Nr.
Samenlevingsovereenkomst met accessoir opstalrecht
#/#/20#
Heden, # tweeduizend #, zijn voor mij, Dirk MICHIELS - Lieve STROEYKENS – Kathleen PELGRIMS, notaris te Aarschot, verschenen: #De heer #Mevrouw #, geboren te # op #, rijksregister nummer #, wonende te #, #, #ongehuwd. Hierna “grondeigenaar” te noemen, en #Mevrouw #De heer #, geboren te # op #, rijksregister nummer #, wonende te #, #, #ongehuwd. Hierna “opstalhouder” te noemen. UITEENZETTING. Partijen willen samenwonen op een georganiseerde manier buiten het huwelijk. Zij beseffen dat het samenwonen verbintenissen doet ontstaan, zowel onderling als tegenover derden. Er moet ook een regeling worden getroffen voor het geval één van de partijen zou overlijden of bij een relatiefbreuk. Derhalve vragen zij mij, notaris, een akte op te maken van de volgende overeenkomst. OVEREENKOMST. ARTIKEL 1. Bijdrage in de lasten van het samenleven. A. De lasten van het samenleven. De lasten van het samenleven zijn: - de kosten van levensonderhoud voor beide partijen en voor (al dan niet gemeenschappelijke) inwonende kinderen: voeding en kledij; gezondheidszorgen, met inbegrip van de hospitalisatieverzekering en van de hospitalisatiekosten na tussenkomst van de verzekering en/of het ziekenfonds; - huisvestingskosten: . de huur van de gezinswoning (als die gehuurd wordt), . de gewone onderhouds- en herstellingskosten, de verwarmingskosten en de andere nutsvoorzieningen, de verzekeringspremies en de belastingen van de gezinswoning die exclusief of voor méér dan de helft aan één van de partijen toebehoort, . alle kosten met betrekking tot de gezinswoning die voor de helft aan iedere partij toebehoort; - autokosten, met uitzondering van de kosten van aankoop en de grote herstellingskosten van de auto die exclusief toebehoort aan één van de partijen; 1
en voor het overige alle uitgaven bedoeld in artikel 1477 § 3 van het Burgerlijk Wetboek naar analogie met deze bedoeld in artikel 221 van het Burgerlijk Wetboek, de rechtspraak en rechtsleer in dit verband. Worden niet als lasten van het samenleven aanzien en moeten door iedere partij afzonderlijk worden gedragen: de kosten van onderhoud van de niet-inwonende kinderen van de ene of andere partij, de kosten van hobby's, reizen en vrijetijdsactiviteiten behalve indien ze door beide partijen werden uitgeoefend, genoten en/of besteld. B. De bijdrage. Algemeen. Ik, notaris, wijs partijen erop dat samenwonenden moeten bijdragen in de lasten van het samenleven naar evenredigheid van hun mogelijkheden en dat andersluidende afspraken niet rechtsgeldig zijn. Over de correcte besteding van inkomsten tot dekking van de lasten van het samenleven moet, behoudens in de hierna vermelde gevallen, niet worden afgerekend. Partijen worden geacht hun bijdrage van dag tot dag te hebben geleverd en deze bijdrage kan trouwens ook door werkzaamheden in het huishouden en opvoeding van de kinderen worden geleverd. Indien één van de partijen kan bewijzen dat hij/zij kennelijk teveel heeft bijgedragen in de lasten van het samenleven ontstaat recht op vergoeding voor de partij die onevenredig veel heeft bijgedragen, naar analogie met de rechtspraak en rechtsleer in verband met de bijdrage in de gezinslasten voor gehuwden. Betalingen, andere dan gewone onderhoudsen herstellingskosten, kosten van verwarming en andere nutsvoorzieningen, verzekeringen, belastingen en interesten, die door één partij zijn gedaan voor een onroerend goed dat exclusief of voor meer dan de helft toebehoort aan een andere partij geven eveneens recht op vergoeding, geherwaardeerd naar analogie met artikel 1435 van het Burgerlijk Wetboek. Concreet. #OFWEL (indien beiden werken): Iedere partij zal bijdragen in de lasten van het samenleven naar evenredigheid van zijn mogelijkheden. Indien één van de partijen zou ophouden te werken zal die zijn bijdrage leveren door werkzaamheden in het huishouden. #OFWEL (indien één van de partijen niet werkt): # (de partner die niet werkt) zal zijn/haar bijdrage 2
leveren door het huishouden te verzorgen en de kinderen op te voeden, en zo zijn/haar levensgezel in de mogelijkheid te stellen zich ten volle toe te wijden aan zijn/haar beroepsleven. # (de partner die werkt) zal geldelijk instaan voor de lasten van het gezin. Indien beide partijen zouden werken zullen ze ieder bijdragen in de lasten van het samenleven naar evenredigheid van hun mogelijkheden. #OFWEL (indien één van de partijen deeltijds werkt): # (de partner die deeltijds werkt) zal zijn/haar bijdrage leveren, deels geldelijk, deels door de huishouding te verzorgen en de kinderen op te voeden. # (de partner die voltijds werkt) zal zijn/haar bijdrage leveren door het overschot van de lasten te dragen. Indien beide partijen in de toekomst voltijds zouden werken zullen ze ieder bijdragen in de lasten van het samenleven naar evenredigheid van hun mogelijkheden. #OFWEL (gedetailleerde kostenverdeling): Iedere partij zal bijdragen in de lasten van het samenleven zoals hierna aangeduid: # zal enkel ten laste nemen de kosten van verwarming, kleding