Technische bepalingen ELEK
RDBM ARCHITECTEN&ADVISEURS
RDBM ARCHITECTEN&ADVISEURS
Project : Uitbreiding/renovatie WZC De Zonnestraal, OCMW Lint Aanbestedingsdossier nr. 9625A – ED 3486 - lot ELEK
TECHNISCHE BEPALINGEN ELEKTRICITEIT Addendum: aanvullingen door terechtwijzend bericht 15/10/2012.
Aanbestedingsdossier nr. 9625A
1/8
Technische bepalingen ELEK
RDBM ARCHITECTEN&ADVISEURS
Bijzonder Technisch Lastenboek: 1. VRAAG: P9: aarding volgens TNR: ik vrees dat het hier een typfout betreft. Ik veronderstel dat er in TNS wordt gewerkt? ANTWOORD: Aarding TNR is specifiek voor HS. Aan laagspanningszijde is er een TNS-systeem voorzien. 2. VRAAG: P22: post 63.1.13 Toestel type N 20 stuks . Geen beschrijving in het bestek. ANTWOORD: toestel type N volgens volgende besteksbeschrijving: Verlichtingstype 16 : 4 x 36W Pendelarmatuur voor compact fluolampen, met elektronische voorschakelapparatuur. Afgewerkt met een ronde textielkap, verschillende kleurafwerkingen mogelijk, en een matte glasplaat aan de onderkant. Afmetingen ± 40x40x15cm (lxbxh) Fotometrische gegevens: Het directe rendement bedraagt minstens 82%, Specificaties en normen: De armatuur heeft het ENEC-keurmerk en is ontwikkeld en geproduceerd in een onderneming die ISO9001 gecertificeerd is: ENEC, IP 20, radio ontstoord, ISO 9001. F-brandveilig. Uitvoering: 4 x 36 W – EVA Prijsopbouw: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) - per stuk (st), omvat alle plaatsingstoebehoren.
Algemeen Technisch Lastenboek
3. VRAAG: P12: men spreekt bij de projectomschrijving over “kleuterschool, lagere school, polyvalente turnzaal, …”. Ik veronderstel dat dit een overblijfsel is van een voorgaande aanbesteding ANTWOORD: Projectomschrijving school dient verwijderd te worden 4. VRAAG: P16: men beschrijft dat het lot elektriciteit moet instaan voor het afdrukken van gecoördineerde plannen & afdrukken. Klopt dit? In hoeveel exemplaren? ANTWOORD: Aantal af te drukken plannnen: zie procedure asbuilt 5. VRAAG: P17: kosten elektriciteit tijdens de werf: Hier staat dat dit ten koste is van nevenaannemer In document werforganisatie staat vermeld dat dit ten koste van de pilootaannemer is. Wat is correct? ANTWOORD:
Aanbestedingsdossier nr. 9625A
2/8
Technische bepalingen ELEK
RDBM ARCHITECTEN&ADVISEURS
De nutskosten zijn te laste van de nevenaannemers. Indien de nutsvoorzieningen worden ter beschikking gesteld door de pilootaannemer of door de bouwheer, zal deze een afspraak maken met de nevenaannemers om de kosten te verdelen. 6. VRAAG: P20: men spreekt van volgende nota’s die niet bijgevoegd zijn:Nota luchtdichtheid, Nota thermografie ANTWOORD: Nota luchtdichtheid en thermografie ontbraken in de aanbestedingsdocumenten en worden in bijlage verdeeld 7. VRAAG: P23: Omschrijving opleidingen: In dit document staat dat het vier halve dagen betreft. In document “voorlopige oplevering” staat dat het twee halve dagen betreft. Wat is correct? ANTWOORD: - Opleiding: 4 halve dagen
Document “AS-BUILT”:
8. VRAAG: Men spreekt van een sleutelplan: is dit niet eerder voor de aannemer BK? ANTWOORD: Sleutelplan is voor lot bouwkunde 9. VRAAG: Keuring liften: is het normaal dat het lot elektriciteit moet instaan voor de keuring van de liften? ANTWOORD: - Keuring liften: bij lot liften te voorzien
Document “oplevering”: 10. VRAAG: Moet er effectief een onderhoudscontract worden voorgesteld? Er is geen post hiervoor voorzien. ANTWOORD: - Onderhoudscontract voorstel: nu niet te voorzien
Algemene vragen: 11. VRAAG: Voor wat betreft de verdeelborden: er is een schema van het ALSB, maar voor de andere verdeelborden zijn er noch schema’s noch beschrijvingen van de inhoud. ANTWOORD: - Enkel ALSB is door ons uitgewerkt, andere borden zijn door aannemer uit te werken 12. VRAAG: De bekabeling zit niet in post 61.4. maar in 62.1.1.i XVB 3G1.5. Volgens mij is de bekabeling welke van het ALSB vertrekt opgemeten in de posten 62.1.1.a t/m 62.1.1i.De bekabeling van de andere borden zijn niet opgenomen in de meetstaat.
