Onderhoud zorgzwaartebekostiging Onderhoudsagenda 2011/2012
November 2011
Inleiding
De zorgzwaartebekostiging In 2009 is zorgzwaartebekostiging voor de intramurale AWBZ-zorg ingevoerd. Hiermee is de instellingsbudgettering omgezet in een persoonsvolgend bekostigingssysteem. De bekostiging is afhankelijk geworden van de zorgvraag van de intramurale cliënten en is vertaald in zorgzwaartepakketten (ZZP’s). Sinds de invoering van de ZZP-bekostiging is onder coördinatie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS) door de overheid en veldpartijen (NZa, CVZ, CIZ, brancheverenigingen, cliëntenorganisaties, ZN) aan het systeem gewerkt om geconstateerde fricties in het systeem op te lossen. De wijzigingen zijn tot stand gekomen in afstemming met de veldpartijen middels periodieke overleggen per sector (V&V, GGZ en GHZ) en een overkoepelend overleg waarin alle sectoren vertegenwoordigd zijn. Met ingang van de onderhoudscyclus 2011/2012 is het onderhoud van de ZZP-systematiek overgedragen van VWS naar de NZa. Een voorlichtingsdocument is opgesteld waarin de NZa duidelijk maakt hoe het onderhoud onder haar verantwoordelijkheid wordt vormgegeven. De inhoud van dit document is afgestemd met de veldpartijen.
Het onderhoudsproces In de onderhoudscyclus zijn zes fasen te onderscheiden. De onderhoudscyclus 2011/2012 is in de zomer van 2011 gestart en als volgt verder gepland: Fase
Activiteit
1
Inventarisatie van mogelijke onderhoudspunten
Datum gereed 1 oktober 2011
2
Opstellen onderhoudsagenda
1 november 2011
3
Onderzoeksfase
1 maart 2012
4
Uitwerken resultaten
1 april 2012
5
Afstemming met veldpartijen
1 juni 2012
6
Vaststellen beleidsregels
1 juli 2012
Voor de werkwijze binnen iedere stap, de rol van de veldpartijen hierin en de criteria waaraan wijzigingen worden beoordeeld, wordt verwezen naar het voorlichtingsdocument.
De onderhoudsagenda Aan het begin van de onderhoudscyclus wordt met alle partijen een onderhoudsagenda opgesteld. De NZa heeft hiertoe de veldpartijen gevraagd om onderhoudspunten aan te dragen middels een hiervoor opgesteld signaleringsformulier. De NZa heeft zelf ook het initiatief genomen om een aantal onderhoudspunten aan te dragen. De NZa heeft, op basis van de ontvangen informatie en de bespreking van de aangedragen onderhoudspunten in de Kerngroep ZZP-onderhoud van 11 oktober jl., samen met de veldpartijen bij de aangedragen onderhoudspunten beoordeeld of deze passen binnen de reikwijdte van het reguliere onderhoud en binnen de beschikbare capaciteit en onderzoeksmiddelen. Hierbij is ook beoordeeld of voldoende informatie beschikbaar is gesteld voor opname op de onderhoudsagenda. Voorliggend document betreft het resultaat van deze inventarisatie en analyse: de voorgestelde onderhoudsagenda 2011/2012 (voor zover haalbaar ten behoeve van het beleid in 2013). De overwegingen bij het wel/niet opnemen van aangedragen punten op de onderhoudsagenda zijn in een separate notitie genaamd ‘Afwegingen bij aangedragen signaleringspunten’ uiteen gezet.
2
Onderhoudspunten
De volgende onderhoudspunten worden in 2011/2012 opgepakt:
1.
Tijdelijke afwezigheid cliënten
2.
Extreme zorgzwaarte V&V en GGZ
3.
Gevolgen afschaffing toelatingen
4.
Dagbesteding V&V
5.
Reikwijdte ZZP VV5
6.
Duurzaam verblijf
7.
Ambulante SGLVG-behandelzorg
8.
Dagbesteding ZZP VG8 EMG
9.
NAH-cliënten zonder fysieke problemen
10. Omzetting indicaties van VG naar ZG
Per onderhoudspunt wordt hierna aangegeven op welke sectoren het vraagstuk betrekking heeft, wat het probleem en de relevante onderzoeksvragen zijn en hoe de onderzoeksaanpak er naar verwachting op hoofdlijnen uit zal zien. Voor nadere toelichting op de onderhoudspunten wordt verwezen naar de ingediende signaleringsformulieren.
