14 september 2011
Provincie Fryslân
.
NOTA ZIENSWIJZEN EN COMMENTAAR N381 DRACHTEN - DRENTSE GRENS ONTWERP PROVINCIAAL INPASSINGSPLAN, (PLAN-) MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) EN ONTWERPBESLUIT HOGERE GRENSWAARDEN
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
Inhoudsopgave 1. Inleiding en toelichting op zienswijzen 1.1 Inleiding 1.2 Leeswijzer 1.3 Toelichting op veel voorkomende zienswijzen 1.3.1 Nut- en noodzaak ombouw N381 Drachten – Drentse grens 1.3.2 Integrale afweging 1.3.3 Geluid en het vervolgproces 1.3.4 Planschade, nadeelcompensatie en vastgoedzaken
4 5 5 6 6 10 14 15
2. Individuele zienswijzen, adviezen en commentaar
16
Zienswijzen en commentaar 1. Fam. A.C. Eekhout, Donkerbroek 2. De Cuynder v.o.f., Donkerbroek 3. Agri Vastgoed t.n.v. fam. R.T. van Wijk, Leeuwarden 4. Fam. J. Pluis, Wijnjewoude 5. Dhr. D. Stadman, Oosterwolde 6. Milieudefensie afdeling Opsterland, Gorredijk Natuurvereniging Gorredijk, Siegerswoude 7. R. Koopmans – van Dalen, Donkerbroek 8. Fam. H. van Lee, Donkerbroek 9. Stichting Behoud Buitengebied Donkerbroek West, Ing. Dhr. B.J. Post, Donkerbroek 10. Fam. J. Boonstra, Wijnjewoude 11. Fam. A. Oosenbrug, Donkerbroek 12. Dhr. G. Kamminga, Donkerbroek 13. Fam. Van de Veer – Bijstra, Donkerbroek 14. H. Zijlstra, Donkerbroek 15. Fam. W. de Boer, Donkerbroek 16. Fam. A. Dijkstra, Donkerbroek 17. Fam. K.J. Kooistra, Oosterwolde 18. Achmea Rechtsbijstand t.n.v. fam. Tiesinga, Tilburg 19. Stichting Bewonerscommissie Oosterwolde-Zuid, dhr. A. de Jong, Oosterwolde 20. Mevr. N. van den Helm, Donkerbroek 21. Alderse Baas Advocaten t.n.v. dhr. J.P. Post, Joure 22. Bout Overes Advocaten t.n.v. fam. Oedzes, Groningen 23. Fam. K. Krikke, Donkerbroek 24. G. de Jong en A. Diever, Donkerbroek 25. Stichting Historisch Belang Noord Nederland, dhr. R. van der Brug, Ureterp 26. G. Stoker en D. Faber, Wijnjewoude 27. V.O.F. Folkertsma-Mellema, Donkerbroek 28. Havinga Agrarische Makelaardij t.n.v. maatschap Kraak, Zuidhorn 29. Havinga Agrarische Makelaardij t.n.v. D.A.P. Hoogendoorn, Zuidhorn 30. Melkveebedrijf Terra-Tobsvoort, Donkerbroek 31. Fam. J. Tuinstra, Donkerbroek 32. DAS Rechtsbijstand t.n.v. Maatschap Klaver, Amsterdam 33. Plaatselijk Belang Langedijke, A. Zwaaneveldt, Oosterwolde 34. Fam. S.D. Helder, Donkerbroek 35. J. van Dalen en L. Siegersma, Donkerbroek 36. GVK Adure Advocaten t.n.v. T.G.F.M. van der Ploeg, Drachten 37. B. Veenstra en J. Stoker, Wijnjewoude
17 17 19 24 25 29 30 30 33 34 47 56 59 61 64 64 64 64 65 65 71 73 74 98 101 102 105 105 107 108 109 110 111 112 112 113 114 115 118
Pagina 2
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
Adviezen en commentaar 1. Brandweer Fryslân, dhr. R. de Groot, Leeuwarden 2. Gemeente Opsterland, College van B&W, Beetsterzwaag 3. Gasunie, dhr. T.A. Koopman, Groningen 4. Gemeente Ooststellingwerf, College van B&W, Oosterwolde 5. Provincie Drenthe, College van GS, Assen 6. TenneT, dhr. P. D’Urso, Arnhem 7. Provinsjale Kommisje Kritebelied (PKKB), Leeuwarden 8. Commissie voor de milieueffectrapportage (Cmer), Utrecht
123 123 123 123 124 126 126 127 127
3.
129
Wijzigingen in de planregels en digitale verbeelding (plankaarten) ten opzichte van het Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan
Pagina 3
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens 1.
Inleiding en toelichting op zienswijzen
Pagina 4
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
1.1
Inleiding
De planologische basis voor de aanleg en ombouw van de N381 Drachten – Drentse grens wordt op basis van de Wet ruimtelijke ordening geregeld in een Provinciaal Inpassingsplan (PIP). Gedeputeerde Staten van Fryslân zijn initiatiefnemer en Provinciale Staten zijn het bevoegd gezag voor de vaststelling van het PIP N381 Drachten – Drentse grens. Het voorontwerp PIP N381 Drachten – Drentse grens en de Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau voor het aanvullend Milieueffectrapport (MER) hebben in de periode van 5 oktober tot en met 15 november 2010 ter inzage gelegen. Iedereen kon in deze periode een inspraakreactie indienen. Deze inspraakreacties zijn samengevat en van een reactie voorzien in de Reactienota Voorontwerp Provinciaal Inpassingsplan en Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau N381 Drachten – Drentse grens. Deze Reactienota is bij de opstelling van het ontwerp PIP betrokken. Voorts is op basis van het Besluit ruimtelijke ordening advies gevraagd aan de diensten van het Rijk, die belast zijn met de behartiging van de belangen die in het plan in het geding zijn. Daarnaast zijn ook het Wetterskip Fryslân, Provincie Drenthe, gemeente Smallingerland, gemeente Heerenveen, gemeente Opsterland en gemeente Ooststellingwerf gevraagd om een advies uit te brengen. Het ontwerp PIP N381 Drachten – Drents grens, het (plan-)Milieueffectrapport en het ontwerpbesluit hogere grenswaarden hebben in de periode van 24 mei tot en met 4 juli 2011 ter inzage gelegen. Iedereen kon in de periode een zienswijze indienen. Aangezien het Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, het (plan-)Milieueffectrapport en het ontwerpbesluit hogere grenswaarden nauw met elkaar verbonden zijn, is er voor gekozen om alle ingekomen zienswijzen op deze drie onderdelen in één Nota zienswijzen en commentaar samen te vatten en te beantwoorden. Het resultaat hiervan is verwerkt in de voorliggende nota. Wij hebben in ons besluitvormingsproces alle (individuele) belangen zorgvuldig afgewogen ten opzichte van het algemeen maatschappelijk belang om de N381 op te waarderen tot een stroomweg met ongelijkvloerse kruisingen. Wij willen vanuit het algemeen maatschappelijk belang de onderstaande doelen realiseren: • • • • •
Betere bereikbaarheid van Drenthe en Duitsland; Betere verbinding tussen economische kernzones; Veilig wegennetwerk in Zuidoost-Fryslân; Verbetering van veiligheid op en om de N381; Verbetering van leefbaarheid in het gebied langs de N381.
Voor wat betreft de gebiedsontwikkeling geldt dat dit project ten doel heeft om een brede kwaliteitsimpuls te geven aan een groot gebied rondom de N381. De gebiedsontwikkeling is evenwel niet van belang om de N381 adequaat te kunnen inpassen, zoals dit uit de geldende beleidskaders voortvloeit.
1.2
Leeswijzer
Deze Nota zienswijzen en commentaar ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten – Drentse grens bestaat uit drie delen. Deel A bevat een algemene toelichting op de meest voorkomende onderwerpen uit de zienswijzen. Deel B omvat de samenvatting van de individuele zienswijzen, de samenvatting van de adviezen en de reactie van de provincie Fryslân op de zienswijzen en adviezen. In deel C zijn de wijzigingen aangegeven in de planregels en van de digitale verbeelding (plankaarten) ten opzichte van het ontwerp Inpassingsplan N381. Pagina 5
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens 1.3
Toelichting op veel voorkomende zienswijzen
1.3.1 Nut- en noodzaak ombouw N381 Drachten – Drentse grens Er zijn insprekers van zienswijzen die twijfels hebben bij de nut en noodzaak van een ombouw voor de weg of voor alleen de verdubbeling van het deel Drachten- Donkerbroek. Wij menen dat wij de nut- en noodzaak van de ombouw van de N381 tot een stroomweg met ongelijkvloerse kruisingen voldoende en adequaat hebben onderbouwd. In verband met het voornemen om de N381 te realiseren zijn ten behoeve van de tracévaststelling, het realisatiebesluit en het provinciaal Inpassingsplan diverse (verkeerskundige) onderzoeken uitgevoerd. De resultaten van de onderzoeken zijn onder meer neergelegd in het Milieueffectrapport (MER). In deze reactienota zullen we hieronder nogmaals kort ingaan op de nut- en noodzaak van de opwaardering van de N381 Drachten – Drentse grens. Het provinciaal beleid In het provinciaal verkeers- en vervoerbeleid (vastgelegd in het Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan (PVVP) van 1999 en 2006) is aan de N381 de functie van stroomweg toegekend. De stroomwegen vormen het landelijke- en regionale hoofdwegennet. Het landelijke stroomwegennet is grofmazig en verbindt de Nederlandse bestuurlijke en economische centra onderling. Regionale stroomwegen zorgen voor de verbinding van de stedelijke centra in de provincie onderling en verbinden deze centra met de landelijke centra. Streefbeeld is dat deze wegen een pure stroomfunctie bezitten, op zowel wegvakken als kruispunten. In functioneel opzicht betekent dit dat aan de N381 een belangrijke functie is toebedeeld voor de afwikkeling van regionaal en lange afstandsverkeer en de bereikbaarheid van de provincie Fryslân. Wat betreft de uitvoering betekent een stroomweg dat de weg moet voldoen aan een aantal inrichtingsprincipes, waarvan de belangrijkste zijn dat er geen erfaansluitingen en gelijkvloerse kruispunten mogen voorkomen en dat er een vorm van rijrichtingscheiding aanwezig moet zijn.
Foto 1: op de huidige N381 zijn veel gelijkvloerse kruisingen en erfaansluitingen.
De gewenste functie van de N381 is vastgesteld in een proces waarbij het gehele wegennet in NoordNederland is beschouwd; de categorisering is bij de opstelling van het PVVP 1999 en 2006 in nauw overleg met de provincies Groningen en Drenthe tot stand gekomen en herbevestigd bij de evaluatie van het PVVP in 2010. De provincie Drenthe heeft inmiddels de N381 omgebouwd tot een stroomweg met ongelijkvloerse kruisingen en heeft daarmee al uitvoering gegeven aan het opgestelde beleid.
Pagina 6
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens De stroomwegen vormen in het gehele wegennet als het ware de slagaders van het verkeerssysteem, waarbij geldt dat er een directe relatie bestaat met de overige wegennet. Als het hoofdwegennet namelijk onvoldoende kwaliteit heeft of onvoldoende robuust is, zal dat ertoe leiden dat het lange afstandverkeer van het onderliggende wegennet gebruik gaat maken, dat hiervoor niet geschikt is. Dit vormt ook de basis van een Duurzaam Veilig verkeerssysteem. De wegencategorisering van Fryslân en de functie van de N381 staat aangegeven in figuur 1.
Figuur 1: Friese wegencategorisering
De bestaande praktijk: problemen en doelstellingen Naast het feit dat de N381 een belangrijke hoofdverbinding is in het verkeerssysteem in Noord Nederland, is er een ook aantal bestaande problemen op en rond de weg die de provincie Fryslân wil oplossen met de ombouw en reconstructie.
Pagina 7
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
Economisch belang Verbeteren van de bereikbaarheid tussen de economische kernzones is één van de doelstellingen van het project. De N381 vormt een verbinding tussen (delen van) de economische kernzones. Deze kernzones zijn de A7 zone enerzijds en Emmen/ Coevorden – Hoogeveen anderzijds. Dat de N381 ook nu al een belangrijke (economische) functie heeft, blijkt uit het vrachtverkeer dat van de weg gebruik maakt. Het aandeel vrachtverkeer op provinciale wegen in Fryslân ligt gemiddeld op 12,5%. En ondanks dat aan de N381 geen grote industrieterreinen of andere voorzieningen liggen die veel vrachtverkeer genereren, is 20% van alle verkeer dat op de N381 rijdt vrachtverkeer. Dit verkeer komt vele discontinuïteiten op de huidige route tegen die leiden tot veel afremmen, stoppen en weer optrekken. Deze discontinuïteiten zijn in het nieuwe ontwerp allemaal verdwenen. Vracht- en overige verkeer kan ongehinderd van de route gebruik maken, net als reeds het geval is op het Drentse deel van de N381. Grote verkeersonveiligheid Een belangrijke doelstelling binnen het provinciaal verkeersbeleid is het verbeteren van de verkeersveiligheid en het realiseren van een Duurzaam Veilig wegennet. In de laatste 10 jaar zijn op het Friese deel van de N381, bijna 130 verkeersslachtoffers geregistreerd, waarvan 40 ernstig gewonden en 14 dodelijke slachtoffers. Het is bekend dat in Fryslân de registratiegraad van verkeersslachtoffers zeer laag is, waarmee het werkelijke aantal slachtoffers dus hoger ligt (bron: Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV). Ongevallen waarbij uitsluitend materiële schade was en geen slachtoffers vielen, zijn in het overzicht niet opgenomen. Het aantal ongevallen ligt dus ook hoger. Door alle aansluitingen ongelijkvloers te maken, een rijrichtingscheiding aan te brengen en bermen veiliger in te richten, zal de verkeersveiligheid aanzienlijk verbeteren. Geregistreerde verkeersslachtoffers N381 (Friese deel) Slachtoffers 1999-2009
gemiddeld/jaar
Dood
14
1,3
Ernstig Verkeersgewond (MAIS2+)
40
3,6
Licht gewond
72
6,5
Totaal
126
11,5
(bron : Ministerie van Infrastructuur en Milieu en DHD) Tabel 1: geregistreerde verkeersslachtoffers N381 Drachten – Drentse grens
Ook wordt met de herinrichting invulling gegeven aan de doelstelling van een Duurzaam Veilig wegennet. De N381 vormt dé hoofdverkeersader in Zuidoost Fryslân. Om te komen tot een duurzaam veilig wegennet, is het van belang dat deze weg conform de inrichtingseisen wordt ingericht, waarmee ook een aansluiting wordt verkregen op het Drentse deel van de N381 en een uniform (en daarmee veilig) wegbeeld ontstaat. Aantasting Leefbaarheid De bestaande N381 loopt thans door of dicht langs enkele buurtschappen: Wijnjewoude, Petersburg, Klein Groningen en Donkerbroek. Door de hoge intensiteit van het verkeer en in het bijzonder ook het hoge aandeel vrachtverkeer, staat de leefbaarheid plaatselijk flink onder druk. Door het nieuwe tracé op dit deel zal het aantal geluidgehinderden aanzienlijk verminderen. Dat geldt zowel voor het deel Drachten - Donkerbroek als voor het deel Donkerbroek – Oosterwolde. Door uit te gaan van geluidsreducerend asfalt op het gehele traject zal ook de geluidhinder op de plaatsen waar de weg op het bestaande tracé ligt verbeteren. Dus ook bij Oosterwolde en in het Drents-Friese Wold zal de leefbaarheid toenemen. Wij hebben de effecten op het woon- en leefmilieu in beeld gebracht in het MER.
Pagina 8
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Matige verkeersafwikkeling De N381 heeft een functie toebedeeld gekregen van stroomweg. Dat betekent dat de verkeersafwikkeling zoveel mogelijk gewaarborgd moet zijn. Op dit moment bevinden zich vele aansluitingen op de weg, waarvan vier zijn geregeld met verkeerslichten. Vooral in de spitsperioden leidt dit vaak tot lange wachtrijen en verstoringen van de verkeersstroom. Met de aanleg van een stroomweg die voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld, verdwijnen alle discontinuïteiten op de route en kan vracht- en personenautoverkeer in principe onbelemmerd doorrijden. Zoals in de Projectnota/ MER N381 Drachten – Drentse grens (Selectie en Inkadering, 2003) staat aangegeven, krijgt de N381 na het opwaarderen een grotere verkeersaantrekkende werking ten gunste van het onderliggende wegennet. Wordt de N381 over grote lengte of in het geheel verdubbeld uitgevoerd (2x2), dan trekt de weg nog meer verkeer aan. Dit betreft naast sluipverkeer, ook lange afstandsverkeer dat momenteel gebruik maakt van andere stroomwegen en bestemmingsverkeer dat over een grotere afstand van de N381 gebruik maakt. Deze verschuiving is op zich niet gewenst. De andere stroomwegen kunnen het langeafstandsverkeer prima verwerken. Noodzaak dubbelbaans uitvoering Drachten - Donkerbroek Enkele insprekers van zienswijzen stellen vraagtekens bij de verdubbeling van het noordelijk deel van de N381. Er zijn verschillende redenen voor een uitvoering in 2x2 rijstroken. In de eerste plaats zijn er de provinciale beleidskaders. Het PVVP stelt dat bij een verkeersintensiteit van minder dan 15.000 mvt/etmaal een uitvoering in 2x2 rijstroken niet nodig is en bij meer dan 23.000 mvt/etmaal noodzakelijk. In het gebied tussen de 15.000-23.000 kan dubbelbaans nodig zijn als specifieke omstandigheden daar om vragen. In de onderstaande tabel zijn deze specifieke omstandigheden uitgewerkt: Intensiteiten/verkeersbeeld
Verschijningsvorm
> 23.00 motorvoertuigen/ etmaal
2x2 auto(snel)weg
15.000 – 23.000 motorvoertuigen/ etmaal maatwerk, afhankelijk van: • grote bundelende werking nodig • grote hoeveelheid vrachtverkeer • aanwezigheid duidelijke spitsrichting Anders:
2x2 auto(snel)weg 2x2 auto(snel)weg 2x1 auto(snel)weg 1x2 auto(snel)weg
< 15.000 motorvoertuigen/ etmaal
1x2 auto(snel)weg
Tabel 2: intensiteiten in relatie tot verschijningsvorm
Voor het noordelijk deel (Drachten – Donkerbroek) is de prognose dat er in 2020 bijna 22.000 motorvoertuigen/etmaal van de weg gebruik maken. Dat er gekozen is voor een 2x2 uitvoering heeft te maken met redenen van verkeersveiligheid en verkeersafwikkeling. Indien bij de geprognosticeerde intensiteiten op het noordelijk deel de weg niet als 2x2 wordt uitgevoerd, zal de afwikkelingssnelheid in de spitsuren op de drukste momenten afnemen tot onder de 70 km/uur en daarbuiten rond de 80 km/uur. Dat past niet bij de beoogde functie van de N381. Bovendien zou dat gezien het hoge aandeel vrachtverkeer leiden tot veel inhaalmanoeuvres en daarmee potentiële gevaarlijke wegsituaties. Een enkelbaansuitvoering op het noordelijk deel zou daarmee onvoldoende invulling geven aan de doelstellingen. Door deze weg op dit deel dubbelbaans uit te voeren, wordt de afwikkelingssnelheid wel gewaarborgd en wordt voorkomen dat gevaarlijke inhaalongevallen ontstaan op dit wegvak. Op het middendeel is dit niet noodzakelijk omdat daar, vanwege een lagere intensiteit, de gemiddelde afwikkelingssnelheid in de spits niet structureel beneden de 80 km/uur zal zakken en daarbuiten in het geheel niet.
Pagina 9
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Wij hebben voor een dubbelbaans (2x2) tracé gekozen op het gedeelte Drachten – Donkerbroek, omdat de verkeersprognoses bijna de grens van 23.000 motorvoertuigen/ etmaal nadert. Wij vinden het door de hoge verkeersintensiteiten in combinatie met het hoge aandeel vrachtverkeer (20% op de N381 ten opzichte van gemiddeld 12,5% op andere provinciale wegen) noodzakelijk om een 2x2 autoweg aan te leggen tussen Drachten en Donkerbroek. Wij hebben deze keuze zorgvuldig gemaakt en alle belangen daarin zorgvuldig afgewogen. Bovendien zijn de kosten voor het meteen dubbelbaans uitvoeren relatief beperkt ten opzichte van het later aanleggen van een tweede rijbaan en krijgt de regio niet twee maal te maken met overlast tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Evaluatie PVVP 2006 Wij willen tot slot vermelden, dat wij het PVVP van 2006 in 2010 hebben geëvalueerd. Over de N381 wordt in de Evaluatie PVVP 2006 geoordeeld: “Op basis van de nieuwste modelresultaten is er geen aanleiding om van inzicht te veranderen ten opzichte van de eerdere aannames. De hoge percentages vrachtverkeer blijven van toepassing. De aannames binnen het project komen goed overeen met de meest recente modelberekeningen. Krimp lijkt niet van invloed hierop te zijn.” Uit de Evaluatie PVVP volgt dan ook dat er juist alle aanleiding is om de procedure ter opwaardering van de N381 te continueren. 1.3.2 Integrale afweging In het Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan 1999 en 2006 is aangegeven dat de N381 Drachten – Drentse grens opgewaardeerd moet worden tot stroomweg. De provincie Fryslân heeft voor de tracévaststelling een m.e.r.-procedure doorlopen. In het MER (Milieueffectrapport), dat de basis vormde voor de tracévaststelling en het realisatiebesluit, zijn diverse alternatieve tracés beoordeeld op hun effecten. Op basis van de milieueffectrapportage(s) en de ontvangen inspraakreacties, zienswijzen en adviezen hierop, hebben Gedeputeerde Staten een voorkeurstracé aangegeven. Dit heeft geleid tot de tracévaststelling op het noordelijk deel (Drachten – Donkerbroek) en zuidelijk deel (Oosterwolde – Drentse grens) op 18 juni 2008 en het middendeel (Donkerbroek – Oosterwolde) op 24 juni 2009. De procedure om te komen tot een ombouw, is gestart in het jaar 2000. In maart 2000 verscheen een Startnotitie, die het begin inluidde van een formele m.e.r.-/tracéstudie conform de Wet Milieubeheer. Een m.e.r.-/tracéstudie is nodig om de milieueffecten een volwaardige plaats te geven in de besluitvorming. In deze startnotitie werd het voornemen van de ombouw aangekondigd. Een half jaar later verschenen de richtlijnen en op 18 juni 2003 hebben Provinciale Staten van Fryslân het Milieueffectrapport (MER) voor de N381 Drachten - Drentse grens behandeld (aanvaard) en vrijgegeven voor openbare kennisgeving. Omdat de weg op een aantal plaatsen nu dicht langs woonbebouwing loopt, werden ook nieuwe tracés onderzocht in het MER. De keuze voor een voorkeurstracé bleek daarbij niet eenvoudig. Door de tegenstrijdige belangen tussen enerzijds het woon- en leefmilieu en anderzijds landschap en natuur, werd in het MER van 2003 geen voorkeursalternatief opgenomen. Gedeputeerde Staten van Fryslân wilden eerst de reacties van de bevolking vernemen op de uitkomsten van het MER. Ook bleek, op advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage, aanvullend onderzoek noodzakelijk naar het ondiepe grondwatersysteem nabij het natuurgebied Wijnjeterper Schar. Uiteindelijk werd in maart 2004 de ‘Projectnota/MER N381 Drachten – Drentse grens, voorkeursalternatief’ voltooid. Op het noordelijk deel (Drachten – Donkerbroek) is gekozen om het tracé bij de bocht van Wijnjewoude recht door te trekken, waarmee het woon- en leefmilieu langs de bestaande N381 aanzienlijk verbetert. Deze voorkeur sluit aan op de conclusie van de Commissie voor de milieueffectrapportage, die over dit deeltraject stelt dat variant 2 als meest milieuvriendelijk alternatief moet worden beschouwd. Op het middendeel (Donkerbroek – Oosterwolde) werd in 2004 gekozen voor een variant aan de oostzijde van de Opsterlânske kompanjonsfeart. De keuze hier werd vooral ingegeven door toekomstbestendigheid. Alleen het tracé aan de oostzijde van de Opsterlânske Kompanjonsfeart kon op termijn worden uitgevoerd als een 2x2 autoweg. Uitbreiding naar 2x2 op het bestaande tracé was niet mogelijk. Op het zuidelijk deel (Oosterwolde – Drentse grens) is alleen het bestaande tracéalternatief onderzocht.
Pagina 10
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Wij willen u volledigheidshalve verwijzen naar de Projectnota/ MER N381 Drachten – Drentse grens, Voorkeursalternatief’ waarin alle inhoudelijke belangenafwegingen uitgebreid uiteen zijn gezet. In deze nota met bijlagen (inspraakreacties, adviezen en aanvulling op het MER) is de keuze voor een voorkeurstracé verantwoord. Het gekozen tracé voldoet aan de vijf projectdoelstellingen. Ook geeft de nota uit 2004 voorlopige uitgangspunten voor de verdere uitwerking van het voorkeurstracé. Gedeputeerde Staten van Fryslân hebben op 9 maart 2004 ingestemd met dit voorstel. In tabel 1 zijn de (besluitvormings-) momenten in de m.e.r.-procedure N381 Drachten – Drentse grens weergegeven. Stap 1 2 3 4 en 5 6 7 8 9
10
(Besluitvormings)momenten MER N381 Drachten – Drentse grens Gedeputeerde Staten van Fryslân stellen Startnotitie N381 vast Inspraakperiode op de Startnotitie Advies voor Richtlijnen van de Commissie voor de m.e.r. Provinciale Staten van Fryslân stellen Richtlijnen MER N381 vast Provinciale Staten van Fryslân aanvaarden Projectnota/MER N381 en geven deze vrij voor openbare kennisgeving Kennisgeving van het MER in de Staatscourant Inspraakperiode op het MER Hoorzittingen in het kader van het MER Toetsingsadvies van de Commissie m.e.r . Gedeputeerde Staten stellen voorkeurstracé N381 Drachten - Drentse grens vast Gedeputeerde Staten stemmen in met heropenen m.e.r.-procedure N381 Donkerbroek - Oosterwolde Provinciale Staten stemmen in met heropenen m.e.r.-procedure N381 Donkerbroek – Oosterwolde Provinciale Staten stellen noordelijk (Drachten - Donkerbroek) en zuidelijk (Oosterwolde - Drentse grens) trajectgedeelte N381 vast Evaluatie
Datum 14 mrt. 2000 8 mei. - 5 jun. 2000 5 jul. 2000 8 nov. 2000 18 jun. 2003 13 aug. 2003 18 aug. - 14 sep. 2003 19, 20, 21 aug. 2003 20 nov. 2003 9 mrt. 2004 12 dec. 2006 21 feb. 2007 18 jun. 2008 Na uitvoering
Tabel 1: Besluitvormingsmomenten m.e.r. N381 Drachten – Drentse grens
In de periode ná maart 2004 werd er gezocht naar financiering en werd het voorkeurstracé uitgewerkt op het niveau van een voorlopig voorontwerp (VVO). Beide kwesties leidden tot problemen. Wat betreft de financiering werd de bijdrageregeling van het Rijk voor projecten als de N381 Drachten – Drentse grens, sterk gewijzigd en werd duidelijk dat er vanuit het Rijk geen financiële bijdrage zou komen. Daar was tot op dat moment wel van uitgegaan. Dit leidde o.a. tot de bestuurlijke vaststelling dat een aquaduct financieel niet haalbaar werd. Dit besluit werd onvoldoende met de bevolking gecommuniceerd, waardoor veel maatschappelijke onrust ontstond. Tegelijkertijd gaf het VVO voor het middendeel (Donkerbroek – Oosterwolde) bij de uitwerking problemen die lastig of niet oplosbaar bleken en soms grote implicaties op het ontwerp en de omgeving hadden. Het ging onder andere om de nadelige effecten op de sportvelden van Donkerbroek, de zeer sterke aantasting van het rijksmonument Ontwijk, de niet voorziene sloop van een woning aan de Fruitier de Talmaweg (van oorsprong behorend bij Ontwijk), een pingoruïne waarmee geen rekening was gehouden, een groot effect op het riviertje de Tsjonger en de passage van de vaart in de haakse bocht bij de Nanningaweg. Hierdoor ontstonden twijfels over de technische uitvoerbaarheid van het voorkeursalternatief én werd de vraag gesteld of dit ontwerp nog wel voldoende aansloot bij het beoordeelde tracéalternatief, zoals dat in het MER-2003 was onderzocht. Bestuurlijk werd de conclusie getrokken dat het om redenen van zorgvuldigheid gewenst was om in het planvormingsproces een stap terug te doen en alle mogelijke tracés voor het middendeel (Donkerbroek - Oosterwolde) nog eens op een eenduidige wijze naast elkaar te zetten. Daarom hebben Provinciale Staten van Fryslân (op advies van Gedeputeerde Staten) op 21 februari 2007 besloten de procedure voor het opstellen van een milieueffectrapport (MER) te heropenen voor het deel van het traject tussen Donkerbroek en Oosterwolde.
Pagina 11
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Noord en zuid wel definitief vastgesteld! Omdat er op het noordelijk (Drachten - Donkerbroek) en zuidelijk (Oosterwolde - Drentse grens) deel geen problemen waren bij de uitwerking en financiering en de uitwerking daar wel volledig aansloot op de in het MER onderzochte alternatieven, werd op 18 juni 2008 door Provinciale Staten van Fryslân het tracé van de N381 op deze trajectgedeelten definitief vastgesteld. De reden om dit te doen vooruitlopend op de tracévaststelling van het middendeel, kwam voort uit een roep vanuit de streek om eindelijk eens duidelijkheid te geven. Provinciale Staten gaven daarmee dus invulling aan deze wens.
Het besluit van Provinciale Staten in februari 2007 om de MER voor het middendeel te heropenen, leidde op 13 november 2007 tot het uitbrengen van de Startnotitie/MER N381 Donkerbroek – Oosterwolde. In tabel 2 zijn de (besluitvormings-)momenten in de m.e.r.-procedure N381 deeltraject Donkerbroek - Oosterwolde weergegeven. In het kader van die Startnotitie/MER werd er uitgebreid met aspectdeskundigen en bevolking door middel van workshops en werkbijeenkomsten nagedacht over de mogelijke tracés en effecten daarvan. Dit leidde tot zeven alternatieven, die in de Startnotitie/MER van 2007 zijn beschreven en beoordeeld. Toch kon dit niet voorkomen dat tijdens de inspraak op deze notitie alsnog enkele nieuwe alternatieven werden ingebracht. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat in de Projectnota/MER Donkerbroek – Oosterwolde van 2008 elf alternatieven zijn beschreven en beoordeeld. Wij willen u voor de inhoudelijke afwegingen ten aanzien van de tracékeuze op het deel Donkerbroek – Oosterwolde verwijzen naar de ‘Nota Voorkeursalternatief trajectdeel Donkerbroek – Oosterwolde’, waarin een brede (inhoudelijke) belangenafweging is gemaakt ten aanzien van de tracékeuze. In deze Nota werd het meest westelijke tracé (W1) vastgesteld. Ook hier bleek dat een lastige afweging, met opnieuw een principiële keuze tussen vooral landschap enerzijds en leefbaarheid en cultuurhistorie anderzijds. Het gekozen tracé voldoet aan de vijf projectdoelstellingen. Provinciale Staten van Fryslân hebben het W1-tracé op 24 juni 2009 vastgesteld. Provinciale Staten hebben voor tracé W1 gekozen, omdat W1: • • • • • •
veel gunstige milieueffecten liet zien, vooral voor wonen, leefbaarheid en cultuurhistorie; goede mogelijkheden had om landschappelijke en nadelige natuureffecten te mitigeren; veel draagvlak had; het goedkoopste alternatief was; veel kansen gaf voor verbeteren van de leefbaarheid in en ontwikkelingen nabij Donkerbroek; toekomstvast was.
Pagina 12
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
Stap 1 2
3 4 en 5 6 7 8 9 10
(Besluitvormings)momenten MER N381 Donkerbroek – Oosterwolde Gedeputeerde Staten van Fryslân stellen Startnotitie N381 vast Inspraakperiode op de Startnotitie Hoorzitting in het kader van de Startnotitie/MER Advies voor Richtlijnen van de Commissie m.e.r. In overleg met de Commissie m.e.r. is afgesproken dat de reeds vastgestelde richtlijnen voor de MER N381 van kracht blijven Provinciale Staten van Fryslân aanvaarden Projectnota/MER N381 en geeft deze vrij voor openbare kennisgeving Kennisgeving van het milieueffectrapport in de Staatscourant Kennisgeving van het milieueffectrapport in de Staatscourant Hoorzittingen in het kader van het MER Toetsingsadvies van de Commissie m.e.r. Provinciale Staten van Fryslân stellen het tracé van de N381 op het middendeel (Donkerbroek - Oosterwolde) vast Evaluatie
Datum 13 nov. 2007 3 dec. 2007 - 28 jan. 2008 17 dec. 2007 20 mrt. 2008
17 dec. 2008 5 jan. 2009 5 jan. - 16 feb. 2009 21 jan. 2009 9 mrt. 2009 24 jun. 2009 Na uitvoering
Tabel 2: Besluitvormingsmomenten m.e.r. N381 Donkerbroek - Oosterwolde
Na de tracékeuze op het middendeel is het gehele voorkeurstracé technisch uitgewerkt en is nagedacht over een optimale inpassing van de weg. Daarvoor werd onder meer een landschappelijke inpassingsvisie opgesteld (zie kader). Het resultaat hiervan was dat een groot aantal landschappelijke maatregelen (bosschages, uitbreiding natuur, inrichten beekdal Tsjonger, herinrichting van het oude tracé van de N381) integraal onderdeel werden van het project. Ook heeft de landschappelijke inpassingsvisie ertoe geleid dat op enkele punten het technisch ontwerp werd aangepast, doordat op twee landschappelijk belangrijke punten (Weinterp te Wijnjewoude en ’t West te Donkerbroek) de N381 verdiept wordt aangelegd. Met de technische uitwerking en de landschappelijke inpassingvisie als uitgangpunt, hebben Provinciale Staten in februari 2010 de definitieve “go” beslissing genomen, met het Realisatiebesluit N381. Ook is op dat moment door Provinciale Staten een uitvoeringskrediet beschikbaar gesteld, voor de weg en de landschappelijke inpassing, waaronder de op grond van de geldende regelgeving en beleidskaders van belang zijnde mitigerende en compenserende maatregelen ten behoeve van de natuurwaarden. Overal waarin deze nota bij de antwoorden wordt gesproken over mitigerende en compenserende maatregelen, worden de op grond van de geldende regelgeving en beleidskaders van belang zijnde mitigerende en compenserende maatregelen bedoeld. Ook werd door Provinciale Staten besloten dat de provincie Fryslân zelf de planologische procedure zou gaan doen. Om de reconstructie en aanleg van de weg juridisch-planologisch mogelijk te maken, stellen Gedeputeerde Staten van Fryslân een Provinciaal Inpassingsplan op, waarna het door Provinciale Staten kan worden vastgesteld.
Pagina 13
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
1.3.3 Geluid en het vervolgproces Naar de geluidbelasting is zorgvuldig onderzoek gedaan in het akoestisch onderzoek “Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer” (Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011, kenmerk FLD130/Kzj/1321). Er heeft een zorgvuldige afweging plaatsgevonden met betrekking tot de mogelijkheid van het treffen van geluidbeperkende voorzieningen (“Rapport V.2010.1601.00.R001, N381 Drachten – Drentse grens, Doelmatigheidsonderzoek geluidbeperkende maatregelen”, DGMR d.d. 28 april 2011) en - mede naar aanleiding van een aantal ingediende zienswijzen - het nemen van geluidafschermende maatregelen bij woningen met een geluidsbelasting boven de voorkeursgrenswaarde. (“Notitie V.2010.1601.02.N001, N381 Drachten - Drentse grens, Doelmatigheidsonderzoek geluidsmaatregelen, aanvullende schermen, DGMR d.d. 8 september 2011). Omdat de provincie Fryslân het woon- en leefmilieu belangrijk vindt, heeft de provincie gekozen om tweelaags ZOAB toe te passen op de N381 als integraal onderdeel van het wegontwerp. Gekozen is voor maatregelen aan de bron (zoals wegdek) omdat dit de voorkeur heeft boven maatregelen in het overdrachtsgebied en maatregelen bij de ontvanger, hoewel dit uit financieel oogpunt niet doelmatig is (zie het verrichte doelmatigheidsonderzoek). Het toepassen van tweelaags ZOAB leidt per saldo tot een grote verbetering van de geluidssituatie, ook ten opzichte van de bestaande situatie. Wij hebben in de kostenraming ook voldoende financiële middelen gereserveerd om tweelaags ZOAB (of een qua akoestische eigenschappen minimaal gelijkwaardig asfalttype) toe te passen. Als in deze reactienota wordt gesproken over tweelaags ZOAB dan wordt ook altijd een (minimaal) qua akoestische eigenschappen vergelijkbaar asfalttype bedoeld. Uit het akoestische onderzoek volgt dat bij verreweg de meeste geluidsgevoelige objecten in de omgeving van het tracé aan de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder kan worden voldaan. Voor een beperkt aantal woningen is sprake van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde. Voor deze geluidsgevoelige objecten die niet kunnen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, is onderzocht of de geluidsbelasting door het treffen van maatregelen kan worden teruggebracht tot onder de voorkeursgrenswaarde (zie de hiervoor genoemde onderzoeken) of dat een hogere waarden procedure dient te worden doorlopen. Voor een aantal woningen is zowel het treffen van bronmaatregelen als overdrachtsmaatregelen (financieel) onvoldoende doelmatig. Dit neemt niet weg dat wel van de toepassing van tweelaags ZOAB op de gehele N381 is uitgegaan, aangezien dit wegdektype integraal onderdeel vormt van het gekozen wegontwerp. Omdat het treffen van overdrachtsmaatregelen onvoldoende doelmatig is – en op veel locaties bezwaren ontmoet van landschappelijke aard – dient voor de woningen met een overschrijding een hogere waarden procedure te worden doorlopen. Voor deze woningen is gelijktijdig met het ontwerp PIP een ontwerpbesluit hogere waarden ter inzage gelegd en zal voor de vaststelling van het PIP door Gedeputeerde Staten definitief een hogere waarde worden vastgesteld. Met de vaststelling van hogere waarden voor deze woningen vormt de Wet geluidhinder geen belemmering voor de vaststelling van het PIP. In dat verband wordt ook opgemerkt dat door de provincie (in haar hoedanigheid als wegaanlegger) verzekerd wordt dat zo nodig die maatregelen worden getroffen waarmee het ingevolge de Wet geluidhinder voorgeschreven binnenniveau van 33 dB kan worden bereikt in de geluidsgevoelige objecten waarvoor een hogere waarde wordt vastgesteld. Onderzoek naar de optredende binnenwaarden en de eventueel benodigde isolatiemaatregelen om aan de vereiste binnenwaarden te voldoen, behoeft op grond van de Wet geluidhinder nog niet bij het PIP beschikbaar te zijn. Een aantal insprekers van zienswijzen vraagt zich af hoe het vervolgproces er uit ziet, nadat het besluit hogere grenswaarden is vastgesteld. Nadat het besluit hogere grenswaarden is vastgesteld door het college van Gedeputeerde Staten zal een inventarisatie plaatsvinden. Met de bewoners/eigenaren van de geluidsgevoelige objecten waarvoor een hogere grenswaarde is vastgesteld, wordt een afspraak gemaakt ten behoeve van de opname van de geluidsgevoelige objecten en om een toelichting te geven op het vervolgproces. Tijdens deze inventarisatie wordt vastgesteld bij welke geluidsgevoelige objecten het wettelijk toelaatbaar geluidsniveau in de geluidsgevoelige ruimten wordt overschreden. Als toetsingswaarde voor de woPagina 14
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens ningen geldt een binnenniveau van 33 dB als uitgangspunt voor het dimensioneren van voorzieningen. De inventarisatie eindigt met het opstellen van een rapportage. Op basis van de rapportage wordt een voorstel gemaakt voor het zo nodig treffen van maatregelen. Op basis van deze maatregelen wordt een berekening gemaakt van het binnenniveau per vertrek indien de maatregelen worden gerealiseerd. Daarnaast wordt een kostenraming opgesteld. Daarna kunnen de werkzaamheden worden uitgevoerd. Alle stappen in het vervolgproces worden zorgvuldig met de bewoners afgestemd. 1.3.4 Planschade, nadeelcompensatie en vastgoedzaken Diverse zienswijzen hebben (direct en indirect) betrekking op schadevergoeding. Tegemoetkoming in schade als gevolg van het Inpassingsplan N381 Drachten – Drentse grens (planschade) is gereguleerd in afdeling 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening en nader uitgewerkt in het Besluit ruimtelijke ordening. Na inwerkingtreding van het PIP N381 Drachten – Drentse grens kunnen verzoeken om tegemoetkoming in planschade worden ingediend (Dit dient uiterlijk te gebeuren binnen vijf jaar nadat het Inpassingsplan N381 Drachten – Drentse grens onherroepelijk is geworden). Gedeputeerde Staten zullen de verzoeken behandelen en een besluit nemen na het onherroepelijk worden van het PIP. Afhandeling van de verzoeken om planschade conform de Wet ruimtelijke ordening zal niet eerder plaatsvinden dan nadat het PIP N381 Drachten – Drentse grens onherroepelijk is geworden. Alleen schade die het gevolg is van het PIP N381 Drachten – Drentse grens (en bepaalde andere besluiten, zoals genoemd in artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening) kan voor een tegemoetkoming in planschade in aanmerking komen. Het is evenwel denkbaar dat er schade wordt geleden ten gevolge van besluiten, maatregelen en handelingen ten behoeve van de N381 Drachten – Drentse grens, niet zijnde het PIP N381 Drachten – Drentse grens of andere besluiten die genoemd zijn in artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening. Zo kan bijvoorbeeld worden gedacht aan schade ten gevolge van een wegafsluiting. Dergelijke schade kan mogelijk voor vergoeding in aanmerking komen op grond van de verordening ‘Nadeelcompensatie Verkeers- en Vervoersvoorzieningen Provincie Fryslân 2009’. Deze verordening is op 16 december 2009 door Provinciale Staten van Fryslân vastgesteld. Zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen zes maanden na het schadeveroorzakende besluit dan wel na de schadeveroorzakende maatregel of handeling moet een verzoek om nadeelcompensatie bij het college van Gedeputeerde Staten van Fryslân worden ingediend. Gedeputeerde Staten zullen op deze verzoeken beslissen. Diverse zienswijzen hebben betrekking op grond- en vastgoedzaken. Met de betrokkenen is reeds contact gezocht om te bezien op welke wijze de diverse grond- en vastgoedzaken kunnen worden aangepakt (bijvoorbeeld door middel van kavelruil). De onderhandelingen over de nog niet aangekochte percelen en woningen worden ter hand genomen en voortgezet. De inzet bij die onderhandelingen is om er ‘in der minne’ uit te komen. Daar waar dit onverhoopt niet slaagt, en de grond nodig is voor de realisatie van het project N381 Drachten – Drentse grens, zal een onteigeningsprocedure worden gestart.
Pagina 15
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
2.
Individuele zienswijzen, adviezen en commentaar
Pagina 16
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
Zienswijzen en commentaar
1. A.C. Eekhout, Donkerbroek Inspreker heeft meermaals aangegeven dat ombouw van N381 desastreuze gevolgen zal hebben, en al vier jaar heeft veroorzaakt, voor woonboerderij van inspreker aan ’t West 2 te Donkerbroek. Projectteam en Gedeputeerde Staten schijnen niet geïnteresseerd en negeren het probleem.
Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé van de N381 vastgesteld op basis van een integrale afweging (zie paragraaf 1.3.2). De provincie Fryslân heeft u meerdere malen (persoonlijk) geïnformeerd over het project N381.