en voeding. # neemt de overige kosten ten laste. #[of] Partijen verklaren een gemeenschappelijke rekening te hebben geopend bij de # Bank met nummer #. Zij verbinden zich ertoe deze rekening de hiernavolgende bijdragen te storten : # een bedrag van # euro en # een bedrag van # euro. Partijen erkennen dat hogervermelde regeling rekening houdt met hun huidige inkomsten; ze verbinden er zich toe deze regeling in de toekomst desgevallend aan te passen indien hun inkomsten met méér dan 10 % toenemen of afnemen ten opzichte van hun huidige inkomsten. C. Autonomie. Voor het overige bestuurt iedere partij zijn vermogen autonoom voor zover hij daarbij de gezinsbelangen niet schaadt, waarbij: - inkomsten bij voorrang moeten besteed worden aan de lasten van het samenleven; - de ene partij bij leven niet zonder de instemming van de andere partij mag beschikken over de rechten die hij heeft op de gezinswoning en deze ook niet met hypotheek mag bezwaren. Dezelfde bescherming geldt voor het huisraad en voor de gezinswoning die door één van de 3
partijen is gehuurd. ARTIKEL 2. Lot van de roerende goederen. A. Principes Iedere partij behoudt de volle eigendom van zijn roerende goederen, van de inkomsten van deze goederen en van zijn beroepsinkomsten, onder voorbehoud van zijn bijdrageplicht in de lasten van het samenleven naar evenredigheid van zijn mogelijkheden. De goederen die samen zijn aangekocht en de goederen waarvan het eigen karakter niet kan worden aangetoond behoren hen in onverdeeldheid toe. Behoudens tegenbewijs worden de inboedel en roerende voorwerpen in de gezinswoning geacht hen in onverdeeldheid (ieder voor de helft) toe te behoren. Partijen zorgen samen voor het onderhoud, de herstelling, de vervanging of uitbreiding ervan naar evenredigheid van hun mogelijkheden. De inhoud van koffers gehuurd bij financiële instellingen door één van de partijen wordt vermoed de exclusieve eigendom te zijn van de titularis ervan. Effecten op naam en onroerende goederen zijn eigendom van de persoon die door het aandelenregister, de titel of de akte als titularis is aangeduid. De kleding, juwelen, goederen voor persoonlijk gebruik en goederen die verband houden met de uitoefening van het beroep worden geacht hen persoonlijk als eigen goed toe te behoren. Voor het overige zal het karakter van eigen goed mogen bewezen worden met alle rechtsmiddelen. Partijen erkennen door mij, notaris, te zijn ingelicht over het feit dat schriftelijk bewijs vereist is voor alle zaken boven 375 euro. #Eventueel: Partijen hebben mij, notaris, een lijst overhandigd van de roerende goederen die exclusief aan iedere partij toebehoren. Deze exclusieve eigendomsrechten worden wederzijds erkend. Deze lijst zal, na "ne varietur" door de partijen en mij, notaris, te zijn ondertekend, hieraan gehecht blijven. Indien er een einde zou komen aan het samenleven om een andere reden dan het overlijden van één van de partijen zal iedere partij de hem/haar toebehorende roerende goederen terug kunnen meenemen. B. Beding van aanwas Bij beëindiging van het samenleven door het overlijden van één van de partijen zal het aandeel van de overledene in de roerende goederen die hen in onverdeeldheid toebehoren en die zich in, onder, op of 4
rondom de gezinswoning bevinden in volle eigendom aangroeien bij dat van de langstlevende. Deze aanwas is tussen partijen overeengekomen ten titel van kanscontract onder bezwarende titel. Elke partij staat daarbij zijn aandeel in deze onverdeelde roerende goederen af aan de andere onder de opschortende voorwaarde van zijn vooroverlijden. Als tegenprestatie voor deze afstand verkrijgt degene die afstaat een gelijke kans om het aandeel van de andere te verwerven indien hij het langst leeft. Deze overeenkomst wordt bovendien gesloten onder de volgende voorwaarden: a) Vermits het een kansovereenkomst onder bezwarende titel betreft zal er geen enkele vergoeding verschuldigd zijn door de langstlevende aan de erfgenamen van de eerststervende. Partijen achten voor zichzelf de kansen gelijkwaardig om het aandeel van de langstlevende in deze onverdeelde roerende goederen te verwerven. b) Deze aanwas zal zich uitstrekken tot alle roerende goederen, waarden, titels en sommen welkdanig die zich in, onder, op of rondom de gezinswoning bevinden en de waarvan de erfgenamen van de eerststervende het eigen karakter niet kunnen bewijzen op grond van artikel 1341 van het Burgerlijk Wetboek. De bedragen die uit hoofde hiervan nog zouden verschuldigd zijn bij overlijden van de eerststervende zullen uitsluitend ten laste zijn van de langstlevende die deze goederen in volle eigendom verkrijgt. c) Deze overeenkomst is onlosmakelijk verbonden met het samenleven van partijen en wordt afgesloten onder de ontbindende voorwaarde van het beëindigen van het samenleven gedurende minstens zes maanden (bij duurzame ontwrichting van de relatie, dus geen toevallige of door de omstandigheden opgedrongen onderbreking van de samenwoning, bijvoorbeeld als gevolg van een verblijf in een ziekenhuis of een verblijf in het buitenland van één van de partijen om beroepsredenen), wat afdoende zal kunnen bewezen worden door een aparte domiciliëring. Indien het samenleven na een onderbreking, zij het langer dan zes maanden, terug zou hervat worden treedt deze overeenkomst automatisch opnieuw in werking, ook voor de roerende goederen die in onverdeeldheid aan beide partijen toebehoorden vóór deze onderbreking. d) Partijen verbinden er zich toe hun aandeel in de roerende goederen die hen in onverdeeldheid toebehoren niet te vervreemden, te verpanden of te verhuren, en er geen enkel ander recht op toe te staan zonder de 5
