Date de réception
:
27/01/2012
Vertaling
C-627/11 - 1 Zaak C-627/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing
Datum van indiening: 6 december 2011 Verwijzende rechter: Înalta Curte de Casaţie şi Justiţie - Secţia de Contencios Administrativ şi Fiscal / Roemenië Datum van de verwijzingsbeslissing: 3 november 2011 Verzoekende partij: S.C. „AUGUSTUS” S.R.L. Iaşi
Verwerende partij: Agenţia de Plăţi pentru Dezvoltare Rurală şi Pescuit
ÎNALTA CURTE DE CASAŢIE ŞI JUSTIŢIE - SECŢIA DE CONTENCIOS ADMINISTRATIV ŞI FISCAL (Roemeens hoog hof van cassatie en justitie, afdeling bestuurlijke en fiscale geschillen) (omissis) Op 6 oktober 2011 is het beroep onderzocht dat verzoekster, S.C. „AUGUSTUS” S.R.L. Iaşi, heeft ingesteld tegen arrest nr. 213/CA van de Curtea de Apel Iaşi Secţia de contencios administrativ şi fiscal (hof van beroep te Iaşi – afdeling bestuurlijke en fiscale geschillen) van 27 september 2010. (omissis) De CURTE (omissis) merkt na onderzoek van de stukken het volgende op:
NL
VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 3. 11. 2011 – ZAAK C-627/11
A. Feiten A.1. Dagvaarding Bij akte van 21 mei 2010, die op de eerste terechtzitting is aangevuld, heeft verzoekster, S.C. „AUGUSTUS” S.R.L. Iaşi, verweerder, Agenţia de Plăţi pentru Dezvoltare Rurală şi Pescuit (Agentschap voor betalingen voor de plattelandsontwikkeling en de visvangst), gedagvaard en daarbij verzocht om nietigverklaring van proces-verbaal nr. 25.356/09.12.2009, van bericht nr. 25513/11.12.2009 en van beslissing nr. 2461/10.02.2010 van verweerder, bij welke beslissing het bezwaar tegen voormeld proces-verbaal nr. 25.356/20090 is afgewezen. Verzoekster heeft ook verzocht om nietigverklaring van bericht nr. 4314/10.03.2010, waarbij is verklaard dat de overeenkomst tot financiering van overeenkomst C.1.13012400022/29.10.2003 werd beëindigd, en van bericht nr. 10/328/10.03.2010, waarbij is meegedeeld dat die overeenkomst was beëindigd. Ter onderbouwing van haar beroep heeft verzoekster gesteld dat zij met het Agentschap SAPARD, dat valt onder het Ministerului Agriculturii şi Dezvoltării Rurale (Roemeense Ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling), overeenkomst nr. C.1.131012400022/29.10.2003 heeft gesloten, waarbij haar een niet-terugvorderbare financiële tegemoetkoming is toegekend met een uiteindelijke waarde van 2 493 439,12 RON, voor de uitvoering van het project „Modernizarea Depozitului Frigorific pentru congelarea şi ambalarea legumelor şi fructelor Iaşi” (Modernisering van het koelhuis voor het invriezen en de verpakking van fruit en groenten te Iaşi). Na het onderzoek dat vertegenwoordigers van het Centrul Regional N-E Plăţi pentru Dezvoltare Rurală şi Pescuit (Regionaal Centrum van het Noord-Oosten voor betalingen voor de plattelandsontwikkeling en voor de visvangst) hebben verricht naar het al dan niet voortbestaan van de voorwaarden voor de subsidiabiliteit van het betrokken project, heeft verzoekster op 14 december 2009 per post bericht nr. 25513 van verweerder ontvangen, vergezeld van procesverbaal nr. 25356/09.12.2009, waarin melding werd gemaakt van onregelmatigheden bij de uitvoering van de financieringsovereenkomst en werd verklaard dat het bedrag van 2 493 439,12 RON niet kon worden gesubsidieerd en dat dit bedrag werd teruggevorderd. Het bezwaar dat verzoekster tegen die maatregel heeft ingediend, is door verweerder afgewezen bij beslissing nr. 2461/10.02.2010. Verzoekster betoogt dat de door de onderzoeksinstantie aangenomen feiten ofwel niet bestaan, ofwel het gevolg zijn geweest van overmacht, zodat zij daarvoor niet aansprakelijk kan worden gesteld.
