Vakwerkplan Uitstroomprofiel Zorg en Welzijn 2011/2012
Algemeen De ISK heeft als doel het schakelen van de leerlingen naar vervolgonderwijs. Zodra een leerling in een uitstroomgroep komt, moet er ingezet worden op het behalen van het benodigde niveau (volgens CEF/ Raamwerk NT2, referentiekader Taal en Rekenen) dat nodig is voor het vervolgonderwijs. Globaal zijn er twee profielen: - Profiel 1: praktijkschool, vmbo-bl,-kl,-gl/mbo 1-2 - Profiel 2: vmbo-tl/mbo 3-4/havo/vwo
(niveau 1F) (niveau 2F)
De leerling begint op de ISK in een instroomgroep. Zodra een leerling op alle onderdelen niveau A1 heeft bereikt, stroomt hij door naar een uitstroomgroep ( ICT, Techniek of Zorg en Welzijn). De onderdelen zijn: lezen, spreken, luisteren, gesprekken voeren, schrijven en taalverzorging en ze worden getoetst d.m.v. de TOA (Toolkit Onderwijs en Arbeidsmarkt).
Inleiding De doelgroep bestaat uit de leerlingen die Nederlands op A1-niveau beheersen en later werkzaam willen zijn in de beroepen Zorg en Welzijn. De leerlingen volgen gedurende één schooljaar het uitstroomprofiel Zorg en Welzijn. Bij het samenstellen van het onderwijsaanbod Zorg en Welzijn is gekeken naar de inhoud VMBO Zorg en Welzijn, het aanbod Zorg en Welzijn opleidingen binnen het ROC en de aansluiting/behoeften van de ISK leerlingen.
Centraal bij het onderwijsprogramma Zorg en Welzijn staat: -
Toekomstgericht onderwijs Voorbereiding op de doorstroom naar een ROC-opleiding door het volgen van praktijkvakken met bijbehorende vaktaalwoorden NT2 en/of het behalen van certificaten voor vaardigheden/praktijkonderdelen in geval van terugkeer naar eigen land.
-
Een oriëntatie van de mogelijkheden van beroepskeuze binnen Zorg en Welzijn Facilitair dienstverlener, helpende zorg en welzijn en kapper/ schoonheidsspecialiste
-
Behalen van een NT2 taalniveau waarmee doorstroom naar ROC mogelijk is De leerling beheerst alle Nederlandse vakonderdelen, d.w.z. schrijven, lezen, spreken, gespreksvaardigheid, luisteren en taalverzorging op 1F niveau, afhankelijk van het uitstroomprofiel in combinatie met capaciteiten van de leerling.
Onderwijsinhoud
Praktijk Zorg en Welzijn
1 2 3
Vakken Kapsalon Schoonheidssalon Grootkeuken / EHBO
Lesuren per week 3 2 4
Algemene vakken:
1 2 3 4 5
Vakken Nederlands Wiskunde ICT Mens en Maatschappij Sport
Lesuren per week 14 3 2 2 2
Zorg en welzijn en NT2 Het verwerven van een NT2 taalniveau waarmee doorstroom naar vervolgonderwijs mogelijk is, gebeurt ook bij de praktijkvakken. Uitbreiding van de woordenschat, het lezen van vakteksten, het maken van verslagen en werkstukken, gespreksvaardigheid en het geven van een presentatie/ demonstratie komen ook aan bod bij de praktijkvakken. De leerlingen maken een taalportfolio bij het vak Nederlands en werkportfolio bij de praktijkvakken Zorg en Welzijn.
Taalportfolio ISK voor het Nederlands In het taalportfolio volgen de docent Nederlands en de leerling de ontwikkeling en de voortgang van de leerling. Het is een ontwikkelingsdocument en een verzamelplaats voor bewijsmateriaal waarmee gefundeerd kan worden bepaald wanneer de leerling klaar is voor een leerstofonafhankelijke voortgangstoets.
