RAADSLEDENOVERLEG HOEKSCHE WAARD Verslag van de vergadering van het Raadsledenoverleg Hoeksche Waard van 19 september 2012 in de grote zaal van het kantoor van de SVHW in Klaaswaal. Aanwezig
De heer A. Borgdorff (voorzitter), de heer M.J.W. Tobeas (griffier), de heer W. de Jonge (BINT, Oud-Beijerland), de heer A.W.H. Bothoff (Gemeentebelangen Korendijk, Korendijk), de heer P.D. van Loo (CDA, Binnenmaas), de heer C. aan de Wiel (GroenLinks, Korendijk), de heer J.F. Oosterkamp (Strijens Belang, Strijen), mevrouw J. Pepels (GroenLinks, Binnenmaas), de heer L.P. Kerpel (D66, Binnenmaas), de heer A. van der Linden (SGP, Korendijk), de heer A. Steenbergen (CDA, Strijen), de heer J. Stelpstra (PvdA, Korendijk), mevrouw M. den Tuinder-van Meteren (D66, Cromstrijen), mevrouw M.C.M. Boorsma-Ruitenberg (VVD, Korendijk), de heer R.S. Heij (VVD, Cromstrijen), de heer P. Boogaard (CDA, Korendijk), de heer E.J. Wijdeveld (VVD, Binnenmaas), de heer J.A.M. Nieland (GBBM, Binnenmaas), de heer J. Oudeman (SGP, Cromstrijen), de heer A. Overwater (VVD, Strijen), de heer Tamerius (Cromstrijen ’98, Cromstrijen), raadsleden
Mede aanwezig
mevrouw R. Melissant, de heer A. Geuze (Bureau West8), de heer Van Zuylen, de heer De Graaf (Goudappel/Coffeng), de heer G.J. Metselaar (secretaris SOHW)
Verslag
Mevrouw I.C. Wendt (Notuleerservice Nederland)
1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering om 20.00 uur en heet de aanwezigen welkom, in het bijzonder de gasten op de publieke tribune en de heer Van der Linden die de taak van de heer De Vos heeft overgenomen. Mededelingen - De heer Van ’t Hof is afwezig door gezondheidsklachten. Besloten wordt om hem namens het raadsledenoverleg een bloemetje te sturen. - De heren Van der Wulp, De Leng en Tuinder zijn met kennisgeving afwezig. De heer Stokman wordt vervangen door mevrouw Den Tuinder, de heer Polderdijk wordt vervangen door de heer Tamerius. De heer Hoek en mevrouw Verbaas zijn wegens ziekte verhinderd. - Een aantal leden uit Oud-Beijerland is zonder kennisgeving afwezig. Vaststelling agenda Twee burgers hebben zich aangemeld om gebruik te maken van het spreekrecht. Zij zullen inspreken voor agendapunt 7 en 8. De agenda wordt met deze aanvullingen vastgesteld. 2. Vaststellen verslag d.d. 23 mei 2012 De heer Oosterkamp merkt op dat zijn naam op pagina 5 fout gespeld is. Het verslag wordt met deze opmerking vastgesteld. Naar aanleiding van De heer Van Loo vraagt of in het verslag weer kan worden opgenomen of een lid namens zijn gemeente of namens zijn fractie spreekt. Afgesproken wordt dat dit in het verslag wordt opgenomen als de sprekers dit vermelden.
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
1
3. Spreekrecht burgers De heer Kolf van de Kamer van Koophandel Hollandsche Eilanden en Waarden zal voorafgaand aan agendapunt 7 inspreken en de heer Pijl namens Comité Molendijk Veilig zal voorafgaand aan agendapunt 8 inspreken. 4. Rondvraag De heer Stelpstra vraagt namens Korendijk aandacht voor de regionalisering van de brandweer. Een groot aantal raadsleden was twee weken geleden bij de presentatie over de gevolgen van de regionalisering aanwezig. Er is nogal wat kritiek op het proces, met name op de kostenstijging en –verdeling. Er was weinig ruimte voor discussie tijdens de bijeenkomst. Op de vraag of er wel een kosten-batenanalyse voor de bestedingen aan de brandweer is gemaakt, werd niet ingegaan. De komende tijd wordt niet gekeken naar het gewenste ambitieniveau: het niveau staat al vast met de bijbehorende hoge kosten. In Korendijk is zijn motie aangenomen waarin wordt aangedrongen op forse bezuinigingen op de regionale brandweer. In Binnenmaas is een soortgelijke motie aangenomen. Namens de fracties van Korendijk roept hij de overige gemeenteraden op om de moties van Korendijk en Binnenmaas te bekijken en te overwegen deze over te nemen. Op deze manier zendt de Hoeksche Waard een krachtig signaal richting de Veiligheidsregio. De heer Van Loo zegt dat het CDA in Binnenmaas het initiatief heeft genomen voor een soortgelijke motie die unaniem is aangenomen. In de motie wordt gevraagd om de bezuinigingen veel eerder te laten ingaan dan 2017, liefst al in 2013. Het is belangrijk dat de raden aan hun vertegenwoordiger in het bestuur van de Veiligheidsregio meegeven om stemming te vragen over de begroting. De heer Heij zegt namens Cromstrijen dat het college bij het opstellen van de meerjarenbegroting van 2012 al een brief heeft gestuurd aan de Veiligheidsregio waarin wordt gevraagd om 10% taakstellend te bezuinigen. Cromstrijen heeft dus al aan de vraag voldaan maar ondersteunt het initiatief van harte. De heer De Jonge zegt namens Oud-Beijerland dat in zijn raad het onderwerp ook is besproken. Je moet een kosten-batenanalyse maken op het niveau van de kwaliteit van de brandweerzorg. Oud-Beijerland heeft gekozen voor kwaliteit en heeft hier geld voor over. De heer Steenbergen zegt