RAPPORT Eindevaluatie Selflearn Evaluatieperiode 2010/2011/2012
J. Verbeek 12 november 2012
Inhoudsopgave
1. Voorwoord
4
2. Het voorstel
5
2.1. Aanleiding Selflearn
5
2.2. Beschrijving van het projectvoorstel
5
3. Probleemanalyse
7
3.1. Systeemfalen
7
3.2. Opschaling
9
4. Projectplanning
11
5. Projectuitvoering
13
5.1. Inrichting en voorbereiding
13
5.2. Ontwikkeling van de webomgeving
14
5.3. Ontwikkeling van het lesmateriaal
16
5.4. Marketing en Communicatie
21
6. Projectresultaten
27
6.1. Webomgeving
27
6.2. Gebruik
29
6.3. Dienstverlening
31
6.4. Partners
31
6.5. Marketing en communicatie
32
6.6. Organisatie
33
6.7. Leermodules
34
7. Evaluatie
35
7.1. Kwaliteitsbewaking
35
7.2. Toetsing resultaten
35
8. Business case 8.1. Stakeholders analyse
38 38
pagina 2 / 42
8.2. Kosten-baten analyse
38
8.3. Risico analyse
39
8.4. Financiële onderbouwing
40
9. Toekomst SELFLEARN
42
pagina 3 / 42
1.
Voorwoord
Een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking en een onderwijsinstelling in het speciaal onderwijs hebben samen met de eigenaar van een webomgeving voor mensen met een verstandelijke beperking een uniek projectresultaat gerealiseerd. TARA is een online leeromgeving waar jongeren en volwassenen met een verstandelijke beperking competenties en vaardigheden kunnen leren waarmee zij hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie in onze maatschappij kunnen vergroten. Hiermee worden zij toegerust om succesvol te kunnen gaan wonen in (semi-) zelfstandige woonvormen. Tevens wordt de basis gerealiseerd om op termijn e-coaching van cliënten mogelijk te maken. De realisatie van dit project is mede mogelijk gemaakt door bijdragen uit het Actieprogramma Maatschappelijke Sectoren & ICT. Het project is gestart in februari 2010 en afgerond op 1 september 2012. Niet alleen wij zijn trots op het eindresultaat; we hebben er ook externe erkenning voor gekregen. De Webomgeving wordt door subsidiegevers als het Innovatiefonds Zorgverzekeraars erkend als een state-of-the-art omgeving voor het bieden van een toegankelijke ICT omgeving voor mensen met een verstandelijke beperking. Tot slot is wellicht het belangrijkste te vermelden dat de doelgroep de webomgeving positief waardeert en zonder enige extra oefening binnen enkele minuten probleemloos door de webomgeving kan navigeren. Wij nodigen de lezer dan ook van harte uit een kijkje te nemen op www.tarafree.nl Met vriendelijke groet, Namens de projectpartners Ir. Jaap Verbeek Directeur Complaid B.V. Bestuurder Stichting Ookjij.nl
pagina 4 / 42
2.
Het voorstel
2.1.
Aanleiding Selflearn
Stichting Ookjij.nl had al een jarenlange ervaring met de verwezenlijking van haar doelstelling: Internet toegankelijk maken voor mensen met een (verstandelijke) beperking. Samen met Complaid BV is gebouwd aan een landelijk platform, waar mensen met een verstandelijke beperking zich kunnen vermaken, leren en contacten kunnen leggen met vrienden en familie. De omgeving werd gebruikt door een aantal zorginstellingen. De leermodule TARA werd gebruikt door enkele scholen voor het speciaal onderwijs (ZMLK). De prijsvraag M&ICT stimuleerde het verder uitdenken van de mogelijkheden van het platform, met name richting zorginstellingen, waar in toenemende aandacht ontstond voor het toepassen van Domotica en het effectief begeleiden van mensen met een matige en licht verstandelijke beperking. De partners die benaderd werden, waren reeds actief in het bieden van opleiding naar zelfstandigheid van cliënten en/of ervaring hadden met een ICT omgeving voor mensen met een (verstandelijke) beperking. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een samenwerkingsverband, bestaande uit: Complaid B.V., de eigenaar van het Ookjij.nl platform, een veilige interactieve Internetomgeving waar mensen met een (verstandelijke) beperking zich zelfstandig kunnen vermaken, kunnen leren en informeren en bovenal contacten kunnen leggen en onderhouden. Stichting ASVZ, een organisatie voor zorg- en dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking met meer dan 5000 medewerkers die zich samen met ruim 1200 vrijwilligers inzetten voor ongeveer 5000 cliënten (ouderen, (jong)volwassenen en gezinnen). Praktijkschool Emmen, een onderwijsinstelling, die zwakbegaafde jongeren opleidt voor de arbeidsmarkt. Dit samenwerkingsverband heeft vervolgens deelgenomen aan de M&ICT prijsvraag onder de naam SELFLEARN.
2.2.
Beschrijving van het projectvoorstel
(Semi-) zelfstandige woonvormen leiden tot een verminderde druk op beschikbare capaciteit en dus lagere kosten, terwijl de kwaliteit van leven toeneemt. Eerdere initiatieven hebben echter de faalfactoren aan het licht gebracht: onvoldoende ondersteuning in capaciteitsontwikkeling van (semi-)zelfstandig wonen en onvoldoende zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van mensen met een verstandelijke beperking (o.m. isolement). Diverse initiatieven, gesteund door methodische aanpak en onderzoek, hebben aangetoond dat met de juiste ondersteuning het mogelijk is om succesvolle (semi-) zelfstandige woonvormen te realiseren en dat mensen met een verstandelijke beperking (semi-) zelfstandig kunnen wonen, mits men over de juiste vaardigheden beschikt. Het aanleren van de juiste vaardigheden bij mensen met een verstandelijke beperking kost echter veel tijd van coaches en begeleidend personeel van de zorgaanbieder. SELFLEARN is een online leeromgeving voor mensen met een verstandelijke beperking. Zij kunnen aan de hand van minimaal 187 leerobjecten, conform een reeds ontwikkelde en succesvolle methodiek, vaardigheden ontwikkelen die hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie verhoogt bij het wonen in een (semi-) zelfstandige woonvorm. Dit leidt tot hogere kwaliteit van zorg en grotere toegankelijkheid.
pagina 5 / 42
SELFLEARN zorgt voor een vermindering van de faalfactoren rond (semi-)zelfstandig wonen en doet tevens een sterk verminderd beroep op de schaarse capaciteit van betrokkenen. Dit leidt tot kostenbesparing. SELFLEARN sluit hiermee aan op de landelijke richtlijn rond het zorgplan, dat voor elke cliënt in de gehandicaptenzorg samenhangend met de invoering van de zorgzwaartepakket-financiering verplicht is geworden. Hierdoor wordt SELFLEARN aantrekkelijk voor alle zorginstellingen en is zowel opschaling als continuïteit gewaarborgd. Het project SELFLEARN wordt uitgevoerd door eigenaar van het platform, samen met een praktijkschool en een van de grootste zorginstellingen van Nederland.
pagina 6 / 42
3.
Probleemanalyse
3.1.
Systeemfalen
(Semi-) zelfstandig wonen verlaagt het beroep op de schaarse zorgcapaciteit. SELFLEARN is een oplossing die een grotere groep mensen met een verstandelijke beperking de mogelijkheid biedt om competenties te ontwikkelen die nodig zijn voor een succesvolle invulling van (semi-)zelfstandig wonen.
3.1.1.
Maatschappelijke ontwikkelingen: trend naar (semi-) zelfstandig wonen
In de Nederlandse maatschappij is sinds een aantal jaren de trend ontstaan richting meer zelfstandigheid in wonen en (semi-) zelfstandigere woonvormen (extra-muralisering), aansluitend bij de trend van differentiatie naar leefwijze. Zorginstellingen, woningcorporaties, patiëntengroepen, gemeenten, ouders in oudergroepen zetten zich in om (semi-) zelfstandige woonvormen te realiseren. In de sector verstandelijk gehandicapten is het omvormen van grootschalige instellingen tot gezinsvervangende tehuizen (GVT) en (semi-) zelfstandige woonvormen in wijken en dorpen vanaf de jaren negentig op grote schaal toegepast. Voor de betrokkenen bieden (semi-) zelfstandige woonvormen voordelen. Voor verstandelijk beperkten biedt het een grotere keuzevrijheid en de mogelijkheid tot meer individuele invulling van wensen, dan bij een grote instelling het geval is. Voor de familie biedt het de mogelijkheid tot een eigen invulling van de leefomgeving van kinderen, ouders, of andere familieleden. Het persoonsgebonden budget (PGB) biedt hiervoor mogelijkheden. Voor de aanbieders van zorg biedt het een mogelijkheid om op een andere manier zorg en diensten te verlenen en de familie daarin een belangrijke plek te geven. Voor de woningcorporatie biedt het de mogelijkheid om invulling te geven aan het 5de en 6de prestatieveld (leefbaarheid en zorg). Voor de overheid biedt het de mogelijkheid om de stijging van de AWBZ kosten om te buigen. Door een stapeling van nieuwe maatregelen van de landelijke overheid, waaronder werken naar vermogen, wordt de functie van “begeleiding” voor steeds grotere groepen vanuit de AWBZ overgeheveld naar de WMO. De gemeente wordt verantwoordelijk voor een zeer grote groep kwetsbare zorgvragers die relatief nog onbekend zijn voor de gemeente. Vanuit de heersende visie naar een inclusieve samenleving zal deze groep, bestaande uit mensen met een (licht) verstandelijke beperking die gebruik maken van dagbesteding en zelfstandig wonende cliënten met ambulante begeleiding, voldoende mogelijkheden en middelen aangeboden moeten krijgen. Het realiseren van deze visie daagt gemeentes uit tot ontwikkelen van nieuw beleid, waar het inzetten van E-learning en E-coaching/E-begeleiding een reële optie is om binnen de gestelde financiële kaders het beleid vorm te geven.
3.1.2.
Doelgroep van SELFLEARN
Volgens de DSM-IV-TR is er sprake van een verstandelijke beperking wanneer het verstandelijk functioneren onder het gemiddelde ligt. Dit is het geval bij een IQ van ongeveer 70 of lager, en er wordt onderscheid gemaakt in 4 niveaus: licht (IQ 50-55 tot 70, matig (IQ 35-40 tot 50-55), ernstig (IQ 20-25 tot 35-40) en zeer ernstig (IQ lager dan 20 of 25).
pagina 7 / 42
In Nederland leven ongeveer 112.000 mensen met een verstandelijk beperking, waarvan 50% tot de groep licht verstandelijk gehandicapten behoort. Naast de groep verstandelijk gehandicapten is er een groep die zwakbegaafd genoemd wordt. Het betreft (veelal jonge) mensen met een IQ tussen de 70 en 80. Dit zijn in Nederland ongeveer 250.000 mensen. Daarmee is de totale doelgroep voor Selflearn 306.000 mensen. Het SCP verwacht dat dit aantal de komende jaren ongeveer gelijk zal blijven; wel treedt er een sterke vergrijzing op. Licht verstandelijk gehandicapten wonen vooral begeleid en beschermd. De groep matig verstandelijk gehandicapten woont vooral bij familie of verzorgd. De groep (zeer) ernstig verstandelijk gehandicapten woont vrijwel altijd verzorgd in een instelling. De groep zwakbegaafden woont voornamelijk bij familie of begeleid zelfstandig. De groepen mensen die over voldoende competenties beschikken zullen de komende jaren en toenemende mate (semi-) zelfstandig gaan wonen. Het betreft voornamelijk de groep zwakbegaafden en de groep licht verstandelijk gehandicapten, waarbij geen aanvullende problematiek zoals ouderdom speelt. Dit is de doelgroep van SELFLEARN.
