2e trimester 2012
navb info Erkenningnummer: P 404006 - Afgiftekantoor: Charleroi - Waarde: € 5,00
DRIEMAANDELIJKS INFORMATIEBLAD VOOR WELZIJN EN MILIEU IN DE BOUWSECTOR 2012/2
Een ongeval op de werf… wie is verantwoordelijk ? Welzijn en communicatie op de werven P. 4 Goedepraktijkvoorbeelden P. 8-9
P. 5
6
8
10
11
13
14
Inhoud P. 4 Welzijn en communicatie op de werven P. 5 Een ongeval op de werf… wie is verantwoordelijk? P. 6 Organisatie van de eerste hulp in de bouwonderneming P. 7 Veiligheidscoördinator niveau A en B P. 8 Veilig uitvoeren van graafwerken in de omgeving van nutsleidingen P. 9 Goedepraktijkgids voor tijdelijke of mobiele bouwplaatsen
P. 10 Administratieve geldboete na inbreuk op welzijnsreglementering? P. 11 Campagne Kwartsstof: handhavingsgolf opgestart P. 12 Een nieuwe norm voor permanente borstweringen P. 13 Het plaatsen van hijsogen in zelf geprefabriceerde elementen P. 14 Gezondheidstoezicht bij stagiairs P. 15 Een kwaliteitsvolle stage in de bouw
Navb info is het driemaandelijks informatieblad van navb-cnac Constructiv. Het is ook beschikbaar in het Frans onder de titel “cnac info”.
REDACTIE Luc Christiaens, Christian Depue, Veerle De Saedeleer, Thierry Frere, Guillaume Gioia, Carl Heyrman, Nancy Lambrecht, Véronique le Paige, Isabelle Lootens, Emmy Streuve, Isabelle Urbain, Nicolaas Van Leeuwen, Evy Vinck
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Carl Heyrman Koningsstraat 132/4 – 1000 Brussel De uitgever is niet verantwoordelijk voor de inhoud van advertenties. Het redactiecomité van navb info streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie. Zij kan er echter niet aansprakelijk voor worden gesteld. De reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van de uitgever en duidelijke bronvermelding.
INFORMATIE EN ABONNEMENT navb-cnac Constructiv Koningsstraat 132/4 1000 Brussel Tel.: +32 2 552 05 00 Fax: +32 2 552 05 05 E-mail:
[email protected] Website: constructiv.be
OPMAAK EN DRUKWERK MWP Communication www.mwp.be © navb-cnac Constructiv 2012
2e trimester 2012
navb info
4
WOORD van de voorzitter Op 1 januari 2012 mocht ik de fakkel overnemen van Justin Daerden als voorzitter van het navb. Als vertegenwoordiger van de werkgevers van de bouwsector zal ik de komende drie jaar alles in het werk stellen om het welzijn van de werknemers in de bouw te bevorderen. Graag wil ik mijn voorganger Justin danken voor de voorbije drie jaar. Hij heeft gezondheid een centrale plaats gegeven binnen de acties van het navb. Tijdens de preventieve golf van de campagne Kwartsstof spaarden het navb en zijn vele partners kosten noch moeite om op onze werven te wijzen op de gevaren en de preventiemaatregelen i.v.m. kwartsstof. Nu is het tijd voor actie: aannemers en arbeiders moeten de goedepraktijkvoorbeelden en preventiemaatregelen toepassen op de werven. Aan hen om proactief de noodzakelijke maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat onze arbeiders en leidinggevenden in de bouw minder worden blootgesteld aan kwartsstof. De inspectiediensten van TWW (de algemene directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de FOD WASO) zullen hier trouwens op focussen tijdens hun controles op onze werven. Het navb zal vanaf het najaar de veilige levering van bouwmaterialen in the picture plaatsen met een nieuwe campagne. Twee andere grote uitdagingen voor de komende jaren zijn de eenmaking van het statuut van arbeiders en bedienden en vooral de problematiek van werkbaar werk. Langer werken zal voor velen een feit worden, maar we mogen niet vergeten dat de fysieke belasting in de bouw erg groot is. Als zorgzame sector wil de bouw vermijden dat bouwvakkers vroegtijdig moeten afhaken. Daarom zullen de sociale partners een sectoraal beleid voor werkbaar werk uittekenen, dat zich zal vertalen in een actieplan voor het navb. Dit thema wordt hét speerpunt van mijn voorzitterschap en van de acties van het navb in de komende jaren, samen met de verdere daling van het aantal arbeidsongevallen. “Go for zero” moet de gezamenlijke ambitie zijn van de hele bouwsector! Tot slot nog deze bedenking: investeren in preventie zorgt niet alleen voor meer welzijn op onze werven, maar is ook winstgevend. Meer dan ooit een noodzaak dus in deze moeilijke tijden! Bob VAN POPPEL Voorzitter navb-cnac Constructiv
I
I
2e TRIMESTER 2012 NAVB INFO 3
Welzijn en communicatie op de werven De bouwvakkers op een werf zijn vaak van verschillende afkomst en er worden dan ook erg veel verschillende talen gesproken. Als werknemers geen Nederlands, Frans of een andere gemeenschappelijke taal spreken waarmee ze zich verstaanbaar kunnen maken en de personen in hun omgeving kunnen begrijpen, zorgt dat voor problemen. Dit gebrek aan communicatie kan de oorzaak zijn van arbeidsongevallen.
