AANBIEDINGSBRIEF (079/2012)
Aan de gemeenteraad,
Hierbij treft u de Programmabegroting 2013 aan. De crisis is ook in 2013 nog niet voorbij. We kunnen de tijd van financiële terughoudendheid nog niet achter ons laten. Het jaar 2013 en de volgende jaren in de meerjarenschijf van de begroting, duiden eerder op beperking van de financiële ruimte dan uitbouw daarvan. Nog steeds is sprake van onzekerheid ten aanzien van de inkomsten voor onze gemeente vanuit het gemeentefonds. Dit heeft te maken met een herijking van het gemeentefonds die in 2014 wordt doorgevoerd en waarbij gemeenten in voordeelgemeente, neutrale gemeente of nadeelgemeente worden ingedeeld. De grondslagen voor deze indeling zijn op dit moment nog niet bekend, zodat we niet weten in welke categorie onze gemeente zal worden ingedeeld. De categorie-indeling heeft gevolgen voor de inkomstenkant. In lijn met onze begrotingsstrategie en collegeprogramma kiezen wij voor een behoudend scenario, waarbij we ervan uitgaan dat onze gemeente nadeelgemeente wordt. Wij gaan van een 75% negatief scenario uit voor wat betreft de doorrekening van de financiële effecten. Ook is op dit moment ongewis wat de uitkomst van kabinetsvorming is na de verkiezingen van 12 september 2012. De inhoud van het regeerakkoord die neerslaat als bezuinigingen is natuurlijk voor de ontwikkeling van onze inkomsten relevant. We verwachten dat door de bezuinigingen deze zullen dalen, waarbij de wijze van bezuinigen mede bepalend is voor de hoogte van de daling. We spelen in op deze beperkte financiële zekerheden door een behoudend scenario te hanteren in het doorrekenen van onze meerjarenschijf. Nu de collegeperiode over de helft is, constateren wij dat veel voorgenomen producten op het vlak van beleid- en visievorming inmiddels zijn vastgesteld, waardoor een verschuiving zichtbaar wordt naar uitvoeringsprogramma’s. Wij zijn voornemens om de gereserveerde ruimte voor invulling van toekomstig beleid in te zetten om uitvoering te versnellen. Indeling van de programmabegroting De Programmabegroting 2013 kent een nagenoeg zelfde indeling als de Programmabegroting 2012. Ten aanzien van twee paragrafen (1.1.1. en 2.3.3) is een meer logische indeling gehanteerd. Vorig jaar is gewerkt met maatschappelijke doeleinden, indicatoren en streefwaarden. De cijfers waren voor het grootste deel afkomstig uit 2009. Ten aanzien van de meeste indicatoren zijn nu ook de cijfers van 2011 (of andere jaren) beschikbaar en opgenomen. We zien over de hele linie een wisselend beeld ten aanzien van de mutaties van de cijfers. Dit heeft ook te maken met het feit dat respondenten – volgens de onderzoekers van het OCD – in tijden van economische tegenslag bij het invullen van vragenlijsten negatiever dan bij economische voorspoed. De belangrijke vraag bij de cijfers is derhalve hoe we de cijfers objectief gezien moeten duiden. Wij hebben ervoor gekozen de cijfers in een bijlage bij de beleidsteksten op te nemen, zodat de vergelijking tussen 2009 en 2011 (of andere jaren) goed is te maken. Bij het bepalen van de beleidsintensiteit zijn vooral het collegeprogramma en de afspraken die daarin gemaakt zijn over uit te werken (beleids)onderdelen leidend geweest en zijn uitkomsten bij de indicatoren als toets gebruikt. In de bijlagen zijn de stand van zaken met betrekking tot de heroverwegingen en de actiepunten uit het collegeprogramma opgenomen. Procedure voor vaststelling van de Programmabegroting 2013 Tot uiterlijk 12.00 uur dinsdag 23 oktober 2012 kunnen schriftelijke vragen van technische aard worden ingediend bij de griffier. Vrijdag 26 oktober 2012 zenden wij u, via de griffier, de schriftelijke beantwoording.
Programmabegroting 2013
Behandeling van de ontwerpbegroting 2013 vindt in alle drie de raadscommissies plaats. Wij gaan er vanuit dat de inleiding en samenvatting onderwerp van gesprek zijn in alle drie de commissies, evenals de bijlagen met betrekking tot het collegeprogramma en de heroverwegingen. Wij stellen verder de volgende verdeling voor. Op 29 oktober 2012 is de commissie ABZ met als aandachtsgebied het programma Bestuur en Regio en de verplichte paragrafen, waaronder de financiële begroting, 31 oktober de commissie Ruimte met als aandachtsgebied het programma Ruimte en 1 november de commissie Samenleving met als aandachtsgebied het programma Samenleving. Op 8 november 2012 wordt de begroting behandeld in de gemeenteraad. Wij bieden u bij deze de Programmabegroting 2013 aan. Gelet op het bepaalde in artikel 191, tweede lid Gemeentewet verzoeken wij deze programmabegroting voor 15 november 2012 vast te stellen. Een ontwerpbesluit (079/2012) bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Dit vaststellingsbesluit vindt u op pagina 89 van de programmabegroting.
Burgemeester en wethouders van Papendrecht, de secretaris, de burgemeester,
R.G. Beek
Programmabegroting 2013
C.J.M. de Bruin
2
Inhoudsopgave 0.
SAMENVATTING
5
1.
INLEIDING
7
2.
DE PROGRAMMA’S
11
1.
Samenleving
11
2.
Ruimte
21
3.
Bestuur en regio
35
Bijlage: prestatie-indicatoren
43
3.
4.
5.
VERPLICHTE PARAGRAFEN
47
3.1
Weerstandsvermogen
47
3.2
Onderhoud kapitaalgoederen
51
3.3
Financiering
55
3.4
Woonlasten
61
3.5
Grondbeleid
65
3.6
Bedrijfsvoering
67
3.7
Verbonden partijen
71
DE FINANCIELE BEGROTING
77
4.1
Toelichting op de belangrijkste afwijkingen t.o.v. de lopende begroting
77
4.2
Resultaatbepaling en resultaatbestemming
83
4.3
Financiële positie
85
ONTWERP-RAADSBESLUIT
BIJLAGEN
89
91
A.
Verloop reserves
91
B.
Stand van zaken uitvoering heroverwegingen
92
C.
Stand van zaken actiepunten collegeprogramma
95
Programmabegroting 2013
3
Programmabegroting 2013
4
0. SAMENVATTING “Een nieuw perspectief met Papendrecht centraal” realistisch ingevuld Op het financieel-economische vlak zijn de ontwikkelingen de laatste jaren minder zeker. Vanuit de voor onze gemeente gebruikelijke behoedzame financiële ramingen en beschouwingen rondom de ontwikkeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, blijkt de jaren 2013 en 2014 sprake te zijn van positief sluitende begrotingen. Deze ruimte wordt gebruikt om een meerjarig stabiel begrotingsbeeld te bereiken, zoals ook de afgelopen reeks van jaren een stabiel beeld heeft gegeven. Op grond van de nu bekende cijfers, met de zekerheid van nieuwe bezuinigingen door een nieuw te vormen kabinet, maar zonder te weten waar deze exact zullen neerslaan in welke omvang, weten we zeker dat de komende jaren een voortzetting van het behoedzaam financieel beleid gewenst is. Vooral de gevolgen van economische krimp of beperkte groei zorgen voor effecten op het MKB, ons grondbeleid en de mogelijkheden om te blijven bouwen en ontwikkelen. Dat vraagt om een sterke bezinning op wat we gaan doen en met welke partners we dat gaan doen. Meerjarige financiële stabiliteit is een basisvoorwaarde voor samenwerking. De financiële uitgangspunten vanuit het collegeprogramma zijn blijvend het structurerende kader, ook weer voor deze begroting. Deze uitgangspunten hebben gezorgd voor financiële stabiliteit, financiele kansen, successen en rust. Eén van de uitgangspunten is de lasten voor de inwoner niet anders te laten stijgen dan met een inflatiecorrectie. Het oplossen van financiële spanningen niet eenzijdig bij de inwoners neerleggen is een ander uitgangspunt. De beschikbaarheid van voorzieningen op hoofdlijnen in stand houden is een andere hoofdpunt van beleid. De combinatie van in stand houden van voorzieningen en het voorkomen van lastenstijgingen voor de inwoners maakt dat onze gemeente blijvend een gemeente is met een comfortabel woon-, werk- en leefklimaat. De bezuinigingen zoals vastgesteld bij eerdere heroverwegingen zijn grotendeels gerealiseerd en verwerkt. Bij een beperkt aantal dossiers is sprake van nader onderzoek en analyse. Dit betreft dossiers die soms een meerjarige realiteit kennen, soms nader onderzoek vereisen en soms door nieuwe kennis en inzichten een hernieuwde politiek bestuurlijke afweging vragen. Een aanvullende taakstelling is neergelegd bij de organisatie, waarbij het college zich realiseert dat een dergelijke operatie ook zijn uitvoeringsconsequenties kent. Het totale proces om te komen tot de noodzakelijke heroverwegingen kent een balans tussen gevolgen voor en effecten op de samenleving en de (ambtelijke) organisatie. De zelfredzaamheid en het nemen van initiatieven door inwoners, bedrijven en instellingen vinden wij belangrijk en zien wij in een groeimodel plaatsvinden. Met particulier initiatief en inzet op basis van vrijwilligheid is veel mogelijk in onze initiatiefrijke gemeente. Een paar voorbeelden op dit terrein zijn de subsidieverordening, de kinderboerderij en de veelbelovende initiatieven ten aanzien van de kunstuitleen. Om versnelling te realiseren op thema’s die extra impulsen nodig hebben, economie, onderwijs en arbeidsmarkt en duurzaamheid is geld beschikbaar voor inzet van extra tijdelijk personeel en het uitvoeren van actieprogramma’s. Over de actieprogramma’s is in de vakcommissies van gedachten gewisseld. Vanuit de aangegeven denkrichtingen worden acties voorbereid en uitgevoerd, waarover zomer 2013 wordt gerapporteerd.
Programmabegroting 2013
5
Programmabegroting 2013
6
1. INLEIDING “Een nieuw perspectief met Papendrecht centraal” realistisch ingevuld Bij de start van de collegeperiode zijn we erin geslaagd via een eenmalige heroverwegingstaakstelling meerjarig een sluitende begroting te presenteren. Inmiddels weten we dat sprake is van blijvende problemen op de financiële markten. Daarnaast kennen we de bankencrisis in de eurozone en de zekerheid van noodzakelijke verdere ombuigingen bij de rijksoverheid. Dat maakt de vraag opportuun met welk financieel scenario we meerjarig rekening moeten houden. Wat de exacte doorvertaling is van de rijkstaakstelling naar gemeenten is op het moment van vervaardiging van de Programmabegroting 2013 niet duidelijk. Dat betekent dat we de zekerheid van de autonome ontwikkeling van het gemeentefonds combineren met een mogelijk financieel gevolg van de herijking van het gemeentefonds in 2014. Daarnaast weten we echter zeker dat een nieuw kabinet, in welke samenstelling dan ook, nieuwe bezuinigingen zal moeten doorvoeren, ook richting de gemeenten. Op welke wijze en hoeveel dat is weten we op dit moment niet. Als we alle mee- en tegenvallers op een rij zetten en voor de herijking van het gemeentefonds een scenario kiezen waarbij we nadeelgemeente zijn (75% van het maximaal negatieve scenario), sluiten de twee begrotingsjaren 2013 en 2014 met een positief saldo. Het verwachte overschot van 2012 gesaldeerd met de verwachte overschotten van 2013 en 2014 bieden voldoende voeding voor de verwachte tekorten in 2015 en 2016. Om een meerjarig positief saldo te verkrijgen zijn maatregelen genomen op het vlak van de organisatiekosten. Hiermee wordt een taakstelling gerealiseerd in de periode van 2012 tot en met 2016 van om en nabij 10% van het formatiebudget. Overigens zullen deze maatregelen op uitvoeringsconsequenties worden bezien. Wij achten het prematuur om op basis hiervan, uitgaande van de ons bekende zekerheden, verder te bezuinigen en de samenleving verder te belasten met financiële wijzigingen. We weten dat het nieuwe kabinet met verdere bezuinigingsvoorstellen komt, hetgeen impliceert dat ten aanzien van de bestuurlijke ambitie van onze gemeente realisme en terughoudendheid belangrijker worden. We kijken kritisch naar voor ons onbeïnvloedbare kostenstijgingen vanuit regionale verbanden, door te sturen op momenten dat sturen nog zin heeft. Dat is vaak ver voor de formele besluitvormingsmomenten. We zijn immers in vele situaties mede-eigenaar van de regionale verbanden en hebben dus invloed. De Programmabegroting 2012 is de basis voor de Programmabegroting 2013. De ingezette koers om te sturen op basis van de ontwikkeling van de prestatie-indicatoren is verder gevolgd. Kanttekeningen hierbij zijn dat mensen in tijden van economische tegenspoed in het algemeen minder positief reageren op vragenlijsten, waardoor relativering van de uitkomsten op zijn plaats is. Daarnaast zijn de beperkte financiële middelen deels in negatieve zin bepalend voor extra inzet op aandachtsgebieden. Veelal worden de cijfers van 2009 en 2011 gebruikt. Deze cijfers hebben wij in een bijlage bij de beleidsteksten weergegeven. In het collegeprogramma zijn veel actiepunten verwoord. Een analyse van deze actiepunten maakt duidelijk dat zeer veel actiepunten al zijn opgepakt en (deels) afgerond in de jaren tot nu toe. Het overzicht met de stand van zaken ten opzichte van de actiepunten collegeprogramma treft u ook in de bijlagen aan. Een overblijvend beperkt aantal actiepunten is in de planning voor 2013 opgenomen. Naast de afgesproken actiepunten is ook een aantal belangrijke aanvullende onderwerpen door het college uitgewerkt die energie hebben gekost, maar ook veel hebben opgeleverd. Beleids- en visievorming, vernieuwing en heroverweging, nu meer nadruk op uitvoeringsprogramma’s De eerste jaren van de collegeperiode is veel energie gestoken in het formuleren van visies en beleidsuitgangspunten. Op veel beleidsterreinen zijn deze vastgesteld. Dat betekent dat we de tweede helft van de collegeperiode een omslag zien naar uitvoeringsprogramma’s, gerelateerd aan actiepunten uit het collegeprogramma.
Programmabegroting 2013
7
Belangrijke beleids- en uitvoeringsactiviteiten in 2013 Op welzijnsgebied wordt in 2013 de verbreding van Stichting Welzijn Ouderen Papendrecht (SWOP) naar een brede welzijnsinstelling met een bredere doelgroep doorgezet. De regierol van de gemeente loopt via de subsidierelatie. Het beleidsveld economie staat 2013 vooral in het teken van vormgeving van een actieprogramma, waarmee de lokale economie wordt gestimuleerd. Dit wordt in samenhang met en verbindend opgepakt met onderwijs en arbeidsmarkt en duurzaamheid. Bij onderwijs en arbeidsmarkt is een belangrijk aandachtspunt de voorbereiding van de doorstart van het LOC, waarbij gedacht wordt aan het vormgeven van een nieuw arrangement met focus op techniek. De verdere revitalisering van het bedrijventerrein Oosteind staat in 2013 en volgende jaren op de agenda. Ten aanzien van onderwijshuisvesting staat in 2013 de uitvoering van het Integraal huisvestingsplan op de agenda. In 2013 wordt de visie op het groenblauwe netwerk uitgewerkt, inclusief het onderdeel versterking van de natuurgerichte recreatieve bestemming ten noorden van de A15. Verder wordt op ruimtelijk gebied in 2013 gestart met verder nadenken over het Slobbengors en participeren we actief in het regionale project Noordoevers-Transformatiezone. Om aan de wet te voldoen zijn alle bestemmingsplannen voor 1 juli 2013 geactualiseerd. Daarmee onderscheidt Papendrecht zich in den lande. Wij zoeken ook verder naar mogelijkheden om de rol van samenleving te bevorderen, vrijwilligers in te zetten en de inzet van financiële middelen anders vorm te geven. De vernieuwing van de kinderboerderij is daarbij een voorbeeld en wordt in 2013 tot stand gebracht,. De in 2012 uit te werken en in 2013 te implementeren modernisering van het parkeerbeleid is in discussie gebracht, waarbij de opdracht is de vele belangen te verenigen. In het oog springend zijn ook de activiteiten in het kader van de bouw van het sportcentrum en de centrumontwikkeling. Planvorming ten aanzien van de ontstane ruimte in het hart van het centrum (ontwikkeling Van der Kevielocatie) en het met de gemeenteraad en de bevolking nadenken over scenario’s voor herinrichting van het marktplein krijgen in 2013 vorm. Ook zal het onderzoek naar maatschappelijke huisvesting tot besluitvorming in 2013 leiden. Op het gebied van duurzaamheid, energie en milieu vindt een aantal activiteiten plaats en zal de actieagenda op het vlak van duurzaamheid tot concrete initiatieven leiden. Ook ten aanzien van de dienstverlening krijgen in 2013 veel activiteiten een vervolg of worden nieuwe initiatieven uitgevoerd. Voorbeelden zijn het verbeteren en uitbreiden van Papendrecht heeft Antwoord@ en invoering van een kwaliteitshandvest met servicenormen voor de burger. Heroverwegingen, bezuinigingen en personeelskosten Naast het realiseren van de actiepunten uit het collegeprogramma is een sluitende begroting voor 2013 en 2014 en de komende jaren voor ons uitgangspunt geweest bij het maken van de Programmabegroting 2013. Om een stabiel meerjarenperspectief te realiseren hebben wij passend bij onze beleidskaders mede de zomermotie Papendrecht, zoals door de gemeenteraad aangenomen op 07 juni 2012, in uitvoering genomen. Daarbij hebben we een strategie gekozen van heroverwegen en bezuinigen. Heroverweging ten aanzien van taken met de vraag of we die op termijn nog wel zelf moeten doen en bezuinigen op formatiekosten. Papendrecht is een gemeente die (nog altijd) veel taken in eigen beheer uitvoert. Desondanks is onze formatie niet groter dan in gemeenten met een gelijk inwonertal. Hoewel nieuwe bezuinigingen wellicht zijn te verwachten als gevolg van nieuw rijksbeleid, kiest het college niet voor nieuwe heroverwegingen. Die zouden leiden tot pijnlijke ingrepen, waarvan de noodzaak nu nog onvoldoende vaststaat. Wel is in de begroting al rekening gehouden met mogelijke bezuinigingen door het nieuwe kabinet. Onderdeel daarvan is het verder inkrimpen van de gemeentelijke organisatie. Een gelijke vermindering in omvang wordt ook aan de regionale organisaties doorgerekend. Zo wordt gekoerst naar een kleinere en efficiëntere overheid. Ten aanzien van de heroverwegingen is na analyse gebleken dat slechts bij een gering aantal voorstellen sprake is van vertraging in de realisatie of dat nader onderzoek noodzakelijk is gebleken. Bij een aantal heroverwegingen is niet alleen sprake van bezuinigingen, maar ook van een andere wijze van sturing. Slechts bij een zeer gering aantal voorstellen wordt nu de haalbaarheid als lastig of niet geheel realiseerbaar bestempeld. Tot op dit moment is ons realisatiepercentage nagenoeg 100%. Dit is buitengewoon hoog ten opzichte van vergelijkbare trajecten in andere gemeenten. De stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de heroverwegingsvoorstellen is in de bijlagen opgenomen, terwijl in de programmateksten aan de meeste niet technische voorstellen op beleidsniveau aandacht wordt besteed. Het sluitend maken van de begroting heeft in eerste aanleg uitsluitend via maatregelen in de formatiebudgettering plaatsgevonden.
Programmabegroting 2013
8
In de Perspectiefnota 2012 is een passage opgenomen over het flexibel, efficiënt en slagvaardig kunnen inspelen op de behoefte van de samenleving en de markt, binnen de door de gemeenteraad aangegeven bandbreedten, ten aanzien van investeringen. In dat kader is in de begroting een onderscheid gemaakt tussen vervangingsinvesteringen en overige investeringen. In lijn met de Perspectiefnota 2012 zal over de vervangingsinvesteringen, bestaande uit de onderwerpen, waarvan een overzicht in de financiële begroting is opgenomen, achteraf verantwoording worden afgelegd. Financieel perspectief nu en op middellange termijn In de Perspectiefnota 2012 is het beeld gepresenteerd waarin zonder maatregelen de jaren 2013 tot en met 2017 met een negatief saldo sloten. Inmiddels is sprake van autonome mee- en tegenvallers en maatregelen in de personele sfeer waardoor een ander meerjarig beeld volgt. Dit beeld is in de beginjaren 2013, 2014 positief, in 2015 en 2016 negatief, om in 2017 weer licht positief te eindigen. De verwachte overschotten in de jaren 2012, 2013 en 2014 worden gebruikt om de verwachte tekorten in latere jaren te dekken. De mutaties worden op hoofdlijnen veroorzaakt door effecten bij verbonden partijen, autonome ontwikkeling algemene uitkering, inschatting effecten herijking gemeentefonds en decentralisaties en overige mee- en tegenvallers. Op basis van de meest recente gegevens zijn de begrotingssaldi voor de komende jaren in beeld gebracht. Voor de nieuwe Programmabegroting 2013-2017 wordt uitgegaan van de lopende Meerjarenraming 2012-2016. De hierin opgenomen jaarschijven zijn aangepast bij de Perspectiefnota 2012 voor autonome mee- en tegenvallers. Door veranderende wet- en regelgeving, nieuwe ontwikkelingen en voortschrijdend inzicht op onderdelen tijdens het opstellen van de begroting zijn cijfers nog aangepast. We zijn zoals gebruikelijk uitgegaan van het principe van behoedzaam ramen, zo zijn we van een negatieve variant van herijking van het gemeentefonds uitgegaan (75% negatief) en boeken we meevallers pas in als ze echt gerealiseerd zijn. Het verloop van het begrotingssaldo is als volgt: Begrotingsresultaat (-/- = nadelig)
2013
2014
2015
2016
2017
Uitkomsten meerjarenraming 2012-2016
156.000
439.000
477.000
599.000
599.000
Autonome mee- en tegenvallers
-858.000
-1.037.000
-1.368.000
-1.337.000
-1.302.000
Nieuw beleid Stand perspectiefnota 2012 (na bestemming)
-110.000
-110.000
0
0
0
-812.000
-708.000
-891.000
-738.000
-703.000
Mutaties programmabegroting 2013
992.000
1.048.000
371.000
87.000
708.000
Uitkomsten begroting 2013-2017
180.000
340.000
-520.000
-651.000
5.000
Perspectiefnota 2012
Wat betreft de begrotingsresultaten wordt opgemerkt dat rekening houdend met het verwachte positieve resultaat 2012, samen met de verwachte uitkomsten van 2013 en 2014, de incidentele tekortramingen voor 2015 en 2016 meerjarig kunnen worden gecompenseerd. Daarmee is voor een langdurige periode sprake van een structureel sluitend begrotingsresultaat.
Programmabegroting 2013
9
Programmabegroting 2013
10
2. DE PROGRAMMA’S 1 Samenleving Programmadoelstelling Papendrecht is een plezierige gemeente om in te wonen, te werken en te recreëren en dat moet zo blijven. Om de gemeente leefbaar te houden moet de kwaliteit van de voorzieningen op het gebied van sport, onderwijs, cultuur, zorg, recreatie, winkelaanbod en welzijn op niveau zijn. Twee ontwikkelingen raken dit streven: veranderende demografische verhoudingen en de ontwikkelingen in het financieel perspectief. Zo zal het aantal mensen met een welzijnsvraag / zorgvraag de komende jaren stijgen en zal de groei van het aantal inwoners afvlakken en tot stilstand komen. Dit alles onder een minder rooskleurig financieel gesternte dat de komende jaren steeds meer om keuzes vraagt. Vanuit dit perspectief is het de inzet om het kwaliteitsniveau van de voorzieningen minimaal op het huidige niveau te houden en daar waar nodig en mogelijk een kwaliteitsverbetering te realiseren. Dit betekent in ieder geval dat ten aanzien van deze voorzieningen meer samenwerking zal worden gevraagd van betrokkenen en dat een soberder uitvoering niet altijd te vermijden is. De kern is dat we met minder meer moeten doen. 1.1
Sociale zaken en werkgelegenheid
1.1.1
Samenhang, binding en maatschappelijke participatie
De uitvoering van de Wmo en het minimabeleid verloopt via twee trajecten. De Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) voert het verstrekkingenbeleid uit. Het gemeentelijk Wmo-beleid wordt voornamelijk vorm gegeven door uitwerking op prestatievelden als leefbaarheid, mantelzorg, vrijwilligersbeleid en maatschappelijke participatie. Maatschappelijke participatie betekent ook deelname aan het arbeidsproces. Ook een voorziening als Drechtwerk vervult hierin een belangrijke functie. Voor mensen voor wie dat net (nog) een brug te ver is, kan vrijwilligerswerk een goede bijdrage of opstap zijn. Papendrecht kent een zeer gevarieerd verenigingsleven, waarin veel vrijwilligers actief zijn. Dit draagt bij aan een sterke sociale samenhang, die waar nodig wordt ondersteund en gefaciliteerd. Belangrijk hierbij is het op orde zijn van de ‘hardware’: ruimten, gebouwen van waaruit al die activiteiten kunnen worden georganiseerd. Hierbij zal meer dan in het verleden een beroep worden gedaan op verenigingen deze ruimten en mogelijk ook andere voorzieningen te delen, zodat een efficiënter gebruik mogelijk wordt. Ook uit het oogpunt van kostenbeheersing. Van belang is hier het onderzoek naar maatschappelijke huisvesting waarin gezocht wordt naar mogelijkheden om een gebouwvoorziening (multifunctioneel (jongeren)centrum) ter beschikking te stellen waarin meerdere gebruikers bijeen worden gebracht en waar mogelijk ruimten worden gedeeld. Naast dit onderzoek voor de korte termijn worden ook de noodzaak en mogelijkheden op langere termijn bezien. Op het moment van schrijven van deze begroting is door de demissionaire status van het kabinet onduidelijkheid over de voortgang van de in de afgelopen periode ingezette decentralisaties. Gelet op de verwachting dat een nieuw kabinet deze decentralisaties in enigerlei vorm zal voortzetten, wordt ook in 2013 rekening gehouden met forse inzet op deze decentralisaties. Ook ingezette ontwikkelingen als De Kanteling van de Wmo, de vorming van een Brede Welzijnsinstelling en het zoeken naar de samenhang tussen de verschillende decentralisaties zullen in 2013 worden voortgezet. Gelet op het financiële perspectief blijft ook in 2013 de verwachting overeind dat deze taken met relatief weinig gelden (efficiencykorting) zullen worden overgedragen. Hier is ook financieel technisch al zoveel mogelijk rekening gehouden. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Iedereen kan maatschappelijk meedoen
Uitvoering geven aan het in 2012 vastgestelde Wmo beleidsplan (2012-2015) en uitvoeringsplan. Belangrijk aandachtspunt hierbij is de Brede Welzijnsinstelling (BWI) die voor een belangrijk deel in 2013 zijn beslag zal
2013 e.v.
Programmabegroting 2013
11
krijgen Sociale cohesie is een fundament voor een leefbare en veilige buurt
Samen met de wijkplatforms bewerkstelligen wij samenkomsten, ontmoetingen in de wijk en wijkgesprekken Op het terrein van afstemming wonen, zorg en welzijn zal met de maatschappelijke partners gezocht worden naar creatieve arrangementen
Permanent
In stand houden en versterken van sociale netwerken
Subsidieafspraken maken met de BWI, zodat hier invulling aan kan worden gegeven
2013 e.v.
Uitvoeren nota Vrijwilligersbeleid en Maatschappelijke Stage
2011-2015
Alle mensen die kunnen werken de kans te bieden zich door en in een baan te ontwikkelen
Uitvoering door SDD
2013 e.v.
