Vooruitboekje Muidhond.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 23-12-14 / 16:00 | Pag. 1
Muidhond verschijnt in april 2015
Vooruitboekje Muidhond.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 23-12-14 / 16:00 | Pag. 2
Het is lang geleden dat ik zo’n aangrijpend verhaal heb gelezen. Ik denk dan aan werk van Fjodor Dostojevski en Ferdinand Céline. Frans Stüger
Allemachtig, wat een geweldig boek. Ik heb er maar één woord voor: Onontkoombaar. Renate Dorrestein
Vooruitboekje Muidhond.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 23-12-14 / 16:00 | Pag. 3
Fragment uit Muidhond
Op nog geen paar meter van zijn huis trof Jonathan het meisje op de stoep. Ze speelde alleen in het zand. Gelijk zag hij dat ze hetzelfde droeg als de dag ervoor. Het broekje waarvan de stiksels ooit wit waren geweest, het gekreukte gebloemde shirt. Voorovergebogen zat ze te tekenen, haar skippybal ongebruikt achter zich. Ze trok met haar kleine vingers figuren in het stof. Af en toe dwarrelde er wat van op. Naast haar lag een schrift. Ze moest diep in concentratie zijn want ze leek hem niet te horen. Aarzelend bleef hij staan, zich verzettend tegen de zich opdringende neiging om zacht haar naam te zeggen, Elke, waarop ze zich om zou draaien en hij haar de vis kon laten zien. Niet doen, dacht hij, dit is nou wat de psycholoog een impuls noemde. Iets wat je zomaar doet. Denk na. Zijn handen klemden zich om het hengsel van de emmer. Spanning trok door zijn vingers en zette zich vast in zijn knokkels. Hij keek naar haar nek, de schaduw van haar rug. Onder haar shirt tekenden zich haar schouderbladen af. Ik kan beter weglopen. In gedachten draaide hij zich om, voor zij hem zag. Maar hij had 3
Vooruitboekje Muidhond.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 23-12-14 / 16:00 | Pag. 4
zich nog niet kunnen bewegen, of de hond blafte al. Te laat. Gelijk sprong het kind op en stoof op de hond af. Ze bukte zich over Milk heen. Uitgelaten zette de hond zijn poten op haar dijen om door haar geaaid te worden. Toen ze zich op haar hurken liet zakken, ging het beest naast haar zitten en begon uitgebreid haar gezicht te likken. Ze giechelde. ‘Hé, Milk,’ hoorde hij haar zeggen, ‘ga je met mij spelen? Kom je met mij mee?’ De hond liet een korte blaf horen. ‘Kom maar met mij spelen, hoor, want het is hier zóóó saai.’ Ze haalde haar neus op. ‘Mijn moeder moet altijd werken en ik mis je.’ Het viel hem nu op dat er in haar stem een lichte slis zat, alsof ze met haar tong tegen haar tanden kleine spuugbelletjes vormde. Vanuit zijn ooghoeken keek hij naar haar. Haar neusvleugels beefden. De middagzon bescheen haar wangen van opzij en nu zag hij pas goed hoe zacht haar huid was, haar hals leek nog teerder dan gister. Blijf daar maar staan, zei hij in gedachten tegen haar, niet te dichtbij. Voor alle zekerheid schoof hij wat met zijn voeten, deed een nauwelijks merkbare pas van haar af. Het meisje prevelde lieve woordjes tegen de hond wiens hele lijf hijgde van de hitte. De zon was verdwenen achter de huizen, maar het was nog moordend heet. Hij richtte zijn blik op de schaafwond op haar elle4
Vooruitboekje Muidhond.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 23-12-14 / 16:00 | Pag. 5
