Evaluatie-verslag van de winteropvang voor daklozen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011/2012 Opvolging van Elementen van voorstellen voor een regionaal opvangsysteem en een regionaal plan voor thuislozenzorg
Mei 2012
Introductie................................................................................................................... 4 1. Wat is er deze winter 2011/2012 in het kader van de winteropvang van thuislozen in Brussel-Hoofdstad gebeurd? ................................................................. 6 2. Het dagonthaal van de daklozen tijdens de winter ............................................ 19 2.1 Verloop van de missie.................................................................................... 19 2.2 Wat er naar voren is gekomen tijdens individuele ontmoetingen ................... 21 2.3 Wat er naar voren is gekomen tijdens de collectieve vergadering ................. 22 2.4 Werkwijzen .................................................................................................... 23 3. Welke opvolging van de aanbevelingen van 2010/2011 betreft de organisatie en de functionering van de winteropvang van thuislozen in Brussel ?........................... 25 3.1. De positieve ontwikkelingen........................................................................... 25 3.1.1. De informatievoorziening................................................................. 25 3.1.2. Evaluatie.......................................................................................... 28 3.1.3. Uitzonderlijke gebeurtenissen ......................................................... 29 3.2. De negatieve ontwikkelingen ......................................................................... 30 3.2.1. Gebouwen en aantal plaatsen.................................................................... 30 3.2.2. Anticipatie en organisatie ........................................................................... 31 3.2.3. Media-aandacht.......................................................................................... 32 3.3. De «knelpunten»............................................................................................ 32 4. Elementen voor een gecoördineerde strategie van thuislozenhulp ................... 35 4.1. De winteropvang: nu en in de toekomst .............................................. 35 4.1.1. De actuele noodopvang .................................................................. 35 4.1.2. Demain, une redéfinition du dispositif hivernal bruxellois : un Dispositif REgional de MIse (DIREMI) à l’abri est-il envisageable ? .............. 38 a. Fonctionnement du DIREMI ................................................................ 40 4.2. Eléments pour une stratégie régionale bruxelloise d’aide aux sans-abri 47 Conclusion................................................................................................................ 51 Bijlage n°1: De specifieke winteraanbevelingen van he t verslag 2010/2011 van het steunpunt thuislozenzorg Brussel............................................................................. 56 Bijlage n°2 a: de evaluatie-vragenlijst « bezoekers» v an het Platforme Informatie La Strada 59 Bijlage n°2 b: Evaluatie-vragenlijst van het Informat ie Platform van La Strada (in het nederlands) 62 Bijlage n°3: tabel opgesteld voor ons door een dakloze in het kader van de studie « Territoires et mobilités des sans-abri à Bruxelles-capitale » (R. Liagre, 2010) ...... 65 Bijlage n°4: tekst gepubliceerd op de website van Dokter s van de Wereld voor het eind van de winteropvang (28/03/2012) ................................................................... 66 Bijlage n°5: persconferentie van de Samusocial (29/03/2 012) ............................... 69
Bijlage n°6: Van 15 november tot 31 maart : het win terplan voor de daklozen van het Brussels Gewest, waarvoor de opvang werd gespreid over het gebouw van de Koningsstraat en het permanente centrum van Samusocial, beide in Brussel-Stad. 69
AFKORTINGENLIJST AMO
Aide en Milieu Ouvert (diensten Jeugdhulp in een open omgeving) Belgisch Netwerk Armoedebestrijding Centra voor Algemeen Welzijnswerk Centrum Voor Globale Sociale Actie Communicatie Centrum Noord Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Winteropvang DIspositif REgional de MIse à l'abri Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers Koninklijk Meteorologisch Instituut Dokters Van De Wereld Niet begeleide minderjarige vreemdeling Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Platform voor Informatie La Strada Radio Télévision Belge Francophone Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
BAPN CAW CGSA CCN GGC OCMW WO DIREMI Fedasil KMI DVDW NMBV RVA PILS RTBF NMBS
LIJST MET FIGUREN Tabel nr 1
Samenvatting van de beschikbare plaatsen in de nachtopvang/crisiscentrum (voorbeeld van 30 januari tot 3 maart)
Tabel nr 2
Samenvatting beschikbare plaatsen na de opening van het gebouw van de RVA, Charleroisesteenweg (voorbeeld van 8 en 9 februari 2012)
Grafiek nr 1
Het aantal weigeringen van de nachtopvang van Hoeksteen tussen 05/03 en 29/03
Grafiek nr 2
Evolutie van het aantal bezoeken van de PILS tussen 25 januari 2011 en 28 maart 2012 (bron: Google analytics)
Schema nr 1
Winter 2011/2012, de Brusselse winternoodopvang voor daklozen
Schema 2
Voorstel van een schema voor een DIspositif REgional de Mise à l’abri (DIREMI)
Tabel nr 3
Enkele Europese voorbeelden van strijd tegen dakloosheid
Introductie Tijdens de winter 2010-2011 is de winteropvang van de daklozenopvang van Hoofdstedelijk Gewest in positieve zin geëvalueerd.1 Evaluaties op verschillende analyseniveaus zijn in 2011 uitgevoerd en gepresenteerd aan de sector (regionale schaal: verslag van het steunpunt la Strada; interne schaal van de winteropvang: verslag van Samusocial en Dokters Van De Wereld; gemeentelijke schaal: verslag van Diogènes en de gemeente Etterbeek 2). Dit jaar hebben de kabinetten van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) voor bijstand aan personen la Strada gemandateerd om aan de Brusselse winteropvang te werken, en deze opvang nogmaals te evalueren. In dit kader waren de drie hoofdmissies van la Strada volgens de overeenkomst die getekend
is
tussen
het
Verenigd
College
van
de
Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie en het Steunpunt thuislozenzorg Brussel: 1. het stimuleren van de goede communicatie tussen de verschillende spelers van de winteropvang, in het bijzonder door middel van het Platform voor Informatie La Strada (PILS); 2. het meedoen aan vergaderingen van het directiecomité over de winteropvang georganiseerd door de kabinetten, met de Samusocial, tenminste één keer paar maand; 3. het evalueren van de winteropvang: ontwikkelen van een methode/evaluatieschema in samenwerking met de sector. Het algemene idee was enerzijds meedoen aan de globale organisatie van de winteropvang (overlegfase, communicatiefase) en anderzijds te evalueren of de aanbevelingen van vorig jaar wel of niet zijn opgevolgd en op welke manier. Hierbij hoort nog een extra missie betreft de dagopvang van daklozen in Brussel in het kader van de winteropvang, wat inhoudt:
1. een inventaris van de centra, diensten en organisaties die dagopvang aanbieden of zouden kunnen aanbieden, en hoe ze functioneren, welke doelgroep er ontvangen wordt, welke problemen er zijn, de eventuele behoeften/verwachtingen voor wat betreft personeel, ruimtes, dag-en nachtcoördinatie, etc.; 1
Wij gebruiken deze term van winteropvang uit gemak omdat de sector van de thuislozenzorg deze normaalgezien gebruikt voor het aanduiden van de winterperiode tijdens de welke er extra slaapplaatsen voor daklozen worden voorzien. Aan het einde van het verslag zullen we ons kritisch uitlaten over deze term. 2 Zie bibliografie
2. als buitengewone omstandigheden vereisen dat het aanbod van de dagopvang verhoogd moet worden, deze versterking coördineren dat wil zeggen het contacteren en mobiliseren van de betrokken centra en organisaties en op te letten op de samenhang van hun acties; 3. de sector te informeren over de functionering van deze verschillende diensten via in het bijzonder de website van la Strada en het PILS. In tegenstelling tot het verslag van vorig jaar is dit verslag noch een participatieve evaluatie van de winteropvang noch het product van reflecties die in een werkgroep ontstaan zijn om de bestaande situatie te verbeteren. Wij beschrijven hier in eerste instantie de historiek van de evenementen die hebben plaatsgevonden tijdens de periode van de winteropvang die loopt van oktober 2011 tot eind maart 2012. Dit eerste deel zal als geheugensteun dienen voor de organisatie van de komende winters. Inderdaad laat de ervaring zien dat dit type feitelijke en historische gegevens altijd complex blijft om terug te vinden zelfs als deze heel informatief blijken te zijn (voorbeeld van het winterrapport 2012/2011 waarin bepaalde fragmenten van proces-verbalen van overleggen van het begin van de jaren 2000 worden genoemd en dezelfde problemen naar voren komen als tegenwoordig). Ten tweede zullen wij het overzicht van de extra missie betreft de daklozenopvang die la Strada toevertrouwd is presenteren. Daarna zullen wij terugkomen op de aanbevelingen van het verslag van 2010/2011 van la Strada, om op een zo objectief mogelijke wijze te zien wat de opvolgingen, evoluties en knelpunten zijn. Tenslotte stellen wij met een vleugje ambitie de Brusselse sector van de thuislozenzorg enkele ideeën en schema's voor die het doel hebben van het uitbreiden van een regionale strategie voor thuislozenzorg, met daarbinnen een plaatselijke daklozenopvang.
1.
Wat is er deze winter 2011/2012 in het kader van de winteropvang van thuislozen in Brussel-Hoofdstad gebeurd?
Welke belangrijke gebeurtenissen hebben de winter van 2011/2012 gemarkeerd voor wat betreft de uitvoering en het beheer van de winteropvang, voor wat betreft belangrijke gebeurtenissen die tijdens deze periode hebben plaatsgevonden etc. ? Voordat we in details treden kunnen we van deze winter al twee sleutelmomenten onthouden. Ten eerste de aankoop van een gebouw door de OCMW van Brussel waarvan een deel is toegewezen aan de Samusocial om te gebruiken tijdens de winter. Daarnaast het opzetten van de winter-crisiscel op federaal niveau die vooral als doel had een overzicht te creëren van de mogelijkheden die er in geval van "wintercrisis" beschikbaar zijn voor de daklozen (zeer veel kou, grote migrantenstroom, etc.). Dit alles speelt zich af in een context van crisisopvang van asielzoekers in België en vooral in Brussel waar Fedasil niet in staat is om de opvang te regelen waar de asielzoekers tijdens hun asielprocedure recht op hebben en waar het aantal door Fedasil afgewezen asielzoekers (asielzoekers zonder onthaalstructuur) erg hoog blijft. Eén van de aanbevelingen van het voorgaande jaar was voorkeur te geven aan het anticiperen vanaf het begin van de zomer op de komende winters door het creëren van een coördinatiecomité en het vergaderen met de belangrijkste spelers van de organisatie van wat men de "winteropvang" noemt. Vanaf de maand augustus zijn de kabinetten van bijstand aan personen net als de Samusocial begonnen met hun onderzoeken om gebouwen te vinden die tijdens de winter voor daklozenopvang zouden kunnen worden gebruikt. Tijdens deze zomerperiode was er niet al te veel "goede wil". Er zijn van de 19 gemeenten die door de kabinetten gecontacteerd zijn maar 3 antwoorden teruggekomen, waarvan één positief antwoord van de gemeente Ukkel die een zaal ter beschikking wil stellen. Daarom vinden er tot de maand september weinig gezamenlijke acties plaats rond de concrete voorbereiding van de winteropvang. Op 22 september 2011 wijst het verenigd College van de GGC een subsidie toe aan de vzw Samusocial voor de organisatietaak van de winteropvang voor daklozen 2011-2012 (bedrag van 1 miljoen Euro gebaseerd op het budget van 2011 en het eerste budget van 2012). We bekijken hieronder maand per maand tussen oktober 2011 en maart 2012 de belangrijkste gebeurtenissen van de winteropvang.
Oktober 2011 •
De kabinetten van bijstand aan personen vergaderen op 21 oktober met de Samusocial over de overeenkomst voor de winteropvang, zonder la Strada. Net als vorig jaar was de ondertekening van de overeenkomst vertraagd waardoor er
problemen ontstonden door de Samusocial bij de ingebruikname van het gebouw van Etterbeek (fragment uit het verslag van Diogènes 2011, p.2: «Alhoewel de Samusocial nogmaals aan het begin van de zomer begonnen was met het zoeken van een gebouw voor de winter, en in september duidelijk werd dat ze zich kon installeren in de Veldstraat, werden slechts twee dagen voor de openingsdatum op 22 november (die toen nog onbekend was) de langverwachte akkoorden van de ministers gegeven en de overeenkomsten getekend ») •
Op 20 oktober tijdens een vergadering met het Rode Kruis worden wij geïnformeerd over de maatregelen van het Rode Kruis van Brussel Hoofdstedelijk Gewest in het kader van het winterplan 2011-2012. Dit document zal pas begin februari in de twee talen gevalideerd worden. Het Rode Kruis preciseert er welke hulp zij kan ondersteunen tijdens de winteropvang om de problemen van de vorige winter te voorkomen die plaatsvonden tijdens het voorval van het Communicatiecentrum Noord (CCN). Er wordt bijvoorbeeld benadrukt dat «Het Rode Kruis als vrijwilligersbeweging in geen enkel geval gevraagd kan worden om een opvang op te zetten waarvoor professionele competenties nodig zijn. Om deze reden kan zij geen opvangplannen opzetten. Zij kan eventueel en uitzonderlijk een aanvraag bekijken waarvan de perspectieven niet verder gaan dan 7 dagen.». In het officiële document presenteert het Rode Kruis tevens het voor elke interventieaanvraag van het Rode Kruis in te vullen ad-hoc formulier.
•
Op 26 oktober horen we via de media dat de voorzitter van de OCMW Brussel een gebouw heeft aangekocht ter waarde van vijf miljoen euro, gelegen in de Koningsstraat 139-141, om de winteropvang van de Samusocial tussen november en maart te herbergen en voor andere gevallen zoals transithuisvesting of de opvang van slachtoffers van rampen in Brussel gedurende de rest van het jaar. De schuldsaneringsdienst en de energiecel van de OCMW moeten er ook deel van uit maken. Het gebouw dat centraal ligt en goed bereikbaar is zal 400 personen moeten kunnen ontvangen maar er moeten nog verschillende renovatiewerken worden uitgevoerd. Deze aankoop is een belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van de Brusselse winteropvang omdat tijdens de voorgaande jaren de operatoren elk jaar op zoek moesten naar een nieuw gebouw en opnieuw moesten renoveren, etc., en telkens geconfronteerd werden met het structurele tekort aan gebouwen.3 Zelfs als de grootte van het gebouw te wensen overlaat en ingaat tegen de aanbevelingen van de verslagen van 2010/2011 (de vzw Diogènes en la Strada waren evenals een deel van
3
Hier wordt er door een deel van de sector en de mediaweer een term gebruikt die niet echt een betekenis heeft. Eigenlijk wordt er indirect gezegd dat er een gebouw in bezit moet zijn om elk jaar een winteropvang te regelen (≠ d’éphémère)
de sector voor meerdere kleinere gebouwen) lijkt de aankoop van dit gebouw voor de organisatoren van de winteropvang een besparing van geld, energie en tijd. •
Op dezelfde dag presenteren de twee ministers van bijstand aan personen Mevrouw Grouwels en mevrouw Huytebroeck hun voorstellen voor de winter van 2011/2012 tijdens een persconferentie georganiseerd door de OCMW van Brussel-stad in het gebouw van de Koningsstraat.
De ministers schetsen er in grote lijnen de functionering van de winteropvang: toegewezen budget van 1 miljoen euro, 400 plaatsen, nachtopvang, werk in overleg met de werkers ter plaatse. Tijdens deze persconferentie hoort het steunpunt dat er haar tijdens deze winter een nieuwe missie wordt toevertrouwd. De missie wordt in het begin nogal vaag gedefinieerd: coördinatie van de dagopvang, mobilisering van de sector en andere min of meer gelinkte sectoren, en aansluiting op de nachtopvang. Het is tevens voorzien dat een coördinatiecomité met de kabinetten, de Samusocial en la Strada zich verenigt om, ook al is het wat laat, de winteropvang te organiseren. •
La Strada probeert gedurende die tijd de directrice van de Samusocial te ontmoeten om over de aanbevelingen van 2010/2011 en de studiedag van 22 juni 2011 te «debriefen», wat zij niet wenst.
•
Een eerste versie van het Platform Informatie La Strada is op een vereenvoudigde wijze opgestart zodat de termijnen die aangekondigd werden in het verslag van 2010/2011 gerespecteerd kunnen worden.
•
Het is tevens vanaf het begin van de maand oktober dat Vluchtelingenwerk Vlaanderen begint te reflecteren over de opvang van asielzoekers zonder onthaalstructuur.
Vluchtelingenwerk
organiseert
meerdere
vergaderingen met
verschillende partners uit de humanitaire hoek waar het steunpunt zich bij heeft aangesloten. •
Op 31 oktober ontvangen wij nieuws van de Samusocial dat het gebouw aan de Koningsstraat vanaf 15 november stapje voor stapje zou moeten openen zoals vorig jaar.
November 2011 •
Er wordt een vergadering georganiseerd op 7 november bij de Samusocial op aanvraag van het steunpunt, met de directrice van de Samusocial, de algemene coördinator en de coördinator van hun winteropvang. De gedetailleerde functionering van de winteropvang wordt gepresenteerd, de data van de verschillende openingsstadia, de presentatie van het gebouw aan de sector, etc.
•
Op 14 november presenteren de directrice van de Samusocial en haar coördinatoren hun winteropvang aan de sector, aan de zetel van het Vestje. Vijftien afgevaardigden van de sector zijn aanwezig. De Samusocial heeft moeite gedaan om te communiceren met de sector en dit wordt gewaardeerd. Een vergadering per maand zal worden georganiseerd op de plaats zelf van de winteropvang. Voor de sector wordt er trouwens op 25 november een bezoek van het gebouw van de Koningsstraat georganiseerd waarbij een dertigtal partners worden verzameld. Tijdens deze zelfde maand worden er twee "eenheden" van 80 plaatsen geopend aan de Koningsstraat. Het honderdtal eerste plaatsen wordt toegewezen aan geselecteerde personen die er de meeste nood aan hebben (lichamelijk, leeftijd, psychologisch etc.). De Samusocial heeft hierover een aantal straatwerkers ontmoet om deze personen te identificeren.