Uitkeringsgerechtigden als tegenprestatie voor een uitkering inzetten voor maatschappelijke taken (vrijwilligerswerk)
Vrijwilligersbeleid
Om de zelfredzaamheid te vergroten nemen ook bewoners/wijkplatforms initiatieven in het algemeen belang van hun straat, buurt of wijk
Vanuit wijkgericht werken samen met wijkplatforms buurtbewoners stimuleren en ondersteunen bij straat-, buurt- en wijkactiviteiten die bijdragen aan onderlinge betrokkenheid Ook inzetten op vergroten van de zelfredzaamheid van wijkplatforms en buurtbewoners waar het gaat om het organiseren en het uitvoeren
Permanent
Goede ondersteuning van het vrijwilligerswerk dat aansluit op de behoefte van de Papendrechtse vrijwilligers. Daar waar nodig het vrijwilligerswerk uitbouwen, ondersteunen en faciliteren
In het kader van de BWI wordt in 2013 verder vorm gegeven aan één lokaal coördinatiepunt, promoten van vrijwilligerswerk voor jong en oud en het doorontwikkelen van de Maatschappelijke Stage
2013
Aanbieden van / vinden van voldoende en passende ondersteuning voor mantelzorgers
Mantelzorgondersteuning is een van de aandachtspunten binnen de BWI
2013
1.1.2
Voorbereiden implementatie (aangepaste) Wet werken naar vermogen. Gezamenlijke voorbereiding met SDD en Drechtwerk 2013
Voorbereiden implementatie (aangepaste) Wet werken naar vermogen
Werkgelegenheid en economie
Een actief beleid waar het gaat om het bieden van mogelijkheden aan ondernemers om hun bedrijfsactiviteiten uit te voeren is van belang, juist in tijden van recessie. Het behoud van bestaande bedrijven en werkgelegenheid heeft prioriteit. Het verder revitaliseren en herstructureren van bedrijventerreinen is hierbij een belangrijk speerpunt (duurzaam, bereikbaar). Daarbij ligt een belangrijke focus op techniek. In deze regio zijn veel technische bedrijven gevestigd. In die sector zullen grote tekorten gaan ontstaan aan arbeidskrachten. De opgave is het versterken van de samenwerking en afstemming van het onderwijsaanbod op de vraag vanuit het bedrijfsleven. Lokale economie en arbeidsmarkt behoeven permanente aandacht. Ten opzichte van andere gemeenten doen wij het relatief goed. We kennen relatief een gering percentage werkloosheid en ook de economische bedrijvigheid is relatief groot. Stilstaan is echter achteruit gaan. We moeten vernieuwend, slim en innovatief werken aan en investeren in een blijvend gezonde en duurzame economie en arbeidsmarkt. De vraag is hoe we dat kunnen aanpakken? De eerste vraag daarbij is wie de actoren zijn waarmee we economie en arbeidsmarkt versterken. Als gemeente investeren we mee in denkkracht, bindingsinitiatieven en soms met budgetten voor
Programmabegroting 2013
12
initiatieven. Maar vooral zetten we in op de eigen kracht van inwoners, bedrijven en instellingen. Daarbij zoeken we naar commitment van ondernemers, overheid en onderwijs. Onze lokale economie kunnen we versterken en daar zetten we ook op in. Kansen voor verbetering van de economie liggen ook op het vlak van bovengemeentelijke actie. De intensivering van de contacten via accountmanagement wordt benut om de dialoog te versterken, waarbij met name ook de meningen vanuit het MKB worden gehoord. De dialoog gaat over onderwerpen als: - versterking van concurrerende vestigingsvoorwaarden - versterking van de economische structuur - versterking verbinding onderwijs en arbeidsmarkt - versterking contacten met en dienstverlening aan ondernemers Ook in onze regio streven de samenwerkende gemeenten in dialoog met onderwijs en bedrijfsleven naar een vitale economie, waarin participatie op de arbeidsmarkt en werkgelegenheid essentieel zijn. Daarbij wordt een aantal concrete initiatieven en producten ontwikkeld om de regionale arbeidsmarkt te versterken. Het gaat om het ontwikkelen van een arbeidsmarkt die aansluit op de (toekomstige) vraag van het bedrijfsleven. Deze arbeidsmarkt stelt het talent van mensen centraal in plaats van mensen uit te sluiten op basis van wat ze niet kunnen. De gemeente moet taken en verantwoordelijkheden samenbrengen, anders laten we kansen liggen. Die kansen zijn te vinden in de combinaties tussen de verschillende beleidsterreinen. Wij spelen in op de belangen van de verschillende partijen rond de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld door een 'deal' te maken met ondernemers. Voor wat hoort wat. Investeringen in bedrijventerreinen of vergroting veiligheid van de winkelcentra in ruil voor arbeidsmarkteffecten bij bedrijven. Wat kan beter en waar is actie nodig? De komende jaren zetten we in op economie en werkgelegenheid. Daartoe hebben we een aantal verbeteringsmogelijkheden / acties in beeld gebracht die economie en werkgelegenheid bevorderen. Deze elementen worden betrokken bij het op te stellen / uit te werken actieprogramma zomer 2013. Op het vlak van behoud en versterking van concurrerende vestigingsvoorwaarden is op veel punten actie nodig: - verdere versteviging van het accountmanagement met een onderscheid tussen grote bedrijven en MKB (vooral ook inzetten op het behouden van bestaande ondernemingen) - inzetten op maximale bezetting van de bedrijventerreinen, mede door deze op niveau te houden (versterken vestigingsklimaat en onderwijsklimaat) - verbetering van dienstverlening aan ondernemers, we moeten geen blokkades opwerken, maar juist wegnemen - stimuleren startersbeleid door fysieke mogelijkheden uit te breiden en starters te ondersteunen door hen met ervaren ondernemers te begeleiden en te faciliteren (denk hierbij ook aan het eventueel te vormen ondernemersbudget). Een andere mogelijkheid is om starters op de één of andere wijze financieel tegemoet te komen (bijv. door kwijtschelding van OZB in het eerste jaar of het betalen van een deel van de huur als men een ruimte in het bedrijvencentrum huurt) Dat geldt ook voor versterking van de economische structuur: - alles is belangrijk, maar een zekere focus op waar we sterk in zijn is essentieel. Focus op een sterke profilering van het maritieme met verbreding naar luchtvaart biedt kansen en vooral duidelijkheid - versterking van de bereikbaarheid en fysieke infrastructuur, aandacht voor goede logistieke voorzieningen en mogelijkheden voor vervoer over de weg en het water zijn essentieel voor veel bedrijven (denk hierbij aan de A15 en de aansluiting op de N3 en het benutten van onze ligging aan het water) - blijvende beschikbaarheid en versterking van bedrijventerreinen op niveau. Daartoe wordt conform het collegeprogramma het industrieterrein Oosteind gerevitaliseerd - versterking van innovatiekracht, inventiviteit en creativiteit (innovatie is een belangrijke motor voor economische groei) door subsidies te benutten en ruimte te faciliteren - zoeken naar niches in het aanbod van bedrijven dat we hebben (versterking van de economische structuur door verbreding en groei) - op basis van visievorming versterking promotionele aandacht voor Papendrecht (focus geven)
Programmabegroting 2013
13
Waar het gaat om de versterking van de verbinding tussen onderwijs en arbeidsmarkt zetten wij in op het volgende: - verdere uitbouw van de dialoog tussen bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en gemeente om oplossingen te bieden voor de toenemende discrepantie tussen aanbod van en vraag naar arbeid. De Fokker bedrijfsschool is een mooie start, maar verdere uitbouw daarvan naar andere ondernemingen is noodzakelijk. De verdere ontwikkeling van het LOC is daarbij mede essentieel. Het binden van de hogere opgeleide medewerkers aan onze gemeente is essentieel voor het blijvend kunnen aanbieden van het hoge voorzieningenniveau dat we kennen. Nu investeren in onderwijs en arbeidsmarkt is daarbij een belangrijke factor - een discussie over de kerntaak van de lokale overheid is in moeilijke tijden essentieel, maar desondanks kunnen wij soms bruggen bouwen door te helpen met investeringen (zeker waar deze renderen) - actiever investeren in open dagen en met ondernemers afspraken maken over stageplaatsen en leerarbeidsplaatsen - met de SDD en Drechtwerk vormgeven aan leerwerkbedrijven Acties waar het gaat om de versterking van contacten met en dienstverlening aan ondernemers: - verstevigen van de overlegstructuren - vergroten van het aantal bestuurlijke bedrijfsbezoeken met ambtelijke ondersteuning - versoepeling van toegankelijker maken van de gemeentelijke dienstverlening (meer werken volgens een éénloket functie of werken met een casemanager bedrijven) - wegnemen van ondernemersirritaties (b.v. doorverwijzingen, wijziging regels, afhandelingtermijnen correspondentie, communicatie over fysieke werkzaamheden, veiligheid, e.d.) - reductie van administratieve lasten - versnelling van procedures (binnen de mogelijkheden die de wet daarbij biedt, maar de grenzen zoveel mogelijk opzoekend) - veel minder ambtelijk denken in termen van beperkingen en onmogelijkheden, maar veel meer focussen op dialoog en mogelijkheden (de ondernemende overheid) - ondersteunen van de aansluiting van de detailhandel met nieuwe media (internetontwikkelingen) - inzetten op verdere samenwerking met partners (waaronder KvK) Evenementen zijn van belang voor de levendigheid en trekken bezoekers van omliggende gemeenten. Het betekent een directe impuls voor de lokale economie (bezoekers besteden ook). Samenwerking met ondernemers wordt op dit punt gezocht. Maar ook inzetten op verbetering en verdere ontwikkeling van bedrijfsterreinen is van belang. Zo is het streven om bedrijventerrein Oosteind niet alleen in de top tien te krijgen van beste bedrijventerreinen van Nederland, maar ook te behouden.
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt
Uitvoeren Programma Onderwijs en Arbeidsmarkt
2013
Voorbereiding doorstart LOC (ontmantelen LOC, vormgeven nieuw arrangement met focus op techniek) Samen met bedrijven werken aan een programma gericht op promotie van techniek en werving goed geschoold personeel.
2013 - 2014
Coördinatie activiteiten bedrijven WestAlblasserwaard opzetten kennismakingsprojecten techniek gericht op HAVO/VWO
2013 - 2014
Meedenken over mogelijkheden aanbod voldoende geschoold personeel voor bedrijfsleven
Programmabegroting 2013
14
Revitalisering Bedrijventerrein Oosteind
Versterken lokale economie
1.2
Onderwijs en jeugd
1.2.1
Onderwijs
Uitvoeringsprogramma Drechtsteden Cluster Merwede – Oosteind
2013
Bedrijventerrein Oosteind in de top tien van beste bedrijventerreinen van Nederland
2013
Bepalen prioriteiten actieprogramma economie (niet alles is mogelijk)
2013
Het is de taak van scholen om goed onderwijs te verzorgen, waarin kennisoverdracht en sociale vaardigheden centraal staan. Speerpunten voor gemeentelijk beleid zijn: het leveren van bijdragen aan het onderwijs om een goede aansluiting op de arbeidsmarkt te bevorderen, waar mogelijk het bevorderen van doorstroming van VMBO naar middelbaar beroepsonderwijs (MBO, niveau 2 en hoger) en het actief tegengaan van vroegtijdig schoolverlaten. Onze gemeente werkt vooral pragmatisch aan onderwijs en arbeidsmarkt. Wij zien voor onszelf een rol weggelegd om maatschappelijke kaders te herdefiniëren en samenwerking te bevorderen. Samenwerking met stakeholders door hen te betrekken bij de probleemdefiniëring, visievorming en bij het verder oppakken en uitwerken van actiepunten. Hierbij vervullen we als lokale overheid een initiërende en stimulerende functie en bouwen we eigentijds aan de verdere uitwerking van de belangrijke thema’s. Op het vlak van onderwijs en aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt hebben we als lokale overheid partijen bij elkaar gebracht (zelfs over de grenzen van onze gemeente heen). Daarbij zijn we vanuit een niet traditioneel handelingskader op een bindende, betrokken en initiatiefrijke wijze met partners in dialoog gegaan. Wij vervullen de katalysator- of aanjaagfunctie, daarna ligt de bal vooral bij de maatschappelijke partners. Wij hebben de verwachting dat initiatieven tot mooie eindresultaten kunnen leiden, zeker vanuit het lange termijn perspectief. We moeten daarbij zo (samen)bindend zijn dat onze stakeholders belangen bundelen. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Verzorgen van optimale ontwikkelingskansen voor kinderen en jongeren
Uitvoering van de Kadernota Onderwijs 20122016
2013 (en verder)
Uitvoeren Programma Onderwijs en Arbeidsmarkt
2013 e.v.
Uitvoering van het nieuwe Integrale Huisvestingsplan
2013 (en verder)
Mogelijke stelselwijziging leerlingenvervoer (na onderzoek eind 2012)
2013
Toezicht houden op het Openbaar Primair Onderwijs en Openbaar Voortgezet Onderwijs
Continue
Onderwijshuisvesting van goede kwaliteit
Voorzien in voldoende openbaar onderwijs
Wat kan beter en waar is actie nodig? De projectleider onderwijs en arbeidsmarkt is vooral bezig om verbinding tussen de verschillende actoren in het onderwijsveld te bevorderen. De bedrijfsschool van Fokker in Papendrecht is hier een goed voorbeeld van. Daarnaast wordt veel actie gezet op de doorontwikkeling van het LOC (als gevolg van het beëindigen van de regionale financiering eind 2012). Het streven is om per 1 augustus 2014 te beschikken over een LOC dat zelfstandig verder kan en in de breedte is verbonden met de Papendrechtse scholen, het bedrijfsleven, het Leerpark in Dordrecht (Da Vinci College), de Hogeschool Rotterdam, de TU Delft en Erasmus universiteit Rotterdam. Op het thema onderwijs en
Programmabegroting 2013
15
arbeidsmarkt is daarnaast verdere verbreding en verdieping naar actiepunten nodig. Er komt rond de zomer een vervolgrapportage. Natuurlijk vindt afstemming plaats met de andere nieuw beleid thema’s economie en duurzaamheid. Op het vlak van onderwijs streven wij naar: - verhogen van de instroom in het techniekonderwijs (wij zijn immers een gemeente waar techniek belangrijk is) en andere belangrijke sectoren - verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt (blijvende dialoog en gezamenlijke initiatieven bevorderen tussen onderwijsinstellingen en bedrijven) - onderwijs dichtbij het bedrijfsleven vorm geven - ontwikkelen leerlijnen/ permanente stageplaatsen voor jongeren om hen op jonge leeftijd kennis te laten maken met het bedrijfsleven - initiëren van themadagen gericht op loopbaan en beroepsoriëntatie - stimuleren ondernemerschap via onderwijs - helpen van jongeren bij een goede loopbaanstart - uitwerken van de kadernota onderwijs in een uitvoeringsprogramma onderwijs 1.2.2
Jeugd
Papendrecht wil zich blijvend ontwikkelen als aantrekkelijke woongemeente waar alle jongeren tussen nul en vierentwintig jaar naast inzet en betrokkenheid op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, arbeidsmarktontwikkeling, maar ook op gebieden als sport en verenigingsactiviteit, optimaal gebruik kunnen maken van de diensten en voorzieningen op het brede welzijnsterrein. Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar die (groepen van) jongeren die op enigerlei wijze achterstand oplopen in hun ontwikkeling. Het jeugdbeleid is gericht op het in stand houden en ontwikkelen van een sociale infrastructuur die maatschappelijke participatie zoveel mogelijk stimuleert. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Jongeren bijeen brengen via activiteiten om zo op het sociale vlak meer jongeren in aanraking met elkaar te kunnen brengen en het aanbieden van een daarvoor geschikte accommodatie
Uitvoeren van jeugdactiviteiten door het Jeugd en Jongerenwerk in Papendrecht Onderzoek naar de realisatie van een multifunctionele (jeugd)accommodatie Vormgeving en besluitvorming maatschappelijke huisvesting (mfa’s) Allereerst ter vervanging van Interval
2013
Kinderen en jongeren moeten de kans krijgen om veilig op te groeien en zich te ontwikkelen tot jongvolwassenen, die later op een positieve manier invulling kunnen geven aan het eigen leven en kunnen bijdragen aan de gemeenschap
Implementeren uitvoeringsprogramma’s Centrum Jeugd en Gezin en Meedoen (kinden jongerenwerk)
2013 (en verder)
Ontwerp en plan van aanpak decentralisatie Jeugdzorg en invoering Meldcode Kindermishandeling
2013
2013 2013
Naast de jongeren ontmoetingsplekken (JOP’s) zijn ook twee chill-inns opgezet. Het is van belang ontmoetingsplekken op niveau te houden, omdat is aangetoond dat daarmee de overlast in wijken substantieel is afgenomen. Dit is met name ook een taak voor het Ambulant Jongerenwerk van Interval.
1.3
Ouderen en volksgezondheid
1.3.1
Ouderen
De afgelopen 20 jaar is het aantal ouderen met 30% toegenomen. Oog hebben voor de specifieke behoeften van deze groep is van groot belang. Kernbegrippen zijn: zelfstandigheid en aangepast wonen, mobiliteit, zorg op maat en communicatie.
Programmabegroting 2013
16
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Ouderen worden niet meer benaderd als een afzonderlijke groep. Ondersteuning richt zich met name op de kwetsbaren
Verder uitwerken doelstelling in ontwikkeling Brede Welzijnsinstelling
2013
1.3.2
Volksgezondheid
De gemeente streeft naar het voorkomen van schade aan de gezondheid. Preventie is hierbij het uitgangspunt, nadruk ligt op jongeren en senioren. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Bevorderen en beschermen van gezondheid van inwoners
Uitvoering geven aan Nota Gezondheidsbeleid Zuid-Holland Zuid 2012-2015 Gezondheid gewoon dichtbij, inclusief de lokale paragraaf
2013 e.v.
Meer verantwoordelijkheid terugleggen bij de burgers
Opheffing van, dan wel uittreding uit Logopedische Dienst Voorbereiding Mogelijke opheffing of uittreding
1.4
Sport, recreatie en cultuur
1.4.1
Sport
2013 2016 (of eerder bij opheffing)
Sport en bewegen leveren een positieve bijdrage aan lichamelijke en geestelijke gezondheid. Onze gemeente draagt hieraan bij door het aanbieden van eigentijdse sportfaciliteiten en het scheppen van voorwaarden. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod aan sportvoorzieningen voor de georganiseerde en niet-georganiseerde sporters
Uitvoering sportnota Sport op Koers Uitvoeringsprogramma 2013 realiseren
Begin 2013 2013
Vaststellen uitvoeringsprogramma 2014
Eind 2013
De reguliere sportvoorzieningen dienen algemeen toegankelijk en goed bereikbaar te zijn. Hierbij gaat het zowel om de fysieke bereikbaarheid als om de sociale veiligheid
1.4.2
Recreatie
Het college vindt het behoud van het bestaande groen en zo mogelijk een uitbreiding van groen van groot belang voor het groene karakter van de gemeente. De groene structuur is bepalend voor een aangenaam leefmilieu. Het beleid is gericht op het behoud van de bestaande groene, blauwe en recreatieve kwaliteiten van de wijken, op het versterken van de groen- en waterstructuur en van de recreatieve structuur. Onze gemeente streeft ernaar een toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige openbare (buiten)ruimte te creëren. De kwaliteit van het buitengebied dient versterkt te worden door
Programmabegroting 2013
17
het verbeteren van de toegankelijkheid van het Groene Hart, de bereikbaarheid van de Biesbosch en de functionele kwaliteit van ecologische verbindingszones. Het voorgaande dient natuurlijk wel plaats te vinden binnen de meerjarig beschikbare begrotingsruimte. In 2013 wordt gestart met de procedure te komen tot vernieuwing van het integraal beheer van de openbare ruimte (IBOR) en alle daarmee samenhangende deelplannen. Het college onderzoekt wat de meest voordelige manier zal zijn om de natuurgerichte recreatieve bestemming van het gebied ten noorden van de A15 uit te werken en te versterken (als onderdeel van de Merwedezone). In de Transformatie Visie Merwedezone wordt dit gebied ook genoemd als onderzoeks- en aandachtsgebied voor recreatieve bestemmingen. Er zal gezocht moeten worden naar kostendragers voor de ontwikkeling van dit gebied. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Versterken van de natuurgerichte recreatieve bestemming ten noorden van de A15 (als onderdeel van de Merwedezone)
De visie op het buitengebied is een onderdeel van de visie op het groenblauwe netwerk
Eind 2013
Versterken van Slobbengors als recreatieen sportgebied
Vaststellen van een samenhangende visie op versterking van de recreatiemogelijkheden
2013- begin 2014
1.4.3
Cultuur
Cultuur levert een belangrijke bijdrage aan maatschappelijke vorming. De gemeente heeft hierbij verschillende rollen: uitvoerder, financier, stimulator en soms ook initiator. In samenwerking met de culturele adviesraad wordt nagedacht over impulsen voor cultuur. We hebben een theater en een bloeiend verenigingsleven. Ten aanzien van de kunstuitleen zijn we bezig met een nieuw initiatief. Verder wordt door Tobe de doorgaande cultuur leerlijn voor de jeugd bevorderd. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Verbeteren bekendheid, gebruik en waardering van culturele voorzieningen in Papendrecht
Uitvoering Nota Cultuurbeleid 2012-2014
2013-2014
Wonen Nadat in 2011 en 2012 de nodige planologische procedures zijn doorlopen en bouwkundige werkzaamheden hebben plaatsgevonden worden in de eerste helft 2013 de 15 woningen op de voormalige woonwagenlocatie Amberdreef opgeleverd. De bewoners die tot dat moment tijdelijk huisvesting hebben in onze gemeente zullen dan terugkeren naar deze locatie.
Programmabegroting 2013
18
Wat mag het kosten? Omschrijving (-/- =nadelig)
2013
2014
2015
2016
2017
10.457.000
10.598.000
10.452.000
10.304.000
10.304.000
8.619.000 340.000 21.000 1.477.000
8.496.000 340.000 21.000 1.741.000
8.386.000 296.000 21.000 1.749.000
8.238.000 296.000 21.000 1.749.000
8.238.000 296.000 21.000 1.749.000
Lasten
31.242.000
28.193.000
28.358.000
27.979.000
27.919.000
Sociale zaken en werkgelegenheid Onderwijs en jeugd Ouderen en volksgezondheid Sport recreatie en cultuur
15.246.000 6.312.000 910.000 8.774.000
15.030.000 5.320.000 910.000 6.933.000
14.881.000 5.366.000 909.000 7.202.000
14.713.000 5.327.000 772.000 7.167.000
14.711.000 5.284.000 771.000 7.153.000
(-/- = nadelig) Programma Samenleving Baten Sociale zaken en werkgelegenheid Onderwijs en jeugd Ouderen en volksgezondheid Sport recreatie en cultuur
Saldo
Programmabegroting 2013
-20.785.000 -17.595.000 -17.906.000 -17.675.000 -17.615.000
19
Programmabegroting 2013
20
2 Ruimte Programmadoelstelling Papendrecht wil een gemeente zijn waarin het goed wonen is in een stedelijke omgeving, met dichtbij ook veel groen en water. De aandacht binnen het programma Ruimte zal in de toekomst niet zozeer uitgaan naar groei, maar naar dynamisch beheer. Aandacht voor de (ruimtelijke) kwaliteit wordt de komende jaren van groot belang. Die (ruimtelijke) kwaliteit kenmerkt zich door aandacht voor een gezond leefmilieu, duurzaamheid, leefbaarheid en bereikbaarheid. Dit is ook in financieel minder uitbundige tijden inzet van het ruimtelijk beleid. Een comfortabel woon-, leef- en werkklimaat blijft belangrijk voor onze gemeente. De ambitie is het in stand houden en versterken daarvan. Voor de inwoners van onze gemeente willen we een comfortabele leefomgeving blijven bieden waarbij veiligheid, goede voorzieningen, bereikbaarheid, duurzaamheid, groen- en milieuvriendelijkheid belangrijke begrippen zijn. Het vergroten van de aantrekkelijkheid van het centrum, de verdere afronding van het centrum en de bouw van het sportcentrum dragen hieraan bij. Samenwerken met inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners is van groot belang bij het realiseren van de gezamenlijke ambities. 2.1
Volkshuisvesting en ruimtelijke ontwikkeling
2.1.1
Ruimtelijk beleid
Het ruimtelijk beleid moet worden ontwikkeld en uitgevoerd op basis van een visie op onze gemeente, waarin op een hoog abstractieniveau op hoofdlijnen uitspraken worden gedaan over de visie op de ruimtelijke structuur. Op 2 juli 2009 heeft de gemeenteraad de Structuurvisie Papendrecht 2020; een venster naar de toekomst vastgesteld. De strategische hoofdkeuzen zijn hierin beschreven. Deze visie vormt de basis voor ontwikkelingen op ruimtelijk en sociaal-maatschappelijk gebied in onze gemeente op de lange termijn (15-20 jaar). In regionaal verband (Drechtsteden) vindt afstemming plaats over het ruimtelijke beleid vanuit het perspectief van het lokale belang. Hier worden gewenste ruimtelijke ontwikkelingen op elkaar afgestemd. Samenwerking met andere partijen staat nog nadrukkelijker op de agenda dan voorheen om de gestelde doelen te kunnen realiseren. In 2012 heeft de gemeenteraad van Papendrecht een visie op intergemeentelijke samenwerking vastgesteld en binnen de regio is nagedacht over programmatische afstemming. In 2015 wordt door het Rijk een aantal Deltabeslissingen genomen. Deze beslissingen zijn bepalend voor de toekomst van de Nederlandse delta en worden door de landelijke politiek genomen. Het doel van het Deltaprogramma is het voorkomen van grote overstromingen en forse droogteschade in de toekomst. Voor breed gedragen conclusies hecht het Rijk aan een samenhangende aanpak, waarin regionale en nationale analyses bij elkaar worden gebracht om de problematiek scherp in beeld te brengen. Ook vanuit onze gemeente worden de ontwikkelingen goed gevolgd en participeren wij de komende jaren zowel ambtelijk als bestuurlijk in overleggen. Op 8 december 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met het Integraal Ontwikkelingsplan Slobbengors en de Samenwerkingsovereenkomst Fokker – Papendrecht. Deze documenten vormen samen de leidraad voor de gemeente voor de verdere ontwikkeling van Slobbengors. In 2012 heeft de gemeenteraad bovendien besloten dat onze gemeente samen met Dordrecht het projectmanagement van de ontwikkeling van Noordoevers op zich neemt en actief mee stuurt in de besluitvorming over dit project. De uitkomsten van het project kunnen mede bepalend zijn voor de toekomst van ROM-D. Ook in de financieel technische kant van de aansturing van dit project levert onze gemeente een stevige inspanning. Zoals bekend bezitten we als gemeente vastgoed. In 2012 is een exacte inventarisatie gemaakt van welke panden dat betreft waarbij alle belangrijke financiële variabelen in beeld zijn gebracht. Vanuit deze inventarisatie wordt een visie op vastgoed/strategische panden in 2013 geformuleerd, waarbij de kernvraag zal zijn welk vastgoed we op basis van strategische overwegingen aanhouden en welk vastgoed eventueel afgestoten kan worden als zich daartoe kansen voordoen. Daarbij wordt uiteraard ook gekeken naar de maatschappelijke functies die in de panden op dit moment worden uitgevoerd.
Programmabegroting 2013
21
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Ontwikkelen en uitvoeren van het ruimtelijke beleid op basis van de Structuurvisie Papendrecht 2020 een venster naar de toekomst
De doelstellingen en maatregelen zijn op hoofdlijnen hierna beschreven. Jaarlijks worden het college en de gemeenteraad geïnformeerd over de voortgang
jaarlijks
De aanwezigheid van Fokker tot ver in de toekomst zeker stellen én het versterken van de recreatieve gebruiksmogelijkheden van Slobbengors
De ontwikkeling en realisatie van het nieuwe internationale hoofdkantoor van Fokker, de vernieuwbouw van de fabriek en de herinrichting van Slobbengors, waarbij ook een bijdrage wordt geleverd aan de arbeids- en onderwijsmarkt en duurzaamheid
2013 - 2017
Samen met Dordrecht komen tot een optimaal sluitende businesscase voor het regionale project NoordoeversTransformatiezone
Samen met mede opdrachtnemer gemeente Dordrecht is in 2012 de businesscase opgesteld. In 2013 zal de ontwikkeling van deze locatie gefaseerd en afgestemd op de markt ter hand worden genomen. Sturing vindt plaats in de Drechtsteden
2012 - 2025
Samenwerking in de regio om te bezien waar Papendrecht de regio kan versterken en waar de regio Papendrecht kan versterken, alsmede de behartiging van het Papendrechts belang
Deelnemen aan projectgroepen voor regionale projecten, deelnemen aan ambtelijke voorbereidingsoverleggen voor bestuurlijke besluitvormingstrajecten, als opdrachtnemer optreden in regionale ruimtelijke projecten.
permanent
Het regionale en Papendrechtse belang vertegenwoordigen in het Deltaprogramma, alsmede het als regio en gemeente goed voorbereid zijn op nieuw rijksbeleid vanaf 2015
Participeren in overleggen en hier voorbereidend werk voor te verrichten, danwel acties uit te voeren naar aanleiding van werkafspraken
2013 - 2015
Strategisch vastgoedbeheer
Naar aanleiding van de inventarisatie gemeentelijk vastgoed aanbrengen van een differentiatie tussen panden die worden aangehouden en panden die eventueel kunnen worden afgestoten (op basis van visie en marktsituatie)
2012 - 2013
2.1.2
Ruimtelijke ordening
Op 1 juli 2008 is de Wro in werking getreden. Deze wet schrijft voor dat het geldende planologische regime niet ouder dan tien jaar mag zijn. Wanneer plannen deze termijn overschrijden, mogen voor bouwplannen in dat plangebied geen bouwleges worden geïnd. De wet bevat een overgangsperiode van vijf jaar, zodat op 1 juli 2013 het gehele planologische regime aan deze termijn moet voldoen. Indien de actualisering volgens planning verloopt, heeft Papendrecht op 1 juli 2013 alleen plannen die jonger zijn dan tien jaar. Dit zijn deels beheersverordeningen, met een conserverend karakter. Ontwikkelingen worden met behulp van andere planologische instrumenten mogelijk gemaakt.
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Actualisatie bestemmingsplannen voor juli 2013 met als doel aan de wet te kunnen voldoen
Vaststellen beheersverordening woongebied
2e kwartaal 2013
Vaststellen van bestemmingsplan Industrieterrein Oosteind
1e kwartaal 2013
Programmabegroting 2013
22
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Vaststellen beheersverordening Landelijk Gebied
1e kwartaal 2013
Vaststellen beheersverordening Centrum
2e kwartaal 2013
Het (rijks)project voor de aanpassing van de aansluiting A15 – N3 juridisch planologisch mogelijk maken.
Vaststellen bestemmingsplan A15 – N3 aansluiting
2e kwartaal 2013
Het juridisch-planologisch mogelijk maken van de realisatie van het nieuwe internationale hoofdkantoor van Fokker
Vaststellen bestemmingsplan Fokker
4e kwartaal 2013
Tijdig en goed reageren op zich aandienende ruimtelijke ontwikkelingen
Inspelen op zich aandienende ontwikkelingen geïnitieerd door zowel derden als door de eigen organisatie met omgevingsvergunning (Wabo), projectplan (bestemmingsplan voor ontwikkellocatie) of met buitenplans ontheffingsbesluit
Permanent
Integraal toezicht op omgevingsvergunningen (Wabo)
Oppakken van integrale handhavingstaken
Permanent
2.1.3
Comfortabele leefomgeving
Het is van belang dat inwoners van Papendrecht zich comfortabel voelen in de leefomgeving. Daarbij hoort dat inwoners zich veilig voelen en voorzieningen dichtbij zijn en inwoners via de wijkplatforms mee kunnen denken over de directe leefomgeving. Het creëren van een comfortabele leefomgeving is ook een verantwoordelijkheid van de inwoners zelf, waarbij de overheid het particulier initiatief zal stimuleren in een tijd dat de financiële middelen beperkt zijn. Het college geeft uitvoering aan de noodzakelijke bezuinigingsmaatregelen als gevolg van de economische recessie. Dit wordt vormgegeven door het gesprek en de dialoog over het pakket heroverwegingen met de gemeenteraad te voeren en met nadrukkelijke consultatie in de samenleving. Ondanks de noodzaak van financiële aanpassingen is het van belang te blijven investeren in een gemeente waarin het goed toeven is in termen van comfortabel wonen, werken en recreëren. Zo wordt voorgenomen beleid zoveel mogelijk ongewijzigd gerealiseerd, worden geplande investeringen in de utiliteitsbouw en infrastructuur uitgevoerd en wordt uitvoering gegeven aan het nieuwe sportcentrum. De prioriteit ligt ook bij de voortgang van de centrumontwikkelingen. Daarmee wordt de bedrijvigheid in de particuliere sector vergroot. Daarnaast wordt ook in 2013 actief ingezet op het stimuleren van (sociale) woningbouw. Hierbij wordt uiteraard rekening gehouden met de beperkte financiële positie van de gemeente. Dit alles leidt tot een substantieel aantal feitelijke ruimtelijke ontwikkelingen in 2013.
