2009 - 2014
EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument
12.9.2011
B7-0493/2011
ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement over de hongersnood in Oost-Afrika Michèle Striffler, Filip Kaczmarek, Cristian Dan Preda, Mario Mauro, Roberta Angelilli, Alf Svensson, Birgit Schnieber-Jastram, Eduard Kukan namens de PPE-Fractie
RE\877118NL.doc
NL
PE472.674v01-00 In verscheidenheid verenigd
NL
B7-0493/2011 Resolutie van het Europees Parlement over de hongersnood in Oost-Afrika
Het Europees Parlement, – gezien zijn voorgaande resoluties over de Hoorn van Afrika, – gezien de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling, – gezien de verklaring van de hoge vertegenwoordiger, Catherine Ashton, van 24 augustus 2011 over de maatregelen van de EU tegen de hongersnood die velen treft in de Hoorn van Afrika, – gezien de internationale donorconferentie, georganiseerd door de Afrikaanse Unie, gehouden op 25 augustus 2011 in Addis Abeba, – gezien zijn resolutie van 17 februari 2011 over de speculatie op de voedselprijzen, – gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement, A. overwegende dat de lange periode van droogte met een verwoestende uitwerking op de Hoorn van Afrika, in combinatie met de conflicten in het gebied, de hoge voedselprijzen en de steeds schaarser wordende hulpbronnen, heeft geleid tot de grootste humanitaire en voedselcrisis ter wereld die op dit moment 13,3 miljoen mensen treft, waaronder 840 000 vluchtelingen, volgens het Coördinerend Bureau voor Humanitaire Aangelegenheden van de VN, en waaraan reeds tienduizenden mensen zijn overleden, waarvan meer dan de helft kinderen zijn; B. overwegende dat de noodsituatie in de Hoorn van Afrika zowel het gevolg is van de ernstigste droogte van de afgelopen 60 jaar als van de massale verplaatsingen van de bevolking - een kwart van de 7,5 miljoen Somaliërs is ofwel binnen het land zelf verplaatst ofwel naar de buurlanden gevlucht; C. overwegende dat volgens de definitie van de Verenigde Naties er in een land een hongersnood heerst wanneer ten minste 20% van de huishoudens met een ernstig voedseltekort kampt, ten minste 30% van de bevolking onder ernstige ondervoeding leidt en het dagelijks sterftecijfer overeenkomt met ten minste 2 op de 10 000 mensen; D. overwegende dat in de meeste regio's die met de droogte kampen het percentage van de bevolking dat aan ondervoeding leidt boven de 30% ligt, hetgeen meer dan twee keer zo hoog is als het internationaal erkende niveau waarop van een noodsituatie wordt gesproken; E. overwegende dat met vier miljoen getroffen burgers en zes regio's waarin officieel een hongersnood heerst, Somalië het land is dat het zwaarste door deze humanitaire ramp is getroffen; overwegende dat deze omstandigheden worden verergerd door de schaarste aan natuurlijke hulpbronnen in de Somalische bodem en de gevolgen van een 20-jarig conflict PE472.674v01-00
NL
2/5
RE\877118NL.doc
op het grondgebied; F. overwegende dat door de hongersnood wekelijks duizenden mensen op de vlucht slaan en dat de humanitaire situatie in de kampen met de dag verslechterd, met een percentage van kinderen jonger dan vijf jaar die aan ondervoeding leiden van 30%, de opkomst van epidemieën als cholera en de mazelen en meerdere geregistreerde gevallen van verkrachting; G. overwegende dat Dadaab, in Kenia, momenteel het grootste vluchtelingenkamp ter wereld is en dat 400 000 mensen in dit kamp verblijven dat aanvankelijk voor 90 000 vluchtelingen was bedoeld; overwegende dat elke dag meer dan 3 000 Somaliërs de grens met Ethiopië en Kenia overgaan, op zoek naar voedsel en veiligheid; H. overwegende dat op dit moment slechts 62% van de 2,4 miljard dollar aan steun tegen de droogte in dit gebied waartoe de Verenigde Naties hebben opgeroepen is gefinancierd en dat nog 940 miljoen dollar ontbreken om essentiële steun in het gebied te kunnen bieden; I. overwegende dat de toegang tot de bevolking het grootste obstakel blijft voor een verbetering van de voedingssituatie in het gebied; overwegende dat Somalië op dit moment een van de meest gevaarlijke landen voor humanitair personeel is; J. overwegende dat het Wereldvoedselprogramma nog 250 miljoen euro extra nodig heeft om tijdens de komende zes maanden de nodige hulp te kunnen bieden; K. overwegende dat de Commissie als reactie op de noodsituatie in de Hoorn van Afrika een humanitaire ondersteuning ter waarde van 97,47 miljoen euro aan dit gebied heeft toegewezen en van plan is deze steun te versterken, waarmee de totale humanitaire steun die zij dit jaar aan de slachtoffers van de droogte heeft verleend met een bedrag van 158 miljoen euro overeenkomt; overwegende dat de belangrijkste lidstaten van de Afrikaanse Unie tijdens de internationale donorconferentie in Addis Abeba hebben toegezegd