1. Tijdelijke afwezigheid Sectoren waarop het vraagstuk betrekking heeft: V&V, GHZ, GGZ Beschrijving: De NZa ontvangt met regelmaat vragen en signalen die duiden op knelpunten op de bekostiging van afwezigheid (verblijf bij een andere aanbieder, vakantie, ziekenhuisopname, etc.). Aan onderzoeksbureau KPMG is in 2010 gevraagd een vooronderzoek te verrichten naar de bekostiging van aan- en afwezigheid in de intramurale AWBZ. In het KPMG-onderzoek wordt bevestigd dat aan- en afwezigheid momenteel diverse knelpunten met zich meebrengt. De uitvraag laat zien dat afwezigheid in de intramurale AWBZ sterk wisselend wordt vastgelegd. De grote afwijkingen in de omvang van afwezigheid, zowel binnen de sectoren als tussen de sectoren, maken dat op dat moment geen conclusies konden worden getrokken over de feitelijke omvang van afwezigheid in de intramurale AWBZ. KPMG concludeert dat wanneer de financiële consequenties van een mogelijke oplossingsrichting bepaald moeten worden, aanvullend onderzoek dient te worden uitgevoerd naar de omvang van de feitelijke afwezigheid. Op basis van het onderzoek adviseert KPMG om voor twee oplossingsrichtingen een verder onderzoek en uitwerking in te stellen: (1) alles doordeclareren tot een maximum afwezigheid van de cliënt, (2) integraal tarief met opslag voor afwezigheid. Onderzoeksvragen: Wat is de feitelijke omvang van tijdelijke afwezigheid, gedifferentieerd naar (sub)sector, ZZP’s en leeftijd? Welk scenario heeft de voorkeur (kwalitatief)? Aanpak: Brancheorganisaties dragen zorgaanbieders aan voor deelname aan het onderzoek. Deze aanbieders worden geïnterviewd om meer beeld te krijgen bij welk scenario de voorkeur heeft en welke consequenties in de praktijk per scenario worden verwacht. Deze vraag wordt ook aan enkele zorgkantoren voorgelegd. De geselecteerde zorgaanbieders voeren voor hun cliënten gedurende vier maanden een afwezigheidsregistratie volgens van te voren bepaalde richtlijnen en een vast format. De resulterende afwezigheidspercentages zullen worden geëxtrapoleerd naar percentages die voor de gehele (sub)sector, leeftijdscategorie en/of ZZP-populatie representatief zijn. Op basis van de resultaten wordt een scenario gekozen en worden het beleid en de tarieven hier op aangepast (afhankelijk van het scenario). Bij deze keuze en uitwerking zal ook worden afgestemd met cliëntenorganisaties (vanuit de invalshoek van mogelijke effecten voor de cliënten). Onderzoek wordt in december afgerond en uitkomsten worden in juli meegenomen bij vaststelling beleidsregels 2013. Externe ondersteuning gewenst? Ja, onderzoeksbureau KPMG is reeds geselecteerd voor deze vervolgopdracht. De NZa voert regie op het onderzoek.
4
Eindresultaat: Onderzoeksrapportage met de volgende elementen: Beschrijving onderzoeksaanpak Becijfering feitelijke omvang tijdelijke afwezigheid intramuraal Resultaten interviews zorgaanbieders en zorgkantoren over haalbaarheid en consequenties van beide scenario’s Advies KPMG voor een voorkeursscenario en verdere uitwerking hiervan. Deze onderzoeksrapportage zal, begeleid door een NZa-advies, worden besproken in het kernteam ZZP-onderhoud. Planning: Nr. 1 2 3 4 5 6 7
Actie/Mijlpaal Oplevering eindrapportage vervolgonderzoek aan- en afwezigheid Terugkoppeling onderzoeksresultaten aan deelnemende zorgaanbieders Formuleren NZa-advies voor keuze scenario en implementatie Bespreken rapportage KPMG + NZa-advies in kernteam ZZP-onderhoud Afstemmen voorgenomen besluit en verwerking in Cie Care Afstemming aanpassing beleid en/of tarieven in TO Aanpassen beleidsregel ZZP-onderhoud en vaststelling in RvB NZa
Opleverdatum
Partij
Januari 2012
KPMG
Februari 2012
KPMG/NZa
Februari 2012
NZa
Maart 2012
NZa
April 2012
NZa
Mei 2012
NZa
Juni 2012
NZa
2. Extreme zorgzwaarte V&V en GGZ Sectoren waarop het vraagstuk betrekking heeft: V&V, GGZ Probleembeschrijving: De mogelijkheid om de kosten voor zogenaamde ‘extreme zorgzwaarte’ vergoed te krijgen uit de AWBZ is alleen opengesteld voor cliënten met een GHZ-indicatie. De zorgaanbieders binnen de sectoren V&V en GGZ willen ook aanspraak kunnen maken op deze regeling. Dat de regeling niet openstaat voor V&V en GGZ is reeds in 2009 aangekaart door de branches. In 2010/2011 is de regeling door de NZa geëvalueerd. Naar aanleiding van deze evaluatie heeft de NZa aan VWS geadviseerd onderzoek uit te voeren naar de doelgroep V&V en GGZ. Er bestaat onvoldoende beeld van de extreme zorgbehoefte van deze cliëntgroep.1 Onderzoeksvragen: Hoeveel cliënten komen binnen de V&V en GGZ naar verwachting in aanmerking voor extreme zorgzwaarte (uitgaande van de eisen in de huidige regeling voor de GHZ)? Voor welke ZZP’s zijn deze cliënten geïndiceerd? Wat is de omvang van de benodigde uren meerzorg? Wat zijn de financiële consequenties als de regeling wordt opengesteld voor deze sectoren? Aanpak: Uitgaande van de huidige vormgeving/inhoud van de regeling in de GHZ, in kaart brengen van het aantal cliënten dat naar verwachting in aanmerking komt voor extreme zorgzwaarte binnen de sectoren, inclusief de omvang van de meerzorg (functies en uren in relatie tot de indicatie). Hiertoe wordt onderzoek gedaan bij door brancheorganisaties aangedragen zorgaanbieders. Ook gesprekken/interviews met ZN, CIZ en CCE zijn in deze inventarisatie en bij een vooruitblik op de toekomst van belang. Extrapoleren van de omvang in aantallen en meerzorg binnen de steekproef naar een raming voor beide sectoren als geheel en doorrekenen van de financiële consequenties. Resultaat van de analyses voorleggen aan VWS ter besluitvorming. Openstelling van deze regeling voor beide sectoren gaat namelijk verder dan regulier onderhoud en raakt wellicht ook het BKZ. Om de regeling extreme zorgzwaarte te verbeteren, heeft VWS een Denktank Complexe zorg opgericht. Deze Denktank brengt in het voorjaar van 2012 een tussenrapportage uit over de complexe zorg in bredere zin. Hier zal aansluiting bij worden gezocht. Externe ondersteuning gewenst? Ja. Regie op het onderzoek door de NZa.
