1
1.5 De presentatie: tekstbesprekingen De Da Vinci Code – Dan Brown (2004) 1
Het vertelstandpunt
Auctoriaal, in de hij-vorm. Dan Brown tracht zo dicht mogelijk bij de personages te blijven, maar zijn hand is erg goed merkbaar. Enkele voorbeelden: - ‘De beroemde conservator Jacques Saunière wankelde door de boogvormige entree de Grande Galerie van het museum binnen. Hij deed een uitval naar het dichtstbijzijnde schilderij dat hij zag, een Caravaggio. Saunière greep de vergulde lijst en trok het meesterwerk naar zich toe totdat het loskwam van de muur en de zesenzeventigjarige man met het doek over zich heen achterwaarts op de grond viel.’ (3-8) - De auteur heeft heel wat informatie in het boek verwerkt i.v.m. zijn theorie. Om deze op een beetje natuurlijke wijze in zijn roman weer te geven, bedient hij zich van Langdon, een expert, en van Sophie, die voortdurend vragen stelt en zo in dit boek nogal naïef lijkt, ondanks haar beroep. Hun lange dialogen lijken erg kunstmatig en verraden de aanwezigheid van de schrijver. - ‘In elk geval was het raadsel opgelost. Sophie en Langdon waren in het bezit van een sleutel van een Zwitserse bankkluis.’ (521-523) 2
De belangrijkste personages
Erg veel vernemen we niet over de karakters van de personages. Ze worden nogal vlak getekend en zijn gewoon instrumenten van de schrijver. a Sophie Neveu - Kleinkind van Saunière, de conservator van het Louvre. - Werkt als cryptologe voor de Franse politie. - Sluw. Twee voorbeelden: o Helpt Langdon uit het Louvre ontsnappen. o Vraagt een taxi bij het station aan een zijingang te wachten, doet Langdon treintickets kopen met een creditcard en haast zich dan met hem naar de taxi. - Heeft als kind haar grootvader zien deelnemen aan een geheim ritueel (229, 490). Hij was waarschijnlijk een van de vier mensen die wisten waar de graal is. - Komt door haar vele vragen in het boek wat naïef over: veel lezers zien bv. meteen het verband tussen ‘sangreal’ en de heilige graal, zij als cryptologe echter niet. b Robert Langdon - Amerikaanse professor, gespecialiseerd in symbolen. Heeft net een nieuw boek geschreven, dat onder meer gaat over Leonardo Da Vinci. - Had een afspraak met de conservator van het Louvre.
De geheimzinnige zin op de glasplaat die voor de Mona Lisa is aangebracht. (Uit De Morgen.)
2
3
Thema
In wezen is het gewoon een spannend verhaal, maar er is een diepere betekenis want er wordt een theorie naar voren geschoven i.v.m. de graal en het ontstaan van het christelijk geloof en de Kerk. Wat houdt deze in? - De tempeliers zouden een schat gevonden hebben in de tempel van Herodes, die gebouwd is op die van Salomon. Hiermee kregen ze macht over het Vaticaan, dat reageerde door hen op vrijdag 13 oktober 1307 massaal te laten oppakken en terechtstellen. Een aantal wist echter te ontsnappen. Hun documenten, die de ware aard van de graal duidelijk maken, hadden ze al overgedragen aan de priorij van Sion, die ze tot de dag van vandaag goed verstopt heeft, waarschijnlijk in Groot-Brittannië. Alleen de Grootmeester en 3 ‘sénéchaux’ weten waar de graal is. - De graal is dus geen beker (waaruit Jezus had gedronken op het Laatste Avondmaal en waarin Jozef van Arimathea het bloed van Christus had opgevangen), maar staat symbool voor het vrouwelijke dat in de Kerk verloren is gegaan. Het grote geheim zou zijn dat Jezus een kind had van Maria Magdalena.
Het laatste avondmaal (Leonardo Da Vinci). De figuur links van Christus zou een vrouw zijn, mogelijk Maria Magdalena. De persoon die zich naar haar toebuigt, heeft in zijn rechterhand een mes.
4
Taalgebruik
-
Er is niets dat speciaal opvalt behalve dat er heel veel dialogen zijn. Vaak zijn het monologen onderbroken door een vraag. Typisch is ook het gebruik van heel veel details, o.a. in verband met de plaatsen waar het zich afspeelt, dit om het waarheidsgehalte te verhogen. Het gevolg: deze plekken zijn toeristische trekpleisters geworden.
5
Opbouw
Het eerste fragment is de proloog met de moord op de conservator, daarna volgen stukken uit hoofdstuk 35-38. De opbouw is erg filmisch met scènes op verschillende locaties die elkaar afwisselen: • Sophie en Robert die op de vlucht zijn. • De politie die naar hen zoekt. • De albino of zijn opdrachtgever. Typisch is het gebruik van spanningselementen:
3 a
b
c
d
6
Verwachtingen wekken Een opvallend begin. Om 22u.45 valt de conservator van het Louvre neer met een Caravaggio boven op hem. Hij is verbaasd dat hij nog leeft, maar dan nadert zijn mysterieuze belager. Saunière vertelt hem een zorgvuldig voorbereide leugen, net als blijkbaar drie anderen voor hem. Ze verbergen ‘een van de belangrijkste geheimen die ooit hadden bestaan’ (97-98). Voor hij een pijnlijke dood sterft, zoekt hij nog naar een manier om het geheim door te geven. Een goede plot Het begint met een raadselachtige moord, gevolgd door een onderzoek. Een onschuldige wordt daarbij verdacht en hij gaat samen met Sophie Neveu op zoek naar de ware toedracht. Daarbij vallen ze van de ene ontdekking in de andere. Informatie achterhouden We krijgen de informatie druppelsgewijs. De hoofdstukken worden vaak op een hoogtepunt afgebroken (cliffhanger): - De proloog eindigt wanneer de conservator wanhopig zoekt naar een manier om zijn geheim door te geven. - Hoofdstuk 38 eindigt wanneer ze beseffen dat ze misschien de graal in een kluis zullen vinden. De verschillende verhaallijnen maken vertragingen mogelijk. Wanneer een hoofdstuk eindigt met een cliffhanger, krijg je niet meteen het vervolg, maar wordt eerst overgeschakeld naar een andere verhaallijn. Interessante personages De personages zijn enkel interessant doordat ze specialisten zijn in de cryptologie en symboliek. Genre
Het boek is een thriller, weliswaar met een diepere visie met belangrijke religieuze implicaties. Dan Brown verwerkt echte of mogelijke historische gegevens in zijn roman.
(Uit De Morgen.)