Woning inspreker staat al 4,5 jaar te koop. Plannen nieuwe N381 hebben geresulteerd in enorme waardedaling van woning. Voor potentiële kopers is de onzekerheid door de voortdurende wijzigingen een doorslaggevende factor. Onzekerheid kwam mede doordat op de interactieve kaart op www.n381.nl de afrit over de woning was ingetekend. Naast financieel is inspreker ook persoonlijk hard getroffen.
Provinciale Staten van Fryslân hebben op 10 februari 2010 ingestemd met het Realisatbesluit N381 Drachten – Drentse grens. Bij dit besluit is de scope van het project N381 definitief vastgesteld. Ter plaatse van ’t West (Donkerbroek) heeft dit onder andere geresulteerd in een verdiepte ligging van de N381. Na dit besluit zijn de scopewijzigingen doorgevoerd op de interactieve kaart van de N381 (www.n381.nl). Voor zover u ten gevolge van de vaststelling van het PIP verwacht schade te zullen lijden, kunt u te zijner tijd een verzoek om tegemoetkoming in planschade indienen (zie paragraaf 1.3.4.). Dit zal alsdan worden beoordeeld.
Nieuwe N381 komt circa 100 meter van woning inspreker te liggen en de afrit circa 50 meter. Afstand tot erfgrens is geringer. Dit resulteert in verminderde levenskwaliteit in en om de woning.
De minimale afstand tussen de kant hoofdrijbaan en de woning bedraagt inderdaad circa 100 meter. De minimale afstand tussen de kant afrit en de woning bedraagt circa 80 meter, in plaats van de genoemde 50 meter. De minimale afstand tussen de kant afrit en de erfgrens bedraagt circa 55 meter. Wij vinden die afstanden, mede gezien het optredende geluidsniveau en de verdiepte ligging van de N381 aanvaarbaar.
Onaanvaardbare geluidshinder, voor woning in- Naar de geluidbelasting is zorgvuldig onderzoek spreker moet zelfs hogere grenswaarde procedu- gedaan. Er heeft een zorgvuldige afweging re doorlopen worden. plaatsgevonden met betrekking tot de mogelijkheid van het treffen van geluidbeperkende voorzieningen en het nemen van geluidafschermende maatregelen. Ondanks dat het toepassen van tweelaags ZOAB (financieel) niet doelmatig is, heeft de provincie gekozen om wel tweelaags ZOAB toe te passen op de N381, omdat de provincie Fryslân het woon- en leefmilieu belangrijk vindt. Voor alle geluidsgevoelige objecten die niet kunnen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, en waarvoor het treffen van maatregelen onvoldoende doeltreffend is gebleken,
Pagina 17
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens wordt conform artikel 110a Wet geluidhinder een hogere waarden procedure doorlopen. Voor uw woning wordt op basis van de Wet geluidhinder een hogere waarde vastgesteld van 50 dB. Wij verwijzen u verder ook naar hetgeen hierover in paragraaf 1.3.3 reeds is opgemerkt. In dat verband geldt ook dat door de provincie (in haar hoedanigheid als wegaanlegger) verzekerd wordt dat die maatregelen worden getroffen waarmee een aanvaardbaar binnenniveau kan worden bereikt (zie paragraaf 1.3.3). Negatieve gevolgen voor luchtkwaliteit en hinder Er wordt ruimschoots voldaan aan de grensvan licht. waarden ten aanzien van de luchtkwaliteit (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310) Het uitgangspunt is dat verlichting rond de N381 alleen wordt toegepast op plekken waar dit omwille van (sociale en verkeers-)veiligheid noodzakelijk is (zie ook Beleidsnota openbare verlichting Fryslân). De situatie zoals die optreedt bij de woning van inspreker vinden wij aanvaardbaar. Alles overwegende, zijn wij van oordeel dat na aanleg van de N381 Drachten – Drentse grens sprake is van een maatschappelijk aanvaardbaar woon- en verblijfsklimaat. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van inspreker. Inspreker verwacht van provincie een snelle en In paragraaf 1.3.4. wordt ingegaan op de tegefaire genoegdoening m.b.t. kosten en waarde- moetkoming in planschade. Eventuele tegevermindering. moetkoming in planschade zal individueel worden vastgesteld.
Pagina 18
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
2. V.o.f. De Cuynder, Donkerbroek Insprekers geven aan dat in MER-rapport is gesteld dat tracé West-1 (W1) het Meest Milieuvriendelijke Alternatief van de onderzochte tracés is, maar volgens insprekers levert B beperkt veel betere milieueffecten op.
Insprekers baseren hun plannen op de actielijnen en ontwikkelstrategie van het Drents-Friese LEADER+ gebied, het ontwerp Streekplan Fryslân en de Kadernota 2006-2009. Insprekers geven aan dat versterking van prettig woon- en leefklimaat niet wordt bereikt door de aanleg van de weg door een schitterende landschappelijke omgeving.
Insprekers doelen op de Projectnota/MER N381 Donkerbroek – Oosterwolde d.d. 17 december 2008. Anders dan in de startnotitie voor dit MER is geschied, is (mede naar aanleiding van reacties (inspraak en adviezen) het tracé W1 niet als het meest milieuvriendelijk alternatief aangewezen. Verwezen zij naar hoofdstuk 5 van de Projectnota/ MER N381 Donkerbroek - Oosterwolde, alsmede naar bijlage II bij dit document (Reactienota Startnotitie/MER N381 Donkerbroek – Oosterwolde; zie in het bijzonder paragraaf 3.8 van deze Reactienota). Uit hoofdstuk 5 blijkt dat alternatief Bbep (aangevuld met maatregelen) heeft te gelden als meest milieuvriendelijk alternatief. Overigens is dit wat anders dan het uiteindelijk door Provinciale Staten vastgestelde tracé. Zie daaromtrent paragraaf 1.3.2 van deze Nota, waarin de keuze voor tracé W1 onder verwijzing naar de relevante documentatie (nogmaals) wordt gemotiveerd. Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé van de N381 vastgesteld op basis van een integrale afweging en na een jarenlang, zorgvuldig, democratisch besluitvormingsproces (zie paragraaf 1.3.2). Vanaf de start van de besluitvorming is het belang van het behoud en het herstel van landschaps- en natuurwaarden onderkend en expliciet in de besluitvorming betrokken. Zie de Landschappelijke Inpassingsvisie, het beeldkwaliteitplan en de ecologische rapporten. Vanwege het vorenstaande worden vele maatregelen getroffen ten behoeve van het landschap en de natuur. Daarbij gaan wij verder dan waartoe de geldende regelgeving en de beleidskaders ons verplichten. Het woon- en leefmilieu is bij alle tracéalternatieven beoordeeld in de Projectnota/MER N381 Donkerbroek – Oosterwolde. Het vastgestelde tracé (W1) heeft (zeer) positieve effecten op de aspecten: geluidhinder woningen, trillingshinder, externe veiligheid, geluidshinder gebied en sociale veiligheid.
Insprekers verwijzen naar Nota Ruimte, op deze nota is ontstaan en ontwikkeling van biologisch bedrijf De Cuynder gestoeld. Met aanleg N381 in tracé W1 wordt aan die doelstelling geen recht gedaan.
Op grond van het nationaal ruimtelijk beleid is de aanleg van infrastructuur binnen nationale landschappen, natuurgebieden en de EHS mogelijk. Bij het opstellen van het provinciaal beleid is het nationaal ruimtelijk beleid betrokken. De opwaardering van de N381 tot een stroomweg met ongelijkvloerse kruisingen vloeit voort uit de Provinciaal Verkeer- en Vervoerplannen van
Pagina 19
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens 1999 en 2006 en het Streekplan 2007 en is in overeenstemming met het voor dit infrastructureel project relevante (provinciaal) ruimtelijk en vervoersbeleid, waaronder het EHS-beleid. Insprekers geven aan dat in Streekplan Fryslân 2007 niet is benoemd dat gemeente Ooststellingwerf zich als kernregio profileert. Tevens is de relatie dan wel onderlinge samenhang tussen het stedelijk netwerk Fryslân e.a. niet benoemd.
Oosstellingwerf is geen kernregio, dat is correct. De N381 vormt een verbinding tussen (delen van) de economische kernzones. Deze kernzones zijn de A7 enerzijds en Emmen/Coevorden – Hoogeveen anderzijds. De N381 loopt door de gemeente Ooststellingwerf.
Insprekers vinden dat de aanleg van de N381 Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé tracé W1 door gebied met beekdalen Tjonger ten van de N381 vastgesteld op basis van een intekoste gaat van de landschapsstructuur. grale afweging en na een jarenlang, zorgvuldig, democratisch besluitvormingsproces (zie paragraaf 1.3.2). Vanaf de start van de besluitvorming is het belang van het behoud en het herstel van landschaps- en natuurwaarden onderkend en expliciet in de besluitvorming betrokken. Zie de Landschappelijke Inpassingsvisie, het beeldkwaliteitplan en de ecologische rapporten. Vanwege het vorenstaande worden vele maatregelen getroffen ten behoeve van het landschap en de natuur. Daarbij gaan wij verder dan waartoe de geldende regelgeving en de beleidskaders ons verplichten. In de Projectnota/ MER zijn de landschapsstructuren (waaronder het beekdal van de Tsjonger) expliciet beoordeeld. In de Projectnota/ MER N381 Donkerbroek – Oosterwolde scoort W1 inderdaad zwaar negatief (---) op aantasting beekdalontginning en op de aantasting van landschappelijk cultuurhistorische ensemble van de Tsjonger, niettemin heeft de integrale afweging van alle milieueffecten geleid tot de keuze voor W1. In de Landschappelijke Inpassingsvisie van de N381 zijn per landschapstype de kernkwaliteiten beschreven. Het behouden en versterken van deze kernkwaliteiten zijn het uitgangspunt van de Landschappelijke Inpassingsvisie. Het tracé wordt voorts landschappelijk en ecologisch ingepast conform de “Landschappelijke inpassingsvisie N381 Drachten ‐ Drentse grens” (Arcadis, 14 augustus 2009) en het “Compensatie- en mitigatieplan N381, Drachten - Drentse grens” (Buro Bakker, 13 september 2011). De bestaande landschapsstructuur in het gebied blijft behouden.
Pagina 20
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Aanleg van N381 heeft grote gevolgen voor geluidsbelasting bedrijf. Bedrijfsvoering zal hierdoor negatieve effecten krijgen. De camping met predicaat ‘natuurcamping’ is gedoemd te verdwijnen.
De minimale afstand tussen de de kant hoofdrijbaan en de erfgrens bedraagt circa 260 meter. In de richtlijnen voor erkenning, inrichting en beheer van natuurkampeerterreinen 2004 zijn ten aanzien van lokatie en karakter de onderstaande richtlijnen genoemd: 1. Het terrein dient gelegen te zijn in een natuurlijk en landschapelijk aantrekkelijk gebied of waardevol cultuurlandschap, waarin het passend gesitueerd is; 2. Het terrein dient ten opzichte van geluidbronnen zodanig gelegen te zijn dat het geluidsniveau voor rustig kamperen algemeen aanvaardbaar wordt geacht. Het terrein dient zodanig gelegen te zijn dat er geen sprake is van stankoverlast en lichtoverlast; 3. Het voorzieningenniveau is eenvoudig van aard en goed onderhouden; 4. Indien een doelmatig beheer wegen, afzettingen, gebouwen, bouwwerken en/of andere voorzieningen noodzakelijk maakt, dienen deze wat betreft materiaalkeuze eenvoudig en duurzaam te worden uitgevoerd en in het landelijke karakter van de streek te passen; 5. Het kampeerterrein waarvoor erkenning wordt aangevraagd, is een zelfstandige eenheid, dat wil zeggen bezit haar eigen infrastructuur. In de richtlijnen wordt niet ingegaan welk geluidsniveau voor rustig kamperen algemeen aanvaardbaar wordt geacht. Wij hebben op basis van uw zienswijze een akoestisch onderzoek laten verrichten (Notitie V.2010.1601.04.N002, Akoestisch onderzoek N381, resultaten camping De Cuynder, Donkerbroek, DGMR d.d. 8 september 2011). De geluidsbelasting is bepaald op de maatgevende terreingrens van camping v.o.f. De Cuynder. De geluidsbelasting vanwege de N381 bedraagt maximaal 42 dB Lden (inclusief aftrek van 2 dB conform artikel 110 g Wgh) ter plaatse van camping De Cuynder. Wij hebben in het kader van een goede ruimtelijke ordening de volgende afweging gemaakt. Aangezien de camping geen geluidsgevoelige bestemming in de zin van de Wet geluidhinder is, buiten de geluidszone van de N381 is gelegen en er geen wettelijk kader omtrent geluid en campings bestaat, kan de geluidsbelasting van 42 dB Lden op de grens van de camping aanvaardbaar worden geacht. Dit aangezien de Wet geluidhinder een geluidsbelasting van 48 dB Lden aanvaardbaar acht bij permanente bewo-
Pagina 21
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens ning. Wij vinden dit in deze specifieke situatie eveneens aanvaardbaar, mede omdat het een camping betreft die geen vaste plaatsen kent en waar sprake is van verblijf van tijdelijke aard. Alles overwegende, zijn wij van oordeel dat de aanleg van de N381 het niet onmogelijk maakt om aan de richtlijnen voor natuurkampeerterreinen te (blijven) voldoen. Het is insprekers niet duidelijk waar en hoe en wanneer er geluidsmetingen zijn uitgevoerd in het (stilte) gebied rondom ’t Hoogezand/ Balkweg/ Tjabbekamp/ Tjonger en welke invloed dit heeft/ zal hebben op dit gebied.
Het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) is gebaseerd op een berekening conform Standaard Rekenmethode II uit het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2006 (RMG 2006) en niet op geluidmetingen. In het akoestisch onderzoek staat precies aangegeven op welke wijze het onderzoek is uitgevoerd. Ook hebben wij op basis van uw zienswijze akoestisch onderzoek laten verrichten (Notitie V.2010.1601.04.N002, Akoestisch onderzoek N381, resultaten camping De Cuynder, Donkerbroek, DGMR d.d. 8 september 2011) specifiek voor uw situatie.
Uit plankaart Verbeelding Blad Noord fragment 3, lijkt geen rekening gehouden te zijn met eis om weg niet te horen en niet te zien. Enkele boswal aan Balkwegzijde heeft geen effect op geluid- en zichtreductie richting bedrijf inspreker. De door de stichting SBBDW aangedragen oplossing, middels een schetssessie bij het projectbureau, is niet meegenomen in het ontwerp en planbeschrijving.
V.o.f. De Cuynder ligt aan de westzijde van de N381. Tussen De Cuynder en de N381 liggen twee bestaande robuuste boomsingels, deze boomsingels blijven intact. Aangezien het geluidsniveau bij De Cuynder (ruimschoots) beneden de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder ligt (de geluidsbelasting bedraagt 42 dB Lden op de maatgevende grens van de camping) en de bestaande twee boomsingels al een zichtreductie geven, vindt de provincie de consequenties van de aanleg van de N381 voor v.o.f. De Cuynder algemeen aanvaardbaar. De schetssessie waar inspreker naar verwijst, heeft plaatsgevonden in het kader van gebiedsontwikkeling N381. De maatregelen die voortvloeien uit de gebiedsontwikkeling vallen buiten het Provinciaal Inpassingsplan N381 Drachten – Drentse grens.
Uit MUG-publicatie 2010 blijkt dat nog aanvullend onderzoek nodig is, met name het gedeelte aangeduid als locatie 4 en 5 wordt aangegeven als zeer waardevol. Dit nog verplichte onderzoek tussen ’t West en het Tjongerkanaal is nog niet uitgevoerd en diende voor het vaststellen van het VO-PIP uitgevoerd te zijn.
In het PIP heeft een aantal gronden (waaronder de gronden waar inspreker naar verwijst) de bestemming waarde archeologie gekregen. In artikel 12 van de planregels van het PIP N381 is geborgd dat de aanvrager een archeologisch onderzoek dient te overleggen op grond waarvan kan worden vastgesteld of en zo ja, in hoeverre archeologische waarden worden verstoord.
Insprekers vinden het hydrologisch gezien geen De waterhuishouding van het gebied rondom de goede keuze dat weg 50 cm verhoogd wordt N381 wijzigt niet tot nauwelijks (zie ook WaterPagina 22
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens aangelegd en de van oorsprong hoge zandruggen en deels kwelwatergebieden doorsnijdt. Kwelwater is zeer belangrijk voor biodiversiteit. Wegvangen van dit systeem is funest voor het gebied. Verdroging is het gevolg.
toets N381 Drachten – Drentse grens, MWH B.V. dd. 3 juni 2010). Alle ingrepen die plaatsvinden worden in nauw overleg met Wetterskip Fryslân afgestemd om de huidige waterstaatkundige situatie (peilgebieden, waterstanden, etc.) te behouden. In het Tsjongerdal wordt het tracé W1 op een relatief hoog deel van het gebied aangelegd. In de hier aanwezige sloten bevindt zich geen kwelgerelateerde vegetatie. Het is hierdoor dan ook niet waarschijnlijk dat deze zich in de aan te leggen bermsloten zal ontwikkelen. Vegetaties die lokale kwel suggereren, bevinden zich wel plaatselijk in de diepere sloten op en nabij de locatie waar de weg de Tsjonger oversteekt. Het betreft hier in hoofdzaak waterviolier, een soort die lokale kwel indiceert en daarom niet uitsluitend kenmerkend is voor beekdalen.
Huidige waterpeilen zijn te laag, insprekers willen waterpeil graag weer hersteld hebben, omdat water in hun bedrijfsvoering en in dit gebied van evident belang is.
Waterpeilen ter plaatse van het perceel van de inspreker zullen als gevolg van de aanleg van de N381 niet wijzigen. Indien de huidige waterpeilen te laag zijn, adviseren wij contact op te nemen met het Wetterskip Fryslân. Wij hebben uw wens tevens onder aandacht gebracht van de Gebiedscommissie N381, waarin Wetterskip Fryslân is vertegenwoordigd.
Afvoer van oppervlakte en wegenwater zal grotendeels op Tjabbekamster waterlossing geschieden, welke vlak langs kwekerij inspreker loopt. Uitstoot van roetdeeltjes via uitlaatgassen van voertuigen komen op groente terecht. Omdat kwekerij 100% biologisch is, is dit voor insprekers niet acceptabel. Bij doorgang W1 is bedrijf gedoemd te stoppen als biologisch Skal gecertificeerd bedrijf.
In het onderzoek luchtkwaliteit (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310) is ingegaan op deze effecten. Ten aanzien van de luchtverontreinigende stoffen, fijn stof en stikstofdioxide wordt overal ruimschoots aan de grenswaarden voldaan. Het bestuur van de stichting Skal heeft het reglement Skal-certificatiegrondslagen vastgesteld op 16 juni 2011. Deze certificatiegrondslagen zijn een bundeling van alle eisen die door Skal worden gehanteerd als grondslag voor certificatie van een bepaald product of voortbrengingsproces. In de grondslagen wordt niet ingegaan op de uitstoot van roetdeeltjes via uitlaatgassen. Aangezien ruimschoots aan de grenswaarden van de luchtverontreinigende stoffen, fijn stof en stikstofdioxide wordt voldaan en in de Skalcertificatiegrondslagen hieraan geen eisen worden gesteld, zijn geen negatieve effecten voor De Cuynder te verwachten, mede ook gezien de aanzienlijke afstand tussen de weg en de Cuynder (meer dan 250 meter). Voor zover al enige toename aan verontreinigende stoffen of overige hinder is te verwachten, is dit naar onze mening niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder
Pagina 23
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van inspreker.
3. Agri Vastgoed namens R.T. van Wijk, Leeuwarden Inspreker maakt namens cliënten bezwaar tegen De aanleg van de boomsingels vloeit voort uit aanleg boomsingels. Deze geven een agrarische de Landschappelijke Inpassingsvisie N381 beperking van percelen, omdat bomen zorgen Drachten – Drentse grens. De betreffende pervoor overlast door takken, schaduwwerking (min- celen zijn gelegen in het woudontginningen der opbrengst) en vernatting (moeilijker te bewer- landschap. De woudontginningen worden geken). kenmerkt door een concentratie van dichte lintbebouwing langs rechtlijnige wegen die de zandrug volgen. Wegen worden begeleid door laanbeplanting. Opstrekkende verkaveling staat haaks op de linten. Het is een gebied met een kleinschalig karakter door opgaande beplanting, boskavels, singels en houtsingels. Deze lopen meestal met de kavelrichting mee. Een kernkwaliteit van de woudontginningen is de verkavelingsrichting haaks op de hoofdwegen, die van beplanting zijn voorzien. Eventuele overlast door takken, schaduwwerking en vernatting is niet uit te sluiten, maar vinden wij met het oog op de inpassing en beoogde versterking van de landschappelijke kwaliteiten van het gebied aanvaardbaar. Eventuele schade die hierdoor ontstaat, komen voor schadeloosstelling (zie hieronder) in aanmerking. Door doorsnijding van percelen door N381, houdt cliënt van inspreker kleinere percelen over. Landbouwkundig krijgen deze percelen geen tot geringe waarde.
Inspreker maakt namens cliënt bezwaar tegen de ontsluitingen van de overgebleven landerijen client na doorsnijding van de N381. Aangegeven ontsluitingen aan begin en einde van de aan te leggen tunnel zijn volgens inspreker landbouwkundig praktisch niet haalbaar voor (grote) landbouwmachines (draai-inrichting). Tevens vraagt
De percelen die van cliënt van inspreker worden doorsneden, betreffen een veldkavel. Het is juist dat door de doorsnijding van de N381 de cliënt van inspreker kleinere percelen grond overhoudt. Hierover zijn met inspreker en cliënt(en) enkele gesprekken gevoerd, heeft een taxatie plaatsgevonden en is een aanbod voor schadeloosstelling gedaan. Voor de aankoop van de benodigde gronden (percelen) voor het uitvoeren van het PIP zijn voorts voldoende financiële middelen beschikbaar. Beide veldkavels worden vanaf de Bûtewei ontsloten door middel van één inrit per perceel. Deze inritten zijn buiten de tunnelbak gelegen. Met betrekking tot de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid zijn de te treffen maatregelen passend binnen de ontwerprichtlijnen en de huidige wet- en regelgeving. Er is in het ontwerp
Pagina 24
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens inspreker zich af of verkeersveiligheid door deze rekening gehouden met de manoeuvreerruimte in- en uitgangen voldoende is gewaarborgd. van landbouwvoertuigen.
4. Fam. J. Pluis, Wijnjewoude Inspreker geeft aan dat voorstellen voor dubbelbaans N381 gebaseerd zijn op veronderstellingen, uitgangspunten en modellen gecreëerd en samengesteld op basis van kennis en ervaring van voor de economische crisis. Inspreker vraagt of uitgangspunten nog juist zijn. Inspreker vraagt Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten om nogmaals over eerder gemaakte keuzes na te denken.
Inspreker vindt het opmerkelijk dat in doelmatigheidsonderzoek alleen effect van dubbellaagsZOAB is onderzocht, er wordt geen onderzoek gedaan naar verdere geluidsbeperkende voorzieningen voor specifieke woningen of clusters.
In de Rapportage verkeersgegevens (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Rapportage verkeersgegevens”, Goudappel Coffeng 22 juli 2010) die in het kader van het Provinciaal Inpassingsplan N381 is opgesteld, is rekening gehouden met de nieuwste inzichten voor inwoners en arbeidsplaatsen. In hoofdstuk 3 van de rapportage verkeersgegevens is ingegaan op dimensies en modellering. De nieuwste inzichten leiden niet tot een heroverweging van de gemaakte keuzes. Wij verwijzen u ook naar paragraaf 1.3.1. Naar de geluidbelasting is zorgvuldig onderzoek gedaan. Er heeft een zorgvuldige afweging plaatsgevonden met betrekking tot de mogelijkheid van het treffen van geluidbeperkende voorzieningen en het nemen van geluidafschermende maatregelen. Ondanks dat het toepassen van tweelaags ZOAB financieel niet doelmatig is, heeft de provincie gekozen om wel tweelaags ZOAB toe te passen op de N381, omdat de provincie Fryslân het woon- en leefmilieu belangrijk vindt. Het is juist dat ten tijde van het ontwerp PIP nog geen onderzoek naar de doeltreffendheid van overdrachtsmaatregelen (geluidschermen) was verricht. Inmiddels heeft dit onderzoek voor de woningen waarvoor in het ontwerpbesluit hogere grenswaarden in een hogere waarden is voorzien alsnog plaatsgevonden (Notitie V.2010. 1601.02.N001, N381 Drachten - Drentse grens, Doelmatigheidsonderzoek geluidsmaatregelen, aanvullende schermen, DGMR d.d. 8 september 2011). Uit dit onderzoek volgt dat het treffen van overdrachtsmaatregelen voor deze woningen onvoldoende doeltreffend is. Voor alle geluidsgevoelige objecten die niet kunnen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, en waarvoor het treffen van maatregelen onvoldoende doeltreffend is gebleken, wordt conform artikel 110a Wet geluidhinder een hogere waarden procedure doorlopen. Voor uw woning wordt op basis van de Wet geluidhinder een hogere waarde vastgesteld van 49 dB.
Pagina 25
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Wij verwijzen u verder ook naar hetgeen hierover in paragraaf 1.3.3 reeds is opgemerkt. In dat verband geldt ook dat door de provincie (in haar hoedanigheid als wegaanlegger) verzekerd wordt dat die maatregelen worden getroffen waarmee een aanvaardbaar binnenniveau kan worden bereikt (zie paragraaf 1.3.3). Inspreker vindt het onbegrijpelijk dat provincie geen specifieke geluidsreducerende maatregelen wil opnemen rond woning inspreker. Volgens inspreker zijn er voldoende, landschappelijk prima inpasbare mogelijkheden en zijn de geluidsreducerende maatregelen nodig om het woon- en leefklimaat in en rond woning inspreker op een enigszins aanvaardbaar niveau te brengen na realisatie van de aanleg van de N381.
Voor alle geluidsgevoelige objecten die niet kunnen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, en waarvoor het treffen van maatregelen onvoldoende doeltreffend is gebleken, wordt conform artikel 110a Wet geluidhinder een hogere waarden procedure doorlopen. Voor uw woning wordt op basis van de Wet geluidhinder een hogere waarde vastgesteld van 49 dB. Wij verwijzen u verder ook naar hetgeen hierover in paragraaf 1.3.3 reeds is opgemerkt. In dat verband geldt ook dat door de provincie (in haar hoedanigheid als wegaanlegger) verzekerd wordt dat die maatregelen worden getroffen waarmee een aanvaardbaar binnenniveau kan worden bereikt (zie paragraaf 1.3.3). In uw situatie is er sprake van een lichte overschrijding van de norm van de Wet geluidhinder. Er zal daarmee niet dusdanige geluidsbelasting direct rond het huis optreden dat, ondanks het feit dat enkel de woning op grond van de Wgh als een geluidsgevoelig object is te beschouwen, er maatregelen zouden moeten worden genomen om een goed leefklimaat in de buitenruimte te garanderen.
Volgens inspreker heeft gedeputeerde Adema aangegeven dat provincie bestuurlijke verantwoordelijkheid heeft, waarbinnen ze kan besluiten alsnog specifieke geluidsreducerende maatregelen op te nemen in het plan.
De provincie heeft gekozen voor het toepassen van tweelaags ZOAB, ondanks dat dit financieel niet doelmatig is. De provincie Fryslân vindt het woon- en leefmilieu belangrijk.
Gevolgen omleggen ventweg (Opperhaudmare) en aanleg tunnel Bûtewei worden volgens inspreker onderschat. In akoestisch rapport is rekening gehouden met verkeersbelasting van 100 verkeersbewegingen/etmaal op de nieuwe Bûtewei, terwijl uit recente (aug.-sept. 2009) tellingen is gebleken dat de Opperhaudmare 500 verkeerbewegingen/etmaal telt.
De N381 Drachten – Drentse grens wordt opgewaardeerd tot een stroomweg (100 km/uur) met ongelijkvloerse kruisingen. Het doel van de opwaardering van de N381 is om het verkeer vanaf het onderliggend wegennet naar het hoofdwegennet te bundelen. Er zijn in 2009 inderdaad tellingen verricht op de parallelweg van de N381 en niet op de Bûtewei (Wijnjewoude). Het nieuwe tracé van de N381 zal in de toekomst de Bûtewei (Wijnjewoude) kruisen. De parallelweg zal dan aansluiten op de Bûtewei. Hierdoor zal het verkeer dat via de parallelweg rijdt deels via de Bûtewei moeten rijden. Met deze nieuwe situatie is rekening gehouden in het verkeersmodel. Aangezien de N381 wordt opgewaardeerd (bundeling van het verkeer) en
Pagina 26
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens de structuur van het onderliggend wegennet wordt gewijzigd, is de door inspreker aangedragen verkeersintensiteit in de huidige situatie niet te vergelijken met de op basis van het verkeersmodel berekende toekomstige verkeersintensiteit. Inspreker geeft aan dat in akoestisch rapport Het wegverkeer in het akoestisch onderzoek is waarschijnlijk geen rekening wordt gehouden met conform het Reken- en Meetvoorschrift geluidafremmend en optrekkend verkeer. hinder 2006 (RMG 2006) gemodelleerd met de wettelijke rijsnelheid ter plaatse. Nabij kruisingen e.d. is de invloed van snelheidsaanpassingen van verkeer en de daarbij horende geluidsemissies verdisconteerd in hogere geluidsemissie vanwege de hogere wettelijke rijsnelheid. Een mogelijke correctie is de optrekcorrectie conform het RMG 2006 voor obstakels (drempels) of kruispunten geregeld met een verkeersregelinstallatie. Er zijn echter geen obstakels of kruispunten geregeld met een verkeersregelinstallatie voorzien in de nabijheid van de woning. Een optrekcorrectie mag conform het RMG 2006 derhalve nabij deze woning niet worden toegepast. Op basis van dit punt uit de zienswijze behoeft het akoestisch onderzoek geen aanpassing. Inspreker vraagt of akoestisch rapport rekening houdt met tunnel Bûtewei (30 km-zone) in 60 kmzone. Om dit te kunnen realiseren moeten uitgebreide verkeersremmende maatregelen getroffen worden. Inspreker verwacht anders zeer gevaarlijke situaties rond de kruising Bûtewei en Opperhaudmare en tunnel onder nieuwe N381.
Een 30 km-zone kent formeel geen zone conform de Wet geluidhinder. Formeel behoeft hiervan de geluidsbelasting niet inzichtelijk te worden gemaakt. Bovendien zal de Bûtewei niet formeel worden aangewezen als 30 km-zone. In het akoestisch onderzoek is wel met een mogelijke geluidstoename vanwege de tunnel rekening gehouden door dit conservatief te modelleren middels een rijsnelheid van 60 km/uur. De geluidsbelasting nabij de woning is derhalve voor een akoestisch ongunstige situatie bepaald. Het akoestisch onderzoek gaat niet in op de verkeersveiligheid. Op basis van deze punten uit de zienswijze behoeft het akoestisch onderzoek geen aanpassing.
Inspreker vraagt om in overweging te nemen of woon- en leefniveau ter plaatse van woning inspreker na aanleg N381 en herstructurering omliggende wegen nog aanvaardbaar is.
De minimale afstand tussen de kant hoofdrijbaan en de woning bedraagt circa 130 meter. De minimale afstand tussen de kant hoofdrijbaan en de erfgrens bedraagt circa 90 meter. De afstand van de Bûtewei tot uw woning blijft ongewijzigd. In het kader van de Landschappelijke Inpassing van de N381 en op uw verzoek wordt een boomsingel aangelegd tussen de N381 en uw woonperceel.
Pagina 27
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Alles overwegende zijn wij van oordeel dat ook na aanleg van de N381 Drachten – Drentse grens sprake is van een maatschappelijk aanvaardbaar woon- en verblijfsklimaat. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van insprekers. Inspreker geeft aan dat er geen onderzoek is gedaan naar schade inspreker of poging is gedaan om planschade voor inspreker te schatten. Volgens inspreker moet eerst inschatting gemaakt worden van planschade voor inspreker en anderen, voordat provincie kan beoordelen of plan economische en financieel uitvoerbaar is. Inspreker verzoekt provincie om hoogte planschade voor inspreker zo snel mogelijk te onderzoeken en inspreker van onderzoek op de hoogte te brengen. Inspreker verzoekt provincie om resultaten onderzoek op te nemen in O-PIP.
De provincie heeft wel degelijk een risicoanalyse planschade laten opstellen voor het project N381 Drachten – Drentse grens. De resultaten van deze risicoanalyse zijn meegenomen in de kostenraming en exploitatieopzet van de N381, zodat voldoende middelen beschikbaar zijn. Het plan is economisch en financieel uitvoerbaar.
Inspreker vindt dat provincie de gevolgen van de aanleg van de N381 voor inspreker schromelijk onderschat en dat provincie de mazen in de wet zoekt om zoveel mogelijk kosten te drukken ten koste van gedupeerden.
In uw zienswijze gaat u onder meer in op het aspect geluidhinder. Ondanks dat het toepassen van tweelaags ZOAB financieel niet doelmatig is, heeft de provincie gekozen om wel tweelaags ZOAB toe te passen op de N381, omdat de provincie Fryslân het woon- en leefmilieu belangrijk vindt. Ook op andere terreinen wordt meer gedaan dan wettelijk noodzakelijk is. Wij hebben bovendien op uw verzoek en in samenspraak met u het ontwerp van de N381 ter plaatse van de Bûtewei (Wijnjewoude) geoptimaliseerd. De veronderstelling dat de mazen in de wet worden opgezocht, nemen wij daarom voor kennisgeving aan.
Pagina 28
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
5. D. Stadman, Oosterwolde Volgens inspreker (en bewoners Oosterwolde- Wij verwijzen u naar paragraaf 1.3.1 van deze Zuid) wordt verkeersdruk ter plaatse van Ooster- reactienota. wolde-Zuid niet als zodanig ervaren dat aanpassing van de N381 noodzakelijk wordt geacht. Dit standpunt wordt volgens inspreker tevens bevestigd door benadering van college door verdubbeling bij Oosterwolde af te wijzen en capaciteit van N381 ter hoogte van Oosterwolde onveranderd te laten. Bewoners kunnen niet begrijpen waarom ter plaatse van Oosterwolde-Zuid niet is gekozen voor verdiepte ligging van de N381. Bewoners wijk Oosterwolde-Zuid verwachten door uitvoering plan een verslechtering van leefbaarheid in hun wijk.
Wij verwijzen u naar paragraaf 1.3.2 en 1.3.3. Uit het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) blijkt dat het geluidsniveau zal afnemen ter plaatse van Oosterwolde-Zuid. De 48 dB contourlijn (voorkeursgrenswaarde Wet geluidhinder) ligt in de toekomstige situatie dichter bij het tracé van de N381 dan in de huidige situatie. Dit is mede het gevolg van het gegeven dat in de toekomstige situatie tweelaag ZOAB wordt toegepast op de N381 Drachten – Drentse grens. Ten aanzien van de luchtverontreinigende stoffen, fijn stof en stikstofdioxide wordt blijkens het luchtkwaliteitsonderzoek (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310) ruimschoots aan de grenswaarden voldaan.
Bewoners ervaren veel geluidsoverlast in huidige situatie, ondanks aanleg grondwal. Door verhoging maximum snelheid (nu naar 100 km/uur, mogelijk in de toekomst nog hoger) op de N381 zal geluidsoverlast toenemen. Dit ondanks keuze voor stiller asfalt en de aan het plan verbonden theoretische geluidsberekeningen. Volgens deze berekeningen zal maximale geluidsbelasting binnen wettelijke grens blijven, maar bewoners vinden deze theoretische berekeningen betwistbaar.
Het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) is uitgevoerd, conform Standaard Rekenmethode II uit het Reken- en meetvoorschrift Geluidhinder 2006 (RMG 2006). In het akoestisch onderzoek staat aangegeven op welke wijze het onderzoek is uitgevoerd. Insprekers onderbouwen niet waarom deze berekeningen onjuist zouden zijn. De provincie ziet dan ook niet in waarom zij niet van deze berekeningen uit zou kunnen gaan.
Bewoners verwachten dat geluidsdruk/overlast aanmerkelijk zal toenemen door toename verkeersintensiteit en vooral door optillen van de weg ter plaatse van de kruising met de N351 (weg naar Wolvega) tot een hoogte van zes meter boven het huidige wegdek. Deze hoogte ligt boven de bestaande grondwal. Daarnaast zullen aansluitingen op N381 door verhoogde viaduct negatieve invloed hebben op geluid in de wijk.
Uit het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) blijkt dat het geluidsniveau zal afnemen. De 48 dB contourlijn (voorkeursgrenswaarde Wet geluidhinder) ligt in de toekomstige situatie dichter bij het tracé van de N381 dan in de huidige situatie. In de toekomstige situatie wordt tweelaag ZOAB toegepast op de N381 Drachten – Drentse grens. In dit onderzoek is rekening gehouden
Pagina 29
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens met alle uit het wegontwerp relevante situeringsaspecten, waaronder de hoogte van de weg ter plaatse. Ten aanzien van de luchtverontreinigende stoffen, fijn stof en stikstofdioxide wordt ruimschoots aan de grenswaarden voldaan (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310). Alles overwegende, is er naar onze mening geen reden om te verwachten dat het woon- en leefklimaat van inspreker en de wijk Oosterwolde-Zuid zal verslechteren. Hierbij zij nog opgemerkt dat voor zover al sprake zou zijn van enige geringe verslechtering, de provincie de consequenties daarvan voor inspreker en de wijk Oosterwolde-Zuid aanvaardbaar vindt ten opzichte van de met de aanleg van de N381 gediende belangen.
6.
Milieudefensie afdeling Opsterland, Gorredijk Natuurvereniging Gorredijk, Siegerswoude Volgens insprekers is er, mede gezien de in ver- In de rapportage verkeersgegevens, die in het schillende statistieken (onder andere CBS) voor- kader van het Provinciaal Inpassingsplan N381 ziene krimp voor dit gebied, geen enkele nood- is opgesteld, is rekening gehouden met de zaak voor een 4-baansweg. Het criterium van het nieuwste inzichten voor inwoners en arbeidsaantal verkeersbewegingen om een 4-baansweg plaatsen. In hoofdstuk 3 van de rapportage veraan te leggen ligt bij de N381 veel te laag. keersgegevens is ingegaan op dimensies en modellering. De nieuwste inzichten leiden niet tot een heroverweging van de gemaakte keuzes. Wij verwijzen u tevens naar paragraaf 1.3.1 van deze reactienota. Insprekers maken bezwaar omdat gedeelte van de weg vlak langs bos Ontwijk gaat. Dit is een ramp voor flora en fauna. De W1 loopt vlak langs natte verbindingszone bij de Tsjonger en dat betekent een aantasting van de Ecologische Hoofd Structuur. Er zijn vele dure kunstgrepen nodig om gebied te compenseren, compensatie bij Wijnjeterper Schar en natte ecologische verbindingszone zal nooit gaan lukken.
Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé van de N381 vastgesteld op basis van een integrale afweging (zie paragraaf 1.3.2). In het (aanvullende plan-)MER zijn de effecten voor de natuur (waaronder EHS) in beeld gebracht. In 2007 en 2010 heeft een flora- en faunaonderzoek plaatgevonden in het gebied rondom de N381. Op basis van het flora- en faunaonderzoek is een compensatie- en mitigatieplan opgesteld. De mitigerende maatregelen zijn die maatregelen die erop gericht zijn om negatieve gevolgen van een activiteit te voorkomen, waardoor er geen sprake is van overtreding van een verbodsbepaling uit de Flora- en faunawet en
Pagina 30
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens geen ontheffing benodigd is. In deze optiek zijn de faunapassages, de hopovers en de duikers te beschouwen als mitigerende maatregelen. Indien een overtreding van een verbodsbepaling uit de Flora- en faunawet niet te voorkomen valt en een ontheffing benodigd is, dan kunnen in dat verband compenserende maatregelen worden getroffen. Met deze maatregelen wordt bereikt dat de gunstige staat van instandhouding van een soort (mede in relatie tot de aan de orde zijnde verbodsbepaling) niet in het geding komt. Voor de mogelijke gevolgen van het PIP voor het Wijnjeterper Schar is een passende beoordeling opgesteld (Buro Bakker, Passende beoordeling in verband met de omvorming van de N381 ter hoogte van Natura 2000-gebied Wijnjeterper Schar; dit rapport is integraal aan te treffen als bijlage 2 van het aanvullende (Plan)MER 381 Drachten – Drentse Grens). Daaruit blijkt dat de in het PIP voorziene omvorming van de N381 geen significante effecten heeft op de instandhoudingsdoelstellingen van het Wijnjeterper Schar, daarbij rekening houdende met de desbetreffende mitigerende maatregelen. Integendeel, het plan leidt tot positieve effecten op het instandhoudingsdoel voor habitattype 7150 pioniervegetaties met snavelbiezen en mogelijk ook tot positieve effecten op de instandhoudingsdoelen. De Commissie voor de milieueffectrapportage heeft in haar advies over het (aanvullende) planMER (Opwaardering N381 Drachten - Drentse Grens; Toetsingsadvies over het planmilieueffectrapport 2011, 25 augustus 2011 / rapportnummer 2025-119) ten aanzien van onder meer de hier aan de orde zijnde passende beoordeling geconcludeerd dat de daarin getrokken conclusie op een toereikende wijze is onderbouwd. Voor alle benodigde maatregelen zijn financiële middelen door PS beschikbaar gesteld en worden de planologische kaders vastgelegd in het PIP. Wij zien in tegenstelling tot inspreker geen reden te veronderstellen waarom dit niet zou lukken.
Pagina 31
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Het harder rijden op de weg, die ook nog circa 1 Luchtkwaliteit is betrokken in het MER, zo ook km langer is, zal volgens insprekers meer CO2 de constatering dat een langere route leidt tot uitstoot tot gevolg hebben. meer uitstoot. Ten aanzien van de luchtverontreinigende stoffen, fijn stof en stikstofdioxide, wordt ruimschoots aan de grenswaarden voldaan. De dienaangaande verrichte onderzoeken zijn alle uitgevoerd met behulp van de juiste uitgangspunten en parameters, waarbij is uitgegaan van de omlegging van de N381 op de in het (O)PIP voorziene wijze. Volgens insprekers kan de veronderstelde verbe- Wij onderschrijven dit niet en verwijzen u naar terde verkeersveiligheid op geen enkele wijze paragraaf 1.3.1 van deze reactienota. bewezen worden. Volgens insprekers is er geen bewijs voor de Het verbeteren van de sociaal economische stelling dat de sociaal economische structuur zal structuur is geen doelstelling van het project verbeteren. N381 Drachten – Drentse grens. Het verbeteren van de bereikbaarheid tussen de economische kernzones en het verbeteren van de leefbaarheid dragen echter wel bij aan het verbeteren van de sociaal economische structuur. Insprekers geven aan dat de plannen voor de gebiedsontwikkeling nog niet uitgewerkt zijn en dat daarom niet nagegaan kan worden of er sprake is van natuurcompensatie of landschapsontwikkeling. Dat dit plan de leefbaarheid zal verbeteren lijkt insprekers een sprookje.
