Pensioen Flash 2012 / 1
Team Pensioenen en Pensioenfondsen ■
Internetconsultatie premiepensioeninstellingen
■
Wetsvoorstel Versterking bestuur pensioenfondsen
■
Round tables
Internetconsultatie premiepensioeninstellingen / Aleid Doodeheefver Op 8 februari 2012 startte het Ministerie van Financiën een internetconsultatie over een aantal voorgestelde wijzigingen voor premiepensioeninstellingen (‘PPIs’), klik hier voor meer informatie. De zorgen, geuit door toezichthouders AFM en DNB, over de toereikendheid van de wettelijke vermogenseisen voor de PPI en de ‘waterdichtheid’ van de regeling omtrent het afscheiden van vermogen ten behoeve deelnemers en pensioengerechtigden (in een PPI kunnen pensioenregelingen van meerdere bijdragende ondernemingen zijn ondergebracht) zijn de aanleiding tot de voorgestelde regeling. De concept regeling voorziet in de volgende wijzigingen. Aanvangskapitaal Het eigen vermogen dat bij aanvang en doorlopend in de PPI aanwezig moet zijn, wordt verhoogd van €225.000 naar €500.000. Aanvullend vermogen (solvabiliteitseisen) De concept regeling introduceert aanvullende vermogenseisen voor de afdekking van risico’s bij de bedrijfsuitoefening van de PPI, zijnde: - 0,2% van het beheerde pensioenvermogen; plus - naar keuze, een beroepsaansprakelijkheidsverzekering of een aanvullend vermogen van 0,1% van de waarde van het beheerde pensioenvermogen. De concept regeling stelt ook voorwaarden waaraan de polis van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering minimaal moet voldoen. Vermogensscheiding In de concept regeling wordt geconstateerd dat de meest robuuste oplossing voor het bereiken van vermogensscheiding zou zijn om per pensioenregeling een aparte bewaarder voor te schrijven. Uit kostenoverwegingen wordt daarvoor echter in de concept regeling niet gekozen. Het blijft dus zo dat alleen een aparte bewaarder nodig is in de situatie dat het beleggingsbeleid van de PPI een reëel risico met zich meebrengt dat andere pensioenvermogens worden besmet.
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Pensioen Flash 2012 / 1 ● 5 maart 2012
Wel wordt voorgesteld om de bestaande rangregeling voor PPI’s te verbeteren. De rangregeling voor PPI’s beoogt –kort gezegd- te voorkomen dat het pensioenvermogen dat een PPI beheert ten behoeve van de ene pensioenregeling open staat voor verhaal voor verplichtingen verbandhoudend met het beheer van een andere bij de PPI ondergebrachte pensioenregeling. De voorgestelde regeling zoekt hiervoor aansluiting bij de bestaande rangregeling voor beleggingsinstellingen. De verbeteringen dienen te bewerkstelligen dat de rangregeling ook adequate bescherming biedt buiten faillissement of insolventiescenario’s en dat uitsluitend die verplichtingen (in het bijzonder kosten) ten laste van een pensioenvermogen kunnen worden gebracht waarin de uitvoeringsovereenkomst met de bijdragende onderneming voorziet. Wetsvoorstel Versterking bestuur pensioenfondsen / Marianne Meijer-Zaalberg, Kitty Lieverse Op 24 februari 2012 is het Wetsvoorstel Wet versterking bestuur pensioenfondsen gepubliceerd. Hierbij is ook het advies dat de Raad van State heeft uitgebracht, en dat kritisch is over het wetsvoorstel, openbaar geworden. Doel wetsvoorstel Als doel van het wetsvoorstel wordt aangegeven het vertrouwen in het stelsel van aanvullende pensioenen te borgen. Het wetsvoorstel bevat maatregelen, gericht op het versterken van de deskundigheid en het onafhankelijk intern toezicht. Tevens is een stroomlijning van taken en organen binnen een pensioenfonds beoogd. Twee bestuursmodellen Het wetsvoorstel voorziet in twee bestuursmodellen. In het voorontwerp van dit wetsvoorstel was nog een derde bestuursmodel opgenomen, namelijk het gemengde model. Volgens dit model, dat in feite voorzag in een one tier board, zou het bestuur bestaan uit zowel uitvoerende (beroeps-) bestuurders als niet-uitvoerende bestuurders. De niet-uitvoerende bestuurders zouden vertegenwoordigers zijn van belanghebbenden in het pensioenfonds. Dit model is uiteindelijk niet opgenomen in het wetsvoorstel, omdat het volgens de memorie van toelichting voor de versterking van het intern toezicht noodzakelijk zou zijn dat dit wordt uitgeoefend door onafhankelijke deskundigen. Naar ons idee kan de vraag worden gesteld of deze redengeving wel aansluit bij de bredere ontwikkelingen in het Nederlandse rechtspersonenrecht (ten aanzien van naamloze en besloten vennootschappen), waar de nieuwe Wet bestuur en toezicht die naar verwachting op 1 juli 2012 in werking treedt, de mogelijkheid van een one tier board juist faciliteert met de redengeving dat de kwaliteit van de governance bij een dergelijk bestuursmodel niet onderdoet voor een two tier board model. De twee bestuursmodellen die worden voorgesteld zijn de volgende: (i) het paritair bestuursmodel: In het bestaande paritaire bestuursmodel wordt een aantal wijzigingen aangebracht. Alle geledingen binnen het bestuur (werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden) kunnen zich laten vertegenwoordigen door externe deskundigen. Tevens is het mogelijk om onafhankelijke externe deskundigen (maximaal twee), die geen vertegenwoordiger zijn van een van de geledingen, op te nemen in het bestuur. Met de maximering van twee externe deskundigen wordt bereikt dat de stem van belanghebbenden altijd de doorslag zal geven.