toestemming van de andere, zolang deze overeenkomst van kracht blijft tussen hen. e) Partijen zijn er door mij, notaris, op gewezen dat zij, om bewijsredenen, best van elke aankoop een factuur op beider naam laten opmaken en/of de betaling doen via een rekening die op beider naam is geopend, ofwel op geregelde tijdstippen een overzicht maken van alle goederen voorwerp van een mogelijke aanwas. Ik, notaris, wijs hen erop dat er meer zekerheid over de uitwerking van dit beding van aanwas bestaat bij wettelijk samenwonenden gelet op het vermoeden van onverdeeldheid voor goederen waarvan het eigen karakter niet kan bewezen worden. C. Aankoop van eigen roerende goederen (alleen voor welbepaalde – waardevolle – roerende goederen eigendom van één van de partijen) # heeft recht hebben om, indien hij/zij het langst leeft, de volgende roerende goederen, toebehorende aan #, van diens erfgenamen aan te kopen: # (opsomming of aangehechte lijst). De erfgenamen zijn zowel de wettelijke erfgenamen, de legatarissen als de begiftigden van # die zijn nalatenschap effectief verkrijgen. De prijs zal in onderling akkoord tussen de erfgenamen en de langstlevende vastgesteld worden, en bij gebreke daaraan door een deskundige die voor gemene rekening zal werken en die zal worden aangeduid in onderling overleg of, bij gebrek aan akkoord, door de voorzitter van de familierechtbank van de laatste woonplaats van de overledene op verzoek van de meest gerede partij. Partijen zijn gebonden zijn aan de beslissing van de deskundige die wordt vrijgesteld van alle pleegvormen en formaliteiten welkdanig, met dien verstande dat de langstlevende zich het recht voorbehoudt om nadat de waarde zal zijn bepaald alsnog geen gebruik te maken van zijn voorkeurrecht en af te zien van de aankoop, in welk geval de kosten van de deskundige dan wel volledig te zijnen laste vallen. De langstlevende zal aan de erfgenamen of aan de notaris gelast met de vereffening van de nalatenschap van de eerststervende kennis geven van zijn aankoopintentie binnen de vier maanden na het overlijden van de eerststervende of binnen de maand nadat hij hierom verzocht werd. De prijs moet betaald worden binnen de maand nadat de prijs is bepaald. De overlevende zal in ieder geval kosteloos het genot en 6
gebruik hebben van de eigen roerende goederen van de overledene tijdens dezelfde periode, onverminderd het levenslang vruchtgebruik bij wettelijk samenwonenden indien aan de voorwaarden voldaan is. In de mate de langstlevende zelf tot de nalatenschap komt dient hij/zij uiteraard enkel de gerechtigdheden van de overige erfgenamen te betalen. Partijen verbinden er zich toe om enkel in onderling overleg over deze roerende goederen te beschikken. ARTIKEL 3. Lot van de gezinswoning. 3.1. De grondeigenaar is eigenaar van: Beschrijving. Stad/#Gemeente # - Afdeling #. Een perceel BOUWGROND gelegen #, gekadastreerd volgens titel sectie # nummer # voor een oppervlakte van # are # centiare en volgens recent kadastraal uittreksel sectie # nummer # voor dezelfde oppervlakte. Eigendomstitel. Dit goed is eigendom van de grondeigenaar om hem aangekocht te hebben van # ingevolge akte verleden voor notaris # te # op #, overgeschreven op het # hypotheekkantoor te # onder formaliteit nummer #. 3.2. Verzaking aan het recht van natrekking – Vestiging van een accessoir opstalrecht. De grondeigenaar verzaakt met betrekking tot de onverdeelde helft van deze bouwgrond aan het recht van natrekking en geeft machtiging tot bouwen aan de opstalhouder om er samen met hem een woning op te richten die hen elk voor de onverdeelde helft zal toebehoren. De grondeigenaar verleent derhalve aan de opstalhouder, die dit aanvaardt, een opstalrecht met betrekking tot de onverdeelde helft van deze bouwgrond, onder de volgende voorwaarden: 3.2.1. Het opstalrecht wordt toegestaan en aanvaard op deze bouwgrond met alle erfdienstbaarheden en gemeenschappen, zonder waarborg van maat of oppervlakte en zonder waarborg voor verborgen gebreken, tegen een jaarlijkse vergoeding van vijfentwintig euro (€ 25,00) die de opstalhouder op 1 januari van ieder jaar zal overschrijven op de bankrekening van de grondeigenaar. 3.2.2. Het opstalrecht wordt toegestaan en aanvaard: #OFWEL (1ste keuzemogelijkheid): voor de duur van de samenwoning van partijen, ter vrijwaring van hun gemeenschappelijk levenskader. #OFWEL (2de keuzemogelijkheid): tot bij het overlijden van opstalhouder, ter vrijwaring van het gemeenschappelijk levenskader van partijen 7