3.1.3.
Faalfactoren bij (semi-) zelfstandige woonvormen
De ontwikkeling naar (semi-)zelfstandige woonvormen kent veel voordelen, maar geeft echter ook nieuwe uitdagingen voor betrokkenen, denk bijvoorbeeld aan: het vinden van de juiste woning en faciliteiten of aanpassingen aan de woning, het vinden van passende zorg of passende dagbesteding / werk / scholing, het aanleren aan de verstandelijk beperkte van de praktische aspecten die aan bod komen bij zelfstandig wonen (koken, hygiëne, met geld omgaan, etc.), het optreden van sociale problematiek, zoals sociaal isolement. Uit onderzoek in Zuid-Holland onder zelfstandig wonende mensen met een verstandelijke beperking blijkt dat circa driekwart van de respondenten behoefte heeft aan hulp bij de dagelijkse activiteiten (persoonlijke verzorging, huishouden) en vrijwel allen hebben zij hulp nodig bij sociaal-emotionele vaardigheden. Met name dit laatste punt blijkt uit de ervaring vaak een probleem te zijn bij (semi-) zelfstandig wonen. Het echte probleem is dus het isolement of ontbreken van aansluiting met de omgeving. Dat is vaak de grootste faalfactor voor (semi-) zelfstandige woonvormen.
3.1.4.
Oplossing van faalfactoren
Diverse organisaties hebben onderzocht en onderkend dat er een noodzaak is tot scholing op diverse domeinen. Wanneer er sprake is van begeleiding vanuit een zorginstelling of een school voor speciaal onderwijs wordt ook aandacht gegeven aan dergelijke zaken. Zo worden er trainingen gegeven binnen deze domeinen, denk aan trainingen op het gebied van koken, mobiliteit (zelfstandig met het openbaar vervoer), persoonlijke hygiëne, sociale omgang, omgaan met geld, etc. Kenmerkend aan mensen met een verstandelijke beperking is dat leren gebeurt door (zeer) langdurig en veelvuldig herhalen van dezelfde leerstof, over het algemeen concreet gericht op competentieontwikkeling. In de praktijk blijkt echter dat betrokkenen bij mensen met een verstandelijk beperking, specifiek het personeel van de zorgaanbieder, te weinig toekomen aan het (zeer) langdurig herhalen. De oplossing voor enerzijds de noodzaak tot aanleren van competenties en anderzijds het beperkt beschikbaar hebben van tijd van personeel van de zorgaanbieder om competenties aan te leren ligt in een online leeromgeving, speciaal voor mensen met een verstandelijke beperking.
pagina 8 / 42
(Semi-) zelfstandige woonvormen leiden aantoonbaar tot een verminderde druk op beschikbare capaciteit van personeel van de zorgaanbieders. Eerdere initiatieven hebben echter de faalfactoren aan het licht gebracht: onvoldoende ondersteuning in het ontwikkelen van vaardigheden van (semi-) zelfstandig wonen en onvoldoende zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van mensen met een verstandelijke beperking (o.m. isolement). Eerdere projecten hebben aangetoond dat met de juiste ondersteuning en aanleren van verschillende vaardigheden het mogelijk is dat mensen met een verstandelijke beperking en zwakbegaafden (semi-) zelfstandig kunnen wonen. Het aanleren van de juiste vaardigheden kost echter veel tijd (zeer langdurig herhalen van leerprogramma’s), maar diverse onderzoeken en studies in het onderwijs op het gebied van competentie-gerichtleren hebben aangetoond dat de ontwikkeling van vaardigheden leidt tot zelfsturing en zelfontplooiing. Ook sluit het voortdurend blijven leren en bijleren aan bij het principe van Life Long Learning: het voortdurend werken aan competentieontwikkeling. Het systeemfalen bestaat uit verschillende aspecten. De belangrijkste aspecten zijn: ONVOLDOENDE ZICHT OP SAMENWERKINGSVORMEN EN GEBREK AAN TRANSPARANTIE. De trend naar (semi-) zelfstandige woonvormen legt een noodzaak bij betrokkenen van de verstandelijk gehandicapte om te ondersteunen in competentieontwikkeling. Deze noodzaak richt zich enerzijds op praktische zaken, zoals de verstandelijk gehandicapte om leren gaan met geld, leren koken en leren schoonmaken. Anderzijds richt deze noodzaak zich op competentieontwikkeling ter voorkoming van de meest voorkomende oorzaak van falen bij (semi-) zelfstandige woonvormen: sociale ontwikkeling en deelname in de maatschappij. Er is (nog) geen samenwerking in een integrale aanpak en methodiek van organisaties die betrokken zijn bij de competentieontwikkeling van mensen met een (licht) verstandelijke beperking. BEKOSTIGING SCHOLEN EN INSTELLINGEN. In de huidige situatie wordt competentieontwikkeling binnen instellingen veelal uitgevoerd door individuele begeleiding. De bekostiging van de ontwikkeling van een methode en de lesstof die tot een efficiëntere wijze van leren leidt komt niet tot stand. De kosten gaan voor de baten uit; en binnen de stakeholders is hier slechts beperkte ruimte toe. ONVOLDOENDE VRAAGMACHT. Het ontbreken van “geoormerkte” financiële middelen bij instellingen en bij individuen met een PGB is dat mensen die in een instelling verblijven en mensen die zelfstandig wonen niet tot nauwelijks bereikt worden. Mensen die in een (semi-) zelfstandige woonvorm wonen, dan wel gaan wonen, zijn niet gebundeld tot een groep “klanten” met vraagmacht en middelen om die vraag kracht bij te zetten.
3.2.
Opschaling
3.2.1.
Opschalingsbasis
De opschalingsbasis en opschalingsstappen is een professioneel opgezette en reeds operationele interactieve webomgeving waarop een elektronische leeromgeving te vinden is met doelgerichte digitale content. Voor een verdere opschaling is de eerste opschalingsstap om aan te sluiten bij de in alle zorgorganisaties verplichte zorgplannen (ook wel ontwikkelplan of ondersteuningsplan genoemd). Dit zorgplan is verplicht gesteld en wordt samen met de verstandelijk gehandicapte opgesteld. Het zorgplan is een ontwikkelingsplan met leerdoelen die in de ontwikkeling van competenties van de verstandelijk gehandicapte voorziet. Zowel voor de zorginstelling als de verstandelijk gehandicapte is dit een motiverend perspectief op ontwikkeling en biedt het kansen op bijvoorbeeld zelfstandig wonen of zelfs werk. Het zorgplan maakt een integraal onderdeel uit van de (AWBZ) financiering. Het is van belang voor financiering van de instellingen om de leerdoelen goed te omschrijven en in te vullen.
pagina 9 / 42
Hierop sluit een tweede opschalingsstap aan: het vergroten van het aantal leerobjecten en aanvullen met videoondersteuning. De huidige 87 leerobjecten zouden moeten worden uitgebreid met 100 nieuwe leerobjecten (foto en video), waarbij een sterke nadruk wordt gelegd op de grootste faalfactor bij (semi-) zelfstandige woonvormen: sociale aspecten. Deze objecten sluiten onder meer aan op niveau ZZP 1 LVG. Een derde opschalingsstap ligt in het algemeen vergroten van het bereik van SELFLEARN bij een grotere doelgroep verstandelijk gehandicapten, naast de groep die het via scholen en instellingen aangeboden krijgen, maar die bijvoorbeeld in een thuissituatie (familie) wonen of die reeds zelfstandig wonen. In zijn geheel betreft de doelgroep alle licht verstandelijk gehandicapten en zwakbegaafden (in totaal ca. 306.000 mensen). Benodigd om deze doelgroep te bereiken is doelgroep gerichte marketing, gericht op de cliënt zelf, en gericht op de directe omgeving van de cliënt.
3.2.2.
Opschalingsdoel
Na uitbreiding met de nieuwe leerobjecten, de inzet van SELFLEARN voor het zorgplan en marketing richting de doelgroep, is het perspectief dat 100.000 zwakbegaafde mensen of mensen met een licht verstandelijke handicap bereikt wordt en minimaal eenmalig gebruik maken van SELFLEARN. Dat betekent een opschaling naar ruim 25% van de doelgroep. Streven is na afronding van het project de activiteiten voort te zetten en uiteindelijk e-learning als een van de belangrijkste methoden voor competentieontwikkeling binnen de doelgroep te realiseren.
3.2.3.
Doelstelling
Na realisatie van het project is de verwachting dat enerzijds door het aanbieden van meer leerobjecten en anderzijds door het bereikt hebben een grotere doelgroep, SELFLEARN structureel en gedurende jaren de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van verstandelijk gehandicapten en zwakbegaafden kan vergroten en tevens een sterk ondersteunend middel kan zijn in de begeleiding naar (semi-)zelfstandige woonvormen. Door de financiële voordelen die SELFLEARN biedt aan zorginstellingen is ook het perspectief op financiering na afronding van het project gewaarborgd. SELFLEARN kent een abonnementsmodel voor instellingen en scholen. Door toevoeging van de leerobjecten en de aansluiting op het zorgplan, is de relevantie voor scholen en instellingen toegenomen, en zal de investering in het abonnement ruimschoots opwegen tegen de financiële voordelen die kunnen worden gehaald bij het goed bereiken van de leerdoelen. Daarnaast zal de aantrekkelijkheid voor betrokkenen (familie) toenemen doordat er meer leerobjecten toegankelijk zijn en de gebruiksinterface gericht is op zowel gebruik op school, instellingen en particulier.
pagina 10 / 42
4.