namens Strijen dat ook deze gemeente midden in de discussie zit over het kostenniveau. Men moet niet alleen spreken over de kosten maar ook over het gewenste kwaliteitsniveau. Misschien kost het nu wel heel veel en kan het een tandje minder. De heer Van der Linden stelt dat de VNG een discussie voert met minister Opstelten over de verlenging van aanrijdtijden naar vijftien minuten en dat de minister dit niet wil. Dit is reden tot zorg want kortere aanrijdtijden leiden tot hogere kosten. De voorzitter stelt dat het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio nu via de gemeenteraden aan zet is. Een flink aantal gemeenten geeft aan dat de Veiligheidsregio zich ervan bewust moet zijn dat budgetten niet onbeperkt zijn. Als de burgemeesters vanuit dit standpunt input willen leveren in het algemeen bestuur, kan men dit zo goed mogelijk oppakken. Uiteindelijk is de Veiligheidsregio echter een gemeenschappelijke regeling met negentien gemeenten, en moet overeenstemming worden gevonden over de financiën. Men moet het samen doen. De heer Stelpstra is blij met de reacties van de gemeenten. 5. Ingekomen stukken
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
2
Besluitenlijst DB SOHW d.d. 24 mei 2012 De besluitenlijst DB SOHW wordt voor kennisgeving aangenomen. Overleg SOHW met het maatschappelijk middenveld De voorzitter geeft aan dat de vorige keer uitgebreid is ingegaan op het maatschappelijk middenveld. Vanuit het overleg tussen bestuurders en het maatschappelijk middenveld worden twee lijnen zichtbaar. De eerste is dat meer serieuze interactie zou moeten plaatsvinden tussen belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld en de portefeuillehoudersoverleggen Economie, Samenleving, Ruimtelijke Ordening en Veiligheid. Dat is nieuw ten opzichte van het verleden toen het overleg algemener van aard was. De tweede lijn is de afspraak om integraal en overkoepelend contact te onderhouden. Dit is meer gericht op het proces: hoe gaan we in het proces met elkaar om? Deze twee lijnen bieden perspectief voor de effectiviteit van het SOHW. De wil tot samenwerking is bij beide partijen aanwezig. 6. Groslijst agendavoorraad ROHW Intergemeentelijke samenwerking De voorzitter zegt dat de stuurgroep actief is, bestaande uit de vijf burgemeesters met een netwerk van griffiers en gemeentesecretarissen. Op 5 oktober komen zij bij elkaar om de evaluatie van de intergemeentelijke samenwerking te bespreken. Een tweede stuurgroep houdt zich bezig met de ontwikkeling van ambtelijke samenwerking. Vandaag is in het dagelijks bestuur SOHW besloten dat ook het SOHW zelf een evaluatie zal uitvoeren. Dat is beloofd aan de raden in de gemeenschappelijke regeling. De evaluatie zal voor het ROHW worden geagendeerd. 7. Sociaaleconomische visie Hoeksche Waard De heer Kolf spreekt in namens de Kamer van Koophandel Hollandsche Eilanden en Waarden. Hij stelt dat de sociaaleconomische visie in tegenstelling tot eerdere visies meer aandacht geeft aan de economische bedrijvigheid in de Hoeksche Waard. De visie biedt kansen. Het lokaal gevestigd bedrijfsleven zorgt voor een solide basis van de lokale economie. Daar begint immers de toegevoegdewaardecyclus: wordt er minder of geen geld verdiend, dan zijn er ook minder leuke dingen voor de mensen mogelijk. Tot de economie behoort ook de vrijetijdseconomie. Die zou maar voor een bescheiden surplus zorgen. Voor de hand liggende kansen worden weliswaar benut, maar als de Hoeksche Waard aantrekkelijk wil worden voor recreatie en toerisme, zal er meer moeten gebeuren. Gezocht moet worden naar een trekker die mensen buiten de Hoeksche Waard voldoende aanspreekt. Wat maakt de Hoeksche Waard interessant voor bezoekers? Wandelaars, fietsers, bezoekers van Tiengemeten worden verwelkomd, maar op bescheiden schaal. Het is geen stevige economische drager. Watersport zou door intensieve samenwerking verder ontwikkeld kunnen worden. Door de ruime aanwezigheid van vaarwater is wel afstemming met omliggende gemeenten nodig. Hoe zien buitenstaanders de Hoeksche Waard? Men noemt: platteland, landbouw, rust, groen. Dat zou de kracht van het gebied kunnen zijn: de agrarische sector kan de Hoeksche Waard nadrukkelijker op de kaart zetten. Deze sector is niet alleen kenmerkend voor de Hoeksche Waard maar ook professioneel en innovatief. Ze heeft potentie in zich, zeker in samenwerking met de voedselverwerkende industrie kunnen interessante mogelijkheden worden gevonden. Daarnaast is er sprake van krimp. Om leefbaar te blijven is samenwerking tussen gemeenten noodzakelijk. Er moeten moeilijke keuzes worden gemaakt. Het SOHW heeft al een aantal zaken overgenomen maar ook afzonderlijke gemeenteraden moeten over de gemeentegrenzen heen kijken. De omgeving biedt kansen: het ligt dicht bij bedrijvig Nederland, dicht bij de Rotterdamse haven. Van de grote investeringen in de Tweede
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
