Checklist onderwijszorgprofielen School Input verwerkt
schooljaar 2011/2012
Pro de Brug Begin november 2011
1. Visie en beleid X De school heeft een visie op leerlingenzorg uitgewerkt in het schoolzorgplan. X De visie op leerlingenzorg is uitgewerkt naar doelstellingen op een aantal thema´s, terreinen. X De kwaliteit van de leerlingenzorg wordt regelmatig met behulp van een kwaliteitscan vastgesteld op grond waarvan gerichte maatregelen worden genomen. X Bij toetsing van de kwaliteit van de leerlingenzorg worden ouders, docenten en leerlingen betrokken. De school heeft in haar begroting een subbegroting opgenomen voor zorgleerlingen en onderbouwt
die in het schoolzorgplan. X De visie en de doelstellingen van de school op zorg worden vertaald in een scholingsagenda voor leraren. X Op school vindt regelmatig afstemming plaats tussen schoolleider, afdelingsleiders, teamleiders en zorgcoördinator. Het antipest beleid op school is terug te vinden in het schoolzorgplan. De school heeft een taalbeleid voor leerlingen met speciale hulpvraag (dyslexie), dat is terug te
vinden in het schoolzorgplan. De school heeft een rekenbeleid voor leerlingen met speciale hulpvraag (dyscalculie), dat is terug te
vinden in het schoolzorgplan. X
De school heeft een goed pedagogisch klimaat, normen & waarden en afspraken over gedrag staan op papier, worden binnen alle klassen bekendgemaakt, door alle medewerkers voorgeleefd en is inzichtelijk gemaakt in de schoolgids/website.
X
De school heeft sluitende afspraken met de leverancier(s) van ambulante begeleiding en gebruikt ervaringen van ambulante begeleiders voor de ontwikkeling van nieuw beleid.
X
De school werkt volgens het principe van oplossingsgericht begeleiden.
X
De school werkt volgens het principe van MET-concept.
De school werkt volgens het principe van PBS.
1
2. Continuïteit van de zorg voor de leerling met een specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoefte X Er is een aandachtsfunctionaris op school die bij toelating kennis neemt van de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van de leerling, aangegeven door de afleverende school en de ouders en onderneemt daar actie op. X Er is een warme d.w.z. persoonlijke overdracht voor leerlingen met onderwijs- en ondersteuningsbehoefte tussen po/vo, waarbij de ouders worden betrokken en is ondergebracht bij een aandachtsfunctionaris. X Er is een warme d.w.z. persoonlijke overdracht voor leerlingen met onderwijs- en ondersteuningsbehoefte tussen vo/vo, waarbij de ouders worden betrokken en is ondergebracht bij een aandachtsfunctionaris. X Er is een warme d.w.z. persoonlijke overdracht voor leerlingen met onderwijs- en ondersteuningsbehoefte tussen vo/mbo, waarbij de ouders worden betrokken en is ondergebracht bij een aandachtsfunctionaris. X In de school worden door de direct betrokkenen de begeleidingsgegevens van de leerlingen vastgelegd in een geautomatiseerd leerlingvolgsysteem. X Binnen school is er een systeem van overdracht van mentor op mentor, waarvoor een leidinggevende verantwoordelijk is. X De school heeft de verantwoordelijkheid voor hulpmiddelen en vrijstellingen ondergebracht bij een aandachtsfunctionaris. X De school heeft uitstroombegeleiding voor afstromende leerlingen ondergebracht bij een aandachtsfunctionaris (case manager) tot en met toelating op een andere vo-school, inclusief warme overdracht. X De school heeft uitstroombegeleiding voor leerlingen zonder startkwalificatie en is ondergebracht bij een aandachtsfunctionaris. X De school geeft de ouders tijdens open dagen (schriftelijke) informatie over de (extra) zorg die de school te bieden heeft aan zorgleerlingen. X De school heeft ervaring met zorgleerlingen in de bovenbouw (het studiehuis) en heeft daar aparte faciliteiten voor. De school organiseert een aparte ouderavond voor zorgleerlingen waarbij ouders van zorgleerlingen
kennis kunnen maken met de zorgfaciliteiten van de school.