A
ls een arbeider immers instructies krijgt die hij niet begrijpt, zal hij ze dan kunnen toepassen? Zal hij fouten maken doordat hij de instructies niet goed begrepen heeft? Zullen deze fouten ervoor zorgen dat er risico's genomen worden en dat er arbeidsongevallen gebeuren? Er moet dan ook bijzondere aandacht besteed worden aan dit probleem. De wetgeving inzake welzijn op het werk verplicht de werkgever en de hiërarchische lijn om ervoor te zorgen dat de werknemers de instructies begrijpen en in praktijk brengen. De toepassing van dit principe is niet altijd eenvoudig. Een manier om deze situatie te verhelpen kan door middel van opleiding zijn. Het navb, in samenwerking met fvb-ffc Constructiv (het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid), heeft de opdracht gekregen om een opleiding te ontwikkelen over welzijn voor werknemers die zich op de werven uitdrukken in een vreemde taal. Het project wordt momenteel uitgewerkt en in de loop van 2012 zal gestart worden met de opleiding. Het doel van deze opleiding is om de middelen waarover werknemers die zich uitdrukken in een vreemde taal en geen Nederlands, Frans, Engels of Duits spreken, beschikken om te communiceren over de basiskennis van veiligheidsmaatregelen, te verbeteren. Deze opleiding “Elementaire kennis veiligheidsregels voor personen zonder contacttaal” zal één dag duren en
I
I
4 NAVB INFO 2e TRIMESTER 2012
gegeven worden in de taal van de werknemers (Pools, Roemeens, Portugees). Ze zal ingedeeld zijn in twee delen: algemene arbeidsomstandigheden (orde en netheid, gevaarlijke producten, arbeidsmiddelen, veiligheidssignalisatie, brandveiligheid, werken op hoogte, manueel hanteren van lasten, ...) en specifieke omstandigheden (ruwbouwwerken, afwerking, dakwerken of wegenwerken). De opleiding is gebaseerd op eenvoudige afbeeldingen van risicovolle werksituaties en vooral van risicovrije werksituaties. Bij deze afbeeldingen zullen enkele eenvoudige, gemakkelijk herkenbare
sleutelwoorden staan. Ook de tekenfilmpjes van Napo (humoristisch personage dat evolueert in de arbeidswereld en te maken krijgt met veiligheidsproblemen), waarin niet gesproken wordt, dienen als illustratie bij deze opleiding. Aan het einde van de dag zullen op een ludieke en educatieve manier enkele praktische oefeningen voorgesteld worden en zal een evaluatietest afgenomen worden. We hopen dat deze opleiding zal bijdragen aan een verbetering van de communicatie en het welzijn van de werknemers op bouwwerven en bezorgen u spoedig meer informatie over de lancering.
Een ongeval op de werf… wie is verantwoordelijk? Dat er bij bouwen risico’s komen kijken, is een open deur intrappen. Bouwbedrijven, arbeiders, het navb en heel wat andere partijen proberen die risico’s te vermijden of minstens in te perken, maar toch gebeuren er nog heel wat ongevallen op onze werven. Omdat er na een ongeval vaak wordt gekeken in de richting van de leidinggevenden op de bouwplaats (de “hiërarchische lijn”), organiseert het navb infosessies voor bouwbedrijven over de verantwoordelijkheid van die hiërarchische lijn. Theorie en praktijk gaan daarbij hand in hand.
H
et welzijnsbeleid binnen een onderneming wordt uitgestippeld door de werkgever, maar het is de hiërarchische lijn, dat zijn de projectleiders, werfleiders, ploegbazen... die ervoor moeten zorgen dat dit welzijnsbeleid ook echt wordt uitgevoerd. Met de infosessie “Verantwoordelijkheid van de hiërarchische lijn bij arbeidsongevallen” licht het navb de opdrachten, taken en verantwoordelijkheden van de hiërarchische lijn nader toe aan de hand van concrete casussen. Er gaat ook aandacht naar de strafrechtelijke en de burgerlijke aansprakelijkheid van de hiërarchische lijn bij een arbeidsongeval op de bouwplaats. Tijdens de infosessie komt niet alleen de juridische kant van het verhaal aan bod: een bouwplaatsadviseur van het navb licht veilige en onveilige situaties op de werf toe aan de hand van beeldmateriaal. Die koppeling van juridische aspecten en concrete situaties op de bouwplaats valt bij veel ondernemingen in de smaak. Wim Smet is gedelegeerd bestuurder bij Smet-Boring, een bedrijf gespecialiseerd in ondergrondse technieken bij wie de infosessie al plaatsvond: “Een heel geslaagd veiligheidsseminarie: een heel duidelijk overzicht van de verantwoordelijkheden van de hiërarchische lijn, zeer
sprekende en overtuigende cases, met voorbeelden van bij SmetBoring zelf, uit het leven gegrepen en heel goed gebracht.”
De infosessie is gratis voor de hiërarchische lijn en voor arbeiders van bouwondernemingen (PC 124) en wordt verstrekt op maat (maximumduur: 2 uur). Info: Veerle De Saedeleer (navb); tel.: 02/552.05.08; e-mail:
[email protected].
I
I
2e TRIMESTER 2012 NAVB INFO 5
Organisatie van de eerste hulp in de bouwonderneming De organisatie van de eerste hulp in bouwondernemingen is niet enkel verplicht, maar ook van cruciaal belang. Als de eerste hulp goed georganiseerd is, kan er snel en efficiënt gereageerd worden bij een ongeval of wanneer iemand onwel wordt op de arbeidsplaats. Wat is er immers vervelender dan machteloos staan en een slachtoffer van een ongeval niet kunnen helpen? Kan uw onderneming omgaan met soms moeilijke situaties?
O
m bouwondernemingen te helpen bij de organisatie van de eerste hulp in overeenstemming met de wetgeving, heeft het navb een document opgesteld met verschillende praktische pistes. Hieronder vindt u de grote lijnen van dat document. Als inleiding worden enkele arbeidsongevallenstatistieken in de bouwsector voorgesteld die ons eraan herinneren dat de risico's in deze sector erg talrijk zijn en soms bijzonder zware gevolgen hebben. In de inleiding komen ook de grote lijnen van de wetgeving aan bod (KB van 15.12.2010 betreffende de eerste hulp die verstrekt wordt aan werknemers die slachtoffer worden van een ongeval of die onwel worden en bijlage III-A-13. van het KB van 25.01.2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen). Het document vervolgt met een tabel aan de hand waarvan u kunt evalueren of de onderneming aan de wettelijke vereisten voldoet en eventuele tekortkomingen kunt blootleggen. De tabel bevat de vragen die u zich moet stellen in de vorm van een checklist die u in slechts enkele minuten kunt invullen. Enkele voorbeelden van vragen: Bestaat er een eerstehulpprocedure? Is het aantal hulpverleners bepaald? Zijn de specifieke risico's bepaald (afhankelijk van de aard van de activiteiten, de resultaten van de risicoanalyse, het aantal werknemers, de risicogroepen)? Is het vervoer van slachtoffers georganiseerd (naar het verzorgingslokaal, naar huis, naar een verzorgingsinstelling), ...? Een belangrijk hoofdstuk geeft enkele suggesties voor het opstellen van procedures. Met deze procedures kan bepaald worden hoe opgetreden moet worden bij een ongeval of wanneer iemand onwel wordt, waardoor tijd gewonnen wordt, want in zulke omstandigheden is tijd erg kostbaar. Bij het opstellen van de procedures moet rekening gehouden worden met heel wat elementen. In het hoofdstuk worden enkele punten voorgesteld die u kunt analyseren bij het opstellen van: • een procedure voor de eerste hulp in het kantoor van de bouwonderneming;
I
I
6 NAVB INFO 2e TRIMESTER 2012
• een procedure voor de eerste hulp op de werven. Deze procedures zullen aangepast moeten worden aan de specifieke kenmerken van elke werf.