3
Maasvlakte heeft Hoeksche Waard echter weinig geprofiteerd. Dat is onbegrijpelijk en onaanvaardbaar. Het vestigingsbeleid zou beter afgestemd moeten worden op de dynamiek van ondernemingen. Hun afzetgebied is overal en moet gestimuleerd worden. Bestemmingsplannen mogen geen obstakel vormen voor groei. Ondernemers zijn ook niet gebaat bij lange processen: zij kunnen geen tientallen jaren vooruit plannen. Inspreker vraagt de leden om hun bevoegdheden aan te wenden. De visie biedt kansen op meer werkgelegenheid, als de gemeente in staat is om met de regio mee te ontwikkelen; er zijn kansen op meer vrijetijdseconomie als er inspanningen verricht worden om de kracht van het eiland beter te benutten. In de zoektocht naar een gezonder en stabieler leefomgeving is de Kamer van Koophandel desgewenst een partner. Mevrouw Pepels vraagt of het betoog mag worden samengevat als oproep tot een gemeentelijke fusie. De heer Kolf noemt het een redelijke constatering. De heer Flieringa legt uit dat het voorstel uit twee delen bestaat: de sociaaleconomische visie die door de raden moet worden vastgesteld en het uitvoeringsprogramma waarvoor nu een eerste aanzet is gemaakt. Voor het uitvoeringsprogramma worden de raadsleden vanaf de kaderstelling meegenomen in het proces. In het tweede deel van de presentatie zal hij de leden meenemen naar een korte discussie over het uitvoeringsplan, overigens zonder de intentie om vanavond al tot definitieve conclusies te komen. Men krijgt tijdens het traject nog ruimschoots de gelegenheid om – samen met het maatschappelijk middenveld – input te leveren en in debat te gaan met elkaar. Hij dankt de heer Kolf voor zijn betoog; het is fijn dat de Kamer van Koophandel zijn visie toont op de sociaaleconomische visie. De heer Roobol (programmamanager SOHW) legt uit dat de sociaaleconomische visie een project is binnen het programma Economie. Aanleiding tot het opstellen van de visie was de Structuurvisie Hoeksche Waard en het Uitvoeringsprogramma 2010-2014. De sociaaleconomische visie moet richting geven aan de regio en de vijf gemeenten om te bepalen waar zij hun economisch beleid op moeten richten. Tijdens het proces bleek dat er heel veel wensen waren voor ontwikkelingen die men in de visie wilde betrekken. Daarom heeft het lang geduurd voordat de Stec Groep met de visie aan de slag kon. Aanpak Stec Groep De Stec Groep heeft veel gegevens over vraag en aanbod verzameld en geanalyseerd. Geconstateerd werd dat het aanbod in de Hoeksche Waard groter is dan de vraag. De ruimtelijke structuur van de Hoeksche Waard is in beeld gebracht, er is gekeken naar het type bedrijvigheid dat in de regio is vertegenwoordigd en in welk gebied het ligt. De Hoeksche Waard ligt op de as Rotterdam-Antwerpen, dicht bij veel economische grootheden maar tegelijkertijd zijn de economische activiteiten heel kleinschalig. Er zijn vooral veel ondernemingen die een duidelijke binding hebben met de dorpen waarin ze gevestigd zijn en die ook zorgen voor de vitaliteit van die dorpen. De Stec Groep heeft sessies met gemeentelijke ambtenaren georganiseerd, telefonische interviews met sleutelpersonen gehouden en in de Hoeksche Waard bijeenkomsten belegd met politiek, bestuurders, maatschappelijk middenveld en ondernemers. De centrale vraag was steeds: waar liggen kansen voor de Hoeksche Waard? Conclusies De conclusies zijn misschien voor de hand liggend, maar zullen in het uitvoeringsplan verder geconcretiseerd worden.
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
4
-
-
-
-
Zet in op zaken die goed beïnvloedbaar zijn en maak duidelijke keuzes, bijvoorbeeld voor werklocaties. Waar ontwikkel je bedrijvigheid, welke ruimte bied je aan bedrijven? Bedrijventerreinen vullen zich niet meer vanzelf: wat zijn de wensen van bedrijven, waar willen ze zich vestigen? Zorg voor goede infrastructuur, zowel op recreatief gebied als van en naar werklocaties. Zorg voor intensieve samenwerking en goede afstemming tussen gemeenten. Zorg dat ze niet elkaars concurrenten worden, maar creëer een gezamenlijk regionaal belang, met ondernemers, de Kamer van Koophandel en andere betrokken partijen binnen en buiten de Hoeksche Waard. Groot denken met kleine stappen. Gemeenten moeten duidelijk streven naar een sociaaleconomisch aantrekkelijk gebied voor lange termijn. Dit kan in kleine stappen bereikt worden. Voorbeelden van kortetermijnstappen staan in het uitvoeringsprogramma. Maak keuzes waarvoor je wilt gaan en focus op kansrijke sectoren. Zoek synergie, bijvoorbeeld door recreatie te koppelen aan zorgeconomie en wellness.
Speerpunten en acties De heer Flieringa zegt dat een aantal zaken uit de presentatie ook al door de Kamer van Koophandel is genoemd. Dat is niet verwonderlijk, want de sociaaleconomische visie is tot stand gekomen na uitvoerig overleg met bedrijfsleven en de Kamer van Koophandel. Er zijn twaalf acties gekoppeld aan de speerpunten. 1.