2
3. Passende begeleiding X De mentor wordt gezien als een sleutelfiguur in het voortijdig signaleren en onderkennen van problemen van leerlingen. X De mentor is directe aanspreekpunt voor de ouders en heeft contact met de ouders over de leerling. X De mentor is vraagbaak voor het team van docenten over leerlingen met onderwijs- en ondersteuningsbehoefte. X De school heeft middelen en instrumenten beschikbaar om een eerste inventarisatie te doen naar studievaardigheden, persoonlijk welbevinden en sociaal emotioneel functioneren, waarvoor een aandachtsfunctionaris verantwoordelijk is. X De school kan een beroep doen op een onderwijsondersteuner (AB-er) die op afroep beschikbaar is om ondersteuning te bieden aan leerlingen en/of leraren. X De school kan een beroep doen op een jeugdzorgondersteuner (SMW-er, JPP-er) die op afroep beschikbaar is om ondersteuning te bieden aan leerlingen en/of leraren en zo nodig actie onderneemt naar het thuisfront. X Voor leerlingen met een specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoefte zijn handelingsplannen aanwezig, die bekend zijn bij alle docenten en ook worden toegepast. X De school beschikt over een kernteam met een aantal vaste docenten die gezamenlijk voor een groep leerlingen verantwoordelijk zijn. X De school beschikt over een goed en toegankelijk leerlingvolgsysteem (volledig geautomatiseerd). X De school heeft ten minste één medewerker die in staat is onderzoeksverslagen van specialisten om te zetten naar handelsgerichte adviezen. X Binnen het lesprogramma wordt aandacht besteed aan sociale vaardigheden en leefstijl. X De school heeft een zorgcoördinator die met een minimum aantal uren is vrijgesteld voor coördinerende taken en die ervoor zorgt dat bij complexe problematiek de opschaling naar de bovenschoolse zorgstructuur en de ‘Complexe Zorg’ geborgd zijn. X De zorgcoördinator stemt regelmatig af met de onderwijsondersteuner over de ondersteuning die geboden moet worden aan leerlingen en bewaakt het begeleidingsproces. X De zorgcoördinator stemt regelmatig af met de jeugdzorgondersteuner over de ondersteuning die geboden moet worden aan leerlingen en bewaakt het begeleidingsproces. X De school beschikt over een vaste persoonlijke begeleider voor zorgleerlingen (auti-coach, dyslexie-coach, buddy etc.) Binnen school zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden in de begeleiding van zorgleerlingen
helder vastgelegd (rollen van de zorgcoördinator, mentor, ambulante begeleiding). X Binnen school heeft een zorgleerling wekelijks overleg met zijn persoonlijk begeleider/coach en zijn deze overlegtijden structureel vastgelegd. X De continuïteit in de zorg wordt door de zorgcoördinator gewaarborgd, onder meer bij wisseling van vaste begeleiders X Per leerling is een ontwikkelingsperspectief opgesteld en gecommuniceerd met alle betrokken docenten. 3
4. Scholing en professionalisering van docenten X
Introductie in de zorgstructuur van de school is voor beginnende docenten op school structureel geregeld.
X Alle docenten worden actief geïnformeerd over de zorgstructuur op school en krijgen daarvan jaarlijks een update. X
Onderwijsondersteuner is op afroep beschikbaar voor docenten die ondersteuning nodig hebben en de werkwijze kenmerkt zich in docent-nabijheid (coaching on the job, intervisie) en is terug te vinden in het schoolzorgplan.
X Er is een scholingsaanbod om docenten te leren signalen op te pakken en door te geven aan de juiste betrokkenen (waaronder leerproblemen, sociaal emotionele problemen, huiselijk geweld en kindermishandeling). X De school heeft specialisten in huis waar docenten een beroep op kunnen doen: x voor dyslexie x voor dyscalculie x orthopedagoog x pedagogische begeleiding x voor autisme
X Binnen school worden de docenten met regelmaat geïnformeerd over bijzonderheden rond de zorgleerling.
4
5. Schoolvoorzieningen X De school biedt een kleinschalige en veilige leeromgeving aan, waardoor leerlingen meer betrokken kunnen worden bij hun eigen leerproces en het werken in leergebieden en projecten. Klassen hebben een eigen lokaal waardoor de docenten wisselen en niet de leerlingen. De school biedt leerlingen de mogelijkheid om een stilteplek op te zoeken waar gewerkt kan
worden. X
De school heeft een specifiek zorglokaal waar overbelaste leerlingen (tijdelijk) naar toe kunnen (time out).