1
Met ingang van 1 januari 2011 zijn het BZa en het Zib gewijzigd. Met deze wijziging hebben cliënten aanspraak op een ZZP indien ze zijn aangewezen op verblijf. Zorg die op grond van toeslagen wordt bekostigd (zoals extreme zorgzwaarte) moet nog van een wettelijke grondslag worden voorzien. NZa heeft hiervoor in samenwerking met CVZ een voorstel ontwikkeld, dat ook invloed heeft op de wijze van indicatiestelling (door CIZ en CCE) en de wijze van bekostiging. Dit traject loopt buiten het ZZP-onderhoud om.
6
Eindresultaat: Inzicht in de omvang van de groep cliënten binnen de GGZ en V&V die aanspraak zouden kunnen maken op extreme zorgzwaarte. Tevens een overzicht van de geschatte kosten en overige consequenties voor zorglevering indien deze groep cliënten inderdaad aanspraak op extreme zorgzwaarte gaat maken. Een en ander ter bespreking in de kerngroep ZZP-onderhoud. Planning: Nr. 1 2
Actie/Mijlpaal Inventariseren stappen VWS om toeslagen op te nemen in BZa Inventariseren denkrichting VWS m.b.t. openstellen regeling voor GGZ en V&V
Opleverdatum
Partij
December 2011
NZa
December 2011
NZa
3
Opstellen offerte verzoek
Januari 2012
NZa
4
Branches mobiliseren voor medewerking (aanleveren zorgaanbieders met informatie, etc.)
Januari 2012
NZa
6
Uitbesteden onderzoek (opdracht bevestiging)
Februari 2012
NZa
7
Uitvoering onderzoek
April 2012
Onderzoeksbureau
8
Bespreken resultaten onderzoek in kerngroep ZZP onderhoud
Mei 2012
NZa
9
Voorleggen resultaten aan VWS: Go / No Go
Mei 2012
NZa
Juni 2012
NZa
Juni 2012
NZa / CVZ / VWS
9 10
Bespreken resultaten onderzoek en conclusies kerngroep in Cie Care en TO Aanpassen beleidsregel en verruiming aanspraken
3. Gevolgen afschaffing toelatingen Sectoren waarop het vraagstuk betrekking heeft: V&V, GHZ, GGZ Probleembeschrijving: Op dit moment is niet de indicatie van de cliënt maar de toelating van de instelling leidend in de bekostiging van behandeling. Dit sluit niet aan bij het principe van persoonsvolgende bekostiging en het beperkt de keuzevrijheid van de cliënt. VWS heeft het initiatief genomen om met partijen in gesprek te gaan voor lange termijn oplossingen. Hierbij wordt de principiële vraag gesteld of behandeling thuishoort in de Zvw, AWBZ of in een mengvorm. Aangezien de toelatingen met de invoering van de Wet Cliëntenrechten Zorg naar verwachting per 1-1-2013 zullen vervallen, is het onderhoudspunt (dat initieel gericht was op de problematiek rondom toelating versus indicatie voor behandeling) verbreed naar het in kaart brengen van de alle effecten van het wegvallen van de toelatingen. Onderzoeksvragen: Wat is het effect van de inwerkingtreding van de Wet Cliëntenrechten Zorg op het systeem van toelatingen? Wat is het effect op het behandelingsknelpunt als toelatingen niet meer relevant zijn? Welke mogelijkheden zijn er om ongewenste effecten te voorkomen? Wat zijn de voor- en nadelen van de mogelijke varianten? Aanpak: De NZa zal een notitie schrijven waarin de effecten van het mogelijk wegvallen van de toelatingen na invoering van de Wet Cliëntenrechten Zorg voor dit probleem worden geschetst aan de hand van bovengenoemde onderzoeksvragen. Deze analyse zal aan VWS worden verzonden als input voor hun besluitvorming. Afhankelijk van de richting die VWS hierin kiest, leidt dit eventueel tot aanpassingen in het ZZPsysteem. Deze aanpassingen en de planning hiervan zijn momenteel nog niet te voorzien. Externe ondersteuning gewenst? Nee. Eindresultaat: Notitie van de NZa waarin effecten worden beschreven van het mogelijk wegvallen van toelatingen na invoering van de Wet Cliëntenrechten Zorg. Hierin wordt dus ingegaan op de gevolgen van het loslaten van de toelatingen en de mogelijkheden om ongewenste effecten tegen te gaan. De notitie wordt in de kerngroep besproken en aangeboden aan VWS. Planning: Nr.