en, voor het geval de opstalhouder de langstlevende zou zijn, van het levenskader van de opstalhouder. #OFWEL (3de keuzemogelijkheid): tot bij het overlijden van de langstlevende van beide partijen, ter vrijwaring van hun gemeenschappelijk levenskader en van het levenskader van de langstlevende van hen beiden. STEEDS VERMELDEN: Het is een accessoir opstalrecht waarop de bepalingen van deze overeenkomst van toepassing zijn, ter uitsluiting van de bepalingen van de Opstalwet. 3.2.3. Het opstalrecht geeft aan de opstalhouder het recht om samen met de grondeigenaar gebouwen, werken en beplantingen op te richten, hierna “de gezinswoning” te noemen. De gezinswoning zal hen in onverdeeldheid, ieder voor een gelijk deel, toebehoren. Ik, notaris, wijs partijen erop dat alle kosten met betrekking tot de gezinswoning lasten van het samenleven zijn waarin iedere partij naar evenredigheid van zijn mogelijkheden moet bijdragen. 3.2.4. De opstalhouder mag zijn opstalrecht en zijn aandeel in de gebouwen voor de duur van zijn recht met hypotheek bezwaren en vervreemden met toestemming van de grondeigenaar. Het feit dat partijen samen een akte van hypotheekvestiging tekenen houdt deze toestemming in. 3.2.5. Partijen zullen alle belastingen op de gezinswoning betalen gedurende de duur van dit opstalrecht naar evenredigheid van hun mogelijkheden. 3.2.6. Partijen zullen de gezinswoning voor de volle heropbouwwaarde, met afschaffing van de evenredigheidsregel, verzekeren voor de duur van dit opstalrecht en er de premies van betalen naar evenredigheid van hun mogelijkheden. Zij moeten de gezinswoning in goede staat onderhouden en er alle herstellingen aan doen die nodig zijn om waardevermindering te vermijden. 3.2.7. Het opstalrecht gaat teniet: STEEDS VERMELDEN (dan gaat het dus steeds teniet): - hetzij door de verbreking van de samenwoning gedurende een ononderbroken periode van zes maanden (bij duurzame ontwrichting van de relatie, dus geen toevallige of door de omstandigheden opgedrongen onderbreking van de samenwoning, bijvoorbeeld als gevolg van een verblijf in een ziekenhuis of een verblijf in het buitenland van één van de partijen om beroepsredenen); BIJKOMEND 1 v/d 3 keuzemogelijkheden vermelden: #OFWEL (1ste keuzemogelijkheid): - hetzij door het overlijden van één van de partijen. 8
#OFWEL (2de keuzemogelijkheid): - hetzij, voor het geval de grondeigenaar de langstlevende is, bij het overlijden van de opstalhouder; - hetzij, voor het geval de opstalhouder de langstlevende is en partijen bij het overlijden van de grondeigenaar nog samenwonen in de gezinswoning, door het overlijden van de opstalhouder. #OFWEL (3de keuzemogelijkheid): - hetzij door het overlijden van beide partijen, op voorwaarde dat partijen bij het overlijden van de eerststervende van hen nog samenwonen in de gezinswoning. STEEDS VERMELDEN: Alle bij het beëindigen van het recht van opstal bestaande opstallen zullen toebehoren aan de grondeigenaar of zijn rechtsopvolgers, mits een vergoeding te betalen aan de opstalhouder of zijn rechtsopvolgers binnen de zes maanden na het einde van het opstalrecht (of, indien de waarde dan nog niet zou bepaald zijn, binnen de maand nadat de waarde zal bepaald zijn) ten belope van de helft van de waarde van de op dat ogenblik bestaande opstallen, onder voorbehoud van de gerechtigdheden die de langstlevende zou verkrijgen in de nalatenschap van de eerststervende of ingevolge een aanwasbeding. Deze waarde zal tussen partijen of hun rechtsopvolgers worden vastgesteld in gemeen overleg, en bij gebreke hieraan door een deskundige die zal worden aangeduid in onderling overleg of, bij gebrek aan akkoord, door de voorzitter van de familierechtbank van de laatste gemeenschappelijke woonplaats van partijen op verzoek van de meest gerede partij. Partijen zijn gebonden zijn aan de beslissing van de deskundige die tegensprekelijk zal tewerk gaan, door beide partijen (ieder voor de helft) zal worden betaald en hierbij reeds wordt vrijgesteld van alle pleegvormen en formaliteiten welkdanig. Eventueel toevoegen (bij onevenredige investeringen die gekend zijn bij het opstellen van de akte): Dit bedrag moet worden #ofwel: verhoogd (wegens een onevenredig hogere bijdrage van de opstalhouder) met een geïndexeerd bedrag van # euro (€ #) dat zich thans bevindt op bankrekening nummer # op naam van de opstalhouder. #ofwel: verminderd (wegens een onevenredig hogere bijdrage van de grondeigenaar) met een geïndexeerd bedrag van # euro (€ #) dat zich thans bevindt op bankrekening nummer # op naam van de grondeigenaar. Dit bedrag zal worden geïnvesteerd in de gezinswo9
