De Eitjesdief ‘Theater Tweekant’ Kunstmenu 2015 – 2016 groep 1 / 2
Lesbrief vertelvoorstelling Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................... 2 Voorwoord ................................................................................................................................. 3 Korte inhoud voorstelling........................................................................................................... 3 Voorafgaand aan de voorstelling................................................................................................ 4 Na afloop van de voorstelling .................................................................................................... 5
Voorwoord Binnenkort bezoekt u met uw groep 1 en/of 2 De Eitjesdief, muzikale vertelvoorstelling 3+ van Theater Tweekant. De tekst van dit stuk is van kinderboeken- en theaterschrijver Mary Heylema, het is gebaseerd op haar gelijknamige boek. De muziek is van componist en muziekdocent Mari-anne Hof. Mary en Mari-anne zijn ook de spelers van De Eitjesdief.
Korte inhoud voorstelling Als Kip belt om aangifte te doen van vier gestolen eieren, gaat speurder Tiktektif op onderzoek. Hij ontmoet een blubbervarken, een schaap dat de draad kwijt is, een breiende knecht en Teun die een taart bakt. Waarom hebben ze het allemaal over oma? En wie kan er tot vier tellen? Tiktektif schrijft het allemaal op, maar of hij de eitjesdief vindt…
Voorafgaand aan de voorstelling Om uw klas op de voorstelling voor te bereiden volgt hieronder de opzet voor een vraaggesprek. Het is fijn als u hiervoor ruimte in kunt bouwen. Het zal niet alleen de nieuwsgierigheid van uw klas verhogen, het zal ook meer begrip en daardoor kijkplezier opleveren.
De Eitjesdief, het boek (voorlezen/ luisteren, tussendoel geletterdheid verhaalbegrip) Uw school heeft een exemplaar van het boek De Eitjesdief ontvangen. Vooral voor taalzwakke leerlingen is het goed om het verhaal van te voren in de klas voor te lezen. Leg de kinderen uit dat ze een voorstelling gaan zien over dit verhaal met liedjes en bewegingen. Vraag hen waar ze wel een liedje over zouden willen horen. Dit laat ze straks actiever naar de voorstelling kijken, om te horen of hun wens gehonoreerd wordt.
Veel plezier met de voorbereiding!
Tiktektif de Boer en de Eitjesdief (gesprek, tussendoel geletterdheid: voorspellen) Vertel de kinderen dat ze binnenkort de vertelvoorstelling De Eitjesdief gaan zien. Hoofdpersoon in dit verhaal is speurder Tiktektif de Boer. Bespreek met de kinderen wat een speurder is. Wat doet hij? (op zoek naar sporen, geheimen ontdekken, boeven vangen). Laat de kinderen voorspellen achter wat voor soort boef Tiktektif aan gaat (herhaal de titel). Van wie zullen die eitjes zijn? Benoem dat na de voorstelling gekeken wordt, wie van de kinderen het goed voorspeld had. facultatief: Kennen de kinderen ook een ander woord voor dit beroep? (detective). Heeft iemand een idee waarom de speurder Tiktektif heet? (laat de kinderen het woord ‘detective’ een aantal keren snel achterelkaar uitspreken, dan wordt het vanzelf ‘Tiktektif’!)
Na afloop van de voorstelling Om de inhoud van De Eitjesdief te verwerken volgt hier een set cognitieve en creatieve activiteiten. Maak zelf de keuze wat voor uw klassensituatie het meest passend is. We raden u aan in ieder geval één van de muziekopdrachten te doen. 1. Praten over de voorstelling
Vond je hem een echte dief? (Nee, hij wilde er een taart mee bakken voor jarige oma. En eieren zijn eigenlijk ook bedoeld om op te eten!)
2. Praten over muziek - Welke instrumenten heb jij in de voorstelling gezien/ gehoord? (gitaar en stem) - Wat voor geluid hoorde je toen Tiktektif in de modder gleed? (glissando fluitje) - Wie kan het nadoen? - Is het een instrument? Waarom wel/ niet? - Lijkt het op een instrument dat je kent? (blokfluit, alleen bij een glissando glijdt het van hoog naar laag en bij een blokfluit gaat het in trapjes, voor elk gaatje een toon) - Wat voor geluid hoorde je toen Knecht eraan kwam op zijn tractor? (claxon) - Kun je daar een liedje op spelen? Waarom wel / niet? (nee!) - Is je stem een instrument? (ja je kan er muziek mee maken; zingen en andere instrumenten nadoen)
3. Sporen (gesprek, raadspelletje) Tiktektif uit de voorstelling is altijd op zoek naar sporen. Die bekijkt hij met zijn loep. Of die vangt hij op met zijn oren. Vraag de kinderen waarom een speurder altijd op zoek is naar sporen. - Wat voor soort sporen kun je zien? (bijv. voetsporen, vingerafdruk, een verloren haar) - Verstop een voorwerp (spreek met de kinderen af welk) in de klas. Laat een van de kinderen een plekje zoeken. Terwijl dit gebeurt staat ‘Tiktektif’ op de gang. Laat dit kind weer binnenkomen. Kan hij/ zij het spoor vinden? M.b.v. aanwijzingen (warm/ koud) wordt op zoek gegaan naar het voorwerp. Slaagt de speurder? Dan mag daarna mag een volgende speurneus! 4. Werklied Tikteftif de Boer (muziek, liedje aanleren en bewegen) Ga naar www.theatertweekant.nl en beluister het werklied van Tiktektif. - Laat de kinderen er, net als bij de voorstelling, passende bewegingen en gebaren bij maken. - Laat de kinderen op de maat van de melodie meeklappen. (Ik TREK aan mijn PET, ik TUUR door mijn LOEP) - Laat de kinderen op het ritme meeklappen (op alle lettergrepen klappen IK-TREK-AANMIJN-PET) - Verdeel de klas in tweeën. De ene helft klapt de maat. De andere het ritme. - Zing de eerste regel voor en laat de kinderen deze nazingen. Zing vervolgens regel twee en laat deze nazingen. Zo het hele liedje uit. Oefen dit een paar keer. Zing daarna het gehele lied met ze.
