeginsel. Consolidatie van deelnemingen, geassocieeerde deelnemingen en joint ventures De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van de consolidatie van BinckBank en haar deelnemingen en joint ventures. Bij de bepaling of deelnemingen en joint ventures dienen te worden geconsolideerd heeft management een oordeel gemaakt van de facto zeggenschap, voortkomend uit overheersende zeggenschap, recht en risico op variabele resultaten van de entiteit, of invloed op de uitkering van resultaten van de entiteit, op basis van de huidige omstandigheden en inzichten getoetst aan de voorwaarden van IFRS 10.
Jaarverslag 2015 // 158
Reële waarde van financiële instrumenten Waar de reële waarde van financiële activa en financiële passiva niet van prijsnoteringen in actieve markten kunnen worden afgeleid, worden zij vastgesteld met waarderingstechnieken waarbij onder meer gebruik wordt gemaakt van kasstroommodellen of andere waarderingsmodellen. Waar mogelijk wordt de input naar deze modellen van waarneembare markten genomen, maar waar dit niet mogelijk is wordt een oordeel in het bepalen van de reële waarden vereist. De oordelen omvatten overwegingen van input zoals liquiditeitsrisico, kredietrisico en volatiliteit. Veranderingen in veronderstellingen over deze factoren kunnen de reële waarde van financiële instrumenten beïnvloeden. De waardering van financiële instrumenten is verder uitgewerkt in toelichting 35. Bijzondere waardeverminderingen van financiële activa beschikbaar voor verkoop en financiële activa aangehouden tot einde van de looptijd Met betrekking tot financiële activa beschikbaar voor verkoop en financiële activa aangehouden tot einde van de looptijd wordt een voorziening uit hoofde van bijzondere waardevermindering getroffen indien er objectieve aanwijzingen bestaan dat BinckBank niet in staat zal zijn om alle bedragen te incasseren die volgens de oorspronkelijke contractuele voorwaarden moeten worden ontvangen. Er is een eerste indicatie voor een bijzondere waardevermindering indien de reële waarde gedurende een langere periode substantieel lager is dan de geamortiseerde kostprijs. Op individuele basis maakt BinckBank een inschatting van de realiseerbare waarde, zijnde de waarde van de toekomstige kasstromen en kosten om de te ontvangen bedragen te incasseren. Indien de financiële activa voldoen aan de criteria voor bijzondere waardeverminderingen bestaat de afwaardering uit het bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen de boekwaarde en de ingeschatte realiseerbare waarde.
Bijzondere waardeverminderingen van leningen en vorderingen Met betrekking tot leningen en vorderingen wordt een voorziening uit hoofde van bijzondere w aardevermindering getroffen indien er objectieve aanwijzingen bestaan dat BinckBank niet in staat zal zijn om alle bedragen te incasseren die volgens de oorspronkelijke contractuele leningsvoorwaarden moeten worden ontvangen. Hierbij wordt op een individuele of collectieve basis een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde, zijnde de waarde van de toekomstige kasstromen, opbrengsten van uitwinning van het onderpand na aftrek van transactiekosten en kosten om het krediet te incasseren. Het bedrag van de voorziening is gelijk aan het verschil tussen de boekwaarde en de ingeschatte realiseerbare waarde. Bijzondere waardevermindering van goodwill BinckBank bepaalt ten minste eenmaal per jaar of goodwill aan een bijzondere waardevermindering onderhevig is geweest. Dit vraagt om een schatting van de bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheden waaraan de goodwill wordt toegerekend. Voor de schatting van de bedrijfswaarde maakt BinckBank een schatting van de verwachte toekomstige kasstromen van de kasstroomgenererende eenheid en bepaalt tevens een geschikte disconteringsvoet, ter berekening van de contante waarde van die kasstromen. Reële waarde van bij overname geïdentificeerde immateriële activa BinckBank voert een waardebepaling uit van de identificeerbare immateriële activa die bij een acquisitie van een onderneming of activiteiten worden verkregen. Voor de waardebepaling wordt gebruik gemaakt van kasstroommodellen en/of royaltymodellen. BinckBank doet aannames en projecties voor de opbrengst- en resultaatontwikkeling om de kasstromen te bepalen alsmede de te hanteren disconteringsvoet. Bij het gebruik van de royaltymethode wordt tevens een inschatting gemaakt van het geschikte royaltypercentage. Op iedere balansdatum wordt nagegaan of er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Economische levensduur van immateriële activa en materiële vaste activa BinckBank gebruikt standaard afschrijvingsperioden voor diverse groepen activa. BinckBank beoordeelt periodiek op individuele basis of de standaard afschrijvingsperiode nog aansluit met de economische levensduur van het actief. Tijdens het verbruik van het actief kunnen zich situaties voordoen, waardoor deze standaard afschrijvingsperiode af gaat wijken van de werkelijk economische levensduur. Op het moment dat deze afwijking geconstateerd is wordt de resterende boekwaarde van het actief lineair afgeschreven over de herziene resterende economische levensduur. Latente belastingvorderingen Latente belastingvorderingen worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat toekomstige belastbare winsten zullen worden gegenereerd die kunnen worden gebruikt voor verliescompensatie met in het verleden geleden belastbare verliezen.
Jaarverslag 2015 // 159
Voorzieningen en niet uit de balans blijkende verplichtingen De bepaling van voorzieningen en niet uit de balans blijkende verplichtingen is gebaseerd op beschikbare informatie en inschattingen van het management. De werkelijke uitkomst van de zaken kan afwijken van de geschatte uitkomsten.
3. Grondslagen voor consolidatie De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van BinckBank en haar deelnemingen. BinckBank heeft controle over een deelneming alleen als zij: • zeggenschap heeft over de deelneming (d.w.z. bestaande rechten die de mogelijkheid geven om direct de relevante activiteiten van de deelneming te beïnvloeden) • blootstelling aan, of rechten op, variabel rendement door haar betrokkenheid bij de deelneming, en • de mogelijkheid heeft om de zeggenschap over de deelneming te gebruiken om het rendement te beïnvloeden. Wanneer BinckBank geen meerderheid van de stemrechten of gelijkaardige rechten van een deelneming heeft, houdt zij rekening met alle relevante feiten en omstandigheden om te beoordelen of zij zeggenschap heeft over een deelneming, inclusief: • contractuele overeenkomsten met de andere stemgerechtigden van de deelneming • rechten die voortvloeien uit andere contractuele regelingen • en potentiële stemrechten. BinckBank herbeoordeelt of zij een deelneming controleert indien uit feiten en omstandigheden aanwijzingen zijn voor wijziging van een of meer van de drie elementen van de zeggenschap. Consolidatie van een deelneming begint wanneer BinckBank de zeggenschap verkrijgt over de deelneming en stopt wanneer zeggenschap over de deelneming eindigt. Activa, passiva, baten en lasten van een deelneming die in de loop van het jaar zijn verworven of afgestoten, worden opgenomen in de financiële overzichten vanaf de datum waarop BinckBank zeggenschap verkrijgt tot de datum waarop BinckBank zeggenschap verliest. Winst of verlies en elk component van niet-gerealiseerde resultaten (OCI) worden toegerekend aan de aandeelhouders van BinckBank en de minderheidsbelangen, zelfs als dit resulteert in minderheidsbelangen met een negatief saldo. Wanneer nodig worden aanpassingen gedaan op de cijfers in de jaarrekeningen van deelnemingen om hun grondslagen voor financiële verslaggeving in overeenstemming met de grondslagen voor financiële verslaggeving van BinckBank te brengen.
Jaarverslag 2015 // 160
Een wijziging in het eigendomsbelang van een deelneming, zonder verlies van zeggenschap, wordt verantwoord als een aandelentransactie. Wanneer BinckBank niet langer zeggenschap over een deelneming heeft, zal zij: • activa (inclusief goodwill) en verplichtingen van de deelneming niet langer op de balans opnemen • de boekwaarde van minderheidsbelangen niet langer op de balans opnemen • de cumulatieve omrekeningsverschillen in het eigen vermogen aanpassen • de reële waarde van de ontvangen vergoeding verantwoorden • de reële waarde van een aangehouden belegging op de balans opnemen • een eventueel overschot of tekort in de winst-en verliesrekening verantwoorden • herclassificeren van het aandeel van BinckBank in de bedragen voorheen opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten, naar het resultaat of ingehouden winsten, die in voorkomend geval vereist zouden zijn, indien BinckBank direct de betreffende activa of passiva bestanddelen had vervreemd.
4. Grondslagen voor transacties met deelnemingen en groepsmaatschappijen Niet-gerealiseerde winsten op transacties met deelnemingen, geassocieerde deelnemingen en gemeenschappelijke arrangementen met invloed worden geëlimineerd naar rato van het belang dat BinckBank in de onderneming heeft. Niet-gerealiseerde verliezen worden tevens geëlimineerd, tenzij de transacties resulteren in een indicatie van bijzondere waardevermindering op het overgedragen activum.
In het verslagjaar hebben transacties tussen BinckBank en haar dochterondernemingen plaatsgevonden. Deze onderlinge transacties zijn volledig geëlimineerd bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening.
5. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 5.1 Omrekening vreemde valuta
De geconsolideerde jaarrekening luidt in euro’s. Dit is tevens de functionele en rapporteringsvaluta van BinckBank. De posten die in de jaarrekening van iedere entiteit worden opgenomen, worden gewaardeerd op basis van de functionele valuta van de betreffende groepsentiteit. Transacties in vreemde valuta worden bij de eerste opname verantwoord tegen de koers van de functionele valuta per de datum van de transactie. De monetaire activa en passiva in vreemde valuta zijn omgerekend tegen de per balansdatum geldende koersen. De verschillen verband houdende met wijzigingen van wisselkoersen worden in de winst- en verlies rekening verwerkt. Niet-monetaire posten in vreemde valuta die worden gewaardeerd tegen reële waarde worden omgerekend tegen de valutakoers op het moment dat de reële waarde wordt bepaald. Valutaomrekeningsverschillen op niet-monetaire posten die worden aangehouden tegen reële waarde worden evenzeer opgenomen in de winst- en verliesrekening. In de winst- en verliesrekening zijn de resultaten uit financiële transacties en kosten omgerekend in euro’s tegen de op het moment van de transactie geldende koers. Per balansdatum worden de activa en passiva van vreemde valuta deelnemingen omgerekend in de functionele valuta van BinckBank tegen de koers per balansdatum en de winst- en verliesrekening tegen de gewogen gemiddelde koers van het jaar. De aldus ontstane omrekenverschillen worden rechtstreeks ten gunste of ten laste van het eigen vermogen gebracht. Bij de afstoting van een vreemde valuta entiteit wordt het uitgestelde cumulatieve bedrag dat is opgenomen in het eigen vermogen voor die betreffende entiteit in de winst- en verliesrekening verantwoord.
5.2 Financiële activa en passiva
5.2.1 Classificatie van financiële activa en passiva Financiële activa en passiva worden geclassificeerd in categorieën op basis van de aard en het doel van de activa of passiva. De volgende categorieën worden gehanteerd: • Financiële activa en passiva tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening • Financiële activa beschikbaar voor verkoop • Financiële activa aangehouden tot einde looptijd • Leningen en vorderingen.
Bij de eerste opname in de balans kunnen financiële instrumenten in een bepaalde categorie worden geclassificeerd waarbij de basis voor verantwoording op dat moment wordt bepaald. De eerste waardering van financiële activa en passiva geschiedt tegen reële waarde, met inbegrip van direct toerekenbare transactiekosten, met uitzondering van de categorie reële waarde via de winst- en verliesrekening, waarbij de transactiekosten direct ten laste van het resultaat worden gebracht. Financiële activa en passiva tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening Een instrument wordt geclassificeerd als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening indien het wordt aangehouden voor handelsdoeleinden of als het bij eerste opname als zodanig wordt aangemerkt op grond van een van de volgende redenen: • Het elimineert of vermindert in belangrijke mate inconsistenties in waardering en verantwoording die anders zouden ontstaan als gevolg van de waardering van activa of het verantwoorden van baten en lasten op afwijkende grondslagen.
Jaarverslag 2015 // 161
De volgens standaard marktconventies afgewikkelde aankopen en verkopen van financiële activa en passiva worden administratief verwerkt op de transactiedatum van de desbetreffende aankoop of verkoop. Overige financiële activa en passiva worden verantwoord in de balans op het moment dat deze zijn verkregen.
• De performance van de betreffende financiële activa wordt beoordeeld op basis van de reële waarde, in overeenstemming met een gedocumenteerde risicomanagement- of investeringsstrategie. Rapportage aan het management geschiedt op basis van de reële waarde. • Het contract waarin het financiële instrument is opgenomen, bevat één of meerdere ingesloten derivaten en het gehele contract wordt tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening verantwoord. Dit is alleen toegestaan mits het ingesloten derivaat significante invloed heeft op de contractueel overeengekomen kasstromen of het bij de eerste verantwoording van het financiële instrument overduidelijk is, dat splitsing van het ingesloten derivaat niet is toegestaan (bijvoorbeeld optie tot vervroegde aflossing tegen geamortiseerde kostprijs). Derivaten die niet worden aangehouden voor klanten worden geclassificeerd als aangehouden voor handels doeleinden. Derivaten zijn financiële instrumenten waarbij geen of een beperkte netto aanvangsinvestering nodig is en waarbij afwikkeling in de toekomst plaatsvindt afhankelijk van veranderingen in een bepaalde koers of prijs (zoals rentevoet of prijs van een financieel instrument), ook wel aangeduid als de onderliggende waarde. De financiële instrumenten worden opgenomen tegen reële waarde. Ongerealiseerde en gerealiseerde waardeveranderingen worden rechtstreeks in de winst- en verliesrekening opgenomen onder het Resultaat uit financiële instrumenten. Financiële activa beschikbaar voor verkoop Voor verkoop beschikbare financiële activa zijn financiële activa die worden aangemerkt als voor verkoop beschikbaar of die niet worden geclassificeerd in de andere categorieën. Na de eerste verantwoording worden de voor verkoop beschikbare financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde. De winst of het verlies wordt verantwoord, na aftrek van belastingen, als niet-gerealiseerd resultaat in de reserve reële waarde totdat het actief niet langer op de balans wordt opgenomen of totdat wordt bepaald dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Op een dergelijk moment wordt de cumulatieve winst of verlies, dat voorheen in het eigen vermogen was verantwoord, opgenomen in de winst- en verliesrekening onder Resultaat uit financiële instrumenten. Financiële activa aangehouden tot einde looptijd Financiële activa met vaste of bepaalde vergoedingen en een vaste looptijd worden aangemerkt als tot einde looptijd aangehouden beleggingen voor zover BinckBank stellig voornemens is en in staat is deze aan te houden tot het einde van de looptijd. Tot het einde looptijd aangehouden beleggingen worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve-rentemethode verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen.
Jaarverslag 2015 // 162
Leningen en vorderingen Leningen en vorderingen zijn financiële instrumenten met vaste of bepaalde vergoedingen die niet op een actieve markt zijn genoteerd. Deze worden na eerste opname gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve-rentemethode eventueel verminderd met een voorziening voor bijzondere waardeverminderingen. 5.2.2 Niet langer in de balans opnemen van financiële activa en passiva Een financieel actief (of, indien van toepassing, een deel van een financieel actief of een deel van de groep van soortgelijke financiële activa) wordt niet langer in de balans opgenomen indien: • BinckBank geen recht meer heeft op de kasstromen uit dit actief; of • BinckBank het recht heeft behouden om de kasstromen uit dit actief te ontvangen, maar een verplichting is aangegaan om deze volledig zonder belangrijke vertraging te betalen aan een derde ingevolge een bijzondere afspraak; of • BinckBank haar rechten om de kasstromen uit dit actief heeft overgedragen en ofwel (a) grotendeels alle risico’s en voordelen van dit actief heeft overgedragen, ofwel (b) niet grotendeels alle risico’s en voordelen van dit actief heeft overgedaan of behouden, maar de zeggenschap over dit actief heeft overgedragen.
Indien BinckBank haar rechten om de kasstromen uit een actief te ontvangen heeft overgedragen, maar niet grotendeels alle risico’s en voordelen van dit actief heeft overgedragen of behouden, noch de zeggenschap heeft overgedragen, wordt dit actief opgenomen voorzover BinckBank nog een voortgezette betrokkenheid heeft bij dit actief. Een financieel passief wordt niet langer op de balans opgenomen zodra aan de prestatie ingevolge de verplichting is voldaan, opgeheven of verlopen. Kredieten en de daarbij behorende waardeverminderingen worden afgeboekt als er na uitwinning van het onderpand niet langer een reële mogelijkheid is dat het resterende krediet kan worden geïncasseerd. 5.2.3 Bijzondere waardeverminderingen van financiële activa BinckBank beoordeelt regelmatig en op elke balansdatum of er als gevolg van een of meerdere gebeurtenissen objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële activa. Een verlies uit een bijzondere waardevermindering wordt uitsluitend opgenomen als er sprake is van een nadelig effect op de toekomstige kasstromen. Dit waardeverminderingsverlies wordt als volgt bepaald voor financiële activa beschikbaar voor verkoop, financiële activa aangehouden tot einde looptijd en leningen en vorderingen. BinckBank beschouwt mogelijk in de toekomst verwachte gebeurtenissen niet als objectieve indicatoren en die worden dan ook niet gebruikt voor de bepaling of er sprake is van een bijzondere waardevermindering van een financieel actief of portefeuille van financiële activa. Verliezen verwacht op basis van toekomstige gebeurtenissen, ongeacht de waarschijnlijkheid, worden niet verantwoord. Financiële activa beschikbaar voor verkoop Een belegging in aandelen wordt geacht een bijzondere waardevermindering te hebben ondergaan indien een significante of langdurige daling van de reële waarde tot onder de verkrijgingsprijs heeft plaatsgevonden. De betekenis van ‘significant’ en ‘langdurig’ wordt op individueel niveau voor elke aandelenbelegging apart geïnterpreteerd, in het algemeen gelden een waardedaling van 25% en een tijdsduur van zes maanden als indicatoren. Een waardestijging in de periode na een bijzondere waardevermindering wordt in het vermogen verwerkt als herwaardering. Beleggingen in rentedragende waardepapieren worden getoetst op een bijzondere waardevermindering indien er objectieve aanwijzingen zijn voor financiële problemen bij de emittent of schuldenaar, een inactieve markt of andere aanwijzingen. In geval van bijzondere waardeverminderingen, wordt het cumulatieve nettoverlies dat eerder direct ten laste van het eigen vermogen is gebracht, overgeboekt van het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening onder de post bijzondere waardeverminderingen. Het in navolgende jaren terugnemen van bijzondere waardeverminderingsverliezen op beleggingen in rentedragende waardepapieren geschiedt via de winst- en verliesrekening, indien de stijging in de reële waarde van het instrument objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die na de opname van het bijzondere waardeverminderingsverlies in de winst- en verliesrekening heeft plaatsgevonden.
Leningen en vorderingen BinckBank beoordeelt of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardevermindering van kredieten (met inbegrip van eventuele daaraan gerelateerde marginfaciliteiten en garanties). Voor kredieten op onderpand van effecten is er sprake van een objectieve aanwijzing als de reële waarde van het onderpand lager is dan de boekwaarde van het krediet. Aanwijzingen voor een bijzondere waardevermindering van een krediet worden verkregen via het kredietbeoordelingsproces van de groep. Dit omvat het beoordelen van de kredietwaardigheid van de klanten, alsmede het beoordelen van de aard van de beleggingstransacties van de klanten en het volgen van de transacties door en saldi van klanten.
Jaarverslag 2015 // 163
Financiële activa aangehouden tot einde looptijd Tot einde looptijd aangehouden beleggingen worden op individuele basis beoordeeld en eventuele bijzondere waardeverminderingen worden individueel bepaald, volgens de gehanteerde methode zoals uiteengezet bij leningen en vorderingen.
Voor bestaande kredieten kunnen hernieuwde afspraken worden gemaakt met klanten. Deze kredieten worden niet langer als achterstallig aangemerkt. Echter deze nieuwe afspraken worden periodiek beoordeeld ter vaststelling van de naleving hiervan en ter bepaling dat toekomstige betalingen waarschijnlijk worden geacht. Deze kredieten worden periodiek getoetst op bijzondere waardeverminderingen op individuele basis, waarbij de oorspronkelijke effectieve rentevoet wordt gebruikt. Het verlies uit hoofde van bijzondere waardevermindering wordt bepaald op het verschil tussen de boekwaarde van het krediet en de contante waarde van toekomstige kasstromen, verdisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet van het krediet. Bij de berekening van de contante waarde van geschatte toekomstige kasstromen van een financieel actief waarvoor zakelijke zekerheden zijn verstrekt, wordt rekening gehouden met de kasstromen die waarschijnlijk ontstaan bij uitwinning van de zekerheden, minus de kosten die gemaakt moeten worden om de zekerheden te verkrijgen en te verkopen. Het verlies wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening onder bijzondere waardeverminderingen. Bij waardevermindering wordt de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen verhoogd met het waardeverminderingsverlies. Afboeking van dergelijke kredieten vindt pas plaats nadat alle vereiste procedures zijn afgerond en het bedrag van het verlies is vastgesteld. Indien in een volgende periode het bedrag van de bijzondere waardevermindering afneemt en deze daling objectief kan worden gerelateerd aan een gebeurtenis die na de afboeking plaatsvond, wordt het voorheen verantwoorde bijzonder waardeverminderingsverlies teruggenomen. De terugname van een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen in de voorziening en in de winst- en verliesrekening. Bedragen die na afboeking alsnog worden geïnd, worden ten gunste van de winst- en verliesrekening gebracht onder bijzondere waardeverminderingen. De methodologie en veronderstellingen waarvan bij het schatten van toekomstige kasstromen gebruik is gemaakt, worden regelmatig geëvalueerd om verschillen tussen geschatte verliezen en daadwerkelijk opgetreden verliezen te verminderen.
5.3 Acquisities en goodwill
Alle acquisities worden verwerkt door de overnamemethode toe te passen. De identificeerbare activa en passiva van de overgenomen onderneming of activiteiten worden bij overname op reële waarde gewaardeerd. BinckBank voert een waardebepaling uit van de identificeerbare immateriële activa die bij een acquisitie van een onderneming of activiteiten worden verkregen. Voor de waardebepaling wordt gebruik gemaakt van kasstroommodellen en/of royaltymodellen. BinckBank doet aannames en projecties voor de opbrengst- en resultaatontwikkeling om de kasstromen te bepalen alsmede de te hanteren disconteringsvoet. Bij het gebruik van de royaltymethode wordt tevens een inschatting gemaakt van het geschikte royaltypercentage.
Jaarverslag 2015 // 164
Earn-out regelingen kunnen worden afgesproken bij bedrijfsovernames. BinckBank maakt een inschatting van de earn-out betalingen op basis van verwachte toekomstige resultaten van de overgenomen ondernemingen. Deze earn-out betalingen maken deel uit van de kostprijs van de overgenomen onderneming. Jaarlijks wordt beoordeeld of de earn-out verplichting aanpassing behoeft naar aanleiding van eventuele wijzigingen in de resultaatontwikkeling. Aanpassingen in de earn-out berekeningen na voltooiing van de acquisitie worden rechtstreeks verwerkt in de winst- en verliesrekening. Goodwill die is ontstaan bij een bedrijfsovername wordt bij eerste opname gewaardeerd tegen het positieve verschil tussen de verkrijgingsprijs en het aandeel van BinckBank in de reële waarde van het saldo van identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de overgenomen onderneming. Vervolgens wordt de goodwill gewaardeerd tegen kostprijs, na aftrek van eventuele cumulatieve verliezen wegens bijzondere waardevermindering. Bij een negatief verschil tussen verkrijgingsprijs en de reële waarde wordt deze direct in de winst- en verliesrekening verantwoord.
Een belang van derden in de overgenomen onderneming wordt naar keuze gewaardeerd tegen de reële waarde op aquisitiedatum of tegen het proportioneel aandeel in de identificeerbare activa en verplichtingen van de overgenomen onderneming. Goodwill wordt jaarlijks getoetst op bijzondere waardevermindering of vaker indien gebeurtenissen of veranderingen in de omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde mogelijk een bijzondere waarde vermindering heeft ondergaan. Voor deze toetsing op bijzondere waardevermindering wordt de goodwill die is voortgekomen uit een bedrijfsovername vanaf de overnamedatum toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheden van BinckBank of aan groepen hiervan, die naar verwachting zullen profiteren van de synergie van de bedrijfsovername. Een bijzondere waardevermindering wordt vastgesteld door middel van een beoordeling van de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid waarop de goodwill betrekking heeft. De realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Indien deze lager ligt dan de boekwaarde, wordt een bijzondere waardevermindering opgenomen. Bijzondere waardeverminderingen van goodwill worden niet teruggedraaid. Correcties op de reële waarde van overgenomen activa en passiva op de overnamedatum die worden geconstateerd voor het einde van het eerste verslagjaar na de overname leiden tot een aanpassing van de goodwill. Correcties die op een later moment worden geconstateerd worden in de winst- en verliesrekening verwerkt als een bate of last. Winsten en verliezen bij de verkoop van een onderneming of activiteit worden bepaald op het verschil tussen de verkoopopbrengst en de boekwaarde van de desbetreffende onderneming of activiteit, inclusief goodwill en de valuta-omrekeningsreserve. Transactiekosten die verband houden met een acquisitie worden rechtstreeks verwerkt in de winst- en verliesrekening.
5.4 Geldmiddelen en kasequivalenten
Geldmiddelen en kasequivalenten in de balans bestaan uit kasmiddelen, banktegoeden en korte termijn deposito’s (call gelden) met een oorspronkelijke looptijd van drie maanden of minder, die eenvoudig converteerbaar zijn in vaststaande geldbedragen en die onderhevig zijn aan een verwaarloosbaar risico op waardeveranderingen.
5.5 Geassocieerde deelnemingen
In de post is ook de bij de acquisitie betaalde goodwill begrepen, verminderd met eventuele cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. Onder de vermogensmutatiemethode wordt het aandeel van BinckBank in de resultaten van de deelneming in de winst- en verliesrekening van BinckBank verantwoord als aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen. Het aandeel van BinckBank in wijzigingen in de reserves van de deelneming wordt rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen van BinckBank. De waarde van de deelneming wordt aangepast voor deze resultaten en wijzigingen in reserves. Indien de waardering van de deelneming nihil is geworden, worden geen verdere verliezen meer verantwoord, tenzij BinckBank namens de deelneming verplichtingen is aangegaan of al betalingen voor de deelneming heeft verricht. Waar nodig zijn de grondslagen van de financiële verslaggeving van geassocieerde deelnemingen aangepast teneinde consistentie te waarborgen met de grondslagen van BinckBank.
Jaarverslag 2015 // 165
Geassocieerde deelnemingen zijn entiteiten waarin BinckBank in het algemeen tussen de 20% tot en met 50% van de zeggenschap heeft, of waarin BinckBank op andere wijze invloed van betekenis kan uitoefenen, maar geen overheersende zeggenschap heeft. Geassocieerde deelnemingen worden verantwoord volgens de vermogensmutatiemethode.
5.6 Immateriële activa
Immateriële activa die afzonderlijk zijn verworven, worden bij de eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs. De kostprijs van de immateriële activa die zijn verworven bij een bedrijfsovername wordt gevormd door de reële waarde per de overnamedatum. Na de waardering bij de eerste opname worden immateriële activa gewaardeerd tegen kostprijs na aftrek van cumulatieve afschrijving en eventuele cumulatieve verliezen vanwege bijzondere waardevermindering. Voor de immateriële activa wordt bepaald of deze een bepaalbare of onbepaalbare gebruiksduur hebben. Immateriële activa met bepaalbare gebruiksduur worden afgeschreven over de gebruiksduur en getoetst op bijzondere waardevermindering indien er aanwijzingen zijn dat het immaterieel actief mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Jaarlijks wordt de gebruiksduur voor de immateriële activa beoordeeld en aangepast indien deze is veranderd. De afschrijvingslast op immateriële activa met een bepaalbare gebruiksduur wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening onder de post afschrijvingen. Immateriële activa met onbepaalbare gebruiksduur worden jaarlijks getoetst op bijzondere waardeverminderingen, ofwel op individuele basis ofwel op het niveau van de kasstroomgenererende eenheid. Op deze immateriële activa wordt niet afgeschreven. De gebruiksduur van een immaterieel actief met een onbepaalbare gebruiksduur wordt jaarlijks getoetst, waarbij wordt beoordeeld of de onbepaalbare gebruiksduur nog gefundeerd is.
5.7 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen
Onroerende zaken voor eigen gebruik worden gewaardeerd op historische kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Alle overige op de balans als bedrijfsmiddelen verantwoorde activa worden gewaardeerd op historische kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. De onroerende zaken en bedrijfsmiddelen worden lineair afgeschreven op basis van de gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met de restwaarde. De verwachte gebruiksduur bedraagt:
Jaarverslag 2015 // 166
Vastgoed (eigen gebruik) Computer hardware Inrichting en inventaris Overige vaste activa
50 jaar 5 jaar 5-10 jaar 5 jaar
Indien een actief uit verschillende ‘componenten’ bestaat met een verschillende gebruiksduur en/of een verschillende restwaarde, wordt het actief opgesplitst in deze componenten, die dan afzonderlijk worden afgeschreven. Gebruiksduur en restwaarde worden jaarlijks beoordeeld. Indien blijkt dat de geschatte waarden afwijken van eerdere schattingen dan worden deze aangepast. Indien de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte realiseerbare waarde, vindt een bijzondere waardevermindering plaats ten laste van de winsten verliesrekening. Resultaten op de verkoop van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen, zijnde het verschil tussen de verkoopopbrengst en boekwaarde, worden in de winst- en verliesrekening verwerkt in de periode waarin de verkoop heeft plaatsgevonden. Reparatie- en onderhoudskosten worden ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht in de periode waarop deze kosten betrekking hebben. De kosten van significante renovaties worden geactiveerd wanneer het waarschijnlijk is dat er additionele toekomstige voordelen zullen worden behaald uit het bestaande actief. Significante renovaties worden afgeschreven op basis van de resterende gebruiksduur van het desbetreffende actief. Vooruitbetalingen uit hoofde van erfpacht (operationele lease) worden opgenomen in de investeringen in onroerende zaken. Amortisatie van de erfpacht vindt lineair plaats over de resterende looptijd.
5.8 Belastingen
Vennootschapsbelasting De Vennootschapsbelasting betreft acuut verschuldigde en verrekenbare belastingvorderingen en -verplichtingen voor lopende en voorgaande jaren die worden gewaardeerd op het bedrag dat naar verwachting zal worden teruggevorderd van of betaald aan de belastingdienst. Het belastingbedrag wordt berekend op basis van de bij wet vastgestelde belastingtarieven en geldende belastingwetgeving.
Uitgestelde belastingen Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen op basis van de tijdelijke verschillen per balansdatum tussen de fiscale boekwaarde van activa en passiva en hun in de jaarrekening opgenomen boekwaarde. Uitgestelde belastingverplichtingen worden verantwoord voor alle belastbare tijdelijke verschillen, behalve: • indien de uitgestelde belastingverplichting voortkomt uit de eerste opname van goodwill of de eerste opname van een actief of verplichting in een transactie die geen bedrijfsovername is en geen invloed heeft op de winst voor belasting of het fiscale resultaat; • voor wat betreft belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochteronder nemingen en deelnemingen, indien het tijdstip van afwikkeling geheel zelfstandig kan worden bepaald, en het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil niet in de nabije toekomst zal worden afgewikkeld. Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor alle verrekenbare tijdelijke verschillen, onbenutte fiscale faciliteiten en niet verrekende fiscale verliezen, voorzover het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee het verrekenbare tijdelijke verschil kan worden verrekend, en de verrekenbare tijdelijke verschillen, onbenutte fiscale faciliteiten en onbenutte fiscale verliezen kunnen worden aangewend. De boekwaarde van de uitgestelde belastingvorderingen wordt per balansdatum beoordeeld en verlaagd voorzover het niet waarschijnlijk is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee het tijdelijke verschil geheel of gedeeltelijk kan worden verrekend. Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen worden per balansdatum herbeoordeeld en opgenomen voorzover het waarschijnlijk is dat in de toekomst fiscale winst aanwezig zal zijn waarmee deze uitgestelde vordering kan worden verrekend. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de bij wet vastgestelde belastingtarieven en geldende belastingwetgeving. De belasting over posten die direct in het eigen vermogen zijn verwerkt, wordt direct in het eigen vermogen verwerkt in plaats van in de winst- en verliesrekening. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien er een in rechte afdwingbaar recht bestaat om belastingvorderingen te salderen met belastingverplichtingen en de uitgestelde belastingen verband houden met dezelfde belastbare entiteit en dezelfde belastingautoriteit.
Onderhanden werken hebben slechts betrekking op de externe activiteiten van de dochteronderneming Able. Onderhanden werken worden gewaardeerd tegen de kostprijs van het verrichte werk, vermeerderd met het naar rato van de voortgang gerealiseerde deel van de verwachte eindewerkresultaten en verminderd met de gedeclareerde termijnen, vooruitbetalingen en voorzieningen. Voor verwachte verliezen op onderhanden werken worden voorzieningen getroffen zodra deze verliezen blijken en in mindering gebracht op de kostprijs; eventueel worden reeds verantwoorde winsten teruggenomen. De kostprijs bevat de directe projectkosten, bestaande uit directe loonkosten, materialen, kosten van uitbesteed werk, overige directe kosten en tarieven voor huur en onderhoudskosten van het ingezette materieel. De voortgang van een project wordt bepaald op basis van de kostprijs van het verrichte werk in relatie tot de verwachte kostprijs van het project als geheel. Winstneming op onderhanden werken blijft achterwege zolang geen betrouwbare schatting kan worden gemaakt van het eindewerkresultaat. Per project wordt het saldo van de waarde van het onderhanden werk en de gedeclareerde termijnen en vooruitbetalingen bepaald. Voor projecten waarvan de gedeclareerde termijnen en vooruitbetalingen de waarde van het onderhanden werk overtreffen, wordt het saldo opgenomen onder de overige passiva in plaats van onder de overige activa.
5.10 Bijzondere waardeverminderingen van niet financiële activa
De boekwaarde van de activa van BinckBank wordt op iedere balansdatum opnieuw getoetst om vast te stellen of er enige aanwijzing voor waardevermindering aanwezig is. Indien er een dergelijke aanwijzing bestaat, dan wordt het realiseerbare bedrag van het actief geraamd. De realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Er wordt een waardevermindering opgenomen wanneer de boekwaarde van een actief of een kasmiddelen-genererende eenheid hoger is dan het realiseerbare bedrag.