ning. Het betreft hier een vermoeden waarvan het tegenbewijs enkel kan worden geleverd binnen de 5 jaar. De basisindex is de (gewone) index van de consumptieprijzen van de maand die de ondertekening van deze akte voorafgaat en de nieuwe index is de (gewone) index van de consumptieprijzen van de maand die de terugbetaling voorafgaat. #OPTIONEEL AANWASBEDING VAN DE OPSTALLEN (eventueel schrappen indien niet gewenst): 3.2.8. Partijen komen overeen dat bij overlijden van een van hen het deel van de overleden partner in de op dat ogenblik bestaande opstallen in volle eigendom, in blote eigendom of vruchtgebruik aanwast bij het deel in die opstallen toebehorende aan de langstlevende partner, althans indien de langstlevende hiervoor opteert in een verklaring bij notariële akte binnen de vier maanden na het overlijden van de eerststervende, waarbij partijen er door ondergetekende notaris zijn op gewezen dat de langstlevende wettelijk samenwonende partner thans een wettelijk erfrecht heeft op de gezinswoning met inboedel (behoudens ontervend testament), met bovendien de mogelijkheid om via testament de reserve van de ascendenten uit te sluiten, en daarbij kan genieten van vrijstelling van erfbelasting terwijl de aanwas onderworpen is aan registratiebelasting (verkooprecht). 3.3. Bescherming van de gezinswoning. De gezinswoning mag niet worden vervreemd, gehypothekeerd, met zakelijke rechten bezwaard of het voorwerp uitmaken van een akte die, om tegenstelbaar te zijn aan derden, moet worden in- of overgeschreven op het hypotheekkantoor gedurende de duur van deze overeenkomst, tenzij met wederzijds akkoord van de partijen. Dit geldt niet alleen voor de gezinswoning zelf maar ook voor de onderliggende bouwgrond. 3.4. Beding van voorkoop en voorkeur. Recht van voorkoop Ofwel is er een bod van een derde: dan zullen, bij de verkoop van de respectievelijke rechten in hogervermeld goed (grond en gebouwen), de partijen een voorkooprecht hebben. De aanbieding van het voorkooprecht en de eventuele uitoefening ervan moet te gebeuren overeenkomstig de termijnen en modaliteiten van de pachtwet van toepassing op het moment van de aanbieding van het voorkooprecht. Recht van voorkeur Ofwel wenst één van de partijen zijn gerechtigdheden in hogervermeld goed (grond en gebouwen) te verkopen of 10
uit onverdeeldheid te treden en is er geen bod van een derde: dan zullen de respectievelijke rechten van die partij in dit goed kunnen overgenomen worden door de andere partij naar analogie met de regels inzake de preferentiële overname van de gezinswoning voor gehuwden onder een gemeenschapsstelsel, met dien verstande dat de prijs in gemeen akkoord zal vastgesteld worden en bij gebreke hieraan door een deskundige die zal worden aangeduid in onderling overleg of, bij gebrek aan akkoord, door de voorzitter van de familierechtbank van de laatste gemeenschappelijke woonplaats van partijen op verzoek van de meest gerede partij, die tegensprekelijk zal tewerk gaan, door beide partijen (ieder voor de helft) zal worden betaald en hierbij reeds wordt vrijgesteld van alle pleegvormen en formaliteiten welkdanig. Partijen zijn gebonden zijn aan de beslissing van de deskundige, met dien verstande dat de partij die zijn wens tot overname heeft te kennen gegeven zich het recht voorbehoudt om nadat de prijs zal zijn bepaald alsnog geen gebruik te maken van zijn voorkeurrecht en af te zien van de overname, in welk geval de kosten van de deskundige dan wel volledig te zijnen laste vallen. 3.5. Vooroverlijden van de grondeigenaar – aankoop door de opstalhouder. De opstalhouder heeft het recht om, bij het vooroverlijden van de grondeigenaar, de grond en, voor zover er geen aanwas van de gebouwen plaatsvindt, de helft van de gebouwen aan te kopen van de erfgenamen van de grondeigenaar, hierna “de nalatenschap” te noemen. De erfgenamen zijn zowel de wettelijke erfgenamen, de legatarissen als de begiftigden van de grondeigenaar die zijn nalatenschap effectief verkrijgen. In de mate de opstalhouder zelf tot de nalatenschap komt moet hij uiteraard slechts de gerechtigdheden van de overige erfgenaam kopen als hij de aankoopoptie licht. De prijs zal in gemeen overleg tussen de opstalhouder en de nalatenschap worden vastgesteld, en bij gebreke daaraan door een deskundige volgens de procedure vermeld in artikel 3.4. (Recht van voorkeur). De opstalhouder zal kennis geven van zijn wens om tot aankoop over te gaan aan de notaris gelast met de vereffening van de nalatenschap bij ter post aangetekend schrijven verzonden binnen de vier maanden na het overlijden van de grondeigenaar of nadat hem de identiteit van de notaris gelast met de vereffening van de nalatenschap is ter kennis gebracht. Als er geen notaris zou gelast zijn met deze vereffening kan hij 11