Programmabegroting 2013
23
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Kwalitatief hoogwaardige herbestemming van het gebied in Kraaihoek-noord tussen de Burgemeester Keijzerweg en de Lange Tiendweg voor economische activiteiten, sport- en recreatieve voorzieningen en wonen
Gebiedsontwikkeling Lange Tiendweg, waaronder de ontwikkeling van een aantrekkelijk, aansprekend en toegankelijk sportcentrum
2012 - 2015
De omgevingsvergunning voor het nieuwe sportcentrum is medio 2012 afgegeven, waarna de bouw is gestart. De verwachting is dat de bouw van de dubbele sporthal en het binnenbad eind 2013 in een vergevorderd stadium is
2012 - 2013
Slopen sporthal De Donck om plaats te maken voor de buitenbaden en de ligweide
2013 - 2014
Plannen voor de woningbouw tussen het sportcentrum en de Zonnedauw zijn uitgewerkt. Het voornemen bestaat om het eerste deel van de woningbouw eind 2013 te starten
2013 - 2015
Een bij de gemeente en de inwoners passend pakket aan maatschappelijke huisvesting voor ondermeer sport, recreatie en cultuur
Het accommodatiebeleid wordt onderzocht en gestreefd wordt naar het slimmer huisvesten van instellingen Nadere plan- en bestuurlijke besluitvorming met betrekking tot maatschappelijke huisvesting
2013
Afronding van de wijk Oostpolder tot een gedifferentieerd woongebied met wijkgerelateerde (groen)voorzieningen
Ontwikkeling locatie Eiland (noodwinkel) voor woningbouw
2015
Uitgifte locatie Aalscholver voor (particuliere) woningbouw
2012 - 2014
Uitgifte van particuliere kavels Zuidkil
2013 - 2014
Nieuwbouw winkel-/voorzieningencentrum Land van Matena
2013 - 2014
Planvorming kerkgebouw nabij centrumgebied Land van Matena
2013
Ontwikkeling bedrijventerrein Land van Matena
2012 - 2014
Ontwikkeling woningbouw Land van Matena
2013 - 2014
Versterken van de groen- en waterstructuur en van de recreatieve structuur
Groenplan (EFRO) ontwikkeling Groenplan (EFRO) uitvoering
2012 - 2013 2013 - 2014
Ontwikkeling Merwehoofd tot een hoogwaardige woonlocatie
Verdere afbouw van het woongebied, zorg voor een goede verkeersontsluiting en eventuele parkeerproblemen helpen oplossen
2013 - 2015
Ontwikkeling van het centraal gelegen woon-, werk- en voorzieningengebied Land van Matena tot het centrumgebied van de woongebieden Oostpolder en Baanhoek-west (Sliedrecht)
Programmabegroting 2013
24
Herontwikkeling van de locatie Amberdreef tot een plek waar het comfortabel wonen en leven is
Nadat in 2011 en 2012 de nodige planologische procedures zijn doorlopen en bouwkundige werkzaamheden hebben plaatsgevonden worden begin 2013 de woningen op de voormalige woonwagenlocatie Amberdreef opgeleverd. De bewoners die tot dat moment tijdelijk zijn gehuisvest binnen de gemeente zullen dan terugkeren naar deze locatie
2013
Binnen de PALT-afspraken Drechtsteden (tussen de woningcorporaties en de gemeenten in de regio) een bijdrage leveren aan de bijzondere doelgroepen wonen, zorg en welzijn voor gehandicapten
Ontwikkeling maatschappelijke ruimten en huurappartementen hoek Pieter Zeemanlaan/ Albert Schweitzerstraat
2012 - 2013
Huisvesting bieden aan startende ondernemers en ondernemers die nu vanuit huis werken
Herontwikkeling van de voormalige supermarkt aan het Erasmusplein tot een voorziening voor startende ondernemers, die aldaar de mogelijkheid krijgen tot het huren van kantoorruimte Verbeteren van de leefbaarheid omgeving Erasmusplein
2012 - 2013
Verbetering uitstraling en functionaliteit bestaand bedrijventerrein
Werkgelegenheidsgroei in combinatie met versterking groen-recreatieve structuur van de gemeente
2.1.4
2013
Revitalisering bedrijventerrein Oosteind (met behulp van UHB-subsidie van de provincie Zuid-Holland worden twee wegen op het bedrijventerrein heringericht): - Planontwikkeling - Start uitvoering
2012 - 2013 2014
Realisatie nieuwe hoofdkantoor en fabriek van Fokker en herinrichting Slobbengors: - Planontwikkeling: - Voorbereiding uitvoering (o.a. aanbesteding) - Uitvoering
2013 2013 - 2014 2014 - 2016
Ontwikkelen nieuwe lokale woonvisie voor nu en in de toekomst
De woonvisie is eind januari 2013 gereed voor vaststelling door de gemeenteraad. In 2013 zal aan de volgende onderwerpen gewerkt worden. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Realisatie van een goed woonmilieu in Papendrecht voor nu en in de toekomst
-
Eind 2013
-
2.1.5
Evaluatie startersregeling Onderzoek mogelijkheden verbetering bestaande bouw Onderzoek haalbaarheid (collectief) particulier opdrachtgeverschap
Centrumontwikkeling
In 2001 heeft de gemeenteraad het Masterplan 2000+ voor het centrumgebied vastgesteld. Dit Masterplan vormde vervolgens het uitgangspunt voor het in 2003 vastgestelde bestemmingsplan Centrum. De afgelopen jaren is hard gewerkt aan de realisatie van het Masterplan, dat tien deelgebieden omvat, alsmede een aantal ingrepen in de infrastructuur en de inrichting van de openbare ruimte. Het college vindt het belangrijk dat het centrum van Papendrecht verder wordt ontwikkeld. De eerste prioriteit ligt bij het afbouwen en aantrekkelijker maken van de gebouwen in het centrum, bij het
Programmabegroting 2013
25
versterken van de horecafunctie en bij de doorontwikkeling van de functie van het marktplein. Drie grote resterende opgaven in dit kader zijn: de herontwikkeling van de Van der Kevielocatie, de herinrichting van het marktplein en de ontwikkeling van Den Briel (het voormalig busstation). Er wordt grote waarde gehecht aan het realiseren van een gezellig centrum. Dit is ambitieus en betekent werken volgens een strakke planning. We brengen op een innovatieve wijze partners bijeen, waarbij aan de voorkant van het proces meningen worden uitgewisseld alvorens uitwerking van plannen en aanvragen plaatsvindt. Dit past ook binnen het beeld van deregulering en vermindering van administratieve lasten. Het college streeft naar vergroting van de aantrekkelijkheid van het centrum en naar het creëren van goede overgangen van centrumgebied naar omliggende woongebieden. Daartoe wil het college de visie op het centrum herijken. We gaan uit van een ruimer fysiek begrip van het centrum dan alleen het winkelcentrum De Meent. De actualisering van het Masterplan centrum (integrale visieontwikkeling centrumgebied) is belangrijk en wordt volgend jaar ter hand genomen. Concrete planvorming voor nieuwe gebieden als gevolg van de herijking van het masterplan, worden echter niet meer in deze collegeperiode opgepakt. Om het centrum nog levendiger te maken zijn evenementen ondersteunend. Het evenementenbeleid met bijbehorende evenementenkalender zal in 2013 worden geformuleerd. Een eerste evenementenkalender zal begin 2013 verschijnen als een van de bouwstenen bij de ontwikkeling van een meerjarig evenementenbeleid in 2013. Een van de bouwstenen daarvan is het in beeld brengen van de kostenstructuur van evenementen en de begrotingstechnische verwerking daarvan. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Uitvoering van deelprojecten uit het Masterplan 2000+
Ontwikkeling Van der Kevielocatie: - Sloop - Planvorming en start nieuwbouw - Afronden nieuwbouw Het Marktplein: - Opstellen van scenario’s voor herinrichting marktplein en gemeenteraad en bevolking daarbij betrekken - Planvorming Den Briel locatie: - Omgevingsvergunning en start bouw - Nieuwbouw
Behoud en vergroting van de aantrekkelijkheid van het centrum waarbij wordt uitgegaan van een ruimer fysiek begrip van het centrum dan alleen winkelcentrum De Meent
Integrale visieontwikkeling centrumgebied / actualisatie Masterplan Centrum. Herijking van het Masterplan met vergroting van het centrumgebied
Planning
2012 2012 - 2014 2014 - 2015
2012 - 2013 2013 - 2014
2013 2013 - 2014 2013 - 2014 Nieuwe planning in 2013
Planvorming van nieuwe gebieden in het centrum wordt na deze collegeperiode opgepakt Papendrechtse Kerstmarkt georganiseerd voor en door Papendrechters
Organiseren Papendrechtse Kerstmarkt
Jaarlijks
Inzicht in aard en samenhang georganiseerde activiteiten in Papendrecht ten behoeve van input te ontwikkelen evenementenbeleid
Opstellen evenementenkalender
2013
Ontwikkelen evenementenbeleid
2013
Doorontwikkeling De Meent als eigentijdse voorziening
Centrumoverleg met ondernemers en KvK
2013 e.v.
Programmabegroting 2013
26
2.1.6
Uitwerken structuurvisie
In 2013 wordt een aantal onderdelen van de structuurvisie uitgewerkt, zoals een integrale visie op het historische dijklint en het opstellen van een visie op het groenblauwe netwerk (inclusief buitengebied). Een visie op binnenstedelijke herontwikkeling is voor na deze collegeperiode gepland. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Een toetsingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen aan het dijklint
Vaststellen van een dijkvisie waarin bestaande en gewenste kwaliteiten worden vastgelegd en uitwerking in een beeldkwaliteitsplan
Eind 2013
Het verbeteren van de leefomgeving door het verhogen van de betekenis van groen en water voor de inwoners van Papendrecht, groene (en blauwe) kaders voor herontwikkellocaties en het identificeren van ontbrekende schakels in het groene (en blauwe) netwerk
Vaststellen van de visie op het groenblauwe netwerk, die vervolgens verder zal worden uitgewerkt in groenbeleid en groenbeheerplannen
Eind 2013
Het benoemen van richtlijnen ten aanzien van de rol van de gemeente bij binnenstedelijke herontwikkeling
Vaststellen van een nieuwe planning voor visie binnenstedelijke herontwikkeling
Eind 2013 nieuwe planning, uitvoering na collegeperiode
2.2
Groen en milieu
2.2.1
Groen
Het college vindt het behoud van het bestaande groen en zo mogelijk een uitbreiding van groen van groot belang voor het groene karakter van de gemeente. De groene structuur is mede bepalend voor een aangenaam leefmilieu. Het beleid is gericht op het behoud van de bestaande groene, blauwe en recreatieve kwaliteiten van de wijken en op het versterken van de groen- en waterstructuur en van de recreatieve structuur. De gemeente Papendrecht streeft ernaar een toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige openbare (buiten)ruimte te creëren. De kwaliteit van het buitengebied dient versterkt te worden door het verbeteren van de toegankelijkheid van het Groene Hart, de bereikbaarheid van De Biesbosch en de functionele kwaliteit van ecologische verbindingszones. Het voorgaande dient natuurlijk wel plaats te vinden binnen de meerjarig beschikbare begrotingsruimte. In 2013 wordt gestart met de procedure te komen tot vernieuwing van het IBOR en alle daarmee samenhangende deelplannen. Het college onderzoekt wat de voordeligste manier is om de natuurgerichte recreatieve bestemming van het gebied ten noorden van de A15 uit te werken en te versterken (als onderdeel van de Merwedezone). In de Transformatie Visie Merwedezone wordt dit gebied ook genoemd als onderzoeks- en aandachtsgebied voor recreatieve bestemmingen. Gezocht wordt naar kostendragers voor de ontwikkeling van dit gebied. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Versterken van de natuurgerichte recreatieve bestemming ten noorden van de A15 (als onderdeel van de Merwedezone)
De visie op het buitengebied is een onderdeel van de visie op het groenblauwe netwerk.
Eind 2013
Programmabegroting 2013
27
Als onderdeel van het Integraal ontwikkelingsplan (IOP) en de samenwerkingsovereenkomst (SOK) met Fokker, in combinatie met de ontwikkeling van het nieuwe internationale hoofdkantoor van Fokker op Slobbengors, het gebied Slobbengors als recreatie- en sportgebied versterken.
Vaststellen van definitieve ontwerp voor de herinrichting Slobbengors.
2013- begin 2014
Terugdringen en waar mogelijk voorkomen van overlast door honden
Herziening uitvoeringsbesluit honden 2010
2013
Bomenverordening Groene Kaart
Betere bescherming van de beschermwaardige bomen (zowel openbaar als particulier) en het aantal regels verminderen.
Permanent
2.2.2
Milieu
Op 26 januari 2012 heeft de gemeenteraad het Milieubeleidsplan Drechtsteden 2011 - 2015 Een regio duurzaam in balans als kader vastgesteld. In samenwerking met de Drechtsteden is hiermee een degelijk geactualiseerd milieubeleidsplan tot stand gekomen. Het plan legt een relatie met de ruimtelijke en economische (gebieds)opgaven van de regio, waardoor het geheel een samenhangend kader biedt met de verschillende beleidsvelden. Het plan moet richting geven aan het milieubeleid voor de komende jaren, maar ook mede richting geven aan nieuwe ruimtelijke en economische ontwikkelingen in de regio. Het Milieubeleidsplan Drechtsteden 2011 - 2015 Een regio duurzaam in balans bevat een Regionale Uitvoeringsagenda 2011 - 2015. Een regio duurzaam in balans betekent bij de uitwerking van de ruimtelijke en economische opgaven een samenspel van kwaliteit en duurzaamheid in relatie tot de te bereiken gezamenlijke doelen. Vanuit de milieuthema’s wordt daarbij enerzijds ingezet op het oplossen van milieuproblemen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving en daarmee het vestigingsklimaat, maar de inzet maakt ook ontwikkelingen mogelijk in de regio. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de aanpak van geluidoverlast bij woningen, de verbetering van de luchtkwaliteit en de veiligheid op en langs het spoor. Leefbaarheid vormt het fundament voor duurzaamheid. Anderzijds wordt vanuit de milieuthema’s de input geleverd voor een duurzame ontwikkeling van de regio. Het gaat hierbij onder meer om waterveiligheid en beleving, groen, energie en duurzaam bouwen. Uiteraard moet bij de uitwerking van de opgaven te allen tijde voorkomen worden dat nieuwe milieuproblemen ontstaan. Bij nieuwe ontwikkelingen, maar ook bij herstructureringsopgaven, dient dan ook rekening gehouden te worden met de randvoorwaarden die veelal vanuit de beleidskaders of bij wet gesteld worden. Dit komt terug in thema-uitwerkingen. Tevens wordt rekening gehouden met het lokale beleid dat de individuele Drechtstedengemeenten hanteren. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Duurzame woon-, leef- en werkomgeving.
Uitvoeren van de Regionale Uitvoeringsagenda 2011-2015
2013
Uitvoeren van het Energieprogramma Drechtsteden 2010-2013 met als lokaal speerpunt het stimuleren van duurzame vormen voor energievoorziening, zoals energiebesparing bij gemeentelijke voorzieningen, energiezuinige openbare verlichting en duurzaam bouwen
2013
Plaatsen van zonnepanelen op het gemeentehuis (voorbeeldfunctie / proefopstelling)
2012-2013
Bij (ver)bouw van gebouwen duurzame, klimaatvriendelijke en energiebesparende
Permanent
Programmabegroting 2013
28
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
maatregelen toepassen. Eén van de mogelijke instrumenten is de Gemeentelijke Praktijk Richtlijn Gebouw (GPR Gebouw) Opstellen lokaal milieu-uitvoerings-programma
2013
Uitvoering milieutaken, zoals adviseren over duurzame maatregelen, betrekken bij vergunningverlening, toezicht en handhaving bedrijven, bodemsanering, geluid, lucht en externe veiligheid
Permanent
De gemeenteraad heeft in maart 2011 de Bodembeheernota Zuid-Holland Zuid vastgesteld. De nota wordt in 2013 geëvalueerd en aangepast aan veranderende wetgeving
2013
Het college stelt in de loop van 2012 nieuwe geluidsbelastingkaarten vast. De hieruit voortvloeiende actieplannen dienen vóór 18 juli 2013 te zijn vastgesteld
2013
Duurzaamheid Door de in het collegeprogramma opgenomen integrale benadering van beleid wordt gewerkt aan een duurzame samenleving. Niet alleen maar nieuw, omdat in het verleden ook al werd gewerkt aan duurzaamheid in de brede zin van het woord zoals hiervoor geschetst. Maar wel voor de eerste keer integraal benaderd en verbonden met andere toekomstige beleidslijnen die voor onze gemeente van groot belang zijn. Al langer werken wij aan een duurzame samenleving. De structuurvisie zorgt voor een meerjaren perspectief ten aanzien van de ruimtelijk fysieke structuur. De visie op intergemeentelijke samenwerking schetst het meerjarig perspectief van Papendrecht in de regio. In het collegeprogramma is de toekomstige omslag van groeigemeente naar een dynamische beheergemeente aangegeven. Onze gemeente heeft de grenzen van de groei bereikt. Er is sprake van een stabiliserende bevolkingsomvang met een lichte teruggang op termijn. In het ouderensegment zien wij een geleidelijke procentuele toename, met in het segment van de jongeren, jong volwassenen en jonge gezinnen een daling. Ook zien wij dat sommige delen van onze gemeente nadere aandacht nodig hebben. Niet op de traditionele wijze, maar langs de lijnen van een duurzame, eigentijdse binnenstedelijke herontwikkeling. Ten aanzien van een deel van de wijken, zoals ook in de structuurvisie vastgesteld, is de noodzaak voor specifieke aandacht aanwezig. Dat doen wij niet alleen, maar met stakeholders die ook een belang hebben bij het werken aan verbeteringen en vernieuwingen. In het collegeprogramma is gesteld dat we een (bovengemiddeld) comfortabel woon-, leef- en werkklimaat nastreven. Dit is de schets van de opdracht voor de toekomst. Deze opdracht ligt ook ten grondslag aan de visie op intergemeentelijke samenwerking, waarin samenwerking met gemeenten, instellingen en bedrijfsleven in partnerships van belang is. Kortom, werken aan een duurzame samenleving is niet nieuw. Wat kan beter en waar is actie nodig? Onderstaande actiepunten zijn zaken die de komende jaren (en niet alleen in 2013) zullen worden opgepakt. -
groen blauw netwerk (waaronder ook de ecologische zone) vernieuwing industrieterrein Oosteind (met aandacht voor duurzaamheid) verdere ontwikkeling centrum (met aandacht voor duurzaamheid) binden van ondernemingen (o.a. Fokker, IV-groep, Visser en Smit, Boskalis) aandacht voor duurzaamheid bij ontwikkeling IOP Slobbengors en bouw kantoor Fokker bouw nieuwe sportcentrum (met extra investeringen ten aanzien van duurzaamheid)
Programmabegroting 2013
29
-
uitvoering energieprogramma Drechtsteden (lokale agenda) uitvoering motie ten aanzien van gemeentelijke gebouwen (gebruik zonnepanelen) initiatieven voor verduurzaming energiegebruik (bij openbare gebouwen) herzien van IBOR (Integraal beheer openbare ruimte) versterking recreatieve functies versterking groenstructuur met EFRO-gelden herziening geluidsbelastingkaarten energievisie binnenstedelijke herontwikkeling (met aandacht voor duurzaamheid)
2.3
Verkeer en beheer
2.3.1
Verkeer en vervoer
Het college vindt het belangrijk dat een verkeerscirculatieplan/bereikbaarheidsplan en fietsbeleid worden uitgewerkt en dat het parkeerbeleid in het centrum wordt geactualiseerd. Het parkeerbeleid vraagt om een integrale benadering waarbij aandacht wordt besteed aan de kosten van de parkeergarages in relatie tot het parkeren in de openbare ruimte. Het college zoekt naar een nieuw evenwicht tussen bewoners, bezoekers van het winkelcentrum of anderszins aan het centrum en werknemers van bedrijven, winkels en instellingen in het centrum. Daarbij is ook de beheersing van de gemeentelijke bijdrage aan de parkeervoorzieningen in het centrum aan de orde. Het college wil de voorzieningen van de waterbus in stand houden en indien mogelijk uitbreiding van de vaartijden. Als uitwerking van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) uit 2010 wordt grote waarde gehecht aan het opstellen van een Bereikbaarheidsplan. Er is gestart met een studie naar de bereikbaarheid met bijzondere aandacht voor de bereikbaarheid van Papendrecht-West. De resultaten uit dit onderzoek zijn input voor het Bereikbaarheidsplan voor geheel Papendrecht. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Behouden en waar mogelijk versterken van de leefkwaliteit door het creëren van een duurzaam verkeers- en vervoersysteem (Gemeentelijk Verkeersen Vervoersplan = GVVP)
Het vaststellen van het Bereikbaarheidsplan met een toekomstvisie en maatregelen voor het in stand houden van de bereikbaarheid van Papendrecht
2013
Na vaststelling parkeerbeleid centrum uitwerken en implementeren van nieuwe parkeersituatie in het centrum
1e helft 2013
Onderzoek verplaatsen waterbushalte Oosteind naar de Rosmolenweg, het verbeteren van de fietsverbinding naar de halte Westeind en onderzoek haalbaarheid en consequenties van de uitbreiding c.q. verbetering van dienstverlening van de Waterbus
Medio 2013
Nota Parkeernormen. In deze nota worden parkeernormen voor nieuwe ontwikkelingen vastgesteld ter vervanging van de weggevallen bepalingen in het Bouwbesluit
2013
Verkeersveiligheidsplan
4e kwartaal 2013
Nota Langzaam Verkeer. In combinatie met Verkeersveiligheidsplan, waarbij aandacht wordt besteed aan de routes en verkeersveiligheid van fietsers en voetgangers in de gemeente en veilige school-/thuisroutes /
4e kwartaal 2013
In stand houden van de voorziening van de waterbus op Oosteind
Programmabegroting 2013
30
omgevingen
2.3.2
Kwaliteit openbare ruimte
De kwaliteit van de openbare ruimte in Papendrecht is redelijk goed te noemen. Om de kwaliteit op peil te houden, wordt structureel onderhoud gepleegd aan het wegenstelsel met bijhorende voorzieningen, het rioolstelsel, het openbare groen en het watergangenstelsel. Bij reconstructies worden inwoners (met name de direct omwonenden) actief bij de planvorming betrokken, zodat zij hun inbreng in de plannen kunnen hebben. Een kwalitatief goede woonomgeving draagt ook bij aan een veilige woonomgeving. Het veiligheidsaspect krijgt dan ook aandacht bij de inrichting van de openbare ruimte. De kwaliteit van de openbare ruimte wordt bepaald door het voorzieningenniveau en het leefbaar, bereikbaar en veilig houden van die openbare ruimte. In het kader van de heroverwegingen zijn de beschikbare gelden voor het beheer van de openbare ruimte verlaagd. Dat betekent dat creatief wordt gezocht naar maatregelen die de kwaliteit van de openbare ruimte op niveau houden tegen geringere kosten dan voorheen. De ontwikkelingen ten aanzien van het IBOR en de effecten worden op termijn uitgewerkt. Het voorgaande dient natuurlijk wel plaats te vinden binnen de meerjarig beschikbare begrotingsruimte. In 2013 wordt gestart met de procedure te komen tot vernieuwing van het IBOR en alle daarmee samenhangende deelplannen. Ten aanzien van sommige voorzieningen is mede in het kader van de heroverwegingen, maar ook vanuit de bezinning welke taken bij een lokale overheid horen, de vraag aan de orde of de exploitatie een kerntaak van de gemeente is. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Groenvoorzieningen Op peil houden van de kwaliteit van de groenvoorzieningen
Het uitvoeren van het groenbeheerplan.
Permanent
Versterking van de groenfunctie
Het uitvoeren van beheer en onderhoudsplannen afgestemd op overige disciplines en het hierbij zo mogelijk verbeteren van de infrastructuur. Dit met Inachtname van de vastgestelde kwaliteit in IBOR
Permanent
Het opstellen en uitvoeren van meerjarige baggerplannen
Permanent
Wegen Een wegeninfrastructuur met bijbehorende voorzieningen die voorziet in de behoefte van de gebruiker. Dit met uitgangspunt “schoon, heel en veilig” zoals verwoord in het IBOR
Het uitvoeren van het wegenbeheerplan.
Permanent
Het uitvoeren van beheer en onderhoudsplannen afgestemd op overige disciplines en het hierbij zo mogelijk verbeteren van de infrastructuur. Dit met in acht name van de vastgestelde kwaliteit in IBOR
Permanent
Riolering Het op een voor de volksgezondheid en voor het milieu verantwoorde wijze inzamelen en (laten) verwerken van afvalwater
Het uitvoeren van het beheer en onderhoudsplannen zoals opgenomen in het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP 20092013), waarbij aandacht wordt besteed aan overleg met samenwerkingspartners op dit vlak
Uitvoering conform het meerjaren onderhoudsplan
Duurzaam beheer en onderhoud als basis laten dienen voor het op te stellen groenbeleid
Het voorkomen van wateroverlast Het uitvoeren van de zorgplicht grondwaterbeheer Afvalinzameling Het inzamelen en (laten) verwerken van huishoudelijke afvalstoffen conform de
Programmabegroting 2013
De voorbereiding opstarten voor het opstellen van het GRP voor de periode 2014-2018
Het inzamelen en (laten) verwerken van huishoudelijke afvalstoffen
Permanent
31
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Het bevorderen van afvalscheiding van de afvalstromen
Het invoeren van gescheiden papierinzameling: onderzoek
Implementatie e 2 kwartaal 2013
Begraafplaats Het bieden van de mogelijkheid tot ter aardestelling, urnenbijzettingen en asverstrooiing
Uitvoeren beheer begraafplaats
Permanent
Het onderhouden en beheren van de begraafplaats
Ruimen vanwege het verlopen van rechten en de beperkte ruimte op de begraafplaats.
Start eind 2012
Straatreiniging
Zwerfafval scoort hoog als overlast bij de burger. De medewerkers van het wijkonderhoud besteden daaraan veel tijd Door het intensief inzetten van de veegmachine wordt voorkomen dat verstopte straatkolken ontstaan en vermindert het onkruid Naast de reguliere werkzaamheden wordt op het winkelcentrum De Meent iedere doordeweekse dag en op zaterdag door Drechtwerk het zwerfafval verwijderd en de afvalbakken geleegd
Permanent
Openbare verlichting Het met openbare verlichting borgen van de persoonlijke, sociale en verkeersveiligheid
Het ontwerpen en uitvoeren van verlichtingsplannen conform de aanbevelingen van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSvV)
Permanent
Aandacht voor het toepassen van milieuvriendelijke verlichting (energiebesparing)
Het toepassen van energievriendelijke technieken en materialen. Het integraal uitvoeren van onderhoudsplannen
Permanent
wettelijke kaders
Permanent
De taken zijn uitbesteed aan Bureau Openbare Verlichting Lek-Merwede BV (OVL) Herijking IBOR Het ontwikkelen van een hernieuwde visie op het gebied van wegen en groen waarbij het behoud van de kwaliteit van wegen en het groene karakter van Papendrecht de inzet is
In 2013 wordt gestart met de procedure te komen tot vernieuwing van het IBOR en alle daarmee samenhangende deelplannen. Toetsen van de geformuleerde heroverwegingen en definitief implementeren in de begroting
2013
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Theater en Kunstuitleen
Het zorgen voor een theaterprogramma voor jong en oud gedurende het jaar in een accommodatie van een scholengemeenschap
Tijdens theaterseizoen 2013 en 2014
Perspectiefnota 2014
Het aansluiten van de hernieuwde visie op de geformuleerde heroverwegingen na voldoende discussie en onderzoek Een leefbare, bereikbare en veilige openbare ruimte
2.3.3
Exploitatie voorzieningen
Het kunnen bieden van een
Programmabegroting 2013
32
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
laagdrempelig, hoogwaardig en zo breed mogelijk landelijk theateraanbod
Het verzorgen van de programmering, de (technische) ondersteuning van de voorstellingen, de kaartverkoop, e.d.
Het bieden van mogelijkheden aan zoveel mogelijk inwoners om kennis te nemen van cultuuruitingen of daaraan deel te nemen en daarmee een bijdrage leveren aan de maatschappelijke vorming (het bestuurlijke standpunt is dat kunstuitleen geen kerntaak van de lokale overheid meer is)
In het kader van de heroverwegingen is het uitlenen van kunst geen kerntaak De Kunstuitleen beheert de Kunstcollectie. Het verhuren en verkopen van kunstwerken aan particulieren, bedrijven en instellingen in de regio. Het verzorgen van educatie en projecten voor het (basis)onderwijs in Papendrecht
2013
Zwembad de Hooght en Sportaccommodaties Het bieden van de mogelijkheid sport te beoefenen in aantrekkelijke accommodaties. Het kunnen bieden van accommodaties die voldoen aan de huidige veiligheidsen sporttechnische eisen
Het beheer en verhuur van het zwembad en twee gemeentelijke sporthallen aangevuld met enkele gemeentelijke gymzalen en sporthallen van derden
Permanent
Het zwembad de Hooght in combinatie met de sporthallen De Donck en De Laaght te vervangen door nieuwbouw op de bestaande locatie, een multifunctionele sportvoorziening, aantrekkelijk en goed toegankelijk
Geplande oplevering in 2014
Interval Het ontplooien van sociaal culturele activiteiten met als doel jongerenoverlast te beperken en talenten te ontwikkelen
Het sociaal cultureel werk organiseert en coördineert activiteiten (organisatie door derden) voor verschillende doelgroepen
Permanent
Jongeren worden ondersteund en begeleid op straat. Het mogelijk maken van een open inloop in Interval en op locatie (chill-inn) voor (deze) jongeren
Permanent
2.3.4
Planning
Wijkgericht werken
Vanuit wijkgericht werken worden samen met wijkplatforms buurtbewoners gestimuleerd en ondersteund bij straat-, buurt- en wijkactiviteiten die bijdragen aan onderlinge betrokkenheid. Ook wordt ingezet op vergroten van de zelfredzaamheid van wijkplatforms en buurtbewoners waar het gaat om het organiseren en het uitvoeren.
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Wijkgericht werken Doelmatige samenwerking tussen gemeente, inwoners en ketenpartners
Overleg voeren met de wijkplatforms. Inzetten mogelijkheden voor ondersteuning van het particulier initiatief ter verbetering van de leefomgeving
Permanent
Het uitvoeren van het activiteitenprogramma
Permanent
Opstellen van een beleidsnotitie over wijkgericht werken
Implementatie 2013
Het zorgen voor goede verbindingen tussen wijkplatforms en wijkbewoners Doorontwikkeling wijkgericht werken / rol wijkplatforms Uitbouwen sociale samenhang in de maatschappij door het ondersteunen van wijkplatforms, bewonerscommissies, individuele bewoners, activiteiten en vrijwilligers
Programmabegroting 2013
33
Wat mag het kosten? Omschrijving (-/- =nadelig)
2013
2014
2015
2016
2017
Baten
40.377.000
40.501.000
22.028.000
20.503.000
13.214.000
Huisvesting en ruimtelijke ordening Groen en milieu Verkeer en beheer
32.209.000 7.248.000 920.000
31.742.000 7.710.000 1.049.000
12.857.000 8.122.000 1.049.000
10.919.000 8.535.000 1.049.000
3.215.000 8.950.000 1.049.000
Lasten
48.957.000
48.437.000
29.899.000
28.639.000
21.556.000
Huisvesting en ruimtelijke ordening Groen en milieu Verkeer en beheer
33.112.000 9.636.000 6.209.000
32.353.000 9.853.000 6.231.000
13.461.000 10.216.000 6.222.000
11.849.000 10.570.000 6.220.000
4.453.000 10.908.000 6.195.000
Saldo
-8.580.000
-7.936.000
-7.871.000
-8.136.000
-8.342.000
(-/- = nadelig) Programma Ruimte
Programmabegroting 2013
34
3 Bestuur en regio Programmadoelstelling Papendrecht is en blijft een zelfstandige gemeente die verbindt in ruimtelijke en in menselijke zin, waarbij bewoners, instellingen, bedrijven en gemeente gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen. Het hoofduitgangspunt is lokaal wat lokaal kan en regionaal wat regionaal moet. Daarbij is samenwerken in de verschillende regionale verbanden van belang, maar wel met behoud van de eigen identiteit van onze gemeente, waarbij veilig en comfortabel leven, wonen, recreëren en werken voorop staan. Onze gemeente is een zelfstandige gemeente met een eigen identiteit binnen de Drechtsteden, Alblasserwaard-Vijfheerenlanden en Zuid-Holland Zuid. Uitgangspunt in bestuurlijk handelen is daarbij verlengd lokaal bestuur. De gemeente stelt, naast het algemeen belang, de inwoners centraal en is als gemeente duidelijk, betrouwbaar, transparant en legt verantwoordelijkheid af. Bestuurlijke speerpunten De bestuurlijke speerpunten zijn in het collegeprogramma opgenomen. Daarnaast en in aanvulling daarop wordt speciale aandacht besteed aan de onderwerpen duurzaamheid, onderwijs en arbeidsmarkt en economie. Aan deze onderwerpen is in deze begroting dan ook ruim en specifiek aandacht besteed. Voor deze speerpunten van beleid worden in de zomer van 2013 meer uitgewerkte plannen van aanpak gemaakt. Ten aanzien van onderwijs en arbeidsmarkt is dan sprake van een tweede overzicht, voor de andere onderwerpen is sprake van een eerste actieprogramma. 3.1
Veiligheid / handhaving
Toezicht en handhaving Handhaving is nodig omdat naleving van regels niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Bij handhaving streven we als gemeente integraliteit na. Dat betekent dat de onderdelen binnen de gemeentelijke organisatie die met handhaving te maken hebben zoveel mogelijk samenwerken en afstemmen. De gemeente wil en moet de wet- en regelgeving, waarvoor zij bevoegd gezag is, handhaven. Het voorkomen van overtredingen heeft hierbij prioriteit. Dit is de preventieve kant van toezicht. Door naleving van regels te benadrukken wordt overtreding van regels voorkomen. We proberen hier de (noodzaak van) handhaving te voorkomen. Een van de belangrijkste doelen van handhaving is het afdwingen van naleving van regelgeving. Deze regelgeving dient wel handhaafbaar te zijn. Van handhaving gaat een preventieve werking uit. Daarnaast moeten de verschillende doelgroepen goed geïnformeerd worden over het naleefgedrag dat van hen wordt verwacht. Goede en tijdige communicatie is dan ook een noodzaak. Ook moet de naleving van regels en voorschriften daadwerkelijk worden gecontroleerd. Een goede handhaving bevordert de gevoelens van veiligheid, rechtvaardigheid en vertrouwen in het gemeentebestuur van de inwoners van onze gemeente. Nieuwe Drank- en Horecawet naar gemeente Op 1 januari 2013 gaat de nieuwe Drank- en Horecawet (DHW) in. De handhaving van de wet gaat over naar de gemeenten. Het voordeel is dat handhaving veel gerichter kan worden ingezet. In de nieuwe wet zijn jongeren onder de 16 jaar strafbaar als ze alcohol in bezit hebben, zowel in horecagelegenheden als op de openbare weg. Verkopers van alcohol die in twaalf maanden tijd drie keer worden betrapt op verboden verkoop, verliezen (tijdelijk) hun vergunning. De DHW verplicht de gemeente om binnen een jaar na de inwerkingtreding een verordening paracommercie te ontwikkelen (voor 1 januari 2014). Verder moet worden bezien in hoeverre andere beleidsonderdelen moeten worden aangepast als gevolg van de invoering van de wet. De nieuwe wet betekent een forse reductie (37%) van administratieve lasten. Een belangrijke wijziging is een eenvoudiger vergunningstelsel voor horeca en slijterijen. Nu moet iedere nieuwe leidinggevende in de horeca of een slijterij een vergunning aanvragen. In de nieuwe wet kan deze persoon simpelweg gemeld worden. Ook kunnen gemeenten kiezen voor een gedigitaliseerd vergunningsysteem. Om goed voorbereid te zijn op de nieuwe DHW worden de buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) bijgeschoold. Professionalisering Buitengewoon Opsporingsambtenaren Handhaven door boa’s is van toenemend belang in de zorg voor de lokale veiligheid. Boa’s zijn bevoegd om uiteenlopende strafbare feiten aan te pakken.