•
Op 14 november ontmoeten wij tevens het wijkcomité Notre-Dame aux Neiges. Het comité had contact met ons opgenomen om haar zorgen te uiten over de opening van de Koningsstraat. De woordvoerders van dit comité waren een beetje ongerust naar aanleiding van het verslag van Diogènes betreft het onthaalplan van Etterbeek van 2010/2011, door de aanwezigheid van eventuele daklozenbewegingen en de eventuele overlast die dit voor hun wijk zou kunnen veroorzaken. De brief die de voorzitter van de OCMW had gestuurd waarin de opening van het centrum werd aangekondigd is voor hen niet voldoende. Wij proberen een aantal ontvangen ideeën samen te vatten en brengen hem in contact met de coördinator van de Samusocial die hen later zal ontmoeten om de details van de functionering van de winteropvang uit te leggen.
•
Tijdens de maand november besluit de (federale) ministerraad tevens "de capaciteit van de nachtopvang te verhogen en een crisiscel te creëren die zal samenkomen in het crisiscentrum om de coördinatie van deze nachtopvang te verzekeren voor wat betreft vraag en aanbod, een versterking van de initiatieven proberen te bereiken, vooral als de vraag en het aanbod van de nachtopvang niet meer op elkaar afgestemd zijn" (samenvatting van de vergadering van 30 november 2011, crisiscentrum, "Opvang van daklozen tijdens de winter - uitzonderlijke opvang"). Het crisiscentrum bereid zich dus voor op de winteropvang «naar aanleiding van het besluit van de regering op aanvraag van de eerste minister, de minister van binnenlandse zaken Turtelboom en van de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding Courard» (fragment uit de uitnodiging die verstuurd is naar het crisiscentrum voor 30/11/2011). Vanaf eind november vinden dus meerdere vergaderingen plaats om het voorgestelde aanbod voor de daklozen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te evalueren en in te schatten hoeveel potentiële daklozen er in de winter opvang nodig hebben.
•
De federale crisiscel bestaat uit: de afgevaardigden van de federale kabinetten (van de eerste minister, van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, van defensie); de voorzitter van de Conferentie van Burgemeesters van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; de voorzitter van de OCMW van Brussel; een vertegenwoordiger van Fedasil; de afgevaardigde van de onthaalplaatsen van Fedasil; de administratieve gouverneur van het Brussels hoofdstedelijk gewest; de twee vertegenwoordigers van het kabinet van de GGC voor bijstand aan personen (kabinetten Grouwels en Huytebroeck); de regionale commissaris van het Rode Kruis; de directrice van de Samusocial; de sociale referent van Hope In Stations voor de NMBS; een vertegenwoordiger van het steunpunt thuislozenzorg Brussel; voor de Vlaamse regering het Kabinet Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Van Deurzen; een afgevaardigde van de federale politie; voor de regering van de Waals-Brusselse federatie een afgevaardigde van het kabinet van de Minister van Sociale Actie, Gezondheid en Gelijke Kansen, Tillieux.
•
De te ontvangen doelgroep definieert zich als volgt: iedereen die op straat leeft, wat zijn statuut op het grondgebied ook is. De functionering van deze wintercrisis-cel is voorzien van 1 december tot 31 maart.
December 2011 •
Tijdens de maand december gaan de vergaderingen in het crisiscentrum door zonder concrete vooruitgang. De verantwoordelijke van het crisiscentrum richt zich tot de goede wil om gebouwen te vinden en voor te stellen die vooral daklozen kunnen opvangen als het heel erg koud is. De kwestie van de omkadering wordt weinig besproken.
•
Half december wordt een derde "transitzone" van 80 plaatsen geopend aan de Koningsstraat.
•
De Stichting Prins Laurent organiseert 6 december een persconferentie om de actie die zij in samenwerking met de vzw Bij Ons organiseert voor te stellen voor de omkadering (en andere logistieke partners zoals het Ministerie van Defensie, Royal Canin, etc.). Er zijn inderdaad vier containers geïnstalleerd in de Stuiversstraat, vlakbij het centraal station, om enkel daklozen te ontvangen die een hond hebben. In twee van deze containers kunnen 16 personen en hun honden slapen van 20u tot 8u 's ochtends, de omkadering wordt verzorgd door een "ervaringsdeskundige".
•
In het crisiscentrum wordt een lijst van lege gebouwen (van de regie der gebouwen ) gepresenteerd door het kabinet van de minister Grouwels.
•
In de maand december ontstaat tevens SOS opvang4, een consortium van 8 NGO5 dat zich organiseert om een noodhulp op te zetten voor de asielzoekers zonder onthaalstructuur van FEDASIL.
•
Begin december wordt de overeenkomst tussen de GGC en la Strada pas getekend om de missies van het steunpunt voor de winter van 2011/2012 te definiëren, terwijl deze overeenkomst begin oktober al werd opgesteld.
Januari 2012 •
De tweede vergadering van de Samusocial vindt plaats op 6 januari, er zijn maar twee auditors aanwezig die niet van de Samusocial zelf zijn (waarvan er eentje zelfs niet van dezelfde sector is) ondanks de informatieherinnering aan de sector door het steunpunt. De algemene staking diezelfde dag zou kunnen verklaren waarom er zo weinig deelnemers zijn.
•
Concreet gezegd, aan het begin van de functionering van het crisiscentrum voor de noodopvang stelt alleen de vertegenwoordiger van Defensie 237 plaatsen voor in acht regio's. Deze plaatsen bevinden zich in Kasernen, dus geen enkele plaats bevindt zich op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk gewest. Deze plaatsen bevinden zich in bewoonde wijken daarom moet de aankomst van de daklozen plaatsvinden tussen 20u en 22u en hun vertrek tussen 6u en 8u in de ochtend. Defensie stelt beddengoed ter beschikking en biedt een lichte maaltijd aan. Het transportprobleem naar de locatie toe evenals de onmisbare begeleiding blijven nog onzeker.
•
Tijdens deze periode blijkt geen één van de gebouwen in orde te zijn voor wat betreft materiële en juridische kwesties. Er worden meerdere onzekere werkwijzen voorgesteld, gelukkig zonder resultaat: tenten, slaaptreinen van de NMBS.
•
De nachtopvang Hoeksteen en Samusocial weigeren mensen door een gebrek aan plaatsen.
•
Eind januari organiseert het steunpunt een vergadering tussen de diensten van de dagopvang en de nachtopvang. Dat is de gelegenheid om zich bewust te worden van het feit dat de reeds gecommuniceerde informatie aan meerdere spelers (bijvoorbeeld containers) niet correct verspreid is binnen de structuren (voor de details betreft de dagopvang, zie deel 2 hierna).
•
Vanaf de maand januari verspreid de NMBS tevens via het PILS haar procedures in verband met de toepassing van het winterplan in de stations. Meerdere te respecteren voorwaarden worden in de procedure van de spoorwegen gedetailleerd:
4 5
http://www.sosopvang.be/ Dokters van de Wereld, Oxfam, Unicef België, Caritas International, CIRE, Convivial, Vluchtelingenwerk Vlaanderen
temperatuur gelijk aan of lager dan 0°C, duidelijke wil van de mensen om op het station te blijven, etc.. (zie hier voor de details: http://www.lstb.be/pdf/procedurescnb.pdf) •
Het eind van de maand januari markeert tevens het begin van een periode van intensere kou na een bijzonder zacht begin van de winter.
•
Op 25 januari sturen de kabinetten van de GGC voor bijstand aan personen een email om een eerste vergadering voor het coördinatiecomité van de winteropvang 2011/2012 te organiseren.
Februari 2012 •
Tijdens de eerste dagen van februari, nadat de eerste sneeuwvlokken vielen en de temperatuur voor het eerst onder nul daalde6, vergaderde het crisiscentrum zo ongeveer dagelijks over de noodsituatie. Zodra het kwik onder nul daalt nemen de voorstellen voor lege en bruikbare gebouwen toe. Vanaf dit moment begint de informatie over de ruimtes zich snel te verspreiden. Wij zijn dus aanwezig bij de veilingen van aangeboden plaatsen tijdens de vergaderingen in het crisiscentrum, iedereen wil ineens meedoen aan deze plaatselijke humanitaire actie.
•
Omdat de voorstellen die er de ene dag worden gedaan vaak 's ochtends niet meer actueel zijn wordt het soms moeilijk om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie van de beschikbare plaatsen en gebouwen. De plaats van de kazerne van Beauchevain opent bijvoorbeeld met spoed op 30 januari maar sluit direct weer op 1 februari omdat het te ver van Brussel ligt.
Fragment van de informatieve tekst van de Samusocial over het PILS, betreft de kazerne van Beauchevain, op 02/02/2012:
« Deze plek is gisteravond geopend naar aanleiding van beslissing van de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. Deze plek was voorzien voor een opvang van 60 personen maar in eerste instantie waren er nog maar dertig plaatsen beschikbaar. De registratie heeft plaatsgevonden via de telefoonlijn (18u) en de afspraak is gemaakt bij de Samusocial. De mensen zijn onthaald in onze permanente structuur van Brussel-stad voordat ze in de bus van de federale politie stapten die vertrok rond 19u15 vanaf de Zuidboulevard (Riolenmuseum) met bestemming Beauvechain. 6
Op 2 februari communiceert de IRM in de pers dat de weersomstandigheden weer overeenkomen met de "typische winteromstandigheden". De voorafgaande zachte weersomstandigheden waren "abnormaal gunstig". Volgens de gegevens van de IRM op 01/02/2012: gemiddelde temperatuur = -5.39° (de dag ervoor -2.02); gemiddelde «gevoels»-temp eratuur = -11.9 (de dag ervoor, -6.1)
Er zijn die dinsdagavond 32 personen geregistreerd maar 11 ervan zijn niet gekomen. In de nacht van 31/1 op 1/2 hebben dus maar 20 personen in Beauvechain geslapen de andere mensen die een slaapplek zochten belden nadat de bus al vertrokken was.»
Het volgende fragment van het PILS, ook weer opgesteld door de Samusocial, is symptomatisch voor de snelheid waarmee gebouwen openen en sluiten.
«Topo opening humanitair plan: Kazernen van Beauvechain op 31/1/2011, opvang gedurende 1 nacht, met een capaciteit van maximaal 60 personen, niet alle plaatsen konden gebruikt worden door de afstand en gezien het feit dat het onmogelijk was om vervoer te regelen naar dit centrum na 20u 's avonds. er konden 120 plaatsen geopend worden gedurende 5 nachten op 1/2012 in een gebouw in de Ulensstraat in Molenbeek. 50 plaatsen werden geopend gedurende 5 nachten op 2/1 in een gebouw van Belgacom aan de Jan Blockxstraat in Schaerbeek 50 andere plaatsen zijn gebruikt gedurende 4 nachten op 3/1/2012 in een ander gebouw van Belgacom in de Borrensstraat in Elsene. Tussen 65 en 102 plaatsen konden worden aangeboden door verschillende Brusselse hotels. » •
Op 6 februari wordt een oud gebouw van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) geopend gelegen aan de Charleroisesteenweg in Sint Gilles. Dit vermijdt dat er her en der verschillende gebouwen op het Brusselse grondgebied geopend zijn
•
Al snel ontstaat er een overdreven media-aandacht van de humanitaire noodsituatie, iedereen begint hulp aan te bieden. Bepaalde gemeentes en OCMW's voeren hun winterplan uit en onthullen het, terwijl deze zelfde spelers al zes maand eerder gecontacteerd waren om een meer gestructureerde winteropvang op te zetten waarbij er meer overleg is. Het aantal plaatsen voor de koude nachten explodeert, er komen steeds meer plaatsen bij, publieke initiatieven en privé-initiatieven (moskeeën, individuele appartementen, hotels, etc.), dit alles zonder overleg. Een operatie «Winter 2012» wordt opgezet, gelinkt aan een callcenter van de RTBF dat functioneert van 07/02 tot 15/02. Op de website van de RTBF wordt een lijst met diensten voor daklozen verspreid er kunnen schenkingen in natura worden gedaan of mensen kunnen financiële schenkingen doen via het callcenter, etc.. Het steunpunt ontvangt heel veel oproepen van burgers die kleding, dekens en voedsel willen
geven. De balans van het callcenter van de RTBF is de volgende: 410 000 Euro ingezameld voor de verwarming, 12 000 telefoontjes in het callcenter, 4000 dossiers of dossieraanvragen geopend bij de OCMW. •
De vergadering van het coördinatiecomité van de winteropvang van 7 februari is geannuleerd vanwege de vergadering van het crisiscentrum. Op aanvraag van de kabinetten wordt er een andere vergadering aangevraagd voor de week erop, die niet plaatsvindt omdat de Samusocial niet reageerde.
•
Op 7 februari wordt er tevens een persconferentie georganiseerd door diensten Jeugdhulp in een open omgeving van de franse gemeenschap SOS jeunes-quartier libre over de situatie van Niet Begeleide Minderjarige Vreemdelingen (NBMV) die op straat slapen.
•
Op 10 februari presenteert het team van Samusocial haar maandelijkse evaluatie aan de Koningsstraat (16 deelnemers).
•
Van de persoonlijke initiatieven willen we graag die van het Koninklijk Atheneum Brussel benadrukken. Het steunpunt is door het Rode Kruis van dit initiatief op de hoogte gebracht. Vanaf 13 februari opent het Koninklijk Atheneum Brussel haar kantine voor personen in moeilijkheden en daklozen in de Molenbeeksestraat 72 in Laken. Deze opvang wordt gebruikt op 13, 14, 15, 16 en 17 februari van 17u tot 19u30. Vijftien dagen later presenteert de verantwoordelijke van dit initiatief een relatief gemengde evaluatie omdat er maar weinig mensen aanwezig waren en er onvoldoende positief ontvangen werd door de oude verenigingen die al dit soort diensten in Brussel aanbieden.
•
Vanaf 20 februari beschikt de Samusocial over een gebouw van 6 appartementen in Sint Pieters Woluwe voor de opvang van de 6 meest autonome families die vanuit het permanente centrum verhuisd zijn.
•
Vanaf het begin van de maand februari begint het kabinet De Block te spreken over het draaiboek dat moet worden opgesteld om de winteropvang op federaal niveau beter te kunnen organiseren.
•
De vergaderingen van het federale crisiscentrum vinden niet meer plaats.
•
Half februari informeert het Rode Kruis la Strada dat ze giften verzamelen (kleding, dekens, basisvoedingsmiddelen die niet aan bederving onderhevig zijn), en dat de instellingen die dit willen ze kunnen ophalen op drie locaties (Stallestraat, Papenvest, bij de l'Unité d'Appui de Bruxelles-capitale (UABC) Lefévrestraat). De informatie wordt gepubliceerd op het PILS, via de Samusocial en aan de verantwoordelijken van de drie federaties.
•
Op 24 februari signaleert de Samusocial aan het steunpunt dat er een dertigtal Tsjechische Roma in Brussel zijn aangekomen, andere aankomsten worden volgens het gerucht voor de weken erop verwacht.
•
Op 29 februari sluit de nachtopvang SOS opvang (ter herinnering: onthaal, maaltijd, bed voor de nacht voor 100 personen die als kwetsbaar worden beschouwd)
•
Merk op dat tijdens de gehele maand februari, zelfs als de temperaturen stijgen, zolang de humanitaire opvang nog open is, er niemand wordt geweigerd. Merk tevens op dat Hoeksteen deze periode uitzonderlijk een groot aantal lege bedden heeft om 21u (van 04/02 tot 04/03 volgens Hoeksteen, met een uitschieter van 42 bedden op 10/02).
Tabel nr 1: samenvatting van beschikbare plaatsen in nachtopvang/crisiscentrum (voorbeeld van 30 januari tot 3 februari)
Samusocial « zonder licentie» (Vestje) Winteropvang Koningsstraat Kazerne van Beauvechain Hotels
Ullensstraat 40 Jan Blockxstraat TOTAAL crisisopvang winter Weigering
Nacht van 31 tot 01/02
Nacht van 1 tot 2/02
Nacht van 2 tot 3/02
42
35
31
360
342
331
21
FIN
/
7u. alleenstaan den + 25 pl. families / /
25
100
104 /
161 48
455
506
671
40
0
0
NB: hier komen nog bij: 48 plaatsen in de nachtopvang van Hoeksteen, 35 plaatsen van het Centrum voor dringend onthaal Ariane en de 110 officiële plaatsen van de Samusocial
Tabel nr 21: samenvatting beschikbare plaatsen na de opening van het gebouw van de RVA, Charleroisesteenweg (voorbeeld van 8 en 9 februari 2012)
Samusocial (Vestje) Winteropvang Koningsstraat Charleroise steenweg Hotels TOTAAL crisisopvang winter
Topo van de Samusocial voor 8 februari
Topo van de Samusocial voor 9 februari
37
35
370
368
263
266
61
65
731
734
NB: hier komen nog bij: 48 plaatsen in de nachtopvang van Hoeksteen, 35 plaatsen van het Centrum voor dringend onthaal Ariane en de 110 officiële plaatsen van de Samusocial
Maart 2012 Het is de maand dat meerdere «winterplannen» op hun einde lopen. •
Op 5 maart worden de containers van de Prins Laurent Stichting definitief verwijderd;
•
op 9 maart presenteert de Samusocial haar maandelijkse balans (11 deelnemers);
•
op 14 maart moet de eerste vergadering van het coördinatiecomité van de winteropvang eindelijk plaatsvinden. Deze vergadering vindt uiteindelijk op 23 maart plaats, de dag voor het begin van de sluiting van de winteropvang;
•
op 20 maart voert het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) in het kader van het einde van de winteropvang actie voor het kabinet van de Staatssecretaris Maggie De Block. Het steuncentrum probeer contact met hen te zoeken om te spreken over de aanbevelingen die in 2010/2011 zijn gedaan, hun belangrijkste woordvoerder is de BAPN, aan wie het steuncentrum haar constateringen, aanbevelingen en goede praktijken kan doorgeven;
•
's ochtends 23 maart presenteert de afgevaardigde van het kabinet De Block haar federale strategische objectieven betreft hulp aan daklozen, tijdens het regionaal Brussels overleg thuislozenzorg. Het kabinet heeft geconstateerd dat er een gebrek aan coördinatie is voor de organisatie van de winteropvang en wenst dat wij haar de goede praktijken betreft de winteropvang doorgeven. Vervolgens wordt het steunpunt in de maand mei ontvangen door ditzelfde kabinet om van gedachten te wisselen over de aanbevelingen voor wat betreft de winteropvang voor daklozen in BrusselStad;
•
op 28 maart presenteert Dokters van de Wereld haar persconferentie op de balans van haar activiteit gedurende de winteropvang (bijlage nr 4): profiel van patiënten, tegengekomen ziektebeelden, etc., evenals een bepaald aantal vragen (versterking van
de
eerstelijnshulp,
preventiepolitiek
voor
daklozen,
structurele
huisvestingsoplossingen, etc.); •
op 31 maart vindt een persconferentie van de Samusocial en de Dokters van de Wereld plaats over het einde van de winteropvang. De Samusocial presenteert een eerste samenvattende evaluatie van haar winteractie (zie tekst in bijlage nr 5) evenals enkele eisen (meer structurele plaatsen voor sociale urgentie, het opzetten van stabilisatiecentra of noodrevalidatiecentra);
•
de vzw Hoeksteen informeert via het PILS dat zodra de winteropvang afloopt binnen een kleine week het aantal personen dat geen slaapplek vindt zeer snel stijgt.