eender welke erfgenaam, legataris en/of begiftigde aanschrijven die hem gekend is, bij gebreke waarvan het aan de erfgenamen, legatarissen en/of begiftigden is om zich zelf te manifesteren bij de opstalhouder zodat deze zijn intentie kan kenbaar maken aan eender wie van hen. Indien de verkoop tot stand komt moet de prijs binnen de vier maanden nadat deze zal bepaald zijn volgens hogervermelde procedure betaald worden aan de nalatenschap. #(Enkel toevoegen als het opstalrecht NIET eindigt bij het overlijden van de opstalhouder => 3de keuzemogelijkheid): 3.6. Vooroverlijden van de opstalhouder – aankoop door de grondeigenaar. De grondeigenaar heeft het recht om, bij het vooroverlijden van de opstalhouder en voor zover er geen aanwas van de gebouwen plaatsvindt, de helft van de gebouwen aan te kopen van de erfgenamen van de opstalhouder, hierna “de nalatenschap” te noemen. De erfgenamen zijn zowel de wettelijke erfgenamen, de legatarissen als de begiftigden van de opstalhouder die zijn nalatenschap effectief verkrijgen. In de mate de grondeigenaar zelf tot de nalatenschap komt moet hij slechts de gerechtigdheden van de overige erfgenamen kopen. De prijs zal in gemeen overleg tussen de grondeigenaar en de nalatenschap worden vastgesteld, en bij gebreke daaraan door een deskundige volgens de procedure vermeld in artikel 3.4. (Recht van voorkeur). De grondeigenaar zal kennis geven van zijn wens om tot aankoop over te gaan aan de notaris gelast met de vereffening van de nalatenschap bij ter post aangetekend schrijven verzonden binnen de vier maanden na het overlijden van de opstalhouder of nadat hem de identiteit van de notaris gelast met de vereffening van de nalatenschap is ter kennis gebracht. Als er geen notaris zou gelast zijn met deze vereffening kan hij eender welke erfgenaam, legataris en/of begiftigde aanschrijven die hem gekend is, bij gebreke waarvan het aan de erfgenamen, legatarissen en/of begiftigden is om zich zelf te manifesteren bij de grondeigenaar zodat deze zijn intentie kan kenbaar maken aan eender wie van hen. Indien de verkoop tot stand komt moet de prijs binnen de vier maanden nadat deze zal bepaald zijn volgens hogervermelde procedure betaald worden aan de nalatenschap. 12
#(Enkel toevoegen als de titel van de grondeigenaar een schenking is): 3.7. Tussenkomst van de schenker(s). Zijn hier tussengekomen : # Die, in hun hoedanigheid van schenkers van de hoger beschreven bouwgrond, na kennis te hebben genomen van alle bepalingen van de onderhavige akte, uitdrukkelijk verklaren er hun instemming mee te betuigen. Zij verbinden zich hoofdelijk en ondeelbaar met de grondeigenaar tot de waarborgen van rechte en van feite met betrekking tot hogervermeld opstalrecht, willende de opstalhouder te waarborgen tegen alle storingen en risico’s die kunnen voortspruiten uit de ontbinding of herroeping van hoger gemelde schenking, met verzaking aan alle rechten (zoals terugkeer en ontbinding) die dit zouden beletten. Zij verklaren dat de rechtshandelingen bij deze gesteld door de grondeigenaar geen aanleiding kunnen geven tot het eventuele verval van de hem gedane schenking wegens verdwijning van de oorzaak (zijnde de doorslaggevende beweegreden van de schenking). ARTIKEL 4. Verbreking van de samenwoning. De verbreking van de samenwoning tussen partijen gedurende een ononderbroken periode van zes maanden is een ontbindende voorwaarde van deze overeenkomst, doch enkel bij een duurzame ontwrichting van de relatie (en dus niet bij een toevallige of door de omstandigheden opgedrongen onderbreking van de samenwoning, bijvoorbeeld als gevolg van een verblijf in een ziekenhuis of een verblijf in het buitenland van één van de partijen om beroepsredenen). Behoudens de vergoeding verschuldigd op grond van de beëindiging van het recht van opstal komen partijen overeen dat er dat geval geen enkele vergoeding zal verschuldigd zijn aan de achtergelaten partner, onverminderd het recht van iedere partij om de inning te vervolgen van de schuldvordering die hij/zij bij het beëindigen van het samenleven heeft tegenover de andere partij ingevolge deze overeenkomst of overeenkomsten die partijen hieromtrent in de toekomst zouden afsluiten. De achtergelaten partner heeft wel het recht om de gezinswoning kosteloos te blijven bewonen gedurende een periode van zes maanden vanaf de feitelijke scheiding mits betaling van de nutsvoorzieningen. Er wordt gepreciseerd dat met de woorden “verbreking van de samenwoning” niet het overlijden van één van de 13
partijen wordt bedoeld. Deze overeenkomst bevat immers clausules die ook nadien nog hun uitwerking behouden. ARTIKEL 5. Rechtsopvolgers. Met “partij”, “partner”, “partijen” en “partners” worden ook hun rechtsopvolgers (ten eender welken titel) bedoeld. De rechten en plichten van partijen verbinden hun rechtsopvolgers heel en ondeelbaar. Indien er na het overlijden van één van de partijen betalingen moeten gebeuren aan de andere partij of diens rechtsopvolgers moet daarbij uiteraard rekening gehouden worden met de rechten die de langstlevende desgevallend heeft in het goed of in de nalatenschap van de eerststervende, op eender welke wijze. Zo zal de langstlevende opstalhouder bijvoorbeeld, bij uitoefening van de optie om de grond van de erfgenamen van de eerststervende te kopen, hier slechts de waarde van de volle eigendom moeten betalen als hij hier zelf geen enkel recht in heeft. Indien hij bijvoorbeeld recht heeft op het vruchtgebruik van de gezinswoning (op en met grond) als langstlevende wettelijk samenwonende partner moet hij slechts de blote eigendom kopen en hiervan de waarde betalen. Indien hij ingevolge een testament de volle eigendom verkrijgt moet hij niets kopen of betalen. ARTIKEL 6. Wijzigende overeenkomsten. Partijen houden zich het recht voor om wijzigingen aan te brengen aan deze overeenkomst, hetzij via onderhandse akte, hetzij via authentieke akte. Zij zijn er door mij, notaris, op gewezen dat overeenkomsten die met het opstal- of eigendomsrecht te maken hebben bij authentieke akte moeten worden vastgelegd voor de tegenstelbaarheid aan derden en om fiscale redenen. