2009: Terug naar Colombia Koevermans maakt 2-0 voor PSV. Het is de Champions League wedstrijd tegen Marseille, seizoen 2008-2009. Met Lex ben ik in het PSV-stadion in Eindhoven, voor de eerste keer. Mooie plek dicht op het veld, geweldig zicht op het spel. Het is geen gewoonte om dit soort wedstrijden te bezoeken, maar ik ben uitgenodigd door een grote telecom provider die de Champions League sponsort. Lex wilde maar al te graag mee, ook al is PSV niet echt zijn cluppie.
Onderweg naar Eindhoven praten wij over de reis die gepland wordt voor de zomer van 2009 naar Colombia. Irene, dan 23 jaar, heeft haar moeder gezocht en gevonden. Nu wordt dus de reis gepland. Lex, op dat moment twintig jaar en ook geadopteerd uit Bogotá – Colombia, heeft helemaal geen drang om zijn moeder te zoeken en eigenlijk ook niet om Colombia te zien. “Stel je nou eens voor dat wij naar Colombia gaan, Irene‟s moeder ontmoeten en allerlei indrukken van het land opdoen. Komen we vervolgens thuis vol verhalen en jij bent niet meegeweest?” Zo ongeveer moet het argument geklonken hebben waarmee ik Lex probeer te overtuigen dat hij toch op z‟n minst mee kan gaan. Blijkbaar ben ik overtuigend geweest, Lex besluit om mee te gaan, om Colombia te zien. Tenminste dat dacht hij toen. Pak „m beet vier maanden later: de Nederlandse winter is niet ernstig, af en toe wat vorst maar de winters zijn niet meer zoals vroeger om er nog maar eens een cliché in te gooien. De nacht is gevallen en voor het eerst deze winter hebben we deze nacht wat sneeuw. Niet veel maar wel genoeg om een dunne witte deken over de stad te trekken. Lex is in gedachten verzonken, denkt aan Colombia, en typt voor hij er erg in heeft de naam van zijn moeder in Google. Twee seconden later staat het scherm vol met mogelijke verwijzingen. Hoe kan dit? Moeder in Colombia en bekend op het internet? Ze heeft geen veel voorkomende naam, maar dan toch. De eerste verwijzing is meteen al goed raak. Dat is schrikken, want Lex weet eigenlijk niet of hij dit zo bedoeld had. Dit vraagt om overleg met zus, die vast nog wel wakker is. Ze woont een paar straten verderop en de voetafdrukken in de sneeuw zullen in Lex‟ herinnering verbonden blijven met deze nachtelijke zoektocht. Bij Irene is het resultaat in Google hetzelfde, en beiden raken opgewonden. Nadat vader en moeder er de volgende dag ook nog eens goed naar gekeken hebben zijn we het er wel over eens dat dit moeder moet zijn, en dat een zoektocht niet erg ingewikkeld kan zijn. Lex ging al mee naar Colombia, nu is daar plotseling een bezoek aan zijn moeder bijgekomen.
Nemocon
Mama & dochter
Los Hijos dames CRAN
Het is avond in Nederland, de nacht komt er aan. Zo niet in Bogotá, wij zijn klaarwakker en al redelijk aan de tijdzone gewend, het is hier zeven uren vroeger dan thuis. Maandag de derde dag van onze reis naar Colombia, we hebben zojuist Nemocon en de zoutmijn gezien. Prachtig, maar vandaag is dat onbelangrijk, het is Irene‟s dag, zij gaat moeder ontmoeten. Los Hijos had die klus al een jaartje geleden geklaard, en met z‟n allen hebben we het jaar op dit moment gewacht. Ze is nerveus en rookt nog even een sigaret, buiten het hotel, en loopt een blokje om. Als ze naar binnenstapt zit er in de lobby een vrouw en man die niet bij ons gezelschap horen en waarvan ze intuïtief weet dat dit haar moeder is. De foto die Irene vooraf kreeg was niet van indrukwekkende kwaliteit, maar hier is geen twijfel. Tenminste niet over de vraag of dit moeder is. Wel over hoe er nu gehandeld moet worden. De afspraak is dat Irene op de hotelkamer wacht, en dat Los Hijos moeder naar binnen brengt. Wat nu? Lex biedt hulp en helpt Irene naar haar moeder. Misschien niet zo bedoeld, maar het helpt wel om de spanning te breken. Irene stapt op deze vrouw af met de vraag: “Mama?” waarmee het ijs onmiddellijk gebroken is. Wat is er nou mooier om te horen dan dat het