Grafiek nr 11: het aantal weigeringen van nachtopvang bij Hoeksteen tussen 05/03 en 29/03
nc
nc
nc
nc
nc
nc
nc
5/ 03 /2 01 2 7/ 03 /2 01 2 9/ 03 /2 01 2 11 /0 3/ 20 12 13 /0 3/ 20 12 15 /0 3/ 20 12 17 /0 3/ 20 12 19 /0 3/ 20 12 21 /0 3/ 20 12 23 /0 3/ 20 12 25 /0 3/ 20 12 27 /0 3/ 20 12
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Conclusie van dit deel Dit tweede deel heeft het mogelijk gemaakt de verschillende evenementen te objectiveren die te maken hebben met de winteropvang. Dit verslag vormt een essentiële basis om niet enkel na te denken over de organisatie van de volgende winteropvang, onder welke vorm dan ook, maar om ook na te denken over een globaler opvangplan voor de daklozen in Brussel. Wij weten dat het in deze sector zoals in andere inderdaad gebruikelijk is om te spreken over vage, bedachte of onduidelijke feiten. We hebben ons in dit deel en in het gehele verslag vanzelfsprekend gericht (behalve betreft het deel over de diensten van de dagopvang), op wat we winternoodhulp noemen om daklozen te helpen. We moeten niet vergeten dat de genoemde diensten maar tevens vele anderen (straatwerkers, onthaalhuizen, etc.) de daklozen gedurende het hele jaar begeleiden, helpen en opvangen. Helaas is het op dit moment in Brussel het geval dat de aandacht het meest wordt gericht op de winternoodopvang. Samengevat constateerden wij: § een coördinatiecomité dat tijdens de winter nooit is samengekomen § een bepaald aantal versnipperde initiatieven met redelijk gelukkige resultaten § de interventie op federaal niveau met haar humanitair noodplan § de communicatiepogingen van de operator van de winteropvang § het klassieke «thermometer»-beheer van de thuislozenzorg § de grote rol van de media in de uitvoering en de publiciteit van de humanitaire nood § een sector (onthaaltehuizen, dagonthaalcentra, straatwerk, gezondheidsdiensten, sociaal-juridische bijstand, etc.) die zelfs in de winter zich niet beperkt tot de noodopvang en de nachtopvang.
2.
Het dagonthaal van de daklozen tijdens de winter
Zoals wij het hebben gezien is de missie betreft de dagopvang van daklozen tijdens de winter 2011/2012 een extra missie die aan la Strada is toegewezen. Gezien het feit dat in het kader van de winteropvang de bezigheden het meest gaan over de noodnachtopvang voor daklozen is het belangrijk dat we ons dit jaar bezighouden met deze diensten die overdag plaatsvinden. De moeilijkheden van hen die overdag op openbare plaatsen verblijven en nog meer tijdens de winter (maar niet alleen), om een plaats te vinden waar ze kunnen verblijven/uitrusten zijn minstens even belangrijk als de problemen die ze ondervinden bij het vinden van een onderkomen voor de nacht. De doelstellingen van de missie waren in essentie het nadenken over de continuïteit van de dagonthaalcentra en de nachtopvang en om eventuele noodgevallen tijdens deze winter op te vangen. De politieke inzet om zich concreet met deze kwestie bezig te houden is te benadrukken, dit maakt het mogelijk om afstand te nemen van de visie «tijdens de winter is er vanaf 18u sprake van een noodsituatie». Daarbij is het zo dat bepaalde dagonthaalcentra al sinds 2008 nadenken over hun licenties, subsidies, missies, behoeften, maar specifiek buiten de winterperiode. De individuele of collectieve ontmoetingen die wij hebben gehad met de verantwoordelijken van deze diensten leken daarom overbodig en onnuttig ten opzichte van hun werkzaamheden die zij ruim 3 jaar geleden zijn begonnen. Aan de andere kant hebben we moeten nadenken over alles wat voor het moment mogelijk is in de dagonthaalcentra; of het nu de daklozensector stricto sensu betreft of andere sectoren/diensten (centra bijstand aan personen, algemene centra voor sociale actie, etc.). De Overeenkomst waarin de missies van het steunpunt voor de winter van 2011/2012 definitief beschreven staan is pas aan het eind van de maand november getekend en onderschreven, terwijl de winteropvang van de Samusocial al was opgezet. Door het gebrek aan perspectief was het voor ons niet mogelijk correct en compleet alle mogelijkheden voor dagopvang tijdens de winterperiode te onderzoeken. Ten slotte merken wij op dat tijdens intense koudeperiode het steunpunt niet gevraagd is om eventuele versterking van de dagonthaalcentra in Brussel te coördineren.
2.1
Verloop van de missie
Wij detailleren hier de activiteiten die in het kader van de missie zijn uitgevoerd. Individuele ontmoetingen met de verantwoordelijken van dagonthaalcentra vanaf eind november. Wij hebben de volgende diensten ontmoet: Bij ons, Consigne Article 23,
De Meeting, Jamais Sans Toit, La Fontaine, Nativitas, Nulle part ailleurs, Pigment/Het Anker. Een gezamenlijke ontmoeting met de Centres d'Aide aux Personnes (CAP), waardoor de functionering en de modaliteiten van de winteropvang van 2011/2012 verklaard kunnen worden, evenals het evaluatieverslag van de winter 2010/11 en het Platform voor Informatie La Strada (PILS). Andere individuele vergaderingen waren voorzien maar hebben nooit plaats kunnen vinden (verzetting van data door gebrek aan deelnemers aan het einde van het jaar, daarna annulering). Een vergadering met het doel rond de tafel te zitten met de belangrijke spelers van de dag-en nachtopvang (twee keer uitgesteld). De doelstelling was het met elkaar confronteren van de moeilijkheden die eenieder ondervindt, na te denken over ideeën die de coördinatie van de dag en nacht kunnen verbeteren. De aanwezigen: Samusocial, Bij Ons, Centrum Ariane, Hobo, Pigment/Het Anker, Jamais Sans Toit, het Tehuis, Hoeksteen. De CAW hebben la Strada ook ontvangen die, net als voor de CAP, hen de functionering van de winteropvang heeft uitgelegd en heeft geluisterd naar hun moeilijkheden tijdens de winter. Er is een tweetalige brief verstuurd naar de 9 OCMW’s en naar de 19 gemeenten om een inventaris op te stellen van de mogelijkheden voor wat betreft beschikbare gebouwen in geval van grote koude of een uitzonderlijke situatie tijdens de winter. De Gemeenschapcentra en Lokale Diensten Centra zijn gecontacteerd per mail en post in de twee landstalen. Er is geen enkel antwoord binnengekomen. Van de contacten bij de vertegenwoordigers van de belangrijkste religieuze stromingen in Brussel (mail, brieven) => één enkel antwoord van de Protestante Evangelische Kerk van Brussel om te informeren over het gebouw van een christelijke
instelling
die
twee
keer
per
week
voedselpakketten
in
de
Bergensesteenweg uitdeelt. Tegelijkertijd zijn in het bijzonder de Samusocial en de Dokters Van De Wereld (DVW) op de hoogte gesteld van de beschikbaarheid op het gebied van dagonthaal (DVW zocht plek voor 18 zieke mensen die werden opgevangen door Sos opvang).
We moeten ook opmerken dat dit jaar uitzonderlijk was op het niveau van de organisatie van de winteropvang omdat er door de lage temperaturen een serie plannen voor "uitzonderlijke koude" zijn opgezet op gemeentelijk niveau en op het niveau van de OCMW, die op hun niveau dagacties organiseerden. Er waren ook meerdere individuele initiatieven (moskeeën, particulieren, etc., zie hierboven).
Het is duidelijk dat er in de toekomst verder moet worden gegaan met het leggen van deze contacten, en op individuele manier met elk van deze potentiële partners over hun ideeën moet worden gesproken.
Wat er naar voren is gekomen tijdens individuele ontmoetingen
2.2 •
een gebrek aan personeel (betaald of vrijwillig) om de gebruikers een net onthaal te bieden, vooral tijdens de eerste koude, of tijdens grote stromen illegalen (Pigment, Het Anker) ;
•
beperktheid van de ruimtes waar de teams werken (Consigne, Jamais Sans Toit, Bij Ons) ;
•
het lage aantal bagagedepots om de bagage overdag achter te laten, evenals de kwestie van hun formaat;
•
de twee eerste punten komen voort uit een aantal personen dat overdag moet worden ontvangen dat onophoudelijk toeneemt, zonder extra middelen tijdens de winter (voorbeeld van Consigne artikel 23 opvallend: in 1995, 152 ontvangen personen per jaar (nb: incompleet jaar, over een heel jaar kunnen we volgens de verantwoordelijke evalueren tot 300 personen per jaar); dit cijfer wordt in de winter in twee of drie dagen behaald) ;
•
een
moeilijke
samenwoonsituatie
van
publiek
met
bijzonder
verschillende
problematieken voor bepaalde diensten (illegalen/daklozen, tussen nationaliteiten waaronder illegalen, etc.). Bepaalde mensen die een begeleiding gewenst hadden komen niet meer naar deze diensten omdat er volgens hen te veel illegalen zijn (kortgezegd «buitenlanders») ; •
een gebrek aan ontmoetingen, links met de belangrijkste spelers van de winteropvang, informatie over de personen die binnenkomen/naar buiten gaan. Dit jaar merken de diensten op dat het interessant is dat 150 personen in aanmerking komen voor het bewaren van hun bed7 bij de winteruitbreiding van de Koningsstraat (dieptewerk, rust van de gebruikers, verbeterd vertrouwen) ;
•
een werkelijke moeilijkheid voor wat betreft de tijdsindeling van daklozen situeert zich in de ochtendperiode tussen de sluiting van de winteropvang van de Samusocial en de opening van administratieve diensten of dagonthaaldiensten. Op dezelfde wijze is het weekend ook moeilijk om overdag in te vullen omdat maar weinig diensten open blijven.
7
"In bewaring zijn" tijdens de winterperiode betekent dat de dakloze die een bed heeft bij de Samusocial dit bed tijdens de hele periode behoudt en niet meer elke avond moet bellen om er een te bemachtigen. Zijn bed wordt "bewaard" van de ene op de andere nacht.
!! Het is hier belangrijk te herinneren dat deze vraagstellingen niet nieuw zijn. In het eindverslag van 2001 konden we al lezen op pagina 45 : "Over het algemeen lijken de periodes overdag tussen 8u00 en 11u00 een probleem te zijn en tussen 17u00 en 19u00." En verderop, "De gebruikers geven ook aan dat als men op straat leeft de echte nachtmerrie vrijdagnamiddag begint." (zie ook bijlage nr 3 van dit verslag) Ook al zijn deze problemen niet eigen aan de winter, het is toch duidelijk dat voor bepaalde diensten de moeilijkheden tijdens deze periode toenemen, zonder toename van de middelen om de missie tot een goed einde te brengen. Zoals de verantwoordelijke van Consigne Artikel 23 opmerkt zorgen de opstapeling van materiële en menselijke problemen ervoor dat "we niets kunnen voorstellen behalve het minimum." Op deze wijze zien we te vaak dagonthaalcentra om diverse redenen tijdelijk sluiten (diefstal, misbruik, beheersprobleem van het aantal gebruikers), zodat ze tot rust kunnen komen en nadenken over hun werkomstandigheden en hun ethiek. Bepaalde diensten beperken soms hun aanbod, geconfronteerd met een overbevolking die ze moeilijk kunnen managen (deze winter legde de verantwoordelijke van La Fontaine uit dat hij zijn dienst opende om 10u en dat hij op sommige dagen om 10u15 al vol was en niemand meer kon ontvangen). In alle gevallen is de situatie nadelig voor de werkers en voor de gebruikers. Sommige diensten vragen zich ook steeds meer af, en terecht, welke bevolkingsgroep ze behoren te helpen. Op 24 februari 2012 ontvangt het steunpunt bijvoorbeeld een telefoontje van een medewerker van la Fontaine die zich afvraagt of ze zich tegenwoordig nog richten op de mensen die het het meest nodig hebben, wat de werkelijke behoeften zijn van de mensen die op straat leven, om wie het gaat en hoeveel er zijn ? (moeilijk om te bevatten welk percentage Belg en niet-Belg is, en moeilijk om een evenwicht te vinden in het werk dat wordt geleverd).
2.3
Wat er naar voren is gekomen tijdens de collectieve vergadering •
de Samusocial heeft overdag een aanwezigheidsprobleem voor de meest zwakke doelgroep. De Samusocial telt zo een vijftigtal personen die ze moeilijk kunnen plaatsen in de verschillende dagonthaalcentra (familieproblemen, psychische problemen, gezondheid, etc.) ;
•
voor de Samusocial zijn, of het nu winter is of niet, de twee grootse problemen die overdag voorkomen de hygiëne (gebrek aan douches, openingstijden) en bagagedepots (aantal, geschikt formaat);
•
de kwestie van het op elkaar aansluiten van de sluiting van de dagonthaaldiensten en de opening van de Samusocial tussen 18u et 20u wordt ook besproken. Merk op dat
de 150 personen die dit jaar "in bewaring" waren vanaf 18u gebruik konden maken van de Koningsstraat. Nogmaals, de problematiek van de diensten die tijdens het weekend gesloten zijn tijdens één of twee dagen, werd ook weer naar voren geschoven. •
de communicatie tussen de dagonthaalcentra en de nachtopvang lijkt niet efficiënt te verlopen, ondanks de uitvoering van het PILS en haar regelmatige publicatie. Deze kwestie wordt niet direct behandeld, maar de hier en daar gestelde vragen laten zien in hoeverre de informatie over de opvang van de Samusocial evenals die van de andere initiatieven vanuit de sector (containers voor mensen met honden) niet bij iedereen bekend is.
Wij hebben hier niet de thema's behandeld die al tijdens individuele ontmoetingen naar voren zijn gekomen (personeel, publiek, gewelddadigheden, etc.)
2.4
Werkwijzen
Bepaalde werkwijzen zijn al door de ontmoette spelers naar voren gebracht om de hierboven genoemde moeilijkheden op te vangen. •
gezien de onthaalmoeilijkheden van de meeste onthaaldiensten die onvoorwaardelijk en kosteloos zijn (of heel schappelijke voorwaarden), ter beschikking stelling van een gemeenschappelijke ruimte op het grondgebied van Hoofdstad Brussel voor de dagopvang, of enkel tijdens "ingewikkelde" periodes in de ochtend (8u-10u) en in de avond (17u-20u). Medewerkers van verschillende diensten zouden er de gebruikers kunnen omkaderen, wat het voor iedereen mogelijk maakt om informatie en praktijkervaring uit te wisselen.
Naar voren gekomen problematiek: locatie, gebouw, omvang, toegankelijkheid ? •
een andere werkwijze zou kunnen zijn om de diensten 's ochtends en/of 's avonds langer te openen, met als voorwaarde sine qua non dat ze om dit te kunnen doen extra personen en extra subsidie krijgen, tenminste voor de winterperiode (november -> maart)
We zouden ook met de Samusocial kunnen nadenken over het later in de ochtend sluiten van haar winteropvang (bepaalde obstakels zijn al besproken: opnieuw in orde brengen, schoonmaak, klaarmaken, een overeenkomst die betrekking heeft op de periode 20u-8u,
etc.). Dit jaar opent de winteropvang al eerder (18u) voor de 150 zwakke personen en de mensen waarvan hun bed gereserveerd is. •
uniformisering van de openingstijdenvan de dagonthaalcentra (licentieprobleem), in ieder geval tijdens de winter => probleem met ter beschikking stelling van personeel (vooral vrijwilligers)
Conclusie van dit deel We kunnen concluderen dat alle diensten bereid zijn hun goede wil tijdens de winterperiode te tonen om langer open te blijven (vroeger, later), in het geval van zeer strenge winter of de aankomst van nieuwe bevolkingsgroepen daklozen. Echter, alle dagonthaalcentra zijn het er unaniem over eens om net als de organisatie van de nachtopvang tussen november en maart extra teams en financiële middelen te vragen om een eventuele capaciteitsverhoging te waarborgen (voor ontvangst, luisterend oor, omkadering, etc.). Voor welke optie in 2012/2013 en de daaropvolgende jaren ook gekozen wordt, het is zeer belangrijk deze elementen te onthouden om in fine na te denken over een regionale daklozenopvang voor alle spelers van de dagopvang en de nachtopvang.
3.
Welke opvolging van de aanbevelingen van 2010/2011 betreft de organisatie en de functionering van de winteropvang van thuislozen in Brussel ?