Portfolio Praktijk Alle praktijkonderdelen hebben gemeen dat er wordt gewerkt aan het portfolio. Een portfolio is een persoonlijke map waarin je beschrijft wat je kan, waaruit dat blijkt en hoe je jezelf verder wilt ontwikkelen. Dit portfolio bestaat uit: 1. het CV-deel: persoonlijke gegevens en werk- en leerervaring 2. het analytische deel: reflectie van de leerling op de eigen competenties 3. het dossierdeel: alle bewijzen als certificaten, aftekenlijsten, foto’s en producten 4. het persoonlijk ontwikkelingsplan: wat zijn de sterke en zwakke punten, welke competenties beheerst de leerling goed en welke zou hij kunnen verbeteren en op welke wijze.
Algemene werkwijze praktijkonderdelen Het vak Zorg en Welzijn bestaat uit de volgende onderdelen: • • • •
Kapsalon Schoonheidssalon EHBO Grootkeuken
Bij alle onderdelen werken we met aftekenlijsten. Nadat alle vaardigheden op de lijst zijn afgetekend krijgen de leerlingen een certificaat van het betreffende onderdeel. Daarnaast wordt er gewerkt met fotomateriaal van de behaalde resultaten en reflectieverslagen van de leerling. De docent schrijft een korte tussentijdse evaluatie over de voortgang van de leerling en een eindevaluatie. Elke les worden nieuwe vakwoorden aangeleerd door middel van schriftelijke opdrachten om zo de woordenschat te vergroten. Deze opdrachten komen in het portfolio. Als de leerlingen buiten de school een opdracht hebben uitgevoerd of op excursie zijn geweest, schrijven ze daarover een verslag voor in het portfolio.
Kapsalon De leerlingen leren algemene basisvaardigheden knippen, omgaan met klanten/gespreksvaardigheid en NT2. Methode en uitvoering: De praktijkdocent geeft samen met een ervaren, gediplomeerd kapster de kniplessen. Na klassikale instructie en/of demonstratie gaan de leerlingen zelf aan het werk: op oefenkoppen, bij elkaar en bij meegebrachte modellen. Iedere leerling krijgt een oefenkop waar hij zelf verantwoordelijk voor is en gedurende de hele periode mee gaat werken. De leerlingen krijgen een aftekenlijst waarop alle onderdelen afgetekend moeten worden door de docent. Alle basisvaardigheden moeten driemaal op een oefenkop worden uitgevoerd, vervolgens driemaal bij een echt model en door de docent als voldoende/goed beoordeeld worden. Heeft de leerling de aftekenlijst compleet, dan heeft hij een certificaat voor het onderdeel kapsalon behaald. Uiteindelijk is het de bedoeling dat een leerling niet alleen maar losse onderdelen beheerst, maar een aantal vaardigheden achter elkaar kan laten zien. Aan het einde van de module is toegewerkt naar een werkplaatssimulatie: de leerling moet een klant ontvangen, een gesprek aan kunnen gaan, de juiste kappershandelingen kunnen verrichten en de behandeling afsluiten zoals dit ook in een kapsalon gebeurt.
Schoonheidssalon De leerlingen leren algemene basisvaardigheden uiterlijke verzorging, omgaan met klanten/gespreksvaardigheid en NT2. Methode en uitvoering: De praktijkdocent geeft de lessen uiterlijke verzorging. Na klassikale bespreking en instructie gaan de leerlingen zelf aan het werk. Bij uiterlijke verzorging maken we gebruik van de methode “Werkportfolio”, met duidelijke beschrijvingen en met veel beeldmateriaal. De les start met het herhalen van de oude woorden en het bespreken van de nieuwe woorden. De leerlingen nemen deze over in hun woordenschrift. De praktische vaardigheden ten aanzien van de uiterlijke verzorging worden geoefend op elkaar. De docent is ondersteunend en coachend aanwezig. De leerlingen leren praktische vaardigheden als make-up technieken, huidverzorging, voetverzorging en persoonlijke verzorging. Alle basisvaardigheden moeten driemaal worden uitgevoerd en door de docent als voldoende/goed beoordeeld worden. Heeft de leerling de aftekenlijst compleet, dan heeft hij een certificaat voor schoonheidssalon behaald. Uiteindelijk is het de bedoeling dat een leerling niet alleen maar losse onderdelen beheerst, maar een aantal vaardigheden achter elkaar kan laten zien. Aan het einde van de module is toegewerkt naar een werkplaatssimulatie: de leerling moet een klant ontvangen, een gesprek aan kunnen gaan, de juiste schoonheidsbehandelingen kunnen verrichten en de behandeling afsluiten zoals dit ook in een salon gebeurt.