Aanbestedingsdossier nr. 9625A
3/8
Technische bepalingen ELEK
RDBM ARCHITECTEN&ADVISEURS
ANTWOORD: Alle bekabeling van alle borden zijn wel degelijk meegenomen. Tevens werd er voor elke kamer een 'achter 30mA' deel voorzien en een 'niet achter 30 mA deel'. De kamers worden echter zo samengenomen dat de bekabeling geminimaliseerd word. Namelijk veel stopcontacten kunnen worden samengenomen waardoor er in 1 wand 6 stopcontacten staan (voorbeeld 3 van de kamer links, 3 van de kamer rechts). Op deze manier wordt een optimaal gebruik van de bekabeling bereikt en wordt het gemiddeld aantal meters geminimaliseerd. Hetzelfde geldt voor verlichting waarbij er aan elke wisselschakelaar kan doorgelust worden naar de volgende kamer. Bijkomend wordt er getracht (conform opmerkingen plannen en bijzonder technisch lastenboek) om zo veel mogelijk gebruik te maken van LED inbouwtoestellen als noodverlichting. Hiervoor dient dus geen extra bekabeling te worden voorzien. 13. VRAAG: Voor de zonnewering worden er op de plannen in iedere kamer een bediening getekend Moeten deze bediening mee in artikel 65.3 voorzien worden ? Bekabeling er naar toe ? In meetstaat enkel regeling zonnewering met weerstation? ANTWOORD: De stuurkabel van drukknoppen en motorcontrollers zit PM post 65.3 Systeemcomponenten: regeling zonnewering met weerstation. Bekabeling zonwering zit vervat in post 61.4 bekabeling, meerbepaald 3G1,5. De voeding van de controllers in het schrijnwerk ontbreekt: het totaal aantal meter 3G1,5mm² bekabeling wordt 4.740m. De bediening van de zonnewering zit in post 63.5.3.a drukknop. Er dient opgemerkt te worden dat voor de dementerenden (gelijkvloers) een speciale knop wordt voorzien waarvoor sleutelbediening benodigt is om deze te kunnen gebruiken (conform plannen). Uittreksel bestek lot bouwkunde: De zonweringen worden uitgevoerd met een elektrische motor. Aluminium oprolbuis, diameter 47 mm, volgens breedte en kastgrootte. Ingebouwde asynchrone motor metwrijvingsloze werking, beschermd door een thermische beveiliging. Vertragingskast van het planetaire type; gelijkmatige verdeling van de belasting over in serie gemon-teerde tanden planeetwielen. Schakelgedeelte gesynchroniseerd met de oprolbuis. Automatische ontkoppeling van de schuifkragen in de eindstand boven en onder. Rem met elektrische ontkoppeling zodra de motor onder spanning wordt gezet. Indien meerdere zonwering samen bediend dienen te worden, is het belangrijk een aparte voeding naar elke motor apart te voorzien. (geen parallelle schakeling van de buismotoren) c) Meetwijze De aannemer elektriciteit voorziet alle bekabeling, relais, bedieningen, wind- en zonvoelers, ruitenwasserschakelaar, indienststelling en regeling. In deze aanneming is levering en plaatsing van het volledig geassembleerd systeem voorzien: zonweringsscreen, motor, bergingskast, geleiding inbegrepen + garanderen van de toegankelijkheid.
14. VRAAG: Voor de branddetektie zijn er 234 detectoren en 18 brandmelders en 18 sirene’s voorzien.In totaal 270 stuks waarvoor 2350 meter bekabeling voorzien wordt . Gemiddeld 8.7 meter per toestel? Er klopt iets niet met deze aantallen.
Aanbestedingsdossier nr. 9625A
4/8
Technische bepalingen ELEK
RDBM ARCHITECTEN&ADVISEURS
ANTWOORD: De bekabeling voor branddetectie werd correct geteld. Hier werd tevens rekening gehouden met fasering, brandcompartimentering en de daarbijhorende lussen.
15. VRAAG: Post 61.2.2.c Oliegevulde transformator 400kVA . In bestek staat 400VA vermeld. Wij veronderstellen dat 400kVA de werkelijkheid benadert. ANTWOORD: Wat betreft het vermogen spreken we inderdaad over een oliegevulde transfo van 400kVA. Oliegevulde transformatoren van 400VA bestaan niet.