Dit jaar is er geen werkgroep georganiseerd. Wij denken inderdaad dat de belangrijkste aanbevelingen voor een betere winteropvang en de kwesties over de terugkerende thematieken al ingebracht zijn en zo ongeveer besproken zijn, ook al blijft er nog werk te doen. Wij hebben vanaf de zijlijn gewerkt aan het opvolgen van de aanbevelingen tijdens individuele en collectieve ontmoetingen8. Deze nieuwe stap in de geschiedenis van de winteropvang van thuislozen in Brussel-Hoofdstad maakt het mogelijk om in een vierde en laatste deel van dit verslag na te denken over werkwijzen voor wat betreft de uitvoering van een
regionale
daklozenopvang,
die
deel
uitmaakt
van
een
regionale
daklozenopvangstrategie. Naar aanleiding van onze evaluatie hebben we de opvolging van de aanbevelingen van 2010/2011 in drie categorieën onderverdeeld9: wat volgens ons positief is veranderd; wat volgens ons negatief is veranderd; en wat volgens ons niet ontwikkeld is (of weinig).
3.1.
De positieve ontwikkelingen
3.1.1. De informatievoorziening Aanbeveling nr 4 § Het op regelmatige, correcte en heldere wijze informeren van de sector thuislozenzorg van de werking van de winteropvang.
Aanbeveling nr 11 § Het opzetten van het informaticaplatform van La Strada (PILS) vanaf de zomer 2011, volgend op overleg met de partners. Dit om de details te regelen en het bruikbaar te maken vanaf de opening van de winteropvang. De eerste constatering die de hele sector van thuislozenhulp dit jaar kan doen is dat er een echte communicatiepoging rond de winteropvang heeft plaatsgevonden. Het steunpunt heeft bijna de deadlines van de uitvoering van het PILS gerespecteerd10, omdat dit systeem vanaf 25 oktober operationeel was. Meerdere spelers zijn tijdens de winter gaan bijdragen aan dit platform (Samusocial, Rode Kruis, Dokters van de Wereld, NMBS, Diogènes, Hoeksteen, Centrum Ariane). Zij hebben het PILS ook informatie kunnen geven over de winter en de 8
Tevens door middel van de spreekruimten die door Jean-Louis Linchamps van la Strada geanimeerd worden, evenals de pers en de mededelingen van de verschillende hoofdrolspelers van de «winter» op het PILS. 9 Het geheel van aanbevelingen betreft de winter wordt genoemd in bijlage n°2 van het verslag. Wij herhalen hier niet de algemene aanbevelingen die vorig jaar gedaan werden (n°14 tot 17) 10 Voor de details van het PILS, kijk hier: http://www.lstb.be/index23.asp?hl=f&cat=108&doc=259
gebruikers van de diensten. We moeten constateren dat de Samusocial veel moeite heeft gedaan om informatie op het PILS te communiceren. Daarom is het jammer dat er weinig informatie door de andere partners geplaatst is, terwijl zelfs de hele sector al jarenlang klaagt over het gebrek aan informatie komende van de Samusocial betreft de functionering van de winteropvang. Aan de andere kant, zoals we kunnen constateren bij het lezen van de historiek van ons eerste deel heeft de Samusocial niet alleen de functionering van haar winteropvang voor de opening gepresenteerd maar ook maandelijkse stappenoverzichten van de Koningsstraat voorgesteld en uitgelegd. Ook al zijn de cijfers nogal globaal en niet erg precies en vragen ze om verdieping, vooral voor wat betreft de bevolking, ontvingen het steunpunt en de kabinetten van bijstand aan personen regelmatig gecijferde overzichten van de opvang van de Koningsstraat en daarna van de andere bijgebouwen die tijdens de winter geopend werden. Voor wat betreft het gebruik en het nut van het PILS presenteren wij hier de resultaten van de percentages van de bezoeken aan het PIatform op 25 januari 2011 en 28 maart 2012 evenals de resultaten van een online vragenlijst die aan 200 personen verstuurd werd (zie bijlage nr 2a en 2b). Het
is
dankzij
het
programma
Google
Analytics
dat
we
de
evolutie
en
de
bezoekersfrequentie van het PILS gedurende de hele winter hebben kunnen volgen. Van 25 januari tot 25 maart 2012, 3172 bezoeken op het PILS, waarvan 2015 unieke bezoeken. Ongeveer 37% van de bezoekers (1170) zijn mensen die terugkomen om de site nog eens te bezoeken. De gemiddelde duur van het bezoek is ongeveer 3 minuten. 94% van de bezoeken komt vanuit België (60.5% van Brussel-Stad), 3.3% vanuit Frankrijk, het restant is een versnippering van nationaliteiten. Deze brutocijfers zijn duidelijk moeilijk te interpreteren en zijn slecht aanwijzingen en tendensen. We moeten wel meer ons best doen om zichtbaar te worden. Een ander belangrijk gegeven is die van de evolutie van de frequentie over de periode (grafiek nr 1). We constateren bijvoorbeeld een stijging van de bezoeken op het moment dat het erg koud begint te worden eind januari/begin februari, wat tevens overeenkomt met de openbare presentatie van de Centrale Gegevensinzameling door het steunpunt. Grafiek nr 22: evolutie van het aantal bezoeken van het PILS tussen 25 januari 2011 en 28 maart 2012 (bron: Google analytics)
Daarom
hebben wij
(lato sensu)
parallel aan deze statistieken een tweetalige
evaluatievragenlijst opgesteld en opgestuurd aan de sector, om het gebruik en haar nut voor de Brusselse spelers beter te begrijpen en de eventuele verbeteringsvoorstellen die gedaan zouden kunnen worden. Het antwoordpercentage is heel laag, omdat op de 200 verstuurde lijsten aan het einde van de winteropvang (+ een nieuwe zending half-april), enkel 13 personen de vragenlijst hebben teruggestuurd, dat wil zeggen 11 bezoekers en 2 bijdragers. Dat zijn toch een aantal elementen die we bovenop de representatieve resultaten moeten onthouden en die een serie opmerkingen vormen waar we rekening mee zouden kunnen houden bij de ontwikkeling van het PILS. Op 13 antwoorden dus: •
7 personen kenden het PILS via de informatie die ze door het team van la Strada kregen, 4 via de website
•
9 personen denken dat het PILS nuttig heeft kunnen zijn voor hen tijdens de winter van 2012
•
10 personen bezoeken het PILS één keer per week
•
11 personen vinden dat het PILS aan hun verwachtingen voldeed
•
10 personen vinden dat de kwaliteit van de gecommuniceerde informatie op het PILS voldoende was
•
7 personen vinden dat de kwantiteit van de informatie voldoende was, 5 vinden het tegenovergestelde
•
11 personen vinden dat de snelheid van de informatie onvoldoende was
•
11 personen denken dat het PILS nuttig zou zijn buiten de winterperiode
•
10 personen denken dat het PILS gebruikt kan worden in het kader van een volgende winteropvang
•
7 personen denken dat het PILS aan andere platformen gelinkt zou kunnen worden
Het zijn dus redelijk positieve aspecten voor de personen die antwoord hebben gegeven op onze vragenlijst, zelfs als dit niet de mening van het geheel van de bezoekers en mensen die bijdragen hebben geleverd weergeeft. Wij merken hier op dat er waarschijnlijk nieuwe pogingen moeten worden gedaan voor wat betreft de kwantiteit van de informatie die op het PILS gecommuniceerd wordt. Hier tevens een aantal meer kwalitatieve elementen die voortkomen uit vrije antwoorden van de personen die aan de vragenlijst hebben meegewerkt. •
over het algemeen bezoeken de mensen het PILS om informatie te verkrijgen over de winteropvang: "om op de hoogte te zijn van wat er gebeurt in de sector", "Voor de
diverse informatie betreft de plaatsen, openingstijden van de opvangcentra. De informatie afkomstig van de verschillende partners", voor een "Informatievoorziening van de dagcentra die geopend zijn tijdens de periode van grote kou" "om informatie te krijgen over de initiatieven die voor daklozen tijdens de winter zijn uitgevoerd en voor het opvolgen van de evoluties en de actualiteit van de opvang". •
het PILS zou de bijdragers moeten bestaan buiten de winteropvang zoals in het bijzonder één van hen opmerkt "Om informatie over de actualiteit en de evolutie van projecten te verspreiden en te delen (buiten de winteropvang) van de Brusselse thuislozensector en om een uitwisselingsruimte en debatruimte te creëren".
•
onder de andere netwerken waar het PILS mee verbonden zou kunnen worden worden genoemd: Via-B, réseau santé mental en exil, AMA, maisons médicales, planning familial.
•
we zien dat dit PILS tevens vragen stelt over de toekomst en de functionering van de hoofdsite van la Strada (dubbele informatie tussen de news en het PILS, hiërarchiering van de informatie, etc.). Hierbij enkele door de antwoorders voorgestelde verbeteringen: "Betere behandeling van de informatie (meer onderlinge links, links met de andere delen van de site en/of andere sites, liever thematische klassering dans chronologische klassering, zoekmachine). Meer gevarieerde informatie
(in
perspectief
zetten
van
informatie,
in
de
context
plaatsen:
achtergrondartikelen, reactieruimte, ruimte voor debatten en uitwisselingen...) De presentatie opvrolijken (foto, video, audio). Nieuwsbrief om de bezoekers te informeren over de toevoeging van nieuwe informatie", maar ook over "kaarten en tabellen met cijfers. Een wekelijkse simpele en geactualiseerde presentatie ". 3.1.2. Evaluatie Aanbeveling nr 2 § Overgaan tot een gedetailleerde en heldere evaluatie van de laatste winteropvang, de evaluatie voorstellen aan en bespreken met de rest van de sector. Er moet naar gestreefd worden een profiel te schetsen van de bevolkingsgroepen die opgevangen worden in de winteropvang (mensen zonder papieren, «klassieke» thuislozen, toeristen, enz.), om hen te kunnen opnemen in een databank. Het doel is het vergemakkelijken van beslissingen en een verbetering van het aanbod in functie van de profielen. Aanbeveling nr 13 § De winteropvang moet elk jaar worden geëvalueerd en besproken met alle betrokkenen, al of niet deel uitmakend van de sector thuislozenzorg. Ook de gebruikers moeten de winteropvang evalueren, onder welke vorm dan ook.
Het bestaan zelf van dit verslag, gebaseerd op bepaalde door de Samusocial verspreide informatie, vormt een opvolging van deze twee aanbevelingen. Een studiedag voorzien in juni 2012 zal het voor de verschillende verantwoordelijken van de winteropvang van dit jaar mogelijk maken om hun eigen evaluatie te presenteren en er met de rest van de sector conclusies uit te trekken voor de organisatie van de volgende jaren. De eerste statistieke elementen zijn door de Samusocial doorgegeven en zij zal de behandelde en geanalyseerde gegevens in juni meer in detail behandelen. Voor wat betreft de evaluatie door de opgevangen personen zelf, wij hebben op dit moment (april 2012) geen informatie ontvangen van de Samusocial. Zij voorzien deze informatie ook in juni te presenteren.
3.1.3. Uitzonderlijke gebeurtenissen Aanbeveling nr 5 § Indien een extreem kwetsbare vorm van winteropvang wordt geopend zoals bijvoorbeeld die in het Noordstation dit jaar, het garanderen van een minimum aan professionele omkadering, alsmede het mededelen van de duur vanaf de opening. Hoewel wij de functionering van het federale crisiscentrum en het aantal beschikbare zogenaamde humanitaire noodbedden kunnen bekritiseren, is het toch zo dat er dit jaar geen vorming was van kwetsbare slechtomkaderde pseudo-opvang. Ondanks alles moesten we wachten tot het kwik onder nul zakte om de goede wil van de mensen te zien om een gebouw ter beschikking te stellen voor deze extra noodplaatsen. Hier merken we ook op dat een afgevaardigde van het kabinet DeLille, die vorig jaar direct betrokken was door de "CNN-zaak" vanaf 23 december het steunpunt heeft gecontacteerd om uit te leggen dat ze aan het nadenken waren over een noodplan in het geval een gelijkaardige situatie zich zou voordoen (in het bijzonder het zoeken van een leeg gebouw indien nodig) omdat hij lering had getrokken uit de gebeurtenissen van het verleden.
3.2.
De negatieve ontwikkelingen
3.2.1. Gebouwen en aantal plaatsen Aanbeveling nr 3 § Het beheersen van de jaarlijkse toename van het aantal plaatsen in de winteropvang.
Aanbeveling nr 8 § Het openen van meerdere centra met een maximum capaciteit beperkt tot 100 plaatsen. De gebouwen moeten gedecentraliseerd zijn maar goed bereikbaar. De kwestie van het aantal gebouwen moet nog besproken worden, maar 100 plaatsen per centrum en 300 in totaal mag zeker niet overschreden worden. Wij komen hier niet in detail terug op de meningsverschillen omtrent de zogenaamde structurele plaatsen/noodplaatsen, noch op de kwestie van het formaat en de ligging van het gebouw. De verschillende argumenten die voor een groot centraal gebouw zijn (toegang, schaalvergroting) zijn al voorgesteld in het verslag 2010/2011 van de Samusocial. En zij die kleinere en gedecentraliseerde structuren aanraden (maatschappelijk werk, integratie in de wijk, etc.) zijn ook uitgebreid behandelend in het verslag van het steunpunt van 2010/2011 en tevens in het verslag van de vzw Diogènes vanuit een ander gezichtspunt 11. Deze twee aanbevelingen zijn dus niet opgevolgd. Het gegeven was echter dit jaar verschillend gezien het feit de 1) aankoop van het gebouw aan de Koningsstraat door de OCMW van Brussel (zie historiek) en 2) de humanitaire winternoodopvang die door het kabinet De Block is opgezet waardoor er meer plaatsen beschikbaar werden gesteld voor situaties van hevige kou. Op dit moment is de evaluatie van het totale aantal maximum plaatsen nog niet door de Samusocial gepubliceerd, het zal in juni gepresenteerd worden. Echter, volgens de ontvangen bronnen kunnen wij al deze tijdelijke evaluatie voorstellen (die nog gecorrigeerd kan worden) van het maximum aantal plaatsen dat deze winter in de noodopvang wordt bereikt:
Winter 383 personen Koningsstraat (bron: statistiek tussentijdse evaluatie Samusocial) + 295 personen Charleroisesteenweg (bron: Samusocial via PILS) + 22 personen appartementen Woluwe Sint Pieter (bron: Samusocial bij kabinet Grouwels) 11
Herinnering: de vzw Diogènes had een verslag geschreven over de studie van de impact van een vestiging van een winteropvang op de gemeente- en wijkschaal (zie bibliografie)
+ 29 personen Vestje (bron: Samusocial bij cabinet Grouwels) = 729 plaatsen
Permanent + 48 personen bij Hoeksteen (maximale licentie) + 35 personen bij het Centrum Ariane (idem) + 110 personen bij de Samusocial (idem) = 922 plaatsen (herinnering: 2010/2011 = 628 ; 2009/2010 = 578 ; 2008/2009 = 321. Dat wil zeggen in drie jaar een verhoging van het totale aantal plaatsen in de winternoodopvang van 187%)
3.2.2. Anticipatie en organisatie Aanbeveling nr 7 § Het anticiperen op de organisatie van de volgende winters door: het elk jaar bijeenbrengen van de verschillende belangrijke spelers vanaf de maand juni om de taken te verdelen in functie van de expertise en de competenties van eenieder en te voorkomen dat de hele organisatie
op
één
belangrijke
speler
terechtkomt,
het
snel
opzetten
van
een
coördinatieteam voor de volgende winteropvang (politieke kabinetten, vertegenwoordigers van Franstalige en Nederlandstalige stichtingen van de thuislozensector, Association des Maisons d'Accueil en de Diensten van Bijstand aan Thuislozen, Bico-Federatie, OCMW, etc.), voorzien van de aanwerving van een permanente voltijdse coördinator voor de winteropvang, werkend bij la Strada. Op 22 juni 2010 vindt een symposium plaats over «urgentie van de sociale nood». Er wordt gevraagd of de winteropvang hogerop gecoördineerd en voorbereid wordt en besproken en overlegd met de sector. Op 8 juni 2011 vindt een presentatiedag van de evaluatieverslagen van de winter van 2010/2011 plaats. Tijdens deze dag zijn dezelfde aanbevelingen betreft de noodzaak van georganiseerd en geanticipeerd overleg gedaan. Op 23 maart 2012, de dag voor de sluiting van het eerste deel van de winteropvang van de Samusocial, vindt de eerste vergadering van het coördinatiecomité plaats. Zonder terug te komen op de hier al voorgestelde details in de historiek, zijn deze drie momenten voldoende om aan te tonen dat er nog meer ambitie voor de voorbereiding van de winteropvang op voorhand, erna en tijdens de opvang nodig is. Dat de verplaatsingen en annuleringen kwamen door de kabinetten van bijstand aan personen of door de Samusocial is uiteindelijk niet belangrijk. De constatering is dat na twee jaar van vergaderingen, symposia en verslagen het nog steeds moeilijk blijft om op tijd na te denken en samen te
werken over de Brusselse winteropvang zowel voor wat betreft de voorbereiding op de opening als de sluiting. Het feit dat deze voorgestelde Brusselse opvang alleen over de opvang van de Samusocial gaat speelt een rol in deze collectieve willoosheid. We zullen in het laatste hoofdstuk enkele scenario's zien die het mogelijk maken de tendens om te draaien en een globaler regionaal plan op te zetten met meer structuur en overleg.
3.2.3. Media-aandacht
Aanbeveling nr 4 (vervolg) Tegelijkertijd het beperken van de overdreven media-aandacht van de humanitaire crisishulp gedurende de winter. Dit jaar is er een grens gepasseerd voor wat betreft communicatie door het contact met een callcenter van de RTBF om materiaal in te zamelen en te signaleren wie er in moeilijkheden verkeren. Terwijl de voorgaande winters even koud zijn geweest, zelfs kouder (met langere perioden en meerdere perioden vrieskou), kunnen we ons afvragen wat de betekenis en het belang van een dergelijke media-aandacht is tijdens deze winter waar het maar 15 dagen heel erg koud was. Dit heeft echter een goede collecte opgeleverd op korte termijn evenals een collectief bewustzijn (maar voor hoelang?) Deze «opvang» van de RTBF begon over de problematiek van daklozen maar mondde echter uit in onderwerpen zoals armoede van mensen die wel huisvesting hebben, een totaal ander onderwerp dus. Is er dit jaar meer nood? Gedurende het hele jaar is het crisis ook al is het niet koud, voor bepaalde categorieën personen... De problemen zijn diepgeankerd, en er is meer nodig dan media-aandacht en giften gedurende een paar dagen om ze duurzaam op te lossen. Het is crisis, zonder beelden, ook de rest van het jaar.