Jaarverslag 2015 // 167
5.9 Onderhanden werken
5.11 Derivatenposities voor rekening en risico van klanten
BinckBank brengt ten behoeve van haar klanten derivatentransacties tot stand en houdt de daaruit voortvloeiende posities op eigen naam maar voor rekening en risico van haar klanten. De posities worden gewaardeerd tegen reële waarde, zijnde de beurskoers per balansdatum. Tegenover elke positie van de klant is een tegengestelde positie met de clearing instelling opgenomen. De met de transacties en posities verband houdende geldmutaties worden onmiddellijk met de betreffende klant verrekend. Terzake van de risico’s uit hoofde van de aangehouden derivatenposities worden door de klanten bij BinckBank toereikende zekerheden aangehouden in de vorm van geldsaldi, bankgaranties en effecten.
5.12 Toevertrouwde middelen
Toevertrouwde middelen bestaan uit spaargelden, direct opvraagbare tegoeden en overige tegoeden waaronder bouwdepots. Deze worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde, inclusief gemaakte transactie kosten. Daarna worden zij gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Een verschil tussen de opbrengst en de aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve-rentemethode opgenomen in de winst- en verliesrekening onder de rubriek rentelasten.
5.13 Voorzieningen
Een voorziening wordt opgenomen indien: • BinckBank een huidige (contractuele of feitelijke) verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden; • het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen en • een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van het bedrag van de verplichting. Indien wordt verwacht dat een (deel van de) voorziening wordt vergoed wordt de vergoeding alleen opgenomen als een afzonderlijk actief indien de vergoeding vrijwel zeker is. De last die met een voorziening samenhangt, wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening na aftrek van een eventuele vergoeding. Indien het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, worden de voorzieningen contant gemaakt tegen een disconteringsvoet voor belasting die, indien noodzakelijk, met de specifieke risico’s van de verplichting rekening houdt. Indien gedisconteerd wordt, wordt de toename in de voorziening wegens het verstrijken van de tijd verantwoord als financieringskosten.
5.14 Pensioenen
BinckBank kent een pensioenregeling voor haar bestuur en medewerkers die is gebaseerd op een zogenaamd ‘beschikbare premiestelsel’. Bij het beschikbare premiestelsel wordt een percentage van het vaste salaris van de medewerker als premie gestort bij een pensioenverzekeraar. De hoogte van het percentage is leeftijdsafhankelijk. De pensioenpremies worden verantwoord in het jaar waarop deze betrekking hebben.
5.15 Ingekochte eigen aandelen
Eigen vermogensinstrumenten die worden verworven (inkoop eigen aandelen) worden op het eigen vermogen gemuteerd tegen aankoopprijs incl. gemaakte transactiekosten. Bij de aankoop, verkoop, uitgifte of intrekking van eigen vermogensinstrumenten van BinckBank wordt geen winst of verlies in het resultaat verantwoord.
Jaarverslag 2015 // 168
5.16 Personeelsbeloningen
De variabele beloningsregeling van BinckBank maakt onderscheid tussen drie doelgroepen: • Identified staff: waaronder het bestuur, senior management, managers in controlefuncties en in functies met invloed op het risicoprofiel. • Key staff: medewerkers die in het kader van de uitoefening van hun functie een belangrijke rol spelen voor de bedrijfsvoering van BinckBank, waarvoor een aanvullend incentive-programma is overeengekomen. • Overige medewerkers: Overige medewerkers hebben een prestatievergoedingsregeling die in de totale omvang voor de gehele onderneming gebaseerd is op het resultaat van BinckBank, maar op basis van de individuele prestatie aan de betrokken medewerker wordt toegekend.
Voor alle doelgroepen geldt dat de prestatieperiode voor alle doelstellingen één jaar is. De 1-jaars prestatie doelstellingen zijn evenwichtig samengesteld voor zowel groeps-, bedrijfsonderdeel als individueel niveau en zijn zowel financieel als niet-financieel. De uitbetaling is afhankelijk van het behalen van de vooraf vastgestelde prestatiedoelstellingen gedurende de prestatieperiode. De toekenning van de variabele beloning van de identified staff wordt bepaald aan de hand van de score op financiële, niet-financiële, kwantitatieve en kwalitatieve prestatie-indicatoren. Een variabele beloning voor identified staff bestaat voor 50% uit aandelen BinckBank N.V. en voor 50% uit contanten. Elke uitbetaling van een variabele beloning kent deze verhouding. Van de totale toegekende variabele beloning wordt een deel onvoorwaardelijk toegekend en een deel wordt pro rata voorwaardelijk toegekend over een periode van drie jaar. Na afloop van ieder jaar (binnen de periode van drie jaren) vindt een herbeoordeling plaats aan de hand van de initiële aan deze variabele beloning gekoppelde prestatie-indicatoren. Al naar gelang de uitkomst van de herbeoordeling verkrijgt het voor het relevante jaar pro-rato toegekende gedeelte van de variabele beloning (gedeeltelijk) een onvoorwaardelijk karakter. Het dienstverband van identified staff gedurende de uitgestelde periode is geen vereiste voor het onvoorwaardelijk worden van de uitgestelde variabele beloning en maakt derhalve geen onderdeel uit van het herziene beloningsbeleid.Aandelen BinckBank die onvoorwaardelijk worden toegekend, dienen gedurende een lock-up periode op een geblokkeerde rekening te worden aangehouden. Voor identified staff geldt een lock-up periode van een jaar na het onvoorwaardelijk worden van de aandelen, met uitzondering van het bestuur. Voor het bestuur geldt een lock-up periode van 2 jaar. De waardering van de voorwaardelijke aandelen van identified staff vindt plaats op basis van de volgende uitgangspunten: • Dat de reële waarde van de geleverde diensten van een werknemer als kostenpost gealloceerd moet worden aan het prestatiejaar • Als inschatting van de reële waarde van de geleverde diensten die betrekking hebben op de uitbetaling van de bonus geldt de fair value van de aandelen die de werknemer ontvangt. De reële waarde van aandelen in de toekomst is gelijk aan de reële waarde op het moment van waardering. Deze reële waarde wordt gecorrigeerd voor: • ‘Gemiste’ dividenden, door de waarde van de aandelen te disconteren met een dividendrendement • De lock-up periode, door de waarde te corrigeren voor de waarde van een Amerikaanse call-optie, berekend met behulp van een binomiale boom. De uitbetaling van de uitkering in contanten aan het bestuur respectievelijk identified staff vindt voor 50% respectievelijk 60% plaats na afloop van het beloningsjaar en voor 50% respectievelijk 40% in gelijke delen in de drie opvolgende jaren en valt uiteen in een kortlopende verplichting en een langlopende verplichting in contanten. De voorziening voor de kortlopende verplichting en de langlopende verplichting in contanten wordt getroffen voor de geschatte verplichtingen opgebouwd tot en met de balansdatum voor geleverde prestaties. De langlopende verplichting zijn rentedragend en worden derhalve opgenomen voor hun nominale waarde inclusief opgelopen rente. Daarnaast geldt er een claw back clausule waaronder een variabele beloning teruggevorderd kan worden indien een medewerker onethisch en/of in strijd met BinckBank beleid heeft gehandeld.
Voorwaardelijke verplichtingen zijn verplichtingen die niet worden opgenomen in de balans, omdat het bestaan afhankelijk is van het zich in de toekomst al dan niet voordoen van een of meer onzekere gebeurtenissen zonder dat BinckBank daarop doorslaggevende invloed kan uitoefenen. Het maximale potentiële kredietrisico uit hoofde van deze voorwaardelijke verplichtingen van BinckBank wordt in de toelichting vermeld. Voor de bepaling van het maximale potentiële kredietrisico wordt verondersteld dat alle tegenpartijen hun contractuele verplichtingen niet meer nakomen en alle bestaande zekerheden geen waarde hebben.
Jaarverslag 2015 // 169
5.17 Niet uit de balans blijkende verplichtingen
5.18 Leaseovereenkomsten
Leaseovereenkomsten waarbij de risico’s en voordelen met betrekking tot het eigendomsrecht voor een aanzienlijk deel door de lessor worden behouden, worden aangemerkt als operationele lease. Leasebetalingen die in de hoedanigheid van lessee worden verricht inzake operationele leases, worden ten laste van het resultaat gebracht gedurende de leaseperiode, onder aftrek van eventueel van de lessor ontvangen premies. BinckBank is alleen als lessee betrokken bij operationele leaseovereenkomsten. BinckBank is noch als lessor noch als lessee financiële leaseovereenkomsten van materieel belang aangegaan.
5.19 Algemene grondslag voor resultaatbepaling
Baten en lasten worden, met inachtneming van hiervoor vermelde grondslagen voor waardering, toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden verantwoord voor zover het waarschijnlijk is dat de economische voordelen ten goede zullen komen aan BinckBank en de opbrengsten betrouwbaar kunnen worden bepaald.
5.20 Rentebaten
De rentebaten omvatten de aan de periode toe te rekenen rente op monetaire financiële activa. Rente op financiële activa wordt opgenomen met behulp van de effectieve-rentemethode gebaseerd op de werkelijke aankoopprijs. De effectieve-rentemethode is gebaseerd op de verwachte stroom van kasontvangsten, waarbij rekening wordt gehouden met het risico van vervroegde aflossing van het onderliggende financiële instrument en de directe kosten en opbrengsten, zoals de in rekening gebrachte transactiekosten en disagio of agio. Indien het risico van vervroegde aflossing in onvoldoende mate betrouwbaar kan worden bepaald, gaat BinckBank uit van de kasstromen gedurende de gehele looptijd van de financiële instrumenten. De rentebaten op monetaire financiële activa die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan en die zijn afgeschreven tot de geschatte realiseerbare waarde of reële waarde, worden daarna opgenomen op basis van de rentevoet die is gebruikt om middels discontering van de toekomstige kasstromen de realiseerbare waarde te bepalen.
5.21 Rentelasten
Omvat de rentelasten uit hoofde van alle financiële verplichtingen en worden verantwoord op basis van de effectieve-rentemethode.
5.22 Netto provisiebaten
Provisiebaten en -lasten omvatten de, met uitzondering van rente, al dan niet incidenteel van derden ontvangen/ betaalde respectievelijk nog te ontvangen/nog te betalen vergoedingen uit hoofde van dienstverlening.
5.23 Overige baten
Onder overige baten worden verantwoord de in het verslagjaar aan derden in rekening gebrachte bedragen voor geleverde goederen en diensten met betrekking tot hardware en software onder aftrek van de kostprijs van de verkopen en alle overige opbrengsten die niet onder de andere posten te classificeren zijn.
Jaarverslag 2015 // 170
5.24 Resultaat uit financiële instrumenten
Het resultaat uit financiële instrumenten betreft de resultaten op financiële activa en passiva aangehouden voor handelsdoeleinden en financiële activa en passiva aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening. Het resultaat bevat de aan de periode toe te rekenen waardemutaties van deze financiële instrumenten.
5.25 Onderhanden projecten in opdracht van derden
BinckBank past de ‘percentage of completion’ methode toe om op balansdatum de omzet op elk contract te bepalen. Het ‘percentage of completion’ wordt vastgesteld door de gemaakte kosten per balansdatum te vergelijken met de totaal geschatte kosten voor het project. BinckBank neemt onder overige activa (overige passiva) het positieve (negatieve) saldo op van de omzet minus vooruitgefactureerde bedragen voor elk project.
Licentieverkopen welke zijn gekoppeld aan een verplichting tot het leveren van maatwerk dat essentieel is voor het functioneren van de geleverde software, worden verondersteld onderdeel uit te maken van het totale project. De omzet ter zake van de licenties als onderdeel van de totale projectsom wordt verantwoord naar rato van de gemaakte voortgang van het project in het verslagjaar (percentage of completion).
5.26 Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures
Dit betreft het aandeel van BinckBank in de resultaten van de deelnemingen en joint ventures. Indien de waar dering van de deelneming of joint venture nihil is geworden, worden geen verdere verliezen meer verantwoord, tenzij BinckBank namens de deelneming of de joint venture verplichtingen is aangegaan of al betalingen voor de deelneming of joint venture heeft verricht.
5.27 Belastingen
Belastingen worden in de winst- en verliesrekening verantwoord tenzij de belasting betrekking heeft op posten die direct in het vermogen worden verantwoord. Deze worden in de niet-gerealiseerde resultaten, respectievelijk direct in het eigen vermogen verantwoord.
5.28 Resultaat per gewoon aandeel
Het resultaat per gewoon aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen. Bij de berekening van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen worden de volgende overwegingen in aanmerking genomen: • Het totaal aantal uitgegeven gewone aandelen wordt verminderd met de eigen aandelen die door groepsmaatschappijen worden aangehouden; • De berekening is gebaseerd op gemiddelden per dag. Het verwaterde resultaat per gewoon aandeel wordt berekend door het gewogen gemiddeld aantal aandelen gedurende de periode te corrigeren voor mogelijke verwatering als gevolg van bijvoorbeeld uitstaande optierechten. De voorwaardelijk toegekende aandelen uit hoofde van op aandelen gebaseerde betalingen zijn niet dividend gerechtigd en worden pas in de berekening van de winst per aandeel betrokken op het moment dat zij onvoor waardelijk worden.
5.29 Kasstroomoverzicht
Jaarverslag 2015 // 171
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. Bij de kasstroom uit operationele activiteiten wordt het netto resultaat gecorrigeerd voor baten en lasten die niet hebben geresulteerd in ontvangsten en uitgaven in hetzelfde boekjaar en voor wijzigingen in voorzieningen en overlopende posten. Onder geldmiddelen en kasequivalenten zijn opgenomen de kasvoorraden alsmede vrij beschikbare tegoeden bij de centrale banken en andere financiële instrumenten met een vervaldatum korter dan drie maanden vanaf de datum van verwerving. Kasstromen luidend in vreemde valuta worden omgerekend naar de functionele valuta door middel van de valutakoers op de dag dat de kasstroom plaatsvindt.
Toelichting op de geconsolideerde balans (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
6. Kasmiddelen
31 december 2015
31 december 2014
178.365
72.427
178.244
156.013
Onder deze post zijn opgenomen alle kasmiddelen alsmede direct opeisbare tegoeden bij de centrale banken van de landen waar BinckBank is gevestigd en de Europese Centrale Bank.
7. Bankiers
Tegoeden bij bankiers Deze post omvat alle met de bedrijfsuitoefening samenhangende kasmiddelen en kasequivalenten aangehouden bij kredietinstellingen. Deze post bestaat uit: Direct opeisbare tegoeden
146.994
127.135
11
11
Kasreserve verplichtingen
27.162
25.544
Vordering op DNB uit hoofde van Depositogarantiestelsel-DSB Bank
4.077
3.323
178.244
156.013
Call gelden
De vorderingen uit hoofde van call gelden hebben een oorspronkelijke looptijd die minder dan drie maanden bedraagt. Op de banktegoeden wordt rente ontvangen tegen een van marktrentes afgeleide variabele rente. De vordering op DNB uit hoofde van het Depositogarantiestelsel DSB Bank betreft de contant gemaakte vordering van de toekomstige verwachte kasstromen. In 2015 hebben geen boedeluitkeringen plaatsgevonden (2014: EUR 6,1 miljoen). Per 31 december 2015 wordt geen verlies op deze vordering verwacht en is de eerder gevormde voorziening geheel vrijgevallen.
Jaarverslag 2015 // 172
Verplichtingen bij bankiers BinckBank heeft sweeping arrangementen met diverse banken waarbij dagelijks de debet en creditstanden van een groot aantal bankrekeningen worden gereguleerd met een vaste treasury tegenrekening. De regulatie is pas zichtbaar op het bankafschrift van de volgende dag, waardoor BinckBank voor een korte periode een verplichting kan hebben op een enkele bankrekening.
23.582
25.587
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
31 december 2015
31 december 2014
8. F inanciële activa en passiva aangemerkt als tegen reële waarde met verwerking van de waardeverandering in de winst- en verliesrekening Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
12.297
8.209
Derivatenposities u.h.v. indekking turbo´s
12.138
8.110
Derivatenposities u.h.v. SRD-vorderingen
159
99
12.297
8.209
Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening Aandelenposities u.h.v. SRD posities
15.405 15.405
Financiële passiva aangehouden voor handelsdoeleinden
15.942 15.942
12.286
8.290
Derivatenposities u.h.v. uitgegeven turbo´s
12.144
8.113
Derivatenposities u.h.v. SRD verplichtingen
142
177
12.286
8.290
Financiële passiva aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening Aandelenposities u.h.v. SRD posities
46 46
139 139
BinckBank is in Frankrijk actief met het aanbieden van SRD-contracten (Service de Règlement Différé). Een SRD contract is een transactie in een geselecteerd aantal aandelen genoteerd op Euronext Parijs waarbij wordt toegestaan dat de betaling voor gekochte aandelen of de levering van verkochte aandelen wordt uitgesteld tot de laatste beursdag van de maand. De corresponderende transactie in aandelen in de contante markt wordt door BinckBank verricht ter dekking van de koersrisico’s. Feitelijk wordt hierbij het transactiebedrag door BinckBank voorgeschoten aan de klant. Onder IFRS worden de SRD-vorderingen en verplichtingen geclassificeerd als een derivaat en worden tegen reële waarde opgenomen als financiële activa en passiva aangehouden voor handelsdoeleinden. Niet-gerealiseerde en gerealiseerde waardeveranderingen worden rechtstreeks in de winst- en verliesrekening opgenomen onder het Resultaat uit financiële instrumenten. De corresponderende positie in aandelen wordt geclassificeerd als financiële activa en passiva aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening, omdat de behandeling anders niet consistent zou zijn met de hieraan gerelateerde derivaten. Niet-gerealiseerde en gerealiseerde waardeveranderingen worden rechtstreeks in de winst- en verliesrekening opgenomen onder het Resultaat uit financiële instrumenten. Doordat BinckBank een positie in aandelen inneemt welke precies contra is aan de SRD derivatenpositie van klanten ontstaat een natuurlijke hedge van de koersrisico’s.
Jaarverslag 2015 // 173
BinckBank geeft turbo’s onder eigen naam uit aan haar klanten. Het koersrisico op deze uitgegeven turbopositie wordt economisch afgedekt door een turbo met identieke voorwaarden te kopen. De turbo’s classificeren onder IFRS als derivaten en worden opgenomen als financiële activa en passiva aangehouden voor handelsdoeleinden. Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen worden rechtstreeks in de winst- en verliesrekening opgenomen als resultaat uit financiële instrumenten.Het verschil in de marktwaarde van de gekochte en uitgegeven turbo’s is het gevolg van het hanteren van een verschillende afslag voor kredietrisico dat BinckBank loopt op de tegenpartij en dat een klant loopt op BinckBank.
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
9. F inanciële activa beschikbaar voor verkoop
31 december 2015
31 december 2014
1.167.121
1.389.146
Deze post bestaat uit:
Staatsobligaties c.q. staatsgegarandeerde obligaties Overige obligaties
317.184
473.624
849.937
915.522
1.167.121
1.389.146
1.384.334
1.579.314
(532.870)
(636.895)
Deze post betreft een portefeuille rentedragende waardepapieren met een resterende looptijd tussen 0 en 3,5 jaar. Ultimo 2015 is het effectieve rendement op deze portefeuille 0,54% (2014: 0,67%). Mutaties in de financiële activa beschikbaar voor verkoop: Geamortiseerde kostprijs per 1 januari Lossingen Verkopen
-
(1.300)
Aankopen
327.710
457.217
Vreemde valuta omrekening
10.668
10.511
(24.664)
(24.513)
1.165.178
1.384.334
Amortisatie agio / disagio Geamortiseerde kostprijs per 31 december Herwaardering per 31 december Balanswaarde per 31 december
1.943
4.812
1.167.121
1.389.146
10. Financiële activa aangehouden tot einde looptijd
813.484
545.108
Deze post bestaat uit:
Staatsobligaties c.q. staatsgegarandeerd
464.556
332.031
Overige obligaties
348.928
213.077
813.484
545.108
545.108
-
273.975
547.068
3.835
2.959
(9.434)
(4.919)
813.484
545.108
BinckBank houdt een portefeuille financiële activa aangehouden tot einde looptijd aan, met als doel voornamelijk de kasstromen uit rente en aflossing te ontvangen. Deze post betreft een portefeuille rentedragende waardepapieren met een resterende looptijd tussen 1 en 3,5 jaar. Ultimo 2015 is het effectieve rendement op deze portefeuille 0,33% (2014: 0,45%). Mutaties in de financiële activa aangehouden tot einde looptijd:
Jaarverslag 2015 // 174
Geamortiseerde kostprijs per 1 januari Aankopen Vreemde valuta omrekening Amortisatie agio / disagio Geamortiseerde kostprijs per 31 december
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
11. Leningen en vorderingen
31 december 2015
31 december 2014
502.006
498.908
Deze post omvat vorderingen op cliënten, waaronder vallen daggeldleningen en vorderingen in rekening courant (‘effectenkrediet’) gedekt door onderpand van effecten en bankgaranties. Het bedrag is als volgt gespecificeerd: Vordering op overheidsinstellingen
-
138.000
498.722
357.637
3.242
3.047
503
705
502.467
499.389
(461)
(481)
502.006
498.908
Balanswaarde per 1 januari
481
403
Toevoeging
209
321
(223)
(158)
(6)
(85)
461
481
Vorderingen op onderpand van effecten Vorderingen op onderpand van bankgaranties Overige vorderingen Bruto kredieten Af: voorziening voor bijzondere waardeverminderingen De rentevergoeding is gebaseerd op EURIBOR of EONIA waarbij een minimale rentevergoeding van toepassing is. De overige vorderingen zijn restvorderingen welke zijn ontstaan na uitwinning van het onderpand (effecten en bankgaranties). Verloop voorziening voor bijzondere waardeverminderingen:
Vrijval Afboekingen Balanswaarde per 31 december De voorzieningen voor bijzondere waarde verminderingen worden op individuele basis bepaald.
Jaarverslag 2015 // 175
Eind 2015 is BinckBank een overeenkomst aangegaan ter verwerving van hypotheekrechten. De hypotheken zullen worden uitgegeven door een derde partij op basis van een vooraf overeengekomen mandaat met BinckBank. De hypotheekrechten worden vervolgens individueel via een stille cessie door de derde partij op de datum van passeren overgedragen aan BinckBank. Het beheer van de hypotheken wordt door derde partijen uitgevoerd waaronder valt het uitgeven van de lening, incasseren van kasstromen, bijzonder beheer en het uitwinnen van het onderpand. BinckBank is zelf verantwoordelijk voor de te maken inschattingen zoals benodigd voor de bepaling van de voorzieningen, herstructuring van de lening en bepaling van de reële waarde van de hypotheekportefeuille. Per 31 december 2015 zijn er nog geen hypotheekrechten per stille cessie aan BinckBank overgedragen.
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
31 december 2015
31 december 2014
1.227
1.293
12. G eassocieerde deelnemingen
Dit betreft de investering in de deelneming in TOM Holding N.V. Het verloop van deze post is als volgt: Balanswaarde per 1 januari
1.293
3.710
Investeringen en acquisities
664
4.409
Desinvesteringen (BeFrank)
-
(19.500)
Resultaat deelnemingen en joint ventures
(730)
12.674
Balanswaarde per 31 december
1.227
1.293
De geassocieerde deelneming TOM Holding N.V. heeft twee dochtervennootschappen, te weten TOM Broker B.V. die aan aangesloten partijen een best execution service levert en TOM B.V. die een vergunning heeft voor het opereren als een multilaterale handelsfaciliteit (‘MTF’). Hierop wordt gehandeld in aandelen en opties die genoteerd staan en verhandeld worden op andere beurzen. De aandelen van TOM Holding N.V. zijn niet beurs genoteerd. Het aandeel van BinckBank in TOM Holding N.V. is verantwoord volgens de vermogensmutatie methode. De volgende tabel geeft geagregeerde financiële informatie over de geassocieerde deelneming: (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Land
Aandeel in het eigen Belang vermogen
Aandeel in het resultaat
Vaste activa
Vlottende activa
Lang lopende verplichtingen
Kort lopende verplichtingen
Totale Baten
Totale Lasten
2015 TOM Holding N.V.
NL
25,5%
1.227
(730)
1.610
6.018
-
2.825
6.845
(10.104)
NL
25,5%
1.293
(1.393)
1.795
6.561
-
3.295
4.881
(10.478)
2014 TOM Holding N.V.
Jaarverslag 2015 // 176
De geassocieerde deelneming heeft per 31 december 2015 en per 31 december 2014 geen niet uit de balans blijkende verplichtingen of investeringsverplichtingen.
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
31 december 2015
31 december 2014
190.560
213.558
13. Immateriële activa
Het verloop hiervan gedurende 2015 is als volgt: Handelsnaam
Toevertrouwde middelen
Klant relaties
Software
Goodwill
Totaal
315
25.228
39.912
3.221
144.882
213.558
Investeringen
-
-
-
74
-
74
Desinvesteringen - aanschafwaarden
-
-
-
-
-
-
Desinvesteringen - cumulatieve afschrijvingen
-
-
-
-
-
-
Afschrijvingen
(70)
(8.409)
(13.238)
(1.355)
-
(23.072)
Boekwaarde per 31 december 2015
245
16.819
26.674
1.940
144.882
190.560
31.755
84.095
131.708
10.779
144.882
403.219
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
(31.510)
(67.276)
(105.034)
(8.839)
-
(212.659)
Boekwaarde per 31 december 2015
245
16.819
26.674
1.940
144.882
190.560
5
10
5 - 10
5
Handelsnaam
Toevertrouwde middelen
Klant relaties
Software
Goodwill
Totaal
-
33.638
52.423
4.057
142.882
233.000
350
-
650
658
2.000
3.658
Desinvesteringen - aanschafwaarden
-
-
(930)
(93)
-
(1.023)
Desinvesteringen - cumulatieve afschrijvingen
-
-
930
40
-
970
Afschrijvingen
(35)
(8.410)
(13.161)
(1.441)
-
(23.047)
Boekwaarde per 31 december 2014
315
25.228
39.912
3.221
144.882
213.558
31.755
84.095
131.708
10.705
144.882
403.145
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
(31.440)
(58.867)
(91.796)
(7.484)
-
(189.587)
Boekwaarde per 31 december 2014
315
25.228
39.912
3.221
144.882
213.558
5
10
5 - 10
5
Boekwaarde per 1 januari 2015
Cumulatieve aanschafwaarden
Afschrijvingsperiode (jaren)
Boekwaarde per 1 januari 2014 Investeringen
Cumulatieve aanschafwaarden
Afschrijvingsperiode (jaren)
De per 31 december 2015 aanwezige post ‘Handelsnaam’ is ontstaan bij de overname van Fundcoach. De post ‘Toevertrouwde middelen’ is ontstaan uit de overname van Alex Beleggersbank. De post ‘Klantrelaties’ is ontstaan uit de overname van Alex Beleggersbank en Fundcoach. Software omvat gekochte software licenties. De post ‘Goodwill’ heeft betrekking op het surplus van de kostprijs ten opzichte van de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva van de acquisitie van de activiteiten van Alex Beleggersbank en Fundcoach.
Jaarverslag 2015 // 177
Het verloop hiervan gedurende 2014 is als volgt:
Toetsing goodwill op bijzondere waardevermindering De op de balans getoonde goodwill is volledig toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid Retail Nederland. Goodwill wordt jaarlijks of vaker getoetst op bijzondere waardevermindering indien gebeurtenissen of veranderingen in de omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde mogelijk een bijzondere waarde vermindering heeft ondergaan. Een bijzondere waardevermindering wordt vastgesteld door middel van een beoordeling van de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid waarop de goodwill betrekking heeft. De realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Indien deze lager ligt dan de boekwaarde, wordt een bijzondere waardevermindering opgenomen. De opbrengstwaarde wordt alleen in de beoordeling betrokken indien hiervan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van de prijs waartegen een transactie tussen partijen tot stand zou kunnen komen onder de huidige marktomstandigheden. Voor de schatting van de bedrijfswaarde maakt BinckBank een schatting van de verwachte toekomstige kasstromen van de kasstroomgenererende eenheid en bepaalt tevens een geschikte disconteringsvoet, ter berekening van de contante waarde van die kasstromen. De jaarlijkse toets die per 30 september 2015 is uitgevoerd, gaf geen aanleiding tot het nemen van een bijzondere waardevermindering van de goodwill. Per 31 december 2015 zijn er geen veranderingen in de omstandigheden van de kasstroomgenererende eenheid Retail Nederland, die aanleiding zouden geven tot een bijzondere waarde vermindering. De belangrijkste aannames in de berekening van de bedrijfswaarde zijn als volgt: De realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheden is gebaseerd op de bedrijfswaarde. Er wordt gebruik gemaakt van kasstroomprojecties over een periode van 5 jaar, op basis van financiële ramingen die door het management worden gebruikt voor het bepalen van doelstellingen. De kasstromen na de periode van 5 jaar zijn geëxtrapoleerd met een groeipercentage van 2%. Het management heeft de belangrijkste aannames afgezet tegen marktramingen en marktverwachtingen. De volgende aannames zijn gebruikt: Aannames in berekening van de bedrijfswaarde kasstroomgenererende eenheid Retail NL Disconteringsvoet
Jaarverslag 2015 // 178
Verwachte groeivoet na projectieperiode
2015
2014
9,65%
8,93%
2%
2%
Goodwill gerelateerd aan Retail Nederland De belangrijkste uitgangspunten van de door het bestuur bepaalde kasstroomprojecties ten behoeve van de beoordeling van de bijzondere waardevermindering van goodwill zijn: • Het verloop van alsmede het openen van nieuwe rekeningen is gebaseerd op de ontwikkelingen van de afgelopen 5 jaar respectievelijk het budget inclusief een meerjaars forecast. De conservatief ingeschatte groei van het aantal klanten is verdisconteerd in de verwachte aantallen transacties alsmede de toevertrouwde en uitgezette middelen. • De rentemarge is gebaseerd op de gerealiseerde rentemarge van afgelopen jaar rekening houdend met een langdurig effect van een lage rente. • Provisiebaten en -lasten zijn gebaseerd op het verwachte aantal transacties en de gemiddelde provisie opbrengsten en kosten per transactie. De gemiddelde opbrengsten, kosten en aantal transacties zijn gebaseerd op de onderkende trends van het afgelopen jaar. • Groei van Alex Vermogensbeheer gebaseerd op de ontwikkelingen van het afgelopen jaren. De impairment test van 2015 laat een toename van de bedrijfswaarde zien, voornamelijk door een toename van provisiebaten. De uitkomsten van de uitgevoerde toets gaven geen aanleiding tot een bijzondere waarde vermindering en de afgeleide marktwaarde was 99,6% hoger dan de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid Retail Nederland (2014: 62,8%).
Per 31 december 2015 is de afgeleide marktwaarde van de kasstroomgenererende eenheid Retail Nederland hoger dan de boekwaarde. Daarnaast zijn er ten opzichte van de impairment test, zoals uitgevoerd in vierde kwartaal, geen veranderingen in de omstandigheden welke aanleiding zouden geven tot nieuwe inzichten, die een bijzondere waardevermindering tot gevolg zouden kunnen hebben. Het management is van mening dat elke redelijkerwijs mogelijke verandering in de onderliggende aannames waarop de afgeleide marktwaarde is gebaseerd niet zal leiden tot een afgeleide marktwaarde die lager is dan de boekwaarde. Toetsing overige immateriële activa op bijzondere waardevermindering De overige immateriële activa worden jaarlijks of vaker getoetst op bijzondere waardevermindering indien gebeurtenissen of veranderingen in de omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde, met inachtname van de jaarlijkse daarop van toepassing zijnde afschrijving, mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. In eerste instantie wordt getoetst aan de hand van in IAS 36.12 genoemde indicatoren aangevuld met de door BinckBank geïdentificeerde indicatoren ten opzichte van de aannames die gedaan zijn bij de waarde bepaling van de geïdentificeerde immateriële activa ten tijde van de acquisitie: Immaterieel actief Handelsnaam Toevertrouwde middelen Klantrelaties Software Algemeen
Indicator Reputatieschade verworven merknamen Besluit tot verminderen gebruik van verworven merknamen Afname saldo toevertrouwde middelen Afname rentemarge op toevertrouwde middelen Hoger vervalpercentage verworven klantrekeningen Afname van de gemiddelde opbrengst per verworven klant Besluit tot verminderen gebruik van verworven software Aanpassing van de verwachte economische levensduur Hogere marktrente welke een negatief effect kan hebben op de disconteringsvoet
Jaarverslag 2015 // 179
Wanneer er een indicatie voor bijzondere waardevermindering is, voert BinckBank een uitgebreide berekening van de realiseerbare waarde van de immateriële activa uit. Deze berekening geschiedt op dezelfde wijze als uiteengezet bij de berekening van de reële waarde van bij overname geïdentificeerde immateriële activa.
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
31 december 2015
31 december 2014
34.830
38.374
14. Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Het verloop hiervan gedurende 2015 is als volgt:
Onroerende zaken
Inrichting en inventarisatie
Computer hardware
Overig
Totaal
27.058
5.298
6.015
3
38.374
Investeringen
-
115
654
48
817
Desinvesteringen - aanschafwaarden
-
(226)
-
-
(226)
Desinvesteringen - cumulatieve afschrijvingen
-
46
-
-
46
(619)
(1.149)
(2.410)
(3)
(4.181)
Boekwaarde per 31 december 2015
26.439
4.084
4.259
48
34.830
Cumulatieve aanschafwaarden
29.827
9.945
25.544
60
65.376
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
(3.388)
(5.861)
(21.285)
(12)
(30.546)
Boekwaarde per 31 december 2015
26.439
4.084
4.259
48
34.830
50
5 - 10
5
5
Onroerende zaken
Inrichting en inventarisatie
Computer hardware
Overig
Totaal
27.677
5.855
5.990
5
39.527
Investeringen
-
625
2.850
-
3.475
Desinvesteringen - aanschafwaarden
-
(6)
(20)
-
(26)
Desinvesteringen - cumulatieve afschrijvingen
-
6
20
-
26
(619)
(1.182)
(2.825)
(2)
(4.628)
Boekwaarde per 31 december 2014
27.058
5.298
6.015
3
38.374
Cumulatieve aanschafwaarden
29.827
10.056
24.890
12
64.785
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
(2.769)
(4.758)
(18.875)
(9)
(26.411)
Boekwaarde per 31 december 2014
27.058
5.298
6.015
3
38.374
50
5 - 10
5
5
Boekwaarde per 1 januari 2015
Afschrijvingen
Afschrijvingsperiode (jaren) Het verloop hiervan gedurende 2014 is als volgt:
Boekwaarde per 1 januari 2014
Afschrijvingen
Jaarverslag 2015 // 180
Afschrijvingsperiode (jaren)
In 2012 heeft BinckBank een erkend taxateur een taxatierapport laten opstellen van de onroerende zaken. De uitkomst van de taxatie week niet materieel af van de boekwaarde en gaf geen aanleiding tot een impairment van het onroerend goed. De ontwikkelingen op de Nederlandse kantorenmarkt in de periode 2012-2015 gaven geen aanleiding tot herziening van deze beoordeling. In de investering in onroerende zaken zijn begrepen vooruitbetalingen uit hoofde van erfpacht (operationele lease) met een looptijd tot 15 april 2056. In 2015 is een bedrag van € 256.000 betreffende amortisatie van de erfpacht in de afschrijvingen opgenomen (2014: € 256.000). In de afschrijvingen over 2015 is een bedrag van € 269.000 aan inhaalafschrijvingen voor een deel van de activa opgenomen als gevolg van de jaarlijkse herbeoordeling van de afschrijvingsperiode.