2
AUGUSTUS
A.2. Memorie van antwoord Verweerder heeft een memorie van antwoord ingediend. Daarin is vermeld dat de financieringsovereenkomst in casu uit twee onderdelen bestaat, die beiden worden beheerd door het Ministerul Finanţelor Publice (Ministerie van Openbare Financiën) overeenkomstig Ordonanţei de urgenţă a Guvernului (spoeddecreet van de regering) nr.63/1999, dat wil zeggen een bijdrage van 75 % die door de Europese Unie wordt gedragen en een nationale bijdrage van 25 %, volgens de bepalingen van Legea nr. 316/2001 privind ratificarea Acordului multianual de finanţare dintre Guvernul României şi Comisia Comunităţilor Europene semnat la Bruxelles la 02.02.2001 (Roemeense wet nr. 316/2001 op de ratificatie van de meerjarenovereenkomst voor de financiering tussen de regering van Roemenië en de Europese Commissie, ondertekend te Brussel op 2 februari 2001). De nationale voorschriften betreffende de uitvoering van het SAPARDprogramma, dat wil zeggen Legea nr. 316/2001 en Ordonanţei de urgenţă a Guvernului nr. 79/2003, bepalen dat voor de subsidiabiliteit van de kosten voor de gehele geldigheidsduur van de overeenkomst – waarvan de uitvoeringsperiode maximaal twee jaar bedraagt, waarbij een monitoringperiode van vijf jaar komt – controle door de wettelijk bevoegde instanties vereist is. Artikel 15, lid 2, van bijlage I bij de algemene bepalingen van de financieringsovereenkomst verplicht de begunstigde om toestemming te verlenen voor de documenteninspecties of inspecties ter plekke die worden verricht door de aanbestedende dienst en door de Curtea de Conturi (Roemeense rekenkamer) ter zake van de wijze waarop de financiële tegemoetkomingen worden gebruikt. Wanneer sprake blijkt te zijn van schending van de beginselen van legaliteit, regelmatigheid of conformiteit met de uitvoeringsbepalingen in het kader van het SAPARD-programma, wordt de betrokken uitgave niet-subsidiabel verklaard en teruggevorderd. Verweerder betoogt dat in het proces-verbaal van het onderzoek correct de verlening van ongerechtvaardigde voordelen aan een onderneming of een overheidsinstantie was vermeld. Er waren namelijk verschillen geregistreerd tussen de bedragen die waren opgenomen in rekening „706” en de door de begunstigde opgestelde documenten, nu de begunstigde de onderzoeksinstantie niet alle facturen ter beschikking had gesteld, ook al was hij daarom verzocht, en niet kon worden vermoed waarom zij waren gemaakt. Met betrekking tot de overmacht, waarop verzoekster zich beroept, betoogt verweerder dat dergelijke rampen geen rechtstreeks gevolgen hadden voor de begunstigde, maar wel voor haar leveranciers van het gebied, en dat de begunstigde andere leveranciers kan vinden. Ook heeft verzoekster de in artikel 18, leden 2 en 3, van de raamovereenkomst bepaalde procedure voor erkenning van overmacht niet gevolgd. 3
VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 3. 11. 2011 – ZAAK C-627/11
Verzoekster heeft het in het subsidiabele project bepaalde doel niet verwezenlijkt wat betreft de jaarlijkse productie van 400 ton grondstof en de aanstelling van 42 personen, van wie 39 in de opslag. Aangezien verzoekster met de financieringsovereenkomst de verbintenis is aangegaan om op eigen verantwoordelijkheid voor de gehele duur van de overeenkomst te voldoen aan de subsidiabiliteits- en selectiecriteria, kan het bestaan van onregelmatigheden die aan verzoekster kunnen worden toegeschreven, ertoe leiden dat de geregistreerde uitgaven niet-subsidiabel worden verklaard. A.3. Vastgestelde feiten Uit de stukken blijkt dat verzoekster, als begunstigde, met het SAPARDagentschap, dat valt onder het Ministerul Agriculturii şi Dezvoltării Rurale, als aanbestedende dienst, overeenkomst nr. C1.131012400022/29.10.2003 heeft gesloten over de toekenning van een niet-terugvorderbare financiële tegemoetkoming van 5 024 665,42 RON. Daarbij ging het Agenţia de Plăţi pentru Dezvoltare Rurală de verbintenis aan om een niet-terugvorderbare