Schoolzorgplan - 2011/2012 -
K.B.S St. Stephanus Zenderen
1
Visie Kath. Basisschool St. Stephanus wil, rekeninghoudend met verschillen, kinderen zo goed mogelijk begeleiden in hun ontwikkeling. Hierbij staan zelfstandigheid, welbevinden, respect en afstemming op de behoefte van het kind centraal. Dit alles binnen de grenzen en mogelijkheden van de school. De leerkrachten dragen er zorg voor dat dit kan in een veilige en uitdagende leeromgeving. De samenwerking tussen ouders en school is hierbij een belangrijke peiler.
2
Inhoudsopgave A.
Zorgplan van de Basisschool Algemene informatie Onderwijskundig WSNS-beleid Structuur zorgverbreding st. Stephanus Handelingsgericht werken Hulpmiddelen binnen en buiten de klas Taalbeleid Onderwijskundig leiderschap Scholing en professionalisering Onderwijskundig beleid Formeel en informeel overleg binnen de school Processen op school Effectieve inzet van methoden Inventarisatie van methoden Overzicht van hulp- en remediërende methoden Schoolbeleid: kinderen met een Leerling Gebonden Financiering Verschillen tussen leerlingen Leerkracht Klassenmanagement Regels
blz. 04 blz. 04 blz. 05 blz. 06 blz. 08 blz. 10 blz. 10 blz. 11 blz. 11 blz. 12 blz. 12 blz. 12 blz. 13 blz. 14 blz. 15 blz. 17 blz. 17 blz. 17 blz. 17
B. Taakomschrijving Interne Begeleiding
blz. 18
C. Zorgprofiel
blz. 19
D. Protocollen leerlingenzorg Protocol zittenblijven Protocol tweede leerweg Protocol dyslexie – SKO Twenterand Protocol ambulante begeleiding
blz. 28 blz. 29 blz. 31 blz. 32
E. Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Aandachtspunten groepsbespreking 3 t/m 8 1 en 2 Handelingsplan HGW Formulier leerlingbespreking Intake HGD Intake Handleiding Aandachtpuntenlijst dossier Toetskalender 2011-2012 Klassenmanagement Schema bovenbouw
blz. 34 blz. 36 blz. 38 blz. 39 blz. 41 blz. 44 blz. 46 blz. 47 blz. 49
3
A. Zorgprofiel van de Basisschool Algemene informatie: Naam
k.b.s. St. Stephanus
Adres
St. Stephanusstraat 3 7625 PH Zenderen 074-2662583 E-mail:
[email protected] Y. Wijnen
Telefoon Directeur Interne begeleiders Schooltype
Grootte Faciliteiten
W. Ragbourn M. Oude Middendorp De basisschool biedt goed onderwijs, aandacht voor de onderwijsbehoefte van de leerling, voor zover mogelijk zorg op maat. In het kader hiervan is de school zich aan het ontwikkelen op het gebied van klassenmanagement en coöperatief leren . De leerstofopbouw is per jaargroep geordend en geldt als basis voor de ontwikkeling. Incidenteel wordt jaargroepdoorbrekend gewerkt. Ongeveer 150 leerlingen, verdeeld over 7 groepen. Interne begeleiders zijn vrijgeroosterd op: Dinsdag/ Woensdag (specialisatie leerproblemen) Donderdag (specialisatie gedragsproblemen)
Onderwiiskundig WSNS - beleid Gezamenlijke verantwoordelijkheid op bovenschools niveau (samenwerkingsverband). We zijn als samenwerkingsverband gezamenlijk verantwoordelijk voor het WSNS beleid. Dit komt tot uitdrukking in de begeleiding van kinderen met problemen en bij de plaatsing van kinderen op een voor hun geschikte school. Gezamenlijke verantwoordelijkheid op schoolniveau Leerkrachten en directie zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de optimale zorg voor de leerlingen. Wederzijdse ondersteuning vindt plaats middels leerling-besprekingen, groepsbesprekingen, werkbesprekingen en door evaluatie en terugkoppeling. De bereidheid van alle teamleden om zich in te zetten voor de opvang van alle leerlingen binnen de school is groot, mits de leerling er bij gebaat is en zich blijft ontwikkelen en andere leerlingen niet tekort gedaan worden. Kind op de gang Vanuit het bestuur is op iedere school van SKO Twenterand een dag georganiseerd waarin de zorgprofielen en de (on) mogelijkheden van de school helder en duidelijk werden gemaakt. Dit schooljaar zal KOG een vervolg krijgen. Vanuit deze gegevens worden schoolspecifieke zorgprofielen opgesteld.
4
Structuur zorgverbreding st. Stephanus, Zenderen De zorg voor leerlingen met specifieke leerbehoefte is een zorg voor het hele team. Wij hebben daarom afspraken over het signaleren, diagnosticeren en het behandelen van deze problemen op verschillende gebieden. Met dit zorgplan willen we laten zien hoe we in de praktijk werken aan zorgverbreding. Het betreft de zorg voor leerlingen met leer- en/of gedragsproblemen én de leerlingen die juist hoge scores behalen op de verschillende toetsen. Signaleren en diagnosticeren In het afgelopen schooljaar is gewerkt met alle nieuwe versies van de Cito – toetsen. We gebruiken dus nu voor het LVOS de Cito-toetsen voor rekenen, spellen, begrijpend lezen, luisteren (bij uitval) en taalschaal, met daarnaast de DMT en de nieuwe AVI - toets voor het technisch lezen. Ook worden de toetsen, zoals omschreven in het dyslexieprotocol structureel afgenomen. In groep 1 en 2 worden in het midden en aan het eind van het jaar de nieuwe Cito toetsen Taal en Rekenen afgenomen. In deze groepen wordt het komende schooljaar alles gereed gemaakt om in het schooljaar 2012-2013 te kunnen starten met een nieuw volgsysteem, namelijk ‘Onderbouwd’. Via duidelijke registraties, gesprekken met kinderen, materiaalkeuzes en controlemomenten wordt de ontwikkeling van kinderen structureel gevolgd, waarbij aangesloten wordt op de individuele onderwijsbehoeften. Alle toetsen worden gepland op een toetskalender. Van de leerkrachten wordt verwacht dat zij op de geplande momenten de toetsen afnemen in hun groep. De gegevens worden verwerkt in het computerprogramma ESIS - webbased. Een gemeenschappelijk handelingsplan en een eenduidige wijze van invoeren zijn uitgangspunt, zowel op school- als op bestuursniveau. De uiteindelijke bedoeling is het werken met een geautomatiseerd leerlingvolgsysteem en leerlingendossier. De leerkrachten voeren zelf hun gegevens digitaal in en kunnen daarna de gegevens individueel en in groepsoverzichten uitdraaien. Deze overzichten worden verwerkt en zijn te vinden in de individuele leerlingendossiers, de groepsmap, bij de IB-ers en bij de directeur. De resultaten worden, middels een groepsbespreking, 3x per jaar, besproken met de IB-ers. Dit gebeurt volgens de principes van het handelingsgericht werken. Uitgangspunt is het clusteren van kinderen met een gezamenlijke onderwijsbehoefte en het afstemmen daarop door de leerkracht. De IB - ers hebben hierbij een coachende taak. Afspraken die gemaakt worden, worden verdeeld over de betrokkenen, waarbij de groepsleerkracht ten allen tijde verantwoordelijk blijft voor de leerlingen uit zijn/ haar groep. Komend schooljaar wordt een vervolg gegeven aan het klassenmanagementschema. Op dit moment is dat een overzicht in iedere groep, waarbij de groep verdeeld is in onderwijsbehoeften op zowel werk- als instructieniveau. In het komende schooljaar zal dit een vervolg krijgen richting het opstellen van groepsplannen, waarbij, in eerste instantie voor één vak, een doel als uitgangspunt genomen wordt voor een bepaalde periode. Later zal dit uitgebreid worden naar andere vakgebieden. Doel: het verhogen van onze opbrengsten en het mede-eigenaar maken van de kinderen. Wanneer de onderwijsbehoeften van een kind een specifieke aanpak en / of begeleiding vraagt, kan een duidelijke hulpvraag richting de IB-ers gestuurd worden. Deze vraag wordt dan, ná het invullen van een intakeformulier, zoveel mogelijk volgens de HGW- methode verder behandeld. Dat kan leiden tot het opstellen van een individueel handelingsplan, een bespreking binnen het zorgteam (ZT). Het zorgteam zal komend schooljaar 3 keer uitgebreid worden met een schoolverpleegkundige en een schoolmaatschappelijk werkster (ZAT). Na dit schooljaar wordt geëvalueerd wat dit heeft opgeleverd. Vanuit deze besprekingen (zowel van ZT als van ZAT) kan een vraag gesteld worden aan het zorgplatform. Hierbij zullen ook externe deskundigen ingezet kunnen worden. Op het sociaal-emotionele gebied wordt in de groepen 1 en 2 gebruik gemaakt van de kleuterobservatielijst van Pravoo. Voor de groepen 3 tot en met 8 wordt de Pravoo - gedragskaart ingevuld, waarin signalering, diagnosticering en behandeltips aangeboden worden. Op deze manier worden ook hier de signalering en diagnosticering gestructureerd. Daarnaast werken we structureel met de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’, een preventieve methode gericht op de sociaal emotionele ontwikkeling. In enkele groepen kan eventueel naast de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’, ’Taakspel’ of ‘Kids skills’ gebruikt worden Dit zijn methodes ter bevordering van een gewenste werkhouding/ taakgerichtheid en van het vergroten van gewenst (sociaal) gedrag binnen de groep of bij individuele leerlingen.