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
15. Vennootschapsbelasting
Te vorderen vennootschapsbelasting
31 december 2015
31 december 2014
7.945
7.011
(19)
(71)
Het saldo per jaareinde heeft betrekking op de laatste 2 boekjaren. Te betalen vennootschapsbelasting Betreft te betalen vennootschapsbelasting van groepsonderdelen die geen onderdeel zijn van de fiscale eenheid. De aansluiting tussen het effectieve belastingtarief en het toepasselijke belastingtarief voor de geconsolideerde jaarrekening luidt als volgt:
Nominale belastingtarief Effect afwijkend (buitenlands) belastingtarief Effect deelnemingsvrijstellingen Effect van fiscale faciliteiten Overige effecten Totaal belastinglast
2015 Bedrag
2015 Percentage
2014 Bedrag
2014 Percentage
9.768
25,0%
9.256
25,0%
93
0,2%
122
0,3%
183
0,5%
(3.169)
-8,6%
(1.062)
-2,7%
(1.863)
-5,0%
(614)
-1,6%
1.209
3,3%
8.368
21,4%
5.555
15,0%
Het effect van afwijkend belastingtarief betreft de andere belastingpercentages die worden gehanteerd voor de buitenlandse branches. Het effect van de deelnemingsvrijstelling betreft de vrijstelling op resultaten (na belasting) van de deelnemingen om dubbele belastingheffing te voorkomen.
In de overige effecten zijn diverse belastingeffecten opgenomen, zoals belastingcorrecties op voorgaande boek jaren, en verschillen die ontstaan doordat bepaalde kosten als niet aftrekbaar worden aangemerkt, zoals de resolutieheffing. Daarnaast is een actieve belastinglatentie uit hoofde van verliescompensatie in Think ETF Asset Management B.V. sinds 2015 opgenomen op de balans. Het bedrag van de latentie van € 1,1 miljoen is volledig als positief resultaat in de belastinglast opgenomen. Tevens worden de kosten van de verstrekking van aandelen aan personeelsleden met betrekking tot het beloningsbeleid fiscaal als niet aftrekbaar aangemerkt. De verstrekking van aandelen wordt fiscaal als aangelegenheden tussen aandeelhouders behandeld en kan als zodanig niet ten laste van de fiscale winst worden gebracht. BinckBank heeft een functionele analyse uitgevoerd van de methodiek van verrekenprijzen die moeten worden gebruikt voor de intercompany relaties tussen BinckBank en haar Europese bijkantoren om geldige ‘at arm’s length’ prijzen te bepalen, zoals gedefinieerd in de richtlijnen voor verrekenprijzen van de OESO voor multinationale ondernemingen en belastingdiensten, en uitgevoerd in lijn met het verslag 2010 over de toerekening van winst aan vaste inrichtingen.
Jaarverslag 2015 // 181
In het effect van de fiscale faciliteiten zijn opgenomen de voordelen voortvloeiend uit de overeenstemming die BinckBank heeft bereikt met de Nederlandse Belastingdienst over het toepassen van de Innovatiebox op de inkomsten die toerekenbaar zijn aan het door BinckBank zelf ontwikkelde innovatieve handelsplatform ten behoeve van de particuliere beleggers. De Innovatiebox is een fiscale faciliteit voor de Nederlandse vennoot schapsbelasting waarbij waarbij voordelen uit immateriële activa waarvoor een octrooi of een buitenlands patent is verkregen, of waarvoor een S&O-verklaring is verkregen, worden belast tegen een effectief tarief van 5% in plaats van het tarief van maximaal 25%. Dit betekent een winstvrijstelling van maximaal 80%. In het effect van de fiscale faciliteiten zijn tevens opgenomen voordelen voortvloeiend uit de toepassing van Innovatiebox bij dochteronderneming Able Holding B.V.
Op basis van de functionele analyse en besprekingen met de fiscale autoriteiten in Nederland en Frankrijk is een bilaterale APA (Advance Pricing Agreement) gesloten tussen Nederland en Frankrijk betreffende BinckBank en het Franse bijkantoor. Daarnaast is op basis van deze functionele analyse en besprekingen een unilaterale APA afgegeven door de Nederlandse Belastingdienst met betrekking tot de Belgische, Italiaanse en Spaanse bijkantoren. Een methodiek van verrekenprijzen is overeengekomen op basis van de Transactional Net Margin Method (TNMM) met de operationele bruto-omzet als winstindicator. De winstmarge van de buitenlandse vestiging zal worden vastgesteld op een vast percentage van de ‘netto-provisiebaten’ en alle andere kosten en opbrengsten zullen worden gedragen door het Nederlandse hoofdkantoor. Waar bijkantoren geen lokale inkomsten genereren is met de Nederlandse Belastingdienst via de afgegeven unilaterale APA overeengekomen dat een kost-plus basis de meest geschikte methode is voor verrekenprijzen. De belastingdruk en het effectieve belastingtarief geografisch verdeeld naar de het hoofdkantoor (inclusief deelnemingen) en de verschillende bijkantoren van BinckBank is als volgt. Country-by-country rapportage 2015
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Activiteit
FTE
Operationeel resultaat voor belasting
online broker, vermogensbeheer, deelnemingen
539
38.280
(8.076)
21,1%
Binck België Branche
online broker
36
390
(182)
46,6%
Frankrijk
Binck Frankrijk Branche
online broker
36
274
(8)
2,9%
Italië
Binck Italië Branche
online broker
19
66
(83)
125,1%
Spanje
Binck Spanje Branche
verkoopkantoor
4
60
(19)
31,1%
634
39.070
(8.368)
21,4%
Jurisdictie
Belangrijkste onderneming
Nederland
BinckBank N.V.
België
Totaal
Vennootschapsbelasting
Belastingdruk
De effectieve belastinglast in Nederland is met 21,1% lager dan het nominale tarief van 25%. Dit is met name het gevolg van toepassing van de innovatiebox, deelnemingsvrijstellingen, niet aftrekbare kosten en als gevolg van verschillen tussen fiscale en economische afschrijvingstermijnen op activa.
Jaarverslag 2015 // 182
Voor BinckBank België is het effectieve belastingtarief 46,6%, terwijl het nominaal belastingtarief 33,99% is. De hogere effectieve belastingdruk is vooral het gevolg van de niet aftrekbare kosten onder het Belgische belastingregime. Voor BinckBank Frankrijk is het effectieve belastingtarief 2,9%, terwijl het nominaal belastingtarief 33,33% is. De lagere effectieve belastingdruk is met name het gevolg van toepassing van de CICE en de afrekening daarvan over het voorgaande jaar welke verwerkt is in de belastinglast van 2015. De CICE is een fiscale stimulerings maatregel ter bevordering van investeringen en het creëren van banen binnen het Franse bedrijfsleven. Voor BinckBank Italië is het effectieve belastingtarief 125,1%. In Italië bestaat de vennootschapsbelasting uit twee componenten met beide een andere grondslag, de IRES en de regionale IRAP. De IRES is de belasting over de belastbare winst en bedraagt 27,5%. De IRAP is een regionale belasting welke niet wordt berekend over de belastbare winst maar wordt berekend over de productieactiviteiten en bedraagt 5,57%. Daarnaast is de definitieve afrekening van de vennootschapsbelasting van voorgaand jaar verwerkt in de belastinglast van 2015. Voor BinckBank Spanje is het effectieve belastingtarief 31,1%, wat in lijn ligt met het nominale belastingtarief van 30%.
31 december 2015
16. Uitgestelde belastingen Uitgestelde belastingvorderingen
1.121
Uitgestelde belastingverplichtingen
(27.874)
Totaal vordering / (verplichting)
Looptijd uitgestelde belastingvorderingen: Korter dan 1 jaar
Tussen de 1 en 5 jaar
Korter dan 1 jaar
Tussen de 1 en 5 jaar
Fiscaal compensabele verliezen
Financiële activa beschikbaar voor verkoop Goodwill en immateriële activa
Afschrijvingstermijnverschillen vaste activa Tijdelijke verschillen inzake transacties tussen groepsmaatschappijen Overige
Totaal belastingverplichtingen
Oorsprong van uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen
Financiële activa beschikbaar voor verkoop Goodwill en immateriële activa
Afschrijvingstermijnverschillen vaste activa Tijdelijke verschillen inzake transacties tussen groepsmaatschappijen Overige
Totaal belastingverplichtingen
-
-
1.121
-
219
(552)
521
Langer dan 5 jaar
Oorsprong van uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen
(24.404)
-
Looptijd uitgestelde belastingverplichtingen:
-
(24.404)
(26.753)
1.121
Langer dan 5 jaar
31 december 2014
(28.614)
1.281
(25.133)
(27.874)
(24.404)
Mutatie via balans
31 december 2015
1 januari 2015
Mutatie via W&V
-
1.121
(22.862)
(503)
(3.812)
(27.177)
929
(232)
-
697
(1.035) (1.281)
(155)
-
-
-
617
402
58
1.121
(418)
(879)
(97)
(24.404)
386
(2.735)
(26.753)
1 januari 2014
Mutatie via W&V
Mutatie via balans
31 december 2014
(957)
-
(78)
(1.035)
(18.092)
(969)
(3.801)
(22.862)
1.161
(232)
-
929
(2.182)
263
638
(1.281)
(252)
36
61
(155)
(20.322)
(902)
(3.180)
(24.404)
De fiscaal compensabele verliezen hebben betrekking op de uitgestelde belastingvordering voor compensabele verliezen van Think EFT Asset Management B.V. over de afgelopen jaren. De verwachting is dat het geheel aan compensabele verliezen geheel kan worden benut bij de belastingverrekening van de positieve resultaten in de komende jaren. De financiële activa beschikbaar voor verkoop heeft betrekking op de uitgestelde belasting over ongerealiseerde winsten als gevolg van de herwaardering van de beleggingsportefeuille. De goodwill en immateriële activa in de uitgestelde belastingsverplichtingen hebben betrekking op de verschillen tussen de commerciële en fiscale afschrijvingen van de bij acquisities van Alex en Fundcoach verworven goodwill en immateriële activa. De afschrijvingstermijnverschillen vaste activa hebben betrekking op onder andere versnelde fiscale afschrijvingen op bepaalde investeringen in vaste activa in de jaren 2010 t/m 2011. De tijdelijke verschillen inzake transacties tussen groepsmaatschappijen zijn ontstaan vanuit geconsolideerde geëlimineerde transacties waarbij de acute belasting in verschillende fiscale entiteiten op verschillende tijdstippen in meerdere jaren verantwoord wordt. De mutaties die via de winst- en verliesrekening lopen hebben betrekking op het toepassen van de afspraken uit hoofde van de innovatiebox bij de bepaling van de latente belastingposities.
Jaarverslag 2015 // 183
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
17. Overige activa
31 december 2015
31 december 2014
28.103
100.598
Deze post bestaat uit:
Handelsvorderingen
2.053
1.814
Vorderingen uit hoofde van verkochte maar nog niet geleverde effecten
16.721
95.235
Overige vorderingen
9.329
3.549
28.103
100.598
De handelsvorderingen, de vorderingen uit hoofde van verkochte maar nog niet geleverde effecten en de overige vorderingen hebben een looptijd korter dan 1 jaar. De post vorderingen uit hoofde van verkochte maar nog niet geleverde effecten kan op dagbasis fluctueren met de beweging van de markt en de totale omvang van het aantal transacties. De overige vorderingen betreffen met name vooruitbetaalde klantbelastingen en een vordering van effecten in de Italiaanse branche.
18. Overlopende activa
45.122
46.970
Deze post bestaat uit: Te ontvangen rente
27.278
31.769
Te ontvangen provisie
11.007
7.885
Overige vooruitbetaalde en nog te ontvangen bedragen
6.837
7.316
45.122
46.970
Onder de te ontvangen provisie is naast de af te rekenen reguliere provisie ook de vordering uit hoofde van de prestatievergoeding opgenomen. De overige vooruitbetaalde bedragen betreffen voornamelijk vooruitbetaalde IT licenties en onderhoudsovereenkomsten.
19. Derivatenposities voor rekening en risico van cliënten
260.505
218.107
2.589.714
2.545.420
De derivatenposities voor rekening en risico van cliënten worden in eigen naam gehouden maar zijn voor rekening en risico van de desbetreffende cliënten.
20. Toevertrouwde middelen Deze post bestaat uit:
Direct opvraagbare spaargelden
Jaarverslag 2015 // 184
Direct opvraagbare tegoeden in rekening courant
221.225
290.366
2.368.489
2.255.054
2.589.714
2.545.420
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
21. Voorzieningen
31 december 2015
31 december 2014
7.884
7.885
Deze post bestaat uit:
Voorziening juridische geschillen
7.884
7.885
7.884
7.885
Balanswaarde per 1 januari
7.885
4.532
Opname ten laste van het resultaat
8.011
4.759
Ten laste van de voorziening gebracht
(819)
(731)
Vrijval ten gunste van het resultaat
(7.193)
(675)
Balanswaarde per 31 december
7.884
7.885
Het verloop van de voorziening juridische geschillen is als volgt:
De voorziening betreft een inschatting van de mogelijk door BinckBank te lijden schade als gevolg van tegen BinckBank ingestelde juridische procedures. Voor de afhandeling van juridische geschillen is BinckBank onder andere afhankelijk van de werkzaamheden van derden. Gezien de aard en complexiteit van sommige van de geschillen kan BinckBank geen betrouwbare inschatting maken wanneer de geschillen zullen zijn afgehandeld.
Jaarverslag 2015 // 185
De activiteiten van BinckBank vinden plaats in een door wet- en regelgeving en toezicht gereguleerde omgeving die de organisatie bloot stelt aan significante juridische processen en aanverwante risico’s vanuit geschillen en regelgevende vereisten. Als gevolg hiervan is BinckBank betrokken bij diverse geschillen en juridische procedures. De uitkomsten van deze procedures zijn onzeker en moeilijk in te schatten. Deze onzekerheden hebben invloed op de hoogte en periode van potentiële uitstroom van kasmiddelen en daarmee op de waardering van een voorziening. Voor geschillen in behandeling doet BinckBank geen nadere toelichting over de voorziening om het lopende proces niet te beïnvloeden. Daarnaast is Binckbank door de AFM geïnformeerd over haar intentie om een mogelijke boete op te leggen voor een tweetal zaken. De AFM is van oordeel dat in de periode van 8 september 2012 tot 26 augustus 2014 reclame-uitingen voor Alex Vermogensbeheer niet duidelijke informatie bevatten. Daarnaast heeft BinckBank bepaalde transactierapportages te laat ingediend. BinckBank heeft een voorziening getroffen voor de mogelijke voortkomende boetes. BinckBank heeft ook vele grensoverschrijdende contracten met leveranciers waarbij de interpretatie van de contractvoorwaarden in de verschillende jurisdicties tot verschillen van inzicht kunnen leiden. Herziene inzichten met betrekking tot de naleving van deze contracten zijn, waar nodig, aanleiding tot het opnemen van een voorziening.
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
22. Overige passiva
31 december 2015
31 december 2014
66.080
30.547
Deze post bestaat uit:
Verplichtingen inzake nog af te wikkelen effectentransacties
51.774
17.231
Belastingen en premies sociale verzekeringen
5.194
5.936
Handelscrediteuren
3.348
4.158
Overige passiva
5.764
3.222
66.080
30.547
De post verplichtingen inzake nog af te wikkelen effectentransacties kan op dagbasis fluctueren met de beweging van de markt en de totale omvang van het aantal transacties.
23. Overlopende passiva
10.865
10.967
Deze post bestaat uit: Overlopende rente Personeelskosten
Overlopende beurs- en transactiekosten Overige overlopende passiva
Jaarverslag 2015 // 186
De post personeelskosten bestaat grotendeels uit te betalen prestatiegerelateerde beloningen aan bestuurders/werknemers van BinckBank.
350
619
6.753
6.529
518
854
3.244
2.965
10.865
10.967
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
31 december 2015
24. Eigen vermogen
437.480
31 december 2014 440.247
Deze post bestaat uit:
Geplaatst aandelenkapitaal
7.100
7.100
Agioreserve
361.379
361.379
Ingekochte eigen aandelen
(4.979)
(5.570)
Reserve reële waarde
1.526
3.777
Ingehouden winsten
71.158
73.341
Minderheidsbelangen
1.296
220
437.480
440.247
Geplaatst aandelenkapitaal
7.100
7.100
Het aantal geplaatste gewone aandelen bedraagt 71.000.000 (nominaal € 0,10 per aandeel). Het aandelenkapitaal is volledig gestort. Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag
71.000.000
7.100
74.500.000
7.450
Intrekking ingekochte aandelen
-
-
(3.500.000)
(350)
Balanswaarde per 31 december
71.000.000
7.100
71.000.000
7.100
Balanswaarde per 1 januari
De Stichting Prioriteit Binck beschikt over 50 prioriteitsaandelen (nominaal € 0,10 per aandeel). Agioreserve Balanswaarde per 1 januari
361.379
361.379
361.379
373.422
Intrekking ingekochte aandelen
-
(12.043)
Balanswaarde per 31 december
361.379
361.379
De agioreserve is fiscaal erkend. (4.979)
(5.570)
Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag
Balanswaarde per 1 januari
804.674
(5.570)
4.383.380
(30.340)
Uitgifte aan bestuur en medewerkers
(85.397)
591
(78.706)
545
Intrekking ingekochte aandelen
-
-
(3.500.000)
24.225
Balanswaarde per 31 december
719.277
(4.979)
804.674
(5.570)
Per 1 januari 2015 waren er 804.674 aandelen in positie tegen een gemiddelde aankoopkoers van € 6,92. In 2015 zijn 85.397 aandelen met een gemiddelde inkoopprijs van € 6,92 uitgegeven aan bestuur en medewerkers in verband met de uitvoering van de beloningsregeling. De ultimo 2015 ingekochte aandelen worden gewaardeerd tegen de gemiddelde aankoopkoers van € 6,92. De eigen aandelen worden tegen de aan- en verkoopbedragen gemuteerd op het eigen vermogen. De beurskoers ultimo 2015 bedroeg € 7,95 (2014: € 7,05).
Jaarverslag 2015 // 187
Ingekochte eigen aandelen
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Reserve reële waarde
31 december 2015
31 december 2014
1.526
3.777
In deze reserve worden de veranderingen in de reële waarde van financiële activa beschikbaar voor verkoop weergegeven, na aftrek van belastingen. Deze post bestaat uit: Ongerealiseerde winsten
2.652
5.276
Ongerealiseerde verliezen
(709)
(464)
Belasting over ongerealiseerde winsten en verliezen
(417)
(1.035)
1.526
3.777
3.777
2.124
(2.869)
1.986
-
(6)
618
(327)
1.526
3.777
Het verloop van de reserve reële waarde is als volgt: Balanswaarde per 1 januari Reële waardemutatie Realisatie van herwaarderingen via de winst- en verliesrekening Belasting over de waardemutatie Balanswaarde per 31 december Ingehouden winsten Balanswaarde per 1 januari
71.158 73.341
78.968
Uitkering slotdividend
(21.787)
(18.251)
Uitkering interimdividend
(9.839)
(7.020)
Toegekende rechten op aandelen
408
467
Aandelen verstrekt aan bestuur en medewerkers
(591)
(545)
-
(11.832)
29.626
31.554
71.158
73.341
Ingetrokken aandelen Resultaat boekjaar Balanswaarde per 31 december Minderheidsbelangen Balanswaarde per 1 januari Kapitaalstorting door minderheidsbelangen
Jaarverslag 2015 // 188
73.341
1.296
220
220
7
-
300
Resultaat toe te schrijven aan aandeelhouders minderheidsbelangen
1.076
(87)
Balanswaarde per 31 december
1.296
220
BinckBank heeft een primaire preferentie op enige aangehouden reserves van Think ETF Asset Management B.V. tot een bedrag van € 1,1 miljoen. De totale waardering van het minderheidsbelang is dan ook gelijk aan het gestorte nominale aandelenkapitaal vermeerderd met dat deel van de aangehouden reserves wat de waarde van primaire preferentie van BinckBank overstijgt.
Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
25. Netto-rentebaten
2015
2014
25.724
28.497
Onder deze post worden verantwoord alle baten en lasten welke voortvloeien uit het (uit)lenen van gelden voor zover zij het karakter hebben van rente, alsmede rentebaten en lasten voor het aanhouden van banksaldi.
De samenstelling van deze post is als volgt: Rentebaten Tegoeden bij centrale banken Financiële activa beschikbaar voor verkoop Financiële activa aangehouden tot einde looptijd Leningen en vorderingen Overige rentebaten
14
302
7.275
10.365
2.622
1.645
19.508
19.723
161
91
29.580
32.126
1.268
3.245
De verantwoorde rentebaten op voorziene vorderingen bedragen € 20 duizend (2014: € 12 duizend). Rentelasten Rente op toevertrouwde middelen tegen geamortiseerde kostprijs Overige rentelasten
2.588
384
3.856
3.629
Jaarverslag 2015 // 189
De overige rentelasten bevatten onder andere de rentelasten op kredietinstellingen. Door de lage, en zelfs negatieve aanhoudende rentes op tegoeden bij kredietinstellingen en de ECB betaalt Binckbank per saldo rente over deze middelen. In 2014 leverden deze tegoeden nog per saldo rentebaten op en waren deze onder de rentebaten gepresenteerd.
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
26. Netto-provisiebaten
2015
2014
131.461
125.951
Netto-provisiebaten omvatten vergoeding van, voor en door derden verrichte diensten uit hoofde van effectentransacties en daaraan gerelateerde diensten. De samenstelling van deze post is als volgt: Provisiebaten Provisie op effectentransacties
118.760
116.430
Vermogensbeheer
20.901
22.116
16.165
13.918
155.826
152.464
Overige provisiebaten In de provisiebaten uit vermogensbeheer is een prestatievergoeding opgenomen van € 3,6 miljoen over 2015 (2014: € 0,2 miljoen). In de overige provisiebaten zijn onder andere opgenomen all-in en service fees, transactievergoedingen voor vreemde valuta transacties en overboekingen, en overige effectendiensten. Provisielasten Kosten van effectentransacties
20.189
21.687
Vermogensbeheer
1.831
2.537
Overige provisielasten
2.345
2.289
24.365
26.513
In de overige provisielasten zijn onder andere opgenomen kosten van deponeringen en lichtingen van effecten, overboekingskosten en overige beheershandelingen.
27. Overige baten
10.947
Deze post bestaat uit:
IT dienstverlening - baten
10.459
12.836
IT dienstverlening - directe lasten
(742)
(1.665)
IT dienstverlening - netto baten
9.717
11.171
Overige baten
1.230
(69)
10.947
11.102
In de overige baten zijn opgenomen abonnementen, valutaresultaten en overige baten en lasten welke niet in overige classificaties worden opgenomen.
Jaarverslag 2015 // 190
11.102
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
2015
2014
28. Resultaat uit financiële instrumenten
2.031
351
De samenstelling van deze post is als volgt:
Resultaat uit SRD (Service de Règlement Différé) Resultaat uit turbo's Resultaat uit overige financiële instrumenten
-
-
2.056
501
(25)
(150)
2.031
351
Resultaat uit SRD (Service de Règlement Différé) Resultaat op SRD derivatenposities
1.424
2.802
Resultaat op SRD aandelenposities
(1.424)
(2.802)
-
-
2.062
504
De SRD-vorderingen en -verplichtingen en de turbo’s worden geclassificeerd als een derivaat en opgenomen als financiële activa en passiva aangehouden voor handelsdoeleinden. Waardeveranderingen worden rechtstreeks in de winst- en verliesrekening opgenomen onder het Resultaat uit financiële instrumenten. Voor de SRD-vorderingen en -verplichtingen worden de corresponderende posities in aandelen geclassificeerd als financiële activa en passiva aangemerkt als tegen reële waarde via de winsten verliesrekening. Waardeveranderingen worden eveneens opgenomen onder het Resultaat uit financiële instrumenten. Doordat BinckBank een positie in aandelen inneemt welke precies contra is aan de SRD derivatenpositie van klanten ontstaat een natuurlijke hedge van de koersrisico’s. Resultaat uit turbo's Resultaat op turbo's Marktwaarde resultaat turbo’s (CVA/DVA)
(6)
(3)
2.056
501
-
6
(25)
(156)
(25)
(150)
Voor de uitgegeven turbo’s is een samenwerkings overeenkomst gesloten met UBS, die het markt risico draagt. De opbrengsten zijn afhankelijk van het financieringsniveau van de uitgegeven turbo’s. Het marktwaarde resultaat turbo’s bestaat uit het toepassen van verschillende kredietrisico afslagen voor de verschillende contractpartijen in de reële waarde van de uitgegeven Binck turbo’s en de gerelateerde gekochte hedge turbo’s.
Financiële activa beschikbaar voor verkoop Overige resultaten uit financiële instrumenten De overige resultaten uit financiële instrumenten bevat met name de mutatie in de herwaardering van de vordering op DNB uit hoofde van Depositogarantiestelsel-DSB Bank.
Jaarverslag 2015 // 191
Resultaat uit overige financiële instrumenten
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
29. Bijzondere waardeverandering van financiële activa
2015
2014
15
(168)
53.015
56.586
Deze post bestaat uit de mutatie in de voorziening op kredieten op basis van effectenonderpand.
30. Personeelskosten Deze post bestaat uit: Salariskosten
Sociale lasten
Pensioenlasten
Winstdelingen en prestatiegerelateerde beloningen Overige personeelskosten
Aantal personeelsleden (inclusief bestuursleden) Gemiddeld gedurende het boekjaar
36.864
2.640
2.882
3.132
3.020
5.816
6.185
5.218
7.635
53.015
56.586
644
665
Salariskosten
814
1.085
Pensioenlasten
163
217
Ultimo boekjaar
In de personeelskosten zijn de volgende kosten opgenomen verbandhoudend met verbonden partijen (bestuur en commissarissen). Sociale lasten
Prestatiegerelateerde beloningen Beëindigingsvergoeding Commissarisbeloning
Het beloningsbeleid van het bestuur en de raad van commissarissen van BinckBank is verder toegelicht in hoofdlijnen remuneratierapport in het jaarverslag op pagina 133. Leden van het bestuur hadden ultimo 2015 geen leningen op basis van onderpand van effecten tegen algemene personeelsvoorwaarden (2014: € nihil).
Jaarverslag 2015 // 192
36.209
700
20
538
710
30
635
-
400
1.829
2.547
294
180
Vast beloningsbeleid (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Vaste Basis Beloning
Pensioenbijdrage (20%)
Totaal vaste Beloning
Beëindigingsvergoeding
V.J.J. Germyns
400
80
480
-
E.J.M. Kooistra
360
72
432
-
54
11
65
-
814
163
977
-
V.J.J. Germyns
217
43
260
-
E.J.M. Kooistra
360
72
432
-
K.N. Beentjes
400
80
480
400
P. Aartsen
108
22
130
-
1.085
217
1.302
400
2015
S.J. Clausing Totaal 2014
Totaal
Uitvoering variabel beloningsbeleid Op de aandeelhoudersvergadering van 23 april 2012 is een aangepast beloningsbeleid, conform de Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2011, goedgekeurd door de algemene vergadering. Het aangepaste beloningsbeleid is met terugwerkende kracht van toepassing vanaf 1 januari 2011 en is ook geldend voor boekjaar 2015. De uitbetaling gebeurt voor 50% in de vorm van uitgifte van aandelen en voor 50% in de vorm van contanten. De volledige uitbetaling wordt verspreid over 3 jaren, waarvan 50% bij bestuur, en 60% bij overige identified staff, betaald wordt bij de eerste vaststelling van de geleverde prestaties. Het restant wordt, na een herbeoordeling van de geleverde prestaties in de prestatieperiode, pro rata in de drie jaren volgende op het prestatiejaar betaald. In 2015 is een personeelslast van € 408.000 (2014: € 467.000) verantwoord met betrekking tot de reële waarde van de variabele beloning in aandelen over het prestatiejaar 2015. De reële waarde van aandelen in de toekomst is gelijk aan de fair value op het moment van waardering. Deze reële waarde wordt gecorrigeerd voor: • ‘Gemiste’ dividenden, door de waarde van de aandelen te disconteren met een dividendrendement • De lock-up periode, door de waarde te corrigeren voor de waarde van een Amerikaanse call-optie, berekend met behulp van een binomiale boom. De onderstaande parameters zijn gebruikt bij de berekening van de reële waarde van de in aandelen te betalen variabele beloning. 2015
2014
Aandelenkoers op initieel toekenningmoment
€ 7,05
€ 7,71
Volatiliteit
23,8%
29,0%
5,8%
5,1%
Risicovrije rente
0,85%
2,25%
Gemiddelde reële waarde aandelenkoers op datum toekenning
€ 5,66
€ 5,86
Dividendrendement
De verwachte volatiliteit is geschat op basis van de historische dagelijkse aandelenkoersbewegingen van het aandeel BinckBank. Het dividendrendement is bepaald door het dividend van vorig boekjaar (interim en slot) te delen door de aandelenkoers per jaareinde van het voorgaande boekjaar.
Jaarverslag 2015 // 193
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
In de onderstaande overzichten zijn de totale variabele beloningen van het bestuur en identified staff weergegeven.
In contanten
Uitgifte aandelen (in geld) conform beloningsbeleid
Uitgifte aandelen (in geld) op basis van IFRS waarde
V.J.J. Germyns
153
153
126
E.J.M. Kooistra
138
137
114
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Variabele Beloning 2015
S.J. Clausing
4
4
3
Overige Identified Staff
200
200
165
Totaal
495
494
408
Variabele Beloning 2014 V.J.J. Germyns
73
73
54
K.N. Beentjes
135
135
99
E.J.M. Kooistra
121
121
89
P. Aartsen
37
36
27
Overige Identified Staff
270
271
199
Totaal
636
636
468
De bovenstaande tabel bevat de bedragen voor de periode dat de functionaris in functie was als bestuurder respectievelijk als identified staff.
Jaarverslag 2015 // 194
De variabele beloning die uitgekeerd wordt in aandelen is omgerekend tegen de ultimo jaareinde aandelen koersen van het desbetreffende prestatiejaar (2015: € 7,95; 2014: € 7,05).
De onderstaande overzichten hebben betrekking op de betaalde en nog te betalen aandelen en contanten aan bestuur en identified staff. Alle toekomstige uitbetalingen van aandelen en contanten zijn onder voorbehoud van herbeoordelingen van de geleverde prestaties in het desbetreffende prestatiejaar. Er is geen clawback toegepast op de betaalde variabele beloningen. De onderstaande overzichten zijn opgenomen op basis van de verwachte uitbetalingen/uitkeringen. De in de tabellen opgenomen gegevens bevatten de bedragen en aantallen aandelen voor de periode dat de functionaris in functie was als bestuurder respectievelijk als identified staff. Totaal
Ingetrokken aandelen
Uitgegeven aandelen
Uit te geven na AV
Nog uit te geven aandelen
V.J.J. Germyns
19.218
-
-
9.609
9.609
E.J.M. Kooistra
17.296
-
-
8.648
8.648
(in aantallen) Variabele beloning in aandelen 2015
S. Clausing
520
-
-
260
260
Overige Identified Staff
25.182
-
-
15.109
10.073
Totaal
62.216
-
-
33.626
28.590
V.J.J. Germyns
10.362
-
5.181
1.726
3.455
K.N. Beentjes
19.130
-
9.564
3.188
6.378
E.J.M. Kooistra
17.217
-
8.608
2.869
5.740
Variabele beloning in aandelen 2014
P. Aartsen
5.181
-
2.590
863
1.728
Overige Identified Staff
38.341
-
23.007
5.114
10.220
Totaal
90.231
-
48.950
13.760
27.521
K.N. Beentjes
16.286
-
10.857
2.715
2.714
E.J.M. Kooistra
14.484
-
9.656
2.414
2.414
13.514
-
9.009
2.253
2.252
Overige Identified Staff
52.569
-
38.552
7.008
7.009
Totaal
96.853
-
68.074
14.390
14.389
K.N. Beentjes
4.525
-
3.771
754
-
E.J.M. Kooistra
3.821
-
3.185
636
-
P. Aartsen
3.922
-
3.269
653
-
N. Bortot
3.620
-
3.017
603
-
35.629
-
30.887
4.742
-
51.517
-
44.129
7.388
-
Variabele beloning in aandelen 2013
P. Aartsen
Overige Identified Staff Totaal
Jaarverslag 2015 // 195
Variabele beloning in aandelen 2012
Totaal te betalen in contanten
Ingetrokken beloning contanten
Betaald in contanten
Te betalen in contanten na AV
Nog te betalen in contanten
V.J.J. Germyns
153
-
-
77
76
E.J.M. Kooistra
138
-
-
69
69
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Variabele beloning in contanten 2015
4
-
-
2
2
Overige Identified Staff
S. Clausing
200
-
-
120
80
Totaal
495
-
-
268
227
V.J.J. Germyns
73
-
37
12
24
K.N. Beentjes
135
-
67
23
45
E.J.M. Kooistra
121
-
61
20
40
P. Aartsen
37
-
18
6
13
Variabele beloning in contanten 2014
Overige Identified Staff
270
-
162
36
72
Totaal
636
-
345
97
194
126
-
84
21
21
Variabele beloning in contanten 2013 K.N. Beentjes E.J.M. Kooistra
112
-
75
18
19
P. Aartsen
104
-
69
18
17
Overige Identified Staff
397
-
291
53
53
Totaal
739
-
519
110
110
K.N. Beentjes
28
-
24
4
-
E.J.M. Kooistra
24
-
20
4
-
P. Aartsen
25
-
21
4
-
N. Bortot
23
-
19
4
-
Overige Identified Staff
221
-
192
29
-
Totaal
321
-
276
45
-
Variabele beloning in contanten 2012
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
31. Afschrijvingen
2015
2014
27.253
27.675
Deze post bevat afschrijvingen op: Immateriële activa
Jaarverslag 2015 // 196
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen
23.072
23.047
4.181
4.628
27.253
27.675
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
32. Overige operationele lasten
2015
2014
50.110
57.124
Deze post bestaat uit: Marketingkosten
11.406
12.947
Automatiseringskosten
10.494
11.250
Audit en professionele diensten
13.485
13.740
Huisvestingskosten
2.322
2.841
Communicatie en informatiekosten
7.300
12.341
Overige algemene kosten
5.103
4.005
50.110
57.124
In de overige algemene kosten zijn onder andere opgenomen kantoorkosten, bankkosten, verzekeringen en mutaties in de voorzieningen voor de door AFM aangekondigde mogelijke boetes.