financiële tegemoetkoming toe te kennen van maximaal 2 512 332,71 RON, dat wil zeggen maximaal 50 % van de totale subsidiabele waarde van het project „Modernizarea Depozitului Frigorific pentru congelarea şi ambalarea legumelor şi fructelor Iaşi”. Na het onderzoek dat vertegenwoordigers van het Centrul Regional N-E de Plăţi pentru Dezvoltare Rurală şi Pescuit op 27 mei 2009 hebben verricht naar het voortbestaan van de voorwaarden voor de subsidiabiliteit van het betrokken project, zijn bij proces-verbaal nr. 25356/09.12.2009 onregelmatigheden bij de uitvoering van de financieringsovereenkomst vastgesteld, is het bedrag van 2 493 439,12 RON niet-subsidiabel verklaard en is terugbetaling van dit bedrag gevorderd. Daarbij is de ontbinding van de overeenkomst tot financiering van de betrokken overeenkomst voorgesteld. In het proces-verbaal van het onderzoek is melding gemaakt van een mogelijke onregelmatigheid vermeld, te weten de „verlening van ongerechtvaardigde voordelen aan een onderneming of een overheidsinstantie”. Er waren namelijk verschillen geregistreerd tussen de bedragen die waren opgenomen in rekening „706” en de door de begunstigde neergelegde documenten, nu de overeenkomsten waartoe toegang was verleend, geen betrekking hadden op de met de financiering gerealiseerde ruimtes, maar op een vrij gebied van het gebouw. Gebleken is dat de economisch-financiële indicatoren niet in acht waren genomen – in 2007 bedroeg het percentage winst uit de verkoop van de productie in de totale verkochte productie 0 % en in 2008 2,98 % – en dat het in de overeenkomst bepaalde aantal personeel (42 personen) niet was aangesteld. Het bezwaar dat verzoekster tegen die maatregel heeft ingediend, is door verweerder afgewezen bij beslissing nr. 2461/10.02.2010, waartegen in rechte is 4
AUGUSTUS
opgekomen, en verzoekster is bij berichten nrs. 4314/10.03.2010 en 10/328/10.03.2010 op de hoogte gebracht van de ontbinding van financieringsovereenkomst C1.13012400022/29.10.2003. A.4. Verzoek van S.C. „AUGUSTUS” S.R.L. Iaşi om verwijzing naar het Hof van Justitie van de Europese Unie S.C. „AUGUSTUS” S.R.L. Iaşi heeft op 16 juni 2011 verzocht om de zaak naar het Hof van Justitie van de Europese Unie te verwijzen met het oog op een prejudiciële beslissing over de uitlegging van de bepalingen van verordening nr. 1260/1999 van de Raad (omissis) houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen, en van verordening nr. 1268/1999 van de Raad (omissis) inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode. S.C. „AUGUSTUS” S.R.L. Iaşi heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie verzocht om via een prejudiciële beslissing te bepalen of de teksten van de twee verordeningen „aldus moeten worden uitgelegd dat bij de uitoefening van de economische activiteit van de begunstigden van de SAPARD-fondsen die zijn verleend in de periode die voorafging aan de toetreding van Roemenië tot de Europese Unie, de voor de toekenning van deze fondsen bepaalde voorwaarden in acht moeten worden genomen, overeenkomstig het beginsel van kosteneffectiviteit en van winstgevendheid voor de begunstigde, mede gelet op de aangevoerde specifieke context van plaatselijke natuurrampen”. S.C. „AUGUSTUS” S.R.L. Iaşi betoogt dat de twee verordeningen het beginsel van efficiëntie van de markt voor de uitgeoefende economische activiteit neerleggen, maar daarop niet voldoende ingaan. Dit beginsel is bijvoorbeeld neergelegd in artikel 4, lid 3, van verordening nr. 1268/1999 en in de tiende overweging van de considerans van verordening nr. 1260/1999. B. Toepasselijke wetgeving B.1. Unierecht (omissis) Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen, en verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode, die aan de basis lagen voor de toekenning van de niet-terugvorderbare financiële tegemoetkoming. 5
VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 3. 11. 2011 – ZAAK C-627/11