5
Handelingsgericht werken Vanuit de principes van het handelingsgericht werken, ziet de zorgstructuur binnen onze school er als volgt uit:
Groep 1. Groepsbesprekingen Drie keer per jaar gaan de intern begeleiders met de groepsleerkrachten rond de tafel zitten. Cito – uitslagen, signaleringen en groepsgebonden toetsen en resultaten worden besproken. De gegevens vanuit het LVS en vanuit de groep worden gekoppeld aan elkaar. Er wordt gezamenlijk bepaald waar de onderwijsbehoeften van het besproken kind liggen. Hiervoor zijn 3 groepen per vakgebied gevormd: De groep verrijking, de basisgroep en de groep die behoefte heeft aan herhaling. Hoe dit er in de praktijk uit zou kunnen zien (groepen 3 tot en met 8), is weergegeven in de volgende tabel: Niveau Rekenen Taal / lezen Spellen Verrijking • Korte instructie van • Korte instructie van de • Korte instructie van (cito A – de basisstof, basisstof, de basisstof, hoge B • Korte verwerking van • Korte verwerking van • Korte verwerking van scores) de basisstof, de basisstof, de basisstof (lk • Plustaak • Plustaak / taaltoppers bepaalt welke /rekentoppers opdracht!), • Stelopdracht / sterkaarten Basisgroep • Normale instructie • Normale instructie van • Normale instructie (cito B – van de basisstof, zoals de basisstof, zoals van de basisstof, hoge C aangegeven in de aangegeven in de zoals aangegeven in scores) handleiding, handleiding, de handleiding, • Verwerking van de • Verwerking van de stof, • Verwerking van de stof, • Eventueel extra stof, • Eventueel extra opdrachten. • Eventueel extra opdrachten. opdrachten / kopieerblad. Extra • Verlengde instructie • Verlengde instructie • Verlengde instructie instructie van de basisstof, van de basisstof, van de basisstof, (cito D – • Extra uitleg d.m.v. • Extra uitleg d.m.v. • Extra uitleg d.m.v. lage C inzet herhalen strategieën herhalen strategieën scores evt E handelingswijzers van nieuwsbegrip/ (eind –d / open scores) gekoppeld aan de uittypen woorden / gesloten basisstof, maken woordweb lettergreep!)/ • Inoefenen minimale gekoppeld aan de bespreken basisstof met basisstof, woordpakket handelingswijzers. • Inoefenen minimale gekoppeld aan de basisstof met inzet basisstof, bovenstaande extra • Inoefenen minimale uitleg. basisstof met inzet
6
stappenplannen.
2.
3.
4.
In de groepen 1 en 2 worden taakopdrachten op niveau gemaakt. Dit wordt in het schooljaar 2012-2013 gestructureerd met behulp van het kleuterleerlingvolgsysteem ‘Onderbouwd’, waarin de ontwikkeling van leerlingen gevolgd wordt door middel van gesprekken, observaties en registratieformulieren. Daarnaast is er de mogelijkheid om de kring te verdelen in een grote en een kleine kring, kan er specifiek ingezet worden op het werken met materialen en het voorstructureren van situaties en werkopdrachten. Een schema hiervan hangt komende schooljaar in de groepen. Uitvoering De tabel zit in iedere groepsmap, waarbij de namen van de kinderen in de groep verdeeld zijn over de verschillende vakken. Zo wordt er zo goed mogelijk op de verschillende onderwijsbehoeften van ieder kind aangesloten binnen een toch overzichtelijk klassenmanagement. Ouders Groepsbesprekingen worden bewust gepland tussen de toetsweken (Cito – groepsgebonden toetsen) en de 10 minutengesprekken. Ouders worden dus meteen op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van hun kind en de manier waarop de leerkracht(en) in de groep op de onderwijsbehoefte aan willen gaan sluiten. De lijnen liggen dan erg kort en er kunnen, indien nodig, direct vervolgafspraken gepland worden. Evaluatie Bij de twee volgende groepsbesprekingen worden alle gegevens van de groep opnieuw verzameld en wordt het schema geëvalueerd: Heeft de invulling in de groep op deze manier gewerkt en zijn de niveaus gestegen? Moeten kinderen gewisseld worden in de tabel? Wat gaan we doen met kinderen die niet zijn gestegen? Is de aanpak daar juist voor of moeten we iets veranderen? Hoe zit het met de kinderen die overal goed in zijn? Is er voldoende mogelijkheid tot verrijking? Hierbij wordt de mening van de kinderen zelf meegenomen. Waar hebben zij behoefte aan? Deze veranderingen worden aangepast en ingevuld op de tabel. Bij blijvende opvallendheden of hele specifieke onderwijsbehoeften wordt een kind wat meer individueel bekeken.
Individuele kinderen Natuurlijk zijn er, naast de verdeling voor de grote groep kinderen, altijd individuele kinderen met een gehele eigen specifieke aanpak. Deze kinderen worden op een wat individueler niveau bekeken en besproken. 1. Intakeformulier Voordat een leerling bij de interne begeleiders bekend is, wordt een intakeformulier ingevuld. Gegevens van de voorgaande periode worden verzameld en uitgewerkt. Centraal staat de vraag: ‘Wat is er al gedaan? Wat werkt wel en wat werkt niet?’. Uit deze gegevens wordt de onderwijsbehoefte van het kind gefilterd met direct daaraan gekoppeld de (hulp)vraag van het kind richting de leerkracht: ‘Wat heeft dit kind, in deze groep, met deze leerkracht, op deze school nodig om een optimale ontwikkeling door te maken?’ Het inschakelen van de intern begeleider wordt altijd eerst overlegd met de ouders. 2. Leerling-bespreking (strategie bepalen) De intern begeleider gaat met de leerkracht(en) om tafel en er wordt overlegd wat logische vervolgstappen zouden kunnen zijn: Zijn alle gegevens bekend die nodig zijn om de onderwijsbehoefte goed in kaart te kunnen krijgen of is een observatie / test / extra onderzoek noodzakelijk om meer boven tafel te krijgen? 3. Onderzoeken (onderzoek / observatie door IB) Vanuit de leerling-bespreking wordt gekeken of alle benodigde gegevens aanwezig zijn. Er wordt (eventueel) meer onderzoek gedaan en vanuit deze gegevens wordt een gesprek met ouders gepland. In overleg, waarbij de ervaringen van ouders een grote rol spelen, wordt bekeken of er nog handelingsadviezen liggen die uitgevoerd kunnen worden of dat er andere vervolgstappen gezet moeten worden. Wanneer bij de evaluatie van de eventueel uitgevoerde handelingsadviezen blijkt dat ze niet voldoende werken, worden in een nieuw gesprek met ouders en school alsnog vervolgstappen bepaald. Hierbij wordt de mening en ervaring van de leerling ook meegenomen. Zij worden
7
direct betrokken bij hun eigen ontwikkeling. De handelingen, zoals ze zullen worden uitgevoerd in de klas, worden omgezet in een handelingsplan. Hierbij staat het formuleren van een SMART – doelstelling centraal, zodat getoetst kan worden wat er daadwerkelijk bereikt is. Bij een onvoldoende vooruitgang, een eventuele doublure of gemaakte afspraken (vanuit de ambulante dienstverlening, het zorgteam of externe deskundigen) kan een kind besproken worden in een leerlingbespreking op teamniveau. Middels een signaalbrief worden de gegevens van de leerling verzameld. Volgens de incidentmethode wordt de leerling met het hele team besproken en wordt er gezamenlijk naar oplossingen en vervolgstappen gezocht.
8
4.
5.
Vervolgstappen (Inschakelen zorgteam / externe deskundigen) Wanneer de specifieke aanpassingen op de onderwijsbehoefte van de leerling op schoolniveau niet werken, wordt de leerling besproken in het zorgteam (ZT). Deze bestaat uit een orthopedagoog, een collegiale consulent, de directeur en de beide intern begeleiders. Drie keer per jaar zal het zorgteam aangevuld worden met een schoolmaatschappelijk werker en een schoolverpleegkundige (ZAT). Opnieuw wordt bekeken of alle benodigde informatie aanwezig is of dat verder onderzoek door wat meer gespecialiseerde mensen noodzakelijk is. De gemaakte afspraken in het zorgteam / ZAT worden, na terugkoppeling en toestemming van de ouders, uitgevoerd. Dit kunnen afspraken zijn als het bepalen van het IQ, een onderzoek richting dyslexie, een observatie in de groep ed. De onderwijsbehoefte van het kind staat continue centraal en onderzoeken worden alleen gedaan wanneer de partijen er meerwaarde in zien. Tips, ideeën en handelingsadviezen worden zo goed mogelijk ingepast in het lopende klassenmanagement. Hiervan wordt een individueel handelingsplan gemaakt of wordt een notitie geplaatst in het kopje ‘onderwijsbehoeften’ op het klassenmanagementschema. . Wanneer alle informatie aanwezig is en de school, ondanks de inzet en uitgevoerde tips en adviezen vanuit de experts, handelingsverlegen blijft, wordt het kind aangemeld bij het zorgplatform. Inschakelen ZPF In het ZPF wordt het kind besproken door een orthopedagoog vanuit het SBO, de orthopedagoog vanuit het SWV, een maatschappelijk werkster, een schoolarts, een directeur van een basisschool en de intern begeleider met eventueel de leerkracht van onze school. De gegevens die bekend zijn worden gebundeld in een aanmelding, waarbij alles zo goed en duidelijk mogelijk benoemd wordt. Er volgt een strategiebespreking waaruit ook eventuele tips en adviezen besproken worden. Dit kunnen nog ideeën zijn die uit te voeren zijn op de basisschool, maar er kan (afhankelijk van de gegevens die al bekend zijn) nu ook gesproken worden over een eventuele verwijzing richting het SBO of zelfs aanmelding bij een cluster. Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL Voor de aanmelding op een speciale basisschool dient een leerling aangemeld te worden bij de permanente commissie leerlingenzorg (PCL). Sinds 1 augustus 1998 is deze binnen elk samenwerkingsverband aangesteld. De PCL beoordeelt het advies van het Zorgplatform en zal aangeven of de leerling toelaatbaar is op de speciale basisschool binnen het samenwerkingsverband. Commissie van Indicatiestelling (CVI) Als een leerling op een school voor speciaal onderwijs is aangewezen, wordt de leerling aangemeld bij de Commissie van Indicatiestelling (CVI). Deze commissie beoordeelt of het kind toelaatbaar is binnen het cluster: 1. Onderwijs aan visueel gehandicapte kinderen, 2. Onderwijs aan auditief en/of communicatief gehandicapte kinderen, 3. Onderwijs aan verstandelijk- en lichamelijk gehandicapte leerlingen, 4. Kinderen met ernstige gedragsproblemen dan wel kinderpsychiatrische problemen Als een kind toelaatbaar is, kunnen de ouders ervoor kiezen het kind op de basisschool te laten met een rugzakje. In overleg met de basisschool wordt gekeken naar de mogelijkheden.