Programmabegroting 2013
35
Vanaf 1 oktober 2012 worden aanvullende eisen gesteld aan de boa’s. Er komt een systematiek van permanente her- en bijscholing. Vaardigheden als gespreks- en benaderingstechnieken juist voor de boa’s die veelvuldig contact hebben met burgers en ondernemers maken onderdeel uit van de opleiding. Burgers mogen uit het oogpunt van rechtszekerheid een goede kwaliteit van handhaving verwachten. Een kwaliteitsverbetering zal ook leiden tot verbetering van de handhaving en draagt bij aan een verbetering van het imago van de boa. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Gedragsverandering burgers, bedrijven en instellingen
Vernieuwing handhavingsbeleid en uitvoering handhavingsbeleid
2013
Handhaven regels gebruik openbare ruimte (inzet boa’s)
Permanent
Initiëren handhavingsacties rondom bestuurlijke speerpunten
Jaarlijks te bepalen prioriteit
Invoering en handhaving Drank- en Horecawet (inzet boa’s)
2013 en handhaving permanent
Bijscholing boa’s
Permanent
Openbare orde en veiligheid Met de vaststelling van het Integraal Veiligheidsplan (IVP) 2012-2015 is de actualisatie van het gemeentelijke integraal veiligheidsbeleid afgerond. De overheid voert de regie over de veiligheid binnen de gemeente, ketensamenwerking is hierbij echter van groot belang. De uitvoering van het veiligheidsbeleid ligt bij een veelheid aan partijen; het is niet automatisch de gemeente, of meer nog de politie die aan zet is. Ook burgers, bedrijven en instellingen dienen een bijdrage te leveren om tot de uitvoering van de integrale aanpak te komen. In 2013 wordt inzet gepleegd op het gezamenlijk behalen van concrete resultaten op lokaal niveau. Door juist maatregelen op het gebied van proactie en preventie te nemen, kan repressie worden voorkomen en zo de veiligheid worden vergroot. De uit het IVP voortvloeiende gemeentelijke prioriteiten zijn hierbij: vermindering jongerenoverlast, vermindering geweld en alcoholoverlast, vermindering veelvoorkomende criminaliteit en het vergroten van de operationele slagkracht en de regierol van de gemeente. Met ingang van 1 januari 2013 treedt de nieuwe Politiewet in werking en start de Nationale Politie. Dit betekent dat in 2013 hard gewerkt wordt aan de inrichting van de nieuwe organisatie. De politieregio Zuid-Holland-Zuid wordt een eenheid binnen de nieuwe regionale eenheid Rotterdam. Het huidige wijkteam van politie in de Alblasserwaard West wordt, ondanks herhaalde bezwaren van de lokale gezagsdrager en de gemeenteraad, opgesplitst. Onze gemeente gaat gezamenlijk met de gemeenten Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Sliedrecht en Zwijndrecht het nieuwe basisteam ‘Drechtsteden Buiten’ vormen. De politie-eenheid Rotterdam werkt vanaf 2013 met een meerjarig Regionaal Beleidsplan, de hierin opgenomen strategische prioriteiten zijn; vertrouwen in veiligheid, veiligheid in de buurt, hoge impact delicten, jongeren en ondermijning van de maatschappelijke integriteit. Deze regionale prioriteiten zijn in lijn met het IVP, waar nodig worden op lokaal niveau aanvullende afspraken gemaakt. De organisatorische aanpassingen betekenen geen wijziging voor de burgemeesters bevoegdheden op het gebied van openbare orde en veiligheid en het politieoptreden.
Programmabegroting 2013
36
Rampenbestrijding en crisisbeheersing De in 2012 ingezette lijn van opleiden en oefenen op dit taakveld wordt verder doorgezet. In 2013 wordt veel aandacht besteed aan de bekendheid van de gemeentelijke taken uit het Regionaal Crisisplan (RCP). Daarnaast wordt de intergemeentelijke samenwerking binnen de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing voortgezet. Door uniforme taken waar mogelijk centraal uit te voeren, wordt een kwaliteitsverbetering op het gebied van bevolkingszorg verwacht. De brandweerzorg wordt binnen de regio Zuid-Holland Zuid per 1 januari 2013 geregionaliseerd en ondergebracht bij de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. De grondslag van deze ontwikkeling ligt in de Wet veiligheidsregio’s (2010). De voorbereidende werkzaamheden zijn in volle gang, de feitelijke overdracht vindt plaats door het afsluiten van een Overeenkomst taakuitvoering brandweerzorg. Per 2013 maakt de brandweer geen deel meer uit van de gemeentelijke organisatie, niettemin wordt inhoudelijk doorgewerkt aan de eerder ingezette lijn om ongewenste en oneigenlijke brandmeldingen terug te dringen. Daarnaast wordt blijvend veel aandacht besteed aan het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van burgers, bedrijven en instellingen in het kader van ‘brandveilig leven’. Een en ander betekent dat de werkprocessen binnen de gemeente in relatie tot de brandweer aangepast moeten worden aan de nieuwe situatie dat de lokale brandweer geen onderdeel meer is van de gemeentelijke organisatie. De organisatorische aanpassing heeft vervolgens geen wijziging tot gevolg waar het gaat om het operationeel optreden. De burgemeester blijft het opperbevel behouden.
3.2
Bedrijfsleven
De gemeente neemt de regie om verbinding te leggen tussen gemeente en ondernemers. Enerzijds om bedrijven en ondernemers van dienst te zijn en anderzijds om belangrijke impulsen te geven aan de plaatselijke economische ontwikkeling en werkgelegenheid. Specifieke aandacht is er voor de MKB-ondernemers (detailhandel) en startende ondernemers. Onze gemeente (en met name het centrum) vervult een belangrijke regiofunctie. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Contact onderhouden met bedrijfsleven
Opstarten project ZZP’er in beeld in samenwerking met de Kamer van Koophandel
1e helft 2013 + permanent
3.3
Dienstverlening en communicatie
3.3.1
Dienstverlening
De kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening is van essentieel belang voor het vertrouwen in de lokale overheid. In het collegeprogramma is opgenomen dat dienstverlening mensgericht, snel en zeker, samenwerkingsgericht, transparant en aanspreekbaar moet zijn. Een belangrijk uitgangspunt is daarbij dat de gemeente er moet zijn voor haar burgers, bedrijven en instellingen, niet andersom. Gezien de toenemende en veranderende verwachtingen die burgers, bedrijven en instellingen van de gemeente hebben, is deze duidelijke opdracht uit het collegeprogramma nog relevanter. Burgers, bedrijven en instellingen verwachten vooraf duidelijkheid over te doorlopen procedures. Men verwacht dat wij meedenken, actief inspelen op nieuwe ontwikkelingen, geen overbodige gegevens opvragen, zaken slim en snel oplossen. Maar ook dat we, als de situatie daar om vraagt, kunnen omschakelen en de tijd nemen om een maatwerkoplossing te bieden. Kortom van de gemeente wordt verwacht dat we een professionele partner zijn. Op het taakveld van de gemeentelijke dienstverlening speelt op dit moment veel. Zo hebben we bijvoorbeeld te maken met het Antwoord© dienstverleningsconcept dat de lokale overheid de duidelijke opdracht geeft per 2015 het portaal voor de gehele overheid te zijn. Het i-NUP wil met 24 ‘’digitale’’ voorzieningen de benodigde basisinfrastructuur voor de e-overheid en gemeentelijke
Programmabegroting 2013
37
dienstverlening implementeren. De toegenomen verwachtingen en veranderende omgeving zijn van grote invloed op de inrichting en toekomst van onze dienstverleningsorganisatie. Een belangrijk gegeven is verder dat we bij de verdere ontwikkeling van de gemeentelijke dienstverlening interactieve beleidsvorming op de meest concrete manier inzetten door burgers, bedrijven en instellingen met een klanttevredenheidsonderzoek en klantvraaganalyse de kans te bieden hun waardering en aanbevelingen inzake de gemeentelijke dienstverlening uit te spreken. Op die wijze halen we belangrijke verwachtingen op die we kunnen verwerken in onze ambitie en projecten. De mate waarin wij er in slagen te voldoen aan de verwachtingen, is bepalend voor de uiteindelijke waardering en tevredenheid voor onze dienstverlening. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Openingstijden die aansluiten op de behoeften van onze burgers, bedrijven en instellingen
Aanpassing van de openingstijden en breed invoeren van werken op afspraak
2013
Vermindering kwetsbaarheid en vergroting kwaliteit van de dienstverleningsorganisatie
Oriëntatie op samenvoeging van telefonisch informatiecentrum, balies burgerzaken en receptie
2013
Verbetering van de telefonische dienstverlening
Verder professionaliseren van het telefonisch informatiecentrum (TIC) op inhoudelijk en communicatief vlak
2013
Verbetering van de digitale dienstverlening
Verbeteren en uitbreiden mogelijkheden van Papendrecht heeft Antwoord© (digitaal loket). Inhoudelijk, tekstueel en beheersmatig
2013
Verbetering van (fysieke) dienstverlening aan de balie en receptie
Heroriëntatie op invulling van takenpakket, procesvoering en inrichting
2013
Regie pakken op automatisering waaronder i-NUP (Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid), zaakgericht werken en andere projecten ter verbetering van bedrijfsvoering of dienstverlening
Starten met lokale stuurgroep waarin deze ontwikkelingen worden besproken. Opstellen informatiebeleidsplan waarmee invulling gegeven kan worden aan het opdrachtgeverschap richting regio
2013
Burgers vooraf duidelijk informeren over doorlooptijden, procedures en andere zaken
Invoering kwaliteitshandvest met een set breed gedragen en meetbare servicenormen. Sturen op basis van set servicenormen
2013
Vergroten van de gerichtheid op behoeften van onze burgers, bedrijven en instellingen
Door klantvraaganalyse, klanttevredenheidsonderzoeken en benchmarking wordt inzichtelijk welke behoeften er in de samenleving zijn. Daar moet de dienstverlening zich op richten
2013
Deregulering en administratieve lastenverlichting
Processen efficiënter en effectiever laten verlopen door procesanalyse. Aanvraagformulieren standaardiseren en screenen op overbodige indieningsvereisten
2013
3.3.2
Communicatieve overheid
Burgers, bedrijven en instellingen verlangen van gemeenten dat zij betrouwbaar, bereikbaar en geloofwaardig zijn. Dat ze procedures snel afhandelen en helder communiceren. Maar misschien nog wel belangrijker, verwachten ze dat gemeenten zich inleven en denken in oplossingen en niet in problemen, in wat wel kan en niet in wat niet kan. Op deze punten is het zaak de dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen te verbeteren.
Programmabegroting 2013
38
Bij de revitalisering van bedrijventerrein Oosteind is een sterke dialoog op gang gebracht met de ondernemers. Daarbij is inzet zowel van accountmanagement als van de strategisch beleidsadviseur van de afdeling RO de basis geweest voor goede communicatie. Deze wijze van communiceren stimuleren wij bij soortgelijke projecten. Bij het formuleren van de visie op intergemeentelijke samenwerking zijn onze maatschappelijke partners direct betrokken geweest, waarbij ook de social media zijn ingezet. Ook die wijze van communiceren willen wij verder uitbouwen. Als laatste punt is versterking van de interactieve beleidsvorming een kans voor onze gemeente om directer de burger te betrekken bij plannen van de gemeente. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Dienstverlening aan ondernemers verbeteren
Pakket van verbetervoorstellen samenstellen. Subsite Ondernemen verder uitbouwen (o.a. E-herkenning integreren en Antwoord© aanvullen). Jaarlijkse bijeenkomst organiseren
2013
Minimalisatie overbodige indieningvereisten en standaardisatie aanvraagformulieren
Volgens een vast formaat opstellen van standaardaanvraagformulieren voor alle producten en diensten
permanent
Schrijven in klare taal (B1 taalniveau)
Traject van bewustwording en opleiding organiseren voor medewerkers die uitgaande stukken schrijven voor burgers, bedrijven en instellingen
2013
Betrekken burgers bij visie- en planvorming gemeente
Vormgeven instrument interactieve beleidsvorming
2013
3.3.3
Administratieve regeldruk
Het maatschappelijk gevoelen is dat de overheid teveel overbodige regels gebruikt. Soms leidt dat tot het gevoel van vastlopen in teveel regels. Daarnaast heeft de samenleving steeds meer behoefte aan een overheid die slagvaardig reageert. Die meer slagvaardige reactie krijgt impulsen door verbetering van de dienstverlening, maar ook vermindering van regels kan helpen. Daar waar dat kan wordt het regelniveau verminderd. Voorbeelden zijn vermindering van regeldruk bij subsidieverstrekking en het verminderen van administratieve lastendruk in het kader van de centrumontwikkeling door partners aan de voorkant bij de planvorming te betrekken. Ook de aanpassing van het welstandsbeleid is een voorbeeld waarbij daar waar het kan de administratieve regeldruk voor burgers, bedrijven en instellingen wordt verminderd. Als laatste voorbeeld van vermindering van regeldruk kan de nieuwe Drank- en Horecawet worden genoemd. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Minimum niveau wet- en regelgeving nastreven
Mogelijkheden onderzoeken tot schrappen van wetten en/of het vereenvoudigen van regelgeving
permanent
Verbeteren proportionaliteit tussen subsidiebedrag en administratieve lasten bij verlenen en vaststellen subsidies
Nieuwe subsidieverordening waarbij wordt uitgegaan van verschillende subsidieregimes
Uitvoering in 2013
3.4
Regionale samenwerking
Op 28 juni 2012 heeft de gemeenteraad de visie op intergemeentelijke samenwerking vastgesteld. De visie geeft richting aan besluitvorming over toekomstige initiatieven in de regionale samenwerking.
Programmabegroting 2013
39
Ook binnen de Drechtsteden wordt de visie gebruikt als input voor projecten als Toekomst netwerkbestuur en Programmatische afstemming. De kern daarbij is dat het gemeentebestuur een zakelijke, praktische en pragmatische aanpak in samenwerking hanteert, waarbij een zelfstandig, autonoom en krachtig Papendrecht uitgangspunt is en blijft. Dit is volledig in lijn met hetgeen hieromtrent in het collegeprogramma is opgenomen. Als autonome gemeente behoudt onze gemeente zeggenschap over beleid, de eigen financiële huishouding, het grondbeleid en een gekwalificeerd ambtelijk apparaat. Bij vormen van samenwerking wordt getoetst of deze een financiële en inhoudelijke meerwaarde hebben. Wij stellen ons daarbij actief op en beperken ons niet slechts tot controle. Wij zijn een open en ondernemende gemeente en zijn vanuit dat perspectief samenwerkingsgericht. Successen in intergemeentelijke samenwerking worden gedeeld met de samenleving. Ten aanzien van het programma samenleving zoeken we samenwerking ten aanzien van onderhoud en beheer van accommodaties, verbreden wij in samenwerking het scholenaanbod en werken we samen op het gebied van sport en cultuur. Ook op economisch gebied is samenwerking evident voor onze gemeente (waaronder ook de regiofunctie ten aanzien van het winkelaanbod). Ten aanzien van het programma ruimte zijn wij de schakel tussen stedelijk en landelijk gebied en werken wij samen om onze verbindende kracht op dit punt in te zetten. Ten aanzien van het programma bestuur is het uitgangspunt dat nabijheid van diensten voor ons belangrijk is, evenals een gezonde financiële huishouding en dat de belangen van inwoners van Papendrecht adequaat worden ingebracht op regionaal niveau. Als verbindende partner staan wij open voor intergemeentelijke samenwerking vanuit het perspectief dat hiervoor is geschetst. Dat betekent derhalve dat wij willen verbinden bij ontwikkelingen binnen de Drechtsteden, binnen de Drechtsteden Noord, Zuid-Holland Zuid en binnen de AlblasserwaardVijfheerenlanden. Juist door de breedte van de samenwerking en het zijn van scharnierpunt tussen stedelijke en landschappelijke faciliteiten kunnen wij onze meerwaarde in samenwerking expliciet maken.
Programmabegroting 2013
40
Wat mag het kosten? Omschrijving (-/- =nadelig)
2013
2014
2015
2016
2017
(-/- = nadelig) Programma Bestuur en regio Baten
684.000
724.000
684.000
684.000
684.000
Veiligheid en handhaving Dienstverlening en communicatie Regionale samenwerking
115.000 569.000 0
115.000 609.000 0
115.000 569.000 0
115.000 569.000 0
115.000 569.000 0
Lasten
7.502.000
7.269.000
7.047.000
6.983.000
6.951.000
Veiligheid en handhaving Dienstverlening en communicatie Regionale samenwerking
1.677.000 4.928.000 897.000
1.691.000 4.906.000 672.000
1.676.000 4.736.000 635.000
1.582.000 4.766.000 635.000
1.585.000 4.731.000 635.000
-6.818.000
-6.545.000
-6.363.000
-6.299.000
-6.267.000
Saldo
Programmabegroting 2013
41
Programmabegroting 2013
42
Bijlage indicatoren 1 Samenleving 1e Hoofddoelstelling Uitbouwen sociale samenhang in de maatschappij door ondersteunen van verenigingsleven, activiteiten vrijwilligers en wijkgericht werken. Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Streefwaarde
Schaalscore sociale cohesie (samengestelde score)
6,1 (2009)
5,9 (2011)
=
% inwoners dat het afgelopen jaar actief is geweest om de buurt te verbeteren
32% (2009)
20% (2011)
=
Deelname vrijwilligerswerk (% inwoners dat het afgelopen jaar vrijwilligerswerk heeft gedaan)
25% (2009)
=
2e Hoofddoelstelling Werkgelegenheid in de regio op peil houden door behoud van bestaande bedrijven en arbeidsplaatsen (in stand houden) en creëren van mogelijkheden voor ondernemers om hun bedrijfsactiviteit uit te voeren (uitbouwen). Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Oordeel ondernemers over het ondernemingsklimaat
6,6 (2010)
(Ontwikkeling) aantal startende ondernemers (t.o.v. regionale en landelijke ontwikkeling)
187 (2010) Ontwikkeling 2009-2010: Papendrecht +23%, Drechtsteden +16% en Nederland +17%
(Ontwikkeling) aantal werkzame personen (t.o.v. regionale en landelijke ontwikkeling)
Streefwaarde =
210 (2011) Ontwikkeling 2010-2011: Papendrecht +12%, Drechtsteden +5% en Nederland + 9% 11.381 (per 1-1-2010) Ontwikkeling 2009-2010: Papendrecht +3,0%, Drechtsteden +0,2% en Nederland -1,0%
=
=
11.471 (per 1-1-2011) Ontwikkeling 2010-2011 Papendrecht +0,8%, Drechtsteden +0,8% en Nederland +0,1%
3e Hoofddoelstelling Kwalitatief goed onderwijs moet in Papendrecht blijven met specifieke aandacht voor een goede aansluiting op de arbeidsmarkt en het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten. Ten aanzien van het onderwijsniveau is de rol van de gemeente vooral voorwaardenscheppend en faciliterend. Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Schoolverzuim (absoluut en relatief)
absoluut verzuim: relatief verzuim: (2009/2010)
Programmabegroting 2013
4 84
Streefwaarde + (lagere absolute getallen)
43
Aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters
79 (definitief cijfer 2008/2009) 74 (voorlopig cijfer 2010/2011)
+ (lager absoluut getal)
4e Hoofddoelstelling Stimuleren van maatschappelijke participatie (zowel ouderen als jongeren) door aandacht voor sport, onderwijs, cultuur en recreatie. Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Streefwaarde
Sportdeelname
61% (2009)
63% (2012)
+
Cultuurparticipatie
83% (2009)
76% (2012)
=
Gebruik recreatieve voorzieningen
85% (2009)
81% (2012)
=
Onvoldoende sociale contacten
5% (2009)
+ (lager %)
Sociaal isolement
10% (2009)
+ (lager %)
5e Hoofddoelstelling Voorkomen van schade aan gezondheid. Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Ervaren gezondheid (goed tot uitstekend)
88% (2009)
Oordeel inwoners over de gezondheidsvoorzieningen ((zeer) tevreden)
68% (2009)
Streefwaarde =
72% (2011)
=
2 Ruimte 1e Hoofddoelstelling Het in stand houden en versterken van een comfortabel woon-, leef- en werkklimaat. Kernwoorden daarbij zijn veiligheid, goede voorzieningen, bereikbaarheid, duurzaamheid, groen en milieuvriendelijkheid. Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Positief oordeel inwoners over de voorzieningen: -sportvoorzieningen -totaal winkelaanbod
83% (2009) 80% (2009)
75% (2011) 88% (2011)
= =
Oordeel inwoners over hun woonomgeving (rapportcijfer)
7,3 (2009)
7,5 (2011)
=
Oordeel inwoners over openbaar vervoer (tevredenheid)
61% (2009)
61% (2011)
=
Positief oordeel inwoners over fietsvriendelijkheid
73% (2009)
74% (2011)
=
Positief oordeel inwoners over parkeermogelijkheden
41% (2009)
47% (2011)
+
Oordeel ondernemers over bereikbaarheid per auto (rapportcijfer)
7,7 (2010)
Programmabegroting 2013
Streefwaarde
=
44
Oordeel ondernemers over bereikbaarheid per openbaar vervoer (rapportcijfer)
6,8 (2010)
=
2e Hoofddoelstelling Vergroten van de aantrekkelijkheid van het centrum met aandacht voor woon-, leef- en werkklimaat. Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Positief oordeel inwoners over winkelcentrum De Meent
72% (2011)
62% (2012)
Streefwaarde =
3e Hoofddoelstelling Versterken van recreatie en groenfunctie. Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Oordeel inwoners over hun woonomgeving (rapportcijfer)
7,3 (2009)
7,5 (2011)
Streefwaarde =
3 Bestuur en regio 1e Hoofddoelstelling Kwalitatief goed invulling geven aan de communicatieve en dienstverlenende rol van eerste overheid, waarbij de gemeente de regierol heeft en ondernemers, instellingen en inwoners interactief betrekt bij de beleidsvorming. Dit vraagt permanente inzet en aanhoudende aandacht. Algemeen maatschappelijke en economische omstandigheden zijn hier van grote invloed, terwijl tegelijkertijd een positief oordeel en daarmee gepaard gaand vertrouwen te voet komt en te paard gaat. Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Vertrouwen inwoners in de gemeente (% inwoners dat een redelijk tot volledig vertrouwen heeft in de gemeente)
74% (2011)
=
Oordeel inwoners over het gemeentebestuur (rapportcijfer)
6,4 (2011)
=
Oordeel inwoners over hun betrokkenheid bij de totstandkoming van gemeentelijke plannen (rapportcijfer)
5,5 (2011)
=/+
Oordeel inwoners over hun betrokkenheid bij de uitvoering van gemeentelijke plannen (rapportcijfer)
5,3 (2011)
=/+
Oordeel inwoners over de gemeentelijke informatie (rapportcijfer)
6,7 (2011)
=
Oordeel inwoners over de duidelijkheid van gemeentelijke informatie (rapportcijfer)
6,9 (2011)
=
Oordeel inwoners over de beschikbaarheid van gemeentelijke informatie (rapportcijfer)
7,0 (2011)
=
Oordeel inwoners over gemeentelijke informatie via lokale krant (rapportcijfer)
7,1 (2011)
=
Programmabegroting 2013
Streefwaarde
45
Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Oordeel inwoners over informatie op gemeentelijke website (rapportcijfer)
7,0 (2011)
Oordeel burgers over kwaliteit van de dienstverlening (rapportcijfer)
7,6 (2010)
Oordeel ondernemers over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening (rapportcijfer)
6,3 (2010)
Streefwaarde =
7,7 (2011)
8,0 / +
=
2e Hoofddoelstelling Bevorderen naleving van vergunningen en regels om leefbaarheid te vergroten en te handhaven (voorkomen overlast). Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Streefwaarde
Oordeel inwoners over controle en handhaving van regels door gemeente (rapportcijfer)
5,8 (2011)
Percentage inwoners dat overlast ervaart door groepen jongeren
15% (2009)
14% (2011)
+ (lager %)
Percentage inwoners dat parkeeroverlast ervaart
23% (2009)
24% (2011)
+ (lager %)
Percentage inwoners dat last heeft van te hard rijden
31% (2009)
31% (2011)
+(lager %)
+
3e Hoofddoelstelling: Verminderen van administratieve lastendruk en regeldruk voor inwoners en ondernemers. Indicator
Nulmeting
Oordeel inwoners over de hoeveelheid regels (rapportcijfer)
5,6 (2011)
+
Oordeel inwoners over deregulering door gemeente (rapportcijfer)
6,0 (2011)
+
Programmabegroting 2013
Streefwaarde
46
3.
VERPLICHTE PARAGRAFEN
3.1
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen, de begroting en meerjarenraming voldoen aan de wettelijke bepalingen. Gerelateerd aan de omvang van begroting en vermogen is het weerstandsvermogen goed. Het weerstandsvermogen is het vangnet voor financiële tegenvallers. Voor de hoogte en samenstelling van het weerstandsvermogen zijn geen landelijke normen en richtlijnen vastgesteld. De normen voor het weerstandsvermogen worden door de raad vastgesteld. Weerstandsvermogen Direct beschikbaar (ultimo) 2012 Direct beschikbaar (ultimo) 2013 Direct beschikbaar (ultimo) 2016 Op termijn (na 2016) beschikbaar
incidenteel 6.410.000 6.250.000 7.650.000 7.850.000
structureel 100.000 160.000 160.000 348.000
Incidenteel weerstandsvermogen Het incidentele vermogen is bedoeld voor het opvangen van onvoorziene eenmalige kosten of (des)investeringen.
Incidenteel weerstandsvermogen 1. Algemene reserve 2. Reserve raadsvisie 3. Reserve stedelijke vernieuwing 4. Reserve zonder naam 5. Risicoreserve grondexploitaties 6. Risicoreserve erfpachtsgronden 7. Risicoreserve deelnemingen 8. Risicoreserve Noordoevers transformatiezone 9. Risico's grondexploitatie 10. Risico's erfpachtsgronden 11. Risico's deelnemingen 12. Risico's Noordoevers transformatiezone 13. Risico's bijdragen verbonden partijen 14. Stille reserve aandelen Eneco
15. Verwachting begrotingsresultaat 16. Verwachting rekeningresultaat 17. Afgegeven gemeentegaranties
Direct Direct Direct Direct Direct Direct Direct
ultimo 2012 4.765.400 530.300 1.616.400 1.054.700 3.518.000 543.000 34.000
ultimo 2013 4.152.000 538.300 1.859.400 1.114.700 3.518.000 970.000 68.000
ultimo 2016 op termijn 4.341.000 4.406.000 562.300 570.300 2.994.400 3.014.400 1.165.700 1.182.700 3.518.000 3.518.000 2.311.000 2.713.000 170.000 204.000
Direct Subtotaal Direct Direct Direct
1.122.000 13.183.800 -3.518.000 -543.000 -34.000
1.167.000 13.387.400 -3.518.000 -970.000 -68.000
1.314.000 16.376.400 -3.518.000 -2.311.000 -170.000
1.367.000 16.975.400 -3.518.000 -2.713.000 -204.000
Direct Direct Direct Subtotaal
-1.122.000 -470.000 0 7.496.800
-1.167.000 -470.000 0 7.194.400
-1.314.000 -420.000 0 8.643.400
-1.367.000 -420.000 0 8.753.400
Afgerond Op termijn Op termijn Op termijn
7.500.000 -140.000 pm -950.000
7.200.000 pm pm -950.000
8.600.000 pm pm -950.000
8.800.000 pm pm -950.000
Totaal
6.410.000
6.250.000
7.650.000
7.850.000
1. t/m 4. Diverse reserves Dit betreffen de reserves volgens de Programmabegroting 2013. Aan de Algemene reserve, de Reserve raadsvisie, de Reserve stedelijke vernieuwing en de Reserve zonder naam wordt jaarlijks een correctie voor prijsinflatie toegevoegd. Bij de Reserve zonder naam is rekening gehouden met de voorgenomen onttrekkingen ten behoeve van het sportcentrum en het Integrale Huisvestingsplan.
Programmabegroting 2013
47
5. t/m 12. Risico’s grondexploitatie De risico’s van de grondexploitaties zijn ultimo 2011 opnieuw beoordeeld, bijgesteld en financieel in de Programmabegroting 2013 opgenomen. Gelet op de onzekere economische ontwikkelingen wordt het risico bij de grondexploitaties volledig afgedekt. Nieuwe reserves zijn de Risicoreserves erfpachtsgronden, deelnemingen en Noordoevers transformatiezone. Aan deze laatste wordt jaarlijks een correctie voor prijsinflatie toegevoegd. 13. Risico’s bijdragen verbonden partijen De ontwikkelingen in 2013 en volgende jaren zijn onzeker en gelet op de risico’s bij de verbonden partijen schatten wij het benodigd weerstandsvermogen in op € 470.000 met een daling na 2013. 14. Stille reserve aandelen Eneco Eventuele ontwikkelingen bij Eneco (zie paragraaf verbonden partijen) kunnen van betekenis zijn voor de waardering van de aandelen Eneco. Wij houden geen rekening met een overwaarde. 15. Verwachting begrotingsresultaat De stand van de Eerste Concernrapportage 2012 is hierin opgenomen. 16. Verwachting rekeningresultaat Gezien de financiële problematiek en doorgevoerde heroverwegingen, is de verwachting dat de budgetten verder onder druk staan en de kans op rekeningoverschotten kleiner wordt. Daarom is nu geen rekening meer gehouden met rekeningoverschotten. 17. Afgegeven gemeentegaranties Er is door de gemeente Papendrecht voor € 11,1 miljoen aan geldleningen gegarandeerd. Daarnaast is zij achtervang voor het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor € 119,6 miljoen. Voor een deel daarvan (50% = € 59,8 miljoen) kan de gemeente Papendrecht mogelijk worden aangesproken. Structureel weerstandsvermogen Het structurele weerstandsvermogen is bestemd voor tegenvallers als gevolg van autonome ontwikkelingen en calamiteiten waarvoor geen budget aanwezig is. Structurele tegenvallers dienen uiteindelijk structureel uit het begrotingsresultaat te worden gefinancierd. Het is toegestaan om gedurende een aantal jaren een bestemmingsreserve in te zetten. ultimo 2012
ultimo 2013
ultimo 2016
Direct Direct Direct Subtotaal
100.000 0 100.000
100.000 60.000 160.000
100.000 60.000 160.000
op termijn 135.000 100.000 60.000 295.000
Op termijn
-
-
-
-750.000
100.000
160.000
160.000
-455.000
Structureel weerstandsvermogen 1. Besparing inflatiecorrectie 2. Budget voor onvoorziene uitgaven 3. Onbenutte belastingcapaciteit 4. Vermindering renteresultaat bij aanwending van alle reserves Weerstandsvermogen op korte en lange termijn
Totaal
1. Besparing inflatiecorrectie Aan enkele reserves wordt jaarlijks een correctie voor inflatie toegevoegd. Hiermee blijven deze reserves waardevast. Dit principe kan worden losgelaten met bijbehorende besparing. 2. Budget onvoorziene uitgaven Voor onvoorziene uitgaven is jaarlijks € 100.000 beschikbaar. 3. Onbenutte belastingcapaciteit Gemeenten mogen in 2013 de opbrengsten van de onroerende zaakbelasting (OZB) met maximaal 3% verhogen (landelijk gemiddelde). Deze zogeheten macronorm geldt voor de onroerende zaakbelasting en is een macro-plafond dat is ingesteld om te forse lokale lastenstijgingen te voorkomen. In de Programmabegroting 2013 van Papendrecht is met een stijging van de OZB met de inflatiecorrectie van 1,75% tot een opbrengst van ruim € 5,1 miljoen rekening gehouden.