33. Resultaat per aandeel
Het resultaat per gewoon aandeel wordt berekend door het resultaat beschikbaar voor gewone aandeelhouders over de periode te delen door het gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen gedurende de periode. De bij de berekening van het resultaat per aandeel gehanteerde uitgangpunten zijn: Netto-resultaat na belasting
30.702
31.467
Resultaat toe te rekenen aan aandeelhouders minderheidsbelangen
(1.076)
87
Resultaat toe te rekenen aan aandeelhouders van BinckBank N.V.
29.626
31.554
71.000.000
74.500.000
(804.674)
(4.383.380)
70.195.326
70.116.620
56.516
54.489
70.251.842
70.171.109
0,42
0,45
Aantal geplaatste aandelen op 1 januari Af: ingekochte aandelen op 1 januari
Gewogen gemiddeld aantal aandelen inzake*: Uitgegeven aan bestuur en medewerkers Gemiddeld aantal geplaatste aandelen
Resultaat per aandeel (in €) Er zijn geen rechten die verwaterd resultaat per aandeel zouden kunnen veroorzaken. Het verwaterde resultaat per aandeel is derhalve gelijk aan het normale resultaat per aandeel en wordt in deze jaarrekening niet meer afzonderlijk toegelicht. Er hebben zich tussen de verslagdatum en de datum waarop deze jaarrekening is opgesteld geen transacties voorgedaan met gewone aandelen of potentiële gewone aandelen, welke tot verwatering zouden kunnen leiden.
Jaarverslag 2015 // 197
* De boven vermelde aantallen zijn gebaseerd op de totale aantallen vermeld in toelichting 24, rekening houdend met de mutatiedatum op het eigen vermogen.
Overige toelichting op de geconsolideerde jaarrekening (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
2015
2014
Slotdividend voor 2014: € 0,31 (2013: € 0,26)
21.787
18.251
Interim-dividend voor 2015: € 0,14 (2014: € 0,10)
9.839
7.020
31.626
25.271
17.750
22.010
34. Uitgekeerd en voorgesteld dividend Vastgesteld en uitgekeerd gedurende het jaar Dividend op gewone aandelen:
Voorgesteld ter goedkeuring van de AV (niet opgenomen als verplichting per 31 december) Dividend op gewone aandelen: Slotdividend voor 2015: € 0,25 (2014: € 0,31)
35. Financiële instrumenten - reële waarde
BinckBank heeft haar financiële instrumenten, die in de balans worden gewaardeerd op reële waarde, onder verdeeld in een hiërarchie van drie niveaus gebaseerd op de prioriteit van de input van de waardering. De reële waardehiërarchie geeft de hoogste prioriteit aan gepubliceerde noteringen in een actieve markt voor vergelijkbare activa en verplichtingen en de laagste prioriteit aan waarderingstechnieken gebaseerd op niet op de markt waarneembare input. Een actieve markt voor activa en verplichtingen is een markt waar transacties voor activa en verplichtingen plaatsvinden met voldoende frequentie en omvang om in betrouwbare prijsinformatie te voorzien op een doorlopende basis. De reële waardehiërarchie bestaat uit drie niveaus: Niveau 1 : de reële waarde wordt bepaald op basis van gepubliceerde noteringen in een actieve markt Niveau 2 : waarderingsmethoden met in de markt waarneembare parameters Niveau 3 : waarderingsmethoden die input betrekken die niet-waarneembaar is in de markt en die een meer dan insignificante impact heeft op de reële waarde van het instrument.
Jaarverslag 2015 // 198
Waarneembare input geeft marktgegevens weer die verkregen zijn van onafhankelijke bronnen. Niet-waarneem bare input is input die gebaseerd is op eigen veronderstellingen van BinckBank met betrekking tot factoren die marktpartijen zouden gebruiken bij het bepalen van de prijs van een actief of verplichting, ontwikkeld op basis van de meest juist informatie beschikbaar in die omstandigheden. Niet waarneembare input kan bestaan uit volatiliteit, correlatie, spreiding van disconteringspercentages, mate van in gebreke blijven, realisatiepercentages, vervroegde aflossingpercentages en bepaalde credit spreads. Waarderingstechnieken die afhankelijk zijn van een grotere mate van niet-waarneembare inputs vereisen een hoger niveau van de bijdrage van het management om een reële waarde te bepalen. Waar waarderingstechnieken of modellen worden gebruikt om de reële waarde te bepalen, worden zij periodiek beoordeeld en gevalideerd door gekwalificeerd personeel onafhankelijk van degenen die de technieken of modellen hebben opgesteld. Modellen zijn gekalibreerd om ervoor te zorgen dat de uitkomsten een afspiegeling zijn van feitelijke gegevens en vergelijkbare marktprijzen. Modellen gebruiken, indien beschikbaar, waarneembare gegevens om het gebruik van niet-waarneembare inputs te minimaliseren. BinckBank gebruikt alleen waarderingsmodellen van derde partijen en maakt geen eigen inschattingen betreffende de gebruikte input. Alle gebruikte waarderingstechnieken worden intern beoordeeld en goedgekeurd. De meeste gegevens die in deze waarderingstechnieken worden gebruikt worden dagelijks gevalideerd. Waarderingstechnieken zijn van nature subjectief. Het vaststellen van de reële waarde van bepaalde financiële activa en passiva is dan ook in belangrijke mate afhankelijk van inschattingen. Het gebruik van andere waarderingtechnieken en aannames zou tot schattingen van reële waarden kunnen leiden die materieel afwijken.
De beleggingsportefeuille heeft betrekking op courante obligaties die voornamelijk zonder tussenkomst van een beurs worden verhandeld tussen professionele marktpartijen. Prijzen zijn op aanvraag bij brokers te verkrijgen. Transacties in deze obligaties worden niet centraal via een beurs geregistreerd en/of gepubliceerd en derhalve is BinckBank van oordeel dat een actieve markt niet aantoonbaar is, en zijn deze instrumenten geclassificeerd als niveau 2 in de reële waarde hiërarchie. In 2015 en 2014 zijn geen financiële activa geherclassificeerd van een niveau naar een ander niveau. De reële waarde van financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde is als volgt bepaald: Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Totaal
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
12.138
159
-
12.297
Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
15.405
-
-
15.405
-
1.167.121
-
1.167.121
Totaal
27.543
1.167.280
-
1.194.823
Financiële passiva aangehouden voor handelsdoeleinden
12.144
142
-
12.286
46
-
-
46
12.190
142
-
12.332
8.110
99
-
8.209
15.942
-
-
15.942
-
1.389.146
-
1.389.146
24.052
1.389.245
-
1.413.297
8.113
177
-
8.290
139
-
-
139
8.252
177
-
8.429
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) 31 december 2015
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
Financiële passiva aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening Totaal
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening Financiële activa beschikbaar voor verkoop Totaal Financiële passiva aangehouden voor handelsdoeleinden Financiële passiva aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening Totaal
De reële waarde van de financiële activa aangehouden tot einde looptijd per 31 december 2015 is € 816,1 miljoen (2014: € 547,9 miljoen), tegenover een boekwaarde van € 813,5 miljoen (2014: € 545,1 miljoen). Bij waardering tegen reële waarde zou deze post in de reële waarde hiërarchie zijn opgenomen onder niveau 2. Alle overige financiële activa en passiva betreffen financiële instrumenten die direct opvraagbaar zijn waarbij de boekwaarde een representatieve benadering is van de reële waarde.
Jaarverslag 2015 // 199
31 december 2014
36. Financiële instrumenten - salderen van financiële activa en passiva
Financiële activa en passiva worden gesaldeerd en het nettobedrag wordt vermeld in de balans op het moment dat sprake is van een juridisch afdwingbaar recht om te salderen en de intentie bestaat om op nettobasis af te wikkelen of om het actief te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld. Dit is over het algemeen niet het geval met kaderverrekeningsovereenkomsten en daarom worden de betreffende activa en passiva bruto gepresenteerd in de balans. Kaderverrekeningsovereenkomsten voorzien veelal in alleenstaande netto afrekening van alle financiële instrumenten die onder de overeenkomsten in het geval van wanbetaling op een bepaald contract. Hoewel kaderverrekeningsovereenkomsten aanzienlijk kredietrisico kunnen verminderen, moet worden opgemerkt dat de mate waarin het totale kredietrisico wordt verminderd aanzienlijk kan veranderen binnen een korte periode, omdat de vordering wordt beïnvloed door elke transactie onder de overeenkomst. Onderstaande tabellen geven weer welke financiële activa en passiva onderworpen zijn aan saldering binnen de balans volgens IAS 32 en de effecten van kaderverrekeningsovereenkomsten die niet aan IAS 32 voldoen: Financiële activa en passiva onderworpen aan saldering, afdwingbare kaderverrekeningsovereenkomsten en soortgelijke overeenkomsten A
B
Bruto bedragen van opgenomen financiële activa en passiva
Bruto bedragen van erkende financiële activa en passiva verrekend in de balans
Bankiers
178.244
-
178.244
(23.582)
-
154.662
Totale activa
178.244
-
178.244
(23.582)
-
154.662
Bankiers
23.582
-
23.582
(23.582)
-
-
Totale passiva
23.582
-
23.582
(23.582)
-
-
Bankiers
156.013
-
156.013
(25.587)
-
130.426
Totale activa
156.013
-
156.013
(25.587)
-
130.426
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
C=A-B
D
E=C-D
Gerelateerde bedragen Netto niet verrekend in de balans bedragen van de Ontvangen financiële en activa en verstrekte passiva Financiële onderpand opgenomen instruin in de balans menten contanten
Netto bedrag
per 31 december 2015 Activa
Passiva
per 31 december 2014 Activa
Jaarverslag 2015 // 200
Passiva Bankiers
25.587
-
25.587
(25.587)
-
-
Totale passiva
25.587
-
25.587
(25.587)
-
-
37. Financiële instrumenten – Resterende contractuele looptijd verplichtingen
De niet verdisconteerde verplichtingen op basis van de resterende contractuele looptijd voor de financiële passiva zijn als volgt: Resterende contractuele looptijdverplichtingen (niet verdisconteerd) per 31 december 2015 (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Direct opeisbaar
< 3 maanden
> 3 maanden < 1 jaar
> 1 jaar < 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
23.582
-
-
-
-
23.582
Passiva Bankiers Toevertrouwde middelen
2.590.044
-
-
-
-
2.590.044
Financiële passiva aangehouden voor handelsdoeleinden
-
142
-
-
12.144
12.286
Financiële passiva aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
-
46
-
-
-
46
2.613.626
188
-
-
12.144
2.625.958
Totaal
Totaal
Resterende contractuele looptijdverplichtingen (niet verdisconteerd) per 31 december 2014 (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Direct opeisbaar
< 3 maanden
> 3 maanden < 1 jaar
> 1 jaar < 5 jaar
> 5 jaar
Bankiers
25.587
-
-
-
-
25.587
2.546.029
-
-
-
-
2.546.029
Financiële passiva aangehouden voor handelsdoeleinden
-
177
-
-
8.113
8.290
Financiële passiva aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
-
139
-
-
-
139
2.571.616
316
-
-
8.113
2.580.045
Toevertrouwde middelen
Totaal
Jaarverslag 2015 // 201
Passiva
38. Financiële instrumenten – overgedragen financiële activa en in onderpand gegeven of ontvangen financiële activa In onderpand gegeven financiële activa Ontvangsten en betalingen uit hoofde van afwikkeling van effectentransacties bij de verschillende betrokken partijen vinden op de dag van settlement niet precies gelijktijdig plaats. Ter overbrugging van deze tijdsverschillen heeft BinckBank een deel van haar beleggingsportefeuille vastrentende waardepapieren in onderpand gegeven bij haar custodian. In onderpand ontvangen financiële activa BinckBank verstrekt kredieten en andere faciliteiten op basis van door cliënten in onderpand gegeven effecten. BinckBank heeft geen recht van herbelening van de in onderpand ontvangen effecten en mag alleen overgaan tot verkoop van de effecten als de kredietnemer in gebreke blijft. BinckBank heeft vastgesteld dat alle risico’s en beloningen van deze effecten voor de cliënt zijn en blijven en derhalve worden deze effecten niet opgenomen op de balans. Overgedragen financiële activa In het kader van haar liquiditeitsmanagement heeft BinckBank repofaciliteiten met enkele banken. Effecten welke worden verkocht onder de repofaciliteiten worden overgedragen aan een derde waarbij BinckBank contanten ontvangt. Deze transacties worden uitgevoerd onder voorwaarden op basis van de ISDA regels met betrekking tot onderpand. BinckBank heeft vastgesteld dat het vrijwel alle risico’s en beloningen van deze effecten behoudt, met name kredietrisico en marktrisico, en blijft deze derhalve opnemen op de balans. Bovendien neemt het een financiële verplichting voor de nog terug te betalen contanten. BinckBank heeft zowel gedurende 2015 als 2014 geen gebruik gemaakt van de faciliteiten en derhalve zijn er in de balans geen posities opgenomen met betrekking tot deze faciliteiten.
Jaarverslag 2015 // 202
De volgende tabel toont de waarde van de in onderpand gegeven en/of bezwaarde financiële activa.
Financiële activa in onderpand gegeven en/of bezwaard
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
A
B
C=A-B
Bruto bedragen van opgenomen financiële activa
In onderpand gegeven/ bezwaard
Onbezwaarde financiële activa
per 31 december 2015 Activa Kasmiddelen
178.365
-
178.365
Bankiers
178.244
(35.964)
142.280
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
12.297
-
12.297
Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
15.405
(15.405)
-
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
1.167.121
(207.138)
959.983
Financiële activa aangehouden tot einde looptijd
813.484
(24.800)
788.684
Leningen en vorderingen
502.006
-
502.006
2.866.922
(283.307)
2.583.615
72.427
-
72.427
156.013
(29.300)
126.713
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
8.209
-
8.209
Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening
15.942
(15.942)
-
1.389.146
(173.375)
1.215.771
Totaal per 31 december 2014 Kasmiddelen Bankiers
Financiële activa beschikbaar voor verkoop Financiële activa aangehouden tot einde looptijd Leningen en vorderingen Totaal
545.108
(25.302)
519.806
498.908
-
498.908
2.685.753
(243.919)
2.441.834
Jaarverslag 2015 // 203
Activa
39. Indeling activa en passiva naar verwachte looptijd
Onderstaande tabel toont de activa en passiva ingedeeld naar de verwachte resterende looptijd. < 12 maanden
> 12 maanden
Totaal
Kasmiddelen
178.365
-
178.365
Bankiers
174.167
4.077
178.244
159
12.138
12.297
15.405
-
15.405
675.455
491.666
1.167.121
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) per 31 december 2015 Activa
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening Financiële activa beschikbaar voor verkoop Financiële activa aangehouden tot einde looptijd
127.346
686.138
813.484
502.006
-
502.006
Geassocieerde deelnemingen en joint ventures
-
1.227
1.227
Immateriële activa
-
190.560
190.560
Leningen en vorderingen
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen
-
34.830
34.830
7.945
-
7.945
-
1.121
1.121
Overige activa
28.103
-
28.103
Overlopende activa
45.122
-
45.122
Vennootschapsbelasting Uitgestelde belastingvorderingen
Derivatenposities voor rekening en risico van klanten Totaal activa
260.505
-
260.505
2.014.578
1.421.757
3.436.335
Passiva Bankiers
23.582
-
23.582
Financiële passiva aangehouden voor handelsdoeleinden
142
12.144
12.286
Financiële passiva tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het resultaat
46
-
46
2.589.714
-
2.589.714
7.884
-
7.884
19
-
19
(219)
28.093
27.874
66.080
-
66.080
Toevertrouwde middelen Voorzieningen Vennootschapsbelasting Uitgestelde belastingverplichtingen Overige passiva Overlopende passiva
10.865
-
10.865
260.505
-
260.505
Totaal passiva
2.958.618
40.237
2.998.855
Netto
(944.040)
1.381.520
437.480
Jaarverslag 2015 // 204
Derivatenposities voor rekening en risico van klanten
39. Indeling activa en passiva naar verwachte looptijd (vervolg)
Onderstaande tabel toont de de activa en passiva ingedeeld naar de verwachte resterende looptijd. (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
< 12 maanden
> 12 maanden
Totaal
72.427
-
72.427
152.690
3.323
156.013
98
8.111
8.209
15.942
-
15.942
537.519
851.627
1.389.146
per 31 december 2014 Activa Kasmiddelen Bankiers Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening Financiële activa beschikbaar voor verkoop Financiële activa aangehouden tot einde looptijd
-
545.108
545.108
498.908
-
498.908
Geassocieerde deelnemingen en joint ventures
-
1.293
1.293
Immateriële activa
-
213.558
213.558
Leningen en vorderingen
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen
-
38.374
38.374
7.011
-
7.011
100.598
-
100.598
Overlopende activa
46.970
-
46.970
Derivatenposities voor rekening en risico van klanten
218.107
-
218.107
1.650.270
1.661.394
3.311.664
25.587
-
25.587
Financiële passiva aangehouden voor handelsdoeleinden
177
8.113
8.290
Financiële passiva tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het resultaat
139
-
139
2.545.420
-
2.545.420
7.885
-
7.885
71
-
71
552
23.852
24.404
Overige passiva
30.543
4
30.547
Overlopende passiva
10.967
-
10.967
Vennootschapsbelasting Overige activa
Totaal activa
Bankiers
Toevertrouwde middelen Voorzieningen Vennootschapsbelasting Uitgestelde belastingverplichtingen
218.107
-
218.107
Totaal passiva
Derivatenposities voor rekening en risico van klanten
2.839.448
31.969
2.871.417
Netto
(1.189.178)
1.629.425
440.247
Jaarverslag 2015 // 205
Passiva
40. Verbonden partijen
In de geconsolideerde jaarrekening zijn de volgende verbonden partijen van BinckBank betrokken: Belang ultimo 2015
Belang ultimo 2014
Nederland
100%
100%
bewaarneming effecten
Nederland
100%
100%
beheer beleggingen
Nederland
60%
60%
multilateral trading faciliteit & smart order router
Nederland
25,5%
25,5%
Hoofdactiviteit
Land
Able Holding B.V.
ICT dienstverlening
Bewaarbedrijf BinckBank B.V. Think ETF Asset Management B.V.
Geconsolideerde ondernemingen:
Geassocieerde deelnemingen: TOM Holding N.V.
De groep van verbonden partijen omvat geconsolideerde ondernemingen, geassocieerde deelnemingen, het bestuur en de raad van commissarissen van BinckBank. Het belang zoals hierboven gepresenteerd is gelijk aan het stemrecht in de desbetreffende onderneming. Voorwaarden van transacties met verbonden partijen Transacties met verbonden partijen vinden plaats tegen commerciële voorwaarden en markttarieven. Ultimo 2015 heeft BinckBank geen voorziening getroffen voor dubieuze debiteuren voor de vorderingen op verbonden partijen (2014: nihil). Deze beoordeling wordt elk boekjaar uitgevoerd door middel van een onderzoek van de financiële positie van de verbonden partij en de markt waarin deze opereert. Er zijn geen garanties verstrekt of ontvangen met betrekking tot verbonden partijen.
Jaarverslag 2015 // 206
Think ETF Asset Management B.V. In 2015 is geen kapitaal gestort door de aandeelhouders (2014: EUR 750.000, waarvan € 450.000 door BinckBank). BinckBank heeft een primaire preferentie op enige aangehouden reserves tot een bedrag van € 1,1 miljoen gevolgd door een secundaire preferentie van de overige aandeelhouders op enige aangehouden reserves tot een bedrag van € 1,1 miljoen. De resultaten van het boekjaar worden met in achtneming van de preferenties, zoals opgenomen in de aandeelhouders-overeenkomsten gealloceerd aan de aandeelhouders van BinckBank en de overige aandeelhouders. TOM Holding N.V. In het jaar 2015 is een additioneel bedrag van € 664.000 (2014: € 409.000) aan kapitaal gestort in de geassocieerde deelneming TOM Holding N.V. Gedurende 2015 heeft BinckBank huisvesting, kantoorautomatisering en admini stratieve diensten aan TOM geleverd, waarvoor een vergoeding van € 221.000 (2014: € 204.000) is berekend. In 2015 is uit hoofde van verleende effectendiensten € 3.972.000 (2014: € 4.300.000) door dochterondernemingen van TOM Holding N.V. aan BinckBank in rekening gebracht. Ultimo 2015 heeft BinckBank per saldo een schuld van € 278.000 (2014: € 377.000) aan TOM Holding N.V. en haar dochterondernemingen. In een aandeelhouders overeenkomst hebben de zittende aandeelhouders pro-rata naar hun belang aan NASDAQ OMX een optie verleend om haar belang, onder voorwaarden en onder voorbehoud van goedkeuring door toezichthoudende instanties, van 25% uit te breiden tot 50,1%. Uitoefening van deze optie is tweemaal per jaar mogelijk in een periode van 30 dagen volgend op 1 januari en 1 juli van elk jaar en eindigend op uiterlijk 2 juli 2018. In de 30 dagen volgend op 1 januari 2016 heeft NASDAQ OMX geen gebruik gemaakt van haar optie. In het verslagjaar hebben geen transacties plaatsgevonden met het bestuur en raad van commissarissen anders dan voortvloeiend uit een arbeidsovereenkomst. Zie voor meer informatie toelichting 30 Personeelskosten en de hoofdlijnen remuneratierapport vanaf pagina 123 in het jaarverslag. Transacties met geconsolideerde ondernemingen zijn in de geconsolideerde jaarrekening volledig geëlimineerd.
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
31 december 2015
31 december 2014
1.862
2.304
817
-
-
-
41. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Voorwaardelijke verplichtingen:
Verplichtingen wegens verstrekte borgtochten en garanties Verplichtingen uit toezeggingen die kunnen leiden tot kredietverlening Verplichtingen uit hoofde van onherroepelijke faciliteiten
Borgtochten en garanties Om tegemoet te komen aan de wensen van haar klanten biedt BinckBank aan leningen gerelateerde producten aan, zoals borgtochten en garanties. De onderliggende waarden van deze producten worden niet in de balans opgenomen. Voor deze producten geeft het hierboven genoemde bedrag het maximale potentiële kredietrisico van BinckBank aan, indien wordt verondersteld dat al haar tegenpartijen hun contractuele verplichtingen niet meer nakomen en alle bestaande zekerheden geen waarde zouden hebben. Garanties betreffen zowel kredietvervangende als niet-kredietvervangende garanties. Naar verwachting zullen de meeste garanties aflopen zonder dat daarop aanspraak wordt gemaakt en zullen zij ook geen toekomstige kasstromen veroorzaken. Alex Bottom-Line BinckBank heeft bij de overname van Alex Beleggersbank eind 2007 tevens het product Alex Bottom-Line overgenomen. Het Alex Bottom-Line product betreft een overeenkomst met VEB. Indien BinckBank deze overeenkomst zal beëindigen, dan zal zij een bedrag betalen dat gelijk is aan het bewaarloon en de dividend provisie die elke klant van Alex Bottom-Line heeft betaald bij het aangaan van de overeenkomst, alsmede een bedrag aan bewaarloon en dividendprovisies die elke klant aanvullend heeft betaald bij overschrijding van vastgestelde limieten. Huur- en leaseverplichtingen De groep heeft huurovereenkomsten en servicecontracten voor kantoorpanden in Nederland, België, Frankrijk, Spanje en Italië. Daarnaast zijn operational leasecontracten voor het wagenpark afgesloten met een looptijd van minder dan 5 jaar en overige meerjarige contracten. De totale jaarlijkse last inzake de huur van kantoorpanden, operational leasecontracten en overige meerjarige contracten ultimo 2015 bedraagt € 4,2 miljoen (2014: € 3,7 miljoen).
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
31 december 2015
31 december 2014
Korter dan een jaar
2.863
2.773
Een tot vijf jaar
3.412
2.375
670
501
Langer dan vijf jaar
Juridische procedures BinckBank is betrokken bij rechtszaken. Hoewel het niet mogelijk is de uitkomst van lopende of dreigende juridische procedures te voorspellen, is het bestuur van mening - op grond van informatie die thans beschikbaar is en na raadpleging van juridische adviseurs - dat het onwaarschijnlijk is dat de uitkomsten hiervan materieel nadelige gevolgen zullen hebben voor de financiële positie of bedrijfsresultaten van BinckBank, met uitzondering van de zaken die zijn gemeld onder de toelichting van de voorzieningen.
Jaarverslag 2015 // 207
De verplichtingen naar resterende looptijd zijn als volgt:
Alex Vermogensbeheer BinckBank heeft tot aan 31 december 2015 claims ontvangen van klanten die stellen verlies te hebben geleden op hun beleggingen via het product Alex Vermogensbeheer. De Vermogensmonitor, welke aangekondigd heeft bereid te zijn namens klanten procedures tegen BinckBank te voeren over Alex Vermogensbeheer, heeft een samenwerking aangekondigd met de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) om gezamenlijk op te treden tegen Alex Vermogensbeheer. Als gevolg hiervan is de dreiging van juridische procedures van klanten van Alex Vermogensbeheer die niet in de voorziening zijn opgenomen reëel. Rechtszaak TOM De rechtbank Den Haag heeft op 22 juli 2015 uitspraak gedaan in de zaak die Euronext N.V. en Euronext Amsterdam N.V. hebben aangespannen tegen TOM Holding N.V, TOM Broker B.V., TOM B.V. en BinckBank N.V. De rechtbank heeft een aantal vorderingen van Euronext toegewezen. BinckBank heeft een aantal gedragingen moeten staken, te weten: een inbreuk op databankrechten van Euronext met betrekking tot optieseries, mis leidende uitingen over Smart Execution en het gebruik van bepaalde ticker-symbolen en data van Euronext. BinckBank heeft tot slot een door de rechtbank vastgestelde tekst op een aantal van haar websites geplaatst. BinckBank is voorts veroordeeld tot vergoeding van door Euronext geleden schade te bepalen in een schadestaat procedure. Het bestuur heeft besloten om op deze uitspraak in hoger beroep te treden. Tevens is het bestuur van mening – op grond van informatie die thans beschikbaar is en na raadpleging van juridische adviseurs – dat de hoogte van deze schade op dit moment niet betrouwbaar kan worden vastgesteld. Internationale diensten onder buitenlands recht BinckBank betrekt internationaal diensten van data- en andere leveranciers welke onderworpen kunnen zijn aan buitenlands recht wat als inherent risico heeft dat dit kan leiden tot interpretatieverschillen. Het bestuur is van mening dat wanneer zulke interpretatieverschillen zouden ontstaan de uitkomsten van de gesprekken daarover ongewis kunnen zijn en dat er momenteel geen aanleiding is te veronderstellen dat dit materiële nadelige gevolgen zou kunnen hebben voor de financiële positie of bedrijfsresultaten van BinckBank.
Jaarverslag 2015 // 208
Depositogarantiestelsel Het depositogarantiestelsel is een regeling ter garantie van bepaalde banktegoeden van rekeninghouders als een bank haar verplichtingen niet kan nakomen. De regeling geeft zekerheid voor tegoeden tot een maximum van € 100.000 en geldt per rekeninghouder per bank, ongeacht het aantal rekeningen. In het geval van een en/ofrekening van twee personen geldt dit maximum per persoon. Vrijwel alle spaarrekeningen, lopende rekeningen en termijndeposito’s vallen eronder maar aandelen of obligaties niet. Indien bij betalingsonmacht van een kredietinstelling onvoldoende middelen resteren om aan de rekeninghouders van de betrokken instelling de gegarandeerde bedragen (geheel) te vergoeden, keert DNB tot aan voormelde maxima uit. Sinds 26 november 2015 is de financiering van het depositogarantiestelsel omgezet van een ex-post financiering naar een ex-ante financiering. Vanaf het eerste kwartaal van 2016 zullen de banken elk kwartaal een bijdrage moeten storten in een fonds ten behoeve van het depositogarantiestelsel. De Stichting depositogarantiefonds is eigenaar geworden van het fonds en haar middelen worden niet gerestitueerd. De Nederlandsche Bank beheert de middelen van het depositogarantiefonds en treedt hierbij op als agent voor de Stichting. Het depositogarantiefonds dient in ongeveer 10 jaar te groeien naar 1% van de door het DGS gegarandeerde deposito’s, wat gelijk is aan circa 4 miljard euro. Het doelvermogen van 1% van de gegarandeerde deposito’s wordt per bank vastgesteld. Indien het depositogarantiefonds onvoldoende middelen ter beschikking heeft voor compensatie, zullen de resterende kosten over de banken worden omgeslagen.
Beleggerscompensatiestelsel Het beleggerscompensatiestelsel beschermt particulieren en “kleine” ondernemingen die, op grond van een beleggingsdienst, geld of financiële instrumenten (bijvoorbeeld effecten of opties) hebben toevertrouwd aan een vergunninghoudende bank of beleggingsonderneming. Hoewel banken en beleggingsondernemingen in Nederland onder toezicht van DNB en AFM staan, is het niet uit te sluiten dat een bank of beleggingsonderneming betalingsproblemen krijgt. In dat geval garandeert het beleggerscompensatiestelsel een minimumniveau van bescherming in het geval dat de bank of beleggingsonderneming niet kan voldoen aan haar verplichtingen die voortvloeien uit beleggingsdiensten verricht voor haar cliënten. Kort samengevat komen vorderingen (in geld of effecten) die verband houden met het verrichten van bepaalde (beleggings)diensten in aanmerking voor vergoeding. Het gaat daarbij om geld of effecten van een belegger die in verband met die (beleggings)diensten gehouden worden en die, ingeval een bank of beleggingsonderneming niet in staat is aan haar verplichtingen jegens de cliënten-beleggers te voldoen, niet aan de belegger kunnen worden teruggegeven. Schade ten gevolge van beleggingsverliezen geleden op financiële instrumenten zelf komt niet voor vergoeding in aanmerking. Het beleggerscompensatiestelsel garandeert een bedrag van maximaal 20.000 euro per persoon per instelling.
42. Segmentatieoverzicht
Een segment is een duidelijk te onderscheiden onderdeel van BinckBank dat diensten verleent aan een bepaalde economische markt (marktsegment) die een van andere segmenten afwijkend risico- en rendementsprofiel heeft. In het tweede kwartaal van 2015 is de organisatorische en managementstructuur van BinckBank gewijzigd als gevolg van de strategische keuzes om de focus op de Retail markt te houden. Het segment dat zich richt op de Professionele markt is niet meer als aparte pijler in de managementinformatie opgenomen. Hierdoor is binnen de aansturing van de organisatie en daarmee in de gesegmenteerde informatie een verschuiving geweest in de hoofdsegmentatie van een bepaalde economische markt (Retail, Professional Services en Groepsactiviteiten) naar een geografische segmentering. Organisatorisch gezien worden de activiteiten van BinckBank nu primair onderverdeeld in de landen waar BinckBank actief is. Het bestuur bepaalt voor deze segmenten de prestatiedoelstellingen en autoriseert en bewaakt de budgetten die zijn voorbereid door deze bedrijfsonderdelen. Het management van het bedrijfsonderdeel bepaalt, in overeenstemming met de strategie en prestatiedoelstellingen zoals geformuleerd door het bestuur, het beleid van deze bedrijfsonderdelen. De bedrijfssegmenten per 31 december 2015 zijn als volgt: • Nederland • België • Frankrijk • Italië • Groepsactiviteiten
Alle baten en lasten worden aan de geografische gebieden toegerekend op basis van de door de kantoren ontplooide activiteiten. In alle landen betreft dit de activiteiten als online broker in financiële instrumenten voor particulieren inclusief daaraan gerelateerde spaarproducten. In Nederland en België is ook de dienstverlening aan professionele partijen opgenomen. Daarnaast bevat Nederland vermogensbeheerdiensten, uitgifte van financiële instrumenten en de resultaten van de BPO activiteiten. Binnen de genoemde geografische segmenten worden alle direct toe te rekenen baten en lasten verantwoord samen met de toegerekende kosten van de Groepsactiviteiten. Onder Groepsactiviteiten zijn de bedrijfsonderdelen opgenomen die direct door het bestuur worden aangestuurd en waarvan de baten en lasten niet direct in één van de andere segmenten worden opgenomen. Hierin zijn onder meer opgenomen de lasten van centrale ICT, operationele en stafafdelingen. Daarnaast worden alle resultaten van Think ETF Asset Mangement B.V. en Able Holding B.V. onder Groepsactiviteiten verantwoord. De allocatie van Groepsactiviteiten naar de geografische segmenten gebeurt op basis van vooraf overeengekomen verdeelsleutels.
Jaarverslag 2015 // 209
De vergelijkende cijfers over het vorig jaar zijn aangepast naar de nieuwe vorm van de segmentatie.
Voor een geografisch segment worden dezelfde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gehanteerd als beschreven in de waarderingsgrondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening van BinckBank. De in rekening gebrachte bedragen tussen de verschillende bedrijfssegmenten worden geëlimineerd en vervangen door een toerekening van de kosten. Investeringen in immateriële activa en materiële vaste activa worden aan de segmenten toegerekend voor zover de investeringen rechtstreeks door de segmenten aangeschaft worden. Alle overige investeringen worden in Groepsactiviteiten verantwoord. Belastingen worden beheerd op groepsniveau en ten behoeve van het segmentoverzicht niet toegerekend aan de segmenten. Zowel in het jaar 2015 als in 2014 is er geen klant of groep van verbonden klanten die verantwoordelijk is voor meer dan 10% van de totale inkomsten van de bank.
Jaarverslag 2015 // 210
Het volgende overzicht is een weergave van de geografische spreiding van de inkomsten uit operationele activiteiten en de materiële vaste activa en immateriële activa BinckBank. De inkomsten zijn toegerekend op basis van het land van vestiging van het filiaal waar de rekening is geopend en de materiële vaste activa en immateriële activa op basis van het land waar de activa worden aangehouden.
