20ste verjaardag van de wet op het dierenwelzijn en de dierenbescherming - vrijdag 1 december 2006 Mevrouw, Monseigneur Mevrouw de voorzitter Collega’s-Senatoren Vertegenwoordigers van de dierenrechtenorganisaties Dames en heren Beste dierenvrienden Ik ben blij dat ik namens de Sp.a in het algemeen en meer in het bijzonder de Sp.a-SPIRIT-senaatsfractie, vandaag het woord tot u mag richten naar aanleiding van de 20ste verjaardag van de wet op het dierenwelzijn en de dierenbescherming. “Het niveau van een beschaving kan worden gemeten aan de wijze waarop met dieren omgegaan wordt.” Dit is een citaat van Mohandas K. Mahātma Gandhi. We kunnen ons daarom afvragen waar we op dat vlak momenteel in België staan. Het doel van de wet van 14 augustus 1986 was, zoals de memorie van toelichting vermeldt, “de dieren te beschermen en hun welzijn te bevorderen”. In de bespreking van de artikelen staat dat de wet tot doel heeft elk dier dat zich ‘onder de hoede van de mens’ bevindt, ‘te beschermen en zijn welzijn te verzekeren’. Welzijn moeten we niet alleen bevorderen, maar ook verzekeren. Bescherming van de dieren, zegt de memorie van toelichting, is ‘eerder een passief begrip waarbij de verdediging van de dieren tegen menselijke daden van wreedheid het kenmerk uitmaakt’. En verder: ‘De levensomstandigheden van het dier in de moderne maatschappij zijn dermate gewijzigd dat men thans op grond van een daarbij aansluitende ethische bezinning veel verder wil gaan: ook het ‘algemeen welzijn’ der dieren moet ‘actief worden nagestreefd’, waarmee bedoeld wordt dat ‘in hun behoeften moet worden voorzien’. Twintig jaar geleden werd deze problematiek al erkend. Hoewel verschillende uitvoeringsbesluiten werden genomen en diverse uitwassen al werden verboden bestaan een aantal aangekaarte problemen nog steeds. Er is dus nog een stuk weg af te leggen. In juni van dit jaar verscheen mijn boek ‘Iedereen veilig’, waarin ik eveneens een hoofdstuk aan dierenwelzijn wijd. Na het lezen van het boek ‘Moordenaars en hun motieven. Monsters of mensen?’ van Jef
Vermassen, had ik het gevoel dat ik dit hoofdstuk wel kon afsluiten met de zin ‘Voor sommige dieren heb ik meer respect dan voor sommige mensen.’ Het is misschien sterk uitgedrukt, maar vandaag bij deze gelegenheid zeker op zijn plaats. Dierenwelzijn is al lang een van de thema’s waaraan ik aandacht besteed. De impact van dieren op het alledaagse leven van heel wat mensen wordt vaak onderschat. Daarom is een beleid dat gericht is op het samenleven tussen mensen en dieren bijzonder zinvol, en moet er ook (meer) aandacht besteed worden aan concrete wetgeving daarrond. Met mijn initiatieven rond dierenwelzijn, zowel als senator, voorheen als federaal volksvertegenwoordiger, als als burgemeester, wil ik inspelen op de bekommernis van vele mensen die begaan zijn met het lot van weerloze dieren. Het is de taak van politici om aandacht te hebben voor en bezig te zijn met materies waarvan de burgers wakker liggen. Dierenrechten en dierenwelzijn zijn wat mij betreft in die zin dan ook een volwaardige politieke thema’s. Dat dierenwelzijn een thema is waaraan heel wat mensen belang hechten blijkt onder meer uit de volgende gegevens. Naast miljoenen dieren in landbouwbedrijven beschikt volgens recent onderzoek van het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties (OIVO), 1 op 2 gezinnen in België over een huisdier. Het gaat in totaal over 4.890.000 huisdieren. In bijna de helft van de gevallen is dat een hond of een kat. Het reële aantal honden en katten in ons land ligt nog hoger, want viervoeters die in dierenasielen (in 2001 ging het om 38.169 honden en 27.839 katten), dierenpensions en dierenwinkels verblijven zijn niet meegerekend. Daarnaast is er ook nog een onbekend aantal zwerfhonden en zwerfkatten. Bij de Belgische gezinnen die een huisdier hebben (48%), tellen we gemiddeld 2,3 dieren per gezin. Vlamingen hebben iets minder huisdieren dan Walen, maar als ze er hebben, dan zijn het er gemiddeld meer. Mensen in alle leeftijdscategorieën hebben huisdieren, maar vooral veertigers hebben vaak een hond, een kat een vogel of een knaagdier in huis. Dat komt allicht omdat ook in die groep het aantal kinderen in het gezin hoger ligt. En, zoals uit onderzoek blijkt, gezinnen met kinderen houden vaker huisdieren dan gezinnen zonder kinderen. Ook de zorg die mensen aan hun huisdier besteden neemt toe. In België bedraagt de omzet voor huisdierenproducten zo’n 500 miljoen