Actualiseren van visie werklocaties met als doel het behouden en creëren van aantrekkelijke toekomstgerichte werklocaties. 2. Gewijzigde marktvraag vraagt om herijking van uitgangspunten. 3. Slim omgaan met leegstand van kantoren en bedrijfsruimten. 4. Afspraken maken over beheer en herstructurering van bestaande werklocaties zodat ze langzamer verouderen en langer aan de marktvraag blijven voldoen. 5. Inzetten op structurele en langdurige promotie van de Hoeksche Waard. 6. Creëren van kansen voor recreatief verblijf en mogelijkheden voor watersport. 7. Inventariseren van kansen in de zorgsector en deze vertalen in businesscase. 8. Stimuleren van kansen in de ontwikkeling van de bio-economie. 9. Inzet op verbreding van kwaliteit in aanbod van detailhandel. 10. Beleid opstellen dat het mogelijk maakt om voorzieningen te concentreren om mogelijke krimp op te vangen. 11. Actieve lobby voor dependances van hogeronderwijsinstellingen, bijvoorbeeld agrarisch onderwijs. 12. Jongeren in de regio houden door een beter woning- en onderwijsaanbod. De sociaaleconomische visie wordt door het pfo Economie vastgesteld en ligt nu bij de gemeenteraden voor. Daarna wordt gezamenlijk een uitvoeringsprogramma opgesteld. De actiepunten zijn een eerste aanzet hiertoe. Door een discussie te voeren op basis van een aantal stellingen zou de heer Flieringa inzicht willen krijgen in de gewenste prioritering van de acties. Dit zal in het pfo Economie worden besproken, waarna het pfo een conceptuitvoeringsprogramma met bijbehorende prioritering zal uitwerken. De heer Nieland merkt op dat bij de doelstelling van de Hoeksche Waard staat: met respect inpassen van sociaaleconomische activiteiten voor de status Nationaal Landschap. Er moet goed op worden gelet dat nieuwe ontwikkelingen consistent zijn met andere teksten, zoals de structuurvisie. Eerder is vastgesteld dat ruimtelijke ontwikkelingen het landschap moeten versterken. Dat is iets anders dan ‘respect hebben voor’. De heer Flieringa antwoordt dat de visie is opgesteld door de Stec Groep en dat dit een constatering van hen is. Hij is het eens met de heer Nieland dat de teksten in diverse beleidsstukken consistent moeten zijn.
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
5
De heer Wijdeveld mist een speerpunt, namelijk het opnemen van dergelijke visies in structuurplannen en ruimtelijkeordeningsplannen met als eerste actiepunt het opheffen van de provincie die hier als hindermacht opereert. De heer Flieringa antwoordt dat het natuurlijk goed is om dit actiepunt toe te voegen. Iedereen is bezorgd over de interactie met de provincie in bepaalde trajecten. Het is echter zaak om er samen voor te zorgen dat de sociaaleconomische visie wordt geïntegreerd in de structuurvisie. De heer Oudeman stelt dat aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de sociaaleconomische visie en het uitvoeringsprogramma vast te stellen maar het is lastig om het eerst vast te stellen om pas daarna inzicht te krijgen in de kosten, dekking en prioritering. Waarom is hiervoor gekozen? De heer Flieringa zegt dat er bewust voor is gekozen om eerst de visie op te stellen. Voordat zo’n visie gemaakt is, kun je haar immers niet uitvoeren. In deze visie zitten fantastische elementen, zoals het aantrekken van hoger onderwijs, die niet eenvoudig te realiseren zijn. De gemeenten zijn nog niet in staat om vanuit eigen middelen dit soort acties op te zetten. Daarom is eerst in beeld gebracht wat de wensen van bestuurders zijn voor de Hoeksche Waard. Nu worden deze in stellingen aan de gemeenteraden voorgelegd. Als leden bepaalde onderwerpen willen prioriteren, kan het bestuur ermee verder. De heer Oudeman is het hiermee eens, maar als de raden niet weten hoeveel het kost om bijvoorbeeld hbo-instellingen naar de regio te halen, is het ook moeilijk om een afweging te maken. De heer Flieringa antwoordt dat de kosten en dekking in beeld worden gebracht in het uitvoeringsprogramma. De heer Van Loo constateert dat bio-economie als kansrijke sector wordt genoemd. Hij vraagt in hoeverre de suggestie van de heer Kolf over Agrofood wordt meegenomen in de visie. De heer Flieringa antwoordt dat de suggestie kan worden meegenomen. De raadsleden bepalen de prioritering van onderwerpen. De heer Kerpel miste in het stuk een overzicht van geraadpleegde literatuur en de bronnen waarop de analyse is gebaseerd. In veel gebieden heeft men te maken met vergrijzing en wegtrekkende jeugd. In de analyse wordt gezegd dat er voor de jeugd te weinig voorzieningen zijn om zich te vermaken. Hij zou graag meer informatie hierover ontvangen. Vergrijzing en wegtrekkende jeugd zouden de oorzaken zijn van de teruggang in leefbaarheid. Maar ze kunnen wellicht ook als kans worden gezien. De Hoeksche Waard zou zich kunnen profileren als gebied waar ouderen zeer welkom zijn en rustig kunnen genieten van hun oude dag. Zeker in combinatie met ‘zorgeconomie’ zou dit kansrijk kunnen zijn. De heer Flieringa zegt dat het aspect zorgeconomie in de visie is verwoord en breed terugkomt in de discussie. Hij zal de geraadpleegde literatuur laten toevoegen. De voorzitter stelt voor om de stellingen niet meer te bespreken en de presentatie af te ronden. De heer De Jonge is het hier niet mee eens. De toekomstvisie is te belangrijk om door te schuiven naar de gemeenteraden.