9
Hulpmiddelen binnen het klassenmanagement Inzet leesschema Door de inzet van het leesschema volgens Ed Koeckebakker wordt iedere ochtend gelezen op verschillende manieren. Hierbij staan het aansluiten op niveau, op beleving en ook op interesse centraal. Doel: kinderen laten ervaren dat lezen leuk kan zijn en heel veel extra oefenen zodat het leesniveau zal stijgen. Voordeel is dat er iedere ochtend tijd is om extra instructie te geven aan zwakke lezers. Dat kan variëren: zo kan er gekozen worden om bepaalde leesteksten voor te bereiden, om het leren van het lezen van moeilijke woorden te oefenen door inzet van speciale leesbegeleiding of kan er een groep onder begeleiding ‘Nieuwsbegrip’ volgen. Coöperatief leren De teamscholing richting coöperatief leren is afgerond. Hierin is speciaal gefocust op het tandemleren (homogeen) en tafelgroepleren (heterogeen). Dit als aanvulling en uitbreiding op het handelingsgericht werken: kinderen leren niet (alleen) van jou als leerkracht, maar juist ook van elkaar. Door dit te gebruiken als leermiddel kan er met heterogene en homogene groepen gewerkt worden, waarin kinderen elkaar helpen en de leerkracht begeleidt, stimuleert, bijstuurt en steunt waar nodig! Gesprekken met kinderen Kinderen worden vanaf groep 1 betrokken bij hun eigen ontwikkeling. Er wordt met hen gepraat over de inzet van (eventuele) hulp, wat wel en niet gewerkt heeft, de schoolbeleving en hun onderwijsbehoefte. Uitgangspunt bij het praten met kinderen is het boek van Martine Delfos ‘Luister je wel naar mij?’. Hierin worden de niveaus van het praten met kinderen duidelijk onderverdeeld. De mening van het kind wordt altijd meegenomen in de evaluatie van een bepaalde periode. In het schema ‘handelingsgericht werken’ staan gesprekken met kinderen vermeld na de signalering. Directe instructiemodel De tabel zoals eerder uitgelegd gaat uit van het werken met het directe instructiemodel. De basisstof wordt, na het ophalen van voorkennis, kort toegelicht. Vanuit daar wordt de groep verdeeld en ieder kind weet bij welke groep hij / zij hoort. Visualiseren en bespreken is belangrijk!
Hulpmiddelen binnen – en buiten de klas: Remedial teaching In de groep wordt het klassenmanagement zo ingericht dat er ruimte is voor een instructie op een ander niveau. Dit noemen we RT binnen de groep. Deze RT wordt vastgelegd in een logboek, zodat de ontwikkelingen van kinderen structureel gevolgd worden. Komend schooljaar wordt het logboek wekelijks bijgehouden. Verdeling RT-tijden De RT-tijden worden verdeeld door de intern begeleider, naar aanleiding van de advisering vanuit contact leerkracht – IB. Hierbij wordt de RT – tijd met name ingezet op leerlingen met een leerling gebonden financiering. Taakverdeling leerkracht – RT De leerkracht maakt een handelingsplan, waarin duidelijk vermeld staat welke leerstof er tijdens de RT aan de orde moet komen. Dit handelingsplan wordt besproken met de RT-er. Daarna zoekt de RT-er zelf de, in het handelingsplan omschreven, materialen waarmee zij gaat werken tijdens de RT. Inhoud RT-tijden De RT-er geeft alleen instructie tijdens de RT-tijden, de verwerking vindt in de groep plaats. De gemaakte opdrachten worden door de leerlingen zelf nagekeken (zelfcontrole, kritisch kijken), waarna de groepsleerkracht het werk controleert. Terugkoppeling RT – leerkracht – IB De RT-er zorgt voor een terugkoppeling naar de leerkracht. Dit gebeurt structureel na de afgesproken periode zoals omschreven in het handelingsplan. Na deze periode wordt een kort verslag ingeleverd bij de groepsleerkracht. Deze verwerkt en verzamelt gegevens en bekijkt of verdere hulp noodzakelijk is. Naar aanleiding van deze evaluatie worden de gegevens, in overleg met de interne begeleider, verwerkt in een eventueel vervolgtraject. Naast bovengenoemde RT –tijden buiten de groep, wordt er op onze school ook structureel RT gegeven binnen de groep. In elke groep staat een instructietafel. Deze tafel wordt, tijdens de lessen zelfstandig werken, tijdens de verlengde instructie en tijdens het werken met het lesschema gebruikt als
10
RT –tafel; kinderen die extra hulp nodig hebben of kinderen die juist extra uitdaging nodig hebben, worden op deze momenten binnen de groep uitgedaagd om verder te gaan. Taalbeleid In het schooljaar 2010-2011 zijn we gestart met de methode Taaljournaal. Deze methode is in het afgelopen schooljaar verder geïmplementeerd. Omdat echter bekend geworden is dat deze manier van werken niet vernieuwd zal worden, is gesproken over het vervangen van de methode voor de nieuwe versie van ‘Taal Actief’. In groep 4 wordt deze methode in het komende schooljaar uitgeprobeerd worden. Ervaringen worden gedeeld en besproken. Vanuit deze bevindingen, wordt besloten of we aan het eind van het schooljaar zullen overstappen naar het gefaseerd invoeren van deze taalmethode. Naast het werken met ‘Taaljournaal’ staat daarom ook de bevindingen ten aanzien van de nieuwe ‘Taal Actief’ centraal op de geplande bouwvergaderingen. Ten aanzien van het leesonderwijs zijn er, na het structureel werken met een leesschema, afspraken gemaakt. Iedere groep, vanaf groep 3, werkt minimaal 4 keer per week structureel aan het werken met een leesschema zodat extra inzet en oefening op het gebied van het technisch en begrijpend lezen en de leesattitude structureel op het lesrooster komt te staan. In groep 3 zal dat in eerste instantie gericht zijn op het aanvankelijk lezen, waarna het maken van leeskilometers aandacht krijgt. Dit krijgt ook een vervolg in groep 4, aangevuld met het eventuele Ralfi-lezen. Vanaf groep 5 zal er ook veel aandacht geschonken worden aan de leesattitude en vanaf groep 6 zullen ook informatieve teksten structureel op het rooster staan..
Onderwijskundig leiderschap De directie is gericht op het creëren van de school als lerende organisatie. Dit betekent in de praktijk een continue verbetering van het onderwijs met aandacht voor de kinderen waarbij de school: • een samenhangend systeem hanteert van de leerlingenzorg, • vaste procedures hanteert wanneer er sprake is van leer- of gedragsproblemen, • de deskundigheid van leerkrachten bevordert, • bezig is met stimuleren en professionaliseren van leerkrachten door middel van cursussen en of nascholing, • Advies inwint bij het zorgteam en het zorgplatform. Een streven hierbij is de inrichting en uitrusting van de school te optimaliseren door; • werken met de nieuwste methoden die voldoen aan de grondbeginselen van adaptief onderwijs. • het stimuleren van het computergebruik, zowel in als buiten de groep • zorg dragen voor voldoende audio/visuele apparatuur • te zorgen voor voldoende differentiatiemateriaal, ook voor begaafde kinderen. • te zorgen voor een rijke, stimulerende omgeving. De directie geeft leiding aan de voortdurend in beweging zijnde kwaliteitszorg en bewaakt deze. Het onderwijs kan worden bijgesteld op basis van analyse van de effectiviteit van het onderwijs door gebruik te maken van: • Genormeerde observatie in de groepen 1 en 2 (Pravoo- kleuterobservatielijst), • Het Cito L.OVS. groep 1 en 2: Rekenen en Taal voor Kleuters, • Schooljaar 2012-2013: Het leerlingvolgsysteem ‘Onderbouwd’, • Het Cito LOVS. groep 3 t/m 8: S.V.S, Rekenen en wiskunde, DMT, Begrijpend lezen, Luisteren, Woordenschat, Taalschaal en de Pravoo- gedragskaart, • Nieuwe Avi – toetsen, • Methode gebonden toetsen, • De Cito Eind toets (groep 8), • De leerkrachten, • De interne begeleiders, • De ouders (M.R./O.R.), • Terugrapportage Voortgezet Onderwijs (eerste jaar). Daarnaast zijn we ons bewust dat niet alleen de cognitieve kant belangrijk is. Het welbevinden van de leerlingen staat voorop. We werken daarom structureel met een methode ter bevordering van de sociale ontwikkeling, namelijk ‘Kinderen en hun sociale talenten’. Voorafgaand aan het werken met deze methode, wordt er in iedere groep gestart met het werken aan een groepsboek, waarin regels, afspraken en gewenst gedrag wordt benoemd en wordt geborgd. De gemaakte afspraken en regels worden wekelijks herhaald. We bieden zoveel mogelijk structuur door regels die gelden voor de gehele school. Vanuit een aantal borgingsdocumenten, afgeleid uit een
11
aantal behandelde cellen vanuit het BAS- project, wordt een doorlopende lijn gecreëerd door de gehele school. Op deze manier werkt dit niet alleen buiten de groepen, maar ook in de groepen zelf door. In structurele (bouw)vergaderingen wordt planmatig aan veranderingsprocessen gewerkt.