Alle maatregelen die op grond van de geldende beleidskaders van belang zijn ter inpassing van de N381 in het landschap en de mitigerende en compenserende maatregelen ten behoeve van de natuur, hebben een vertaling gekregen in het PIP (zijn planologisch mogelijk gemaakt) en kunnen binnen de grenzen van het plangebied van het Inpassingsplan worden gerealiseerd. Voorts is het treffen van de diverse maatregelen verzekerd in de planregels. Weliswaar achten wij een dergelijke regeling op juridische en beleidsmatige gronden en voor de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het plan niet noodzakelijk, echter, wij willen daarmee tegemoet komen aan de zorgen van diverse insprekers. Voor wat betreft de gebiedsontwikkeling geldt dat dit project ten doel heeft om een brede kwaliteitsimpuls te geven aan een groot gebied rondom de N381. De gebiedsontwikkeling is evenwel niet noodzakelijk om de N381 adequaat te kunnen inpassen, zoals dit uit de geldende beleidskaders voortvloeit. Tot realisatie van de N381 is na een jarenlang, zorgvuldig, democratisch en integraal besluitvormingsproces besloten. Vanaf de start van de besluitvorming is het belang van het behoud en het herstel van landschaps- en natuurwaarden onderkend en expliciet in de besluitvorming betrokken. Zie Landschappelijke Inpassingsvisie, het beeldkwaliteitplan en de ecologische rapporten. Vanwege het vorenstaande worden vele
Pagina 32
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens maatregelen getroffen ten behoeve van het landschap en de natuur. Daarbij gaan wij verder dan waartoe de geldende regelgeving en de beleidskaders ons verplichten. Wij menen dat wij hiermee meer dan afdoende rekening hebben gehouden met de landschaps- en natuurwaarden. De Visie Ontwerp Inrichtingsplan N381 Drachten – Drentse grens, die in het kader van de gebiedsontwikkeling is opgesteld, heeft gelijktijdig met het Ontwerp PIP ter inzage gelegen. Volgens insprekers is het de vraag of toegezegde Het inpassingsplan is economisch en financieel rijksmiddelen wel werkelijk beschikbaar komen. uitvoerbaar. De uitvoering van het PIP is niet afhankelijk van rijksmiddelen, er is reeds voldoende provinciaal en gemeentelijk budget beschikbaar gesteld. Insprekers geven aan dat de maatschappelijke en sociale verantwoordelijkheid voor de bewoners van de gemeente Opsterland met voeten wordt getreden. Dit plan geeft een forse aanslag op de begroting terwijl er veel bezuinigingen worden doorgevoerd waarvan het maatschappelijk nut wel bewezen is.
De gemeente Opsterland heeft op basis van een democratisch besluitvormingsproces besloten om financieel bij te dragen aan het project N381 Drachten – Drentse grens.
7. R. Koopmans – Van Dalen, Donkerbroek Inspreker vreest beperkingen van uitbreiding- en Inspreker laat na om te onderbouwen welke ontwikkelmogelijkheden door verbreding van de beperkingen zij van de aanleg van natuur langs natuurstrook langs de Tjonger. de Tsjonger meent te (kunnen) ondervinden. De provincie meent dat de aanleg van natuur langs de Tsjonger, op basis van de huidige weten regelgeving, geen beperkingen met zich mee brengt met betrekking tot de uitbreiding- en ontwikkelmogelijkheden van het bedrijf van inspreker. Inspreker wil geen beperkingen ervaren van de Inspreker laat na om te onderbouwen welke nieuw aan te leggen bossingels. beperkingen hij van de aanleg van natuur langs de Tsjonger meent te (kunnen) ondervinden. De provincie meent dat de aanleg van natuur langs de Tsjonger, op basis van de huidige weten regelgeving, geen beperkingen met zich mee brengt met betrekking tot de uitbreiding- en ontwikkelmogelijkheden van het bedrijf van inspreker.
Pagina 33
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Inspreker geeft aan dat verhoging van het waterpeil in de natuurstrook geen gevolgen mag hebben voor de waterhuishouding van bedrijf inspreker.
8. Fam. H. van Lee, Donkerbroek Draagvlak voor westelijke omleiding van PvdA was gecreëerd door koppeling aanplanting boomwallen en mitigerende maatregelen voor natuur en bewoners. Hier is echter weinig van terug te vinden in het Ontwerp PIP en de Visie Ontwerp Inrichtingsplan.
Indien tot wijziging van waterpeilen wordt overgegaan, zal dit in overleg met het Wetterskip Fryslân gebeuren. Bovendien zullen maatregelen getroffen worden om negatieve gevolgen voor derden te voorkomen.
Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé van de N381 vastgesteld op basis van een integrale afweging en na een jarenlang, zorgvuldig, democratisch besluitvormingsproces (zie paragraaf 1.3.2). Vanaf de start van de besluitvorming is het belang van het behoud en het herstel van landschaps- en natuurwaarden onderkend en expliciet in de besluitvorming betrokken. Zie de Landschappelijke Inpassingsvisie, het beeldkwaliteitplan en de ecologische rapporten. Vanwege het vorenstaande worden vele maatregelen getroffen ten behoeve van het landschap en de natuur. Daarbij gaan wij verder dan waartoe de geldende regelgeving en de beleidskaders ons verplichten. Alle maatregelen die op grond van de geldende beleidskaders van belang zijn ter inpassing van de N381 in het landschap, hebben een vertaling gekregen in het PIP (deze zijn planologisch mogelijk gemaakt) en kunnen dus binnen de grenzen van het plangebied van het Inpassingsplan worden gerealiseerd. Voorts is het treffen van de diverse maatregelen verzekerd in de planregels. Weliswaar achten wij een dergelijke regeling op juridische en beleidsmatige gronden en voor de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het plan niet noodzakelijk, echter, wij willen daarmee tegemoet komen aan de zorgen van diverse insprekers. Voor wat betreft de gebiedsontwikkeling geldt dat dit project ten doel heeft om een brede kwaliteitsimpuls te geven aan een groot gebied rondom de N381. De gebiedsontwikkeling is evenwel niet van belang om de N381 adequaat te kunnen inpassen, zoals dit uit de geldende beleidskaders voortvloeit. De Visie Ontwerp Inrichtingsplan N381 Drachten – Drentse grens, die in het kader van de gebiedsontwikkeling is opgesteld, heeft gelijktijdig met het Ontwerp PIP ter inzage gelegen.
Volgens inspreker kwam bij de laatste MER het Bbep als meest Milieuvriendelijke Alternatief uit de bus, maar door sturend en niet objectief geschreven is de W1 variant de uiteindelijke keus geworden. De bevolking
Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé van de N381 vastgesteld op basis van een integrale afweging (zie paragraaf 1.3.2). Daarin staat aan de hand van de relevante documentatie beschreven waarom er is gekozen voor de W1-variant. Volledig-
Pagina 34
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens zal totaal geen draagvlak vormen indien er veel gemeenschapsgeld voor de financiering van een 4-baans wegprofiel / tracé wordt gebruikt en wanneer het tracé een flinke aanslag doet op de leefbaarheid in het gebied. Burgers staan zeer argwanend tegenover nieuwe plannen rondom de N381 van de provincie en zijn zeer kritisch tegenover het verkwisten van geld door provincie en gemeenten als het ook op minder geldverslindende wijze kan. Tevens blijkt vaak dat door de aanleg van stroomwegen langs oude dorpen een gigantische schade optreedt die het nationaal landschap wordt aangedaan, ook de toename van luchtvervuiling als gevolg van mobiliteitsgroei en vooral de verwachtte krimp van woon-/ werkkwaliteiten. Het bevorderd de leegloop van dorpen langs de stroomweg omdat lokale werk ook vanuit grotere plaats te bereiken is. En provincie wil juist leegloop van dorpen tegengaan.
heidshalve zij daarbij nog opgemerkt dat er onder meer blijkens bestendige jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geen juridische verplichting bestaat om in de besluitvorming uit te gaan van het meest milieuvriendelijk alternatief.
Inspreker wil heropening van MER N381 Donkerbroek – Oosterwolde, om de volgende redenen: • 77% van ingestuurde zienswijzen waren tegen westelijke omleiding; • Bbep is goedkoopste alternatief; • W1 is extra duur vanwege wegkopen extra agrarisch bedrijf; • Alle andere tracés zijn beter mitigeerbaar dan W1; • Bewoners Balkweg en ’t Hoogezand worden niet gemitigeerd qua geluid, zicht en natuur; • W1 geeft aantasting van cultuurhistorie door doorsnijding eeuwenoude verbinding Balkweg en landschappelijk oudere delen van het gebied; • W1 is niet toekomstvast gezien intensiteitcijfers voor komende 20 jaar, economische teruggang en bevolkingskrimp.
Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé van de N381 vastgesteld op basis van een integrale afweging (zie paragraaf 1.3.2). De door insprekers genoemde redenen geven geen aanleiding om niet uit te gaan van de resultaten van de m.e.r.-procedures. Het antwoord op de vraag of indieners van zienswijzen al dan niet tegen een bepaald alternatief zijn, doet op zichzelf beschouwd op generlei wijze af aan de validiteit van de inhoud van een MER en zegt voorts niets over het draagvlak van de gekozen tracévariant W1. Verder zij erop gewezen dat het bestendige jurisprudentie is dat de kosten van de in een MER beschreven alternatieven niet doorslaggevend (behoeven te) zijn voor de keuze van het alternatief zoals dat in de besluitvorming wordt uitgewerkt. Kosten van alternatieven zijn niet meer (of minder) dan een van de relevante afwegingsfactoren. Dit principiële punt daargelaten, hebben wij (zoals ook uit paragraaf 1.3.2 blijkt) aangegeven dat tracévariant W1 het goedkoopste alternatief is. Zij het dat het onderscheid met (onder meer) het alternatief Bbep niet erg groot is (zie paragraaf 4.5 van de Nota Voorkeursalternatief N381; Trajectdeel Donkerbroek – Oosterwolde, 24 juni 2009). Alternatief W1 leidt per saldo tot de minste overlast voor omwonenden. Wat betreft toekomstvastheid wordt verwezen naar hetgeen dienaangaande onder het vorige kader is gesteld. De gemaakte afwegingen in de Nota Voorkeursalternatief N381;
De opmerking dat nationaal landschap schade wordt aangedaan, is niet juist. In de nabijheid van de N381 is geen nationaal landschap gesitueerd. Bovendien is (de structuur van) het landschap een belangrijk criterium geweest in het MER en betrokken geweest in de bestuurlijke besluitvorming. Ten aanzien van de luchtverontreinigende stoffen, fijn stof en stikstofdioxide wordt ruimschoots aan de grenswaarden voldaan (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310). In de rapportage verkeersgegevens, die in het kader van het Provinciaal Inpassingsplan N381 is opgesteld, is rekening gehouden met de nieuwste inzichten voor inwoners en arbeidsplaatsen. In hoofdstuk 3 van de rapportage verkeersgegevens is ingegaan op dimensies en modellering. De nieuwste inzichten leiden niet tot een heroverweging van de gemaakte keuzes. Wij verwijzen u tevens naar paragraaf 1.3.1.
Pagina 35
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Trajectdeel Donkerbroek – Oosterwolde (24 juni 2009) zijn nog steeds valide en geven goed weer op grond waarvan wij voor de tracévariant W1 hebben gekozen. Inspreker handhaaft alle eerder uitgebrach- Wij nemen deze opmerking voor kennisgeving aan. te zienswijzen op MER omdat inspreker nog Wij zijn van mening dat wel degelijk adequaat op de met onbeantwoorde reacties zit. eerder uitgebrachte zienswijzen is gereageerd. Insprekers geven ook niet concreet aan waar dat volgens hen niet is gebeurd. Inspreker verwijst naar de verschillende beleidsuitspraken van nationaal- en provinciaal niveau. Inspreker geeft aan dat in Streekplan Fryslân 2007 nergens in de uitgangspunten wordt verwezen naar het belang van de N381 als belangrijke ader voor de bereikbaarheid van stedelijke gebieden.
Op grond van het nationaal ruimtelijk beleid is de aanleg van infrastructuur binnen nationale landschappen, natuurgebieden en de EHS mogelijk. Bij het opstellen van het provinciaal beleid is het nationaal ruimtelijk beleid betrokken. De opwaardering van de N381 tot een stroomweg met ongelijkvloerse kruisingen vloeit voort uit de Provinciaal Verkeer- en Vervoerplannen van 1999 en 2006 en het Streekplan 2007 en is in overeenstemming met het voor dit infrastructureel project relevante (provinciaal) ruimtelijk en vervoersbeleid, waaronder het EHS-beleid Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé van de N381 vastgesteld op basis van een integrale afweging en na een jarenlang, zorgvuldig, democratisch besluitvormingsproces (zie paragraaf 1.3.2). Vanaf de start van de besluitvorming is het belang van het behoud en het herstel van landschaps- en natuurwaarden onderkend en expliciet in de besluitvorming betrokken. Zie de Landschappelijke Inpassingsvisie, het beeldkwaliteitplan en de ecologische rapporten. Vanwege het vorenstaande worden vele maatregelen getroffen ten behoeve van het landschap en de natuur. Daarbij gaan wij verder dan waartoe de geldende regelgeving en de beleidskaders ons verplichten.
Met de ingreep van de N381 wordt geen versterking van het beekdal van de Tjonger en de daarop haaks staande beplantingsstructuur gerealiseerd. Er wordt met de aanleg van de N381 geen rekening gehouden met de kernkwaliteiten van het landschap.
Versterking van het beekdal is opzich zelf geen doel bij de aanleg van de N381. Wel wordt uiteraard getracht om de inpassing van de weg maximaal rekening te houden me de verschillende landschapskwalitteiten. In de Projectnota/MER zijn de landschapsstructuren (waaronder het beekdal van de Tsjonger) beoordeeld. In de Landschappelijke Inpassingsvisie van de N381 zijn per landschapstype de kernkwaliteiten beschreven. Het behouden en versterken van deze kernkwaliteiten zijn het uitgangspunt van de Landschappelijke Inpassingsvisie.
In de wegencategorisering worden zowel de autosnelwegen als de autowegen aangeduid als een stroomweg. De N381 Drachten - Drentse grens wordt vormgegeven als een autoweg. Autowegen kunnen Het PVVP duidt de N381 aan als stroom- zowel enkelbaans (1x2) als dubbelbaans (2x2) worPagina 36
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens weg, dat is niet correct. De N381 kan slechts als nationale stroomweg worden aangeduid als het gehele tracé een autosnelweg met minimaal 2x2 rijstroken betreft. Het O-PIP stelt dat de opwaardering van de N381 ertoe zal leiden dat meer verkeer naar Assen de route N381/A28 zal volgen. Inspreker stelt dat er hier onzorgvuldigheid in argumentatie is omdat de argumentatie als hoofddoel het verbinden van de N381 met de Duitse grens had, niet de verbinding met de A28. De omleiding door het west geeft circa een kilometer meer CO2 uistoot. Hierdoor wordt de doelstelling ‘terugdringen van CO2 uitstoot’ niet gevolgd. Volgens inspreker wordt het uitgangspunt om onbedoeld gebruik van wegen te voorkomen niet gehaald.
den uitgevoerd. Doelstellingen van het project N381 zijn onder meer om de bereikbaarheid richting Drenthe/ Duitsland te verbeteren en om de bereikbaarheid tussen de economische kernzones te verbeteren. De N381 vormt een verbinding tussen (delen van) de economische kernzones. Deze kernzones zijn de A7 enerzijds en Emmen/ Coevorden – Hoogeveen anderzijds. Hoogeveen en Assen (ook deel uitmakend van de economische kernzone) zijn gelegen aan de A28.
Inspreker ziet nut en noodzaak van een dubbelbaans tracé tussen Drachten en Donkerbroek niet gezien de huidige financiele problemen in het land. Inspreker geeft aan dat Provinciale Staten van Drenthe de N381 in Drenthe niet zullen verdubbelen in de toekomst. Bovendien neemt de verkeersintensiteit na het tracé Leeuwarden – Drachten zichtbaar af. Aantal arbeidsplaatsen van Opsterland en Ooststellingwerf blijven ver achter bij Heerenveen en Smallingerland.
Wij verwijzen u naar paragraaf 1.3.1 van deze reactienota. In de rapportage verkeersgegevens, die in het kader van het Provinciaal Inpassingsplan N381 is opgesteld, is rekening gehouden met de nieuwste inzichten voor inwoners en arbeidsplaatsen. In hoofdstuk 3 van de rapportage verkeersgegevens is ingegaan op dimensies en modellering. De nieuwste inzichten leiden niet tot een heroverweging van de gemaakte keuzes.
Op zeer ongunstige plek in tracé wordt flessenhals aangebracht om van dubbelbaans naar 2-baans over te gaan. De bestaande overgang bij Drachten ligt op een zeer gunstige locatie.
Wij verwijzen u naar paragraaf 1.3.1 van deze reactienota. De vormgeving van het vastgestelde tracé is gebaseerd op de ontwerprichtlijnen van een autoweg, waarbij wordt voldaan aan de eisen voor een duurzaam-veilige inrichting van de weg (CROW publicatie 164 Handboek wegontwerp).
Volgens inspreker zullen de beide bochten in de W1 variant veel onveiligheid en belemmering veroorzaken, mede door het inhalen van vrachtverkeer van 80 km/uur.
De vormgeving van het vastgestelde tracé is gebaseerd op de ontwerprichtlijnen van een autoweg, waarbij wordt voldaan aan de eisen voor een duurzaam-veilige inrichting van de weg (CROW publicatie 164 Handboek wegontwerp).
Inspreker vindt de conclusie dat er minimale verschillen zijn geconstateerd tussen Donkerbroek en Oosterwolde Noord niet juist. Inspreker vraagt waar het verkeer op dit telpunt vandaan komt en waar het verkeer blijft.
Inspreker doelt waarschijnlijk op het verschil tussen de berekende modelresultaten en de gehouden verkeerstellingen. Het verkeersmodel geeft tussen Donkerbroek en Oosterwolde Noord in de huidige situatie (2010) aan dat er 12.200 mvt/etmaal bedraagt. Uit de telcijfers blijkt dat in 2009 11.236 mvt/etmaal het telpunt zijn gepasseerd. De verkeersprognoses en de exacte tellingen sluiten nooit 100% op elkaar aan. Het verkeersmodel is een gekalibreerd en een gevali-
Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé van de N381 vastgesteld op basis van een integrale afweging (zie paragraaf 1.3.2). Ten aanzien van de luchtverontreinigende stoffen, fijn stof en stikstofdioxide wordt ruimschoots aan de grenswaarden voldaan (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310).
Pagina 37
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens deerd verkeersmodel. De tellingen uit 2009 geven geen enkele aanleiding aan de uitkomsten van het model te twijfelen. In tabel 4.3 wordt de afwijking aangegeven tussen het aantal getelde motorvoertuigen (2009) en het aantal berekende motorvoertuigen (2010) op basis van het verkeersmodel. In de tabel en tekst wordt niet gesproken over verkeersgroei. Zie voorts onze opmerking hiervoor.
Inspreker vindt tabel 4.3 van de rapportage verkeersgegevens onjuiste en misleidend, want uit tellingen van 2010 blijkt dat er een groei van 0% is ten opzicht van 2009 op gedeelte Donkerbroek – Oosterwolde Noord. In tabel 6.2 staat de verkeersdruk autonome situatie 2020 weergegeven. In 2020 (autonoom) bedraagt de berekende verkeersintensiteit op grond van het verInspreker vindt tabel 6.2 en 6.4 ook onjuist keersmodel op het trajectdeel Donkerbroek – Oosteren misleidend. De cijfers op gedeelte Don- wolde Noord 13.300 mvt/etmaal. Inspreker en de prokerbroek – Oosterwolde Noord moeten vincie beschikken uiteraard nog niet over verkeerstel12.334 mvt/etmaal zijn in plaats van 13.300 lingen van 2020. In tabel 6.4 is het verschil inzichtelijk mvt/etmaal. De stijging op gedeelte Don- gemaakt tussen 2010 en 2011 op basis van het verkerbroek – Oosterwolde Noord is 0% vol- keersmodel. Dit verschil bedraagt 100 mvt/etmaal. gens verkeersintensiteiten van provincie in Inspreker en provincie beschikken momenteel evenplaats van gestelde 100 mvt/etm. eens nog niet over verkeerstellingen van 2011. Wij verwijzen u naar de rapportage Verkeersgegevens waarin de geprognosticeerde verkeersintensiteiten op grond van het verkeersmodel zijn onderbouwd. Aangezien inspreker niet aangeeft waarom deze intensiteiten onjuist zouden zijn, nemen wij deze opmerkingen voor kennisgeving aan. Volgens inspreker is de verwachting van een extreem hoog aantal verkeersbewegingen in tabel 6.3 nergens op gebaseerd. Wij verwijzen u naar paragraaf 1.3.1 van deze reactienota. Aanvullend kunnen we melden dat in 2020plan 21.800 mvt/etmaal zijn geprognosticeerd voor het trajectgedeelte Selmien – Wijnjewoude. Het verschil tussen 23.000 mvt/ etmaal en 21.800 mvt/etmaal is circa 5% in plaats van 40%. Volgens inspreker is er geen noodzaak tot realisatie van 2x2 baansweg, criterium hiervoor is 23.000 mvt/etmaal, hoogste intensiteitcijfer op Selmien – Wijnjewoude geeft 40% minder verkeersbewegingen dan noodzakelijk voor 2x2 baansweg.
Wij zien met de ombouw van de N381 een bundeling van het verkeer vanaf het onderliggend wegennet naar het hoofdwegennet; we verwijzen daarvoor naar het MER, waarin dit is gekwantificeerd. De Balkweg is één van de weinige (gemeentelijke) wegen in het gebied, waarop een toename van het verkeer is geprognosticeerd. Het verschil tussen 2020 autonoom (2.200 mvt/etmaal) en 2020 plan (2.800 mvt/etmaal) bedraagt 600 mvt/etmaal. Deze toename achten wij gezien de functie van de Balkweg en de optredende totale intensiteiten per etmaal, mede gezien de grote belangen welke met de realisatie van het PIP voor de N381 zijn gemoeid, aanvaardbaar.
Volgens inspreker wordt de doelstelling ‘onderliggend wegennet ontlasten’ niet gehaald. Verkeertelling 2010 Balkweg laat een afwijking van 100% zien ten opzichte van de intensiteiten 2010 N381 huidige ligging. Balkweg is een smalle 60 km/uur weg en heeft de functie niet om zoveel verkeer te Op verzoek van omwonenden zijn in het kader van de verwerken. N351 zal met 1.000 mvt/etmaal gebiedsontwikkeling N381 overigens maatregelen Pagina 38
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens afnemen, terwijl de bedoeling is om N- voorgesteld om de verkeersfunctie van de Balkweg wegen meer te gebruiken en daarmee het onaantrekkelijker te maken. onderliggen wegennet te ontlasten. Effect 2020 nieuwe ligging ten opzichte van 2020 referentie geeft 25 – 100% groei op onderliggend wegennet. Inspreker is er op tegen dat stiltegebied tussen Donkerbroek en Oosterwolde met buurtschap met meer dan 20 woningen, boerderijen en bedrijven wordt opgeofferd. Het Landschapsbeleidsplan en het ROMproject hebben als doelstelling om gebiedsversnippering tegen te gaan en achtten de aaneenschakeling van natuurgebieden noodzakelijk. Doorsnijding van gebied tussen Tsjonger en Ontwijk is zeer schadelijk voor flora en fauna. Mitigerende maatregelen kunnen deze schade niet voorkomen.
Alle maatregelen die op grond van de geldende beleidskaders van belang zijn ter inpassing van de N381 in het landschap, hebben een vertaling gekregen in het PIP (zijn planologisch mogelijk gemaakt) en kunnen binnen de grenzen van het plangebied van het Inpassingsplan worden gerealiseerd. Voorts is het treffen van de diverse maatregelen verzekerd in de planregels. Weliswaar achten wij een dergelijke regeling op juridische en beleidsmatige gronden en voor de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het plan niet noodzakelijk, echter, wij willen daarmee tegemoet komen aan de zorgen van diverse insprekers. Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé van de N381 vastgesteld op basis van een integrale afweging en na een jarenlang, zorgvuldig, democratisch besluitvormingsproces (zie paragraaf 1.3.2). Vanaf de start van de besluitvorming is het belang van het behoud en het herstel van landschaps- en natuurwaarden onderkend en expliciet in de besluitvorming betrokken. Zie de Landschappelijke Inpassingsvisie, het beeldkwaliteitplan en de ecologische rapporten. Vanwege het vorenstaande worden vele maatregelen getroffen ten behoeve van het landschap en de natuur. Daarbij gaan wij verder dan waartoe de geldende regelgeving en de beleidskaders ons verplichten. In 2007 en 2010 heeft een flora- en faunaonderzoek plaatsgevonden in het gebied rondom de N381. Op basis van het flora- en faunaonderzoek is een compensatie- en mitigatieplan opgesteld. De mitigerende maatregelen zijn die maatregelen die erop gericht zijn om negatieve gevolgen van een activiteit te voorkomen, waardoor er geen sprake zal van een overtreding van een verbodsbepaling uit de Flora- en faunawet waarvoor een ontheffing benodigd is.
Volgens inspreker zal doelstelling verkeerveiligheid niet behaald worden. Inspreker is het niet eens met richtlijnen die de provincie hanteert wat betreft veiligheid. Volgens inspreker is een bestaande rechte enkelbaansweg van 80 km/uur altijd veiliger dan een langere enkelbaansweg van 100 km/uur met twee bochten. Argument ‘toekomstbestendig’ is onzin gezien de verwachte intensiteitcijfers voor de komende 25 jaar.
De vormgeving van het vastgestelde tracé is gebaseerd op de ontwerprichtlijnen van een autoweg, waarbij wordt voldaan aan de eisen voor een duurzaam-veilige inrichting van de weg (CROW publicatie 164 A en B Handboek wegontwerp). In het PVVP is aangegeven dat tussen de 15.000 en 23.000 mvt/etmaal een verdubbeling kan worden overwogen. Wij hebben in 2020 op het trajectdeel Donkerbroek – Oosterwolde Noord 17.100 mvt/etmaal geprognosticeerd. Omdat de verkeersprognoses tussen de 15.000 – 23.000 mvt/etmaal liggen en omdat Pagina 39
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens infrastructurele projecten voor een lange termijn worden aangelegd, hebben we toekomstbestendigheid betrokken bij de tracévaststelling. Inspreker geeft aan dat zijn wensen en ideeën op geen enkele wijze zijn meegenomen in het O-PIP. Inspreker wil de volgende inpassingen: • Balkweg gedeeltelijk afsluiten voor verkeer ter hoogte van Kuinderweg door paaltjes om sluipverkeer tegen te gaan. Andere mogelijkheid is palen slaan in bestaande brug over de Tsjonger; •
Wij zien met de ombouw van de N381 een bundeling van het verkeer vanaf het onderliggend wegennet naar het hoofdwegennet. In het MER is dit gekwantificeerd. De Balkweg is één van de weinige (gemeentelijke) wegen in het gebied, waarop een toename van het verkeer is geprognosticeerd. Het verschil tussen 2020 autonoom (2.200 mvt/etmaal) en 2020 plan (2.800 mvt/etmaal) bedraagt 600 mvt/etmaal. Deze toename achten wij gezien de functie van de Balkweg en de optredende totale intensiteiten per etmaal, mede gezien de grote belangen welke met de realisatie Geluidswal ten oosten van N381 van het PIP voor de N381 zijn gemoeid, aanvaardvanaf geplande fietstunnel bij ’t baar. Hoogezand tot voorbij tunnelbuis bij kruising Balkweg – Tjabbekamp. Op verzoek van omwonenden zijn in het kader van de Hoogte geluidswal moet circa 6 gebiedsontwikkeling N381 overigens maatregelen meter zijn met inheemse beplan- voorgesteld om de verkeersfunctie van de Balkweg onaantrekkelijker te maken. ting. Naar de geluidbelasting is zorgvuldig onderzoek gedaan. Er heeft een zorgvuldige afweging plaatsgevonden met betrekking tot de mogelijkheid van het treffen van geluidbeperkende voorzieningen en het nemen van geluidafschermende maatregelen. Ondanks dat het toepassen van tweelaags ZOAB (financieel) niet doelmatig is, heeft de provincie gekozen om wel tweelaags ZOAB toe te passen op de N381, omdat de provincie Fryslân het woon- en leefmilieu belangrijk vindt. Voor alle geluidsgevoelige objecten die niet kunnen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, en waarvoor het treffen van maatregelen onvoldoende doeltreffend is gebleken, wordt conform artikel 110a Wet geluidhinder een hogere waarden procedure doorlopen. Het aanleggen van een (6 meter) hoge geluidswal is niet noodzakelijk en is in strijd met de uitgangspunten van de Landschappelijke Inpassingsvisie. Het gebied tussen ’t Hoogezand en de kruising Balkweg/ Tjabbekamp is gelegen in het woudontginningen landschap. De woudontginningen worden gekenmerkt door een concentratie van dichte lintbebouwing langs rechtlijnige wegen die de zandrug volgen. Wegen worden begeleid door laanbeplanting. Opstrekkende verkaveling staat haaks op de linten. Het is een gebied met een kleinschalig karakter door opgaande beplanting, boskavels, singels en houtsingels. Deze lopen meestal met de kavelrichting mee. Een kernkwaliteit van de woudontginningen is de verkavelingsrichting haaks op de hoofdwegen, die van beplanting zijn voorzien. Het aanleggen van nieuwe houtsingels op een wal (boomwal) past wel binnen de Landschappelijke InPagina 40
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens passingsvisie. Deze wallen hebben een hoogte van circa 1 á 2 meter. Op deze wallen kunnen dan houtsingels worden geplaatst. Grondwallen die hoger en 30 meter breed zijn, passen niet bij de kernkwaliteiten van het woudontginningen landschap ter plaatse. In paragraaf 1.3.4. wordt ingegaan op de tegemoetkoming in planschade. Eventuele tegemoetkoming in planschade zal individueel worden vastgesteld. Aankoop van gronden is mogelijk als gronden in bezit zijn van de provincie en niet onderdeel zijn van een andere verkoop- of kavelruiltransactie. Als u werkelijk interesse hebt, kunt u dat kenbaar maken bij het infocentrum N381. Inspreker wil compensatie van planschade zowel met mitigerende maatregelen als met financiële compensatie. Als wensen inspreker ten aanzien van geluidswal niet haalbaar zijn, dan wil inspreker in gesprek met provincie over aankoop grond naast perceel inspreker aan Balkweg 9 om zelf iets te realiseren. Doelstelling inspreker is om N381 niet te horen en niet te zien in alle jaargetijden. Inspreker ziet nut en noodzaak van bajonetaansluiting aan noordzijde Balkweg niet. Door deze aansluiting te laten vervallen, zal sluipverkeer richting Hoornsterzwaag niet meer mogelijk zijn.
Wij willen de uitwisseling van (agrarisch) verkeer tussen de Balkweg en Tjabbekamp mogelijk blijven maken, omdat in het gebied agrarische activiteiten plaatsvinden. Het verkeer op de Tjabbekamp is hoofdzakelijk bestemmingsverkeer. Er is - gezien de ombouw van de N381 - geen aanleiding om te veronderstellen dat de route naar Hoornsterzwaag zal worden gebruikt als sluiproute.
Inspreker vindt het vreemd dat de omgeving zich moet aanpassen aan een gekozen tracé terwijl het logischer is dat een tracé zich moet aanpassen aan de omgeving.
De landschappelijke inpassing van de N381 is gebaseerd op de wijze waarop het onderliggende landschap is opgebouwd. De weg laat landschappelijke karakteristieken (opnieuw) tot hun recht komen en vormt een aantrekkelijke en herkenbare verbinding van A naar B. Bij de inpassing van de N381 wordt er gestreefd naar het creëren van een verbinding tussen het autonome karakter van de weg en de landschappelijke kwaliteiten, die de identiteit van het gebied karakteriseren. De weg wordt verweven met zijn omgeving, de ontwikkelingsgeschiedenis wordt herkenbaar en de oriëntatie wordt vergroot. De landschappelijke inpassing van de weg vindt plaats door de karakteristieken van de omgeving te versterken. De omgeving hoeft zich dus niet aan te passen. Het gebied tussen ’t Hoogezand en de kruising Balkweg/ Tjabbekamp is gelegen in het woudontginningen landschap. De woudontginningen worden gekenmerkt door een concentratie van dichte lintbebouwing langs rechtlijnige wegen die de zandrug volgen. Wegen worden begeleid door laanbeplanting. Opstrekkende verkaveling staat haaks op de linten. Het is een ge-
Volgens inspreker heeft het kleinschalige gebied met houtsingels en bospercelen ook grote grondwallen van meer dan 4 meter hoog, die cultuurhistorisch zijn ontstaan
Pagina 41
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens door onder andere de kanalisering van de Tsjonger en de aanleg van de Waterlossing. Dit rechtvaardigt de aanleg van grondwallen van 6 meter hoog ter hoogte van de Balkweg en bij de noordelijke bajonetaansluiting. Dit is gebaseerd op een rapport van een Akoestisch Adviesbureau.
bied met een kleinschalig karakter door opgaande beplanting, boskavels, singels en houtsingels. Deze lopen meestal met de kavelrichting mee. Een kernkwaliteit van de woudontginningen is de verkavelingsrichting haaks op de hoofdwegen, die van beplanting zijn voorzien. Het aanleggen van nieuwe houtsingels op een wal (boomwal) past wel binnen de Landschappelijke Inpassingsvisie. Deze wallen hebben een hoogte van circa 1 á 2 meter. Op deze wallen kunnen dan houtsingels worden geplaatst. Grondwallen die hoger en 30 meter breed zijn, passen niet bij de kernkwaliteiten van het woudontginningen landschap ter plaatse. Inspreker verwijst naar een beperkt aantal grondwallen in het beekdal van de Tsjonger. Deze grondwallen hebben niet een hoogte van 6 meter. Deze grondwallen liggen in een ander landschapstype en liggen niet op de locatie waar indiener de nieuwe grondwallen willen hebben.
Volgens inspreker zijn de effecten in de planologische randvoorwaarden niet correct beoordeeld en niet gestoeld op juist verkregen informatie. Milieueffecten zijn niet beperkt en veel uitkomsten zijn positief naar W1 traject toegeschreven.
Inspreker verzuimd om aan te geven waarom de effecten niet juist zouden zijn beoordeeld, op onjuiste informatie zou zijn gebaseerd en op welke wijze de uitkomsten positief naar het W1 traject zouden zijn toegeschreven. Alle alternatieven zijn in de Projectnota/MER N381 Donkerbroek – Oosterwolde op een gelijkwaardige wijze beoordeeld en de uitkomsten zijn op geen enkele wijze naar een bepaald alternatief toegeschreven. Wat betreft de wijze van beschrijven van de effecten wordt voorts verwezen naar de adviezen van de (onafhankelijke) Commissie voor de milieueffectrapportage, die aangeeft dat alle essentiële informatie aanwezig is.
Inspreker mist het geluidhinder effect dat optreedt tussen bomenrijen die verder uit elkaar liggen. Volgens inspreker is bekend dat in gebied met houtsingels geluid tussen singels blijft weerkaatsen.
Beloofde stil asfalt over gehele N381 wordt voor bepaalde clusters als niet financieel doelmatig aangemerkt. Het is volgens inspreker zeer onzeker of en waar dubbellaags stil asfalt wordt toegepast.
Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd conform het Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2006 (RMG 2006). Hierin is vastgelegd op welke wijze omgegaan dient te worden met reflecties (weerkaatsingen) in objecten of obstakels en absorptie/ reflectie in bodemgebieden. Deze werkwijze is binnen het akoestisch onderzoek gevolgd. Naar de geluidbelasting is zorgvuldig onderzoek gedaan. Er heeft een zorgvuldige afweging plaatsgevonden met betrekking tot de mogelijkheid van het treffen van geluidbeperkende voorzieningen en het nemen van geluidafschermende maatregelen. Ondanks dat het toepassen van tweelaags ZOAB (financieel) niet doelmatig is, heeft de provincie gekozen om wel tweelaags ZOAB toe te passen op de gehele N381, omdat de provincie Fryslân het woon- en leefmilieu belangrijk vindt. Er zijn voorts voldoende middelen beschikbaar voor de realisatie van de N381 met Pagina 42
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens tweelaags ZOAB of een ander wegdek met dezelfde akoestische eigenschappen.
Woningen aan Balkweg komen met gewoon asfalt boven norm van 48 dB uit. Volgens inspreker is bekend dat ZOAB ongeschikt is voor wegen zonder vluchtstrook, en er een snelle vervuiling en dichtslippen van open structuur zal plaatsvinden. Berekening bij stil asfalt is dus van korte duur. ZOAB biedt geen oplossing tegen motorlawaai van motorvoertuigen.
Volgens inspreker zijn verwachte verkeersintensiteiten geschatte cijfers zeer onzuiver en kan de dB in de toekomst niet exact berekend worden. Inspreker is het niet eens met manier van onderzoek in akoestisch rapport van O-PIP.
Inspreker heeft te maken met extra geluidsoverlast door het samenkomen van drie wegen binnen 250 meter van woning inspreker. Inspreker is het er niet eens dat elke weg afzonderlijk op dB is berekend en niet is samengevoegd.
Tweelaags ZOAB heeft door de combinatie van een fijne toplaag en een grove onderlaag prima geluidreducerende eigenschappen. De fijne toplaag zorgt dat er minder vuil in de open constructie de weg in kan. Het vuil dat er wel inkomt, wordt door de luchtdruk van de banden grotendeels uit de grove poriën van de onderste laag gespoeld. Tweelaags ZOAB is geschikt voor toepassing op stroomwegen. Met de vermindering van de kwaliteit van tweelaags ZOAB gedurende de levensduur, is voorts in de correctiefactoren voor het wegdektype tweelaags ZOAB rekening gehouden (zie bijvoorbeeld ABRvS 15 juni 2011, nr. 201003583/1/M2). Verder zal het ZOAB door de provincie regelmatig worden gecontroleerd en zo nodig worden schoongemaakt en bij eventuele ernstige slijtage worden vervangen. Wij willen u verwijzen naar de rapportage Verkeersgegevens en het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) van de N381. De verwachte verkeersintensiteiten zijn met behulp van een verkeersmodel zo nauwkeurig mogelijk bepaald. Wij zijn van mening dat wij daarmee op een juiste wijze de maatgevende verkeersintensiteiten hebben bepaald voor de berekening van de in de toekomst optredende geluidsbelasting. Inspreker geeft zelf ook geen suggesties voor een betere methode om de toekomstige verkeersintensiteiten te bepalen. De geluidsbelasting is conform de Wet geluidhinder per weg bepaald. Daarnaast is in het akoestisch onderzoek in bijlage 4 de gecumuleerde geluidsbelasting weergegeven. De geluidsbelasting is per weg bepaald. De Wgh kent middels het Besluit geluidhinder een cumulatieregeling (bijlage I), maar géén beoordelingsmethode. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening dient een afweging op basis van een goede ruimtelijke ordening plaats te vinden. Hierbij dient cumulatie te worden beschouwd. Middels een kwalitatieve beoordeling kan tot een gewogen afweging worden gekomen. De geluidsbelasting bij de woning Balkweg 9 is maatgevend op de westgevel. In de huidige situatie wordt dit vanwege de Balkweg veroorzaakt, in de toekomstige situatie vanwege de Balkweg en de N381. De geluidbelastingen ( in dB Lden) zijn in de onderstaande tabel weergegeven. Het geluidsniveau op de westgevel van de Balkweg 9 te Donkerbroek is de huidige gecumuleerde waarde 55 dB en in de toekomstige situatie 57 dB. Uit de gegevens in de bovengenoemde tabel blijkt dat de gecumuleerde geluidsbelasting met circa 2 dB toeneemt. Voor de kwalificering van de omgeving is de volgende tabel Pagina 43
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens toepasbaar.
Op basis van het bovenstaande betreft de omgeving van de Balkweg in de huidige en in de toekomstige situatie een zeer onrustige omgeving. De geluidsklasse wijzigt echter niet. De toename in geluidsbelasting van 2 dB vinden wij aanvaardbaar. Volgens inspreker is eekhoorn ook in en om De Eekhoorn komt voor op landgoed Ontwijk en heeft W1 tracé aanwezig. Dit staat nergens ver- hier vaste verblijfplaatsen. De soort is hier in 2007 meld. door Buro Bakker aangetroffen. Buiten de grens van dit landgoed is geschikt biotoop (naaldbos of gemengd bos) nauwelijks aanwezig en zijn vaste verblijfplaatsen niet aan de orde. Buiten het landgoed is de Eekhoorn ook niet waargenomen. Naar verwachting wordt de huidige Balkweg zeer zelden tot nooit door Eekhoorns overgestoken. Derhalve kunnen passages van Eekhoorns over de nieuwe N381 (die nog een stuk westelijker ligt) worden uitgesloten. De populaties van Eekhoorn bevinden zich op een dusdanige afstand van het tracé dat de soort vanaf 2010 buiten beschouwing is gelaten. Er zijn geen negatieve effecten. De verblijfplaats in de tunnel betreft een duurzame mitigatie van een kleine verblijfplaats van één tot Een verblijfplaats voor vleermuizen in tunnel hooguit enkele Gewone dwergvleermuizen aan de lijkt inspreker niet geschikt. Balkweg 10. Dit pand is inmiddels gesloopt en als tijdelijke mitigerende maatregel zijn twee vleermuizenkasten opgehangen aan de boerderij aan de Tjabbekamp 6 te Donkerbroek. Tunnels, maar ook betonnen viaducten worden regelmatig door vleermuizen gebruikt als verblijfplaats. Met name de spleten tussen betonnen elementen vormen met regelPagina 44
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens maat geschikte verblijven. Vanuit dat oogpunt zou een speciaal voor vleermuizen ontworpen verblijfsruimte zelfs nog beter moeten voldoen. Daarnaast is uit veldonderzoek gebleken dat tunnels onderlangs (snel)wegen vaak door vleermuizen worden gebruikt als passage, soms tientallen passages per nacht. De tunnel op de locatie Balkweg bevindt zich op een bestaande vliegroute en wordt als faunapassage voor vleermuizen geschikt gemaakt. Het is tenslotte een bekend gegeven dat kunstmatige verblijfplaatsen die worden geplaatst langs vliegroutes over algemeen sneller worden gevonden en intensiever door vleermuizen worden gebruikt dan op andere locaties. De verblijfplaats in de tunnel bevindt zich op een bestaande vliegroute.
De Ree is een licht beschermde diersoort waarvoor op voorhand een vrijstelling van de Flora- en faunawet geldt. De gunstige staat van instandhouding van deze soort is niet in het geding. Mitigatie en/of comMitigatie van reeën is volgens inspreker een pensatie is ten aanzien van Ree niet verplicht. Het wassen neus. Reeën zullen blijven overste- zwaarst wegende argument ten aanzien van passaken op huidige vaste oversteekplaats op de ges door reeën is de verkeersveiligheid. Indien de Balkweg. oversteek van reeën leidt tot veel gevaarlijke verkeerssituaties kunnen maatregelen op de locatie worden genomen, bijvoorbeeld door het verhogen van rasters tot 1,80 meter. In de praktijk blijkt dit overigens vaak symptoombestrijding, omdat de problemen (aanrijdingen) worden verplaatst naar elders. Vooralsnog is er langs de N381 voor gekozen de rasters laag te houden, zodat reeën de weg sporadisch over kunnen steken. Uitwisseling tussen populaties kan hierdoor plaats blijven vinden, waardoor genetische verarming (inteelt) wordt voorkomen. Dit is eveneens een zwaarwegend argument omdat genetische verarming ingrijpt op populatieniveau. De veiligheid van individuele reeën komt pas daarna aan de orde. De Floraen faunawet is meer gericht op de bescherming van populaties dan van individuen. Onder het tracé ter hoogte van Donkerbroek (W1) liggen twee vluchtburchten die niet structureel door dassen worden gebruikt. Beide vluchtburchten zullen moeten wijken. Hiervoor is een uitgebreid pakket aan maatregelen opgesteld. Het betreft mitigatie in de vorm van faunapassages, rasters en zandruggen om nieuwe burchten in te kunnen graven en de aanleg van nieuwe natuur die dienst kan doen als foerageerInspreker is er op tegen dat W1 tracé enke- gebied en verblijfplaats. In alle gevallen is de mitigatie le dassenburchten doorsnijdt. Mitigerende er op gericht de functionaliteit van het leefgebied te maatregelen kunnen niet voorkomen dat er versterken of minstens te behouden. Voor dit pakket aan maatregelen wordt goedkeuring gevraagd bij het schade optreedt voor das. Pagina 45
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens ministerie van EL&I.
Inspreker geeft aan dat archeologisch onderzoek niet is afgerond vanwege geen toestemming van 2 grondeigenaren. Daarom kunnen geen conclusies getrokken worden over archeologische waarde van gebied. Archeologisch onderzoek is aanbevolen bij het tracé door het beekdal.