Projectplanning
De planning in de aanvraag voor M&ICT ging uit van een aanvang op 1 januari 2010 en een live datum van 1 januari 2011. Uiteindelijk heeft de lancering voor de bestaande gebruikersgroep op 21 september 2011 plaatsgevonden. De marketinginspanning is in het laatste kwartaal van 2011 gestart met persberichten, beurspresentaties, advertenties, artikelen in vakliteratuur, etc. Dat betekent dat het project een vertraging heeft opgelopen van enkele maanden. Dit is enerzijds te wijten aan een latere start (1 februari 2010) en vertraging in de bouw van het nieuwe platform. Activiteiten
Start
Eind
Overall project management
1-03-10
1-09-12
Technische advisering
1-03-10
1-09-12
Competentieontwikkeling advies / onderzoek
1-03-10
1-09-12
Doelgroep advies / onderzoek
1-03-10
1-09-12
Organisatieplan
1-07-10
1-01-12
Exploitatieplan
1-07-10
1-01-12
Financiële en juridische ondersteuning
1-03-10
1-09-12
Raad van Advies (inrichting, uitvoering)
1-03-10
1-09-11
Overal concept en visualisatie
1-03-10
1-07-10
Opzet / uitvoering projectorganisatie
1-03-10
1-05-10
Projectplan
1-03-10
1-05-10
RFP webontwikkeling
1-05-10
1-07-10
RFP leerobjecten
1-05-10
1-07-10
Leveranciersselectie
1-09-10
1-11-10
Leerobjecten: identificatie en planning
1-03-10
1-07-10
Aanmaken extra leerstof modules (content)
1-11-10
1-04-12
Productie fotomateriaal
1-11-10
1-04-12
Productie Video materiaal
1-01-11
1-04-12
1-11-10
1-02-11
Licenties leerobjecten
1-11-10
1-02-11
Opschaling Infrastructuur
1-12-10
1-10-11
Aanpassing interfaces
1-06-11
1-01-12
Optimalisatie interface doelgroep
1-06-11
1-01-12
Test & Acceptatie
1-09-11
1-04-12
Security Audit en Code review
1-12-11
1-04-12
Optimalisatie
1-12-11
1-04-12
Documentatie platform
1-12-11
1-04-12
Algehele organisatie E-Learning
Opzet en start E-Learning
Leerobjecten
Platform / webomgeving Licenties webomgeving
pagina 11 / 42
Activiteiten
Start
Eind
Marketing en Communicatie Opstellen Marketing Communicatieplan
1-7-10
1-01-11
Uitvoering voorlichtingen
1-07-11
1-01-12
Ontwikkeling huisstijl en middelen
1-11-10
1-07-11
Uitvoering marketing communicatie
1-11-10
1-09-11
Acquisitie deelnemers
1-11-10
1-07-11
Aangaan nieuwe partnerships
1-11-10
1-07-11
Customer service
1-01-12
1-09-12
Functionele ondersteuning
1-01-12
1-09-12
Technische ondersteuning
1-01-12
1-09-12
Uitvoering cursussen
1-01-12
1-09-12
Hosting en beheer
1-09-11
1-09-12
Organisatiekosten
1-01-12
1-09-12
Financiële en juridische ondersteuning
1-01-12
1-09-12
Uitvoeringen voorlichtingen
1-01-12
1-09-12
Test-accounts/proefabonnementen
1-10-11
1-09-12
Uitvoering Marketing communicatie
1-09-11
1-09-12
Acquisitie deelnemers
1-07-11
1-09-12
Aangaan nieuwe partnerships
1-07-11
1-09-12
Exploitatie
Tabel 1, Projectplanning
pagina 12 / 42
5.
Projectuitvoering
5.1.
Inrichting en voorbereiding
5.1.1.
Projectorganisatie
Bij de start van het project is een projectplan opgesteld. Dit plan bevatte o.a. de te bereiken doelstellingen, de werkwijze (urenregistratie), de projectaanpak, de projectfasering. Tevens werd een aantal projectrisico’s in kaart gebracht. De planning voor de eerste fase (voor LIVE) uit de aanvraag M&ICT is aangescherpt en in detail uitgewerkt. Voor de uitvoering van het project is een projectorganisatie ingericht en zijn rollen, bevoegdheden en zijn de verantwoordelijkheden vastgesteld. Gedurende het gehele project is volgens deze opzet gewerkt.
Figuur 1, Projectorganisatie
Klankbordgroep De Klankbordgroep bestaat uit een aantal geselecteerde vertegenwoordigers van bestaande klanten (VSO scholen en zorginstellingen). Gedurende de eerste fase van het project (voor LIVE) is de klankbordgroep structureel voorzien van informatie over de gekozen webontwikkeling en de ontwikkeling van het onderwijskundig ontwerp. Suggesties en opmerkingen van de klankbordgroep zijn door de project manager meegenomen in de realisatie. Bovendien heeft de klankbordgroep in het begin van de exploitatiefase de gehele webomgeving uitgebreid getest en de testresultaten gedeeld met de projectmanager. Raad van Advies De Raad van Advies bestaat uit vertegenwoordigers van de beide projectpartners. Zij adviseren de projectmanager zowel bij de inrichting van de webomgeving, gewenste functionaliteit en gewenste leerobjecten als bij de PR en mogelijke partnerships. De Raad van Advies vergaderde 4 maal per jaar. In totaal is de Raad van Advies 6 maal bijeengekomen.
pagina 13 / 42
De projectmanager rapporteerde aan de Raad van Advies over: Voortgang van het project Afwijkingen van planning en scope Issues en risico’s Strategische beslissingen Projectteam Het projectteam werkte in 3 werkgroepen, t.w. Marketing&Sales, Bouw Webomgeving en Onderwijskundig Ontwerp. De werkgroep Onderwijskundig Ontwerp bestond uit medewerkers van Complaid BV en ASVZ. De overige werkgroepen bestonden uit medewerkers van Complaid BV, aangevuld met externe deskundigen. Om de verbinding te kunnen maken naar de doelgroep, mensen met een (verstandelijke) beperking, heeft ASVZ op ad hoc basis geparticipeerd in de werkgroep Marketing&Sales. De werkgroepen werden aangestuurd door projectleiders. De projectleiders kwamen elke 3 tot 4 weken bijeen voor afstemming en overleg. Binnen de werkgroepen werden separate werksessies belegd voor de inhoudelijke uitwerking van de taken. De meeste taken waren belegd bij Complaid BV. Projectmanagement Het projectmanagement was belegd bij C.J. Verbeek BV in deze vertegenwoordigt door Jaap Verbeek. Hij was verantwoordelijk voor de aansturing en rapportage. Opzet facilitaire zaken De partners en projectmedewerkers zijn verdeeld over Nederland (Delft, Leiden, Nijmegen, Utrecht, Sliedrecht, Emmen). Om die reden is niet gekozen voor een structurele kantooroplossing, maar voor een virtueel kantoor in de vorm van een online omgeving. Ondersteuning gebeurde daarnaast door het secretariaat van Complaid BV en stelde ASVZ een ruimte beschikbaar op de momenten dat het noodzakelijk was om fysiek bijeen te komen.
5.2.
Ontwikkeling van de webomgeving
5.2.1.
Opschaling huidige technologie
Bij aanvang van het project is het totale concept voor SELFLEARN in detail doorgenomen. Daarbij is geïnventariseerd welke onderdelen reeds beschikbaar waren bij de verschillende partners. Deze zaken vormden de basis van de huidige webomgeving. Inbreng in de webomgeving bestond uit de volgende zaken: Technologie van de huidige webomgeving (techniek, vormgeving, navigatie en control) Teksten van de huidige webomgeving en de huidige leerobjecten Grafisch materiaal (iconen, foto’s) geschikt voor mensen met een (verstandelijke) beperking Kennis en ervaring t.a.v. een toegankelijke webomgeving voor mensen met een (verstandelijke) beperking Kennis en ervaring t.a.v. een E-learning omgeving voor mensen met een (verstandelijke) beperking Kennis en ervaring t.a.v. het aanleren van vaardigheden bij mensen met een verstandelijke beperking. Algemene voorwaarden voor het bieden van online Internetdiensten
pagina 14 / 42
5.2.2.
Selectie webbouwer
Voor de ontwikkeling van een nieuwe webomgeving, die noodzakelijke was voor de verdere opschaling, is een uitgebreide RFP opgesteld. Vervolgens is er een longlist opgesteld van potentiele bedrijven. Na consultatie is deze uitgedund tot een shortlist van 5 partijen. Van deze 5 partijen hebben 2 partijen zich om hun moverende redenen zich teruggetrokken. De overgebleven partijen ontvingen een RFP en een uitleg van de doelstellingen. De 3 partijen waren gerenommeerde internetbureaus: 1.
Artificial Industry
2.
TDMA
3.
Webclusive
De afzonderlijke partijen is gevraagd de RFP te bestuderen en een klantspecifieke presentatie te houden. Alle drie partijen hebben een offerte uitgebracht voor de bouw van de complete webomgeving inclusief de kosten voor onderhoud en beheer. Artificial Industry en Webclusive kwamen beiden goed naar voren in de offerte. Uiteindelijk is gekozen voor Artificial Industry, waarbij aandachtspunt was dat er slechts 1 contractpartij verantwoordelijk was voor de creatieve kant (vormgeving) en bouw van de webomgeving.
5.2.3.
Ontwikkeling visueel, interactief en functioneel ontwerp
Aan de hand van de RFP is door Artificial Industry (AI) gestart met het maken van het functioneel ontwerp en interactieontwerp van de basismodules (E-learning, Berichten, Vriendenboek, MijnSite, Videochat). Het interactieontwerp (zgn. “wireframes”) van de schermen werden aan de werkgroepen voorgelegd ter goedkeuring of voor feedback. Deze “wireframes” zijn ook voorgelegd aan vertegenwoordigers van de bestaande klanten. De voorstellen voor het grafisch ontwerp verliep op dezelfde wijze. De basis voor het grafisch ontwerp was een separaat Designdocument, ontwikkeld in samenwerking met Stichting Ookjij.nl en de afdeling Communicatie & Multimedia Design van de Avans Hogeschool te Breda. Vanwege overleg met bestaande klanten duurde dit proces langer dan voorzien, hetgeen consequenties had voor de deelplanning van de Webomgeving. Na goedkeuring is Artificial Industry gestart met de implementatie.
5.2.4.
Realisatie
Vanwege commerciële randvoorwaarden (lancering webomgeving voor 1 oktober i.v.m. start van het schooljaar en budgettering cyclus bij zorginstellingen) is de eerste release van de webomgeving (soft launch) in korte tijd gerealiseerd. Vervolgens hebben diverse klantengroepen de webomgeving uitgebreid getest. Tijdens het testen kwamen verschillende gebreken op het gebied van volledige toegankelijkheid naar voren. Het probleem lag met name in de overdracht van kennis en ervaring op dit specifieke gebied naar de webbouwers. Daarnaast bleek achteraf, dat voor niet-deskundigen het lezen en begrijpen van “wireframes” erg lastig is. Opvallend was dat het voor bestaande klanten moeilijk is om op basis van een “wireframe” en visueel ontwerp een eindbeeld voor ogen te krijgen. Na een zeer uitgebreide testperiode, zowel aan de zijde van de webbouwers als aan de zijde van de projectpartners, bestaande klanten en doelgroep, heeft dit geleid tot een herontwerp van bepaalde modules en is de webomgeving opgeleverd. Hierdoor is het resultaat kwalitatief sterk verbeterd en vormt dit een goede basis voor de verdere opschaling. Op 1 september is de testperiode afgesloten en is release 1.0 van de webomgeving online gegaan.
pagina 15 / 42
5.3.
