2006 33
SCHRIFTELIJKE VRAGEN Vragen van de heer P.F.C. Jansen (vragen binnengekomen op 3 april 2006 en antwoorden van het college verzonden op 16 mei 2006)
De SP-fractie ontving recent een brief van de Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) van de Hogeschool Utrecht over de verkeersveiligheid op de Uithof ten gevolge van de vele bouwprojecten die momenteel in uitvoering zijn. De CMR pleit voor de volgende verbetermaatregelen: - effectieve, duidelijke en veilige looproutes naar de faculteiten en naar de parkeerplaatsen creëren en aangeven; - de looproutes dienen ten allen tijde verhard, opgeruimd en vrij van obstakels te zijn; - duidelijke en veilige fietsroutes en stallingen creëren en aangeven. De SP-fractie verzoekt u een reactie te geven op de suggesties van de CMR en heeft aansluitend nog de volgende vragen: Reactie op voorgestelde verbetermaatregelen van de Centrale Medezeggenschapsraad van de Hogeschool Utrecht − Op 20 april 2006 zijn op de reeds bestaande pijlborden extra borden geplaatst met het symbool van een voetganger. Hierdoor is het duidelijker wat de looproutes zijn. − Hierin is vanaf het begin van de werkzaamheden voorzien. Medewerkers van Stadswerken houden hier toezicht op. − Het betreft fietsroutes en -stallingen op niet-openbaar gebied. Wij hebben tijdelijke verwijsbordjes naar deze stallingen laten plaatsent. In het wekelijks overleg hebben wij de vertegenwoordiger - die mede namens de Hogeschool deelneemt - geattendeerd op de verbetermaatregelen, die de CMR heeft bepleit. Gedurende de werkzaamheden vindt wekelijks overleg plaats met Facility Management van de Universiteit en het Utrechts Medisch Centrum. Alle signalen en knelpunten worden tijdens dit overleg besproken. 1. Hoe toetst u aanvragen voor het tijdelijk afsluiten van de openbare weg, met inbegrip van fietspaden en trottoirs op noodzaak, beperking van de duur van de afsluiting en flankerende maatregelen om de overlast te beperken? Aanvragen voor een tijdelijke afsluiting lopen via de vergunningverlening van de afdeling Gebruik Openbare Ruimte (GOR), Bouwtoezicht en Bureau Bereikbaarheid Utrecht (BBU). Na toetsing in het Kernteam Bereikbaarheid Utrecht, onder voorzitterschap van BBU, verleent BBU toestemming voor afsluitingen en omleidingen. In het Kernteam hebben alle hulpdiensten, busondernemingen, Parkeerbedrijf gemeente Utrecht en de afdeling Verkeer en Vervoer van de Dienst Stadsontwikkeling zitting. De toetsing geschiedt conform de opgestelde gemeentelijke randvoorwaarden bij het werken aan de weg (zie bijlage). Daarnaast worden de landelijke randvoorwaarden werken aan de weg 96b van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in Grond- Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (CROW) gehanteerd. Bouwers dienen niet altijd een aanvraag in, maar nemen soms illegaal delen van de openbare ruimte in beslag en sluiten zonder toestemming fiets- en/of voetpaden af. Bouwtoezicht en/of GOR moeten op straat handhaven. Ook de gebiedsbeheerder kan hierin met zijn team een rol spelen en uiteraard reageren wij op signalen van de gebruikers van de openbare ruimte. 2. Worden dergelijke vergunningvoorwaarden schriftelijk vastgelegd? Zo ja, hoe? De vergunningen worden samen met de daarbij behorende afspraken schriftelijk vastgelegd bij GOR, Bouwtoezicht en in het verslag van het Kernteam.
3. Hoe is de handhaving geregeld? Handhaving is een punt van zorg, vanwege het ontbreken van voldoende personele capaciteit. Handhaving gebeurt nu incidenteel en via meldingen van overlast. De taak handhaving wordt structureel toegevoegd aan Stadswerken. Dit is per 1 januari 2007 gepland. 4. Welke sancties kunnen worden opgelegd indien de aanvrager zich niet houdt aan de vergunningvoorwaarden? Bij illegale activiteiten of afwijking van de vergunning pleegt Bouwtoezicht in eerste instantie overleg. Dat leidt in ca. 95% van de gevallen tot een aanvaardbare oplossing. Bij niet nakoming wordt het middel van aanschrijving ingezet. Stadswerken geeft bij overtredingen boetes vanaf EUR 500,00. De hoogte van de boete is afhankelijk van de mate van overtreding. BBU kan de werkzaamheden aan doorgaande routes stil leggen en de oude situatie laten herstellen op kosten van de veroorzaker.