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
6
De voorzitter vraagt of de ROHW één stelling wil behandelen. De heer Flieringa stelt voor een om aparte bijeenkomst te beleggen en dan samen met partijen uit het maatschappelijk middenveld alle stellingen uitvoering te bespreken. De heer De Jonge vindt dit een prima idee maar merkt nog wel op dat het de sociaaleconomische visie van het SOHW is en dat de opmerking over consistentie met andere beleidsstukken terecht was. Het feit dat de Stec Groep de visie heeft opgesteld, is daarbij irrelevant. De heer Flieringa is het hiermee eens, maar doelde op de redactie van een zinsnede in het rapport. De heer Heij stelt voor om workshops te organiseren om over de stellingen te discussiëren en de conclusies vervolgens plenair terug te koppelen. 8. Presentatie over concept Regionaal Verkeer- en Vervoerplan Hoeksche Waard De heer Pijl van Comité Molendijk Veilig mist in de koersnota het onderdeel tractortransporten van onder andere grondverzet- en loonbedrijven. Het gebied heeft al decennialang veel overlast van dit transport. Vooral jongere bestuurders zijn betrokken bij ongevallen met landbouwvoertuigen, doordat ze veel te hard over de dijken rijden, vaak met een telefoon aan het oor. In de factsheet Trekkers van TLN van maart 2007 worden talloze voorbeelden aangehaald als niet afgedekte lading en voertuigen die niet APK-gekeurd zijn. Op 19 juli 2012 had TLN een gesprek met portefeuillehouder Verbaas omdat de organisatie zijn expertise en kennis niet mocht delen in de klankbordgroep. Op andere locaties, zoals gemeente Eemsmond en provincie Zeeland heeft TLN wel deel uitgemaakt van de werkgroep. TLN heeft de nota Eemsmond verspreid onder de deelnemers aan de workshop Infrastructuur Hoeksche Waard 2030. Deze nota zou als blauwdruk voor de Hoeksche Waard kunnen dienen. Ook heeft TLN in 2010 aandacht gevraagd van de commissaris van de koningin voor de verkeersonveiligheid door vrachtverkeer. In zijn beantwoording geeft de heer Franssen aan dat de SOHW een werkgroep heeft ingesteld om te komen tot een bedrijvennummeringssysteem en dat de provincie bij het proces is betrokken in haar rol als wegbeheerder. De werkelijkheid is echter weerbarstiger. Het bedrijvennummeringssysteem komt niet van de grond, terwijl vooral in Korendijk de nummering van steeds groter wordende bedrijven in de polder hard nodig is. Dolend vrachtverkeer belet de doorstroming en veroorzaakt overlast en verkeersonveilige situaties op de smalle dijkwegen voor bewoners en bezoekers. Uit de verslagen van de klankbordgroep blijkt dat er foute antwoorden werden gegeven en dat feiten niet klopten. De rondweg Zuid-Beijerland met flessenhals is geen volwaardige ringweg omdat deze een maximumsnelheid van 60 km/uur kent. De toegangswegen met 80 km/uurregime voldoen bovendien niet aan het Duurzaam Veiligconcept. Het concept RVVP is nog lang niet af. Input van ervaringsdeskundigen zoals TLN ontbreekt, het is een puur theoretisch plan. Inspreker voelt zich als ervaringsdeskundige niet serieus genomen door het SOHW en vraagt daarom om bij de presentatie van het RVVP opmerkingen te mogen maken en vragen te mogen stellen aan portefeuillehouder Verbaas en projectleider Van Zuylen. Tot slot verzoekt hij de inspraak, met de brief van de commissaris van de koningin, bij het verslag te voegen. De heer Kerpel vraagt of de heer Pijl het belang van het bedrijvennummeringssysteem ook bij het college van Korendijk heeft aangekaart, omdat hij aangaf dat vooral in die gemeente een dergelijk systeem hard nodig is.
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
7
De heer Pijl antwoordt dat hij het op meerdere plaatsen heeft aangekaart, onder andere in Korendijk en bij de provincie. De heer Aan de Wiel merkt op dat hij in het vorige ROHW de noodzaak van een bedrijvennummeringssysteem heeft aangekaart. De heer Kerpel was toen ook aanwezig. Er was zeer breed draagvlak onder de aanwezigen om het systeem nieuw leven in te blazen. Hij vindt het stuitend om te zien dat het weer niet van de grond komt. Het is ook onduidelijk waarom het niet gebeurt, terwijl alle raadsleden dit wensen. De voorzitter rondt deze discussie af. De heer Tamerius stelt dat de inspreker suggereerde dat het landbouwverkeer geen aandacht krijgt. In het stuk leest hij wel degelijk een aantal passages over conflicten tussen landbouwverkeer en overig verkeer. De heer Pijl betoogt dat deze passages in het oorspronkelijk RVVP niet waren opgenomen. De heer Van Zuylen (projectleider) benadrukt dat het betoog over het RVVP nog geen bestuurlijke status heeft. Het pfo Economie heeft wel met de presentatie ingestemd maar zich nog niet inhoudelijk gebogen over het RVVP. De bedoeling van de presentatie is uitsluitend om het ROHW aan te geven waar men mee bezig is en in welke richting het RVVP gaat. De heer Van de Graaf (projectleider Goudappel/Coffeng) betoogt dat de auto voor velen het favoriete vervoermiddel is. Psycho-analyticus Jung zei al: “Alle keuzes die je maakt, maak je ten gunste van gemak, status, zekerheid of winst”. Een van deze motieven laat de mens altijd de auto nemen. Landelijke trends RWS heeft in 2011 een trendanalyse gedaan naar demografische ontwikkeling. Daar komen diverse trends uit voort: vergrijzing, verkleuring, intensivering van het leefpatroon en reürbanisatie. Voor de Hoeksche Waard betekent dit dat het autogebruik zal toenemen en fietsverkeer en openbaar vervoer zal afnemen. De auto wordt daarom als uitgangspunt gebruikt. In de structuurvisie al beschreven dat er een rondweg met dwarsverbinding moest komen. Dit is ook nu weer als uitgangspunt genomen, zij het in iets andere vorm. Het meeste verkeer komt vanuit de Heinenoordtunnel de Hoeksche Waard binnen. De N217 is de drager voor het uitspreiden van het verkeer. Vervolgens zijn er noordzuidverbindingen om bij de gewenste