22 november 2015 In de protestantse kerk te Heino
Eeuwigheidszondag In ons hart wonen mensen die daar thuis zijn en die daar blijven wonen ook als ze gestorven zijn.
Voorgangers: Organist:
Ds. Lieke van Houte Mw. Ellen Kolthof Dhr. Jos Mulder
M.m.v. De Cantorij o.l.v. Rudie Altelaar
Een paar minuten voor aanvang van de dienst zwijgt het orgel en haalt de diaken de voorbedenschaal op. Terwijl de kerkenraad daarna het consistoriegebed bidt, is het in de kerk stil ter voorbereiding op de dienst. Welkom en mededelingen - door de ouderling van dienst
Aansteken van de kaarsen - door het kind van de zondag kaarsen worden aangestoken onder voorspel van het orgel, we zingen daarna het kaarsenlied - 285: 2 Dit licht is voor ons de zon! Het zegt hoe de goede God het donker van onze nacht met liefde overwon.
Handdruk - de gemeente gaat staan
Groet en bemoediging V: Eeuwige onze God: Wij die U nooit hebben gezien A: ZIE ONS HIER STAAN V: Wij die van U hebben gehoord A: HOOR GIJ ONS AAN V: Uw naam is dat Gij mensen helpt, A: WEES ONZE HULP V: En dat Gij alles hebt gemaakt A: MAAK ALLES NIEUW V: en dat Gij ons bij name kent A: LEER ONS U KENNEN V: die Bron van Leven wordt genoemd A: DOE ONS WEER LEVEN V: die hebt gezegd: Ik zal er zijn A: WEES HIER AANWEZIG
Eerste lied - 275: 1, 2, 3 en 5 Heer onze Heer, hoe bent U aanwezig en hoe onzegbaar ons nabij. U bent gestadig met ons bezig onder uw vleugels rusten wij. U bent niet ver van wie U aanbidden niet hoog en breed van ons vandaan. U bent zo mens’lijk in ons midden dat U dit lied wel zult verstaan. U bent onzichtbaar voor onze ogen en niemand heeft U ooit gezien. Maar wij vermoeden en geloven dat U ons draagt, dat U ons dient. Heer onze Heer, hoe bent U aanwezig waar ook ter wereld mensen zijn. Blijf zo genadig met ons bezig, tot wij in U volkomen zijn.
Kyriegebed en glorialied door de cantorij - lied 299f
Inleiding op deze dienst en woorden bij de bloemschikking
De kinderen gaan naar de nevendienst
Zingen lied 313: 1 als gebed bij de opening van de Schriften Een rijke schat van wijsheid, schonk God ons in zijn woord. Heb moed, gij die op reis zijt, want daarmee kunt gij voort. Gods woord is ons een licht, en elk die in vertrouwen daarnaar zijn leven richt, die zal erin aanschouwen des Heren aangezicht.
Schriftlezing Psalm 121 1 Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen? 2 Mijn hulp is van de HERE, die hemel en aarde gemaakt heeft. 3 Hij zal niet toelaten, dat uw voet wankelt, uw Bewaarder zal niet sluimeren. 4 Zie, de Bewaarder van Israël sluimert noch slaapt. 5 De HERE is uw Bewaarder, de HERE is uw schaduw aan uw rechterhand. 6 De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts. 7 De HERE zal u bewaren voor alle kwaad, Hij zal uw ziel bewaren. 8 De HERE zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid.
Zingen JdH 847: 1, 2 en 3 Rust mijn ziel! Uw God is Koning, heel de wereld zijn gebied; alles wisselt op zijn wenken, maar Hij zelf verandert niet. Ieder woelt hier om verand’ring, en betreurt ze dag aan dag, hunkert naar hetgeen hij zien zal, wenst terug ’t geen hij eens zag. Rust, mijn ziel! Uw God is Koning, wees tevreden met uw lot; zie hoe alles hier verandert en verlang alleen naar God.