boog. Een droge, halfdichte wond, niet klein. Waarom had haar moeder daar geen pleister opgedaan? Of zij zelf? Hij kon er niet te lang naar kijken, hij werd er een beetje naar van. Even ontstond bij hem de drang om iets te doen. Binnen een gaasje voor haar halen, een verbandje, de wond schoonmaken met jodium of alcohol. Aan de rand van zijn gedachten hoorde hij haar opeens praten. ‘Wat is dat?’ vroeg ze. Ze kwam dichterbij en keek in de emmer. ‘Hé, ik vroeg wat, hoor.’ ‘Die heb ik net gevangen in de duinen.’ Ik zie dat je alleen bent, sprak hij in zijn verbeelding met haar verder. Ik kan je wond verzorgen en jij kan me helpen met de hond, en… Hij maakte zijn gedachten niet af. Zijn gedachten werden ingehaald door de woorden uit zijn werkboek die in hem opborrelden. Risicoverhogende situaties moesten worden vermeden, dat was één van de meest belangrijke punten. En dan waren er de copingmechanismen, manieren om met stress om te gaan. Afleiding zoeken, hobby’s, je problemen van je af schrijven. Daar moest hij hoog op blijven scoren. Hij beet zachtjes op de binnenkant van zijn wang. ‘Wat een mooie vis, is dat een karper?’ vroeg ze. Ze was naast hem komen staan en boog zich over de emmer. Een heel lichte zweetgeur kwam hem tegemoet. ‘Nee, geen karper.’ Het verbaasde hem dat ze wist hoe een karper eruit zag. Alsof ze zijn gedachten had gelezen vervolgde ze: 5
Vooruitboekje Muidhond.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 23-12-14 / 16:00 | Pag. 6
‘Ik zei toch dat ik alles weet van dieren en beesten.’ Weer hield ze haar hoofd licht schuin en lachte voorzichtig naar hem. Hij zag haar gehavende tand. ‘Het is een zeelt,’ zei hij, ‘een heel bijzonder dier. Hij hoort wel tot de familie van de karpers, hij wordt wel een groene karper genoemd, maar hij is van een ander soort. Hij is ook helemaal niet groen, zie je?’ Hij was alweer begonnen aan een volgende zin, maar brak hem halverwege af. Hij had alweer te veel gezegd. Net als gister. Op de een of andere manier ging hij bij haar meer praten dan hij wilde, trok zij woorden uit hem en bleef hij staan terwijl hij dat niet wilde. Hij kneep zijn lippen even samen. De hitte werd weer erger. De lucht was tot aan de horizon gevuld met laaghangende, dikwitte wolken. Af en toe kwam er een windvlaag voorbij die de geur van de haven meenam. Een vage lucht van olie, zout en wier. ‘Wat is hij groot,’ zei ze. Ze stond nu opgewonden van haar ene op haar andere voet te wippen. Hij keek naar haar skippybal achter haar. ‘Hij is zo groot, het lijkt wel een snoek. Ik ging met onze oude buurman vroeger ook vissen, toen hadden we een keer een graskarper gevangen.’ ‘Echt waar?’ Hij slikte, hij wilde weg uit dit gesprek. Haar woorden regen zich aaneen tot een net dat over hem heen werd gegooid en elk moment bij zijn hals strak aangetrokken kon worden. ‘Is dat jouw lievelingsdier,’ vroeg ze, ‘die vis? Die 6
Vooruitboekje Muidhond.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 23-12-14 / 16:00 | Pag. 7
van mij is een paard.’ Weer die ogen, die blik, recht in die van hem. ‘Of een hond,’ ging ze verder en fronste, alsof ze diep nadacht over wat ze moest kiezen. ‘Vroeger had ik ook even een hond, heel kort maar, toen ging hij dood. Dat was heel zielig.’ ‘Ik vind alle dieren mooi,’ zei hij. ‘Maar ik ga deze nu snel in een bak met koud water doen, anders krijgt hij het te warm.’ ‘Ja, dat is zielig. Als het te warm wordt, wordt hij misschien wel ziek. En als het superwarm is, worden mensen ook ziek, hè? Als ze oud zijn, gaan ze dan soms dood. Dat zag ik op het nieuws.’ Ze bleef in één adem doorpraten. ‘Ja, dat kan gevaarlijk zijn. Ik ga nu snel naar binnen.’ Hij keek weg en toen hij terugkeek, zag hij dat ze haar benen weer zo lief naar binnen draaide, net als hij haar gister zag doen. Zijn blik gleed weer vluchtig langs haar tand. Ze lachte, maar hij zag iets in haar ogen waar hij ongemakkelijk van werd. Misschien had hij haar teleurgesteld door nu al weg te gaan, misschien voelde ze zich eenzaam. Hij wilde er niet aan denken. Thuis wilde hij meteen naar boven, om de vis snel in het water te laten glijden, om alleen te zijn. Het werd hem allemaal even te veel. Te veel indrukken, te veel onverwachte gebeurtenissen. Hij zag voor zich hoe hij straks languit op zijn rug naast het aquarium op de grond zou liggen, zijn shirt uit, het raam open, de wiekende ventilator. Hij verlangde er naar niets te ho7