B.2. Nationaal recht B.2.1. Voormede Legea nr.3l6/2001 pentru ratificarea Acordului multianual de finanţare dintre Guvernul României şi Comisia Comunităţilor Europene, semnat la Bruxelles la 2 februarie 2001 „Bijlage bij Legea nr. 316/2001, afdeling B – Beheer, controle en evaluatie van het programma Artikel 4 – Subsidiabiliteit van de uitgaven Een uitgave zal in aanmerking komen voor communautaire steunverlening in het kader van het SAPARD-programma indien zij ook in overeenstemming is met die overeenkomst en alleen wanneer bij het gebruik van de bijstand van het SAPARD-programma de beginselen van goed financieel beheer en in het bijzonder besparing en kosteneffectiviteit in acht worden genomen. De nationale bepalingen ter zake van de subsidiabiliteit van uitgaven zullen van toepassing zijn wanneer zij vooraf aan de Commissie zijn meegedeeld en specifiek door de Commissie zijn goedgekeurd, tot de datum waarop de Commissie een beslissing over het beheer van de bijstand neemt in de zin van artikel 3, lid 1, van afdeling A en onverminderd deze beslissing. De door Roemenië voorgestelde bepalingen inzake de subsidiabiliteit van uitgaven zullen worden toegepast voor elke maatregel, overeenkomstig de procedures en het handboek. De Commissie zal Roemenië van het al dan niet goedgekeurd zijn van de voorgestelde bepalingen in kennis stellen binnen drie maanden vanaf de ontvangst ervan en uiterlijk op de dag waarop zij een beslissing over het beheer van de bijstand in de zin van artikel 3, lid 1, van afdeling A neemt en onverminderd deze beslissing. De in het Programma vastgelegde bepalingen inzake de subsidiabiliteit van uitgaven gelden onverminderd de vaststelling van een beslissing van de Commissie met betrekking tot de toewijzing van het beheer van de bijstand als bedoeld in artikel 3, lid 1, van afdeling A. De kosten zullen gelden die uitdrukkelijk vermeld zijn in de standaardontwerpovereenkomst(en) over de door het SAPARD-agentschap voorgestelde maatregelen voor de begunstigden. De Commissie zal Roemenië van het al dan niet goedgekeurd zijn van de voorgestelde bepalingen in kennis stellen binnen drie maanden vanaf de ontvangst ervan en uiterlijk op de dag waarop de Commissie een beslissing over het beheer van de bijstand in de zin van artikel 3, lid 1, van afdeling A neemt en onverminderd deze beslissing”. B.2.2. Ordonanţa Guvernului nr. 79/2003 privind controlul şi recuperarea fondurilor comunitare, precum şi a fondurilor de confinanţare aferente utilizzate necorespunzător (Roemeens decreet van de regering nr. 79/2003 op de controle en 6
AUGUSTUS
de terugvordering van communautaire fondsen en van de desbetreffende confinancieringsfondsen die niet naar behoren worden gebruikt) „Artikel 2 – Voor de toepassing van het onderhavige decreet gelden de volgende definities: a) van een onregelmatigheid is sprake bij schending van de beginselen van legaliteit, regelmatigheid en conformiteit die zijn neergelegd in de nationale en/of communautaire voorschriften, alsmede in de bepalingen van overeenkomsten of van enige andere juridische verbintenis die is aangegaan op basis van die bepalingen, die tot gevolg heeft dat een onverschuldigde uitgave ontstaat en zo de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en/of de door de Europese Gemeenschappen beheerde begrotingen alsmede de begrotingen waaruit de desbetreffende cofinanciering komt, wordt benadeeld. b) van fraude is sprake bij een opzettelijke handeling of nalatigheid met betrekking tot de verkrijging, het gebruik of het beheer van communautaire fondsen uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen of uit de door de Europese Gemeenschappen of voor hun rekening beheerde begrotingen alsmede uit de begrotingen waaruit de desbetreffende cofinanciering afkomstig is, bestraft door de Codul penal (Roemeens strafwetboek), Legea nr.78/2000 pentru prevenirea. descopenirea şi sancţionarea faptelor de corupţie, cu modificările şi completările ulterioare (Roemeense wet nr. 78/2000 op