4
Ver van huis. Herinneringen van een kindsoldaat. – Ishmael Beah (2007) 1
Het vertelstandpunt
Personaal, in de ik- of wij-vorm. 2
De hoofdfiguur
Ishmael Beah • Bij het begin van het verhaal is Ishmael 12 jaar. Wanneer hij 13 is, wordt hij gedwongen soldaat te worden in het regeringsleger. Twee jaar later belandt hij in een rehabilitatiecentrum in Freetown, de hoofdstad. • Als kindsoldaat was hij ‘junior luitenant’ en had hij de leiding over een kleine eenheid jongens. Ze moesten o.m. gaan zoeken naar eten, drugs, munitie, benzine e.d. Nadien kwam de hele groep en werd het dorp uitgemoord. • Hij heeft niet alleen heel wat wreedheden gezien, maar er actief aan deelgenomen. - Aanvankelijk wou hij niet vechten, maar als een kameraad sterft, beseft hij dat het doden is of gedood worden. - Uiteindelijk vindt hij geweld de normaalste zaak van de wereld; hij geniet er zelfs van. Daarbij zijn de kindsoldaten niet alleen onder de invloed van drugs, ze hebben blijkbaar ook plezier beleefd aan actiefilms zoals Rambo. Ishmael is ook trots op zijn bijnaam, ‘groene slang’, die hij gekregen heeft omdat hij ongezien een heel dorp kan uitschakelen. Hij is een verraderlijke doder. • Hij is zodanig getraumatiseerd door het vele geweld dat opname in een rehabilitatiecentrum noodzakelijk blijkt. Er zijn verschillende fasen in het genezingsproces: 1 Ze gedragen zich heel agressief tegen de verpleegkundigen en het andere personeel. Ze zijn niet alleen verslaafd geraakt aan drugs, maar ook aan geweld. Burgers vinden ze minderwaardig. 2 Wanneer de drugs hun uitwerking verliezen, worden ze nog agressiever: ze slaan mensen het ziekenhuis in, vernietigen het meubilair, mishandelen de man die hun natte matrassen niet vervangt … 3 Na enige tijd zonder drugs trillen Ishmaels handen onbeheersbaar en heeft hij hevige migraine. In een opwelling vernielt hij met de anderen de ruiten van een klaslokaal. Wanneer de verpleegster de glasscherven uit zijn hand haalt, laat hij geen teken van pijn zien. De volgende dag valt hij flauw van de hoofdpijn en belandt hij in de ziekenboeg. Opvallend is dat hij elke uiting van vriendelijkheid weigert: hij duwt haar bv. weg of gooit een glas tegen de muur. Hij denkt zelfs dat de soldaat in zijn kamer is gekomen om hem terug naar het front te brengen. 4 Na ongeveer twee maanden verdwijnen de onthoudingsverschijnselen en begint het echte genezingsproces. Hij ziet dan nog altijd bloed stromen uit een waterkraan en soms gedragen ze zich nog als echte soldaten. Ishmael is een antiheld: • Aan de ene kant voert hij met veel succes allerlei acties uit en is hij zelfs de leider van een kleine groep. • Aan de andere kant is hij daartoe gedwongen. Hoewel hij dol lijkt op geweld, is hij onder invloed van drugs en is het effect op zijn geestelijke toestand enorm. In die zin is hij meer een slachtoffer dan een held. • Zijn getuigenis later van wat gebeurd is, is dan weer heldhaftig.
5 3
Thema
a
De wrede burgeroorlog in Sierra Leone De strijd is zo wreed dat zelfs kinderen niet gespaard worden en opgenomen worden in het leger, onder meer omdat ze gemakkelijk te brainwashen zijn en door hun gestalte minder zichtbaar zijn tijdens de gevechten. Het is doden of gedood worden.
b
De rehabilitatie van een kindsoldaat Ishmael is helemaal veranderd door wat hij heeft meegemaakt. Hij kent alleen nog geweld en kan niet omgaan met vriendelijkheid en medemenselijkheid (zie punt 2). Hij moet dan ook genezen van zijn trauma’s.
4
Opbouw
Het verhaal is grotendeels chronologisch. Wanneer hij in de ziekenboeg is en een luitenant in zijn kamer is, is er een flashback waarin hij terugdenkt aan de tijd dat hij junior luitenant was.
5
Genre
Bekentenisliteratuur, meer bepaald een autobiografisch verhaal. Ishmael Beah vertelt over zijn eigen belevenissen.
6
Gelijkenissen en verschillen met Walewein
De structuur lijkt enkel in heel grote lijnen op die van een Arthurroman, vooral omdat we geen echte held hebben. a Begin: de hoofdfiguur moet op de vlucht voor de burgeroorlog. b Midden: Ishmael probeert als kindsoldaat te overleven en belandt uiteindelijk in een rehabilitatiecentrum. Uiteindelijk getuigt hij samen met andere jongeren op een vergadering van de Verenigde Naties over het probleem van de kindsoldaten. c Slot: de hoofdfiguur moet Sierra Leone opnieuw ontvluchten en woont nu in de Verenigde Staten.
6
Berthold 1200 – Paul Koeck (1979) 1
Het vertelstandpunt
Personaal, in de ik-vorm. De verteller is Maurice Hervé. 2
Het belangrijkste personage
Maurice Hervé - 43-jarige officier gespecialiseerd in ‘atomische en chemische oorlogvoering’. => Van zo iemand verwacht je zo’n klacht niet. + Als hij klaagt, zal er wel een heel ernstige reden zijn. => Een betrouwbare verteller. - Idealist: bezorgd om de gezondheid van de burgers. - Doorzetter, laat zich niet zomaar afschepen. - Hij gaat helemaal op in het probleem in tegenstelling tot de rest van de familie: Zijn vrouw vindt dat hij maar raar doet. Hij ergert zich aan zijn zoon met zijn geringschattend grijnsje, die zegt dat het weer een idee-fixe van hem is. 3
Thema
a
De gevolgen van een milieuramp Door een probleem bij een kerncentrale is het kraantjeswater in Visé radioactief besmet. Een aanklacht tegen corruptie Maurice Hervé meldt de besmetting, maar de politici minimaliseren alles: de helft van de bevolking van Visé wordt niet geïnformeerd, men zegt alleen dat er waterschaarste is en het komt niet in de krant. Terwijl doctor Lagasse vaststelt dat de besmetting hoger is dan toegelaten, wordt op de radio gemeld dat het om een vals alarm gaat. Er komt zelfs een agent voor zijn deur staan om hem te intimideren.
b
4
Opbouw
Chronologisch verhaal. Enkele spanningselementen: Verrassende uitspraak bij het begin: ‘Hij vroeg: ‘Hoe is het met je gezondheid?’ Daar dacht ik niet eens meer aan, goed dus, ik leefde.’ Er worden veel precieze tijdsaanduidingen gegeven, alsof het tijdsverloop heel belangrijk is. Er wordt als het ware afgeteld. De gebeurtenissen worden verteld zoals hij ze meemaakt, bv. hoe hij ontdekt dat het kraantjeswater radioactief is.
5
Genre
a
Documentaire roman • Het is (bijna helemaal) gebaseerd op echte feiten. Maurice André ontdekte op 11 januari 1973 dat zijn drinkwater radioactief was. Paul Koeck heeft wel een aantal zaken aangepast om er een echte roman van te maken.
7 •
b
6
Paul Koeck tracht alles zo precies mogelijk weer te geven. Vandaar ook de wat eenvoudige spreektaal (o.a. vele korte zinnen en herhalingen). Achtergronden In de jaren '60 van de 20ste eeuw geloofden veel schrijvers niet meer in de roman als genre: - Ze wilden de werkelijkheid verbeteren (sociaal engagement). - Ze waren van oordeel dat de werkelijkheid de verbeelding overtreft. Enkele voorbeelden van andere documentaire romans: ‘Als de olifanten vechten’ en ‘Black’ (Dirk Bracke), ‘Ik (Ali). Als Turkse arbeider in Duitse bedrijven’ (Günther Walraff), ‘Christiane F. Verslag van een junkie’ (Kai Hermann en Horst Rieck), ‘De Zaak 40/61’ (Harry Mulisch), ‘Jan Rap en z’n Maat’ (Yvonne Keuls). De documentaire roman leunt aan bij de Amerikaanse non-fiction novel (ook: faction, New Journalism) die een versmelting wou bereiken van roman en journalistiek. Enkele voorbeelden: ‘In Cold Blood’ (Truman Capote), ‘The Children of Sanchez’ (Oscar Lewis), ‘Hiroshima’ (John Hersey), ‘The Electric Kool-Aid Acid Test’ en ‘The Right Stuff’ (Tom Wolfe), ‘Hell's Angels’ en ‘Fear and Loathing in Las Vegas’ (Hunter S. Thompson), ‘The Executioner's Song’ en ‘The Armies of the Night’ (Norman Mailer), ‘The 13th Valley’ (John Del Vecchio). Maatschappijkritische roman: Paul Koeck klaagt wantoestanden aan. Hij heeft heel wat geëngageerde romans, maar ook toneelstukken en filmscenario’s geschreven.
Gelijkenissen en verschillen met Walewein
De structuur lijkt sterk op die van een Arthurroman: a De hoofdfiguur stelt een probleem vast. b Hij probeert dit kenbaar te maken en ondervindt tegenkanting. c Hij slaagt er echter niet in de orde te herstellen.
Foto van de kerncentrale in Tsjernobyl (Oekraïne) na de ramp in 1986, vanuit een helikopter.