Veiligheidscoördinator niveau A en B Navb en Vekmo slaan de handen in elkaar Het volgende hoofdstuk gaat over de inhoud van de verbanddoos, die niet langer opgelegd wordt door de wetgever. De FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg stelt een standaardlijst voor de inhoud van een verbanddoos voor. Deze lijst moet aangepast worden in functie van de activiteiten van de onderneming, de resultaten van de risicoanalyse, het aantal werknemers en het advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en de vakbondsafvaardiging. Verder stelt het document een kleine affiche voor met de belangrijkste noodnummers. U moet deze affiche enkel nog aanvullen met enkele nummers die specifiek zijn voor de werf, vervolgens kunt u ze afdrukken en aanbrengen op een zichtbare plaats op de werf. Daarna brengen we enkele inlichtingen in herinnering die u moet verstrekken wanneer u het noodnummer 112 belt. De reglementering verplicht de werkgever om een register van de interventies bij te houden. Daarom stellen we een invultabel voor met de gegevens die in dit register opgenomen moeten worden. U hoeft deze tabel enkel nog te 'kopiëren en plakken' en aan te vullen wanneer dat nodig is. Ten slotte bevat het document nog andere inlichtingen, meer bepaald in verband met de rol van de hulpverlener, de vorming van hulpverleners, de basisregels bij interventies en de aangifte van ongevallen. Het navb nodigt u uit om dit document te gebruiken! U vindt het in Word-formaat op onze website, zodat u er gemakkelijk de tabellen en andere bruikbare elementen kunt uithalen en aanpassen aan uw onderneming: http://navb.constructiv.be > Welzijnsinfo > In de praktijk > Organisatie > Eerste hulp.
H
et Koninklijk Besluit Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen bestaat al meer dan elf jaar. Nog steeds geldt de verplichting om een veiligheidscoördinator aan te stellen voor elk bouwproject waarbij twee of meer aannemers gelijktijdig of achtereenvolgens betrokken zijn en dit zowel in de ontwerp- als in de verwezenlijkingsfase. De persoon die de functie van veiligheidscoördinator-ontwerp of -verwezenlijking uitoefent, moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Een belangrijke voorwaarde is dat hij in het bezit is van een diploma van niveau A of niveau B dat afgeleverd werd door een erkende opleidingsverstrekker. Een diploma van niveau A is vereist voor grote bouwprojecten (o.a.
projecten van meer dan 2,5 miljoen euro). Voor kleinere bouwprojecten (o.a. als er geen coördinatiestructuur vereist is) volstaat het diploma van niveau B.
Opleidingsverstrekkers slaan de handen in elkaar Navb-cnac Constructiv en Vekmo, twee erkende opleidingsverstrekkers in het kader van de regelgeving betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, organiseren samen de opleiding “Veiligheidscoördinator niveau B”. Deze opleiding is ook een nuttige voorbereiding voor de kandidaten die het diploma “Veiligheidscoördinator niveau A” willen behalen. Zij moeten dan enkel nog het specifieke examen van niveau A afleggen.
PRAKTISCHE SCHIKKINGEN TOELATINGSVOORWAARDEN: minstens een diploma technisch hoger middelbaar onderwijs bezitten START: woensdag 18 april 2012 DUUR: 80 uur, meer bepaald één dag per week (woensdag) gedurende 10 weken KOSTPRIJS: • € 1.500 voor kandidaten die het diploma “Veiligheidscoördinator niveau B” willen behalen
• € 1.700 voor kandidaten die de opleiding volgen en het specifieke examen van niveau A willen afleggen PLAATS: Diestsevest 82, 3000 Leuven (op 500 m van het station van Leuven) INSCHRIJVINGEN EN BIJKOMENDE INFORMATIE: Goedele Secelle: 02 552 05 32
[email protected] Johan Robben: 016 22 89 58
[email protected]
I
I
2e TRIMESTER 2012 NAVB INFO 7
Goedepraktijkvoorbeeld
Veilig uitvoeren van graafwerken
in de omgeving van nutsleidingen Regelmatig duiken in de media berichten op dat nutsleidingen beschadigd werden tijdens de uitvoering van bouwwerken. Eén van de oorzaken is dat de ligging van deze leidingen slechts bij benadering gekend is. Daarom moet een zeer strikte procedure gevolgd worden als er werken uitgevoerd worden in de omgeving van nutsleidingen. Een grondzuigmachine kan daarbij een handig hulpmiddel zijn.