Programmabegroting 2013
48
De opbrengsten uit afvalstoffenheffing en rioolheffing dekken volledig de kosten (100% kostendekkendheid), zodat op deze onderdelen geen sprake is van onbenutte belastingcapaciteit. 4. Vermindering renteresultaat bij aanwending van alle reserves De gemeente Papendrecht heeft (algemene en bestemmings-)reserves per ultimo 2012 voor € 17,6 miljoen. Onze vaste activa bedraagt € 85 miljoen. Deze activa zijn grotendeels met vreemd vermogen gefinancierd. Hierdoor is de gemeente financieel kwetsbaar als gevolg van renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt. Het aanwenden van reserves heeft een ongunstig effect op het renteresultaat. Bij aanwending neemt de financieringsbehoefte toe en stijgen de rentelasten. Het opgenomen bedrag veronderstelt het aanwenden van alle geprognosticeerde reserves ultimo 2016 ad € 17,0 miljoen en een samenhangend negatief effect op het renteresultaat van € 750.000. Anderzijds vermindert hierdoor de inflatiecorrectie met € 135.000. Conclusies De begrotingsomvang bedraagt over 2013 € 91 miljoen en daalt van € 71 miljoen in 2014 tot € 60 miljoen in 2017. De waarde van de bezittingen welke niet liquide zijn of welke niet op zeer korte termijn in liquide middelen zijn om te zetten bedraagt € 94,3 miljoen. Het weerstandsvermogen voor de begroting bedraagt op korte termijn € 0,1 miljoen en voor het bezit en vermogen € 6,4 miljoen (= 6,9% van € 94,3 miljoen). Wij hebben geen negatieve reserves en over de eerste drie begrotingsjaren is er evenwicht door over deze jaren gesaldeerd een sluitende begroting te presenteren. Het incidentele weerstandsvermogen is om eenmalige tegenvallers te financieren. Met een omvang van € 6,4 miljoen per ultimo 2012 en in samenhang met de huidige benoemde risico’s, inclusief apart gevormde risicoreserves van € 5,2 miljoen ultimo 2012, is het weerstandsvermogen toereikend. Gemeentelijke beleid- en uitvoeringstaken zijn bij gemeenschappelijke regelingen ondergebracht met bijbehorende financiële verplichtingen. Een toename van regelingen en/of het onderbrengen van meer taken naar een gemeenschappelijke regeling leidt bij een gelijkblijvend financieel kader tot een afname van het autonome budget. Het sturen op de begrotingen van de regelingen en de managementrapportages zijn vooraf en gedurende het jaar belangrijke instrumenten voor budgetsturing op en risicobeheersing van de gemeenschappelijke regelingen en de financiële gevolgen voor de gemeente.
Programmabegroting 2013
49
Programmabegroting 2013
50
3.2
Onderhoud kapitaalgoederen 2013
Inleiding In deze paragraaf wordt aangegeven wat te doen aan de openbare infrastructuur in 2013. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in riolering / water, wegen, openbaar groen, openbare verlichting, geluidschermen en speelruimte. Het beheer, het onderhoud en de vervanging van de openbare infrastructuur is van verschillende invloedsfactoren afhankelijk. De huidige onderhoudstoestand (kwaliteit), technische mogelijkheden, technische ontwikkelingen, financiële middelen, wetgeving, de plaatselijke omstandigheden, de wensen van de gebruiker zijn uiteindelijk bepalend voor de onderhoudstoestand van de openbare infrastructuur. In de Voorjaarsnota 2011 zijn door de gemeenteraad bezuinigingen vastgesteld op het gebied van de openbare infrastructuur, die de komende jaren uitgewerkt moeten worden en vanaf 2014 effectief moeten worden. Vanuit de huidige beleidsvisie IBOR (waarbij de basiskwaliteit schoon, heel en veilig wordt gehanteerd) vindt de doorwerking plaats naar de individuele beleidsplannen waarbij het vervangingsplan vanuit het Gemeentelijk Rioleringsplan leidend is. Na besluitvorming over individuele beleid- en beheerplannen vindt de voorgenomen herijking van de beleidvisie IBOR plaats, inclusief de doorwerking naar de integrale beleid- en beheerplannen. Deze aanpassingen en heroverwegingen dienen zorgvuldig vorm te worden gegeven, waarbij voldoende ruimte aanwezig moet zijn voor discussie en onderzoek (in 2013 wordt gestart met de procedure te komen tot vernieuwing van het IBOR en alle daarmee samenhangende deelplannen). Beleidskaders - Beleidsvisie Integraal Beheer Openbare Ruimte (2009-2014) De beleidsvisie IBOR geeft richting aan de integrale aanpak beheer van de openbare infrastructuur om een samenhangende planvorming en effectieve uitvoering van de openbare infrastructuur na te streven. Hierin zijn kwaliteits- en onderhoudskaders aangegeven. Aanpassing is in het licht van de financiële problematiek noodzakelijk. De insteek daarbij is dat de openbare ruimte leefbaar, bereikbaar en veilig moet blijven. Met de beleidsvisie IBOR, de betreffende beleid- en beheerplannen en de uitgangspunten (randvoorwaarden) wordt de openbare infrastructuur integraal aangepakt. Deze beleidsvisie is een soort “paraplu” die over de vakgebieden riolering / water, wegen, openbaar groen, openbare verlichting, civiele kunstwerken en speelruimte is “uitgevouwen”. De samenhang is hierdoor beter zichtbaar. - Groenvoorziening Naast het dagelijkse reguliere onderhoud is sprake van een meerjarenplanning voor groot onderhoud en herinrichting van groen. De uitwerking hiervan loopt in hoofdlijnen samen met het langjarig vervangingsplan riolering. Bij de uitwerking van deze plannen worden de bewoners en belanghebbenden betrokken en geïnformeerd. Naast de grootschalige renovatiewerkzaamheden worden jaarlijks de kwalitatief noodzakelijke groenvakken aangepakt. Vanuit de structuurvisie bestaat de behoefte om de groenstructuur en waterstructuur, in samenhang met de IBOR – actualisering, verder uit te werken. Deze vormen de basis voor een boomstructuurplan en groenbeleid- en beheerplannen. In de periode 2012/2013 wordt de groene kaart vastgesteld, als vervolg op de uitwerking van de bomenverordening. Bij de uitwerking van de bomenverordening is rekening gehouden met vereenvoudiging van regelgeving en administratieve lastenverlichting. - Wegen Leidraad bij het inrichten van wegen zijn de uitgangspunten van Duurzaam Veilig. De technische kwaliteit van de wegen wordt gebaseerd op de landelijke erkende CROW - systematiek van het wegbeheer. Binnen het grondgebied van de gemeente wordt voor de te onderscheiden wegcategorieën één onderhoudsniveau gehanteerd, met uitzondering van winkelcentrum De Meent. Hier wordt een hoog kwaliteitsniveau gehanteerd. Uitgangspunt is dat de gemeente Papendrecht bij IBOR de basiskwaliteit hanteert. Dit betekent dat de gemeente als beheerder de veiligheidsrisico’s beheersbaar acht en de kans op aansprakelijkheid
Programmabegroting 2013
51
beperkt is. De openbare ruimte is in het algemeen matig schoon, onkruidgroei en zwerfvuil zijn in beperkte mate aanwezig. - Openbare verlichting De openbare verlichting vervult een belangrijke functie op het gebied van de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de leefbaarheid. De kwaliteit van de openbare verlichting moet dus op orde zijn ten aanzien van beleidspunten en kwaliteitseisen. Beleidspunten en kwaliteiten: de verlichtingsniveaus zijn afgestemd op de functie van de te verlichten ruimten, de categorisering uit het verkeersveiligheidsplan is overgenomen in de beleidsnota openbare verlichting; de gemeente verlicht de openbare wegen, die eigendom zijn van de gemeente en waarvan ze wegbeheerder is, met uitzondering van parken en recreatieve ruimten die geen belangrijke functie hebben voor het woon- werk verkeer; voor nieuwbouwprojecten en grootschalige reconstructies worden de geldende NPR richtlijnen gehanteerd. De gemeente Papendrecht heeft per 1 januari 2012 samen met 11 andere gemeenten in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden een gemeenschappelijke regeling ingericht voor het dagelijks beheer, databeheer en directievoering/toezicht op het onderhoudsbestek voor de openbare verlichting. - Civiele kunstwerken Civiele kunstwerken, zoals bruggen, vis- en loopsteigers, tunnels, viaducten, geluidsschermen en damwanden, zijn belangrijke elementen binnen de openbare ruimte. Het betreft onvermijdelijke verbindingen in de verkeersstructuren, verbindingen in grote waterstructuren, recreatieve elementen in de wijken en voorzieningen tegen geluidsoverlast. Om de functionaliteit in stand te houden en de veiligheid te waarborgen, dienen deze civiele kunstwerken goed beheerd, onderhouden en tijdig te worden vervangen. Om het grootonderhoud/vervanging van de geluidschermen financieel te waarborgen, is een voorziening geluidschermen ingericht, dit om de eerste onderhoudswerkzaamheden te kunnen opvangen. - Gemeentelijk Rioleringsplan Papendrecht (GRP) 2009-2013 De zorgplichten in relatie tot de riolering staan omschreven in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) en vloeien voort uit de Wet milieubeheer. Het GRP heeft een strategisch en beleidsmatig karakter. Het bestuur heeft doelen en middelen voor de aanleg en het beheer van de riolering op korte en lange termijn vastgesteld. Binnen het GRP zijn drie wettelijke zorgplichten omschreven: inzamelingsplicht van het binnen het gemeentelijke gebied geproduceerde afvalwater en het transporteren van afvalwater naar een geschikt lozingspunt (rioolwaterzuiveringsinstallatie); hemelwaterzorgplicht: het doelmatig inzamelen van het afvloeiend hemelwater; grondwaterzorgplicht: het doel is om de ruimtelijke functie niet onnodig te verhinderen. Van overlast is sprake als de grondwaterstand een negatief effect heeft op de volksgezondheid of wanneer blijvende schade ontstaat aan het gebouw. Om dit inzichtelijk te maken dient de grondwaterstand bekend te zijn. Papendrecht heeft te maken met zettinggevoelige veenondergronden, waardoor de riolering eerder wordt vervangen dan gemiddeld in Nederland. Het rioolstelsel verzakt onregelmatig, hetgeen verlies aan berging tot gevolg heeft en de afvoer belemmert. Gezien de samenhang met de andere vakgebieden wordt gestreefd naar integrale vervanging. Uit ervaringen van de afgelopen jaren is de behoefte om een langjarig vervangingsplan riolering uit te werken. Op basis van het vastgestelde GRP wordt een vervangingsplan opgesteld dat als basis dient voor de uitwerking van de overige integrale beleid- en beheerplannen. - Samenwerking in de waterketen Landelijk hebben diverse partijen (provincies, waterschappen en gemeenten) besloten de onderlinge samenwerking te versterken met als doel het stimuleren van een meer doelmatige, transparante waterketen.
Programmabegroting 2013
52
In 2008 heeft waterschap Rivierenland samen met 12 gemeenten in de polder AlblasserwaardVijfheerenlanden, de intentieverklaring Samenwerken in de waterketen ondertekend. Met deze ondertekening is een stap gezet hoe samengewerkt kan worden om in de nabije toekomst concrete zaken gezamenlijk op te pakken. Begin 2011 is besloten om te starten met een Regionaal Feitenonderzoek, dat inmiddels gereed is. Gemeenten stemmen met elkaar af om te onderzoeken waar bezuiniging binnen de riolering mogelijk is. Vooral op het gebied van samenwerking zoeken op beleid- / beheersmatige aspecten zijn voordelen te halen. Op het product zelf is de vraag of er winst valt te boeken, vanwege de samenhang met andere gemeentelijke vakgebieden wegen en groenvoorziening. Daartoe is nu besloten de bevindingen uit te werken in een businesscase, die een inschatting oplevert ten aanzien van de haalbaarheid en de te bereiken bijdrage aan een meer doelmatige afvalwaterketen. - Stedelijk Waterplan (2007-2016) Papendrecht heeft gezamenlijk met waterschap Rivierenland een Stedelijk Waterplan (SWP) vastgesteld dat vooral betrekking heeft op het oppervlaktewater. Aan het Stedelijk Waterplan is een meerjaren uitvoeringsplanning gekoppeld. - Speelvoorzieningen (nota speelruimtebeleid 2011-2016) In deze nota zijn de jaarlijks uit te voeren beheer- en onderhoudswerkzaamheden aan de speelvoorzieningen geïnventariseerd en begroot. De uitvoering vindt plaats in zes jaarschijven. Financieel kader De mate van onderhoud bepaalt de kwaliteit en de levensduur van de kapitaalgoederen die per definitie een meerjarig nut kennen. Onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds het reguliere beheer (exploitatiekosten en het groot onderhoud/vervanging) en investeringen anderzijds. De verhouding en omvang van beide geven een beeld van de financiële inspanningen die hiervoor meerjarig gepland zijn. De infrastructurele voorzieningen kenmerken zich allen door een lange tot soms zeer lange levensduur. De onderhouds-/vervangingsbehoefte is ingebed en gefinancierd via de verschillende beleid- en beheerplannen (o.a. het GRP, wegenplan). Het groot onderhoud/vervanging aan de riolering vormt een samenspel met de disciplines wegen en groenvoorzieningen. De staat van onderhoud van de riolering is in vele gevallen het meest zwaarwegend om een groot onderhoud op te nemen in de planning. Op basis van meerjaren planningen vinden de benodigde dotaties in de egalisatievoorziening plaats. Overzicht benodigde dotaties in de voorzieningen t.b.v. de openbare ruimte Onderdeel openbare ruimte IBOR Riolering
Benodigde dotaties 2013 in voorziening (in €) 300.000 1.913.400
Wegen
292.700
Asfalt wegen
418.700
Groenvoorziening
177.900
Vijvers en watergangen
142.600
Geluidsschermen
0
Havens
80.100
Pontons t.b.v. waterbus
15.500
Speelruimte
68.000
Parkeergarages
47.000
Programmabegroting 2013
53
Wat doen we ervoor in 2013? Projecten/ groot onderhoud
Onttrekking uit
Bedrag in €
Egalisatie voorziening grootonderhoud
1.960.000
Wijk Westpolder – Markt e.o.
Egalisatie voorziening grootonderhoud
1.042.000
Wijk Molenvliet – Wieklaan
Voorziening Asfaltwegen
Geluidsscherm A15 – Bestekvorming en aanbesteding onderhoud geluidsscherm Molenvliet en Wilgendonk
Voorziening Geluidsschermen A15
Wijk Molenvliet – Lage Molen, Torenmolen en Vijzellaan (deel 2013)
Plaatselijk groot onderhoud, o.a. Voorziening IBOR Erasmusplein, Marnixtraat, M. ter Braakstraat. Daarnaast enkele functionele aanpassingen en wegen/verkeerprojecten
530.000
15.000
127.000
Vervanging 110 bomen n.a.v. Visual Tree Assesment (VTA) (bomenschouw)
Voorziening IBOR
75.000
Functionele aanpassingen en kleinschalige wegen/verkeerprojecten
Voorziening IBOR
60.000
Baggeren vijvers + watergangen – (gedeeltelijk) hoofdwatergangen Kraaihoek
Voorziening baggeren vijvers en watergangen
Speellocaties
Voorziening speelruimte
170.000 87.000
Naast deze programmering 2013, vindt ook de voortgang van projecten uit de voorgaande jaren plaats.
Programmabegroting 2013
54
3.3
Financiering
Het gemeentelijk financieringsstatuut vormt het kader voor beleid en uitvoering van de treasuryfunctie. De advisering over en het beheer met betrekking tot treasury wordt uitgevoerd door het Servicecentrum Drechtsteden en is vooral gericht op het liquiditeitsrisico en het renterisico. Afhankelijk van de hoogte en de verwachte duur van het liquiditeitstekort of liquiditeitsoverschot wordt vermogen tijdelijk of langdurig aangetrokken of uitgezet. Het uitgangspunt bij het aantrekken van vermogen is dat de kasgeldlimiet optimaal benut wordt en zoveel mogelijk kort vermogen wordt aangetrokken. Benadrukt wordt dat de doelstelling van de financieringsfunctie van de gemeente Papendrecht is dat deze uitsluitend de publieke taak dient en dat een prudent beleid gevoerd wordt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). Ontwikkelingen De schuldencrisis in Europa geeft op nationaal niveau meer focus op begrotingsdiscipline en schuldposities. In Nederland wordt daarom nieuwe wet- en regelgeving voorbereid, te weten: 1. Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet HOF). Deze wet is de vertaling van EU begrotingsrichtlijnen, waarin is vastgelegd dat het maximale begrotingstekort van de overheid 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Becijferd is dat 0,38% van dit tekort voor rekening komt van gemeenten. Via de Wet HOF zal het tekortlimiet worden verankerd en worden bevoegdheden aan de centrale overheid toegekend om in te grijpen indien de norm wordt overschreden, zoals korten op de algemene uitkering. De beoogde datum van inwerkingtreding van deze wet is 1 januari 2013. 2. Schatkistbankieren. In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden vanaf 2013 (tijdelijke) overschotten aan geldmiddelen verplicht bij het Rijk zullen moeten onderbrengen. Dit wordt aangeduid als schatkistbankieren zonder leenfaciliteit. Het aanhouden van overschotten bij het Rijk betekent dat de Nederlandse Staat minder geld hoeft te lenen op de financiële markten, hetgeen een voordelig effect geeft op de staatsschuld. Decentrale overheden moeten dan wel genoegen nemen met lagere rendementen. Hoewel een wettelijke grondslag nog ontbreekt is het voorstel dat alle vrijkomende middelen na 4 juni 2012 onder de nieuwe regels gaan vallen. Via de VNG (richting regeerakkoord) is stevige kritiek geuit op beide wetten en is het verzet heftig. De effecten van de Wet HOF en het Schatkistbankieren worden in het gemeentelijke financieringsstatuut en de programmabegroting opgenomen zodra de wetgeving definitief is. Het afgelopen jaar heeft de renteontwikkeling het volgende beeld laten zien: Verloop rentetarieven 1 juli 2011 - 1 juli 2012 4,00%
10-jaars IRS 3-maands Euribor Percentage
3,00%
2,00%
1,00%
1-jul-12
1-jun-12
1-mei-12
1-apr-12
1-mrt-12
1-feb-12
1-jan-12
1-dec-11
1-nov-11
1-okt-11
1-sep-11
1-aug-11
1-jul-11
0,00%
Datum
Programmabegroting 2013
55
De ontwikkeling van de korte rente staat vooral onder invloed van het monetaire beleid zoals uitgevoerd door de Europese Centrale Bank (ECB). De daling van de korte rente gedurende het afgelopen jaar is met name het gevolg van de door de ECB doorgevoerde verlagingen van de voorschotsrente (‘refirente’). Om de oplopende inflatie te beteugelen zag men zich genoodzaakt om de rente eind 2011 in twee stapjes van 0,25% te verlagen van 1,50% naar het huidige niveau van 1%. De geldmarkt heeft deze beweging gevolgd. Op de kapitaalmarkt was het afgelopen jaar eveneens een dalende rente zichtbaar, zelfs in forse mate. De lange rente (Interest Rate Swap, IRS) daalde in die periode tegen de verwachtingen in met maar liefst circa 1,5 procentpunt van 3,45% naar een actueel niveau van iets onder de 2%. Deze daling werd veroorzaakt door de Europese schuldencrisis. In het licht hiervan behoorde de Nederlandse staat namelijk het afgelopen jaar, samen met Duitsland en enkele Scandinavische landen, tot een vluchthaven voor centrale banken en grote institutionele beleggers. Dit grote aanbod van kapitaal vertaalde zich in een lagere rente. Uit voorgaande grafiek blijkt echter wel dat de lange rente gedurende de maand juni 2012 gevoelig is opgelopen. Deze rentestijging werd met name veroorzaakt doordat Spanje zich nadrukkelijk bij het Europese schuldenloket had gemeld, een beroep dat tot een veelvoud aan steun zou kunnen leiden dan ten aanzien van Griekenland het geval is. De onzekerheid over in hoeverre dergelijke bijdragen door landen als Nederland gedragen kunnen worden deden de rente flink oplopen. Afgewacht moet worden in hoeverre dit effect doorzet. Voor het komende jaar wordt door een aantal sector- en grootbanken gemiddeld de volgende renteontwikkeling voorzien, waarbij benadrukt moet worden dat dit een momentopname is die vrijwel dagelijks wijzigt. Renteverwachting komend jaar (rentevisie) Actueel ten tijde van opstelling begroting 2013
Gemiddelde verwachting grootbanken van stand over 1 jaar
Toe-/afname
Korte rente (3-maands Euribor), ca.
0,65%
0,76%
0,11%
Lange rente (10-jaars IRS), ca.
1,96%
2,50%
0,54%
Spread
1,31%
1,74%
0,43%
Omschrijving
Opgemerkt moet worden dat banken bij het verstrekken van financiering, afhankelijk van de leninglooptijd, nog wel opslagen berekenen bovenop de IRS-niveaus zoals vermeld in voorgaande tabellen. Deze opslagen zijn het afgelopen jaar opgelopen en bedragen thans circa 0,8% (80 basispunten) voor een 10-jaars lening. Door ontwikkelingen als de schuldencrisis en strengere vermogensvereisten voor banken, de zogenoemde Basel III-richtlijnen, kunnen deze opslagen verder oplopen. Geconcludeerd kan worden dat met name voor de lange rente een stijging wordt verwacht. Het renteverschil tussen korte en lange rente zal daarmee oplopen. Renterisico’s Renterisico’s kunnen vanuit Wet fido-optiek worden bezien op de korte en op de langere termijn. Renterisico op korte schuld: de kasgeldlimiet Met de kasgeldlimiet is in de Wet fido een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de gemeente haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd < 1 jaar) mag financieren. Deze norm bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. Indien de kasgeldlimiet bij herhaling wordt overschreden dient geconsolideerd te worden ofwel moet één en ander worden omgezet in langlopende financiering. Voor 2013 kan de kasgeldlimiet voor onze gemeente als volgt worden bepaald:
Programmabegroting 2013
56
Berekening kasgeldlimiet 2013: Begrotingstotaal Relevant percentage Kasgeldlimiet
€
91,000 miljoen 8,5% 7,735 miljoen
€
De gemeente Papendrecht verwacht in 2013 binnen de kasgeldlimiet te opereren. Renterisico op langlopende schuld: de renterisiconorm De toekomstige financieringsbehoefte van de gemeente wordt gebaseerd op de liquiditeitenplanning, die in nauwe samenwerking tussen gemeente en SCD wordt samengesteld en periodiek wordt geactualiseerd. Medio 2012 is een lening van € 10 miljoen gestort die, met het oog op de toenmalige rentestand, vorig jaar al was afgesloten voor het Sportcentrum. Uit de meest recente liquiditeitenplanning blijkt dat de gemeente momenteel, mede door deze lening, overgefinancierd is. Mede om deze reden wordt voor 2013 geen lange financieringsbehoefte voorzien. De door de gemeente gehanteerde rentevoet voor (her)financiering is bepaald op 4,5%. De gemeente loopt renterisico op het moment dat nieuwe leningen moeten worden aangetrokken (herfinanciering) of als een renteherziening van toepassing is. Om het renterisico te beheersen is in de Wet fido de renterisiconorm geformuleerd. Het doel van deze norm is om overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één bepaald jaar te voorkomen, één en ander ter bescherming van de gemeentelijke financiële positie. Met deze norm bevordert de Wet fido een solide financieringswijze bij openbare lichamen. Conform voorschriften van de Wet fido wordt het renterisico in de navolgende tabel voor de komende vier jaren bepaald, terwijl de renterisiconorm alleen betrekking heeft op het totaal van de begroting van het komende jaar. Uit deze tabel blijkt dat de renterisiconorm van de gemeente Papendrecht voor 2013 circa € 18,0 miljoen bedraagt, zijnde 20% van het begrotingstotaal. Renterisiconorm
(bedragen x € 1.000)
Renterisico's
2013
2014
2015
2016
Renteherzieningen
€
-
€
-
€
-
€
-
Aflossingen
€
2.384
€
2.386
€
12.352
€
7.352
Renterisico
€
2.384
€
2.386
€
12.352
€
7.352
€
91.000
€
18.200
Berekening renterisiconorm Begrotingstotaal 2013 Percentage cf. regeling Renterisiconorm 2013
20%
Toetsing renterisico aan norm: Renterisico
€
2.384
Renterisiconorm
€
18.200
Ruimte onder de norm
€
15.816-
Uit deze opstelling blijkt dat de gemeente Papendrecht binnen de grenzen van de renterisiconorm opereert. Kredietrisico’s Kredietrisico’s kunnen worden gelopen vanuit uitzettingen (verstrekte geldleningen en beleggingen) of uit verstrekte garanties. Verstrekte geldleningen De gemeente heeft voor een totaalbedrag van circa € 3,6 miljoen aan leningen verstrekt. Dit kan als volgt worden gespecificeerd naar risicocategorie:
Programmabegroting 2013
57
Bedragen x € 1.000 Verwachte stand per Categorie
1-1-2013
31-12-2013
% verdeling per eind 2013
Semi-overheidsinstellingen Overige toegestane instellingen volgens Treasurystatuut
€
1.789
€
1.789
49,9%
€
1.852
€
1.796
50,1%
Niet-toegestane instellingen volgens Treasurystatuut
€
-
€
-
0,0%
€
3.641
€
3.585
100,0%
Totaal
Het bedrag “Semi-overheidsinstellingen” is de lening bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn). Het bedrag bij “Overige toegestane instellingen” betreft leningen aan Fabriek Slobbengors BV (€ 1,7 miljoen) en Intens BV (€ 150.000). Verleende garanties De borgstellingen kunnen als volgt worden gespecificeerd naar risicogroep: Bedragen x € 1.000 Verwachte stand per Categorie
Risico profiel
Directe borgstellingen (m.b.t. lokale instellingen, verenigingen e.d.)
Middel/ hoger
€
11.145
€
11.010
15,9%
Laag
€
59.810
€
58.451
84,1%
€
70.955
€
69.461
100,0%
Achtervangpositie in waarborgfondsen (bijv. Waarborgfonds Sociale Woningbouw) Totaal
Programmabegroting 2013
1-1-2013
31-12-2013
% verdeling per eind 2013
58
EMU-saldo EMU-landen zijn gehouden aan de - met elkaar afgesproken - eis om het begrotingstekort van de gehele overheid niet te laten stijgen boven de 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Het EMU-saldo is het totaal aan inkomsten min de uitgaven van de rijksoverheid, sociale fondsen en mede-overheden. Hierbij zitten ook inkomsten en uitgaven met een kapitaalkarakter, zoals aan- en verkopen van grond, investeringen, investeringsbijdragen en opbrengsten uit de verkoop van gas. Voor de gemeente Papendrecht geldt onderstaand overzicht voor haar bijdrage aan het EMU-saldo: Omschrijving
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
2
2012 x € 1000,-
2013 x € 1000,-
2014 x € 1000,-
Volgens realisatie tot en met sept. 2012, aangevuld met raming resterende periode
Volgens begroting 2013
Volgens meerjarenraming in begroting 2013
-1.391
-2.763
1.174
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
2.040
1.566
1.585
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
3.977
4.487
4.656
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
1.870
15.860
10.928
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
13.680
12.150
7.958
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
7.806
20.770
10.461
2.165
5.338
5.608
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
11 a b
Verkoop van effecten: Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?
Berekend EMU-saldo
ja
nee
-5.283
ja
nee
-9.288
ja
nee
-6.618
De nadelige EMU-saldi van Papendrecht worden veroorzaakt door de gefaseerde realisatie van het sportcentrum, onderwijshuisvesting en grondexploitatie en de daarmee samenhangende vermogensbehoefte. Doordat in 2013 en 2014 de inkomsten uit de grondexploitaties hoger zijn dan de uitgaven wordt de vermogensbehoefte voor de andere onderdelen deels gecompenseerd en valt het saldo minder nadelig uit.
Programmabegroting 2013
59
Programmabegroting 2013
60
3.4
Woonlasten
Inleiding De lokale heffingen kunnen we onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. Gebonden wil zeggen dat de besteding gerelateerd is aan een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Dit zijn in de regel retributies (bijvoorbeeld leges, marktgeld) of bestemmingsheffingen (bijvoorbeeld afvalstoffenheffing, rioolheffing). Deze heffingen worden verantwoord op de betreffende programma’s en niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Ongebonden lokale heffingen zijn zuivere belastingen, waar geen directe tegenprestatie tegenover staat. Het gaat hierbij om de onroerende-zaakbelastingen (OZB) en hondenbelasting. Deze heffingen zijn niet verbonden aan een inhoudelijk programma en behoren tot de algemene dekkingsmiddelen. Deze paragraaf heeft betrekking op beide heffingen. In het vervolg gaan wij achtereenvolgens in op: Overzicht opbrengst gemeentelijke heffingen Heffingen woonlasten (lokale lastendruk) Overige lokale heffingen Kwijtscheldingen Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten (x € 1.000) Onderstaande tabel geeft een overzicht, ingedeeld naar algemene dekkingsmiddelen en gebonden heffingen, met de geraamde opbrengst voor 2013 en 2012, evenals de verantwoorde opbrengsten over 2011. Wij merken op dat de verschillen tussen 2013 ten opzichte van 2012 geen indicatie geven van de stijging of daling van de tarieven, maar van de totale opbrengst. Factoren zoals ontwikkelingen in de WOZ-waarde, leegstand, inflatiecorrectie en areaaluitbreiding spelen hierbij een belangrijke rol. Heffingssoort (bedragen x € 1.000) Rekening Begroting na 2011 wijz. 2012
Begroting 2013
Mutatie 2013 t.o.v. 2012
Algemene dekkingsmiddelen (ongebonden heffingen) Onroerende-zaakbelastingen - OZB woningen eigenaren - OZB niet-woningen eigenaren - OZB niet-woningen gebruikers Hondenbelasting Subtotaal
4.983 3.303 995 685 143 5.126
5.035 3.238 1.007 790 166 5.201
5.124 3.295 1.050 779 155 5.279
89 57 43 -11 -11 78
Gebonden heffingen Afvalstoffenheffing Rioolheffing
2.922 2.936
2.958 3.248
2.985 3.764
27 516
443 466 583
450 476 626
450 530 654
0 54 28
7.350 12.476
7.758 12.959
8.383 13.662
625 703
Grafrechten Bouwleges Overige leges (uittreksel bevolkingsregister, huwelijken, reisdocumenten, rijbewijzen, APV vergunningen, marktgelden) Subtotaal TOTAAL
Heffingen woonlasten (lokale lastendruk) Tot de woonlasten worden gerekend de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. De woonlasten vormen het grootste deel van de opbrengst uit de gemeentelijke heffingen en daarmee grotendeels de lokale lastendruk. Conform Perspectiefnota 2012 is bij de berekening een inflatiepercentage van 1,75% gehanteerd. Daarnaast is rekening gehouden met de ontwikkeling van de WOZ-waarden. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de woonlasten volgens de Atlas van de lokale lasten van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) voor meerpersoonshuishoudens in euro’s weergegeven over de laatste vier jaren. In de kolom 2013 zijn de gevolgen van de belastingvoorstellen verwerkt.