euro, en neemt nog steeds toe. Ook de uitgaven voor verzorging nemen toe (denk aan bijvoorbeeld bezoeken aan hondenkapsalons). De cijfers tonen aan dat Belgen tuk zijn op huisdieren. Ze bezitten er ook meer dan de gezinnen in de ons omringende landen. Waar er bij ons 10,4 honden per honderd inwoners zijn, telt Nederland er 9,4, het Verenigd Koninkrijk 10,2 en Duitsland 5,7. België telt ook veel katten. Belgen hebben er 16,3 per honderd inwoners, Nederlanders 14,4, Britten 12,5 en Duitsers 8,4. De cijfers maken duidelijk dat de impact van huisdieren op het leven van mensen erg groot is. Daarom, ik herhaal het, is een beleid dat gericht is op het samenleven tussen mensen en dieren bijzonder zinvol. Eventuele problemen dienen daarom beter preventief aangepakt te worden. Het feit dat ik naast senator ook burgemeester van de stad Sint-Truiden ben heeft zo zijn nadelen, niet in het minst omdat er niet meer veel tijd overblijft voor een privé-leven. Een groot voordeel is wel, dat je dingen die op lokaal vlak spelen, naar het federale parlement kan meenemen, en vice versa. Ik wil dan ook graag, weliswaar zonder volledig te zijn, een greep doen uit de realisaties en initiatieven van de laatste jaren.
1. In 2002 startte ik als burgemeester van Sint-Truiden met een dienst dierenpolitie die zich bezighoudt met klachten over mishandeling of verwaarlozing van dieren. We gaan ervan uit dat niet elke politievrouw of -man op de hoogte kan zijn van alle specifieke details die betrekking hebben op dieren. Ik pleit er dan ook voor dan er minstens één politieagent per korps zich zou specialiseren in de problematiek van dierenwelzijn. In die zin heb ik deze week nog een brief gericht aan vice-premier en minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael, met de vraag dit via omzendbrief te suggereren aan alle lokale politiezones. In 2002 zijn wij in de politiezone Sint-Truiden - Gingelom Nieuwerkerken gestart met het proefproject rond dierenpolitie. Bij de invulling van het concept zijn we uitgegaan van drie kerntaken. Eerst en vooral wilden we meer aandacht besteden aan preventie en sensibilisering. Pas in tweede instantie wilden we verbaliseren. Ten slotte wilde de politie werken aan diervriendelijke methode om probleemsituaties op te lossen. Er werd een informatiefolder over
de dierenpolitie uitgegeven om de bevolking in Sint-Truiden te sensibiliseren. De Sint-Truidense dierenpolitie bestaat intussen 4 jaar. In die periode werden er 2 949 meldingen in verband met dieren verwerkt. In 2002 waren er 517 meldingen. In 2006 waren er tijdens de eerste drie kwartalen al 662. Er werden 85 processen-verbaal opgesteld. Dat komt overeen met 1 pv per 28 meldingen. Dat wijst erop dat de functie van de dierenpolitie vooral preventief en in mindere mate repressief is. 53 keer werd een pv opgemaakt voor overtreding van de wet op de dierenbescherming. De afdeling dierenpolitie van de lokale politie Sint-TruidenGingelom-Nieuwerkerken ontving trouwens de Award van de stichting Prins Laurent in 2003 voor hun bezorgdheid voor het dierenwelzijn. 2. Vorig jaar tijdens de vakantieperiode heb ik mij als vrijwillig tussenkomende partij gemeld in de zaak rond de verwaarlozing van 12 honden en 4 katten in Sint-Truiden. De dierenrechtenorganisatie BLID ( Belgische Landelijke Inspectiedienst voor Dierenwelzijn) liet de dieren opnemen in het dierenasiel van Sint-Truiden. Van de Federale Overheidsdienst Dierenwelzijn moesten de dieren terug naar de eigenaar. Ik heb dit kunnen verhinderen door een beroep te doen op de nieuwe gemeentewet, en kreeg gelijk van de Raad van State. De dieren konden in het asiel blijven. 