Actie/Mijlpaal
Opleverdatum
Partij
1
Schrijven notitie
December 2011
NZa
2
Notitie bespreken in kerngroep
10 Januari 2012
Kerngroep
3
Notitie versturen aan VWS
Januari 2012
NZa
8
4. Dagbesteding V&V Sectoren waarop het vraagstuk betrekking heeft: V&V Probleembeschrijving: Dagstructurering en welzijnsactiviteiten zijn geen dagbesteding en dienen te worden bekostigd vanuit de functie verblijf. Deze vormen zijn in de V&V vaak niet duidelijk te onderscheiden van dagbesteding. Destijds is ervoor gekozen om geen afzonderlijke tijd voor dagbesteding op te nemen maar deze tijd over de gehele V&V-populatie om te slaan en op te nemen in de totaaltijd van alle ZZP’s. Dagbesteding is zodanig omgeslagen in VV-tarieven (1 op de X cliënten neemt apart dagbesteding af) dat dit niet apart kan worden gezet voor een individuele zorginkoop (het tarief is niet per cliënt dekkend, enkel dekkend binnen de totale populatie). De huidige werkwijze (dagbesteding niet apart inzichtelijk noch inkoopbaar) wijkt af van de werkwijze binnen de andere sectoren en meerdere partijen hebben (LOC, ActiZ, CIZ, CVZ) aangegeven dat dit tot knelpunten leidt. Onderzoeksvragen: Welke overwegingen speelden bij de invoering van het dagbestedingsbeleid een rol in de V&V versus de andere sectoren? Wat is de omvang van de dagbestedingsgelden binnen de V&V-sector en wat is de ratio waarop is verdeeld (1 op X cliënten neemt separaat dagbesteding af)? Welke mogelijkheden liggen open voor het separaat inzichtelijk en individueel inkoopbaar maken? Wat zijn de consequenties hiervan (beleid, indicatiestelling, tarieven, inkoop, keuzevrijheid, etc.)? Aanpak: De onderzoeksvragen kunnen zonder inhoudelijk veldonderzoek worden beantwoord. Hierbij is een analyse van de huidige tarieven van belang (wat zit er wel of niet in en wat zijn de achterliggende aannames) en kan een vergelijking worden gemaakt met het dagbestedingsbeleid in de andere sectoren. Uitgangspunt bij deze analyse is dat de totale dagbestedingsmiddelen, die in de tarieven zijn verwerkt, dekkend zijn voor de te leveren zorg en dat de ratio (1 op X cliënten neemt separaat dagbesteding af) correct is. Het knelpunt richt zich dus niet op de kostendekkendheid, maar op een verkenning van de mogelijkheid om dagbesteding apart in te kopen. De NZa zal deze analyse uitvoeren en de resultaten uitwerken in een notitie. Deze notitie wordt in de kerngroep ZZP-onderhoud besproken, waarbij getoetst wordt aan de beleving in de praktijk en draagvlak voor een eventuele aanpassing. Eventuele aanpassing van het ZZP-systeem leidt mogelijk tot de noodzaak tot herindiceren. Hier moet in de planning rekening mee worden gehouden. Externe ondersteuning gewenst? Nee. Eindresultaat Analyse dagbesteding V&V. Notitie over impact introductie gescheiden dagbesteding in V&V. Helderheid over dagdelen en groepsgrootte dagbesteding voor doelgroepen. Tariefsberekening dagbesteding.
Planning Nr.
Actie/Mijlpaal
Opleverdatum
Partij
1
Analyse doelgroep, wijze van bekostigen en een impactanalyse van eventuele invoering. Deskresearch.
Januari 2012
NZa
2
Bespreken met kerngroep, Go / No Go
Januari 2012
NZa
3
Uitwerken scenario’s (alle V&V of doelgroepen)
Februari 2012
NZa
4
Voorleggen adviescommissie
Maart 2012
NZa
5
Technische overleggen
April - mei 2012
NZa
6
Aanpassen beleidsregels
Mei - juni 2012
NZa
10
5. Reikwijdte ZZP VV5 Sectoren waarop het vraagstuk betrekking heeft: V&V Probleembeschrijving: De cliëntenpopulatie binnen ZZP VV5 lijkt niet homogeen te zijn en niet binnen één ZZP te passen. De doelgroep binnen dit ZZP betreft cliënten met een nog niet zo'n grote zorgbehoefte én cliënten in de eindfase van de ziekte/aandoening. Veel zorgaanbieders vragen voor deze doelgroep ZZP VV8 aan. Dit ZZP is echter specifiek bedoeld voor cliënten met een ernstige somatische aandoening/ziekte en behoefte aan specifieke en zeer intensieve verzorging en verpleging in combinatie met begeleiding in een beschermende woonomgeving. Het knelpunt wordt in het veld breed herkend. In augustus 2011 is een expertmeeting gehouden tussen VWS, CIZ, ActiZ en aanbieders over deze problematiek. Onderzoeksvragen: Is de doelgroep van ZZP VV5 homogeen? Zo nee, zijn er verschillende doelgroepen te onderscheiden? Zo ja, wat zijn de verschillen tussen de doelgroepen? Sluiten de uren uit het pakket aan bij de verschillende doelgroepen? Aanpak: Onderzoek uitvoeren naar de doelgroep binnen ZZP VV5 en de huidige urenomvang in ZZP VV5. Selecteren van een representatief aantal zorgaanbieders (op voordracht van ActiZ) waarbinnen de populatie nader wordt geanalyseerd. Zowel kwalitatief (interviews) als kwantitatief onderzoek (aantallen cliënten, verschillen in uren per functie). Het onderzoek kan naar analogie van het onderzoek naar VG5 worden vormgegeven, waarbij ‘lessons learned’ uit dat proces worden meegenomen in de onderzoeksaanpak. Belangrijke rol voor CIZ (cliëntkenmerken) en CVZ (aanspraken/pakketbeheer). Eventuele aanpassing van het ZZP-systeem leidt mogelijk tot de noodzaak tot herindiceren. Hier moet in de planning rekening mee worden gehouden. Externe ondersteuning gewenst? Ja, de NZa voert regie op het onderzoek. Eindresultaat Inzicht in de groep cliënten met een indicatie voor VV5, waarbij is bepaald of binnen dit ZZP verschillende cliëntgroepen zijn te herkennen. Als deze verschillende doelgroepen er zijn, wordt in het onderzoek ook de inhoud, omvang en kosten van de zorg bepaald. De beleidsregels van de NZa en het CIZ worden hier op aangepast en de cliënten worden opnieuw geïndiceerd.