8
Deze film uit 1979 over een kernramp werd geregisseerd door James Bridges.
Deze film van Mike Nichols uit 1983 gaat over een vrouw die ontdekt dat ze radioactief besmet is en is gebaseerd op echte feiten.
9
Tristan en Isolde 1
De belangrijkste personages
a
Tristan - Koning Mark van Cornwall is zijn oom. - Dankt zijn naam aan het feit dat zijn moeder kort na zijn geboorte is gestorven (eigenlijk komt ‘Tristan’ niet van ‘triest’, het gaat het om een Keltische naam). - Trouwe, uitstekende ridder, ook al is hij erg jong. Twee voorbeelden: o Slaagt erin Morholt, de broer van de koning van Ierland, in een duel te verslaan. o Hij doodt een draak Ierland terroriseert. Toch raakt hij telkens erg zwaar gewond. - Sluw. Enkele voorbeelden: o Nadat hij tijdens het gevecht met Morholt een ongeneeslijke giftige steekwonde heeft opgelopen, gaat hij op zoek naar hulp. Wanneer hij toevallig in Ierland belandt, weet hij Isolde de Blonde te misleiden, de nicht van Morholt en de enige die hem kan genezen. o Hij vertelt niet dat hij weet van wie het vrouwenhaar is. o Wanneer Isolde hem dreigt te doden, weet hij haar te overtuigen dit niet te doen. - Niet altijd eerlijk. Enkele voorbeelden: o Om zijn leven te redden, doet hij alsof hij alles gedaan heeft om Isolde voor zich te winnen en zegt hij dat hij het gouden haar heeft gevonden. Later vertelt hij haar wel de waarheid. o Hij bedriegt de koning met Isolde, maar er is een verontschuldiging: ze hebben een toverdrank gedronken. o Vlak voor zijn terechtstelling vlucht hij naar Bretagne, waar hij trouwt met Isolde met de Blanke Handen. Hij vertelt haar later wel over zijn echte liefde. - Iedereen prijst hem na zijn dood: hij was vrijgevig, hulpvaardig …
b
Isolde (de Blonde) - Koningsdochter met gouden haren. - Beschikt over bijzondere krachten: bv. Ze geneest Tristan van zijn ‘ongeneeslijke’ giftige steekwonde. Hierin lijkt ze op haar moeder, die Tristan geneest nadat hij de draak heeft verslagen en de toverdrank bereidt. - Wilskrachtig: bv. Wil absoluut niet met de hofmeester trouwen en vermoedt bedrog. Ze zoekt de man die de draak gedood heeft (Tristan) en brengt hem in het geheim naar het hof. Ze daagt hem ook uit voor de koning tot een tweegevecht met Tristan. - Houdt zich aan de gedragsregels aan het hof: ze verzorgt Tristan, poetst zijn wapens. - Trouw: bv. Wanneer ze ontdekt dat Tristan, die ze bewondert om zijn dapperheid en schoonheid, haar oom heeft vermoord, valt ze hem meteen aan, ook al is hij weerloos. Als ze ontrouw is, dan komt dit door de toverdrank. - Sluw: bv. Weet het hof ervan te overtuigen Tristan genade te schenken als hij de hofmeester verslaat. Toch laat ze zich bedriegen door Tristan, die doet alsof hij alles voor haar gedaan heeft. Wanneer ze dit ontdekt, schaamt ze zich en haat ze hem.
10
2
Thema
a
Onmogelijke liefde Isolde en Tristan zijn kinderen van rivaliserende koningshuizen. Door een vergissing drinken zij van de toverdrank, waardoor ze elkaar voor eeuwig zullen liefhebben. Wanneer haar zus dit ziet, zegt ze: ‘Isolde, mijn zuster, en u, Tristan, jullie hebben jullie dood gedronken!’ Ze overtreden alle morele regels en sterven een tragische dood. Trouw en bedrog of verraad Het feodale systeem draait rond de onwankelbare trouw van de leenman en de leenheer aan elkaar. Wanneer Tristan en Isolde ontrouw zijn, keert alles zich dan ook tegen hen: - de natuur (door het weer kan de boot er niet op tijd zijn); - zelfs God (‘God wil niet dat ik lang genoeg leef om mijn Tristan nog éénmaal, slechts éénmaal weer te zien. Hij wil dat ik verdrink in deze zee. (…) Als ik niet naar jou kom, is het omdat God het niet wil …’) Het verhaal kiest echter de kant van Tristan en Isolde. Toch wordt er geen kritiek gegeven op de vorst, de maatschappij of zelfs God: • Als Tristan en Isolde op elkaar verliefd zijn, dan komt dit doordat ze zonder dat ze dit beseften van de toverdrank gedronken hebben. • Men tracht de doornstruik die de graven verbindt, driemaal te vernietigen, wat niet lukt. Aangezien drie een heilig getal is, is dit een godsoordeel. God keurt hun liefde goed. • De koning doet niets verkeerd. Wanneer hij beseft hoe groot hun liefde was, beveelt hij zelfs de doornstruik niet meer te snoeien.
b
Enkele voorbeelden van trouw: • Tot het moment dat ze van de toverdrank drinken, zijn Tristan en Isolde modellen van trouw. • Enkele baronnen zijn jaloers en schrijven Tristans genezing toe aan tovenarij. Ze willen daarom dat de koning trouwt en zorgt voor een troonopvolger. • De koning heeft Isolde beloofd Tristan genade te schenken en hij doet dat, ook wanneer blijkt dat hij zijn broer heeft vermoord. Enkele voorbeelden van bedrog of verraad: • De hofmeester van de koning van Ierland heeft al enkele keren geprobeerd de draak te doden omdat degene die daarin slaagt, met Isolde de Blonde mag trouwen. Hij hakt het hoofd van het door Tristan gedode monster af, gaat ermee naar de koning en eist de hand van Isolde op. • Tristan heeft, om zijn leven te redden, aan Isolde verteld dat hij alles voor haar gedaan heeft, maar later moet hij toegeven dat het in opdracht was van zijn koning. • Tristan en Isolde ontmoeten elkaar in het geheim. • Isolde met de Blanke Handen wreekt zich op Tristan en zegt dat ze een zwart zeil heeft gezien. 3
Genre
•
Oud Keltisch verhaal dat eeuwenlang mondeling is overgeleverd. Deze versie is een prozabewerking van rond 1900 door de Fransman Bédier, vandaar o.m. de wat plechtige, oudere taal. Van oorsprong is het een typisch ridderverhaal, dat draait rond trouw en verraad. De ridders krijgen op een bepaald moment ook een opdracht: de vrouw zoeken van wie het haar is (= queeste).
•
11 4
Literair-historische context
a
Enkele typisch middeleeuwse tekstkenmerken • Enkele onrealistische zaken: - Magische elementen: bv. - Tristan geneest tweemaal op wonderlijke wijze. - De toverdrank die Isolde op haar bruidsnacht had moeten drinken. - Overdrijving: Er zijn onnoemelijk veel baronnen aan het hof: ‘het licht der edelgesteenten stroomde langs hun rijke klederen van scharlaken, zijde en purper’. De metgezellen van Tristan zien er eveneens fantastisch uit en dragen zelfs onbekende edelstenen. De buitengewone schoonheid van Isolde. • De personages zijn erg gelovig. Voorbeelden: - Tristans metgezellen zweren op de lichamen van heiligen dat hij de waarheid spreekt. - Isolde gelooft dat God niet wil dat ze hem terugziet en daarom berust ze in haar lot. Zij bidt ook tot God na Tristans dood. - Drie is een heilig getal (vgl. de Heilige Drievuldigheid). Enkele voorbeelden: In Isoldes derde droom ziet zij de bebloede kop van een everzwijn in haar schoot en dus weet ze dat ze hem niet meer levend zal zien. Men tracht de doornstruik die de graven verbindt, drie keer te vernietigen, maar dan beseft men dat dit een wonder is. Tristan zegt voor hij sterft ook driemaal: ‘Mijn liefste Isolde!’ Enkele typisch romantische trekken, die ook in moderne liefdesverhalen te vinden zijn: - De twee zwaluwen die het vrouwenhaar in het koninklijk paleis laten vallen. - Hij heeft haar gouden haar in zijn overkleed laten naaien. De rest van de stof heeft zijn gouden kleur verloren, het haar echter niet. - De geheime tekens: het schip moet een wit zeil dragen als zij komt, anders een zwart. - De geliefden worden niet alleen gescheiden door sociale factoren, maar ook door de natuur: de zee en weerselementen. - Isolde gaat naast Tristan liggen, kust hem en sterft onmiddellijk samen met hem. - Ze worden naast elkaar begraven, maar ‘s nachts stijgt uit zijn graf een groene doornstruik op met geurende bloemen die zich buigt over het dak van de kapel en neerdaalt in het graf van Isolde. Hij wordt omgehakt, maar groeit altijd terug, tot de koning het snoeien verbiedt. Hoofse literatuur. Zie werkboek.