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Pensioen Flash 2012 / 1 ● 5 maart 2012
Omdat alle geledingen vertegenwoordigd zullen zijn in het bestuur, vervallen de adviesrechten van de huidige deelnemersraad. Het paritaire bestuursmodel kent een deelnemers- en pensioengerechtigdenraad die dan ook geen adviestaken heeft maar wel verantwoordingstaken. (ii) het onafhankelijk bestuursmodel: Bij een bedrijfstakpensioenfonds of ondernemingspensioenfonds met een onafhankelijk bestuursmodel bestaat het bestuur volgens dit model uit (ten minste twee) onafhankelijke beroepsbestuurders die geen binding hebben met de werkgever, de werknemers of de gepensioneerden. De taken van het huidige verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad worden ondergebracht bij het belanghebbendenorgaan, waarin vertegenwoordigers deelnemen namens de werkgever, de werknemers en de gepensioneerden. Daarnaast krijgt het belanghebbendenorgaan een aantal goedkeuringsrechten, waardoor dit orgaan invloed heeft op belangrijke besluiten van het bestuur. Het strategische beleggingsbeleid, de premie, het vaststellen en wijzigen van het toeslagbeleid, het korte- en langetermijnherstelplan en het korten van pensioenaanspraken en –rechten zijn onderworpen aan de goedkeuring van het belanghebbendenorgaan. Intern toezicht In beide bestuursmodellen wordt het intern toezicht bij een bedrijfstakpensioenfonds uitgeoefend door een raad van toezicht, tenzij de regeling volledig verzekerd is. In dat laatste geval kan ook worden gekozen voor een jaarlijkse visitatie uitgevoerd door een visitatiecommissie. Bij een ondernemingspensioenfonds kan worden gekozen tussen een raad van toezicht of een jaarlijkse visitatie uitgevoerd door een visitatiecommissie. Onderling toezicht tussen pensioenfondsen, in de zin dat bestuurder(s) van pensioenfonds A toezicht houdt op bestuurder(s) van pensioenfonds B en visa versa, is niet meer toegestaan. De keuze voor de inrichting van het interne toezicht wordt dus beperkt, de systematiek van de one tier board en een auditcommissie is niet meer mogelijk. De intern toezichtorganen behouden alle taken die zij op basis van de principes voor goed pensioenfondsbestuur al bezitten. Daarnaast krijgt de raad van toezicht nog een aantal goedkeuringsrechten toegekend met betrekking tot besluiten van het bestuur tot vaststelling van het jaarverslag, de jaarrekening en de actuariële en bedrijfstechnische nota. In het paritair bestuursmodel heeft de raad van toezicht bovendien nog goedkeuringsrechten met betrekking tot de korte- en langetermijnherstelplan, de profielschets voor benoeming van bestuurders en het beleid inzake beloningen. De raad van toezicht en de visitatiecommissie dienen verantwoording af te leggen over de uitvoering van de taken aan de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad en de werkgever, het belanghebbendenorgaan en in het jaarverslag. Deskundigheid en mogelijkheid tot weigeren kandidaat-bestuurder Geschiktheid omvat zowel kennis, vaardigheden als professioneel gedrag. Vandaar dat in plaats van deskundigheid nu voor de term geschiktheid is gekozen in het wetsvoorstel. Dit sluit ook aan bij de introductie van de geschiktheideis die geldt voor bestuurders van financiële ondernemingen, zoals banken en verzekeraars en die met ingang van 1 juli 2012 wordt uitgebreid naar commissarissen van deze ondernemingen. In het wetsvoorstel is een wettelijke afwijzingsgrond voor het bestuur opgenomen indien een kandidaat niet voldoet aan de profielschets die door het bestuur is opgesteld. Deze afwijzingsmogelijkheid geldt zowel voor de benoeming van werkgevers- ,werknemers- en pensioengerechtigdenvertegenwoordigers als voor onafhankelijke bestuursleden.