3. Zeer recent sloten de lokale politie Sint-Truiden - Gingelom Nieuwerkerken en de VZW Dierenasiel een samenwerkingsakkoord af in verband met loslopende dieren. Wij zijn hiermee de eerste politiezone die een dergelijk initiatief neemt. De V.Z.W. Dierenasiel zal instaan voor de vangst en de opvang van de dieren. Jaarlijks komen er zo’n 400 meldingen van loslopende dieren binnen. 4. Begin november kondigde ik mijn intentie aan om, naar aanleiding van een gerechtelijke uitspraak door het hof van beroep in Antwerpen, de wet op het dierenwelzijn te verstrengen. Na talrijke reacties was het voor mij duidelijk dat we nog een stap verder moesten gaan. Daarom nemen we in de wet expliciet op dat seks met dieren gewoonweg verboden is. Begin dit jaar werd een man die seks had met dieren voorwaardelijk veroordeeld voor openbare zedenschennis omdat
hij foto’s op het internet had geplaatst, maar niet op basis van de wet op het dierenwelzijn. Een aanpassing was hier dus noodzakelijk. Deze week werd in de commissie voor de Sociale Aangelegenheden een wetsvoorstel van mevrouw Christine Defraigne goedgekeurd, dat een verhoging van de maximumstraf van drie naar zes maanden inhoudt, met de bedoeling de rechter meer mogelijkheden te geven om inbreuken op de wet in verband met dierenwelzijn te bestraffen. Dit is opnieuw een stap in de goede richting. 5. Ik pleit ervoor om dierenwelzijn als een apart volwaardig beleidsdomein in te schrijven in steden en gemeenten. Ik zie daartoe twee mogelijkheden: door een schepen expliciet de bevoegdheid te geven, zoals dat bijvoorbeeld nu al in Bredene gebeurt en Antwerpen zal gebeuren, of door zoals in Sint-Truiden in de politiewerking van dierenwelzijn een specifieke bevoegdheid te maken. Dit is voor mij geen of-ofverhaal, maar een enenverhaal. Ik ben ervan overtuigd dat er voor een schepen van dierenwelzijn en/of dierenpolitie nog heel wat werk weggelegd is. Dierenwelzijn gaat nu eenmaal niet alleen over het terugbrengen van verloren gelopen honden of het aanpakken van het zwerfkattenprobleem. Bijvoorbeeld onze kinderen leren omgaan met dieren is een belangrijke taak, waarin scholen, ouders én gemeentebestuur elkaar moeten vinden.
Het feit dat er de laatste jaren heel wat initiatieven werden genomen rond dierenwelzijn, betekent niet dat we nu op onze lauweren kunnen rusten. Er blijft nog heel veel te doen.
In Nederland komt de Partij voor de Dieren voor het eerst in de Tweede Kamer. De aandacht voor het dierenwelzijn in het algemeen en in Nederland in het bijzonder zal hierdoor hoe dan ook toenemen. Maar uiteraard zal dit ook zijn impact hebben voor België en Vlaanderen en alle dierenliefhebbers kunnen hier alleen maar tevreden over zijn. Omwille van democratische redenen vind ik het echter beter dat alle democratische partijen aandacht zouden hebben voor het dierenwelzijn in plaats van dat er één specifieke partij zich hierop profileert. Een democratie kan immers niet werken als er veel
splinterpartijen zijn, die zich maar om één maatschappelijk thema bekommeren. Als je het mij vraagt, ben ik matig tevreden met de uitslag van deze aparte dierenpartij. Het bevestigt dat de traditionele partijen te weinig aandacht hebben voor het dierenwelzijn. Ook in België gaat dit laatste nog op. Als burgemeester en senator, die zich nogal bekommert om het dierenwelzijn en die op dit vlak al heel wat initiatieven heeft genomen, weet ik wat sommige collega’s daarover denken. Bij manier van spreken worden wij soms niet au sérieux genomen met deze voorstellen. Maar let op: nu de dierenwelzijnsproblematiek, door deze verkiezingsuitslag in Nederland, misschien (nog meer) in de media zal komen, zullen velen zich geroepen voelen om ineens ook initiatieven te nemen. Misschien wel juist diegenen, die gisteren nog lachten met mensen, die parlementaire en/of andere initiatieven rond dierenwelzijn genomen hebben. Maar dit is voor mij geen zorg, het kan de dieren en de mensen enkel maar ten goede komen! Ik dank u voor uw aandacht.