Verdeling van financiële gegevens naar segment 2015 (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Nederland
België
Frankrijk
Italië
Groepsactiviteiten
Totaal
Rentebaten
21.647
1.378
2.587
1.220
2.748
29.580
Rentelasten
(1.055)
(46)
(41)
(126)
(2.588)
(3.856)
20.592
1.332
2.546
1.094
160
25.724
Winst- en Verliesrekening
Provisiebaten
123.565
15.897
10.040
3.801
2.523
155.826
Provisielasten
(16.694)
(2.948)
(2.301)
(2.224)
(198)
(24.365)
106.871
12.949
7.739
1.577
2.325
131.461
Overige baten
2.040
2
24
0
8.881
10.947
Resultaat uit financiële instrumenten
2.045
12
0
0
(26)
2.031
10
1
3
1
0
15
131.558
14.296
10.312
2.672
11.340
170.178
9.261
2.610
2.695
1.288
37.161
53.015
21.828
11
5
75
5.334
27.253
Netto-provisiebaten
Bijzondere waardeverande ringen op financiële activa Totale inkomsten uit operationele activiteiten Personeelskosten Afschrijvingen Overige operationele lasten
16.140
4.243
3.502
1.956
24.269
50.110
Totale operationele lasten
47.229
6.864
6.202
3.319
66.764
130.378
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten
84.329
7.432
4.110
(647)
(55.424)
39.800
Interne Kostenallocatie
(45.563)
(5.025)
(5.405)
(3.396)
59.389
0
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten na Interne Kostenallocatie
38.766
2.407
(1.295)
(4.043)
3.965
39.800
Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures
(730)
Resultaat voor belastingen
39.070
Belastingen
(8.368)
Netto-resultaat
30.702
Materiële en immateriële vaste activa Totale activa Totaal verplichtingen
188.668
85
20
91
36.526
225.390
2.696.943
387.983
181.731
114.345
55.333
3.436.335
2.317.648
379.813
176.509
111.879
13.006
2.998.855
Jaarverslag 2015 // 211
Netto-rentebaten
Verdeling van financiële gegevens naar segment (vervolg) 2014 (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Nederland
België
Frankrijk
Italië
Groepsactiviteiten
Totaal
Rentebaten
25.343
1.760
3.336
843
844
32.126
Rentelasten
(2.345)
(60)
(93)
(311)
(820)
(3.629)
22.998
1.700
3.243
532
24
28.497
Winst- en Verliesrekening
Netto-rentebaten Provisiebaten
122.137
14.999
10.259
3.122
1.947
152.464
Provisielasten
(18.901)
(2.866)
(2.280)
(2.156)
(310)
(26.513)
103.236
12.133
7.979
966
1.637
125.951
2.051
2
23
0
9.026
11.102
501
0
0
0
(150)
351
(123)
(5)
(36)
(4)
0
(168)
128.663
13.830
11.209
1.494
10.537
165.733
Personeelskosten
11.097
2.918
2.852
1.202
38.517
56.586
Afschrijvingen
21.728
31
7
81
5.828
27.675
Netto-provisiebaten Overige baten Resultaat uit financiële instrumenten Bijzondere waardeverande ringen op financiële activa Totale inkomsten uit operationele activiteiten
Overige operationele lasten
25.098
4.549
4.491
2.778
20.208
57.124
Totale operationele lasten
57.923
7.498
7.350
4.061
64.553
141.385
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten
70.740
6.332
3.859
(2.567)
(54.016)
24.348
(43.408)
(4.032)
(3.277)
(3.089)
53.806
0
27.332
2.300
582
(5.656)
(210)
24.348
Interne Kostenallocatie Resultaat uit bedrijfsactiviteiten na Interne Kostenallocatie Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures
12.674
Resultaat voor belastingen
37.022
Belastingen
(5.555)
Netto-resultaat
31.467
Jaarverslag 2015 // 212
Materiële en immateriële vaste activa
210.341
258
7
164
41.162
251.932
Totale activa
2.621.618
364.230
194.505
78.685
52.626
3.311.664
Totaal verplichtingen
2.229.641
358.268
190.549
76.703
16.256
2.871.417
43. Gebeurtenissen na balansdatum Aandeleninkoopprogramma In lijn met het eerder gecommuniceerde kapitaalbeleid is BinckBank op 19 februari 2016 gestart met een aandeleninkoopprogramma. De huidige kapitaal- en liquiditeitspositie en de bedrijfseconomische vooruitzichten bieden hiervoor een goede basis. BinckBank start het aandeleninkoopprogramma met behoud van een robuuste kapitaalpositie en een attractief dividendrendement. BinckBank zal in de periode tot juli 2017 aandelen BinckBank inkopen tot een totaalbedrag van € 25 miljoen. BinckBank zal iedere vrijdag na sluiting van Euronext Amsterdam het aantal in die week ingekochte aandelen bekendmaken via een persbericht. Het aandeleninkoopprogramma vindt plaats met inachtneming van de machtiging die daartoe tijdens de Algemene Vergadering van 30 april 2015 is verstrekt.
Jaarverslag 2015 // 213
Er hebben zich geen andere gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die tot materiële wijzigingen leiden.
Enkelvoudige balans (voor resultaatbestemming) (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Toelichting
31 december 2015
31 december 2014
Kasmiddelen
c
178.365
72.427
Bankiers
d
170.420
150.094
Leningen en vorderingen
e
502.006
498.728
Obligaties en andere vastrentende waardepapieren
f
1.980.605
1.934.254
Aandelen en andere niet vastrentende waardepapieren
g
15.564
16.041
Geassocieerde deelnemingen
Activa
h
6.759
3.151
Immateriële activa
i
190.300
213.235
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen
j
34.363
37.836
Vennootschapsbelasting
k
7.635
7.011
Overige activa
m
38.335
107.009
Overlopende activa
n
48.727
51.708
19
260.505
218.107
3.433.584
3.309.601
Derivatenposities voor rekening en risico van cliënten Totaal activa Passiva Bankiers
d
23.582
25.587
Toevertrouwde middelen
o
2.589.714
2.545.420
Vennootschapsbelasting
k
19
37
Uitgestelde belastingverplichtingen
l
27.874
24.404
Overige passiva
p
77.638
38.032
Overlopende passiva
q
10.184
10.102
19
260.505
218.107
r
7.884
7.885
2.997.400
2.869.574
7.100
7.100
Agioreserve
361.379
361.379
Ingekochte eigen aandelen
Derivatenposities voor rekening en risico van cliënten Voorzieningen Totaal verplichtingen Geplaatst aandelenkapitaal
(4.979)
(5.570)
Herwaarderingsreserve
1.526
3.777
Overige reserves
51.371
48.807
Onverdeeld resultaat
19.787
24.534
436.184
440.027
3.433.584
3.309.601
2015
2014
2.944
15.820
Eigen vermogen
s
Jaarverslag 2015 // 214
Totaal passiva
Enkelvoudige winst- en verliesrekening (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Resultaat uit deelnemingen (na belasting) Overige resultaten (na belastingen)
26.682
15.734
Netto-resultaat
29.626
31.554
Enkelvoudig overzicht van mutaties in het eigen vermogen Toelichting
1 januari 2015
OnverTotaal deeld eigen resultaat vermogen
Geplaatst aandelen kapitaal
Agio reserve
Ingekochte eigen aandelen
Herwaarderingsreserve
Overige reserves
7.100
361.379
(5.570)
3.777
48.807
24.534
440.027
Waardecorrectie financiële activa beschikbaar voor verkoop (na belastingen)
s
-
-
-
(2.251)
-
-
(2.251)
Realisatie van herwaarderingen via de winst-en verliesrekening
s
-
-
-
-
-
-
-
Resultaat direct in het vermogen verantwoord
-
-
-
(2.251)
-
-
(2.251)
Resultaat boekjaar
-
-
-
-
-
29.626
29.626
Totale baten en lasten
-
-
-
(2.251)
-
29.626
27.375
-
(21.787)
(21.787)
(9.839)
(9.839)
Uitkering slotdividend FY14
s
-
-
-
-
Uitkering interimdividend FY15
s
-
-
-
-
Toegekende rechten op aandelen
s
-
-
-
-
408
-
408
Uitgifte aandelen aan bestuur en medewerkers
s
-
-
591
-
(591)
-
-
-
-
-
-
2.747
(2.747)
-
7.100
361.379
(4.979)
1.526
51.371
19.787
436.184
Geplaatst aandelen kapitaal
Agio reserve
Ingekochte eigen aandelen
Herwaarderingsreserve
Overige reserves
7.450
373.422
(30.340)
2.124
59.720
19.248
431.624
Ingehouden winst naar overige reserves 31 december 2015
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Toelichting
1 januari 2014
OnverTotaal deeld eigen resultaat vermogen
Waardecorrectie financiële activa beschikbaar voor verkoop (na belastingen)
s
-
-
-
1.659
-
-
1.659
Realisatie van herwaarderingen via de winst-en verliesrekening
s
-
-
-
(6)
-
-
(6)
Resultaat direct in het vermogen verantwoord
-
-
-
1.653
-
-
1.653
Resultaat boekjaar
-
-
-
-
-
31.554
31.554
Totale baten en lasten
-
-
-
1.653
-
31.554
33.207
Uitkering slotdividend FY13
s
-
-
-
-
-
(18.251)
(18.251)
Uitkering interimdividend FY14
s
-
-
-
-
-
(7.020)
(7.020)
Toegekende rechten op aandelen
s
-
-
-
-
467
-
467
Verkoop aandelen aan bestuur en medewerkers
s
-
-
545
-
(545)
-
-
Ingetrokken aandelen
s
(350)
(12.043)
24.225
-
(11.832)
-
-
-
-
-
-
997
(997)
-
7.100
361.379
(5.570)
3.777
48.807
24.534
440.027
Ingehouden winst naar overige reserves 31 december 2014
Jaarverslag 2015 // 215
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening a. Algemeen Bedrijfsinformatie
BinckBank N.V., opgericht en gevestigd in Nederland, is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht waarvan de aandelen openbaar worden verhandeld. BinckBank N.V. is statutair gevestigd aan de Barbara Strozzilaan 310, 1083 HN te Amsterdam. BinckBank N.V. bemiddelt als online broker in transacties in financiële instrumenten ten behoeve van zowel particuliere als professionele beleggers. Naast de brokerdiensten richt BinckBank N.V. zich op het aanbieden van vermogensbeheer. Hierna zal de naam ‘BinckBank’ worden gebruikt ter aanduiding van BinckBank N.V. en haar dochterondernemingen. De enkelvoudige jaarrekening van BinckBank voor het boekjaar eindigend op 31 december 2015 is opgesteld door het bestuur van BinckBank en goedgekeurd voor publicatie ingevolge het besluit van het bestuur en de raad van commissarissen van 10 maart 2016. Amsterdam, Bestuur: Commissarissen: V.J.J. Germyns (bestuursvoorzitter) J.W.T. van der Steen (voorzitter) E.J.M. Kooistra (CFRO) C.J. van der Weerdt - Norder S.J. Clausing (COO) L. Deuzeman J.M.A. Kemna A. Soederhuizen
b. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Algemeen
De enkelvoudige jaarrekening van BinckBank N.V. is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Aangezien de winst- en verliesrekening over 2015 van BinckBank N.V. is verwerkt in de geconsolideerde jaarrekening, is volstaan met weergave van de beknopte enkelvoudige winst- en verliesrekening in overeenstemming met artikel 2:402 van het Burgerlijk Wetboek. Er is gebruik gemaakt van de mogelijkheid, zoals beschreven in artikel 2:362 van het Burgerlijk Wetboek, om in de enkelvoudige jaarrekening dezelfde grondslagen toe te passen als in de geconsolideerde jaarrekening. Derhalve zijn de grondslagen in de enkelvoudige jaarrekening dezelfde als vermeld voor de geconsolideerde jaarrekening, met uitzondering van de volgende:
Deelnemingen
Jaarverslag 2015 // 216
De deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd tegen netto-vermogenswaarde. De verslagdata van de groepsmaatschappijen zijn gelijk en de grondslagen voor financiële verslaggeving zijn in overeenstemming met die van BinckBank voor soortgelijke transacties en gebeurtenissen in vergelijkbare omstandigheden.
Toelichting op de enkelvoudige balans (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
c. Kasmiddelen
31 december 2015
31 december 2014
178.365
72.427
170.420
150.094
Onder deze post zijn opgenomen alle kasmiddelen alsmede direct opeisbare tegoeden bij de centrale banken van de landen waar BinckBank is gevestigd en de Europese Centrale Bank.
d. Bankiers
Tegoeden bij bankiers Deze post omvat alle met de bedrijfsuitoefening samenhangende kasmiddelen en kasequivalenten aangehouden bij kredietinstellingen. Deze post bestaat uit: Direct opeisbare tegoeden
139.170
121.216
11
11
Kasreserveverplichtingen
27.162
25.544
Vordering op DNB uit hoofde van depositogarantiestelsel DSB Bank
4.077
3.323
170.420
150.094
Call gelden
De vorderingen uit hoofde van call gelden hebben een oorspronkelijke looptijd die minder dan drie maanden bedraagt. Op de banktegoeden wordt rente ontvangen tegen een van marktrentes afgeleide variabele rente. De vordering op DNB uit hoofde van het Depositogarantiestelsel DSB Bank betreft de contant gemaakte vordering van de toekomstige verwachte kasstromen. In 2015 hebben geen boedeluitkeringen plaatsgevonden (2014: EUR 6,1 miljoen). Per 31 december 2015 wordt geen verlies op deze vordering verwacht en is de eerder gevormde voorziening geheel vrijgevallen. Verplichtingen bij bankiers
23.582
25.587
Jaarverslag 2015 // 217
BinckBank heeft sweeping arrangementen met diverse banken waarbij dagelijks de debet & creditstanden van een groot aantal bankrekeningen worden gereguleerd met een vaste treasury tegenrekening. De regulatie is pas zichtbaar op het bankafschrift van de volgende dag, waardoor BinckBank voor een korte periode een verplichting kan hebben op een enkele bankrekening.
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
e. Leningen en vorderingen
31 december 2015
31 december 2014
502.006
498.728
Deze post omvat vorderingen op cliënten, waaronder vallen daggeldleningen en vorderingen in rekening courant (‘effectenkrediet’) gedekt door onderpand van effecten en bankgaranties. Het bedrag is als volgt gespecificeerd: Vordering op overheidsinstellingen Vorderingen op onderpand van effecten Vorderingen op onderpand van bankgaranties Overige vorderingen Bruto kredieten Af: voorziening voor bijzondere waardeverminderingen
-
138.000
498.722
357.637
3.242
3.047
503
525
502.467
499.209
(461)
(481)
502.006
498.728
Het rentepercentage is gebaseerd op EURIBOR of EONIA. De overige vorderingen zijn rest vorderingen welke zijn ontstaan na uitwinning van het onderpand (effecten en bankgaranties).
f. O bligaties en andere vastrentende waardepapieren
1.980.605
1.934.254
Dit betreft de beleggingsportefuille bestaande uit: Financiële activa beschikbaar voor verkoop
1.167.121
1.389.146
Financiële activa aangehouden tot einde looptijd
813.484
545.108
1.980.605
1.934.254
317.184
473.624
849.937
915.522
1.167.121
1.389.146
Staatsobligaties c.q. staatsgegarandeerd
464.556
332.031
Overige obligaties
348.928
213.077
813.484
545.108
Financiële activa beschikbaar voor verkoop Deze post bestaat uit: Staatsobligaties c.q. staatsgegarandeerd Overige obligaties Deze post betreft een portefeuille rentedragende waardepapieren met een resterende looptijd tussen 0 en 3,5 jaar. Per 31 december 2015 is het effectieve rendement op deze portefeuille 0,54% (2014: 0,67%). Financiële activa aangehouden tot einde looptijd
Jaarverslag 2015 // 218
Deze post bestaat uit:
BinckBank houdt een portefeuille financiële activa aangehouden tot einde looptijd aan, met als doel voornamelijk de kasstromen uit rente en aflossing te ontvangen. Deze post betreft een portefeuille rentedragende waardepapieren met een resterende looptijd tussen 1 en 3,5 jaar. Per 31 december 2015 is het effectieve rendement op deze portefeuille is 0,33% (2014: 0,45%).
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
31 december 2015
31 december 2014
15.564
16.041
g. A andelen en andere nietvastrentende waardepapieren De handelsportefeuille bestaat uit: SRD-derivatenvorderingen Aandelenposities u.h.v. SRD-vorderingen
159
99
15.405
15.942
15.564
16.041
In Frankrijk is BinckBank actief met het aanbieden van SRD contracten (Service de Règlement Différé). Voor verdere toelichting over dit financiële instrument verwijzen we naar toelichting 8 van de geconsolideerde jaarrekening.
h. G eassocieerde deelnemingen
6.759
3.151
Deze post bestaat uit:
Groepsmaatschappijen
5.532
1.858
Overige deelnemingen
1.227
1.293
6.759
3.151
Balanswaarde per 1 januari
3.151
4.774
Investeringen en acquisities
664
4.859
Verkopen (BeFrank)
-
(19.500)
Dividenden, kapitaalvergoedingen en ontbindingen
-
(1.000)
Reclassificatie als gevolg van groepstransacties
-
(1.802)
Resultaat deelnemingen
2.944
15.820
Balanswaarde per 31 december
6.759
3.151
Het verloop van de deelnemingen en joint ventures is als volgt:
De post investeringen en acquisities heeft onder andere betrekking op investeringen in 2015 in TOM Holding N.V. en in 2014 in TOM Holding N.V. en Think ETF Asset Management B.V. (voorheen ThinkCapital Holding N.V.). De post verkopen in 2014 heeft betrekking op de verkoop van het belang in de joint venture BeFrank in juli 2014. De post dividenden, kapitaalvergoedingen en ontbindingen heeft betrekking op de in 2014 ontvangen dividenden van Able Holding B.V.
Belang ultimo 2015
Belang ultimo 2014
Nederland
100%
100%
Reeuwijk
Nederland
100%
100%
Amsterdam
Nederland
60%
60%
Plaats
Land
Bewaarbedrijf BinckBank B.V.
Amsterdam
Able Holding B.V. Think ETF Asset Management B.V. Voor de bovenstaande kapitaalbelangen wordt verwezen naar de geconsolideerde balans toelichting nummer 12. Geassocieerde deelnemingen.
Jaarverslag 2015 // 219
Overzicht groepmaatschappijen In onderstaand overzicht zijn de groepsmaatschappijen vermeld.
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
31 december 2015
31 december 2014
190.300
213.235
i. Immateriële activa
Het verloop hiervan gedurende 2015 is als volgt: Handelsnaam
Toevertrouwde middelen
Klant relaties
Software
Goodwill
Totaal
Boekwaarde per 1 januari 2015
315
25.228
39.912
2.898
144.882
213.235
Investeringen
-
-
-
25
-
25
Desinvesteringen - aanschafwaarden
-
-
-
-
-
-
Desinvesteringen - cumulatieve afschrijvingen
-
-
-
-
-
-
Bijzondere waardeverminderingen
-
-
-
-
-
-
Afschrijvingen
(70)
(8.409)
(13.238)
(1.243)
-
(22.960)
Boekwaarde per 31 december 2015
245
16.819
26.674
1.680
144.882
190.300
Cumulatieve aanschafwaarden
31.755
84.095
131.708
9.997
144.882
402.437
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
(31.510)
(67.276)
(105.034)
(8.317)
-
(212.137)
Boekwaarde per 31 december 2015
245
16.819
26.674
1.680
144.882
190.300
5
10
5 - 10
5
Handelsnaam
Toevertrouwde middelen
Klant relaties
Software
Goodwill
Totaal
-
33.638
52.423
3.691
142.882
232.634
350
-
650
524
2.000
3.524
Desinvesteringen - aanschafwaarden
-
-
-
(13)
-
(13)
Desinvesteringen - cumulatieve afschrijvingen
-
-
-
13
-
13
Bijzondere waardeverminderingen
-
-
-
-
-
-
Afschrijvingen
(35)
(8.410)
(13.161)
(1.317)
-
(22.923)
Boekwaarde per 31 december 2014
315
25.228
39.912
2.898
144.882
213.235
31.755
84.095
131.708
9.972
144.882
402.412
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
(31.440)
(58.867)
(91.796)
(7.074)
-
(189.177)
Boekwaarde per 31 december 2014
315
25.228
39.912
2.898
144.882
213.235
5
10
5 - 10
5
Afschrijvingsperiode (jaren) Het verloop hiervan gedurende 2014 is als volgt:
Boekwaarde per 1 januari 2014 Investeringen
Cumulatieve aanschafwaarden
Jaarverslag 2015 // 220
Afschrijvingsperiode (jaren)
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
31 december 2015
31 december 2014
34.363
37.836
j. Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Het verloop hiervan gedurende 2015 is als volgt:
Onroerende zaken
Inrichting en inventarisatie
Computer hardware
Overig
Totaal
27.058
5.203
5.572
3
37.836
Investeringen
-
112
487
48
647
Desinvesteringen - aanschafwaarden
-
(226)
-
-
(226)
Desinvesteringen - cumulatieve afschrijvingen
-
46
-
-
46
(619)
(1.106)
(2.212)
(3)
(3.940)
Boekwaarde per 31 december 2015
26.439
4.029
3.847
48
34.363
Cumulatieve aanschafwaarden
29.827
9.603
24.199
60
63.689
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
(3.388)
(5.574)
(20.352)
(12)
(29.326)
Boekwaarde per 31 december 2015
26.439
4.029
3.847
48
34.363
50
5 - 10
5
5
Onroerende zaken
Inrichting en inventarisatie
Computer hardware
Overig
Totaal
Boekwaarde per 1 januari 2015
Afschrijvingen
Afschrijvingsperiode in jaren
Boekwaarde per 1 januari 2014
27.677
5.713
5.440
5
38.835
Investeringen
-
618
2.759
-
3.377
Desinvesteringen - aanschafwaarden
-
(6)
(20)
-
(26)
Desinvesteringen - cumulatieve afschrijvingen
-
6
20
-
26
(619)
(1.128)
(2.627)
(2)
(4.376)
Boekwaarde per 31 december 2014
27.058
5.203
5.572
3
37.836
Cumulatieve aanschafwaarden
29.827
9.717
23.712
12
63.268
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
(2.769)
(4.514)
(18.140)
(9)
(25.432)
Boekwaarde per 31 december 2014
27.058
5.203
5.572
3
37.836
50
5 - 10
5
5
Afschrijvingen
Afschrijvingsperiode in jaren
In de investering in onroerende zaken zijn begrepen vooruitbetalingen uit hoofde van erfpacht (operationele lease) met een looptijd tot 15 april 2056. In 2015 is een bedrag van € 256.000 betreffende amortisatie van de erfpacht in de afschrijvingen opgenomen (2014: € 256.000). In de afschrijvingen over 2015 is een bedrag van € 269.000 aan inhaalafschrijvingen voor een deel van de activa opgenomen als gevolg van de jaarlijkse herbeoordeling van de afschrijvingsperiode.
Jaarverslag 2015 // 221
Het verloop hiervan gedurende 2014 is als volgt:
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
k. Vennootschapsbelasting
Te vorderen vennootschapsbelasting Te betalen vennootschapsbelasting Totaal vorderingen / (verplichtingen)
31 december 2015
31 december 2014
7.635
7.011
(19)
(37)
7.616
6.974
27.874
24.404
Het saldo per jaareinde heeft betrekking op de laatste 2 boekjaren.
l. Uitgestelde belastingen
Uitgestelde belastingverplichtingen Oorsprong van uitgestelde belastingverplichtingen: Financiële activa beschikbaar voor verkoop Goodwill en overige immateriële activa Afschrijvingstermijnverschillen vaste activa Tijdelijke verschillen inzake transacties tussen groepsmaatschappijen Overige verplichtingen Totaal belastingverplichtingen
418
1.035
27.177
22.862
879
1.281
(697)
(929)
97
155
27.874
24.404
m. Overige activa
38.335
107.009
Deze post bestaat uit:
Handelsvorderingen
194
262
Vorderingen uit hoofde van verkochte maar nog niet geleverde effecten
16.721
95.235
Afgeleide financiële instrumenten
12.138
8.110
Overige vorderingen
Jaarverslag 2015 // 222
De handelsvorderingen, de vorderingen uit hoofde van verkochte maar nog niet geleverde effecten en de overige vorderingen hebben een looptijd korter dan 1 jaar. De post vorderingen uit hoofde van verkochte maar nog niet geleverde effecten kan op dagbasis fluctueren met de beweging van de markt en de totale omvang van het aantal transacties. De afgeleide financiële instrumenten bevatten de marktwaarde van de door BinckBank gekochte turbo’s, die ter afdekking van het koersrisico op de uitgegeven Binck turbo’s zijn aangegaan. In de waardering van deze afgeleide instrumenten is een afslag voor kredietrisico op de tegenpartij van de afgeleide instrumenten opgenomen. De overige vorderingen betreffen met name vooruitbetaalde klantbelastingen en een vordering van effecten in de Italiaanse branche.
9.282
3.402
38.335
107.009
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
n. Overlopende activa
31 december 2015
31 december 2014
48.727
51.708
Deze post bestaat uit: Te ontvangen rente
27.268
31.750
Te ontvangen provisie
11.007
7.885
Overige vooruitbetaalde en nog te ontvangen bedragen
10.452
12.073
48.727
51.708
Onder de te ontvangen provisie is naast de af te rekenen reguliere provisie ook de vordering uit hoofde van de prestatievergoeding opgenomen. De overige vooruitbetaalde bedragen betreffen voornamelijk vooruitbetaalde IT licenties en onderhoudsovereenkomsten.
o. Toevertrouwde middelen
2.589.714
2.545.420
Deze post bestaat uit:
Direct opvraagbare spaargelden van cliënten Direct opvraagbare tegoeden van cliënten
221.225
290.366
2.368.489
2.255.054
2.589.714
2.545.420
p. Overige passiva
77.638
38.032
SRD derivaten verplichtingen
142
177
12.144
8.113
46
139
Verplichtingen inzake nog af te wikkelen effectentransacties
51.774
17.231
Belastingen en premies sociale verzekeringen
4.644
5.236
124
124
Handelscrediteuren
3.204
4.034
Overige passiva
5.560
2.978
77.638
38.032
Afgeleide financiële instrumenten Aandelenposities u.h.v. SRD verplichtingen
Schulden aan groepsmaatschappijen
In Frankrijk is BinckBank actief met het aanbieden van SRD contracten (Service de Règlement Différé). Voor verdere toelichting over dit financiële instrument verwijzen we naar toelichting 8 van de geconsolideerde jaarrekening. De afgeleide financiële instrumenten bevatten de marktwaarde van de door BinckBank uitgegeven turbo’s, waarvan het koersrisico is afgedekt door aankoop van turbos met identieke voorwaarden. In de waardering van deze afgeleide instrumenten is een afslag voor het eigen kredietrisico opgenomen. De post verplichtingen inzake nog af te wikkelen effecten transacties kan op dagbasis fluctueren met de beweging van de markt en de totale omvang van het aantal transacties. De overige passiva betreffen met name een schuld uit te leveren effecten in de Italiaanse branche.
Jaarverslag 2015 // 223
Deze post bestaat uit:
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
q. Overlopende passiva
31 december 2015
31 december 2014
10.184
10.102
Deze post bestaat uit: Overlopende rente Personeelskosten
Overlopende beurs- en transactiekosten Overige overlopende passiva
350
619
6.319
6.040
518
854
2.997
2.589
10.184
10.102
De post personeelskosten bestaat grotendeels uit te betalen prestatiegerelateerde beloningen aan bestuurders/werknemers van BinckBank.
r. Voorzieningen
7.884
7.885
Deze post bestaat uit: Voorziening juridische geschillen
7.884
7.885
7.884
7.885
Het verloop van de voorziening juridische geschillen is als volgt: Balanswaarde per 1 januari
7.885
4.532
Opname ten laste van het resultaat
8.011
4.759
Ten laste van de voorziening gebracht
(819)
(731)
Vrijval ten gunste van het resultaat
(7.193)
(675)
Balanswaarde per 31 december
7.884
7.885
Jaarverslag 2015 // 224
De voorziening betreft een inschatting van de mogelijk door BinckBank te lijden schade als gevolg van tegen BinckBank ingestelde juridische procedures.
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
s. Eigen vermogen Geplaatst aandelenkapitaal
31 december 2015
31 december 2014
436.184
440.027
7.100
7.100
Het maatschappelijk aandelenkapitaal bestaat uit 100.000.000 gewone aandelen en 50 prioriteitsaandelen, beiden met een nominale waarde van € 0,10 per aandeel. Het aantal geplaatste gewone aandelen bedraagt 71.000.000. Het geplaatste aandelenkapitaal is volledig gestort. Balanswaarde per 1 januari
Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag
71.000.000
7.100
74.500.000
7.450
Intrekking ingekochte aandelen
-
-
(3.500.000)
(350)
Balanswaarde per 31 december
71.000.000
7.100
71.000.000
7.100
De Stichting Prioriteit Binck beschikt over 50 prioriteitsaandelen (nominaal € 0,10 per aandeel). Agioreserve
361.379
Balanswaarde per 1 januari
361.379
361.379
373.422
Intrekking ingekochte aandelen
-
(12.043)
Balanswaarde per 31 december
361.379
361.379
De agioreserve is fiscaal erkend. Ingekochte eigen aandelen
(4.979)
(5.570)
Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag
Stand begin boekjaar
804.674
(5.570)
4.383.380
(30.340)
Uitgifte aan bestuur en medewerkers
(85.397)
591
(78.706)
545
-
-
(3.500.000)
24.225
719.277
(4.979)
804.674
(5.570)
Intrekking ingekochte aandelen Stand einde boekjaar Per 1 januari 2015 waren er 804.674 aandelen in positie tegen een gemiddelde aankoopkoers van € 6,92. In 2015 zijn 85.397 aandelen met een gemiddelde inkoopsprijs van € 6,92 uitgegeven aan bestuur en medewerkers in verband met de uitvoering van de beloningsregeling.
Jaarverslag 2015 // 225
De ultimo 2015 ingekochte aandelen worden gewaardeerd tegen de gemiddelde aankoopkoers van € 6,92. De eigen aandelen worden tegen de aan- en verkoopbedragen gemuteerd op het eigen vermogen. De beurskoers ultimo 2015 bedroeg € 7,95 (2014: € 7,05).
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Herwaarderingsreserve
31 december 2015
31 december 2014
1.526
3.777
Stand begin boekjaar
3.777
2.124
Reële waardemutatie
(2.869)
1.986
-
(6)
618
(327)
1.526
3.777
Realisatie van herwaarderingen via de winst- en verliesrekening Belasting over ongerealiseerd resultaat op voor verkoop beschikbare financiële activa Stand einde boekjaar In deze reserve worden de veranderingen in de reële waarde, na aftrek van belastingen, van voor verkoop beschikbare financiële activa opgenomen. Bij de bepaling van de vrij uitkeerbare winst wordt een eventuele negatieve herwaarderingsreserve in mindering gebracht op de vrij uitkeerbare reserves. Overige reserves Balanswaarde per 1 januari
51.371 48.807
59.720
Toegekende rechten op aandelen
408
467
Aandelen verkocht aan bestuur en medewerkers
(591)
(545)
-
(11.832)
Ingetrokken aandelen Resultaatverdeling vorig boekjaar
2.747
997
Balanswaarde per 31 december
51.371
48.807
Onverdeeld resultaat Balanswaarde per 1 januari Uitkering slotdividend
19.787
24.534
24.534
19.248
(21.787)
(18.251)
Toevoeging overige reserves
(2.747)
(997)
Resultaat boekjaar
29.626
31.554
Interimdividend uit resultaat lopend boekjaar
(9.839)
(7.020)
19.787
24.534
Balanswaarde per 31 december
Jaarverslag 2015 // 226
48.807
t. Medewerkers
2015
2014
Gemiddeld gedurende het boekjaar (in FTE)
598
586
waarvan werkzaam in Nederland
504
495
Ultimo boekjaar (in personeelsleden)
608
587
510
495
814
1.085
Aantal personeelsleden (inclusief bestuursleden):
waarvan werkzaam in Nederland (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Personeelskosten voor het bestuur en commissarissen in het boekjaar: Salariskosten Sociale lasten
20
30
Pensioenlasten
163
217
Prestatiegerelateerde beloningen
589
732
-
400
Beëindigingsvergoeding Commissarisbeloning Totaal
294
180
1.880
2.644
De informatie aangaande de beloning van leden van het bestuur en leden van de raad van commissarissen is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening.
u. Toelichting accountantskosten
In het boekjaar zijn de volgende honoraria aan accountants en overige diensten ten laste gebracht van de onderneming, haar dochtermaatschappijen en andere maatschappijen die zij consolideert, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a BW: (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Deloitte Accountants B.V.