X
De school heeft een specifiek zorglokaal waar overbelaste leerlingen (tijdelijk) naar toe kunnen en met hun problemen geholpen kunnen worden.
De school heeft een aparte klas voor (tijdelijke) zorgleerlingen waar het onderwijsprogramma
gewoon doorgaat. X De school voert minimaal 2 – 4 interne leerlingenbesprekingen per jaar die opgenomen zijn in de jaarplanning van school. X De school heeft een vast contactpersoon, die op afroep beschikbaar is voor consultatie en advies, bij: x Leerplicht x Politie x School Maatschappelijk Werk x GGD x Jeugdzorg
X Er vindt structureel overleg plaats over zorgleerlingen met externe partners, opgenomen in de jaarplanning van school. X De kwaliteit van de samenwerking met externe partners wordt jaarlijks geëvalueerd. X De school heeft een samenhangend pakket voor leerlingen met autisme, zoals: de leerling heeft een medeleerling als buddy X de leerling heeft een leerkracht (mentor of auti-coach) als vast aanspreekpunt X bij de inrichting van het klaslokaal is rekening gehouden met de structuurbehoefte van de doelgroep, zoals prikkelarm, voorspelbaar, voldoende ruimtelijke afstand tussen de werkplekken, materiaal is geordend en op vaste plekken opgeborgen, mogelijkheid tot het creëren van afgeschermde werkplekken, visualisering in het lokaal etc. de leerling krijgt steeds in hetzelfde lokaal les en hoeft niet naar andere lokalen voor andere vakken X de leerling heeft een individueel rooster waarin rekening is gehouden met zijn/haar specifieke capaciteiten en belemmeringen, met zo min mogelijk tussenuren in het rooster er wordt gewerkt met een start- en slotkwartiertje, waarin de dag voor- en na wordt besproken de leerling kan gebruik maken van muziek (MP3/iPod) om te ontspannen en prikkels even buiten te sluiten X de leerling kan gebruik maken van een laptop of andere praktische hulpmiddelen X er wordt extra aandacht besteed aan het noteren van het huiswerk
5
6. Aanvullende voorzieningen X Mogelijkheid voor inhalen van leerachterstand op een bepaald vakgebied voor leerlingen. X Faciliteiten voor leerlingen met dyslexie. X Faciliteiten voor leerlingen met dyscalculie. Hoogbegaafdheid: extra programma’s voor hoogbegaafden of onderpresteerders. Maatjes/tutoren vanuit hogere leerjaren.
X Sociale competentietrainingen: X Sociale vaardigheidstraining x Agressieregulatie training x Training voor leerlingen met impulsief gedrag x Weerbaarheidtraining x Rots & Water
Lotgenoten contactgroepen Begeleidingsgroep voor leerlingen inzake omgaan met verlies en rouw Begeleidingsgroep voor leerlingen met gescheiden ouders
X Er zijn aanpassingen mogelijk voor leerlingen met gehoorproblemen Er zijn aanpassingen mogelijk voor leerlingen met een visuele beperking Er zijn aanpassingen mogelijk voor leerlingen met een lichamelijke beperking Er zijn aanpassingen mogelijk voor leerlingen met een verstandelijke beperking (waaronder
syndroom van Down)
6
7. Oudercontact en –betrokkenheid Binnen school vindt er regelmatig overleg plaats met ouders van zorgleerlingen via: X intakegesprekken met ouders en leerling X individuele bespreking van handelingsplan en ontwikkelingsperspectief. X afspraken over contacten, informatie over hulp van derden X maandoverzicht van cijfers, gedrag, verzuim en bijzonderheden X ouderavonden X het huiswerk van hun kind, proefwerkstof e.d.
X Ouders worden betrokken en geïnformeerd over de resultaten van gevolgde trainingen. X Ouders kunnen binnen school participeren in klankbordgroepen om het onderwijs en het welbevinden van de leerlingen te bespreken met de school en mogelijke verbeteropties voor de leerlingen aan te dragen.
7