Planning Nr.
Actie/Mijlpaal
Opleverdatum
1
Opstellen offerteverzoek
December 2011
NZa
2
Uitbesteden onderzoek (opdrachtbevestiging) Extern onderzoek met de vraag of de groep van VV5 homogeen is of uit meerdere verschillende groepen bestaat. Daarnaast helderheid verkrijgen in de zorgvraag per groep Vaststellen noodzaak tot een nieuwe ZZP (input:onderzoek) en prestatiebeschrijving opstellen die onderscheidend is t.o.v. andere ZZP’s in de reeks
Januari 2011
NZa
Maart 2012
Extern bureau
April 2012
NZa/CIZ
2
3
Partij
4
Bespreking onderzoek in kerngroep
April 2012
NZa
5
Vaststellen algoritmen tbv. toeleiding
2012
CIZ
6
Aanpassen AZR/vertaaltabel
2012
CVZ
7
Technisch overleg
April / mei 2012
allen
8
Informeren cliënten en zorgaanbieders over nieuwe pakket en de te volgen werkwijze
2012
allen
9
Aanpassen van gebruikersgidsen
2012
CVZ
10
Bepalen hoe bestaande indicaties worden omgezet (+/45.000 cliënten), opties: - Iedereen herindiceren - Alleen cliënten die om herindicatie vragen herindiceren
2012
CIZ
11
Uitvoeren herindicatietraject
2012
CIZ
–Mei 2012
NZa
Mei 2012
NZa
2012
ZN
Mei 2012
NZa/ZN
Juni 2012
NZa/CVZ
12 13 14 15 16
Tariefsberekening (input: urenomvang en verdeling naar functies) Berekenen financiële effecten, eventueel vaststellen extra budgettaire ruimte Aanpassen inkoopleidraad Effecten op regionale contracteerruimte vaststellen. Indien nodig beslissen of herverdeling tussen regio’s noodzakelijk is. Aanpassen relevante beleidsregels (algemeen + NZa/CVZ 2010 dagbesteding+ ezz + vpt + pgb)
12
6. Duurzaam verblijf Sectoren waarop het vraagstuk betrekking heeft: GGZ Probleembeschrijving: Binnen GGZ Drenthe wordt gespecialiseerde zorg geleverd aan een groep langdurig verslaafden met ernstige psychiatrische problematiek en maatschappelijke problemen (draaideurcriminaliteit), die moeilijk behandelbaar zijn in de reguliere behandelsetting. De populatie die Duurzaam Verblijf ontvangt bij GGZ Drenthe is via een speciale toeleidingscommissie in Amsterdam en Rotterdam doorverwezen naar de setting Duurzaam Verblijf. Dit initiatief ontvangt naast de reguliere ZZP-tarieven een extra toeslag, omdat de zorgaanbieder deze zorg niet kan aanbieden voor het reguliere tarief van ZZP GGZ 7B. De toeslag heeft voornamelijk te maken met het beveiligingsniveau van de behandelsetting. De NZa streeft naar cliëntvolgende bekostiging en bekostiging van alle intramurale AWBZ-zorg via het ZZP-systeem. Deze situatie voldoet hier niet aan. Onderzoeksvragen: Waarin verschillen de cliënten binnen GGZ Drenthe van cliënten met ZZP GGZ 7B en van de zorglevering bij andere zorgaanbieders? Waardoor ontstaan de meerkosten binnen GGZ Drenthe? Is de doelgroep eenduidig af te bakenen qua zorgvraag en zorglevering (indien deze duidelijk verschilt van GGZ 7B)? Welke mogelijkheden zijn er, indien noodzakelijk. voor een structurele bekostiging van deze doelgroep, inclusief consequenties, en welke oplossing heeft de voorkeur? Aanpak: Analyse van CIZ en CVZ met betrekking tot de uniciteit van de doelgroep en te leveren zorg. De focus ligt hierbij op de vraag (de cliëntenpopulatie) en niet het aanbod (GGZ Drenthe). De NZa heeft in 2010 al een onderzoek verricht naar de doelgroep en geleverde zorg. Deze analyse kan als input dienen voor de beoordeling. Daarnaast dient onderzoek te worden gedaan naar de meerkosten binnen GGZ Drenthe. Afhankelijk van de analyse naar de doelgroep kan wel of niet verder worden gegaan met het uitwerken van bekostigingsmogelijkheden en consequenties door de NZa. De NZa zal de resultaten uitwerken in een notitie. Deze notitie wordt in de kerngroep ZZP-onderhoud besproken, waarbij getoetst wordt aan de consequenties in de praktijk en draagvlak voor een eventuele aanpassing. De toeslag Duurzaam Verblijf is destijds vanuit de politiek tot stand gekomen. De analyse van de doelgroep, verkenning van de mogelijkheden en het advies zullen daarom ook met VWS worden besproken/afgestemd. Externe ondersteuning gewenst? Ja, voor de kostenvergelijking. De overige onderzoeksvragen kunnen binnen de kerngroep ZZPonderhoud worden beantwoord. Voorgestelde taakverdeling: - CIZ: nagaan of de populatie van Duurzaam Verblijf toekan met een ZZP GGZ 7B indicatie. - CVZ: nagaan of deze zorg al dan niet past binnen een al bestaande ZZP, of nagaan of de zorg die wordt geleverd bij Duurzaam Verblijf rechtvaardigt dat er een aparte prestatie in het leven wordt geroepen. - NZa: regie op het onderzoek naar de kosten: Duurzaam Verblijf dient kostenoverzicht te overleggen: inzicht waar ZZP gelden en toeslag naartoe gaan: zorg of beveiliging?