Deloitte overig netwerk
Totaal
393
42
435
79
18
97
-
-
-
472
60
532
393
42
435
79
18
97
-
-
-
472
60
532
2015 Onderzoek van de jaarrekening Andere controleopdrachten Andere niet controlediensten
Onderzoek van de jaarrekening Andere controleopdrachten Andere niet controlediensten
Jaarverslag 2015 // 227
2014
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
2015
2014
1.738
2.181
817
-
-
-
v. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Voorwaardelijke verplichtingen:
Verplichtingen wegens verstrekte borgtochten en garanties Verplichtingen uit toezeggingen die kunnen leiden tot kredietverlening Verplichtingen uit hoofde van onherroepelijke faciliteiten
Borgtochten en garanties Om tegemoet te komen aan de wensen van haar klanten biedt BinckBank aan leningen gerelateerde producten aan, zoals borgtochten en garanties. De onderliggende waarden van deze producten worden niet als activa of passiva in de balans opgenomen. Voor deze producten geeft het hierboven genoemde bedrag het maximale potentiële kredietrisico van BinckBank aan, indien wordt verondersteld dat al haar tegenpartijen hun contractuele verplichtingen niet meer nakomen en alle bestaande zekerheden geen waarde zouden hebben. Garanties betreffen zowel kredietvervangende als niet-kredietvervangende garanties. Naar verwachting zullen de meeste garanties aflopen zonder dat daarop aanspraak wordt gemaakt en zullen zij ook geen toekomstige kasstromen veroorzaken. Alex Bottom-Line BinckBank heeft bij de overname van Alex Beleggersbank eind 2007 tevens het product Alex B ottom-Line overgenomen. Het Alex Bottom-Line product betreft een overeenkomst met VEB. Indien BinckBank deze overeenkomst zal beëindigen, dan zal zij een bedrag betalen dat gelijk is aan het bewaarloon en de dividend provisie die elke klant van Alex Bottom-Line heeft betaald bij het aangaan van de overeenkomst, alsmede een bedrag aan bewaarloon en dividendprovisies die elke klant aanvullend heeft betaald bij overschrijding van vastgestelde limieten. Huur en leaseverplichtingen De vennootschap heeft huurovereenkomsten voor kantoorpanden in Nederland, België, Frankrijk, Spanje en Italië. Daarnaast zijn operational leasecontracten voor het wagenpark afgesloten met een looptijd van minder dan 5 jaar en overige meerjarige contracten. De totale jaarlijkse last inzake de huur van kantoorpanden, operational leasecontracten en overige meerjarige contracten ultimo 2015 bedraagt € 3,6 miljoen (2014: € 1,5 miljoen). De verplichtingen naar resterende looptijd zijn als volgt: (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
2015
2014
Korter dan een jaar
2.288
1.704
Een tot vijf jaar
2.150
1.594
443
501
De verplichtingen naar resterende looptijd zijn als volgt:
Jaarverslag 2015 // 228
Langer dan vijf jaar
Juridische procedures BinckBank is betrokken bij rechtszaken. Hoewel het niet mogelijk is de uitkomst van lopende of dreigende juridische procedures te voorspellen, is het bestuur van mening - op grond van informatie die thans beschikbaar is en na raadpleging van juridische adviseurs - dat het onwaarschijnlijk is dat de uitkomsten hiervan materieel nadelige gevolgen zullen hebben voor de financiële positie of bedrijfsresultaten van BinckBank, met uitzondering van de zaken die zijn gemeld onder de toelichting van de voorzieningen. Alex Vermogensbeheer BinckBank heeft in 2015 nieuwe claims ontvangen van klanten die stellen verlies te hebben geleden op hun beleggingen via het product Alex Vermogensbeheer. De Vermogensmonitor, welke aangekondigd heeft bereid te zijn namens klanten procedures tegen BinckBank te voeren over Alex Vermogensbeheer, heeft een samenwerking
aangekondigd met de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) om gezamenlijk op te treden tegen Alex Vermogens beheer. Als gevolg hiervan is de dreiging van juridische procedures van klanten van Alex Vermogensbeheer, die niet in de voorzieningen zijn opgenomen nog steeds reëel. Rechtszaak TOM De rechtbank Den Haag heeft op 22 juli 2015 uitspraak gedaan in de zaak die Euronext N.V. en Euronext Amsterdam N.V. hebben aangespannen tegen TOM Holding N.V, TOM Broker B.V., TOM B.V. en BinckBank N.V. De rechtbank heeft een aantal vorderingen van Euronext toegewezen. BinckBank heeft een aantal gedragingen moeten staken, te weten: een inbreuk op databankrechten van Euronext met betrekking tot optieseries, misleidende uitingen over Smart Execution en het gebruik van bepaalde ticker-symbolen en data van Euronext. BinckBank heeft tot slot een door de rechtbank vastgestelde tekst op een aantal van haar websites geplaatst. BinckBank is voorts veroordeeld tot vergoeding van door Euronext geleden schade te bepalen in een schadestaat procedure. Het bestuur heeft besloten om op deze uitspraak in hoger beroep te treden. Tevens is het bestuur van mening – op grond van informatie die thans beschikbaar is en na raadpleging van juridische adviseurs – dat de hoogte van de schade op dit moment niet betrouwbaar kan worden vastgesteld. Internationale diensten onder buitenlands recht BinckBank betrekt internationaal diensten van data- en andere leveranciers welke onderworpen kunnen zijn aan buitenlands recht wat als inherent risico heeft dat dit kan leiden tot interpretatieverschillen. Het bestuur is van mening dat wanneer zulke interpretatieverschillen zouden ontstaan de uitkomst van de gesprekken daarover ongewis kunnen zijn en dat er momenteel geen aanleiding is te veronderstellen dat dit materiële nadelige gevolgen zou kunnen hebben voor de financiële positie of bedrijfsresultaten van BinckBank. Depositogarantiestelsel Het depositogarantiestelsel is een regeling ter garantie van bepaalde banktegoeden van rekeninghouders als een bank haar verplichtingen niet kan nakomen. De regeling geeft zekerheid voor tegoeden tot een maximum van € 100.000 en geldt per rekeninghouder per bank, ongeacht het aantal rekeningen. In het geval van een en/of-rekening van twee personen geldt dit maximum per persoon. Vrijwel alle spaarrekeningen, lopende rekeningen en termijndeposito’s vallen eronder. Aandelen of obligaties niet. Indien bij betalingsonmacht van een kredietinstelling onvoldoende middelen resteren om aan de rekeninghouders van de betrokken instelling de gegarandeerde bedragen (geheel) te vergoeden, keert DNB tot aan voormelde maxima uit.
Beleggerscompensatiestelsel Het beleggerscompensatiestelsel beschermt particulieren en “kleine” ondernemingen die, op grond van een beleggingsdienst, geld of financiële instrumenten (bijvoorbeeld effecten of opties) hebben toevertrouwd aan een vergunninghoudende bank of beleggingsonderneming. Hoewel banken en beleggingsondernemingen in Nederland onder toezicht van DNB en AFM staan, is het niet uit te sluiten dat een bank of beleggings onderneming betalingsproblemen krijgt. In dat geval garandeert het beleggerscompensatiestelsel een minimum niveau van bescherming in het geval dat de bank of beleggingsonderneming niet kan voldoen aan haar verplichtingen die voortvloeien uit beleggingsdiensten verricht voor haar cliënten. Kort samengevat komen vorderingen (in geld of effecten) die verband houden met het verrichten van bepaalde (beleggings)diensten in aanmerking voor vergoeding. Het gaat daarbij om geld of effecten van een belegger die in verband met die
Jaarverslag 2015 // 229
Sinds 26 november 2015 is de financiering van het depositogarantiestelsel omgezet van een ex-post financiering naar een ex-ante financiering. Vanaf het eerste kwartaal van 2016 zullen de banken elk kwartaal een bijdrage moeten storten in een fonds ten behoeve van het depositogarantiestelsel. De Stichting depositogarantiefonds is eigenaar geworden van het fonds en haar middelen worden niet gerestitueerd. De Nederlandsche Bank beheert de middelen van het depositogarantiefonds en treedt hierbij op als agent voor de Stichting. Het depositogarantiefonds dient in ongeveer 10 jaar te groeien naar 1% van de door het DGS gegarandeerde deposito’s, wat gelijk is aan circa 4 miljard euro. Het doelvermogen van 1% van de gegarandeerde deposito’s wordt per bank vastgesteld. Indien het depositogarantiefonds onvoldoende middelen ter beschikking heeft voor compensatie, zullen de resterende kosten over de banken worden omgeslagen.
Jaarverslag 2015 // 230
(beleggings)diensten gehouden worden en die, ingeval een bank of beleggingsonderneming niet in staat is aan haar verplichtingen jegens de cliënten-beleggers te voldoen, niet aan de belegger kunnen worden teruggegeven. Schade ten gevolge van beleggingsverliezen geleden op financiële instrumenten zelf komt niet voor vergoeding in aanmerking. Het beleggerscompensatiestelsel garandeert een bedrag van maximaal 20.000 euro per persoon per instelling.
Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum Aandeleninkoopprogramma In lijn met het eerder gecommuniceerde kapitaalbeleid is BinckBank op 19 februari 2016 gestart met een aandeleninkoopprogramma. De huidige kapitaal- en liquiditeitspositie en de bedrijfseconomische vooruitzichten bieden hiervoor een goede basis. BinckBank start het aandeleninkoopprogramma met behoud van een robuuste kapitaalpositie en een attractief dividendrendement. BinckBank zal in de periode tot juli 2017 aandelen BinckBank inkopen tot een totaalbedrag van € 25 miljoen. BinckBank zal iedere vrijdag na sluiting van Euronext Amsterdam het aantal in die week ingekochte aandelen bekendmaken via een persbericht. Het aandeleninkoopprogramma vindt plaats met inachtneming van de machtiging die daartoe tijdens de Algemene Vergadering van 30 april 2015 is verstrekt.
Jaarverslag 2015 // 231
Er hebben zich geen andere gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die tot materiële wijzigingen leiden.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: De aandeelhouders en de raad van commissarissen van BinckBank N.V. Verklaring over de jaarrekening 2015 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2015 van BinckBank N.V. te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening. Naar ons oordeel: • geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van BinckBank N.V. op 31 december 2015 en van het resultaat en de kasstromen over 2015, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie (EU-IFRS) en met Titel 9 Boek 2 BW; • geeft de enkelvoudige jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van BinckBank N.V. op 31 december 2015 en van het resultaat over 2015 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit: 1. de geconsolideerde balans per 31 december 2015; 2. de volgende overzichten over 2015: de geconsolideerde winst- en verliesrekening, het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet- gerealiseerde resultaten, het geconsolideerde overzicht van mutaties in het eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht; en 3. de toelichting met een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De enkelvoudige jaarrekening bestaat uit: 1. de enkelvoudige balans per 31 december 2015; 2. de enkelvoudige winst-en-verliesrekening en enkelvoudig overzicht van mutaties in het eigen vermogen over 2015; en 3. de toelichting met een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie “Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening”.
Jaarverslag 2015 // 232
Wij zijn onafhankelijk van BinckBank N.V. zoals vereist in de “Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten” (‘ViO’) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de “Verordening gedrags- en beroepsregels accountants” (‘VGBA’). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Onze controlebenadering Wij hebben als onderdeel van de controle de materialiteit bepaald en die gebruikt om de risico’s op een materiële afwijking in de jaarrekening in te schatten. In het bijzonder hebben we de posten beoordeeld met een relatief hoge subjectiviteit; daar waar schattingen met betrekking tot onzekere toekomstige ontwikkelingen een rol spelen. We hebben specifiek ook gelet op het risico dat het management interne beheersingsmaatregelen door breekt en op het risico van materiële afwijkingen als gevolg van fraude. Daarnaast hebben we de continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking nadrukkelijk in onze controle betrokken. Bestuursverslag • Opgesteld overeenkomstig Titel 9 boek 2 BW • Niet tegenstrijdig met de jaarrekening
Kernpunten • Afgrenzing, volledigheid en juistheid van rente- en provisiebaten • De waardering van immateriële vaste activa • Betrouwbaarheid en continuïteit van het geautomatiseerde system • Juridische geschillen en naleving wet- & regelgeving
Materialiteit Voor de jaarrekening als geheel hebben we de materialiteit bepaald op € 1,95 miljoen.
Enkelvoudige en geconsolideerde Jaarrekening Bank Be
Fr
It
Reikwijdte Deloitte heeft de vennootschap gecontroleerd en specifieke controle werkzaamheden verricht op de branches in België, Frankrijk en Italië.
Materialiteit Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Op basis van onze professionele oordeelsvorming hebben wij de materialiteit voor de jaarrekening als geheel bepaald op € 1.950.000. De materialiteit is gebaseerd op 5% van het resultaat voor belastingen. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen materieel zijn. Overzicht materialiteit Materialiteit voor de jaarrekening als geheel Basis voor de materialiteit Rapportagetolerantie voor geconstateerde afwijkingen
EUR 1.950.000 5% van winst voor belastingen EUR 97.500
Wij zijn met de raad van commissarissen overeengekomen dat wij aan de raad tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven de € 97.500 rapporteren alsmede kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn.
Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. In dit kader hebben wij de aard en omvang bepaald van de uit te voeren werkzaamheden voor de groepsonderdelen. Bepalend hierbij zijn de omvang en/of het risicoprofiel van de groepsonderdelen of de activiteiten. Op grond hiervan hebben wij de groepsonderdelen geselecteerd waarbij een controle of beoordeling van de volledige financiële informatie of specifieke posten noodzakelijk was.
Jaarverslag 2015 // 233
Reikwijdte van de groepscontrole BinckBank N.V. staat aan het hoofd van een groep van entiteiten en buitenlandse branches. De financiële informatie van deze groep is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van BinckBank N.V.
Bij de Nederlandse groepsonderdelen hebben wij zelf de controle werkzaamheden uitgevoerd. Wij hebben gebruik gemaakt van andere accountants uit het Deloitte netwerk bij de specifieke controlewerkzaamheden op de branches in België, Frankrijk en Italië. Bij andere onderdelen hebben wij beoordelingswerkzaamheden of specifieke controlewerkzaamheden uitgevoerd. Door bovengenoemde werkzaamheden bij (groeps)onderdelen, gecombineerd met aanvullende werkzaamheden op groepsniveau, hebben wij voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de groep verkregen om een oordeel te geven over de geconsolideerde jaarrekening. De kernpunten van onze controle In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het meest belangrijk waren tijdens onze controle van de jaarrekening. De kernpunten van onze controle hebben wij met de raad van commissarissen gecommuniceerd, maar vormen geen volledige weergave van alles wat is besproken. Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot deze kernpunten bepaald in het kader van de jaarrekeningcontrole als geheel. Onze bevindingen ten aanzien van de individuele kernpunten moeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen over deze kernpunten.
Afgrenzing, volledigheid en juistheid van rente- en provisiebaten
Kernpunt BinckBank N.V. heeft diverse omzetstromen waaronder de rente- en provisiebaten de meest significante zijn. Uitgevoerde controlewerkzaamheden Wij hebben de opzet, bestaan en werking van de (applicatie) controls aangaande de afgrenzing, volledigheid en juistheid van de rente- en provisiebaten getest. Daarnaast hebben we gegevensgerichte werkzaamheden uitgevoerd inclusief een gegevensgerichte cijferanalyse, waarbij we gebruik hebben gemaakt van data analyse technieken en detailwerkzaamheden op basis van de onderliggende prijsafspraken. Aansluitend hebben wij geëvalueerd of het interne accounting beleid voldoet aan EU-IFRS.
De waardering van Goodwill
Kernpunt BinckBank N.V. heeft € 145 miljoen aan goodwill geactiveerd. De omvang van dit bedrag in combinatie met de schattingsonzekerheden heeft ons doen besluiten om de waardering van goodwill te classificeren als een kernpunt van onze controle.
Jaarverslag 2015 // 234
Uitgevoerde controlewerkzaamheden Wij hebben de aannames van het management en het door BinckBank N.V. ingezette specialist opgestelde impairment model aangaande goodwill getoetst, inclusief de geprognotiseerde kasstromen, de rentevoet en verwachte groeipercentages. Bij deze toetsing hebben wij informatie ingewonnen van het management en de externe specialist en hebben we de aannames besproken en beoordeeld. Ook zijn wij nagegaan of de impairment analyse rekenkundig juist is en hebben wij de gevoeligheidsanalyses getoetst. De impairmenttoets en daarin gehanteerde aannames zijn beschreven in toelichting 13 van de jaarrekening.
Betrouwbaarheid en continuïteit van het geautomatiseerde systeem
Kernpunt Gezien de aard van de activiteiten van BinckBank N.V. is zij voor de continuïteit van haar operaties zeer afhankelijk van haar IT-infrastructuur.
Uitgevoerde controlewerkzaamheden Wij hebben de betrouwbaarheid en continuïteit van het geautomatiseerde systeem, voor zo ver benodigd binnen de scope van onze controle, getoetst. Voor dit doel hebben wij gebruik gemaakt van IT auditors binnen ons controle team. Onze werkzaamheden betroffen onder andere het testen van de opzet, bestaan en werking van de relevante generieke en applicatie controls.
Juridische geschillen en naleving wet- & regelgeving
Kernpunt De wet- en regelgeving aangaande financiële instellingen is omvangrijk en aan verandering onderhevig. Ook is BinckBank N.V. actief in verschillende jurisdicties met elk hun specifieke aandachtspunten op het gebied van wet- & regelgeving. Daarnaast is BinckBank N.V. betrokken bij diverse juridische geschillen. Wij hebben in onze controle een focus aangebracht met betrekking tot de verwerking en toelichting van de juridische geschillen. Uitgevoerde controlewerkzaamheden Wij hebben de opzet, bestaan en werking van de relevante controls aangaande de juridische en compliance functies getest. Daarnaast hebben we gegevensgerichte werkzaamheden uitgevoerd op de gerelateerde voorzieningen en bevestigingen opgevraagd bij de betrokken juristen. Gedurende onze testwerkzaamheden hebben wij waar nodig gebruik gemaakt van lokale specialisten. We hebben ook beoordeeld of de toelichting met betrekking tot de juridische geschillen voldoet aan de verslaggevingsstandaarden. Hierbij hebben we met name ook de juistheid van de toelichting van gerelateerde risico’s en onzekerheden meegenomen. Verantwoordelijkheden van het bestuur en de raad van commissarissen voor de jaarrekening Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met EU-IFRS en met Titel 9 Boek 2 BW en voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. In dit kader is het bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de vennootschap in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsels moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de vennootschap te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de vennootschap haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening. De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de vennootschap.
Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle fouten en fraude ontdekken. Voor een overzicht van onze verantwoordelijkheden verwijzen wij naar de website van de NBA: www.nba.nl/standaardteksten-controleverklaring.
Jaarverslag 2015 // 235
Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.
Wij communiceren met de raad van commissarissen onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. Wij bevestigen aan de raad van commissarissen dat wij de relevante ethische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd. Wij communiceren ook met de raad over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen Wij bepalen de kernpunten van onze controle van de jaarrekening op basis van alle zaken die wij met de raad van commissarissen hebben besproken. Wij beschrijven deze kernpunten in onze controleverklaring, tenzij dit is verboden door wet- of regelgeving of in buitengewoon zeldzame omstandigheden wanneer het niet vermelden in het belang van het maatschappelijk verkeer is. Verklaring betreffende overige door wet- of regelgeving gestelde vereisten Verklaring betreffende het jaarverslag en de overige gegevens Wij vermelden op basis van de wettelijke verplichtingen onder Titel 9 Boek 2 BW (betreffende onze verantwoordelijkheid om te rapporteren over het jaarverslag en de overige gegevens): • dat wij geen tekortkomingen hebben geconstateerd naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de door Titel 9 Boek 2 BW vereiste overige gegevens zijn toegevoegd. • dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Benoeming Wij zijn door de algemene vergadering op 22 april 2014 benoemd als accountant van BinckBank N.V. vanaf de controle van het boekjaar 2014 en zijn sinds die datum tot op heden de externe accountant. Amsterdam, 10 maart 2016 Deloitte Accountants B.V.
Jaarverslag 2015 // 236
was getekend: drs. R.J.M. Maarschalk RA
Statutaire bepalingen inzake prioriteitsaandelen (art. 15 en 21 van de statuten) De rechten van de prioriteitsaandelen betreffen het opmaken van een niet-bindende voordracht voor de benoeming van de commissarissen en het bestuur van de vennootschap en enkele andere rechtshandelingen. De prioriteitsaandelen zijn ondergebracht in de te Amsterdam gevestigde Stichting Prioriteit Binck. Het bestuur van deze Stichting, bestaande uit drie bestuursleden, wordt benoemd door de raad van commissarissen en het bestuur van de vennootschap.
Jaarverslag 2015 // 237
De bestuursleden van de Stichting Prioriteit Binck zijn: J.W.T. van der Steen C.J. van der Weert-Norder V.J.J. Germyns
Statutaire bepalingen inzake winstbestemming (art. 32 van de statuten)
Jaarverslag 2015 // 238
1. De vennootschap kan aan de aandeelhouders slechts uitkeringen doen voor zover het eigen vermogen van de vennootschap groter is dan het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal van de vennootschap, vermeerderd met de reserves die krachtens de wet of statuten moeten worden aangehouden. 2. Allereerst wordt - indien en voorzover de winst dat toelaat - op de prioriteitsaandelen uitgekeerd een bedrag gelijk aan zes procent (6%) berekend over het nominale bedrag van die aandelen. 3. De prioriteit zal bepalen welk gedeelte van de resterende winst zal worden gereserveerd. De na toepassing van het in het vorige lid en de vorige zin bepaalde resterende winst staat ter beschikking van de algemene vergadering. Het bedrag dat niet aan aandeelhouders wordt uitgekeerd zal worden toegevoegd aan de reserves van de vennootschap. 4. Aan de uitkeerbare reserves kunnen onttrekkingen worden gedaan krachtens besluit van de algemene vergadering met voorafgaande goedkeuring van de prioriteit. 5. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het door de vennootschap doen van een tussentijdse uitkering, indien blijkens een tussentijdse vermogensopstelling als bedoeld in artikel 105 lid 4 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek aan het vereiste van lid 1 van dit artikel is voldaan en mits na voorafgaande goedkeuring van de prioriteit. Uitkeringen als bedoeld in dit lid kunnen betaalbaar worden gesteld in geld, in aandelen in het kapitaal van de vennootschap of in verhandelbare rechten daarop. 6. De algemene vergadering kan besluiten om uitkeringen op aandelen anders dan tussentijdse uitkeringen als bedoeld in lid 5 van dit artikel (al dan niet ter keuze van aandeelhouders) in plaats van in geld, geheel of gedeeltelijk (al dan niet ter keuze van aandeelhouders) betaalbaar te stellen: a. in gewone aandelen (desverlangd en indien mogelijk ten laste van de agioreserve) of verhandelbare rechten daarop, dan wel b. in vermogenswaarden van- of verhandelbare vorderingsrechten op de vennootschap. Een besluit als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden genomen op voorstel van het bestuur dat is goedgekeurd door de raad van commissarissen. Een voorstel tot een besluit als bedoeld onder b zal eerst worden gedaan na overleg met Euronext Amsterdam N.V. 7. Op door de vennootschap verkregen aandelen in haar kapitaal en op aandelen waarvan de vennootschap certificaten houdt vindt geen uitkering ten behoeve van de vennootschap plaats. 8. Bij de berekening van de winstverdeling tellen de aandelen, waarop ingevolge het in lid 7 bepaalde geen uitkering ten behoeve van de vennootschap plaatsvindt, niet mee. 9. Uitkeringen waartoe is besloten, worden uiterlijk na veertien dagen betaalbaar gesteld. De vordering tot uitkering vervalt ten bate van de vennootschap door een tijdsverloop van vijf jaren te rekenen vanaf de dag van betaalbaarstelling.
Voorstel voor verwerking van het resultaat Op voorstel van de Prioriteit wordt € 2.037.000 gereserveerd. Het restant staat ter beschikking van de Algemene Vergadering. Over het jaar 2015 is reeds een interimdividend uitgekeerd van € 0,14 per aandeel. Voorgesteld wordt een slotdividend van € 0,25 per gewoon aandeel uit te keren. De verwerking van het resultaat en de voorgestelde dividenduitkering zal dan zijn als volgt: (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Vennootschappelijke winst over 2015
29.626
Af: toevoeging aan de overige reserves
(2.037)
Ter beschikking van aandeelhouders
27.589
Af: uitgekeerd interim dividend
(9.839)
Voorgesteld dividend
17.750
Jaarverslag 2015 // 239
Dit voorstel is niet in de balans verwerkt.
Pillar 3
Jaarverslag 2015 // 242
Pillar 3 rapport 2015 Inhoudsopgave 1 Inleiding • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 244 1.1 Algemeen • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 244 1.2 Gedetailleerde index met Pillar 3 referenties • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 245 1.3 Werkingssfeer • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 246 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Eigen vermogen en leverage• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 247 Reconciliatie eigen vermogen en berekening Tier 1-kernkapitaal• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 247 Tabel voor openbaarmaking van eigen vermogen • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 248 Belangrijkste kenmerken van het kapitaal• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 252 Pillar 1 kapitaalratio’s • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 253 Leverage ratio • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 253
3 Kapitaalvereisten • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 254 3.1 Minimum kapitaalvereisten • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 254 3.2 Kapitaalvereisten kredietrisico • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 256 3.2.1 Uitsplitsing van de exposure naar risicoweging, geografisch gebied, soort tegenpartij en resterende looptijd• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 256 3.2.2 Kredietrisicoaanpassingen• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 266 3.2.3 Kredietrisicomitigatie• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 268 3.3 Kapitaalvereisten marktrisico • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 271 3.4 Kapitaalvereisten afwikkelingsrisico • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 271 3.5 Kapitaalvereisten operationeel risico• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 271 4 Kapitaalbuffers • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 273 5
Gebruik van ECAI’s • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 275
6 Tegenpartijkredietrisico • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 280 7 Liquiditeitsrisico• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 281 8
Aandelen buiten de handelsportefeuille• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 283
9
Renterisico buiten de handelsportefeuille• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 283
Jaarverslag 2015 // 243
10 Remuneratie• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 283
1. Inleiding 1.1 Algemeen Het Pillar 3 rapport van BinckBank bevat informatie over kapitaaltoereikendheid en risicomanagement, waarbij aspecten inzichtelijk worden gemaakt zoals de kapitaalpositie, de omvang en samenstelling van het kapitaal en de verhouding hiervan met krediet-, markt-, afwikkelings- en operationele risico’s, zoals uitgedrukt in de risicogewogen posten. Dit rapport, gevoegd bij het BinckBank jaarverslag, is een stand-alone document. Het jaarverslag bevat tevens een gedetailleerde uitleg van kapitaal en risicomanagement. De informatie in het jaarverslag en dit Pillar 3 rapport is consistent en er is gedeeltelijk een overlap. Bijgevolg moet dit Pillar 3 rapport worden gezien in samenhang met het hoofdstuk ‘Risicomanagement’ van het jaarverslag. Met betrekking tot de vereiste openbaarmaking van het beloningsbeleid heeft BinckBank een apart document beschikbaar gesteld op haar corporate website (www.binck.com). Opgesteld in overeenstemming met de rapportage-eisen van de Europese richtlijn, dat wil zeggen de Capital Requirements Regulation (CRR) en de Capital Requirements Directive (CRD) IV, maakt het Pillar 3 rapport informatie over alle in de richtlijn genoemde onderwerpen openbaar, voor zover zij van toepassing zijn op BinckBank. De infasering van de prudentiële aanpassingen (aftrekposten en filters) in de overgangsfase van 1 januari 2014 tot 31 december 2017 wordt door BinckBank niet toegepast. Het wettelijk beschikbaar eigen vermogen en de ratio’s zijn derhalve samengesteld op basis van volledige infasering.
Jaarverslag 2015 // 244
De informatie in het Pillar 3 rapport is niet gecontroleerd door de externe accountant van BinckBank. Het BinckBank Pillar 3 rapport wordt jaarlijks opgesteld. Periodieke updates over de belangrijkste kwesties worden gegeven in de persberichten van BinckBank of worden beschikbaar gesteld op de corporate website.
1.2
Gedetailleerde index met Pillar 3 referenties
De Pillar 3 disclosurevereisten zijn beschreven in Deel Acht van de CRR. De tabel hieronder geeft inzicht in deze disclosurevereisten en benoemt waar de lezer deze informatie kan vinden in het jaarverslag en/of in het Pillar 3 rapport. Pillar 3 disclosurevereisten
Locatie in Pillar 3 rapport
Toelichting De Bestuurdersverklaring is opgenomen op pagina 106 van het jaarverslag. In het jaarverslag gaat het hoofdstuk Risicobeheer in op het risicobeheer, kapitaal- en liquiditeitsmanagement. In dit hoofdstuk komen onderwerpen aan bod als strategie, beleid, risicoprofiel, governance, organisatie, rapportage en maatstaven. Informatie over bestuursmandaten, wervingsbeleid en diversiteit van het bestuur en raad van commissarissen is opgenomen in het jaarverslag in het hoofdstuk Corporate Governance en het verslag van de raad van commissarissen.
435
Doelstellingen en beleidslijnen inzake risicobeheer
436
Werkingssfeer
1.3 Werkingssfeer
437
Eigen vermogen
2. Eigen vermogen en leverage
438
Kapitaalvereisten
3. Kapitaalvereisten
439
Blootstelling aan het tegenpartijkredietrisico
6. Tegenpartijkredietrisico
440
Kapitaalbuffers
4. Kapitaalbuffers
441
Indicatoren voor mondiale systeemrelevantie
Niet opgenomen
442
Kredietrisicoaanpassingen
3.2.2 Kredietrisicoaanpassingen
443
Niet-bezwaarde activa
7. Liquiditeitsrisico
444
Gebruik van ECAI’s
5. Gebruik van ECAI’s
445
Blootstelling aan marktrisico
3.3 Kapitaalvereisten marktrisico, 3.4 Kapitaalvereisten afwikkelingsrisico
446
Operationeel risico
3.5 Kapitaalvereisten operationeel risico
447
Niet in de handelsportefeuille opgenomen blootstellingen met betrekking tot aandelen
8. Aandelen buiten de handelsportefeuille
448
Blootstelling aan renterisico in verband met niet in de handelsportefeuille opgenomen posities
9. Renterisico buiten de handelsportefeuille
449
Blootstelling met betrekking tot securitisatieposities
Niet opgenomen
450
Beloningsbeleid
10. Remuneratie
451
Leverage
2. Eigen vermogen en leverage
452
Gebruik van de IRB benadering voor het kredietrisico
Niet opgenomen
453
Toepassing van kredietrisicomitigatietechnieken
3.2.3 Kredietrisicomitigatie
454
Gebruik van de geavanceerde meetbenaderingen voor het operationeel risico
Niet opgenomen
BinckBank maakt geen gebruik van interne modellen voor de berekening van kapitaalvereisten voor operationeel risico.
455
Gebruik van interne modellen voor het marktrisico
Niet opgenomen
BinckBank maakt geen gebruik van interne modellen voor de berekening van kapitaalvereisten voor marktrisico.
BinckBank is niet aangemerkt als een instelling met mondiale systeemrelevantie.
BinckBank heeft geen blootstelling tot securitisatieposities.
BinckBank maakt geen gebruik van de IRB benadering voor kredietrisico.
Jaarverslag 2015 // 245
CRR §
1.3 Werkingssfeer BinckBank is onderworpen aan het prudentiële toezicht door De Nederlandsche Bank (DNB). In onderstaande tabel staan de entiteiten die door BinckBank worden geconsolideerd volgens IFRS en Basel III. IFRS
Basel III
BinckBank N.V. inclusief buitenlandse bijkantoren
ja
ja
Binck Bewaarbedrijf B.V.
ja
ja*
Think ETF Asset Management B.V.
ja
ja*
Able Holding B.V.
ja
nee
Able B.V.
ja
nee
Fintegration B.V.
ja
nee
Consolidatiekring
* Behoort tot de prudentiële consolidatiekring maar wordt onder toepassing van artikel 19 CRR niet geconsolideerd.
De IFRS consolidatiekring van BinckBank is vastgesteld in overeenstemming met IFRS 10 Consolidated Financial Statements, IAS 27 Separate Financial Statements, IFRS 11 Joint Arrangements en IAS 28 Investments in Associates and Joint Ventures. Alle bedrijven waarover BinckBank direct of indirect de macht heeft om het financiële en operationele beleid te beïnvloeden teneinde voordelen te verkrijgen uit hun activiteiten, maken deel uit van de consolidatiekring van BinckBank en worden volledig geconsolideerd. Er zijn geen bestaande of verwachte feitelijke of juridische belemmeringen van wezenlijk belang die een onmiddellijke overdracht van eigen vermogen of terugbetaling van verplichtingen tussen de moederonderneming BinckBank N.V. en haar dochterondernemingen in de weg staan.
Jaarverslag 2015 // 246
Bij de invoering van CRD IV heeft DNB alle bestaande waivers ingetrokken en de situatie per onderneming opnieuw beoordeeld. Able B.V. en haar dochterondernemingen hebben geen vergunninghoudende financiële activiteiten en behoren niet tot de prudentiële consolidatiekring. De netto vermogenswaarde van deze dochteronderneming wordt onder CRD IV bij de bepaling van de risicogewogen posten gewogen tegen 100%. Na afstemming met DNB heeft BinckBank voor de dochterondernemingen Binck Bewaarbedrijf B.V. en Think ETF Asset Management B.V. gekozen voor de toepassing van artikel 19 CRR, waarbij deze ondernemingen niet in de prudentiële consolidatiekring worden betrokken. De netto vermogenswaarde van deze dochterondernemingen wordt onder CRD IV bij de bepaling van de risicogewogen posten gewogen tegen 250%. Door bovengenoemde aanpassingen is er de-facto sprake van solo rapportage op vennootschappelijk niveau.
2. Eigen vermogen en leverage 2.1
Reconciliatie eigen vermogen en berekening Tier 1-kernkapitaal
Het eigen vermogen van BinckBank bestaat volledig uit Tier 1-kernkapitaal. BinckBank heeft geen aanvullend Tier 1-kapitaal of Tier 2-kapitaal. Ter berekening van het Tier 1-kernkapitaal wordt het eigen vermogen gecorrigeerd voor prudentiële filters en kapitaalaftrekposten. De aansluiting van de eigen vermogenselementen in de jaarrekening met het wettelijk beschikbaar eigen vermogen van BinckBank wordt toegelicht in de onderstaande tabel. De toelichting is opgesteld in overeenstemming met CRR artikel 437 (1) (a) en artikel 2 van de uitvoeringsverordening van de Commissie (EU) nr 1423/2013.
2015
2014
Geplaatst aandelenkapitaal
1
7.100
7.100
Agio
1
361.379
361.379
16
(4.979)
(5.570)
Reserve reële waarde
3
1.526
3.777
Overige reserves
2
51.371
48.807
Onverdeeld resultaat
2
19.786
24.534
436.184
440.027
Ingekochte eigen aandelen
Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders BinckBank N.V. Af: goodwill
8
(144.882)
(144.882)
Bij: uitgestelde belastingverplichtingen geassocieerd met goodwill
8
28.651
25.029
Af: overige immateriële activa
8
(45.418)
(68.353)
Af: reële waarde aanpassing
7
(1.167)
(1.389)
Af: nog uit te keren dividend, conform normaal dividendbeleid
2
(17.750)
(22.010)
Af: onverdeeld resultaat gecorrigeerd voor interim dividend en voorgesteld slotdividend
2
(2.036)
(2.524)
Tier 1-kernkapitaal (CET1)
29
253.582
225.898
Aanvullend Tier 1-kapitaal (AT1)
44
0
0
Tier 1-kapitaal (T1)
45
253.582
225.898
Tier 2-kapitaal (T2)
58
0
0
Totaal kapitaal
59
253.582
225.898
Per 31 december 2015 beschikt BinckBank over een solide vermogenspositie. Het totaal eigen vermogen van BinckBank eind december 2015 bedroeg € 436,2 miljoen (ultimo 2014: € 440,0 miljoen). Het Tier 1-kernkapitaal kwam eind van het jaar op een totaal van € 253,6 miljoen (2014: € 225,9 miljoen). BinckBank heeft uitgestelde belastingvorderingen die voor de realisatie afhankelijk zijn van toekomstige winsten. Het totaal bedrag van deze vorderingen ligt echter onder de drempelwaarde vermeld in artikel 48 CRR. Deze vorderingen worden derhalve niet verwerkt als aftrekpost op het eigen vermogen maar bij de bepaling van de risicogewogen posten gewogen tegen 250%.