eerste dat je verloren dochter zegt is: “Mama”! Er volgt een hartelijke ontmoeting, beetje chaotisch, want de dames van Los Hijos zitten nog bij een andere geadopteerde die net zijn moeder heeft ontmoet. En deze dames zouden vertalen, echt goed Spaans leren was er niet van gekomen. Moeder is echter blij met de ontmoeting, emotioneel. Het is ook niet niets om na bijna 24 jaren je dochter weer terug te zien, of om na 24 jaren de vrouw waaruit je geboren bent te zien. Ik sta er bij en laat het over me heen komen. Dit zijn emoties die je niet kent en waar je je niet goed op kunt voorbereiden. Ik heb gedaan wat ik kon, maar dit is allemaal nieuw. Het moet maar gewoon gebeuren. Vreemde gevoelens maar we merken direct een enorme warmte. Moeder en dochter hebben intens naar elkaar verlangd. Dit is de eerste ontmoeting van wat er zes zullen worden. De volgende dag staan we vroeg op want we hebben al op tijd een afspraak in CRAN, het kindertehuis. Dit is een bijzonder bezoek, vooraf het meest voor mijzelf. Sinds twee jaren ben ik voorzitter van de stichting projecthulp kindertehuis CRAN, een club van Nederlandse ouders van kinderen die via bemiddeling van CRAN geadopteerd zijn. Vandaag is het de eerste dag dat ik de mensen waarmee ik via email en Skype contact heb gehad zal ontmoeten. Los Hijos heeft dit bezoek vooral geprogrammeerd omdat de kinderen hun dossier in kunnen zien. Het bezoek is wat gehaast want om 11:00 uur moeten we weer in het hotel zijn. Dit is de dag van Lex, moeder en twee broers komen. We moeten een vervolgafspraak maken met CRAN want we hebben meer tijd nodig.
De spanning voor Lex is van gelijke grootte als gisteren bij Irene, nu is hij aan de beurt. Slapeloze nachten en zoals later zal blijken niet alleen in huize Pleiter. Om half twaalf staat het bezoek met moeder gepland, en net als gisteren is het de bedoeling dat moeder naar de hotelkamer komt, waar Lex wacht. Dat is tenminste het plan, maar Lex houdt het een kwartier voor tijd niet meer en loopt de straat op: “Ik zoek ze daar wel op”. Dat gebeurt op de hoek van de straat. De dames van Los Hijos die net met een taxi van een ander bezoek aankomen, schrikken van deze ontmoeting, maar beseffen dat het zo goed is. Deze ontmoeting met moeder en twee broers is voor allen vreemd en bijzonder. Ineens is er die zoon waar vier maanden geleden ineens een volslagen vreemde vrouw over kwam praten. Een vrouw die zoveel bleek te weten van deze moeder. Op dat moment wisten deze broers nog van helemaal niets, deze broer bestond voor hen nog niet. Maar daar maakte moeder snel een einde aan nadat duidelijk was dat Lex moeder wilde ontmoeten. Toen begonnen vier maanden van wachten, en de laatste nachten levert dat ook voor deze familie slapeloze nachten op. Het klikt direct tussen Lex, moeder en broers. Vooral de klik tussen Lex en zijn oudste broer is bijzonder. De tweede ontmoeting met familie op de vierde dag van onze reis. We hebben er zelf om gevraagd om deze ontmoetingen zo snel mogelijk gepland te krijgen, maar toch. Het hakt er wel in. Lex zal uiteindelijk op zeven ontmoetingen met zijn familie uitkomen. Hoe bijzonder om te zien dat wat jaren geleden als het ware verstoord werd in het gezinsverband nu ineens als het ware hersteld wordt. Gisteren en vandaag. Het tweede kindertehuis dat we bezoeken is Hogar Montserrat, een dag na de ontmoeting van Lex met zijn familie. Dit is een kindertehuis voor straatkinderen uit Bogotá en omgeving en wordt door de Nederlandse organisatie Wereldkinderen ondersteund. Het blijkt dat de bezoeken aan deze kindertehuizen iets met ons doen. Het zet ons met de benen op de grond, we zien in wat de verschillen tussen onze werelden zijn. We zien in dat de noodzaak onveranderd blijft bestaan om kinderen te beschermen en hen hulp te bieden. Kinderen schreeuwen om aandacht, niet verbaal, maar je merkt aan alles dat zij een tekort aan aandacht