D
e normale procedure bestaat erin om eerst handmatig uit te graven tot de nutsleiding is teruggevonden en de ligging exact is bepaald. Het voorgestelde gabarit, waarin handmatig uitgegraven moet worden, is 50 cm links en 50 cm rechts van de nutsleiding. In die optiek zou bij werken die parallel met de nutsleiding lopen, al het graafwerk handmatig uitgevoerd moeten worden. Dit zou leiden tot sterk fysiek belastend werk, een aanzienlijk tijdsverlies en een aanzienlijke meerkost. Om dit probleem te verhelpen werd een machine op punt gesteld waarmee de grond rond de nutsleidingen snel weggezogen kan worden. De machine bestaat uit een erg grote en krachtige stofzuiger, die gekoppeld is aan een vergaarbak waarin de opgezogen materialen opgeslagen kunnen worden. Afhankelijk van het type machine kunnen grond en zelfs stenen tot 25 kg opgezogen worden. Naast tijdswinst biedt een grondzuigmachine nog heel wat voordelen: • De zuigmond en zuigslurf kunnen manueel gepositioneerd worden, waardoor het risico op rechtstreeks contact van de machine met de leiding zeer sterk beperkt wordt. Doordat de mechanische impact van de machine op de leiding vermeden wordt, kan ook het risico om de leidingen te beschadigen sterk beperkt worden. • Bij het gebruik van een grondzuigmachine blijft het zicht op de graafwerken behouden, zelfs bij een minimale oppervlakte van de uitgraving, in tegenstelling tot
I
I
8 NAVB INFO 2e TRIMESTER 2012
een normale graafmachine, waar de graafbak het zicht op de graafwerken belemmert. Hierdoor kan de leiding sneller gedetecteerd worden, zelfs voordat de machine ze raakt. • De bewegingen van de machine zijn beperkt, waardoor de afgebakende werkzone tot een minimum beperkt kan worden. Bij een graafmachine moet altijd rekening gehouden worden met de zwenkbewegingen tijdens het uitgraven en moet voldoende ruimte voorzien worden om de uitgegraven grond op te slaan. • Een bijkomend voordeel is dat de omvang van de uitgraving beperkt kan worden. Bij normale graafmachines moet de put voldoende groot zijn om met de graafbak te kunnen manoeuvreren en om een voldoende veiligheidsafstand tussen de bak en de leiding in acht te nemen. Een kleinere uitgraving betekent ook dat er achteraf minder aangevuld en minder wegverharding hersteld moet worden. Bij een grondzuigmachine is het soms mogelijk om borduren ter plaatse te laten, terwijl deze bij een graafmachine weggenomen en achteraf teruggeplaatst moeten worden. • Ook het uitgraven langs muren zal vlotter verlopen met een zuigmachine dan met een graafbak. Er kan gemakkelijk tot tegen de muur gewerkt worden, zonder het risico de muur te beschadigen. Bij het inzetten van een grondzuigmachine moeten de veiligheidsvoorschriften voor graafwerken nageleefd worden. Bij omvangrijkere uitgravingen moet de stabiliteit van de uitgraving verzekerd worden door middel van een aangepast talud of een beschoeiing. Het dragen van aangepaste PBM’s, zoals gehoorbescherming, blijft aangewezen.
Goedepraktijkvoorbeeld
Goedepraktijkgids voor tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Dit jaar vieren we de twintigste verjaardag van het verschijnen van de Europese richtlijn 92/57/EEG betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen. Dit thema is dus niet nieuw. Toch bestaan er nog altijd grijze zones in verband met de toepassing van deze Europese wetgeving! In 2011 heeft de Europese Unie een goedepraktijkgids gepubliceerd om licht op de zaak te werpen. Context Het heeft meerdere jaren geduurd voordat de Europese richtlijn 92/57/EEG eindelijk in Belgisch recht omgezet werd. Het is immers pas op 25 januari 2001 dat het koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen ondertekend werd, na heel wat verwikkelingen waarop we hier niet verder zullen ingaan. Alle landen van de Europese Unie hebben deze richtlijn ook moeten omzetten in hun nationale wetgeving. Zoals u misschien al gemerkt heeft op uw werven of regelmatig kunt lezen in de gespecialiseerde pers, roept het KB 'Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen' erg veel vragen op en blijven de antwoorden soms bijzonder vaag. België is niet het enige land dat moeilijkheden ondervindt met deze wetgeving. De Europese Commissie heeft in 2008 immers een mededeling gepubliceerd die onder andere gebaseerd was op de door de lidstaten verstrekte nationale verslagen en op het verslag van onafhankelijke deskundigen in verband met de analyse van de uitvoering van de richtlijn. Uit die mededeling is gebleken dat de richtlijn niet goed begrepen en toegepast werd. Daarom heeft de Europese Unie de Non-binding guide to good practice for understanding
and implementing Directive 92/57/EEC "Construction sites" gepubliceerd (beschikbaar in het Engels, Frans en Duits en gratis te downloaden op de website van de Europese Commissie: (http://ec.europa.eu/social/ main.jsp?catId=738&langId=nl&pubId=630 &type=2&furtherPubs=no).
Inhoud In deze gids vindt u een gedetailleerde uitleg over de richtlijn 'Bouwplaatsen', geïllustreerd met talrijke voorbeelden en goede praktijken. In het eerste hoofdstuk komen de algemene preventiebeginselen en de risicoevaluatie aan bod. Vervolgens worden enkele begrippen gedefinieerd en verduidelijkingen gegeven omtrent de verschillende tussenkomende partijen op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen en de benodigde documenten, zoals het veiligheids- en gezondheidsplan. Daarna reikt de gids u verschillende pistes aan om bepaalde risico's, zoals het risico op vallen en de risico's die verband houden met machines, te herkennen. Zodra de risico's geïdentificeerd zijn, beschrijft de gids hoe u ze aanpakt, zowel tijdens de ontwerpfase als tijdens de uitvoeringsfase van het bouwwerk. In het laatste hoofdstuk wordt de rol van elke tussenkomende partij voorgesteld in tabelvorm. De
bijlagen bevatten onder andere documenten die u kunnen helpen een goede risico-evaluatie en een gepast veiligheids- en gezondheidsplan uit te werken.
Gebruik De gids kan op verschillende manieren gebruikt worden, afhankelijk van de informatie die u zoekt: u kunt de informatie die u nodig hebt, zoeken via de inhoudsopgave, via een lijst met kernvragen, via een index per onderwerp, via een overzichtstabel van de voorbeelden, via een glossarium of ten slotte via de algemene tabel van de verplichtingen van de verschillende tussenkomende partijen. We nodigen u uit om deze gids te overlopen en te gebruiken en hopen dat hij u zal helpen om de filosofie van deze wetgeving beter te begrijpen en in praktijk te brengen voor een daadwerkelijke verbetering van het welzijn van de werknemers uit de bouwsector.