12
Scholing en professionalisering Vanuit de persoonlijke ontwikkelplannen, punten uit het beoordelingsgesprek en fasen van ontwikkeling, wordt bekeken wie er welke nascholingen zal gaan doen. Hierbij worden de leerkrachten gestimuleerd door de directie door het aanbieden van cursusmogelijkheden en een terugkoppeling tijdens de functioneringsgesprekken. Tijdens werkbesprekingen bespreken we nieuwe invoeringstrajecten. Zo is er in het afgelopen schooljaar gestart met ‘coöperatief leren’. In het komende schooljaar zal dit, in combinatie met klassenmanagement, een vervolg krijgen. Hierbij is gekozen voor een nieuwe vergaderopzet. De nieuwe ontwikkelpunten zijn verdeeld over verschillende werkgroepen. Vanuit een gezamenlijk gesteld doel zijn de leden van de werkgroep verantwoordelijk voor de ontwikkeling van hun onderdeel. In avondvergaderingen, waarbij alle teamleden aanwezig zijn, worden vervolgstappen gepland, afspraken vastgelegd en ontwikkelingen gevolgd. Wanneer nodig worden externe deskundigen geraadpleegd. Voor coaching en begeleiding maken we gebruik van het advies- en begeleidingscentra, passend bij onze onderwijsbehoefte.
Onderwijskundig beleid De leerlijnen zijn per vakgebied vastgelegd in de handleiding van de gebruikte methode. Eventuele wijzigingen daarin zijn schriftelijk vastgelegd. De effectiviteit van het onderwijs wordt naar aanleiding van de uitslagen van de methode onafhankelijke toetsen individueel en in groepsverband met de leerkrachten besproken. Hiervoor zijn formulieren ontworpen waarop verschillende onderdelen aan de orde komen. De contacten met ouders verlopen via de informatieavond aan het begin van het schooljaar en de oudergesprekken (3x per jaar) verspreid over het cursusjaar. Verder vinden er regelmatig gesprekken plaats met ouders rond de zorg- en risico leerlingen. Ouders kunnen altijd bij de klassenleerkracht terecht met vragen én / of problemen. Met de ouders wordt contact opgenomen: • Naar aanleiding van een besproken intakeformulier, • Bij uitval op cognitief gebied, • Bij opvallende gedragingen, veranderingen in het gedrag, • Bij het vermoeden van dyslexie / dyscalculie, • Naar aanleiding van groepsbesprekingen, • Bij het bespreken en evalueren van handelingsplannen, • Bij opvallende zaken op andere (ontwikkelings) gebieden, • Wanneer in een overleg met het kind zelf hierom gevraagd wordt. Deze richtlijnen zijn afgesproken binnen het team en vastgelegd in een borgingsdocument. In de groepen 1 en 2 is er elke middag en elke ochtend een inlooptijd van 5 minuten voor aanvang van de school. Ook de verdere 'social talk' voor en na schooltijd met ouders moeten we hierbij niet vergeten. Vanaf de kerstvakantie wordt het ouderbezoek in groep 2 beperkt tot 1a 2 keer per week. Dit ter voorbereiding op groep 3. De contacten met collega-scholen verlopen vaak via de netwerk bijeenkomsten van de I.B.-ers van ons samenwerkingsverband WSNS. Ook de gemeente Borne organiseert dit schooljaar enkele bijeenkomsten voor de IB-ers binnen de gemeente. Daar bestaat ook de gelegenheid om ideeën uit te wisselen en vragen te stellen. Daarnaast organiseert het schoolbestuur 1 keer per jaar een scholingsochtend voor IB – ers en directie en een scholingsochtend voor alle collegae. Hierbij staat het leggen van contacten en het uitwisselen van ideeën en werkwijzen centraal. De contacten met het Samenwerkingsverband WSNS en de jeugdgezondheidszorg zijn structureel. Daarnaast hebben wij de afgelopen schooljaren gewerkt met ons zorgteam. Het aankomend schooljaar zal het werken op deze manier een vervolg krijgen, waarbij echter op 3 momenten ook de schoolverpleegkundige en de schoolmaatschappelijk werkster zullen aansluiten. Vanuit deze besprekingen kunnen contacten gelegd worden met buitenschoolse instellingen zoals: Dimence, naschoolse pedagogische opvang, logopedie, maatschappelijk werk, de wijkagent, Raad voor de kinderbescherming, Bureau Vertrouwensarts. Deze contacten zijn incidenteel.
13
Formeel en informeel overleg binnen de school Besluitvorming Besluiten worden zoveel mogelijk genomen volgens overeenstemming. Collegialiteit, overleg en het zoeken naar oplossingen waarin een ieder zich vinden kan, zijn hiervoor kenmerkend. Slechts in uitzonderingsgevallen zal gebruik gemaakt worden van andere besluitvormen. Vergaderstructuur Een keer per 6 weken is er een verplichte vergadering gepland. Daarnaast staan er structureel vergaderingen gepland na schooltijd waaraan de mensen deelnemen die op die dag gewerkt hebben. Aan het begin van een schooljaar staan alle vergaderingen ingepland op een rooster. Hierbij staan ook de onderwerpen zoveel mogelijk vast. De avondvergaderingen zullen vooral in het teken staan van onderwijskundige ontwikkelingen, zorg en de vervolgstappen en –acties vanuit de werkgroepen. In de vergaderingen na schooltijd staan vooral de lopende acties en de bouwvergaderingen gepland. Ook de vergaderingen van de directie met de verschillende geledingen (IB, ICT, directie) staan genoteerd in het vergaderrooster.
Processen op school Effectieve inzet van methoden: De op onze basisschool gebruikte methoden bieden mogelijkheid tot differentiatie. Ze sluiten aan bij de voorkennis van de kinderen. In de groepen 1 en 2 wordt gebruik gemaakt van de methode Schatkist, dat aansluit bij de methoden van groep 3. Op onze basisschool werken wij met adaptief onderwijs. Na een instructie volgens het directe instructiemodel, gaan de kinderen zelfstandig aan het werk. De leerkracht heeft dan de mogelijkheid tot een verlengde instructie voor de zorgleerlingen en extra instructie voor de begaafde kinderen. Ook werken we met weektaken. • Wij leggen de nadruk op basisvaardigheden, maar hechten tevens veel waarde aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. • Wij hebben hoge verwachtingen van kinderen en stellen eisen. • Wij hanteren duidelijke minimumdoelen en einddoelen, maar durven die voor probleemleerlingen in overleg met ouders/verzorgers ook los te laten. • De inhoud van de methoden is duidelijk gestructureerd. • Wij sluiten zoveel mogelijk aan bij de voorkennis van de kinderen. • Wij dragen zorg voor een heldere presentatie en instructie. • Wij stellen vragen ter verheldering van het probleem. • Wij zorgen voor een vlotte inoefening van de gepresenteerde stof. • Wij stimuleren een goede en zelfstandige werkhouding. • Wij evalueren en koppelen terug. • In beperkte mate is er de mogelijkheid voor remediërend onderwijs binnen de groep.
14
Inventarisatie van methoden: Jonge kind: Taalactivering
Schatkist – Taalplezier – Curriculum Schoolrijpheid
Rekenprogramma
Schatkist
Extra materialen SEO
Idee In de hoek Kinderen en hun sociale talenten
Levensbeschouwing
Hellig Hart
Technisch lezen
Veilig leren lezen (nieuwe versie)
Expressievakken
Moet je doen (dans – drama – muziek – tekenen – handvaardigheid)
Oudere kind: Begrijpend/studerend lezen
Goed gelezen, Nieuwsbegrip en leesschema Ed Koeckebakker
Technisch lezen
Goed gelezen en leesschema Ed Koeckebakker
Rekenen/Wiskunde
Pluspunt
Aardrijkskunde
Wijzer door de wereld
Geschiedenis
Wijzer door de tijd
Biologie/Natuurkunde/ Techniek Schrijven
Naut
Verkeer
Afgesproken!
Gymnastiek
Bewegen samen regelen
Taal
Taaljournaal
SEO
Kinderen en hun sociale talenten
Levensbeschouwing
Hellig Hart
Expressievakken
Moet je doen (dans – drama – muziek – tekenen – handvaardigheid)
Er wordt naar een nieuwe methode gezocht: schrijven in de basisschool is niet meer leverbaar.
Sociaal emotionele ontwikkeling: Observatielijsten van Pravoo Extra toetsen bij zorgleerlingen: Licorlijst Bots- vragenlijst Toetsen Struiksma DTLAS EMT Klepel Snel seriëel benoemen Toetspakket beginnende geletterdheid Toetspakket dyslexie Toetspakket dyscalculie
15
Overzicht van hulp- en remediërende methoden: Lezen • Speciale Leesbegeleiding Luc Koning • Begrijpend lezen Luc Koning • Cito Begrijpend lezen (hulpboeken) • De Zuidvallei – Technisch lezen • De Zuidvallei – Begrijpend lezen • Curriculum Schoolrijpheid • Connect / Ralfi • Flits (computer) • Leesschema Ed Koeckebakker • Nieuwsbegrip • Veilig leren lezen (computerprogramma) Spelling • De Zuidvallei - Spelling (computer) • Ambrasoft woordentotaal • Spelling in de lift Plus • Retentietraining • Methode Bloon Rekenen • Maatwerk • Maatwerk – computer • Met sprongen vooruit Sociaal emotionele • Pravoo-map Luc Koning ontwikkeling • Kinderpsychiatrische beelden • Pedagogische adviezen voor speciale kinderen • Concentreren kun je leren gr. 1 t/m 8 • BOTS-vragenlijst Hoogbegaafdheid • Vooruit • Somplex • Taaltoppers • Kien • Rekentoppers • Plustaak • Woorddetective • Rush hour • Pluspunters Evaluatie Het schoolteam evalueert jaarlijks: de zorgverbredingstaken van de verschillende teamleden, de zorgverbredingsactiviteiten, of de gehanteerde procedures voor de zorgverbreding moeten worden aangepast, gang van zaken rond leerlingbesprekingen, voorbesprekingen etc. De interne begeleiders bewaken dit proces.
