en lokaal van aard, gericht op de eigen omgeving 25 fotoboeken over zorgomgevingen in
en familieleden van de fotograaf. De
naoorlogs Nederland: TOEN en NU. Van
auteursfotoboeken van hedendaagse documentaire
beeldverhaal in ziekenhuis tot privé-
fotografen als Linda-Maria Birbeck (1974), Annelies
engagement in thuiszorg
Goedhart (1979), Jaap Scheeren (1979) en Andrea Stultiens (1974) zijn daar voorbeelden van.
In dit essay staat de betekenis en het belang van fotoboeken over zorgomgevingen centraal. Binnen
Internationale voorbeelden
dit genre vormen fotoboeken vanaf de
Het is opvallend dat in naslagwerken op het gebied
wederopbouw tot nu een aparte categorie. Het
van de cultuurgeschiedenis van het fotoboek
zwaartepunt in deze selectie ligt op fotoboeken,
uitgaven over zorgomgevingen, ziekte en dood
uitgegeven door en over de Nederlandse
nauwelijks worden besproken. Zo zijn in The Book
gezondheidszorg. Ook fotoboeken die in eigen
of 101 Books (2001), onder redactie van Andrew
beheer zijn uitgegeven door hedendaagse
Roth, en The Photobook: A History. Volume I
fotografen, over thuiszorg en verlies in de familie-
(2004) en Volume II (2007) samengesteld door
en vriendenkring, worden besproken. Deze
Martin Parr en Gerry Badger slechts een viertal
publicaties zijn een verlengstuk van het genre.
publicaties opgenomen.1
Fotoboeken zijn gekozen die in hun tijd
In chronologische volgorde zijn dat:
grensverleggend waren in de wijze waarop de in
Madaus ein aufgeschlossenen Firma (Madaus: an
maatschappelijk opzicht veelal zeer gevoelige
innovative company) (1969), Minamata (1975),
thematiek in tekst en beeld is behandeld en die
Asylum (1986) en Der Ewige Schlaf / Visages de
temeer opvallen door hun boektechnische
morts (1989). Madaus is een bedrijfsfotoboek –
uitvoering, paginaopmaak en fotografische
met pop-up (uitklapbare) bladen - van de
verteltrant. Bovendien gaat het in deze selectie om
farmaceutische firma Dr Madhaus & Co in Keulen
fotografen, grafisch vormgevers en grafische
die innovatief is op het gebied van medisch
productiebedrijven die voor de geschiedenis van de
onderzoek.
fotografie en die van de grafische vormgeving van betekenis zijn.
Begin jaren zeventig maakte Magnum fotograaf W. Eugene Smith een foto-essay over de desastreuze gevolgen van kwikvergiftiging voor de
Vroege fotoboeken tonen beeldverhalen in
bevolking van het Japanse dorpje Minimata. Voor
zorginstellingen, gemaakt door de eerste generatie
het boek Asylum maakte Dag Alveg foto’s in een
GKf-leden werkend in de traditie van de
psychiatrische inrichting in Noorwegen. Hij was in
humanistische fotografie, onder wie Eva
dienst van de kliniek als nachtbewaker. Niet de
Besnyö (1910-2003) en Ad Windig (1912-1996). In
patiënten, maar het instituut en de apparatuur
de naoorlogse fotoboeken staat het werkwoord
staan in dit fotoboek centraal. Der Ewige Schlaf is
‘leven’ centraal; de toon is moralistisch en
een grensgeval. De Duitser Rudolf Schäfer
bevoogdend, over verpleging en opvoeding in
portretteerde hiervoor doodsmaskers voor
beschermde werkinrichtingen, over geestelijke
artistieke doeleinden.
ontreddering en dagelijkse zorg, over een-dag-uit-het leven- van-een patiënt in een zorgomgeving waarin het 'huiselijke' wordt nagebootst. Deze fotoboeken maken vervolgens
Gemeenschapszin en geesteshygiëne in
plaats voor in eigen beheer uitgegeven en digitaal
naoorlogse fotoboek over zorgsector
geproduceerde boekprojecten. De persoonlijke
In Nederland verschijnt na de Tweede
betrokkenheid die daarin centraal staat is familiair
Wereldoorlog een aantal markante fotoboeken in
1
de zorgsector. Uitgaven van maatschappelijke
aanleiding voor het uitgeven van een fotoboek was
instellingen lenen zich al vroeg voor onderwerpen
toen, en is nu nog, uitzonderlijk. Het fotoboekje,
waarin de mens een hoofdrol speelt.
voorzien van een rode spiraalband, geeft een beeld
Maatschappelijke zorg en gemeenschapszin zijn
van het alledaagse leven in en om het ziekenhuis
hierin uitvergroot: vooral alledaagse situaties die
en bevat een aantal portretten.
een aanspraak doen op het gevoel zijn in beeld
Eva Besnyö fotografeerde een zuster die de was
gebracht. Fotografen legden vast hoe in het
ophangt in de veranda en zusters naast wiegjes in
geestelijke en culturele leven binnen deze
de tuin. Het is een van die fotoboekjes uit die tijd
instellingen een substituut is gezocht voor het blije
waarin het werkwoord LEVEN centraal staat.
gezinsleven.
Werkend in de naoorlogse documentaire traditie
Het Emma Kinderziekenhuis in Amsterdam was
van de humanistische fotografie behandelde de
in 1950 een nooddruftige instelling en gaf daarom
fotografe meer dan het onderwerp als zodanig: niet
het fotoboekje een luchtkasteel? uit ter inzameling
het gebouw, het ziekenhuis als bedrijf is
van geld ten behoeve van de uitbreiding en
hoofdzaak, maar het gaat om de mensen.
verbouwing van het kinderziekenhuis. Die ontreddering, af te lezen van de gezichten van In het Brabantse Bilthoven gaf de Katholieke
individuele patiënten die leven achter de muren
Stichting Berg en Bosch in 1960 het fotoboek
van inrichtingen. Niet alleen de teneur van het
Mensen van Berg en Bosch uit. In een beeldverhaal
beeldverhaal, maar ook de toon van de bijschriften,
toont fotograaf Martien Coppens (1908-1986) de
is moralistisch en bevoogdend. In de tekst, gezet in
zorg voor de mens en zijn leven tegen de
de schreefloze Gill Sans, in horizontale en verticale
achtergrond van gebouwen, apparatuur, installaties
kolommen, wordt een beroep gedaan op ons
en techniek. Coppens maakte een portret van de
gevoel van menselijkheid en solidariteit.
geneesheer-directeur, heeft de landschappelijke
Minder bekend is 50 jaar GKZ een
omgeving vastgelegd en geeft in dit fotoboek een
jubileumuitgave uitgebracht in 1962 ter
indruk van ‘een-dag-uit-het-leven-van’ een
gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het
sanatoriumpatiënt. Ook fotografeerde hij het
Gooi’s Kinderziekenhuis in Blaricum met foto’s van
laboratoriumwerk en patiënten op de plaatselijke
Mathilde Jurrissen (1927-1983). De fotografe heeft
kermis.
aspecten van medische zorg, het dagelijks leven,
In de jaren zestig verschijnen verschillende
recreatie en revalidatie met een maatschappelijk
fotoboeken over mensen die gespecialiseerde
betrokken oog in beeld gebracht. Het feit dat er
verpleging nodig hebben. Zwakzinnigen, moeilijk
achterin het fotoboek een index amicorum is
opvoedbare kinderen en wat wel genoemd werd
opgenomen zegt iets over de saamhorigheid, het
‘geesteshygiënische’ zorg staan daarin centraal.