hebben. Hier in Hogar Montserrat speel ik met de fotocamera en heb daardoor intensief contact met een groep kinderen. De taal is dan geen barrière, het “spel” overwint alles. Met een digitale camera kun je onmiddellijk het resultaat van de opname laten zien. Ik speel met dat gegeven en de kinderen vermaken zicht uitstekend en poseren gewillig. Hogar Montserrat is op ongeveer 1,5 uur rijden van Bogotá, in een landelijk gebied. De kinderen krijgen hier de liefde en aandacht die zij in Bogotá ontbeerden, zo goed en zo kwaad als dat gaat met de beperkte middelen die deze verzorgsters hebben. Gisteren bij CRAN kwam dat al binnen bij mijn gezinsleden. Blijkbaar zat ik toen meer in mijn voorzittersrol, want vandaag ben ik aan de beurt. Het is een confrontatie met de achtergrond van je eigen kinderen en het besef dat er een wereld van verschil bestaat met ons leven en dat van grote delen van de Colombiaanse bevolking. Mijn emoties, er was al meer gebeurd dit jaar, komen er nu voor het eerst uit.
Adoptie was voor mijn vrouw en mij eerste keuze, net als de komst van Hugo, de broer van Irene en Lex. Je hele adoptieleven stel je je open voor de dingen die komen en gebeuren. Dus ook op de ontmoetingen hier in Colombia. Je wordt ouder zonder speciale opleiding daarvoor, je volgt je intuïtie en je luistert naar omstanders. Dat geldt ook voor adoptie-ouders, maar dan krijg je nog wel te maken met wat specifieke zaken. Dàn zijn er “lotgenoten” om steun te zoeken, ieder adoptie-ouderpaar heeft ze. Tijdens deze reis zijn dat de reisgenoten, en dat geldt voor iedereen, zowel voor geadopteerden als voor ouders. We hebben veel aan elkaar en gedurende de reis ontstaan er open relaties, dan kun je het je moeilijk voor stellen dat je dit allemaal in je gezinnetje alleen zou moeten opvangen. Het neemt de twijfels weg die er vooraf bij mij waren over zo‟n groepsreis. Dit bezoek aan Colombia is van de buitencategorie, in mijn ogen onmogelijk om je goed op voor te bereiden. Ook al doe je je uiterste best. We hebben dag vijf van onze reis er op zitten en we hebben al heel veel meegemaakt. Er staat nog veel op het programma en we zullen er van genieten. De Chivatour door Bogotá, de uitstekende restaurants waar we in de eerste week in Bogotá zullen eten, de citytour door het koloniale centrum van Bogotá en onze eigen trip naar de Amazone. Toch staat deze reis bovenal in het teken van de ontmoetingen met de families van onze kinderen. Daarom zijn we hier! Irene wordt 24 jaar, we zijn in Colombia dus wat is er mooier dan moeder bij de verjaardag te betrekken. Deze en de volgende dag staat er een trip naar Villa de Leiva op het programma, vertrek om negen uur. Er zit dus niets anders op dan een ontbijt te organiseren en moeder om zeven uur op onze hotelkamer uit te nodigen. Moeder brengt nu Juan Carlos (broer) en Mercedes (zus) mee. De familie wordt steeds completer. Volgens onze traditie bestaat een Colombiaans ontbijt uit scrumbled eggs (met ham) en bij voorkeur maracuja (passievrucht) vruchtensap. Zo ook vandaag, we voegen er broodjes met Nederlandse kaas aan toe. Goudse kaas kom je immers in de hele wereld tegen, zo ook in de niet geweldig grote supermarkt om de hoek bij het hotel. Het is behelpen met de keuken in ons appartement, maar het ontbijt verloopt prima. De familie vermaakt zich uitstekend. Voor Irene is er een tas met Colombiaanse cadeaus. Blijkbaar maak ik als eieren bakkende vader of man ook een bijzondere indruk. We vliegen boven het bladerdak van de Amazone. Een week later ‟s middags om drie uur. We zijn net vertrokken uit Leticia. Aero Republica is voor ons geboekt, goed vliegtuig ziet er redelijk nieuw en vooral betrouwbaar uit. We sluiten vijf dagen in de Amazone af en keren terug naar Bogotá. Allemaal hebben we het idee dat dit een welkome afwisseling is na ruim een week met intensieve en emotionele ontmoetingen in Bogotá.