Jaarverslag 2015 // 247
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Referentie rij van tabel openbaarmaking eigen vermogen
2.2 Tabel voor openbaarmaking van eigen vermogen
Jaarverslag 2015 // 248
De tabel voor openbaarmaking van eigen vermogen toont gedetailleerd het wettelijk beschikbaar eigen vermogen van BinckBank op basis van volledige infasering. De infasering van de prudentiële aanpassingen (aftrekposten en filters) in de overgangsfase van 1 januari 2014 tot 31 december 2017 wordt door BinckBank niet toegepast. Derhalve is de tabel voor openbaarmaking van eigen vermogen tijdens de overgangsperiode niet van toepassing. De toelichting is opgesteld in overeenstemming met CRR artikel 437 (1) (d) (e) en artikel 4 van de uitvoeringsverordening van de Commissie (EU) nr 1423/2013.
Tabel voor openbaarmaking van eigen vermogen (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Verordening (EU) No 575/2013 Verwijzing naar de artikelen
2015
2014
Kapitaalinstrumenten en de daaraan gerelateerde agioreserves
368.479
368.479
26, lid 1, 27, 28, 29
waarvan: gewone aandelen uitgegeven door een naamloze vennootschap
368.479
368.479
EBA-Iijst 26, lid 3 26, lid 1, onder c)
Tier 1-kernkapitaal (CET1): lnstrumenten en reserves 1
2
lngehouden winst
51.371
48.807
3
Gecumuleerde niet-gerealiseerde resultaten (en andere reserves)
1.526
3.777
3a
Fondsen voor algemene bankrisico's
-
-
26, lid 1, onder f)
5
Minderheidsbelangen (bedrag dat in het geconsolideerde CET1 mag worden opgenomen)
-
-
84
5a
Onafhankelijk getoetste tussentijdse resultaten na aftrek van te verwachten lasten en voorzieningen
-
-
26, lid 2
6
Tier 1-kernkapitaal (CET1) vóór door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen
421.376
421.063
(1.167)
(1.389)
(161.648)
(188.206)
36, lid 1, onder b), 37
26, lid 1
Tier 1-kernkapitaal (CET1): aanpassingen overeenkomstig de regelgeving Aanvullende waardeaanpassingen (negatief bedrag)
34, 105
8
lmmateriële activa (na aftrek van daaraan gerelateerde belastingverplichtingen) (negatief bedrag)
10
Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten exclusief die welke voortvloeien uit tijdelijke verschillen (na aftrek van daaraan gerelateerde belastingverplichtingen indien aan de voorwaarden in artikel 38, lid 3, is voldaan) (negatief bedrag)
-
-
36, lid 1, onder c), 38
11
Reserves voor de reële waarde in verband met winsten of verliezen op kasstroomafdekkingen
-
-
33, lid 1, onder a)
12
Negatieve bedragen die voortvloeien uit de berekening van de verwachte verliesposten
-
-
36, lid 1, onder d), 40, 159
13
Elke toename van aandelenkapitaal die voortvloeit uit gesecuritiseerde activa (negatief bedrag)
-
-
32, lid 1
14
Tegen reële waarde gewaardeerde winsten of verliezen op verplichtingen die voortvloeien uit veranderingen in de eigen kredietwaardigheid
-
-
33, lid 1, onder b)
15
Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds (negatief bedrag)
-
-
36, lid 1, onder e), 41
16
Direct en indirect bezit door een instelling van eigen CET1-instrumenten (negatief bedrag)
(4.979)
(5.570)
36, lid 1, onder f), 42
17
Direct, indirect en synthetisch bezit van CET1instrumenten van entiteiten uit de financiële sector indien deze entiteiten in de instelling een wederzijdse deelneming hebben die bedoeld is om het eigen vermogen van de instelling kunstmatig te verhogen (negatief bedrag)
-
-
36, lid 1, onder g), 44
18
Direct, indirect en synthetisch bezit door de instelling van CET1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector indien de instelling geen aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft (bedrag boven de 10%-drempel en na aftrek van in aanmerking komende shortposities) (negatief bedrag)
-
-
36, lid 1, onder h), 43, 45, 46, 49, lid 2, lid 3, 79
Jaarverslag 2015 // 249
7
Vervolg tabel voor openbaarmaking van eigen vermogen (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
2015
Verordening (EU) No 575/2013 Verwijzing naar de artikelen
2014
19
Direct, indirect en synthetisch bezit door de instelling van CET1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector indien de instelling een aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft (bedrag boven de 10%-drempel en na aftrek van in aanmerking komende shortposities) (negatief bedrag)
-
-
36, lid 1, onder i), 43, 45, 47, 48, lid 1, onder b), 49, lid 1 tot en met lid 3, 79
20a
Blootstellingsbedrag van de volgende posten die in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1250%, waarbij de instelling voor het aftrekalternatief opteert
-
-
36, lid 1, onder k)
20b
waarvan: gekwalificeerde deelnemingen buiten de financiële sector (negatief bedrag)
-
-
36, lid 1, onder k), i), 89 tot en met 91
20c
waarvan: securitisatieposities (negatief bedrag)
-
-
36, lid 1, onder k), ii), 243, lid 1, onder b), 244, lid 1, onder b), 258
20d
waarvan: niet-afgewikkelde transacties (negatief bedrag)
-
-
36, lid 1, onder k), iii), 379, lid 3
21
Uitgestelde belastingvorderingen die voortvloeien uit tijdelijke verschillen (bedrag boven de 10%-drempel, na aftrek van daaraan gerelateerde belastingverplichtingen indien aan de voorwaarden in artikel 38, lid 3, is voldaan) (negatief bedrag)
-
-
36, lid 1, onder c), 38, 48, lid 1, onder a)
22
Bedrag boven de 15%-drempel (negatief bedrag)
-
-
48, lid 1
23
waarvan: direct en indirect bezit door de instelling van CET1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector indien de instelling een aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft
-
-
36, lid 1, onder i), 48, lid 1, onder b)
25
waarvan: uitgestelde belastingvorderingen die voortvloeien uit tijdelijke verschillen
-
-
36, lid 1, onder c), 38, 48, lid 1, onder a)
25a
Het verlies van het lopende boekjaar (negatief bedrag)
-
-
36, lid 1, onder a)
25b
Te verwachten belastingen in verband met CET1bestanddelen (negatief bedrag)
-
-
36, lid 1, onder I)
27
In aanmerking komende AT1-aftrekken die het AT1-kapitaal van de instelling overschrijden (negatief bedrag)
-
-
36, lid 1, onder j)
28
Totale door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen van tier 1-kernkapitaal (CET1)
(167.794)
(195.165)
29
Tier 1-kernkapitaal (CET1)
253.582
225.898
-
-
Aanvullend-tier 1-kapitaal (AT1): lnstrumenten 36
Aanvullend-tier 1-kapitaal (AT1) vóór door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen
Jaarverslag 2015 // 250
Aanvullend-tier 1-kapitaal (AT1): door de regelgeving voorgeschreven aanpasslngen 43
Totale door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen van het aanvullend-tier 1-kapitaal (AT1)
-
-
44
Aanvullend-tier 1-kapitaal (AT1)
-
-
45
Tier 1-kapitaal (T1 = CET1 + AT1)
253.582
225.898
Vervolg tabel voor openbaarmaking van eigen vermogen (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
2015
Verordening (EU) No 575/2013 Verwijzing naar de artikelen
2014
Tier 2-kapitaal (T2): lnstrumenten en voorzieningen 51
Tier 2 -kapitaal (T2) vóór door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen
-
-
Tier 2-kapitaal (T2): door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen 57
Totale door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen van tier 2-kapitaal (T2)
-
-
58
Tier 2-kapitaal (T2)
-
-
59
Totaal kapitaal (TC = T1 + T2)
253.582
225.898
60
Totale risicogewogen activa
630.663
609.103
Kapitaalratio’s en -buffers 61
Tier 1-kernkapitaal (als een percentage van het totaal van de risicoposten)
40,21%
37,09%
92, lid 2, onder a)
62
Tier 1 (als een percentage van het totaal van de risicoposten)
40,21%
37,09%
92, lid 2, onder b)
63
Totaal kapitaal (als een percentage van het totaal van de risicoposten)
40,21%
37,09%
92, lid 2, onder c)
64
lnstellingsspecifieke buffervereiste (CET1-vereiste overeenkomstig artikel 92, lid 1, onder a), plus vereisten inzake kapitaalconserverings- en contracyclische buffer, plus systeemrisicobuffer, plus buffer voor systeemrelevante instellingen uitgedrukt als een percentage van de risicoposten)
0,00%
0,00%
65
waarvan: vereiste inzake kapitaalconserveringsbuffer
0,00%
0,00%
66
waarvan: vereiste inzake contracyclische buffer
0,00%
0,00%
67
waarvan: vereiste inzake systeemrisicobuffer
0,00%
0,00%
68
Tier 1-kernkapitaal dat beschikbaar is om aan buffers te voldoen (als een percentage van de risicoposten)
35,71%
32,59%
CRD 128, 129, 130, 131, 133
CRD 128
Bedragen onder de drempels voor aftrek (vóór risicoweging)
73
Direct en indirect bezit door de instelling van CET1instrumenten van entiteiten uit de financiële sector indien de instelling een aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft (bedrag onder de 10%-drempel en na aftrek van in aanmerking komende shortposities)
75
Uitgestelde belastingvorderingen die voortvloeien uit tijdelijke verschillen (bedrag onder de 10%-drempel, na aftrek van daaraan gerelateerde belastingverplichtingen indien aan de voorwaarden in artikel 38, lid 3, is voldaan)
36, lid 1, onder h), 45, 46, 56, onder c), 59, 60, 66, onder c), 69, 70
-
-
2.716
2.528
36, lid 1, onder i), 45, 48
778
626
36, lid 1, onder c), 38, 48
Jaarverslag 2015 // 251
72
Direct en indirect bezit van het kapitaal van entiteiten uit de financiële sector indien de instelling geen aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft (bedrag onder de 10%-drempel en na aftrek van in aanmerking komende shortposities)
2.3 Belangrijkste kenmerken van het kapitaal Onderstaande tabel toont de belangrijkste kenmerken van het kapitaal van BinckBank in overeenstemming met CRR artikel 437 (1) (b) en artikel 3 van de uitvoeringsverordening van de Commissie (EU) nr 1423/2013. Belangrijkste kenmerken van het kapitaal (x € 1.000.000)
Tier 1-kernkapitaal: geplaatst aandelenkapitaal
1 2 3
Binck Bank NV NL0000335578 Nederlands recht
7 8
Uitgevende instelling Unieke identifactor Toepasselijke wet(ten) voor het instrument Door de regelgeving voorgeschreven behandeling CRR-regels tijdens de overgangsperiode CRR-regels na de overgangsperiode In aanmerking komend op solo/ge(sub)consolideerde/ solo- & ge(sub)consolideerde basis Soort instrument In het toetsingsvermogen opgenomen bedrag (per 31 december 2015)
9
Nominaal bedrag van het instrument
9a
Uitgifteprijs
9b 10 11 12 13
Aflossingsprijs Boekhoudkundige indeling Oorspronkelijke datum van uitgifte Onbepaalde of bepaalde looptijd Oorspronkelijke vervaldatum Vervroegd aflosbaar door de emitent behoudens voorafgaande goedkeuring door de toezichthouder Optionele datum vervroegde aflossing, voorwaardelijke datums vervroegde aflossing en aflossingsbedrag Eventuele volgende datums van vervroegde aflossing Coupons / dividenden Vaste of variabele dividenden/coupons Couponrente en elke gerelateerde index Bestaan van een “dividend stopper” Volledig naar keuze, gedeeltelijk naar keuze of verplicht (wat tijdsaspect betreft) Volledig naar keuze, gedeeltelijk naar keuze of verplicht (wat bedrag betreft) Het instrument heeft een oplopende couponrente of er is een andere prikkel om af te lossen Niet-cumulatief of cumulatief Converteerbaar of niet-converteerbaar Indien converteerbaar, conversietrigger(s) Indien converteerbaar, volledig of gedeeltelijk Indien converteerbaar, conversiekoers Indien converteerbaar, verplichte of optionele conversie Indien converteerbaar, aangeven in welke soort instrument het kapitaalinstrument converteerbaar is Indien converteerbaar, de emittent specificeren van het instrument waarin geconverteerd wordt Afwaarderingsclausules Indien afwaardering, afwaarderingstrigger(s) Indien afwaardering, volledig of gedeeltelijk Indien afwaardering, permanent of tijdelijk Indien tijdelijke afwaardering, beschrijving van het opwaarderingsmechanisme Positie in achterstellingshiërarchie bij liquidatie (specificeren welk soort instrument onmiddellijk hoger in ragn is dan het kapitaalsinstrument Niet-conforme overgegane kenmerken Zo ja, niet-conforme kenmerken specificeren
4 5 6
14 15 16 17 18 19 20a 20b 21 22 23 24 25 26 27
Jaarverslag 2015 // 252
28 29 30 31 32 33 34 35 36 37
Tier 1-kernkapitaal Tier 1-kernkapitaal Solo & geconsolideerd Gewone aandelen 253,6. Voor een specificatie zie par. 2.1 Het nominale bedrag per aandeel is � 0,10. Per rapportagedatum waren 71 miljoen aandelen uitgegeven, zodat het totale nominale bedrag � 7,1 miljoen bedraagt Resultante van uitgiften in het verleden, gemiddeld � 5,19 Nvt Eigen vermogen 24 januari 2003 (verlening bankvergunning) Onbepaald Geen vervaldatum Nee Nvt Nvt Variabel Nvt Nee Volledig naar keuze Volledig naar keuze Nvt Niet-cumulatief Niet-converteerbaar Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt Meest achtergestelde positie Nee N/A
2.4 Pillar 1 kapitaalratio’s CRD IV/CRR voorziet in richtlijnen voor de berekening van de Pillar 1 kapitaalvereisten die een bank volgens de toezichthouders minimaal moet aanhouden voor krediet-, markt-, afwikkelings- en operationeel risico. CRD IV/CRR kent verschillende benaderingen voor de implementatie van de eisen onder Pillar 1 ten aanzien van de voornoemde risico’s. BinckBank past de ‘Standardised Approach’ toe voor het krediet-, markt- en afwikkelingsrisico. Hierbij maakt zij gebruik van risicowegingen en kredietrisicomitigatietechnieken, zoals aangegeven in de regelgeving. Voor het operationeel risico hanteert BinckBank eveneens de ‘Standardised Approach’, waarbij zij een kapitaalreservering toepast over de gemiddelde operationele baten per business line over de voorgaande drie boekjaren. Onderstaande tabel toont de relevante kapitaalratio’s. De totale risicogewogen posten en de kapitaalvereisten worden in het volgende hoofdstuk toegelicht. (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
2015
2014
Tier 1-kernkapitaal
253.582
225.898
Totaal kapitaal
253.582
225.898
Tier 1-kapitaal
Risicogewogen posten
Posten gedefinieerd voor de leverage ratio Tier 1-kernkapitaalratio Tier 1-kapitaalratio
Totaal kapitaalratio Leverage ratio
253.582 630.663
225.898 609.103
3.560.357
3.390.085
40,2%
37,1%
40,2% 40,2%
7,1%
37,1% 37,1% 6,7%
2.5 Leverage ratio
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Tier 1-kapitaal (T1) Derivaten: Marktwaarde Derivaten: Opslagfactor ‘Op de waardering tegen marktwaarde’ gebaseerde methode Overige buiten-balans posten Overige activa Exposure waarden Totale door de regelgeving voorgeschreven aanpassingen van Tier 1-kapitaal Posten gedefinieerd voor de leverage ratio Leverage ratio
2015
2014
253.582
225.898
488.299
442.862
63.654
46.609
2.341 3.173.857 3.728.151 (167.794) 3.560.357
2.181 3.093.597 3.585.249 (195.164) 3.390.085
7,1%
6,7%
De CRR introduceerde een niet-risicogebaseerde leverage ratio die gemonitord wordt tot en met 2017 en verder verfijnd en gekalibreerd zal worden, voordat het een bindende maatregel wordt met ingang van 2018. De Gedelegeerde Verordening (CDR) wijzigde de leverage ratio definitie om de vergelijkbaarheid van de toelichting van de leverage ratio te verbeteren. De CDR berekeningen zijn van toepassing vanaf 2015. Berekend op de CDR grondslagen kwam de CRR leverage ratio per 31 december 2015 uit op 7,1% (2014: 6,7%). De toename van de leverage ratio ten opzichte van 2014 wordt met name veroorzaakt door de stijging van het wettelijk beschikbaar eigen vermogen als gevolg van de afname van de aftrekpost immateriële activa. Verder hebben veranderingen in het balanstotaal als gevolg van mutaties in de toevertrouwde middelen van klanten een invloed.
Jaarverslag 2015 // 253
Onderstaande tabel toont de leverage ratio voor BinckBank.
3. Kapitaalvereisten 3.1
Minimum kapitaalvereisten
Deze paragraaf geeft een toelichting op BinckBanks kapitaalvereisten. BinckBank past de in de CRR beschreven ‘Standardised Approach’ toe voor de berekening van de kapitaalvereisten voor de volgende soorten risico: krediet-, markt-, afwikkelings- en operationeel risico. De totale Pillar I kapitaalvereisten per 31 december 2015 zijn toegenomen met 3,5% naar € 50,5 miljoen (2014: € 48,7 miljoen). De toename is voornamelijk het gevolg van verschuiving in de beleggingsportefeuille en de daarmee verbonden risico’s als gevolg van aanpassingen in het beleggingsbeleid. Een uitgebreide verhandeling over het kapitaalmanagement bij BinckBank is opgenomen in het hoofdstuk ‘Risicomanagement’ van het jaarverslag.
Jaarverslag 2015 // 254
De volgende tabel is een weergave van de risicogewogen posten en de kapitaalvereisten voor elk soort risico en elke van de in artikel 112 CRR gespecificeerde exposure categorieën:
Exposure na waardeaanpassingen en voorzieningen (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
8% Pillar 1 kapitaalvereiste
Risicogewogen post
2015
2014
2015
2014
2015
2014
Vorderingen op centrale overheden of centrale banken
385.613
267.479
1.945
1.565
156
125
Vorderingen op regionale of lokale overheden
601.093
770.573
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
17.473
21.873
-
-
-
-
Vorderingen op internationale organisaties
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
736.958
593.546
231.083
209.829
18.487
16.786
Vorderingen op ondernemingen
339.673
242.439
25
663
2
53
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
672.682
582.984
1.002
365
80
29
-
-
-
-
-
-
42
44
42
44
3
4
-
-
-
-
-
-
556.036
611.758
55.604
61.176
4.448
4.894
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn
126.306
187.363
25.046
21.518
2.004
1.721
Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb’s)
-
-
-
-
-
-
6.759
3.151
10.833
14.108
867
1.129
Kredietrisico
Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed Achterstallige posten Vorderingen met een bijzonder hoog risico Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen
Posten in aandelen Overige posten Totaal kredietrisico
71.476
65.119
60.760
61.660
4.861
4.933
3.514.110
3.346.329
386.339
370.928
30.907
29.674
Positierisico
-
-
-
-
Valutarisico
-
-
-
-
Grondstoffenrisico
-
-
-
-
Totaal marktrisico
-
-
-
-
Afwikkelingsrisico
72
250
6
20
Operationeel risico
244.252
237.925
19.540
19.034
Totaal
630.663
609.103
50.453
48.728
Jaarverslag 2015 // 255
Marktrisico
3.2 Kapitaalvereisten kredietrisico 3.2.1 Uitsplitsing van de exposure naar risicoweging, geografisch gebied, soort tegenpartij en resterende looptijd Onderstaande tabellen tonen de netto exposure na waardeaanpassingen en voorzieningen per exposure categorie en naar: • risicoweging; • soort tegenpartij; • significant geografisch gebied; • resterende looptijd. Uitsplitsing naar risicoweging*: Exposure na waardeaanpassingen en voorzieningen naar risicoweging (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
0%
4%
10%
20%
50%
75%
Vorderingen op centrale overheden of centrale banken
384.835
-
-
-
-
-
Vorderingen op regionale of lokale overheden
601.093
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
17.473
-
-
-
-
-
Vorderingen op internationale organisaties
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
-
63.654
-
353.702
315.489
-
Vorderingen op ondernemingen
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
-
-
-
-
-
672.682
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed
-
-
-
-
-
-
Achterstallige posten
-
-
-
-
-
-
Vorderingen met een bijzonder hoog risico
-
-
-
-
-
-
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties
-
-
556.036
-
-
-
Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn
10.742
-
-
113.485
1.218
-
Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb's)
-
-
-
-
-
-
Posten in aandelen
-
-
-
-
-
-
10.716
-
-
-
-
-
1.024.858
63.654
556.036
467.187
316.707
672.682
29%
2%
16%
13%
9%
19%
Per 31 december 2015 Kredietrisico
Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen
Jaarverslag 2015 // 256
Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken
Overige posten Totaal kredietrisico % verdeling
(* Risicowegingen waarin BinckBank geen exposure heeft worden niet getoond)
Exposure na waardeaanpassingen en voorzieningen naar risicoweging 100%
150%
250%
1250%
Totaal
Gemiddeld 2015
Vorderingen op centrale overheden of centrale banken
-
-
778
-
385.613
326.546
Vorderingen op regionale of lokale overheden
-
-
-
-
601.093
685.833
Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken
-
-
-
-
17.473
19.673
Vorderingen op internationale organisaties
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
-
4.112
-
-
736.958
665.252
339.673
-
-
-
339.673
291.056
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
-
-
-
-
672.682
627.833
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed
-
-
-
-
-
-
42
-
-
-
42
43
Vorderingen met een bijzonder hoog risico
-
-
-
-
-
-
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties
-
-
-
-
556.036
583.897
Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn
861
-
-
-
126.306
156.834
Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb's)
-
-
-
-
-
-
4.043
-
2.716
-
6.759
4.955
60.760
-
-
-
71.476
68.298
405.380
4.112
3.494
-
3.514.110
3.430.220
12%
0%
0%
0%
100%
Deze tabel loopt door vanaf de linkerpagina Per 31 december 2015
Vorderingen op ondernemingen
Achterstallige posten
Posten in aandelen Overige posten Totaal kredietrisico % verdeling
Jaarverslag 2015 // 257
Kredietrisico
Exposure na waardeaanpassingen en voorzieningen naar risicoweging (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
0%
4%
10%
20%
50%
75%
Vorderingen op centrale overheden of centrale banken
266.853
-
-
-
-
-
Vorderingen op regionale of lokale overheden
770.573
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
21.873
-
-
-
-
-
Vorderingen op internationale organisaties
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
-
48.087
-
210.725
331.356
-
Vorderingen op ondernemingen
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
-
-
-
-
-
582.984
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed
-
-
-
-
-
-
Achterstallige posten
-
-
-
-
-
-
Per 31 december 2014 Kredietrisico
Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken
Vorderingen met een bijzonder hoog risico
-
-
-
-
-
-
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties
-
-
611.758
-
-
-
Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn
91.778
-
-
92.658
1.410
-
Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb's)
-
-
-
-
-
-
Posten in aandelen
-
-
-
-
-
-
3.459
-
-
-
-
-
1.154.536
48.087
611.758
303.383
332.766
582.984
35%
1%
18%
9%
10%
17%
Overige posten Totaal kredietrisico
Jaarverslag 2015 // 258
% verdeling
Exposure na waardeaanpassingen en voorzieningen naar risicoweging 100%
150%
250%
1250%
Totaal
Gemiddeld 2014
Vorderingen op centrale overheden of centrale banken
-
-
626
-
267.479
710.736
Vorderingen op regionale of lokale overheden
-
-
-
-
770.573
385.644
Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken
-
-
-
-
21.873
10.937
Vorderingen op internationale organisaties
-
-
-
-
-
6.744
Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
-
3.378
-
-
593.546
521.419
242.439
-
-
-
242.439
121.220
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
-
-
-
-
582.984
685.596
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed
-
-
-
-
-
-
44
-
-
-
44
22
Vorderingen met een bijzonder hoog risico
-
-
-
-
-
-
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties
-
-
-
-
611.758
542.090
Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn
1.517
-
-
-
187.363
93.682
Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb's)
-
-
-
-
-
-
Posten in aandelen
-
-
2.528
623
3.151
4.049
61.660
-
-
-
65.119
71.868
305.660
3.378
3.154
623
3.346.329
3.154.004
9%
0%
0%
0%
100%
Deze tabel loopt door vanaf de linkerpagina Per 31 december 2014
Vorderingen op ondernemingen
Achterstallige posten
Overige posten Totaal kredietrisico % verdeling
Jaarverslag 2015 // 259
Kredietrisico
Uitsplitsing naar significant geografisch gebied: Exposure na waardeaanpassingen en voorzieningen naar geografisch gebied Supranationaal
Nederland
België, Frankrijk, Italië
Duitsland
Overige EU landen
NoordAmerika
Overige landen
Totaal
Vorderingen op centrale overheden of centrale banken
-
242.596
63.791
23.931
-
55.294
-
385.613
Vorderingen op regionale of lokale overheden
-
-
26.459
548.408
-
26.226
-
601.093
Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen
-
-
-
-
-
-
-
-
17.473
-
-
-
-
-
-
17.473
Vorderingen op internationale organisaties
-
-
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
-
111.528
99.759
36.492
246.782
174.049
68.347
736.958
Vorderingen op ondernemingen
-
326.485
13.152
-
34
-
2
339.673
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
-
475.272
187.729
3.672
4.030
1
1.978
672.682
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed
-
-
-
-
-
-
-
-
Achterstallige posten
-
32
10
-
-
-
-
42
Vorderingen met een bijzonder hoog risico
-
-
-
-
-
-
-
-
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties
-
-
-
556.036
-
-
-
556.036
Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen
-
-
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn
-
64.955
11.365
-
9.247
40.048
690
126.306
Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb's)
-
-
-
-
-
-
-
-
Posten in aandelen
-
6.759
-
-
-
-
-
6.759
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Per 31 december 2015 Kredietrisico
Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken
Overige posten Totaal kredietrisico
Jaarverslag 2015 // 260
% verdeling
-
65.819
5.600
-
57
-
-
71.476
17.473
1.293.447
407.866
1.168.539
260.149
295.619
71.018
3.514.110
0%
37%
12%
33%
7%
8%
2%
100%
Exposure na waardeaanpassingen en voorzieningen naar geografisch gebied Supranationaal
Nederland
België, Frankrijk, Italië
Duitsland
Overige EU landen
NoordAmerika
Overige landen
Totaal
Vorderingen op centrale overheden of centrale banken
-
136.069
72.922
17.200
-
41.288
-
267.479
Vorderingen op regionale of lokale overheden
-
138.000
16.137
601.172
-
15.264
-
770.573
Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen
-
-
-
-
-
-
-
-
21.873
-
-
-
-
-
-
21.873
Vorderingen op internationale organisaties
-
-
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
-
109.227
78.077
27.375
189.329
139.184
50.354
593.546
Vorderingen op ondernemingen
-
234.308
7.437
-
149
299
246
242.439
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
-
436.733
136.107
3.490
3.880
13
2.761
582.984
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed
-
-
-
-
-
-
-
-
Achterstallige posten
-
33
11
-
-
-
-
44
Vorderingen met een bijzonder hoog risico
-
-
-
-
-
-
-
-
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties
-
-
-
611.758
-
-
-
611.758
Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen
-
-
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn
-
132.400
33.382
-
2.338
18.673
570
187.363
Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb's)
-
-
-
-
-
-
-
-
Posten in aandelen
-
3.151
-
-
-
-
-
3.151
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Per 31 december 2014
Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken
Overige posten Totaal kredietrisico % verdeling
-
64.044
1.057
-
18
-
-
65.119
21.873
1.253.965
345.130
1.260.995
195.714
214.721
53.931
3.346.329
1%
37%
10%
38%
6%
6%
2%
100%
Jaarverslag 2015 // 261
Kredietrisico
Uitsplitsing naar soort tegenpartij: Exposure na waardeaanpassingen en voorzieningen naar soort tegenpartij Overige financiële onder nemingen
Niet financiële onder nemingen
Particu lieren
Overige
Totaal
Centrale banken
Overheden algemeen
Kredietinstel lingen
205.525
180.088
-
-
-
-
-
385.613
Vorderingen op regionale of lokale overheden
-
601.093
-
-
-
-
-
601.093
Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen
-
-
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken
-
-
17.473
-
-
-
-
17.473
Vorderingen op internationale organisaties
-
-
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
-
-
682.039
54.919
-
-
-
736.958
Vorderingen op ondernemingen
-
-
-
47.905
291.768
-
-
339.673
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
-
-
-
-
-
672.682
-
672.682
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed
-
-
-
-
-
-
-
-
Achterstallige posten
-
-
-
-
-
42
-
42
Vorderingen met een bijzonder hoog risico
-
-
-
-
-
-
-
-
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties
-
-
556.036
-
-
-
-
556.036
Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen
-
-
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn
-
-
84.886
41.419
-
-
-
126.306
Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb's)
-
-
-
-
-
-
-
-
Posten in aandelen
-
-
-
2.716
4.043
-
-
6.759
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Per 31 december 2015 Kredietrisico Vorderingen op centrale overheden of centrale banken
Overige posten Totaal kredietrisico
Jaarverslag 2015 // 262
% verdeling
2
4.734
1.664
6.485
-
9.034
49.557
71.476
205.526
785.915
1.342.099
153.444
295.812
681.758
49.557
3.514.110
6%
22%
38%
4%
8%
19%
1%
100%
Exposure na waardeaanpassingen en voorzieningen naar soort tegenpartij Overige financiële onder nemingen
Niet financiële onder nemingen
Particu lieren
Overige
Totaal
Centrale banken
Overheden algemeen
Kredietinstel lingen
97.968
169.510
-
-
-
-
-
267.479
Vorderingen op regionale of lokale overheden
-
770.573
-
-
-
-
-
770.573
Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen
-
-
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken
-
-
21.873
-
-
-
-
21.873
Vorderingen op internationale organisaties
-
-
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
-
-
530.698
62.849
-
-
-
593.547
Vorderingen op ondernemingen
-
-
-
27.633
214.806
-
-
242.439
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
-
-
-
-
-
582.984
-
582.984
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed
-
-
-
-
-
-
-
-
Achterstallige posten
-
-
-
-
-
44
-
44
Vorderingen met een bijzonder hoog risico
-
-
-
-
-
-
-
-
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties
-
-
611.758
-
-
-
-
611.758
Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen
-
-
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn
-
-
169.177
18.187
-
-
-
187.363
Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb's)
-
-
-
-
-
-
-
-
Posten in aandelen
-
-
-
2.528
623
-
-
3.151
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Per 31 december 2014 Vorderingen op centrale overheden of centrale banken
Overige posten Totaal kredietrisico % verdeling
2
-
1.402
3.797
-
6.344
53.573
65.119
97.971
940.083
1.334.907
114.994
215.429
589.372
53.573
3.346.329
3%
28%
40%
3%
6%
18%
2%
100%
Jaarverslag 2015 // 263
Kredietrisico
De belangrijkste component onder de soort tegenpartij ‘Overige’ betreft de materiële vaste activa.