In het PIP heeft een aantal gronden (waaronder de gronden waar inspreker naar verwijst) de bestemming waarde archeologie gekregen. In artikel 12 van de planregels van het PIP N381 is geborgd dat de aanvrager een archeologisch onderzoek dient te overleggen op grond waarvan kan worden vastgesteld of en zo ja, in hoeverre archeologische waarden worden verstoord.
Kans op schade aan gebouwen in omgeving van tunnels is volop aanwezig. Inspreker vraagt welke concrete maatregelen genomen zullen worden om negatieve effecten tegen te gaan. Daarnaast ook geen duidelijkheid over recht op mogelijke schadevergoedingen.
De wijze waarop de tunnels zullen worden gerealiseerd (en welke maatregelen daarbij worden genomen), betreft een aspect van de uitvoering van het PIP en geen onderdeel van het PIP zelf. Tijdens de uitvoering van de werken zal overigens overlast en (gevolg-)schade voor de omgeving natuurlijk aandacht hebben en voorkomen cq. beperkt worden. Hiertoe zijn in het voortraject onder andere geotechnische onderzoeken uitgevoerd. De kwaliteit van gebouwen in de onmiddellijke nabijheid van te realiseren kunstwerken zullen waar nodig op voorhand bouwtechnisch geïnventariseerd worden. Deze gegevens worden notarieel vastgelegd om in geval van schade als referentiekader te kunnen gelden. Bouwtechnische schade als gevolg van de werkzaamheden en de bijbehorende herstelkosten kunnen met behulp hiervan voor alle partijen goed worden bepaald.
9. B.J. Post, Stichting Behoud Buitengebied Donkerbroek-West, Donkerbroek Inspreker reageert namens donateurs Stichting Wij nemen deze opmerking voor kennisgeving Behoud Buitengebied Donkerbroek – West aan. (SBBDW) Volgens inspreker kwam bij de laatste MER het Zie antwoord op zienswijze 8. Bbep als meest Milieuvriendelijke Alternatief uit de bus, maar door sturend en niet objectief ge-
Pagina 46
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens schreven is de W1 variant de uiteindelijke keus geworden. De bevolking zal totaal geen draagvlak vormen indien er veel gemeenschapsgeld voor de financiering van een 4-baans wegprofiel / tracé wordt gebruikt en wanneer het tracé een flinke aanslag doet op de leefbaarheid in het gebied. Burgers staan zeer argwanend tegenover nieuwe plannen rondom de N381 van de provincie en zijn zeer kritisch tegenover het verkwisten van geld door provincie en gemeenten als het ook op minder geldverslindende wijze kan. De discussie over de bijdrage van gemeenten is nog niet afgerond. Tevens blijkt vaak dat door de aanleg van stroomwegen langs oude dorpen een gigantische schade optreedt die het nationaal landschap wordt aangedaan, ook de toename van luchtvervuiling als gevolg van mobiliteitsgroei en vooral de verwachtte krimp van woon/werkkwaliteiten. Het bevorderd de leegloop van dorpen langs de stroomweg omdat lokale werk ook vanuit grotere plaats te bereiken is. En provincie wil juist leegloop van dorpen tegengaan. Inspreker wil heropening van MER N381 Donkerbroek – Oosterwolde, om de volgende redenen: • Bbep levert veel betere milieueffecten op; • Gezien de ontstaansgeschiedenis zou eerder voor bestaande tracé moeten worden gekozen; • W1 geeft aantasting van cultuurhistorie door doorsnijding eeuwenoude verbinding Balkweg en landschappelijk oudere delen van het gebied; • Geen draagvlak voor W1 in streek, wel voor Bbep en Oaqua; • 77% van ingestuurde zienswijzen waren tegen westelijke omleiding; • Bbep is goedkoopste alternatief; • W1 is extra duur vanwege wegkopen extra agrarisch bedrijf; • Leefbaarheid neemt af door keuze van W1; • Kansen voor ontwikkelingen nabij Donkerbroek is afgeleid doel, geen hoofdzaak; • Alle andere tracés zijn beter mitigeerbaar dan W1; • Bewoners Balkweg en ’t Hoogezand worden niet gemitigeerd qua geluid, zicht en natuur; • W1 is niet toekomstvast gezien intensiteitcijfers voor komende 20 jaar, economische teruggang en bevolkingskrimp.
Zie antwoord op zienswijze 8, waarin onder meer is opgemerkt dat de gemaakte afwegingen in de Nota Voorkeursalternatief N381; Trajectdeel Donkerbroek – Oosterwolde (24 juni 2009) nog steeds valide zijn en goed weergeven op grond waarvan wij voor de tracévariant W1 hebben gekozen. Aanvullend op het antwoord op zienswijze 8 zij verder opgemerkt dat alternatief Bbep weliswaar als meest milieuvriendelijk alternatief is aangemerkt, maar nadrukkelijk is in paragraaf 5.2 van Projectnota/MER N381 Donkerbroek – Oosterwolde opgemerkt dat de verschillen tussen de alternatieven bij de hoofdthema’s woon- en werkmilieu, leef- en verblijfsmilieu en bodem en water erg gering zijn.
Inspreker handhaaft alle eerder uitgebrachte Wij nemen deze opmerking voor kennisgeving Pagina 47
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens zienswijzen op MER omdat inspreker nog met onbeantwoorde reacties zit. Inspreker is van mening dat er geen volledig antwoord in de reactienota is gekomen op zienswijze Stichting.
aan. Wij zijn van mening dat wel degelijk adequaat op de eerder uitgebrachte zienswijzen is gereageerd. Insprekers geven ook niet concreet aan waar dat volgens hen niet is gebeurd.
Inspreker verwijst naar de verschillende beleidsuitspraken van nationaal- en provinciaal niveau.
Zie antwoord op zienswijze 8.
Inspreker geeft aan dat in Streekplan Fryslân 2007 nergens in de uitgangspunten wordt verwezen naar het belang van de N381 als belangrijke ader voor de bereikbaarheid van stedelijke gebieden. Met de ingreep van de N381 wordt geen versterking van het beekdal van de Tjonger en de daarop haaks staande beplantingsstructuur. Er wordt met de aanleg van de N381 geen rekening gehouden met de kernkwaliteiten van het landschap. Huidige ontwikkeling zet deur open voor ontwikkelingen aan oostzijde Donkerbroek, wat volgens inspreker een zeer onwenselijke situatie geeft. Volgens inspreker heeft het er alle schijn van dat ten tijde van het definitief komen van het Streekplan andere uitgangspunten zijn gebruikt. Volgens inspreker is de provincie op belangrijke punten afgeweken van het Streekplan om de westelijke omleiding bij Donkerbroek te verkopen, zonder zich voldoende te hebben gerealiseerd wat de schadelijke gevolgen kunnen zijn voor het gebied Ontwijk en buitengebied Donkerbroek – West. Het PVVP duidt de N381 aan als stroomweg, dat is niet correct. De N381 kan slechts als nationale stroomweg worden aangeduid als het gehele tracé een autosnelweg met minimaal 2x2 rijstroken betreft. Het O-PIP stelt dat de opwaardering van de N381 ertoe zal leiden dat meer verkeer naar Assen de route N381/A28 zal volgen. Inspreker stelt dat er hier onzorgvuldigheid in argumentatie is omdat de argumentatie als hoofddoel het verbinden van de N381 met de Duitse grens had, niet de verbinding met de A28. De omleiding door het west geeft circa een kilometer meer CO2 uistoot. Hierdoor wordt de doelstelling ‘terugdringen van CO2 uitstoot’ niet gevolgd. Volgens inspreker wordt het uitgangspunt om onbedoeld gebruik van wegen te voorkomen niet gehaald. In VO-PIP wordt gesproken over de ombouw van Deze opmerking wordt ter kennisgeving aangede N381, dat is volgens inspreker in het geheel nomen. Duidelijk is dat wij voornemens zijn om iets anders dan het verbeteren van de N381. de N381 te revitaliseren conform in het PIP voorzien en in de toelichtende stukken nader beschreven. Inspreker ziet nut en noodzaak van een dubbel- Zie antwoord op zienswijze 8. Pagina 48
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens baans tracé tussen Drachten en Donkerbroek niet gezien de huidige financiële problemen in het land. Inspreker geeft aan dat Provinciale Staten van Drenthe de N381 in Drenthe niet zullen verdubbelen in de toekomst. Bovendien neemt de verkeersintensiteit na het tracé Leeuwarden – Drachten zichtbaar af. Aantal arbeidsplaatsen van Opsterland en Ooststellingwerf blijven ver achter bij Heerenveen en Smallingerland. Op zeer ongunstige plek in tracé wordt flessen- Zie antwoord op zienswijze 8. hals aangebracht om van dubbelbaans naar 2baans over te gaan. De bestaande overgang bij Drachten ligt op een zeer gunstige locatie. Inspreker vindt het onbegrijpelijk dat in buitengebied Donkerbroek West onveilige bocht in de weg wordt aangelegd. Indien geen dubbelbaans traject wordt aangelegd, kunnen forse bezuinigingen gerealiseerd worden. Door van dubbelbaans af te zien, wordt de leefbaarheid in alle opzichten behoorlijk verbeterd.
De vormgeving van het vastgestelde tracé is gebaseerd op de ontwerprichtlijnen van een autoweg, waarbij wordt voldaan aan de eisen voor een duurzaam-veilige inrichting van de weg. Wij verwijzen u ook naar paragraaf 1.3.1 van deze reactienota.
Inspreker geeft aan dat N381 geen extreem hoog Wij verwijzen u ook naar paragraaf 1.3.1 van cijfer aangeeft wat betreft verkeersongevallen en deze reactienota. slachtoffers. Dat kan volgens inspreker op de route W1 verhogen, omdat daar kans op ongevallen groter wordt door verschil snelheid en inhalen van vrachtverkeer. Inspreker is er op tegen dat stiltegebied tussen Zie antwoord op zienswijze 8. Donkerbroek en Oosterwolde met buurtschap met meer dan 20 woningen, boerderijen en bedrijven wordt opgeofferd. Het Landschapsbeleidsplan en het ROM-project hebben als doelstelling om gebiedsversnippering tegen te gaan en achtten de aaneenschakeling van natuurgebieden noodzakelijk. Doorsnijding van gebied tussen Tsjonger en Ontwijk is zeer schadelijk voor flora en fauna. Mitigerende maatregelen kunnen deze schade niet voorkomen. Volgens inspreker is trajectdeel Donkerbroek – Oosterwolde in strijd met merendeel van de doelstellingen die gesteld zijn voor het opwaarderen van de N381: • Betere bereikbaarheid van Drenthe en Duitsland: Provinciale Staten van Drenthe zullen N381 in Drenthe niet verdubbelen in de toekomst; • Betere verbinding tussen economische kernzones: economische zones ontstaan en blijven niet door dubbelbaans wegen, maar door aanwezigheid van goed opgeleid personeel en beschikbaarheid daar-
Provincie Drenthe heeft in 2006 en 2007 het Drentse deel van de N381 opgewaardeerd tot een autoweg met ongelijkvloerse kruisingen. De N381 vormt een verbinding tussen (delen van) de economische kernzones. Deze kernzones zijn de A7 enerzijds en Emmen/ Coevorden – Hoogeveen anderzijds. Het Friese deel van de N381 wordt deels dubbelbaans en deels enkelbaans aangelegd. Naast een goede bereikbaar-
Pagina 49
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens van;
•
heid (infrastructuur) kan de aanwezigheid van goed opgeleid en beschikbaar personeel ook van belang zijn voor een economische kernzone.
Veilig wegennet in Zuidoost-Friesland: wordt bereikt door ongelijkvloerse kruisingen en vaste snelheid over gehele traject. Men wil met het nieuwe tracé ook het omliggende wegennet ontlasten, bewoners maken zich juist zorgen dat lokale wegen nog meer als sluiproute gebruikt zullen worden bij de nieuwe N381;
In het MER is aangegeven dat de N381 verkeer van het onderliggende wegennet trekt (bundelende werking). De Balkweg is één van de weinige (gemeentelijke) wegen in het gebied, waarop een toename van het verkeer is geprognosticeerd. Het verschil tussen 2020 autonoom (2.200 mvt/etmaal) en 2020 plan (2.800 mvt/etmaal) bedraagt 600 mvt/etmaal. Wij vinden deze toename van het verkeer op de Balkweg gezien de functie van de weg en de relatief lage verkeersintensiteit maatschappelijk aanvaardbaar. Op verzoek van omwonenden zijn in het kader van de gebiedsontwikkeling N381 overigens maatregelen voorgesteld om de verkeersfunctie van de Balkweg onaantrekkelijker te maken.
•
Verbeteren leefbaarheid in gebied rond de N381: in meerderheid geen draagvlak voor nieuwe tracé. Om bos Ontwijk te ontzien wordt bocht aangelegd door prachtig gebied. Fauna wordt opgesloten tussen N381 en Compagnonsvaart. Gebied van de Tjonger en het bos komt door heersende westenwind voor 80% in lawaai gebied te liggen. Door tracé ontstaan bouwlocaties aan de nieuwe weg, terwijl weg juist verder van dorp af moest liggen in verband met overlast.
Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé van de N381 vastgesteld op basis van een integrale afweging (zie paragraaf 1.3.2). Alle aspecten zijn meegenomen bij het democratisch besluitvormingsproces.
Volgens inspreker zal doelstelling verkeerveilig- Zie antwoord op zienswijze 8. heid niet behaald worden. Inspreker is het niet eens met richtlijnen die de provincie hanteert wat betreft veiligheid. Volgens inspreker is een bestaande rechte enkelbaansweg van 80 km/uur altijd veiliger dan een langere enkelbaansweg van 100 km/uur met twee bochten. Argument ‘toekomstbestendig’ is onzin gezien de verwachte intensiteitcijfers voor de komende 25 jaar. Inspreker mist elke maatregel om voor bewoners Balkweg en ’t Hoogezand het geluid, zicht en de natuur te compenseren met natuurlijke maatregelen die passen in dit gebied, zoals in een schetssessie is vormgegeven: aan beide zijden van N381 tussen Balkweg en Hoogezand aanbrengen van grondwallen van ten minste 3 meter hoog (bij voorkeur 6 meter) met inheemse blad-
Naar de geluidbelasting is zorgvuldig onderzoek gedaan. Er heeft een zorgvuldige afweging plaatsgevonden met betrekking tot de mogelijkheid van het treffen van geluidbeperkende voorzieningen en het nemen van geluidafschermende maatregelen. Ondanks dat het toepassen van tweelaags ZOAB (financieel) niet doelmatig is, heeft de provincie gekozen om wel tweelaags
Pagina 50
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens houdende beplanting.
ZOAB toe te passen op de N381, omdat de provincie Fryslân het woon- en leefmilieu belangrijk vindt. Het gebied tussen ’t Hoogezand en de kruising Balkweg/ Tjabbekamp is gelegen in het woudontginningen landschap. De woudontginningen worden gekenmerkt door een concentratie van dichte lintbebouwing langs rechtlijnige wegen die de zandrug volgen. Wegen worden begeleid door laanbeplanting. Opstrekkende verkaveling staat haaks op de linten. Het is een gebied met een kleinschalig karakter door opgaande beplanting, boskavels, singels en houtsingels. Deze lopen meestal met de kavelrichting mee. Een kernkwaliteit van de woudontginningen is de verkavelingsrichting haaks op de hoofdwegen, die van beplanting zijn voorzien. Het aanleggen van nieuwe houtsingels op een wal (boomwal) past wel binnen de Landschappelijke Inpassingsvisie. Deze wallen hebben een hoogte van circa 1 á 2 meter. Op deze wallen kunnen dan houtsingels worden geplaatst Grondwallen die hoger en 30 meter breed zijn, passen niet bij de kernkwaliteiten van het woudontginningen landschap ter plaatse. De schetssessie waar inspreker naar verwijst, heeft plaatsgevonden in het kader van gebiedsontwikkeling N381. De maatregelen die voortvloeien uit de gebiedsontwikkeling vallen buiten het Provinciaal Inpassingsplan N381 Drachten – Drentse grens.
Inspreker geeft aan het te betreuren dat woningen aan de Balkweg moeten plaatsmaken voor de weg. Volgens inspreker zouden minder woningen geamoveerd hoeven te worden bij tracé Bbep of Oost-aqua.
Uit de Projectnota/MER N381 Donkerbroek – Oosterwolde (pagina 35) blijkt dat bij Bbep en Oaqua respectievelijk 12 en 3 woningen geamoveerd moeten worden. Bij W1 worden twee woningen geamoveerd. Uw constatering is onjuist.
Inspreker wil, gezien het gevaar van sluipverkeer Zie antwoord op zienswijze 8. op de Balkweg en ‘t Hoogezand, de volgende inpassingen: • Balkweg afsluiten voor verkeer ter hoogte van Kuinderweg, om zo de sluiproute Makkinga – Donkerbroek tegen te gaan; • geluidswallen aan weerszijden van de N381 (ter hoogte van ‘t Hoogezand en Balkweg) om geluidhinder te verlagen; • planten van extra bomen om visuele hin- De bestaande robuuste boomsingels in het westelijk buitengebied blijven (grotendeels) bestaan. der en luchtvervuiling te voorkomen. De bestaande boomsingels geven een sterke zichtreductie. Ten aanzien van de luchtverontreinigende stoffen, fijn stof en stikstofdioxide wordt ruimschoots aan de grenswaarden voldaan (zie het onderzoek “Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenPagina 51
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens merk FLD126/Kzj/1310). De provincie vindt de consequenties van de aanleg van de N381 voor de SBBDW ten opzichte van de bij de realisatie van de aanleg van de N381 gediende belangen algemeen aanvaardbaar. Inspreker ziet nut en noodzaak van bajonetaan- Zie antwoord op zienswijze 8. sluiting aan noordzijde Balkweg niet. Door deze aansluiting te laten vervallen, zal sluipverkeer richting Hoornsterzwaag niet meer mogelijk zijn. Inspreker is pertinent tegen wegprofiel met twee Wij nemen uw standpunt voor kennisgeving aan rijbanen met elk daarvan twee rijstroken geschei- en verwijzen u naar paragraaf 1.3.1. den middels een middenberm met een geleiderail. Inspreker vindt het vreemd dat de omgeving zich Zie antwoord op zienswijze 8. moet aanpassen aan een gekozen tracé terwijl het logischer is dat een tracé zich moet aanpassen aan de omgeving. Inspreker verschilt met provincie qua uitleg van zaken en blijft het stuitend vinden dat uitleg inzake landschappelijke karakteristieken worden afgestemd op het door de provincie gewenste tracé. Inspreker vindt het voor de hand liggen om de tunnel in de Balkweg ook in oost-west richting te plaatsen. Daardoor wordt sluipverkeer nog meer ontmoedigd.
Zie antwoord op zienswijze 8. De Balkweg heeft een zeker cultuurhistorische waarde (trambaan en oude handelsroute) en een ligging op de rand van het zijdal van de Tsjonger die van enig recreatief belang is. De continuïteit van de bestaande Balkweg is daarom een logisch en vanuit cultuurhistorisch oogpunt voor de hand liggend uitgangspunt. Het verschil tussen 2020 autonoom (2.200 mvt/etmaal) en 2020 plan (2.800 mvt/etmaal) bedraagt 600 mvt/etmaal. Wij vinden deze toename van het verkeer op de Balkweg gezien de functie van deze weg en de optredende totale intensiteiten per etmaal, mede gezien de grote belangen welke met de realisatie van het PIP voor de N381 zijn gemoeid, maatschappelijk aanvaardbaar. Op verzoek van omwonenden zijn in het kader van de gebiedsontwikkeling N381 overigens maatregelen voorgesteld om de verkeersfunctie van de Balkweg onaantrekkelijker te maken.
Volgens inspreker zijn de effecten in de planolo- Zie antwoord op zienswijze 8. gische randvoorwaarden niet correct beoordeeld en niet gestoeld op juist verkregen informatie. Milieueffecten zijn niet beperkt en veel uitkomsten zijn positief naar W1-traject toegeschreven. Inspreker wil meer duidelijkheid over mogelijke De eventuele tijdelijke verlaging van grondwater effecten op bebouwing door tijdelijke verlaging tijdens de bouw betreft een aspect van de uitgrondwaterstand voor de bouw van tunnels. voering van het PIP. In het kader van de technische voorbereiding is reeds onderzoek verricht naar de effecten van grondwaterstanden tijdens Pagina 52
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens en na de aanleg van de (fiets)tunnels en onderdoorgangen. U kunt (op afspraak) een bezoek brengen aan het Infocentrum N381 te Donkerbroek om deze effecten per kunstwerk te bespreken. Volgens inspreker is bekend dat ZOAB onge- Zie antwoord op zienswijze 8. schikt is voor wegen zonder vluchtstrook, en er een snelle vervuiling en dichtslippen van open structuur zal plaatsvinden. Berekening bij stil asfalt is dus van korte duur. ZOAB biedt geen oplossing tegen motorlawaai van motorvoertuigen. West 1 tracé zorgt voor versnippering waardoor dit tracé dus ecologische en landschappelijk niet inpasbaar is. Voor reewild zijn geen doeltreffende mitigerende maatregelen benoemd.
Een (auto)weg zorgt altijd voor versnippering van het landschap. Hetzelfde geldt voor kanalen, spoorwegen, stedelijk gebied en intensief agrarisch gebied. Door een uitgebreid pakket van moderne maatregelen die variëren van de ecologische hoofdstructuur tot de aanleg van dassentunnels wordt deze versnippering zoveel mogelijk tegen gegaan. Dit blijkt in de praktijk ook goed te werken. Het huidige tracé van de N381 zal ter hoogte van W1 worden omgevormd tot een lokale weg. Hierdoor zal de verkeerintensiteit sterk afnemen en versnippering deels worden opgeheven. Daarvoor in de plaats komt een nieuwe weg die landschappelijk is ingepast en is voorzien van faunapassages zodat de functionaliteit van het leefgebied van beschermde soorten behouden blijft. Zoals eerder vermeld (zie antwoord op zienswijze 8) is de Ree een licht beschermde soort, evenals soorten als Veldmuis en Bruine kikker. Voor licht beschermde soorten hoeven geen mitigerende maatregelen te worden getroffen.
Inspreker geeft aan dat er nog archeologisch Zie antwoord op zienswijze 8. onderzoek verplicht is tussen ’t West en het Tsjongerkanaal en ook voor het gebied tussen de Balkweg/Donkerbroek en het Tsjongerkanaal. Inspreker geeft aan dat uit de MUG-publicatie van 2010 blijkt dat er nog aanvullend onderzoek nodig is. Het gebied rond de Balkweg is verdroogd, dit Waterpeilen rondom de N381 zullen als gevolg vraagt om maatregelen. van de aanleg van de N381 niet wijzigen. Indien de huidige waterpeilen te laag zijn, adviseren wij contact op te nemen met het Wetterskip Fryslân. Inspreker vindt de conclusie dat er minimale ver- Zie antwoord op zienswijze 8. schillen zijn geconstateerd tussen Donkerbroek en Oosterwolde Noord niet juist. Inspreker vraagt waar het verkeer op dit telpunt vandaan komt en waar het verkeer blijft. Inspreker vindt tabel 4.3 van de rapportage verPagina 53
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens keersgegevens onjuiste en misleidend, want uit tellingen van 2010 blijkt dat er een groei van 0% is ten opzicht van 2009 op gedeelte Donkerbroek – Oosterwolde Noord. Inspreker vindt tabel 6.2 en 6.4 ook onjuist en misleidend. De cijfers op gedeelte Donkerbroek – Oosterwolde Noord moeten 12334 mvt/etmaal zijn in plaats van 13.300 mvt/etmaal. De stijging op gedeelte Donkerbroek – Oosterwolde Noord is 0% volgens verkeersintensiteiten van provincie in plaats van gestelde 100 mvt/etmaal. Volgens inspreker is de verwachting van een extreem hoog aantal verkeersbewegingen in tabel 6.3 nergens op gebaseerd. Volgens inspreker is er geen noodzaak tot realisatie van 2x2 baansweg, criterium hiervoor is 23.000 mvt/etmaal, hoogste intensiteitcijfer op Selmien – Wijnjewoude geeft 40% minder verkeersbewegingen dan noodzakelijk voor 2x2 baansweg. Volgens inspreker wordt de doelstelling ‘onderliggend wegennet ontlasten’ niet gehaald. Verkeertelling 2010 Balkweg laat een afwijking van 100% zien ten opzichte van de intensiteiten 2010 N381 huidige ligging. Balkweg is een smalle 60 km/uur weg en heeft de functie niet om zoveel verkeer te verwerken. N351 zal met 1000 mvt/etmaal afnemen, terwijl de bedoeling is om N-wegen meer te gebruiken en daarmee het onderliggen wegennet te ontlasten. Effect 2020 nieuwe ligging ten opzichte van 2020 referentie geeft 25 – 100% groei op onderliggend wegennet. Inspreker mist het geluidhinder effect dat optreedt Zie antwoord op zienswijze 8. tussen bomenrijen die verder uit elkaar liggen. Volgens inspreker is bekend dat in gebied met houtsingels geluid tussen singels blijft weerkaatsen. Beloofde stil asfalt over gehele N381 wordt voor bepaalde clusters als niet financieel doelmatig aangemerkt. Het is volgens inspreker zeer onzeker of en waar dubbellaags stil asfalt wordt toegepast. Woningen aan Balkweg komen met gewoon asfalt boven norm van 48 dB uit. Volgens inspreker is bekend dat ZOAB ongeschikt is voor wegen zonder vluchtstrook, en er een snelle vervuiling en dichtslippen van open structuur zal plaatsvinden. Berekening bij stil asfalt is dus van korte duur. ZOAB biedt geen oplossing tegen motorlaPagina 54
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens waai van motorvoertuigen. Volgens inspreker zijn verwachte verkeersintensiteiten geschatte cijfers en zeer onzuiver en kan de dB in de toekomst niet exact berekend worden. Inspreker is het niet eens met manier van onderzoek in akoestisch rapport van O-PIP. Inspreker geeft aan dat archeologisch onderzoek Zie antwoord op zienswijze 8. niet is afgerond vanwege geen toestemming van 2 grondeigenaren. Daarom kunnen geen conclusies getrokken worden over archeologische waarde van gebied. Archeologisch onderzoek is aanbevolen bij het tracé door het beekdal. Volgens inspreker heeft het kleinschalige gebied Zie antwoord op zienswijze 8. met houtsingels en bospercelen ook grote grondwallen van meer dan 4 meter hoog, die cultuurhistorisch zijn ontstaan door onder andere de kanalisering van de Tsjonger en de aanleg van de Waterlossing. Dit rechtvaardigt de aanleg van grondwallen van 6 meter hoog ter hoogte van de Balkweg en bij de noordelijke bajonetaansluiting. Dit is gebaseerd op een rapport van een Akoestisch Adviesbureau. Kans op schade aan gebouwen in omgeving van Zie antwoord op zienswijze 8. tunnels is volop aanwezig. Inspreker vraagt welke concrete maatregelen genomen zullen worden om negatieve effecten tegen te gaan. Daarnaast ook geen duidelijkheid over recht op mogelijke schadevergoedingen. Volgens inspreker is eekhoorn ook in en om W1 Zie antwoord op zienswijze 8. tracé aanwezig. Dit staat nergens vermeld. Een verblijfplaats voor vleermuizen in tunnel lijkt inspreker niet geschikt. Mitigatie van reeën is volgens inspreker een wassen neus. Reeën zullen blijven oversteken op huidige vaste oversteekplaats op de Balkweg.
10. Fam. J. Boonstra, Wijnjewoude Inspreker maakt bezwaar tegen de aanleg van de N381 ter hoogte van de Tjalling Harkeswei 101. Inspreker heeft daarvoor de volgende argumenten: - tracé is 14 meter verschoven richting nr. 101 ten opzichte van het oorspronkelijk tracé; - tracé komt tegen de bebouwing van de paardenhouderij (gevestigd in 2005) van inspreker
Vooraf merken wij het volgende op. Op 18 juni 2008 hebben Provinciale Staten het noordelijk (Drachten – Donkerbroek) en het zuidelijk (Oosterwolde – Drentse grens) trajectgedeelte van de N381 vastgesteld. De toekomstige N381 zal de wegen aan beide zijden van de Opsterlânske Kompanjonsfeart hoog bovenlangs kruisen, waardoor de beide wegen toegankelijk blijven
Pagina 55
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens te liggen; - twee rapporten van de Gezondheidsdienst voor Dieren waaruit blijkt dat de aanleg van de N381 op deze afstand van paardenhouderij volgens de wet op het dierenwelzijn niet mogelijk is; - onvoldoende ruimte om de overlast van de N381 (geluidshinder en fijn stof) te compenseren; - overschrijding van de geluidswaarden voor nr. 101.
voor alle verkeer. Het hier aan de orde zijnde voorkeurstracé is vastgesteld door Gedeputeerde Staten bij besluit van 9 maart 2004 en openbaar gemaakt. Tot de bij het besluit behorende stukken behoren tekeningen, die de ligging van het tracé voldoende concreet weergeven. Inspreker heeft het object aan de Tjalling Harkeswei 101 in eigendom verkregen op 13 juni 2005. De gemeente Opsterland heeft aan de vorige eigenaar van het object aan de Tjalling Harkeswei 101 aangegeven, dat planschade zou kunnen ontstaan, omdat de woning in het plaatsingstracé voor de reconstructie van de N381 ligt. Deze kennis was inspreker bekend toen men de woning kocht. Inspreker heeft het object dus gekocht in de wetenschap dat de weg zou worden aangelegd op de strook grond met een breedte van ongeveer 80 meter tussen hun woning en de westelijk gelegen woning, de Tjalling Harkeswei 100. Een nadere precisering is uit de vaststelling van het voorkeurstracé niet af te leiden want daarvoor waren de plannen op dat te weinig uitgedetailleerd. Na aankoop van het object Tjalling Harkeswei 101 en na kennis te hebben genomen van het voorkeurstracé van de N381 ter plaatse, heeft u een bouwvergunning aangevraagd en verkregen voor de bouw van een paardenschuur op het westelijk deel van het perceel, aan de kant waar de wegaanleg is voorzien. Deze paardenschuur dient onder andere voor de stalling van drachtige merries. Na realisatie van de schuur heeft de provincie Fryslân, bij een nadere uitwerking, de weg ongeveer 14 meter opgeschoven in de richting van de paardenschuur. Inspreker heeft aangegeven dat de paardenhouderij daardoor om reden van gezondheid van de paarden zal worden bemoeilijkt.
Inspreker vindt dat door de aanleg van de N381 op geplande locatie, het bedrijf van inspreker zodanig belemmerd wordt, dat het bedrijf geen toekomstperspectief heeft. Bovendien vindt inspreker dat het welzijn van dieren en het woongenot ernstig verstoord worden.
Wij zijn van oordeel dat inspreker op het moment dat hij de bouwvergunning aanvroeg, rekening had kunnen houden met het voorkeurstracé van de N381 en met het bouwen van de paardenschuur bewust een risico heeft genomen. Met de aanleg van de weg wordt in fysieke zin niet het bedrijf belemmerd, de gebouwde schuur kan blijven staan, zodat daarmee de bedrijfsvoering niet in het geding is. Inspreker heeft aangegeven dat de gezondheid en het welzijn van de paarden in het geding is, als gevolg van de toekomstige N381 en meer
Pagina 56
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens specifiek omdat het tracé ca. 14 meter is opgeschoven in de richting van de schuur. Op verzoek van inspreker is een rapport met betrekking tot de gezondheid van de paarden opgesteld door de Gezondheidsdienst voor Dieren. Het rapport gaat primair uit van de aanwezigheid van een autoweg in de nabijheid van uw paardenschuur (stalling voor drachtige merries). Het opschuiven van de weg heeft enige consequenties. Onder meer neemt het geluidsniveau iets toe door de verkleining van de afstand, Wij hebben deze toename berekend en zullen ervoor zorgen dat deze geluidstoename door technische maatregelen teniet wordt gedaan (oplossing in het talud van de weg). Er zal een klein grondwalletje worden aangelegd. Een effect op geluid is daarmee niet meer aanwezig. De effecten op luchtverontreinigende stoffen op het perceel en de schuur van inspreker vinden wij verwaarloosbaar, zowel bij de oude als nieuwe afstand tussen de paardenschuur en de weg. Ten aanzien van de luchtverontreinigende stoffen, fijn stof en stikstofdioxide, wordt ruimschoots aan de grenswaarden voor mensen voldaan (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310). Waarbij wij opmerken dat voor dieren geen wettelijke grenswaarden zijn vastgesteld, maar wij van oordeel zijn dat normen voor dieren waar het gaat om gezondheid zeker niet strenger zouden mogen zijn dan die voor mensen. Het verschuiven van de weg heeft volgens inspreker daarnaast een negatieve invloed bij de beeldvorming van (potentiële) klanten. Wij zijn van oordeel dat ten opzichte van de huidige situatie de aanwezigheid van een autoweg sec op korte afstand aanzienlijk meer effect heeft op de beeldvorming dan het opschuiven van het tracé. De argumenten om het tracé iets te verplaatsen en het algemene maatschappelijk belang dat is gediend met de aanleg van de weg, wegen voor ons zwaarder dan de beeldvorming bij potentiële klanten over het effect van bedoelde 14 meter. Voor andere maatregelen (bijvoorbeeld het verplaatsen van de paardenschuur en/ of bedrijfsverplaatsing) ontbreekt de juridische noodzaak. M.b.t. de overschrijding van de geluidswaarden bij nr. 101 merken we het volgende op. Naar de geluidbelasting is zorgvuldig onderzoek gedaan. Er heeft een zorgvuldige afweging plaatsgevonden met betrekking tot de mogelijkheid van het Pagina 57
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens treffen van geluidbeperkende voorzieningen en het nemen van geluidafschermende maatregelen. Ondanks dat het toepassen van tweelaags ZOAB (financieel) niet doelmatig is, heeft de provincie gekozen om wel tweelaags ZOAB toe te passen op de N381, omdat de provincie Fryslân het woon- en leefmilieu belangrijk vindt. Zie ook paragraaf 1.3.3. Voor alle geluidsgevoelige objecten die niet kunnen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, en waarvoor het treffen van maatregelen onvoldoende doeltreffend is gebleken, wordt conform artikel 110a Wet geluidhinder een hogere waarden procedure doorlopen. Voor uw woning wordt op basis van de Wet geluidhinder een hogere waarde vastgesteld van 55 dB. Wij verwijzen u verder ook naar hetgeen hierover in paragraaf 1.3.3 reeds is opgemerkt. In dat verband geldt ook dat door de provincie (in haar hoedanigheid als wegaanlegger) verzekerd wordt dat die maatregelen worden getroffen waarmee een aanvaardbaar binnenniveau kan worden bereikt (zie paragraaf 1.3.3). Alles overwegende, zijn wij van oordeel dat na aanleg van de N381 Drachten – Drentse grens sprake is van een maatschappelijk aanvaardbaar woon- en verblijfsklimaat. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van insprekers.
11. Fam. A. Oosenbrug, Donkerbroek Volgens inspreker is gehele W1 tracé gebaseerd op pure willekeur, onjuistheden en ambtelijke dwalingen en vele gemaakte keuzes zijn nog steeds discutabel en onjuist.
Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé van de N381 op zorgvuldige wijze vastgesteld op basis van een zeer uitgebreid en open planproces en een integrale afweging van alle rekevante aspecten (zie paragraaf 1.3.2). Alle alternatieven zijn in de Projectnota/MER N381 Donkerbroek – Oosterwolde op een gelijkwaardige wijze beoordeeld. Wat betreft de wijze van beschrijven van de effecten wordt voorts verwezen naar de adviezen van de (onafhankelijke) Commissie voor de milieueffect-
Pagina 58
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens rapportage. Wij zijn van mening dat het tracé op een deugdelijke en zorgvuldige wijze is bepaald en nemen uw standpunt voor kennisgeving aan. Inspreker heeft de volgende bezwaren: • communicatie met Gebiedscommissie is er nog niet geweest; • Huiskamergesprek heeft, ondanks uw beweringen, nooit plaatsgevonden;
Zowel leden van de Projectorganisatie N381 als leden en afgevaardigden van de Gebiedscommissie N381 hebben meerdere overleggen met u gehad. Ook heeft voormalig gedeputeerde Adema met u gesproken. Tevens bent u vertegenwoordigd in de SBBDW en zijn diverse gesprekken met u gevoerd als eigenaar van v.o.f. De Cuynder.
Geen compensatie voor geluid en zicht op W1 tracé; Uit plankaart Verbeelding Blad Noord fragment 3, lijkt geen rekening gehouden te zijn met eis om weg niet te horen en niet te zien. De door de stichting SBBDW aangedragen oplossing, middels een schetssessie bij het projectbureau, is niet meegenomen in het ontwerp en planbeschrijving.
Woning van inspreker ligt aan de westzijde van de N381. Tussen woning inspreker en de N381 liggen twee bestaande robuuste boomsingels, deze boomsingels blijven intact. De minimale afstand tussen de kant hoofdrijbaan en de woning bedraagt circa 350 meter. De minimale afstand tussen de kant hoofdrijbaan en de erfgrens bedraagt circa 260 meter. Aangezien het geluidsniveau bij inspreker (ruimschoots) beneden de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder ligt (zie ook antwoord op zienswijze 2) en de bestaande twee boomsingels al een zichtreductie geven, vindt de provincie de consequenties van de aanleg van de N381 voor inspreker algemeen aanvaardbaar.
• •
De schetssessie waar inspreker naar verwijst, heeft plaatsgevonden in het kader van gebiedsontwikkeling N381. De maatregelen die voortvloeien uit de gebiedsontwikkeling vallen buiten het Provinciaal Inpassingsplan N381 Drachten – Drentse grens en zijn voor de ruimtelijke aanvaardbaarheid van de N381 niet noodzakelijk. •
•
Geen onderzoeksresultaten van geluids- Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd conform belasting in bosrijk gebied waar geluid het Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2006 (RMG 2006). Hierin is vastgelegd op welke heen en weer blijft kaatsten; wijze omgegaan dient te worden met reflecties (weerkaatsingen) in objecten of obstakels en absorptie/reflectie in bodemgebieden. Deze werkwijze is binnen het akoestisch onderzoek gevolgd. De geluidsbelasting is conform de Wet geluidhinder (Wgh) bepaald bij geluidgevoelige bestemmingen, zoals bijvoorbeeld woningen. Bosrijk gebied is conform de Wgh geen geluidsgevoelige bestemming, daarom hoeft hiervoor geen geluidsbelasting bepaald te worden. Door nieuw aan te leggen W1 tracé zal, Het woon- en leefgenot is in de vorm van leefsamen met het woon- en leefgenot, ook baarheid meegenomen in de MER. Wij zijn van oordeel dat in het W1 gebied sprake blijft van Pagina 59
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens de waarde van woning inspreker sterk da- een leefbare situatie. Wat de waarde van de len. woning betreft, in paragraaf 1.3.4. wordt ingegaan op de tegemoetkoming in planschade. Inspreker verwijst ook naar zienswijze SBBDW. Eventuele tegemoetkoming in planschade zal individueel worden vastgesteld. Alles overwegende, zijn wij van oordeel dat ook na aanleg van de N381 Drachten – Drentse grens sprake is van een maatschappelijk aanvaardbaar woon- en verblijfsklimaat. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van insprekers.
12. G. Kamminga, Donkerbroek Draagvlak voor westelijke omleiding van PvdA Zie antwoord op zienswijze 8. was gecreëerd door koppeling aanplanting boomwallen en mitigerende maatregelen voor natuur en bewoners. Hier is echter weinig van terug te vinden in het Ontwerp PIP en de Visie Ontwerp Inrichtingsplan. Volgens inspreker kwam bij de laatste MER het Zie antwoord op zienswijze 8. Bbep als meest Milieuvriendelijke Alternatief uit de bus, maar door sturend en niet objectief geschreven is de W1 variant de uiteindelijke keus geworden. Tevens blijkt vaak dat door de aanleg van stroomwegen langs oude dorpen een gigantische schade optreedt die het nationaal landschap wordt aangedaan, ook de toename van luchtvervuiling als gevolg van mobiliteitsgroei en vooral de verwachtte krimp van woon/werkkwaliteiten. Het bevorderd de leegloop van dorpen langs de stroomweg omdat lokale werk ook vanuit grotere plaats te bereiken is. En provincie wil juist leegloop van dorpen tegengaan. Inspreker wil heropening van MER N381 Donker- Zie antwoord op zienswijze 8. broek – Oosterwolde, om de volgende redenen: • 77% van ingestuurde zienswijzen waren tegen westelijke omleiding; • Bbep is goedkoopste alternatief; • W1 is extra duur vanwege wegkopen extra agrarisch bedrijf; • Alle andere tracés zijn beter mitigeerbaar dan W1; Pagina 60
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens •
•
•
Bewoners Balkweg en ’t Hoogezand worden niet gemitigeerd qua geluid, zicht en natuur; W1 geeft aantasting van cultuurhistorie door doorsnijding eeuwenoude verbinding Balkweg en landschappelijk oudere delen van het gebied; W1 is niet toekomstvast gezien intensiteitcijfers voor komende 20 jaar, economische teruggang en bevolkingskrimp.
Inspreker handhaaft alle eerder uitgebrachte Wij nemen deze opmerking voor kennisgeving zienswijzen op MER omdat inspreker nog met aan. Wij zijn van mening dat wel degelijk adeonbeantwoorde reacties zit. quaat op de eerder uitgebrachte zienswijzen is gereageerd. Insprekers geven ook niet concreet aan waar dat volgens hen niet is gebeurd. Inspreker verwijst naar beleidsuitspraken van Zie antwoord op zienswijze 8. provinciaal niveau. Inspreker geeft aan dat in Streekplan Fryslân 2007 nergens in de uitgangspunten wordt verwezen naar het belang van de N381 als belangrijke ader voor de bereikbaarheid van stedelijke gebieden. Met de ingreep van de N382 wordt geen versterking van het beekdal van de Tjonger en de daarop haaks staande beplantingsstructuur. Er wordt met de aanleg van de N381 geen rekening gehouden met de kernkwaliteiten van het landschap. Inspreker ziet nut en noodzaak van een dubbel- Zie antwoord op zienswijze 8. baans tracé tussen Drachten en Donkerbroek niet gezien de huidige financiële problemen in het land. Inspreker geeft aan dat Provinciale Staten van Drenthe de N381 in Drenthe niet zullen verdubbelen in de toekomst. Bovendien neemt de verkeersintensiteit na het tracé Leeuwarden – Drachten zichtbaar af. Op zeer ongunstige plek in tracé wordt flessen- Zie antwoord op zienswijze 8. hals aangebracht om van dubbelbaans naar 2baans over te gaan. De bestaande overgang bij Drachten ligt op een zeer gunstige locatie. De omleiding door het west geeft circa een kilo- Zie antwoord op zienswijze 8. meter meer CO2 uistoot. Hierdoor wordt de doelstelling ‘terugdringen van CO2 uitstoot’ niet gevolgd. Volgens inspreker zullen de beide bochten in de Zie antwoord op zienswijze 8. W1 variant veel onveiligheid en belemmering veroorzaken, mede door het inhalen van vrachtverkeer van 80 km/uur.
Pagina 61
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Volgens inspreker wordt de doelstelling ‘onderlig- Zie antwoord op zienswijze 8. gend wegennet ontlasten’ niet gehaald. Verkeertelling 2010 Balkweg laat een afwijking van 100% zien ten opzichte van de intensiteiten 2010 N381 huidige ligging. Balkweg is een smalle 60 km/uur weg en heeft de functie niet om zoveel verkeer te verwerken. N351 zal met 1.000 mvt/etmaal afnemen, terwijl de bedoeling is om N-wegen meer te gebruiken en daarmee het onderliggen wegennet te ontlasten. Effect 2020 nieuwe ligging ten opzichte van 2020 referentie geeft 25 – 100% groei op onderliggend wegennet.