‘wij-gevoel’ in de zorgsector.
Een vroeg voorbeeld is Zij zijn van ons geslacht
Vier jaar later, in 1966, maakte fotograaf Ad
met foto’s van Albert Bergers en vormgegeven
Windig in opdracht van de Vereniging tot
door een leerling van Charles Nypels: Aldert Witte
opvoeding en verpleging van geesteszieke kinderen
(1916-1974). De paperback uitgave, op
het markante boek In het land der levenden.
folioformaat, verscheen in 1960 ter gelegenheid
Windig fotografeerde jongeren op school, aan het
van het Wereldjaar voor de Geestelijke
werk tijdens een vakopleiding, in het spel en bij de
Gezondheid. In blokken van zes tot acht foto’s op
dokter. De fotograaf werd volkomen vrij gelaten
het formaat van een dubbele pagina worden allerlei
om hen te volgen in het dagelijks leven binnen de
activiteiten in het dagelijks leven van patiënten
verschillende inrichtingen van de Vereniging.
getoond: in beschermde werkinrichtingen, tijdens creatieve therapie en lichamelijke opvoeding. Het fotoboek opent met foto’s van geestelijke
In dit fotoboek treden aspecten van verstilling en humor duidelijk naar voren. Het eerste komt tot uiting in de landschapsfoto’s, het tweede in de vele
2
expressieve portretten. Des te indringender zijn de beelden omdat geesteszieke mensen geen pose
verschillende afdelingen. In het fotokatern, dat ruim de helft van het
aannemen, ook niet voor de camera. Het fotoboek
boek beslaat, staan mens, kind, onderzoek en
geeft een totaalbeeld van de zwakzinnige zorg in
opleiding centraal, naast hygiëne en professionali-
die jaren.
teit. De eerste drie hoofdstukken behandelen
Voor die tijd gebruikelijk bevat het boek een
achtereenvolgens schematisch de bouw, inrichting
omvangrijk fotokatern dat is gescheiden van de
en directe zorg van de patiënt. Dan volgt een
inleidende tekst. Ongenadig is Jan Fillius in zijn
genummerd overzicht van fotobijschriften.
inleiding over de omgang met en opvatting over
Vervolgens wordt op één pagina het beeldverhaal
zwakzinnige kinderen in de samenleving, van de
van Ad Windig ingeleid als ‘het
Middeleeuwen tot de jaren zestig van de twintigste
ziekenhuisgebeuren’, gericht op het dienen van de
eeuw. In de context van christelijke en medische
‘zieke naaste’.
ethiek spreekt hij van ‘wat men toen ‘idioten’
Ook in dit fotoboek zetten honderd paginagrote
noemde, verbannen naar ‘varkensstallen’. Over
zwart-wit foto’s de toon. Stuk voot stuk zijn het
‘erfzonde’ en ‘schuldgevoelens’, schrijft Filius, die
beelden van toegewijde mensen aan het werk in
zo kenmerkend zijn voor het merendeel van de
het academisch ziekenhuis. Het boek sluit af met
betrokken ouders. Daarna volgen ruim honderd
een lijst met belangrijke leveranciers (van
paginagrote foto’s, zonder tekst of uitleg. De
rolluikenfabriek en producent van operatiekatoen
vierkante foto’s zijn geplaatst in een witkader.
tot kodak nv) en de bijdrage die zij hebben
In datzelfde jaar verscheen Het Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit te Amsterdam
geleverd aan de bouw en inrichting van het moderne ziekenhuis.
1966. Een introductieboek uitgegeven ter gelegenheid van de officiële ingebruikneming van het ziekenhuis. De viertalige publicatie is ontworpen door Henk Krijger (1914-1979), en geïllustreerd met foto’s van, opnieuw, Ad Windig. Windig fotografeerde in de naoorlogse traditie van de humanistische fotografie. Het interieur, het exterieur en de ligging van het ziekenhuis bracht hij in beeld, evenals het medisch onderzoek en de nieuwbouw. Van binnenuit legde Kramer de leefomgeving van patiënten vast, van slaapzaal tot Hedendaagse varianten op bedrijfsfotoboek in
tuintherapie. Individuele bewoners en kleine
de gezondheidszorg
leefgroepen zijn op gepaste afstand in hun
Luuk Kramer kreeg midden jaren tachtig opdracht
omgeving geportretteerd tijdens
van het toenmalige ministerie van C.R.M. in het
bewegingstherapie, groepsgesprek of
kader van het project ‘Geen Kommentaar’ een
verjaarspartijtjes.
fotoreportage te maken over de psychiatrie in
In het fotoboek is veel plaats ingeruimd voor
Nederland. Het Hooghuys was een van de weinige
het verleden, de architectuur en de inrichting van
instellingen die hem medewerking verleende.
verblijfsruimten. Medio jaren tachtig lijkt het
Gewone mensen wonen in gewone huizen en eten
chronologische beeldverhaal, vertelt in de vorm
gewone pap. Beelden uit de psychiatrische
van grote aflopende gitzwarte foto’s en inzoomend
inrichting ‘het Hooghuys’, 1983-1987 (1987) is een
op een-dag-uit-het-leven-van de patiënt
fotoreportage in zwart-wit van de toenmalige
achterhaald. In Gewone mensen... wisselen losse
situatie in het dagverblijf en het
foto’s op een pagina en kleine journalistieke
veranderingsproces tot en met de geplande
fotoseries omgeven door veel witruimte elkaar af.
3
Het boek opent met een tiental tekstpagina’s.
Naar een auteursfotoboek: nieuwe
Aad van Rijswijk beschrijft hier de geschiedenis
documentaire fotoboek over ouderdom,
van de veranderingen in Het Hooghuys en zijn visie
ziekte, zorg en dood
op zorgverlening op afdelingen voor langdurig
Allerlei hedendaagse alternatieven voor het
verblijf in psychiatrische inrichtingen. Een interview
naoorlogse bedrijfsfotoboek verschenen binnen de
met een van de bewoners is gesplitst: voorin het
zorgsector en daarbuiten. Hoewel er ook nu nog
fotoboek haar verhaal over haar komst in de
bedrijfsfotoboeken worden geproduceerd, is de
instelling op 21-jarige leeftijd en achterin haar
situatie inmiddels drastisch gewijzigd. Het soort
leven nu in het Hooghuys, ruim veertig jaar later.
foto’s is anders, de presentatie ervan is anders en
Op de laatste pagina van het boek, pal naast het
zowel de positie van de opdrachtgever als die van
colofon, is een verantwoording van de fotograaf
de fotograaf is gewijzigd. Vooral de manier waarop
opgenomen.
fotoboeken tot stand komen is nu anders.