Ontwikkeling van het lesmateriaal
5.3.1.
Inventarisatie
In werkgroep Onderwijskundig Ontwerp is de bestaande TARA applicatie in detail doorgenomen. Uit die inventarisatie is een aantal verbeteringen en aanvullingen op de bestaande implementatie geïdentificeerd. Er is daarom gekozen voor een fundamentele uitbreiding van het ontwerp, waarbij de E-learning omgeving een ingebed kan worden in het educatieve aanbod bij scholen en zorginstellingen.
Figuur 2, Didactisch concept
Uitgangspunt voor het didactisch concept is het ordenen van de aan te bieden leerstof in een logische groepering. Bij de inventarisatie van reeds bestaande indelingen bleek dat een mogelijke indeling, die gebruikt wordt in de zorgsector bij het opstellen van ondersteuningsplannen niet geheel overeenkomt met een indeling in leerlijnen die met name in het onderwijs gehanteerd wordt. Er is daarom in het project SELFLEARN gekozen voor een eigen indeling in negen thema’s. Deze thema’s kunnen zowel door zowel de zorg als het onderwijs gehanteerd worden, omdat deze indeling een eenvoudige matching mogelijk maakt tussen de gekozen thema’s in SELFLEARN en de gebruikelijke plannen in de beide sectoren (zie figuur 3). Voor de nadere uitwerking van het didactisch concept heeft de onderwijssector model gestaan. Lessen worden onderverdeeld in 3 fasen (zie figuur 2). De eerste fase is de instructiefase, waarbij het onderwerp van de les wordt geïntroduceerd middels een situatieschets. Na het bekijken van de situatieschets is er gelegenheid voor cursisten tot het stellen van vragen ter verduidelijking. De tweede fase is de zelfstudie, waarbij de cursist leerobjecten krijgt aangeboden, waarin de stof wordt uitgelegd. In de leerobjecten worden verschillenden opdrachten aangeboden om te toetsen of de lesstof wordt begrepen. De cursist krijgt meteen feedback op de gekozen antwoorden en kan zowel de lesstof als de opdrachten zo vaak mogelijk herhalen. Uiteindelijk wordt een eindtoets aangeboden waarmee de cursist getoetst wordt op de verwerking van de kennis en de vaardigheden. Deze eindtoets kan
pagina 16 / 42
afhankelijk van het onderwerp of thema een vaardigheidstoets zijn (bijv. een kookvaardigheid laten zien) als een kennistoets (het beantwoorden van een aantal vragen). Vervolgens is gekozen voor een uitgebreide inventarisatie van mogelijke leerobjecten. Dit onderzoek heeft geleid tot een zgn. groslijst van leerobjecten. Educatief medewerkers van zorginstellingen is vervolgens gevraagd om uit deze groslijst de 100 meest belangrijke leerobjecten te kiezen. Het resultaat heeft geleid tot de basis voor de te implementeren leerobjecten en situatieschetsen welke is voorgelegd aan de Raad van Advies. Deze heeft de lijst vervolgens goedgekeurd.
Figuur 3, Thema’s in TARA leeromgeving
Inbreng in de leerobjecten bestond uit de volgende zaken: Kennis van en over de te ontwikkelen didactische werkvormen Kennis van de opbouw van leerobjecten (stappenplan, paginaopbouw, opdrachtformuleringen, etc.) Foto/beeldmateriaal van het bestaand lesmateriaal wat herbruikbaar was voor de nieuwe leerobjecten. In de aanvraag M&ICT is aangegeven dat bij aanvang van het project 87 leerobjecten beschikbaar waren. Door de wijziging in het Onderwijskundig Ontwerp konden deze leerobjecten niet zonder meer worden overgezet naar de nieuwe omgeving. Bestaande leerobjecten zijn daar waar mogelijk omgezet in de nieuwe omgeving. Andere leerobjecten moesten opnieuw ontwikkeld worden.
5.3.2.
Ontwerp Situatieschetsen en Leerobjecten
Elke thema bevat één of meerdere situatieschetsen en meerdere leerobjecten. Het doel van de situatieschets is om de gebruiker (cursist) op een speelse manier een introductie te geven op het thema. De situatieschets moest een vorm van herkenning geven in de dagelijks leven van de cursist. Bestaande situatieschetsen bestonden uit één of meerdere foto’s. Uit evaluatie onder gebruikers (docenten/coaches en cursisten) bleek een dergelijke uitvoering weinig toegevoegde waarde te hebben. Er is daarom gekozen om situatieschetsen in de vorm van losse korte video’s te presenteren. Het voordeel van losse video’s als onderdeel van de leeromgeving geeft de
pagina 17 / 42
docent/coach de mogelijkheid om de situatieschets separaat te presenteren, eventueel in klassikaal verband als inleiding op een groepsgesprek.
Figuur 4, Organisatie van het lesmateriaal
De leerobjecten bestaan uit lespagina’s (stappenplan) en opdrachtpagina’s. Lespagina’s zijn eenduidig van opzet en bevatten een instructie. De opdrachtpagina’s kunnen verschillen als gevolg van de te kiezen didactische werkvorm voor de opdracht. Een opdracht kan bestaan uit een eenvoudige vraag, die met ‘JA’ of ‘NEE’ kan worden beantwoord, maar ook een complexe vraag, waarbij plaatjes van voorwerpen in de juiste volgorde moeten worden gezet. Voor de leerobjecten is gebruik gemaakt van het beproefde ontwerp van de ingebrachte sjablonen voor de lespagina’s. De lespagina’s bestaan uit tekst, beeldmateriaal en wordt ondersteund met spraak (voorleesfunctie).
Figuur 5, Voorbeeld lespagina met videofragment
pagina 18 / 42
Voor de opdrachten zijn de bestaande didactische werkvormen (vraag te beantwoorden met ja/nee, vraag te beantwoorden door het goed plaatje te kiezen uit twee plaatjes) uitgebreid met: Vraag te beantwoorden door het goede antwoord te kiezen uit meerdere opties Vraag te beantwoorden, waarbij meerdere antwoorden goed zijn Sorteren Op volgorde zetten Voor elk van deze didactische werkvormen zijn sjablonen ontworpen voor de opdrachtpagina en de feedbackpagina.
Figuur 6, Voorbeeld didactische werkvorm; sorteren
Op verzoek vanuit gebruikers (docenten en coaches) zullen de resultaten van deze opdrachten door de leeromgeving geregistreerd moeten worden. Deze functionaliteit is een duidelijke meerwaarde ten opzichte van de bestaande omgeving.
Figuur 7, Rapportage voortgang leerobjecten
pagina 19 / 42
Om de omgeving voor gebruikers (cursisten) nog aantrekkelijker te maken zijn sjablonen voor een aantal spelvormen toegevoegd. Boodschappenlijst maken Memoryspel Electro Spel (zoek de juiste voorwerpen bij elkaar) Puzzelspel Verder is als randvoorwaarde gesteld, dat alle sjablonen in willekeurige volgorde gezet moeten kunnen worden en dat na beantwoording van een vraag de mogelijkheid moet bestaan voor extra lespagina’s en verdiepingsvragen (zie figuur 8).
Figuur 8, Structuur van het leerobject
5.3.3.
Realisatie
Voor de realisatie is een ontwikkelplan en werkwijze opgesteld. De gekozen werkwijze is weergegeven in onderstaand figuur.
pagina 20 / 42
• Doel van het leerobjecten vaststellen. • Korte beschrijving maken van de inhoud van het leerobject. • Review in werkgroep.
Concept Leerobject • Leerobject opsplitsen in lesstappen. • didactische werkvormen kiezen. • suggesties voor beeldmateriaal geven (foto/video) • Review in werkgroep.
• Fotomateriaal maken en plaatsen. • Videofragmenten maken en plaatsen. • Definitieve teksten invoeren. • Teksten inspreken en opnemen; audio plaatsen.
Concept Inhoud
Definitief Leerobject
Figuur 9, Werkproces realisatie leerobjecten
Door de sterke interactie tussen de verschillende werkstappen is er voor gekozen om de leerobjecten door de leden van de werkgroep te laten uitvoeren. Deze werkgroep bestond uit een vast team van medewerkers van de projectpartners Complaid BV en ASVZ. De lesstofontwikkelaars hebben voor het maken van foto’s en korte video’s gebruik gemaakt van standaard consumentenapparatuur. Deze geven beelden van voldoende kwaliteit voor de leerobjecten. Voor het maken van de video’s voor de situatieschetsen is gekozen voor het inhuren van een professionele filmer. Voor elk thema is een situatieschets beschikbaar, waarin verschillende elementen uit het thema worden getoond. Voor het thema Huishouding zijn 2 situatieschetsen (Schoonmaken en De was doen) gemaakt. Bij het maken van beeldmateriaal was het uitgangspunt de herkenbaarheid voor de doelgroep te borgen. Er is daarom gedurende het gehele ontwikkelproces gewerkt met een vaste acteur en vaste actrice voor de foto’s en de video’s. Alleen bij opnames waar geen afbeelding van gezicht nodig was hebben zijn andere personen ingezet als model om handelingen te tonen. Uiteindelijk zijn 100 leerobjecten volgens de nieuwe methodiek gerealiseerd, waarbij alle didactische werkvormen zijn toegepast. Deze leerobjecten zijn verdeeld over de 9 thema’s.
5.4.
Marketing en Communicatie
5.4.1.
Ontwikkeling van de propositie
De werkgroep Marketing & Communicatie is vanaf het begin van het project begonnen met de ontwikkeling van de propositie van SELFLEARN. Daarbij was het vertrekpunt de huidige propositie van de interactieve webomgeving van Ookjij.nl bij scholen in het speciaal onderwijs en de zorginstellingen in de VG-sector. Voor SELFLEARN is een analyse van de doelgroepen gemaakt. Naast de uiteindelijke doelgroep, mensen met een verstandelijke beperking, zijn er verschillende aanpalende groepen en indirecte groepen. In de ontwikkeling van de propositie zijn deze doelgroepen geïdentificeerd, waarbij onderscheid is gemaakt tussen: Beslissers Beïnvloeders Clienten Indirecte doelgroepen, zoals de verschillende overheden (lokaal, landelijk) en belangenorganisaties.
pagina 21 / 42
Uitgaande van deze doelgroepen is de propositie ontwikkeld. De gekozen propositie wordt gekenmerkt door: 1.
Een interactieve online leeromgeving voor mensen met een verstandelijk beperking (VB)
2.
Toepasbaar in verschillende omgevingen: scholen, dagactiviteitencentra, sociale werkvoorzieningen, instellingen, maar juist ook thuis
3.
Te gebruiken door professionals, maar ook door de verstandelijk beperkte/zwakbegaafde zelf
4.
Er wordt gebruik gemaakt van beproefde leer- en toets methodieken
5.
Gebruiksvriendelijk en veilig
6.
Te koppelen aan leerdoelen (en leerlijnen)
7.