Inspreker is er op tegen dat stiltegebied tussen Zie antwoord op zienswijze 8. Donkerbroek en Oosterwolde met buurtschap met meer dan 20 woningen, boerderijen en bedrijven wordt opgeofferd. Het Landschapsbeleidsplan en het ROM-project hebben als doelstelling om gebiedsversnippering tegen te gaan en achtten de aaneenschakeling van natuurgebieden noodzakelijk. Doorsnijding van gebied tussen Tsjonger en Ontwijk is zeer schadelijk voor flora en fauna. Mitigerende maatregelen kunnen deze schade niet voorkomen. Inspreker geeft aan dat zijn wensen en ideeën op Zie antwoord op zienswijze 8. geen enkele wijze zijn meegenomen in het OPIP. Inspreker wil de volgende inpassingen: • Geluidswal ten oosten van N381 vanaf geplande fietstunnel bij ’t Hoogezand tot voorbij tunnelbuis bij kruising Balkweg – Tjabbekamp. Hoogte geluidswal moet circa 6 meter zijn met inheemse beplanting; • Er moeten maatregelen genomen worden om sluipverkeer op de Balkweg te verminderen.
Inspreker vindt het vreemd dat de omgeving zich Zie antwoord op zienswijze 8. moet aanpassen aan een gekozen tracé terwijl het logischer is dat een tracé zich moet aanpassen aan de omgeving. Inspreker mist het geluidhinder effect dat optreedt Zie antwoord op zienswijze 8. tussen bomenrijen die verder uit elkaar liggen. Volgens inspreker is bekend dat in gebied met houtsingels geluid tussen singels blijft weerkaatsen. Beloofde stil asfalt over gehele N381 wordt voor bepaalde clusters als niet financieel doelmatig aangemerkt. Het is volgens inspreker zeer onzeker of en waar dubbellaags stil asfalt wordt toegepast. Pagina 62
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
Woningen aan Balkweg komen met gewoon asfalt boven norm van 48 dB uit. Volgens inspreker is bekend dat ZOAB ongeschikt is voor wegen zonder vluchtstrook, en er een snelle vervuiling en dichtslippen van open structuur zal plaatsvinden. Berekening bij stil asfalt is dus van korte duur. ZOAB biedt geen oplossing tegen motorlawaai van motorvoertuigen. Volgens inspreker zijn verwachte verkeersintensiteiten geschatte cijfers en zeer onzuiver en kan de dB in de toekomst niet exact berekend worden. Inspreker is het niet eens met manier van onderzoek in akoestisch rapport van O-PIP. Volgens inspreker is eekhoorn ook in en om W1 Zie antwoord op zienswijze 8. tracé aanwezig. Dit staat nergens vermeld. Een verblijfplaats voor vleermuizen in tunnel lijkt inspreker niet geschikt. Mitigatie van reeën is volgens inspreker een wassen neus. Reeën zullen blijven oversteken op huidige vaste oversteekplaats op de Balkweg. Inspreker geeft aan dat archeologisch onderzoek Zie antwoord op zienswijze 8. niet is afgerond vanwege geen toestemming van 2 grondeigenaren. Daarom kunnen geen conclusies getrokken worden over archeologische waarde van gebied. Archeologisch onderzoek is aanbevolen bij het tracé door het beekdal. Kans op schade aan gebouwen in omgeving van Zie antwoord op zienswijze 8. tunnels is volop aanwezig. Inspreker vraagt welke concrete maatregelen genomen zullen worden om negatieve effecten tegen te gaan. Daarnaast ook geen duidelijkheid over recht op mogelijke schadevergoedingen.
13. Fam. Van der Veer - Bijstra, Donkerbroek Zie zienswijze 12, G. Kamminga. Zie antwoord op zienswijze 8 en 12.
14. H. Zijlstra, Donkerbroek Zie zienswijze 12, G. Kamminga.
Zie antwoord op zienswijze 8 en 12.
Pagina 63
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
15. Fam. W. de Boer, Donkerbroek Zie zienswijze 12, G. Kamminga.
Zie antwoord op zienswijze 8 en 12.
16. Fam. A. Dijkstra, Donkerbroek Zie zienswijze 12, G. Kamminga.
Zie antwoord op zienswijze 8 en 12.
17. Fam. K.J. Kooistra, Oosterwolde Inspreker geeft aan dat verhoging van geluidhinder bij woning inspreker niet acceptabel is. Volgens inspreker moet nog blijken of dubbellaags ZOAB op nieuw aan te leggen weg op 5,6 meter hoogte achter woning inspreker wel zo stil is als berekend. Bouwvergunning voor woning inspreker is afgegeven op basis van de oude situatie. Inspreker vindt het te makkelijk om mee te liften op voorwaarden op extra isolatie, opgelegd in de bouwvergunning van nieuwe woning inspreker.
Naar de geluidbelasting is zorgvuldig onderzoek gedaan. Er heeft een zorgvuldige afweging plaatsgevonden met betrekking tot de mogelijkheid van het treffen van geluidbeperkende voorzieningen en het nemen van geluidafschermende maatregelen. Ondanks dat het toepassen van tweelaags ZOAB (financieel) niet doelmatig is, heeft de provincie gekozen om wel tweelaags ZOAB toe te passen op de N381, omdat de provincie Fryslân het woon- en leefmilieu belangrijk vindt. Voor alle geluidsgevoelige objecten die niet kunnen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, en waarvoor het treffen van maatregelen onvoldoende doeltreffend is gebleken, wordt conform artikel 110a Wet geluidhinder een hogere waarden procedure doorlopen. Voor uw woning wordt op basis van de Wet geluidhinder een hogere waarde vastgesteld van 52 dB. Wij verwijzen u verder ook naar hetgeen hierover in paragraaf 1.3.3 reeds is opgemerkt. In dat verband geldt ook dat door de provincie (in haar hoedanigheid als wegaanlegger) verzekerd wordt dat die maatregelen worden getroffen waarmee een aanvaardbaar binnenniveau kan worden bereikt (zie paragraaf 1.3.3). Bij het bepalen van het treffen van eventuele maatregelen aan de woning dient op grond van de Wet geluidhinder te worden uitgegaan van de feitelijke vergunde situatie voor de woning.
Pagina 64
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
18. Achmea Rechtsbijstand namens Fam. Tiesinga, Tilburg Inspreker geeft namens cliënten aan dat inhoud Wij nemen uw opmerking voor kennisgeving van reactienota ernstig teleurstelt. Inspreker geeft aan. aan dat uit gesprekken is gebleken dat uitgangspunten van familie Tiesinga en gemeente Ooststellingwerf enerzijds en provincie anderzijds mijlenver uit elkaar liggen. Cliënten exploiteren ter plaatse van het tracé N381 op twee locaties een agrarisch bedrijf van wezenlijke aard en omvang. Locatie aan Drie Tolhekken 6 te Oosterwolde wordt ernstig getroffen zoals de plannen nu ter visie liggen. Cliënten hebben concrete plannen om bedrijf uit te breiden en nieuwe stal te bouwen op deze locatie. De nieuwe weg snijdt pal door het hart van het bedrijf, bouwblok wordt geamputeerd, bestaande stal komt pal aan de weg en bedrijf verliest minimaal 4 hectare van de huiskavel, totaal zelfs 6 à 7 hectare. De woning (2001) zal gesloopt moeten worden. Dit is voor cliënten onaanvaardbaar.
De huidige N381 doorsnijdt ook beide bedrijfslocaties. De kern van het bedrijf is gelegen aan de westzijde van de huidige en toekomstige N381. Aan de Drie Tolhekken 6 te Oosterwolde wordt namelijk het melkveebedrijf geëxploiteerd. Aan de oostzijde van de huidige en toekomstige N381 ligt het bedrijf aan de Nanningaweg 50 te Oosterwolde. Op deze locatie wordt jongvee gestald en vinden hobbymatige bedrijfsactiviteiten plaats. Het melkveebedrijf (gelegen aan de westzijde) wordt aan de oostzijde van de huiskavel doorsneden. Aangezien de rand van het bedrijf wordt doorsneden en de huiskavel voor het overgrote deel intact blijft, vinden de provincie en de Gebiedscommissie N381 de situatie aanvaardbaar om het melkveebedrijf op de huidige locatie voort te zetten. De percelen die van cliënt van inspreker worden doorsneden, betreft een huiskavel. Het is juist dat door de doorsnijding van de N381 de cliënt van inspreker kleinere hoeveelheden grond overhoudt. Hierover zijn met uw cliënt(en) enkele gesprekken gevoerd, heeft een taxatie plaatsgevonden en is een aanbod voor schadeloosstelling gedaan. Voor de aankoop van de benodigde gronden (percelen) voor het uitvoeren van het PIP zijn voldoende financiële middelen beschikbaar. Indien onverhoopt niet tot minnelijke verwerving kan worden overgegaan zal onteigening van de voor de N381 benodigde gronden plaatsvinden. Voor zover inspreker van mening is dat hij met zijn overgebleven gronden planschade ten gevolge van het PIP zal leiden welke niet in de schadeloosstelling is meegenomen, kan hij te zijner tijd een verzoek om tegemoetkoming in planschade indienen. Verwezen zij verder naar paragraaf 1.3.4.
Provincie lijkt geen rekening te willen houden met de belangen van cliënten. Woon- en leefklimaat wordt zomaar opgeofferd aan de wens om nieuwe doorgaande weg aan te leggen. Cliënten zijn van mening dat stukken een vertekend beeld
Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé van de N381 vastgesteld op basis van een integrale afweging (zie paragraaf 1.3.2) om de in paragraaf 1.1 en 1.3.1 verwoorden doelstellingen te bereiken. Het woon- en leefmilieu, waar-
Pagina 65
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens schetsen van wat werkelijk dreigt als nieuwe onder effecten op landbouwbedrijven, is voor N381 wordt aangelegd zoals ingetekend. alle onderzochte tracealternatieven gelijkwaardig beoordeeld in de Projectnota/MER N381 Donkerbroek – Oosterwolde. Wij zijn van oordeel dat ook na aanleg van de N381 Drachten – Drentse grens sprake is van een maatschappelijk aanvaardbaar woon- en verblijfsklimaat. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van insprekers.
Cliënten vinden het bizar om te moeten constateren dat voor de agrarische bedrijven in dit gebied steeds meer nadruk komt te liggen op de bescherming van natuur- en landschapswaarden, terwijl de provincie kennelijk geen beletsel ziet om in hetzelfde gebied zomaar een nieuwe ontsluitingsweg aan te leggen.
Alle maatregelen die op grond van de geldende beleidskaders van belang zijn ter inpassing van de N381 in het landschap en de mitigerende en compenserende maatregelen ten behoeve van de natuur, hebben een vertaling gekregen in het PIP (zijn planologisch mogelijk gemaakt) en kunnen binnen de grenzen van het plangebied van het Inpassingsplan worden gerealiseerd. Voorts is het treffen van de diverse maatregelen verzekerd in de planregels. Weliswaar achten wij een dergelijke regeling op juridische en beleidsmatige gronden en voor de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het plan niet noodzakelijk, echter, wij willen daarmee tegemoet komen aan de zorgen van diverse insprekers. Tot realisatie van de N381 is na een jarenlang, zorgvuldig, democratisch en integraal besluitvormingsproces besloten (zie paragraaf 1.3.2). Vanaf de start van de besluitvorming is het belang van het behoud en het herstel van landschaps- en natuurwaarden onderkend en expliciet in de besluitvorming betrokken. Zie Landschappelijke Inpassingsvisie, het beeldkwaliteitplan en de ecologische rapporten. Vanwege het vorenstaande worden vele maatregelen getroffen ten behoeve van het landschap en de natuur. Daarbij gaan wij verder dan waartoe de geldende regelgeving en de beleidskaders ons verplichten. Wij menen dat wij hiermee meer dan afdoende rekening hebben gehouden met de landschaps- en natuurwaarden.
De milieubelasting van het nu gepresenteerde Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé tracé wordt gebagatelliseerd, de gevolgen voor van de N381 vastgesteld op basis van een intePagina 66
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens cliënten zijn desastreus.
grale afweging (zie paragraaf 1.3.2). Wat betreft de wijze van beschrijven van de effecten wordt verwezen naar de adviezen van de (onafhankelijke) Commissie voor de milieueffectrapportage. De provincie is van mening dat op een juiste wijze de milieugevolgen in kaart zijn gebracht. Inspreker laat ook na om te onderbouwen waarom de milieubelasting onjuist zou zijn bepaald.
In het O-PIP wordt geen rekening gehouden met De nieuwbouw valt buiten de grenzen van het geplande nieuwbouw waarvoor thans omge- Provinciaal Inpassingsplan N381. De nieuwe vingsvergunning is verleend. stal is geen geluidsgevoelig object. Het is een raadsel hoe en waar cliënten een nieuwe bedrijfswoning moeten bouwen, ook vanwege de te vrezen geluidshinder. Het nieuw ingetekend bouwblok is gesitueerd op tracé van transportleiding van waterleidingbedrijf. Op of naast de ondergrondse transportleiding is het niet toegestaan te bouwen. Bij begrenzing van het nieuwe bouwblok is voorbij gegaan aan bestaande structuur van bedrijf, uitbreiding bouwblok is op deze manier voor cliënten zinloos.
Tijdens de ter inzage legging van het Ontwerp PIP N381 Drachten – Drentse grens en het ontwerpbesluit hogere grenswaarden was de exacte locatie van de nieuw te bouwen woning nog niet duidelijk. Wij hebben mede naar aanleiding van de ingediende inspraakreactie op het voorontwerp PIP en zienswijze op het Ontwerp PIP gesprekken met uw cliënt en hun adviseur gevoerd over de locatie van de nieuwe bedrijfswoning. Het bouwblok is in overleg met uw cliënten en hun adviseur aangepast in het PIP. Hierbij is ook rekening gehouden met de nieuwe locatie van de bedrijfswoning.
Langsrazende (vracht)verkeer heeft negatieve gevolgen voor luchtkwaliteit ter plaatse van aangrenzende huizen. Verkeersdrukte zal leiden tot geluidhinder, lichthinder en verslechtering van uitzicht. Uit de stukken blijkt niets van enig voornemen om deze te vrezen hinder en overlast voor omwonenden te beperken.
Ten aanzien van de luchtverontreinigende stoffen, fijn stof en stikstofdioxide wordt ruimschoots aan de grenswaarden voldaan (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310). Naar de geluidbelasting is zorgvuldig onderzoek gedaan. Er heeft een zorgvuldige afweging plaatsgevonden met betrekking tot de mogelijkheid van het treffen van geluidbeperkende voorzieningen en het nemen van geluidafschermende maatregelen. Ondanks dat het toepassen van tweelaags ZOAB (financieel) niet doelmatig is, heeft de provincie, omdat de provincie Fryslân het woon- en leefmilieu belangrijk vindt, gekozen om tweelaags ZOAB als integraal onderdeel van het wegontwerp toe te passen. Met de nieuwe situering van de bedrijfswoning zal geen overschrijding van de voorkeursgrenswaarden meer plaatsvinden, zoals blijkt uit het akoestisch onderzoek (kenmerk: V.2010.1601.02.N001, Resultaten Drie Tolhekken 6, Oosterwolde”, DGMR 8 september 2011. Een aanvullende afweging voor het treffen van maatregelen, is op grond van de wet geluidhinder daarmee niet vereist. Het uitgangspunt is dat verlichting rond de N381
Pagina 67
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens alleen wordt toegepast op plekken waar dit omwille van (sociale) veiligheid noodzakelijk is. Aangezien de rand van het bedrijf wordt doorsneden en de huiskavel voor het overgrote deel intact blijft, het bouwblok wordt aangepast en de woning dusdanig is gesitueerd dat geen overschrijding van de voorkeursgrenswaarden ten gevolge van de N381 zal optreden, vindt de provincie de situatie aanvaardbaar om het melkveebedrijf op de huidige locatie voort te zetten. Inspreker richt zienswijze nadrukkelijk tegen het voornemen hogere grenswaarde. Het opschroeven naar 58 dB is voor cliënten onaanvaardbaar, ook vanwege de te vrezen gevolgen voor de gezondheid. Overigens verbaast het dat de provincie nu al exact weet wat de geluidsbelasting op de gevel zal zijn terwijl de locatie van de nieuw te bouwen bedrijfswoning nog niet bekend is.
Tijdens de ter inzage legging van het Ontwerp PIP N381 Drachten – Drentse grens en het ontwerpbesluit hogere grenswaarden was de exacte locatie van de nieuw te bouwen woning nog niet duidelijk. Bij het ontwerpbesluit hogere grenswaarden is daarom uitgegaan van de maximaal benodigde ontheffingswaarde voor de bedrijfswoning. Inmiddels is meer duidelijkheid over de locatie van de nieuwe woning ontstaan en hebben we de geluidsbelasting voor de woning op deze locatie in een separaat onderzoek beoordeeld (zie ook het vorige kader). Uit dit onderzoek volgt dat er geen overschrijding van de voorkeursgrenswaarden zal optreden, zodat het niet langer nodig is om een hogere waarde voor de nieuwe bedrijfswoning vast te stellen.
Cliënten vrezen voor onnodige blootstelling aan uitlaatgassen en geluidhinder. Daarbij komt ook transport van gevaarlijke stoffen op korte afstand van woning cliënten.
Ten aanzien van de luchtverontreinigende stoffen, fijn stof en stikstofdioxide wordt ruimschoots aan de grenswaarden voldaan (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310). Met betrekking tot de geluidsbelasting wordt verwezen naar hetgeen in de voorgaande twee kaders daaromtrent is opgemerkt. Ten aanzien van de externe veiligheid (vervoer gevaarlijke stoffen) wordt aan de vigerende risiconormeringen voldaan (“Externe Veiligheid Provinciaal Inpassingsplan N381, Arcadis d.d. 16 mei 2010).
Cliënten vinden het onbegrijpelijk dat in Doelmatigheidsonderzoek alleen is onderzocht naar effecten van toepassen bronmaatregel in de vorm van geluidsreducerend wegdek. Volgens cliënten is geluidscherm ter hoogte van Drie Tolhekken 6 te Oosterwolde een veel effectievere maatregel. Dit wordt door provincie afgedaan vanwege landschappelijke en cultuurhistorische redenen. Onbegrijpelijk is dat beleving van automobilist hoger wordt gewaardeerd dan leefomgeving van bewo-
Voor de reactie met betrekking tot het aspect geluidhinder wordt in de eerste plaats verwezen naar de vorige kaders waar op dit aspect voor deze locatie is ingegaan. Maatregelen aan de bron (zoals het wegdek) hebben de voorkeur boven maatregelen in het overdrachtsgebied en bij de ontvanger. Ondanks dat het toepassen van tweelaags ZOAB (financieel) niet doelmatig is, heeft de provincie, omdat de provincie Fryslân het woon- en leefmilieu belangrijk vindt, ge-
Pagina 68
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens ners.
kozen om tweelaags ZOAB als integraal onderdeel van het wegontwerp toe te passen. Er zal geen overschrijding van de voorkeursgrenswaarden voor de nieuwe locatie van de bedrijfswoning optreden, zodat het afwegen van aanvullende maatregelen niet verplicht is. Daarnaast wordt verwezen naar paragraaf 1.3.3.
Bedrijf cliënten verliest ruim 6 hectare landbouwgrond, naast benodigde grond voor het tracé, ook nog grond voor nieuwbouwlocatie. Cliënten zijn afhankelijk van opbrengst van deze grond wat betreft ruwvoederwinning, maar ook voor mestafzet.
De percelen die van cliënt van inspreker worden doorsneden, betreft een huiskavel. Het is juist dat door de doorsnijding van de N381 de cliënt van inspreker kleinere hoeveelheden grond overhoudt. Voor zover ons bekend, heeft cliënt niet bij de Gebiedscommissie aangegeven dat hij graag vervangeden gronden zou willen. Daarom zijn met uw cliënt(en) enkele gesprekken gevoerd, heeft een taxatie plaatsgevonden en is een aanbod voor schadeloosstelling gedaan. Uw cliënt wordt schadeloos gesteld op basis van de onteigeningswet. Voor de aankoop van de benodigde gronden (percelen) voor het uitvoeren van het PIP zijn voldoende financiële middelen beschikbaar. Indien onverhoopt niet tot minnelijke verwerving kan worden overgegaan zal onteigening van de voor de N381 benodigde gronden plaatsvinden. Voor zover inspreker van mening is dat hij met zijn overgebleven gronden planschade ten gevolge van het PIP zal leiden welke niet in de schadeloosstelling is meegenomen, kan hij te zijner tijd een verzoek om tegemoetkoming in planschade indienen. Verwezen zij verder naar paragraaf 1.3.4.
Bedrijf van cliënten wordt onevenredig zwaar getroffen. Bestaande N381 is nu door gebruik te maken van recht van overpad een cruciaal onderdeel van bedrijfsvoering tussen beide locaties. In nieuwe situatie zal tunnel noodzakelijk zijn om locaties onderling bereikbaar te houden. In plannen is geen tunnel opgenomen, waardoor omgereden moet worden waardoor veel tijdsverlies ontstaat.
De huidige N381 doorsnijdt beide locaties. De kern van het bedrijf is gelegen aan de westzijde van de huidige en toekomstige N381. Aan de Drie Tolhekken 6 te Oosterwolde wordt namelijk het melkveebedrijf geëxploiteerd. Aan de oostzijde van de huidige en toekomstige N381 ligt het bedrijf aan de Nanningaweg 50 te Oosterwolde. Op deze locatie wordt jongvee gestald en vinden hobbymatige bedrijfsactiviteiten plaats. Wij zien het recht van overpad over de bestaande N381 niet als cruciaal onderdeel van de bedrijfsvoering. Bovendien blijft via een zeer acceptabele omrijdafstand de verbinding tussen beide bedrijven in stand. De omrijdschade is onderdeel van de schadeloosstelling.
Cliënten voorzien dat bedrijf fors in waarde zal In paragraaf 1.3.4. wordt ingegaan op de tegedalen door nieuwe N381. Cliënten zullen daarom moetkoming in planschade. Eventuele tegeplanschadeclaim indienen. moetkoming in planschade zal individueel worden vastgesteld.
Pagina 69
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Inspreker vraagt namens cliënt om af te zien van Wij hebben in overleg met uw cliënt en hun advaststelling PIP of plan aan te passen. viseur het bouwblok aangepast in het PIP en de nadere situering van de bedrijfswoning bepaald.
19. Stichting Bewonerscommissie Oosterwolde Zuid, Oosterwolde Inspreker reageert namens bewoners van de wijk Wij nemen uw opmerking voor kennisgeving Oosterwolde-Zuid, in deze vertegenwoordigd aan. door Stichting Bewonerscommissie OosterwoldeZuid en Buurtvereniging Snellingerbuurt. Inspreker heeft handtekeningen van 60 bewoners toegevoegd aan zienswijze. Bewoners ervaren veel geluidsoverlast in huidige situatie, ondanks aanleg grondwal. Bewoners verwachten dat geluidsdruk/overlast aanmerkelijk zal toenemen door toename verkeersintensiteit en vooral door optillen van de weg ter plaatse van de kruising met de N351 (weg naar Wolvega) tot een hoogte van zes meter boven het huidige wegdek. Deze hoogte ligt boven de bestaande grondwal. Daarnaast zullen aansluitingen op N381 door verhoogde viaduct negatieve invloed hebben op geluid in de wijk. Inspreker verwacht dat toepassing van ‘stil asfalt’ de toename van afrolgeluiden kan verminderen, maar dat er sprake zal zijn van toename van motorgeluiden.
In de eerste plaats verwijzen wij voor een reactie op dit onderdeel van de zienswijze naar de reactie op zienswijze nummer 5 Aanvullend merken wij nog het volgende op. Naar de geluidbelasting is zorgvuldig onderzoek gedaan. Er heeft een zorgvuldige afweging plaatsgevonden met betrekking tot de mogelijkheid van het treffen van geluidbeperkende voorzieningen en het nemen van geluidafschermende maatregelen. Ondanks dat het toepassen van tweelaags ZOAB (financieel) niet doelmatig is, heeft de provincie gekozen om wel tweelaags ZOAB toe te passen op de N381, omdat de provincie Fryslân het woon- en leefmilieu belangrijk vindt. Uit het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) blijkt dat het geluidsniveau zal afnemen. De 48 dB contourlijn (voorkeursgrenswaarde Wet geluidhinder) ligt in de toekomstige situatie dichter bij het tracé van de N381 dan in de huidige situatie. In de toekomstige situatie wordt tweelaags ZOAB toegepast op de N381 Drachten – Drentse grens.
Pagina 70
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd, conform Standaard Rekenmethode II uit het Rekenen Meetvoorschrift Geluidhinder (RMG 2006). In het akoestisch onderzoek staat aangegeven op welke wijze het onderzoek is uitgevoerd. Voor de effecten van de toepassing van tweelaags ZOAB is in het onderzoek conform het RMG 2006 rekening gehouden. Hierbij zijn zowel de effecten van het motorgeluid als het bandengeluid in de berekeningen verdisconteerd. Inspreker kan uit berekeningen zoals opgenomen in het O-PIP niet herleiden of rekening is gehouden met toename van maximum snelheid van 80 naar 100 km/uur.
Het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) is uitgevoerd, conform Standaard Rekenmethode II uit het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder (RMG 2006). In het akoestisch onderzoek is ter plaatse van Oosterwolde rekening gehouden met een toename van de maximumsnelheid van 80 km/uur naar 100 km/uur op de N381.
Inspreker betwijfelt of toepassing van ‘stil asfalt’ de toename van lawaai zal wegnemen, gelet op toename motorgeluiden en toename aantal auto’s door groei verkeerspark Nederland en te verwachten groei industriepark Venekoten bij Oosterwolde.
Zie de reactie in de voorgaande kaders. Het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) is uitgevoerd, conform Standaard Rekenmethode II uit het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder (RMG 2006). In het akoestisch onderzoek zijn de effecten van het motorgeluid en het bandengeluid van de in de toekomst geprognosticeerde verkeersintensiteiten conform het RMG 2006 verdisconteerd.
Inspreker vindt dat er vanwege de leefbaarheid in de wijk gekozen zou moeten worden tot verdiepte ligging van N381 ter plaatse van kruising met de N351. Inspreker kan niet begrijpen waarom vanwege de te verwachten geluidsproblematiek bij de grootste concentratie van woonbebouwing niet is gekozen voor verdiepte ligging van de N381.
Voor een reactie op dit onderdeel van de zienswijze wordt in de eerste plaats verwezen naar de reactie op zienswijze nummer 5. Aangezien het geluidsniveau door de ombouw van de N381 in de wijk Oosterwolde-Zuid niet verslechtert ten opzichte van de huidige situatie, vinden wij de leefbaarheid in de wijk Oosterwolde-Zuid maatschappelijk aanvaardbaar en zien wij geen aanleiding om de N381 ter plaatse van Oosterwolde-Zuid om redenen van leefbaarheid verdiept aan te leggen.
Mocht eerste optie (verdieping N381 bij kruising N351) niet tot mogelijkheden behoren, dan zou kunnen worden onderzocht hoe leefbaarheid in wijk anders kan worden gewaarborgd. Daarbij denkt inspreker aan verplaatsen van kruising met N351 in oostelijke richting (richting Hogersmilde). Bocht vanaf Wolvega kan vervallen en weg kan zoveel mogelijk rechtuit lopen. Tweede alternatief zou zijn om N381 op bestaande hoogte te handhaven en N351 ter plaatse van kruising te verdie-
Wij verwijzen naar voorgaande reactie waarin is aangeven dat er om redenen van leefbaarheid geen aanleiding is voor aanpassing c.q. verdiepte ligging. De door indieners van zienswijze aangedragen alternatieven hebben onder meer negatieve consequenties (amovatie) voor de aanwezige bebouwing en vallen ver buiten de scope van het uitgevoerde MER. Aan de MER/ tracékeuze ligt een uitgebreid en zorgvuldige afweging en een democratische besluitvorming
Pagina 71
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens pen. Derde alternatief om overlast van verkeersgeluid te beperken is het plaatsen van geluidsremmende schermen ter plaatse van de kruising. Schermen dienen te passen qua kleur- en materiaalkeuze.
ten grondslag (zie ook paragraaf 1.3.2) en beide staan thans niet meer ter discussie. Tot de door inspreker voorgestelde alternatieven zullen wij niet besluiten. Het genoemde derde alternatief (schermen) is wat ons betreft niet aan de orde omdat dit vanwege de landschappelijke randvoorwaarden niet passend is op de beoogde locatie en bovendien niet noodzakelijk is.
Inspreker vraagt aandacht voor onderdoorgang Kleindiep onder N381 en verbreding doorgang in Kleindiepspark. Ter plaatse is hier de grondwal onderbroken en heeft het geluid vrije toegang tot de wijk. Mogelijke oplossing van dit probleem is een langere onderdoorgang door een duiker en de grondwal door te trekken en sluitend te maken.
Wij zullen uw voorstel met de gemeente Ooststellingwerf bespreken. Hoewel wij een dergelijke maatregel niet noodzakelijk achten voor de aanvaardbaarheid van het PIP, staan wij positief tegenover het door inspreker ingediende voorstel.
Inspreker vraagt of onderdoorgang Duistereweg niet kan vervallen. In huidige situatie komt er weinig verkeer langs en er zijn voldoende alternatieven aanwezig. Door ligging onderdoorgang zal dit een moeilijk controleerbare sociaal gevaarlijke plek worden. Wellicht kan het laten vervallen van deze onderdoorgang een oplossing bieden voor mogelijke budgettaire problemen die ontstaan vanwege oplossingsrichtingen inspreker.
Wij willen de uitwisseling van (agrarisch) verkeer door middel van een tunnel in de Duistereweg mogelijk blijven maken, omdat in het gebied agrarische activiteiten plaatsvinden. Overigens ligt aan zowel de tracékeuze als het wegontwerp een zorgvuldige afweging en een democratische besluitvorming ten grondslag (zie ook paragraaf 1.3.2) en beide staan thans niet meer ter discussie. Tot de door inspreker voorgestelde alternatieven zullen wij niet besluiten.
20. N. van den Helm, Donkerbroek Zie zienswijze 12, G. Kamminga.
Zie antwoord op zienswijze 8 en 12
Inspreker geeft aan dat stijging van olieprijzen In de studie is meegenomen dat de brandstofgrote gevolgen heeft voor automobilist en trans- prijzen de komende jaren zullen stijgen. Hierportwereld. over zijn namelijk landelijke afspraken gemaakt. Het Centraal Planbureau (CPB) stelt om de 5 tot 10 jaar een nieuwe lange termijn scenario op. In dit scenario wordt aangegeven hoe Nederland zich de komende jaren naar verwachting zal ontwikkelen. Er wordt onder meer beschreven met welke groei Nederland te maken zal krijgen op het gebied van de (wereld)handel, werkgelegenheid, inwoneraantal en brandstofverbruik. Ook prijsontwikkelingen zijn in het scenario vastgelegd. Hierbij moet gedacht worden aan de stijging van de brandstofprijs, de toename van de parkeertarieven, de stijging van de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer et cetera. Om een betrouwbare inschatting te kunnen geven van de toekomstige ontwikkeling van het verkeer, is een verkeersmodel opgesteld. Voor toekomstige situaties prognosticeert een
Pagina 72
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens verkeersmodel de verkeersdruk mede op grond van het lange termijn scenario dat door het CPB is opgesteld. Deze werkwijze is ook bij de opwaardering van de N381 toegepast. In de studie is dus rekening gehouden met een toenemende brandstofprijs en het effect dat dit heeft op het autogebruik.
21. Alderse Baas Advocaten namens J.P. Post, Joure Inspreker geeft namens cliënt aan dat cliënt In algemene zin merken wij op dat het PIP het meent dat er met voorgestane aanleg/ recon- resultaat is van een langdurig open planproces structie van de N381 geen sprake is van een en een integrale belangenafweging waarbij alle goede ruimtelijke ordening. Vanwege ligging per- relevante belangen zijn betrokken en tegen elceel krijgt inspreker te maken met extra verhoog- kaar zijn afgewogen. Steeds is geverifieerd hoe de uitstoot van geluid, fijn stof en roet. de in het PIP voorziene reconstructie van de N381 zich verhoudt tot de relevante sectorale kaders, waarbij ook is aangetoond dat het PIP niet strijdig is met de desbetreffende bijbehorende normatieve kaders. Ook zijn wij van oordeel dat het goede woon- en leefklimaat van bijvoorbeeld inspreker niet onaanvaardbaar wordt aangetast. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van insprekers. Wij zijn dan ook van mening dat het PIP wel degelijk dienstbaar is aan een goede ruimtelijke ordening. Ten aanzien van de luchtverontreinigende stoffen, fijn stof en stikstofdioxide wordt ruimschoots aan de grenswaarden voldaan (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310). Rapportage van Peutz maakt integraal onderdeel Peutz heeft verzocht om het akoestisch reken-
Pagina 73
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens uit van voorgenoemde zienswijzen en dient als herhaald en in gelast te worden beschouwd. Peutz geeft aan dat provincie het akoestisch rekenmodel niet wil verstrekken en dat daarmee een goede controle van het akoestisch model niet mogelijk is.
model van de N381 ter beschikking te stellen. Op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) en het Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2006 (RMG2006) is het niet vereist om het akoestisch model integraal aan een ieder ter beschikking te stellen. Wel is vereist dat het akoestisch onderzoek als een op het plan betrekking hebben stuk samen met het ontwerp PIP ter inzage wordt gelegd. Dit is ook geschied. Het akoestisch rapport bevat de gegevens die op grond van artikel 1.2 van het RMG 2006, overeenkomstig bijlage I behorende bij het RMG 2006, in het akoestisch onderzoek behoren te worden opgenomen. Met de opname van deze gegevens in het akoestisch rapport zijn alle direct voor het onderzoek relevante invoergegevens voor een ieder beschikbaar. Voor een beoordeling is het derhalve niet nodig dat ook het akoestisch rekenmodel ter beschikking wordt gesteld. Overigens hebben wij Peutz wel aangeboden om samen met adviesbureau Goudappel Coffeng het akoestisch rekenmodel van de N381 door te nemen. Peutz heeft (tot dusverre) geen gebruik gemaakt van dit aanbod.
Op basis van rapport geeft Peutz aan dat er verschillen zitten in berekende geluidsbelasting tussen akoestisch onderzoek van Goudappel Coffeng van 14 september 2010 en het onderzoek van 19 april 2011.
Deze verschillen worden verklaard door een nadere detaillering van de kunstwerken in het akoestisch onderzoek. Ten tijde van de eerdere rapportage waren de ontwerpen van de kunstwerken nog niet definitief en waren hiervoor aannames gedaan in het akoestisch model. In het ter visie gelegde definitieve akoestische onderzoek zijn de definitieve ontwerpen opgenomen in het akoestisch onderzoek, waardoor de geluidsbelasting ook is gewijzigd. Overigens wordt opgemerkt dat het rapport FLD110/Pme/ 1275 van 14 september 2010 niet ter visie heeft gelegen bij het ontwerp PIP N381 Drachten – Drentse grens en derhalve niet tot deze procedure behoort.
Het is onduidelijk hoe tunnelbak ter plaatse van onderdoorgang Weinterp is gemodelleerd. De wijze van berekenen van geluidsniveau bij tunnelbak door Goudappel Coffeng zal resulteren in onderschatting van geluidsniveaus ter plaatse van woningen in omgeving. Het is onduidelijk of en op welke wijze rekening gehouden is met open afritten ter plaatse van de Weinterp.
De tunnelbak is op basis van het tracéontwerp N381 gemodelleerd met hoogtelijnen, verlaagde wegbronnen en reflecterende schermen ter plaatse van de tunnelbakwanden. De fysieke overbrugging vanwege de Weinterp over de N381 is niet gemodelleerd. De wegbronnen ter plaatse van de overbrugging zijn doorgemodelleerd. Hiermee wordt het geluid dat normaal wordt afgeschermd onder de Weinterp in het akoestisch onderzoek wel meegenomen. Met deze modelleringwijze wordt de geluidsbelasting vanwege de N381 representatief en enigszins voorzichtig in het voordeel van omwonenden, bepaald. Peutz heeft verder aangegeven dat
Pagina 74
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens rekenen met 1 reflectie incorrect is. Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd conform het RMG 2006. Hierin is vastgelegd hoe omgegaan dient te worden met reflecties. Er wordt standaard met 1 reflectie gerekend, deze standaard werkwijze is door Goudappel Coffeng gevolgd. Tevens is aangeven dat door toepassing van 1 reflectie de geluidscontour dichter bij de N381 is gelegen. Dit is niet correct, het feit dat de geluidscontour van de N381 dichter bij de N381 zijn gelegen in dit gebied wordt vooral veroorzaakt door de verlaagde ligging van de N381 en de afschermende werking van de tunnelbakwanden. Tenslotte is in het akoestisch rekenmodel rekening gehouden met de toe- en afritten. Deze zijn conform het tracéontwerp N381 gemodelleerd. Nogmaals, aan Peutz was het aanbod gedaan dit samen met de opsteller van het akoestisch onderzoek door te nemen. Volgens Peutz zal verkeer dat een helling oprijdt meer geluid produceren dan verkeer op een horizontale weg. In verband hiermee wordt bij hellingen van meer dan 3% met een te overwinnen hoogteverschil van meer dan 6 meter een correctie in rekening gebracht voor het stijgende deel van het verkeer. Uit rekenbijlagen wordt duidelijk dat geen rekening is gehouden met deze toeslag.
Bij een helling van ten minste 3% en een hoogteverschil van minstens 6 meter dient conform het RMG 2006 inderdaad een hellingcorrectie CH in rekening te worden gebracht. De wegassen zijn in het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) ingevoerd conform het tracéontwerp N381. De hoogtes daarvan zijn derhalve nauwkeurig. Hieruit blijkt dat hoogteverschillen in de tunnelbak optreden tot van maximaal -1.4 meter NAP op het diepste punt van de tunnelbak tot maximaal +4 meter NAP bij het begin en eind van de tunnelbak. Dit geeft een hoogteverschil van maximaal 5.4 meter aan de zuidzijde (diepste punt tunnelbak tot het einde tunnelbak). De lengte van dit deel van de tunnelbak bedraagt circa 195 meter, dit geeft een hellingspercentage van maximaal 2,8%. Het hoogteverschil is minder dan 6 meter en het hellingspercentage is minder dan 3%. Daarom hoeft, conform het RMG 2006, geen hellingcorrectie worden toegepast. Ten noorden en ten zuiden van de tunnelbak ligt de weg ongeveer op maaiveld. Het viaduct over de Compagnonsfeart/ Tjalling Harkeswei ligt op een dermate afstand van de onderdoorgang bij de Weinterp (circa 720 meter) dat deze als een separate helling wordt gezien.
Het is gebruikelijk om in ontvangstgebieden, achter de eerstelijns bebouwing van woonwijken of clusters van woningen, aan te houden dat het gehele gebied binnen de woonwijk of cluster hard is. Het meebeschouwen van harde bodemgebie-
In het akoestisch model zijn de grote reflecterende bodemgebieden als wegen en wateroppervlakken wel meegenomen. Daarnaast zijn erven vaak onverhard dan wel verhard met grind of gravel. In de meeste gevallen is een geheel of
Pagina 75
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens den ter plaatse van ontvangerposities zal resulte- gedeeltelijk verhard erf niet relevant, mede vanren in hogere geluidsbelastingen bij woningen. wege de afstand tot de woningen. In het specifieke geval van de woning Weinterp 27 is de erfweg gemodelleerd, het erf zelf niet. Het erf lijkt volgens luchtfoto’s (bron: Google EarthTM) te bestaan uit klinkers. DGMR heeft daarom een controleberekening uitgevoerd met een reflecterend bodemgebied ter plaatse van het erf van Weinterp 27. Het toegepaste model betreft de plansituatie met geluidsarm asfalt, waarop ook de hogere waarde 50 dB(A) voor deze woning is gebaseerd. Uit de berekening blijkt dat door toevoeging van het reflecterende bodemgebied geen relevante wijziging in geluidsbelasting optreedt ten opzichte van de aan te vragen hogere waarde van 50 dB. De geluidbelasting neemt met ten hoogste 0.3 dB toe, afgerond is geen sprake van een toename van de geluidsbelasting. Toevoegen van een reflecterend bodemgebied heeft voor de woning Weinterp 27 derhalve geen invloed op de rekenresultaten en de conclusies van het akoestisch onderzoek. De conclusie van Peutz dat toevoegen van een reflecterend bodemgebied bij de Weinterp 27 zal resulteren in een hogere geluidsbelasting is derhalve niet gerechtvaardigd (brief met kenmerk: V.2010.1601.04.B001 van DGMR d.d. 30 augustus 2011, ingekomen op 5 september 2011 en ingeboekt onder: 970416). Snelheid op de Weinterp zal in toekomst verlaagd worden van 80 km/uur naar 60 km/uur. Volgens akoestisch rapport zal snelheidverlaging niet voorkomen dat verkeerdruk toeneemt, maar zal hierdoor wel de geluidsbelasting op woningen afnemen. De genoemde reducties zijn volgens Peutz aanmerkelijk hoog (-3 tot -4 in plaats van normaliter -1 tot -2).
Peutz geeft aan dat de reductie van 3 tot 4 dB in geluidbelasting alleen het gevolg kan zijn van de snelheidsverlaging van 80 naar 60 km/uur. Dit is niet juist. Bij wettelijke rijsnelheden boven 70 km/uur mag conform art. 110g Wgh een aftrek van 2 dB worden toegepast in verband met het stiller worden van het verkeer. Bij rijsnelheden lager dan 70 km/uur is dit 5 dB. De reductie betreft de som van de verandering door de snelheidsverlaging en de gewijzigde aftrek conform art. 110g Wgh. De zodoende verkregen totale reductie van de geluidbelasting van 3 à 4 dB is daarom realistisch.
Een normale gevel heeft een geluidwering van minimaal 20 dB. Dit geldt niet voor zeer lichte dakkapellen en slaapkamers onder daken van oude boerderijen. Op basis van geluidsbelasting van 52 dB en binnenwaarde van 33 dB is geluidswering van gevel benodigd van minimaal 19 dB. Op voorhand is niet aannemelijk dat kan worden voldaan aan binnenwaarde van 33 dB voor woning Weinterp 27, gezien het hier een oude woning met licht dakbeschot betreft. Hierdoor zullen aanvullende gevelmaatregelen noodzakelijk zijn. Het is niet uit te sluiten dat er onvol-
Peutz stelt dat op voorhand niet uit te sluiten is dat er onvoldoende gevelmaatregelen kunnen worden uitgevoerd vanwege een lichte dakconstructie. Voor de woning Weinterp 27 wordt een hogere grenswaarde aangevraagd. Wij willen u verwijzen naar paragraaf 1.3.3. Na het besluit hogere grenswaarden vindt een inventarisatie plaats en zullen de maatregelen worden bepaald. De provincie garandeert de realisatie van eventueel benodigde maatregelen om aan de binnenwaarde te voldoen. Er bestaat volgens vaste rechtspraak geen verplichting om nu bij
Pagina 76
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens doende gevelmaatregelen genomen kunnen wor- het PIP en het besluit hogere grenswaarden den om woning voldoende geluidwerend te ma- geluidhinder reeds te beoordelen of en zo ja ken, gezien de licht constructie van de woning. welke maatregelen nodig zijn om aan de binnenwaarden te voldoen. Overigens bestaat er naar onze mening, mede vanwege de optredende waarde op de gevel van 50 dB, geen reden om bij voorbaat aan te nemen dat het onmogelijk is om voldoende maatregelen voor deze woning te treffen om aan de binnenwaarden te voldoen. Peutz geeft aan dat er voldoende reden is om te De door Peutz ingebrachte punten zijn niet reletwijfelen aan berekeningen in akoestisch rapport vant of weerlegbaar. Zoals hiervoor is aangegevan Goudappel Coffeng. ven, is er geen reden om te twijfelen aan de resultaten en de conclusies van het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) of anderszins. Het ontwerp van de N381 verhoogt de milieubelasting op perceel van cliënt in aanzienlijke mate, meer dan in een adequaat ontwerp nodig zou zijn. Dit komt mede door het realiseren van een halteplaats voor het openbaar vervoer, pal naast woning cliënt.
Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé van de N381 vastgesteld op basis van een integrale afweging (zie paragraaf 1.3.2). De vormgeving van het vastgestelde tracé is voorts gebaseerd op de ontwerprichtlijnen van een autoweg, waarbij wordt voldaan aan de eisen voor een duurzaam-veilige inrichting (CROW publicatie 164 Handboek wegontwerp). De miliuebelasting op het perceel (geluidsbelasting en luchtverontreiniging) vinden wij gezien de berekende waarden en wettelijke kaders aanvaardbaar. Dat geldt eveneens voor de halteplaats. De halteplaats is aan de zuidzijde van de Weinterp gesitueerd, naast de toerit richting Drenthe. Het huidige fietspad langs de Weinterp is ook aan de zuidzijde gesitueerd. Vanuit verkeersveiligheidsoverwegingen willen we het aantal oversteken beperken. Om deze reden is de halteplaats aan de zuidzijde van de Weinterp gesitueerd. De minimale afstand tussen de kant hoofdrijbaan en de woning bedraagt circa 80 meter. De minimale afstand tussen de kant toerit (inclusief bushalte) en de woning bedraagt circa 60 meter. De minimale afstand tussen de kant afrit en de erfgrens bedraagt circa 37,5 meter. In de ruimte tussen de kant toerit en de erfgrens worden bomen geplant. Wij zijn van oordeel dat ook na aanleg van de N381 Drachten – Drentse grens sprake is van een maatschappelijk aanvaardbaar woon- en verblijfsklimaat. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn
Pagina 77
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van insprekers. Element van hogere verkeersbelasting door vrachtverkeer wordt in ontwerpplan niet meegenomen. Dit wreekt zich met name op het gebied van geluid, roet, fijn stof, stank en trillingen.
Wij hebben wel rekening gehouden met een hogere verkeersbelasting door vrachtverkeer. Wij willen u verwijzen naar de rapportage verkeersgegevens. De verkeersgegevens van het de rapportage verkeersgegevens liggen voorts ten grondslag aan de verrichte milieuonderzoeken naar de gevolgen van het wegverkeer, zodat ook in die onderzoeken rekening is gehouden met een hogere verkeersbelasting door vrachtverkeer.
Extra milieubelasting van tunnelbak (extra gas geven om met gelijkblijvende snelheid weer uit tunnelbak te komen en door te gaan naar viaduct) wordt miskend. Naast geluidsoverlast levert dit ook verhoogde uitstoot van fijn stof en roet op.
Het ontwerp van de tunnelbak (onderdoorgang) is in het akoestisch onderzoek gemodelleerd. Het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) is uitgevoerd, conform Standaard Rekenmethode II uit het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder (RMG 2006). In het akoestisch onderzoek staat aangegeven op welke wijze het onderzoek is uitgevoerd. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de luchtkwaliteit in niet stedelijke gebieden bijna altijd voldoet aan de normen, zeker in NoordNederland. Ten aanzien van de luchtverontreinigende stoffen, fijn stof en stikstofdioxide wordt bij de N381 ruimschoots aan de grenswaarden voldaan (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310). Het toepassen van een tunnel(bakconstructie) in het nieuwe tracé van de N381 is nauwelijks van invloed op de lokale luchtkwaliteit. Bij tunnels ontstaat een eventueel probleem namelijk altijd bij de tunnelmonden. Van een tunnel is hier echter geen sprake. Het nieuwe tracé van de N381 wordt weliswaar verdiept aangelegd, maar de beoogde constructie krijgt niet de vorm van een tunnel. Er is eerder sprake van een viaduct in de Weinterp (welke op maaiveldniveau blijft liggen), waar de verdiept aangelegde N381 onder doorgaat. Aangezien het kunstwerk niet wordt uitgevoerd als een tunnel, zal er ook geen sprake zijn van een verhoogde concentratie van schadelijke stoffen bij de tunnel in-/uitgang. Er is dan ook geen aanleiding om een andere rekenmethodiek toe te passen. In het onderzoek is getoetst of wordt voldaan aan de grenswaarden voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). Dit blijkt het
Pagina 78
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens geval. Hieruit mag geconcludeerd worden dat ook aan de grenswaarden voor de overige relevante stoffen wordt voldaan. In ontwerp is niet meegenomen de huidige tendens om maximumsnelheid en doorstroomsnelheid voor zowel vrachtverkeer als personenauto’s te verhogen. Ook de effecten van afremmend en invoegend verkeer ter hoogte van woning cliënt worden miskend.
Keuze milieumaatregel voor dubbellaags ZOAB is gebaseerd op onjuiste aanname, namelijk dat bron van verkeersgeluid uitsluitend van banden afkomstig. Bovendien is hierbij enkel rekening gehouden met verkeersintensiteit die niet in overeenstemming is met redelijke verwachting van toename van beroepsgoederenvervoer over dit tracé. Tweede foutieve aanname is dat bron van geluid enkel de banden zou betreffen en dat dit adequaat opgelost zou kunnen worden door toepassen van tweelaags ZOAB. Redenering loopt mank omdat vrachtverkeer veel geluid produceert dat afkomstig is van de motor, aandrijflijn, carrosserieën en laadruimtes.
De N381 wordt vormgegeven als een autoweg (100 km/uur) met ongelijkvloerse kruisingen. Er bestaat geen voornemen om de maximumsnelheden op de N381 in de toekomst te verhogen. Het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) is uitgevoerd, conform Standaard Rekenmethode II uit het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder (RMG 2006). Dit betekent dat waar op grond van het RMG 2006 voorgeschreven, in het onderzoek rekening is gehouden met optrekkend en afremmend verkeer. Wij hebben rekening gehouden met een hogere verkeersbelasting door vrachtverkeer. Wij willen u ook verwijzen naar de rapportage verkeersgegevens. Ons is niet duidelijk welke toename van beroepsgoederenverkeer door inspreker wordt bedoeld, naast de toename waarmee reeds rekening is gehouden. Het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) is uitgevoerd, conform Standaard Rekenmethode II uit het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder (RMG 2006). In het akoestisch onderzoek staat aangegeven op welke wijze het onderzoek is uitgevoerd. In het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) is conform de verplichting uit artikel 3.1, lid 1, sub d van het RMG 2006, rekening gehouden met het van het standaardwegdetype (dicht asfaltbeton) afwijkende wegdektype tweelaags ZOAB dat op de N381 wordt toegepast. Bij de daarvoor gebruikte wegdekcorrectiefactoren wordt rekening gehouden met de verschillende typen verkeer (lichte motorvoertuigen en vrachtverkeer), doordat voor deze typen verkeer verschillende correctiefactoren gelden (zie ook p. 13 van het akoestisch onderzoek). Voorts is in de gebruikte standaardrekenmethode van het RMG 2006 rekening gehouden met zowel het geluid van de motoren e.d. als van de banden van het verkeer.
Ontwerp inpassingsplan, plan MER en besluit vaststelling hogere waarden lijden allen aan manco van duidelijke positionering van tracé bij locatie Weinterp. Exacte afstanden tot gebouwen zijn niet vast te stellen, waardoor grote afwijkingen in onderlinge berekeningen kunnen optreden
Deze reactie wordt niet nader geconcretiseerd, waardoor niet duidelijk is waar inspreker exact op doelt. Evenwel zijn wij van mening dat in de genoemde documenten op een voldoende duidelijke wijze (conform de daarvoor geldende kaders) de voorgenomen activiteit is gepositio-
Pagina 79
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens met als gevolg dat geen betrouwbare uitspraken neerd. In het (ontwerp) PIP is het tracé middels over haalbaarheid kunnen worden gedaan. de daarvoor opgenomen bestemming weergegeven, alsmede de ligging ten opzichte van de bestaande bebouwing. De as van de weg is op de kaarten en in de planregels eveneens vastgelegd, zodat de ligging van het tracé duidelijk uit het (ontwerp) PIP volgt. De afstanden tot bestaand bebouwing zijn vervolgens eenvoudig te bepalen aan de hand van het kaartmateriaal en middels de digitale versie van het plan. De opgestelde (Plan-)MER is gebaseerd op het tracé zoals dit in het (ontwerp) PIP is vastgelegd. Ook in het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) dat deel uitmaakt van het (ontwerp)besluit hogere grenswaarden geluidhinder, is uitgegaan van de ligging van het tracé zoals opgenomen in het (ontwerp) PIP en is de ligging van het tracé en de bestaande bebouwing middels kaartmateriaal inzichtelijk gemaakt. Men houdt geen rekening met nationaal beleid om geen nieuwe wegen aan te leggen, maar bestaande wegen te verbreden en geschikt te maken voor hogere snelheden en toepassing van meerdere rijbanen. Beleidsuitgangspunten van ontwerp Provinciaal Inpassingsplan zijn achterhaald en kunnen besluit niet legitimeren. Cliënt verwijst naar nota Mobiliteitsaanpak van Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Onderhavig tracé voldoet niet als verbinding voor vrachtverkeer waarbij men streeft naar een zo hoog mogelijke snelheid over tracé met meerdere rijstroken die belangrijkste economische kernen verbindt. Onderhavig tracé kent geen belangrijke economische activiteiten die een betere ontsluiting rechtvaardigen.
Op grond van het nationaal ruimtelijk beleid is de aanleg van infrastructuur binnen nationale landschappen, natuurgebieden en de EHS mogelijk. Bij het opstellen van het provinciaal beleid is het nationaal ruimtelijk beleid betrokken. De opwaardering van de N381 tot een stroomweg met ongelijkvloerse kruisingen vloeit voort uit de Provinciaal Verkeer- en Vervoerplannen van 1999 en 2006 en het Streekplan 2007 en is in overeenstemming met het voor dit infrastructureel project relevante (provinciaal) ruimtelijk en vervoersbeleid, waaronder het EHS-beleid.
Inspreker verwijst naar nota Ruimte van het VROM waaruit blijkt dat provincie zich moet concentreren op A6 en A7. Volgens inspreker is er sprake van een reconstructie van de Weinterp, waarbij woning cliënt te maken krijgt met aanpassing Weinterp. Hierbij wordt niet voldaan aan Wet geluidhinder en kan deze tekortkoming niet hersteld worden met besluit hogere waarde omdat niet aan de norm wordt voldaan.
De woning van uw cliënt bevindt zich niet in de geluidszone van de bestaande N381 (250 meter aan weerszijden van de weg). De woning bevindt zich namelijk op bijna een kilometer afstand van de bestaande weg. Ter hoogte van Weinterp 27 is geen sprake van een reconstructiesituatie in de zin van de Wgh, maar van de aanleg van een nieuwe weg. In dat geval mag de geluidsbelasting (bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB en na beoordeling van mogelijke geluidsbeperkende maatregelen) niet hoger worden dan de maximaal vast te stellen hogere grenswaarde, zijnde 58
Pagina 80
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens dB. De berekende geluidsbelasting op deze woning in de nieuwe situatie (50 dB) is lager. Met de vaststelling van een hogere waarde van 50 dB voor deze woning, wordt aan de Wgh voldaan. Hierbij zij ook verwezen naar hetgeen hiervoor reeds over de geluidhinder voor deze woning is opgemerkt. Inspreker stelt vast dat aanvullende MERrapportage, bestaande uit luchtkwaliteitonderzoek en akoestisch onderzoek, niet juist is en de noodzakelijke milieuruimte toont om tracé op deze locatie te realiseren. Inspreker refereert daarbij aan het Peutz-rapport.
De verwijzing naar de aanvullende MERrapportage zal betrekking hebben op het (Plan-) MER 381 Drachten – Drentse grens d.d. 21 april 2011. Mede ook gelet op de overige met dit MER samenhangende grieven, zij in algemene zin het volgende opgemerkt. Het (Plan-)MER staat niet op zich, maar vormt in feite het sluitstuk van een reeds langer lopend milieueffectenstudietraject. Dit traject is nog eens beschreven in paragraaf 1.3.2 van deze Reactienota en maakt duidelijk dat er ten behoeve van het N381-project een uitgebreide besluit-m.e.r.procedure is doorlopen (voor wat betreft het tracégedeelte Donkerbroek – Oosterwolde is er na het voltooien van het eerste MER (in 2003) een aanvullende besluit-m.e.r. verricht (resulterend in de Projectnota/ MER N381 Donkerbroek – Oosterwolde d.d. 17 december 2008); vanwege vorenstaande wordt in onderstaande ook wel gesproken over de voor de N381 opgestelde besluit-MER’en niettegenstaande het feit dat er in wezen sprake is geweest van één besluitm.e.r.-procedure die heeft geresulteerd in twee m.e.r.-producten). Het besluit-m.e.r.-traject is verlopen via de (uitgebreide) procedure zoals die tot voor 1 juli 2010 (de datum waarop de Wet modernisering m.e.r. in werking is getreden) standaard voor alle besluit-m.e.r.procedures was voorgeschreven. Er is daarom sprake geweest van diverse inspraakmogelijkheden en ook is de Commissie voor de milieueffectrapportage (Commissie m.e.r.) op de daartoe voorgeschreven momenten in de procedure in de gelegenheid gesteld te adviseren. Dat heeft onder meer geleid tot twee positieve adviezen (over zowel het eerste MER als over de Projectnota/MER N381 Donkerbroek – Oosterwolde). De reden om voorafgaande aan en ten behoeve van het PIP een formele plan-m.e.r.-procedure te doorlopen, was niet gelegen in onvolledigheden of andere gebreken in het reeds doorlopen besluit-m.e.r.-traject. De noodzaak daartoe was enkel gelegen in het feit dat er voor het PIP een zogeheten passende beoordeling moest worden verricht uit hoofde van de Natuurbeschermingswet 1998. De Wet milieubeheer vereist in zo’n
Pagina 81
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens geval dat er tevens een plan-MER wordt opgesteld. In de wet is geen onderscheid gemaakt tussen situaties waarin een plan-MER wel en waarin zo’n plan niet door een eerder MER is voorafgegaan. Evenwel is het evident en logisch dat in de situatie waarin een plan-MER reeds is voorafgegaan door een eerder MER, in het planMER uitsluitend wordt ingezoomd op aspecten die niet al reeds op een toereikende wijze in dat eerdere MER zijn beschreven. Aldus is in het voorliggende (Plan-) MER ingezoomd op de thema’s natuur, luchtkwaliteit en externe veiligheid. Ter zake van deze thema’s is sinds het opstellen van het eerder besluit-MER(‘en) het nodige gewijzigd in de relevante wettelijke en beleidskaders. Verder dient de passende beoordeling in het plan-MER te worden opgenomen. Overigens is in het (Plan-) MER aandacht geschonken aan de effecten van de beperkte tracéwijzigingen in het Realisatiebesluit. Vanwege vorenstaande kan het (Plan-)MER worden gezien als een aanvulling op het eerdere besluit-MER/de eerdere besluit-MER’en. Het is om die reden dat er op een aantal plaatsen in het dossier wordt gesproken over het aanvullende (plan-)MER. Verder verklaart vorenstaande dat in het (Plan-)MER bijvoorbeeld wel is ingegaan op de referentiesituatie en het voorkeursalternatief, maar dat er geen nieuwe alternatieven aan de orde zijn gesteld, aangezien er reeds een uitputtend alternatievenonderzoek in de besluit-m.e.r.-procedures is verricht. De in dat kader gemaakte afwegingen zijn nog steeds valide (zie daaromtrent hoofdstuk 3 van het (Plan-)MER). Er zij op gewezen dat vorenstaande werkwijze expliciet door de Commissie m.e.r. is benoemd. De Commissie heeft in haar positieve toetsingsadvies ter zake van het (Plan-)MER (Opwaardering N381 Drachten - Drentse Grens; Toetsingsadvies over het plan-milieueffectrapport 2011, 25 augustus 2011 / rapportnummer 2025-119) geoordeeld dat het plan-MER een goede actualisatie van de milieueffecten op de leefomgeving en bevat alsmede een goede passende beoordeling. Wij zijn het niet met inspreker eens dat er geen milieuruimte zou zijn om de N381 te realiseren op de in het PIP voorziene wijze. Op de door inspreker gedane verwijzing naar het door hem overgelegde rapport van Peutz, is hiervoor reeds ingegaan.
Pagina 82
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Inspreker geeft aan dat MER-studie voor resterende delen van tracé niet in stand kan blijven. Gelet op gewijzigde regelgeving, de vertraging en wijzigingen in het project dient een volledig nieuwe plan-MER-procedure te worden doorlopen. Er had niet mogen worden volstaan met een aanvulling van de plan-MER. Het PIP is kaderstellend voor nieuw stuk snelweg. Overgangsrecht is hier niet van toepassing.
Hiervoor is reeds uiteengezet hoe de m.e.r.procedures zijn verlopen. In aanvulling daarop, merken wij op dat het aanvullende (Plan-)MER anders dan inspreker suggereert - betrekking heeft gehad op het gehele in het PIP voorziene tracé. Hiervoor is evenwel aangegeven dat in het (Plan-) MER uitsluitend is ingezoomd op aspecten die niet al reeds op een toereikende wijze in dat eerdere MER zijn beschreven. Inspreker motiveert niet waarom de eerder doorlopen besluit-m.e.r.-procedure niet in stand zou kunnen blijven. Wij zijn van mening dat er met de doorlopen m.e.r.-procedures uitermate zorgvuldig en binnen de wettelijke kaders is gehandeld en dat het milieubelang gedurende het gehele besluitvormingsproces steeds een volwaardige plaats in de besluitvorming over de N381 heeft gekregen. Inspreker suggereert dat niet de gehele planm.e.r.-procedure is doorlopen en dat zulks wel had gemoeten vanwege het geen beroep kunnen doen op het overgangsrecht. De doorlopen plan-m.e.r.-procedure ten behoeve van het PIP is geschied conform de plan-m.e.r.-procedure zoals die sinds 1 juli 2010 in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer is opgenomen. Derhalve is er geen beroep gedaan op het overgangsrecht zoals inspreker kennelijk veronderstelt. Inspreker geeft overigens niet aan welke (procedure)voorschriften op welke concrete wijze zijn geschonden. Voorts is er anders dan inspreker stelt geen sprake geweest van een aanvulling van een reeds bestaande plan-MER. Wel borduurt het (Plan-)MER voor wat betreft de inhoud voort op de eerdere verrichte besluit-m.e.r.’s. Inspreker noemt geen reden waarom de besluitm.e.r.’s (conform het van toepassing zijnde Besluit milieu-effectrapportage 1994 primair opgesteld voor het tracévaststellingsbesluit d.d. 18 juni 2008 (voor noordelijk en zuidelijk deel N381) respectievelijk voor het tracévaststellingsbesluit d.d. 24 juni 2009 (middendeel N381)) overgedaan zouden moeten worden.
Verplichting om gelegenheid te bieden zienswij- Er is wel degelijk de mogelijkheid geboden om zen in te dienen op voornemen tot het voorberei- zienswijzen in te dienen op het voornemen tot het voorbereiden van het PIP. Daartoe is gelijkden van het plan heeft niet plaatsgevonden. tijdig met het voorontwerp van het PIP de Conceptnotitie Reikwijdte- en Detailniveau ter inzage gelegd. In de openbare kennisgeving van deze terinzagelegging is aangegeven dat deze Conceptnotitie diende als start van de planm.e.r.-procedure en dat een ieder daarop een inspraakreactie kon geven. Wij constateren dat Pagina 83
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens inspreker van die mogelijkheid geen gebruik heeft gemaakt. Er is nagelaten om voor het gehele plan-MER dit plan openbaar te maken en op te sturen naar de commissie MER. Het huidige aanvullende planMER is niet langs de adviescommissie gegaan en verantwoordelijke besturen van overheidsinstellingen hebben niet geadviseerd en in sommige gevallen slechts een voorlopig advies uitgebracht.
Zoals in hoofdstuk 7 Wet milieubeheer is voorgeschreven, is het (Plan-)MER openbaar gemaakt gelijktijdig met het ontwerp van het PIP en is gelijktijdig zorg gedragen voor verzending van dit plan-MER aan de Commissie voor de milieueffectrapportage. Verder zijn bij voorbereiding van het (Plan-)MER alle relevante bestuursorganen geconsulteerd en is ook overigens aan de wettelijke procedurevereisten voldaan. De Commissie voor de milieueffectrapportage heeft inmiddels een positief toetsingsadvies afgegeven (Opwaardering N381 Drachten Drentse Grens; Toetsingsadvies over het planmilieueffectrapport 2011, 25 augustus 2011 / rapportnummer 2025-119). Ook de eerdere besluit-m.e.r.’s zijn conform de wettelijke vereisten tot stand gekomen. Wij concluderen dan ook dat er geen sprake is van strijd met de m.e.r.regelgeving.
Aan het voorlopig advies van het Waterschap is Wij hebben wel degelijk op toereikende wijze in het geheel niet tegemoet gekomen. rekening gehouden met het advies van Wetterskip Fryslân. Kennelijk is de inspraakreactie ingegeven door het advies/inspraakreactie van de Provinsjale Kommisje Kritebelied (d.d. 24 augustus 2010) ter zake van de Conceptnotitie Reikwijdte- en Detailniveau. Daarin is verwoord dat het Wetterskip Fryslân zich kon vinden in deze conceptnotitie met een belangrijke kanttekening. Het Wetterskip vond dat ook onderzoek gedaan zou moeten worden naar de gevolgen van het oppervlaktewater, meer in het bijzonder ook in relatie tot de beperkte wijzigingen in het tracé zoals doorgevoerd in het Realisatiebesluit. Mede als gevolg van deze reactie, is in paragraaf 5.5 van het (Plan-) MER nadrukkelijk ingegaan op het thema oppervlaktewater, waarbij de door het Wetterskip Fryslân genoemde gebieden/ tracégedeelten expliciet aan de orde zijn gekomen. Het Wetterskip Fryslân heeft zich hierin kunnen vinden. Nu het ontwerpplan nog niet is vastgesteld, kan Er is voor wat betreft de totstandkoming van het geen beroep worden gedaan op het overgangs- (Plan-) MER toepassing gegeven aan de m.e.r.recht. regelgeving zoals die luidt sinds 1 juli 2010 (inwerkingtreding Wet modernisering m.e.r.). Er is derhalve geen beroep gedaan op het overgangsrecht. Wettelijk voorgeschreven onderwerpen komen niet in dit plan-MER aan de orde. In onderhavige plan-MER ontbreekt duidelijk de beschrijving van voorgenomen activiteit en alternatieven daarvoor,
Hiervoor is reeds aangegeven dat het (Plan-) MER in samenhang moet worden gezien met het opgestelde besluit-MER(‘en). In het (Plan-) MER is uitsluitend ingezoomd op aspecten die
Pagina 84
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens die redelijkerwijs is beschouwing dienen te wor- niet al reeds op een toereikende wijze in de beden genomen en de motivering van de keuze sluit-MER’en zijn beschreven. Aldus is in het daarvan. voorliggende (Plan-) MER ingezoomd op de thema’s natuur, luchtkwaliteit en externe veiligheid. Ter zake van deze thema’s is sinds het opstellen van het eerder besluit-MER het nodige gewijzigd in de relevante wettelijke en beleidskaders. Verder dient de passende beoordeling in het plan-MER te worden opgenomen. Overigens is in het (Plan-) MER aandacht geschonken aan de effecten van de beperkte tracéwijzigingen in het Realisatiebesluit.
Er ontbreken volgens inspreker diverse zaken: • Overzicht van eerder vastgestelde plannen die betrekking hebben op de voorgenomen activiteit en de beschreven alternatieven. • Beschrijving van bestaande toestand van het milieu, voor zover de voorgenomen activiteiten of beschreven alternatieven daarvoor gevolgen kunnen hebben. • Te verwachten ontwikkelingen van milieu, indien activiteit noch alternatieven worden ondernomen. • Beschrijving van gevolgen milieu, die voorgenomen activiteit of alternatieven kunnen hebben • Motivering wijze waarop bovenstaande gevolgen zijn bepaald en beschreven. Vervolgens dienen bestaande toestand en voorgenomen toestand met elkaar te worden vergeleken en effecten op milieu in beeld te worden gebracht. Voor onderdelen die niet voldoende beschreven kunnen worden en waarvoor de noodzakelijk gegevens ontbreken, dient een opsomming te worden gegeven. Vervolgens dient het geheel te worden afgesloten met een samenvatting, zodat een overzichtelijk geheel ontstaat dat voor publiek goed te raadplegen is.
Wat betreft de voorgenomen activiteiten en de alternatieven daarvoor, zijn wij van mening dat dienaangaande voldoende duidelijkheid is verschaft in zowel de besluit-MER(‘en) als in het plan-MER. Zoals eerder aangegeven, kan het (Plan-) MER worden gezien als een aanvulling op de eerdere besluit-MER’en. Het is om die reden dat er op een aantal plaatsen in het dossier wordt gesproken over het aanvullende (Plan-) MER. Verder verklaart vorenstaande dat in het (Plan-) MER bijvoorbeeld wel is ingegaan op de referentiesituatie en het voorkeursalternatief, maar dat er geen nieuwe alternatieven aan de orde zijn gesteld, aangezien er reeds een uitputtend alternatievenonderzoek in de besluitm.e.r.-procedure is verricht. De in dat kader gemaakte afwegingen zijn nog steeds valide (zie daaromtrent hoofdstuk 3 van het (Plan-) MER). Overigens is er in het kader van de inspraak op het (Plan-) MER door niemand, derhalve ook niet door inspreker, een concreet nieuw alternatief geopperd dat in het kader van de uitvoering van m.e.r. (alsnog) zou moeten worden onderzocht. Inmiddels is het bestendige jurisprudentie dat de inspraak voorafgaande aan het opstellen van het MER het geëigende en in beginsel exclusieve kader is voor discussie over in een dergelijk rapport te beschrijven alternatieven. Wat betreft de eerder vastgestelde plannen die betrekking hebben op de voorgenomen activiteit en de beschreven alternatieven, zij er op gewezen dat die informatie reeds is aan te treffen in de eerdere besluit-m.e.r.’s en in de Startnotitie MER/ Tracéstudie N381 d.d. 13 november 2007. Daarnaast miskent inspreker dat in het (Plan-) MER in bijvoorbeeld paragraaf 5.2 melding wordt gemaakt van relevante beleidskaders/plannen. De overige informatie is eveneens
Pagina 85
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens aanwezig, zij het dat in het (Plan-) MER geen doublures zijn opgenomen ten opzichte van hetgeen in de besluit-MER’en is opgenomen en dat de samenvatting eerst later tot stand is gebracht. Deze samenvatting is inmiddels op 26 augustus geopenbaard. Men gaat voorbij aan realisatie van nieuw stuk snelweg ter hoogte van Weinterp. Milieueffectrapportage heeft daar geen betrekking op en voor zover er een rapportage ligt, is deze gebaseerd op oude regelgeving en derhalve onbruikbaar.
In het Realisatiebesluit is een aantal wijzigingen in het tracé doorgevoerd (onderdoorgangen in plaats van viaducten). Een daarvan heeft betrekking op de aansluiting Weinterp. Evenwel zijn vorenbedoelde wijzigingen, waaronder derhalve de aansluiting Weinterp begrepen, niet substantieel van aard (de ligging en omvang van de N381 zijn in overwegende mate ongewijzigd gebleven). Het is bestendige jurisprudentie dat in die situaties geen reden bestaat om niet langer uit te gaan van een reeds eerder opgesteld MER. Daarenboven is in het aanvullende (Plan-) MER expliciet ingegaan op de relevante milieugevolgen van de doorgevoerde ondergeschikte wijzigingen.
Volgens inspreker ontbreekt deugdelijke financië- Wij hebben in de plantoelichting van het PIP le onderbouwing voor het project. inzicht gegeven in de financiële onderbouwing van het project. Men suggereert een positief effect op geluidsbelasting ten gevolge van verdiept aanleggen Weinterp, waarbij verdiepte aanlegging tot gevolg zou hebben dat deuk zou ontstaan in 48 dB contour. Aanname is onjuist. Perceel ligt ruim binnen ingedeukte contour. Effecten van toe- en afritten zijn buiten beschouwing gelaten. Men vergeet dat toe- en afritten thans niet bestaan en als nieuwe geluidsbron in berekeningen moeten worden meegenomen. Die toe- en afritten zijn niet verdiept en bevinden zich pal naast woning cliënt. Geluidsbelasting, luchtkwaliteit en belasting door roet en fijn stof die daaruit worden gegenereerd, worden in geen enkele berekening meegenomen.
In het akoestisch rekenmodel is rekening gehouden met de toe- en afritten. Deze zijn conform het tracéontwerp N381 gemodelleerd. Ten aanzien van de luchtverontreinigende stoffen, fijn stof en stikstofdioxide wordt ruimschoots aan de grenswaarden voldaan (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310).
Er wordt verzuimd rekening te houden met concentratie-effecten van tunnelbuis of goot en neerslaan van vervuilde lucht op directe omgeving en effecten daarvan op gezondheid van direct aanwonenden.
Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de luchtkwaliteit in niet stedelijke gebieden bijna altijd voldoet aan de normen, zeker in NoordNederland. Uit het verrichte luchtkwaliteitsonderzoek (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310) blijkt dat de berekende concentraties fors lager liggen dan de maximaal toegestane hoeveelheid. Het toepassen van een tunnel(bakconstructie) in het nieuwe tracé van de N381 is nauwelijks van invloed op de lokale luchtkwaliteit. Bij tunnels ontstaat een eventueel probleem namelijk altijd bij de tunnelmonden. Van een tunnel is hier ech-
Pagina 86
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
In MER-rapportage worden verkeerde uitgangspunten gehanteerd voor grondwaterproblematiek. Gesteld wordt dat grondwaterstand wordt verlaagd tot 2,27 meter onder NAP. Men miskent dat tijdelijke verlaging (noodzakelijk voor aanleg tunnel) zich manifesteert in droogvallen van fundering woning cliënt. Hierdoor wordt in korte tijd de fundering aangetast, wat leidt tot zettingschade welke blijvend is. Conclusie dat permanente effecten van tijdelijke grondwaterverlaging op neutraal moeten worden beoordeeld is evident onjuist. Onderzoekers miskennen dat perceel van cliënt op 6 meter boven NAP ligt.
ter geen sprake. Het nieuwe tracé van de N381 wordt weliswaar verdiept aangelegd, maar de beoogde constructie krijgt niet de vorm van een tunnel. Er is eerder sprake van een viaduct in de Weinterp (welke op maaiveldniveau blijft liggen), waar de verdiept aangelegde N381 onder doorgaat. Aangezien het kunstwerk niet wordt uitgevoerd als een tunnel, zal er ook geen sprake zijn van een verhoogde concentratie van schadelijke stoffen bij de tunnel in-/uitgang. Er is dan ook geen aanleiding om een andere rekenmethodiek toe te passen. In het onderzoek is getoetst of wordt voldaan aan de grenswaarden voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). Dit blijkt het geval. Hieruit mag geconcludeerd worden dat ook aan de grenswaarden voor de overige relevante stoffen wordt voldaan. Beïnvloeding van de omgeving door tijdelijke grondwaterstandverlagingen zullen waar mogelijk worden voorkomen door het nemen van maatregelen (bijvoorbeeld rondpompen van grondwater). Peilbuizen zullen worden geplaatst om de gevolgen van grondwaterstandverlagingen in beeld te houden en de maatregelen hierop af te stemmen. Gevoelige objecten zullen op voorhand door middel van een nulmeting waarin de huidige situatie wordt vastgelegd. Mochten er ondanks de te nemen maatregelen bij of na uitvoering (gevolg-) schade ontstaan, dan is dit aantoonbaar en kan de schade op de veroorzaker worden verhaald.
Nieuwe tracégedeelte staat ingetekend voor een thans onbebouwd gedeelte bij de Weinterp. Dit gebied is één van de donkerste plekken in Nederland. Bij woning cliënt is kruising voorzien met op- en afritten. Dergelijke kruisingen dienen vanuit eisen verkeersveiligheid ’s avonds en ’s nachts continue verlicht te worden. Dit betekent onnodige lichtvervuiling die van invloed is op nachtleven van mens en dier.
Het uitgangspunt is dat verlichting rond de N381 alleen wordt toegepast op plekken waar dit omwille van (sociale) veiligheid noodzakelijk is (zie ook Beleidsnota openbare verlichting Fryslân).
Cliënt wijst erop dat gebied zonder lichtvervuiling uitermate belangrijk en schaars goed is en behouden dient te blijven. Deze aspecten worden in de MER-rapportage genegeerd. Men gaat er ten onrechte vanuit dat geen licht wordt toegepast tijdens aanlegfase. Men miskent dat een in aanbouw zijnde weg een gevaarobject is dat gedurende de avond en nacht continue verlicht moet worden.
In de Projectnota/ MER N381 Drachten – Drentse grens is in de effectbeschrijving (hoofdstuk 8 mitigerende en/of compenserende maatregelen) aangegeven dat de schade aan het landschap kan worden beperkt door de N381 zonder straatverlichting aan te leggen. Het toepassen van straatverlichting verstoort namelijk het open karakter van het gebied en voegt extra lijnen toe aan het landschap. Opgemerkt is wel dat rekening gehouden moet worden met de verkeersveiligheid van de nieuw aan te leggen weg. Wij vinden lichthinder niet een onderscheidend aspect in de tracékeuze, maar houden bij de inpassing en uitvoering van het tracé wel rekening
Pagina 87
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens met dit aspect. Overigens heeft in 2010 de conceptnotitie reikwijdte- en detailniveau voor het (Plan-) Milieueffectrapport nog ter inzage legen. Tijdens de inspraakperiode heeft u niet verzocht om het aspect ‘lichthinder’ mee te nemen in de effectbeschrijving van het (Plan-) Milieueffectrapport. In de passende beoordelingen die integraal deel uitmaken van het (Plan-) MER is wel degelijk ingegaan op lichthinder. Het uitgangspunt is dat verlichting rond de N381 alleen wordt toegepast op plekken waar dit omwille van (sociale) veiligheid noodzakelijk is (zie ook Beleidsnota openbare verlichting Fryslân). Hoewel mogelijk enige mate van lichthinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van insprekers. De werkzaamheden zullen hoofdzakelijk binnen normale werkuren worden uitgevoerd waarbij nauwelijks sprake is van extra licht. Gedurende de uitvoeringsperiode zullen er plaatselijk veiligheidsvoorzieningen worden getroffen, zodat de werkplek onder andere voor de omgeving veilig gemarkeerd is. In de avond en nacht zullen deze voorzieningen worden verlicht/ aangelicht teneinde ook in de donkere uren een veilige situatie te creëren. Deze verlichting is slechts zeer lokaal en niet overheersend aanwezig. Optische verstoring vindt met name plaats waar auto’s stoppen of plotseling van richting of snelheid veranderen. Deze situatie doet zich voor bij de Weinterp.
De woning van uw cliënt is geprojecteerd richting het zuiden. De Weinterp ligt ten opzichte van deze woning in noordelijke richting. Ook worden tussen de woning van uw cliënt - aanvullend op de bestaande bosschages - en de Weinterp bosschages aangeplant, die aansluiten bij de kernkwaliteiten van het landschap. De optische verstoring voor uw cliënt zal ter plaatse van de Weinterp minimaal zijn. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van insprekers.
Effecten van bestaande vliegroute op geluid, In en direct rondom luchthavens kan sprake zijn luchtkwaliteit en externe veiligheid, zijn buiten van overlast als gevolg van vliegverkeer. Voor Pagina 88
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens beschouwing gelaten. Provincie oppert dat het hier om militair vliegverkeer gaat dat op grond van toepasselijke regelgeving buiten beschouwing mag worden gelaten. Dit is onjuist omdat het hier zones voor laagvliegend verkeer betreft die ook door kleinere vliegvelden op Ameland, Drachten, Eelde en Lelystad worden gebruikt. Daarnaast volgen veel reguliere militaire vluchten deze route, in toenemende mate wordt deze route ook gebruikt door helikopterverkeer.
deze gebieden zijn op grond van de Wet luchtvaart (of daarop gebaseerde regelgeving) geluidszones vastgesteld, waaruit blijkt wat de maximale geluidsbelasting rond een luchthaven mag zijn. De overlast voor de omgeving ontstaat vooral als gevolg van aankomend en vertrekkend vliegverkeer. Op ruimere afstand van de luchthavens is geen sprake meer van geluidszonering. Vliegtuigen (die worden ingezet op reguliere vluchten) bevinden zich in onderhavige situatie in de regel op minimaal 400 m hoogte. Concreet betekent dit dat er geen geluidszonering geldt ter hoogte van Weinterp 27 als gevolg van vliegverkeer.
De Wet geluidhinder schrijft in artikel 110f voor in welke gevallen er formeel onderzoek naar eventuele cumulatie van geluidbronnen dient plaats te vinden. Dit betreft enkel de door de Wet geluidhinder gereguleerde bronnen (wegverkeerslawaai, industrielawaai e.d.), alsmede voor een met het oog op de geluidsbelasting vastgesteld beperkingengebied als wordt bedoeld in hoofdstuk 8 (burgerluchthavens) of artikel 10.17 (militaire luchthavens) van de Wet luchtvaart. Bij de laagvliegroute voor de militaire vliegbasis Leeuwarden is geen sprake van een op grond van artikel 10.17 met het oog op de geluidsbelasting vastgesteld beperkingengebied. Er bestaat dus ook geen formele verplichting om de laagvliegroute in het akoestisch onderzoek te betrekken. Inhoudelijk zij nog het volgende over de vliegroute opgemerkt. Vanuit vliegbasis Leeuwarden is er een militaire noodzaak voor laagvliegen op hoogtes tussen de 75 en 400 m. De laagvliegroute is ongeveer 4 km breed en komt bij het Lauwersmeer de provincie Fryslân binnen. Vervolgens gaat de route langs de oostkant van Drachten in de richting van Zwolle. Het laagvliegen veroorzaakt helaas onvermijdbaar enige hinder voor mensen die onder of in de buurt van de route wonen. Daarom mag er op jaarbasis slechts een beperkt aantal vluchten in de laagvliegroute gepland worden. Ook is afgesproken dat de route op vrijdagen gesloten is, uitgezonderd bij enkele incidentele oefeningen. Enerzijds is er geen sprake van een continue geluidsbron. Anderzijds is de Europese richtlijn voor omgevingslawaai niet van toepassing op militair vliegverkeer. De vliegpatronen van militaire vliegtuigen wijken namelijk af van die van Pagina 89
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens burgervliegtuigen. Hiermee wordt in de bestaande rekenmodellen onvoldoende rekening gehouden. Er is dan ook geen goede rekenmethodiek beschikbaar om geluidsoverlast als gevolg van militair vliegverkeer inzichtelijk te maken. Cliënt maakt bezwaar tegen nieuw te realiseren bestemming bos gelegen tussen de tunnelbak en perceel cliënt. In die bestemming wordt geen rekening gehouden met realiseren van geluidwerende voorzieningen. Dergelijke voorzieningen zijn onvermijdelijk gelet op de ter plaatse geldende milieuwetgeving. Cliënt stelt voor om in beoogd bosperceel een hoge geluidswal te realiseren achter de bosschages langs de tunnelbak. Na inrichting mag dit perceel aan cliënt worden overgedragen, zodat cliënt zelf voor onderhoud kan zorgen. Cliënt vindt redenering dat geen geluidwerende voorzieningen worden gerealiseerd omdat dit afbreuk zou doen aan landschappelijke waarde onbegrijpelijk. Zonder afbreuk te doen aan landschappelijke beeld kan in bosperceel tussen Weinterp 27 en tunnelbak een hoge geluidwal worden gerealiseerd die volledig aan het zicht onttrokken is. Er kan hier worden gewerkt met een gesloten grondhuishouding, door de vrijkomende grond van de tunnelbak te gebruiken voor de geluidwal.
Wij hebben mede op verzoek van uw cliënt de bestemming bos, gelegen tussen de onderdoorgang en het perceel van uw cliënt, toegekend. Naar de geluidbelasting is zorgvuldig onderzoek gedaan. Er heeft een zorgvuldige afweging plaatsgevonden met betrekking tot de mogelijkheid van het treffen van geluidbeperkende voorzieningen en het nemen van geluidafschermende maatregelen. Ondanks dat het toepassen van tweelaags ZOAB (financieel) niet doelmatig is, heeft de provincie gekozen om wel tweelaags ZOAB toe te passen op de N381, omdat de provincie Fryslân het woon- en leefmilieu belangrijk vindt (zie ook paragraaf 1.3.3). Wij hebben in de kostenraming financiële middelen gereserveerd om tweelaags ZOAB (of een qua eigenschappen vergelijkbaar asfalttype) toe te passen. Voorts is voor de woningen waarvoor een hogere grenswaarden is voorzien onderzocht of het toepassen van afschermende maatregelen doeltreffend is. Dit blijkt voor geen van de woningen, waaronder de woningen aan de Weinterp, het geval te zijn (Notitie V.2010.1601.02.N001, N381 Drachten - Drentse grens, Doelmatigheidsonderzoek geluidsmaatregelen, aanvullende schermen, DGMR d.d. 8 september 2011) . Het gebied ter plaatse van de Weinterp is gelegen in het woudontginningen landschap. De woudontginningen worden gekenmerkt door een concentratie van dichte lintbebouwing langs rechtlijnige wegen die de zandrug volgen. Wegen worden begeleid door laanbeplanting. Opstrekkende verkaveling staat haaks op de linten. Het is een gebied met een kleinschalig karakter door opgaande beplanting, boskavels, singels en houtsingels. Deze lopen meestal met de kavelrichting mee. Een kernkwaliteit van de woudontginningen is de verkavelingsrichting haaks op de hoofdwegen, die van beplanting zijn voorzien. Het aanleggen van nieuwe houtsingels op een wal (boomwal) past wel binnen de Landschappelijke Inpassingsvisie. Deze wallen hebben een hoogte van circa 1 á 2 meter. Op deze wallen kunnen dan houtsingels worden geplaatst.
Pagina 90
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Wij zijn altijd bereid om met uw cliënt in overleg te treden. Wij hebben dit in een persoonlijk gesprek met u en uw cliënt op 19 april 2011 aangegeven dat we bereid zijn om een dergelijk grondwalletje in te passen. U heeft nog geen gebruik gemaakt van dit aanbod om met ons in overleg te treden. Er wordt gestreefd naar een gesloten grondbalans voor het totale werk en er worden geen geluidswallen in het projectgebied aangelegd. Op enkele locaties kunnen de boomsingels op grondwalletjes (1 á 2 meter) worden aangelegd. Het uitgangspunt is hiervoor de Landschappelijke Inpassingsvisie.
Gelet op feit dat er diverse agrarische bestemmingen worden benoemd, dient stikstof en ammoniak depositie op de kwetsbare gebieden in het kader van de Wet Ammoniak en Veehouderij en de Natura 2000-gebieden te worden behandeld. • Geurbelasting; • Luchtkwaliteit; • Bodem en grondwater; • Waterhuishouding en oppervlakte waterkwaliteit; • Geluid; • Gezondheid; • Externe veiligheid; • Verkeer; • Landschappelijke inpassing; • Ruimtegebrek; • Archeologie en cultuurhistorie; • Flora en fauna.
De N-depositie is voor wat betreft het PIP relevant in het kader van de luchtkwaliteitregelgeving en de natuurbeschermingswetregelgeving. Uit het verricht luchtkwaliteitonderzoek alsmede uit de bij de (Plan-) MER gevoegde passende beoordelingen blijkt dat de N-depositie ten gevolge van de in het PIP voorziene N381 niet tot gevolg heeft dat het N381-project niet kan worden uitgevoerd. Het is ons niet duidelijk hoe de Wet Ammoniak en Veehouderij had moeten worden betrokken bij het PIP. Inspreker geeft daarvoor geen enkele motivering. Dat geldt ook voor de overige door hem genoemde aspecten. Wij zijn van mening dat alle relevante milieufactoren in de uitgevoerde milieueffectrapportages aan de orde zijn gekomen.