Het is een internationale trip geworden omdat Leticia op een drielandenpunt ligt: Colombia, Brazilië en Peru. Bij aankomst stap je in een sauna, waar je pas bij vertrek weer uitstapt. Je weet het van tevoren maar omdat we zelden dergelijke bestemmingen bezoeken hakt het er wel in. Leticia laat een onuitwisbare indruk achter van chaos, straten vol met brommers en scooters die nietszeggende rondjes lijken te rijden, een onvergetelijke markt, het bijzondere hotel Tikuna (Decameron). Eén onvergetelijke dag in Reserva Marasha, een bezoek dat niemand mag missen die in dit gebied komt, met piranha vissen, aapjes voeren, en een zoektocht naar jonge kaaimannen. Bezoeken aan twee indianengemeenschappen, Colombia‟s Nationaal Park Amacayacu en Puerto Nariño. Als gezin hebben we wisselende ervaringen, de een heeft een dagje rust nodig om bij te komen van de emoties in Bogotá, de ander moet rustig aan doen vanwege de warmte. Allemaal concluderen we toch dat deze trip een bijzondere ervaring is. Yovanni Arrechea Gómez scoort 2-1, voor Indepediente Santa Fe (Bogota) vijf minuten voor het einde van de wedstrijd. Santa Fé wint de wedstrijd van Deportivo Indepediente Medellin in het Stadio El Campin in Bogotá. Het is een beetje regenachtige zaterdagavond, en we zijn blij met ons overdekte plekje. Het bijwonen van een voetbalwedstrijd in Zuid-Amerika is een bijzondere ervaring. Dit publiek is bijzonder fanatiek, weet tweemaal 45 minuten te zingen, springen en dansen, zonder ophouden. Een geblesseerde speler die buiten het veld behandeld moet worden wordt beschermd door vijf agenten met schilden. Beschermd tegen het publiek op de tribune. Drie rode kaarten en vele gele kaarten, we konden niet bijhouden hoeveel dat er waren. Hier kun je nog drie kwartier voor aanvang van de wedstrijd een kaartje kopen en zit je voor acht euro op een prima plek aan de lange zijde van het veld. Wij hebben de familie van Lex uitgenodigd om mee te gaan. Met z‟n allen genieten we. Ook al heeft Lex‟ familie wat moeite om zich aan te passen. Dit soort vermaak komt niet in hun spoorboekje voor. Als het al moeilijk is om de dagelijkse eindjes aan elkaar te knopen, is er geen ruimte voor dit vermaak. Ja ze genieten, maar tegelijkertijd kost het moeite om zomaar aan te passen. Harald is de oudere broer van Irene. De eerste kennismaking vond plaats op de tweede zondag toen we met de familie van Irene naar Monserrat gingen. Een berg op met een cabinelift, bovenop een kerk waar Bogotanen graag de zondag doorbrengen. Irene bouwt de beste band op met Harald, zij voelen elkaar het beste aan. Zijn verjaardag wordt gevierd, ook al is het maken van de afspraken daarvoor niet echt eenvoudig. En het belangrijkste is wel de ontmoeting die Harald regelt met oma, de moeder van de moeder. Dat wordt een bijzondere dag voor Irene met ontmoetingen met meer familie en goede gesprekken. In de laatste week van onze reis naar Colombia heeft Irene wel 3 ontmoetingen waar ook Harald bij is.