3.3. De «knelpunten» Dit deel dat wij «knelpunten» noemen zou volgens andere meningen ook geschaard kunnen worden onder het deel «negatieve punten» of «positieve punten»... Voor wat betreft de volgende aanbevelingen is er voor het moment weinig of geen vooruitgang geboekt.
Aanbeveling nr 1 § Het erkennen van de plaats die de winteropvang heeft, haar heroriënteren op wat ze moet zijn: een voorlopige opvang en een doorgeefluik. De urgentie is in tegenspraak met het werk
op lange termijn, en kan niet in de plaats komen van dit type maatschappelijk werk op lange termijn. De winternoodhulp moet worden opgevat in de geest van een nachtseizoensopvang. De winternoodopvang vindt plaats in Brussel. Het is geen duurzame oplossing voor huisvesting voor daklozen. De voorstellen die gedaan zijn naar aanleiding van dit verslag (vierde deel) vormen in overleg te bespreken punten voor de uitvoering van een regionale opvang voor daklozen wat op zich een positief knelpunt vormt.
Aanbeveling nr 6 § Het organiseren van een rondetafel met vertegenwoordigers van federale en regionale verantwoordelijken aangaande de problematiek van de illegalen en de conflicten tussen de mensen zonder papieren en de «klassieke» thuislozen. Hier zien we nog enkele kleine verbeteringen, zelfs als deze opvolging niet deel uitmaakt van de knelpunten. De ICM, de aanwezigheid van de vertegenwoordiger van het kabinet van het Staatssecretariaat voor Asiel en Migratie bij het regionaal overleg van thuislozenhulp, evenals het bezoek van la Strada aan ditzelfde kabinet kunnen worden gezien als een vooruitgang. Maar we zijn nog ver verwijderd van een gemeenschappelijke discussie, met sleutelvragen en voorstellen van oplossingen over deze kwestie van illegalen. Aanbeveling nr 9 § Het opstellen van een functioneringshandvest van de Noodwinteropvang van BrusselHoofdstad met de belangrijkste en secundaire objectieven, de middelen, de structuren en het personeel waarvan gebruik wordt gemaakt. De toepassing van dit handvest zou strikt gevolgd moeten worden en geëvalueerd na elke winteropvang. Er zouden sancties kunnen worden opgelegd bij niet-toepassing. Op dit punt kunnen we er echter vanuit gaan dat de getekende Overeenkomst tussen het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de vzw Samusocial een eerste basis vormt voor een meer gedetailleerd handvest voor wat betreft de objectieven en samenwerking.
Aanbeveling nr 10 Er moet tevens gewerkt worden aan het samenstellen van een speciaal urgentie reserveteam (gegevensbank – professionelen en vrijwilligers) om het hoofd te bieden aan crisissituaties die de laatste jaren in Brussel zijn voorgekomen (Hallepoort, Noordstation, Krakeel, …).
§ Buiten het coördinatieteam van de winteropvang moeten op juridisch en administratief vlak de uitwisseling van werkers tussen de diensten bevorderd worden.
Aanbeveling nr 12 § Het ter discussie stellen van drie principes waarop de crisisopvang in de winter is gebaseerd: "kosteloos, anoniem en onvoorwaardelijk". De enige plek waar we wat ideeën hebben kunnen uitwisselen tussen werkers van de sector en gebruikers over de kwestie «kosteloos, anoniem en onvoorwaardelijk» blijft de Spreekruimte van 17 januari 2012 georganiseerd door Jean-Louis Linchamps in het dagonthaalcentrum Jamais Sans Toit. Eén van de twee thema's van die dag was «Anoniem, kosteloos en onvoorwaardelijk is dat mogelijk en wenselijk ?», wij hebben in het bijzonder een gesprek gehad met een medewerker van de Samusocial die zich afvroeg hoelang deze dienst nog kosteloos en onvoorwaardelijk kan blijven werken en hij herhaalde dat het in bepaalde gevallen waarschijnlijk makkelijker is om voorwaardelijk en betalend te zijn. Deze discussie wordt de laatste tijd echter steeds vaker binnen de verschillende structuren gevoerd.
Conclusie van dit deel De informatie omtrent de winteropvang is aanzienlijk verbeterd, dankzij de regelmatige vergaderingen die door de Samusocial georganiseerd zijn en dankzij de tool PILS waardoor deze informatie overgebracht kon worden. We moeten wel constateren dat in tegenstelling tot vorig jaar, waar we vaak en soms met moeite de Samusocial moesten contacteren om deze informatie te krijgen, dit jaar niet zo was. Het PILS heeft juist kunnen laten zien dat de andere spelers die betrokken zijn door de winteropvang eerder nogal stil gebleven zijn tijdens deze winter terwijl ze normaalgezien zelf in het bijzonder om informatie vragen en dat ze zelf ook informatie hebben over de noodopvang en kleinere opvang (containers bijv.) of grotere opvang (Sos accueil, de acties van Dokters van de Wereld, Rode-Kruis, NMBS, etc.) Het is duidelijk dat de opvolging van goede praktijken niet kan plaatsvinden gedurende 6 maanden. Laten we dus hopen dat de coördinatiecomités zo snel mogelijk het licht zullen zien voor het volgend jaar, zodat ze kunnen anticiperen en de winteropvang kunnen organiseren.
4.
Elementen voor een gecoördineerde strategie van thuislozenhulp
Het winteroverzicht 2011/2012 is opgesteld, wij stellen in dit laatste deel meerdere reflectieelementen voor rond 1/ de opzet van een DIspositif REgional de MIse à l’abri (DIREMI), en 2/ een ambitieuzer plan, de opzet van een regionale strategie van thuislozenzorg. We stellen vooral betreft de DIREMI te verkennen werkwijzen voor. Omdat een dergelijke opvang los van een globale Brusselse strategie voor daklozen niet uit te voeren is, stellen wij hiervoor ook elementen voor. Een dergelijk werk is vanzelfsprekend erg complex gezien de verschillende niveaus die erbij betrokken zijn, het grote aantal partners afkomstig van de verschillende «lijnen», van de transversale betrokken problematieken (dakloosheid, huisvesting, migratie, etc.). We willen eraan herinneren dat dit geen aanbevelingen zijn maar voorstellen van wat er gedaan zou kunnen worden, van wat er misschien veranderd zou moeten worden, van wat we zouden kunnen voorzien als nieuwe strategische richting. Bij het lezen van de volgende lijnen moeten we in het hoofd houden dat het eindobjectief het voorkomen en verminderen van dakloosheid blijft evenals het welzijn van de betrokken personen (gebruikers, werkers). Dit alles zal moeten worden besproken en overdacht worden met de sector/sectoren, het geheel aan voorgestelde elementen vormt inderdaad slechts een schets van enerzijds een winteropvang en een regionale daklozenopvang anderzijds. 4.1.
De winteropvang: nu en in de toekomst
4.1.1. De actuele noodopvang Vandaag wordt in de sector van de daklozenopvang van Brussel Hoofdstad gesproken over Brusselse winternoodopvang. In werkelijkheid vormt dit een extra envelop die aan de Samusocial wordt toegewezen zodat deze haar nood-nachtopvangcapaciteiten verhoogt gedurende een winterperiode van vier of vijf maanden. We zijn dus nog ver verwijderd van wat we een Brusselse opvang kunnen noemen, waar meerdere spelers bij betrokken zijn, en wat overdag en 's nachts inspanningen vraagt, en een werk in overleg, etc.. Echter, we kunnen ook niet zeggen dat de Samusocial geen netwerk onderhoudt met bepaalde sociale partners en/of partners op gebied van gezondheid (Dokters van de Wereld, Rode Kruis, Diogènes, etc.) of het nu punctuele zaken betreft of zaken op langere termijn zoals met de Dokters van de Wereld bijvoorbeeld. Wij vatten door middel van het schema nr 1 hierna de winteropvang 2011/2012 samen. De rollen van eenieder zijn al gepreciseerd in de historiek van het eerste deel. De presentatie in schemavorm van de winteropvang maakt het mogelijk te constateren dat de verschillende partijen niet gecoördineerd worden, dat er geen formele band tussen hen bestaat, en dat
eenieder duidelijk gedefinieerde objectieven heeft zonder dat er een strategische richting wordt gepreciseerd en gevolgd.
Schema nr 11: Winter 2011/2012, de Brusselse winteropvang voor daklozen
Crisiscentrum (FEDERAAL) Kabinet van de eerste minister, van de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de Minister van Justitie; de president van de conferentie van de burgemeesters van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; de voorzitter van het OCMW van Brussel; een vertegenwoordiger van Fedasil; de afgevaardigde van de opvangplaatsen van Fedasil; de administratieve gouverneur van het arrondissement van Brussel Hoofdstad; de twee vertegenwoordigers van de kabinetten van de GGC voor bijstand aan personen; de regionale commissaris van het Rode Kruis; de directrice van de Samusocial; de sociale referente Hope In Stations voor de NMBS ; een vertegenwoordiger van het steunpunt thuislozenzorg Brussel; voor de Vlaamse regering het Kabinet van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; een vertegenwoordiger van de federale politie; van de federatie Wallonië-Brussel, een vertegenwoordiger, een vertegenwoordiger van het kabinet van de Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen.
Coördinatiecomité (REGIONAAL) 2 Brusselse kabinetten van bijstand aan personen Samusocial (directie + algemene coördinator) Steunpunt thuislozenzorg Brussel Algeme,e (beleidsmedewerker)
Coördinatie Operationeel
Winter-NOODHULP Samusocial > 110 jaarlijkse plaatsen (max. = 150) > 320 winterplaatsen (nov.-maart) Koningsstraat (max. = 380) + Dokters Van De Wereld > Mobiele hulpteams (MHT) Financiëring GGC 1M Euro
ANDERE INITIATIEVEN Containers (Bij Ons/Prins Laurent) : 16 daklozen + honden Privé (opening moskeeën, soep…) Winteropvang van de OCMW + media-plan RTBF
"humanitaire" NOODHULP Charleroisesteenweg/RVA (max. = 400 plaatsen) Financiëring van de Samusocial 500 000 Euro
SOS opvang Palliatieve belgische crisisopvang asielzoekers = dagopvang + nachtopvang
Communicatie
PLATFORM VOOR INFORMATIE LA STRADA Verspreidingstool naar de sector toe (in brede zin)
4.1.2. In de toekomst een herdefiniëring van de Brusselse winteropvang: is een Dispositif REgional de MIse (DIREMI) à l’abri mogelijk ? Sinds meerdere jaren reclameren meerdere spelers van de sector een coherente, transparante en anticiperende coördinatie van de winteropvang.12 Het is ingewikkeld om een dergelijke coördinatie op te zetten, we hebben dit jaar al wat geëxperimenteerd vooral vanwege de agenda, maar ook omdat de opstartinitiatieven op korte, middellange en lange termijn niet gedefinieerd zijn, voor wat betreft de zaken buiten de strikte dagelijkse opvang tussen 20u en 8u. In dit opzicht stellen wij dit schema hieronder voor. Het idee erachter is dat alle «polen» onderling met elkaar verbonden zijn (de cirkels zijn niet gesloten en kruisen elkaar) en met elkaar communiceren. We denken ook dat het interessant zou zijn een handvest van de opvang op te stellen waar de doelstellingen in het bijzonder op de lange duur duidelijk worden uitgedrukt (zodat de opvang een ander nut heeft dan die van het beheer van dringende nood en bijvoorbeeld meer als doel heeft dat de mensen niet meer op straat hoeven te leven). We herhalen het nogmaals, alles hangt af van de door de politieke beslissingsbevoegde personen gekozen optie. Inderdaad kunnen we ons terecht afvragen of de winteropvang wel of niet behouden zou moeten worden, en of de vermindering op het gebied van middelen en capaciteit om juist te komen tot duurzame oplossingen (! hier niet wordt voorgesteld om de noodhulp te stoppen want dit vangnet blijft van levensbelang voor allerlei soorten acute problemen) zodat er op lange termijn huisvestingsoplossingen kunnen komen, etc.. Een andere vraag waar een antwoord op moet worden gevonden is: moet er elke winter een standaard winteropvang worden georganiseerd van november tot maart, waarbij alle energie tijdens deze periode wordt ingezet? Kan er niet worden gewerkt aan de kwestie van kwetsbaarheid van mensen, in functie van diverse criteria, en dit gedurende het hele jaar?
12
cf. de opmerkingen van de directrice van de Samusocial in het winterrapport 2010/2011 van het steunpunt op pagina 55, evenals de aanbeveling n°7 van hetzelfde verslag
Schema nr 22 : schema-voorstel voor een DIspositif REgional de Mise à l’abri (DIREMI)
NOODPOOL * DAG
* AVOND
* NACHT
COORDINATIE-CEL
FEDERAAL CRISISCENTRUM
- STURINGSCOMITE (STUCO)
- TECHNISCH COMITE (TECHCO)
- INFORMATION via la PILS
DE "PERMANENTEN": het humanitaire deel/gezondheidsdeel + het deel "openbare ruimten"
"extra"-ACTIVITEITEN
a.
Functionering van het DIREMI Laten we hier in het algemeen het idee van een handvest met de grote doelstellingen op korte termijn en lange termijn van een opvang weergeven (aanbeveling nr 9 van het verslag 2010/2011, zie bijlage).
De volgende «principes» zouden er deel uit van kunnen maken:
het op termijn verminderen van bepaalde soorten dakloosheid (bijvoorbeeld ingedeeld volgens categorieën: dakloze op lange termijn, vrouwen, etc.)
de definitie van noodsituatie (voor wat betreft kwetsbaarheid, jaarlijks)
het principe van kostenloosheid, anoniemheid en onvoorwaardelijkheid
een transparante werking van de opvang
de regelmatige evaluatie van de functionering van het DIREMI
Het DIREMI moet niet slechts een dagelijkse opvang zijn, zelfs als het uitgebreid is tot de winter, zelfs inclusief het “dagdeel”. Het DIREMI moet een mogelijkheid zijn om mensen van de straat te krijgen. Twee fundamentele elementen moeten op een dergelijk handvest genoemd worden: het zeer duidelijke onderscheid tussen de verschillende soorten publiek, evenals een objectief van “housing first” (wat voor een huisvesting ook) met een consequente begeleiding.
Laten we een concreet voorbeeld nemen van dit jaar. De directrice van de Samusocial vertelde tijdens de vergadering van het coördinatiecomité dat er 52 mannen waren die we kunnen kwalificeren als «chronische gevallen», waarvan 90% Belgen, die toen de winteropvang op zijn einde liep nog geen oplossing hadden. Deze personen met mentale problemen die een lange geschiedenis als dakloze hebben beantwoorden precies aan het profiel van de bevolking die een huisvestingsprogramma zouden kunnen volgen zoals housing first13.
De duur van de opvang: Het is niet mogelijk om een vaste duur voor te stellen want het slaat nergens op de winteropvang te openen als het 10°C is e n het te sluiten als het nog 0°C is, enkel en alleen om de voorgenomen data te respecteren. 13
Te lezen over dit onderwerp het werk van Lucie Martin over de uitvoerbaarheid van een programma van Housing first in Brussel (zie bibliografie).
Op dezelfde wijze moet een streng «kwik» beleid verfijnd worden door middel van andere criteria
die
door
opvangspecialisten
aangedragen
kunnen
worden
(crisiscentrum,
opvangwerkers, meteorologen). Een werkgroep zou gecreëerd kunnen worden op basis van deze eerste kwesties. Betreft dit onderwerp leert de winter van 2011/2012 ons veel. Het is een winter die duidelijk in het geheugen van de mensen gegrift staat omdat de psychologische barrière van een temperatuur onder de -10°C bereikt werd. De winter w as echter niet strenger dan de andere jaren. Hierbij enkele objectieve elementen die in aanmerking moeten worden genomen, gebaseerd op de gegevens van het KMI. Laten we om de vergelijking te vergemakkelijken drie niveaus van gevoelstemperatuur in beschouwing nemen: niveau 0 = temperatuur hoger dan 0°C, niveau 1 = temperatuur tussen 0°C en -10°C, niveau 3 = temperatuur lager dan 10°C. We hebben het hier over de gevoelstemperatuur, ook wel windchill genoemd (of de windchill-factor). De gegevens van windchill zijn interessanter omdat ze onder andere rekening houden met de windsnelheid en het mogelijk maken het percentage warmteverlies te kwantificeren14. De tabel hieronder laat duidelijk zien dat de winter van 2011-12 gemiddeld niet kouder is geweest dan de voorgaande. Enkel de periode van 10 opeenvolgende dagen dat de temperatuur lager dan -10°C was viel op, niet de 97 dagen dat het warmer was dan 0°C. De winter 2009/10 telde 67 dagen onder de 0°C, de w inter van 2010/11 54 dagen en dit jaar waren er "maar" 34 dagen onder de 0°C 15.
Graphique n°: comparaison des niveaux de températu res "ressenties" (windchill) des hivers 2009-10, 2010-11, 2011-12 (source IRM) 120 100 80 60 40 20 0
hiver 09-10 hiver 10-11 hiver 11-12
Niveau 0
14
15
Niveau 1
Niveau 2
Zie DEBONTRIDDER L. in de bibliografie staat het precieze algoritme
Let op, de gegevens van het KMI ontbreken van 26/12/2010 tot 18/01/2011; het is mogelijk (of niet) dat er tijdens deze periode dagen van niveau 0 en niveau 1 zijn geweest
Laten we nu de koude-periodes bekijken, dat wil zeggen 5 opeenvolgende dagen met een temperatuur onder de 0°C. •
2009/10 = 5 periodes, (13/12 tot 27/12, 01/01 tot 16/01, 26/01 tot 02/02, 08/02 tot 17/02, 02/03 tot 12/03)
•
2010/11 = 4 periodes (25/11 tot 10/12, 13/12 tot 25/12, 27/01 tot 03/02, 02/03 tot 08/03)
•
2011/12 = een enkele periode van 29/01 tot 13/02.