Vooruitboekje Muidhond.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 23-12-14 / 16:00 | Pag. 8
ren dan de waterpomp en de duivenpootjes, de lucht te voelen op zijn bezwete lijf. Maar zijn moeder moest zijn aanwezigheid al hebben gehoord of gezien want bij binnenkomst kwam ze onmiddellijk vanuit de woonkamer het halletje in. Hij vroeg zich af of ze al wijn had gedronken. Door het raam had hij het kaartspel op de bank zien liggen. Ze had natuurlijk de hele middag zitten patiencen, tegen zichzelf de scores mompelend, ze uittellend op haar vingers, de televisie kakelend op de achtergrond. Ze kwam dichterbij. Tot zijn opluchting zag hij het lichtje in haar ogen dat hij zo goed kende. Ze zou het hem niet te moeilijk maken. ‘Zo,’ zei ze, ‘heeft het ventje het fijn gehad vandaag?’ Hij had nog geen antwoord kunnen formuleren of haar blik haakte zich al vast aan de emmer die hij in zijn hand had. Ze kwam nog wat dichterbij, boog zich voorover. ‘God, hemel, Maria, wat heb jij nu weer bij je?’ Ze fronste het vel van haar voorhoofd. Zijn vingers kromden zich, knelden zich steviger om het hengsel van de emmer. ‘Het is een zeelt.’ Wat moet ik doen, dacht hij. Op de kerkklok had hij net gezien dat het drie uur was geweest. Het kostte hem een paar uur om de vis goed te installeren, hij wilde rusten, Milk moest uit, zijn moeder helpen met schoonmaken. Een kracht in hem, of misschien wel buiten hem, zat hem op de hielen, wierp een schaduw over hem heen en gaf hem het gevoel dat er iets onheilspellends zou gebeuren als hij een minuut ongevuld liet. Het duwde 8
Vooruitboekje Muidhond.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 23-12-14 / 16:00 | Pag. 9
hem van achter in de knieholtes, even was het alsof hij in zichzelf struikelde, trok zijn adem strak, hij moest door. Maar er borrelde ook een warme woordenstroom in hem omhoog die zich niet liet tegenhouden. ‘Het is een zeelt,’ begon hij weer en legde uit hoe het familie was van de karper, maar het tegelijkertijd ook niet was. ‘Het is een heel bijzonder dier, vroeger dachten ze dat het beest geneeskundige krachten had, het werd ook doktersvis genoemd. En muidhond.’ ‘Muidhond,’ hoorde hij zijn moeder het woord zacht voor zich uit herhalen, ‘hemeltje lief, wat een prachtige naam.’ Ze boog zich nog verder naar hem toe om de lengte van het dier goed in te kunnen schatten. ‘Wat een groot beest ook!’ Hij praatte verder over de geschiedenis van de zeelt, wat hij zich er uit zijn hoofd van kon herinneren, maar na een tijdje merkt hij opeens dat ze afgedwaald was. Hij staakte zijn verhaal, snoof en dacht aan wat psycholoog had gezegd, dat hij niet goed aanvoelde wanneer anderen zijn interesses niet zo deelden, dat hij beter op ‘signalen’ van anderen moest letten, op lichaamstaal, stiltes. Een spiertje in zijn oog begon te trillen. ‘Nou, fijn, jongen, maar laat je nu niet weer zo meeslepen, door zo’n beest hè, jongen?’ Opeens stak het achter zijn ogen. Hij slikte, hij wilde niets meer zeggen en alleen maar naar boven. Hij dacht aan een oefening van de psycholoog. Van de socialevaardighedentraining die hij nog niet had gevolgd, maar waar hij wel al wel wat modules van had 9