Omvat een beheeromgeving voor de begeleiders en coaches en een persoonlijke omgeving voor de cliënt
Om de propositie nog verder concreet te maken is vervolgens het waardebod van SELFLEARN gedefinieerd. Het ontwikkelde waardebod kenmerkt zich als het bieden van: 1.
Een doelgerichte en kwalitatief hoogwaardige publiek toegankelijke veilige online leeromgeving voor zwakbegaafden en verstandelijk beperkten
2.
Het gebruik van alle leerobjecten aan abonnementhouders via het internet
3.
Een universele en een toegankelijke portal in iedere omgeving waar de doelgroep woont of werkt.
4.
Een vraaggestuurde inrichting, die zich voornamelijk richt zich op de cliënt.
5.
Leuke dingen om te leren
6.
Direct toepasbaar resultaat
7.
Een beheeromgeving waarin leerobjecten door een instantie (school, zorgaanbieder, instelling, ….) volgens de systematiek van SELFLEARN kunnen worden ontwikkeld en toegepast.
8.
Een persoonlijke omgeving voor de cliënt die, na aanmelding met zijn eigen inloggegevens, bestaat uit: Zijn/haar eigen profiel Communicatiemiddelen (e-mail en videochat) Funelementen (muziek, radio, mijn site, spelen) Gekochte leerobjecten met toetsvragen (leeromgeving) Organisatie-eigen modules, zoals bijvoorbeeld een zelf te beheren cliënten-intranet
Figuur 10, De USP’s van SELFLEARN
pagina 22 / 42
Kenmerkend voor de online omgeving moet zijn, dat SELFLEARN een veilige Internet omgeving biedt. Dat houdt in dat SELFLEARN enkel besloten gebruikersgroepen kent en geen publieke vrij toegankelijke website. Deze propositie sluit aan bij het gekozen verdienmodel. Toegang tot SELFLEARN is voorbehouden aan leden/abonnementhouders. De gebruiksfee wordt berekend aan de hand van het aantal gebruikers, de gebruikte leerobjecten en de gebruikte modules. Clienten kunnen door beheerders onbeperkt worden aangemaakt. Beheerders (=familie en/of begeleiders/coaches) zijn dan ook verantwoordelijk voor de gebruikers die aan SELFLEARN gaan deelnemen. In de analyse van de markt zijn verschillende klantsegmenten te onderscheiden. Voor elk klantsegment is een eigen propositie gemaakt, waardoor het verdienmodel voor SELFLEARN per klantsegment geoptimaliseerd kan worden. De verschillende segmenten zijn weergegeven in onderstaande tabel. Klantsegmenten
Omschrijving
Intramurale instellingen
Intramurale instellingen kunnen via SELFLEARN bewoners ondersteunen in de weg naar (semi-) zelfstandig wonen, passend in de ontwikkeling van deinstitutionalisering. Leerdoelen uit het zorgplan kunnen opgenomen worden in de persoonlijke gebruiksomgeving. Instellingen zijn doelgroep voor een “white label” aanbod met groot aan diverse modules
Begeleiders (extramuraal).
Begeleiders kunnen de kwaliteit van leven van de doelgroep verhogen en tevens zichzelf ontlasten door de cliënt aan de hand van concrete leerdoelen vaardigheden te leren en tevens een leuk tijdverdrijf te bieden.
Clienten
De cliënt kan zelf kiezen wat hij wil leren door een eenvoudige zoekmogelijkheid te bieden of door leerobjecten klaar te laten zetten.
Kleinschalige (particuliere)
Kleinschalige initiatieven hebben vaak een hoge ambitie t.a.v. te bereiken doelen.
initiatieven
SELFLEARN kan hierin ondersteunen.
Omgevingen voor arbeid en
SELFLEARN ondersteunt in het “leren werken”. VSO’s hebben dit als specifieke
arbeidsparticipatie (PO,
taak. Bij DAC’s is het onderdeel van de dagbesteding. SW’s hebben belang bij een
VSO, SW’s, DAC’s).
hoge arbeidsproductiviteit. Leerdoelen kunnen opgenomen worden in de persoonlijke gebruiksomgeving.
Omgevingen voor leren
Scholen kunnen via SELFLEARN de inspanning van de docent verminderen,
(SBO, VSO, SO, PO).
terwijl de leerling effectiever dingen leert (herhaling). Leerdoelen / leerlijnen kunnen opgenomen worden in de persoonlijke gebruiksomgeving.
5.4.2.
Ontwikkeling merk en huisstijl
In de oorspronkelijke aanvraag werd gesproken over het merk SELFLEARN. Echter TARA is als leermodule van het community platform bij de verschillende doelgroepen bekend. Uit een kort onderzoek onder scholen is gebleken, dat de naam TARA GEEN negatieve associatie geeft. Vanwege de grote (niet-negatieve) bekendheid van de naam TARA ligt het voor de hand om de naam TARA te handhaven. Door de definitieve keuze voor de naam TARA zijn drie verschillende sub-brands vastgelegd: TARAfree (voor gratis proefaccounts); TARAwijs (voor
pagina 23 / 42
scholen) en TARApro (white label voor zorginstellingen). Voor de drie sub-brands zijn logo’s en een huisstijl ontwikkeld.
Figuur 11, Definitief logo-ontwerp.
Voor de ontwikkeling van de basishuisstijl van de webomgeving is een voorstel door de webbouwer ontwikkeld. Dit voorstel (kleuren/vormgeving) is voorgelegd aan diverse gebruikers en zorginstellingen. Op basis van de ontvangen feedback is de vormgeving geoptimaliseerd voor meerdere doelgroepen. De gebruikte iconen zijn gebaseerd op gangbaar geaccepteerde pictogrammen. Deze afbeeldingen bevorderen zo de herkenbaarheid en de toegankelijk voor de doelgroep.
Figuur 12, Vormgeving webomgeving
Er bestaat een nauwe relatie tussen Stichting Ookjij.nl (eigenaar van de website www.ookjij.nl) en het TARA platform. Stichting Ookjij.nl en de website heeft onder mensen met een verstandelijke beperking een positieve naam. Het platform was tot aanvang van het project SELFLEARN uitsluitend te bereiken via de website(s) van Stichting Ookjij.nl. Er is daarom gekozen om de nauwe relatie blijvend te benadrukken. De relatie is tot uitdrukking gebracht in de stijl van de logo’s Tevens is er voor gekozen om de huisstijl van TARA en Stichting Ookjij.nl op elkaar af te stemmen. Dit komt tot uitdrukking in beide webomgevingen en de gekozen huisstijl.
5.4.3.
Ontwikkeling brochures
Als gevolg van de gekozen propositie, waarbij er 3 doelgroepen zijn onderscheiden ligt het voor de hand om voor elke doelgroep een brochure te ontwikkelen. Echter beslissers bij instellingen onderscheiden zich van beslissers
pagina 24 / 42
op scholen. Daar waar bij instellingen toegankelijke en veilige communicatie, alsmede een nieuwe vorm van dagbestedingsactiviteiten van belang zijn, zal bij scholen het didactisch concept en de mogelijkheden voor het aansluiten op een Leerling Volg Systeem doorslaggevend kunnen zijn. Uitgangspunt bij het ontwerp van de folders waren verder: Herkenbaar en opvallend (kleur gebruik en afbeelding) Folders identiek qua uitstraling; je kunt zien dat ze bij elkaar horen Veel quote’s verwerken van huidige gebruikers bij scholen en instellingen (“feel good”) Teksten gericht op de doelgroep (beslissers, begeleiders/docenten, cliënten) Beeldmateriaal passend voor de doelgroep Cliëntenbrochure: eenvoudige teksten en eigentijds beeldmateriaal (beslist geen pictogrammen en beelden van cliënten) om de brochure laagdrempelig te houden. Uiteindelijk is gekozen voor een set van 3 brochures in A3 formaat, die qua hoogte verschillend zijn, waardoor de brochure voor begeleider om de brochure van de beslisser kan worden gevouwen en de brochure voor de cliënten daar weer omheen (zie figuur 13). Afhankelijk van de organisatie wordt een brochure gericht op beslissers bij instellingen of beslissers bij scholen toegevoegd.
Figuur 13, Drie brochures TARA
pagina 25 / 42
Figuur 14, Brochure cliënten en brochure Instellingen;
pagina 26 / 42
6.
Projectresultaten
Voor SELFLEARN kunnen de projectresultaten in twee categorieën worden onderverdeeld: de webomgeving (datgene wat cliënten en begeleiders/mantelzorgers zien) en de achterliggende organisatie, die verantwoordelijk is voor de dienstverlening.
6.1.
Webomgeving
SELFLEARN (te vinden via: http://complaid.nl) is een bijzondere webomgeving geworden. Mensen met een (verstandelijke) beperking kunnen in een eigen veilige omgeving gebruik maken van een landelijk netwerk waar ze kunnen leren, vermaken, informatie opzoeken en bovenal contacten kunnen leggen en onderhouden. Voor de doelgroep is een webomgeving gerealiseerd, die voldoet aan de gangbare internationale eisen voor toegankelijkheid zoals vastgesteld door het World Wide Web Consortium (W3C)1. Daarmee is de webomgeving uniek in Nederland. Na het ingeven van zijn/haar persoonlijke toegangscode in combinatie met een te kiezen afbeelding uit een set van 12 afbeeldingen krijgt de gebruiker toegang tot zijn persoonlijke “hoofdmenu”. In dat menu kan de gebruiker kiezen uit verschillende applicaties, zoals: Basisapplicaties:
Overige applicaties
Mijn Site
Clienten Intranet
Berichten
Muziek
Mijn Vrienden
Radio
Videochat
TARA leeromgeving
Internetfavorieten
Spelen
Levensboek Tabel 2, Huidige applicaties
Deze set van applicaties biedt de gebruiker naast de leeromgeving TARA, met 100 leerobjecten, tevens applicaties gericht op het onderhouden van sociale contacten (Social Media). Voor zorgaanbieders, die SELFLEARN willen gebruiken in hun dienstverlening naar cliënten, worden nog enkele specifieke functies aangeboden. Zo kan de zorgaanbieder kiezen voor een eigen identiteit middels een eigen startpagina en met een eigen logo op het hoofdmenu van de cliënt. Tevens is een aparte module (Extranet) beschikbaar, waarmee de zorgaanbieder informatie over de eigen organisatie op het niveau van de gebruiker kan publiceren. Release 1.0 van de webomgeving is per 1 september 2012 operationeel en kan door medewerkers van de zorgorganisatie en scholen worden ingericht voor de eigen organisatie. Medewerkers van organisaties (docenten, coaches, beheerders en begeleiders) en familieleden van cliënten maken gebruik van hun eigen webomgeving, te bereiken via www.complaid.nl/admin. Ook zij kunnen kiezen uit verschillende applicaties, die behoren bij hun rol. In onderstaande tabel zijn voor deze rollen de rechten per applicatie weergegeven. 1
http://www.accessibility.nl/kennisbank/webrichtlijnen1
pagina 27 / 42
I
G
S
C
L
C
P
F
N
E
T
O
E
O
E
A
S
B
O
N
S
A
R
M
T
R
R
T
O
C
S
I
A
U
E
E
N
H
O
L
T
I
B
N
T
O
I
I
K
E
T
W
N
E
E
E
H
B
I
L
B
R
E
E
K
I
E
S
E
H
K
J
H
B
R
E
E
K
E
E
E
L
E
H
R
A
B
R
E
A
E
E
R
G.