Bedrijven, provincies en gemeenten kunnen
Werden naoorlogse bedrijfsfotoboeken bij
vandaag nog altijd dezelfde motieven hebben om
uitstek door een gelegenheidsteam samengesteld,
opdrachten te verstrekken als grootindustriëlen in
aan het eind van de twintigste eeuw is er van
de naoorlogse periode. Zo is bijvoorbeeld
onderlinge samenwerking tussen literator,
Groningen A-Z (1997), verschenen ter gelegenheid
vormgever en fotograaf nog zelden sprake. Het
van de opening van het Academisch Ziekenhuis in
fotoboek is niet langer een teamproduct gebaseerd
Groningen. De publicatie bevat foto’s van een groot
op saamhorigheidsgevoel. En was voorheen het
aantal uiteenlopende Nederlandse fotografen,
bedrijfsleven of de zorginstelling zowel
onder wie Hans Aarsman en Inez van Lamsweerde.
opdrachtgever als uitgever van zo’n fotoboek, in
Maar in plaats van een visuele rondleiding door
het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw
het nieuwe gebouw - hetgeen in zo’n geval een
neemt de fotograaf zelf veelal het heft in handen
gebruikelijk thema was in bedrijfsfotoboeken uit de
en verstrekt de overheid opdrachten en subsidies.
wederopbouwperiode - of een beeldverhaal over de
Het naoorlogse bedrijfsfotoboek in de
zorg voor de mens in een dergelijke instelling - is
zorgsector heeft langzamerhand plaats gemaakt
in deze bloemlezing gekozen voor de diversiteit in
voor een auteursfotoboek waarin ervaringen met
visies op Groningen. Aflopende foto’s en pagina’s
de hedendaagse gezondheidszorg en, steeds vaker,
met compilaties van kleine losse foto’s wisselen
de ontluistering van lichamelijk verval bij terminaal
elkaar af. Nu eens zijn foto’s naadloos tegen elkaar
zieke patiënten centraal staan.
aan gezet, dan weer lopen panoramafoto’s over de volle breedte van een dubbele pagina. Groningen A-Z is een groot vierkant boek. De
Ziek / Ill (2001) is een bescheiden tweetalige
tekst is summier. De samenstelling bestaat uit een
uitgave in oblongformaat met foto’s van Albert van
brede selectie van fotomateriaal uit archieven en
Westing, gemaakt in opdracht van de
verzamelingen, naast resultaten van gemeentelijke
farmaceutische industrie PfizerNederland BV.
opdrachten, amateurfotografie en werk gemaakt
Pfizer is actief in de gezondheidszorg. Aanvankelijk
door professionele fotografen in opdracht van
kreeg Albert van Westing opdracht een fotografisch
zowel commerciële als non-profit organisaties in de
werk te maken voor de entreehal van het
provincie Groningen. Het ziekenhuis beoogde met
hoofdkantoor in Capelle a/d IJssel dat op een
deze uitgave haar betrokkenheid bij de gemeente
andere wijze de gezondheidszorg laat zien dan
Groningen tot uitdrukking te brengen.
gebruikelijk is. Met een aantal medewerkers van Pfizer voerde Van Westing gesprekken over hun eigen ondervindingen met de gezondheidszorg, los van hun werk, privé zogezegd. De locaties, waar de
4
medewerkers hun indringende ervaringen hebben
verval – en de daarmee gepaard gaande
opgedaan zijn uitgangspunt van de opnamen
ontluistering - te begrijpen. Het gevoel van
geworden. Naast de beleving van de patiënt is door
urgentie is groot: tijd is kostbaar.
Westing in Ziek/Ill de zorgvuldigheid waarmee in
Vanuit het oogpunt van de dierbare, de
de gezondheidszorg met mensen en dingen wordt
patiënt, is niets meer wat het lijkt. Alles draait om
omgegaan in beeld gebracht. De gemoedstoestand
medische zorg en zingeving. 'Thuis' krijgt een
van de patiënt en de overgave aan de situatie van
andere dimensie: het is niet langer een plaats van
volledige fysieke afhankelijkheid is tastbaar
geborgenheid en veiligheid en wordt dan ook niet
gemaakt. De aandacht in de medische handeling
langer zo ervaren. Tegelijkertijd wordt, dichtbij
staat centraal.
huis, een andere werkelijkheid van substantieel
Zoekend naar manieren van afdrukken
belang: de zorginstelling buiten de deur. De
waardoor een bepaald handschrift ontstaat koos
zorgomgeving vormt een 'thuis' in de vorm van een
Van Westing een grafische techniek van het steeds
tijdelijke locatie van gecontroleerde zorg en
opnieuw reproduceren van hetzelfde beeld in
aandacht. Het ziekenhuis, het verpleeghuis, de
tonerdruk, waarbij uiteenlopende rasters, diverse
psychiatrische inrichting is als een hotel: een
chemicaliën en omkeerprocessen zijn gebruikt:
tijdelijke verblijfplaats, vaak noodgedwongen,
laag op laag.
2
Het resultaat is een serie van vijftien
soms ongewenst: een ontmoelingsplek voor lotgenoten. De fotograaf dringt die omgeving
grofkorrelige beelden in zachte grijstinten gevat in
binnen en beschouwt de 'thuishaven weg van huis'
een gelijmd boekje in oblongformaat, niet groter
als zijn directe werkomgeving.
dan een brede prentbriefkaart. Ziek/Ill opent met
Sinds 1995 is een aantal fotoboeken
een korte verantwoording van de beeldend
verschenen waarin fotografen hun fascinatie voor
kunstenaar in het Nederlands en Engels. De tekst
de harde realiteit van menselijk lijden hebben
is gezet in twee kolommen over de breedte van
vastgelegd. Weerstand. Leven met aids (1995) met
een pagina. Hierna volgen twee pagina’s met een
zwart-wit foto’s van Carel van Hees en de
inleiding van Frits Gierstberg over de
handzame, als poëtisch eerbetoon opgetuigde,
gemoedstoestand die een medische handeling
fotopocket Hyde (1996) met portretfoto’s van Koos
oproept en het spanningsveld in de foto’s van
Breukel, zijn daar vroege voorbeelden van. De
Westing.
fotografen hebben vastgelegd, de één in reportages, de ander in portretten, hoe mensen
Schrijnende, intieme verhalen over
omgaan met het HIV-virus in een tijd dat de
levensvraagstukken, ziekte, dood en verlies, zijn
medicatie nauwelijks weerstand kon bieden tegen
opgemerkt en beleefd door opeenvolgende
de, toen nog, terminale ziekte. In beide bekroonde
generaties professionele fotografen in de
fotoboeken wordt, een in maatschappelijk opzicht,
documentaire traditie. Zo registreren Martien
zeer gevoelig onderwerp als aids op uiteenlopende
Coppens, Carel van Hees (1954), Albert van
wijze toegankelijk gemaakt.3
Westing (1960), Koos Breukel (1962) en Chantal
Voor het fotoboek ontving Van Hees in
Spieard (1974) allerlei aspecten uit het dagelijks
1997 van het Amsterdams Fonds voor de Kunst
leven van mensen uit hun familie, vriendenkring of
de Maria Austriaprijs. De kloeke publicatie, een
professionele omgeving die lijden aan een ernstige
coffee-table boek, is het resultaat van vijf jaar
ziekte of met tegenslag te kampen hebben in hun
optrekken met aidspatiënten.