I
I
2e TRIMESTER 2012 NAVB INFO 9
Administratieve geldboete
na inbreuk op welzijnsreglementering? In navb info 2011-3 werd al aandacht besteed aan het nieuwe Sociaal Strafwetboek dat op 1 juli 2011 in werking is getreden. Bij inbreuken met betrekking tot welzijn op het werk voorziet het Sociaal Strafwetboek, naargelang van de ernst van de inbreuk, in sancties die hetzij bestaan uit een geldboete en/of een gevangenisstraf, hetzij uit een administratieve geldboete.
T
er herinnering: inbreuken op de Welzijnswet en de uitvoeringsbesluiten ervan worden bestraft met een sanctie van niveau 3. Als de inbreuk gezondheidsschade of een arbeidsongeval tot gevolg heeft gehad voor een werknemer, wordt ze bestraft met een sanctie van niveau 4. Concreet betekent dit het volgende: Administratieve geldboete (inclusief opdeciemen)
Inbreuken Gevangenisstraf en/of strafrechtelijke geldboete (inclusief opdeciemen) Niveau 3
600 - 6.000 EUR
Niveau 4
6 maanden - 3 jaar gevangenis en/of 3.600 - 36.000 EUR boete
OF
300 - 3.000 EUR 1.800 - 18.000 EUR
Inbreuken op de welzijnsreglementering kunnen dus ook via een administratieve geldboete worden gesanctioneerd. Dit systeem bestond vroeger al, maar het Sociaal Strafwetboek bevestigt en versterkt de voorname rol van de administratieve geldboete.
Belangrijk is dat zowel de strafrechtelijke vervolging als de administratieve vervolging waarbij een administratieve geldboete kan worden opgelegd, enkel plaatsvinden op voorwaarde dat er een proces-verbaal tot vaststelling van een inbreuk voorhanden is. Dit heeft bijvoorbeeld tot gevolg dat het bevel tot stopzetting van iedere arbeid op een werf door een inspecteur van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk, waarbij geen proces-verbaal werd opgemaakt, geen aanleiding kan geven tot een strafrechtelijke vervolging of administratieve geldboete. Wanneer een proces-verbaal tot vaststelling van een inbreuk wordt opgemaakt, wordt het door de bevoegde inspectie aan het openbaar ministerie1 bezorgd. Ook aan de Directie van de administratieve geldboeten van de Afdeling van de juridische studiën, de documentatie en de geschillen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg wordt een exemplaar van het proces-verbaal bezorgd. Deze directie is de “bevoegde Administratie” voor het opleggen van een administratieve geldboete. Enkel wanneer het openbaar ministerie beslist om een inbreuk niet strafrechtelijk te vervolgen of geen beslissing heeft genomen binnen een termijn van zes maanden, te rekenen van de dag van ontvangst van het proces-verbaal tot vaststelling van inbreuk, kan de procedure van een administratieve geldboete toegepast worden. Een strafvervolging sluit de toepassing van een administratieve geldboete dus uit. Net zoals vroeger zal de bevoegde Administratie ook onder het Sociaal Strafwetboek niet onmiddellijk een administratieve geldboete opleggen, maar zal ze de overtreder eerst informeren over haar voornemen om dit te doen en vragen naar zijn verweermiddelen (recht van verdediging). Daarnaast voorziet het Sociaal Strafwetboek ook in de mogelijkheid voor de overtreder om bij de arbeidsrechtbank beroep in te stellen tegen de beslissing van de bevoegde Administratie tot oplegging van een administratieve geldboete. De procedure inzake de administratieve vervolging staat in detail beschreven in de artikelen 74 tot en met 91 van het Sociaal Strafwetboek. 1 De rol van het openbaar ministerie wordt in het kader van inbreuken op de reglementering met betrekking tot welzijn op het werk doorgaans vervuld door de arbeidsauditeur.
I
I
10 NAVB INFO 2e TRIMESTER 2012
CAMPAGNE KWARTSSTOF
Handhavingsgolf opgestart In oktober 2010 heeft het navb een sensibiliseringscampagne over kwartsstof gelanceerd. Deze campagne is begonnen met een preventieve golf, waarbij de aandacht van de bouwsector op de kwartsstofproblematiek gevestigd is en oplossingen voorgesteld werden. Begin 2012 is de handhavingsgolf van de campagne van start gegaan. Tijdens deze handhavingsgolf, die geleid wordt door de overheid, wordt de blootstelling aan kwartsstof op de bouwplaatsen gecontroleerd.
V
an januari tot juni 2012 neemt de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk (AD TWW) van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO) immers de handhavingsgolf voor haar rekening. Tijdens deze handhavingsgolf gaan de inspecteurs van de FOD WASO na hoe de blootstelling aan kwartsstof op de bouwplaatsen geëvolueerd is. Tijdens hun bouwplaatsbezoeken focussen ze vooral op de volgende zaken: • Kwartshoudende materialen (betontegels, betonblokken, boordstenen, …) mogen enkel verzaagd worden met arbeidsmiddelen die voorzien zijn van een stofafzuiging of van watertoevoer. • Sleuven in kwartshoudende materialen mogen enkel geslepen worden met slijpschijven die uitgerust zijn met een stofafzuiging. • Bij het polieren van betonelementen (vloeren, …) moet ofwel een arbeidsmiddel gebruikt worden dat voorzien is van een stofafzuiging of van watertoevoer, ofwel
“
Het navb stelt een catalogus van arbeidsmaterialen en -middelen voor om kwartsstof te bestrijden.