Vooruitboekje Muidhond.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 23-12-14 / 16:00 | Pag. 10
gezien. Je hoeft niet overal op te reageren, stond er. Richt je op jezelf, zei hij tegen zichzelf. ‘Wat heeft hij daar op zijn buik?’ Dat kon hij niet negeren. Hij legde haar uit dat de vis misschien gebeten was, door een aalscholver, of een andere vogel, dat hij rust nodig had en dat hij er wel weer bovenop zou komen. Daarna begon hij over het avondeten. Straks, om zes uur, zou hij eieren bakken, met kaas en spek, brood roosteren, soep opwarmen. Dat leek haar weer tevreden te stemmen. Ze lachte en plaagde hem, noemde hem haar boswachter, amateurdokter, haar vissenfluisteraar. Hij lachte afwezig, ondertussen waaiden er opeens weer beelden van het meisje door zijn hoofd. Warm bloed suisde in zijn oren; tevergeefs probeerde hij het geroffel van zijn hart te negeren. Hij moest alleen zijn, boven, dacht hij, dan kon hij zijn oefeningen doen. Zo leerde hij ermee om te gaan, met zijn gedrag dat hij af kon leren. Ik ben niet slecht, dacht hij, het zijn mijn daden die ik leer beheersen.
10
Vooruitboekje Muidhond.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 23-12-14 / 16:00 | Pag. 11
Interview met Inge Schilperoord DOOR FEMKE BALJET
Muidhond is het ongewoon dicht op de huid geschreven debuut van Inge Schilperoord. Hoofdpersoon is Jonathan, die bij gebrek aan bewijs is vrijgesproken van tbs. Hij trekt weer in bij zijn moeder, met het vaste voornemen een ander, beter mens te worden. Tijdens die bloedhete zomer krijgt hij gezelschap van zijn nieuwe buurmeisje. Ondanks verwoede pogingen lukt het Jonathan niet om zijn verwarrende gedachten en lichamelijke verlangens de baas te worden. Uiteindelijk loopt hij in de fuik die tot een even onontkoombare als verrassende afloop leidt. Femke Baljet spreekt met Inge Schilperoord over hoe ze na jaren schrijven haar debuutroman voltooide.
11
Vooruitboekje Muidhond.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 23-12-14 / 16:00 | Pag. 12
Het is knap hoe je Jonathans wereld, die zo ver van de meeste lezers af staat, zo invoelbaar weet te maken. In hoeverre heeft je werk hieraan als forensisch psycholoog bijgedragen? In het Pieter Baan Centrum leerde ik de man kennen die in eerste instantie model stond voor mijn hoofdpersonage. Jonathan is een simpele man die moeite heeft zijn gedachten te beheersen. Om alle nuances in zijn gevoelsleven te leren kennen, ben ik me steeds meer in hem gaan verplaatsen. De taal die ik gebruik is daar denk ik ook door beïnvloed. Een breed, academisch vocabulaire past niet bij hem. Vroeger had ik veel meer woorden nodig om me uit te drukken, maar tijdens het schrijven van deze roman werd mijn proza steeds kaler. Hoe minder woorden ik gebruikte hoe directer en dwingender de tekst werd. En hoe dichter ik bij hem kwam. Voor mij is schrijven heel intiem. Je verzint iemand die niet echt bestaat terwijl die wel echt had kunnen bestaan. Die verbondenheid is heel sterk, nog steeds vraag ik me weleens af: hoe zou het nu met Jonathan zijn? Wat zou Jonathan daarvan vinden? Met personages ga je in zekere zin nog iets verder dan met echte mensen, je kent hun diepste geheimen, je zit in hun hoofd. In het geval van Jonathan kostte dat me soms moeite, hij zat zo in zichzelf opgesloten. Doet dingen die ik zelf niet goedkeur. Maar gaandeweg ben ik hem steeds sympathieker gaan vinden. En, eigenlijk ben ik het die hem die dingen in mijn boek laat doen. Dat is het dubbele.