b
c
12
Van den vos Reynaerde – Willem (ca. 1260) 1
De belangrijkste personages
a
Reinaert • Sluw (‘reinaert’ is een Germaans woord dat ‘sluw’ betekent). Enkele voorbeelden: - hij blijft weg op de hofdag; - hij kent de zwakke plekken van Bruun en buit ze uit; - zijn list is perfect: de mensen mishandelen Bruun in zijn plaats. • Vals, schijnheilig. Enkele voorbeelden: - hij doet zogezegd boete voor zijn zonden en leeft als een kluizenaar, maar slaagt er zo in een kip te doden; - hij doet alsof hij niet weet dat Bruun dol is op honing; - later heeft hij zogezegd berouw van zijn daden; - op het einde van het verhaal beweert hij dat hij de koning heeft gered (want er was een complot tegen hem). • Boosaardig, gemeen, wreed. Enkele voorbeelden: - hij heeft de vrouw van Isegrim onteerd en gepist op zijn kinderen zodat ze blind zijn geworden; - Cuwaert de haas is maar op het nippertje aan de dood ontsnapt; - hij heeft de kip Coppe gedood; - hij laat Bruun vreselijk toetakelen; - hij is boos als Bruun ontsnapt, maar gaat hem nadien nog uitschelden.
b
De andere dieren Egoïstisch, naïef. Enkele voorbeelden: - Isegrim heeft Reinaert ook vaak bedrogen, bv. door de beste vis voor zich te houden. - Bruun kan zich niet voorstellen dat Reinaert zo schurkachtig is als wordt gezegd. - Bruun laat zich misleiden voor wat honing. - Koning Nobel offert op het einde van het verhaal enkele onderdanen in ruil voor de zogezegde schat van de mensen die zogezegd een complot tegen hem smeedden. Nochtans heeft hij bij God gezworen recht te doen geschieden en heeft hij gezegd dat hij verdoemd mag zijn als hij Bruun niet wreekt.
c
De mensen Het zijn onbeschaafde 'dorpers': - ze zien er afschuwelijk uit (vgl. ook hun namen); - laf en wreed: ze mishandelen met velen een weerloze beer; - dom en egoïstisch: ze laten de beer ontsnappen als de pastoor aflaten belooft.
2
Thema
a
Spot met de middeleeuwse maatschappij (de feodaliteit en de Kerk) en de ridderroman: • De hoofdfiguur is geen held, maar een schurk. Hij is helemaal niet ridderlijk: - hij spreekt Bruun wel hoofs aan, maar met valse bedoelingen; - hij laat de weerloze Bruun over aan de mensen en gaat hem nadien nog uitlachen; - het woord ‘trouw’ komt voor wanneer Reinaert bv. met Insengrim uit stelen gaat of wanneer hij praat over het complot en de schat. • De structuur - Het verhaal begint aan het hof, net zoals ‘Walewein’ of 'Karel ende Elegast'. Heel wat dieren hebben klachten over Reinaert, die niet aanwezig is.
13 -
Dan begint de queeste, maar alle uitgestuurde 'ridders' vergeten snel hun opdracht of laten zich gemakkelijk beetnemen (ze zijn de koning ontrouw). Niemand van hen is een voorbeeld, de queeste mislukt door hun egoïsme. - Op het einde wordt de orde niet hersteld want de koning denkt enkel aan de schat. De grootste schurk heeft het gehaald. • De Kerk Voorbeelden: - Als de pastoor op Bruun afstormt, lijkt het wel een religieuze processie: de koster volgt hem met het vaandel en daarachter lopen de parochianen. - De pastoor helpt Bruun afranselen, met zijn kruisbeeld als wapen. - De pastoor houdt zich niet aan het celibaat en bekommert zich enkel om zijn vrouw, Julocke (= jou lok ik), als ze in het water belandt, niet om de vier anderen. - Hij belooft aflaten voor wie haar redt. • Het standbewustzijn: er wordt bv. gespot met het arrogante Franstalige hondje Cortois, van wie Reinaert een worst gestolen heeft. Noot Een andere gelijkenis met de klassieke middeleeuwse verhalen is te vinden in de symboliek van het woud, een vreemde en gevaarlijke plek: bv. - in ‘Karel ende Elegast’ ontmoet keizer Karel de zgn. roofridder Elegast in het bos; - in de ‘Divina Commedia’ van Dante begint de dichter zijn afdeling naar de hel op een plek in het woud. Hier moet Bruun ook door een donker woud als hij naar Reinaert gaat en komt hij net als de ridders in een wilde streek (ene woestijne) terecht. b
Spot met de mens als zodanig - De mensen zijn egoïsten, huichelaars. De grootste bandiet haalt het: 'homo homini lupus' (de ene mens is voor de andere een wolf; de mensen verslinden elkaar). Deze pessimistische visie wordt wel getemperd door humor. - Reinaert is nog een beetje bewonderenswaardig omdat hij de enige is die natuurlijk, echt is, en zich niet stoort aan allerlei vaak futiele conventies. Hij is gewoon zichzelf. De beschaving en de maatschappelijke orde zijn louter schijn.
Pieter Bruegel: De grote vissen eten de kleine (1557)
3
Vorm Zoals in elke middeleeuwse roman wordt de versvorm gebruikt, waarbij de verzen per twee rijmen.
14 4
Genre
a
b
Het verhaal is in de eerste plaats een satire op de feodale maatschappij en de mens (cf. ‘Thema’). Om te directe en dus te harde kritiek te vermijden, wordt gebruikgemaakt van dieren. Tegelijk kun je het boek ook lezen als een parodie op de ridderroman (zie ‘Thema’).
5
Humor
a b
Voorbeelden van satirische en parodistische elementen vind je elders (punt 4 en 6) Ironie Veel humor vloeit voort uit de subtiele vergelijkingen van mens en dier (antropomorfisme). Enkele voorbeelden van fijne spot: - Reinaert dankt ‘heer Bruun’ voor zijn goede raad. Ze gebruiken tegen elkaar de u-vorm, zoals edellieden, maar zodra Reinaert over de honing begint, vergeet Bruun zijn officiële rol en schakelt hij over op het vriendschappelijke ‘du’ (jij). - In de ‘processie’ bevinden zich enkele oude vrouwtjes op krukken die bijna geen tanden meer hebben. - ‘Er werd daar niet bepaald recht gesproken’: Bruun wordt zwaar mishandeld. - De namen van de mensen: Abelquac (Edelfluim), Vuulmaerte (Smerige Dienstmeid), Bave (Kwijl) of Julocke (Jou Lok Ik). De koning heet ook ‘Nobel’. - Reinaert spreekt Bruun aan als priester en vergelijkt hem met een monnik omdat zijn kruin ook zo ‘geschoren’ is. Sarcasme en zwarte humor Reinaert heeft leedvermaak wanneer Bruun gevangen zit in de eik van Lamfroit: bv. - eet maar goed, want Lamfroit komt je wat te drinken brengen; - Reinaert lacht met de ellende van Bruun.
c
6
Literair-historische context
Van den vos Reynaerde is hét meesterwerk van de Middelnederlandse literatuur en een van de hoogtepunten van de hele middeleeuwse literatuur. • Over Willem, de schrijver, weten we weinig. Vroeger dacht men aan een abt, tegenwoordig meer aan een raadsman in een rechtbank (een zgn. taalman) of een jurist. De tekst staat in elk geval in het Oost-Vlaams en er zijn veel geografische verwijzingen naar Gent en omstreken, naar het Waasland en Zeeuws-Vlaanderen. In deze gebieden is er dan ook een toeristische Reinaertroute. • Het dierdicht is een heel oud genre. Uit de klassieke oudheid kennen we bv. de fabels van de Griekse schrijvers Aesopus en Phaedrus. Ze gaven indirect kritiek op de maatschappij waarin ze leefden. Misschien is onze Reinaert behalve op Germaanse verhalen geïnspireerd op de volgende werken: a ‘Ysengrimus’ (= wolf), geschreven door de Gentse monnik Nivardus, rond 1150, in het Latijn. b ‘Le Plaid’ (Het pleidooi, Het rechtsgeding), een Frans volksverhaal. Later gaf ook bv. Jean de la Fontaine in zijn fabels indirecte kritiek op het Franse hof.