leven. Zij leggen vast hoe die, soms dierbare,
Weerstand/Resistance is ook een documentaire
persoon tracht om te gaan met zware
online (http://www.carelvanhees.nl).
beproevingen, vanuit een behoefte om de
Eind jaren tachtig van de twintigste
herinnering aan betere tijden vast te houden en
eeuw was aids een taboe. Toen waren 1500
het sluipende proces van lichamelijk en geestelijk
mensen in Nederland besmet met het HIV-
5
virus. Vijf jaar later waren ruim 3300 gevallen
voor- en achterplat van de met papier beplakte
van aids bekend. Van Hees vroeg zich af: hoe
band zijn detailopnamen afgedrukt van de
ga je om met zo’n boodschap? Het
gebarsten huid op de rug van de aan aids lijdende
maatschappelijke beeld dat de media indertijd
acteur/theatermaker Michael Matthews (1958-
lieten ontstaan was één van hysterie.
1996). Op de omslag is de titel op de rug
Aidspatiënten werden afgeschilderd als
uitgespaard in de kleur paarsblauw die terugkomt
slachtoffers van een seksueel overdraagbaar
in de schutbladen. In het binnenwerk zijn studies
dodelijk virus, in dagbladen, opinieprogramma’s
van zijn uitgemergelde lichaam opgenomen: van
en op tv. Van Hees wenste dat beeld in de
een mens die geen veerkracht meer heeft, geen
fotoserie bij te stellen; het taboe te doorbreken.
pose meer aanneemt.
De fotograaf volgde zeven mensen in
Alle vijftien foto’s zijn aflopend en op de
alledaagse herkenbare situaties, naar de
rechterpagina geplaatst. Korte dichtregels,
supermarkt, de dierentuin en de medische
geschreven door Matthews, zijn in een paarsblauwe
controles. Onder hen een onderwijzer, een
schreefloze Univers condensed gezet in de
tippelaarster en een Indische Volendammer;
witruimte onderin de linkerpagina. Sobere,
mensen die door de terminale ziekte op zichzelf
onthullende beelden zijn het van vooral de
werden teruggeworpen. Hun verhaal wordt in
broodmagere rug van Matthews. Van Zoetendaal
zeven hoofdstukken verteld. In fotoreportages
koos voor een vormgeving waarin de portretfoto’s
wordt teruggekeken op persoonlijke
vervagen van gitzwart tot zilvergrijs achterin het
gebeurtenissen en hoe de hoofdpersonen in
boek. Die groter wordende transparantie in de
verbondenheid met familie, vrienden en lotgenoten
beeldtaal is een metafoor voor het onomkeerbare
doorleven met aids.
proces van lichamelijk verval.
Zonder te regisseren, plaatst Van Hees de mens centraal, in een breder kader. ‘Als figurant in een 4
Cosmetic View (2006) is ook voortgekomen uit een
stad. Tegelijk kan je in hun ziel kijken.’ Aflopende
samenwerkingsverband tussen Koos Breukel en
foto’s over een dubbele pagina en integrale
Willem van Zoetendaal. Het gaat hier om een
tekstpagina’s wisselen elkaar af. Het grootformaat
cahier op folioformaat eerder dan een fotoboek.
fotoboek is doorschoten met kleine fotoseries
Levensgroot afgebeeld tegen een grafietgrijze
tussen de tekstkolommen. Voor de diepte-
achtergrond zijn mensen met oogletsel ten gevolge
interviews van Mischa Cohen is het beheerste
van een ongeluk, misdrijf of ziekte. De modellen
lettertype de Journal gebruikt. Een enkel hoofdstuk
zijn frontaal of driekwart, staand of zittend
opent met een jeugdfoto uit het familiealbum of
geportretteerd. Het ritme van één portret, één
een pasfoto uit de kindertijd.
aflopende kleurenfoto per pagina, is tweemaal
Website en boek bevatten een woordenlijst
doorbroken. Een portret van een jongen en dat van
waarin medische begrippen, therapie en
een oude man zijn oblong afgedrukt, deels
bijwerkingen zijn beschreven. Weerstand valt te
aflopend over een dubbele pagina en voorzien van
meer op in deze selectie omdat de publicatie in
een brede witstrook, respectievelijk aan de
formaat, boektechnische uitvoering, gewicht,
onderkant en bovenkant van het portret.
papiersoort en druktechniek (koperdiepdruk)
Alle achttien modellen bezoeken eenendezelfde
herinnert aan het klassieke naoorlogse
vrouwelijke oogarts en dragen een oogprothese:
documentaire fotoboek. Ook de opzet van het
een kunstoog. Een cosmetisch lelijk oog is
beeldverhaal: een-dag-uit-het-leven-van (een
vervangen door een kunststof oog. Fotograaf Koos
aidspatiënt) is geïnspireerd op dit genre.
Breukel is bewust spaarzaam omgegaan met kleur.
Hyde is een bekroond, klein dun boekje uit een
In elke foto zijn getemperde tinten gebruikt, die de
Basalt reeks, samengesteld door grafisch
kleur van de ogen benadrukken. Met één of twee
vormgever/uitgever Willem van Zoetendaal. Op het
glazen ogen kijkt de geportretteerde recht in de
6
camera. De teksten: titel, colofon en een
een afstand van dertig centimeter. Die afstand
karakteristiek van studiofotograaf Koos Breukel,
werd gemeten door een touwtje te spannen tussen
zijn elk afzonderlijk, en ruim bemeten, op een
de camera en het onderwerp. Deze werkwijze, die
zwarte pagina gedrukt.
een meetbare afstandelijkheid suggereert, sluit aan bij de historische opnamen voor wetenschappelijk
Utrechtse krop (1999) is een grensgeval binnen
doeleinden uit de medische collectie.
deze categorie fotoboeken, want een klassiek fotoboek over de zuigende aantrekkingskracht van
Picture the Amazement (2006) is om andere
lichamelijke afwijkingen, groot en klein. Historische
redenen een grensgeval. De gelegenheidsuitgave
medische opnamen van niet-alledaagse
biedt een overzicht van veertig jaar mensen aan
aandoeningen en ziektebeelden die het menselijk
het werk of in opleiding aan de Medische Faculteit
lichaam ernstig vervormen staan hierin centraal.
te Rotterdam. Sinds de ingebruikname daarvan, in
Willem van Zoetendaal en kunsthistoricus Frido
1966, maakten en verzamelden medewerkers
Troost hebben een selectie gemaakt uit 1200 op
foto’s en films over de nieuwbouw, medische
karton geplakte foto’s afkomstig uit de collectie
apparatuur en experimenten. Picture the
medische fotografie van het Universiteitsmuseum
Amazement bevat portretten, stillevens,
Utrecht.