Uitsplitsing naar resterende looptijd: Exposure na waardeaanpassingen en voorzieningen naar resterende looptijd
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Direct opeisbaar
< 3 maanden
> 3 maanden < 1 jaar
> 1 jaar < 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
205.525
20.567
72.305
87.216
-
385.613
Vorderingen op regionale of lokale overheden
-
43.658
174.134
383.300
-
601.092
Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken
-
-
9.200
8.274
-
17.474
Vorderingen op internationale organisaties
-
-
-
-
-
-
63.689
86.556
176.409
406.226
4.077
736.957
Vorderingen op ondernemingen
339.673
-
-
-
-
339.673
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
672.682
-
-
-
-
672.682
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed
-
-
-
-
-
-
42
-
-
-
-
42
Vorderingen met een bijzonder hoog risico
-
-
-
-
-
-
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties
-
65.619
176.204
314.213
-
556.036
Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn
126.306
-
-
-
-
126.306
Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb's)
-
-
-
-
-
-
Posten in aandelen
-
-
-
-
6.759
6.759
Overige posten
-
31.314
2.338
3.461
34.363
71.476
1.407.917
247.714
610.590
1.202.690
45.199
3.514.110
40%
7%
17%
34%
1%
100%
Per 31 december 2015 Kredietrisico Vorderingen op centrale overheden of centrale banken
Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
Achterstallige posten
Jaarverslag 2015 // 264
Totaal kredietrisico % verdeling
Exposure na waardeaanpassingen en voorzieningen naar resterende looptijd
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Direct opeisbaar
< 3 maanden
> 3 maanden < 1 jaar
> 1 jaar < 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
Vorderingen op centrale overheden of centrale banken
97.968
23.113
-
146.398
-
267.479
Vorderingen op regionale of lokale overheden
20.000
195.431
86.659
468.483
-
770.573
Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken
-
-
6.183
15.690
-
21.873
Vorderingen op internationale organisaties
-
-
-
-
-
-
48.142
26.632
143.959
371.490
3.323
593.546
Vorderingen op ondernemingen
242.439
-
-
-
-
242.439
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
582.984
-
-
-
-
582.984
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed
-
-
-
-
-
-
44
-
-
-
-
44
Vorderingen met een bijzonder hoog risico
-
-
-
-
-
-
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties
-
77.112
114.974
419.672
-
611.758
Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn
187.363
-
-
-
-
187.363
Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb's)
-
-
-
-
-
-
Posten in aandelen
-
-
-
-
3.151
3.151
Per 31 december 2014
Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
Achterstallige posten
Overige posten Totaal kredietrisico % verdeling
-
18.242
3.353
5.688
37.836
65.119
1.178.940
340.530
355.128
1.427.421
44.310
3.346.329
35%
10%
11%
43%
1%
100%
Jaarverslag 2015 // 265
Kredietrisico
3.2.2 Kredietrisicoaanpassingen BinckBank biedt klanten in verschillende vormen de mogelijkheid gebruik te maken van bevoorschotting op onderpand van effecten. Deze bevoorschotting kan aangewend worden ter dekking van de marginverplichting of voor het financieren van de aankoop van effecten. Door de aard van de effectenkredieten en de overdekking van de verkregen zekerheden is het kredietrisico beperkt. Bij kredieten op onderpand van financiële instrumenten is de hoogte van het verstrekte krediet mede afhankelijk van de liquiditeit en prijs van de in onderpand ontvangen financiële instrumenten. Dagelijks wordt per klant nagegaan of de verkregen zekerheden voldoende zijn om het effectenkrediet en/of verplichtingen (margin en lopende orders) te dekken. Vanaf het moment dat een tekort wordt geconstateerd, treedt automatisch de tekortenprocedure in werking. Afhankelijk van de oorzaak van het ontstaan van het tekort, zal een klant het tekort binnen een termijn van 1 tot 5 beursdagen moeten aanzuiveren. Als op de uiterste aanzuiverdatum het tekort van de klant nog steeds bestaat, gaat BinckBank over tot het zelfstandig sluiten van de in onderpand verkregen effectenposities van de klant, totdat het tekort aangezuiverd is. Indien er na uitwinning van het onderpand een tekort resteert dan wordt een incassoprocedure gestart en wordt de vordering onmiddellijk beschouwd als zijnde onderhevig aan bijzondere waardevermindering. Voorzieningen voor aan bijzondere waardevermindering onderhevige vorderingen worden individueel bepaald. Er zijn geen collectieve voorzieningen. De hoogte van de voorziening is afhankelijk van de afspraken die met de klant zijn gemaakt over de aflossing. De volgende tabellen geven een weergave van de aanpassingen voor het specifieke en algemene kredietrisico naar soort tegenpartij en significant geografisch gebied, alsmede een verloopoverzicht van de hiervoor genoemde aanpassingen. Uitsplitsing naar soort tegenpartij:
Oorspronkelijke waarde krediet
Balanswaarde specifieke voorzieningen
Balanswaarde collectieve voorzieningen
Mutatie specifieke voorzieningen gedurende het boekjaar
Centrale banken
-
-
-
-
-
-
Overheden algemeen
-
-
-
-
-
-
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Mutatie collectieve voorzieningen gedurende het boekjaar
Achterstallige kredieten niet bijzonder in waarde verminderd
Per 31 december 2015 Soort tegenpartij:
Kredietinstellingen
4.077
-
-
(779)
-
-
Overige financiële ondernemingen
-
-
-
-
-
-
Niet-financiële ondernemingen
-
-
-
-
-
-
503
461
-
(20)
-
-
-
-
-
-
-
-
4.581
461
-
(799)
-
-
Particulieren Overige
Jaarverslag 2015 // 266
Totaal
Oorspronkelijke waarde krediet
Balanswaarde specifieke voorzieningen
Balanswaarde collectieve voorzieningen
Mutatie specifieke voorzieningen gedurende het boekjaar
Centrale banken
-
-
-
-
-
-
Overheden algemeen
-
-
-
-
-
-
4.102
779
-
(1.448)
-
-
Overige financiële ondernemingen
-
-
-
-
-
-
Niet-financiële ondernemingen
-
-
-
-
-
-
525
481
-
78
-
-
-
-
-
-
-
-
4.627
1.260
-
(1.370)
-
-
Balanswaarde specifieke voorzieningen
Balanswaarde collectieve voorzieningen
Mutatie specifieke voorzieningen gedurende het boekjaar
Mutatie collectieve voorzieningen gedurende het boekjaar
Achterstallige kredieten niet bijzonder in waarde verminderd
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Mutatie collectieve voorzieningen gedurende het boekjaar
Achterstallige kredieten niet bijzonder in waarde verminderd
Per 31 december 2014 Soort tegenpartij:
Kredietinstellingen
Particulieren Overige Totaal
Uitsplitsing naar significant geografisch gebied:
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Oorspronkelijke waarde krediet
Per 31 december 2015 Geografisch gebied: Supranationaal
-
-
-
-
-
-
4.459
350
-
(795)
-
-
122
112
-
(4)
-
-
Duitsland
-
-
-
-
-
-
Overige EU landen
-
-
-
-
-
-
Noord-Amerika
-
-
-
-
-
-
Overige landen
-
-
-
-
-
-
4.581
461
-
(799)
-
-
Mutatie collectieve voorzieningen gedurende het boekjaar
Achterstallige kredieten niet bijzonder in waarde verminderd
Nederland België, Frankrijk, Italië
Totaal
Oorspronkelijke waarde krediet
Balanswaarde specifieke voorzieningen
Balanswaarde collectieve voorzieningen
Mutatie specifieke voorzieningen gedurende het boekjaar
-
-
-
-
-
-
4.500
1.144
-
(1.388)
-
-
127
116
-
18
-
-
Duitsland
-
-
-
-
-
-
Overige EU landen
-
-
-
-
-
-
Noord-Amerika
-
-
-
-
-
-
Overige landen
-
-
-
-
-
-
4.627
1.260
-
(1.370)
-
-
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Per 31 december 2014 Supranationaal Nederland België, Frankrijk, Italië
Totaal
Jaarverslag 2015 // 267
Geografisch gebied:
Het verloop van de aanpassingen voor het specifieke en algemene kredietrisico is als volgt: 2015 (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
2014
Specifieke voorzieningen
Collectieve voorzieningen
Specifieke voorzieningen
Collectieve voorzieningen
1.260
-
2.630
-
210
-
321
-
(223)
-
(158)
-
(6)
-
(85)
-
-
-
-
-
Verloop voorzieningen voor kredietverliezen: Balanswaarde per 1 januari Toenames als gevolg van reserveringen voor geraamde verliezen op leningen Afnames als gevolg van teruggeboekte bedragen voor geraamde verliezen op leningen Afnames als gevolg van bedragen die ten laste van voorzieningen zijn gebracht Overdrachten tussen voorzieningen Overige aanpassingen
-
-
-
-
1.240
-
2.708
-
Ontvangsten op afgeboekte leningen die rechtstreeks in de winst- en verliesrekening worden opgenomen
2
-
-
-
Waardeaanpassingen die rechtstreeks in de winst- en verliesrekening worden opgenomen
-
-
-
-
Balanswaarde per 31 december
3.2.3 Kredietrisicomitigatie BinckBank biedt klanten in verschillende vormen de mogelijkheid gebruik te maken van bevoorschotting op basis van ontvangen onderpand, welke BinckBank gebruikt voor mitigatie van het kredietrisico. Het onderpand kan zijn in de vorm van contanten, bankgaranties en/of in bewaring gegeven effecten. De bevoorschotting kan alleen worden aangewend ter dekking van de marginverplichting of voor het financieren van de aankoop van effecten. In beide gevallen heeft BinckBank een (potentieel) kredietrisico op de klant. Door de aard van de kredieten en de overdekking van de verkregen zekerheden is het kredietrisico beperkt. Bij kredieten op onderpand van financiële instrumenten is de hoogte van het verstrekte krediet mede afhankelijk van de liquiditeit en prijs van de in onderpand ontvangen financiële instrumenten. BinckBank past kredietrisicomitigatie toe in overeenstemming met de technieken beschreven in Deel Drie, Titel II, hoofdstuk 4 van de CRR. BinckBank maakt geen gebruik van kredietderivaten voor risicomitigatie.
Jaarverslag 2015 // 268
De volgende tabel geeft de exposure aan kredietrisico vóór en na risicomitigatie weer:
Exposure na waarde- aanpassingen en voorzieningen
Vorderingen op centrale overheden of centrale banken Vorderingen op regionale of lokale overheden
Kredietrisicomitigatie
Garanties
Krediet derivaten
Financieel onderpand
Substitutie
Exposure na kredietrisicomitigatie
385.613
-
-
-
4.077
389.690
601.093
-
-
-
-
601.093
-
-
-
-
-
-
17.473
-
-
-
-
17.473
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
736.958
-
-
(4.077)
(4.077)
732.880
Vorderingen op ondernemingen
339.673
-
-
(339.649)
-
25
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
672.682
(3.242)
-
(667.451)
(3.242)
1.989
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed
-
-
-
-
-
-
42
-
-
-
-
42
Vorderingen met een bijzonder hoog risico
-
-
-
-
-
-
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties
556.036
-
-
-
-
556.036
-
-
-
-
-
-
126.306
-
-
-
3.242
129.547
-
-
-
-
-
-
6.759
-
-
-
-
6.759
71.476
-
-
-
-
71.476
3.514.110
(3.242)
-
(1.011.177)
-
2.507.011
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Per 31 december 2015
Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken Vorderingen op internationale organisaties
Achterstallige posten
Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb’s) Posten in aandelen Overige posten Totaal kredietrisico
Jaarverslag 2015 // 269
Kredietrisico
Exposure na waarde- aanpassingen en voorzieningen
Vorderingen op centrale overheden of centrale banken Vorderingen op regionale of lokale overheden
Kredietrisicomitigatie
Garanties
Krediet derivaten
Financieel onderpand
Substitutie
Exposure na kredietrisicomitigatie
267.479
-
-
-
3.323
270.802
770.573
-
-
-
-
770.573
-
-
-
-
-
-
21.873
-
-
-
-
21.873
-
-
-
-
-
-
Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
593.546
-
-
(3.323)
(3.323)
590.223
Vorderingen op ondernemingen
242.439
-
-
(241.776)
-
663
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
582.984
(3.047)
-
(579.451)
(3.047)
486
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed
-
-
-
-
-
-
44
-
-
-
-
44
Vorderingen met een bijzonder hoog risico
-
-
-
-
-
-
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties
611.758
-
-
-
-
611.758
-
-
-
-
-
-
187.363
-
-
-
3.047
190.410
-
-
-
-
-
-
3.151
-
-
-
-
3.151
65.119
-
-
-
-
65.119
3.346.329
(3.047)
-
(824.550)
-
2.525.102
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Per 31 december 2014 Kredietrisico
Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken Vorderingen op internationale organisaties
Achterstallige posten
Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb’s) Posten in aandelen Overige posten
Jaarverslag 2015 // 270
Totaal kredietrisico
3.3 Kapitaalvereisten marktrisico De kapitaalvereisten voor marktrisico worden vastgesteld volgens de Pillar I standaardbenadering (SA). BinckBank voert alleen transacties uit in opdracht van klanten en heeft geen eigen handelsportefeuille in financiële instrumenten. Wel is een beperkte exposure in vreemde valuta mogelijk als gevolg van transacties van klanten. BinckBank heeft geen kapitaalvereiste voor het positie-, valuta- en grondstoffenrisico ultimo 2015 (2014: € 0).
3.4 Kapitaalvereisten afwikkelingsrisico In het kader van de afwikkeling van de effectentransacties van haar klanten heeft BinckBank grote openstaande posities bij diverse banken en clearinginstellingen. In de afwikkeling kunnen er verstoringen ontstaan als betrokken partijen in de keten van afwikkeling hun verplichtingen niet tijdig nakomen. Er kan onder voorwaarden voor BinckBank een kapitaalvereiste voor afwikkelingsrisico ontstaan in geval van effectentransacties die na de overeengekomen leveringsdata nog niet zijn afgewikkeld. De kapitaalvereiste voor afwikkelingsrisico bedroeg ultimo 2015 € 6.000 (2014: € 20.000).
3.5 Kapitaalvereisten operationeel risico De risico’s die voortvloeien uit operationele activiteiten vallen onder de noemer operationeel risico. Verliezen als gevolg van operationeel risico zijn onvermijdelijk. Operationeel risico in algemene zin is een gevolg van: • ontoereikend handelen in de dagelijkse verwerking en wijze van afhandeling van transacties met klanten of andere belanghebbenden; • ontoereikende procedures en maatregelen voor een tijdige detectie van gebreken; • kwantitatieve en kwalitatieve tekortkomingen of beperkingen in de menselijke sfeer; • gebrekkige besluitvorming als gevolg van ontoereikende managementinformatie; • n iet juist naleven van interne beheersingsprocedures. Voor vele vormen van voorzienbare verliezen als gevolg van operationeel risico is BinckBank verzekerd bij derden. Als buffer voor onverzekerde (onvoorziene) verliezen beschikt BinckBank over een wettelijk vereiste kapitaalreservering voor operationeel risico. De kapitaalvereisten voor operationeel risico berekent BinckBank volgens de ‘Standardised Approach (TSA)’, waarbij alle activiteiten van BinckBank zijn onderverdeeld in de volgende acht gestandaardiseerde business lines: corporate finance, trading & sales, retail brokerage, retail banking, commercial banking, payment & settlement, agency services en asset management.
BinckBank heeft alleen activiteiten in de business lines retail brokerage, retail banking, agency services en asset management.
Jaarverslag 2015 // 271
De kapitaalvereiste voor elke business line is gelijk aan de vermenigvuldigingsfactor (beta-coëfficiënt) maal het bruto operationeel inkomen. De beta-coëfficiënten verschillen tussen de business lines en zijn 12%, 15% of 18%. De totale kapitaalvereisten voor operationeel risico worden berekend als het 3-jaars gemiddelde van de som van de kapitaalvereisten voor elk van de business lines.
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Operationele baten 2013
2014
2015
Risico weging
Kapitaalvereiste
101.788
98.933
107.254
12%
12.319
27.634
28.479
25.702
12%
3.273
8.764
7.082
7.928
15%
1.189
12%
Per 31 december 2015 Business line: Retail Brokerage Retail Banking Agency Services Asset Management
29.385
20.407
19.204
Totaal
167.571
154.901
160.088
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Operationele baten
2.760 19.540
2012
2013
2014
Risico weging
Kapitaalvereiste
99.997
101.788
98.933
12%
12.029
Retail Banking
31.913
27.634
28.479
12%
3.521
Agency Services
5.393
8.764
7.082
15%
1.062
10.768
29.385
20.407
12%
2.422
148.071
167.571
154.901
Per 31 december 2014 Business line: Retail Brokerage
Asset Management
Jaarverslag 2015 // 272
Totaal
19.034
4. Kapitaalbuffers BinckBank houdt in haar kapitaalmanagement rekening met de volgende aanvullende kapitaalbuffers die in de periode 2016-2019 gefaseerd zullen worden ingevoerd.
Anticyclische kapitaalbuffer
De anticyclische kapitaalbuffer houdt rekening met de kredietcyclus en risico’s van excessieve kredietgroei in het betreffende land. De anticyclische kapitaalbuffer is minimaal 0% en maximaal 2,5% van de hiervoor relevante risicogewogen posten en dient te worden ingevuld met eigen vermogen (Tier 1-kernkapitaal). De toezichthouderseisen voor deze buffer zijn vanaf 1 januari 2016 van kracht. Geografische verdeling van krediet exposures die van belang zijn voor de berekening van de anticyclische kapitaalbuffer per 31 december 2015 Algemene krediet exposures
Exposures in de handelsportefeuille
Securitisatie exposures
Eigen vermogen vereisten
Exposure waarde voor de Standaardbenadering
Som van lange en korte posities in de handelsportefeuille
Exposure waarde voor de Standaardbenadering
Totaal
010
030
050
100
10.415
-
-
-
België
64.482
-
-
46
Canada
101.508
-
-
-
Finland
35.905
-
-
-
Frankrijk
103.360
-
-
66
Duitsland
1.164.867
-
-
4.448
39.576
-
-
147
9.247
-
-
148
495.858
-
-
6.730
10.524
-
-
-
92
-
-
4
121.769
-
-
-
Zwitserland
58.514
-
-
28
Verenigd Koninkrijk
78.658
-
-
-
194.109
-
-
648
17.473
-
-
-
2.506.358
-
-
12.265
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Rij Uitsplitsing naar land: Oostenrijk
Italië Luxemburg Nederland Noorwegen Spanje Zweden
Verenigde Staten Overige landen 020
Totaal
Jaarverslag 2015 // 273
010
Geografische verdeling van krediet exposures die van belang zijn voor de berekening van de anticyclische kapitaalbuffer per 31 december 2014 Algemene krediet exposures
Exposures in de handelsportefeuille
Securitisatie exposures
Eigen vermogen vereisten
Exposure waarde voor de Standaardbenadering
Som van lange en korte posities in de handelsportefeuille
Exposure waarde voor de Standaardbenadering
Totaal
010
030
050
100
Oostenrijk
10.769
-
-
-
België
66.430
-
-
73
Canada
70.947
-
-
-
Finland
19.907
-
-
-
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Rij 010
Uitsplitsing naar land:
Frankrijk
96.224
-
-
32
1.257.505
-
-
4.894
38.942
-
-
244
Luxemburg
2.338
-
-
37
Nederland
587.111
-
-
7.139
Noorwegen
10.747
-
-
-
73
-
-
1
102.729
-
-
-
40.177
-
-
9
Duitsland Italië
Spanje Zweden Zwitserland Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten Overige landen 020
Totaal
55.869
-
-
-
143.462
-
-
333
21.873
-
-
-
2.525.103
-
-
12.762
Kapitaalconserveringsbuffer
Jaarverslag 2015 // 274
De kapitaalconserveringsbuffer is geïntroduceerd om ervoor te zorgen dat banken buiten perioden van stress aanvullende kapitaalbuffers opbouwen boven de minimum kapitaalvereisten. Hierdoor zijn ze in staat om toekomstige perioden van stress te weerstaan. De toezichthouderseisen voor deze buffer zijn vanaf 1 januari 2016 van kracht. De kapitaalvereisten worden jaarlijks gefaseerd verhoogd van 0,625% van de risicogewogen posten vanaf 2016 tot 2,5% vanaf 2019.
5. Gebruik van ECAI’s BinckBank maakt voor de bepaling van de toe te passen risicogewichten voor de berekening van de risicogewogen posten gebruik van openbaar beschikbare informatie over de kredietbeoordeling (credit ratings) door externe kredietbeoordelingsinstellingen (ECAI’s). De volgende ECAI’s worden gebruikt: • Fitch; • Moody’s; • Standard & Poor’s. De kredietbeoordeling door de ECAI’s wordt gerelateerd aan kredietkwaliteitscategorieën. In de CRR is voor de relevante exposure categorieën aangegeven welk risicogewicht bij welke kredietkwaliteitscategorie hoort. ECAI kredietbeoordelingen zijn gebruikt voor de volgende exposure categorieën: • vorderingen op centrale overheden of centrale banken; • vorderingen op regionale of lokale overheden; • vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen; • vorderingen in de vorm van gedekte obligaties; • vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn.
Jaarverslag 2015 // 275
De volgende tabellen geven weer: • de exposure na waardeaanpassingen en voorzieningen naar kredietkwaliteitscategorie; • de exposure na kredietrisicomitigatie naar kredietkwaliteitscategorie.
Exposure na waardeaanpassingen en voorzieningen naar kredietkwaliteitscategorie Kredietkwaliteitscategorie 1
Kredietkwaliteitscategorie 2
Kredietkwaliteitscategorie 3
Kredietkwaliteitscategorie 4
Kredietkwaliteitscategorie 5
Kredietkwaliteitscategorie 6
Geen rating
Totaal
171.675
-
-
-
-
-
213.938
385.613
601.093
-
-
-
-
-
-
601.093
-
-
-
-
-
-
-
-
17.473
-
-
-
-
-
-
17.473
-
-
-
-
-
-
-
-
366.852
355.578
10.415
35
-
-
4.077
736.958
Vorderingen op ondernemingen
-
-
-
-
-
-
339.673
339.673
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
-
-
-
-
-
-
672.682
672.682
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed
-
-
-
-
-
-
-
-
Achterstallige posten
-
-
-
-
-
-
42
42
Vorderingen met een bijzonder hoog risico
-
-
-
-
-
-
-
-
556.036
-
-
-
-
-
-
556.036
-
-
-
-
-
-
-
-
113.485
1.218
861
-
-
-
10.742
126.306
Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb's)
-
-
-
-
-
-
-
-
Posten in aandelen
-
-
-
-
-
-
6.759
6.759
Overige posten
-
-
-
-
-
-
71.476
71.476
1.826.614
356.796
11.276
35
-
-
1.319.389
3.514.110
52%
10%
0%
0%
0%
0%
38%
100%
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Per 31 december 2015 Kredietrisico Vorderingen op centrale overheden of centrale banken Vorderingen op regionale of lokale overheden Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken Vorderingen op internationale organisaties Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een krediet beoordeling voor de korte termijn
Totaal kredietrisico
Jaarverslag 2015 // 276
% verdeling
Exposure na waardeaanpassingen en voorzieningen naar kredietkwaliteitscategorie Kredietkwaliteitscategorie 1
Kredietkwaliteitscategorie 2
Kredietkwaliteitscategorie 3
Kredietkwaliteitscategorie 4
Kredietkwaliteitscategorie 5
Kredietkwaliteitscategorie 6
Geen rating
Totaal
Vorderingen op centrale overheden of centrale banken
161.874
-
-
-
-
-
105.605
267.479
Vorderingen op regionale of lokale overheden
632.573
-
-
-
-
-
138.000
770.573
-
-
-
-
-
-
-
-
21.873
-
-
-
-
-
-
21.873
-
-
-
-
-
-
-
-
241.719
348.449
-
55
-
-
3.323
593.546
Vorderingen op ondernemingen
-
-
-
-
-
-
242.439
242.439
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
-
-
-
-
-
-
582.984
582.984
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed
-
-
-
-
-
-
-
-
Achterstallige posten
-
-
-
-
-
-
44
44
Vorderingen met een bijzonder hoog risico
-
-
-
-
-
-
-
-
611.758
-
-
-
-
-
-
611.758
-
-
-
-
-
-
-
-
92.658
1.410
1.517
-
-
-
91.778
187.363
Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb's)
-
-
-
-
-
-
-
-
Posten in aandelen
-
-
-
-
-
-
3.151
3.151
Overige posten
-
-
-
-
-
-
65.119
65.119
1.762.454
349.859
1.517
55
-
-
1.232.444
3.346.329
53%
10%
0%
0%
0%
0%
37%
100%
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Per 31 december 2014
Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken Vorderingen op internationale organisaties Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een krediet beoordeling voor de korte termijn
Totaal kredietrisico % verdeling
Jaarverslag 2015 // 277
Kredietrisico
Exposure na kredietrisicomitigatie naar kredietkwaliteitscategorie Kredietkwaliteitscategorie 1
Kredietkwaliteitscategorie 2
Kredietkwaliteitscategorie 3
Kredietkwaliteitscategorie 4
Kredietkwaliteitscategorie 5
Kredietkwaliteitscategorie 6
Geen rating
Totaal
171.675
-
-
-
-
-
218.015
389.690
601.093
-
-
-
-
-
-
601.093
-
-
-
-
-
-
-
-
17.473
-
-
-
-
-
-
17.473
-
-
-
-
-
-
-
-
366.852
355.578
10.415
35
-
-
-
732.880
Vorderingen op ondernemingen
-
-
-
-
-
-
25
25
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
-
-
-
-
-
-
1.989
1.989
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed
-
-
-
-
-
-
-
-
Achterstallige posten
-
-
-
-
-
-
42
42
Vorderingen met een bijzonder hoog risico
-
-
-
-
-
-
-
-
556.036
-
-
-
-
-
-
556.036
-
-
-
-
-
-
-
-
116.442
1.357
861
145
-
-
10.742
129.547
Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb's)
-
-
-
-
-
-
-
-
Posten in aandelen
-
-
-
-
-
-
6.759
6.759
Overige posten
-
-
-
-
-
-
71.476
71.476
1.829.572
356.935
11.276
180
-
-
309.048
2.507.010
73%
14%
0%
0%
0%
0%
12%
100%
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Per 31 december 2015 Kredietrisico Vorderingen op centrale overheden of centrale banken Vorderingen op regionale of lokale overheden Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken Vorderingen op internationale organisaties Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een krediet beoordeling voor de korte termijn
Totaal kredietrisico
Jaarverslag 2015 // 278
% verdeling
Exposure na kredietrisicomitigatie naar kredietkwaliteitscategorie Kredietkwaliteitscategorie 1
Kredietkwaliteitscategorie 2
Kredietkwaliteitscategorie 3
Kredietkwaliteitscategorie 4
Kredietkwaliteitscategorie 5
Kredietkwaliteitscategorie 6
Geen rating
Totaal
Vorderingen op centrale overheden of centrale banken
161.874
-
-
-
-
-
108.928
270.802
Vorderingen op regionale of lokale overheden
632.573
-
-
-
-
-
138.000
770.573
-
-
-
-
-
-
-
-
21.873
-
-
-
-
-
-
21.873
-
-
-
-
-
-
-
-
241.719
348.449
-
55
-
-
-
590.223
Vorderingen op ondernemingen
-
-
-
-
-
-
663
663
Vorderingen op particulieren en kleine partijen
-
-
-
-
-
-
486
486
Vorderingen gedekt door hypotheken op onroerend goed
-
-
-
-
-
-
-
-
Achterstallige posten
-
-
-
-
-
-
44
44
Vorderingen met een bijzonder hoog risico
-
-
-
-
-
-
-
-
611.758
-
-
-
-
-
-
611.758
-
-
-
-
-
-
-
-
95.429
1.542
1.661
-
-
-
91.778
190.410
Vorderingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb's)
-
-
-
-
-
-
-
-
Posten in aandelen
-
-
-
-
-
-
3.151
3.151
Overige posten
-
-
-
-
-
-
65.119
65.119
1.765.225
349.991
1.661
55
-
-
408.170
2.525.102
70%
14%
0%
0%
0%
0%
16%
100%
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Per 31 december 2014
Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen Vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken Vorderingen op internationale organisaties Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen
Vorderingen in de vorm van gedekte obligaties Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen Vorderingen op financiële instellingen en ondernemingen met een krediet beoordeling voor de korte termijn
Totaal kredietrisico % verdeling
Jaarverslag 2015 // 279
Kredietrisico
6. Tegenpartijkredietrisico Pillar 1 methode voor berekening van tegenpartijkredietrisico BinckBank maakt geen gebruik van OTC-derivaten ter afdekking van risico’s en is ook geen tegenpartij voor OTC derivatencontracten met derden. Wel heeft BinckBank een afgeleide exposure op ‘exchange traded derivatives’ (ETD’s) als gevolg van de transacties van haar klanten. BinckBank maakt gebruik van de ‘op de waardering tegen marktwaarde gebaseerde methode’ om de exposure-at-default van deze derivaten te berekenen conform de regelgeving. Daarbij wordt uitgegaan van de positieve marktwaarde van de derivaten plus een opslag op basis van het type contract, de resterende looptijd en de notionele c.q. onderliggende waarde – ter afdekking van de huidige en potentiële toekomstige tegenpartijkredietrisico’s van deze contracten.
Beperking van tegenpartijkredietrisico-exposure Voor de afdekking van de risico’s van de ‘exchange traded derivatives’ (ETD’s) van haar klanten verlangt BinckBank dat klanten onderpand storten in de vorm van contanten of beursgenoteerde effecten. Bij de vaststelling van de waarde van het onderpand wordt gebruik gemaakt van de uitgebreide benadering van financiële zekerheden. BinckBank maakt via clearing members gebruik van centrale clearing van derivatentransacties om het tegenpartijkredietrisico naar de centrale counterparty (CCP) te verplaatsen en te beperken. Ter beperking van het tegenpartijkredietrisico zijn met deze instellingen ISDA Master Agreements afgesloten. Deze voorzien er onder andere in dat bij in gebreke blijven van de tegenpartij alle derivatentransacties binnen de in de ISDA gedefinieerde netting set mogen worden beëindigd, waarbij slechts een gesaldeerde vordering of verplichting ten opzichte van de tegenpartij resteert. Gebruik van centrale clearing heeft ook een verlagend effect op de berekening van de risicogewogen posten. Deze posities worden verantwoord onder de exposure categorie ‘Vorderingen op financiële ondernemingen en financiële instellingen’ en kennen een risicogewicht van 2% of 4%. In onderstaande tabel wordt vermeld op welke wijze het tegenpartijkredietrisico wordt verminderd met behulp van technieken voor kredietrisicomitigatie. (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld) Huidige exposure (bruto) Vermindering uit hoofde van verrekeningsovereenkomsten/ onderpand
Jaarverslag 2015 // 280
Huidige exposure (netto)
2015
2014
551.953
489.471
(488.299)
(442.862)
63.654
46.609
7. Liquiditeitsrisico Financierings- en liquiditeitsrisico is het risico dat BinckBank niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen wanneer deze vervallen, tegen een redelijke prijs en op een tijdige wijze. Om BinckBank en haar klanten te beschermen tegen liquiditeitsrisico’s houdt BinckBank een liquiditeitsbuffer aan, die is gebaseerd op de liquiditeitsbehoeften van de bank. De ALCO zorgt ervoor dat er voldoende liquiditeit wordt gehandhaafd in overeenstemming met interne en wettelijke regels en normen en met inbegrip van een buffer van onbezwaarde, hoogwaardige liquide activa. Samenstelling liquiditeitsbuffer (bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
2015
2014
Liquide middelen en saldi centrale banken
205.527
97.970
Overheidsobligaties
594.030
627.855
170.285
155.980
17.425
21.820
550.691
602.653
Overheidsgegarandeerde obligaties Supranationale obligaties Gedekte obligaties Overige
648.175
525.946
2.186.133
2.032.224
% beleenbaar
91%
93%
% EUR
91%
93%
% USD
9%
7%
LCR
>100%
>100%
NSFR
>100%
>100%
Totaal
Als onderdeel van het beheer van de liquiditeitsbuffer houdt BinckBank ook toezicht op de bezwaarde activa. Bezwaarde activa vertegenwoordigen de activa op de balans die worden verpand of gebruikt als onderpand voor verplichtingen van BinckBank. De gepresenteerde tabellen van bezwaarde en onbezwaarde activa zijn gebaseerd op de CRR (Deel Acht) en de bijbehorende richtlijnen van de European Banking Authority (EBA). Bezwaarde activa
Onbezwaarde activa
Totaal
Direct opeisbare leningen en vorderingen
8.802
308.742
317.543
Niet-direct opeisbare leningen en vorderingen
27.162
506.083
533.245
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
Aandelenposities Obligaties Overig Totaal activa
(bedragen in EUR 000’s, tenzij anders vermeld)
15.405
-
15.405
231.939
1.748.667
1.980.605
-
586.785
586.785
283.307
3.150.276
3.433.583
Bezwaarde activa
Onbezwaarde activa
Totaal
Per 31 december 2014 3.756
72.424
76.180
Niet-direct opeisbare leningen en vorderingen
25.544
502.052
527.596
Aandelenposities
15.942
-
15.942
198.677
1.735.577
1.934.254
-
755.629
755.629
243.919
3.065.682
3.309.601
Direct opeisbare leningen en vorderingen
Obligaties Overig Totaal activa
Jaarverslag 2015 // 281
Per 31 december 2015
Ontvangen collateral BinckBank biedt klanten in verschillende vormen de mogelijkheid gebruik te maken van bevoorschotting op basis van ontvangen onderpand, welke BinckBank gebruikt voor mitigatie van het kredietrisico. Het onderpand kan zijn in de vorm van contanten, bankgaranties of in bewaring gegeven effecten. De bevoorschotting kan alleen worden aangewend ter dekking van de marginverplichting of voor het financieren van de aankoop van effecten. Het is BinckBank niet toegestaan om ontvangen onderpand te verkopen of te verpanden anders dan in het geval een klant in gebreke is.
Jaarverslag 2015 // 282
BinckBank heeft ultimo 2015 in totaal een bedrag van € 3,5 miljard (2014: € 2,9 miljard) aan zekerheden van klanten als collateral ter afdekking van de risico´s.
8. Aandelen buiten de handelsportefeuille BinckBank heeft onder IFRS aandelen op de balans opgenomen in de categorie ‘Financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening’. Deze aandelen worden aangehouden ter afdekking van het koersrisico uit hoofde van SRD-transacties en worden derhalve betrokken in het kredietrisico van de exposure categorie ‘Vorderingen op particulieren en kleine partijen’. In de prudentiële consolidatie zijn in de exposure categorie ‘Posten in aandelen’ de aandelenbelangen van BinckBank buiten het handelsboek opgenomen. Dit betreft de niet in de consolidatie betrokken aandelenbelangen van dochterondernemingen en deelnemingen. Deze aandelenbelangen zijn opgenomen tegen de netto vermogenswaarde.
9. Renterisico buiten de handelsportefeuille BinckBank houdt geen handelsportefeuille aan, maar is desondanks wel gevoelig voor renteschommelingen uit hoofde van haar uitzettingen en haar grote beleggingsportefeuille. Langere rentevaste periodes en looptijden van obligaties betekenen voor de beleggingsportefeuille dat deze gevoeliger wordt voor mutaties in de marktrente. Dit betekent een hoger koersrisico door rentemutaties. Daar staat tegenover dat de rentebaten zo voor een langere periode vastliggen, wat wel een lager businessrisico oplevert. Langere rentevaste periodes in de beleggingsportefeuille hebben een omgekeerd effect op het rente- en businessrisico. Het renterisico buiten de handelsportefeuille wordt gemeten, bewaakt en gestuurd aan de hand van onder andere het gap profiel, het outlier criterium, de gevoeligheid van het renteresultaat (Earnings-at-Risk (EaR)) en de marktwaardegevoeligheid. De sturing van het renterisico vindt plaats op het totaal van rentedragende activa en passiva. BinckBank beheerst de gevoeligheid op de resultaten en het toetsingsvermogen van rentemutaties door middel van tolerantieniveaus en maandelijkse renterisicorapportages aan de ALCO. Wij verwijzen naar het jaarverslag voor een verdere kwalitatieve en kwantitatieve uiteenzetting van het renterisico buiten de handelsportefeuille.
10. Remuneratie
Jaarverslag 2015 // 283
Informatie over de Remuneratiecommissie en het remuneratierapport is terug te vinden op de corporate website van BinckBank (www.binck.com).
Dochterondernemingen
Buitenlandse kantoren
Bewaarbedrijf BinckBank B.V. Barbara Strozzilaan 310 1083 HN Amsterdam Telefoon (020) 522 03 30
BinckBank België Quellinstraat 22 2018 Antwerpen België Telefoon +32 3 303 3133 www.binck.be
Able Holding B.V. Reeuwijkse Poort 114 2811 MX Reeuwijk Telefoon (0182) 398 888 www.able.eu Think ETF Asset Management B.V. Barbara Strozzilaan 310 1083 HN Amsterdam Telefoon (020) 314 96 70 www.thinketfs.nl
BinckBank Frankrijk 102-106, rue Victor Hugo 92300-Levallois-Perret CEDEX Frankrijk Telefoon +33 170 36 70 62 www.binck.fr BinckBank Italië Via Ventura 5 20134 Milano Italië Telefoon +39 02 360 16 161 www.binck.it
Jaarverslag 2015 // 284
BinckBank Spanje (Alex Spanje) Urbanizacion Marbella Real, local 15 Carretera de Cadiz, km 178,7 29602 Marbella Malaga Spanje Telefoon +34 952 92 4011 www.alexspanje.com
BinckBank N.V. Barbara Strozzilaan 310 1083 HN Amsterdam Correspondentieadres Postbus 75047 1070 AA Amsterdam Telefoon: +31 (0)20 522 03 30 Fax: +31 (0)20 320 41 76 Internet: www.binck.com BinckBank N.V., gevestigd te Amsterdam, Handelsregister K.v.K. Amsterdam, nummer 33 16 22 23.
Colofon Fotografie Lex van Lieshout Fotografie, Zoetermeer Foto Steven Clausing pagina 17: Bettina Traas Design Mug in Vorm - Grafische Ontwerpen, Amsterdam
Jaarverslag 2015 // 285
Investor Relations Telefoon: +31 (0)20 522 03 72 E-mail:
[email protected]
BinckBank N.V.
Barbara Strozzilaan 310 1083 HN Amsterdam Postbus 75047 1070 AA Amsterdam t f e i
020 606 26 66 020 320 41 76
[email protected] www.binck.nl