Overweging
Zingen: Melodie 221 Zo vriendelijk en veilig als het licht Zoals een arm vertroostend om mij heen, zo teder ligt uw liefde om mijn leven. Ben ik soms moe en moederziel alleen op smalle paden en langs steile wegen en is mijn hart zo hard gelijk een steen, Gij streelt mij zacht uw vingers zijn een zegen. Zoals een arm, zo vriendelijk en zacht hebt Gij uw liefde om mij heen geslagen; altijd als ik geen morgen meer verwacht vraagt Gij vandaag het nog met U te wagen. Mijn God als moet ik door de langste nacht, Gij zult mij slapend in uw armen dragen! Tijdens het naspel komen de kinderen terug
Gedachtenis aan de gestorvenen
Inleidend woord
Tussen het noemen van de namen zingt de Cantorij: Als jouw naam klinkt Als jouw naam klinkt, zie ik even hoe je liep en wat je zei Wat er altijd is gebleven, van jouw leven diep in mij
Johannes Wilhelmus van der Hulst; 74 jaar Martinus Albert van de Klippe; 84 jaar Gerard Braakman; 75 jaar Lamberta Alberdina Wijnhout - van Dam; 81 jaar Johanna Dijkslag - Bouwmeester; 97 jaar Aleida Johanna te Winkel - Mulder; 84 jaar Margje Dijkslag - Veldman; 82 jaar Flip Ruitenberg; 62 jaar Johannes Bakker; 81 jaar
Als jouw naam klinkt, stroomt er water uit mijn ogen door mijn ziel Onze dromen, plan voor later, tijd die in het water viel
Hendrika Gerdina Wilhelmina Eisenga - Prins; 83 jaar Jan Geusebroek; 101 jaar Wilhelmina Johanna Herder - van Asten; 85 jaar Anton Valk; 76 jaar
Louis van Munster; 77 jaar Hendrikje ten Broeke - Dijkslag; 80 jaar Gerrit van der Beek; 81 jaar Jan Willem Morrenhof; 90 jaar Berendina Johanna Oldenhof - van der Kolk; 74 jaar
Nu jouw naam klinkt, komt tot leven hoe je mij hebt meegemaakt Meegeschapen, weggegeven, mijn bestaan hebt aangeraakt
Hendrik van Munster; 80 jaar Robert van der Heijden; 89 jaar Johanna Maria de Weerd - Dijk; 68 jaar Berend Veldkamp; 61 jaar Johanna Bartels - van der Kolk; 86 jaar Egberdina Roelofina Stegeman - Hoes; 89 jaar Jacobje Fortanier - Feenstra; 76 jaar Margaretha Antje van Andel - Donker; 85 jaar Wigertje Stegeman - Onderdijk; 83 jaar
Nu jouw naam klinkt, wacht ik onder onze levens eens een hand. Ook al voelt nu alles zonder, God brengt ons weer in verband
Een kaars wordt aangestoken voor alle mensen
Uitnodiging voor de aanwezigen om een kaarsje aan te steken De cantorij zingt: Als alles duister is
Gedicht: Herinneringen Jou herinneren is jou ontmoeten. Jou herinneren is jou weer zien. Jou herinneren is het goede van jou voort laten leven Jou herinneren is loslaten wat voorbij is Jou herinneren is loslaten wat onvruchtbaar bleek Jou herinneren is toelaten wat toekomst brengt Jou herinneren is jou nog eens anders zien Jou herinneren is jou zien vanuit een ander levenslicht Jou herinneren is stilstaan om verder te kunnen gaan
Een moment van stilte
Zingen: lied 887 Cantorij 1 Wees stil en weet: Ik ben uw God. Wees stil en weet: Ik ben uw God. Wees stil en weet: Ik ben uw God. Cantorij 2 Ik ben het die u helen zal. Ik ben het die u helen zal. Ik ben het die u helen zal. Allen 3 Op U vertrouw ik, goede God. Op U vertrouw ik, goede God. Op U vertrouw ik, goede God.
Gebed, voorbeden en gezamenlijk het Onze Vader Onze Vader die in de hemel zijt, Uw naam worde geheiligd, Uw Koninkrijk kome, Uw wil geschiede, gelijk in de hemel zo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.
Collecte
Laatste lied - 416 Ga met God en Hij zal met je zijn, jou nabij op al je wegen met zijn raad en troost en zegen. Ga met God en Hij zal met je zijn. Ga met God en Hij zal met je zijn: bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden. Ga met God en Hij zal met je zijn. Ga met God en Hij zal met je zijn: in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen. Ga met God en Hij zal met je zijn. Ga met God en Hij zal met je zijn tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten. Ga met God en Hij zal met je zijn.
Zending en zegen
Ieder mens draagt in het leven Naast vreugde ook verdriet Soms raak je juichend wolken aan Soms zie je de einder niet Zit je gevangen in een dal Van diepe duisternis Ben je gegrepen door de kolk Van angst en droefenis Weet dan: God laat ons niet alleen Ook door mensen reikt Hij ons de hand Al is de nevel nog zo dicht Hij geeft een overkant Hij laat de ochtend gloren Schept weer een nieuwe dag Hij zorgt ervoor dat keer op keer Na iedere duistere nacht, steeds weer de morgen wacht