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN. Stedenbouw. #[VLAANDEREN] Ik, notaris, vermeld en informeer, zoals voorgeschreven door artikel 5.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, dat zoals blijkt uit 1° een #stedenbouwkundig uittreksel #inlichtingenformulier van de gemeente # van # (waarvan de opstalhouder een kopie heeft ontvangen), 2° verklaringen van de grondeigenaar en 3° het hypothecair getuigschrift: 1. dat voor de bouwgrond #geen #volgende vergunningen zijn afgeleverd: #; 2. dat de bouwgrond gelegen is in een #gebied volgens het # (plan); 14
3. dat voor de bouwgrond #geen dagvaarding werd uitgebracht overeenkomstig artikel 6.1.1 of 6.1.41 tot en met 6.1.43 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en geen beslissing is gewezen; 4. dat er op de bouwgrond #geen voorkooprecht rust, vermeld in artikel 2.4.1 of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten; 5. dat #ofwel: de bouwgrond geen deel uitmaakt van een verkaveling; #ofwel: de bouwgrond deel uitmaakt #als lot # van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling waarvan de vergunning is afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente # op # (ref. #), waarvan de verkavelingsakte werd verleden voor notaris # te # op #. De opstalhouder heeft hier een kopie van ontvangen en is in de plaats gesteld van de rechten en plichten van de grondeigenaar dienaangaande; #ofwel: voor de bouwgrond door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente # op # een stedenbouwkundig attest werd afgeleverd met stedenbouwkundige voorschriften voor de bouw van een woning. De opstalhouder heeft hier een kopie van ontvangen en is in de plaats gesteld van de rechten en plichten van de grondeigenaar dienaangaande. Hij weet dat dit attest slechts een beperkte geldigheidsduur heeft; 6. dat de bouwgrond bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, noch het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing en dat er geen as-builtattest is uitgereikt en gevalideerd; 7. dat de bouwgrond #niet het voorwerp uitmaakt van een voorkeursbesluit of een projectbesluit. Ik, notaris, deel mee dat geen werken of handelingen vermeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening mogen worden opgericht of uitgevoerd zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen; in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. Voor zover niet voldaan werd aan de informatieverplichtingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening in de onderhandse overeenkomst die deze akte voorafgaat verklaart de opstalhouder te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning hiervan. Onroerend erfgoed. De grondeigenaar verklaart dat hij #geen kennis heeft van het feit dat de bouwgrond is opgenomen in één 15
van de inventarissen van het Onroerenderfgoeddecreet en Onroerenderfgoedbesluit, zijnde de landschapsatlas, de inventaris archeologische zones, de inventaris bouwkundig erfgoed, de inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde of de inventaris van historische tuinen en parken. Hij heeft hiervan nooit enige betekening of kennisgeving. Ik, notaris, heb partijen gewezen op artikel 4.1.11 van het Onroerenderfgoeddecreet #en op de gevolgen van inventarisatie. Voor zover niet voldaan was aan de informatieverplichting opgelegd in artikel 4.1.11 van het Onroerenderfgoeddecreet verzaakt de opstalhouder aan elke vordering tot nietigverklaring. Bodem. 1. De grondeigenaar verklaart dat de bouwgrond bij zijn weten geen risicogrond is. Daarmee wordt bedoeld dat op deze grond geen risico-inrichtingen gevestigd zijn of geweest zijn, zoals fabrieken, werkplaatsen, opslagplaatsen, machines, installaties, toestellen en handelingen die een verhoogd risico op bodemverontreiniging kunnen inhouden en die voorkomen op de lijst door de Vlaamse Regering opgesteld in overeenstemming met artikel 6 van het decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming. 2. De opstalhouder verklaart, voor het geval vóór het verlijden van deze akte de verplichtingen die opgelegd zijn door artikel 101 § 1 en 2 van dit decreet niet of niet volledig zouden nageleefd zijn, te verzaken aan alle nietigheidsvorderingen die hij zou kunnen instellen. Hij bevestigt dat hij in het bezit werd gesteld van het meest recent afgeleverde bodemattest of van een bodemattest waarvan de inhoud identiek is aan de inhoud van het meest recent afgeleverde bodemattest voor het verlijden van deze akte. 3. De inhoud van het bodemattest dat door de OVAM werd afgeleverd op #, met referte A-# R-#/#, dat aan de opstalhouder werd meegedeeld, luidt als volgt: "De OVAM beschikt voor deze grond niet over relevante gegevens met betrekking tot de bodemkwaliteit. Dit bodemattest vervangt alle vorige bodemattesten. Opmerkingen: 1. Risicogronden kunnen slechts overgedragen worden als er vooraf een oriënterend onderzoek aan de OVAM is bezorgd met melding van de overdracht. 2. Bijkomende informatie over de 16