16
Schoolbeleid: Toelating van kinderen met een LGF Per 01-08-2003 is de Wet op de Leerlinggebonden Financiering in werking getreden. Daardoor is het mogelijk geworden dat ouders van kinderen met een handicap kunnen kiezen voor deelname aan het reguliere basisonderwijs. In principe is een kind met een handicap welkom op onze school. Bij de aanmelding wordt steeds, per situatie, bekeken of de leerling al dan niet geplaatst kan worden. We moeten een goede begeleiding van het kind kunnen garanderen en dat hangt onder andere af van de hulpvraag zoals omschreven in het advies van de Commissie van Indicatiestelling (CVI). Deze hulpvraag wordt afgezet tegen de huidige mogelijkheden en onmogelijkheden op de volgende gebieden: Het pedagogisch klimaat Hiermee wordt de mate waarin de leerling geborgenheid, veiligheid en acceptatie geboden kan worden bedoeld. Het didactisch klimaat De werkwijze en het leerstofaanbod. Kunnen wij voldoen aan de onderwijsbehoefte van het kind? De leerlingenzorg Mogelijkheden voor extra hulp, de groepsgrootte, combinatiegroepen en het aantal leerlingen dat extra zorg nodig heeft binnen de groep. Professionalisering Het aantal uren en leerkrachten dat ingezet kan worden bij de extra hulp en begeleiding van de leerling. Hierbij is ook het kennis- en vaardigheidsniveau belangrijk. De noodzakelijke hulp De mate waarin externe ondersteuning van anderen kan worden verkregen, waarbij we ook denken aan het persoonsgebonden budget. Mogelijkheden tot communicatie met de ouders Mening MR wordt gevraagd. Verwijzing speciaal onderwijs De mogelijkheid om het kind, na aantoonbare en gegronde redenen dat het op onze basisschool niet lukt, te verwijzen naar een andere school. Uitsluitend een leerling met een indicatie vanuit het CVI uit een basisschool behorende bij het samenwerkingsverband Noord- West Twente 06-05 wordt in behandeling genomen volgens onderstaande procedure. Een leerling uit een ander samenwerkingsverband kan pas worden aangemeld als de eigen basisschool het verzoek heeft afgewezen.
17
Procedure voor plaatsing 1. Ouders vragen via een aanmeldingsformulier hun kind op onze school te plaatsen, 2. Er volgt een gesprek waarbij de ouders en de directeur worden uitgenodigd. Er zal aangegeven worden welke stappen ondernomen zullen gaan worden. Hierbij wordt toestemming gevraagd om gegevens op te vragen. 3. Het team wordt geïnformeerd. 4. Aan de hand van de ingewonnen informatie wordt nagegaan welke mogelijkheden en onmogelijkheden de school heeft. Hierbij worden de punten zoals omschreven onder ‘beleid’ goed nagelopen. 5. Het team brengt een advies uit over het verzoek tot plaatsing. 6. Het formele besluit wordt genomen door de directeur, na consultatie met ouders en het advies van het team. Dit besluit kan bestaan uit: Er is verder onderzoek nodig. In het gesprek wordt duidelijk toegelicht welk onderzoek nog noodzakelijk is en waarom, Het kind wordt geplaatst onder vermelding van een voorlopige aanname. Er worden afspraken gemaakt over de wijze van aanpak en begeleiding. Deze afspraken worden, eventueel in overleg met een ambulant begeleider, omgezet tot een handelingsplan. Dit plan zal regelmatig geëvalueerd worden. Hierbij worden alle partijen uitgenodigd, zodat een gedegen behandeling opgezet kan worden waarbij de lijnen kort liggen. Het kind wordt niet toegelaten. De, op schrift gezette, motivering wordt met de ouders besproken. Tevens worden alternatieven geadviseerd. Hierna gelden de gebruikelijke procedures voor bezwaarschriften. Het aanspreekpunt van ouders is in alle gevallen de directeur van de school. Bij het genomen besluit wordt het bestuur, de MR en eventueel de inspectie geïnformeerd. Afhandeling Bij plaatsing 1.
In overleg met de ouders en externe hulpverleners wordt een handelingsplan opgesteld,
2.
Handelingsplan laten ondertekenen door ouders,
3.
Verdere afspraken maken over gang van zaken,
4.
Informeren van bestuur, MR en eventueel inspectie.
Bij voorlopige aanname 1.
Het kind wordt onder voorbehoud geplaatst.
2.
Een handelingsplan wordt opgesteld, waarin de begeleidingsmogelijkheden van de school zo goed mogelijk op het kind zijn afgestemd.
3.
Ouders ondertekenen een voorlopige aanname met daarop de gestelde afspraken.
4.
Informeren van bestuur, MR en eventueel inspectie.
Bij niet plaatsen 1.
Schriftelijk motiveren van besluit,
2.
Gesprek met ouders,
3.
Eventueel gezamenlijk zoeken naar een oplossing,
4.
Informeren van bestuur, MR en eventueel inspectie.
In het komende schooljaar starten we met ‘Kind op de gang’, een manier om de mogelijkheden en de kansen van onze school in beeld te kunnen krijgen. Daarnaast starten we met het project afstemming, waaraan voorafgaand een intake is geweest die we als 0 – meting mee zullen nemen. In de komende twee schooljaren zal er, met deze gegevens, een duidelijk beleidsstuk geschreven worden, waarin de mogelijkheden tot zorg omschreven zullen staan.
18
Omgaan met verschillen tussen leerlingen De leerkracht stemt zijn instructie, de activiteiten en de materialen zo breed mogelijk af op de verschillende behoeften van de individuele leerling. Hierbij kennen we de minimum doelen met een uitloop naar de aanvullende doelen. We streven voor de verschillende leerlingen een zo hoog mogelijk doel na. Er is sprake van zowel individueel als groepswerk. Daarnaast zijn we bezig met het uitbreiden van ons protocol tweede leerlijn, waarbij het werken met onderwijsperspectieven centraal zal staan. In het komende schooljaar zal gestart worden met het opzetten van een protocol meer(hoog) begaafdheid. Voor zover mogelijk proberen we kinderen zelfstandig en verantwoordelijk te maken voor hun eigen leerproces. In alle groepen maken we hierbij gebruik van gezamenlijke gemaakte en geborgde afspraken. De leerkracht: • heeft hoge (doch reële) verwachtingen • structureert zoveel mogelijk de inhoud • legt nadruk op de basisvaardigheden • sluit zoveel mogelijk aan bij de voorkennis van het kind • zorgt voor een heldere presentatie; korte instructie • stelt verschillende soorten vragen • zorgt voor onmiddellijke inoefening • stimuleert een goede en zelfstandige werkhouding • evalueert en koppelt terug • motiveert en stimuleert Klassenmanagement In de groepen 1 tot en met 8 wordt gewerkt aan een ontwikkeling vanuit adaptief onderwijs. In borgingsdocumenten worden gemaakte afspraken vastgelegd en omgezet in beleid. Deze afspraken worden structureel geëvalueerd, besproken en eventueel aangepast tijdens teamvergaderingen. In alle groepen wordt gewerkt volgens het directe instructiemodel. Het directe instructiemodel kent meestal de volgende fasen voor het onderwijzen van kennis, vaardigheden en strategieën: 1. Het creëren van condities voor het leren van de leerlingen, waarbij aan de orde komt: a. terugblik op de vorige les; b. wat weten de leerlingen al over het onderwerp; c. de aandacht richten op wat er in de les aan de orde zal komen; d. het aangeven van het doel van de les. 2. Ook kan in deze fase aandacht aan gemaakt huiswerk worden besteed. 3. Het geven van instructie, waarbij de nieuwe informatie wordt aangeboden en waar mogelijk deze door de leraar wordt voorgedaan. 4. De leraar gaat na of de instructie begrepen is. 5. Het onder begeleiding van de leraar toepassen van het geleerde 6. De leerlingen gaan het geleerde zelfstandig toepassen. Zij hebben daarbij weinig of geen interactie met de leerkracht. In deze fase kan de leraar aan enkele leerlingen die moeite hadden met bijvoorbeeld de aangeboden materie verlengde instructie geven. 7. Evaluatie en vooruitblik. Op het einde van de les wordt stilgestaan bij wat er geleerd is en wat er tijdens de volgende les aan de orde zal komen. Belangrijk is het effectief omgaan met instructietijd, waarbij het samenwerkend leren voor ons uitdaging biedt. Regels en afspraken: Er zijn 3 algemene regels voor de gehele school: We gaan om met anderen zoals we ook willen dat zij met mij omgaan, We zijn zuinig op de materialen van onszelf en van een ander, We geven elkaar de ruimte om zowel in als om de school te kunnen spelen en leren. Deze regels worden gevisualiseerd in de hal. In de start van elk schooljaar wordt in iedere groep gewerkt aan het versterken van de banden en contacten binnen de groep. Naar aanleiding van deze lessen worden gezamenlijke groeps- en omgangsregels opgesteld. Deze hangen in de klas, worden meegegeven aan de ouders, staan op de website en zijn ook doorgespeeld aan de sportverenigingen in Zenderen. De regels worden wekelijks kort doorgenomen en besproken.
19
B.