Een aantal van bovenstaande onderwerpen worden ten onrechte niet behandeld in de milieu effectrapportage. Ontwerp besluit hogere waarden is niet geba- Verwezen wordt naar de hiervoor opgenomen seerd op feiten en gaat uit van onjuistheden. Cli- reactie op het onderzoek van Peutz. De door ent verwijst hierbij naar commentaar Peutz. Peutz ingebrachte punten zijn niet relevant. Er is geen reden om te twijfelen aan de resultaten en de conclusies van het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) of anderszins. Cliënt stelt vast dat provincie in reactienota op groot deel van bezwaren en opmerkingen van cliënt niet is ingegaan. Bij gebrek aan betwisting gaat cliënt ervan uit dat opmerkingen en bezwaren gegrond zijn.
Wij zijn van mening dat wel degelijk adequaat op de eerder uitgebrachte zienswijzen is gereageerd. Inspreker geeft ook niet concreet aan waar dat volgens hem niet is gebeurd. De veronderstelling eerdere dat eerdere opmerkingen
Pagina 91
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens en bezwaren gegrond zijn, is derhalve onjuist Alle inspraakreacties op het voorontwerp PIP zijn beantwoord in de reactienota op het voorontwerp PIP en de conceptnotitie reikwijdte en detailniveau. In de reactienota is aangeboden dat als u een toelichting wenst dat u contact kunt opnemen met de medewerkers van het Infocentrum N381. U heeft hier geen gebruik van gemaakt. Wij gaan er om deze reden vanuit dat alle inspraakreacties adequaat zijn beantwoord. Wij hebben u uitgenodigd om op 19 april 2011 langs te komen. Tijdens dit bezoek hebben we u een mondelinge toelichting gegeven op de door u ingediende inspraakreactie. Cliënt reageert op reactienota van provincie: • Tracékeuze wordt pas voor het eerst vormgegeven in het inpassingsplan, cliënt kan pas bij die gelegenheid hierop reageren. In kader van goede ruimtelijke ordening acht cliënt de omlegging van het tracé bij de Weinterp geen goede keuze.
Wij willen u verwijzen naar paragraaf 1.3.2. De tracévaststelling is tot stand gekomen op basis van een zorgvuldig doorlopen democratisch besluitvormingsproces. Wij zijn van oordeel dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
•
Provincie miskent dat rijksbeleid is gewijzigd ten opzichte van provinciaal beleid en dat provinciaal beleid niet aansluit op rijksbeleid.
Op grond van het nationaal ruimtelijk beleid is de aanleg van infrastructuur binnen nationale landschappen, natuurgebieden en de EHS mogelijk. Bij het opstellen van het provinciaal beleid is het nationaal ruimtelijk beleid betrokken. De opwaardering van de N381 tot een stroomweg met ongelijkvloerse kruisingen vloeit voort uit de Provinciaal Verkeer- en Vervoerplannen van 1999 en 2006 en het Streekplan 2007 en is in overeenstemming met het voor dit infrastructureel project relevante (provinciaal) ruimtelijk en vervoersbeleid, waaronder het EHS-beleid. Wij willen u ook verwijzen naar paragraaf 1.3.1.
•
Verwijzing naar MER-rapportage snijdt geen hout omdat bedoelde effecten niet zijn onderzocht en bovendien voldoet deze MER-rapportage niet aan de wettelijke eisen.
Hiervoor is reeds ingegaan op de doorlopen m.e.r.’s . Daaruit volgt dat wij van mening zijn dat wel degelijk is voldaan aan de wettelijke eisen en dat het milieubelang een volwaardige plaats in besluitvorming heeft verkregen. De Commissie m.e.r. heeft ook positieve adviezen gegeven over zowel de besluit-MER’en als het (Plan-)MER.
•
Maximale toename van geluidbelasting wordt ruimschoots overschreden. Provincie miskent dat woning cliënt zeer geluidsgevoelig is en, gelet op bouwaard, belast zal worden met veel te hoog geluidniveau in de woning. Zelfs met besluit hogere waarde zal onvoldoende geluidsreductie worden behaald. Verzoek tot af-
Dit onderdeel van de zienswijze betreft een herhaling van een deel van de eerdere delen. Voor een reactie op dit onderdeel verwijzen wij derhalve naar de beantwoording zoals deze hiervoor reeds is opgenomen.
Pagina 92
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens gifte van het model is geweigerd. Dit is in strijd met beginsel van equality of arms en strijdig met Wet openbaarheid van bestuur. Dit klemt temeer nu het bestuur zich op de onderliggende berekeningen beroept. In dat geval maken de stukken deel uit van besluitvorming en moeten ze ter inzage worden gegeven. •
Wet maakt geen onderscheid in geluidsbronnen. Er is geen enkele wettelijke basis voor een argument om geluidsbelasting van laagvliegzone buiten beschouwing te laten. De Wet geluidhinder maakt geen onderscheid tussen geluid geproduceerd door civiele voertuigen of militaire voertuigen.
De stelling dat de Wgh geen onderscheid maakt naar geluidsbronnen is onjuist. De wet geluidhinder is juist gebaseerd op de beperking van geluidhinder van verschillende bronnen (wegverkeerslawaai, spoorweglawaai, industrielawaai). De Wet geluidhinder schrijft in artikel 110f voor in welke gevallen er onderzoek naar eventuele cumulatie van geluidbronnen dient plaats te vinden. Dit betreft enkel de door de Wet geluidhinder gereguleerde bronnen alsmede voor een met het oog op de geluidsbelasting vastgesteld beperkingengebied als bedoeld in hoofdstuk 8 (burgerluchthavens) of artikel 10.17 (militaire luchthavens) van de Wet luchtvaart. Bij de laagvliegroute is geen sprake van een op grond van artikel 10.17 met het oog op de geluidsbelasting vastgesteld beperkingengebied.
•
Inspreker bestrijdt dat geactualiseerde flora- en faunaonderzoek uit 2010 overeenkomstig de aangepaste wetgeving is gedaan. Het rapport is gebaseerd op oude grondslagen en niet alle wettelijk voorgeschreven onderwerpen zijn meegenomen.
Inspreker merkt op dat het flora- en faunaonderzoek niet overeenkomstig de aangepaste regelgeving is en dat het niet alle onderwerpen zou bevatten. Wij zijn van mening dat het onderzoek wel degelijk voldoet aan de geldende wet- en regelgeving en alle onderwerpen bevat welke in een dergelijk onderzoek dienen te worden opgenomen. Inspreker laat ook na om concreet te maken in welke zin het onderzoek niet overeenkomstig de aangepaste regelgeving is gedaan, noch geeft hij aan welke onderwerpen in het onderzoek zouden missen.
•
Op plankaart staat Weinterp 27 niet aangegeven met bestemming ‘waarde archeologie’. Volgens cliënt is regime van artikel 11.3d op onderhavige locatie niet van toepassing. Bovendien worden met dat artikel de archeologische waarden niet beschermd. Problemen op gebied van archeologische bescherming worden dus doorgeschoven naar aannemer die tegen probleem kan aanlopen dat voorgenomen kunstwerk op onderhavige locatie niet gerealiseerd kan worden. Daarmee komt als wezenlijk onderdeel van de N381 de gehele reconstructie op de helling te staan. Dat getuigt niet van een goede ruimtelijke ordening.
Het perceel aan de Weinterp 27 te Wijnjewoude valt buiten de grenzen van het PIP N381. Voor deze gronden wijzigt de bestemming niet en bestaat derhalve ook geen aanleiding om in het PIP voor deze gronden een regeling te treffen in verband met archeologie, dan wel voor deze gronden (nader) archeologisch onderzoek te verrichten. Voor een deel van de gronden naast het perceel Weinterp 27 is in het PIP in een dubbelbestemming voor de archeologische waarden voorzien. Wij zijn van mening dat de mogelijke archeologische waarden daarmee voldoend zijn beschermd. In het PIP heeft een aantal gronden de bestemming waarde archeologie gekregen. In artikel 12 van de planregels van het PIP N381 is geborgd dat de aanvrager
Pagina 93
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens een archeologisch onderzoek dient te overleggen op grond waarvan kan worden vastgesteld of en zo ja, in hoeverre archeologische waarden worden verstoord. •
•
•
•
•
Resultaten van sondering zijn niet bij planvorming betrokken. Conclusies in reactienota zijn voorbarig en kunnen niet gebaseerd zijn op de bodemonderzoeken. Gegevens over bodemgesteldheid bevinden zich niet bij de ter inzage gelegde stukken, zodat moet worden aangenomen dat ze geen onderdeel uitmaken van de besluitvorming. In sondering wordt alleen maar overzicht gegeven van de samenstelling van de bodem. Voor een goede ruimtelijke ordening is het zaak dat ook inzichtelijk gemaakt wordt dat het project technisch uitvoerbaar is en of het financieel haalbaar is.
Door de Fugro is voor het gehele tracé een uitgebreid grondonderzoek uitgevoerd in de vorm van 37 boringen, 401 diepsonderingen en 11 sonderingen met meting van waterspanning. Dit grondonderzoek maakt wel onderdeel uit van de technische voorbereiding van de aanleg van de N381, maar niet van de planologische procedure voor het PIP en heeft derhalve niet ter inzage gelegen.
Voor het verrichten van onderzoeken naar de technische bodemgesteldheid en/of het eventueel treffen van maatregelen in de technische uitvoering zijn voldoende middelen in de exploitatie gereserveerd. Er bestaat geen aanleiding om aan te nemen dat de realisatie technisch of financieel niet uitvoerbaar zou zijn.
Er is geen onderzoek gedaan naar kwetsbaarheid van perceel cliënt voor wijzigin- De bodemgesteldheid van het perceel van de inspreker wijzigt niet en de waterhuishouding gen in bodemgesteldheid. van de omgeving blijft gehandhaafd derhalve is er geen noodzaak om hier nader onderzoek te verrichten. Er bestaat voorts geen reden om aan te nemen dat ter plaatse van de Weinterp 27 het realiseren van het kunstwerk niet mogelijk is en/of dat dit onaanvaardbare gevolgen voor inspreker zal hebben. Voor wat betreft de realisatie van het project met een gesloten grondhuishouding Er wordt gestreefd naar een gesloten grondbawordt niet duidelijk of overtollige grond lans voor het totale werk en er worden geen gebruikt zal worden voor realiseren van geluidswallen in het projectgebied aangelegd. Op enkele locaties kunnen de boomsingels op geluidswal. grondwalletjes (1 á 2 meter) worden aangelegd. Het uitgangspunt is hiervoor de Landschappelijke Inpassingsvisie. Conclusie van provincie dat bodemdaling in omgeving ten gevolge van tijdelijke De gevolgen van tijdelijke peilverlagingen ten peilverlaging en na realisatie niet aan de gevolge van de werkzaamheden zijn duidelijk in orde is, is voorbarig en onlogisch. Door beeld gebracht. Er heeft geotechnisch en geotijdelijke peilverlaging vindt altijd inklinking hydrologisch onderzoek plaatsgevonden en de plaats met als gevolg verzakkingver- effecten zijn in beeld gebracht van mogelijke schijnselen. Provincie miskent het feno- tijdelijke peilverlagingen in de omgeving. De meen van droogvallende funderingpaal- kwaliteit van gebouwen welke in de invloedskoppen. Door droogvallen funderingen, sfeer van de peilverlagingen liggen zullen waar inklinken van grond en wegrotten van nodig op voorhand bouwtechnisch geïnventaripaalkoppen, raken gebouwen onherstel- seerd worden. Deze gegevens worden notarieel vastgelegd om in geval van schade als referenbaar beschadigd. tiekader te kunnen gelden. Bouwtechnische Pagina 94
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens schade als gevolg van de werkzaamheden en de bijbehorende herstelkosten kunnen met behulp hiervan voor alle partijen goed worden bepaald. •
Provincie miskent dat risicoanalyse die in tussentijd gemaakt is, geen antwoord geeft op vraag wat risico’s zijn in relatie tot tunnelbak en haar directe omgeving. Risicoanalyse heeft geen betrekking op feit dat in tunnelbak verkeerdeelnemers geen kant uit kunnen.
•
Algemeen onderzoek naar luchtkwaliteit is volgens cliënt niet voldoende. Wanden van tunnelbuis zijn 5 meter hoog en vormen een trechter van verontreinigde lucht omdat de verontreiniging is ingesloten door hoge tunnelwanden. Bij weinig wind zal lucht tussen wanden blijven hangen en in golven over rand verdwijnen, direct over naastgelegen woningen. Volgens inspreker vindt er concentratie van verontreiniging plaats die wel degelijk van invloed kan zijn op grenswaarden zoals dat ook bij gesloten tunnels het geval is. De conclusies die in het algemene onderzoek worden getrokken, zijn niet maatgevend voor onderhavige planonderdeel ter hoogte van perceel cliënt.
•
Het buiten beschouwing laten van normen
Voor het project zijn en worden regelmatig risicoanalyses uitgevoerd voor alle aspecten, fases en onderdelen van het project. Ook de veiligheidsaspecten bij onder andere calamiteiten in tunnels/tunnelbakken (zogenaamde externe veiligheid) zijn basisgegevens voor het ontwerp van deze constructies. Daarnaast gelden voor deze constructies de ontwerprichtlijnen en landelijke eisen en richtlijnen. In tegenstelling tot hetgeen inspreker aangeeft wordt ter plaatse ook geen tunnelbuis gerealiseerd, maar wordt een onderdoorgang aangelegd. Bij het opgestelde rapport externe veiligheid (“Externe veiligheid Provinciaal inpassingsplan N381, Rapportage”, Arcadis d.d. 16 mei 2010, kenmerk 074687378:A!) is wel degelijk rekening gehouden met de onderdoorgang ter plaatse van de Weinterp (zie p. 16 van voornoemd rapport). Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de luchtkwaliteit in niet stedelijke gebieden bijna altijd voldoet aan de normen, zeker in NoordNederland. Uit het verrichte luchtkwaliteitsonderzoek (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310) blijkt dat de berekende concentraties fors lager liggen dan de maximaal toegestane hoeveelheid. Het toepassen van een tunnel(bakconstructie) in het nieuwe tracé van de N381 is nauwelijks van invloed op de lokale luchtkwaliteit. Bij tunnels ontstaat een eventueel probleem namelijk altijd bij de tunnelmonden. Van een tunnel is hier echter geen sprake. Het nieuwe tracé van de N381 wordt weliswaar verdiept aangelegd, maar de beoogde constructie krijgt niet de vorm van een tunnel. Er is eerder sprake van een viaduct in de Weinterp (welke op maaiveldniveau blijft liggen), waar de verdiept aangelegde N381 onder doorgaat. Aangezien het kunstwerk niet wordt uitgevoerd als een tunnel, zal er ook geen sprake zijn van een verhoogde concentratie van schadelijke stoffen bij de tunnel in-/uitgang. Er is dan ook geen aanleiding om een andere rekenmethodiek toe te passen. In het onderzoek is getoetst of wordt voldaan aan de grenswaarden voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). Dit blijkt het geval. Hieruit mag geconcludeerd worden dat ook aan de grenswaarden voor de overige relevante stoffen wordt voldaan.
Pagina 95
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens die in 2015 zullen gaan gelden, is in het kader van goede ruimtelijke ordening onverteerbaar. Stelling dat wettelijke norm vanaf 2015 minder streng zou zijn dan de 24-uurs gemiddelde norm is onjuist. Bovendien is wel of niet overschrijden van die vermeende normen niet onderzocht. Vast staat dat er een zeer schadelijk milieueffect uit gaat van de kleine deeltjes verontreiniging dat hierover in het kader van goede ruimtelijke ordening onderzoek naar moet worden gedaan.
•
Provincie verweert zich met stelling dat planschade wel voor nadeelcompensatie zal zorgen. Het gaat erom dat in het huidige plan de op- en afritten worden gerealiseerd, die voorzien moet worden van uitvoerige verlichting in verband met verkeersveiligheid op een locatie die zich tot op heden kenmerkt door volstrekte duisternis in nachtelijke uren. Dit klemt temeer daar deze locatie in nabijheid is van beschermd natuurgebied. Visuele hinder in de zin van uitzicht zou weggenomen kunnen worden door bosperceel. Dit zou gepaard moeten gaan met een hoge aarden wal om ook reductie te bereiken op gebied van geluidshinder. In het kader van een goede ruimtelijke ordening moeten dit soort zaken in de bestemming worden meegenomen. Dergelijke afscheiding draagt ook bij aan vermindering van effecten van halteplaats op omliggende percelen.
Hoewel inspreker dit niet preciseert, lijkt hij in zijn zienswijze ook te doelen (“kleine deeltjes verontreiniging”) op de in 2015 gaan geldende norm voor de zeer fijne stofdeeltjes PM2,5. Op grond van de Wet milieubeheer behoeft aan deze norm thans nog niet te worden getoetst, ook niet als het plan mogelijk na 2015 gevolgen voor de luchtkwaliteit kan hebben. Uit het verrichte luchtkwaliteitsonderzoek blijkt voorts dat overal langs de N381 aan de norm voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) zal worden voldaan.
Het uitgangspunt is dat verlichting rond de N381 alleen wordt toegepast op plekken waar dit omwille van (sociale) veiligheid noodzakelijk is. De woning van uw cliënt is geprojecteerd richting het zuiden. De Weinterp ligt ten opzichte van deze woning in noordelijke richting. Ook worden tussen de woning van uw cliënt - aanvullend op de bestaande bosschages - en de Weinterp bosschages aangeplant, die aansluiten bij de kernkwaliteiten van het landschap. De eventuele lichtverstoring voor uw cliënt zal ter plaatse van de Weinterp minimaal zijn. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van insprekers. Het gebied ter plaatse van de Weinterp is gelegen in het woudontginningen landschap. De woudontginningen worden gekenmerkt door een concentratie van dichte lintbebouwing langs rechtlijnige wegen die de zandrug volgen. Wegen worden begeleid door laanbeplanting. Opstrekkende verkaveling staat haaks op de linten. Het is een gebied met een kleinschalig karakter door opgaande beplanting, boskavels, singels en houtsingels. Deze lopen meestal met de kavelrichting mee. Een kernkwaliteit van de woudontginningen is de verkavelingsrichting haaks op de hoofdwegen, die van beplanting zijn voorzien. Het aanleggen van nieuwe houtsingels op een wal (boomwal) past wel binnen de Landschappelijke Inpassingsvisie. Deze wallen hebben een hoogte van circa 1 á 2 meter. Op deze wallen kunnen dan houtsingels worden geplaatst. Wij zijn altijd bereid om met uw cliënt in overleg te treden. Wij
Pagina 96
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens hebben dit ook in een persoonlijk gesprek met u en uw cliënt op 19 april 2011 aangegeven dat we bereid zijn om een dergelijk grondwalletje in te passen. U heeft nog geen gebruik gemaakt van dit aanbod om hierover met ons in overleg te treden. Wij zijn van oordeel dat we voldoen aan een goede ruimtelijke ordening. •
•
•
Provincie geeft in reactienota aan dat exacte locatie van halte ter plaatse nog in onderzoek is, maar provincie heeft in persoonlijk gesprek laten weten niet voornemens te zijn om locatie te wijzigen. Dit betekent dat men op een andere manier tot inperking van de overlast moet komen en dit dient mee te nemen in de planvorming. Dat er geen juridische noodzaak zou zijn om passende maatregelen te treffen wordt door cliënt uitdrukkelijk ontkend en betwist. Uit rapportage Peutz blijkt dat niet aan alle normen wordt voldaan en dat een besluit hogere waarden niet het gewenste resultaat oplevert om plan in ongewijzigde vorm te kunnen uitvoeren.
Provincie miskent dat schouwsloot (die grens vormt tussen perceel cliënt en naastgelegen perceel waarin oprit wordt gerealiseerd naar N381), voldoende ruimte moet laten om met daartoe geëigende machines de sloot te kunnen schoonmaken. Slootzijde aan zijde cliënt kan niet met machines benaderd worden. Huidige opzet van plan biedt onvoldoende ruimte om onderhoud te kunnen plegen aan schouwsloot en boomwal. Buurperceel is verplicht medewerking te verlenen aan onderhoud. Voorstel cliënt is om dit perceel in te richten met hoge aarden wal, verscholen achter strook bosperceel. Voorstel is om perceel over te dragen aan cliënt opdat hij voor het geheel verantwoordelijk is voor het onderhoud.
De halteplaats is aan de zuidzijde van de Weinterp gesitueerd, naast de toerit richting Drenthe. Het huidige fietspad langs de Weinterp is ook aan de zuidzijde gesitueerd. Vanuit verkeersveiligheidsoverwegingen willen we het aantal oversteken beperken. Om deze reden is de halteplaats aan de zuidzijde van de Weinterp gesitueerd. Wij hebben in deze reactienota reeds antwoord gegeven op de opmerkingen van Peutz. De door Peutz ingebrachte punten zijn niet relevant. Er is naar onze mening geen reden om te twijfelen aan de resultaten en de conclusies van het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) of anderszins. De scheidingssloot (= geen schouwsloot) tussen beide percelen is slechts vanaf de oostzijde te onderhouden gezien de beplanting aan de zijde van de inspreker. De inspreker heeft wel de plicht medewerking te verlenen aan het onderhoud. In de beheerovereenkomst voor het provinciale perceel zal worden opgenomen dat deze sloot onderhouden moet worden.
22. Bout Overes Advocaten namens Fam. Oedzes, Groningen Inspreker geeft namens cliënten aan dat ont- Naar de geluidbelasting is zorgvuldig onderzoek werpbesluit inzake het vaststellen van de hogere gedaan. Er heeft een zorgvuldige afweging grenswaarden zeer summier is gemotiveerd. Ook plaatsgevonden met betrekking tot de mogelijkhet akoestisch onderzoek en het doelmatigheids- heid van het treffen van geluidbeperkende voorrapport zijn zeer summier gemotiveerd. Exacte zieningen en het nemen van geluidafschermenreferentiepunten en geluidsaannames in kader de maatregelen. Ondanks dat het toepassen van aanleg van de weg en woonsituatie cliënten van tweelaags ZOAB (financieel) niet doelmatig
Pagina 97
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens blijken niet of nauwelijks concreet uit deze rapporten. Doelmatigheidsargumenten uit doelmatigheidsrapport zien slechts op kostenaspect van asfalt. Het rapport concludeert slechts dat voor beperkende maatregelen te weinig budget aanwezig is. Volgens inspreker voldoet het besluit dan ook niet aan de in artikel 5.4 van Besluit geluidhinder aangegeven vereisten.
is, heeft de provincie gekozen om wel tweelaags ZOAB toe te passen op de N381, omdat de provincie Fryslân het woon- en leefmilieu belangrijk vindt. Wij hebben in de kostenraming financiële middelen gereserveerd om tweelaags ZOAB (of een qua eigenschappen vergelijkbaar asfalttype) toe te passen. Tevens zij verwezen naar paragraaf 1.3.3, waarin onder meer ook op de afweging van maatregelen is ingegaan. In artikel 1.2 van het RMG 2006 is voorgeschreven dat een akoestisch onderzoek overeenkomstig bijlage I van het RMG 2006 dient te worden vormgegeven. Het akoestische onderzoek voldoet aan deze vereisten. Inspreker geeft ook niet aan op welke onderdelen het verrichte akoestische onderzoek niet zou voldoen. Het regiobureau “De Friese Wouden” heeft in opdracht van de betrokken gemeenten Opsterland en Oostellingwerf het rapport van Goudappel Coffeng (“Provinciaal Inpassingsplan N381 Akoestisch onderzoek” met kenmerk FLD130Kzj/1321 van 19 april 2011) positief beoordeeld. Wij zijn van mening dat het akoestisch onderzoek deugdelijk is en voldoet aan alle daaraan te stellen eisen. Voor geluidsgevoelige objecten die niet kunnen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB en waarvoor maatregelen onvoldoende doeltreffend zijn of bezwaren ontmoeten van bijvoorbeeld stedenbouwkundige of landschappelijke aard, wordt een hogere waarden procedure doorlopen. Voor de woning van uw cliënt wordt op basis van de Wet geluidhinder een hogere waarde vastgesteld van 56 dB, nu het treffen van verdergaande maatregelen ondoeltreffend is gebleken. Wij verwijzen u verder ook naar hetgeen hierover in paragraaf 1.3.3 reeds is opgemerkt. In dat verband geldt ook dat door de provincie (in haar hoedanigheid als wegaanlegger) verzekerd wordt dat die maatregelen worden getroffen waarmee een aanvaardbaar binnenniveau kan worden bereikt (zie paragraaf 1.3.3).
Voor cliënten wordt ten onrechte uitgegaan van een verwachte geluidhinder van niet meer dan 56 dB. Uit geluidsrapport blijkt dat bij gebruik van bepaald soort asfalt de overschrijding 62 dB zal bedragen. Met gebruik van ander soort asfalt zal dit teruggebracht worden naar 56 dB, maar uit doelmatigheidsrapport blijkt dat stil asfalt onvol-
De geluidsbelasting zonder het toepassen van stil wegdek bedraagt inderdaad de door inspreker genoemde 62 dB. Zoals hiervoor in paragraaf 1.3.3. reeds is toegelicht, zal echter op de gehele N381 als onderdeel van het wegontwerp tweelaags ZOAB worden toegepast. Dit ondanks het feite dat het toepassen van tweelaags
Pagina 98
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens doende doelmatig zal zijn. Daarom wordt van dat asfalt afgezien en is gekozen voor het vaststellen van hogere grenswaarden. Verder gaat het om een 100 km/uur weg en gaan de aannames uit van lagere snelheid.
ZOAB niet financieel doelmatig is. Wij hebben in het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) wel degelijk rekening gehouden met een maximumsnelheid van 100 km/uur op de N381 Drachten – Drentse grens (zie ook p. 11 van het akoestisch onderzoek).
Voor specifieke woonsituatie van cliënten geldt, dat mocht de grenswaarde voor geluid binnen de 58 dB blijven, er voor hun sprake is van een onaanvaardbare geluidsbelasting. De woonboerderij is bouwkundig niet ingesteld op deze belasting. Een acceptabele binnenwaarde zou alleen met zeer ingrijpende isolatiemaatregelen bereikt kunnen worden.
Wij zijn van oordeel dat ook na aanleg van de N381 Drachten – Drentse grens sprake is van een maatschappelijk aanvaardbaar woon- en verblijfsklimaat. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van insprekers. Wij willen u verwijzen naar paragraaf 1.3.3. Na het besluit hogere grenswaarden vindt een inventarisatie plaats en zullen de maatregelen worden bepaald. Wij hebben op maandag 11 juli 2011 al een gesprek gehad met uw cliënten over het vervolgproces. De provincie staat garant voor het treffen van eventueel benodigde isolatiemaatregelen en heeft hiervoor tevens voldoende budget gereserveerd.
Inspreker geeft aan dat cliënten ernstig worden aangetast in hun woon- en leefklimaat. In het kader van het inpassingsplan wordt daar ten onrechte geen aandacht aan besteed.
De provincie is van oordeel dat ook na aanleg van de N381 Drachten – Drentse grens sprake is van een maatschappelijk aanvaardbaar woonen verblijfsklimaat voor uw cliënt. Wij hebben alle effecten op het woon- en leefmilieu van uw cliënt zorgvuldig in beeld gebracht en er wordt aan de eisen van de Wet geluidhinder met betrekking tot geluidsbelasting voldaan. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van insprekers.
Inspreker geeft aan dat nadelige gevolgen van zeer lange voorgeschiedenis voor aanleg N381 niet meegewogen zijn. In voorfase hebben besprekingen plaatsgehad over aankoop van
In paragraaf 1.3.4. wordt ingegaan op de tegemoetkoming in planschade. Eventuele tegemoetkoming in planschade zal individueel worden vastgesteld. De eventuele schaduwschade
Pagina 99
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens woonboerderij cliënten. Diverse pogingen om woonboerderij te verkopen zijn naar aanleiding van bekendheid potentiële kopers met plannen voor N381 op niets uitgelopen. Inspreker geeft aan dat cliënten klem zitten.
(schade vanwege de vooruitlopende schaduw van een plan) die inspreker meent te lijden, dient op grond van vaste rechtspraak overigens voor zijn eigen rekening te blijven.
Een evenredige situatie houdt volgens inspreker de verplaatsing van het bouwblok op het agrarisch perceel van cliënten in, verder weg van de voorgenomen weg waardoor zowel aan de geluidsnormen kan worden voldaan met inachtneming van redelijke kosten en de waardevermindering anderszins is gecompenseerd.
De provincie is van oordeel dat ook na aanleg van de N381 Drachten – Drentse grens sprake is van een maatschappelijk aanvaardbaar woonen verblijfsklimaat voor uw cliënt. Er bestaat naar de mening van de provincie dan ook geen noodzaak om het bouwblok te verplaatsen. In paragraaf 1.3.4. wordt ingegaan op de tegemoetkoming in planschade. Eventuele tegemoetkoming in planschade zal individueel worden vastgesteld.
23. Fam. K. Krikke, Donkerbroek Insprekers verwijzen naar ingediende zienswijze Wij nemen uw opmerking voor kennisgeving op 8 november 2010. aan. Insprekers geven aan dat momenteel niet is bepaald of de binnenwaarde van 33 dB in woning insprekers wel of niet wordt overschreden. Er is bij insprekers niets bekend aangaande de feiten van, wanneer en op welke wijze de meting zal worden verricht, voor welke ruimten deze zal gelden en aangaande overige van belang zijnde feiten en omstandigheden. Gezien deze onzekerheid, kunnen insprekers niet akkoord gaan met voornemen om voor woning inspreker een hogere geluidgrenswaarde vast te stellen dan 48 dB.
Wij verwijzen u naar paragraaf 1.3.3. waarin uitleg is gegeven over de hogere waarde procedure. Voor geluidsgevoelige objecten die niet kunnen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt een hoge waarde procedure voor doorlopen. Voor uw woning wordt op basis van de Wet geluidhinder een hogere waarde aangevraagd van 51 dB. Thans hoeft op grond van de Wet geluidhinder nog geen onderzoek te worden verricht naar de optredende binnenwaarden, dit vindt later plaats. In dat verband merken wij wel dat door de provincie (in haar hoedanigheid als wegaanlegger) verzekerd wordt dat zo nodig die maatregelen worden getroffen waarmee het op grond van de Wet geluidhinder vereiste binnenniveau kan worden bereikt. Wij zijn van oordeel dat ook na aanleg van de N381 Drachten – Drentse grens sprake is van een maatschappelijk aanvaardbaar woon- en verblijfsklimaat. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van inspreker.
Pagina 100
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
Insprekers doen beroep op schadevergoeding.
24. G. de Jong en A. Diever, Donkerbroek Insprekers geven aan dat aan verwachtingspatroon van weggebruiker straks nog minder kan worden voldaan. 100 km/uur-regime wordt niet gehaald vanwege 80 km-snelheid van vrachtverkeer. De gemiddelde bestuurder wil de geldende maximumsnelheid ook halen, dus zal er meer ingehaald gaan worden, wat onzeker en onveilig rijgedrag gaat opleveren, met een grotere kans op ongelukken.
In paragraaf 1.3.4. wordt ingegaan op de tegemoetkoming in planschade. Eventuele tegemoetkoming in planschade zal individueel worden vastgesteld.
Aan zowel de tracékeuze als het wegontwerp ligt een zorgvuldige afweging en een democratische besluitvorming ten grondslag. Wij verwijzen u ook naar paragraaf 1.3.1. en paragraaf 1.3.2. van deze nota. De verkeersveiligheid zal met de nieuwe N381 aanmerkelijk verbeteren,
Insprekers geven aan dat ze door beslissing van Woning van inspreker ligt aan de oostzijde van provincie niet alleen qua woon- en leefgenot, de N381. Tussen woning inspreker en de N381 maar ook financieel worden benadeeld. ligt een bestaande robuuste boomsingel, deze boomsingel blijft intact. De minimale afstand tussen de kant hoofdrijbaan en de woning bedraagt circa 200 meter. Wij zijn van oordeel dat ook na aanleg van de N381 Drachten – Drentse grens, gezien de grote afstand tussen de weg en de woning en de optredende milieueffecten, sprake is van een maatschappelijk aanvaardbaar woon- en verblijfsklimaat. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van inspreker. In paragraaf 1.3.4. wordt ingegaan op de tegemoetkoming in planschade. Eventuele tegemoetkoming in planschade zal individueel worden vastgesteld. Insprekers trekken het door de provincie ge- Zie antwoord op zienswijze 8 en 12.
Pagina 101
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens schetste draagvlak voor de W1-variant in twijfel. • Na laatste MER-rapportage was 77% van ingediende zienswijzen tegen W1; • Uit poll van Nieuwe Ooststellingwerver bleek dat er weinig draagvlak is voor W1variant en wel veen draagvlak voor Bbep en Oaqua; • Draagvlak voor westelijke omleiding van PvdA was gecreëerd door koppeling aanplanting boomwallen en mitigerende maatregelen voor natuur en bewoners. Hier is echter weinig van terug te vinden in het Ontwerp PIP en de Visie Ontwerp Inrichtingsplan. Bij de laatste MER kwam het Bbep als meest Zie antwoord op zienswijze 8 en 12. Milieuvriendelijke Alternatief uit de bus, maar door sturend en niet objectief geschreven is de W1 variant de uiteindelijke keus geworden. Beschreven financiële perikelen inzake de aanleg en upgrading van de N381 zijn steeds actueler en maatschappelijk discutabele geworden. Insprekers vrezen dat er geen geld zal zijn voor compenserende en mitigerende maatregelen. Tevens blijkt vaak dat door de aanleg van stroomwegen langs oude dorpen een gigantische schade optreedt die het nationaal landschap wordt aangedaan, ook de toename van luchtvervuiling als gevolg van mobiliteitsgroei en vooral de verwachtte krimp van woon-/werkkwaliteiten. Het bevorderd de leegloop van dorpen langs de stroomweg omdat lokale werk ook vanuit grotere plaats te bereiken is. En provincie wil juist leegloop van dorpen tegengaan. Inspreker wil heropening van MER N381 Donker- Zie antwoord op zienswijze 8 en 12. broek – Oosterwolde, om de volgende redenen: • 77% van ingestuurde zienswijzen waren tegen westelijke omleiding; • Bbep is goedkoopste alternatief; • Alle andere tracés zijn beter mitigeerbaar dan W1; • Bewoners Balkweg en ’t Hoogezand worden niet gemitigeerd qua geluid, zicht en natuur; • W1 geeft aantasting van cultuurhistorie door doorsnijding eeuwenoude verbinding Balkweg en landschappelijk oudere delen van het gebied; • W1 is niet toekomstvast gezien intensiteitcijfers voor komende 20 jaar, economische teruggang en bevolkingskrimp; • Kansen voor leefbaarheid bij Donkerbroek nemen juist af door W1, mogelijkheden Pagina 102
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens voor ontwikkeling waren er met anderen varianten ook. Insprekers zien geen aanleiding om N381 te ver- Zie antwoord op zienswijze 8 en 12. beteren, te vergroten of te verdubbelen. Veiligheid en doorstroming worden volgens insprekers gerealiseerd door ongelijkvloerse kruisingen. Verkeersintensiteit neemt na tracé Leeuwarden – Drachten zichtbaar af, daarom is verdubbeling onnodig. Bijkomend nadeel is dat flessenhals van dubbel- naar enkelbaans op ongunstige locatie komt. De omleiding door het west geeft circa een kilo- Zie antwoord op zienswijze 8 en 12. meter meer CO2 uitstoot. Volgens inspreker zullen de beide bochten in de Zie antwoord op zienswijze 8 en 12. W1 variant veel onveiligheid en belemmering veroorzaken, mede door het inhalen van vrachtverkeer van 80 km/uur. Insprekers zijn er op tegen dat hun huidige Zie antwoord op zienswijze 8 en 12. woongenot wordt vernietigd door asfalt met alle bijkomende nadelen. Insprekers willen ruime compensatie en voldoende mitigerende maatregelen. Volgens insprekers zal een toename van verkeer Zie antwoord op zienswijze 8 en 12. op de Balkweg eerder in lijn der verwachtingen zitten. Insprekers geven aan dat zij forse toename van geluid-, zicht-, licht-, en luchthinder zullen krijgen door aanleg autoweg door gebied dat voorheen geen doorgaande weg kende. N381 geeft volgens insprekers geen extreem Zie antwoord op zienswijze 8 en 12. hoge cijfers aan wat betreft verkeersslachtoffers. Bestaande tracé opwaarderen was meer dan voldoende geweest. Insprekers hebben de volgende wensen: • Geen N381 door woon- en leefgebied insprekers; • Voldoende mitigerende maatregelen om licht-, zicht-, lucht-, en geluidhinder tot minimum te reduceren (geluidswallen met altijd groene beplanting); • Geen overlast van voorgenoemde hinder; • Planschade voor daling woningwaarde en verminderd woongenot.
Woning van inspreker ligt aan de oostzijde van de N381. Tussen woning inspreker en de N381 ligt een bestaande robuuste boomsingel, deze boomsingels blijft intact. De minimale afstand tussen de kant hoofdrijbaan en de woning bedraagt circa 200 meter. Aan zowel de tracékeuze als het wegontwerp ligt een zorgvuldige afweging en een democratische besluitvorming ten grondslag. Wij verwijzen u ook naar paragraaf 1.3.1. en paragraaf 1.3.2. van deze nota. Wij zijn van oordeel dat ook na aanleg van de N381 Drachten – Drentse grens sprake is van een maatschappelijk aanvaardbaar woon- en verblijfsklimaat. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, ach-
Pagina 103
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens ten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van inspreker. In paragraaf 1.3.4. wordt ingegaan op de tegemoetkoming in planschade. Een eventuele tegemoetkoming in planschade zal individueel worden vastgesteld.
25. Stichting Historisch Belang Noord-Nederland, Ureterp Inspreker reageert op het antwoord van de pro- Wij nemen uw opmerking voor kennisgeving vincie op zijn inspraakreactie op het Voorontwerp aan. PIP. Ten aanzien van punt 2 van de reactie van de provincie: inspreker geeft aan dat de ijzertijd potscherven ten noorden van Koningsdiep gevonden zijn door zijn zus. De potscherven en informatie over de vindplaats is afgegeven bij het Fries Museum. Inspreker geeft aan dat ook al is de documentatie niet volledig, dit de provincie niet ontslaat van haar verantwoordelijkheden om hier zorgvuldig mee om te gaan.
Deze zienswijze levert een nieuw inzicht op, die leidt tot aanpassing van het PIP. In het PIP wordt een archeologische dubbelbestemming toegevoegd ten einde voorafgaand aan de werkzaamheden archeologisch onderzoek uit te laten voeren.
Ten aanzien van punt 3 van de reactie van de provincie: inspreker geeft aan dat op eigen vindplaatskaarten, op en vlak naast het perceel (100 meter zuidelijk van kruispunt ‘De Mersken’) artefacten gevonden zijn. Deze coördinatie is doorgegeven aan de provincie maar schijnbaar niet overgenomen op de FAMKE kaart. Inspreker geeft aan dat deze kaart dus niet compleet is, en daarmee niet leidend kan zijn voor de provincie. Een enkele boring kan niets aantonen en het verdrag van Malta geeft aan dat bij vermoeden nader onderzoek gewenst is. Inspreker kan vermoeden met vondsten en kaarten onderbouwen.
Deze zienswijze levert een nieuw inzicht op, die leidt tot aanpassing van het PIP. In het PIP wordt een archeologische dubbelbestemming toegevoegd ten einde voorafgaand aan de werkzaamheden archeologisch onderzoek uit te laten voeren.
Met betrekking tot de strook grond aan de oostzijde van de weg ter hoogte van de kruising met de Nije Heawei geeft inspreker aan dat hij booronderzoek niet als een betrouwbare onderzoeksmethode beschouwt en hij verwijst naar de vondst van een vuursteenvindplaats aan de westzijde van de weg ter hoogte van deze locatie.
Het betreffende perceel is onderzocht door middel van een intensief booronderzoek, waaronder een aantal megaboringen. Hierbij zijn geen vindplaatsen aangetroffen (MUG-publicatie 2010-44). Booronderzoek is een geaccepteerde methode voor het opsporen van vindplaatsen. Zonder nieuwe aanwijzingen voor vindplaatsen is er geen aanleiding tot nader onderzoek op het betreffende perceel.
Pagina 104
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
26. G. Stoker & D. Faber, Wijnjewoude Insprekers maken bezwaar tegen verhoging van geluidsnorm bij woning insprekers. Insprekers geven aan dat de metingen voorspellingen zijn en dat toekomst moet uitwijzen of waarden kloppen.
Naar de geluidbelasting is zorgvuldig onderzoek gedaan. Er wordt verwezen naar hetgeen hierover in paragraaf 1.3.3. is opgenomen. Aangezien het om toekomstige geluidsbelasting gaat, kan deze uiteraard enkel aan de hand van berekeningen zo nauwkeurig mogelijk worden vastgesteld. Het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) is uitgevoerd, conform Standaard Rekenmethode II uit het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder (RMG 2006). In het akoestisch onderzoek staat aangegeven op welke wijze het onderzoek is uitgevoerd Voor alle geluidsgevoelige objecten die niet kunnen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, en waarvoor het treffen van maatregelen onvoldoende doeltreffend is gebleken, wordt conform artikel 110a Wet geluidhinder een hogere waarden procedure doorlopen. Voor uw woning wordt op basis van de Wet geluidhinder een hogere waarde vastgesteld van 55 dB. Wij verwijzen u verder ook naar hetgeen hierover in paragraaf 1.3.3 reeds is opgemerkt. In dat verband geldt ook dat door de provincie (in haar hoedanigheid als wegaanlegger) verzekerd wordt dat die maatregelen worden getroffen waarmee een aanvaardbaar binnenniveau kan worden bereikt (zie paragraaf 1.3.3).
Insprekers geven aan dat woonplezier drastisch De afstand tussen de woning van insprekers en zal veranderen door vernieuwde N381 tegen erf de N381 zal wijzigen. Dat dit in voorkomende insprekers aan. geval zal leiden tot aan andere beleving van het woonplezier, hebben wij betrokken in de afwegingen. Omdat wordt voldaan aan de wettelijke eisen die terzake leefbaarheid gesteld worden, zijn wij van oordeel dat ook na aanleg van de N381 Drachten – Drentse grens sprake is van een maatschappelijk aanvaardbaar woon- en verblijfsklimaat. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van inspreker. In paragraaf 1.3.4. wordt ingegaan op de tegePagina 105
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens moetkoming in planschade. Een eventuele tegemoetkoming in planschade zal individueel worden vastgesteld. Insprekers geven aan dat ze geen notitie over gevaar van fijn stofdeeltjes hebben gelezen. Ondanks dat voor fijn stofdeeltjes geen waarden zijn gesteld, is wel bekend dat bewoners dicht bij snelweg verhoogde kans hebben op luchtwegaandoeningen en hart- en vaatziekten.
Wij hebben het onderzoek luchtkwaliteit opgesteld (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310). Dit onderzoek heeft bij het Ontwerp PIP ter inzage gelegen. Insprekers lijken in de zienswijze te doelen op de norm die in 2015 gaat geldend voor de zeer fijne stofdeeltjes (PM2,5). Op grond van de Wet milieubeheer behoeft aan deze norm thans nog niet te worden getoetst, ook niet als het plan mogelijk na 2015 gevolgen voor de luchtkwaliteit kan hebben. Uit het verrichte luchtkwaliteitsonderzoek blijkt voorts dat overal langs de N381 aan de normen voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) zal worden voldaan.