dorpskern te komen. De bestaande infrastructuur vormt dus de drager, de provinciale weg door Klaaswaal en de Langeweg tussen Oud- en Zuid-Beijerland vormen de basis. Aanvullend daaraan moet de aansluiting bij Numansdorp worden gebruikt om vanaf het Hellegatsplein naar de Hoeksche Waard te rijden. De basis van het rondwegsysteem wordt gehandhaafd met 80 km/uurwegen. De rondweg mist nog twee stukjes weg. De verkeersdruk is daar echter veel minder groot dan op de provinciale wegen, dit kunnen 60km/uurwegen blijven maar ze zijn wel zo druk dat op een aantal plekken verkeersmaatregelen moeten worden genomen zoals gescheiden banen voor fiets- en autoverkeer. Op de A29 zal na 2020 congestie ontstaan richting de Heinenoordtunnel en op het knooppunt richting de N217. Van daaruit is gekeken welke alternatieven er zijn om opstoppingen te voorkomen. Verkeerskundig zou het goed zijn als de A4-Zuid vanaf de Beneluxster richting Numansdorp wordt gerealiseerd, want hij zorgt voor een robuust netwerk. Zo behoudt de A29 zijn capaciteit in de Heinenoordtunnel, er is minder noord-zuidverkeer dat door de
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
8
polder rijdt en het verkeer naar de autosnelwegen wordt beter verdeeld. Bovendien ontstaat er ruimte voor eventuele ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein. Waarop gelet moet worden, is de verbindingsboog van de A4-Zuid en de A29. Bij de Beneluxster worden richting Delfland niet alle richtingen gemaakt waardoor het omliggende wegennet drukker wordt. Stel dat dit ook gebeurt bij de aanleg richting de Hoeksche Waard, dan moet men de gevolgen hiervan goed in kaart hebben en oplossen. Voor de aansluitingen op de A4-Zuid zijn diverse varianten die alle verkeerskundig en economisch overwogen moeten worden. Fietsverkeer Met name op de dijken rijdt veel verkeer. Deze routes moeten veiliger gemaakt worden voor fietsers. De dijken kunnen autoluw gemaakt worden door het verkeer over de rondweg te leiden. Ook de verkeersveiligheid bij scholen kan verbeterd worden. Openbaar vervoer Het meeste openbaar vervoer is op Rotterdam geënt. Sneldiensten zouden de 80 km/uurwegen kunnen gebruiken. Nu is dat in de spits al het geval, maar dit zou misschien de basis moeten worden. Vervolgens zouden er aanvullende diensten moeten komen en kan een aantal transferia worden gemaakt bij Heinenoord en bij de aansluiting Numansdorp. Het is soms lastig om bij een busstation te komen. Daarom kan gekeken worden of bij het gemeentehuis van Binnenmaas en ten oosten van Oud-Beijerland een P+R kan komen zodat de bus langs de file kan rijden. Vrachtverkeer Als de vorkstructuur goed is gemaakt, liggen de bedrijventerreinen pal langs de structuur. De vrachtwagenchauffeur zal hier gebruik van maken, want hij rijdt niet voor zijn lol over de dijken. Lokaal moet bekeken worden hoe je vanaf de rondweg bij de bedrijfsclusters komt. Milieu Het plan bevat een aantal voorstellen voor maatregelen om het wagenpark te verschonen, zoals oplaadpalen. Verder moeten er goede fietspaden zijn, moet geluidhinder verminderd worden bij de aanleg van nieuwe wegen en kunnen verplaatsingen verkort worden door P+R en transferia aan te leggen. Ketenmobiliteit De verkeersdruk naar Tiengemeten wordt groot. Als bij de aansluiting Numansdorp een P+R wordt gemaakt voor woon-werkverkeer naar Rotterdam, kan deze in het weekend worden gebruikt om recreanten van Tiengemeten op te vangen. Samenvatting RVVP - Vorkstructuur beheerst afronden. - Aanleg A4-Zuid is handig voor robuust netwerk. - Fiets: ontvlechten waar nodig. - Openbaar vervoer versnellen over de vorkstructuur. - Vorkstructuur ook gebruiken voor vrachtverkeer - Milieu en keten als aanvullende maatregelen. De heer Heij vraagt wat de financiële gevolgen zijn van al deze plannen en voorstellen. Hoe kan het RVVP worden vastgesteld zonder enig inzicht in de kosten? De heer Van Zuylen antwoordt dat aan het RVVP voorlopig geen uitvoeringsprogramma wordt gehangen maar wel een lijst van mogelijke maatregelen met een globale volgorde en indicatie van de kosten.
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
9
De heer Heij zegt dat dit niet de intentie was van zijn vraag. De raden moeten het RVVP als kaderstellend document beschouwen, maar dan zijn ook financiële kaders nodig. Wordt deze kaderstelling nog ter discussie aan de raden aangeboden? De voorzitter zegt dat het ROWH aandacht voor dit thema zou kunnen vragen aan het pfo. De heer Van Loo sluit zich aan bij deze vraag over financiën. Het is een rode draad die al langer door het ROHW loopt en binnen het SOHW algemeen besproken moet worden: welke plannen worden er gemaakt en kunnen ze worden uitgevoerd? De plannen die hier gepresenteerd worden, zijn doorgaans onbetaalbaar. De discussie over de A4-Zuid is bekend: de meerderheid is onder bepaalde voorwaarden voorstander, maar verwacht dat de weg niet snel wordt gerealiseerd. Met openbaar vervoer kan wel iets meer gedaan worden. De heer Van Loo vermeldt graag dat het CDA Binnenmaas al heeft gevraagd om de carpoolplaats/P+R bij de Reedijk te behouden, want die dreigt te verdwijnen en dat is een stap achterwaarts. De heer De Jonge vindt ook dat men vooraf goed moet afwegen of het zinvol is om plannen te maken. Aan de andere kant is het wel nuttig om de gegevens te bewaren tot het moment dat de maatregelen worden uitgevoerd. Dan is het vast duidelijk welke richting het op gaat. De heer Heij is het hier niet mee eens. Als een plan een paar jaar ligt, is het verouderd en niet meer toepasbaar. De heer Kerpel is blij dat er een begin is gemaakt. Hij denkt dat dit document een bijdrage zou kunnen leveren aan de discussie met de provincie over de bereikbaarheid van de regio. De meeste wegen zijn immers in beheer van de provincie en het waterschap. De heer Aan de Wiel denkt er anders over. Hij vraagt hoe lang de raden al bezig zijn om een aantal verkeersborden te plaatsen. Dit komt niet van de grond omdat de vijf gemeenten het niet eens worden. Zo wordt niets bereikt, dus kan dit mooie ambitieuze plan zo de la in. Het lijkt een duur plan dat niets toevoegt aan wat er al bekend is. Het geld dat de Hoeksche Waard zou kunnen krijgen van de provincie om de bereikbaarheid te verbeteren, laat de regio lopen. 