Onderdeel
Functies
Instantie
Rapportage bekijken van gebruikers, Tara en het Extranet
x
TARA
Leerobjecten bekijken
x
x
Leerobjecten beheren/kopen
x
x
Leerobjecten ontwikkelen
x
x
Leerobjecten aanbieden aan Complaid
x
x
Leerobjecten beoordelen (Rating)
x
x
Lessen klaarzetten voor cliënten
x
x
Afdrukken van leerobjecten
x
Gebruikers aanmaken, blokkeren, verwijderen
x
x
Rollen toekennen aan gebruikers
x
x
Content van de basis applicaties van cliënten beheren
x
x
Maken/beheren van mail- lesgroepen
x
x
x
Leerobjecten klaarzetten voor cliënten
x
x
x
Inzicht krijgen in voortgang van lessen cliënten
x
x
x
Beheren van applicaties van de cliënt
x
x
x
Toevoegen van vrienden en familieleden aan een gebruiker
x
x
x
Maken/beheren van muzieklijsten
x
Gebruikers
Muziek
R
x
x
x
x
x
x
x
Toevoegen van muziek (mp3)
x
Internet favorieten
Internetpagina’s toevoegen aan en verwijderen van de instantielijst
x
Radio
Radio-uitzendingen toevoegen/beheren en verwijderen
x
x
Extranet
Toevoegen/wijzigen van contentpagina’s
x
x
Toevoegen/wijzigen van contentpagina’s
x
x
Categorieën extranet beheren
x
x
Goedkeuren/publiceren contentpagina’s van gebruikers met content beheerrechten
x
x
Bekijken van het extranet van de instantie
x
x
x
x
x
x
x
x
Het versturen en ontvangen van een tekst-, video-, audioberichten en e-kaarten
x
x
x
x
x
x
x
x
Videochatten
x
x
x
x
x
x
x
x
Berichten
x x
x
Tabel 3, Rollen en rechten in de webomgeving
pagina 28 / 42
SELFLEARN kent naast de rol van “Client” momenteel de volgende rollen: Instantiebeheer Gebruikersbeheer Storebeheer Contentbeheer Lesstofontwikkelaar Coach Persoonlijk begeleider Familie Verschillende zorgorganisaties gaan SELFLEARN inzetten als medium om alle cliënten uit de organisatie een veilige Internetomgeving te bieden. Daartoe wordt meestal gestart met een pilotproject, dat 3 maanden duurt. Tijdens de pilot, die professioneel wordt begeleid, wordt voor de implementatie nagedacht over de rol die cliënten kunnen krijgen in het testen en het maken van organisatie brede content (artikelen, etc.) en lokaal beheer en ondersteuning. De leeromgeving voor E-learning wordt ingezet bij toeleiding naar zelfstandig wonen, waarbij zorgorganisatie graag gebruik maken van de mogelijkheid om ook zelf nieuwe leerobjecten te maken, die aansluiten bij de lokale situatie. De scholen in het Speciaal Onderwijs, die nu gebruik maken van SELFLEARN, gebruiken naast de E-learning omgeving meestal de Sociale Media applicaties. SELFLEARN is voor docenten een uitstekende omgeving om leerlingen van verschillend niveau in een veilige omgeving vertrouwd te raken met sociale media.
6.2.
Gebruik
De doelstelling zoals verwoord in de aanvraag M&ICT was om uiteindelijk 100.000 mensen met een verstandelijke beperking te bereiken. Op 21 september 2011 is de officiële lancering geweest. Per 1 september 2012 maken 739 gebruikers, waarvan 470 uit de doelgroep verdeeld over 28 instanties (=scholen en zorginstellingen) gebruik van SELFLEARN. Daarnaast maakt de doelgroep gebruik van de publieke login. Aangezien de meeste organisaties (scholen en instellingen) nog in een pilotfase zitten, waarbij slechts met een kleine groep cliënten de SELFLEARN webomgeving wordt uitgeprobeerd, is dit aantal niet teleurstellend. Op basis van de positieve reacties van de huidige aangesloten zorginstellingen zal dit aantal de komende jaren sterk stijgen. Voor het meten van het actuele gebruik wordt gebruik gemaakt van het programma Google Analytics. Met dit zeer geavanceerde analyse programma worden aantallen bezoekers bijgehouden, maar ook via welke website ze komen en hoe lang ze op de website blijven. Uit de rapportage blijkt dat inmiddels 3.101 mensen de webomgeving hebben bezocht. Onderstaande afbeeldingen geven een inzicht in het gebruik en de geografische spreiding van de bezoekers.
pagina 29 / 42
Figuur 15, Rapportage bezoeken periode september 2011 t/m september 2012
Figuur 16, Rapportage
pagina 30 / 42
6.3.
Dienstverlening
De organisatie voor de dienstverlening is ingericht volgens onderstaand model.
Complaid Service- en supportorganisatie
Artificial Industry
Technisch advies en Ontwikkelpartner
Continuity Centre Hosting partner
Figuur 17, Samenwerkende partners in de dienstverlening
In dit model heeft Complaid BV de rol van service- en supportorganisatie, waar de 1ste-lijnsondersteuning voor zorginstellingen en onderwijsinstellingen is georganiseerd. Vanuit Complaid wordt de Hosting partner (Continuity Centre) gemanaged. Continuity Centre is verantwoordelijk voor het operationeel houden van de webomgeving volgens overeengekomen service levels. Artificial Industry, als webontwikkelaar, is verantwoordelijk voor 2 delijnssupport, het oplossen van fouten in de programmatuur en het realiseren van uitbreidingen en het bouwen en installeren van de applicaties op verzoek van Complaid BV. De aangeboden dienst is ontworpen met een beschikbaarheid van 99,9%.
6.4.
Partners
Met twee nieuwe partijen zijn de mogelijkheden voor een duurzame samenwerking onderzocht. Voor de sector Onderwijs vinden gesprekken plaats met het Ontwikkelcentrum te Ede (www.ontwikkelcentrum.nl) Deze organisatie heeft lesmateriaal ontwikkeld voor praktijkscholen en VSO-scholen, gericht op arbeidstoeleiding. Dit materiaal is vindbaar op www.werktank.nl. De inhoud van Werktank is voortgekomen uit een eerder M&ICT project2. In de samenwerking brengt SELFLEARN de TARA webomgeving in. Het ontwikkelcentrum ervaart met name de social media applicaties in TARA en de E-learning omgeving als de toegevoegde waarde voor Werktank. SELFLEARN ziet in het Ontwikkelcentrum de toegang tot de markt van het Speciaal Onderwijs als toegevoegde waarde, waarbij het ontwikkelcentrum de ambitie heeft uitgesproken om rondom Werktank en TARA een landelijke community te creëren voor het ontwikkelen van actueel lesmateriaal gericht op de markt van het speciaal onderwijs.
2
http://www.m-ict.nl/onderwijs/1209/
pagina 31 / 42
De meerwaarde voor SELFLEARN in deze samenwerking is de toegang tot het lesmateriaal in Werktank ten behoeve van volwasseneducatie voor arbeidsparticipatie bij zorginstellingen. Een intelligente koppeling tussen beide webomgevingen is voorzien. Daarmee kan de gebruiker met 1 muisklik via Werktank.nl toegang krijgen tot de webomgeving van TARA en de cliënt, ingelogd op TARA kan met 1 muisklik toegang krijgen tot de leermodules in Werktank. Partijen zijn inmiddels bezig met de opstelling van een samenwerkingsovereenkomst, waarin de relaties tussen partijen worden vastgelegd. Voor de zorgsector is een samenwerking aangegaan met Stichting Link4All (www.link4all.nl). Deze stichting, waarin momenteel 7 zorginstellingen participeren, heeft de doelstelling om ICT-applicatie voor mensen met een (verstandelijke) beperking mogelijk te maken. Een van de programmalijnen van Link4All is het creëren van een landelijke community, waarbij partijen gekozen hebben voor het TARA platform als basis voor deze community. Partijen zijn inmiddels bezig met de opstelling van een samenwerkingsovereenkomst, waarin de relaties tussen partijen worden vastgelegd.
6.5.
Marketing en communicatie
In de periode 21 september 2011 tot 31 december 2011 heeft SELFLEARN van 2 belangrijke events gebruik gemaakt. In oktober/november verscheen een artikel en een advertentie over de TARA leeromgeving in een speciaal nummer van Markant, een tijdschrift van de VGN (= Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland). Met een QR-code in de advertentie kon men direct naar de SELFLEARN webomgeving, waar een speciaal TARAFREE account was gecreëerd. Daarnaast vond eind november het jaarlijks terugkerende 2-daags Congres plaats voor het V(S)O. Op de bijbehorende informatiemarkt werd TARA gelanceerd en gedemonstreerd aan de vele bezoekers. Beide evenementen hebben er toe bijgedragen dat in die periode het aantal bezoekers van de website fors is gestegen. Het acquisitieperspectief is gunstig door de samenwerking met de twee eerder genoemde partners. Het Ontwikkelcentrum heeft de focus op het Onderwijsveld en neemt het TARA platform mee in het aanbod naar de (V)SO scholen en Praktijkscholen. Het management van zorginstellingen raken steeds meer overtuigd van de noodzaak om ICT in te zetten in het primaire proces. Een belangrijke motivatie is de eis van zorgkantoren om het ondersteuningsplan voor de cliënt digitaal te beheren. Een logische stap is dan ook het toegankelijk maken van delen van het ondersteuningsplan specifiek voor de cliënten. In deze fase biedt de samenwerking met Link4All de nodige kansen. Er is gekozen om de communicatie met (potentiele) klanten via website te stroomlijnen. De verschillende URL’s (www.TARAfree.nl, www.TARAwijs.nl en www.TARApro.nl) bieden de mogelijkheid tot het verstrekken van informatie, beschikbaarheid van handleidingen en registratie voor het afsluiten van abonnementen. Andere recente communicatieuitingen zijn bedrijfspresentaties (gemiddeld 2 per maand) en het houden van lezingen voor studiebijeenkomsten.
pagina 32 / 42
Figuur 18, Voorbeelden TARApro website
Een belangrijke acquisitieactiviteit is gericht op het aanbieden van de in het project SELFLEARN verworven expertise op het gebied van lesstofontwikkeling waarbij gewerkt wordt aan competentieontwikkeling en zelfmanagement bij mensen met een verstandelijke beperking. Het unieke aanbod van de Elektronische Leeromgeving in combinatie met de kennis en ervaring op het gebied van lesstofontwikkeling in de zorg wordt ook door subsidieverstrekkers erkend.
6.6.