Eindresultaat: Analyse van CIZ en CVZ op de uniciteit van de doelgroep én de te leveren zorg. CIZ gaat na of de populatie van Duurzaam Verblijf toekan met een ZZP GGZ 7B indicatie. CVZ gaat na of deze zorg al dan niet past binnen een al bestaande ZZP, of gaat na of de zorg die wordt geleverd bij Duurzaam Verblijf rechtvaardigt dat er een aparte prestatie in het leven wordt geroepen. NZa selecteert in overleg met GGZ NL een aantal geschikte zorgaanbieders (4 à 5). Een extern onderzoeksbureau doet een kostenonderzoek bij deze geselecteerde zorgaanbieders en het Duurzaam Verblijf van GGZ Drenthe. Het doel is inzicht te krijgen in de bestemming van ZZP gelden én de toeslag. NZa schrijft op basis van bovenstaande een notitie met een concreet voorstel voor de vormen waarin de continuering dan wel beëindiging van Duurzaam Verblijf kan plaats hebben en de consequenties die hiermee gepaard gaan. Deze notitie wordt aan de kerngroep ZZP-onderhoud voorgelegd. Het eindresultaat is een beleidsvoornemen inzake de continuering dan wel beëindiging van het Duurzaam Verblijf in de vorm van een advies aan VWS. Planning: Nr.
Actie/Mijlpaal
Opleverdatum
Partij
1
Input voor geschikte zorgaanbieders voor houden van analyse
januari 2012
GGZ NL en NZa
2
Opstellen offerte onderzoek
januari 2012
NZa
februari 2012
CIZ
februari 2012
CVZ
maart 2012
Extern bureau
maart 2012
NZa
april 2012
NZa
april 2012
alle partijen
3
4
5 6 7 8
Analyse uniciteit doelgroep: kan populatie DV toe met een ZZP GGZ 7B indicatie? Analyse uniciteit te leveren zorg: past de zorg die wordt geleverd bij DV binnen een reeds bestaande ZZP/nagaan of rechtvaardigt zorg DV dat er een nieuwe prestatie wordt ontwikkeld Onderzoek naar meerkosten van DV binnen GGZ Drenthe gaan ZZP gelden en toeslag naar zorg of beveiligingscomponent Beoordelen n.a.v. analyses of uitwerking mogelijkheden in notitie plaats zal hebben Bij 5 ja, dan uitwerken bekostigingsmogelijkheden en consequenties in notitie Bespreking notitie met concreet voorstel voor continuering dan wel beëindiging DV in Kerngroep
9
Beleidsvoornemen/advies aan VWS
april 2012
NZa en VWS
10
Bespreken advies Duurzaam Verblijf in Cie Care
mei 2012
NZa
11
Eventueel bespreken advies Duurzaam Verblijf in TO
mei/juni 2012
NZa
14
7. Ambulante behandelzorg Sectoren waarop het vraagstuk betrekking heeft: GHZ, GGZ Probleembeschrijving: Sinds 2010 is een tijdelijke regeling getroffen waardoor stapeling wordt toegestaan in geval er sprake is van ambulante behandeling aan cliënten die verblijven met een ZZP in (VG) instellingen. De zorg is gericht op het voorkomen dat de cliënten in een crisis raken en daardoor aanspraak gaan maken op duurdere klinische SGLVG-behandelzorg. De behandeling die wordt gegeven betreft kortdurende ambulante behandeltrajecten door de Borg-instellingen (een samenwerkingsverband van een aantal SGLVG-instellingen). VWS heeft gevraagd om deze bijzondere situatie dit jaar binnen het ZZP-onderhoud onder de loep te nemen. Onderzoeksvragen: Is deze doelgroep eenduidig af te bakenen qua zorgvraag en zorglevering? Waarom past de zorg niet in de huidige pakketten? Is de doelgroep en zorg dermate uniek en af te bakenen dat hiervoor een aanpassing van de bekostiging gerechtvaardigd is? Welke mogelijkheden zijn er voor een structurele bekostiging van deze doelgroep, inclusief consequenties, en welke oplossing heeft de voorkeur? Is er een indicatieprobleem? Aanpak: Analyse van CIZ en CVZ op de uniciteit van de doelgroep en te leveren zorg, daarbij