architectuuropnamen en wetenschappelijke foto’s
Utrechtse krop is opgezet in de vorm van een
uit archieven van het Audio Visueel Centrum, maar
tweeluik. Een fotokatern met ziektebeelden uit de
ook foto’s afkomstig uit privécollecties van staf en
studiecollectie van de voormalige universitaire
voormalig personeel.
kliniek voor Heelkunde wordt gevolgd door een
Samensteller Gert-Jan van den Bemd (1964)
serie klinische portretten en lichaamsstudies in
koos in beginsel voor een documentaire
kleur van Paul Kooiker (1964). Het boek sluit af
benadering. Daarbij is ‘de mens met zijn
met opnieuw een reeks wetenschappelijke foto’s uit
tekortkomingen (en de pogingen om die te
de medische collectie, gemaakt ten behoeve van
verhullen)’ een terugkerend thema.5 De
diagnostiek, voor onderwijsdoeleinden en ter
proefopstellingen, diploma-uitreikingen en
ondersteuning van patiëntendossiers. De grote
onderscheidingen, colleges, in- en exterieurs van
zwart-wit foto’s van dienstbare patiënten met
de gebouwen en departementen, portretten en
gruwelijke verminkingen, gezwellen, cysten en
felgekleurde micro-opnamen, gemaakt met
spataderen dateren uit het begin van de twintigste
scanner of onder een microscoop, zijn willekeurig
eeuw. De camera werd indertijd ook gebruikt om
gerangschikt.
ziekteverloop en behandelmethoden te documenteren. Bij de eerste aanblik van de sterk afwijkende
Kleur en zwart-wit wisselen elkaar voortdurend af. Na een reeks van één foto per pagina volgt een aantal pagina’s met losse foto’s, steeds afgedrukt
lichamelijk en geestelijk gehandicapten wekken de
op de rechterpagina. Achterin het boek is een
beelden van syfilis, krop, tbc en klompvoeten
genummerde lijst opgenomen met technische en
weerzin. In combinatie met de hedendaagse foto’s
wetenschappelijke gegevens in de fotobijschriften.
van Kooiker krijgen de archieffoto’s een artistieke meerwaarde. Kooiker maakte detailopnamen van
In Lang Leven (1999) van Rince de Jong en Met de
minuscule oneffenheden, kleine aangeboren
moed van een ontdekkingsreiziger (2002) van
afwijkingen, door ziekte of ouderdom verworven
Hapé Smeele staan ontluisterende foto’s van
gebreken, of andere onvolkomenheden (een kalend
dementerende bejaarden. Rince de Jong was in de
achterhoofd, afbladderende huid, moedervlek of
tijd dat het fotoboek tot stand kwam professioneel
vetkwab) die de mens doorgaans tracht te
werkzaam in een verpleeghuis voor demente
camoufleren.
bejaarden. Twee jaar lang heeft zij de bewoners
Hij fotografeerde zijn modellen consequent op
gefotografeerd. Hiervoor heeft zij toestemming
7
gevraagd aan de familie van de bewoners. Juist
weer anders om met dementie en het sterfproces.
door haar ervaring in de zorg, van binnenuit
En elke serie, opgebouwd uit grofkorrelige zwart-
zogezegd, heeft de fotografe de patiënten kunnen
wit foto’s - nu eens aflopend en dan weer speels
portretteren: in groepen, staand en zittend, en
verdeeld in stroken en kleine series op het formaat
tegelijk moederziel alleen. Onverbloemd maken de
van een dubbele pagina – heeft een filmisch
beelden duidelijk hoe in lichaamstaal en mimiek
karakter: een moment na een moment. Aan het
hun levenservaring ligt besloten. Niets ontziende
begin van elk hoofdstuk zijn korte biografische
portretten zijn het van de hulpeloze, bejaarde
schetsen in telegramstijl gezet in de tekstletter
mens. Door de hardheid van kleur word de
Eureka Sans.
ontluistering uitvergroot. Tegelijk geeft het
In 1997 publiceerde fotograaf Hapé Smeele het
fotoboek een positief, ontroerend en humoristisch
eerste deel van een drieluik van fotoboeken. Onder
beeld van demente ouderen.
de titel Een andere werkelijkheid verscheen een
De 38 kleurenfoto’s passen in de nieuwe
fotoreportage over een groep ernstig verstandelijk
documentaire traditie die sinds de jaren negentig
gehandicapten. met de moed van een
van de twintigste eeuw opgeld doet. Dat wil zeggen
ontdekkingsreiziger... is het tweede deel in die
het uitgangspunt van de fotografie is documentair
reeks.
(de inspiratie komt uit het dagelijks leven) maar de beeldtaal is niet alleen een verslag van het menselijk bestaan. De foto’s hebben een autonoom
Evenals Oma Toos (2007) met foto’s van Jaap
karakter: elk afzonderlijk beeld staat op zich en
Scheeren en Intensive Care (2010) met recent
overstijgt het alledaagse.6 Het oblongformaat van
werk van Andrea Stultiens is Mijn vader/ my father
het fotoboek leent zich voor een opzet met kleine
‘Deddi’ (2001) van Chantal Spieard (1974) een
series portretfoto’s. De beeldredactie van
fotoboek over een familielid. De publicatie, in
vormgever Lex Reitsma getuigt van respect voor
oblongformaat, is bescheiden. Het beeldverhaal in
het fotografisch standpunt. Het formaat van het
dit boekje vertelt over het ziekteproces, de
boek heeft dezelfde verhouding als een
kwetsbaarheid en de band tussen vader en dochter
kleinbeeldnegatief.
in het afscheid nemen van het leven en van elkaar.
Smeele koos in met de moed van een
De fotografe volgt met de camera vier jaar lang het
ontdekkingsreiziger... voor een klassieke
dagelijks leven van haar vader die in een terminale
fotoreportage in acht hoofdstukken over dementie
fase van kanker verkeert. Gekozen is voor de vorm
en sterven. De inspiratiebron voor dit fotoboek was
van het fotografisch dagboek.
het verlies van zijn ongeneeslijk zieke zoontje kort
Vooral een ontluisterend proces van fysieke
na de geboorte. De fotograaf volgde vijf jaar lang
aftakeling, beider confrontatie daarmee en de
acht dementerende ouderen in Rotterdam in
intieme momenten met elkaar zijn in kleurenfoto’s
verpleegtehuis De Naber en in het Boeddhistische
vastgelegd. De verstilling en gelatenheid daarin is
Ladakh. Het kloeke fotoboek bevat ruim
groot. Het fotoboek is doorschoten met een
driehonderd contrastrijke zwart-wit foto’s in
röntgenfoto, een strook contactafdrukken en een
duotone en is doorschoten met vroeg twintigste-
computeruitdraai van de patiëntenstatus. Notities
eeuwse portretfoto’s uit familiealbums. Elk
van de begeleidend medisch specialist, gemaakt
hoofdstuk opent met zo’n kiekje, afgedrukt op
over een periode van bijna drie jaar, eveneens
gekleurd houthoudend papier. Van andere
genoteerd in dagboekvorm, zijn opgenomen
gekleurde ‘tabbladen’ in het boek is de functie niet
achterin het boek.
duidelijk. De steunkleur van de duotoon is een diep grijs die als vormgevend element is gebruikt. Uit de serie blijkt duidelijk het verschil van beleving in verschillende culturen. Ieder mens gaat
In een overbodig geraakt paviljoen van de psychiatrische kliniek Willem Arntsz Hoeve in Den
8
Dolder wordt sinds 1998 ieder jaar een beeldend
gezien, niet herkenbaar in beeld gebracht. De één
kunstenaar als gast uitgenodigd om een project te
zijn initialen, de ander kerfde een hartje, een
realiseren. Uitgangspunt is de maatschappij dichter
hanenkam, een slang, een Jodenster of
bij de kliniek te brengen. De resultaten van dat
gewoonweg ‘ik’ in een vierkante uitsparing in de
project worden in een publicatie gedocumenteerd.
groene bast.