Organisatie
Medio 2012 is de projectorganisatie overgegaan in een structurele organisatie. De klankbordgroep is omgevormd tot gebruikersgroep. Alle organisaties die gebruik maken van SELFLEARN nemen daarin deel. De structurele organisatie kent momenteel 7 personen, waarvan 4 personen die zich bezig houden met het ontwikkelen van lesmateriaal op aanvraag.
Directie
Ondersteuning
Acquisitie
Techniek en support
Content ontwikkeling
Figuur 19, Organogram van de staande organisatie
Het jaarplan 2013 is momenteel in voorbereiding. De belangrijkste doelstellingen voor 2013 zijn: a.
uitbreiden van het aantal leerobjecten met 50 nieuwe leerobjecten
b.
uitbreiden van aantal klanten (met partners als Link4All en Ontwikkelcentrum) met minimaal 25 nieuwe instanties (zorginstelling en/of VSO scholen)
c.
marketing focus op de ontwikkeling van nieuwe applicaties ten behoeve van zorginstellingen
pagina 33 / 42
6.7.
Leermodules
Bij oplevering van het project SELFLEARN zijn meer dan 100 leerobjecten beschikbaar. Deze zijn als volgt verdeeld over de verschillende thema’s Thema
Situatieschetsen
Leerobjecten
Sociale Vaardigheden
1
5
Rechten en Plichten
1
17
Huishoudelijk werk
2
25
Voeding
1
25
Stage en Werk
1
2
Zelfzorg en gezondheid
1
23
Reizen
1
6
Vrije Tijd
1
11
Geld en Administratie
1
5
Tabel 4, overzicht leerobjecten
In het licht van recente politieke ontwikkelingen is voor 2013 een uitbreiding voorzien in de thema’s Sociale Vaardigheden en Stage en Werk.
pagina 34 / 42
7.
Evaluatie
7.1.
Kwaliteitsbewaking
De kwaliteitsbewaking gedurende het project heeft zich op de volgende elementen gericht: De functies en applicaties die de webomgeving zou moeten bieden De inhoud en de vormgeving van de leerobjecten De dienstverlening na lancering De bewaking en borging van de kwaliteit van de webomgeving speelde met name tijdens de ontwikkeling van de webomgeving. Bij aanvang van het project was de scope en de functies min of meer bekend, maar de uiteindelijke implementatie in een zeer toegankelijke webomgeving was voor het technisch ontwikkelteam onbekend. Ideeën en suggesties in de functionaliteit werden besproken met de klankbordgroep. Om de kwaliteit te waarborgen is gedurende het gehele traject een aantal inhoudelijk deskundigen uit zorgorganisatie bij de realisatie betrokken geweest. Deze hebben met eigen cliënten alle onderdelen van de applicaties uitgebreid getest op toegankelijkheid, navigatie en control. Verbeterpunten zijn vervolgens door het technisch ontwikkelteam geïmplementeerd. Dit is overigens een continu proces, omdat bij de implementatie van nieuwe applicaties en functies belangrijke delen van het platform opnieuw getest dienen te worden. Borging van de kwaliteit van de leeromgeving en leerobjecten speelde bij de ontwikkeling van het lesmateriaal. Bij aanvang van het project waren vormgeving en inhoud redelijk goed bekend, maar de uiteindelijke invulling in lesstappen en leerdoelen nog niet. Voor de kwaliteitsbewaking is binnen de werkgroep een werkwijze afgesproken, waarbij ontwikkeling van leerdoelen en ontwikkeling van lesmateriaal bij verschillende teamleden werd belegd. Tijdens de ontwikkeling van het lesmateriaal vond veelvuldig een onderlinge terugkoppeling plaats, waarbij de lesinhoud gecheckt werd met de te behalen leerdoelen.
7.2.
Toetsing resultaten
In de aanvraag voor M&ICT werden verschillende doelstellingen genoemd op het gebied van systeemfalen, opschaling en maatschappelijk effect. Samenvattend waren dit de volgende doelstellingen: Het aanbieden van content die zonder de noodzaak tot begeleiding kan worden geoefend, of content die het leereffect van lesstof die in eerste instantie wel begeleid is aangeboden, te verlengen, waardoor het beroep op de capaciteit van zorgprofessionals wordt verminderd. Het vergroten van het aantal leerobjecten en aanvullen met video-ondersteuning met de nadruk op ondersteuning bij zelfstandige woonvormen Het vergroten van het bereik van SELFLEARN bij een grotere doelgroep verstandelijk beperkten met perspectief dat 100.000 zwakbegaafde mensen of mensen met een licht verstandelijke beperking minimaal eenmalig gebruik maken van SELFLEARN.
7.2.1.
Toetsing systeemfalen
Het zichtbaarste symptoom van systeemfalen bij (semi-) zelfstandige woonvormen voor mensen met een verstandelijke beperking is het ontbreken van voldoende ondersteuning in de competentieontwikkeling voor sociale ontwikkeling en deelname in de maatschappij. De leermethode die een verstandelijk beperkte nodig heeft is langdurig herhalen van dezelfde lesstof. Dit blijkt over het algemeen praktisch niet haalbaar voor zorginstellingen, familie of docenten.
pagina 35 / 42
Tijdens een aantal testsessies met de doelgroep is gebleken, dat de binnen het project SELFLEARN ontwikkelde methode, alsmede het aanbod van de lesstof middels het SELFLEARN platform als positief wordt ervaren. De proefpersonen gebruikte de SELFLEARN omgeving in eerste aanvang nog tijdens de aanwezigheid van een coach, maar zij gingen na enige tijd er toch zelfstandig mee aan de slag. Wat duidelijk uit de testsessies naar voren kwam is dat de resultaten sterk afhankelijk waren van de gemotiveerdheid van de proefpersonen en de gemotiveerdheid en competenties van de coach en/of begeleider. Dit laatste behoeft de nodige aandacht van het management van zorginstellingen bij de verdere introductie van E-learning voor mensen met een verstandelijke beperking. Het voorgenomen oplossen van het systeemfalen met betrekking tot de bekostiging van de nieuwe lesmethode is in het project SELFLEARN gerealiseerd. Door de bekostiging van M&ICT is het mogelijk gebleken om een abonnementsmodel voor scholen en zorginstellingen te ontwikkelen, wat gebaseerd is op een relatief laag eenmalige licentiebedrag voor het gebruik van de modules en alle leerobjecten in combinatie met een laag jaarlijks licentiebedrag gerelateerd aan het aantal gebruikers (=cliënten/leerlingen). Daarnaast is een licentiemodel ontwikkeld voor particulieren (=individuele cliënt/familie) gebaseerd op een laag eenmalig licentiebedrag in combinatie met een eenmalig klein bedrag voor de aanschaf van de leerobjecten. De praktijk heeft uitgewezen, dat dit model goed aansluit bij de huidige financieringsmethodiek bij zowel scholen als zorginstellingen. Helaas is de situatie omtrent de onvoldoende vraagmacht niet verbeterd. Het is voor SELFLEARN ook niet mogelijk om dit systeemfalen direct op te lossen. Dit was geen beoogde doelstelling van het project. Alhoewel er in de gehandicaptensector diverse belangengroepen bestaan (o.a. LFB), is er eind september 2012 nog geen zicht op het bundelen van de vraagmacht door één van deze belangengroepen, met uitzondering van zorginstellingen en scholen. Echter hoe meer zorginstellingen zich aansluiten bij Stichting Link4All en gebruik maken van het SELFLEARN platform, zullen de aangesloten cliënten op het platform zich kunnen formeren tot een gebruikersgroep met een belangrijke vraagmacht.
7.2.2.
Toetsing opschaling
In het oorspronkelijke plan werd de volgende doelstelling ten aanzien van de opschaling geformuleerd: Na uitbreiding met de nieuwe leerobjecten, de inzet van SELFLEARN voor het zorgplan en marketing richting de doelgroep, is het perspectief dat 100.000 zwakbegaafde mensen of mensen met een licht verstandelijke handicap bereikt wordt en minimaal eenmalig gebruik maken van SELFLEARN. Dat betekent een opschaling naar ruim 25% van de doelgroep. Streven is na afronding van het project de activiteiten voort te zetten en uiteindelijk e-learning als een van de belangrijkste methoden voor competentieontwikkeling binnen de doelgroep te realiseren. Een kwantitatieve doelstelling betreft het aanvullen van het aantal leerobjecten met video-ondersteuning is ruimschoots gehaald. SELFLEARN omvat in september 2012 meer dan 100 nieuwe leerobjecten. Deze leerobjecten zijn gericht op de vergroting van de zelfstandigheid en zelfmanagement van mensen met een (licht) verstandelijke beperking. (zie par. 6.7) Een tweede kwantitatieve doelstelling betreft het vergroten van het bereik naar 100.000 mensen met een (licht) verstandelijke beperking. In het marketingplan is deze doelstelling nader geconcretiseerd. (zie onderstaande tabel).
pagina 36 / 42
Jaar (EOY)
Verstrekte Log-ins
2012
7.500
2013
15.000
2014
50.000
2015
100.000
Tabel 5, Marketing doelstelling SELFLEARN
Deze doelstelling is begin september 2012 nog niet gerealiseerd begin, maar onder de huidige situatie is zichtbaar dat de toestroom van nieuwe gebruikers groeiende is. In de afgelopen periode is veel geïnvesteerd in het zoeken van partnerships, die een bijdrage zullen leveren aan de verdere groei van het bereik. De verwachting is dat binnen 3 jaar de doelstelling wat betreft het aantal gebruikers bereikt zal zijn en zullen circa 200 instanties (in zorg en onderwijs) gebruik maken van SELFLEARN.
7.2.3.
Toetsing maatschappelijk perspectief
In de aanvraag voor M&ICT is een voorstel voor de meetbaarheid van het maatschappelijk effect beschreven. Momenteel wordt het maatschappelijk effect onderzocht middels een enquête onder zorgprofessionals. De eerste resultaten geven aan dat zij de begeleiding met E-learning hoger waarderen dan de huidige begeleiding. Tevens geven zij aan, dat zij op termijn ca. 10% minder begeleiding nodig achten om dezelfde resultaten te kunnen bereiken. Zodra het gebruik van het E-learning platform nog breder en langer wordt toegepast zal wederom een toetsing onder zorgprofessionals plaatsvinden.
7.2.4.
“Lessons learned”
Er zijn in dit project buitengewoon veel zaken geleerd, die van belang kunnen zijn voor derden. De belangrijkste zaken zijn: Het is verstandig externe expertise in te kopen, zodat de risico’s voor de partners zo klein mogelijk worden. In dit project is de bouw van de webomgeving door een externe partij gerealiseerd. Het is altijd meer werk dan gedacht om alle content, handleidingen en lesmateriaal te ontwikkelen en gereed te krijgen. Het is altijd meer werk dan gedacht om een complexe/uitgebreide en zeer toegankelijke webomgeving te realiseren. Naast verstandelijk beperkten zouden ook meervoudig beperkten gebruik willen maken van SELFLEARN. Vooral het testen van de consistentie van de navigatie in de verschillende modules en de interactie tussen de verschillende modules bleek zeer tijdrovend te zijn. Het duurt langer dan verwacht voordat zorginstellingen daadwerkelijk overgaan tot het gebruik van de webomgeving. De acquisitie van nieuwe zorginstellingen en het aangaan van partnerships zal in 2013 voortgaan.
pagina 37 / 42
8.