15
De eerste wet van de magie: het zwaard van de waarheid – Terry Goodkind (1994) 1
Het vertelstandpunt
Auctoriaal, in de hij-vorm. De schrijver blijft dicht bij Richard, maar zijn hand is merkbaar. Een voorbeeld: ‘Hoewel het koud begon te worden, droegen Richard noch Kahlan een jas, ze waren warm van de inspanning omdat de Oude John zo’n hoog tempo aanhield. Richard bleef proberen aan Zedd te denken, maar in zijn gedachten werd hij voortdurend onderbroken doordat hij zich moest haasten om hem bij te houden. Het besef dat hij buiten adem raakte, maakte dat hij Zedd ten slotte uit zijn hoofd bande.’ 2
De personages
De figuren zijn nogal vlak en kunnen net als in veel fantasyverhalen in twee groepen verdeeld worden. a De goeden 1 Richard Cypher - De protagonist. Hij is een woudgids die in Westland woont en op zoek is naar de moordenaar van zijn vader. - Hij redt Kahlan van vier huurmoordenaars en brengt haar bij Zedd, zijn grootvader, die de Eerste Tovenaar blijkt te zijn. Hij wordt door hem aangesteld als Zoeker en krijgt van hem het Zwaard van de Waarheid, dat ooit is gesmeed door krachtige tovenaars. Zijn opdracht bestaat erin ervoor te zorgen dat Darken Rahl niet het derde Kistje van Orden te pakken krijgt. - Geen superheld: Hij zegt tegen Kahlan dat mensen dingen geloven omdat ze dat willen, maar maakt dan dezelfde fout door zich door de Calthrop in de luren te laten leggen. Hij doorziet diens plan maar op het laatste nippertje. Heeft geluk dat de Calthrop hem niet overdag kan doden en kan Samuel enkel dankzij zijn mes verslaan. Bijna blind in het duister en moet zich dus laten leiden door de metgezel. Krijgt rillingen wanneer ze door het bos lopen en donkere gestalten hen volgen, die soms kreten uitstoten. Daar staat tegenover dat hij wel op avontuur vertrekt en altijd volhoudt om zijn doel te bereiken. Hij stapt op het einde ook op Shota af. 2 Kahlan Amnell - Wil de Eerste Tovenaar vinden om Darken Rahl te stoppen. - Doodsbang van Shota: zelfs een tovenaar zou volgens wat ze had gehoord niet naar de Vlakte van Agaden gaan. - Shota heeft haar overdekt met een massa giftige slangen. Kahlan zegt tegen Richard dat hij haar niet kan redden van de dood en dat hij moet vluchten. b
De slechten 1 Darken Rahl De heerser van D’Hara, die nu het Middenland wil veroveren. 2 Oude John - De gids van Richard en Kahlan tijdens hun zoektocht. - Loopt heel hard, maar ziet er fris en ontspannen uit in tegenstelling tot de veel jongere Richard en Kahlan. Bovendien loopt hij door een spinnenweb zonder het kapot te maken en laat hij geen voetsporen achter.
16 -
3
4
Wanneer Richard hem doorheeft, verandert hij in de Calthrop, een beest met klauwen en slagtanden dat tweemaal zo groot is. Het monster splijt een enorme steen en loopt dan ineens weg, waarschijnlijk uit schrik voor Shota. De Calthrop kan trouwens alleen ‘s nachts doden. Samuel of metgezel - Ziet eruit als een klein weerzinwekkend dier. Enkele kenmerken: uitpuilende gele ogen, scherpe tanden, lange armen en vingers, haarloos, donkere vlekken op het hoofd, rotte tanden, stinkende adem, bleke huid, loopt waggelend, ziet ’s nachts heel goed … - Metgezel van de heks Shota. Volgde samen met haar Richard, Kahlan en Oude John. Eigenlijk wachtte hij tot Oude John Richard zou doden om dan ‘zijn’ zwaard te grijpen. - Bijzonder sterk. Wel bang wanneer Richard dreigt hem te doden en op te eten. - Spreekt slecht, in onvolledige zinnen, en gedraagt zich vaak vreemd: hij zegt voortdurend ‘Van mij, geef me’ of mompelt ‘Niet Samuel koken alsjeblieft’. - Houdt zijn belofte aan Richard dat hij hem naar Kahlan zal brengen en wordt dan vrijgelaten. Shota - Machtige heks die in het bezit is van het derde Kistje van Orden. - De meesteres van Samuel. - Ontvoert Kahlan terwijl Richard aan het vechten is met de Calthrop, allicht om Richard zo in haar macht te krijgen.
De metgezel lijkt vaak op Gollem uit In de ban van de ring. Met deze figuur verwijst Tolkien volgens David Day in De wereld van Tolkien. Mythologische bronnen van ‘In de Ban van de Ring’ impliciet, maar misschien onbedoeld, naar de groei van de twintigste-eeuwse psychiatrie. Tijdens zijn leven kwam namelijk het idee van de gespleten persoonlijkheid op. Gollem is hier een goed voorbeeld van gezien de innerlijke dialoog tussen zijn twee ‘persoonlijkheden’: Sméagol en Gollem. J.R.R. Tolkien (1892-1973) doceerde Engelse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Oxford. Zijn interesse ging vooral uit naar de middeleeuwen, met name naar oude Germaanse mythen en sagen zoals Beowulf, Sir Gawain and the Green Knight, de Edda en de Finse Kalevala. Hij was ook erg geïnteresseerd in oude talen en creëerde zelf vijftien fantasietalen, o.a. het Elfs.
17
Film van Robert Zemeckis uit 2007 naar het gelijknamige Oudengelse verhaal van rond het jaar 1000. Het gaat over de held Beowulf die de Denen bevrijdt van Grendel, een monster.
3
Thema
a
b
Hoofdthema: de strijd tussen goed en kwaad. Richard en Kahlan willen Darken Rahl tegenhouden, die het Middenland wil veroveren. Daartoe moeten ze ervoor zorgen dat deze het derde Kistje van Orden niet te pakken krijgt. Als hij ze alle drie kan openen, krijgt hij de absolute macht over leven en dood. Van het Moddervolk vernemen Richard en Kahlan dat het zich bevindt in de Vlakte van Agaden bij de machtige heks Shota. Een neventhema in dit fragment: Kahlan redden.
4
Ruimte
De beschreven wereld ziet er als volgt uit: a Westland: het enige werelddeel waar geen magie bestaat. b Middenland. c D’Hara, dat in handen is van Darken Rahl. Om van (a) naar (b) te gaan of omgekeerd, moet je beschikken over speciale toverkrachten. 5
Taalgebruik
Alles wordt heel precies beschreven om het waarheidsgehalte te verhogen. Daarbij worden wel erg veel beschrijvende adjectieven, werkwoorden e.d. gebruikt. Enkele voorbeelden: - Het brulde en deed ineens een gigantische stap naar voren. Richard deed er drie achteruit. Hij greep het zwaard zo stevig vast dat het pijn deed. De bossen galmden van de oorverdovende kreet van het wezen, diep, woest, boosaardig. De bek sperde zich wijd open bij elke brul. Het boog zich over hem heen, met gloeiende diepliggende ogen, en klapte met zijn enorme kaken.