overdrachtsregeling: www.overdracht.ovam.be. 3. Als er bodem wordt uitgegraven, afgevoerd of ontvangen, gelden de regels van grondverzet. Meer informatie: www.ovam.be/grondverzet. 4. De OVAM staat niet in voor de juistheid van de aan haar verstrekte gegevens”. 4. De grondeigenaar verklaart, onverminderd de gegevens opgenomen in hogervermeld bodemattest, met betrekking tot de bouwgrond verder geen weet te hebben van bodemverontreiniging die schade kan berokkenen aan de opstalhouder of aan derden, of die aanleiding kan geven tot saneringsverplichting, tot gebruiksbeperkingen of tot andere maatregelen die de overheid in dit verband kan opleggen. Voor zover deze verklaring te goeder trouw afgelegd werd neemt de opstalhouder de risico's van eventuele bodemverontreiniging en de schade zowel als de kosten die daaruit kunnen voortvloeien op zich, en verklaart hij dat de grondeigenaar hiervoor tot geen vrijwaring zal gehouden zijn. 5. Ik, notaris, bevestig dat de verplichtingen door het Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming opgelegd met betrekking tot het verlijden van notariële akten werden nageleefd, waarbij de opstalhouder wordt gewezen op het feit dat het bodemattest geen waarborg biedt voor het al dan niet zuiver zijn van de bodem en dat de regels inzake het grondverzet onverminderd van toepassing blijven. FISCALE BEPALINGEN. 1. De partijen erkennen dat de instrumenterende notaris lezing gegeven heeft van de eerste alinea van artikel 203 van het Wetboek der Registratierechten, betrekking hebbend op de bewimpeling aangaande de prijs en lasten of overeengekomen waarde, aangehaald in een akte welke aan de formaliteit van registratie onderworpen is. 2. Ondergetekende notaris geeft lezing van de artikelen 62 paragraaf 2 en 73 van het wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. Op de vraag of de grondeigenaar belastingplichtige is voor de belasting over de toegevoegde waarde, heeft deze geantwoord niet belastingplichtige te zijn. Pro fisco wordt verklaard door partijen dat onderhavige opstalovereenkomst geen lasten inhoudt en er evenmin een begiftigingsinzicht aanwezig is vermits deze overeenkomst alleen tot doel heeft de samenleving tussen partijen te organiseren. SLOTBEPALINGEN. 17
1. De hypotheekbewaarder wordt ontslagen ambtshalve inschrijving te nemen bij overschrijving van deze akte. 2. Ik, notaris, bevestig dat de identiteit van de partijen hem werd aangetoond aan de hand van stukken door de wet vereist. 3. De partijen bevestigen dat ik, notaris, hen naar behoren heb ingelicht over de rechten, verplichtingen en lasten die uit onderhavige akte voortvloeien en hen op onpartijdige wijze raad heeft verstrekt. Zij verklaren deze akte met alle eraan verbonden rechten en verplichtingen voor evenwichtig te houden en uitdrukkelijk te aanvaarden. 4. Indien er zich omstandigheden zouden voordoen die niet waren voorzien in deze akte zullen partijen en hun eventuele rechtsopvolgers steeds naar best vermogen deze akte interpreteren en/of toepassen, zodat zij steeds uitwerking kan krijgen in overeenstemming met de erin vervatte principes en doelstellingen. Zo zullen bijvoorbeeld de bepalingen van de wet op de wettelijke samenwoning automatisch de bepalingen van deze akte aanvullen van zodra partijen de verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd, onverminderd verdergaande beschermingsmaatregelen in elkaars voordeel vervat in deze akte die blijven gelden. Deze akte is qua principes geïnspireerd op voormelde wet, doch kan ook buiten de hypothese van een wettelijke samenwoning volledige toepassing krijgen. Het al dan niet afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning is met andere woorden neutraal met betrekking tot de toepassing van deze akte (doch kan wel bevorderlijk zijn, onder meer om de uitwerking van het beding van aanwas te ondersteunen zoals hoger gemeld). Tegenover derden zullen steeds de voor partijen of de langstlevende van hen meest voordelige bepalingen voorrang hebben indien er ooit enige betwisting mocht zijn in dit verband. 5. Deze akte, met name het opstalrecht en de bedingen van aanwas erin vervat, blijft ook indien partijen met elkaar zouden huwen voortbestaan, behoudens andersluidende bedingen in hun huwelijkscontract. 6. Indien één of meerdere bepalingen van deze akte geheel of gedeeltelijk nietig is of zou(den) worden zal dit geen invloed hebben op de geldigheid van de overige bepalingen. Partijen of hun rechtsopvolgers zijn ertoe gehouden de ongeldige bepalingen te vervangen door bepaling die beantwoorden aan de geest van deze akte. 7. Het recht op geschriften bedraagt 7,5 euro. WAARVAN AKTE, verleden te Aarschot, op kantoor, op 18
hogervermelde datum, en na integrale voorlezing en toelichting ondertekend door de partijen en mij, notaris.
19