Taakomschrijving Interne Begeleiding
De interne begeleider is de coördinator van de zorgverbreding op school. De taak van de IB-er is niet het daadwerkelijke verlenen van hulp aan leerlingen, maar het coachen van leerkrachten bij het geven van hulp aan individuele leerlingen of aan een hele groep. De IB-er wordt door de groepsleerkracht benaderd: • Als er vragen zijn rondom didactische of pedagogische problemen met betrekking tot de groep of • Als er vragen zijn rondom het functioneren van individuele leerlingen. De groepsleerkracht kan deze vragen ook bespreken tijdens een groepsbespreking. Coachen van collegae Na signalering/observatie/diagnosticeren: Hulp bieden bij het maken van een handelingsplan, adviseren van groepsleerkrachten t.a.v. onderwijskundige benadering, gesprekken over leerlingen bijwonen met groepsleerkrachten en derden.
• • • •
Overleg Structureel zorgoverleg met het zorgteam, bestaande uit: Directie Collegiale consulent Medewerker Expertis Interne begeleider Bijeenkomst werkgroep samenwerkingsverband (6x per jaar) Leiden en voorbereiden van zorgvergaderingen Bijhouden ontwikkelingen zorgbreedte en team informeren. Groepsbesprekingen naar aanleiding van signaleringstoetsen/ observatielijsten (3x per jaar). Contacten Contactpersoon: • Medewerker Expertis • Collegiale consulent • Schoolmaatschappelijk werkster • Schoolverpleegkundige • Gemeente Borne: IB bijeenkomst • Zorgteam • Instanties van de Sociale kaart • Zorgplatform Overige taken • Maken/plannen toetskalender • Voorbereiden zorgvergaderingen • Voorsitten zorgvergaderingen • Bijhouden dossierkast • Bijhouden zorgplan/zorgbreedteparagraaf • Beheer orthotheek • Bijhouden scores signaaltoetsen (groepsoverzichten) • Bijhouden en uitbouwen van het leerlingvolgsysteem • Bijhouden notulen zorgteam
De taken van de Interne Begeleiding is verdeeld over twee IB - ers. Deze zijn beide een dag in de week ambulant om hun taken te kunnen uitvoeren. Er is hierbij een verdeling gemaakt tussen didactische en pedagogische hulpvragen. Beide IB-ers zijn dus betrokken bij onder -,en bovenbouw!
20
C.
Zorgprofiel 2011/2012, st. Stephanus, Zenderen
Niveau 1 Deze leerlingen ontvangen het onderwijs van hun eigen leerkracht zonder structureel extra planmatige ondersteuning voor bepaalde ontwikkelingsvragen. Niveau 2 Deze leerlingen ontvangen onderwijs van hun eigen leerkracht met structureel extra planmatige ondersteuning van hun eigen leerkracht voor bepaalde ontwikkelingsvragen, na overleg met de IB-er. Niveau 3 Deze leerlingen ontvangen onderwijs van hun eigen leerkracht met structureel extra planmatige ondersteuning van de zorgstructuur van de eigen school (IB-er/ RT-er) na bespreking en vaststelling in de leerling-, groeps-, zorgteam- of andere besprekingen en op basis van een handelingsplan. De zorg wordt ondersteund door advisering van deskundigen, zoals een medewerker van Expertis of de collegiale consulent. Niveau 4 Deze leerlingen ontvangen onderwijs van hun eigen leerkracht met structureel extra planmatige ondersteuning van de zorgstructuur van de eigen school (IB-er/ RT-er) en op basis van een handelingsplan. Dit handelingsplan is opgesteld naar aanleiding van de specialistische gegevens van de leerlingbegeleider of door advisering van deskundigen van het SBO (collegiale consulent). Er heeft nader diagnostiek plaatsgevonden. Uitkomst van dit onderzoek is het aanmelden bij de PCL of het volgen van een eigen leerlijn. Dit zijn dus leerlingen die ‘SBO- onderwijs’ volgen op hun eigen basisschool. Kinderen met een LGF worden apart vermeld.
Niveaus van zorg per groep in SCHOOLJAAR 2011/2012
1
2
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
omschrijving
Groep 1
Groep 2
Groep 3
Groep 4
Groep 5
Groep 6
Groep 7
Groep 8
Totaal van elk niveau
In % van de hele school
Niveau 1
20
11
12
15
13
12
9
12
104
68%
Niveau 2
2
4
2
3
4
7
8
5
35
23%
Niveau 3
2
-
1
1
4
2
-
1
11
7%
Niveau 4
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0%
Rugzak leerlingen
-
-
-
-
1
1
-
2
3
2%
Totaal aantal lln. in deze groepen
24
15
15
19
22
22
17
19
153
X
Hiervan totaal “Extra zorglln.”
4
4
3
4
9
10
8
8
49
X
In % (rij 2 : rij 1)
17%
27%
20%
21%
41%
45%
47%
42%
32%
X
21
Protocol Zittenblijven Inleiding De overgang tussen groepen op de basisschool is sinds 1986 niet meer wettelijk geregeld. Scholen stellen hiervoor eigen regels vast. Volgens de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) zorgt de school voor een ononderbroken ontwikkeling van hun leerlingen, die wordt afgestemd op de voortgang in hun ontwikkeling. Wanneer de ontwikkeling van een kind ondanks intensieve begeleiding op meerdere terreinen onvoldoende vooruitgang laat zien, kan er tot doubleren besloten worden. Beleid Zittenblijven Op basisschool St. Stephanus wordt de totale ontwikkeling van het kind gevolgd door het hanteren van een uitgebreid leerlingvolgsysteem. Hierdoor worden stagnaties tijdig gesignaleerd. Na het signaleren volgt een periode van extra hulp. Ouders worden vanaf het moment van signaleren regelmatig op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen van hun kind. Bij blijvende uitval wordt, na het inschakelen van het zorgteam, de hulp geïntensiveerd. Mocht blijken dat ook dit niet tot de gewenste resultaten leidt en er op meerdere deelgebieden uitval blijft, dan kan het zijn dat doubleren geadviseerd wordt. Dit zittenblijven wordt hoofdzakelijk beperkt tot de groepen 1 t/m 5, waarbij voor de overgang van groep 2 naar groep 3 gebruik wordt gemaakt van het protocol van PRAVOO. Na overleg met ouders, waarin zij hun standpunt t.a.v. doubleren kunnen aangeven, wordt in een zorgvergadering het kind besproken en wordt een beslissing genomen. In alle gevallen is de directeur eindverantwoordelijk. Procedure Zittenblijven groep 3 t/m 8 • De groepsleerkracht signaleert dat de ontwikkeling van het kind (opvallend) achterblijft. Na een gesprek met de leerling zelf worden ouders ingelicht. Extra hulp wordt ingezet in de groep. • Bij blijvende uitval wordt de IB- er ingeschakeld. Een intakeformulier wordt ingevuld en aangevuld met informatie van thuis. • De IB- er onderzoekt en adviseert. De groepsleerkracht stelt a.d.h.v. de adviezen een handelingsplan op. Deze wordt besproken met de ouders. • Een periode van intensieve begeleiding volgt, waarbij de ontwikkeling van het kind nauwlettend in de gaten gehouden wordt. Indien nodig wordt het handelingsplan aangepast. • In januari/februari worden alle toetsresultaten van de leerlingen geanalyseerd in een groepsbespreking. Naar aanleiding van deze bespreking worden risicoleerlingen geïnventariseerd en besproken in een zorgvergadering of in het zorgteam. Eventuele ideeën en adviezen worden omgezet in een nieuw handelingsplan. • Na een interventieperiode van ongeveer 6 tot 8 lesweken wordt de ontwikkeling opnieuw bekeken. Wanneer er vermoedens bestaan dat doubleren een oplossing zou kunnen zijn, worden ouders hiervan op de hoogte gesteld. Eventueel wordt de leerstof aangepast. • Medio mei volgt een uiteindelijke beslissing. In overleg wordt bekeken hoe deze naar buiten gebracht wordt en op welke manier de doublure het volgende schooljaar invulling zal krijgen. Hierbij is het terugtoetsen naar een voldoende niveau belangrijk zodat hierop kan worden aangesloten. • Een handelingsplan wordt opnieuw opgesteld zodat er aangesloten wordt op niveau. Zittenblijven groep 1 - 2 • De groepsleerkracht signaleert dat de ontwikkeling van het kind (opvallend) achterblijft. • Ouders worden ingelicht en na een gesprek met de leerling zelf wordt extra hulp ingezet in de groep. • Bij blijvende uitval wordt de IB- er ingeschakeld. Een intakeformulier wordt ingevuld en aangevuld met informatie van thuis. • De IB- er onderzoekt en adviseert. De groepsleerkracht stelt a.d.h.v. de adviezen een handelingsplan op. Deze wordt besproken met de ouders. • Een periode van intensieve begeleiding volgt, waarbij de ontwikkeling van het kind nauwlettend in de gaten gehouden wordt. Indien nodig wordt het handelingsplan aangepast. • Na een interventieperiode van ongeveer 6 tot 8 lesweken wordt de ontwikkeling opnieuw bekeken. Wanneer er vermoedens bestaan dat doubleren een oplossing zou kunnen zijn, worden ouders hiervan op de hoogte gesteld. • Medio mei volgt een uiteindelijke beslissing. In overleg wordt bekeken hoe deze naar buiten gebracht wordt en op welke manier de doublure het volgende schooljaar invulling zal krijgen.
22
•
Een handelingsplan wordt opnieuw opgesteld zodat er aangesloten wordt op niveau en onderwijsbehoefte.