18 -
-
Scherpe, vochtige tanden reikten over het zwaard heen en beten kwaadaardig naar zijn gezicht. Hij joeg het zwaard omhoog, maar raakte het beest niet. Woedende rode ogen keken woest naar het zwaard. Voor hij helemaal overeind kon krabbelen, sprong iets vaals met lange armen op hem en gooide hem weer op zijn rug. Het schreeuwde van woede. Machtige, knoestige handen grepen de zijne en probeerden het zwaard uit zijn greep te rukken. Een van de armen gaf hem met de rug van de hand een klap op zijn kaak en sloeg hem bijna bewusteloos. Bloedeloze witte lippen krulden zich om, lieten scherpe tanden zien, terwijl het huilde. Uitpuilende gele ogen keken hem blikken aan. Het probeerde wanhopig om hem in het gezicht te schoppen. Richard hield het zwaard uit alle macht vast en probeerde het los te wrikken uit de pijnlijke greep van de lange vingers.
Er zijn daarbij vaak scherpe contrasten. Door dit alles komen de formuleringen dikwijls stuntelig of clichématig over. Enkele voorbeelden: - Het pakte een steen op die twee keer zo groot was als Richards hoofd, stak zijn stompe snuit hoog in de lucht, haalde diep adem en drukte met een brullend geluid de steen in zijn klauw. Spieren als kabeltouwen spanden zich. De steen spleet met een hard gekraak dat door het woud weerklonk. - Met een grom reikte hij plotseling weer naar het gevest, trok een van Richards zweterige handen van het zwaard en sloeg zijn eigen hand om Richards linkerhand op het gevest. Zijn schrille kreten spleten de stilte van het bos. Pezige vingers klauwden in zijn hand, scherpe nagels groeven zich in zijn vlees. Er is bovendien nogal wat herhaling opdat de lezer het zeker niet verkeerd zou begrijpen, bv. dat Samuel weerzinwekkend is, gele ogen heeft … Vaak zijn er vreemde, niet zo fraaie formuleringen (slecht vertaald?). Enkele voorbeelden - Uiteindelijk stond hij die behoedzaamheid toe in zijn geest te ontbloeien. - De oude man ging erlangs, maar niet de punt ging door zijn arm zoals hij door rook zou gaan. - Hij voelde de woede zijn angst overspoelen. - Uitpuilende gele ogen keken hem blikken aan. 6
Genre
De eerste wet van de magie is het eerste deel van een cyclus van 13 delen met als titel Het zwaard van de waarheid. Het genre: a Fantasy, meer bepaald epische fantasy. Wat is kenmerkend? • Het verhaal speelt zich af in een denkbeeldige wereld die heel precies wordt beschreven. • Het kernthema is de strijd tussen goed en kwaad. De grondlegger van dit genre is J.R.R. Tolkien (1892-1973), de auteur van onder meer In de ban van de ring (The Lord of the Rings) en De hobbit (The Hobbit). Zijn inspiratie haalde hij uit klassieke middeleeuwse ridderverhalen. De voornaamste soorten fantasy 1 Epische fantasy (high fantasy): bv. ‘De kronieken van Narnia’ (C.S. Lewis), ‘De kronieken van Thomas Covenant’ (Stephen R. Donaldson) en de Shannara-boeken (Terry Brooks). 2 Duistere of huiveringwekkende fantasy: bv. ‘Het gouden kompas’ (Philip Pullman). 3 Hedendaagse fantasy: het verhaal speelt zich (gedeeltelijk) af in onze wereld. Bv. de Harry Potterverhalen van Joanne K. Rowling. 4 Humoristische fantasy: bv. de Schijfwereld-boeken van Terry Pratchett.
19 5 6 7 8
b 7
Magische fantasy: bv. ‘De magiër’ (Raymond Feist). Mythische fantasy: bv. ‘American Gods’ (Neil Gaiman). Sciencefantasy (bevat magie en elementen van SF): bv. ‘Duin’ (Frank Herbert). Sword & Sorcery (gevechten, magie): bv. ‘Conan de Barbaar’ (Robert E. Howard) en het rollenspel ‘Dungeons and Dragons’. 9 Sprookjesachtige fantasy: bv. ‘Wit als sneeuw’ en ‘Rood als bloed’ (Tanith Lee). Daarnaast bevat het verhaal veel elementen van een avonturenroman met een hoog Indiana Jones-gehalte: bv. de tocht door een moeilijk landschap, de vele giftige slangen. Gelijkenissen en verschillen met Walewein
a
Er is een probleem: Richards vader is vermoord en Darken Rahl wil het Middenland veroveren. Richard wordt aangesteld als Zoeker. b Het midden: Richard en Kahlan beginnen aan hun zoektocht naar het derde Kistje van Orden en doorstaan allerlei beproevingen. c Het einde kennen we niet, maar allicht slagen ze in hun opzet. Net als in Walewein zijn er veel overdrijvingen: - zie ‘Taalgebruik’; - in de Vlakte van Agaden bevindt zich ‘het mooiste kasteel’ dat Richard al ooit had gezien.
Poster voor de Duitse tv-film uit 2004 van Uli Edel gebaseerd op het gelijknamige beroemde Oudhoogduitse de heldenepos uit de 13 eeuw. Het gaat over de ondergang van het huis van de Bourgondiërs. Richard Wagner gebruikte het ook voor zijn opera Der Ring des Nibelungen (1853-1874).
20
Eerst doodden ze mijn vader – Loung Ung (2000) 1
Het vertelstandpunt
Personaal in de ik-vorm (soms wordt de wij-vorm gebruikt). Sommige critici verwijten Loung Ung dat het perspectief niet klopt: - ze is te jong om bepaalde zaken te kunnen weten, - het taalgebruik is te moeilijk voor zo’n jong kind. Ter overweging: - Er zijn schrijvers die zich helemaal trachten te verplaatsen in de geest van zo’n klein kind. Dit registreert de gebeurtenissen dan gewoon zonder alles te begrijpen. De lezers weten meer door gegevens die van andere personages komen en door hun achtergrondkennis. In ‘Kinderjaren’ van Jona Oberski gaat de kleine Jona op een bepaald moment naar het zgn. ketelhuis. Dit blijkt echter een knekelhuis te zijn, waarin zich o.a. het lijk van zijn moeder bevindt. Door de beschrijvingen, de informatie van andere kinderen en onze kennis over de Holocaust is alles perfect verstaanbaar. In Eerst doodden ze mijn vader zegt de verteller op bepaalde momenten uitdrukkelijk dat de informatie van anderen komt, bv. haar oudere broer Kim. - Loung Ung beschrijft geen korte periode, maar 5 jaar uit haar leven. Ze wou ook niet in de eerste plaats een kunstwerk schrijven, maar haar belevenissen zo direct en levendig mogelijk weergeven. De onaangepaste zinsbouw en woordkeuze vallen daardoor niet echt op. 2
Opbouw
Een chronologisch verhaal. Elk hoofdstuk verwijst naar een maand en jaar. 3
Het belangrijkste personage
Loung Ung - In 1977 is ze 7 jaar. Ze lijdt dan al zo’n twee jaar onder de terreur van de Rode Khmers: o Haar vader, een hoge regeringsfunctionaris, werd als eerste vermoord. o Haar broer Kim wordt zwaar gestraft nadat hij is betrapt bij het stelen van voedsel. o Ze verblijft in kampen en moet uiteindelijk afscheid nemen van al haar familieleden. o Haar oudere zus Keav is omgekomen, allicht door het zware werk. - Ze beseft dat ze niet mag opgeven, anders gaat ze er zelf aan. Haar vader komt toch niet terug. Ook haar haatgevoelens houden haar recht. - Ze begrijpt snel hoe ze moet overleven: o Ze doet in het nieuwe kamp alsof haar ouders dood zijn. Ze zegt dat het boeren waren die gestorven zijn in dienst van de revolutie. Deze leugen is extra moeilijk omdat men in de Chinese cultuur gelooft dat spreken over iemands dood het sterven dichterbij brengt. o Ze doet enorm haar best. Hoewel ze de jongste is, werkt ze zelfs het hardst. Omdat ze blijkbaar sterk genoeg is, wordt ze naar een militair opleidingskamp gestuurd. o Ze doet tegen Met Bong alsof ze blij is dat ze naar dit kamp mag, hoewel ze het land haat dat haar vader heeft vermoord. Ze neemt met heel veel pijn in het hart afscheid van Chou. o Hoewel ze niet alles begrijpt en tegen de Angkar is, roept ze tijdens de indoctrinatie mee met de anderen. o Ze kookt inwendig wanneer Met Bong haar zegt dat kinderen hun ouders moeten doodschieten als ze de revolutie niet steunen, maar zegt niets.