Business case
8.1.
Stakeholders analyse
De stakeholders bestaan uit de partners binnen het project. Naast Complaid BV in samenwerking met Stichting Ookjij.nl waren een zorginstelling (ASVZ) en een praktijkschool (Praktijkschool Emmen) betrokken bij de uitvoering van het project. Elk van de partners bracht een deel van de benodigde kennis en expertise in het project. Terugkijkend blijkt de samenstelling een goede combinatie te zijn geweest. Alhoewel 2 partners door reorganisaties andere prioriteiten hebben gesteld, waardoor een daadwerkelijke implementatie in de eigen organisatie nog moet plaatsvinden, voldoen de uiteindelijke resultaten van het project aan de gestelde verwachtingen. De partners hebben op een plezierige, doch zakelijke manier samengewerkt. Daar waar tegengestelde belangen aanwezig waren, zijn deze uitgesproken en is vastgesteld hoe hiermee om te gaan. Op de doelstelling van het project bleken de belangen vrijwel altijd gelijk te liggen: eenieder streefde naar een elektronische leeromgeving, die: Voldoende interessante content biedt voor mensen met een verstandelijke beperking Voldoende aantrekkelijke modules/applicaties biedt waarmee zij zich kunnen vermaken en contacten kunnen onderhouden Voldoende toegankelijk voor mensen met een lichte én matige verstandelijke beperking. Daarnaast zijn veel zaken, die minder scherp te benoemen zijn, voor de stakeholders van belang, zoals de opgedane projectervaring bij de implementatie van ICT applicaties c.q. middelen in het primaire proces in zorg en onderwijs.
8.2.
Kosten-baten analyse
In de oorspronkelijke aanvraag werden de volgende kosten en baten genoemd: Interne baten Door schaalbaarheid van competentieontwikkeling gaan kosten voor opleiden omlaag (minder begeleiding) Door een grotere effectiviteit van competentieontwikkeling vergt (semi-) zelfstandig wonen minder begeleiding en gaan kosten voor zorgbegeleiding omlaag Door nauwe aansluiting tussen scholen en instellingen worden twee krachten gebundeld en ontstaan nieuwe kennis om nog betere lesmethoden/leerobjecten te ontwikkelen. Externe baten Competentieontwikkeling wordt e-competentieontwikkeling. Dit is schaalbaar en derhalve kunnen meer verstandelijk gehandicapten uiteindelijk deelnemen aan de opleidingen. Het bereik wordt verveelvoudigd. Competentieontwikkeling wordt nu ook beter bereikbaar voor verstandelijk gehandicapten die niet (meer) verbonden zijn aan een instelling of een school (nieuwe doelgroepen) Faalfactoren voor (semi-) zelfstandig wonen wordt sterk verminderd: zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie neemt toe. Dit evaluatierapport wordt geschreven in september 2012. Dat is een jaar na de officiële lancering van het webplatform. De beschreven interne en externe baten zijn zaken die pas over een langere periode meetbaar of
pagina 38 / 42
aantoonbaar zijn. De projectpartners staan nog volledig achter de destijds gemaakte batenanalyse en verwachten dat deze gerealiseerd zullen worden; de realiteit gebiedt echter te zeggen dat deze zaken niet binnen 12 maanden na lancering gerealiseerd kunnen zijn. Wel kan worden gesteld dat de eerste signalen voor interne baten aanwezig zijn. (zie par 7.2.3)
8.3.
Risico analyse
8.3.1.
Voorzien
De risico’s in de aanvraag werden voorzien waren: De technische implicaties voor het platform van het updaten/aanpassen en het uitbreiden van de leerobjecten zijn te groot. Dit is ondervangen door een zorgvuldige selectie van toeleveranciers, startend met een zorgvuldig opgestelde RFP, die werken volgens de standaarden van SELFLEARN en een uitgebreide testperiode. De belangen van zorginstellingen, scholen en betrokkenen lopen uiteen. Dit risico is ondervangen door de instellingen van de klankbordgroep die gezamenlijk tot afstemming is gekomen. De begroting is te laag gesteld waardoor niet alle functies gerealiseerd kunnen worden. Dit risico is ondervangen door een adequaat projectmanagement. De doelgroep verstandelijk gehandicapten en zwakbegaafden wordt onvoldoende bereikt. Dit risico is ondervangen door het aangaan van nieuwe partners (o.a. Link4All en Ontwikkelcentrum) De leerobjecten sluiten niet aan bij de doelgroep. Dit risico is ondervangen door de nauwe betrokkenheid van de samenwerkingspartners (praktijkschool Emmen en zorginstelling ASVZ in de klankbordgroep.
8.3.2.
Onvoorzien
Tijdens de uitvoering van het project hebben de volgende onvoorziene risico’s zich voorgedaan: Realisatie Methodiek/Didactisch concept. Er zijn verschillen geconstateerd tussen Onderwijs en Zorg in de aanpak en vorm van het didactisch concept/methodiek voor een leeromgeving. In het onderwijs gaat men uit van een vaste methodiek, met daarbij behorend lesmateriaal. Leerlingen wordt dit lesmateriaal aangeboden. Na afloop van het jaarprogramma accepteren docenten een percentage leerlingen, die de 100% score niet hebben gehaald en bepaalde stof/vaardigheden niet onder de knie hebben. Men is gericht op het gemiddelde resultaat van de klas. In de Zorg daarentegen is men gericht op de individuele cliënt. Men blijft net zo lang zoeken naar de didactische aanpak, die bij de betreffende cliënt het gewenste resultaat oplevert. Men is gericht op het individuele resultaat. Dit risico is in de klankbordgroep besproken en er is een oplossing gekozen, die de nodige flexibiliteit in de didactische aanpak binnen SELFLEARN mogelijk maakt. De gekozen methodiek is goed bruikbaar voor alle partijen. Realisatie opschalingsambitie. Zowel het onderwijs ( (V)SO) als zorgorganisaties maken turbulente tijden door. Vanuit de politiek worden verschillende maatregelen voorbereid c.q. geïmplementeerd, die directe gevolgen hebben op de primaire processen in de organisatie van potentiele klanten. Daardoor lopen diverse veranderingstrajecten bij deze organisaties, waardoor de tijd om zich te verdiepen het gebruik van de TARA Leeromgeving ontbreekt. Het gevolg is, dat een verdere opschaling minder snel verloopt dan oorspronkelijk voorzien. Zo hebben enkele scholen, die al gebruik maakten van de huidige omgeving hun prioriteit voor dit schooljaar verlegd en zijn tijdelijk gestopt met Digitaal lesmateriaal. De maatregelen die genomen zijn, los van versterkte inspanning op het gebied van marketingcommunicatie, is het aangaan van partnerships met Stichting Link4All en het Onderwijscentrum alsmede het initiëren van nieuwe projecten, waarbij interessante
pagina 39 / 42
content wordt ontwikkeld voor de doelgroep (mensen met een VB), waardoor TARA nog beter gepositioneerd kan worden.
8.4.
Financiële onderbouwing
8.4.1.
Project SELFLEARN
De oorspronkelijke begroting ging uit van een totaalbedrag van bijna 1,2 miljoen euro, 50-50 verdeeld over eigen inbreng en gelden van M&ICT.
Tabel 6, Oorspronkelijk budget
pagina 40 / 42
Het grootste risico in bovenstaande begroting lag op de elementen die ingekocht moesten worden, zoals de bouw van de nieuwe webomgeving en expertise op het gebied van marketing en communicatie. Binnen de begroting hebben zich overschrijdingen (eigen uren) voorgedaan, maar ook vielen bepaalde uitgaven mee. De eigen inbreng is conform de begroting gerealiseerd. Het project is in budget opgeleverd.
8.4.2.
Na afronding van het project
Na oplevering van het project is SELFLEARN in een reguliere exploitatie gegaan. Tijdens het project is aan de business case gewerkt voor de continuering van de dienstverlening. Zoals in de aanvraag M&ICT is vermeld, is het verdienmodel van de dienstverlening gebaseerd op licentieinkomsten afkomstig van zorgorganisaties, die de TARA-omgeving gebruiken in hun aanbod. Extra inkomsten zijn afkomstig middels licentie-inkomsten van (V)SO- en praktijkscholen, alsmede particulieren. Daarnaast zijn additionele inkomsten voorzien vanuit specifieke projecten voor de ontwikkeling van nieuw lesmateriaal en nieuwe modules/applicaties. Voor het eerste jaar zullen de bedrijfskosten ca. € 165.000, - bedragen. Deze kosten worden gefinancierd door de operationele inkomsten uit licenties (ca. 85.000, - ) en inkomsten uit specifieke ontwikkelprojecten voor nieuw lesmateriaal (€ 80.000, -). De verwachting is dat de komende jaren het aantal, dat TARA omgeving gaan gebruiken zullen stijgen waardoor de operationele inkomsten uit licenties zullen stijgen tot gemiddeld € 250.000, - per jaar.
pagina 41 / 42
9.
Toekomst SELFLEARN
Het TARA platform en de organisatie, die is opgezet om de diensten professioneel te exploiteren en naar de sectoren Zorg en Onderwijs te vermarkten, kan de komende jaren goed functioneren. De webomgeving staat en biedt voldoende ruimte en mogelijkheden om in functionaliteit en in lesmateriaal uit te breiden. Momenteel bevinden zich verschillende zorgorganisaties zich in de fase van oriënteren en proefprojecten, hetgeen ongetwijfeld zal leiden tot een verdere uitrol van de TARAomgeving. Er wordt gestuurd op het creëren van een landelijke community waarin de aangesloten zorginstellingen ook gezamenlijk lesmateriaal gestoeld op de methodiek ontwikkeld in SELFLEARN gaan ontwikkelen. De invulling van de organisatie is gereed en biedt de ruimte voor het verwerven van interessante projecten waarbij het produceren van lesmateriaal op het gebied van zelfredzaamheid en zelfmanagement een essentiële voorwaarde is. De TARA omgeving wordt door subsidiegevers als het Innovatiefonds Zorgverzekeraars erkend als een state-ofthe-art omgeving voor het bieden van een toegankelijke ICT omgeving voor mensen met een verstandelijke beperking. Samen met partners wordt gewerkt aan nieuwe applicaties voor het TARAplatform. Naast de E-learning applicatie worden applicaties ontwikkeld die gericht zijn op E-coaching en E-begeleiding. Deze nieuwe modules zullen een veilige toegang bieden op delen van de wettelijk voorgeschreven digitale ondersteuningsplannen, die in samenspraak met cliënten en/of hun wettelijk vertegenwoordiger tot stand zijn gekomen.
pagina 42 / 42