Een taxi brengt mij van het eindstation van het Transmillenium bussysteem in het noorden van de stad naar het CRAN moederhuis in het midden van de stad. In de ochtend ben ik meegeweest met een trip die de kinderen van CRAN gemaakt hebben naar dit bussysteem. Dit is een project om de kinderen ervaringen op te laten doen waaruit blijkt van welke omgeving zij onderdeel uitmaken. Deze ochtend heb ik enkele kinderen aan mij “hangen”. Vanaf het moment dat we bij CRAN vertrekken totdat ik afscheid neem. Eén grote roep om aandacht, alleen dit al maakt mijn besteding van deze ochtend de moeite waard. Bogotá heeft het initiatief genomen om het Transmillenium bussysteem aan te leggen. Met busbanen dwars door de stad, voor snelle bussen. Misschien is het wel het beste uit te leggen als een bovengrondse metro uitgevoerd met bussen. Het is ook de bedoeling geweest om een alternatieve metro aan te leggen. Mogelijk even effectief, maar qua bouw wel vele malen voordeliger dan het dure metro bouwen. De taxi levert mij af bij het moederhuis. In 1985 hebben we hier Irene opgehaald, snel daarna werd het kindertehuis verplaatst naar de wijk Suba. En werd dit huis het moederhuis, waar meisjes en vrouwen opgevangen worden die geen uitweg weten met hun zwangerschap en het kind dat op komst is. CRAN biedt dan hulp, begeleidt de moeder op medisch, sociaal en psychologisch vlak. De moeder wordt weerbaarder gemaakt, mogelijkheden geboden om zich op de arbeidsmarkt te ontwikkelen om zodoende te proberen het probleem dat in adoptie uitmondt structureel aan te pakken. Voor mij zelf is dit de kern van de aanpak van CRAN, hier moet het gebeuren, hier kun je preventief iets doen. Werken aan de toekomst, werken aan een betere situatie van vrouwen en moeders, ook al zijn de aantallen vermoedelijk druppels op een gloeiende plaat. Moeders worden zowel ambulant als in het moederhuis begeleid. Het moederhuis is sterk achter in onderhoud en qua indeling niet meer geschikt voor het beoogde gebruik. Een Nederlands gezin heeft actie gehouden en een groot bedrag verzameld dat de kern van de fondsen wordt om het moederhuis te verbouwen. Mijn reden om te komen is om waar te nemen wat de stand van zaken is. De renovatie is nog niet begonnen, en gepland voor januari 2010. De fondsen zijn nu beschikbaar en de planning wordt afgerond. Ik krijg een rondleiding en kan zelf waarnemen dat er vele punten zijn waar renovatie inderdaad gewenst is. Dit is een goed project, voor een belangrijk programma van CRAN.
Mijn vrouw is ook naar het moederhuis gekomen en we krijgen daar de lunch. We eten mee met de twee moeders, die op dat moment in het moederhuis verblijven, en de medewerkers. Er wacht ons nog een verrassing: er is een bijzondere bijeenkomst georganiseerd voor de middag. Tenminste zo ervaren wij dit, een ontmoeting die het gevolg is van mijn werk voor CRAN en niet gebruikelijk is voor ouders die een rootsreis maken. Tien moeders zullen komen voor een gesprek met ons. Om wederzijds ervaringen uit te wisselen. CRAN wil graag deze ervaring opdoen omdat moeders grote vragen hebben over de opvang van adoptiekinderen.
Tien vrouwen stellen zich voor en vertellen hun verhaal. Allemaal hebben ze indringende verhalen over hun verleden en de onmacht om een kind alles te geven wat je een kind wilt geven. De geboorteplanning die wij kennen is onbekend voor deze moeders, een zwangerschap overkomt hen, is vaak het gevolg van korte relatie met een toevallige passant. Over de opvoeding van een kind wordt vaak pas nagedacht als de zwangerschap al een feit is.
Neem nou Ysela, een jaar of 35 en al moeder van drie kinderen tussen elf en zestien jaar oud. Er is nog een kind op komst, bepaald niet gepland. Het was bepaald geen gemakkelijke keuze om te beslissen dat dit kind elders beter af zou zijn dan wat zij kon bieden. Zij wil het beste en kan dat zelf niet bieden met al drie kinderen in huis. Veel steun van haar familie krijgt ze niet, ze werkt zelf om de kinderen op te kunnen voeden. Ysela toont zich bijzonder verheugd met het gesprek waar zij de vragen kan stellen die zij heeft over haar dochter die via CRAN geadopteerd is. Wij antwoorden vanuit onze situatie, en stellen haar blijkbaar gerust. De dag van afscheid is gekomen. Zowel Irene als Lex zijn ervan overtuigd dat zij in Colombia terug zullen komen. Als het aan hen ligt volgens jaar. Toch moet er afscheid genomen worden, en dat is voor niemand leuk. Moeders, broers, zussen voor allemaal is het even moeilijk als het moment op de dag voor vertrek naar Nederland aangebroken is. Een onvermijdelijk afscheid dat door merg en been gaat.