In een aantal gevallen betreft het een fotoboek
Het boek is in twee uitvoeringen
waarin voor de patiënten een hoofdrol is
verschenen. Aanleiding daarvoor was een revolte
weggelegd.
van de verpleegkundigen tegen de directie (die
Zo verscheen kerven [carving] (2000) naar
toestond dat de patiënten in bomen kerfden) met
aanleiding van het verblijf van Roy Villevoye met
het profiel van de kliniek W.A. Hoeve als
zijn jonge gezin op het terrein van de kliniek in de
instrument. De verpleegkundigen namen een
zomer van 1999. Het paviljoen staat in een
‘groen standpunt’ in met als doel, via email, hun
bosrijke omgeving, de bomen zijn aangeplant door
latente onvrede jegens de directie te uiten en zo de
de patiënten. Zij zijn vergroeid met hun omgeving;
uitgave van kerven [carving] tegen te houden.
de meeste van hen verblijven hun leven lang in de kliniek.
Uiteindelijk is het tot een compromis gekomen. Besloten werd een oplage van 400
Geïnspireerd op een terugkerend ritueel tijdens
boekjes te drukken als relatiegeschenk voor
zijn reizen in Papua: het kerven van eigennamen in
interne verspreiding. Een andere omslagfoto is
palmbomen, vatte Villevoye het idee op patiënten
gekozen. Daarop is niet de patiënt afgebeeld, maar
hun namen te laten kerven in bomen, als ‘spoor
de daadkracht van het kerven geneutraliseerd tot
van aanwezigheid’. De handeling op zich, het
een detailopname van een kruis gekerfd in een
kerven, is op te vatten als een kleine zoektocht
boomstam.7
naar de eigen identiteit. Villevoye onderkent in zijn projecten de helende werking die wordt toegekend
In de zomer van 2003 verbleef fotograaf Annaleen
aan het bewerken van hout.
Louwes drie maanden met haar gezin op het
De beeldend kunstenaar Villevoye is de
terrein van de psychiatrische inrichting in Den
camera in eerste instantie gaan gebruiken als
Dolder. De fotograaf koos daar voor het
consument. Geleidelijk aan is het medium
meervoudig fotograferen van patiënten en hun
fotografie onderdeel van zijn werk geworden.
lichaamstaal die sporen nalaat van een
Auteursboekjes werden een voertuig voor het lezen
psychiatrische geschiedenis. Louwes onderzoekt in
van zijn oeuvre: deel van een groter geheel.
haar werk ‘hoe de mens overleeft onder allerlei
Kerven is dan ook niet als boekproject ontstaan,
omstandigheden en de weerslag die dat heeft op
maar eerder de bundeling van werk in serie met
zijn lichaamstaal’.8 Veel aandacht gaat hierbij uit
een motief, een verhaal.
naar de handen.
Het goedverzorgde fotoboekje heeft het
In eerste instantie valt niet op dat je naar een
formaat van een handzame flora. kerven [carving]
psychiatrische patiënt kijkt. Op een portretfoto is
opent met bosgroene schutbladen voorzien van een
het hoofd en de hals te zien van een jonge vrouw.
vernis coating. Hierna volgt een dubbele pagina
Naam en toenaam ontbreekt. Het blonde haar is
tekst waarin Villevoye in dagboekstijl
opgestoken. Haar blanke gezicht is bezweet.
verantwoording aflegt voor zijn werk en een
Helgroene ogen met kleine pupillen kaatsen
vergelijking maakt tussen zijn verblijf in Asmat,
parelmoerig licht terug. Haar blik gaat door ‘de
Papua in december 1998 en in Den Dolder, een
vierde wand’.9 De aandacht voor de persoon, de
jaar later.
verstilling in de pose en strengheid zijn enkele van
Villevoye documenteerde het kerven in de bomen. Zo’n dertig individuele patiënten van de kliniek in Den Dolder worden veelal op de rug
de moeilijk te duiden kenmerken van Louwes’ sobere fotoportretten. Het terrein van W.A. Hoeve is groot, er zijn veel
9
paviljoens en veel patiënten. In de ochtend werden
met zichzelf en/of hun omgeving leefden en op
fotosessies georganiseerd waarin Louwes op
grond daarvan deskundige hulp nodig hadden.
polaroid werkte. Zo is de patiënten te kennen
Opvallend is hoeveel aandacht in de
gegeven dat de fotografe aanwezig was. Die
gelegenheidspublicaties is geschonken aan
ervaring van het fotograferen maakte uit of iemand
bijzonder onderwijs, aangepaste
een geschikt model was. Aan het eind van het
onderwijsmethoden en vooral het verwerven van
verblijf is een archiefboekje met de titel Onrustige
handvaardigheid met het oog op inschakeling in
Studies samengesteld van 20 portretfoto’s. Elke
het arbeidsleven.
foto is een contactafdruk van een 9x12 negatief en
Vroege voorbeelden als de reeds genoemde
gecentreerd op de rechterpagina afgedrukt.
publicaties Zij zijn van ons geslacht en In het land
Daaromheen is veel witruimte. Voorin de uitgave is
der levenden tonen aan dat dat leven zich veelal
een korte verantwoording van de fotograaf
afspeelde achter hoge muren in speciale
opgenomen.
inrichtingen. De vorm waarin het verhaal werd gegoten was herkenbaar en werkte vooroordelen in de hand: bevoogdende bijschriften in tekstbalkjes bij korte beeldverhalen.