Laten we de gemiddelde temperaturen bekijken en het aantal dagen neerslag tijdens de winter (december tot februari) sinds 2007: •
winter 2007: gemiddelde temperatuur (GT) van 6.7°C, 62 dagen n eerslag (N)
•
winter 2008 5.6°GT, 53 dagen N
•
winter 2009: 2.4° GT, 45 dagen N
•
winter 2010: 1.8 GT, 61 dagen N
•
winter 2011: 2.9° GT, 62 dagen N
•
winter 2012: 4° GT, 65 dagen N
De winter van 2012 is dus gemiddeld de warmste sinds 2008 … Ondanks alles zijn de dagen onder de -10°C vooral in ons hoofd blijven hangen, e n hebben deze dagen de opening van extra opvangplaatsen in de noodopvang opgeleverd. Op basis van deze elementen kunnen we ons terecht afvragen of een winteropvang niet zou kunnen functioneren op basis van fasen, volgens de gevoelstemperatuur, maar ook op basis van andere menselijke factoren (geslacht, leeftijd, ziektebeeld, alcoholverslavings-graad, mobiliteitsgraad, etc.) en op basis van omgevingsfactoren (ontmoetingsplaats van de persoon, bescherming tegen wind, vochtigheid, etc.) die het mogelijk maken
het
gezondheidsrisico van de mensen op de straat te evalueren16 (niet enkel en alleen in verband met een temperatuur onder nul). In dit opzicht zou een voorstel bijvoorbeeld kunnen zijn dat vanaf een verwachting vanaf 3 opeenvolgende dagen onder de 0°C, het DIREMI wordt opgezet, dat wil zeggen een tijdelijke uitbreiding van de bestaande structuren (voorbeeld van de Britse SWEP - Severe Weather Emergency Protocol – die rekening houdt met deze 3 dagen, met de windchill, de sneeuwval en de duur van het koude weer), tijdens de kwetsbare periode en ietsje daarna.
De kwestie van de ter beschikkingstelling van personeel komt logischerwijze naar voren als we een dergelijke functionering volgen. Maar dat moet ons er niet van weerhouden te 16
In Lille is er dit jaar na de winteropvang die eind maart sloot een dakloze overleden door de kou (eind april, temperatuur boven nul, maar laag voor het seizoen, veel neerslag)
reflecteren en te experimenteren. We kunnen ons voorstellen om mensen aan te werven die afkomstig zijn uit de Brusselse welzijnszorgsector en ze ter beschikking stellen tijdens noodmomenten (aanbeveling nr 10 van het verslag van 2010/2011). •
Sturingscomités (STUCO) en technische comités (TECHCO) vormen de coördinatiecel
Het sturingscomité (STUCO) Dit bevat de twee kabinetten van de GGC voor bijstand aan personen, een noodcoördinateur (die kan komen uit de dag/nacht/avond afhankelijk van de jaren), de drie federaties AMA, BICO, CAW, een afgevaardigde van het OCMW, een vertegenwoordiger van het steunpunt la Strada, een vertegenwoordiger van steden en gemeenten •
dit comité stelt het handvest op voor de uitvoering, het beheer en de opvolging van de winteropvang
•
in contact met de "nood-profesionnals" (sanitair, weer, crisiscentrum) definieert hij de kwetsbare periodes en kondigt ze aan de sector aan
•
dit comité let op de toepassing van het handvest
•
hij coördineert de actie tussen nachtopvang, dagopvang en avondopvang
•
hij centraliseert en verspreid de informatie (sector, politiek, publiek)
•
hij steunt de thuislozensector tijdens de erg kwetsbare periodes van de mensen op straat
•
hij coördineert met de andere sectoren (gezondheid, sociale bijstand, justitieel welzijnswerk)
•
hij onderhoudt contacten met het federale crisiscentrum
•
hij evalueert het DIREMI (verslag doelstellingen/resultaten, middelen/resultaten)
•
hij produceert en presenteert de jaarverslagen
Tools Platform voor informatie la Strada (PILS) voor centralisering en verspreiding van de informatie. Twee functioneringsniveaus kunnen worden voorgesteld voor het PILS (publiek en deelnemers aan het DIREMI voor informatie, vergaderingen, etc.) Het technisch comité (TECHCO) bevat de nacht-, dag- en avondcoördinators (+ een eventuele vertegenwoordiger van de “extra” winterinitiatieven). Deze organiseren meer technische en gerichte vergaderingen, over de voortgang
van de verwezenlijkingen, het profiel van de bevolkingsgroepen, de tegenslagen, etc.. De informatieverspreidingstool is tevens het PILS. •
De Noodpool
Hier is de keuze gemaakt om de opvang als een "totale" eenheid te beschouwen die de dag, nacht en avond omvat. We weten dat de opvang gedurende een seizoen niet op een precies tijdstip ‘s avonds begint om de volgende ochtend weer te stoppen. Samenwerking zou een continuïteit van de noodopvang voor daklozen mogelijk maken.
Voor het nacht-deel Missies -
Nachtopvang tussen 20u en 9u ‘s ochtends (uitbreiding ten opzichte van dat wat normaal is). Informatie, bemiddeling naar de passende instellingen voor wat betreft mentale gezondheid, verslaving, etc.
-
Inventarisering van de kwalitatieve en kwantitatieve gegevens met het doel de diensten die aan de daklozen worden aangeboden te verbeteren.
Samenstelling 1 coördinator die één van de 3 nachtopvangcentra vertegenwoordigt, deze rol wordt steeds door iemand anders op zich genomen (elk jaar rolwisseling): Samusocial, Hoeksteen, Centrum Ariane. De coördinator zal als taak hebben een maandelijkse coördinatie-vergadering te organiseren van de drie centra en tevens de coördinatoren van de andere polen te ontmoeten (dagopvang, containers, stuurcomité, crisiscentrum)
Middelen -
Samusocial, Vestje (110 officiële plaatsen, max. 150 plaatsen tijdens de winter)
-
Samusocial, 139 Koningsstraat (320 plaatsen, maximaal 380)
-
Ariane, 35 plaatsen
-
Hoeksteen, 48 plaatsen
voor het dagdeel
Missies -
dagopvang van daklozen (tussen 9u en 17u ongeveer, dat hangt van de diensten af). Luisterend oor + sociale oriëntatie.
-
inventarisering van de kwalitatieve en kwantitatieve gegevens met het doel de diensten die aan daklozen worden aangeboden te verbeteren.
Samenstelling 1 coördinator die het geheel van de diensten van de dagopvangcentra vertegenwoordigt. We kunnen ons voorstellen dat er elk jaar een andere coördinator is, volgens de volgorde van de plattegrond "Adressen voor daklozen" bijvoorbeeld.
Tools De klassieke functioneringstools die eigen zijn aan de diensten. + Verspreiding van de belangrijke informatie over het openbare PILS en samenvattingen van de vergaderingen over de PILS sector. Voor het avond-deel -
twee mogelijkheden: het bestaande uitbreiden, twee nieuwe structuren opzetten (40/50 plaatsen) in Brussel
-
gezamenlijke opvang van avond/ochtend vanaf 17u tot 20u
Organisatie van diverse activiteiten Deze mogelijkheid is gebaseerd op de constatering dat daklozen voordat ze ’s avonds binnenkomen bij de Samusocial op straat rondzwerven gezien het feit dat de dagonthaaldiensten gesloten zijn. Dit geldt ook voor de ochtenden, voordat de openbare gebouwen open zijn en na het sluiten van de Samusocial zijn ze op straat (ziel deel 2 van het verslag). Te ondervragen: het personeel, de plaats, de middelen. -
inventarisering van de kwalitatieve en kwantitatieve gegevens met het doel om de diensten die de daklozen worden aangeboden te verbeteren
•
Activiteiten-pool extra
Deze pool heeft betrekking op alle initiatieven (privé of publiek) die genomen zijn om de daklozen te helpen tijdens de winterperiode. Bijvoorbeeld: opstelling van containers voor daklozen met honden (Stichting Prins Laurent + Bij Ons)
Er moet een pool «extra» blijven bestaan die open zou staan voor nieuwigheden, voor wisselvallige veranderingen die tijdens het jaar plaats kunnen vinden, en waarvoor we zouden willen investeren (voorbeeld van de uitzonderlijke situatie die uiteindelijk heeft geleid tot de vorming van SOS opvang, of tot de tenten die zijn opgezet bij de CCN, etc.) •
De "permanenten"
-
De
humanitaire
sfeer/gezondheid
(Dokters
van
de
Wereld,
Rode
Kruis,
straatverplegers, brandweermannen, ziekenhuizen, etc.): zij zijn het hele jaar beschikbaar en hebben verband met alle polen die hier boven genoemd worden. Hun actie kan tijdelijk zijn (voorbeeld van het Rode-Kruis dat bedden en dekens levert voor een maximale duur van 15 dagen) of langduriger (voorbeeld van Dokters van de Wereld die het hele jaar met de Samusocial werkt). -
De openbare ruimten (IBGE, NMBS, MIVB) zijn tevens permanent getroffen door de problematiek van de daklozen, en vooral tijdens de periodes dat het erg koud is. Het is belangrijk te luisteren naar hun voorstellen en aanbevelingen en hun een samenwerking voor te stellen op een gewenst moment.
HERHALING VAN DE VOORSTELLEN VOOR EEN REGIONALE DAKLOZENOPVANG
VOORSTEL 1
een handvest opstellen waar de grote te volgen principes genoemd staan betreffende de daklozenopvang, met duidelijke en ambitieuze doelstellingen om werkelijk het aantal daklozen te verminderen in plaats van de dakloosheid te beheersen, en met duidelijke deadlines. Een daklozenopvang opzetten die een mogelijkheid vormt om te voorkomen dat de mensen weer op straat terechtkomen.
VOORSTEL 2
opzetten van een coördinatiecomité dat een sturingscomité en een technisch comité bevat
VOORSTEL 3
voorstellen van een moduleerbare noodopvang gedurende het hele jaar, in functie van precieze kwetsbaarheidcriteria.
VOORSTEL 4
4.2.
een werkgroep opzetten om de kwetsbaarheid te definiëren, na te denken over de principes van het handvest en haar toepassing, over de mogelijkheden van ter beschikking stelling van personeel, etc.
Elementen voor een regionale Brusselse strategie voor thuislozenzorg
Wij denken dat het beter is om zich te baseren op de al bestaande structuren in plaats van zich ex nihilo te storten op iets dat een nieuwe strategie voor thuislozenzorg zou kunnen of moeten worden. Bij het lezen van meerdere officiële documenten en verslagen lijken twee van deze documenten goed van pas te komen bij het helpen bij het opzetten van een dergelijke strategie. Het gaat niet om het «heruitvinden van het wiel», meerdere soorten werkgroepen afkomstig uit verschillende politieke niveaus hebben al strategische basissen gevormd met het doel het beheer en de vermindering van de dakloosheid.
Onder deze documenten was er op het niveau van Brussel Hoofdstad de nota van algemeen beleid van 2007, dat al een «Actieplan voor een Brusselse politiek voor sociale bijstand voor daklozen» vormt.
Op europees niveau is het noodzakelijk dat het Gewest de conclusies van de Europese consensus conferentie van 2010 (zie bibliografie) toepast. Wij stellen hieronder de hoofdpunten voor van een mogelijke regionale strategie voor thuislozenzorg, met telkens een herhaling van de elementen van de nota van de algemene politiek van de consensus-conferentie. Zoals we voor het DIREMI al in het voorgaande genoemd hebben vormen deze ideeën die gevolgd moeten worden voor een geïntegreerde strategie slechts een gebrekkige schets, het zou interessant zijn om dit in het kader van een meervoudige werkgroep te discussiëren (of elke andere vorm van discussieplatform of brainstormsessie).
Werkwijze nr 1: VOORKOMEN, VERMINDEREN Op klassieke wijze moet er in het kader van een strategie voor Brusselse thuislozenzorg geprobeerd worden te voorkomen dat mensen op straat belanden (intensere samenwerking met justitieel welzijnswerk in het bijzonder, voorkoming van uitzettingen van huurders, behandelen van de kwestie van onwaardige woonruimte), en moet er geprobeerd worden de duur van de dakloosheid te verminderen. De algemene beleidsnota van 2007 bepaalde: « Dit plan is opgezet om de stromen te beheersen, dat wil zeggen proberen te voorkomen dat de mensen buitengesloten worden waardoor ze op straat belanden,(…), door het stimuleren van processen van sociale integratie die het mogelijk maken voor de betrokkene om niet meer onder de categorie z.v.w.o.v. te vallen maar een plaats in de maatschappij te vinden» En: «De uitwerking van het beleid moet op drie niveaus plaatsvinden: het regelen van binnenkomende en uitgaande stromen, het regelen van vraag en aanbod». De Europese consensus conferentie herinnert tevens dat de doelstellingen in de domeinen moeten worden uitgebreid: (onder andere) voorkoming van thuisloosheid, vermindering van de duur dat iemand thuisloos is.
Werkwijze nr 2: PERSPECTIEVEN OP WOONRUIMTE, ZICH OPENSTELLEN VOOR VERANDERINGEN Een geïntegreerde strategie vraagt verder te gaan dan het reguleren en beheren van thuisloosheid, en moet als doel hebben het verminderen of zelfs terugdringen van thuisloosheid. Dat is de reden waarom er geprobeerd moet worden: a. verder te kijken dan seizoensopvang en opvang van korte duur (nood, transit) met vaste opvangdoelstellingen op langere termijn (begeleid wonen, housing first, woongroep, etc.). Het vangnet kan behouden worden en de kwaliteit kan verbeterd worden, maar het aantal opvangplaatsen moet gelimiteerd worden en ze moeten
gebruikt worden als opstapje om huisvesting te vinden. We moeten niet bang zijn om van paradigma te veranderen zoals de Europese consensus conferentie dit vraagt. Bijvoorbeeld, door zich te baseren op het model «housing first», zoals bepaalde Angelsaksische landen (programma dat deel uitmaakt van de federale Amerikaanse politiek) en Scandinavische landen (Finland, Denemarken). Gezien de resultaten van deze buitenlandse ervaringen is het waarschijnlijk tijd om dit openbare actiemodel dat gericht is op het beheer van thuisloosheid, noodhulp en opvang, te wijzigen. Er wordt dus afgezien van het model van ononderbroken zorgen waarbij verschillende stappenniveaus moeten worden afgelegd (om van de straat naar huisvesting te gaan moet er progressief een reeks stappen worden afgelegd), dit model blijkt duur, inefficiënt en vermoeiend voor hen die het volgen. En we zouden ons dus moeten richten (financieel en menselijk) op een model dat net als de Europese consensus conferentie de voorkeur geeft aan beleid «gericht op huisvesting», in het bijzonder «housing first» (waar passende huisvesting een uitgangspunt is en een voorafgaande voorwaarde om sociale problemen en gezondheidsproblemen op te lossen). De Europese consensusconferentie geeft duidelijk aan dat «Een einde maken aan de afwezigheid van een thuis een verandering van paradigma vereist. Het is gepast om afstand te nemen van de traditionele politieke antwoorden die we kunnen kwalificeren als «beheer» van het thuisloos zijn. «Beheren» van de thuisloosheid impliceert hoofdzakelijk reactieve oplossingen, vaak gericht op de meest extreme gevolgen van thuisloosheid, door het voorstellen van diensten die hoofdzakelijk bestaan uit tijdelijke opvang en noodinterventies die er voor zorgen dat de thuislozen in een «daklozenopvangsysteem» blijven zitten.
b. deadlines evenals kwantificeringen te voorzien en in te boeken. Een strategie is niet de som van deeldoelstellingen van de verschillende spelers van de sector, maar een globaal te volgen koers, met duidelijke vooraf gedefinieerde doelstellingen die becijferd en gedateerd zijn (om in het bijzonder de evolutie te volgen, vooruitgang of achteruitgang). Deze strategie moet echter wel rekening houden met toevalligheden. Volgens ons is dat één van de gebreken van de algemene beleidsnota (bijvoorbeeld op die en die datum zal de dakloosheid op lange termijn verminderd zijn met x %). Op deze wijze kunnen regelmatige evaluaties van de Brusselse strategie het mogelijk maken om de evolutie gedurende de jaren op te volgen, en de efficiëntie van de gekozen strategie te meten. Meerdere landen gebruiken nu al dit type becijferde strategieën (zie tabel nr 3 hieronder). Dat is bijvoorbeeld het geval van Engeland waar de regering in 1998 als doelstelling heeft gesteld om het aantal thuislozen met
2/3 te verminderen (doelstelling behaald), of Finland waarvan de nationale strategie het halveren van het aantal thuislozen is (zie tabel hierna). Werkwijze nr 3: KENNEN Zo duidelijk mogelijk de bevolkingsgroepen identificeren die geholpen worden door de sector van de thuislozenzorg, om concreet te werken op basis van deze profielen. Er moet bekend zijn voor wie deze strategie bedoeld is. Deze tools bestaan al op Brusselse schaal (centrale gegevensadministratie en telling van het steunpunt), er moet geprobeerd worden om deze tools te verbeteren en meer spelers van de sector er gebruik van laten maken. Over de taboekwestie van een complexe en vage categorie, die van de «zonder papieren, illegalen, asielzoekers zonder onthaalstructuur, asielzoekers, Roma, etc.» moet er hoognodig een werkgroep worden opgezet met als objectief om met de grootst mogelijke precisie te identificeren wie deze mensen zijn en om hoeveel het gaat om in samenspraak met het federale niveau de ideale oplossingen te vinden. Op Europees niveau vraagt de consensus-conferentie dat de werken worden begonnen met «het verband tussen thuisloosheid en de migratiecontexten en het vrije verkeer». Dit werk zou nu al op regionaal Brussels niveau kunnen worden begonnen, waar de problematiek bijzonder ernstig is, in samenspraak met het federale niveau, de andere gewesten en de spelers die betrokken zijn bij deze thematiek. Werkwijze nr 4: LEESBAAR MAKEN Omdat de institutionele Brusselse context complex is, lijkt het belangrijk de verduidelijking van de competenties van iedereen te beogen. Hierbij moet de strategie niet zijn om een stapeling van plannen en opvangmogelijkheden te verzamelen (voorbeeld van de winter: winteropvang van het OCMW, winterplan van de regio, media-plan van de RTBF, humanitair federaal plan, SOS opvang, de containers, etc.). De introductie van meer leesbaarheid zal voor de werknemers, de gebruikers en het publiek winstgevend zijn. Aan de andere kant bestaat er op politiek niveau al veel, zoals: platformen, overleggen en de werkgroep Interministeriële Conferentie. Ondanks alles betekent leesbaarheid niet altijd vereenvoudiging. In alle gevallen moet er tegelijkertijd met deze poging uit worden gekeken naar een bestuur waarbij alle niveaus van bevoegdheden en de betrokken sectoren die door de problematiek betrokken zijn, samen komen.