21
-
In het laatste kamp hoort ze voor het eerst in twee jaar mensen lachen en er wordt gezongen en gedanst. Ze is blij wanneer haar gevraagd wordt danseres te worden.
4
Thema
a
De strijd om te overleven tijdens de genocide in Cambodja Het leven in de kampen is heel zwaar: - Er is afwisselend gedurende een paar maanden net voldoende voedsel en bijna niets, waardoor veel mensen omkomen van de honger. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de Vietnamezen: als een inval dreigt, worden voedsel en andere zaken naar China geëxporteerd in ruil voor wapens. - Hele gezinnen verdwijnen plots. Alle verwanten van terechtgestelden worden om het leven gebracht omdat gevreesd wordt dat ze later wraak zullen nemen. Daarom besluit Loungs moeder drie kinderen (Kim, Loung en Chou) weg te sturen naar verschillende heropvoedingskampen (in drie verschillende windrichtingen) waar ze zich moeten voordoen als wezen. Ze moeten een nieuwe naam kiezen en deze voor elkaar geheimhouden. - In het tweede kamp moet ze van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat in de brandende zon werken. Het putwater mogen ze niet gebruiken om te drinken of zich te wassen. - In het water op de velden zitten bloedzuigers. Als ze die probeert kwijt te raken, roept Met Bong dat ze lui is en voort moet werken. Haar zus Keav is allicht gestorven door het veel te harde werk. Loung Ungs verhaal is, zoals ze bij het begin van het boek schrijft, ‘exemplarisch voor wat miljoenen andere Cambodjanen hebben meegemaakt. Als u destijds in Cambodja had geleefd, was het ook uw verhaal geweest.’
b
De ontmenselijking in een totalitaire maatschappij Enkele politieke fanatici trachten hun totaal ontspoorde utopie te realiseren. Alles moet wijken voor het hogere groepsideaal: - De mensen mogen niet zelfstandig denken of hun emoties tonen. In het 2de en 3de kamp worden de kinderen dagelijks geïndoctrineerd. Wie het niet eens is of zich onvoldoende inspant, riskeert zijn/haar leven. - Persoonlijke voorwerpen worden verbrand, bv. Loungs rode jurk en zwarte schoenen. Iedereen moet er identiek uitzien: hetzelfde zwarte pak met een rode sjaal en dezelfde korte haarsnit. Zelfs kleine kinderen worden niet gespaard: - Loung moet in moeilijke omstandigheden hard werken en afscheid nemen van haar familie. - De kinderen moeten iedereen aangeven die ze van verraad aan de revolutie verdenken, ook hun ouders en familie. Ze moeten zelfs leren hun ouders zonder aarzelen dood te schieten. - Alle kinderen van acht jaar en ouder worden door soldaten bijeengebracht in kampen, waar ze een opleiding en taak krijgen.
5
Ruimte
Op het platteland in afgesloten kampen, die de situatie in het hele land weerspiegelen. 6
Het taalgebruik
-
Eenvoudig en direct. Er worden geen speciale stijlmiddelen gebruikt.
22 -
Soms schrijft de auteur wel erg stuntelig. Er is bv. heel wat woordherhaling. Twee passages ter illustratie: Het kamp bestaat uit zes hutten met strodaken die veel op onze hut lijken, behalve dan dat deze langer en breder zijn. Ertegenover staan twee open hutten die in gebruik zijn als gaarkeuken en drie kleinere hutten waar de opzichters wonen. Het kamp is aan alle kanten omgeven door enorme moestuinen. In een van die tuinen zitten ongeveer vijftig kinderen op een rij neergehurkt onkruid te wieden en groenten te planten. Nog eens vijftig kinderen staan in een rij bij de waterputten en zijn bezig de tuinen te bevloeien. Ze geven emmers water aan elkaar door, waarbij de laatste in de rij de emmer leeggiet en ermee terugloopt naar de put. Met Bong brengt me naar een ander kamp, een uur lopen van het vorige. Ik weet niet wat ik van het nieuwe kamp moet verwachten, maar als Met Bong zegt dat het een trainingskamp is voor kindsoldaten, neem ik aan dat het een groot en zwaarbewapend kamp zal zijn, waar veel soldaten wonen. Het nieuwe kamp blijkt echter bijna identiek te zijn aan het vorige.
7
Historische context
Cambodja was een Franse kolonie die in 1953 onafhankelijk werd. Wanneer Norodom Sihanouk (ex-koning en socialist) in 1963 optreedt tegen de communisten, slaan Pol Pot (een leraar) en zijn kameraden op de vlucht. Ze trekken o.m. naar China en Vietnam voor verdere training. Intussen is de oorlog in Vietnam in alle hevigheid bezig. Sikanouk probeert een neutrale houding aan te nemen, maar hij laat enerzijds Amerikaanse vliegtuigen over zijn grondgebied vliegen en anderzijds Vietcongsoldaten via Cambodja optrekken naar ZuidVietnam. De Amerikaanse bombardementen op deze geheime routes (vanaf 1969) drijven de Vietcong en in hun spoor de Rode Khmer dieper het binnenland in. Wanneer Sihanouk in 1970 in het buitenland is, pleegt generaal Lon Nol een staatsgreep. Hij tracht de Vietnamezen het land uit te drijven, maar het Cambodjaanse leger lijdt zware verliezen. De Rode Khmers profiteren hiervan om een steeds groter deel van het land in te palmen. Ondanks Amerikaanse valt de hoofdstad Pnom Penh op 17 april 1975. Twee weken later, op 30 april, trekken de laatste Amerikanen weg uit Saigon. De Rode Khmer was oorspronkelijk een linkse beweging die in opstand kwam tegen het Franse koloniale bewind. Hun leider was Pol Pot (Broeder Nr. 1). Net als Mao wilden deze communistische revolutionairen terug naar een agrarische maatschappij waarin iedereen gelijk is. Ze schaften het geld af en noemden hun land Democratisch Kampuchea. Elk detail van het dagelijkse leven werd voortaan bepaald door de Angkar, de geheime organisatie achter de Rode Khmer. Enkele uren al na de inname van Pnom Penh werd iedereen naar het platteland gestuurd; binnen een week was de hele stad verlaten. Uiteindelijk moest bijna de hele bevolking verhuizen om in kampen dwangarbeid te verrichten. De Rode Khmers waren ook tegen scholen en alles wat naar de moderne beschaving verwees omdat de mensen erdoor bedorven worden. Geestelijken, geschoolden, mensen die een vreemde taal spraken of een bril droegen enz. werden opgepakt en geëxecuteerd. Hun familieleden werden later eveneens afgemaakt uit vrees dat ze ooit in opstand zouden komen. Uiteindelijk kwam ongeveer 25% van de bevolking (ongeveer 1,7 miljoen mensen) om het leven, gewelddadig of door ziekte of gebrek aan voedsel. Wie kon, vluchtte naar het buitenland. Loung Ung was een van de gelukkigen die daarin slaagde. Ze woont nu in de VS. In 1978 viel het Vietnamese leger Cambodja binnen omdat er te veel grensincidenten waren. Zeventien dagen later stonden ze in Pnom Penh. De Rode Khmers trokken de jungle in of vluchtten naar het buitenland. Zo kwam er een einde aan de terreur. Doordat het Westen tegen het communistische Vietnam was, kon Pol Pot echter rustig in Thailand verblijven. Toen de Vietnamezen Cambodja in 1989 verlieten, kwam een coalitie van verschillende partijen aan de macht. De Rode Khmers verhoogden hun guerrilla-activiteiten aan de Thaise grens en
23 controleerden al vlug grote delen van het land. Ze verloren wel de steun van de VS en China. Pas wanneer een van de topfiguren, Ieng Sary, in 1996 de wapens neerlegde in ruil voor immuniteit, begon hun echte val. Er volgde een algemene amnestie, waardoor veel strijders overliepen. In 1997 stierf Pol Pot; het is onduidelijk of hij vermoord is of een natuurlijke dood is gestorven. Tot nog toe is er nog altijd geen proces gevoerd tegen de leiders van de genocide. De schrik bestaat dat het de gemoederen te veel zou doen oplaaien en tot een nieuwe strijd zou leiden.