Doodgewoon/Dead Normal (2006) is op een andere
ieder kind is speciaal (2007) is een
wijze een variant op het naoorlogse
hedendaagse variant op dit type fotoboek en sluit
bedrijfsfotoboek uit de zorgsector. De sobere
aan bij de actuele discussie over integratie van
publicatie is gevat in een levergrijze band voorzien
kinderen met een beperking in het reguliere
van tekstopdruk in blinddruk. Dit fotoboek, ook in
onderwijs. Het boek bevat foto’s van Dana
oblongformaat, bevat bijna uitsluitend aflopende
Lixenberg (1964) en teksten van Robin Gerrits,
foto’s in kleur en kleine fotoseries die naadloos
redacteur van De Volkskrant.
tegen elkaar zijn gezet. Doodgewoon handelt over
In vijf portretten, verdeeld over vijf
de laatste levensfase van een mens. Ouderdom,
hoofdstukken, wordt ingezoomd op de
vereenzaming, ziekte en dood komen in deze
ontstaansgeschiedenis van kinderen met
publicatie aan bod. Op een integere en indringende
tekortkomingen en hun overlevingsstrategieën in
wijze worden deze aspecten in beeld gebracht.
het regulier onderwijs en thuis. Elk hoofdstuk
Als verpleegkundige werkzaam in de terminale
opent met vier tekstpagina’s op gekleurd papier
thuiszorg maakte fotograaf Wim van Ophem
waarin de stoornis en het functioneren van het kind
(1964) het stervensproces dagelijks mee. Omdat
thuis en op school wordt beschreven. Aan
de westerse samenleving er in het algemeen een
respectievelijk Bruin, Karin, Cheyenne, Milan en
onrealistisch beeld op na houdt van het
Anna is een hoofdstuk gewijd. Pal tegenover de
stervensproces houdt Van Ophem de samenleving
laatste tekstpagina staat in kleur een close-up
een spiegel voor. Zo worden mensen zich meer
portret van het kind. Dan volgen zes dubbele
bewust van de kwetsbaarheid en de verstilling die
pagina’s met kleurenfoto’s. Afgebeeld is het kind
gemoeid gaat met het onomkeerbare proces van
met de beperking thuis aan tafel, spelend op het
vergankelijkheid. Afgebeeld zijn dubbelportretten,
schoolplein of aan het werk in de klas, al dan niet
in fotostroken naast elkaar, gescheiden door
met hulpmiddelen.
tussenwit in de vorm van een vermicellilijn.
Niet alleen illustreert de uitgave dat de geschiedenis van het onderwijs aan kinderen met bijzondere zorgbehoeften en gedragsproblemen is
In de naoorlogse periode verschenen verschillende
te typeren als een ontwikkeling van segregatie
fotoboeken over kinderen die door welke
naar integratie, maar ook dat de gedaante van
omstandigheden dan ook in psychische of
fotoboeken over maatschappelijke instellingen en
lichamelijke moeilijkheden verkeerden – in conflict
zorgsector ingrijpend is veranderd.
10
Bedrijven en instellingen hebben tegenwoordig
achterstandsmilieu en moest al op jonge leeftijd
ook andere motieven om foto-opdrachten te
voor zichzelf zorgen. Vanuit die achtergrond legt de
verstrekken, dat wil zeggen niet in eerste instantie
fotograaf in haar werk een specifieke belangstelling
ten behoeve van een relatiegeschenk in de vorm
aan de dag voor jongeren in achterstandwijken. Zij
van een fotoboek. Verschenen naoorlogse
onderzoekt subculturen, relaties en kleine
gelegenheidsuitgaven in kleine oplagen en werden
gemeenschappen die in maatschappelijk opzicht
doorgaans niet in de handel gebracht maar
weinig succesvol zijn. Zij tracht met haar foto’s een
verspreid onder potentiële klanten, relaties,
zeker sociaal bewustzijn te creëren bij de kijker.
personeel en vrienden van het bedrijf, ieder kind is
Zo maakte zij voor Bijou Angel in dagboekstijl
speciaal verscheen als catalogus bij de
een intiem beeldverhaal van het jonge verslaafde
gelijknamige tentoonstelling en in opdracht van het
stel Matt en Anne. Twee jaar lang volgde Birbeck
Nationaal Onderwijsmuseum. Doel van de
het stel in hun dagelijks leven, een periode waarin
publicatie is een brede maatschappelijke discussie
veel is gebeurd. Van de ongeplande geboorte van
aan te zwengelen en vooroordelen weg te nemen
hun oudste dochter Caroline en meerdere malen
bij een doelgroep van, in eerste instantie, ouders
dakloos raken tot de rouwverwerking na de
en leerkrachten.
doodgeboorte van hun tweede dochter: Bijou Angel. In een klassieke reportage is het drama zelf niet op de voorgrond geplaatst. Grofkorrelige
privé-engagement en levensvraagstukken
zwart-wit foto’s tonen, en passant, hoe de
Naoorlogse fotoboeken dienen voor veel
gebeurtenissen deel uitmaken van een jong
hedendaagse fotografen als referentie voor hun
gezinsleven. Daarin staat de onvoorwaardelijke
boekproducties. Fotografen laten zich inspireren op
liefde tussen Matt en Anne centraal.
de bedrijfsfotoboeken van toen.10 Toch zijn er naast
De omslag van het fotoboekje in oblongformaat
de overeenkomsten een aantal opmerkelijke
is zo rood als de liefde zelf. Behalve de titel en
verschillen. Waren de naoorlogse fotoboeken
naamsvermelding van de fotograaf op de boekrug
ontsproten aan een sociaaldemocratische geest en
en het ISBN nummer op de achterzijde is de
bevoogdend van karakter, de hedendaagse
omslag onbedrukt. Het boek opent met vijf
varianten daarop zijn dat allang niet meer.
pagina’s tekst gezet in een vette, schreefloze
Een nieuwe generatie fotografen legt een
Franklin Gothic. Ook hierin wordt in dagboekstijl
groeiende belangstelling aan de dag voor zelf
terugblikt op deze hectische periode, nu gezien
geïnitieerde en digitaal geproduceerde
door de ogen van Matt en Anne.
boekprojecten. Regelmatig verschijnen auteursboeken over levensvraagstukken,
The Day Daddy Died is op een andere manier een
familiebanden en persoonlijk verlies. Zo zijn
persoonlijk document. Aan de hand van
behalve Deddi, Oma Toos en Intensive Care de
herinneringen van een zus (Lela) en twee broers
publicaties Bijou Angel (2005) van Linda-Maria
(Paul en Tim) wordt de dag beleefd waarop hun
Birbeck en The day daddy died (2005) van Annelies
vader (Knobby) overleed. Vanuit drie invalshoeken
Goedhart (1979) uitgesproken voorbeelden van
wordt het verhaal gereconstrueerd. Door foto’s uit
een vorm van ‘privé-engagement’ in het werk van
het familiealbum te combineren met persoonlijke
jonge aanstormende fotografen in de
herinneringen, aangevuld met feitelijke gegevens
eenentwintigste eeuw.