Werkwijze nr 5: DE GEBRUIKERS LATEN MEEDOEN Wij zijn van mening dat de daklozen in verschillende stadia meer en regelmatiger deel uit moeten maken van de projecten: of het nu de uitwerking van een seizoensopvang betreft of de reflectie voor een regionale strategie of de evaluatie van «terugdringing»-tools voor thuisloosheid. Afkomstig uit verschillende categorieën van dakloosheid brengen zij ervaring, expertise en een kritische en waarschijnlijk excentrieke blik die nodig zijn voor elke ambitieuze strategie. De Europese Consensus conferentie roept ook op tot een grotere deelname van daklozen, die worden gezien als spelers en niet mensen die passief hulp ontvangen, of het nu het niveau beslissingsprocessen in de diensten betreft of de uitwerking van beleid voor daklozen. Zoals Cefaï et Gardella17 het in hun laatste werk over sociale noodopvang onderstrepen «veel van die mensen op straat zijn in staat zich in te zetten voor gezamenlijke acties, na te denken over hun omstandigheden en mee te doen aan de uitwerking van hun directe leefomgeving; en als ze van de straat raken hebben ze een ervaring op straat meegemaakt die gevaloriseerd kan worden bij het helpen van andere mensen die zelf proberen om van de straat af te raken».
Conclusie Na de evaluatie van de winteropvang van thuislozen van 2010/2011, vormt dit verslag een nieuwe stap in het denkproces dat op verschillende niveaus is opgestart rond de opvang van daklozen tijdens de winter. De winter is een gevoelige periode die de camera’s richt op de noodacties die op een gegeven moment steeds veelomvattender worden. Deze noodacties zijn tot op een bepaalde hoogte echt nodig maar ze doen vergeten dat er al een zeer uitgebreid aanbod van Thuislozenzorg voor Brussels Hoofdstedelijk gewest bestaat dat het hele jaar door beschikbaar is. De noodzaak van een bepaald soort noodhulp wordt niet aan de kaak gesteld. Er moet echter verder worden gegaan met reflecties betreft de efficiëntie en de ontwikkeling van zo een opvang. In dit verslag zijn meerdere kwesties aangesneden betreft een verandering van het paradigma dat eerder op huisvesting is gericht of betreft een regionale thuislozenopvang die niet alleen gebaseerd is op de temperatuur maar ook op een samenstelling van kwetsbaarheidcriteria. Het zijn belangrijke kwesties die behandeld zijn die betrekking hebben op de hele sector gedurende het hele jaar en waarvoor uiteindelijk beleidskeuzes nodig zijn.
17
p.568, voir bibliographie + compte-rendu de R. Liagre sur le site de la Strada
Hiervoor moet er worden doorgegaan met overleg, niet enkel met de verschillende spelers van de sector van de Thuislozenzorg en de andere betrokken sectoren die bij deze kwestie betrokken zijn, maar tevens met de verschillende beleidsniveaus die hierbij een rol spelen.
Tabel nr 32: enkele Europese voorbeelden van strategieën tegen dakloosheid Land
Duur
Kosten
Benadering
Belangrijkste punten
DENEMARKEN
20092012
67M
Housing first
-
strijd Vs thuisloosheid op straat alternatief opvangcentra voor jongeren limiet verblijf in noodopvang oplossing voor vertrek uit de instelling
FINLAND
20092011
100M
Housing first
-
verdwijnen van centra voor noodopvang nu gericht op huisvestigingsoplossingen op lange termijn vermindering dakloosheid op lange termijn met de helft vermindering thuisloosheid op straat individuele openbare diensten Droit Au Logement Opposable (DALO) (huisvesting waar men recht op heeft als via andere manieren zoals sociale woningen geen resultaat wordt geboekt) preventie het is hierdoor niet nodig op straat te slapen op lange termijn zal er geen dakloosheid zijn huisvesting op lange termijn efficiënte diensten coördinatie van financiële middelen situatie van daklozen verbeteren dakloosheid voorkomen een eind maken aan dakloosheid tegen 2013 preventie interventie opvolging vermindering van uitzettingen vermindering van verlaten van instellingen zonder mogelijkheid tot huisvesting geen thuisloosheid op straat meer vermindering van de helft van de huishoudens die in tijdelijke onderkomens wonen preventie alle huishoudens die onvrijwillig zonder vaste woonruimte zitten hebben toegang tot een vaste verblijfplaats preventie toegang tot huisvesting preventie werk op interorganisationeel en politiek niveau de gebruiker in het middelpunt van de
FRANKRIJK
20082012
Eerst huisvesting
-
IERLAND
20082013
Toegang tot huisvesting
-
NEDERLAND (4 steden)
Deadline 2013
PORTUGAL
20092015
ZWEDEN
20072009
ENGELAND
20082012
SCHOTLAND
20092012
WALES
20092019
170M
-
230M
-
NOORDIERLAND
-
Sinds 2002
NOORWEGEN
20042007
HONGARIJE
Sinds 2008
Permanente huisvesting
-
dienstverlening sociale opname gelijkheid voor wat betreft toegang tot de diensten beter gebruik van de middelen preventie begeleiding van personen die net van de straat afzijn begeleiding van personen in hun woonruimte vermindering van de uitzettingen met 30% studie over het vertrek uit een instelling studie over tijdelijke woonruimte (verhoging van de kwaliteit, vermindering van de tijd) jongeren (sinds 2009)
?
Bron : FEANTSA, « Mettre un terme au sans-abrisme : un manuel pour les décideurs politiques », 28 p.
Bibliografie CARPENTIER S., RAYMOND F., ARNAUD A., GASLONDE O., TARTIERE S., LAPORTE A., « Caractéristiques des hypothermies chez des sans-abri à Paris, 2004 », Bulletin épidémiologique hebdomadaire, 9 janvier 2007, n°1. CEFAI D., GARDELLA E., L’urgence sociale en action. Ethnographie du Samusocial de Paris. Paris, La Découverte, coll. « Bibliothèque du Mauss », 2011, 576 p. Conférence européenne de consensus sur le sans-abrisme, « Recommandations politiques du jury », 9-10 décembre 2010, Bruxelles, 27 p. DARDENNE Q., MARTIN L., « Urgence hivernale. L’ouverture d’un centre d’hébergement. Etterbeek, hiver 2010-2011. Enjeux pour le quartier et les différents acteurs impliqués. Descriptions, analyses et bonnes pratiques », Asbl Diogènes 2011, 98 p. DEBONTRIDDER L., « Temperatuursindexen in de bioklimatologie – Historiek, methoden en aanbevelingen“, juillet 2010, 44 p. FEANTSA, « Mettre un terme au sans-abrisme : un manuel pour les décideurs politiques », 28 p. Beschikbaar op:
http://www.feantsa.org/files/freshstart/Campaign_2010/background_docs/FEANTSA_ handbook_FR_FINAL.pdf Homeless Link, « Severe Weather Emergency Protocol and Extended Cold Weather Provision », 7 p. Beschikbaar op: http://survey.homelesslink.org.uk/index.php?sid=13563&lang=en Institut supérieur de planification d’urgence, « Guide de planification d’urgence locale », Service Public Fédéral Intérieur, 168 p. LIAGRE R., « De noodwinteropvang van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Evaluatie en voorstellen», steunpunt thuislozenzorg Brussel/la Strada 2011, 61 p. LIAGRE R., « Territoires et mobilités GERME/ULB/IRSIB, 2010, 139 p. + annexes
des
sans-abri
à
Bruxelles-capitale »,
MARTIN L., « Vers un programme de housing first à Bruxelles », SMES-B, 2011, 49 p. PLEACE N. “Immigration and Homelessness' in E. O'Sullivan (Ed) Homelessness Research in Europe Brussels: FEANTSA, 2010, pp. 143-163. SCHVARTZ A., « Le plan d’urgence hivernale. L’échec du pilotage automatique de la prise en charge des sans-abri. », observatoire du Samusocial de Paris, décembre 2007, 123 p.
Bijlage nr 1: De specifieke winteraanbevelingen van het verslag 2010/2011 van het steunpunt thuislozenzorg Brussel Aanbeveling nr 1 § Het erkennen van de plaats die de winteropvang heeft, haar heroriënteren op wat ze moet zijn: een voorlopige opvang en een doorgeefluik. De urgentie is in tegenspraak met het werk op lange termijn, en kan niet in de plaats komen van dit type sociaal werk van lange duur. De winteropvang moet opgezet worden in de geest van een seizoensgebonden nachtasiel. Aanbeveling nr 2 § Overgaan tot een gedetailleerde en heldere evaluatie van de laatste winteropvang, de evaluatie voorstellen aan en bespreken met de rest van de sector. Er moet naar gestreefd worden een profiel te schetsen van de types bevolking die worden opgevangen in de winteropvang (mensen zonder papieren, « klassieke » thuislozen, toeristen, enz.), om hen te kunnen opnemen in een databank. Het doel is het vergemakkelijken van beslissingen en een verbetering van het aanbod in functie van de profielen. Aanbeveling nr 3 § Het beheersen van de jaarlijkse toename van het aantal plaatsen in de winteropvang.
Aanbeveling nr 4 § Het op regelmatige, correcte en heldere wijze informeren van de sector thuislozenzorg van de werking van de winteropvang. Tegelijkertijd het beperken van de media-aandacht van de humanitaire crisishulp gedurende de winter. Aanbeveling nr 5 § Indien een extreem kwetsbare vorm van winteropvang wordt geopend zoals bijvoorbeeld die in het Noordstation dit jaar, het garanderen van een minimum aan professionele omkadering, alsmede het mededelen van de duur vanaf de opening. Aanbeveling nr 6 § Het organiseren van een rondetafel met vertegenwoordigers van federale en regionale verantwoordelijken aangaande de problematiek van de mensen zonder papieren en de conflicten tussen de mensen zonder papieren en de « klassieke » thuislozen. Aanbeveling nr 7 § Het anticiperen op de organisatie van de volgende winters door:
Elk jaar, vanaf de maand juni, alle belangrijke spelers samen te brengen met als doel het verdelen van de taken in functie van de expertise en de kennis van elk en het vermijden dat één organisatie de volledige werklast op zich neemt snel een coördinatieteam samenstellen voor de volgende winter (kabinetten, vertegenwoordigers van Franstalige en Nederlandstalige organisaties uit de sector van de thuislozenzorg, de federaties AMA, BICO, OCMW’s, enz) Het aanwerven van een permanente, voltijdse wintercoördinator die bij la Strada werkt.
Aanbeveling nr 8 § Het openen van meerdere centra met een maximum capaciteit beperkt tot 100 plaatsen. De gebouwen moeten gedecentraliseerd zijn maar goed bereikbaar. De kwestie van het aantal moet nog besproken worden, maar 100 per centrum en 300 in totaal mag zeker niet overschreden worden. Aanbeveling nr 9 § Het opstellen van een functioneringshandvest voor de Dringende Brusselse Winteropvang met de belangrijkste en secundaire doelen, de middelen, de structuren die gebruikt worden, het personeel. De toepassing van dit handvest zou strikt gevolgd en geëvalueerd moeten worden na elke winteropvang. Er zouden sancties kunnen opgelegd worden bij niet toepassing. Aanbeveling nr 10 § Bovenop de samenstelling van een coördinatieteam moet er op juridisch en administratief vlak gewerkt worden aan het bevorderen van uitwisseling van personeel onder de diensten. Er moet tevens gewerkt worden aan het samenstellen van een speciaal urgentie reserveteam (gegevensbank – professionelen en vrijwilligers) om het hoofd te bieden aan crisissituaties die de laatste jaren in Brussel zijn voorgekomen (Hallepoort, Noordstation, Krakeel, …). Aanbeveling nr 11 § Het opzetten van het informaticaplatform van La Strada (PILS) vanaf de zomer 2011, naar aanleiding van overleg met de partners. Dit om de details te regelen en het beschikbaar te stellen vanaf de opening van de winteropvang.
Aanbeveling nr 12 § Het ter discussie stellen van drie principes waarop de crisisopvang in de winter is gebaseerd: "gratis, anoniem en onvoorwaardelijk". Aanbeveling nr 13 § De winteropvang moet elk jaar worden geëvalueerd en besproken met alle betrokkenen, al of niet deel uitmakend van de sector thuislozenzorg. Ook de gebruikers moeten de winteropvang evalueren, onder welke vorm dan ook.
ALGEMENE AANBEVELINGEN Aanbeveling nr 14 § Opnieuw evenwicht vinden in de budgetten ten voordele van de onthaaltehuizen en de projecten begeleid wonen waarbij het budget voor de noodopvang onder controle wordt gehouden. Aanbeveling nr 15 § Er moeten meer financiële middelen gaan naar de diverse projecten begeleid wonen, transitwoningen, housing first, enz. Het doel is het vermenigvuldigen en diversifiëren van de mogelijke oplossingen voor het vinden van een woonst door de meest kwetsbaren. Zo kunnen we reeds overwegen om in de komende 5 jaar 500 extra plaatsen te voorzien in het begeleid wonen. Er moet ook aandacht worden gegeven aan het financieel steunen van alle originele initiatieven (zoals bouw van een gebouw, etc.) Aanbeveling nr 16 § Het organiseren van ontmoetingen tussen gebruikers en professionals rond de problematiek van illegalen in Brussel (Waar? Welke rechten ? Welke problemen ?)
Aanbeveling nr 17 § Het uitbreiden van de werking van het Platform voor Informatie en het coördinatieteam van de winteropvang naar de zomerperiode die ook problemen met zich mee kan brengen (uitputting, minder diensten in de zomer, verbetering van het aanbod van drinkbaar water, hygiëne, uitdroging, sociaal isolement).
Bijlage nr 2 a: La Strada
de evaluatie-vragenlijst « bezoekers» van het Platform voor Informatie
Vragenlijst bezoekers Instelling, dienst, vereniging: Uw functie:
0. Hoe heeft u het PILS leren kennen ? Informatie via la Strada personeel Bezoek op de website la Strada (www.lstb.be) Via de sector (van mond tot mond) Andere, leg uit
1. Waarom/waarvoor bezoekt u het PILS platform?
2. Is het PILS nuttig geweest voor uw instelling, voor uw medewerkers tijdens deze winter 2011/2012? Héél nuttig, leg uit Een beetje nuttig, leg uit Helemaal niet nuttig, leg uit
3. Wordt de informatie van het PILS met uw ploeg gedeeld? Ja Nee Ik weet het niet 4. Wat is de frequentie van uw bezoeken? Eén maal per dag Eén maal per week Eén maal per maand 5. Als bezoeker van het PILS, wat verwacht u van een dergelijk platform?
6. Voldoet het PILS aan uw verwachtingen? Ja, waarom? Nee, waarom niet?
7. Volstaat de kwaliteit van de informatie op het PILS, volgens u?
Ja Nee 8. Volstaat de hoeveelheid van de informatie op het PILS, volgens u? Ja Nee 9. Volstaat de snelheid van de verspreiding van de informatie op het PILS, volgens u? Ja Nee 10. Volstaat de looptijd van de informatie op het PILS, volgens u? Ja Nee 11. Denkt u dat het PILS gebruikt wordt door de gebruikers (thuislozen) van de thuislozenhulp? Ja Nee 12. Denkt u dat het PILS nuttig is buiten de winterperiode? Ja, waarom? Nee, waarom niet?
13. Denkt u dat het PILS voor een volgende winteropvang dient bewaard te worden/door te gaan? Ja Nee Ja, maar onder enkele voorwaarden (welke?)
14. Denkt u dat het PILS aan andere platformen binnen de thuislozenzorg of andere verwante sectoren gelinkt zou kunnen worden? Ja, welke? Nee
15. Wat vindt u dat er in het algemeen, zou moeten verbeterd worden in het PILS? (bvb, wat zou verbeterd/toegevoegd kunnen worden bij het schrijven van teksten (voegen van pdf, foto's, ...), RSS feeds, een kaart om gebeurtenissen te kunnen localiseren? Linken naar andere delen van de site, enz.)
16. Ziet u een behoefte aan het PILS te ontwikkelen, zodat u onmiddellijk informatie via uw GSM, in spoedgeval bijvoorbeeld, kan krijgen, of voor andere praktische informatie?
Ja Nee 17. Suggesties, opmerkingen, ...
Wij danken u voor uw tijd, la Strada.
Bijlage nr 2 b: Evaluatie-vragenlijst van het Informatie Platform voor Informatie La Strada (in het nederlands) Vragenlijst bijdrager Instelling, dienst, vereniging: Uw functie: 0. Hoe heeft u het PILS leren kennen ? Informatie via la Strada personeel Bezoek op de website la Strada (www.lstb.be) Via de sector (van mond tot mond) Andere, leg uit
1. Waarom bezoekt U het PILS?
2. Hoeveel personen gebruiken behalve u het PILS binnen uw instelling? 0 1 2 3 ou + 3. Is het PILS nuttig geweest voor uw instelling, voor uw medewerkers tijdens deze winter 2011/2012? Héél nuttig, leg uit Een beetje nuttig, leg uit Helemaal niet nuttig, leg uit
4. Wordt de informatie van het PILS met uw ploeg gedeeld? Ja Nee Ik weet het niet 5. Heeft u moeilijkheden ontmoet bij het bezoeken van het PILS? Welke (login, paswoord, verbindingsproblemen, etc.)? Ja Nee
6. Wat is de frequentie van uw bezoeken? Eén maal per dag Eén maal per week Eén maal per maand
7. Wat verwacht u van een dergelijk platform, als bijdrager van het PILS?
8. Voldoet het PILS aan uw verwachtingen? Ja, waarom? Nee, waarom niet?
9. Is de kwaliteit van de gecommuniceerd informatie op het PILS in het algemeen volgens u voldoende? Ja Nee 10. Volstaat de hoeveelheid van de informatie op het PILS volgens u? Ja Nee 11. Volstaat de snelheid van de verspreiding van de informatie op het PILS, volgens u? Ja Nee 12. Volstaat de looptijd van de informatie op het PILS, volgens u? Ja Nee 13. Moeten, volgens u, gebruikers (thuislozen) toegang krijgen tot het PILS? Ja Nee
14. Denkt u dat het PILS nuttig is buiten de winterperiode? Ja, waarom? Nee, waarom niet?
15. Denkt u dat het PILS voor een volgende winteropvang dient bewaard te worden/door te gaan? Ja Nee Ja, maar onder enkele voorwaarden (welke?)