gevoed door input vanuit VGN en GGZ NL. De focus ligt hierbij op de vraag (de cliëntenpopulatie) en niet het aanbod (De Borg-instellingen). Afhankelijk van deze analyse wel of niet verder gaan met het uitwerken van bekostigingsmogelijkheden en consequenties door de NZa. De NZa zal de resultaten uitwerken in een notitie. Deze notitie wordt in de kerngroep ZZP-onderhoud besproken, waarbij getoetst wordt aan de consequenties in de praktijk en draagvlak voor een eventuele aanpassing. Het eventueel niet regelen van een structurele dekking binnen de bekostiging reikt verder dan het reguliere onderhoud. De regeling is namelijk destijds vanuit VWS tot stand gekomen/in stand gehouden. De analyse van de doelgroep, verkenning van de mogelijkheden en het advies zullen daarom ook met VWS worden besproken/afgestemd. Externe ondersteuning gewenst? Nee. Eindresultaat: Notitie met de resultaten van onze analyse van de betreffende doelgroep en de huidige wijze van bekostiging. Daarbij scenario’s voor eventuele te maken aanpassingen in bekostiging, en de effecten daarvan. Notitie ter bespreking in de kerngroep ZZP-onderhoud. Pas na bespreking daar eventuele acties voorleggen in Cie Care. Planning: Nr. 1
Actie/Mijlpaal Analyse van doelgroep en huidige wijze van bekostiging
Opleverdatum Januari 2012
Partij NZa
2
Visie/oordeel op problematiek door CIZ en CVZ
Januari 2012
CIZ/CVZ
3
Bespreken resultaten in werkgroep ZZP onderhoud
Februari 2012
NZa
4
Uitwerken scenario’s voor aanpassing bekostiging
April 2012
NZa
5
Bespreken scenario’s in kerngroep ZZP-onderhoud
15 mei 2012
NZa
6
Bespreken uitkomsten kerngroep ZZP onderhoud in werkgroep ZZP onderhoud
Mei 2012
NZa
7
Bespreken scenario’s in Cie Care en daarna TO
Juni 2012
NZa
8
Opstellen beleidsregels (indien nodig) / voorstellen voor aanpassingen bekostiging kenbaar maken (indien gewenst)
Juni 2012
NZa
8. Dagbesteding ZZP VG8 EMG Sectoren waarop het vraagstuk betrekking heeft: GHZ Probleembeschrijving: Dagbesteding voor volwassenen met een ZZPVG8 die tevens ernstig meervoudig gehandicapt (EMG) zijn, valt in de categorie Dagbesteding VG midden. Er is geen onderscheid met VG5 en 6 en ook niet met VG8 zonder EMG. Instelling Omega heeft het hieruit voortvloeiende knelpunt aangekaart bij de NZa. Omega heeft drie jaar een experiment dagbesteding voor volwassenen EMG zwaar vanuit de innovatiegelden uitgevoerd. Aansluitend daaraan heeft Omega een nieuwe prestatie aangevraagd: VG EMG, analoog aan de H817 van de kinderen met dezelfde uitsluitingcriteria. Onderzoeksvragen: Sluit de categorie Dagbesteding VG midden niet aan bij de gewenste groepsgrootte voor deze doelgroep? En zo ja, waardoor komt dit? In hoeverre speelt dit probleem breder dan zorgaanbieder Omega? Welke mogelijkheden zijn er voor aanpassing van de bekostiging, inclusief consequenties, en welke oplossing heeft de voorkeur? Aanpak: Analyse van de NZa, CIZ en CVZ op basis van de beschikbare documentatie in het kader van het innovatietraject van Omega. Afhankelijk van deze analyse kan wel of niet verder gaan met het uitwerken van bekostigingsmogelijkheden en consequenties door de NZa. De NZa zal de resultaten uitwerken in een notitie. Deze notitie wordt in de kerngroep ZZP-onderhoud besproken, waarbij getoetst wordt aan de consequenties in de praktijk en draagvlak voor een eventuele aanpassing. Externe ondersteuning gewenst? Nee. Eindresultaat Prestatie EMG volwassenen in intra en extramurale prestaties binnen dagbesteding en vervoer. Planning Nr.
