t^
t-
rqq3
PENSIOENREGLEMENT
van de StlchÈlng Pensioenfonds Urenco Nederland Inhoudsopgave HOOFDSTI'K
I
Artikel Artikel Artikel Artikel ertikel
1 2 3 4 5
Artikel
6
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
Art ike I
-
-
7B91011 1,2 -
Begripsbepal ingen Aanvang en einde van de verzekeringen Verzekering van de aanspraken Financiering van de aanspraken Aanspraken bij gehele of gedeeltelijke arbe idsonges chikthe id Aanspraken bij beëindiging van het dienstverband anders dan door overlijden Gevolgen van echtscheiding Afkoop Vüijziging of intrekking van de pensioenregeling UiEreiking van een exemplaar van het pensioenreglemenE Bewijs van verzekering Verplichtingen van de belanghebbende Toeslagen
13L4- Afwijkende regeling
l_5 - Onvoorziene gevallen
Inwerkingtreding
16
HOOFDSTT'K
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Àrtikel Artikel Artikef
INLEIDENDE BEPÀLINGEN
II
202t22232425-
25.A'-
3
3
4 5
5 6
7 õ 9 9 9 9
10 10 10
DE ÀLGEMENE REGELING
L7- Aanspraken op pensioen 18- Pens ioengronds lag r_9 -
t-
Dienstj aar Ouderdomspens ioen Nabestaandenpens ioen Ti j deli j k nabestaandenpensioen Iiüezenpens
ioen
Toeslagen Overgangsbepal ingen Overgangsbepal ingen
11 11 12 L2
I2 13 13
t4 I4 16
4
fondsenwet prevaleren eerstgenoemde bepalingen, tenzij afwij king daarvan wettelijk niet geoorloofd is. 3
4
voorzover het fonds de voor de verzekering(en) verschuldigde koopsommen en/of premies aan de verzekeraar heeft voldaan, is het fonds van de uit dit reglement voor haar voortvl-oeiende pensioenverplichtingen gekweten. op de in dit pensioenregl-ement omschreven pensioenen bestaat geen aanspraak, indien en voor zover het risico door de verzekeraar niet is aanvaard of de deelnemer niet heeft vofdaan aan de uit het pensioenreglement. voort.vloeiende verptichtingen.
Arti-kel 4 - Financierinq van de aanspraken 1
De financiering van de aanspraken op ouderdoms- en nabest.aandenpensioen geschiedt op basis van koopsommen en/of premies, hetgeen betekent dat steeds een gedeelte van het totale in uitzicht gestelde pensioen wordt ingekocht.. Deze inkoop víndt jaarlijks op 1 april plaats. Vorenbedoeld
gedeelte wordt aIs volgt vastgesteld:
op 1 april wordt. de dan getdende pensioengrondslag vermenigrruldigd met. het geldende pensioenpercentage en het aantal dienstjaren dat tot en met. 31 december van het betreffende kalenderjaar bij de werkgever zal zíjn doorgebracht; het op de al-dus omschreven wijze gevonden produkt wordt verminderd met het reeds ingekochte bedrag op 31 maart van het betreffende kalenderj aar;
voor het aldus resterende gedeelt.e wordt een koopsom vastgest.eld. Het gedeelte van het nabestaandenpensioen dat. nog niet is ingekocht het gehele wezenpensioen worden verzekerd tegen betaling van risico-
en
premies. 2
3
De koopsommen en/of premies zijn uiterlijk verschuldigd tot. de pensioendatum en komen voor rekening van het, fonds. De jaarlijkse werkgeversbijdrage is vastgelegd in de financieringsovereenkomst tussen de werkgever en het fonds. Van de benodigde jaarlijkse doorsneepremie wordt een derde verhaald op de deelnemer. Elk jaar opnieuw wordt, door het Bestuur van heÈ fonds bezien of de deelnemersbijdrage kan worden verlaagd of moeE worden verhoogd. De koopsom die verschuldigd is ingevolge art.ikel 6 lid 4, komÈ geheel voor rekening van het fonds. De stortingen voor de in art.ikel 25 lid 5 omschreven plusregeling, de middelen zoals omschreven Ín artikel 34 en de premies voor het in artikel 42 lid 2 en lid 3 omschreven arbeidsongeschikt.heidspensioen komen voor rekening van de werkgever.
4
De premies voor het in artikel 43 omschreven WAO-zekerheidsplan komen voor rekening van de deelnemer.