16. Denkt u dat het PILS aan andere platformen binnen de thuislozenzorg of andere verwante sectoren gelinkt zou kunnen worden? Ja, welke? Nee
17. Wat vindt u dat er in het algemeen in het PILS verbeterd moet worden? (bvb, wat zou verbeterd/toegevoegd kunnen worden bij het schrijven van teksten (voegen van pdf, foto's, ...), RSS feeds, een kaart om gebeurtenissen te kunnen localiseren? Linken naar andere delen van de site, enz.)
18. Ziet u een behoefte aan het PILS te ontwikkelen, zodat u onmiddellijk informatie via uw GSM, in spoedgeval bijvoorbeeld, kan krijgen, of voor andere praktische informatie? Ja Nee 19. Suggesties, opmerkingen, ...
Bijlage nr 2: tabel opgesteld voor ons door een dakloze in het kader van de studie « Territoires et mobilités des sans-abri à Bruxelles-capitale » (R. Liagre, 2010) Indicatie-tabel met verplaatsingen met tijdstippen, plaatsen en meeste voorkomende activiteiten (Oktober 2009 tot maart 2010) Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
00u30: Stationshal Brussel-Zuid - wachten 01u15 tot 04u30: Metrostation Brussel-Centraal - slapen 04u30: Stationshal Brussel-Centraal - wachten
Opmerkingen: deze tabel bevat geen onregelmatige activiteiten zoals administratieve stappen, participatie aan culturele evenementen (theater, bioscoop en vergaderingen) of bankverrichtingen. Deze tabel bevat geen enkele verwijzing naar jokerplaatsen dat wil zeggen plaatsen die dienst doen als noodlocatie (weinig bezochte verenigingen).
Bijlage nr 3: tekst gepubliceerd op de website van Dokters van de Wereld voor het eind van de winteropvang (28/03/2012) Le Plan hiver prend fin, l’exclusion des soins continue Cet hiver, 700 patients hébergés au Samu social ont reçu près de 3000 consultations médicales par 120 bénévoles de MdM. Parmi ces personnes hébergées en urgence, 52% ne savent pas où aller après la fin du Plan hiver et 37% n’ont aucune couverture sociale. C’est une opération sans précédent pour Médecins du Monde : près de 3000 consultations ont été réalisées par plus de 120 bénévoles professionnels de santé (médecins généralistes, infirmiers et accueillants). Durant le seul mois de janvier, nous avons dû assurer plus de 700 consultations. Pendant toute la période du Plan hiver, les bénévoles de MdM ont offert, tous les soirs, des consultations médicales ou paramédicales aux personnes sans-abri hébergées dans les centres du Samu social de la rue Royale et de la chaussée de Charleroi.
« C’est surtout un hiver inhumain que Bruxelles a connu. Et pas uniquement à cause du froid. Par les seules consultations médicales au Samu social, plus de 700 personnes différentes ont été soignées. Cela signifie autant de vies abimées, autant de lendemains incertains. Les chiffres que nous donnons ci-dessous sont un témoignage de la gravité de la situation », insiste Pierre Verbeeren, Directeur général de Médecins du Monde Belgique. UNE MISSION : SOIGNER ET ECOUTER L’objectif de ces lieux de consultation est de faire des soins curatifs mais aussi, dans la mesure du possible, de la prévention et de référer cette population vers des structures de santé appropriées comme les centres de dépistages, les maisons médicales, les soins de santé mentale… Le lien noué entre des professionnels de santé et cette population en situation précaire passent aussi par des moments d’écoute importants vu l’angoisse, le stress et la souffrance des personnes vivant en rue. En participant au Plan hiver, l’objectif de Médecins du Monde est de proposer, d’améliorer et de garantir l’accès aux soins de santé d’urgence pour les personnes sans-abri hébergées par le Samu social de Bruxelles. Par son action, MdM vise à intensifier le nombre de consultations (para)médicales offertes aux populations les plus démunies durant les mois les plus froids.
Il est important d’insister sur le caractère « d’urgence » du projet, c’est-à-dire que sa mise en
œuvre est conçue comme un « dépannage » pour un public déstructuré par le séjour en rue, et non comme un circuit alternatif se substituant aux médecins généralistes de la région bruxelloise.
UN CONSTAT D’EXCLUSION Ce 1er avril, les dispositifs hivernaux d’urgence prendront fin et les centres d’hébergement seront fermés. La fin de l’hiver n’entraîne pourtant pas la fin de l’exclusion pour ces personnes en grande précarité de logement. « Nos premières analyses montrent que plus de 37% des personnes fréquentant ces centres d’hébergement n’ont pas d’accès aux soins et n’ont pas de médecins généralistes alors que c’est probablement la population la plus fragilisée de notre société et qui en a le plus besoin », s’inquiète le Dr Kathia Van Egmond, coordinatrice médicale des projets en Belgique.
« L’hiver est toujours une opportunité pour toucher cette précarité qu’on ne voit pas spécifiquement le reste de l’année », estime Stéphane Heymans, responsable des projets belges. « Mais c’est chaque fois une opportunité gâchée car nous manquons de temps et de moyens pour réintégrer dans le système de santé et dans les circuits classiques ces personnes parfois gravement malades. Les facteurs d’exclusion, notamment administratif, mais aussi social et culturel, demande du temps pour être supprimés. » Quelques constats chiffrés : 1908 consultations médicales pour 568 patients en 4 mois dans un centre d’hébergement d’urgence (centre du Samu social de la rue Royale). Forte augmentation des consultations en janvier et février (vague de froid). Les problèmes respiratoires étaient le plus reportés (22%), suivi par des problèmes dermatologiques (16%), gastroentérologiques (15%), ostéo-articulaires (15%) et des problèmes de santé mentale (11%). La grande prévalence de maladies de peau reflète des conditions d’hygiène difficiles et un manque d’accès à l’eau. 80% des patients vus aux consultations médicales sont des hommes entre 20 ans et 49 ans. Plus de 55% des patients ont une mutuelle de santé mais souvent pas en ordre (carte SIS ou carte mutuelle belge), 37% n’ont aucun accès aux soins et seuls 5% bénéficient d’une Aide médicale urgente.
MDM DEMANDE Médecins du Monde demande que des politiques de santé adaptées soient implémentées pour les personnes en situation précaire ou en précarité de logement. Profiter de ces centres d’urgence pour permettre une réintégration aux soins de première ligne et une ouverture des droits pour les personnes n’ayant pas/plus accès aux soins. L’accès aux soins (que ce soit l’offre de soins ou l’accès administratif via le CPAS) est fortement territorialisé. Pour cette population mal logée et en éternel mouvement, cela a pour résultat une complexité administrative qui mène à l’exclusion des soins. Nous demandons que les mécanismes d’accès aux soins soient moins complexes et que les barrières administratives pour cette population soient levées. De plus, il faut renforcer l’offre de soin de première ligne afin que ces personnes fragilisées puissent y avoir accès. Mettre en œuvre des politiques de prévention adaptée pour cette population, par exemple : garantir un accès à la vaccination de la grippe dans ce type de centre, garantir un accès facile aux dépistages des maladies infectieuses, etc. En connaissant l’impact du logement sain sur la santé des personnes, MdM demande aussi que des solutions plus structurelles soient envisagées pour les problématiques de logement dans les grandes villes. Les centres d’urgence se multiplient sans de véritable relais pour une réintégration à plus long terme.
Bijlage nr 4:
persconferentie van de Samusocial (29/03/2012)
Einde van de wintermaatregelen: Vrijwel 800 mensen staan op straat
Tot 900 daklozen hebben elke avond gratis gebruik kunnen maken van de diensten van Samusocial tijdens de wintermaatregelen: •
Een warme maaltijd en een ontbijt;
•
Toegang tot sanitair (douches, WC);
•
Sociale, psychologische en verpleegkundige raadplegingen (gesprekken, opvolging, begeleiding en doorverwijzing);
•
De medische permanentie verzorgd door de artsen en verpleegkundigen van onze partner Dokters van de Wereld.
In totaal komen we tot 73.607 nachtverblijven voor de twee plannen samen: -
•
Van 15 november tot 31 maart : het winterplan voor de daklozen van het Brussels Gewest, waarvoor de opvang werd gespreid over het gebouw van de Koningsstraat en het permanente centrum van Samusocial, beide in BrusselStad. Van 31 januari tot 31 maart : het federaal humanitair plan dat werd ontplooid in het RVA-gebouw aan de Charleroisesteeweg in Sint-Gillis. Het winterplan van het Brussels Gewest:
Binnen de context van het gewestelijk winterplan konden we 400 bijkomende plaatsen openstellen: -
Tussen de 350 en de 390 plaatsen voor alleenstaande mannen in het gebouw aan de Koningsstraat.
-
De opvangcapaciteit in ons permanent centrum werd vergroot van 110 tot 150 plaatsen (dat zijn 40 plaatsen bovenop de permanente capaciteit) voor gezinnen, alleenstaande vrouwen en de kwetsbaarste mannen.
-
Vervolgens werden 22 plaatsen opengesteld voor autonome gezinnen in het gebouw in Sint-Lambrechts-Woluwe, dat er ter beschikking werd gesteld door de gemeente. Gelukkig kan dat gebouw openblijven tot eind april 2012.
•
Het federaal humanitair plan:
Het humanitair plan maakte het op 31 januari mogelijk om 400 bijkomende plaatsen te openen aan de Charleroisesteenweg voor de opvang van heel het publiek. Hierdoor kon Samusocial een beleid aanhouden waarbij niemand geweigerd hoefde te worden van de groep mensen die in gevaar komt door buiten te blijven. Zo kon voor iedereen een onvoorwaardelijke opvang verzorgd worden, met een gewaarborgde anonimiteit en zonder onderscheid in functie van het statuut of de herkomst van de hulpbehoevenden. •
De mobiele hulp aan daklozen:
Onze mobiele hulpteams, de « maraudes », werden eveneens versterkt om zoveel als mogelijk de dekking van hun actie te vergroten bij het tegemoet treden van de meest kwetsbare en terughoudende mensen. Iedere nacht van 20u tot 6u doorkruiste een bijkomend mobiel team het Gewest dank zij een subsidie van het departement Maatschappelijke Integratie van de Federale Regering.
HET EINDE VAN DE WINTER, TERUGKEER NAAR EEN ONTOEREIKEND AANTAL STRUCTURELE PLAATSEN: •
De opvangcapaciteit valt terug van 900 plaatsen naar 110 plaatsen…
Het koudeplan is afgelopen, en Samusocial moet vrijwel 800 bijkomende mensen op straat zetten… Zoals ieder jaar immers houdt het aanbreken van de lente in dat het nood- en begeleidingswerk bij gebrek aan middelen en politieke vastberadenheid brutaal wordt afgebroken omdat het voor de doelgroep niet langer een kwestie van leven of dood blijkt te zijn. Tijdens de winteropvang konden medisch-psycho-sociale opvolgings- en begeleidingsacties worden opgezet met personen die volledig hebben afgehaakt en zelf geen inspanning meer doen om hulp te vragen. In periodes waarin de opvangcapaciteit te klein is, raken zij als eersten ontmoedigd als hun een verblijf wordt geweigerd. Het aanbreken van de lente noopt ons ertoe bruusk te stoppen met deze zeer geleidelijke benadering die volledig berust op vertrouwen. Wanneer de sluiting van de wintercentra nadert, maken de teams van Samusocial zich zorgen over deze mensen die van de ene dag op de andere opnieuw aan hun ellendige toestand worden overgeleverd…
Het lijkt evident dat tijdens de winterperiode een onderdak wordt verschaft aan alle mensen die geen plaats hebben om te wonen, maar deze personen kampen doorgaans ook met sociale en gezondheidsproblemen die een structureel antwoord vereisen.
•
110 opvangplaatsen en… 188 personen in een extreem kwetsbare toestand.
Door de inventaris en de screening die de teams in de loop van de winter hebben opgemaakt, beschikken wij over een volledige lijst met situaties waarmee de geholpen bevolkingsgroepen kampen. Samusocial maakt zich vooral zorgen over de 188 personen die geïdentificeerd werden als extreem kwetsbaar (gezinnen met kinderen, bejaarden, zieken, zwangere vrouwen, …) en waarvoor het aantal noodopvangplaatsen in Brussel vandaag sterk ontoereikend is. Omdat we al deze dakloze mensen niet het hele jaar door een verblijf kunnen bieden, valt vanaf morgen voor 188 zeer kwetsbare mensen een prioritaire en noodzakelijke opvang weg bij gebrek aan politiek doorzettingsvermogen om de grote uitsluiting in ons gewest in te dijken... … Maar ook andere situaties vereisen een prioritaire opvang: de acute noodopvang. Het feit dat de volledige capaciteit benut wordt voor de kwetsbaarste groep mensen beperkt zeer sterk de opvangmogelijkheden voor acute noodsituaties (uitzetting uit de woning, brand, gezinsproblemen, …) waarbij een intensieve begeleiding er nochtans voor kan zorgen dat de betrokkene snel wegkomt van de straat. Als we niet over de middelen beschikken om voor deze mensen een dringende opvang te verzorgen, vervoegen zij de groep chronische zwervers... en ontstaat een vicieuze cirkel.… « Iemand die uit zijn woning wordt gezet maar nog werk heeft, moet noodopvang kunnen krijgen. Een paar dagen op straat volstaan om ook zijn werk te verliezen…. En dan raakt hij in vrije val…» Een maatschappelijk werker. Er ontbreken dus ruim 100 structurele plaatsen om een noodopvangbeleid te kunnen voeren voor de daklozen in Brussel.
Vragen: •
De grote uitsluiting in de Hoofdstad neemt verder toe terwijl het aantal sociale urgentiebedden niet verandert. . Wij stellen vast dat de dakloze bevolkingsgroep groter wordt, en dan vooral het publiek van gezinnen en alleenstaande vrouwen (iedere avond worden ruim 85 vrouwen opgevangen). Dit jaar is de toename van het aantal alleenstaande vrouwen iszo sterk dat we niet voldoende plaatsen hebben om ze allemaal onder te brengen.
•
Het aantal structurele plaatsen voor sociale urgentie moet absoluut toenemen zodat wij niet langer onmogelijke keuzes moeten maken tussen de mensen die lichamelijk zwak zijn, de alleenstaande vrouwen en de acute urgentiegevallen (vrouwen die slachtoffer zijn van partnergeweld, gezinnen die uit hun woning zijn gezet, gezinsproblemen, …).
« Hoe moet je aan een alleenstaande vrouw uitleggen dat ze op straat moet slapen omdat alle plaatsen al bezet zijn door mensen die nog kwetsbaarder zijn dan zij ?» Een maatschappelijk werker. •
De 110 permanente bedden van Samusocial moeten gebruikt worden voor noodopvang en niet voor toestanden die veeleer met stabilisering te maken hebben. Samusocial zou zijn actie als sociale urgentiedienst verder kunnen consolideren als er voldoende doorverwijzingsmogelijkheden zouden bestaan. Er zijn heel veel mensen die als kwetsbaar worden geïdentificeerd en wiens toestand een opvang in een revalidatiebed vereist of een bed van het type «Halte Soins de Santé» (F).
Er
ontbreken
innoverende
structuren
zoals
«
stabiliseringscentra
»
of«
noodrevalidatiecentra » (op de grens tussen ziekenhuis en noodopvang).
Dit type opvang zou het urgentiecentrum van Samusocial ontlasten van situaties die een opname vereisen die stabilisering mogelijk maakt en zo voorkomen dat een aantal bevolkingsgroepen op straat blijven zoals vandaag het geval is:
-
gezinnen met kinderen die behoefte hebben aan onderdak en een begeleidingskader;
-
vrouwen die in een soms zeer moeilijke toestand verkeren (psychiatrische of lichamelijke pathologieën, drugsverslaving, zeer jonge vrouwen die breken met de maatschappij, bejaarde personen met een chronisch zwerversbestaan, …) die risico lopen op agressie, verkrachting en diefstal ;
-
kwetsbare, zieke of bejaarde mannen met soms zware psychiatrische problemen (syndroom van Korsakoff, schizofrenie, seniliteit) die in onmiddellijk gevaar verkeren als ze de nacht op straat moeten doorbrengen.
•
We hebben een enorme nood aan een permanente structuur die een afzonderlijke en kwalitatief hoogstaande opvang mogelijk maakt voor gezinnen en kinderen die op straat terechtkomen om te voorkomen dat zij te bruusk worden geconfronteerd met zeer verschillende bevolkingsgroepen.
Wij delen al jaren dezelfde vaststelling : het aantal slachtoffers van de grote uitsluiting groeit en het ontbreekt verschrikkelijk aan structurele antwoorden…
Wij wensen hulde te brengen aan de uitstekende samenwerking met onze verschillende partners op het terrein deze winter : het OCMW van Brussel-Stad – de Ministers van de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie
van
het
Brussels
Gewest
–
de
Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding – de gemeenten Brussel, Sint-Gillis, Elsene, Molenbeek en Schaarbeek en hun respectieve OCMW's – BRAVVO en de stadswachten van Brussel-Stad – de Federale politie – de ziekenhuizen – de PWA's – het Rode Kruis – de Burgerbescherming – het Crisiscentrum van het Ministerie van Binnenlandse Zaken – Brussels Hotels Association (BHA) - RTBF Dokters van de Wereld, onze trouwe partner – en iedereen die heeft bijgedragen aan het goede verloop van de winteropvang van de dakloze mensen in Brussel.