8
Literair-historische context
Eerst doodden ze mijn vader is een voorbeeld van bekentenisliteratuur. Het is een realistisch autobiografisch verhaal, een van de vele historische getuigenissen van een volkerenmoord. Het accent ligt minder op het literaire gehalte dan op de weergave van de feiten, de emoties, de aanklacht. Om de authenticiteit te waarborgen, bevat het boek o.m. foto’s van haar familie.
In 1975 werd deze middelbare school in Pnom Penh door Pol Pot omgevormd tot een gevangenis, beter bekend als S-21. Tussen dat jaar en 1978 werden er meer dan 16.000 mensen zwaar gefolterd. Onder hen ook kinderen. Slechts zeven gevangenen zouden de martelingen overleefd hebben. Vandaag is dit gebouw het Tuol Slengmuseum.
De gefolterde gevangenen die niet meer bruikbaar waren, werden naar de ‘killing fields’ van Choeung Ek gebracht, een aantal kilometers buiten Pnom Penh. Hier werden ze geëxecuteerd en in een van de 129 massagraven gegooid. Op de foto zie je een monument waarin honderden schedels van de slachtoffers werden opgestapeld.
24
Pride & Prejudice & Zombies – Jane Austen & Seth GrahameSmith (1813 en 2009) 1
Het vertelstandpunt
Auctoriaal, in de hij-vorm. De auteur probeert dicht bij de personages te blijven, vooral bij Elizabeth, maar is duidelijk aanwezig. 2
De belangrijkste personages
a
Elizabeth Bennet - Omdat Darcy erg onbeleefd was, houdt ze afstand. - Op het bal blijkt dat ze erg gecharmeerd is door Wickham, maar die wou volgens zijn vriend niet komen omdat Darcy daar ook is. Ze danst met tegenzin met Darcy, die ze er blijkbaar van beschuldigt Wickham slecht te hebben behandeld. Komt dit doordat hij van een minder hoge klasse is (zoon van een rentmeester)? - In de gemoderniseerde versie beheerst Elizabeth de vechtkunst. Zij heeft een dolk aan haar enkel en is onmiddellijk bereid om te vechten met de ondoden. Ze beseft ook direct hoe die binnen zijn geraakt. (Fitzwilliam) Darcy - Bij zijn eerste bezoek vinden de vijf dochters van de familie Bennet hem knap, maar arrogant. Hij gedraagt zich erg onbeleefd tegenover Elizabeth, die hij ‘niet mooi genoeg’ vindt. - Op het bal is hij beleefd, maar afstandelijk, zwijgzaam en wat arrogant. Hoewel hij weet dat ze aan de kant van Wickham staat, heeft hij blijkbaar een oogje op haar. Opvallend is dat hij niet de moeite doet zich te verdedigen. Anderen doen dit echter wel. - In de gemoderniseerde versie doodt Darcy de zombies heel efficiënt. Bingley daarentegen moet braken.
b
3
Thematiek
a
Klasseverschillen Deze spelen een erg belangrijke rol: - Men kijkt neer op mensen zoals Wickham, die van een lagere stand is. - In het verhaal probeert de moeder van Elizabeth haar vijf dochters te koppelen aan een rijke man. Dit is ook nodig omdat ze weliswaar welgesteld zijn, maar niet zo rijk. Ze hebben bovendien geen zoon, waardoor hun bezittingen na hun dood gaan naar hun neef Collins, de dichtste mannelijke verwant. Liefde Je kunt voorspellen dat Elizabeth en Darcy, die nu niet met elkaar overeenkomen, uiteindelijk het goed met elkaar zullen vinden, zoals dat normaal gebeurt in zulke verhalen. Jane Austen lijkt te pleiten voor echt liefde als basis van een huwelijk.
b
4
Genre
a
De roman van Jane Austen Haar boek is een zedenroman: ze geeft een satirisch portret van de gebruiken van haar tijd. Tegelijk is haar werk het prototype van de moderne ‘romantische komedie’, een verhaal waarin de man en de vrouw in het begin helemaal niet met elkaar overweg kunnen, maar uiteindelijk in elkaars armen vallen. Het is een mengeling van aantrekken en afstoten, maar
25
b
5
met een happy end. Dit verhaalstramien vind je terug in veel moderne romances of romantische Hollywoodfilms. De versie van Seth Grahame-Smith Een postmoderne roman. De auteur citeert heel uitvoerig geciteerd uit het werk van Jane Austen, maar vermengt het verhaal met nog twee andere genres die vandaag populair zijn: • De griezelroman: er komen zombies in voor. • De actiefilm: er is een actiescène. Bovendien komen er elders in het verhaal ook ninja’s voor. Elizabeth beheerst de oosterse vechttechnieken. Je zou deze versie als een parodie kunnen zien, maar dan boots je normaal een tekst na om deze belachelijk te maken. Hiet is 85% van het origineel behouden. Waarschijnlijk wou hij de tekst gewoon opleuken en interessant maken voor een modern publiek. Taalgebruik
Tussen de originele tekst van Jane Austen (die voor ongeveer 85% behouden is) en de gemoderniseerde versie bestaan geen echte stijlverschillen. Over het algemeen is de stijl onderkoeld, afstandelijk, ironisch. Er zijn weinig emoties, alles blijft heel keurig. Enkele voorbeelden: - 'Mijnheer Darcy, wilt u mij het plezier doen even mee te komen naar de keuken', zei Bingley. - 'U zult me vast niet de eer gunnen deze ellendige taak alleen te volbrengen, juffrouw Bennet’, zei Darcy. 'Ik zal het mezelf nooit vergeven als uw japon vuil zou worden.' 'Aan u de eer, meneer Darcy.' - Wanneer Elizabeth terugkeert nadat de zombies gedood zijn, merkt ze dat de anderen in alle staten zijn, maar dan over het slechte gezang van haar zus. - 'Zo is het wel voldoende, kind. Jij hebt ons nu lang genoeg plezier gedaan. Nu moeten de andere meisjes maar eens laten zien wat ze kunnen.’ Jane Austen laat haar personages vaak ironisch kritiek op elkaar geven. Twee voorbeelden: - 'Meneer Wickham is met zulke innemende manieren gezegend dat hij er altijd zeker van kan zijn vrienden te maken; maar of hij ze ook kan houden is een tweede.’ - Meneer Darcy's begaafdheid als krijgsman was nu boven iedere twijfel verheven. Als zijn manieren nu eens even hoogstaand waren geweest, dacht ze. Uitzonderlijk zijn de opmerkingen wel scherper. Een voorbeeld: 'Hij heeft het ongeluk gehad uw vriendschap te verliezen’, zei Elizabeth met nadruk. 'En twee jaar lang het gebruik van zijn beide benen, heb ik begrepen.' Vanwaar die zgn. koele stijl? De conventies van de hogere klassen in de 18de eeuw verboden openlijke uitingen van sterke gevoelens zoals woede of passie. Ze zijn wel onderhuids aanwezig, maar je moet je goed inleven.