16. VRAAG: In algemeen bestek wordt er een prefab cabine besproken, terwijl het HS lokaal in het gebouw wordt ondergebracht. In algemeen bestek wordt er ook gesproken van een geïsoleerde vloerafdekking. Deze is ook niet opgenomen in de meetstaat. ANTWOORD: De opmerking van de prefab cabine is terecht. Deze beschrijving is fout, wat betreft de geïsoleerde vloerafdekking deze zit mee in de globale prijs van de hoogspanningscellen.
17. VRAAG: Post 61.4 Opmerking in de meetstaat : Aanpassing bestaande borden is opgenomen in post 60.3.5 . Dit is werfinrichting en nutsvoorzieningen . ANTWOORD: Deze post heeft niets te maken met aanpassingen bestaande borden. Het aanpassen van de borden is eigen aan de fasering en wordt daarom bij werfinrichting en nutsvoorzieningen elektriciteit voorzien. Veel dient er niet aangepast te worden aan de bestaande borden, vaak betreft het enkel het tijdelijk plaatsen van een nieuwe aansluitkabel.
18. VRAAG: Post 61.4.2.b Datalogger voor energieboekhouding ( communiceert met pulsuitgang tellers) Welke borden krijgen een meter met pulsuitgang ? Elektriciteits, gas en watermeter met pulsuitgang Pro memorie aansluiting nutsmaatschappijen. ANTWOORD: pulsuitgangen worden voorzien aan elke gas- en watermeter. Voor gas komt dit neer op de leiding van de keuken en de hoofdteller. Voor water komt dit neer op de aansluiting van het stadswater en de aansluiting van het regenwater. Voor elektriciteit wordt deze pulsuitgang enkel ondergebracht in het ALSB. In totaal dienen er dus 5 meetpunten te worden uitgelezen. 19. VRAAG: Post 62.1.1.a XVB 4x240mm² . Op het schema ALSB staat er ook nog VOB 120 vermeldt. Niet opgenomen. Post 62.1.1.b XVB4x70mm²+70mm². Op schema ALSB geen vermelding van deze aarding. ANTWOORD: de VOB 120mm² is de aardingslus. Deze vertrekt ook van de trafo om daarna gekoppeld te worden aan de hoofdaardingsrail. De prijs hiervan zit vervat PM post 62.1.1.a XVB 4x240mm².
Aanbestedingsdossier nr. 9625A
5/8
Technische bepalingen ELEK
RDBM ARCHITECTEN&ADVISEURS
Wat betreft de XVB 4x70mm²+70mm² gaat het hier over de aansluitkabel van het bord van de keuken. Het is dus gewoon de aarding die mee wordt genomen vanaf da hoofdaardingsrail in het ALSB.
20. VRAAG: Op schema ALSB staan de rookluiken vermeld met XVB-F3 3G1,5 . In de meetstaat enkel XVB-F3 3G2,5 ( gemotoriseerde gaskraan volgens schema ) Gezien de hoeveelheid 182 meter zal dit voor beide zijn? ANTWOORD: Dit klopt. Eigenlijk moet die 182m onderverdeeld worden in XVB-F3 1,5mm² en XVB-F3 2,5mm². De kostprijs van het geheel wordt hier echter niet door beïnvloed. 21. VRAAG: Post 63.3 Veiligheidsverlichting Algemene beschrijving ( posten 63.3.1 t/m 63.3.6 ) Technische beschrijving. ( geeft een ledarmatuur op , maar in de meetstaat vragen ze een ander type ) ANTWOORD: de nummer die voor 'Noodunit voor inbouw in verlichtingsarmatuur" staat dient te worden aangepast naar 63.3.3 zodat deze overeenkomt met de beschrijving in het AT lastenboek en het BT lastenboek. Tevens wordt op de plannen vermeld dat er zoveel mogelijk dient gekozen te worden voor inbouwtoestellen in de armaturen. 22. VRAAG: Post 64.1.5 Patchpanelen 24 outlets 12 stuks. Er worden 259 dubbele RJ45 contactdozen voorzien. Samen 518 data-aansluitingen. Gedeeld door 24 outlets geeft 21.58 stuks dus 22 patchpanelen ipv de opgegeven 12 stuks ? ANTWOORD: De 12 opgenomen stuks waren enkel diegene opgenomen voor het zusteroproepsysteem. De 22 andere patchpanelen dienen hierbij op geteld te worden. Er dienen dus 34 patchpanelen te worden voorzien.