Tekst werklied Tiktektif: Ik trek aan mijn pet Ik tuur door mijn loep Ik gluur om de hoek met mijn hand bij mijn oor. Zo volg ik het spoor op de stoep.
5. Gevangenisliedje (muziek, beweging en intonatie) Beluister via www.theatertweekant.nl het gevangenisliedje uit de voorstelling. Vraag de kinderen of het een echte gevangenis was waarin Teun zat. (nee, hondenhok!). Laat de kinderen zich inbeelden dat ze net als Teun in een kaal, koud, leeg hondenhok moeten gaan. (hangende schouders, bukken, droevig kijken ed). Speel tegelijkertijd het liedje nogmaals af. Lees nu de bijbehorende liedtekst voor:
Moet ik staan of moet ik zitten, op die vieze, koude vloer? Hoeveel dagen, hoeveel nachten? Met alleen wat hondenvoer. Help! Laat me eruit! Help! Laat me eruit! Moet ik slapen zonder dekens, zonder knuffel, zonder bed? Helemaal alleen gelaten, niemand die ‘slaap lekker’ zegt. Help! Laat me eruit! Help! Laat me eruit!
Leer de kinderen de tekst aan (eventueel alleen eerste couplet). Oefen in stem en mimiek om het heel droevig te laten klinken. 6. Ik ga boodschappen doen en ik neem mee… (taalspelletje, geheugentraining) Verzamel (verpakkingen van) eieren, bloem, suiker, zout, appel, melk, boter, kaneel, rozijnen. Zet deze bij elkaar. - Praat met de kinderen over de appeltaart die Teun maakte. Hoe smaakt een appeltaart? Wat zit er allemaal in? Bespreek m.b.v. bovenstaande voorwerpen met de kinderen wat er nodig is om een appeltaart te maken. - Speel het spelletje (soortgelijk als ‘Ik ga op reis en ik neem mee…) ‘Ik ga boodschappen doen en ik neem mee…’. Laat een eerste kind een ingrediënt voor de appeltaart kiezen. Daarna mag een volgende. Dit kind herhaalt het eerst genoemde ingrediënt en noemt vervolgens een tweede. Er mag naar het uitgestalde materiaal gekeken worden. Als een ingrediënt vergeten is, begint het spel opnieuw. Wie kan alles goed herhalen en alle negen spullen achter elkaar opsommen? eenvoudige variant voor groep 1 - Laat de kinderen hun ogen dicht doen en haal zelf één van de voorwerpen weg. Laat ze raden welke u heeft weggenomen.
7. Boodschappenbriefje maken (geletterdheid) Stal de materialen uit de vorige opdracht uit. Laat de kinderen een ‘boodschappenbriefje’ maken voor een appeltaart. Bespreek hoe ze een lijstje kunnen maken als ze nog niet (helemaal) kunnen schrijven. Laat ze de ingrediënten tekenen. Daarnaast kunt u de woorden schrijven of u laat de kinderen de letters (met vb) erbij stempelen. facultatief (drama- en rekenactiviteit) Met de materialen uit de vorige opdracht en de boodschappenbriefjes spelen de kinderen winkeltje. Wie is de winkelier? Wie de klant? Hoeveel kost het? Is er wisselgeld nodig? 8. De klok slaat … koekoek (rekenactiviteit) Hang een doek over een tafel. Een kind neemt plaats achter de doek. U heeft kaartjes met de getallen van 1 t/m 5 (voor oudste kleuters t/m 10 of 12). Laat een kind een kaartje trekken. Het kaartje wordt getoond aan de klas. (kinderen mogen niks verklappen, maar registreren welk getal en welke hoeveelheid het is). Laat het kaartje aan het kind achter de doek zien. De ‘koekoek’ komt nu tevoorschijn, steekt zijn hoofd langs de doek en roept zoveel keren koekoek als het getal aangeeft. De rest van de klas telt mee. Klopt het? 9. Liedjes Tot slot zijn enkele liedjes uit de voorstelling te beluisteren via www.theatertweekant.nl.