de preventie, de opsporing en de bestraffing van corruptie, zoals gewijzigd en aangevuld) of door andere bijzondere wetten; c) communautaire fondsen zijn niet-terugvorderbare financiële tegemoetkomingen die de Europese Unie Roemenië toekent; d) creditposten in de begroting die het resultaat zijn van onregelmatigheden, zijn bedragen die moeten worden terugbetaald aan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en/of aan de door de Europese Gemeenschappen of in hun naam beheerde begrotingen alsmede aan de begrotingen waaruit de desbetreffende cofinanciering afkomstig is, als gevolg van het feit dat communautaire fondsen en de desbetreffende cofinancieringsbedragen niet naar behoren zijn gebruikt en/of als gevolg van het feit dat bedragen onverschuldigd zijn verkregen in het kader van de maatregelen die deel uitmaken van het stelsel van volledige of gedeeltelijke financiering van die fondsen”. B.2.3 Ordonanţa Guvernului nr. 79/2003 is ingetrokken bij Ordonanţa de urgenţă a Guvernului nr. 66/2001 privind prevenirea, constatarea şi sancţionarea neregulilor apărute în obţinerea şi utilizarea fondurilon europene şi/sau a fondurilor publice naţionale aferente acestora (spoeddecreet van de regering nr. 66/2001 op de preventie, de opsporing en de bestraffing van onregelmatigheden bij de verkrijging en het gebruik van Europese fondsen en/of van de desbetreffende nationale publieke fondsen), die bepaalt: 7
VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 3. 11. 2011 – ZAAK C-627/11
„Artikel 2 – (1) Voor de toepassing van het onderhavige spoeddecreet gelden de volgende definities: a) onregelmatigheid: elke schending van de beginselen van legaliteit, rechtmatigheid en conformiteit die zijn neergelegd in de nationale en/of Europese voorschriften alsmede in de bepalingen van overeenkomsten of van enige andere juridische verbintenis die is aangegaan op basis van die bepalingen, die het gevolg is van een handeling of een nalatigheid die kan worden toegeschreven aan de begunstigde of aan de voor het beheer van de Europese fondsen bevoegde autoriteit en die tot gevolg heeft of zou kunnen hebben dat een onverschuldigde uitgave ontstaat en zo de algemene begroting van de Europese Unie of de begrotingen van de internationale publieke donoren en/of de desbetreffende nationale publieke fondsen wordt benadeeld. b) fraude: een inbreuk die wordt gepleegd in verband met de verkrijging en het gebruik van Europese fondsen en/of van desbetreffende nationale publieke fondsen, bestraft door de Codul penal of door andere bijzondere wetten; c) Europese fondsen: niet-terugvorderbare financiële tegemoetkomingen die aan Roemenië worden toegekend uit de algemene begroting van de Europese Unie en/of uit de door de Europese Unie of voor haar rekening beheerde begrotingen; d) nationale publieke fondsen die Europese fondsen betreffen: bedragen die afkomstig zijn uit de geconsolideerde algemene begroting en worden gebruikt ter waarborging van de cofinanciering, ter betaling van een voorschot, ter substitutie van de Europese fondsen bij onbeschikbaarheid en/of tijdelijke stopzetting van de betaling van die fondsen of ter aanvulling van de Europese fondsen met het oog op de voltooiing van de projecten, alsmede andere categorieën van uitgaven die daartoe bij wet zijn geregeld; j) creditposten die het resultaat zijn van onregelmatigheden: bedragen die moeten worden terugbetaald na de vaststelling van een onregelmatigheid bij de verkrijging en het gebruik van Europese fondsen en/of de desbetreffende nationale publieke fondsen”. B.2.4. Legea nr.500/2002 privind finanţele publice (Roemeense wet nr. 500/2002 op de openbare financiën) „Artikel 51 – Niet-terugvorderbare externe fondsen (1) De begrotingstoewijzingen betreffende niet-terugvorderbare externe financiële tegemoetkomingen zijn ramingen en vinden plaats volgens de overeenkomsten die met externe partners zijn gesloten. (2) Niet-terugvorderbare externe financiële tegemoetkomingen zullen worden betaald op een afzonderlijke rekening en zullen alleen worden toegekend binnen 8