23. VRAAG: Post 68.1.8 Rookluiken . Geen beschrijving in het bestek. ANTWOORD: Klopt, hier mag u zelf een keuze in maken. 24. VRAAG: Post 68.3 Toegangscontrole en tijdsregistratie. Er worden 141 badgelezer voorzien. Er is in dit onderdeel geen bekabeling opgenomen. Post 68.3.5 van het bestek bespreekt de bekabeling. ANTWOORD: De voeding van de sloten is PM post 64.3.5. De bekabeling van de badgelezers zelf is PM post 64.1.2. Dit verduidelijkt de meetstaat, voor zover noodzakelijk. 25. VRAAG: Post 68.4.4 Bekabeling camera’s Pro Memorie post 64.1.2 Horizontale bekabeling. Horizontale bekabeling is UTP cat 6A. In bestek wordt er voor bekabeling camera’s het volgende vermeld : coax RG59 + XVB3G1,5. ANTWOORD: In het algemeen technisch lastenboek wordt idd gesproken van coax RG59 e, XVB 3G1,5. Echter betreft het hier IP camera's. De bekabeling hiervoor zit uiteraard ook bij de horizontale bekabeling. De voedingskabel bestaat wel degelijk uit 3G1,5mm². 26. VRAAG: Voor de bewegingsmelders en aanwezigheidsmelders zijn deze beschreven met KNX Is dit juist ? Is de rest van de installatie te beschouwen op KNX bussysteem ?
Aanbestedingsdossier nr. 9625A
6/8
Technische bepalingen ELEK
RDBM ARCHITECTEN&ADVISEURS
ANTWOORD: Bewegingsdetectoren en aanwezigheidsmelders zijn niet op KNX, zie besteksbeschrijving infra: 63.5.4 Bewegings- en aanwezigheidsmelders 63.5.4.a Aanwezigheidsmelders Omschrijving Aanwezigheidsmelder voor het schakelen van verlichting en/of aansturen van een potentiaal kanaal voor het schakelen van verwarming, airco en/of ventilatie. Sensorhoek: 360° Bij voldoende daglicht kunnen de aanwezigheidsmelders gebruikt worden voor het uitschakelen van de verlichting door een meting van menglicht. Reikwijdte afhankelijk van de montagehoogte (tussen 1,1 m en 3 m): Circulaire detectiezone bij een temperatuur van 18°C. Zittend detectiebereik: r=1,6 meter op 2 m hoogte, r=2 meter op 2,5 m hoogte Frontaal: r=2,50 meter op 2 m hoogte, r=3 meter op 2,5 m hoogte Dwars: r=4 meter op 2 m hoogte, 5 meter op 2,5 m hoogte. Werkingstemperatuur tussen -25°C en +50°C Helderheidsgrenswaarde: 10 Lux - 2000 Lux Opbouw afmetingen (h x b x d) : dia 98 x 50 mm Inbouw afmetingen (h x b x d) : dia 80 x 84.5 mm Verzonken afmetingen (h x b x d): dia 98 x 65 mm Voedingsbron: 230V +- 10% IP beschermingsgraad: IP20 Het lichtkanaal dient een minimaal vermogen van 2300W te kunnen schakelen bij een cos phi gelijk aan 1. Indien de cos phi gelijk is aan 0,5 dient het schakelvermogen gelijk te zijn aan 1150VA. De aanwezigheidsmelder dient voorzien te zijn van een daglichtmeting opdat enkel kunstlicht wordt ingeschakeld wanneer er te weinig daglicht is. Het verlichtingsniveau waarbij de detector actief wordt kan ingesteld worden tussen 10 en 2000 lux. (Helderheidsgrenswaarde) Tevens kan de nalooptijd van de detector ingesteld worden tussen 15 sec. en 30 min. Indien er een tweede kanaal benodigt is voor het schakelen van verwarming, airco of ventilatie beschikt de melder hiervoor over een NO potentiaalvrij sluitcontact 3A, 230V, cos phi=1. Klokinstelling door alarmimpuls, impuls instelbaar tussen 5 en 120 min. Materiaal Behuizing uit hoogwaardig UV-bestendige PC. Hiervan kan afgewijkt worden in overleg met de architect indien alle technische eigenschappen van de detector overeenkomt met diegene uit deze beschrijving. Uitvoering De bewegingsdetector mag nooit in de directe nabijheid van een aircosysteem of een radiator geplaatst worden. Dit gaat er namelijk voor zorgen dat de detector foute meldingen doorgeeft aangezien de werking gebaseerd is op temperatuursverschillen. Op deze manier dient ook voldoende afstand te worden gerespecteerd ten opzichte van lampen. De aanwezigheidsmelders beschikken over een alarmpuls. De melder schakelt pas nadat er binnen 10 seconden minimaal 3 bewegingen zijn gedetecteerd. Parallelaansluiting van masterapparaten is niet toegestaan. Uitbreiding van het detectiebereik gebeurt door slave-apparatuur. Het master apparaat dient steeds op de donkerste plek in de kamer gemonteerd te worden. 