12
Vooruitboekje Muidhond.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 23-12-14 / 16:00 | Pag. 13
Jonathan probeert te veranderen door een therapeutisch werkschrift met oefeningen, leefregels. Werkt dat? Soms wel, soms niet... De man op wie Jonathan oorspronkelijk was gebaseerd, was een van de eerste ‘gevallen’ die ik deed. Hoewel ik in eerste instantie schrok van zijn dossier, voelde ik al snel ook mededogen. Hij deed zo ontzettend zijn best om zichzelf te veranderen door middel van een strak stramien van zichzelf opgelegde leefregels. En in zijn geval lukte dat niet. In de tbs-klinieken waar ik kom zitten veel zwakke broeders. Die proberen zichzelf te herprogrammeren. Ze worden behandeld met behandelprotocollen die keurig wetenschappelijk onderbouwd zijn. Maar die protocollen zijn bedacht door mensen met een heel andere belevingswereld, soms veroorzaken ze een kramp die de spanning of de angst om controle kwijt te raken juist vergroot. Is je werk de reden dat je dit boek bent gaan schrijven? Deze roman begon een paar jaar geleden als kort verhaal, zo ontstond Jonathan. Hij ging me meer en meer boeien en ik besloot het verhaal uit te breiden. Jonathan is een man die sterk opgesloten zit in zichzelf, die beperkt is – emotioneel en intellectueel. Toch probeert hij zichzelf te redden. Daarmee staat hij symbool voor menselijke onmacht. Voor vrije wil en zelfbeschikking, of het gebrek daaraan. Mijn werk was dus geen reden, wel aanleiding om dit boek te schrijven. Zolang ik me kan herinneren heb
13
Vooruitboekje Muidhond.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 23-12-14 / 16:00 | Pag. 14
ik geschreven. Als kind van acht schreef ik een avonturenboek, ik maakte stripboeken, en er zijn zoveel dagboeken en brieven dat ik inmiddels twee verhuisdozen vol heb. Op de middelbare school wist ik dat ik schrijfster wilde worden. In de zomer tussen school en de universiteit schreef ik drie hoofdstukken van een roman. Tot ik vastliep. Dat gebeurde in de jaren erna vaker. Ik had altijd een beeld van mijn personages en de sfeer, maar nooit een goed plot. Na mijn studie psychologie studeerde ik journalistiek. Journalistiek schrijven heeft me enorm geholpen bij het leren aanbrengen van een goede structuur in een tekst. En uiteindelijk is er deze roman. Ik heb jaren aan het boek gewerkt, vond het niet snel goed. In het begin was het moeilijk beslissingen te maken. Hoe loopt het af, wat doet hij wel, wat niet? Elke keer als je je vastlegt, sluit je andere wegen af. De doorbraak kwam toen ik het slot van het verhaal had bedacht en het kon uitwerken. Toen dat af was, kon ik kleine stapjes terug nemen. Ook veranderde mijn houding door de jaren heen. Eerst zag ik schrijven vooral als iets romantisch, iets wat je doet op momenten van bezieling of inspiratie. Maar eigenlijk is het gewoon heel hard werken. En als het dan lukt is schrijven het mooiste werk dat er is. Femke Baljet is journalist en schreef voor onder andere De Groene Amsterdammer, NRC Handelsblad en Mind Magazine.
14
Vooruitboekje Muidhond.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 23-12-14 / 16:00 | Pag. 15
Muidhond verschijnt in april 2015
Paperback, ca. 224 pagina’s ca. ¤ 17,50 ISBN 978 90 5759 715 2 E-book ca. ¤ 9,99 © 2014 Uitgeverij Podium/Inge Schilperoord Tekst interview: Femke Baljet Omslagontwerp: Studio Ron van Roon Opmaak: Sander Pinkse Boekproductie Foto auteur: Keke Keukelaar www.uitgeverijpodium.nl
Vooruitboekje Muidhond.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 23-12-14 / 16:00 | Pag. 16
Inge Schilperoord (1973) is redacteur en recensent en publiceerde o.a. in Psychologie Magazine, NRC Handelsblad en Crossing Border Magazine. Daarnaast is ze forensisch psycholoog bij onder andere het Pieter Baan Centrum.