Vanaf het balkon van ons hotel kijk ik uit over de Noordzee. Een rustige zee, het seizoen is bijna voorbij en er zijn niet veel gasten meer. Wij hebben een weekeinde aan de kust gepland kort na onze reis naar Colombia. Deze reis was geen vakantie, we hebben wat tijd nodig om bij te komen. Mijn dagboekje is bij tot en met dag twaalf er missen nog elf dagen. Ik nestel me in een goede stoel op het balkon en met een frisse zeewind om mij heen schrijf ik de resterende dagen uit. Na twee bladzijden zit ik er weer helemaal in, de bladzijden vloeien als inkt uit mijn pen. Het verhaal wordt compleet. Was dat niet het doel van dit weekeinde? Om alles op z‟n plek te zetten? Het is goed geweest. Onze eerste indruk is dat de ontmoetingen een leemte in de geschiedenis van onze kinderen hebben opgevuld. Zij zijn zelf ook nog druk om hun ervaringen aan elkaar te rijgen. Het ontmoeten van je familie en antwoord krijgen op enkele vragen is belangrijk. Ik vergelijk 2009 met 1985 en 1988. Een vergelijking die snel mank gaat, maar je wilt toch beoordelen of er veel veranderd is. Dan kun je niet anders concluderen dat dit het geval is. Er is veel veranderd, maar er is evenveel blijven steken waar het was. De wanhoop waarmee moeders zich melden bij organisaties als CRAN is onveranderd. De moeders van 1985 en 1988 zijn mogelijk wel in een betere situatie terecht gekomen maar er zijn weer andere moeders die hun plek ingenomen hebben. Organisaties zoals CRAN zijn onveranderd hard nodig om kinderen op te vangen en moeders te helpen. Adoptie is een allerlaatste redmiddel, anders mogen we dit niet zien. Van deze reis is mijn ervaring dat het geen doel op zich is maar een oplossing als er geen andere route meer is. Nog steeds nodig, en gelukkig via de mij bekende organisaties op een zeer zorgvuldige manier zonder verdenking van ongewenste praktijken. Steven Pleiter | Adoptievader | Voorzitter Stichting Projecthulp Kindertehuis CRAN
Er is een verhaal te vertellen over
• Bogotá is de hoofdstad van Colombia, een staat in het noord-westen van Zuid Amerika. De verschillen tussen arm en rijk zijn erg groot, maar gelukkig zijn er instanties die kinderen helpen. • Fundacion CRAN is een organisatie voor de reintegratie en aandacht voor kinderen (Centro de Reintegro y Atención del Niño). Zij runnen een instelling voor circa 80 kinderen in de leeftijden van 2 – 7 jaar. Daarnaast bieden zij pleegzorg en hulp aan meisjes en vrouwen die geen uitweg weten met hun zwangerschap. Waar geen andere oplossing meer bestaat kan adoptie aangeboden worden.
Moeders Tehuis Roots
Kinderen
Adoptie
Pleegmoeders Voorschoolse opvang Steven Pleiter is sinds 1985 ouder van 2 adoptiekinderen, sinds enkele jaren voorzitter van de Nederlandse vrienden van het CRAN, en in 2009 op bezoek geweest in Colombia. Eerste doel van de reis was een ontmoeting met de (biologische) moeder en familie van zijn eigen adoptief kinderen. Ook werd CRAN bezocht, meegelopen met activiteiten en vond een indringend gesprek plaats met “CRAN moeders”.
Hierover is een ingrijpend verhaal te vertellen en van circa 1 uur. Over de nood voor kinderen in Colombia, en de wijze waarop wij hulp kunnen bieden. Nodig Steven Pleiter uit! Het verhaal krijgt u kosteloos zolang wij onderling kunnen afspreken dat een collecte die na afloop gehouden mag worden minimaal € 125,- oplevert. Een bedrag dat natuurlijk geheel ten goede komt aan CRAN. Steven Pleiter | Timmermeesterslaan 3 | 8014 EJ Zwolle 0612 922 425 |
[email protected]
Stichting Projecthulp Kindertehuis CRAN | Secretariat: Koetshuislaan 32, 8551 PW Woudsend | www.phg-cran.nl |
[email protected] | ABNAMRO 426034287 | ING 407983
CRAN en de kinderen van Bogotá