Programmabegroting 2013
61
OZB-eigenaar Afvalstoffenheffing Rioolheffing eigenaar Ontwikkeling lastendruk % stijging tov vorig jaar
2009 227,00 216,00 171,00 614 12,5%
2010 229,00 222,00 177,00 628 2,3%
2011 232,00 222,00 204,00 658 4,8%
2012 237,00 222,00 228,00 687 4,4%
2013 237,00 222,00 255,00 714 3,9%
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemiddelde woonlasten in 2013 met 3,9 % zullen stijgen ten opzichte van het jaar ervoor. Hieronder treft u per heffing een toelichting aan. Onroerende-zaakbelastingen (OZB) De onroerende-zaakbelastingen (OZB) genereren de hoogste belastingopbrengst. De OZB worden gesplitst in een eigenarenbelasting voor woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting voor niet-woningen. De opbrengst vloeit naar de algemene middelen van de gemeente. De raad bepaalt de tarieven en daarmee het bedrag dat de belastingplichtigen moeten betalen. De heffingsgrondslag is de waarde van de onroerende zaak. Deze wordt vastgesteld volgens de regels van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Voor 2013 gelden de WOZ-waarden met als waardepeildatum 1 januari 2012. Sinds 2009 wordt de OZB berekend naar een percentage van de WOZ-waarde van de onroerende zaak. Uitgangspunt bij het bepalen van de tarieven is de raming in de begroting van de meer- of minderopbrengst t.o.v. het jaar ervoor. Tevens dient rekening gehouden te worden met de WOZwaardeontwikkeling. Onderstaande tabel laat zien hoe de OZB-tarieven zich procentueel in de afgelopen jaren hebben ontwikkeld.
woningen eigenaren niet-woningen eigenaren niet-woningen gebruikers
2009 0,1021 0,1913 0,1532
2010 0,1026 0,1942 0,1555
2011 0,1081 0,1994 0,1598
2012 0,1124 0,2070 0,1659
2013 0,1181 0,2105 0,1746
Door het bovenstaande percentage te vermenigvuldigingen met de WOZ-waarde, wordt het bedrag aan te betalen OZB berekend. Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing wordt geheven ter dekking van de kosten voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Uitgangspunt is dat dit kostendekkend gebeurt. De tarieven hebben zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld (x € 1):
Tarief Stijging
2009 216,00 0,0%
2010 222,00 2,8%
2011 222,00 0,0%
2012 222,00 0,0%
2013 222,00 0,0%
Rioolheffing Met ingang van 2010 is het rioolrecht ex artikel 229 van de Gemeentewet vervangen door de rioolheffing ex artikel 228a van diezelfde wet. Dit is het gevolg van de inwerkingtreding van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. Hiermee hebben gemeenten de mogelijkheid gekregen om naast de kosten van zorgplicht voor het afvalwater ook de kosten van de zorg voor het hemel- en grondwater te verhalen via de rioolheffing. Welke kosten via de nieuwe rioolheffing verhaald worden is in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vastgesteld. De procentuele stijging van de kosten komen voort uit het vastgesteld GRP. Als gevolg van de vaststelling van een nieuw GRP zullen wijzigingen aan de orde zijn (niet in 2013).
Programmabegroting 2013
62
De tarieven hebben zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld (x € 1):
Rioolheffing eigendom Stijging
2009 171,00 23,0%
2010 177,00 3,5%
2011 204,00 15,3%
2012 228,00 11,8%
2013 255,00 11,8%
In de Voorjaarsnota 2008 is het financieel meerjarenperspectief geschetst van het beheer van de openbare ruimte. Als onderdeel daarvan is de aanpak van de riolering voor de komende 15 jaar aangegeven met de daarbij behorende verhoging van de budgetten voor rioolrenovatie, hetgeen gemiddeld een verhoging van het rioolrecht met € 27 per aansluiting per jaar betekent. Bij de herziening van het GRP en de vernieuwing van IBOR is ook sprake van evaluatie van deze jaarlijkse verhoging qua omvang en duur. Vergelijking andere gemeenten Om inzicht te krijgen in het algemene verloop van de hoogte van de woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) is het goed een vergelijk met andere gemeenten te maken. Ook het landelijk gemiddelde is hierin opgenomen. Vergelijking van woonlasten kan worden gemaakt met de Drechtstedengemeenten. Deze is gebaseerd op de actuele gegevens van de Digitale Atlas van de lokale lasten 2012 op www.coelo.nl en geeft de woonlasten van een meerpersoonshuishouden weer. De woonlasten in 2012 in Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht laten zich samenvatten in onderstaand schema (x € 1). Gemeente
Gemiddelde
tarief
OZB
Rioolheffing
Afvalstoffen
WOZ-waarde
OZB
eigenaar
eig/gebr
heffing
Alblasserdam 216.000 0,1130 244 250 264 Dordrecht 176.000 0,1100 194 152 241 H.I. Ambacht 233.000 0,1207 281 145 300 Papendrecht 211.000 0,1124 237 228 222 Sliedrecht 190.000 0,0903 172 199 213 Zwijndrecht 193.000 0,1127 218 204 285 Landelijk gemiddelde 228.000 0,1050 239 177 267 De indicatie in de laatste kolom betekent hoe lager het rangnummer hoe lager de woonlasten.
Totaal
Rangnr. meerp.huish.
758 587 726 687 584 707 683
331 36 281 191 32 246
Overige lokale heffingen Hondenbelasting De Gemeentewet regelt dat gemeenten een belasting op het houden van honden mogen heffen. De hondenbelasting is een zuivere belasting die, net als de onroerende-zaakbelastingen, naar de algemene middelen van de gemeente vloeit. Kwijtschelding Als een belastingplichtige als gevolg van financiële omstandigheden niet in staat is een belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen, kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. De regels voor het toekennen worden bepaald door de rijksoverheid. Deze regels komen erop neer dat kwijtschelding mag worden verleend aan belastingplichtigen die een inkomen hebben dat niet hoger ligt dan 90% van de bijstandsnorm. Gemeenten mogen hier in die zin van afwijken, dat deze inkomensgrens wordt verruimd naar 100% van de bijstandsnorm. Onze gemeente hanteert de zogeheten 100%-norm, wat betekent dat inwoners met een inkomen op bijstandsniveau in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking komen. Er vindt een vermogenstoets plaats. Een groot deel van de kwijtscheldingen wordt geautomatiseerd getoetst. Het doel hiervan is om zo de administratieve lasten voor de burger te verminderen. Op het gebied van kwijtschelding is een aantal ontwikkelingen gaande (gewijzigde wet- en regelgeving in 2011 en 2012) dat wellicht aanleiding geeft om de kwijtscheldingsverordening te wijzigen. Het gaat
Programmabegroting 2013
63
om kwijtschelding van de privébelastingen van ondernemers, mensen met kinderopvang en de kwijtscheldingsnorm voor 65+-ers. Hiervoor zullen waar nodig voorstellen worden gedaan. Gemeenten mogen zelf bepalen voor welke belastingen kwijtschelding wordt verleend. Er kan kwijtschelding worden verleend voor:
Afvalstoffenheffing Leges gereserveerde invalidenparkeerplaats
Naar verwachting wordt in 2013 voor de volgende bedragen kwijtschelding verleend: x € 1.000 Afvalstoffenheffing
Werkelijk 2011 128
Programmabegroting 2013
Begroting 2012 90
Begroting 2013 128
64
3.5
Grondbeleid
In juli 2009 is de Structuurvisie Papendrecht 2020 vastgesteld. De structuurvisie is het belangrijkste beleidsdocument voor de ruimtelijke ontwikkeling van Papendrecht binnen de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Met de structuurvisie wil en kan de gemeente regie voeren op de ontwikkelingen en processen die voor de toekomst van de gemeente belangrijk zijn. Het ruimtelijk beleid is bepalend voor de inrichting van de leefomgeving en is daarom bij uitstek een overheidstaak. Ook sectoraal beleid (maatschappelijk belang) kan van invloed zijn op de leefomgeving. Grondbeleid is het zodanig sturing geven aan de inzet en het gebruik van de grond dat daarmee ruimtelijke en sectorale doelstellingen kunnen worden gerealiseerd. Het grondbeleid is erop gericht het grondgebruik binnen de gemeente te optimaliseren binnen de gemeentelijke doelstellingen in het kader van de ruimtelijke ordening (structuurvisie). Voorwaarde hierbij is dat geen onaanvaardbaar maatschappelijk en/of economisch risico wordt gelopen. Een actualisering van het grondbeleid wordt voorbereid. De nota Grondbeleid komt naar verwachting eind 2012 of begin 2013 in het besluitvormingstraject richting de gemeenteraad. Algemeen De aanhoudende financiële en economische crisis in 2012 heeft grote gevolgen op de bouwactiviteiten in de gemeente. Potentiële kopers op de woningmarkt zijn terughoudend als gevolg van vermogensverlies en een stagnerende of dalende inkomensontwikkeling. Dit in combinatie met een langzaam oplopende rente en behoedzaamheid bij banken heeft diverse projectontwikkelaars in financieel zwaar weer gebracht. Projecten lopen vertraging op en/of worden verder doorgeschoven in de tijd. Nieuwbouw wordt heroverwogen (geoptimaliseerd) en inkomsten uit grondverkoop zijn lager en komen later. Dit is doorvertaald in de exploitatieberekeningen bij de vertrouwelijke rapportage Meerjarenperspectief grondexploitaties 2012, waarin de gevolgen voor 2013 en latere jaren ook zijn meegenomen. De risico’s manifesteren zich voor de gemeente vooral bij complex Centrum en complex Land van Matena. De gemeente is op dit moment nog in staat om de risico’s op te vangen binnen de aangelegde financiële reserves. De (financiële) situatie vraagt van de gemeente echter ook een andere benadering van grondexploitatie. Het planaanbod van (woning)bouwactiviteiten voor de komende jaren zal optimaal moeten worden afgestemd op de vraag uit de markt. Eventuele partners in de ontwikkeling(en) moeten extra worden getoetst op solvabiliteit. Uitgangspunten grondexploitatie Op basis van het huidige beleid worden bij grondexploitatie de volgende uitgangspunten gehanteerd: De gemeente streeft bij de realisatie van de maatschappelijke en ruimtelijke doelstellingen naar maatschappelijk gewenst en efficiënt ruimtegebruik en een optimale prijs-kwaliteitverhouding. De gemeente kiest voor een actief grondbeleid, waarbij de gemeente zelf de initiator is van de grondexploitatie. De gemeente opereert hierbij als risicodragend ondernemer. De gemeente biedt ruimte voor de bouw van woningen in particulier opdrachtgeverschap. De gemeente kiest voor passief grondbeleid (faciliterend) indien de financiële risico’s voor het ontwikkelen van het gebied te groot zijn of het verkrijgen van grondposities niet mogelijk blijkt. De gemeente beperkt zich tot grondexploitatie en zal geen opstallen ontwikkelen c.q. voor langere tijd exploiteren, tenzij hiervoor een gegronde reden aanwezig is. De gemeente hanteert marktconforme prijzen met als uitgangspunt de residuele grondwaarde methodiek. Voor de realisatie van sociale woningbouw wordt aangesloten bij de PALT-afspraken. Voor de sociale sector betekent dit een maximaal grondkostenbedrag van ruim € 14.000 exclusief omzetbelasting per woning (prijspeil 2012). De exploitatieberekeningen worden jaarlijks geactualiseerd. Winsten worden tussentijds genomen als deze op verantwoorde wijze kunnen worden bepaald (voorzichtigheidsbeginsel).
Programmabegroting 2013
65
Bij winstneming wordt het behaalde resultaat verrekend met de risicoreserve grondexploitaties. Komt de risicoreserve hierdoor boven of onder het gewenste niveau dan zal dit worden geëgaliseerd via de reserve stedelijke vernieuwing. Een voorzienbaar verlies wordt opgenomen in de jaarrekening door het treffen van een voorziening. De risico’s worden normatief bepaald, waarbij als uitgangspunt wordt genomen dat alle nog verwachte uitgaven 5% hoger en alle verwachte opbrengsten 7,5% lager zullen uitvallen. De uitkomst is het gecorrigeerd resultaat (risico).
Meerjarenperspectief Grondexploitaties De grondexploitaties van de diverse complexen worden periodiek (jaarlijks) herzien. Hiervoor wordt bij de jaarrekening per complex een bouwrekening opgesteld. In deze bouwrekeningen worden de werkelijke uitgaven en inkomsten vergeleken met de raming van het betreffende jaar. Daarnaast worden de grondexploitatieberekeningen bijgesteld, zodat een doorkijk kan worden gegeven naar het verwachte resultaat. Hierbij wordt naast de beoordeling van de beschikbare budgetten ook gekeken naar de fasering en looptijd van een project en wordt de hoogte van de gehanteerde parameters voor rente en inflatie opnieuw beoordeeld. Voor de berekening van de financieringslasten wordt uitgegaan van een rentepercentage van 4,5% bij een positieve 1 boekwaarde (uitgaven groter dan de inkomsten) en 1,5% bij een negatieve boekwaarde (inkomsten groter dan uitgaven). De geraamde kosten voor latere jaren worden gecorrigeerd met inflatie. Voor de opbrengsten wordt geen rekening gehouden met inflatie. Op basis van deze geactualiseerde berekeningen kan vervolgens bij de jaarrekening eventueel een voorziening worden gevormd voor een geprognosticeerd tekort of wordt tussentijds winst genomen. Bij de rapportage Meerjarenperspectief Grondexploitaties 2013 worden de parameters geactualiseerd. In exploitatie genomen gronden De in exploitatie genomen gronden zijn opgenomen in negen lopende grondexploitaties. Daarvan zijn de complexen Centrum en Land van Matena de meest risicovolle. Het totaal resultaat van de negen complexen wordt op grond van de actualiseerde exploitatieberekeningen (Meerjarenperspectief grondexploitaties 2012) geraamd op € 2.487.000 voordelig. In dit saldo is rekening gehouden met de voorziening tekort centrumplan en de voorziening tekort Land van Matena. In onderstaande tabel is het resultaat opgenomen. Omschrijving Totaal in exploitatie genomen gronden
Boekwaarde per 1-jan-11 9.484.000
Uitgaven 2011 10.499.000
Boekwaarde Totaal nog Totaal nog Inkomsten per verwachte verwachte 2011 31-12-2011 (1) uitgaven (1) inkomsten (2) 16.917.000
3.066.000
70.550.000
76.103.000
Verwacht Resultaat (1-2)
Toelichting
-2.487.000 Voordelig
Niet in exploitatie genomen gronden Naast de lopende grondexploitaties zijn binnen de gemeente nog locaties niet in exploitatie genomen. Dit betreft strategische grondaankopen, planbegeleidingskosten of de kosten van haalbaarheidsonderzoeken voor nieuwe ontwikkelingen. De totale boekwaarde bedraagt per 1 januari 2012 circa € 684.000. Een gemiddelde grondprijs van € 10 per m². Weerstandsvermogen grondexploitatie De risicoreserve grondexploitaties is bedoeld om financiële risico’s van nog niet in exploitatie genomen gronden op te kunnen vangen. Daarnaast kunnen tekorten op lopende grondexploitaties worden afgedekt. De minimale omvang van deze reserve is, op basis van de stand van de grondexploitaties ultimo 2011 en na verrekening van de beschikbare voorzieningen, berekend op € 3.518.000. Komt de risicoreserve boven of onder het gewenste niveau, dan zal dit, in lijn met het gemeentelijk beleid, via de reserve stedelijke vernieuwing worden geëgaliseerd. De stand van de reserve per 1 december 2012 is onvoldoende om de berekende risico’s op te vangen. Voorgesteld wordt ten laste van de reserve stedelijke vernieuwing de risicoreserve met een ophoging van € 369.000 op het gewenste niveau van € 3.518.000 te brengen.
1
Conform het Besluit begroting en verantwoording worden uitgaven positief en inkomsten negatief verantwoord.
Programmabegroting 2013
66
3.6
Bedrijfsvoering
In de paragraaf bedrijfsvoering gaan we in op de besturing en beheersing van het toezicht op en de verantwoording over de bedrijfsprocessen binnen de gemeentelijke organisatie. De bedrijfsvoering ondersteunt direct of indirect de uitvoering van de programma’s. De meeste werkzaamheden op dit terrein worden verricht door de afdeling Bestuur en Organisatie, dan wel zijn qua uitvoering uitbesteed aan het Servicecentrum Drechtsteden. In dit hoofdstuk worden onderdelen belicht, die in 2013 (verder) worden vormgegeven op het gebied van bedrijfsvoering. Organisatie De interne organisatiestructuur is geen doel maar een middel om organisatiedoelen te bereiken. Om organisatiedoelen te bereiken staan medewerkers en inhoud centraal. De medewerkers met hun competenties leveren daar een belangrijke bijdrage aan. Het is in het belang van de organisatie dat deze competenties permanent worden ontwikkeld, passend bij een samenhangende visie op HRM. Daar zal zich het vervolg van het veranderingsproces in de organisatie ook op richten. Als laatste formele stap in het OOP-proces is het plaatsingsproces voor de afdeling brandweer afgerond. Met de eerdere vaststelling van het organisatieplan, het formatieplan en functieboek en de afronding van het plaatsingsproces voor de medewerkers is de harde kant van organisatieontwikkeling nu ingevuld. Wel zal op basis van de vastgestelde functiewaardering een update van genoemde documenten plaatsvinden. De volgende stap in de organisatieontwikkeling zal met name betrekking hebben op de culturele aspecten, de zachte kant. We beseffen dat, bij de verdere ontwikkeling van de organisatie en de logistieke procesvoering binnen de organisatie en de verdere ontwikkeling van de digitale afhandeling en termijnen van afdoening ook in relatie met de uitvraag op onderdelen door de gr-en (zoals SCD, maar ook OZHZ en VR ZHZ), rekening moet worden gehouden met een besparing op de omvang van het ambtelijke apparaat. Deze besparing komt bovenop andere besparingen, die binnen de verschillende programma’s concreet zijn benoemd en de bestaande efficiëntietaakstellingen. Ten aanzien van het omgaan met personele kosten is in de inleiding al gesproken over wijziging van de systematiek ten opzichte van voorgaande jaren. De brandweerzorg binnen de regio Zuid-Holland Zuid is per 1 januari 2013 volledig geregionaliseerd. Het overhevelen van de brandweer naar de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio ZuidHolland Zuid heeft gevolgen voor de hoofdstructuur van de organisatie. Per 1 januari 2013 is deze als volgt:. Gemeentesecretaris/ Algemeen Directeur
Afdeling Bestuur en Organisatie
Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling
Afdeling Publiekszaken
Afdeling Beheer en Uitvoering
Personeel De groei en ontwikkeling van de medewerkers (en daarmee hun waarde) zijn een belangrijke factor voor het succes van onze organisatie. Stil staan kan niet, omdat de omgeving om ons heen steeds aan verandering onderhevig is. Ons human capital (de medewerkers) vereist daarmee ook vanuit organisatiebelang voortdurende aandacht. Wanneer aandacht voor het personeel niet in voldoende mate tot uitdrukking komt, heeft dit een weerslag op de prestaties van het ambtelijke apparaat. Vanuit deze gedachte moet de gemeente Papendrecht dan ook een aantrekkelijke werkgever blijven. Met
Programmabegroting 2013
67
zes gemeenten en vier gr-en vormen wij een regionaal werkgeverschap met een grotendeels geharmoniseerde rechtspositieregeling. De heroverwegingen en de voorgaande acties kennen ook HRM aspecten die niet veronachtzaamd moeten worden. De leidinggevenden en in het verlengde daarvan de organisatie moeten dienovereenkomstig anders gaan werken. Vanuit bovenstaande gedachten is een HRM-notitie geformuleerd. Die notitie biedt kaders voor de vragen: - Hoe zetten we HRM in als voorzetting en follow-up van OOP? - Hoe zetten we HRM in als strategisch middel voor heroverwegingen en bezuinigingen? - Hoe kunnen we integriteit op een logische wijze meenemen in de HRM-aanpak? Strategische personeelsplanning Met betrekking tot het inzetten van HRM als middel in het kader van de heroverweging en de bezuinigingen, vindt een verkenning plaats van het instrument strategische personeelsplanning waarbij naast de mogelijkheid van flexibele inzet van eigen medewerkers bijvoorbeeld ook aan de uitstroom van medewerkers op middenlange termijn (vergrijzing) aandacht wordt besteed, zowel als kans in kader van de heroverweging als een bedreiging voor de kwaliteit van cruciale posities in de organisatie. In de uitwerking zullen ook de mogelijkheden van samenwerking binnen de Drechtsteden worden bezien en zullen de volgende elementen worden meegenomen. - in beeld brengen van de huidige situatie (formatie, kwalitatief en kwantitatief); - in beeld brengen van de beïnvloedende interne en externe omgevingsfactoren; - huidige situatie doorvertalen naar de toekomst (bij ongewijzigd beleid); - bepalen van de toekomstige gewenste situatie (of wellicht meerdere scenario’s); - confrontatie situatie bij ongewijzigd beleid en toekomstig gewenste situatie; - bepalen van maatregelen op grond van keuzes. Sprake is van een toenemende wenselijkheid van een flexibele schil in de personeelsformatie, waarbij dit nadrukkelijk wordt onderscheiden van inhuur externen. Die flexibele schil biedt een grotere flexibiliteit ten aanzien van het inzetten van personeel qua kwaliteit en kwantiteit. Integriteit In navolging van de Ambtenarenwet is iedere werkgever verplicht integriteitbeleid te voeren. Ter bevordering van goed ambtelijk handelen en om misbruik van bevoegdheden, belangenverstrengeling en discriminatie te voorkomen wordt dit onderdeel beter en steviger in de organisatie verankerd. In dat kader is dit jaar een integriteittraject gestart met integriteitbijeenkomsten voor alle medewerkers. Dit traject wordt in 2013 afgerond met de vaststelling van een gedragscode en de herinvoering van de ambtseed. Opleiden en ontwikkelen Om onze positie van aantrekkelijke werkgever te behouden en te versterken, maar ook om te blijven voldoen aan de eisen, die de omgeving van ons vraagt zullen we mede gezien de eerder genoemde arbeidsmarktproblematiek blijvend moeten investeren in de ontwikkeling van onze medewerkers om zo lang mogelijk gebruik te kunnen blijven maken van hun kennis en kunde. Vanuit regionaal verband zullen het Trainingscentrum Drechtsteden (TCD) en het Loopbaancentrum Drechtsteden (LCD) verder ingezet worden om doorgroeimogelijkheden en permanente ontwikkeling van medewerkers te bevorderen. In 2011 is een eerste verbeterslag doorgevoerd om een jaarlijks opleidingsplan vast te stellen vanuit wensen en behoefte vanuit de organisatie en de medewerkers. Dit heeft in 2012 een vervolg gekregen. De vervolgstap is om het opleidingsplan meer te laten zijn dan een inventarisatie en, ook in relatie met strategische personeelsplanning, een kwaliteitsslag te maken. Overigens committeren wij ons aan regionale afspraken op het gebied van personeel die worden gemaakt in het verband van het ontwikkelen van een regionaal werkgeverschap. Ziekteverzuim De landelijke gehanteerde gemeentelijke verzuimnorm van vergelijkbare gemeenten (20.000 – 50.000 inwoners) beweegt zich in de afgelopen jaren net boven de 4% (25% van de gemeenten in onze inwonersklasse heeft een verzuimpercentage dat lager is dan deze norm). Het verzuimpercentage over 2011 overstijgt deze norm.
Programmabegroting 2013
68
Ziekteverzuimpercentage
2007
2008
2009
2010
2011
Papendrecht Vergelijkbare gemeenten (gemeentelijke verzuimnorm)
5,71 4,11
4,16 4,20
4,36 4,10
4,92 4,10
4,95%
Conform de afspraak zijn de maandelijkse verzuimanalyses uitgebreid en gereflecteerd aan landelijke referentiecijfers (gemeentelijke verzuimnorm, gemiddeld verzuimpercentage, meldingsfrequentie). In relatie met de uitkomsten van de in 2012 gehouden Risico-inventarisatie en –evaluatie (RIE) zullen nadere maatregelen overwogen worden. Inhuur van extern personeel In voorkomende gevallen zullen we in de komende periode externen inhuren in geval van specialistisch werk, pieken, ziekte, tijdelijke vacatures, projecten en bij moeilijk in te vullen vacatures. Inhuur is zeker niet altijd per definitie ongewenst. Zowel vanuit personeelsbeleid als vanuit economische motieven zullen we wel altijd deze kosten periodiek blijven monitoren. Wij streven ernaar om met name de kosten van langdurige en/of dure externe inhuur tot een minimum te beperken. Vanzelfsprekend hebben we rekening gehouden met de vanuit de heroverweging ingezette structurele besparing op extern personeel van € 100.000. Het terugdringen van externe inhuur is ook een van de punten in de nieuwe CAO (zie onder Arbeidsvoorwaarden). Arbeidsvoorwaarden Na onderhandelingen is begin juni 2012 een akkoord bereikt over een nieuwe CAO die inmiddels door de achterbannen is goedgekeurd. Deze richt zich inhoudelijk met name op de onderwerpen modernisering van de arbeidsvoorwaarden, flexibilisering van werktijden en verhoging van inzetbaarheid en bevordering van de mobiliteit van medewerkers in relatie met het terugdringen van externe inhuur. In het algemeen biedt de nieuwe CAO voldoende (rechtspositionele) basis om de ambities van onze gemeente waar te maken. Huisvesting In 2012 zijn technische onderzoeken aangaande het gemeentehuis gehouden. Het gemeentehuis heeft technische gebreken. Ook rekening houdend met de inhoudelijke veroudering van het gebouw, is er noodzaak om na ruim 20 jaar tot groot onderhoud over te gaan. De noodzakelijke aanpak van groot onderhoud zal moeten worden aangegrepen om ook enkele andere structurele vraagstukken met betrekking tot gebouwinrichting en –gebruik aan te pakken, waaronder een noodzakelijke slag met betrekking tot de duurzaamheid van gebouw en gebruik. Ook zal modernisering met betrekking tot het gebruik door de werkorganisatie van het gebouw plaatsvinden. Daarbij gaat het zowel om de inrichting van het gebouw als het aansluiten op nieuwe werkwijzen, kort aangeduid als introductie van het nieuwe werken. De ICT omgeving van de Drechtsteden is zodanig ingericht dat werken op afstand mogelijk is. ICT ondersteuning Informatisering en ICT zijn van doorslaggevende betekenis voor het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening en de bedrijfsvoering van de organisatie. Onze gemeente maakt nadrukkelijk gebruik van mogelijkheden op het gebied van informatievoorziening. Om verdere efficiency in de lokale en regionale bedrijfsvoering door te voeren wordt gestuurd op beheersing van het aantal applicaties en het aantal werkplekken. Communicatie In 2013 zal in communicatie de nadruk liggen op interactie en burgerparticipatie. Daarbij is de inzet van de hele organisatie nodig om vanuit een open cultuur te communiceren met de samenleving. Daarom zal ook aandacht gegeven worden aan interne communicatie en het bevorderen van de deskundigheid in het toepassen van interactieve beleidsvorming. Interactie zal plaatsvinden rond belangrijke onderwerpen als de inrichting van het marktplein en de vernieuwing van de kinderboerderij. Maar ook op wijkniveau zal burgerparticipatie belangrijker worden. Dit past geheel binnen het beleid van het college om meer verantwoordelijkheid aan de samenleving te geven. Dat vraagt niet om alleen om meespraak, maar in toenemende mate ook om medeverantwoordelijkheid van inwoners en partners in de samenleving.
Programmabegroting 2013
69
Planning en control In navolging van de Programmabegroting 2012 is in de Programmabegroting 2013 waar mogelijk een uitwerking gegeven van de maatschappelijke doelen die Papendrecht wil behalen, inclusief hieraan gerelateerde subdoelstellingen, de te nemen maatregelen en prestatie-indicatoren die de uitkomsten hiervan meten. De indeling van de P&C stukken, het oppakken van heroverwegingstrajecten binnen de P&C cyclus en algehele doorontwikkeling heeft de afgelopen jaren veel aandacht gevraagd. Zo is in 2012 de wijze van presenteren en behandelingswijze in de raad naar aanleiding van de motie voor verbetering van 9 juni 2011 aangepast. De resultaten hiervan zijn en worden met name bij de (behandeling van) de Perspectiefnota 2012 en Programmabegroting 2013 betrokken. De uitkomsten van de evaluatie van deze opzet en de verdere afstemming op aanverwante landelijke, lokale en regionale processen zijn input voor doorontwikkeling van de P&C cyclus en producten in 2013. Bij de behandeling van de Jaarrekening 2011 en Perspectiefnota 2012 is daarbij meegegeven dat rust en consistentie in de P&C processen en producten van belang zijn. In de komende periode vindt als basis voor sturing en verantwoording ten behoeve van het management een verdere kwaliteitsslag plaats van integrale informatievoorziening. Het gaat hierbij niet alleen om financiële informatie, maar ook informatie op het gebied van bijvoorbeeld HRM. Juridische kwaliteitszorg In 2013 zal de inzet van mediationvaardigheden bij de afhandeling van bezwaarschriften en klachten worden voortgezet, gelet op de gebleken positieve bijdrage op de informele afdoening.