9. Masterplan Noordrand Hoeksche Waard Mevrouw Melissant (voorzitter van de stuurgroep) schetst de laatste stand van zaken betreffende het uitvoeringsprogramma Structuurvisie Hoeksche Waard. Een onderdeel daarvan was het Masterplan Noordrand. Het opstellen van zo’n plan kost veel geld, maar kon betaald worden met de 100.000 euro subsidie die de Hoeksche Waard heeft ontvangen doordat het SOHW de Mooi Nederlandprijs heeft gewonnen. De essentie van het masterplan zijn de vragen: wat zijn de kernkwaliteiten van de Hoeksche Waard en wat is het DNA van de Hoeksche Waard? Dit moet je eerst weten, voordat je ontwikkelingen initieert. Daarnaast is het nodig dat je besef hebt van wat je al hebt in de streek. Hoe kun je dat verbeteren, hoe kun je verbindingen aanbrengen, wat moet er worden aangevuld, wat past er bij de Hoeksche Waard, wat vult het bestaande DNA aan? Bij de beantwoording van deze vragen is het maatschappelijk middenveld betrokken, ook partijen van buiten de Hoeksche Waard. De stuurgroep heeft een werkbezoek aan Duitsland gebracht, een schetsbijeenkomst georganiseerd, ideeën gegenereerd en in alliantiebijeenkomsten met het maatschappelijk middenveld en bedrijfsleven gesproken. Als kansen worden gezien: bedrijvigheid, streekeigen architectuur en woningbouw, en recreatie. Uit de alliantiebijeenkomsten zijn veel goede ideeën ontstaan. Ondernemers en andere betrokkenen gaven wel aan dat het masterplan snel vervolg moet krijgen. Het masterplan moet via het pfo en de colleges worden
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
10
vastgesteld door de gemeenteraden, waarna men aan de slag kan. In het uitvoeringsprogramma speelt de overheid slechts een bescheiden, faciliterende rol. De heer Geuze (Bureau West8) heeft negen maanden onderzoek gedaan naar de Noordrand van de Hoeksche Waard, als vervolg op de structuurvisie. De Hoeksche Waard is een mooi eiland en een uitzonderlijk fenomeen omdat het omgeven wordt door diverse Randstedelijke gebieden zoals de Drechtsteden en Rijnmond, terwijl het ook in de delta ligt. Dat zie je vooral vanuit Klaaswaal. Je ziet rondom industrie en stad, maar ook landbouw, water en natuur. De route Rotterdam-Antwerpen zorgt ervoor dat de logistieke sector zich hier graag vestigt. Provincie Zuid-Holland krijgt geen grip op het gebied en gebruikt planologische en sociaaleconomische termen als regioparken, tussenlokaal, corridor, assen, om de Hoeksche Waard te duiden. De natuurdelta spreekt mensen heel erg aan, maar ligt verscholen achter de dijken. De gemeenten hebben tien jaar gewerkt aan de Structuurvisie Hoeksche Waard. Het is een goed stuk: het vormt een uiteenzetting van welke kant de Hoeksche Waard op kan. Er wordt gesproken over de kernwaarden. De vraag is nu hoe deze kernwaarden gepreciseerd kunnen worden. Het masterplan is geen nieuw stuk, maar gaat een slag verder. Als je kernwaarden, het DNA, als vaststaand feit hanteert, kun je je afvragen of je nulgroei voor woningbouw moet hanteren of niet. Woningbouw is alleen gewenst als dat het DNA versterkt. Als woningbouw bij het DNA past, is dit een irrelevante vraag. De Hoeksche Waard is een constellatie van polders en dorpen. De Hoeksche Waard heeft een bijzondere polder- en dijkstructuur. Dat is het DNA van de Hoeksche Waard. De morfologie van dorpen is nog volledig leesbaar, wat een enorme kwaliteit is. De polders hebben bijzonder weinig beplanting omdat de boeren vroeger alleen maar last hadden van bomen. De dijken hebben heel verschillende profielen en zijn nauwelijks aangetast. In de Hoeksche Waard is men geneigd dit allemaal vanzelfsprekend te vinden, maar in de rest van Nederland zijn nauwelijks nog aanwaspolders te vinden van deze kwaliteit. Elders zijn de polders door de jaren heen volgebouwd of door ruilverkaveling volledig ontdijkt. Vanuit de dorpskernen zou je een schets moeten maken: wat zijn de kernwaarden voor elke gemeenschap: bijvoorbeeld de kerk, de molen, een aantal straatjes. Voor de Noordrand is dit vastgelegd, zowel de dorpssilhouetten als de morfologie van de dorpjes. In Oud-Beijerland zijn bijvoorbeeld de lijnen van het landschap doorgetrokken in de bebouwde omgeving. Het is belangrijk dat dit niet verdwijnt door een verkeerscirculatieplan of een ambitieus nieuwbouwproject. Je moet de oude elementen koesteren zodat je het DNA vasthoudt. Dit DNA biedt vervolgens een handvat voor dorpsuitbreidingen: vraag je af welke woningtypes erbij passen. In het masterplan is dat ook doorgetrokken in streekeigen architectuur: boerenhoeves en eenvoudige burgerwoningen zonder al te veel versieringen. Deze typologieën zouden ook in nieuwbouw gecreëerd kunnen worden. In stedenbouw valt op dat in een blok vaak een boerderij, schuur, garage en landje zit. De Hoeksche Waard moet niet denken in rooilijnen en blokverkavelingen zoals in Vinexlocaties gebeurt, maar moet proberen om de organische bouw te handhaven. De Hoeksche Waard staat vol met monumenten van de RTM, maar ook veerstoepen, gevels, en kerken, die niet altijd als kwaliteit worden beschouwd. Daar zitten ook veel problemen in: een oude boerderij mag bijvoorbeeld niet van functie veranderen waardoor die dreigt te vervallen. Het landschap is zeer kwetsbaar. De polders zijn heel open en kunnen geen grootschalige kassen hebben. Echter, verspreide kleinschalige kassen is ook dramatisch voor de horizon. De zichtlijnen worden sterk geblokkeerd door kassen, wat een vorm van horizonvervuiling is, waar je goed op moet letten.