Bijlage bij de antwoorden van SV 2006/33 Utrecht 14 oktober 2005
Uitgangspunten voor de toetsing van Infrastructurele projecten door het kernteam. 1. Melden. Meld je project altijd op tijd aan. Het is van belang de noodzakelijke informatie en tekeningen in vijftienvoud en twee weken voor het kernteamoverleg aan te leveren. Er is alleen na overleg met Bureau Bereikbaarheid een mogelijkheid spoedeisende zaken in te passen. Geef daarbij aan, wat de status is van je project. Er wordt het volgende onderscheid gemaakt: • Voor projecten welke nog in besteksfase zijn, worden de randvoorwaarden en uitgangspunten over het tijdspad, omleidings- en bebordingsplan en eventuele knelpunten aangegeven. (bijvoorbeeld: bij grote projecten en verkeersplannen de fasering en de faseringsvolgorde). • Voor projecten (kleinere met minder impact) waarbij er al een aannemer bekend is, worden direct specifieke werkafspraken gemaakt over omleidingen, borden en tijdsplanningen. Deze werkafspraken worden niet meer in het kernteam besproken, maar via een uitvoeringsoverleg met enkele kernteamleden (hulpdiensten en indien relevant de busondernemingen). Voor alle gesprekken die niet in een kernteam vergadering plaats vinden, geldt dat de door het kernteam vastgestelde uitgangspunten/randvoorwaarden bindend zijn. Mocht er een noodzaak zijn om daarvan af te wijken, is terugkoppeling naar het kernteam noodzakelijk. Tevens moeten alle kernteamleden op de hoogte worden gebracht van de gemaakte afspraken.
2. Randvoorwaarden Houd rekening bij het ontwikkelen van je plan met de onderstaande voorwaarden: Veiligheid. 1. Bovenal staat dat er veilig gewerkt moet worden. (conform de Arbo wetgeving) 2. De verkeersveiligheid moet gewaarborgd blijven. (conform de CROW richtlijn 96b en de specifiek toegevoegde randvoorwaarden vanuit de gemeente Utrecht, zoals die voor invalide, fietsers en voetgangers) 3. De Hulpdiensten als een Brandweer, Ambulance en Politie moeten het maximaal mogelijke aan bereikbaarheid verleend worden (Zie bijlage 1). 4. Indien het niet strijdig is met bovenstaande moeten doorgaande wegen openblijven voor verkeer. Dit vanwege de doorstroming van het verkeer ten behoeve van de hulpdiensten. (zie bladzijde 5) Leefbaarheid Het algemeen belang van het Openbaar vervoer staat in dit kader voorop. Zij zullen in grote lijnen uit de weg kunnen met dezelfde afmetingeisen als die van de Brandweer (Zie bijlage 1). De leefbaarheid van de stad moet optimaal gegarandeerd worden, door aandacht in het Plan van Aanpak voor de milieuaspecten (geluid en emissie). Tot slot in dit kader willen we de burger in alle redelijkheid bedienen van de kortst (mogelijke), maar ook goed begaanbare route. Tijdstippen. Maak bijvoorkeur de keuze, te werken op tijdstippen wanneer het verkeersaanbod het minst is. Daar waar mogelijk moet er altijd buiten spitstijden om gewerkt worden. De spitstijden zijn van 7.00 tot 9.30 en van 15.30 tot 18.00 voor projecten in de directe omgeving de Jaarbeurs bij beursdagen 7.00 tot 10.30 uur en van 15.00 tot 18.30 uur Omgeving. Ga na wat er in je omgeving nog meer voor projecten of andere zaken spelen en anticipeer hierop. Kijk voor het actuele overzicht op de website van Bureau Bereikbaarheid www.utrecht.nl\bereikbaar. Maak (of laat maken) bij complexe projecten een (DSO vakgroep verkeer) verkeersmodel om te bekijken wat de gevolgen zijn van de afsluiting / omleiding voor het verkeer.