”
moeten de bedienaar van de machine en de arbeiders die zich in de omgeving van deze activiteit bevinden, een stofmasker dragen (FP3 of een halfgelaatsmasker met P3-filter). • Elementen die gefabriceerd worden in kwartshoudende materialen (wanden, ...), mogen enkel geschuurd worden met arbeidsmiddelen die voorzien zijn van een stofafzuiging. • De werkplek moet worden gereinigd met een stofzuiger die uitgerust is met een HEPA-filter of door het stof op de arbeidsplaats te bevochtigen. Uw bedrijf vindt het misschien moeilijk om zich uit te rusten met de juiste middelen om kwartsstof te bestrijden? Op zijn website stelt het navb een catalogus van arbeidsmaterialen en -middelen ter beschikking. Deze catalogus, die geregeld bijgewerkt wordt, bevat momenteel een zestigtal fiches met inlichtingen van de fabrikanten zelf. Hij bestaat uit vier delen: • Materialen • Arbeidsmiddelen • Collectieve beschermingsmiddelen • Persoonlijke beschermingsmiddelen U vindt de catalogus op www.kwartsstofvrij.be > Oplossingen > Online catalogus. Een goede manier om blootstelling aan kwartsstof te vermijden is de problematiek van kwartsstof al aan bod te laten komen vanaf de ontwerpfase van het project. Daarom stelt het navb architecten een document voor met daarin aanbevelingen voor het lastenboek per type werken waarbij kwartsstof kan vrijkomen. Deze aanbevelingen kunnen
rechtstreeks overgenomen worden in het lastenboek. Het document bevindt zich op www.kwartsstofvrij.be > Oplossingen > Praktische tips > Veiligheidsbepalingen voor het lastenboek bij bouwwerken. De campagneslogan “Stof tot nadenken” is meer dan ooit actueel.
DE EERSTE VASTSTELLINGEN In meer dan de helft van de gevallen worden de nodige voorzieningen om de blootstelling aan kwartsstof te beperken niet getroffen. Dat blijkt althans uit de eerste vaststellingen van de AD TWW tijdens hun bouwplaatsbezoeken in januari 2012. Vooral slijpen in kwartshoudende materialen is een belangrijk aandachtspunt. Tref de nodige maatregelen en vermijd stillegging van uw werf!
I
I
2e TRIMESTER 2012 NAVB INFO 11
Een nieuwe norm voor
permanente borstweringen De minimale hoogte voor permanente borstweringen aan gebouwen zorgt af en toe voor geanimeerde discussies tussen bouwheer, veiligheidscoördinator en aannemer. De norm STS 54 bood enig houvast in dit verband. Recent werden de voorschriften in deze norm licht aangepast en geformaliseerd in een nieuwe norm: NBN B 03-004. Toepassingsgebied en draagwijdte De norm NBN B 03-004 is van toepassing op permanente borstweringen die aangebracht worden aan nieuwe of te renoveren gebouwen met een openbaar of een privaat karakter. Met andere woorden: deze nieuwe norm is van toepassing op zowel residentiële, commerciële als publiek toegankelijke gebouwen, dus ook scholen en gebouwen voor sportactiviteiten. Een uitzondering dient echter te worden gemaakt voor voetbalstadions, waar het Koninklijk Besluit van 2 juni 1999 van toepassing is. De norm NBN B 03-004 is niet van toepassing op tijdelijke leuningen die gebruikt worden voor arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte (steigers, dakrandbeveiliging,...). Een ander belangrijk verschil tussen de norm NBN B 03-004 en de reglementering die van toepassing is op voetbalstadions, is het bindend karakter. De norm NBN B 03-004 is niet bindend verklaard, in tegenstelling tot de reglementering voor borstweringen in voetbalstadions, die wel een bindend karakter heeft. Toch heeft men
er alle belang bij om de voorschriften die vervat zijn in een norm te volgen, onder meer vanuit het oogpunt van aansprakelijkheid.
Belangrijkste voorschriften Net zoals de norm STS 54 maakt ook deze norm een onderscheid tussen een ‘normale stilstandzone’ enerzijds en een ‘precaire stilstandzone’ anderzijds. Een normale stilstandzone is een plaats met als minimale oppervlakte 30 cm bij 30 cm, waarop men de beide voeten volledig kan plaatsen. Een precaire stilstandzone is een plaats waar men een bijkomende steun nodig heeft om in evenwicht te blijven. Algemeen stelt de nieuwe norm dat de ‘minimale beschermingshoogte’ - dat is het hoogteverschil tussen de bovenkant van de borstwering en de normale stilstandzone - 1,10 m moet bedragen. Indien de borstwering geplaatst wordt op 12 m hoogte (gemeten tussen de bovenkant van de borstwering en het lager gelegen niveau), dient de minimale beschermingshoogte 1,20 m te bedragen. De beschermingshoogte kan worden verminderd in functie van de dikte van de borstwering. De details hierover vindt u in de norm NBN B 03-004, die aangekocht kan worden bij het Belgisch Instituut voor Normalisatie (www.nbn.be). Indien borstweringen met glas als opvullingselement gebruikt worden, mag enkel en alleen gelaagd glas gebruikt worden conform de norm NBN EN 12543-2. Meer informatie over afmetingen, geometrie en veiligheid van de borstweringen vindt u op onze website: navb.constructiv.be > Welzijnsinfo > In de praktijk > Uitrusting.
Besluit Hoewel deze nieuwe norm geen bindend karakter heeft, bieden de voorschriften die erin vervat zijn toch een stevig houvast bij de keuze voor een bepaald type borstwering, waardoor heel wat onnodige discussies tussen bouwheer, veiligheidscoördinator en aannemer voorkomen kunnen worden. Het is hierbij van belang om aan te stippen dat het al dan niet volgen van de voorschriften die vastgelegd zijn in een niet algemeen bindend verklaarde norm, een grote invloed kan hebben bij het bepalen van de aansprakelijkheid indien zich een ongeval zou voordoen.
I
I
12 NAVB INFO 2e TRIMESTER 2012
Technische tip
Het plaatsen van hijsogen in zelf geprefabriceerde elementen Om geprefabriceerde elementen op een vlotte en veilige manier te kunnen hijsen en plaatsen zijn aangepaste hijsogen nodig. Deze ogen moeten op een correcte manier aangebracht worden en zijn bij voorkeur gemaakt van gekarteld staal en niet van geknoopt touw.