23
Protocol Tweede leerweg Inleiding Dagelijks wordt op onze school ‘gewoon’ onderwijs gegeven. Daarbij gaat het in feite steeds om twee dingen: de instructie en de verwerking van taken. Bij de instructie wordt de leerstof aangeboden, die dan vervolgens door de kinderen wordt verwerkt. Elke leerkracht gaat er dan vanuit dat de kinderen het aangebodene oppikken of er iets van maken. Gaat dat niet naar tevredenheid dan ontstaat er een probleem. Meestal wordt dan geprobeerd de kinderen die aan de ‘gewone’ instructie niet genoeg hadden of de taken niet in de ‘gewone’ tijd konden verwerken met extra hulp toch nog met de groep mee te krijgen. Lukt dit niet dan is er de mogelijkheid om hem of haar een jaar over te laten doen, waardoor meer tijd wordt gegeven om alsnog aan te sluiten. Daarnaast is er de mogelijkheid om, bij sterke vermoedens van beperkingen in de leermogelijkheden van het kind, een kind te laten onderzoeken door een medewerker van Expertis Onderwijsadviseurs om te kijken wat de mogelijkheden en onmogelijkheden van dit kind zijn. Wanneer na een doublure de aansluiting niet lukt of wanneer uit het onderzoek blijkt dat een kind beperkingen tegenkomt in zijn leermogelijkheden, dan kan het werken met een tweede leerweg een goede insteek zijn om een kind binnen het reguliere onderwijs te laten werken. Hierbij worden de (eind) doelen bepaald op het individuele kind. Een tweede leerweg is een volwaardig alternatief voor kinderen die de eerste leerlijn niet kunnen volgen. De bedoeling is om kinderen met extra instructie en extra verwerkingstijd toch tot een voor hen aanvaardbaar niveau te brengen. Inhoudelijk kan het gaan om onderdelen, vormingsgebieden of het gehele onderwijs. De organisatie bestaat uit een voortdurend pendelen tussen de groep en het eigen werk. Materieel zal de tweede leerlijn in het algemeen bestaan uit veel nauwkeuriger op de beperkte mogelijkheden van het betreffende kind toegesneden middelen. Beleid Op basisschool St. Stephanus wordt de totale ontwikkeling van het kind gevolgd door het hanteren van een uitgebreid leerlingvolgsysteem. Hierdoor worden stagnaties tijdig gesignaleerd. Na het signaleren volgt een periode van extra hulp. Ouders worden vanaf het moment van signaleren regelmatig op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen van hun kind. Bij blijvende uitval wordt, na het inschakelen van eventuele hulp vanuit het zorgteam, de hulp geïntensiveerd. Mocht blijken dat ook dit niet tot de gewenste resultaten leidt en er op één of meerdere deelgebieden hardnekkige uitval blijft, dan wordt een uitgebreid diagnostisch onderzoek geadviseerd. Vanuit de gegevens van dit onderzoek worden de capaciteiten van de leerling bekeken, zowel op cognitief als op sociaal emotioneel gebied. De conclusie en de uitslagen van het onderzoek worden uitgebreid besproken met school en ouders. In een teamoverleg wordt bepaald of er binnen het reguliere onderwijs gewerkt gaat worden met een tweede leerweg of dat een verwijzing richting het SBO nodig zal zijn. In alle gevallen is de directeur eindverantwoordelijk. Wanneer gekozen wordt voor het werken met een tweede leerweg, dan wordt ook het einddoel van het basisonderwijs aangepast aan de mogelijkheden van het kind. Het behalen van een eind niveau groep 8 zal dan niet meer mogelijk zijn. Hiervoor zal een onderwijsperspectief beschreven worden. De doelen zullen ieder halfjaar bekeken en bijgesteld worden.
24
Procedure • De groepsleerkracht signaleert dat de ontwikkeling van het kind (opvallend) achterblijft. • Ouders worden ingelicht en extra hulp wordt ingezet in de groep. • Bij blijvende uitval wordt de IB- er ingeschakeld. Een intakeformulier wordt ingevuld en aangevuld met informatie van thuis. • De IB- er onderzoekt en adviseert. De groepsleerkracht stelt aan de hand van de adviezen een handelingsplan op. Deze wordt besproken met de ouders. • Een periode van intensieve begeleiding volgt, waarbij de ontwikkeling van het kind nauwlettend in de gaten gehouden wordt. Indien nodig wordt het handelingsplan aangepast. • In november, maart en juni worden alle (toets)resultaten van de leerlingen geanalyseerd in een groepsbespreking. Naar aanleiding van deze bespreking worden risicoleerlingen geïnventariseerd en besproken in een zorgvergadering of in het zorgteam. • Wanneer de hardnekkigheid van de problematiek groot blijkt, wordt een uitgebreid onderzoek geadviseerd. Ouders vragen dit onderzoek aan. Als onderzoek gedaan wordt, moet duidelijk worden of: o het schoolse presteren aanleiding geeft tot aanpassing van het leerstofaanbod, o de cognitieve mogelijkheden beperkt zijn , zodat doelstellingen moeten worden bijgesteld, o sociaal emotioneel een leerling een eigen niveau en tempo aankan, o de school de faciliteiten en capaciteiten heeft om de aanbevolen extra begeleiding te kunnen geven, o er geen mogelijkheden meer binnen de groep zijn en een andere school (nog) niet nodig is. Het kind kan dan wel omschreven worden als een SBO- leerling. • Naar aanleiding van de gegevens vanuit het onderzoek, neemt de directeur, na overleg binnen het zorgteam en het schoolteam, een beslissing: Het kind kan blijven op de basisschool en volgt een tweede leerlijn. Een onderwijsperspectief wordt beschreven en ieder halfjaar geëvalueerd. Het kind wordt aangemeld bij het ZPF. Gedacht wordt aan een verwijzing richting PCL. Deze kunnen een beschikking afgeven voor het SBO. Het kind zal hier, na het verkrijgen van de beschikking, aangemeld worden. Besluit: Tweede leerweg Wanneer besloten wordt een leerling op een tweede leerweg te laten werken binnen de basisschool, worden de doelen aangepast op het individuele kind. Dat wil zeggen dat het behalen van een eind groep 8 niveau geen criteria meer is. Afhankelijk van het IQ en de conclusie vanuit het onderzoek, zal een einddoel bepaald worden. Deze wordt in tussendoelen onderverdeeld. Of de tussendoelen behaald worden, wordt getoetst door middel van een leerlingvolgsysteem voor speciale leerlingen. Vanuit daar kunnen de doelen, in overleg met ouders, eventueel worden bijgesteld. Bij de verwijzing richting het voortgezet onderwijs wordt de einddoelstelling nagestreefd en onderbouwd door het individuele leerlingvolgsysteem. Wanneer een kind met een tweede leerweg start, wordt een contract opgesteld. Deze wordt door beide partijen (ouders en school) ondertekend. Protocol Tweede leerweg plus In de komende schooljaren zal er, voor kinderen die juist opvallend goede scores behalen, een protocol ontwikkeld worden. In het afgelopen schooljaar zijn er een tweetal vergaderingen geweest over hoog- en meerbegaafdheid. Vanuit deze informatie zal er in het schooljaar 2011 – 2012 een protocol opgezet worden.
25
Protocol toetsing Dyslexie - stichting Twenterand Een leerling met een handicap moet het onderwijs kunnen doorlopen op een manier die aangepast is aan zijn of haar mogelijkheden. Dat is geen gunst, maar een recht. Dit is ook wettelijk geregeld. Dyslexie wordt in dit kader als handicap erkend. De diagnose dyslexie geeft, volgens artikel 55 van het Eindexamenbesluit en artikel 19 van het Besluit Staatsexamens 1978, de scholier altijd recht op meer tijd voor proefwerken, schoolonderzoeken en examens. Andere maatregelen of faciliteiten zijn ook mogelijk, maar moeten door de onderzoeker gemotiveerd worden. De verdere uitwerking van hetgeen hierboven genoemd wordt, heeft vooral betrekking op de verschillende vormen van Voortgezet Onderwijs. Daar biedt het hebben van een dyslexie verklaring mogelijkheden. De dyslexie verklaring moet worden afgegeven door een deskundig orthopedagoog of psycholoog die gekwalificeerd is voor het uitvoeren van psycho - diagnostisch onderzoek en beschikt over specialistische kennis over leerstoornissen en de onderwijsbelemmeringen die daarmee samen kunnen gaan. De dyslexie verklaring kan direct na het uitgebreide onderzoek worden afgegeven, tegelijk met de (uitgebreidere) rapportage over het onderzoek. Het kan echter ook op een later moment. Bij een kind in groep 4 of 5 is doorgaans nog niet duidelijk hoe het lezen en spellen zich verder zal ontwikkelen en naar welk schooltype het kind na groep 8 zal gaan. In een dyslexie verklaring kan dan niet worden aangegeven met welke onderwijsbelemmeringen de leerling in groep 8 ( de Cito Eindtoets.) en op het Voortgezet Onderwijs geconfronteerd zal worden. Een dyslexie verklaring kan niet verjaren maar het bijbehorende onderzoeksverslag is na maximaal twee jaar verouderd.
Mede op basis van het bovenstaande heeft de Stichting Katholiek Onderwijs Twenterand voor de onder haar bestuur ressorterende scholen het volgende afgesproken: 1. Wanneer de ouders graag in het bezit willen komen van een dyslexie verklaring jegens hun kind, dan zal Expertis van het bestuur niet de opdracht krijgen tot het uitvoeren van een onderzoek. Het voegt niets toe en is jammer van de ingezette uren. De ouders worden dan in deze geadviseerd contact te zoeken met een erkende instelling om daar op eigen kosten onderzoek te laten verrichten. Het wel of niet hebben van een dyslexie verklaring is voor het Basisonderwijs weinig relevant. Wanneer we vermoeden dat het kind op de een of andere manier moeite heeft met het leerproces, dan wordt dikwijls na overleg, gekozen voor het uitvoeren van een handelingsplan. Daar zal een dyslexie verklaring niets aan veranderen. Het heeft geen toegevoegde waarde. Hulp die wij voor het kind noodzakelijk vinden wordt geboden. 2. Ook kan het voorkomen dat bij een uitgebreid diagnostisch onderzoek van een kind, het vermoeden dat er waarschijnlijk wel eens sprake zou kunnen zijn van dyslexie naar voren komt. Tot een dergelijk onderzoek is dan door de IB-er in overleg met de orthopedagoog besloten. In het verslag van het onderzoek komt dan een zinsnede te staan dat uit het onderzoek naar voren is gekomen dat het vermoeden bestaat dat er wel eens sprake zou kunnen zijn van dyslexie. Op basis van die constatering wordt samen bepaald wat we hier aan kunnen doen. Ook hier heeft een dyslexie verklaring geen toegevoegde waarde. Voor het Voortgezet Onderwijs heeft het hebben van een dyslexie verklaring wel een toegevoegde waarde. Voor het Basisonderwijs niet. Dan zal het Voortgezet Onderwijs ook zelf de kosten moeten dragen m.b.t. het afgeven / verkrijgen van een dyslexie verklaring. 3. Uitzonderingen. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld wanneer een kind waarbij sterk het vermoeden bestaat dat er sprake is van ernstige dyslexie, niet verder komt dan AVI 2, kan om gebruik te moeten maken van extra hulpmiddelen een dyslexie verklaring noodzakelijk zijn. Bijvoorbeeld voor het gebruik van een Daicy speler.