Actie/Mijlpaal
Opleverdatum
Partij
1
Analyse op basis van het innovatieproject van Omega
Januari 2012
NZa
2
Bespreken in kerngroep, Go / No Go
Januari - februari 2012
allen
3
Uitwerken onderzoek tot concrete prestatie
April - mei 2012
NZa/CVZ
4
Technische overleggen
April - mei 2012
allen
5
Aanpassen beleidsregels
April - mei 2012
NZa
16
9. NAH-cliënten zonder fysieke problemen Sectoren waarop het vraagstuk betrekking heeft: GHZ Probleembeschrijving: NAH-clienten zonder fysieke problemen krijgen regelmatig een indicatie voor een V&V ZZP. Deze cliënten zijn volgens VGN over het algemeen echter beter op hun plaats met een LG-indicatie. Dit vanwege de doelgerichte begeleiding en behandeling in de omgang met hun beperkingen. Het verdient volgens VGN de aanbeveling voor deze cliëntgroep een meerjarenzorgtraject voor ogen te houden (zie ook het rapport 'Navigeren naar Herstel' van de Hersenstichting (2011)). Gedragsproblematiek, gebrekkig zelfinzicht en prikkelgevoeligheid maken dat deze begeleiding en behandeling -ook bij dagbesteding- op individueel niveau en in een prikkelarme kleinschalige setting plaatsvindt. De kenmerken van de NAH-clienten en de benodigde begeleiding en behandeling komen volgens VGN onvoldoende tot uitdrukking in de huidige LG-ZZP's. Het is lastig op basis van de huidige cliëntprofielen het best passende ZZP uit de LG-reeks vast te stellen. Aangegeven wordt dat cliënten regelmatig in een te laag LG-ZZP terecht komen, waardoor de benodigde uren en het tarief ontoereikend zijn. Onderzoeksvragen: Leidt de huidige indicatiestelling in de V&V-pakketten tot onvoldoende dekkende zorg en/of zorg in een suboptimale setting? Welke mogelijkheden zijn er voor een oplossing voor dit knelpunt, inclusief consequenties, en welke oplossing heeft de voorkeur? Aanpak: Op dit moment verzamelt VGN op verzoek van het CIZ bij een aantal leden casuïstiek, zodat het CIZ zich in de problematiek kan verdiepen. Op basis van deze casuïstiek zal het CIZ komen met een analyse en advies dat in de kerngroep ZZP-onderhoud met de veldpartijen zal worden besproken. Vooralsnog is er geen aanleiding te veronderstellen dat dit knelpunt gelegen is onvoldoende dekkende ZZP’s (uren en tarief). Een kostenonderzoek in het veld is daarom niet voorzien. Externe ondersteuning gewenst? Nee. Eindresultaat: CIZ-notitie met de volgende elementen: Analyse of de huidige indicatiestelling in de V&V-pakketten voor deze doelgroep leidt tot onvoldoende dekkende zorg en/of zorg in een suboptimale setting. Overzicht van de mogelijkheden voor een oplossing voor dit knelpunt, inclusief consequenties. Advies van het CIZ voor een voorkeursoplossing. Deze notitie zal worden besproken in het kernteam ZZP-onderhoud. Planning: Nr.
Actie/Mijlpaal
Opleverdatum
Partij
1
Analyseren verzamelde casuïstiek
December 2012
CIZ
2
Opstellen CIZ-notitie
Januari 2012
CIZ
4
Bespreken notitie in kernteam ZZP-onderhoud
Februari 2012
NZa
..
Afhankelijk van advies CIZ en reactie kerngroepleden verdere acties plannen
…
…
10. Omzetting indicaties van VG naar ZG Sectoren waarop het vraagstuk betrekking heeft: GHZ Probleembeschrijving: Momenteel komt het volgens CIZ op grote schaal voor dat door zorgaanbieders van VG-zorg en in mindere mate ook van LG-zorg, met behoud van de dominante grondslag een wijziging van het best passende cliëntprofiel wordt gevraagd, omdat er bij de cliënt een ZG component aanwezig is. Ook komt voor dat men vraagt om een wijziging van de dominante grondslag van VG/LG in ZG. Het heeft onder andere te maken met de omschrijving van de cliëntprofielen in de ZG en de VG. In de ZG wordt de multiproblematiek beter weergegeven dan in de VG pakketten. Onderzoeksvragen: Wat is de reden van de omzetting van indicaties? In hoeverre zijn deze redenen valide? Waar liggen de knelpunten? Welke mogelijkheden zijn er voor een oplossing, inclusief consequenties, en welke oplossing heeft de voorkeur? Aanpak: CIZ is al gestart met het analyseren van het probleem. Acties gericht op het stringenter formuleren van eisen aan de indicatietoeleiding en/of beperkte aanpassingen in de ZZP-beschrijvingen kunnen binnen het ZZP-onderhoud worden opgepakt. Indien de inhoud van de pakketten (beschrijving en/of uren) grondig moet worden aangepast, reikt dit verder dan het reguliere onderhoud. Een dergelijke aanpassing moet integraal in een eventueel toekomstige brede herijking van de ZZP’s worden meegenomen. De analyse kan hiervoor uiteraard wel nuttige input leveren. Externe ondersteuning gewenst? Nee. Eindresultaat: CIZ-notitie met de volgende elementen: Inventarisatie van de reden(en) van de omzetting van indicaties. Oordeel over de validiteit van deze redenen. Overzicht van de mogelijkheden voor een oplossing voor dit knelpunt, inclusief consequenties. Advies van het CIZ voor een voorkeursoplossing. Deze notitie zal worden besproken in het kernteam ZZP-onderhoud. Planning: Nr.
Actie/Mijlpaal
Opleverdatum
Partij
1
Analyseren problematiek
December 2012
CIZ
2
Opstellen CIZ-notitie
Januari 2012
CIZ
4
Bespreken notitie in kernteam ZZP-onderhoud
Februari 2012
NZa
..
Afhankelijk van advies CIZ en reactie kerngroepleden verdere acties plannen
…
…
18