B
ij het plaatsen van hijsogen moet rekening gehouden worden met de volgende punten: • • De plaats waar de ogen op het element worden geplaatst, moet zorgvuldig gekozen worden, zodat er tijdens het manipuleren en plaatsen van het prefabelement geen te grote buigmomenten of trekspanningen optreden in het beton. Zeker bij breedplaten waarbij de druklaag nog niet aanwezig is, moet de draagkracht van de plaat gecontroleerd worden. Bij prefabelementen met een beperkte dikte moet meestal een extra wapening voorzien worden rond de hijsogen en rond de ankerpunten. • Het beton moet voldoende verhard zijn en voldoende weerstand bieden om de spanningen tijdens het plaatsen op te vangen en om een voldoende verankering van de hijsogen te verzekeren. • Tijdens de plaatsing moet het geprefabriceerde element in evenwicht hangen, zodat het ook veilig op de voorziene steunvlakken geplaatst kan worden zonder dat het horizontaal kan verschuiven bij het neerzetten. • De hijsogen moeten het gewicht van het prefabelement kunnen dragen en degelijk in het element verankerd zijn. Hierbij mag ook niet uit het oog verloren worden dat de hijsogen schuin worden belast wanneer een ketting met twee of vier lengen gebruikt wordt. Indien nodig moet een extra wapening voorzien worden op de plaats van de hijsogen. Om kosten te besparen wordt soms geprobeerd om de metalen hijsogen te vervangen
door zelfgemaakte ogen uit geknoopt touw. Op het eerste gezicht lijkt dat een interessant alternatief, maar uit diepgaander onderzoek blijkt dat het toch een risicovolle oplossing is. Touw knopen om hijsogen te maken moet afgeraden worden vanwege een aantal risico’s, die niet voorkomen bij het gebruik van gekarteld wapeningsstaal: • De kwaliteit van het touw is niet altijd goed gekend en wordt dikwijls overschat. Het touw kan ook beschadigd zijn, waardoor de draagkracht sterk verminderd is. Het gewicht van de prefab stukken wordt dan weer vaak onderschat. • Voor de verankering mag niet gerekend worden op de hechtsterkte van het beton op het touw. Door de belasting wordt het touw uitgerekt en verkleint de diameter, waardoor de aanhechting van het touw aan het beton volledig verdwijnt. Als de hijsogen daarentegen gemaakt zijn uit gekarteld betonstaal, is de aanhechting van het beton op het wapeningsijzer wel optimaal. • Het maken van knopen als verankering biedt onvoldoende waarborgen. Er mag niet uit het oog verloren worden dat enkel de knopen de verankering verzekeren en dat deze het volledige gewicht van het betonelement zullen dragen. Het risico dat de knoop wordt losgetrokken, blijft bestaan. Bij hijsogen uit gekarteld betonstaal dient het omgeplooide uiteinde van het betonijzer als verankering, wat wel voldoende zekerheid biedt. • Als de knoop in het touw onvoldoende diep in het beton geplaatst is, blijft er
Hijsogen uit touw zijn onvoldoende veilig.
boven de knoop onvoldoende betondikte over als verankering van de knoop. Om te verhinderen dat het hijsoog uitgerukt wordt, is extra wapening nodig. Hijsogen uit gekarteld betonstaal daarentegen kunnen niet alleen voldoende diep in het beton geplaatst worden, maar dienen tegelijkertijd als verankeringswapening. • Het positioneren van de touwen en de bijkomende wapeningen tijdens het betonneren vraagt ook extra werk, waardoor een groot deel van de besparing verloren gaat. Een hijsoog in gekarteld betonstaal kan gemakkelijk aan het wapeningsnet in de breedplaat vastgemaakt worden, waardoor dit extra werk vermeden wordt. Het navb besluit dan ook dat het gebruik van hijsogen uit geknoopt touw af te raden is.
I
I
2e TRIMESTER 2012 NAVB INFO 13
Gezondheidstoezicht bij stagiairs Wanneer noodzakelijk? Of stagiairs al dan niet onderworpen zijn aan gezondheidstoezicht, is afhankelijk van de resultaten van de risicoanalyse. Ze zijn in ieder geval onderworpen aan een voorafgaande gezondheidsbeoordeling wanneer: • ze jonger zijn dan 18 jaar; • ze nachtarbeid verrichten; • er afgeweken wordt van verbodsbepalingen; • ze blootgesteld worden aan agentia en procedés of tewerkgesteld worden aan werkzaamheden of op plaatsen waar een specifiek risico bestaat voor hun gezondheid. Als uit de risicoanalyse blijkt dat een voorafgaande gezondheidsbeoordeling niet nodig (overbodig) is en als de stagiair over een attest beschikt dat bewijst dat hij minder dan vijf jaar geleden werd onderworpen aan een medisch schooltoezicht, moet deze voorafgaande gezondheidsbeoordeling niet uitgevoerd worden. Dit geldt echter alleen op voorwaarde dat de stagiair op school al
gelijkaardige activiteiten uitgevoerd heeft als tijdens zijn stage en op voorwaarde dat daarvoor een aangepast gezondheidstoezicht verricht werd tijdens het medisch schooltoezicht. Voor leerlingen in bouwopleidingen kan dat het geval zijn, want bouwactiviteiten verrichten maakt deel uit van hun schoolopleiding. Opmerking: Voor opeenvolgende stages moet de voorafgaande gezondheidsbeoordeling alleen herhaald worden als de stagiair aan een nieuw risico wordt blootgesteld.
Financiering Het gezondheidstoezicht van stagiairs wordt in principe uitgevoerd door de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EDPB) van de werkgever, maar op vraag van de werkgever kan het ook uitgevoerd worden door de EDPB van de school. In dat laatste geval bezorgt de arbeidsgeneesheer van de EDPB het formulier van gezondheidstoezicht na het
onderzoek aan de school, die er op haar beurt een kopie van bezorgt aan de werkgever en de stagiair. Vroeger bedroeg het tarief voor de werkgever maar een derde van de normale prijs als hij een beroep deed op de EDPB van de school, maar na een arrest van de Raad van State wordt voortaan de normale prijs aangerekend (72 euro op jaarbasis en per stagiair; bedrag onderworpen aan de index). Het is echter niet de werkgever die deze bijdrage betaalt, maar wel het Fonds voor Beroepsziekten (FBZ). De EDPB van de school factureert rechtstreeks aan het FBZ. Dit systeem werd in het leven geroepen om stages te promoten. Opmerking: Het FBZ betaalt enkel de kosten van algemene onderzoeken. Bijkomende onderzoeken die eventueel uitgevoerd moeten worden, zijn financieel ten laste van de werkgever. Het is de arbeidsgeneesheer die beslist of er bijkomende onderzoeken moeten gebeuren.
