Gemeenteblad Nijmegen
Jaartal / nummer
Opgenomen in collectie gemeentebladen op
26 september 2000
2000 / 199 Naam
Bestemmingsplan Bottendaal XXXIII (St. Annastraat 52-54/Stijn Buysstraat) Voorschriften
Kaart nr. 48.329
Opmerkingen
Terinzagelegging ontwerpplan m.i.v. 11 november 1999 Vaststelling bij Raadsbesluit d.d. 22 maart 2000, raadsvoorstelnr. 59/2000 Goedkeuring Gedeputeerde Staten d.d. 1 mei 2000, nr. RE2000.33116 Bijzondere aanvullende voorschriften
Aantal bladzijden / verkoopprijs
7 / ƒ 0,70
gb00-199.doc
Toelichting
VOORSCHRIFTEN HOOFDSTUK I
DEFINITIES
1.
Algemene bepalingen
Artikel 1
Begripsbepalingen
1
het plan: het onderhavige bestemmingsplan, zijnde de kaart en deze voorschriften;
2
de kaart: de tegelijk met deze voorschriften vastgestelde kaart nummer 48.329 ;
3
een gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
4
een bouwwerk: een constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, of hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
5
een werk: een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;
6
bebouwing: een of meerdere gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
7
een gebouw ten behoeve van het wonen: een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van (het huishouden van) personen, al dan niet in gezinsverband, waaronder ook begrepen kamerbewoning;
8
een winkel: een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat krachtens zijn aard en indeling uitsluitend is bestemd voor de uitoefening van de detailhandel; voorzover de uitoefening van de detailhandel dit vereist mag een gedeelte van de ruimte voor de uitoefening van ambachtelijke werkzaamheden worden ingericht;
9
detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
10
een kantoor/praktijkruimte: een ruimte welke door aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve en/of wetenschappelijke arbeid, alsmede voor de uitoefening van (para) medische en sociaal-wetenschappelijke arbeid en andere hiermede vergelijkbare beroepen;
11
een dienstverlenend bedrijf: een bedrijf met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie zoals uitzendbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, snelfoto-ontwikkel- en kopieerservicebedrijven, videotheken, verhuurbedrijven en dergelijke; uitgezonderd zijn autorijscholen en autoverhuurbedrijven;
2
12
een bouwperceel: de grond die, overeenkomstig het bepaalde in deze voorschriften, behoort bij een bestaand of nog op te richten gebouw met of zonder bijgebouw;
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van het plan wordt als volgt gemeten: 1
de goothoogte van een gebouw: de hoogte van de bovenkant van de goot, het boeiboord of het bouwdeel dat de plaats van de goot of het boeiboord inneemt boven peil; schoorstenen. Lucht- en liftkokers en andere technische ruimten alsmede antennes vallen hierbuiten;
2
de nokhoogte van een gebouw of bouwwerk: de hoogte van de nok of het hoogste punt van een gebouw, gemeten boven peil; schoorstenen alsmede antennes vallen hierbuiten;
3
peil: a b
voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
Artikel 3
Dubbeltelbepaling
Grond welke eenmaal in aanmerking is en moest worden genomen bij de verlening van een bouwvergunning waarvan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, wordt bij de beoordeling van latere bouwplannen niet meer in aanmerking genomen. HOOFDSTUK II 2.
BESTEMMINGSCATEGORIE
Bestemming
Artikel 4
Gemengde Bebouwing
1
De gronden welke op de kaart zijn aangewezen voor 'Gemengde bebouwing' (GB) , zijn bestemd voor: A op de begane grond: winkels met bijbehorende bedrijfsruimten; dienstverlenende bedrijven; kantoor/praktijkruimten; gebouwen ten behoeve van het wonen; B op de verdiepingen: gebouwen ten behoeve van het wonen.
2
Op deze gronden zijn toegelaten: A gebouwen; B bouwwerken, geen gebouwen zijnde; C werken, geen bouwwerken zijnde, en andere voorzieningen ten dienste van de gegeven bestemming.
3
Voor de oprichting van bebouwing gelden de volgende bepalingen: A de bebouwing mag uitsluitend worden opgericht binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsgrenzen, met dien verstande dat de bebouwingsgrenzen tot maximaal 1.50 meter mogen worden overschreden met luifels, balkons en andere ondergeschikte bouwdelen;
3
B C
het bouwperceel mag binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsgrenzen geheel worden bebouwd; de maximum goot- en nokhoogte van de bebouwing is vastgesteld op het aantal meters als op de kaart is aangegeven.