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Pensioen Flash 2012 / 1 ● 5 maart 2012
Overige onderwerpen Het wetsvoorstel bevat de verplichting voor pensioenfondsen om in het jaarverslag te rapporteren over de wijze waarop zij in het beleggingsbeleid rekening houden met het milieu, het klimaat, de mensenrechten en sociale verhoudingen. Tevens dient in het jaarverslag gerapporteerd worden over de diversiteit (samenstelling naar leeftijd en geslacht) in het bestuur, de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad en het belanghebbendenorgaan en de inspanningen die zijn verricht om diversiteit in de organen van het fonds te bevorderen. De oprichting van een pensioenfonds dient volgens het wetsvoorstel uiterlijk zes weken voorafgaand aan de oprichting gemeld te worden aan De Nederlandsche Bank. Nu vindt deze melding achteraf plaats, binnen drie maanden na oprichting. Kritiek Raad van State De kritiek van de Raad van State houdt onder andere in dat de twee voorgestelde modellen niet aan voldoen aan de uitgangspunten die gesteld zouden moeten worden en die onder meer inhouden dat (i) rekenschap gegeven zou moeten worden van de gewijzigde rol van de sociale partners in het bestuur van pensioenfondsen en (ii) de positie van direct belanghebbenden bij de uitvoering van pensioenregelingen beter geborgd zou moeten zijn. Daarnaast is gewezen op het risico dat binnen afzienbare tijd opnieuw wijzigingen in de bestuursstructuur noodzakelijk zijn, wegens de reeds aangekondigde nieuwe Pensioenwet (in 2012 of 2013). Round tables Het Team Pensioenen & Pensioenfondsen organiseert regelmatig ‘tailormade’ round tables voor pensioenfondsen, pensioenbeheerders en pensioenuitvoerders over de voor u relevante juridische, regulatoire en fiscale aspecten. Onderwerpen in deze kleinschalige (ook in-house) bijeenkomsten kunnen bijvoorbeeld zijn de juridische, regulatoire en fiscale aspecten van beleggen & vermogensbeheer, due diligence van investeringsmogelijkheden, pension fund governance, aansprakelijkheid en risico’s voor pensioenbestuurders, werkingssfeer van pensioenregelingen, en premie pensioeninstellingen. Nieuw zijn de round tables “Liquidatie van pensioenfondsen” en “Deskundigheidseisen voor pensioenfondsbestuurders”. Voor meer informatie over onze round tables kunt u contact opnemen met Marianne Meijer-Zaalberg.
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Pensioen Flash 2012 / 1 ● 5 maart 2012
Colofon De Pensioen Flash is een uitgave van het Team Pensioenen & Pensioenfondsen van Loyens & Loeff. Dit team bundelt de specialistische kennis op fiscale, juridische en regulatoire aspecten en adviseert pensioenfondsen, uitvoeringsorganisaties en aangesloten instellingen als werkgevers en werknemersorganisaties. Voor meer informatie over ons team, klik hier. Redactie: Marianne Meijer- Zaalberg
Hoewel deze publicatie met grote zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaarden Loyens & Loeff N.V. en alle andere entiteiten, samenwerkingsverbanden, personen en praktijken die handelen onder de naam ‘Loyens & Loeff’, geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit deze uitgave zonder hun medewerking. De aangeboden informatie is bedoeld ter algemene informatie en kan niet worden beschouwd als advies.
www.loyensloeff.com
AMSTERDAM • ARNHEM • BRUSSEL • EINDHOVEN • LUXEMBURG • ROTTERDAM • ARUBA • CURAÇAO DUBAI • FRANKFURT • GENÈVE • HONG KONG • LONDEN • NEW YORK • PARIJS • SINGAPORE • TOKIO • ZÜRICH