11
De persoonlijke
uit divers bronmateriaal ontvouwt zich een nieuw
betrokkenheid daarin is familiair en lokaal van
verhaal. Zo ontstaan verschillende perspectieven
aard, gericht op de eigen omgeving en familieleden
op de vertellers en de situatie. The Day Daddy Died
van de fotograaf.
heeft het karakter van een reisgids in dagboekstijl. Taxi-informatie en weerberichten staan vermeld
Linda-Maria Birbeck groeide op in een
onder al dan niet verstuurde prentbriefkaarten. Het
11
boekje is doorschoten met reisfoto’s, foto’s uit het
briefjes. De zetspiegel is zo breed als de zwart-wit
familiealbum en prentbriefkaarten. Voor- en
fotootjes. Oma Toos is weer om andere redenen
achterin het in eigen beheer uitgegeven boekje zijn
een grensgeval in deze categorie van fotoboeken.
handgeschreven dagboekaantekeningen van
‘Oma Toos was niet hulpbehoevend, maar is vrij
Knobby’s echtgenote, Mona, opgenomen. De tekst
vroeg overleden, voordat het zover kwam. Zij was
is opgedeeld in verschillende kolombreedtes en
een spil in een familie die voor iedereen zorg
lettergroottes, volgens een helder stramien. Op de
had’.12
voorzijde van de omslag is een grafische weergave van de familiestamboom afgebeeld. De
In Intensive Care (2010) vertelt Andrea Stultiens in
schematisch weergegeven stamboom is met
woord en beeld over de plotselinge dood van haar
stippellijnen verbonden aan een organogram van
zus Simone (31) en zwager Frodo (39). Tijdens een
vrienden, buren en andere betrokkenen, afgebeeld
proefrit met een tweedehands auto in de ochtend
op de achterzijde van de omslag. Het fotoboekje is
van 31 december 2008 raakte het voertuig te
samengesteld en vormgegeven door fotograaf en
water. Beide inzittenden liggen op de intensive
grafisch vormgever Annelies Goedhart.
care in coma als het bericht via sms de fotografe bereikt. Zij was op dat moment op huwelijksreis in
Oma Toos heeft het formaat en uiterlijk van een
Thailand. Een combinatie van de zoektermen ’31
schoolschrift. Handgeschreven brieven van de in
december, auto te water’ en ‘Utrecht’ leverde haar
Nijmegen woonachtige grootmoeder van Jaap
lokale nieuwsfoto’s op van Alex de Kuiper voor
Scheeren zijn op dunne papieren omstekers
www.rtvutrecht.nl. Daarop is te zien is hoe het
afgedrukt. De briefjes, in facsimiledruk, zijn tussen
autowrak waarin Simone en Frodo hadden gezeten
de opnamen van momenten uit het dagelijks leven
met een tractor van een buurtbewoner uit een
van Oma Toos geplaatst. De krabbels zijn
bevroren wetering in de gemeente Reeuwijk wordt
afkomstig uit het persoonlijk archief van de vader
getakeld. Andrea Stultiens en haar echtgenoot
van de fotograaf.
reden op het moment van het ongeluk op gehuurde
Toen Jaap Scheeren als kind met zijn ouders
motoren van het merk Kawasaki door Thailand.
naar Zeeland verhuisde stuurde Oma Toos, bijna
Met schermfoto’s van deze onwerkelijke
wekelijks, haar kommentaar op krantenknipsels
gebeurtenissen uit het dagelijks leven opent het
met nieuws en uitslagen van de Nijmeegse
boek. Hals over kop terug in Nederland maakt
voetbalclub NEC naar haar zoon in Vlissingen. Al
Andrea Stultiens foto’s van beduusde familieleden
gauw bericht ze – ook aan andere familieleden -
onder hard tl-licht in het academisch ziekenhuis, de
met de nodige dosis humor, over ontroerende en
intensive care afdeling en de begrafenissen. In het
licht absurdistische gebeurtenissen uit haar eigen
fotoboek zijn korte gedichten van schrijfster
leven.
Vrouwkje Tuinman opgenomen over haar eigen
De beeldtaal, voortkomend uit de documentaire
rouwproces en ijzingwekkend scherpe
traditie, is geregisseerd. Kleine voorvallen uit het
herinneringen aan de medische handelingen op de
dagelijks leven zijn in scène gezet voor de camera.
intensive care afdeling. Frodo was haar beste
Zo speelt de oma een inbreker na. Haar gezicht is
vriend.
onherkenbaar gehuld in een sjaal, en in haar rechterhand houdt zij een schroevendraaier. Op
In dit type fotoboek, bescheiden van formaat en
een andere foto is oma Toos op de rug gezien
veelal uitgegeven in eigen beheer, is de oprechte
terwijl zij een boom omhelst.
noodzaak dat een verhaal verteld moet worden
De achterzijde van de omslag is een uitslaande
zichtbaar. Daarbij staan de menselijke
plaat. Behalve het beknopte colofon is hier de foto-
verhoudingen tussen fotograaf en geportretteerde
index opgenomen. Daaronder, in een smalle
hoog in het vaandel. Het bewaren van de
tekstkolom staat de Engelse vertaling van de
persoonlijke herinnering, NU, in documentaire
12
fotografie, staat daarbij voorop. De maatschappelijke behoefte eraan is groot. Mirelle Thijsen, april 2010
Noten 1. In The Photobook: A History. Volume I is één vooroorlogs fotoboek over zorgomgevingen opgenomen. Faces Dolorosa: das Schmerzenreiche Antlitz (1934) is een wetenschappelijk fotoboek over diagnostische observatie bij patiënten met uiteenlopende ziektebeelden in de jaren dertig in Leipzig. M. Parr, G. Badger (ed.), The Photobook: A History. Volume I, Londen 2004, 137. Zie voor Madaus (1969), Asylum (1986) en Der Ewige Schlaf / Visages des Morts (1989) M. Parr, G. Badger (ed.), The Photobook: A History. Volume II, Londen 2007, 197, 298, 270. 2. Pam Emmerik in gesprek met Albert Van Westing, VPRO De Avonden, 17 september 2008. 3. Weerstand / Resistance leven met aids / Living with aids (1995), Hyde (1996), Groningen in
foto’s A-Z (1997), Lang leven / Long life (1999) en Met de moed van een ontdekkingsreiziger (2002) zijn bekroond tot De Best Verzorgde Boeken. Zie de jaarlijkse catalogi van de Stichting CPNB, Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek. 4. Carel van Hees in gesprek met L.J.A.D. Creyghton, VPRO/De Avonden, 27 mei 2009. 5. Gert-Jan van Bemd op de homepage van zijn website: http://www.ongekend.nu/?p=295 6. Rince de Jong in een kunstenaarsstatement verzonden aan Mirelle Thijsen, 16 december 2009. 7. Roy Villevoye in een telefoongesprek met Mirelle Thijsen op 23 november 2009. Het integrale boekje kerven [carving], alle documentatie en fotowerken, in serie gemaakt in het kader van de residentie van Villevoye in Den Dolder in de zomer van 1999, worden gedigitaliseerd door het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam ten behoeve van de collectie. 8. Annaleen Louwes, ‘woord vooraf’, Onrustige Studies, Den Dolder 2003, niet gepagineerd. 9. Petra Possel in gesprek met Annaleen Louwes. Interview in NPS-programma Kunststof over Het Vijfde Seizoen, 21 januari 2005. 10. M. Thijsen, Het bedrijfsfotoboek 1945-1965. Professionalisering van fotografen in Nederland, Rotterdam 2002, 215. 11. H. Gremmen, ‘Books? Books!’, FW #7 Pages, (2008) 7, 55-57. 12. Jaap Scheeren in een emailbericht aan Mirelle Thijsen, 12 december 2009.
13