HOOFDSTUK III Artikel 5
ALGEMENE BEPALINGEN
Algemene vrijstellingbepaling
Burgemeester en Wethouders kunnen van de bepalingen van dit bestemmingsplan vrijstelling verlenen voor het overschrijden van de in het plan aangegeven hoogtematen met maximaal 10%. HOOFDSTUK IV Artikel 6
GEBRUIKSBEPALINGEN
Gebruiksbepalingen
1
Het is verboden gebouwen, bouwwerken en werken en/of bijbehorende tuinen en open erven of andere terreinen te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de uit het plan voortvloeiende bestemming;
2
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op een gebruik dat bestond ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van het plan en dat afwijkt van de in het plan aangegeven bestemming en/of voorschriften, zolang in de aard van dat gebruik geen wijziging wordt gebracht dan wel de met het bestemmingsplan strijdige gebruik wordt verminderd;
3
Burgemeester en Wethouders verlenen van het bepaalde onder lid 1 vrijstelling, als strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd;
4
Overtreding van het bepaalde in lid 1 van dit Hoofdstuk is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
HOOFDSTUK V
SLOTBEPALING
Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel "Bestemmingsplanvoorschriften Bestemmingsplan Bottendaal XXXIII"
4
TOELICHTING 1
Algemeen Voorliggend bestemmingsplan beoogt het juridisch kader te bieden voor de verruiming van de gebruiksmogelijkheden van de begane grond van het pand St. Annastraat 52-54, gelegen op de hoek van de Stijn Buysstraat. De begane grond van het pand wordt tot nog toe gebruikt als winkelruimte voor een damesmodezaak. Deze detailhandel zal op korte termijn ter plaatse worden beëindigd. De exploitant van deze winkel heeft verzocht de bestemming van de begane grond te verruimen in die zin dat er naast winkelvestiging ook de vestiging van dienstverlenende bedrijfjes en/of kantoor- en praktijkruimte mogelijk wordt. Tegen deze verruiming bestaan stedenbouwkundig/planologisch en verkeerstechnisch geen bezwaren. Een en ander past ook binnen het gevoerde (distributie planologisch) beleid van de gemeente Nijmegen. In het geldende bestemmingsplan 'Bottendaal' heeft het pand de bestemming 'eengezins- en meergezinshuizen' (categorie EM) waarbij op de begane grond de vestiging van een winkel is toegestaan. Om de gebruiksmogelijkheden van de begane grond te verruimen naar kantoorpraktijkruimte naast de mogelijkheid van winkelvestiging is een herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk. De onderhavige herziening voorziet hierin. Het pand krijgt de bestemming 'Gemende Bebouwing ' (categorie GB), waarbij de woonbestemming voor de verdiepingen is gehandhaafd en op de begane grond de vestiging van zowel winkel (s ) als kantoor-/praktijkruimte dan wel dienstverlenende bedrijven mogelijk wordt.
2
Verkeersaspecten Vanuit verkeerskundig oogpunt bestaan er geen bezwaren tegen de herziening van het bestemmingsplan. Op eigen terrein zijn geen parkeerplaatsen aanwezig en ook niet te realiseren. Voor wat betreft het parkeren dient gebruik gemaakt te worden van de bestaande parkeervoorzieningen binnen het openbare gebied rondom het pand.
3
Natuur en landschap De onderhavige herziening heeft geen gevolgen voor natuur of landschap.
4
Milieu-aspecten Milieubeheer Binnen dit bestemmingsplan worden bedrijfsvestingen toegelaten die zullen vallen onder de Algemene Maatregel van Bestuur woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer. Aan deze besluiten zijn voorschriften verbonden. Hieraan zullen de vestigingen moeten voldoen. Voor de woningen in de omgeving is er geen overlast te verwachten. In de directe omgeving van het plangebied zijn geen bestaande bedrijven gevestigd die als gevolg van deze planherziening worden beperkt in hun activiteiten. Bodem Aangezien deze planwijziging zich beperkt tot het verruimen van de bestemming van een bestaand pand en er geen uitbreidingsmogelijkheden voor dit pand zijn bestaan er wat het aspect bodem betreft geen bijzondere milieutechnische problemen. Uit het Bodem Informatiesysteem van de gemeente Nijmegen blijkt bovendien dat de locatie onverdacht is. Er bevond zich een ondergrondse voorraadtank, maar deze is buiten werking en in 1998 gesaneerd (certificaat aanwezig).
5
Geluid De verruiming van de bestemming ten aanzien van de begane grond van het pand betreft geen geluidsgevoelige functies in de zin van de Wet Geluidhinder. Voor het overige wordt het bestaande gebruik van het pand conform het geldende bestemmingsplan vastgelegd. Dit betekent dat de geluidbelasting ter plaatse van het plangebied niet getoetst hoeft te worden aan de wettelijke eisen gesteld in de Wet geluidhinder. Een akoestisch onderzoek is derhalve niet noodzakelijk. 5
Financieel-economische aspecten Deze bestemmingsplanherziening betreft een particulier initiatief, waaraan voor de gemeente geen nadelige financiële consequenties verbonden zijn. Derhalve kan gesteld worden dat het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar is.
6
Resultaten van inspraak en artikel 10 BRO-overleg De gelegenheid tot inspreken op het voorontwerpbestemmingsplan is aangekondigd in het huis-aan-huis verspeide weekblad 'de Brug' van 13 oktober 1999. Tot 5 november 1999 bestond de gelegenheid om schriftelijk in te spreken. Binnen de gegeven periode zijn er geen reacties ingediend. Het overleg op grond van artikel 10 B.R.O. is achterwege gelaten gezien de beperkte planologisch/ruimtelijke consequenties van deze herziening.
6