63.5.4.b Bewegingsmelders Omschrijving Sensorhoek 360° Montagehoogte 1,1 tot 2,5 m. Reikwijdte afhankelijk van de montagehoogte (tussen 1,1 m en 2,5 m): Cirkelvormige detectiezone bij een temperatuur van 18°C. Frontaal: 5 meter op 2 m hoogte, 6 meter op 2,5 m hoogte Dwars: 8 meter op 2 m hoogte, 10 meter op 2,5 m hoogte. Werkingstemperatuur tussen -25°C en +50°C Opbouw afmetingen (h x b x d) : dia 106 x 53 mm Inbouw afmetingen (h x b x d) : dia 83 x 53 mm Verzonken afmetingen (h x b x d): dia 106 x 63 mm
Aanbestedingsdossier nr. 9625A
7/8
Technische bepalingen ELEK
RDBM ARCHITECTEN&ADVISEURS
Het lichtkanaal dient een minimaal vermogen van 2300W te kunnen schakelen bij een cos phi gelijk aan 1. Indien de cos phi gelijk is aan 0,5 dient het schakelvermogen gelijk te zijn aan 1150VA. De bewegingsdetector dient voorzien te zijn van een daglichtmeting opdat enkel kunstlicht wordt ingeschakeld wanneer er te weinig daglicht is. Het verlichtingsniveau waarbij de detector actief wordt kan ingesteld worden tussen 10 en 2000 lux. Tevens kan de nalooptijd van de detector ingesteld worden tussen 30 sec. en 30 min. Materiaal Behuizing uit hoogwaardig UV-bestendig PC. Hiervan kan afgewijkt worden in overleg met de architect indien alle technische eigenschappen van de detector overeenkomt met diegene uit deze beschrijving Uitvoering De bewegingsdetector mag nooit in de directe nabijheid van een aircosysteem of een radiator geplaatst worden. Dit gaat er namelijk voor zorgen dat de detector foute meldingen doorgeeft aangezien de werking gebaseerd is op temperatuursverschillen. Op deze manier dient ook voldoende afstand te worden gerespecteerd ten opzichte van lampen. Indien ventilatie dient te worden aangestuurd door de bewegingsdetector dient hiervoor een 2 – kanaalsdetector te worden gebruikt. Keuring Meting Per stuk in FH Toepassing 63.5.4.c Bewegingsmelders, 180°C Omschrijving Infrarood bewegingsdetector van 180°, muurmontage, ingebouwd. Aanpasbaar aan alle gangbare merken van ENC schakelaars. Automatische schakelaar gevoelig voor bewegingen Geforceerd in- / uitschakelen mogelijk over drukknop. Voeding op het lichaam van de detector en aansluiting via zelfborgende klemmen. Model 3-draads: uitvoering met relais voor inductieve, capacitieve of ohmse lasten. Handmatige instelling via potentiometers op de detector. Onder ingestelde schemerdrempel, inschakeling van verlichting op overloop mogelijk door geluiden in het lokaal. Montage op H: 1,10m (Detectiezones 180°) bij een temperatuur 18°C voor bewegingen: rechtop transversaal: 6m straal. rechtop naderende op de as van de detector: 3m. Montage op H: 2,20m (Detectiezones 180°) bij een temperatuur 18°C voor bewegingen: rechtop transversaal: 8m straal. rechtop naderende op de as van de detector: 3m. Schakelvermogen : 1.000 W (cos.φ :1) Het verlichtingsniveau waarbij de detector actief wordt kan ingesteld worden tussen 2 en 2000 lux. Tevens kan de nalooptijd van de detector ingesteld worden tussen 4 sec. en 10min. RAL 9010 CE EN 60669-1 / EN 60669-2-1
27. BEVESTIGING - art 90 v.d. administratieve bepalingen: bij deze de bevestiging dat materiaalfiches en monsters niet toegevoegd moeten worden bij de offerte.
Bijlage: ED 3486_M04050_5-_Procedure luchtdichtheidstest en thermografie_A_20120705
Aanbestedingsdossier nr. 9625A
8/8