26
Protocol ambulante dienstverlening Taken ambulant dienstverlener (AD-er) De AD-er is er om de basisschool te adviseren en ondersteunen bij de specifieke aanpak van en in de specifieke omgang met kinderen in het bezit van een LGF (rugzak), bijbehorend aan het cluster waarin de AD-er werkt. Afspraken ambulant dienstverlener St. Stephanus, Zenderen Basisobservaties • In overleg: 3 of 4 keer per jaar komt de AD-er, een deel van de ochtend of de middag, in de groep meekijken om de leerling te volgen, • Bij jonge kinderen zal dit 4 of 5 keer zijn in verband met hun snel groeiende ontwikkeling. Nagesprek • Na een observatie volgt een nagesprek met de leerkracht waarin ervaringen uitgewisseld worden en eventuele praktische tips richting de aanpak gegeven worden, • Tips met betrekking tot materiaalaanschaf worden hier genoemd. In overleg kan dan een en ander aangeschaft worden. Een praktisch voorbeeld en een goede uitleg kan door de AD-er verzorgd worden. Verslaglegging • De AD-er maakt een verslag waarin de tips genoteerd worden. Handelingsplan • De leerkracht stelt een handelingsplan op (eventueel in samenwerking met de intern begeleider) waarbij de bruikbare tips en ideeën van de AD-er worden meegenomen, • Vanuit dit plan wordt ook de eventuele aanschaf van materialen bepaald: Welke materialen zijn nodig om dit handelingsplan functioneel te maken?, • Het handelingsplan richting de overgang naar de volgende groep wordt gemaakt naar aanleiding van het laatste voortgangsgesprek. Voortgangsgesprek • Twee weken na de observatie volgt een voortgangsgesprek, waarbij alle disciplines die met het kind werken, worden uitgenodigd. Een opzet van het handelingsplan wordt besproken, eventueel aangevuld met bruikbare tips en handelingswijzers vanuit de andere betrokkenen en verdere afspraken worden gemaakt. Dit is afhankelijk van de vraag van de leerkracht en de school (uitleg materialen, aanschaf materialen, extra observatiemomenten ed.), • Het voortgangsgesprek wordt geleid door de AD-er aan de hand van een vaste agenda. Hierbij zal altijd de evaluatie van het handelingsplan bovenaan staan, • Na het voortgangsgesprek wordt het handelingsplan definitief opgesteld en zal ondertekend worden door de ouders. De AD-er krijgt hiervan altijd een kopie. Hulpvraag vanuit school • Naast de basisinzet van de AD-er is er altijd ruimte om extra tijd in te zetten voor specifieke hulpvragen vanuit de groepsleerkracht of de RT. Schematisch overzicht werkwijze AD-er op de St. Stephanus, Zenderen 1. Observatie • Eventuele hulpvraag vanuit de leerkracht, • Volgen van de leerling, • Tips en ideeën vanuit AD-er, • Nagesprek met de leerkracht. 2. Opstellen handelingsplan • Leerkracht maakt, eventueel met hulp van de IB-er, een handelingsplan, waarbij de bruikbare tips en ideeën vanuit de AD-er ingezet worden, • Naar aanleiding van het handelingsplan worden, indien nodig, materialen aangeschaft, • Ouders, school (eventueel de betrokken disciplines) en de AD-er krijgen een kopie. 3. Observatie • Aan het eind van de afgesproken periode waarin gewerkt wordt met het handelingsplan, komt de AD-er opnieuw observeren in de groep, • Het handelingsplan, de hulpvraag vanuit school en de uitwerking ervan in de groep (knelpunten, werkvormen die goed bevallen ed.) vormen de leidraad in het nagesprek. 4. Evaluatie en aanpassing handelingsplan • Twee weken na de observatie wordt een voortgangsgesprek gepland. Hierbij wordt het handelingsplan geëvalueerd en de opzet richting een nieuw plan besproken. • Ontwikkelingen vanuit alle betrokkenen worden in de evaluatie meegenomen.
27
Bijlage 6
Toetskalender 2011/2012
November 2011 Groep 3
4
5
6
7
8
Toets Herfstsignalering Pravoo Synthesetoets 3 Tekst lezen Pravoo Grafementoets* Fonemendictee* DMT 1B, 2B, 3B* Spelling (E3)* Pravoo Taalschaal DMT 1A, 2A, 3A * Spelling (E4)* Pravoo Taalschaal DMT 3C (2C, 1C)* Spelling (E5) * Pravoo Taalschaal DMT 3B (2B, 1B)* Spelling (E6)* Pravoo Taalschaal Rekenen-Wiskunde Begrijpend Lezen Spelling DMT 3A (2A, 1A)* Spelling (E7)*
Datum 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-18/11 14/11-23/11 14/11-23/11 14/11-23/11 14/11-23/11 14/11-23/11
* zie toetskalender Protocol Leesproblemen en Dyslexie Toetsen invoeren in ESIS voor 19 november en uitdraai inleveren bij Yvonne en de IB-ers. Groepsbesprekingen 22 en 24 november Oudergesprekken 28 en 29 november
28
Januari – Februari 2012 Groep 1
2
3
4
5
6
7
8
Toets Taal voor kleuters Rekenen v. kleuters Pravoo - observatie Taal voor kleuters Rekenen v. kleuters Pravoo - observatie Wintersignalering Rekenen-Wiskunde DMT 1A, 2A AVI Spelling Grafementoets Fonemendictee Auditieve analyse* Auditieve synthese* Woordenschat* Luisteren* Rekenen-Wiskunde DMT AVI 1C,2C,3C Begrijpend Lezen Spelling Grafementoets* Fonemendictee* Woordenschat* Luisteren* Rekenen-Wiskunde DMT 3B (2B,1B) AVI Begrijpend Lezen Spelling Woordenschat* Luisteren* Rekenen-Wiskunde DMT 3A (2A,1A) AVI Begrijpend Lezen Spelling Woordenschat* Luisteren* Rekenen-Wiskunde DMT 3C (2C, 1C) AVI Begrijpend Lezen Spelling Woordenschat* Luisteren* DMT 3B (2B, 1B) AVI Rekenen-Wiskunde** Begrijpend Lezen** Spelling** Eindtoets
Datum 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 30/01-03/02 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 10/01-28/01 07/02-09/02
* zie toetskalender Protocol Leesproblemen en Dyslexie **Indien nodig vooruitgang bekijken Toetsen invoeren in ESIS voor 11 februari en uitdraai inleveren bij Yvonne en de IB-ers. Groepsbesprekingen 14 en 16 februari Oudergesprekken 20 en 21 februari
29
Maart 2012 Groep 3 4 5 6 7 8
Toets Lentesignalering Pravoo Pravoo Pravoo Pravoo Pravoo Pravoo
Datum 26/03-30/03 26/03-30/03 26/03-30/03 26/03-30/03 26/03-30/03 26/03-30/03 26/03-30/03
April 2012 Groep 3
4
5
6
7
8
Toets Grafementoets* Fonemendictee* DMT 1A, 2A* Spelling M3* Taalschaal DMT 1C, 2C, 3C* Spelling (M4)* Taalschaal * DMT 3B (2B, 1B)* Spelling (M5)* Taalschaal * DMT 3A (2A, 1A)* Spelling (M6)* Taalschaal * DMT 3C (2C, 1C)* Spelling (M7)* DMT 3B (2B, 1B) * Spelling N-WW (M8) * Spelling WW (M8) *
Datum 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04 16/04-20/04
* zie toetskalender Protocol Leesproblemen en Dyslexie
30
Mei-Juni 2012 Groep 1
2
3
4
5
6
7
8
Toets Taal voor kleuters Ordenen Ruimte en Tijd Pravoo - observatie Taal voor kleuters Ordenen Ruimte en Tijd Pravoo - observatie Pravoo Eindsignalering Rekenen-Wiskunde DMT 1B,2B ,3B AVI Begrijpend Lezen Spelling Auditieve analyse* Auditieve synthese* Grafementoets* Fonemendictee* Woordenschat* Luisteren* Pravoo Rekenen-Wiskunde DMT 1A,2A,3A AVI Spelling Woordenschat* Luisteren* Pravoo Rekenen-Wiskunde DMT 3C (2C,1C) AVI Spelling Woordenschat* Pravoo Rekenen-Wiskunde DMT 3B (2B,1B) AVI Spelling Woordenschat* Pravoo Rekenen-Wiskunde DMT 3A (2A, 1A) AVI Spelling N-WW Spelling WW Woordenschat* Pravoo DMT 3B (2B, 1B)* AVI * PI dictee*
Datum 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-15/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06 11/06-27/06
* zie toetskalender Protocol Leesproblemen en Dyslexie Toetsen invoeren in ESIS voor 30 juni en uitdraai inleveren bij Yvonne en de IB-ers. Groepsbesprekingen 3 en 5 juli (6 juli rapport mee)
31