bijna 350 miljoen dollar vrij te maken ten gunste van de door de droogte getroffen landen; L. overwegende dat de klimaatverandering en de huidige economische crisis tot een aanzienlijke stijging van de grondstof- en voedselprijzen hebben geleid; 1. is zeer verontrust over de ongekende humanitaire situatie in de Hoorn van Afrika die nog altijd verslechterd en betreurt het onacceptabele aantal slachtoffers dat reeds vanwege de hongersnood in Somalië, Kenia, Ethiopië en Djibouti is gevallen; 2. benadrukt dat de situatie dit jaar niet zal verbeteren vanwege de oogsten die naar voorspelling laat en lager dan gemiddeld zullen zijn, de uitputting van de weidegronden en de waterbronnen en de sterke stijging van de prijzen van basisgranen, zoals maïs, van water en van brandstoffen; 3. verlangt een sterkere inzet van de internationale gemeenschap die haar inspanningen aanzienlijk moet vergroten om op deze noodsituatie te kunnen reageren en in te kunnen spelen op de toenemende humanitaire behoeften en te voorkomen dat de situatie verder verslechtert en gezien de ontoereikende financiering;
RE\877118NL.doc
3/5
PE472.674v01-00
NL
4. benadrukt dat de steun moet worden beheerst door middel van betrouwbare partners ter plaatse, een betere coördinatie en een betere organisatie van de distributie, om verduistering en plunderingen te voorkomen; 5. is verheugd over de inzet van de EU (Europese Commissie en lidstaten) en verzoekt om een verhoging van de steun; is eveneens verheugd over de inspanningen van de Afrikaanse Unie om deze crisis te bestrijden en benadrukt dat naast de voedselsteun ook de sanitaire omstandigheden ter plaatse met spoed moeten worden verbeterd; 6. benadrukt dat in Somalië, in het bijzonder in het midden en in het zuiden van het land en in de door Al Shabaab beheerste gebieden, de bevolking slechts zeer beperkt toegang tot de voedselhulp heeft; benadrukt dat rekening moet worden gehouden met alle personen die bij het conflict in Somalië betrokken zijn, op alle niveaus; roept op tot de invoering van een stelsel voor nationale verzoening zodat met de wederopbouw van het land kan worden begonnen; 7. roept de autoriteiten van het gebied op de humanitaire organisaties vrije toegang te verlenen en ervoor te zorgen dat de burgers, in het bijzonder vrouwen en kinderen, onder alle omstandigheden worden beschermd, overeenkomstig het internationaal humanitair recht; 8. herinnert aan de noodzakelijke koppeling van humanitaire hulp en ontwikkeling en aan het belang van een spoedige overgang van de noodsituatie naar een ontwikkelingssituatie, en verzoekt de internationale gemeenschap niet uitsluitend noodhulp te verlenen, maar eveneens langetermijninvesteringen te doen in de landbouw als voornaamste voedings- en inkomstenbron in het gebied en in de bouw van duurzame infrastructuur; 9. benadrukt dat de Afrikaanse landen eveneens langetermijnmaatregelen moeten nemen, met steun van de internationale gemeenschap, om ervoor te zorgen dat droogte niet meer noodzakelijkerwijs tot hongersnood leidt; benadrukt dat naast maatregelen op korte termijn, op lange termijn steun moet worden verleend om duurzame middelen van bestaan te kunnen waarborgen; 10. is in dit verband verheugd over het besluit van de Commissie om vóór 2013 meer dan 680 miljoen euro aan dit gebied te besteden in de vorm van langetermijnondersteuning op het gebied van landbouw, plattelandsontwikkeling en voedselveiligheid; 11. vraagt om transparantere, betere en tijdige informatie over de voedselreserves en voorraden en over de prijsvorming op internationaal niveau, zoals gevraagd in de recente mededeling van de Commissie getiteld "Grondstoffen en grondstoffenmarkten: uitdagingen en oplossingen"; verzoekt de Commissie de nodige maatregelen te nemen ter bestrijding van de buitensporige speculatie op de grondstoffenmarkten om de sterke stijging van de voedselprijzen een halt toe te roepen; benadrukt dat deze stappen moeten passen in het kader van de inspanningen op mondiaal niveau om de financiële markten te reguleren; 12. benadrukt dat de klimaatverandering een zware dreiging vormt voor de voedselveiligheid in de wereld, doordat deze de druk verhoogt op een reeds fragiel wereldvoedselsysteem; verzoekt de EU een voortrekkersrol te spelen bij het ondersteunen van arme landen in hun PE472.674v01-00
NL
4/5
RE\877118NL.doc
strijd tegen voedselonzekerheid; 13. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter van de Commissie Catherine Ashton, de Veiligheidsraad en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de instellingen van de Afrikaanse Unie, de regeringen en de lidstaten van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit, de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU en de regeringen van de lidstaten.
RE\877118NL.doc
5/5
PE472.674v01-00
NL