Programmabegroting 2013
70
3.7
Verbonden partijen
Algemeen Verbonden partijen zijn publiekrechtelijke of privaatrechtelijk organisaties, waarin de gemeenten een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Het financiële belang bestaat uit de middelen die aan de verbonden partij beschikbaar zijn gesteld en die niet verhaalbaar zijn bij een faillissement van de verbonden partij, dan wel uit een bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Het bestuurlijke belang verwijst naar hetzij de zeggenschap uit hoofde van vertegenwoordiging in bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Relatie Vertegenwoordiging met proDB/AB en gramma % zeggenschap Overzicht verbonden partijen Gemeenschappelijke regelingen 1. Drechtsteden 2. GR Publieke Gezondheid & Jeugd ZHZ 3. Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid 4. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid 5. Sociale werkvoorziening Drechtwerk 6. Gevudo (garantstellingsprovisie HVC) 7. Logopedische dienst 8. Bureau Openbare Verlichting
Bijdrage
Bijdrage
Dividend
2012
2013
2013
* € 1.000 * € 1.000 1,2,3 1,2,3 2 3 1 2,4 1
DB/AB AB AB AB AB AB
11,80% 6,60% 6,60% 6,60% 11,00%
Lek-Merwede BV (OVL)
2,3
Privaatrechtelijke rechtspersonen 9. Eneco 10. Bank Nederlandse Gemeenten
4 4
11. Oasen 12. Regionale Ontwikkelmaatschappij ROM-D 13. Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer B.V.
Geïnvesteerd vermogen
* € 1.000 * € 1.000
11,10%
Ja Nee Nee Nee Ja Nee Ja
17.775 767 266 313 3.240 Geen 76
17.381 799 266 321 3.004 Geen 74
DB/AB
8,30%
Nee
47
47
0,68%
984 14 13
-
-
4
Nee Nee Nee
-
-
2,4
Nee
201
-
4
Nee
9
-
51%
Kleur stoplicht
80
Oranje Oranje Oranje Oranje Oranje Groen Groen Groen
700 7 Geen
Groen Groen Groen
-
Geen
Groen
-
34
Groen
Toelichting kleur stoplicht De risicoanalyse volgens de stoplichtenmethode brengt in beeld welke risico's de gemeente loopt in haar financiële, informatieverstrekkende en bestuurlijke relatie met de verbonden partij. Ook algemene omstandigheden, bijvoorbeeld jonge regeling, worden meegewogen. Indien er geen opmerking over het risico is, is het stoplicht groen. Kunnen enkele opmerkingen gemaakt worden, kleurt het stoplicht oranje. Mocht de relatie met de verbonden partij risicovol zijn dan is het stoplicht rood. 1. Drechtsteden Inhoudelijke samenwerking, afstemming en voorbereiding van beleid binnen de Drechtsteden vindt plaats op onderdelen van de beleidsterreinen fysiek, sociaal en economie. Drechtsteden werken samen in gezamenlijke uitvoeringsorganisaties als de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD), Servicecentrum Drechtsteden (SCD) en de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden (ROM-D) als onderdelen van de Drechtsteden. Met die samenwerking zetten de gemeenten in op een optimale dienstverlening aan de inwoners, organisatorische en financiële verbeteringen en presentatie van de Drechtsteden naar buiten als economisch krachtige, goed bereikbare en leefbare regio. De gemeenschappelijke regeling Drechtsteden (GRD) telt zes diensten. Hiervan kan het volgende overzicht worden weergegeven, waarbij tevens de bijdrage van onze gemeente aan deze diensten is vermeld:
Programmabegroting 2013
71
Onderdeel
Primaire begroting 2013 Bijgestelde begroting 2012 Bijdrage Bijdrage Omvang GRD Omvang GRD Papendrecht Papendrecht * € 1.000
Bureau Drechtsteden Manden Maken Bestuur en staf Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Overige verrekeningen Totaal Excl WSW (Drechtwerk) TOTAAL
5.003 2.131 189.920 8.237 41.642 4.694 1.549 4.240 257.416
* € 1.000
355 240 13.584 nvt 2.961 481 154 17.775 15.176
* € 1.000
4.277 2.131 189.149 7.868 41.132 4.694 1.549 100 250.900
* € 1.000
339 239 13.231 nvt 2.986 433 152 17.380 14.781
Bron: Begroting GrD 2013 mei 2012
Dienst Bureau Drechtsteden Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Totaal
Begroting 2012 Begroting 2013 in fte’s in fte’s 33,5 30,9 265,0 260,0 77,0 72,5 367,4 359,6 46,0 46,0 14,6 14,6 803,5 783,6
Bron: begroting GRD 2013 mei 2012
De gemeenschappelijke regeling Drechtsteden heeft net zoals de gemeenten ambities door te ontwikkelen naar een nog professionelere organisatie die samen met gemeenten zorgt voor vernieuwing en innovatie. De ambitie is ontwikkeling in gezamenlijkheid of in ieder geval in afstemming. Ook in 2013 wordt hieraan vormgegeven door het verder optimaliseren van ambtelijke en bestuurlijke structuur zonder afbreuk te doen aan de lokale autonomie. Er wordt, samen met maatschappelijke partners en bedrijfsleven, uitvoering gegeven aan het Meerjarenprogramma voor de periode 2012 - 2015. Drie prioriteiten zijn economie, arbeidsmarkt en kennisinfrastructuur en woonklimaat. Met name de sectoren zorg, maritiem en vrijetijdseconomie krijgen hierbij speciale aandacht door het leggen van verbindingen tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Toelichting stoplicht: De omvang van de begroting van de GRD is fors en daarmee ook de impact van eventuele afwijkingen. De GRD heeft sinds 2011 een bezuinigingstaakstelling die leidt tot een daling van de gemeentelijke bijdrage met 10% in 2015, totaal € 6,0 miljoen. De GRD dochters SDD (€ 1,1 miljoen ketenkorting) en SCD (€ 1,0 miljoen VIP) hebben ook nog een specifieke. De specifieke taakstelling is geheel in de begroting 2012 verwerkt en met de uitrol van de algemene taakstelling ligt de GRD op koers. Voor 2013 is de taakstelling € 4,5 miljoen. Desalniettemin is het risico van incidentele frictiekosten is aanwezig. Effecten van de nieuwe klantrelatie met GR'en en de nieuwe verrekensystematiek zijn nog niet in de begroting verwerkt en kunnen, zeker daar waar het de ICT kosten betreft, een effect hebben op de gemeentelijke bijdrage. Daarnaast spelen ook beleidsinhoudelijke risico’s. Zo kan bij de SDD het financieel resultaat als gevolg van wijzigende vraag naar inkomensvoorzieningen (Wwb) en zorg (Wmo) drastisch wijzigen. Ook de grote onzekerheid over de komende vernieuwing in de sociale zekerheid en mogelijke wijzigingen op Rijksbeleid vormen een risico. De Drechtraad stelt de begroting vast en de financiële risico’s worden bij de GRD onderkend en zo goed als mogelijk gemanaged. Desondanks lopen de deelnemers via de gemeenschappelijke regeling een financieel risico. 2. t/m 4. Publieke Gezondheid en Jeugd ZHZ, Omgevingsdienst ZHZ en Veiligheidsregio ZHZ Een groot deel van de gemeenschappelijke diensten van deze gemeenschappelijke regelingen heeft betrekking op (fysieke) veiligheid. Betreffende deze gemeenschappelijke regelingen hebben een aantal wijzigingen plaatsgevonden die de komende periode hun uitwerking zullen hebben. De Gemeenschappelijke regeling Zuid-Holland Zuid is in 2012 naar aanleiding van het traject toekomst Zuid-Holland Zuid gewijzigd in een Gemeenschappelijke regeling Publieke Gezondheid & Jeugd ZHZ
Programmabegroting 2013
72
met een directe sturing van de gemeenten, waarbinnen de GGD, de Regiostaf en het Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten (BLVS) functioneren. In 2013 zal verdere uitwerking hiervan plaatsvinden, in de vorm van het verder bestuurlijk en ambtelijk vormgeven van de organisatie Publieke Gezondheid en Jeugd Zuid-Holland Zuid. Vanaf 1 januari 2011 functioneert de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. In deze Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) worden wettelijke milieu- en omgevingstaken uitgevoerd en milieuadvies in ruimtelijke ontwikkeling verzorgd, zaken die voorheen door de provincie Zuid-Holland en de Milieudienst Zuid-Holland Zuid afzonderlijk werden gedaan. De opdrachtgevers van de omgevingsdienst zijn de 19 gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid en de provincie gezamenlijk, die zich in de Gemeenschappelijke regeling OZHZ hebben verenigd. Daarnaast bestaat sinds 1 juli 2009 de GR Veiligheidsregio voor de Zuid-Hollandse gemeenten, een gevolg van de Wet veiligheidsregio’s. Ook onze gemeente maakt deel uit van deze veiligheidsregio. De veiligheidsregio beoogt de politieke, bestuurlijke en ambtelijke betrokkenheid tussen de 19 gemeenten van de regio te versterken op het gebied van veiligheid, met verbetering van de kwaliteit en de inhoud van de dienstverlening. Hiervoor zijn de gemeenten de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid met elkaar aangegaan. In deze veiligheidsregio zijn de taken op het terrein van de GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) ingebracht en de lokale brandweer per 1-1-2013. Als gevolg van de wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Zuid-Holland Zuid zal de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) in 2013 een onderdeel vormen van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Toelichting stoplicht: Per 1 juli 2012 is de Gemeenschappelijke regeling Publieke Gezondheid & Jeugd ZHZ formeel in werking getreden. Deze is aangegaan door de 19 colleges behorend tot de Regio Zuid-Holland Zuid. Op basis van de beleidsarme programmabegroting 2013 is voor de dienst Publieke Gezondheid & Jeugd en de Regionale ambulancedienst een bijdrage verschuldigd van ca. € 799.000. De gemeentelijke bijdrage is gebaseerd op een bijdrage per inwoner en is met name ter dekking van de programmakosten van de individuele publieke gezondheidszorg (GGD), de Regiostaf en het Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten (BLVS). Behalve voor de Ambulancevoorziening is de omvang van de vermogenspositie bij de start van de nieuwe organisatie vooralsnog onvoldoende. De Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid is in 2009 opgericht, ter uitvoering van de in 2010 in werking getreden Wet Veiligheidsregio's. De brandweerzorg is per 1 januari 2013 binnen de regio Zuid-Holland Zuid volledig geregionaliseerd. Dat wil zeggen, dat dan het gemeentelijk brandweerpersoneel in regionale dienst is en de brandweertaken van de gemeenten zijn overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling. De concernbegroting 2013 van de VRZHZ is medio 2012 vastgesteld en is exclusief de nog te regionaliseren brandweerzorg, met uitzondering van de al geregionaliseerde brandweerzorg voor de gemeenten Dordrecht, en de gemeenten Graafstroom, Liesveld en NieuwLekkerland (De Waard gemeenten). In de genoemde begroting is naast de verdere regionalisering van de brandweer ook de voorziene overheveling van de Regionale Ambulance Voorziening ZuidHolland nog niet verwerkt. Uit de begroting van de VR ZHZ blijkt, dat het weerstandsvermogen onvoldoende is als de VR ZHZ als zelfstandige organisatie wordt bezien. In het kader van de regionalisering van de brandweer zal de risicoanalyse worden geactualiseerd. 5. Sociale Werkvoorziening Drechtwerk In de Programmabegroting 2013 is naast de doorbetaling van de rijksbijdrage Wsw van ca. € 2.600.000 een bijdrage opgenomen van € 404.000 als gemeentelijk aandeel in het exploitatietekort. De deelnemers in de gemeenschappelijke regeling hebben zich door middel van een convenant verplicht om werkzaamheden door Drechtwerk uit te laten voeren en Wsw-medewerkers via detachering lokaal in te zetten. Voor 2013 geldt voor onze gemeente een afnameverplichting van € 697.000. Door de mogelijke invoering van de Wet werken naar vermogen (Wwnv) is de omzetting van de GR (gemeenschappelijke regeling) in een N.V. (naamloze vennootschap) voorlopig uitgesteld. De invoering van de Wet werken naar Vermogen is controversieel verklaard. Daarom is op dit moment nog niet duidelijk wanneer de juridische grondslag van Drechtwerk zal worden aangepast. Toelichting stoplicht: De door gemeenten te betalen bijdrage in het exploitatietekort is voor 2013 begroot op ruimt € 5,1 miljoen. Dit is circa € 3,1 miljoen lager dan de gezamenlijke bijdrage over 2012.
Programmabegroting 2013
73
In 2012 is voor een totaal van € 2,5 miljoen een herstructurering doorgevoerd om een nieuwe start te maken bij de invoering van de Wet werken naar vermogen (Wwnv). 6. Gevudo De GR Gevudo staat naar rato van haar deelname in HVC garant voor het nakomen van de verplichtingen die HVC aangaat met betrekking tot de financiering van verbrandingsinstallaties. Hiervoor wordt een garantstellingsprovisie ontvangen. 7. Logopedische dienst, Kring Sliedrecht Eind 2011 is besloten om per 1 januari 2016 uit de gemeenschappelijke regeling te treden of tot opheffing over te gaan. Door het bestuur van de Logopedische Dienst is nog niet kenbaar gemaakt onder welke voorwaarden deze uittreding zal plaatsvinden. Dit heeft te maken met een onderzoek naar de toekomstmogelijkheden van de Logopedische Dienst. Het bestuur heeft toegezegd na afloop van dit onderzoek te berichten onder welke voorwaarden de uittreding kan plaatsvinden. De resultaten van het onderzoek worden eind 2012 verwacht. De gemeentelijke bijdrage over 2013 is vastgesteld op € 2,321 per inwoner en daarmee ruim 12% lager dan de begrote bijdrage 2011 (€ 2,665). Hiermee is de gevraagde bezuiniging van 10% gerealiseerd. 8. Bureau Openbare Verlichting Lek-Merwede (OVL) De gemeente Papendrecht heeft, per 1 januari 2012 voor vier jaar, samen met elf andere gemeenten in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden een gemeenschappelijke regeling Bureau Openbare Verlichting ingericht voor het dagelijks beheer, databeheer en directievoering/toezicht op het onderhoudsbestek voor de openbare verlichting. 9. Eneco In de Programmabegroting 2013 is rekening gehouden met de lagere dividend opbrengst conform de dividenduitkering in 2012. Uit de halfjaarcijfers 2012 van Eneco blijkt het bedrijfsresultaat met 7% te zijn gedaald ten opzichte van de halfjaarcijfers 2011. De oorzaken van de daling zijn: het in gebruik nemen van nieuwe productiecapaciteit inclusief de bijbehorende afschrijvingskosten, de ongunstige ontwikkeling van de marktprijzen en als gevolg van de economische crisis een toename van faillissementen. Het vonnis over de splitsingswet is uitgesteld voor een nog onduidelijke periode. De Hoge Raad heeft vragen gesteld aan het Europese Hof over de verenigbaarheid van de splitsingsweg met het Europese recht. Bij de berekening van het weerstandsvermogen is aanvullend een incidenteel risico opgenomen. 10. BNG De BNG heeft vanaf 2012 tot minimaal 2018 de winstuitkering tot 25 procent van hun aandelen gehalveerd. Het effect van dit besluit voor onze gemeente is een verlaging van het te ontvangen dividend met € 10.000. Of het daarbij blijft is onzeker, de BNG sluit heroverwegingen niet uit. Zo’n heroverweging kan plaatsvinden zodra meer duidelijk wordt over de definitieve eisen die Europa stelt aan de minimale omvang van het eigen vermogen van banken. Dat moet de komende jaren fors groeien. Een verdere aanscherping van het principebesluit kan ook noodzakelijk zijn bij ‘het onverhoopt niet uitkomen’ van verwachtingen ten aanzien van de groei en/of resultaatontwikkeling. 11. Oasen Geen bijzonderheden. 12. Regionale Ontwikkelmaatschappij ROM-D Onze oorspronkelijke kapitaalinbreng is € 201.000. Op 5 maart 2012 heeft onze gemeente aangegeven bereid te zijn om onder voorwaarden tot een financiële bijdrage te komen van maximaal € 1,21 miljoen. Dit bedrag is opgebouwd uit het gemeentelijk aandeel in de aankoop van de CV Noordoevers-Transformatiezone uit de ROM-D van € 121.212 en het vormen van een risicoreserve Noordoevers ter hoogte van € 1,1 miljoen op basis van netto contante waarde. Op 14 maart 2012 hebben alle Drechtstedengemeenten ingestemd met loskoppeling van Noordoevers van ROM-D. Daarbij is onderschreven dat Noordoevers-Transformatiezone een gezamenlijk project is, waarbij met elkaar solidariteit geldt ten aanzien van de financiële verantwoordelijkheid. De gemeenteraad heeft de bijdrage vanuit Papendrecht gemaximeerd op € 1,2 miljoen en aan de besluitvorming verbonden dat Papendrecht samen met Dordrecht het gezamenlijk opdrachtnemerschap vervult. Hierdoor kan Papendrecht mede zorg dragen voor een adequaat en
Programmabegroting 2013
74
toereikend businessplan Noordoevers-Transformatiezone. Daarbij ziet Papendrecht het project als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle zes de gemeenten. 13. Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer B.V. In de raadsvergadering van 8 december 2011 is akkoord gegaan met de samenwerkingsovereenkomst tussen Fokker en de gemeente Papendrecht. Op 22 december 2011 is de samenwerkingsentiteit Fabriek Slobbengors CV en de gemeentelijk besloten vennootschap Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer B.V. opgericht. Beide rechtspersonen leggen in 2013 voor het eerst bestuurlijk en financieel verantwoording af.
Programmabegroting 2013
75
Programmabegroting 2013
76
4. DE FINANCIËLE BEGROTING De Programmabegroting 2013-2017 is opgesteld conform het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Ook is rekening gehouden met de aandachtspunten zoals deze door de toezichthouder in de circulaire Financieel Toezicht Begroting 2013-2016 zijn vermeld. Om ook voor begrotingsjaar 2013 in aanmerking te komen voor Provinciaal repressief toezicht (toezicht achteraf) gelden de volgende criteria. De Begroting 2013 dient in evenwicht te zijn of, indien dit niet het geval is, moet aannemelijk worden gemaakt dat dit uiterlijk 2016 of uiteraard eerder wel het geval zal zijn. Van materieel evenwicht is sprake als op basis van het huidig beleid en vastgesteld nieuw beleid, structurele lasten worden gedekt door structurele baten en incidentele lasten worden gedekt door incidentele baten. Andere criteria betreffen het in evenwicht zijn van de Jaarrekening 2011 en het tijdig indienen van de jaarrekening en de begroting. Bij het opstellen van de Programmabegroting 2013 is een aantal financiële uitgangspunten gehanteerd. In de per 1 juni 2012 afgesloten CAO wordt uitgegaan van een structurele stijging van 2% van de salariskosten ten opzichte van het niveau van 2011. In het Centraal Economisch Plan 2012 wordt voor 2013 een inflatie van 1,75% geprognosticeerd. Het inflatiecijfer voor 2013 wordt in onze gemeente gebruikt voor het verhogen van de leges, rechten, dienstverlening en belastingen per 1 januari 2013. Voor de inflatiecorrectie op de budgetten voor inkopen en subsidieverstrekking wordt in lijn met voorgaande jaren ervoor gekozen de budgetten niet te corrigeren voor inflatie.
4.1 Toelichting op de belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de lopende begroting Voor de Begroting 2013-2017 wordt uitgegaan van de lopende meerjarenraming 2012-2016. De hierin opgenomen jaarschijven zijn aangepast bij de Perspectiefnota 2012 voor autonome mee- en tegenvallers en eventueel nieuw beleid. Ook zijn de voorstellen van de vastgestelde heroverwegingen financieel verwerkt. Door veranderende wet – en regelgeving, nieuwe ontwikkelingen of voortschrijdend inzicht op onderdelen tijdens het opstellen van de begroting kunnen (moeten) cijfers nog aangepast worden. Mochten zich geen verdere wijzigingen meer voor doen dan waarmee rekening is gehouden, dan is het nieuwe begrotingskader gereed. Het verloop van het begrotingssaldo is als volgt:
Begrotingsresultaat (-/- = nadelig)
2013
Uitkomsten meerjarenraming 2012-2016
156.000
2014
2015
2016
2017
439.000
477.000
599.000
599.000
-858.000
-1.037.000
-1.368.000
-110.000
-110.000
0
0
0
-812.000
-708.000
-891.000
-738.000
-703.000
Mutaties programmabegroting 2013
992.000
1.048.000
371.000
87.000
708.000
Uitkomsten begroting 2013-2017
180.000
340.000
-520.000
-651.000
5.000
Perspectiefnota 2012 Autonome mee- en tegenvallers Nieuw beleid Stand perspectiefnota 2012 (na bestemming)
-1.337.000 -1.302.000
Bovenstaande tabel laat niet in alle jaren een positief resultaat zien. In deze opstelling zijn de vastgestelde heroverwegingsvoorstellen verwerkt en is een inschatting gemaakt van de mogelijke financiële gevolgen van de in het Bestuursakkoord aangekondigde decentralisaties van
Programmabegroting 2013
77
overheidstaken op de volgende beleidsterreinen: Werken naar vermogen, begeleiding AWBZ, Jeugdzorg, Ruimte, natuur en economie en water. De afwijkingen in de uitkomsten van de ontwerpbegroting ten opzichte van de stand bij de Perspectiefnota 2012 zijn het gevolg van de volgende mutaties: Omschrijving ( -/- = nadelig)
2013
Stand Perspectiefnota 2012 Heroverweging maatschappelijke huisvesting Centrum jeugd en gezin Verbonden partijen (inwonerbijdrage) Regionalisering brandweer GR Publieke Gezondheid & Jeugd ZHZ Kosten afvalstoffen/rioolheffing Leges omgevingsvergunning Bijdrage uit grondverkopen Dividend BNG Dividend Eneco Heroverweging kinderboerderij Rente tijdens bouw sportcentrum Plankosten maatschappelijke huisvesting Inflatie OZB Evaluatie Heroverweging Hondenbelasting Algemene uitkering Algemene uitkering, herijking Rijk & decentralisaties Renteresultaat Kapitaallasten Doorbelasting riool/afval/grex/kostenplaats/diversen Evenementen, uitwerking PPN 2012 Taakstelling bedrijfsvoering Begroting voor resultaatbestemming
-812.000 0 100.000 -26.000 -100.000 0 28.000 60.000 -110.000 -10.000 -100.000 -100.000
Resultaatbestemmingen, overige Egalisatiereserve afvalstoffen/rioolheffing Reserve stedelijke vernieuwing Egalisatiereserve leges omgevingsvergunning Begroting na resultaatbestemming
2014
2015
2016
2017
-708.000 -50.000 100.000 -26.000 -100.000 0 98.000 120.000 -107.000 -10.000 0 0
-891.000 -114.000 100.000 -26.000 -95.000 0 112.000 20.000 92.000 -10.000 0 0
-738.000 -67.000 100.000 -26.000 30.000 60.000 139.000 -100.000 256.000 -10.000 0 0
-703.000 -67.000 100.000 -26.000 30.000 60.000 201.000 -100.000 0 -10.000 0 0
100.000 -50.000 89.000 -11.000 1.028.000 0
0 0 89.000 -11.000 1.304.000 -371.000
0 0 89.000 -11.000 1.271.000 -743.000
0 0 89.000 -11.000 1.315.000 -1.114.000
0 0 89.000 -11.000 1.953.000 -1.485.000
53.000 -1.027.000 -58.000
195.000 115.000 -234.000
364.000 -241.000 -380.000
218.000 -256.000 -496.000
408.000 -143.000 -583.000
75.000 0 -871.000
75.000 0 479.000
75.000 110.000 -278.000
75.000 200.000 -336.000
75.000 290.000 78.000
1.029.000 -28.000 110.000 -60.000
-28.000 -98.000 107.000 -120.000
-18.000 -112.000 -92.000 -20.000
-20.000 -139.000 -256.000 100.000
28.000 -201.000 0 100.000
180.000
340.000
-520.000
-651.000
5.000
Heroverweging Maatschappelijke huisvesting In de begroting is rekening gehouden met een taakstelling op de gemeentelijke bijdrage in de maatschappelijke huisvesting. In de Perspectiefnota 2012 zijn de huuropbrengsten, mede door een hogere bezetting en het hanteren van meer kostendekkende huurtarieven voordelig bijgesteld. Een verrekening met de eerder genoemde heroverweging is in de tabel opgenomen. Centrum Jeugd en Gezin De financieringssystematiek is gewijzigd. Daarbij valt jaarlijks € 100.000 vrij. Verbonden partijen (inwonerbijdrage) Bijstelling inwonerbijdrage voor ZHZ voor onderdelen GGD, REO en Jeugd op basis van begroting 2013.
Programmabegroting 2013
78
Regionalisering brandweer Een inschatting van de maximaal achterblijvende kosten en opbrengsten bij de regionalisering brandweer leidt de eerste drie jaren tot een nadeel van circa €100.000. Vanaf 2016 leidt het tot een voordeel van € 30.000. Op basis van bestuurlijke uitspraken aan de kant van de GR ZHZ is de verwachting dat we vanaf 2016 daadwerkelijk een voordeel kunnen realiseren. Gemeenschappelijke regeling Publieke Gezondheid & Jeugd ZHZ Vanaf 2016 wordt door de gemeenschappelijke regeling ingezet op verlaging van de inwoner bijdrage met € 1.000.000. Dit voordeel wordt behaald door uitplaatsing van de Jeugdgezondheidszorg, de verwachte financiële voordelige effecten van het saneringsplan van de GGD en de vrijval van ICTkosten van de Veiligheidsregio. Voor onze gemeente vanaf 2016 een voordeel van € 60.000. Kosten afvalinzameling en riolering De raming van de kosten en opbrengsten met betrekking tot de afvalstoffenheffing en het rioolrecht zijn geactualiseerd. In lijn met het gemeentelijk beleid wordt een eventueel voor- of nadelig saldo verrekend met de egalisatiereserve. Leges omgevingsvergunning De opbrengst is in hoge mate afhankelijk van de opbrengst van vergunningen voor grotere projecten, afwijkingen van de oorspronkelijke planning leiden tot bijstelling van de meerjarenraming (zie ook toelichting egalisatiereserve leges omgevingsvergunning). Bijdrage uit grondverkopen Van de gerealiseerde grondverkopen wordt 5% toegevoegd aan de Reserve stedelijke vernieuwing. Dividend BNG en Eneco Op basis van de jaarstukken 2011 en halfjaar cijfers van Eneco is bijstelling van het geraamde dividend noodzakelijk. Een incidenteel nadeel van € 100.000 in 2013 en een structureel nadeel van € 10.000 vanaf 2013 voor BNG. Heroverweging Kinderboerderij De taakstelling wordt een jaar later gerealiseerd, het betreft een incidenteel nadeel van € 100.000. Rente tijdens bouw sportcentrum Op basis van de laatste fasering van de bouw van het sportcentrum is de geraamde rente aangepast. Het betreft een incidenteel voordeel van € 100.000. Plankosten onderzoek maatschappelijke huisvesting In 2013 wordt het onderzoek naar maatschappelijke huisvesting verder opgepakt. De daarbij behorende kosten worden geraamd op € 50.000. Inflatie OZB Bij de Perspectiefnota 2012 is herbevestigd dat de tarieven stijgen met het inflatiepercentage. De afgesproken inflatiebijstelling van het OZB-tarief van 1,75% was (nog) niet verwerkt in de perspectiefnota, hetgeen een voordeel betekent van € 89.000. Evaluatie Heroverweging hondenbelasting In de Perspectiefnota 2012 is aangegeven dat deze heroverweging zeer waarschijnlijk niet realiseerbaar is. Na de controle zijn geen extra honden geregistreerd. Dit betekent een structureel nadeel van € 11.000. Algemene Uitkering In de Programmabegroting 2012 anticipeerden we op een forse daling van de algemene uitkering. Ook het Catshuis-overleg, vertaald in de Perspectiefnota 2012 liet een negatief beeld op de algemene uitkering zien. We weten op het moment van samenstellen van deze MJB niet wat een nieuw kabinet, in welke samenstelling dan ook doet, maar waarschijnlijk zullen nieuwe bezuinigingen worden doorgevoerd, ook richting de gemeenten. Op welke wijze en hoeveel dat is weten we op dit moment niet. Elke aanname is discutabel.
Programmabegroting 2013
79
Vanuit onze eerdere behoedzaamheid en realisme kiezen we ervoor om op dit moment de zekerheden van de autonome ontwikkeling van het gemeentefonds te combineren met een mogelijk financieel gevolg van de herijking van het gemeentefonds in 2014. De autonome ontwikkeling van de uitkering op basis van de Meicirculaire 2012 laat een gunstiger beeld zien dan vooraf ingeschat. De gevolgen voor de gemeente Papendrecht tengevolge van herijking gemeentefonds en decentralisaties (maximaal € 15 per inwoner) hebben wij berekend op basis van 75% nadeelgemeente. Renteresultaat/ kapitaallasten Deze posten kunnen, gezien hun onderlinge relatie, het best tegelijk worden toegelicht. Mutaties in het investeringsprogramma als gevolg van uitstel of fasering leiden niet alleen tot verschuivingen in de kosten van rente en afschrijving (kapitaallasten), maar ook in financieringsbehoeften. De verschuivingen zijn met name ontstaan door fasering van de investeringen voor huisvesting onderwijs in afwachting op het geactualiseerde Integraal huisvestingsplan Onderwijs. Doorbelasting riool/afvalrechten/grondexploitaties/kostenplaats/diversen De kosten van ondermeer het gemeentehuis, de gemeentewerf, het personeel en het SCD worden verantwoord onder de kostenplaatsen. De doorbelasting van de kostenplaatsen (van de gemeente is gebaseerd op de tijdsbesteding van de medewerkers. Jaarlijks wordt de raming van deze doorbelasting, mede op basis van de tijdsbesteding van voorgaande jaren en afdelingsplannen bijgesteld. Het deel wat ten laste komt van de grondexploitatie, riool- en afvalstoffen heeft geen effect op het begrotingsresultaat, omdat deze worden afgedekt door grondverkopen danwel door belastingopbrengsten. De tijdsbesteding op de grondexploitaties loopt door verwachte afronding van projecten in latere jaren van de begrotingscyclus verder terug: een structureel nadeel voor de algemene dienst. Hier staat tegenover dat vanaf 2013 uren worden doorbelast aan voorzieningen. Hier uit zich de overgang van een groei- naar beheersgemeente. Evenementen Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2012 is toegezegd duidelijk te maken dat het totaliseren van de € 75.000 voor evenementen budgettair neutraal is. We melden op uw verzoek het getotaliseerde budget als aparte regel, zodat zichtbaar is dat diverse activiteiten en uren budgetten (voor beveiliging, schoonmaak etc.) zijn afgeraamd als tegenhanger van de post evenementen. De verschoven budgetten zijn daarmee expliciet om te voorkomen dat ze worden geclusterd binnen de post diversen/kostenplaatsverschillen. Taakstelling bedrijfsvoering De raming van de personeelskosten is, rekening houdend met de autonome onvermijdelijke personele ontwikkeling als gevolg van de rechtspositie en regionale afspraken, zoals autonome loonstijgingen, stijgingen in periodieken, cafetariamodel en dergelijke bijgesteld. Daarnaast zijn de taakstellingen verbonden aan de heroverwegingen op personeel en autonome ontwikkelingen verwerkt binnen het formatiebudget. In de periode van 2012 tot en met 2016 wordt daarmee een taakstelling gerealiseerd op de organisatie van om en nabij 10%. In de begrotingsdiscussie is aanvullend een taakstelling neergelegd bij de organisatie, waarbij het college zich realiseert dat een dergelijke omvangrijke operatie bezien moet worden op uitvoeringsconsequenties. Resultaatbestemmingen, overige De onttrekking uit de reserve in 2013 heeft betrekking op het afboeken van de boekwaarde van de Oranje Nassauschool en de scholen aan de Moerbeihof. Egalisatiereserve riool- en afvalstoffenheffing Deze reserve dient om grote tariefsmutaties op te vangen. De kosten (gemeentelijk rioleringsplan (GRP)) respectievelijk de inzamelingskosten) worden verrekend met de opbrengsten. Het saldo wordt vervolgens onttrokken of gestort in deze reserve. Reserve stedelijke vernieuwing Deze reserve wordt mede gevoed door bijdragen uit de grondexploitatie. Te weten 5% van de grondverkopen.
Programmabegroting 2013
80
Egalisatiereserve leges omgevingsvergunning We stellen voor de extra inkomsten uit de leges omgevingsvergunning ten opzichte van de meerjarenbegroting 2012 - 2016 te storten in een nieuw te vormen egalisatiereserve omgevingsvergunning om zowel de fluctuaties te temperen als de tekorten in de komende jaren op te vangen. Als we de extra inkomsten voor 2012 meenemen zorgt dat voor een budgettair neutraal resultaat de komende periode.