Grootkeuken De leerlingen leren algemene basisvaardigheden zoals koken in grote hoeveelheden volgens een recept, portioneren, snijtechnieken, basiskennis van de HACCP, in- en verkoop van producten, voorraadbeheer, omgaan met klanten, gespreksvaardigheden en NT2. Methode en uitvoering: De praktijkdocent geeft de lessen grootkeuken. Iedere week wordt voor de volgende week het menu bepaald. Het menu wordt 1 x per week verkocht in de school en de leerlingen mogen het menu bepalen. Daarna worden de hoofdlijnen uitgezet door de docent, iedere leerling krijgt in het proces een eigen taak en draagt hier de verantwoordelijkheid voor. Ook zijn de leerlingen in grote lijnen verantwoordelijk voor de in- en verkoop van het gerecht. Omdat het product verkocht wordt, is het belangrijk dat de hygiënecode gevolgd wordt volgens de HACCP schoolkantine. Tijdens de werkzaamheden in de kantine en het boodschappen doen komen de leerlingen in contact met anderen en wordt de spreekvaardigheid goed geoefend. Voor het vergroten van de woordenschat werken we met verwerkingsopdrachten en/of het benoemen en herhalen van de diverse keukenmaterialen en ingrediënten. Gedurende een hele week volgen twee leerlingen een interne stage in de schoolkantine. Buiten de verkoop van het bovengenoemde, dragen zij zorg voor de algemene verkoop gedurende de pauzes en andere facilitaire aspecten die onze schoolkantine met zich mee brengt zoals voorraadbeheer, voorbereiding van de verkoop en schoonmaakwerkzaamheden.
EHBO Deze voorbereidende cursus EHBO maakt de leerlingen bewust van het belang van Eerste Hulp. De leerlingen leren wat je moet doen bij verwondingen of botbreuken en als iemand flauwvalt of niet meer ademt. Ze leren ook hoe je ongevallen kunt voorkomen. Er wordt geoefend met eenvoudige verbandtechnieken en levensreddende handelingen. Methode/uitvoering Ter ondersteuning van deze module wordt het boek Jeugd EHBO gebruikt en maken we gebruik van losse werkkaarten met helder beeldmateriaal en duidelijke korte instructies. Naar aanleiding van een casus volgt er een klassengesprek waarin de leerlingen kunnen reageren op het genoemde, getoonde of vertelde. Daarna oefenen de leerlingen noodzakelijke handelingen gerelateerd aan de casus. De docent demonstreert met behulp van een model, de leerlingen werken in tweetallen aan de vaardigheid. Bij EHBO is het belangrijk dat je constant contact houdt met je slachtoffer, dus op spreekvaardigheid zal veel nadruk komen te liggen. De leerlingen krijgen een aftekenlijst waarop alle onderdelen afgetekend moeten worden door de docent. Uiteindelijk is het de bedoeling dat een leerling niet alleen maar losse onderdelen beheerst, maar een aantal vaardigheden achter elkaar kan laten zien volgens de vijf belangrijkste EHBO-punten (let op gevaar, ga na wat er is gebeurd, geruststellen, zorg voor deskundige hulp en help het slachtoffer ter plekke). De module wordt afgesloten met een praktijkexamen en het inleveren een werkstuk. Alle basisvaardigheden moeten afgetekend worden en vervolgens door de docent als voldoende/ goed beoordeeld worden. Heeft de leerling de aftekenlijst compleet, het praktijkexamen behaald en het werkstuk gemaakt, dan krijgt hij/zij een certificaat voor EHBO.
Aandachtspunten volgend schooljaar Het uitbreiden van de interne stage, excursies en leren door buitenschoolse opdrachten.
Einddoelen -
De leerling heeft het benodigde NT2 taalniveau behaald en stroomt door naar een ROCopleiding. (TOA toetsen 1F – 2F, alle 6 onderdelen) De leerling heeft door de oriëntatie van de mogelijkheden binnen Z&W een toekomstige beroepskeuze kunnen maken. De leerling heeft een taalportfolio en een praktijkportfolio gemaakt. De leerling heeft vier certificaten behaald: kapsalon, schoonheidssalon, EHBO en grootkeuken.
Monique Peters Carla van der Wal 3 maart 2011