5
bijdrage van de deelnemer als bedoeLd in 1id 2 en lid 4 van diE artiker wordt door de werkgever in geJ-ijke en opeenvolgende Eermijnen bij elke salarisbetaling op het salaris ingehouden. De
SPUN/v61081096
11
HOOFDSTUK
IT
DE AIGEMENE REGELING
Artikel l-7 - Ä,ansÞraken op pensjoen L
z
3
4
Overeenkomstig de bepalingen van dit pensioenreglement heeft de werknemer die de leeftíjd van 25 jaar heeft bereikt aanspraak op ouderdomspensioen zoal-s omschreven in artikel 20. De deelnemer heeft voor zij.n of haar echtgeno(o)t(e) aanspraak op nabestaandenpensioen, zoal-s omschreven in artikel 21, op tijdelijk nabestaandenpensioen, zoal-s omschreven in artikel- 22 en voor zijn/lnaar kinderen aanspraak op wezenpensioen, zoal-s omschreven in artikel 23. De gehuwcle werknemer, die nog niet de 25-jarige leeftijci heeft bereikt, heeft voor zijn of haar echtgeno(o)t(e) en/of kinderen aanspr:aak op nabestaandenpensioen, ti j de1 ij k nabestaandenpens ioen eri/of wezenpensioen overeenkomstig de bepalingen van dit reglement, cloch uitsluitencl op risicobasis. Deze aanspraak verval-t met. ingang van de dag waarop aanspraak op pensioen wordt verkregen op grond van de voorgaancle leden dan wel bij beêin
het dienst.verband in het huwelijk treedt. Àrt ike I t_
1
I
_Jslgf e€IgfAnds feg
De pensioengrondslag wordt. elk jaar op 1 april vastgest.eld en is gel_ijk aan het, op die datum voor de deelnemer geldende jaarsalaris, nadat dit is verminderd met 10/7 maal het bedrag van de alsdan geldende gezamen-
lijke pensioenuitkeringen (exclusief overhevelingst.oeslagen) ingevolge de Algemene Ouderdomswet toekomende aan met. elkaar gehuwde gerechtigden die beiden 65 jaar of ouder zíjn. Bestanddelen van de uitkering krachtens de Algemene ouderdomswet., de vakantie-uit.kering daaronder begrepen, die wettelijk niet voor aftrek in aanmerking komen, zul-Ien bij de vastst.elring van de pensioengrondslag betrokken worden. Door de Minister van Sociale Zaken en lVerkgeLegenheid is hiervan dispensatie verl-eend. 2
3
Indien de deelneming aan de in dit pensioenreglement omschreven pensioenregeling op een andere dan de in het vorige líd genoemde datum aanvangt., wordt. bij de vast.stelling van de pensioengrondslag voor de eerste maal uitgegaan van heÈ bij aanvang van de deelnemi_ng voor de werknemer geldende jaarsalaris en van het bedrag van de op de eerste april daaraan voorafgaande overeenkomstig het vorige lid vast te steLlen uitkering ingevolge de Algemene Ouderdomswec. Voor de deelnemer met een niet volledige dagEaak geldt een herleide pensioengrondslag, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 19 lid
SPUN/v6/081096
2
¿z
Voor elk jaar dat de deelnemer heeft. deelgenomen in deze regeling wordt een bedrag vastgesteld, gebaseerd op het gemiddelde jaarsalaris van de deel-nemers in deze regeling in het betreffende jaar en ter grootte van het percentage van de loonsom dat in dat jaar ingevolge de eerste volzin van artikel 34 beschikbaar is gesteld, en vermeerderd met de intrest.opbrengst zoal-s door het fonds in het beleggingsdepot wordt verkregen. Voor deefnemers, die minder dan het bij de werkgever normaal_ geldende aantal arbeidsuren per week werken, geldt een op basis van deeltijd herleide aanspraak. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt de bovengenoemde afkoopsom vermj-nderd naar rato van de mate van arbeidsongeschiktheid, conform de in arÈikel I lid 3 van de verzekeringsvoorwaarden pensioenverzekeringen genoemde tabel "
De afkoopsom za\ echter niet groter zijn dan de waarde van de in art.ikel 35 lid 1 genoemde bedragen, vermenígvuldigd met de breuk: de bij de werkgever vanaf de 25-jarige leeftijd doorgebracht werkelijke dienstjaren/35 (zijnde de maximaal te bereiken diensttijd tussen de 25-
en 60-jarige leeftijd)
.
Artikel 37 - Voortzettinq pensioenpremiebetalinq t-
2
Vanaf de ingangsdatum van het vroegpensioen van de deelnemer, doch niet eerder dan vanaf de 60-jarige leeftijd, tot aan de eerst.e dag van de maand, waarin de 65-jarige leeftijd wordt bereikt, zaT voortzett.ing van betaling van de koopsom en/of premie ten behoeve van de conform Hoofdstuk II in uitzicht gestelde aanspraken op pensioen, plaatsvinden. Op de ingangsdatum van het vroegpensioen za\ het fonds hiertoe bij de verzekeraar de benodigde storting doen. De bijdrage van de deelnemer, tevens deelnemer in de plusregeling, voor de conform Hoofdstuk II in uitzicht gestelde aanspraken op pensioen, wordt, tijdens de periode van vroegpensioen verlaagd. Deze verlaging kan niet resulteren in een negatieve bijdrage. De reductie bedraagt 2,5e"punt van de pensioengrondslag en wordt toegepast. op de bij ingang van vroegpensioen geldende premiebijdrage van de deelnemer.
SPUN/v61081096