Programmabegroting 2013
81
Programmabegroting 2013
82
4.2 Resultaatbepaling en resultaatbestemming Het Besluit begroting en verantwoording (BBV) verplicht de gemeenten een onderscheid te maken in resultaatbepaling en resultaatbestemming. Op deze manier wordt inzichtelijk hoe het resultaat is opgebouwd om vervolgens een voorstel te doen dit te bestemmen. Op deze wijze worden onttrekkingen en stortingen uit reserves duidelijk zichtbaar wat een beter inzicht geeft in het eigenlijke resultaat. Meerjarig overzicht baten en lasten Realisatie Omschrijving
2011
2013
2014
2015
2016
2017
(-/- = nadelig) Programma Samenleving Baten
12.765.000
10.457.000
10.598.000
10.452.000
10.304.000
10.304.000
Lasten
29.649.000
31.242.000
28.193.000
28.358.000
27.979.000
27.919.000
Saldo
-16.884.000
-20.785.000
-17.595.000
-17.906.000
-17.675.000
-17.615.000
Baten
27.978.000
40.377.000
40.501.000
22.028.000
20.503.000
13.214.000
Lasten
39.376.000
48.957.000
48.437.000
29.899.000
28.639.000
21.556.000
Saldo
-11.398.000
-8.580.000
-7.936.000
-7.871.000
-8.136.000
-8.342.000
Programma Ruimte
Programma Bestuur en regio Baten
842.000
684.000
724.000
684.000
684.000
684.000
Lasten
8.582.000
7.502.000
7.269.000
7.047.000
6.983.000
6.951.000
Saldo
-7.740.000
-6.818.000
-6.545.000
-6.363.000
-6.299.000
-6.267.000
-36.022.000
-36.183.000
-32.076.000
-32.140.000
-32.110.000
-32.224.000
4.798.000
4.966.000
4.966.000
4.966.000
4.966.000
4.966.000
29.124.000
28.544.000
28.196.000
26.940.000
26.979.000
27.246.000
672.000
752.000
553.000
554.000
556.000
557.000
1.635.000
1.934.000
2.227.000
2.397.000
2.239.000
2.429.000
Totaal saldo programma's Algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen Algemene uitkering Dividend Saldo financieringsfunctie Bijzondere personeelslasten
-379.000
-205.000
-205.000
-205.000
-205.000
-205.000
Kostenplaatsen
-676.000
-1.842.000
-1.963.000
-1.746.000
-1.806.000
-1.739.000
91.000
-629.000
-423.000
-315.000
-551.000
-548.000
0
-100.000
-100.000
-100.000
-100.000
-100.000
35.264.000
33.420.000
33.251.000
32.491.000
32.078.000
32.606.000
-758.000
-2.763.000
1.175.000
351.000
-32.000
382.000
624.000
Diversen Post onvoorzien Saldo dekkingsmiddelen Resultaat voor bestemming Resultaatbestemming Lasten
2.486.000
973.000
1.151.000
1.135.000
928.000
Baten
3.639.000
3.916.000
316.000
264.000
309.000
247.000
Totaal resultaatbestemming
1.153.000
2.943.000
-835.000
-871.000
-619.000
-377.000
395.000
180.000
340.000
520.000-
651.000-
5.000
Resultaat na bestemming
Onder de post Resultaatbestemming zijn posten opgenomen die volgens planning met een reserve worden verrekend. Hieronder vallen bijvoorbeeld de saldi van rioolrechten en afvalstoffenheffing die
Programmabegroting 2013
83
met een tariefsegalisatiereserve worden verrekend. Dit om de tarieven een gelijkmatig karakter te geven. Het besluit tot inzet van de reserves berust bij de gemeenteraad. De resultaatbestemming is dan ook een voorstel tot bestemming. Het voorstel tot resultaatbestemming 2013-2017 is als volgt: Resultaatbestemming Programma Samenleving Afboeking boekwaarde Oranje Nassauschool Afboeking boekwaarde Moerbeihof Bijdrage fasering Integraal Huisvestingsplan Bijdrage in kosten Sportcentrum
2013
2014
2015
2016
2017
384.000 677.000 300.000 2.300.000
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Programma Ruimte Bijdrage in kosten beeldbepalende panden Stortingen grondexploitatie Bijdrage in de kosten afvalstoffenheffing Bijdrage in de kosten riolering Storting risico opslag Erfpachtsgronden
25.000 -244.000 83.000 147.000 -415.000
25.000 -388.000 69.000 222.000 -415.000
25.000 -463.000 66.000 173.000 -415.000
25.000 -256.000 66.000 118.000 -415.000
25.000 0 66.000 56.000 -350.000
Algemene dekkingsmiddelen Risicoreserve deelnemingen Matching legesopbrengsten Inflatiecorrectie diverse reserves
-34.000 -60.000 -220.000
-34.000 -130.000 -184.000
-34.000 -20.000 -203.000
-34.000 100.000 -223.000
-34.000 100.000 -240.000
2.943.000
-835.000
-871.000
-619.000
-377.000
Totaal (per saldo)
Programmabegroting 2013
84
4.3 Financiële positie De raming 2013 sluit met een voordelig begrotingssaldo van € 180.000. In het jaar 2014 is ook sprake van een positief saldo. De verwachte overschotten uit de jaren 2013 en 2014 zijn voldoende om het verwachte tekort in 2015 te dekken, waardoor meerjarig sprake is van een sluitende begroting. In tegenstelling tot voorgaande jaren is, in verband met de economische crisis, bij de Perspectiefnota 2012 geen nieuw beleid opgenomen. Voor het jaar 2013 is uitgegaan van staand beleid met op sommige terreinen wat beleidsintensivering. In kader geldt de regel “nieuw voor oud”. Dus alleen nieuwe zaken als daarvoor iets anders kan vervallen. De gemeentelijke administratie bestaat uit drie programma’s en algemene dekkingsmiddelen. Dit betreft geen echt programma maar vervult een financieringsfunctie. Hieronder staan alle inkomsten van de gemeente verantwoord w.o. belastingen, algemene uitkering en financieringsresultaat. Met deze middelen worden de kosten uit de programma’s gedekt. Een gespecificeerd overzicht van de algemene dekkingsmiddelen is opgenomen in de tabel Meerjarig overzicht baten en lasten, te vinden in paragraaf 4.2. Incidentele baten en lasten Door de provincie worden strenge eisen gesteld als het gaat om materieel evenwicht. Dit evenwicht wordt bepaald door de incidentele baten en lasten uit de meerjarige resultaten te elimineren. De strekking is dat structurele lasten gedekt moeten worden door structurele baten en niet mogen worden beïnvloed door incidentele zaken. In artikel 19 van het Besluit verantwoording en verantwoording (BBV) is opgenomen dat de gemeente in haar stukken een overzicht van deze incidentele posten moet opnemen, voorzien van een toelichting. In de circulaire Financieel Toezicht begroting 2012-2015 is door de provincie heeft met betrekking tot de verwerking van incidentele baten en lasten weer verwezen naar de vorig jaar uitgebrachte circulaire. Incidentele Baten en Lasten (-/- = nadelig)
2013
2014
-646.000 -102.000 -2.000.000
0 -102.000 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Programma Ruimte Opbrengst grondverkopen (5%)
-110.000
-107.000
92.000
256.000
0
Algemene dekkingsmiddelen Dividend Eneco Ontwikkeling nieuw beleid
200.000 -300.000
0 0
0 0
0 0
0 0
646.000
0
0
0
0
2.000.000
0
0
0
0
Storting opbrengsten grondverkopen
110.000
107.000
-92.000
-256.000
0
Onttrekking ontwikkeling nieuw beleid
300.000
0
0
0
0
98.000
-102.000
0
0
0
Programma Samenleving Inhaalafschrijving onderwijs Huur kinderopvang Maatschappelijk deel sportcentrum
2015
2016
2017
Resultaatbestemming (mutaties reserve) Onttrekking inhaalafschrijving onderwijs Onttrekking maatschappelijk deel Sportcentrum
Totaal incidentele baten en lasten
Weerstandsvermogen Voor een overzicht van het gemeentelijk weerstandsvermogen wordt verwezen naar het onderdeel verplichte paragrafen. Hierin is een berekening gemaakt van het vermogen in relatie tot de risico’s.
Programmabegroting 2013
85
Stand en verloop van de reserves In onderstaand overzicht is in een gecomprimeerd overzicht opgenomen van het verloop van de diverse gemeentelijke reserves. Reserves bestaan uit algemene reserves, deze zijn vrij besteedbaar en bestemmingsreserves, gevormd voor een bepaald doel. Onder de bestemmingsreserves vallen ook de tariefsegalisatiereserves rioolrechten en afvalstoffenheffing. Zoals de naam aangeeft worden deze reserves gebruikt om grote tariefsveranderingen als gevolg van fluctuaties in de jaarlijkse kosten te voorkomen. Per jaar is een overzicht gemaakt van de geraamde kosten en opbrengsten. Eventuele saldi worden verrekend met de reserve. Verloop reserves
Saldo ultimo 2012
Algemene reserves
71.000
Saldo ultimo
Saldo ultimo
Saldo ultimo
Saldo ultimo
2013
2014
2015
2016
2017
4.341.000
4.406.000
Af
684.000
4.152.000
4.214.000
Bestemmingsreserves 12.886.000
900.000 3.232.000
10.554.000
11.329.000
12.137.000 12.693.000 13.005.000
17.651.000
971.000 3.916.000
14.706.000
15.543.000
16.414.000 17.034.000 17.411.000
Totaal reserves
4.765.000
Bij
Saldo ultimo
4.277.000
Stand en verloop van de voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor toekomstige verplichtingen. Voorzieningen worden dan ook beschouwd als vreemd vermogen. Dit in tegenstelling tot reserves die als eigen vermogen worden gekwalificeerd. De voorzieningen van de gemeente zijn te verdelen in latente voorzieningen en onderhanden werk. Onder de latente voorzieningen zijn alle onderhoudsvoorzieningen opgenomen. Te denken valt aan de gemeentelijke gebouwen voor sociaal cultureel werk, onderwijs sportvoorzieningen e.d. Ook is de personeelsvoorziening FPU hieronder opgenomen. Onderhoudsvoorzieningen worden opgesteld op basis van een 10-jarig onderhoudsplan. Vervolgens wordt een gemiddelde benodigde jaarlijkse storting berekend. De hoogte van de voorziening dient steeds toereikend te zijn en mag volgens het BBV niet negatief zijn. Jaarlijks dient nagecalculeerd te worden of enerzijds de werkzaamheden hebben plaats gevonden conform de planning en anderzijds of de storting toereikend is. Op deze manier ontstaat een dynamisch beheer waarbij planning van de onderhoudswerkzaamheden steeds wordt afgestemd met het financiële aspect. In 2011 zijn de gemeentelijke panden beoordeeld op staat van onderhoud en zijn nieuwe kostenoverzichten opgesteld. Waar nodig zijn de stortingen bijgesteld. Het verloop van de voorzieningen is als volgt: Verloop voorzieningen
Onderhoudsegalisatievoorzieningen Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's Totaal Voorzieningen
Saldo per
Saldo per
Saldo per
Saldo per
Saldo per
Saldo per
dec-12
dec-13
dec-14
dec-15
dec-16
dec-17
11.432.000
10.061.000
8.629.300
8.125.600
7.048.900
6.614.900
2.309.000
2.556.000
2.814.000
3.094.000
3.367.000
3.542.000
13.741.000
12.617.000
11.443.300
11.219.600
10.415.900
10.156.900
In voorgaande jaren werden ook de gevormde tekorten op grondexploitaties onder de voorzieningen verwerkt. Volgens de voorschriften worden deze voorzieningen nu rechtstreek op de post onderhanden werk gecorrigeerd.
Programmabegroting 2013
86
Een gedetailleerd overzicht per voorziening is op de afdeling Bestuur en Organisatie aanwezig.
Leningenportefeuille Ter financiering van de gemeentelijke uitgaven worden leningen afgesloten. Afhankelijk van de aard van de financiering en de mogelijkheden binnen de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) vallen deze uiteen in kortlopende leningen, looptijd korter dan één jaar, en langlopende geldleningen. In deze wet is voorgeschreven welk gedeelte met kort geld mag en welk gedeelte met lang geld moet worden gefinancierd. Dit is afhankelijk van de hoogte van de kasgeldlimiet, die wordt berekend op basis van een percentage van het begrotingstotaal. Gestreefd wordt naar een optimale combinatie van leningen die leidt tot de laagste rentekosten. Het aantrekken van de leningen wordt uitgevoerd door het Servicecentrum Drechtsteden. De totale leningenportefeuille per 1 januari 2013 bedraagt € 72.249.000. In onderstaand overzicht wordt het geraamde verloop van de leningen weergegeven. Leningenportefeuille
2013
2014
2015
2016
2017
Saldo begin boekjaar Nieuw aan te trekken leningen Aflossing
72.249.000 0 2.384.000
69.865.000 5.000.000 2.386.000
72.479.000 10.000.000 12.352.000
70.127.000 5.000.000 7.352.000
67.775.000 0 8.602.000
Saldo einde boekjaar
69.865.000
72.479.000
70.127.000
67.775.000
59.173.000
Investeringsprogramma 2013-2017 Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de geplande investeringen voor de komende jaren. In verband met de heroverwegingen zijn de investeringen niet alleen intensief bekeken op nut en noodzaak, maar ook op het tijdstip van vervanging. Het merendeel van de investeringen betreft vervangingsinvesteringen. Na beoordeling op bovenstaande zaken is in onderstaande, gecomprimeerde tabel per categorie investering weergegeven welke investeringen voor de komende jaren staan gepland. Prog. 4 2 1 1 2 1 2 div.
Investeringsprogramma Bedrijfsmiddelen Automatisering en software Huisvesting onderwijs Kinderdagverblijf Begraafplaats Sportcentrum Parkeergarage Vervangingsinvesteringen Totaal investeringen
2013 2014 725.000 0 70.000 0 2.090.000 7.781.000 500.000 1.200.000 100.000 0 10.300.000 1.651.000 1.250.000 0 825.000 296.000 15.860.000 10.928.000
2015 0 0 0 0 0 0 0 732.000 732.000
2016 0 0 0 0 0 0 0 170.000 170.000
2017 0 0 0 0 0 0 0 415.000 415.000
De meeste investeringen in het investeringsplan (IP) betreffen vervanging van reeds aanwezige activa. In het jaar na het verstrijken van de geplande levensduur wordt een nieuwe investering bezien. Bij vervanging wordt eerst gekeken naar nut en noodzaak van vervanging en de huidige staat van het actief. Als vervanging kan worden uitgesteld, wordt deze doorgeschoven. Het kan natuurlijk ook voorkomen dat een actief eerder vervangen moet worden dan gepland. Bij investeringen zal worden bezien of samenwerking met anderen mogelijk is en in welke producten zal worden geïnvesteerd. De waardering en afschrijving van vaste activa is conform artikel 212 Gemeentewet, opgenomen in de Financiële verordening gemeente Papendrecht. In bijlage 1 zijn de uitgangspunten voor nieuwe investeringen opgenomen.
Programmabegroting 2013
87
Programmabegroting 2013
88
5. ONTWERP-RAADSBESLUIT Datum en nummer 8 november 2012, nummer 079/2012
De raad van de gemeente Papendrecht; Gelezen het voorstel (079/2012) van het college van 16 oktober 2012, gelet op artikel 191 Gemeentewet,
besluit: 1. Begroting 2013 (inclusief de verplichte paragrafen, de financiële begroting en het investeringsprogramma 2013) vast te stellen. 2. Een egalisatiereserve leges omgevingsvergunning te vormen. 3. De Meerjarenbegroting 2014 – 2017 voor kennisgeving aan te nemen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 november 2012, de griffier,
de voorzitter,
A.P.M.A.F. Bergmans
C.J.M. de Bruin
Programmabegroting 2013
89
Programmabegroting 2013
90
Bijlagen A.
Verloop reserves
Verloop reserves
Saldo ultimo Af
Saldo ultimo
Saldo ultimo
Saldo ultimo
Saldo ultimo
Saldo ultimo
2013
2014
2015
2016
2017
2012
Bij
4.765.000
71.000
684.000
4.152.000
4.214.000
4.277.000
4.341.000
4.406.000
4.765.000
71.000
684.000
4.152.000
4.214.000
4.277.000
4.341.000
4.406.000
4.032.000
60.000 2.977.000
1.115.000
1.132.000
1.149.000
1.166.000
1.183.000
25.000
1.859.000
2.250.000
2.722.000
2.994.000
3.014.000
A. Algemene reserve Algemene reserve Resultaat vorig boekjaar Algemene reserves B. Bestemmingsreserves Reserve zonder naam Reserve stedelijke vernieuwing Risicoreserve grondexploitaties
1.616.000 268.000 3.518.000
-
-
3.518.000
3.518.000
3.518.000
3.518.000
3.518.000
Reserve raadsvisie Reserve tariefsegalisatie riool, afval en leges
530.000
8.000
-
538.000
546.000
554.000
562.000
570.000
1.103.000
60.000
230.000
934.000
773.000
554.000
270.000
48.000
Reserve frictie personeel
109.000
-
-
109.000
109.000
109.000
109.000
109.000
Reserve bedrijfsvoering Risicoreserve erfpachtsgronden Risicoreserve deelnemingen Risicoreserve Noordoevers transformatiezone
278.000
-
-
278.000
278.000
278.000
278.000
278.000
543.000 427.000
-
970.000
1.407.000
1.854.000
2.311.000
2.713.000
34.000
34.000
-
68.000
102.000
136.000
170.000
204.000
1.122.000
43.000
-
1.165.000
1.214.000
1.263.000
1.314.000
1.367.000
Bestemmingsreserves
12.886.000 900.000 3.232.000 10.554.000 11.329.000 12.137.000 12.693.000 13.005.000
Totaal reserves
17.651.000 971.000 3.916.000 14.706.000 15.543.000 16.414.000 17.034.000 17.411.000
Programmabegroting 2013
91
B.
Stand van zaken uitvoering heroverwegingen
HEROVERWEGINGEN
Subsidies
Gerealiseerd
Integraal huisvestingsplan (IHP)
Aan het IHP wordt gewerkt. Ambtelijk zullen voorstellen worden gedaan om de bezuiniging van € 200.000 per 2014 en € 400.000 vanaf 2015 te realiseren. Door de impasse met het onderwijsveld is de planning vertraagd. Hierover vindt bestuurlijk overleg plaats in september 2012. Het college heeft besloten dat er een integraal IHP in december moet liggen. Na het bestuurlijk overleg zal dit met voorrang worden opgepakt, zodat een IHP, inclusief gerealiseerde heroverweging, kan worden voorgelegd. Door het uitstellen van reeds geraamde investeringen wordt op dit moment reeds een voordeel gerealiseerd vanwege lagere kapitaallasten.
Sociale voorzieningen
Gerealiseerd
GR Logopedische dienst
Het besluit tot opheffing van of uittreden uit de GR Logopedische Dienst Kring Sliedrecht is in uitvoering. De uittreding kan plaatsvinden per 2016. aan de uittreding zijn mogelijk eenmalige frictiekosten verbonden. Aangezien de uittreding onduidelijkheid tot gevolg heeft voor wat betreft de toekomst van de GR, vindt nog overleg en onderzoek plaats binnen de GR met als doel om de uittredingsvoorwaarden te verbeteren en de kosten mogelijk te verminderen. De heroverweging wordt met ingang van 2016 gehaald, maar mogelijk dat de voorwaarden waaronder en de ingangsdatum (eerder) nog verbeterd kunnen worden (in het geval van opheffing van de regeling).
Exploitatie sportcentrum
Gerealiseerd
Accommodatiebeleid
De heroverweging accommodatiebeleid maakt onderdeel uit van het traject Maatschappelijke Huisvesting (een bezuiniging van € 50.000 in 2014 en € 100.000 in de jaren daarna). Daarnaast zijn de bezettingsgraden van de panden reeds verhoogd en zijn waar mogelijk kostendekkende tarieven gevraagd. Met de afgesloten huurovereenkomsten zijn meer inkomsten gegenereerd van € 148.000 (2013), € 125.000 (2014), € 114.000 (2015) en € 67.000 structureel (2016 e.v.). Hiermee is al een belangrijke bijdrage geleverd. De verwachting is dat met het traject Maatschappelijke Huisvesting het structureel aanvullende bedrag gevonden kan worden (€ 33.000).
Kostendekkende verhuur overdekte sportvoorzieningen Zwembadtarieven
Gerealiseerd Gerealiseerd
Exploitatie Theater / prijsbeleid
Een uitvoeringsplan is gereed. Dat bestaat enerzijds uit verhoging van de inkomsten en anderzijds uit het verlagen van de uitgaven. De eerste helft van volgend jaar dient te worden bezien of de aanpak leidt tot de structurele besparing zoals ingezet.
Organisatiekosten adviesraden
Een bezuiniging van € 22.000 dient met ingang van 2014 gerealiseerd te worden. Het bedrag in de begroting voor de adviesraden is lager dan de bezuiniging van € 22.000. Onderzocht wordt op welke wijze de bezuiniging is te realiseren. Tevens wordt hierbij de rol van de adviesraden meegenomen. Dit jaar zal conform de planning een voorstel aan het college ter besluitvorming worden voorgelegd.
Maatschappelijke stages
Gerealiseerd
Kunstuitleen
Er zijn diverse initiatieven onderzocht. Op dit moment lijkt een plaatselijk initiatief (cultuurinitiatief Papendrecht) om de kunstuitleen te verzelfstandigen het meest kansrijk. Dit initiatief dient echter in een bredere context te worden geplaatst.
Programmabegroting 2013
92
Schoolzwemmen
Gerealiseerd
Interval
Gerealiseerd
Centrum voor Jeugd en Gezin
Gerealiseerd
Jongerenwebsite Drechtsteden Cilio Subsidieverordening (lastenverlichting)
Gerealiseerd
Kinderboerderij
Een voorstel is in de commissie Samenleving besproken. Daarin wordt een duidelijke richting aangegeven. Die richting is te streven naar een andere opzet door een stichting in het leven te roepen. Bij de plannen wordt ook bekeken in hoeverre het terrein en de bebouwing aanpassing behoeven. Gerekend wordt met een globale exploitatieopzet van € 171.000.
Wegen
Gerealiseerd
Extensief groenonderhoud
Gerealiseerd
Aanbesteding civieltechnische werken Fietsenstalling
Gerealiseerd Gerealiseerd
Geluidsscherm A15
Gerealiseerd
Reclamebeleid lichtmasten
Een uitvoeringsvoorstel is in voorbereiding, invoering in 2013
Wegen: inkomsten ingravingen
Gerealiseerd
Verkeersborden verminderen
Gerealiseerd
Verkeerregelinstallaties: onderhoudscontracten Externe kosten ruimtelijke ontwikkelingen
Gerealiseerd
Omgevingsdienst ZHZ
Gerealiseerd
Activiteitenprogramma wijken
Gerealiseerd
Kosten openbare verlichting
Gerealiseerd
Verbonden partijen
Gerealiseerd
Reservering Drechtsteden
Gerealiseerd
Taakmutatie politieke ambtsdragers
Bezuiniging is ingeboekt (dit betreft het totaal van college, raad en ondersteuning)
Boa activiteiten
Gerealiseerd
Onderzoeken Rekenkamer
Gerealiseerd
Onderzoeken 213a college
Gerealiseerd
Cameratoezicht
Gerealiseerd
Inhuur externen beperken
Gerealiseerd
Legesinkomsten publiekszaken
Gerealiseerd
Commissie bezwaarschriften
Gerealiseerd
Programmabegroting 2013
Invulling van de heroverweging lastenverlichting subsidieverordening (vanaf 2015) is onderdeel van het subsidieprogramma 2014 en wordt daarmee gerealiseerd.
Realisatie afhankelijk van ontwikkelingen. Vooralsnog mogelijkheden verkennen voor realisatie van extra inkomsten
93
Gemeentenieuws goedkoper
Gerealiseerd
Digitale gemeentegids
Gerealiseerd
Inkomsten strafbeschikkingen Boa's Deregulering vergunningen
Uitvoeringsplan in voorbereiding
Risicoinventarisatie ZHZ / Veiligheidsocieteit
Gerealiseerd
Communicatiebudget
Gerealiseerd
Inflatiecorrectie niet doorvoeren
Gerealiseerd
Reserves in stand houden/ aanvullen Werkkapitaal terugdringen
Gerealiseerd
In 2014 zal een plan worden voorgelegd met realisatiemogelijkheden
Gerealiseerd
Informatisering en automatisering Gerealiseerd stelpost BTW in afvalstoffen- en Gerealiseerd rioolheffing Ambtelijk apparaat: doorlichting Taakstellingen zijn tot en met 2016 gerealiseerd door inleveren van formatieruimte en personele maatregelen Controle hondenbelasting aanhalen
Bezuiniging wordt niet gerealiseerd (gemeld via de eerste bestuursrapportage)
Groot onderhoud gemeentehuis
Te realiseren via aparte besluitvorming
Werving en selectie
Gerealiseerd
Programmabegroting 2013
94
C.
Stand van Zaken actiepunten collegeprogramma
Stand van zaken actiepunten collegeprogramma Uitwerking overige prestatievelden, zoals de samenhang wijk en buurt, compensatieplicht en vrijwilligers- en mantelzorgbeleid
Het Wmo beleidsplan (2012-2015) is in de raadsvergadering van juni 2012 vastgesteld. Verdere uitwerking van het beleidsplan in een uitvoeringsprogramma wmo vindt plaats
Wmo beleidsplan (2012-2015)
Gerealiseerd
Toename verantwoordelijkheid reintegratie
Vooral sturen op inzet van partners in de regio
Voorlichting over regelingen en mogelijkheden die beschikbaar zijn voor sociaal zwakkeren in de samenleving
Is meegenomen in uitvoeringsprogramma Wmo
Nota vrijwilligerswerk
Gerealiseerd (raadsbesluit 27 oktober 2011)
Inzetten op bedrijfsmatige aansturing Drechtwerk
Onderwerp vereist permanente aandacht
Actief beleid te voeren ten aanzien van het bieden van mogelijkheden aan ondernemers om hun bedrijfsactiviteiten uit te voeren
Onderdeel van speerpunten nieuw beleid. Nota is ter besluitvorming aangeboden voor de raad van september 2012
Verder revitaliseren en herstructureren van bedrijventerreinen
Visie bedrijventerrein Oosteind is speerpunt binnen dit kader en zo goed als afgerond. Uitvoering in 2012/2013
Beter benutten openingstijden winkels Geen nadere actie, huidige beleid is toereikend Activeren vrijwilligers Onderwijsbeleid met goede aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven / kadernota onderwijs IHP Aandacht voor jongeren in jongerenbeleid
Zie nota vrijwilligersbeleid, vastgesteld in de gemeenteraad van 27 oktober 2011 Veel initiatieven ontplooid voor aansluiting tussen onderwijs en vraag bedrijfsleven. De bedrijfsschool Fokker is hier een mooi voorbeeld van. Kadernota onderwijs is in 2012 vastgesteld Wordt in 2012/2013 ter besluitvorming aan de gemeenteraad aangeboden Onderdeel van jeugdbeleid
Stimuleren maatschappelijke participatie jongeren
Onderdeel van jeugdbeleid
In stand houden Interval als voorziening
Wordt opgepakt als onderdeel van het project maatschappelijke huisvesting
Activeren jeugd
Onderdeel van jeugdbeleid
Uitwerken jeugdbeleid
Onderdeel van jeugdbeleid
Realiseren CJG
Gerealiseerd
Aandacht voor specifieke vragen ouderen
Onderdeel van Wmo beleid
Herijking ouderennota
Gekozen is voor integratie van ouderenbeleid in Wmo beleid
Programmabegroting 2013
95
Preventiebeleid volksgezondheid
Uitwerking via lokaal gezondheidsbeleid. Besluitvorming 2012
Realisatie nieuwe sportcentrum
Realisatie in 2014, bouw gestart
Uitvoering Sport op koers
Jaarlijkse aanpassing van uitvoeringsprogramma
Gemeentelijke cultuurnota
Cultuurnota is vastgesteld voor de jaren 2012 - 2014
Inrichten groen-blauwe zone
Startnotitie is vastgesteld, uitvoering volgt in 2012 / 2013
Ontwikkelen en uitbouwen recreatiezone Slobbengors
IOP Slobbengors in voorbereiding
Meer verbinden gemeente en ondernemers
In het veld onderwijs en arbeidsmarkt heeft de verbinding nadrukkelijk aandacht gekregen. Ook in de contacten met ondernemers op de bedrijventerreinen is door accountmanagement en RO veel energie gestoken. Voor het onderdeel economie dient een nadere impuls in 2012 / 2013 te worden gegeven via nieuw beleid
Creëren van comfortabele leefomgeving
Permanente aandacht, verdere impuls door vernieuwde visie op wijkgericht werken
Accommodatiebeleid
Alle gemeentelijke accommodaties zijn in beeld gebracht. Zowel vanuit vastgoedoptiek als de optiek van maatschappelijke huisvesting vindt nadere uitwerking plaats
Onderzoek doen naar multifunctionele Onderdeel van onderzoek maatschappelijke huisvesting jeugdaccommodatie Gemeentewerf voor de gemeente behouden
Geen actueel thema in deze collegeperiode
Uitwerken woonvisie
Gerealiseerd
Centrumontwikkeling
Diverse activiteiten. De drie speerpunten in uitvoering: busstrook Van der kevie markt In uitvoering
Uitwerken onderdelen structuurvisie zoals dijklint, welstandsbeleid en monumentenbeleid Onderzoek binnenstedelijke herontwikkeling
Verkennende onderzoeken in planning opgenomen, geen directe prioriteit
Toepassen duurzame oplossingen in openbare gebouwen
Aandacht via beleid duurzaamheid, onlangs bij sportcentrum maatregelen via gemeenteraad besloten. Ook op andere terreinen zijn maatregelen genomen voor duurzame toepassingen (denk aan energiebesparende maatregelen en zonnepanelen)
Regionaal klimaatbeleid, duurzaamheid en energiebesparende maatregelen
Regionaal beleid, lokale doorvertaling in planning
Doorontwikkeling recreatieve functie ten noorden van de A15 als onderdeel van de Merwedezone binnen budgettaire kaders
Onder andere aansluiting gezocht bij visie op Groen-blauw netwerk
Verkeerscirculatieplan
Wordt deze collegeperiode opgepakt. Heet nu bereikbaarheidsplan
Programmabegroting 2013
96
Parkeerbeleid
In planning voor eind 2012
Voorzieningen waterbus in stand houden en zo mogelijk uitbreiden
staand beleid
Onderzoeken naar mogelijkheden Duurzaam Veilig Verkeersplein
Kluifrotonde is gerealiseerd
Wijkgericht uitvoeringsprogramma
Ieder jaar is er een activiteitenprogramma. De visie op wijkgericht werken wordt uitgewerkt.
Optreden Boa's in openbare ruimte
Aantal Boa's vanaf start collegeperiode uitgebreid naar 6 (deels extern werkend)
Verbetering dienstverlening
Via visie op dienstverlening permanente aandacht. Nu de stap naar het uitvoeringsprogramma in 2012 en 2013
Lokale overheid moet meer communicatief worden
Diverse acties waarbij getracht is burgers te betrekken (actief en passief)
Uitwerken interactieve beleidsvorming Projectgroep in 2012 gestart, plan wordt voorgelegd Verminderen administratieve regeldruk
Deels via aanpassing subsidieverordening en -regels gerealiseerd. Verder krijgt dit onderwerp voortdurend aandacht. Bijvoorbeeld bij welstandsbeleid e.d.
Verbetering sturing op verbonden partijen
Permanent onderwerp van gesprek en initiatieven. Visie op intergemeentelijke samenwerking vastgesteld
Samenwerking in regio vanuit efficiency
Zie visie op intergemeentelijke samenwerking
Aandacht voor noordelijke Drechtsteden
Zie visie op intergemeentelijke samenwerking
Inzichtelijk maken directe en indirecte subsidies
Vooral via heroverwegingen en inventarisatie accommodaties meer zicht op subsidies verkregen
Kaderstelling voor investeringen en uitvoeringsprogramma's
Via heroverwegingen voldoende aandacht
Onderzoek naar afstoten gemeentelijke eigendommen en activa
Vooral via heroverwegingen en inventarisatie accommodaties meer zicht op subsidies verkregen. Winstgevende mogelijkheden voor afstoting zijn minder uitbundig dan gedacht
OZB alleen verhogen met inflatiecorrectie
In alle begrotingsjaren tot nu toe alleen inflatiecorrectie toegepast (behoudens reparatiemaatregelen)
Bouwleges en overige leges kostendekkend maken
Voor het grootste deel gerealiseerd
Behoedzaam en actief grondbeleid
Gerealiseerd, zie nota grondbeleid in 2012
Inhuur externen beperken
Gerealiseerd
Onderzoek naar taken en activiteiten verbonden partijen
Permanente aandacht en initiatieven
Taakstelling opleggen aan verbonden partijen
Gerealiseerd
Budgetten groen en wegen zoveel mogelijk ontzien
Budgetten zijn bij heroverwegingen zoveel mogelijk ontzien
Programmabegroting 2013
97