Projectkaart Vul altijd als opdrachtgever of projectleider direct bij het starten van een project (in de voorbereidings- of uitvoeringsfase) een projectkaart volledig in. Dit om in een zo vroeg mogelijk stadium anderen partijen via de website op de hoogte te stellen wat er gepland is of gaat worden. Dit om onnodige overlast in de stad Utrecht te voorkomen. Verkeersregelinstallaties (VRI) Wanneer er verkeersregelinstallaties in of nabij het project aanwezig zijn, zorg er voor dat de werkzaamheden aan de VRI tijdig wordt voorbereid en / of opgestart, let op bij asfalteringswerkzaamheden in de directe omgeving van een VRI op de lussen in het asfalt.
3. Wijzigingen Geef bij wijzigingen in de planning / uitvoering of bij verlaten van de uitgangspunten, het vervangen/wisselen van verantwoordelijke projectleiders of opzichters het direct door aan Bureau Bereikbaarheid. Mail naar
[email protected] of bel 030-286 7089. Randvoorwaarde bereikbaarheid voor de brandweer specifiek. De categorisering van wegen wordt in drie functies verdeeld: • Hoofdinfrastructuur • Gebiedsontsluiting • Erftoegang Hoofdinfra en Gebiedsontsluitingswegen vormen de verkeersaders. Erftoegangswegen zijn voor de verblijfsgebieden. Algemene bereikbaarheid eisen voor de brandweer Eis 1: Afmetingen Een weg is alleen door de brandweer te gebruiken wanneer dat recht doet aan de specifieke afmetingen van brandweervoertuigen. Zoals: De maximale belasting van de weg, de asbelasting en het totale gewicht, (totaal gewicht 25 ton en aslast 10 ton). De minimale doorgangshoogte (4,2 meter), de minimaal beschikbare rijbaan breedte (3,5 meter {uitzondering 3 meter indien er aan tweezijde een obstakelvrije ruimte van 0,5 meter aanwezig is}), de minimale buitenbochtstraal, (10 meter) en de maximale binnen bocht straal, afhankelijk van de buitenbochtstraal (5 meter). Eis 2: Routes Verkeersaders bieden aan de brandweervoertuigen een onbelemmerde doorgang (maximale snelheid + 20 Km/uur zonder snelheidsremmers en eventueel VRI beïnvloeding). Eis 3: Gebiedstoegangen Verkeersaders en verblijfsgebieden kennen een zodanige samenhang dat een willekeurig adres in een verblijfsgebied binnen een gestelde tijd (gerekend vanaf het verlaten van de verkeersader) bereikbaar is in max. 2 minuten. Bereikbaar is voor een eengezinswoningen, maximaal 40 meter van de voordeur en voor alle andere gebouwen dat voor verblijf van mensen is bestemd 10 meter. Doodlopende wegen; maximaal 40 meter diep of minimaal 4,5 meter wegbreedte en een keerlus aan het einde (opstelplaats redvoertuig moet zijn: 5,5 meter breed, 10 meter lang, 4,2 meter hoog en met een aslast van 10 ton en een stempeldruk van 100 ton/m2). Eis 4: Alternatieve toegangen Naast de route die in eis 3 is bedoeld moet een willekeurig adres binnen een verblijfsgebied in principe via een tweede onafhankelijke route bereikbaar zijn. (Net als in 3 maar dan tot minimaal 40 meter) Eis 5: Hoge bebouwing Bij een bouwwerk dat voor verblijf van mensen is bestemd, dat een vloerhoogte heeft van meer dan 6 meter en dat niet voldoet aan het Bouwbesluit 2e fase, moeten ten behoeve van de redding een of meerdere opstelplaatsen voor een redvoertuig aanwezig zijn. (opstelplaats redvoertuig moet zijn: 5m breed, 10 meter lang, 4,2 meter hoog en met een aslast van 10 ton en een stempeldruk van 100 ton/m2).
Eisen voor bereikbaarheid op perceel niveau; Eis 1: Perceel toegangen Indien de toegang(en) tot een gebouw of bouwwerk, mede bestemd voor het toegang verlenen aan hulpverleners in geval van brand of ongeval, meer dan 40 meter van de openbare weg ligt, moeten er op het terrein een of meerder opstelplaatsen voor blusvoertuigen zijn (zo veilig dat 30 minuten na ontstaan van een brand of calamiteit de opstelplaats nog bruikbaar is). Eis 2: Opstelplaats De opstelplaats moet direct toegankelijk zijn van de openbare weg via een onafhankelijke route en geschikt voor het zwaarste voertuig van de brandweer wat verwacht daar te komen.