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
11
Een andere bedreiging voor het landschap zijn moderne dorpsuitbreidingen en bedrijfshallen die vaak in witte steen worden gebouwd, waardoor ze enorm afsteken tegen het open landschap. Metselwerk tast de omgeving veel minder aan. Landbouw is de drager van het landschap in de noordrand. Het zou voor de hand liggen een bedrijf als Agro te gebruiken als ‘branding’ omdat de Hoeksche Waard van oudsher bekend staat om het arbeidsethos. Er is enorme kennis van akkerbouw in de regio. Als je de regio wat groter neemt en je trekt Goeree-Overflakkee en West-Brabant erbij, kun je een vuist maken voor dit soort industrie. Door de ligging tussen stedelijke gebieden en omgeven door diep vaarwater heeft de Hoeksche Waard bijzondere kansen voor werkgelegenheid, maar er zijn te veel verschillende locaties. Het zou goed zijn om dit beter te coördineren. Bedrijven die gebruikmaken van waterwegen hebben bijvoorbeeld al drie opties: de Puttershoekse kades, bij Oud-Beijerland kan een steiger in de Maas worden gemaakt en dat kan ook in de haven van ’s-Gravendeel. De sector recreatie en toerisme is nog weinig ontwikkeld, maar zou het gebied een push kunnen geven. Er kan op eenvoudige wijze een goed net van fietsverbindingen gerealiseerd worden door een klein aantal oversteekplaatsen. Gemeenten zouden wel wat genereuzer mogen zijn richting de agrarische sector en kleinschalige recreatie op agrarische bedrijven toestaan. Dit zou uitstekend binnen het DNA passen. Er horen ook landwinkels bij. Fietsen zou gepromoot moeten worden en deel uitmaken van de ‘branding’. Voor het ondernemerschap is onderzocht of vanuit de overheid met concessies gewerkt kan worden: men zet dan een aantal stippen op de kaart en vraagt de sector om hier (via tenders) initiatieven te ontwikkelen. Als de overheid de initiatieven vervolgens goed faciliteert, liggen de kansen voor het oprapen. Aan natuurontwikkeling is al veel gedaan, onder andere aan kreekverbreding. Dit kan beter gekoppeld worden aan woningbouwopgaves. Door plekken uit te wisselen en investeringen die sowieso worden gedaan, te verbinden aan kreekverbreding, kan veel meer bereikt worden dan tot nu toe het geval was. Het verhaal is samengevat in een kaart, die is opgedeeld in vier kwartieren. Hierin zijn ook vragen verwerkt, bijvoorbeeld over de ontwikkeling van bedrijventerreinen. Mevrouw Den Tuinder is erg enthousiast over het verhaal en stelt voor om het te kopiëren en toe te passen op de zuidrand. Mevrouw Melissant zegt dat in het laatste pfo Ruimte naar aanleiding van deze presentatie al is voorgesteld om de zuidrand snel aan te pakken. Noord en zuid zijn overigens niet los van elkaar te zien. Het DNA dat is gedefinieerd, geldt voor de hele Hoeksche Waard. De heer Heij mist dat de noord- en zuidrand volgens de structuurvisie een andere duiding hebben. De noordrand zou een schakelzone worden van het stedelijk naar het recreatieve gebied, en in de zuidrand zou het accent meer op recreatie worden gelegd. Mevrouw Melissant beaamt dit, in de structuurvisie staat dat de noordrand meer verstedelijkt is en de zuidrand meer het accent op landbouw en recreatie/toerisme heeft. Het een hoeft het ander echter niet te bijten. De concentratie qua bewoning en bedrijvigheid zit nu eenmaal in de noordrand. Daar is in het masterplan op aangesloten, waardoor er veel initiatieven zijn op die onderdelen. Als de zuidrand wordt aangepakt, zal een aantal van deze elementen beperkt deel uitmaken van het masterplan en zal het accent meer liggen op recreatie/toerisme. Mevrouw Pepels vraagt wat precies bedoeld wordt met de opmerking dat je de vraag over een nullijn in woningbouw niet zou moeten stellen. De heer Geuze gaf aan dat je
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
12
moet kijken of woningbouw tot een versterking van het DNA leidt. Wat betekent dit? Wanneer is woningbouw een versterking van het DNA? De heer Geuze legt uit dat de gemeenten niet moeten wachten tot een projectontwikkelaar een stuk grond heeft en plannen maakt die de overheid vervolgens gaat faciliteren, maar dat ze zelf moeten vaststellen wat wel en wat niet past in het gebied, dit omschrijven en hier voortaan alle plannen aan toetsen. De heer Van Loo vraagt of de heer Geuze de kernwaarden van de Hoeksche Waard morgen op het symposium van de provincie Zuid-Holland wil overdragen. De voorzitter vraagt of de heer Geuze dan meteen het thema 'verspreid glas' ter sprake wil brengen omdat de Hoeksche Waard al twee jaar heeft gewerkt aan een plan voor de sanering van gespreid glas, wat niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. 10. Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 22.31 uur.
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
13