AUGUSTUS
de grenzen van wat op die rekening beschikbaar is en voor het doel waarvoor zij zijn betaald. Artikel 52 – Uitvoering van de begroting (8) Bedragen die als voorschot zijn betaald overeenkomstig lid 7 en niet zijn gerechtvaardigd door vóór het einde van het jaar, volgens de contractuele voorwaarden geleverde goederen, verrichte arbeid of verrichte diensten, zullen worden teruggevorderd door de overheidsinstantie die de voorschotten heeft verleend en zullen worden terugbetaald aan de begroting waaruit zij zijn voorgeschoten. Wanneer de levering van de goederen of de verrichting van de overeengekomen arbeid of diensten waarvoor het voorschot is betaald, niet heeft plaatsgevonden, worden de door de overheidsinstantie teruggevorderde bedragen vermeerderd met de moratoire rente voor inkomsten, berekend vanaf de datum van verlening tot de datum van terugbetaling ervan. (9) In afwijking op lid 8: a) * kan het gedeelte dat overeenstemt met de subsidiabele uitgaven van de bedragen die een voorschot vormen voor de uitvoering van programma’s, projecten en handelingen die worden gefinancierd met niet-terugvorderbare externe pretoetredings- of posttoetredingsfondsen, andere dan die waarop het bepaalde sub b betrekking heeft, worden gerechtvaardigd door binnen de voor de definitieve betaling gestelde termijn, volgens de gesloten overeenkomsten geleverde goederen, verrichte arbeid of verrichte diensten, met inachtneming van de eventuele specifieke bepalingen van memoranda, akkoorden, overeenkomsten, beslissingen of financieringsorders”. C. Prejudiciële vragen van de Înalta Curte de Casaţie şi Justiţie - Secţia de Contencios Administrativ şi Fiscal Gelet op voormelde argumenten en op het feit dat: C.1. Roemenië sinds 1 januari 2007 een lidstaat van de Europese Unie is. Overeenkomstig artikel 148 van de Constituţie (Roemeense grondwet) hebben de bepalingen van de Verdragen tot oprichting van de Europese Unie alsmede de andere bindende communautaire bepalingen sinds de toetreding voorrang op tegenstrijdige nationale bepalingen, overeenkomstig de toetredingsakte (lid 2), en waarborgen het Parlement, de President van Roemenië, de regering en de rechterlijke instanties dat de uit de toetredingsakte en uit het bepaalde in lid 2 voortvloeiende verplichtingen worden nagekomen (lid 4). Bij Legea nr.157/2005 de ratificare a Tratatului de aderare a României şi Bulgariei la Uniunea Europeană (Roemeense wet nr. 157/2005 op de ratificatie van het Verdrag tot toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de Europese Unie) is Roemenië de verbintenis aangegaan om de van vóór de toetreding daterende oorspronkelijke verdragen van de Gemeenschap in acht te nemen. 9
VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 3. 11. 2011 – ZAAK C-627/11
(omissis) Ter beslechting van het bij hem aanhangige geding acht de Înalta Curte de Casaţie şi Justiţie het noodzakelijk het Hof van Justitie een vraag te stellen over de uitlegging, in de geest van de teksten, van de bepalingen van verordeningen nrs. 1260/1999 (omissis) en 1268/1999. (omissis) DICTUM Bij het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt een verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend over de uitlegging van de bepalingen van verordeningen nrs. 1260/1999 en 1268/1999 van de Raad van de Europese Unie, te weten of de twee verordeningen „aldus moeten worden uitgelegd dat bij de uitoefening van de economische activiteit van de begunstigden van de SAPARDfondsen die zijn verleend in de periode die voorafging aan de toetreding van Roemenië tot de Europese Unie, de voor de toekenning van deze fondsen bepaalde voorwaarden in acht moeten worden genomen, overeenkomstig het beginsel van kosteneffectiviteit en van winstgevendheid voor de begunstigde, mede gelet op de aangevoerde specifieke context van plaatselijke natuurrampen”. (omissis)
10