INFORMATIE VOOR AANNEMERS OVER DE AANSTELLING VAN STAGIAIRS Momenteel voert het navb in samenwerking met fvb-ffc Constructiv (het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid) een project om de kwaliteit van de stages nog te verbeteren. Het navb publiceert zeer binnenkort een dossier met daarin een stappenplan voor het goede verloop van stages en met informatiedocumenten voor de aannemer, de school en de stagiair. Deze documenten zal u kunnen raadplegen via de navb-website navb.constructiv.be. Het navb zal geregeld specifieke informatie voor aannemers verspreiden via een artikelenreeks in navb info. Dit artikel over het gezondheidstoezicht bij stagiairs is het eerste in die reeks.
I
I
14 NAVB INFO 2e TRIMESTER 2012
Een kwaliteitsvolle stage in de bouw BINNENKORT OP ONZE WEBSITE: NAVB DOSSIER 133 “STAGEGIDS”
D
e “Stagegids” is een hulpmiddel om de kwaliteit van stages in de bouw te verbeteren. Dit dossier is het resultaat van een samenwerking tussen navb-cnac Constructiv en fvb-ffc Constructiv, het zusterfonds dat een centrale positie bekleedt op de opleidingsmarkt in de bouwsector. Het telt vier delen: naast een “ideaal stagetraject” is er een informatief deel voor elke betrokkene: de aannemer, de school en de stagiair. 1. In een eerste, algemeen deel komen de verschillende stappen van een ideaal stagetraject aan bod. Een stappenplan helpt bij de voorbereiding, dé sleutel tot een goede stage. Dan volgt de eigenlijke stage, die noodzakelijkerwijs wordt afgesloten met een evaluatie.
2. Het deel voor de aannemer begint met basisinformatie, onder meer over de keuze van de mentor en over de werken die de stagiair (al dan niet onder begeleiding van een mentor) wel of niet mag uitvoeren. Verder volgen informatie en tips over de verplichte risicoanalyse, het
“
De “Stagegids” gidst de aannemer, de school en de stagiair naar een kwaliteitsvolle stage.
”
gezondheidstoezicht, een goed onthaal en de evaluatie van de stagiair. 3. Het gedeelte voor de school bevat algemene informatie, een stappenplan voor een goede stage, een hoofdstuk over de evaluatie en enkele nuttige bijlagen, onder meer de veiligheidschecklist die de stagebegeleider samen met de stagementor moet invullen. Er is ook aandacht voor veiligheidsopleidingen. 4. Het deel voor de stagiair bevat basisinformatie in verband met de vereisten van de sector en basisattitudes. Dan worden achtereenvolgens de voorbereiding, de sollicitatie, het eigenlijke werk en de zelfevaluatie behandeld. Omdat preventie tijdens het werk essentieel is, bevat het dossier enkele veiligheidsfiches (algemeen en per beroep).
I
I
2e TRIMESTER 2012 NAVB INFO 15
EXAMEN EN OPLEIDINGSAGENDA MAANDELIJKSE EXAMENSESSIES VOOR VCA “BASISVEILIGHEID” EN VCA “OPERATIONEEL LEIDINGGEVENDEN” 19/03/2012 om 9u 23/04/2012 om 9u 21/05/2012 om 9u 18/06/2012 om 9u 27/08/2012 om 9u 17/09/2012 om 9u 22/10/2012 om 9u 19/11/2012 om 9u 17/12/2012 om 9u
OPEN OPLEIDINGSSESSIES VCA “BASISVEILIGHEID”
SESSIES VOOR COÖRDINATOREN NIVEAU B
Nederlands:
Nederlands:
15-16/03/2012 04-05/06/2012
van 18/04/2012 tot 20/06/2012
Frans:
momenteel geen sessies gepland
Frans:
22-23/03/2012 10-11/05/2012
OPEN OPLEIDINGSSESSIES VCA “OPERATIONEEL LEIDINGGEVENDEN”
Deze sessie vindt plaats in samenwerking met VEKMO, Diestsevest 82, 3000 Leuven (
[email protected]).
Nederlands:
06-13-20/09/2012 examen 20/09/2012 om 13 u
Info:
[email protected]
Frans:
07-14-20/06/2012 examen 20/06/2012 om 13u Alle VCA-sessies (examens en opleidingen) vinden plaats in de gebouwen van Constructiv, Koningsstraat 45, 1000 Brussel.
PUBLICATIES NAVB VERDELINGSMODALITEITEN De verdelingsmodaliteiten en de volledige lijst met onze publicaties staan op constructiv.be Publicaties
Prijs op papier
Gratis in pdf op constructiv.be
Bouw (PC 124)
Andere personen of ondernemingen
ja
€ 6,30*
€ 9,00*
navb dossier navb info (per nummer) jaarabonnement navb info navb info voor bouwvakkers
ja
€ 3,50*
€ 5,00*
nee
€ 10,50*
€ 15,00*
ja
-
-
navb expert (beroepsmonografie)
nee
€ 8,40*
€ 12,00*
navb vademecum
nee
variabel
variabel
dvd’s en cd-roms
nee
€ 98,00*
€ 140,00*
BINNENKORT GRATIS OP ONZE WEBSITE:
het nieuwe navb dossier
* Verzendingskosten inbegrepen
I
NAVB DOSSIER
NAVB EXPERT
Laatste nummers: • dl. 129: Afbraakwerken • dl. 130: De risico’s en de preventiemaatregelen bij het behandelen van bouwmaterialen bij de handelaar • dl. 131: Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouw • dl. 132: Aangepast werk voor fysiek arbeidsongeschikte arbeiders
Enkele voorbeelden: • De schilder • De dakdekker • De polyvalente bouwvakker
I
16 NAVB INFO 2e TRIMESTER 2012
NAVB VADEMECUM • De signalisatie van de bouwplaatsen • De veiligheids- en gezondheidscoördinatie van tijdelijke of mobiele bouwplaatsen – Toelichting bij de regelgeving • Gids voor de preventieadviseur van een KMO in de bouwsector
Nr 133
Stagegids voor de aannemer, de school en de stagiair constructiv.be