27. V.O.F. Folkertsma-Mellema, Donkerbroek Nieuwe N381 brengt ernstige schade aanslag op Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé landbouw, landschap en natuur teweeg. Zoge- van de N381 vastgesteld op basis van een intenaamde ‘groene kop’ ter hoogte van kruising grale afweging en na een jarenlang, zorgvuldig, Balkweg, Tjabbekamp en N381 neemt dit gedeel- democratisch besluitvormingsproces (zie paratelijk weg. Inspreker kan zich vinden in deze vorm graaf 1.3.2). Vanaf de start van de besluitvorvan bosbestemming en de wijze waarop Tjabbe- ming is het belang van het behoud en het herkamp op Balkweg wordt aangesloten. stel van landschaps- en natuurwaarden onderkend en expliciet in de besluitvorming betrokken. Zie de Landschappelijke Inpassingsvisie, het beeldkwaliteitplan en de ecologische rapporten. Vanwege het vorenstaande worden vele maatregelen getroffen ten behoeve van het landschap en de natuur. Daarbij gaan wij verder dan waartoe de geldende regelgeving en de beleidskaders ons verplichten. Wij nemen uw opmerking voor kennisgeving aan. Inspreker verwacht dat tunnelbak in Balkweg Wij hebben kennis genomen van uw opmerking. voldoende geluiddempend effect zal hebben. Inspreker heeft bij Gebiedscommissie aangedragen dat aanbrengen van eventueel verkeersdempende maatregelen geen gevolgen mag hebben voor bereikbaarheid bedrijf inspreker. Inspreker maakt zich zorgen over de impact van De aanleg van natuur langs de Tsjonger brengt, extra natuurbestemming langs de Tsjonger op op basis van de huidige wet- en regelgeving,
Pagina 106
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens mogelijkheden bedrijfsontwikkelingen en beheer- geen beperkingen met zich mee ten aanzien sing grondwaterpeil. Indien deze natuurontwikke- van de uitbreiding- en ontwikkelmogelijkheden ling in toekomst belemmerende werking zal heb- van bedrijf inspreker. ben op uitvoering en ontwikkeling bedrijf inspreker, wordt inspreker dubbel getroffen door aanleg nieuwe N381: door barrièrewerking/ overlast en door natuurbeperkingen. Inspreker maakt bezwaar tegen natuurontwikkelingen, tenzij overheid kan garanderen dat bedrijf inspreker gevrijwaard wordt van belemmeringen vanuit natuurontwikkelingen.
Hetzelfde geldt voor stijging van grondwaterpeil door eventuele vernatting van het natuurgebied. Indien vrijwaring in toekomst niet wordt nagestreefd, stelt inspreker de provincie aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade. Inspreker dringt daarom aan op toereikende afwatering van natuurstrook langs Tsjonger rechtstreeks op Tsjongerkanaal. Inspreker heeft zorg ook overgebracht aan Gebiedscommissie.
Indien tot wijziging van waterpeilen wordt overgegaan, zal dit in overleg met het Wetterskip Fryslân gebeuren. Bovendien zullen maatregelen getroffen worden om negatieve gevolgen voor derden te voorkomen.
Gebiedscommissie heeft in haar plan in gebied Wij hebben deze opmerking doorgegeven aan tussen Tjabbekamp, ’t Hoogezand en nieuwe de Gebiedscommissie N381. N381 twee aanpassingen in waterhuishouding. Eén aanpassing betreft stuw aan Tjabbekamp nabij Tjabbekampster Waterlossing. Indien waterafvoer bij deze stuw beperkt wordt, geeft dit voor land inspreker wateroverlast en te vergaande vernatting. Inspreker gaat ervan uit dat over deze maatregelen eerst met belanghebbenden wordt overlegd, voordat Inrichtingsplan van Gebiedscommissie verder wordt uitgewerkt.
28. Havinga agrarische makelaardij namens Maatschap Kraak, Zuidhorn Inspreker geeft namens cliënt een weergave van Wij nemen uw opmerking met kennisgeving aan. de ingediende reactie op het Voorontwerp PIP. Inspreker geeft aan dat de provincie geen inhoudelijke reactie heeft gegeven op inrichting, aanpassingen en in de nabijheid van bedrijf cliënt aan te leggen natuurelementen. Parallel aan de opstelling van het PIP lopen gesprekken tussen cliënt en provincie over verplaatsing van bedrijf cliënt in samenhang met grotere ruiling van gronden. Over daadwerkelijke realisatie van ruiling is geen zekerheid, in het Ontwerp PIP zijn elementen die beoogde ruiling/ verplaatsing blokkeren.
Wij zijn met u en uw cliënten op constructieve wijze in overleg om tot een vrijwillige kavelruil te komen. In dit overleg is het realiseren van het plangebied van het PIP N381 Drachten – Drentse grens voor ons een voorwaarde.
Pagina 107
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Inspreker maakt namens cliënt bezwaar tegen ingetekende bosschage in het Ontwerp PIP nabij de Leijwei/ Peelrug (percelen Gemeente Donkerbroek, sectie F nummer 21, 20, 18 en 17), om de volgende redenen: • Door aanleg nieuw bos wordt verkaveling van gevestigde en te verkavelen gezonde bedrijven verslechterd; • Door aanleg nieuw bos wordt goede, functionele landbouwgrond onttrokken aan agrarisch areaal; • Aanleg nieuw bos direct naast actieve landbouw is vanuit landbouwkundig oogpunt niet te prevaleren; • De door de aanleg van het tracé ontstane matige vormen van percelen, worden sterk verminderd door uitsnijding van een blok van 3 hectare nieuw aan te leggen bos; •
Het betreffende bosschage is onderdeel van het PIP. Het bosschage is onderdeel van de mitigerende maatregel voor de doorsnijding van het dassenleefgebied bij de Peelrug. Het bosschage is ook onderdeel voor de bomencompensatie. De maatregel vloeit namelijk voort uit de Landschappelijk Inpassingsvisie N381 en de inspraak op het voorontwerp PIP. Aan de westzijde van dit bosschage is al een robuuste boomwal aanwezig. Wij zijn van oordeel dat de verkaveling niet verslechtert, omdat de huidige robuuste boomwal vanuit agrarisch perspectief al een barrière vormt in de toekomstige verkaveling. Het bosschage is gepland op kleine, schuine kleinschalige percelen, die relatief ongeschikt (moeilijk bewerkbaar) zijn voor de landbouw. Het bosschage sluit aan op bestaande perceelsgrenzen.
Voor verplaatsing bedrijf cliënt geeft aan- Voor zover al enig negatief effect van de bosleg nieuw bos een blokkade om beoogde schages voor de landbouw zou optreden achten wij dit niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarherverkaveling uit te voeren. der gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen.
Volgens inspreker zijn er binnen plangebied an- Wij nemen uw opmerking voor kennisgeving aan dere locaties welke meer aansluiten bij bestaan- en vertrouwen erop dat we de gesprekken conde natuur, aanleg nieuw bos op deze locatie is structief kunnen voortzetten. niet noodzakelijk.
29. Havinga agrarische makelaardij namens D.A.P. Hoogendoorn, Zuidhorn Inspreker geeft namens cliënt een weergave van Wij nemen uw opmerking met kennisgeving aan. de ingediende reactie op het Voorontwerp PIP. Inspreker geeft aan dat de provincie geen inhoudelijke reactie heeft gegeven.
Afgelopen maanden zijn gesprekken geweest tussen cliënt en provincie over mogelijkheid om te komen tot herverkaveling van percelen. Over daadwerkelijke realisatie van ruiling is geen zekerheid.
Wij zijn met u en uw cliënt op constructieve wijze in overleg om tot een vrijwillige kavelruil te komen. In dit overleg is het realiseren van het plangebied van het PIP N381 Drachten – Drentse grens voor ons een voorwaarde.
Inspreker maakt namens cliënt bezwaar tegen ingetekende bossage in het Ontwerp PIP nabij de Leijwei/ Peelrug (percelen Gemeente Donkerbroek, sectie F nummer 21, 20, 18 en 17), om de volgende redenen:
Het betreffende bosschage is onderdeel van het PIP. Het bosschage is onderdeel van de mitigerende maatregel voor de doorsnijding van het dassenleefgebied bij de Peelrug. Het bosschage is ook onderdeel voor de bomencompensatie.
Pagina 108
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens •
•
•
•
Door aanleg nieuw bos wordt verkaveling van gevestigde en te verkavelen gezonde bedrijven verslechterd; Door aanleg nieuw bos wordt goede, functionele landbouwgrond onttrokken aan agrarisch areaal; Aanleg nieuw bos direct naast actieve landbouw is vanuit landbouwkundig oogpunt niet te prevaleren; De door de aanleg van het tracé ontstane matige vormen van percelen, worden sterk verminderd door uitsnijding van een blok van 3 hectare nieuw aan te leggen bos;
De maatregel vloeit namelijk voort uit de Landschappelijk Inpassingsvisie N381 en de inspraak op het voorontwerp PIP. Aan de westzijde van dit bosschage is al een robuuste boomwal aanwezig. Wij zijn van oordeel dat de verkaveling niet verslechtert, omdat de huidige robuuste boomwal vanuit agrarisch perspectief al een barrière vormt in de toekomstige verkaveling. Het bosschage is gepland op schuine kleinschalige percelen, die relatief ongeschikt (moeilijk bewerkbaar) zijn voor de landbouw. Het bosschage sluit aan op bestaande perceelsgrenzen.
Volgens inspreker wordt het landbouwkundig Voor zover al enig negatief effect van de bosbelang ondergeschikt gemaakt aan niet noodza- schages voor de landbouw zou optreden achten wij dit niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarkelijk op deze plek aan te leggen nieuwe bos. der gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen. Wij nemen uw opmerking voor kennisgeving aan en vertrouwen erop dat we de gesprekken constructief kunnen voortzetten.
30. Melkveebedrijf Terra-Tobsvoort, Donkerbroek Inspreker maakt bezwaar tegen visie van Ge- Inspreker heeft op vrijdag 24 juni 2011 een biedscommissie en Ontwerp PIP, vanwege voor- mondelinge toelichting gegeven op zienswijze. nemen om bos aan te planten langs tracé N381 op percelen Gemeente Donkerbroek, sectie F Het betreffende bosschage is onderdeel van het nummer 15 en 16. PIP. Het bosschage is onderdeel van de mitigerende maatregel voor de doorsnijding van het dassenleefgebied bij de Peelrug. Het bosschage is ook onderdeel voor de bomencompensatie. De maatregel vloeit namelijk voort uit de Landschappelijk Inpassingsvisie N381 en de inspraak op het voorontwerp PIP. Aan de westzijde van dit bosschage is al een robuuste boomwal aanwezig. Wij zijn van oordeel dat de verkaveling niet verslechtert, omdat de huidige robuuste boomwal vanuit agrarisch perspectief al een barrière vormt in de toekomstige verkaveling. Het bosschage is gepland op schuine kleinschalige percelen, die relatief ongeschikt (moeilijk bewerkbaar) zijn voor de landbouw. Het bosschage sluit aan op bestaande perceelsgrenzen.
Pagina 109
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Voor zover al enig negatief effect van de bosschages voor de landbouw zou optreden achten wij dit niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen. Wij zijn met u en uw adviseur op constructieve wijze in overleg om tot een vrijwillige kavelruil te komen. In dit overleg is het realiseren van het plangebied van het PIP N381 Drachten – Drentse grens voor ons een voorwaarde. 31. Fam. J. Tuinstra, Donkerbroek Inspreker is tegen westelijke tracé omdat er voor een ander tracé gekozen had kunnen worden (bestaand tracé) waarbij geen natuur opgeofferd hoefde te worden en pas opnieuw ingedeelde landbouwgrond had kunnen blijven bestaan. Keuze voor westelijk tracé schuift weg enkele honderden meters dichter naar woning inspreker en sinds enkele jaren bestaande camping inspreker. Dit geeft meer geluid, volledig zicht op nieuwe weg vanaf camping en zichtbare verkeersbewegingen. Dat geeft schade aan woonhuis en camping inspreker. Inspreker stelt provincie hierbij aansprakelijk voor de schade voor woonhuis en camping.
Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé van de N381 vastgesteld op basis van een integrale afweging, waarin natuur en landbouw zijn meegenomen (zie paragraaf 1.3.2). Wij nemen uw opmerking met kennisgeving aan. Woning en camping van inspreker liggen aan de westzijde van de N381. De N381 wordt ter plaatse van Donkerbroek uitgevoerd als een onderdoorgang. De minimale afstand tussen de kant verharding van de toerit en de woning/ camping bedraagt circa 300 meter. De woning en de camping zijn buiten de geluidszone van de N381 gelegen. Aangezien de woning en de camping buiten de geluidszone van de N381 liggen en de N381 ter plaatse van Donkerbroek wordt uitgevoerd als een onderdoorgang en de weg op ruime afstand ligt, vindt de provincie de consequenties van de aanleg van de N381 voor woning/ camping inspreker algemeen aanvaardbaar. Wij zijn dan ook van oordeel dat ook na aanleg van de N381 Drachten – Drentse grens sprake is van een maatschappelijk aanvaardbaar woonen verblijfsklimaat. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van inspreker. In paragraaf 1.3.4. wordt ingegaan op de tegemoetkoming in planschade. Een eventuele tegemoetkoming in planschade zal individueel
Pagina 110
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens worden vastgesteld
32. DAS Rechtsbijstand namens Maatschap Klaver, Amsterdam Inspreker reageert namens cliënt. Inspreker geeft Wij zijn met uw cliënt en hun adviseur op conaan dat provincie in reactie op inspraakreactie structieve wijze in overleg om tot een vrijwillige cliënt op het Voorontwerp PIP aangeeft dat in- kavelruil te komen. In dit overleg is het realisespraakreactie cliënt is doorgestuurd naar de Ge- ren van het plangebied van het PIP N381 biedscommissie. Het is cliënt niet duidelijk of ver- Drachten – Drentse grens voor ons een voorzoek cliënt gehonoreerd is. Inspreker maakt waarde. daarom bezwaar tegen Inpassingsplan. Voor zover uit ontwerp-inrichtingsplan van Ge- Uw cliënt wordt volledig schadeloos gesteld op biedscommissie zou blijken dat cliënt niet elders basis van de onteigeningswet. Voor de aankoop gronden krijgt toegekend danwel deze de in- van de benodigde gronden (percelen) voor het stemming van cliënt niet kunnen dragen, wordt uitvoeren van het PIP zijn voldoende financiële hierbij tevens reactie ingediend op ontwerp- middelen beschikbaar. inrichtingsplan. Inspreker geeft verder niet aan waarom het (ontwerp) PIP onjuist zou zijn.
33. Plaatselijk belang Langedijke, Oosterwolde Inspreker geeft aan dat indirecte gevolgen voor Wij nemen uw opmerking met kennisgeving aan. dorp Langedijke en omgeving groot zijn. Alle inwoners van Langedijke en omgeving zijn voor dagelijkse behoeften georiënteerd op Oosterwolde. Inspreker geeft aan dat in inspraakreactie op Voorontwerp PIP twee punten staan die niet verbeterd zijn en waar ook geen reactie op gegeven is. • Geplande rotonde vervangen door ovonde (kruising Venekoten); • Geplande fietsroute roept vraagtekens op.
De vormgeving van het vastgestelde tracé en de kruisingen met het onderliggend wegennet is gebaseerd op ontwerprichtlijnen, waarbij wordt voldaan aan de eisen voor een duurzaamveilige inrichting van de weg. Voor een veilige aansluiting en afwikkeling van verkeer ter plaatse van de toe- en afrit is een rotonde de meest aangewezen oplossing voor deze kruising. De Inspreker verzoekt provincie om voor volgende parallelweg aansluiting is gebaseerd op de ontwerprichtlijnen. De geplande fietsroute loopt op punten een veilige oplossing te creëren: • Kleine oversteekplaats voor fietsers voor een logische wijze gescheiden langs de weg en oversteek Boekhorst-Buttinga. Hier is onder de N381. geen plek voor links afslaand autoverkeer vanaf Boekhorst richting Wolvega en van- Wij willen graag met u in overleg treden om het Pagina 111
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
•
af Oosterwolde/N381 richting Boekhorst; technisch ontwerp nader te detailleren. Deze Geplande fietsroute onder de N381 door detailleringslag vindt plaats in het kader van het geeft indruk van onveilige fietsoversteek technisch ontwerp in plaats van het PIP. voor scholieren.
34. Fam. S.D. Helder, Donkerbroek Insprekers geven aan dat W1 variant op 65 meter van erf insprekers komt te liggen, wat veel lawaai, uitstoot en zichthinder zal geven. Insprekers komen op een eiland van wegen te liggen. Insprekers geven aan dat projectbureau een tekening had voorgelegd, waarbij de Balkweg zou verschuiven zodat insprekers aan westkant enigszins rust zouden krijgen. Achteraf is gezegd dat dit te duur zou zijn. Insprekers zijn hier zeer teleurgesteld over.
Aan zowel de tracékeuze als het wegontwerp ligt een zorgvuldige afweging en een democratische besluitvorming ten grondslag (zie paragraaf 1.3.1 en 1.3.2). De Balkweg heeft naast zijn cultuurhistorische waarde (trambaan en oude handelsroute) een landschappelijke ligging op de rand van het zijdal van de Tsjonger en is van recreatief belang. In het ontwerp is continuïteit van de Balkweg een uitgangspunt i.v.m. de de cultuurhistorische context en de landschappelijke ligging. Het door inspreker voorgestelde alternatief is naar onze mening dan ook niet wenselijk.
Inspreker geeft aan dat provincie beloofd om verzachtende maatregelen te nemen, maar in visieontwerpplan van Gebiedscommissie blijkt dat vooral voor het gebied waar de N381 wordt verwijderd te gelden. Dat steekt insprekers omdat zij de overlast krijgen.
Mede op verzoek van insprekers, wordt de gehele hoek waarin hun woning zich bevindt, zodat de N381 ter plaatse wordt afgeschermd. Voor wat betreft de maatregelen die buiten het PIP vallen, hebben wij hebben deze opmerking doorgegeven aan de Gebiedscommissie N381.
De plannen zijn om de tunnel in de Balkweg in noord-zuid richting aan te leggen, provincie geeft hiervoor als reden dat de Balkweg een oude weg is en dat oude lijnen belangrijk zijn. Insprekers geven aan dat provincie dan geen N381 in dit gebied moet aanleggen.
Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé van de N381 vastgesteld op basis van een integrale afweging (zie paragraaf 1.3.2). De omgeving en kwaliteit van de Balkweg is hierbij expliciet aan de orde gesteld.
Volgens insprekers is het beter om de tunnel enigszins oost-west aan te leggen, waardoor tunnel korter en goedkoper wordt en het verkeer op de Balkweg wordt gedwongen om langzamer te rijden vanwege haakse ligging van tunnel op Balkweg.
De Balkweg heeft naast zijn cultuurhistorische waarde (trambaan en oude handelsroute) een landschappelijke ligging op de rand van het zijdal van de Tsjonger en is van recreatief belang. In het ontwerp is continuïteit van de Balkweg een uitgangspunt. Het door inspreker voorgestelde alternatief is naar onze mening dan ook niet wenselijk, mede ook omdat de Tjabbekamp niet meer is dan een ontsluitingsweggetje voor de aanliggende percelen.
Wanneer tunnel noord-zuid wordt aangelegd, Wij zien met de ombouw van de N381 een bunmoet fors toenemende sluipverkeer op Balkweg deling van het verkeer vanaf het onderliggend
Pagina 112
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens sterk ontmoedigd worden. Door Balkweg haaks op Tjabbekamp aan te sluiten wordt sluipverkeer samen met andere maatregelen daadkrachtig ontmoedigd.
wegennet naar het hoofdwegennet. Een groot aantal wegen in het gebied worden ontlast. De Balkweg is één van de weinige (gemeentelijke) wegen in het gebied, waarop een toename van het verkeer is geprognosticeerd. Het verschil tussen 2020 autonoom (2.200 mvt/etmaal) en 2020 plan (2.800 mvt/etmaal) bedraagt 600 mvt/etmaal. Deze toename achten wij gezien de functie van de Balkweg en de optredende totale intensiteiten per etmaal, mede gezien de grote belangen welke met de realisatie van het PIP voor de N381 zijn gemoeid, aanvaardbaar. Op verzoek van omwonenden zijn in het kader van de gebiedsontwikkeling N381 overigens maatregelen voorgesteld om de verkeersfunctie van de Balkweg onaantrekkelijker te maken.
Insprekers zijn zeer teleurgesteld, er wordt veel Wij nemen uw opmerking met kennisgeving aan. beloofd/ toegezegd en bijna niets wordt gehonoreerd. In het algemeen wordt er veel geïnvesteerd in het autosysteem en veel te weinig in OV-systeem. Volgens insprekers zal nabije toekomst leren dat goedkope olie snel schaars wordt en enorme gevolgen zal hebben.
In de studie is meegenomen dat de brandstofprijzen de komende jaren zullen stijgen. Hierover zijn namelijk landelijke afspraken gemaakt. Het Centraal Planbureau (CPB) stelt om de 5 tot 10 jaar een nieuwe lange termijn scenario op. In dit scenario wordt aangegeven hoe Nederland zich de komende jaren naar verwachting zal ontwikkelen. Er wordt onder meer beschreven met welke groei Nederland te maken zal krijgen op het gebied van de (wereld)handel, werkgelegenheid, inwoneraantal en brandstofverbruik. Ook prijsontwikkelingen zijn in het scenario vastgelegd. Hierbij moet gedacht worden aan de stijging van de brandstofprijs, de toename van de parkeertarieven, de stijging van de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer et cetera. Om een betrouwbare inschatting te kunnen geven van de toekomstige ontwikkeling van het verkeer, is een verkeersmodel opgesteld. Voor toekomstige situaties prognosticeert een verkeersmodel de verkeersdruk mede op grond van het lange termijn scenario dat door het CPB is opgesteld. Deze werkwijze is ook bij de opwaardering van de N381 toegepast. In de studie is dus rekening gehouden met een toenemende brandstofprijs en het effect dat dit heeft op het autogebruik.
35. J. van Dalen & L. Siegersma, Donkerbroek Insprekers geven aan dat N381 (W1 traject) in Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé ongeschonden natuurgebied wordt aangelegd. van de N381 vastgesteld op basis van een inte-
Pagina 113
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Leefbaarheid van insprekers wordt verminderd. Insprekers willen hiervoor compensatie door groenbuffer waardoor nieuwe N381 aan zicht wordt onttrokken en door aanleg grondwallen waardoor verkeerslawaai gedempt wordt.
grale afweging, waarbij natuur en leefbaarheid expliciet zijn betrokken (zie paragraaf 1.3.2). De woning van inspreker ligt aan de oostzijde van de N381. Tussen woning van inspreker en de N381 ligt een bestaande robuuste boomsingel, deze boomsingels blijft intact. Op het open gedeelte wordt een bomensingel aangeplant, waardoor de N381 grotendeels uit het uitzicht van inspreker wordt onttrokken. De minimale afstand tussen de kant hoofdrijbaan en de woning bedraagt circa 275 meter. Wij zijn van oordeel dat ook na aanleg van de N381 Drachten – Drentse grens sprake is van een maatschappelijk aanvaardbaar woon- en verblijfsklimaat. Hoewel mogelijk enige mate van hinder ter plaatse zal worden ondervonden, achten wij deze niet dusdanig dat wij daaraan een zwaarder gewicht zouden moeten toekennen dan aan de belangen welke met de realisatie van de N381 zijn gediend. In dit geval dienen de belangen die gediend zijn met de aanleg van de weg naar onze mening dan ook zwaarder te wegen dan de belangen van insprekers.
Insprekers beroepen zich op diverse beleidsdocumenten, welke aangeven dat landschappelijke en nadelige natuureffecten voor een groot deel te mitigeren zijn. Insprekers willen graag dat gehele strook tussen boerderij van de Wolfshaar en het Hoogezand de bestemming bos krijgt. Deze strook moet minimaal 10 meter breed zijn, zodat voldoende groen met grondwallen kan worden aangelegd. Het niet horen en niet zien van de nieuwe N381 is hierbij uitgangspunt.
Naar de landschappelijke inpassing van de N381 is onderzoek gedaan. De reslutaten hiervan zijn in een landschappelijke inpassingsvisie verwoord, en zijn vastgesteld door Provinciale Staten. Alle maatregelen die essentieel zijn voor een goede inpassing, zijn integraal onderdeel van het project. Dat geldt ook voor de mitigerende maatregelen die nodig zijn voor flora en fauna. Een strook bos van minimaal 10 meter breed op genoemde plek is niet nodig voor de inpassing van de weg of de mitigatie. De wens van insprekers ‘niet horen, niet zien” wordt in deze situatie door de bestaande boomwallen en voorziene maatregelen reeds in voldoende sterke mate ingevuld. Wij zullen het PIP daarom niet aanpassen op dit punt
36. GVK Adure Advocaten namens T.G.F.M. van der Ploeg, Drachten Inspreker geeft namens cliënt aan dat bedrijfs- Het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpaswoning van cliënt aan deel tracé ligt dat dubbel- singsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverbaans uitgevoerd zal worden, waarbij aan oost- keer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) is zijde van bestaande weg een nieuwe rijbaan uitgevoerd, conform Standaard Rekenmethode komt te liggen. Verder zal in Bûtewei (Ureterp) II uit het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder een onderdoorgang komen voor alle verkeer met (RMG 2006). In het akoestisch onderzoek staat gescheiden fietspad en komt bij de Bûtewei een aangegeven op welke wijze het onderzoek is verbinding met de parallelweg. Deze aanpassin- uitgevoerd. In het kader van de Wet geluidhingen zullen leiden tot aanzienlijke vermeerdering der is ter plaatse van de Bûtewei (Ureterp) spravan geluidsoverlast door toenemende verkeersin- ke van reconstructie. De maximumsnelheid
Pagina 114
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens tensiteit en verhoging maximum snelheid.
wordt op de N381 ter plaatse van de Bûtewei verhoogd van 80 km/uur naar 100 km/uur. Met het toepassen van tweelaags ZOAB zal de opwaardering van de N381 niet leiden tot een hoger geluidsniveau ter plaatse van woning cliënt inspreker. In dat verband zij verwezen naar de op pagina 16, 29 en 30 van het akoestisch onderzoek berekende waarden voor de Bûtewei 15, ten gevolge van de N381, Bûtewei, Opperhaudmare.
Cliënt is van mening dat aannames voor ver- In de rapportage verkeersgegevens, die in het keerstoename na realisering van plannen in 2020 kader van het Provinciaal Inpassingsplan N381 en 2025 te laag zijn geschat. is opgesteld, is rekening gehouden met de nieuwste inzichten voor inwoners en arbeidsplaatsen. De verkeersintensiteiten zijn geprognosticeerd op basis van een gevalideerd verkeersmodel. Wij menen dat wij terecht van deze verkeersgegevens zijn uitgegaan. Inspreker heeft ook niet onderbouwd waarom niet van de op grond van het verkeersmodel geprognosticeerde verkeersintensiteiten zou mogen worden uitgegaan. Provincie gaat er ten onrechte van uit dat tunnel in Bûtewei niet voor toename verkeer zal zorgen. Door aanleg tunnel zal bereikbaarheid aan weerszijden van N381 verbeteren waardoor verkeersaantrekkende werking met behorende toename van verkeersbewegingen en geluidsoverlast zal toenemen. In onderzoeken is hiernaar onvoldoende onderzoek verricht.
De verkeersintensiteiten voor de Bûtewei zijn geprognosticeerd op basis van een gevalideerd verkeersmodel. In het verkeersmodel is er rekening mee gehouden dat een tunnel wordt aangelegd in de Bûtewei (Ureterp). Wij menen dat wij terecht van de op grond van het verkeersmodel geprognotiseerde verkeersintensiteiten voor de Bûtewei (Ureterp) zijn uitgegaan. Het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) is uitgevoerd, conform Standaard Rekenmethode II uit het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder (RMG 2006). Het akoestisch onderzoek is gebaseerd op de in de rapportage verkeersgegevens geprognotiseerde verkeersintensiteiten voor de Bûtewei (Ureterp) en is rekening gehouden met de ter plaatse te realiseren tunnel.
Uit onderzoek Goudappel Coffeng zou zijn gebleken dat langs noordelijk deel van N381 voor 17 adressen sprake is van reconstructiesituatie, waaronder Bûtewei 15 te Ureterp. Geluidsbelasting op gevel woning cliënt zou van 59,59 dB (referentiejaar 2011) naar 61,16 dB (2025) gaan, dit is een afgerond verschil van +2 dB. De provincie stelt voornemens te zijn de N381 van geluidsreducerend asfalt te voorzien, waardoor reconstructiesituaties tenietgedaan zijn. Er wordt dan voor alle woningen voldaan aan
Het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) is uitgevoerd, conform Standaard Rekenmethode II uit het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder (RMG 2006). Naar de geluidbelasting is zorgvuldig onderzoek gedaan. Verwezen zij naar paragraaf 1.3.3. De provincie heeft, omdat de provincie Fryslân
Pagina 115
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens wettelijke normen. Provincie verwijst hierbij naar website van CROW. Cliënt is van oordeel dat provincie hiermee erg kort door de bocht is en zonder een deugdelijke wetenschappelijke onderbouwing de geluidstoename en –overlast wegschrijft. Onderzoeksgegevens die specifiek betrekking hebben op voorgenomen gebruik van stil asfalt ontbreken, waardoor niet voldaan wordt aan bestuursrechtelijke beginsel van zorgvuldige voorbereiding.
het woon- en leefmilieu belangrijk vindt, ervoor gekozen om tweelaags ZOAB als integraal onderdeel van het wegontwerp toe te passen op de gehele N381. Ten gevolge van het gekozen wegontwerp met tweelaags ZOAB (of een ander wegdektype met minimaal gelijke akoestische eigenschappen), is er voor de woning Bûtewei 15 geen sprake van een reconstructie in de zin van de Wgh.
Cliënt bestrijdt conclusie dat, na toepassing geluidsreducerend asfalt langs noordelijk deel van N381, nergens sprake is van significante geluidstoename en dat daardoor voldaan wordt aan gestelde normen in Wet Geluidhinder. Cliënt bestrijdt visie van provincie dat wegverkeerslawaai geen belemmering vormt voor realisering van Inpassingsplan.
In het akoestisch onderzoek (Provinciaal Inpassingsplan N381, Akoestisch onderzoek wegverkeer”, Goudappel Coffeng d.d. 19 april 2011) is conform de verplichting uit artikel 3.1, lid 1, sub d van het RMG 2006, rekening gehouden met het van het standaardwegdetype (dicht asfaltbeton) afwijkende wegdektype tweelaags ZOAB dat op de N381 wordt toegepast. De daarvoor gehanteerde correctiefactoren van het CROW zijn gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten (en onderzoeken) voor de toepassing van dit type wegdek. Wij zijn dan ook van mening dat wij terecht van deze correctiefactoren zijn uitgegaan. Inspreker heeft ook niet onderbouwd waarom van deze correctiefactoren geen gebruik zou mogen worden gemaakt. Zoals hiervoor aangegeven zijn wij van mening dat wij op zorgvuldige wijze onderzoek hebben gedaan naar de geluidsbelasting en daarbij terecht zijn uitgegaan van de geluidsreductie die het gevolg is van de keuze om op de gehele N381 tweelaags ZOAB toe te passen. De niet onderbouwde stelling van inspreker dat hij dit bestrijdt, maakt dit niet anders. Zoals uit het akoestisch onderzoek volgt, bestaat er vanuit de wet geluidhinder geen belemmering voor vaststelling van het PIP, mits voor een aantal woningen waar sprake is van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde hogere waarden worden vastgesteld (zie ook paragraaf 1.3.3). Wij menen dan ook dat wij er terecht vanuit gaan dat de Wet geluidhinder geen belemmering vormt voor de realisatie van de N381. De niet onderbouwde stelling van inspreker dat hij dit bestrijdt, maakt dit niet anders.
Door onjuiste inschatting van verkeerstoename is ook conclusie met betrekking tot luchtkwaliteit en fijn stof gebaseerd op onjuiste gegevens. De uitkomsten van dat onderzoek kunnen en behoren niet door Gedeputeerde Staten meegenomen te worden in vaststelling PIP.
In de rapportage verkeersgegevens, die in het kader van het Provinciaal Inpassingsplan N381 is opgesteld, is rekening gehouden met de nieuwste inzichten voor inwoners en arbeidsplaatsen. De verkeersintensiteiten zijn geprognosticeerd op basis van een gevalideerd ver-
Pagina 116
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens keersmodel. In het luchtkwaliteitsonderzoek (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310) zijn de gegevens van de rapportage verkeersgegevens gebruikt, zodat ook die gegevens zijn gebaseerd op een gevalideerd verkeersmodel. De conclusie van het luchtkwaliteitsonderzoek (“Provinciaal Inpassingsplan N381, Onderzoek luchtkwaliteit”, Goudappel Coffeng d.d. 6 januari 2011, kenmerk FLD126/Kzj/1310) is dat ten aanzien van de luchtverontreinigende stoffen, fijn stof en stikstofdioxide ruimschoots aan de grenswaarden wordt voldaan. Wij zijn dan ook van mening dat het onderzoek deugdelijk is vormgegeven en derhalve terecht voor de vaststelling van het PIP wordt meegenomen. De niet onderbouwde stelling van inspreker dat de verkeerstoename onjuist zou zijn geschat maakt dit niet anders.
37. B. Veenstra & J. Stoker, Wijnjewoude Insprekers stellen dat het PIP ten onrechte zal worden vastgesteld. Aanleg van nieuwe N381 is niet noodzakelijk, op dit moment zijn er geen bereikbaarheidsproblemen en die zijn in de toekomst ook niet te verwachten. Aan binnen het PVVP gestelde doel voor creëren nationale stroomweg is op basis van verkeersveiligheid en –intensiteiten al voldaan. Aanleg van de weg zal niet bijdragen aan vergroten verkeersveiligheid. Mogelijk zal de weg wel bijdragen aan verbetering leefbaarheid in dorpen, maar leefbaarheid zal elders verslechteren. Er is niet aangetoond dat plan zal leiden tot verbetering van ruimtelijke en sociaaleconomische structuur. Volgens insprekers kunnen gestelde doelen voor opwaardering N381 ook bereikt worden door uitvoering alternatieven, die gedeeltelijk of geheel over bestaande wegennet lopen.
Het Inpassingsplan is in strijd met rijks- en provinciaal beleid, nu het tracé is voorzien in het nationaal landschap de Friese Wouden, natuurgebied Wijnjeterper Schar en gedeelte tracé is gelegen in Ecologische Hoofdstructuur. Inspre-
Wij verwijzen u naar paragraaf 1.1 van deze reactienota, waaraan de voor dit infrastructurele project gestelde doelen zijn vermeld, en paragraaf 1.3.1 van deze reactienota, waarin gemotiveerd wordt onderbouwd waarom de N381 aan deze doelen beantwoord. Ook is aangegeven waarom de omvorming van de N381 noodzakelijk is om te voldoen aan de kwaliteit en de inrichtingseisen van een stroomweg. In de Projectnota/ MER N381 Drachten - Drentse grens respectievelijk de Projectnota/ MER N381 Donkerbroek - Oosterwolde is een nulplusalternatief, respectievelijk zijn diverse alternatieven, onderzocht die gebaseerd zijn op de bestaande verkeersstructuur. Uit de m.e.r.-studies komt naar voren dat deze alternatieven te weinig probleemoplossend vermogen behelzen en onvoldoende toekomstvast zijn. Op basis van een integrale en democratische afweging (zie ook paragraaf 1.3.2) is niet voor deze alternatieven gekozen. Op grond van het nationaal ruimtelijk beleid is de aanleg van infrastructuur binnen nationale landschappen, natuurgebieden en de EHS mogelijk. Bij het opstellen van het provinciaal beleid is het nationaal ruimtelijk beleid betrokken. De
Pagina 117
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens kers stellen dat er onvoldoende rekening is gehouden met in het plangebied aanwezige natuurwaarden en beschermde soorten. Uitvoering van het plan zal leiden tot aantasting waardevol weidevogelgebied vanaf regio Koningsdiep tot aan Drentse grens. Conform eerder gemelde bezwaren volgens It Fryske Gea en anderen inzake de aanleg van de Centrale As is in het plan niet gewaarborgd dat aantasting van dit weidevogelgebied tijdig deels of geheel wordt gecompenseerd. Er kan getwijfeld worden aan effectiviteit van wijze waarop wordt voorzien in, de uit het streekplan voortvloeiende, verplichting tot compensatie van verlies aan weidevogelbiotoop. Compensatie dient op grond van planregels pas plaats te vinden na ingebruikname van de weg, terwijl juist in dit gebied wordt begonnen met de aanleg van de weg, waarmee aantal jaren is gemoeid.
opwaardering van de N381 tot een stroomweg met ongelijkvloerse kruisingen vloeit voort uit de Provinciaal Verkeer- en Vervoerplannen van 1999 en 2006 en het Streekplan 2007 en is in overeenstemming met het voor dit infrastructureel project relevante (provinciaal) ruimtelijk en vervoersbeleid, waaronder het EHS-beleid. Provinciale Staten van Fryslân hebben het tracé van de N381 vastgesteld op basis van een integrale afweging en na een jarenlang, zorgvuldig, democratisch besluitvormingsproces (zie paragraaf 1.3.2). Vanaf de start van de besluitvorming is het belang van het behoud en het herstel van landschaps- en natuurwaarden onderkend en expliciet in de besluitvorming betrokken. Zie de Landschappelijke Inpassingsvisie, het beeldkwaliteitplan en de ecologische rapporten. Vanwege het vorenstaande worden vele maatregelen getroffen ten behoeve van het landschap en de natuur. Daarbij gaan wij verder dan waartoe de geldende regelgeving en de beleidskaders ons verplichten. Bovendien hebben alle maatregelen die op grond van de geldende beleidskaders van belang zijn ter inpassing van de N381 in het landschap en de mitigerende en compenserende maatregelen ten behoeve van de natuurwaarden, een vertaling gekregen in het PIP (zijn planologisch mogelijk gemaakt) en kunnen binnen de grenzen van het plangebied van het Inpassingsplan worden gerealiseerd. Voorts is het treffen van de diverse maatregelen verzekerd in de planregels. Weliswaar achten wij een dergelijke regeling op juridische en beleidsmatige gronden en voor de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het plan niet noodzakelijk, echter, wij willen daarmee tegemoet komen aan de zorgen van diverse insprekers. Wij zijn dan ook van mening dat wij met de in het plangebied aanwezige natuurwaarden en beschermde soorten op adequate en voldoende wijze rekening hebben gehouden. Insprekers verwijzen voor wat betreft de weidevogelcompensatie naar de bezwaren die It Fryske Gea e.a. heeft aangevoerd tegen De Centrale As. De Centrale As is een ander provinciaal infrastructureel project gesitueerd in Noordoost Fryslân, waarvoor wij op 23 juni 2010 een inpassingsplan hebben vastgesteld. De Centrale As kent eigen, gebiedsspecifieke problematiek, eigen doelstellingen en gebiedsspecifieke feiten en omstandigheden. Alhoewel sommige thema’s en vraagstukken van De Centrale As vergelijk-
Pagina 118
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens baar zijn met die van de N381, zijn er ook grote verschillen tussen beide projecten. Gemaakte afwegingen en verrichte onderzoeken ten behoeve van De Centrale As zijn niet dan wel niet één op één van betekenis voor de N381. De weidevogelsituatie met betrekking tot de N381 verschilt met de weidevogelsituatie van De Centrale As en van andere ruimtelijke en infrastructurele projecten in Fryslân. Langs het toekomstig tracé van de N381 is slechts op beperkte schaal sprake van (in potentie geschikte) weidevogelgebieden, de zogenaamde gebieden van openheid en rust. De N381 zorgt voor verstoring van in totaal drie verspreid liggende gebiedjes die elk een zeer beperkte oppervlakte hebben en geen onderdeel uitmaken van grootschalige onverstoorde weidevogelgebieden. In totaal gaat het om een door de N381 verstoord oppervlak van 2,62 ha. Uit ecologisch onderzoek blijkt dat in deze drie gebieden geen sprake is van een zeer goede weidevogelstand. De aanleg van de N381 heeft dan ook geen negatieve invloed op zeer waardevolle weidevogelgebieden en leidt niet tot verstrekkende gevolgen voor de populatie weidevogels ter plaatse. Gelet op deze omstandigheden en conform het provinciaal weidevogelbeleid uit het Streekplan en het Werkplan Weidevogel is voor de N381 aangesloten bij de financiële compensatieregeling. Zo wordt vanuit dit project een financiële bijdrage gedaan aan het provinciale Weidevogelfonds, waarmee aan de provinciale compensatieverplichting voor dit project wordt voldaan. In de planregels van het inpassingsplan De Centrale As was een regeling opgenomen inzake de weidevogelcompensatie. Insprekers lijken in hun zienswijzen naar deze regeling te verwijzen. Bij De Centrale As waren evenwel een andere feitelijke situatie en bijzondere omstandigheden aan de orde op grond waarvan voor een dergelijke regeling is gekozen. Deze situatie is niet aan de orde bij de N381. Voor de N381 wordt conform het provinciaal beleid aangesloten bij de hiervoor genoemde financiële compensatieregeling. Volgens insprekers is bij gehanteerde verkeersprognoses uitgegaan van groei van bevolking en werkgelegenheid, terwijl inmiddels is gebleken dat bevolking van Fryslân krimpt en vergrijst. Volgens insprekers is rapport van TNO (16 maart 2006) vigerend voor zuidoost Fryslân en moet derhalve tevens als bindend worden gezien voor
De TNO-rapporten waarnaar u verwijst, betreffen de rapporten “De Centrale As, Een contraexpertise op plannen van de provincie Fryslân” d.d. 16 maart 2006 en “De Centrale As, Een contra-expertise op de onderbouwing van de verkeersmodelberekeningen voor het Voorkeurstracé van de Centrale As” d.d. 30 maart
Pagina 119
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens de N381. Conform rapport kan tevens voor N381 2009. Deze rapporten zijn door It Fryske Gea geconcludeerd worden dat volstaan kan worden e.a. ter onderbouwing van hun standpunten inmet één rijstrook per rijrichting. gebracht in het besluitvormingsproces van De Centrale As respectievelijk in de door It Fryske Insprekers wijzen op onderzoeksrapport van TNO Gea bij de Raad van State gestarte beroepsproinzake Centrale As (30 maart 2009) dat contra- cedure tegen het inpassingsplan De Centrale expertise bevat op onderbouwing van verkeers- As. Aan deze rapporten liggen specifieke ondermodelberekeningen opgesteld door Goudappel zoeksvragen en –stellingnamen van It Fryske Coffeng. Hierin is gesteld dat niet bewezen is dat Gea e.a. ten grondslag. Ook hebben deze rapmodel ook valide is bij voorspellingen. Ook is porten betrekking op de specifiek voor De Cengesteld dat geen volledig vervoersprognosemo- trale As ontwikkelde verkeersmodellen voor de del is gebruikt, wat leidt tot onzekerheid in model- tracé/m.e.r.-procedure en voor het inpassingsresultaten. In het rapport is gewezen op onzeker- plan en op de gebiedspecifieke situatie van De heidsmarges in de invoer, modelberekeningen en Centrale As. uitvoer. In rapport is uitgegaan van groei bevolking van 7% i.p.v. cijfers Bevolkings- en woning- De in de TNO-rapporten opgenomen standpunbehoefteprognoses. Ook is in het rapport gesteld ten met betrekking tot De Centrale As kunnen dat aannames met betrekking tot een toename niet dienen ter onderbouwing van bezwaren van het aantal verplaatsingen in alle afstands- tegen de N381. Daar komt bij dat naar onze klassen, als gevolg van mobiliteitsontwikkelingen, mening de in de TNO-rapporten opgenomen in strijd zijn met de CBS-statistieken. Derhalve standpunten ten onrechte worden ingenomen. stellen insprekers dat voorspelde mobiliteitsont- Dit is reeds in het kader van de tracé/m.e.r.wikkelingen ten aanzien van de N381 incorrect procedure ten behoeve van De Centrale As gezijn. motiveerd toegelicht. Ook zijn door ons in het kader van de beroepsprocedure De Centrale As nadere onderzoeksrapporten van GoudappelCoffeng ingebracht, waarin de stellingen uit de TNO-rapport gemotiveerd worden weersproken. Voor de besluitvorming ten behoeve van de N381 is gebruikgemaakt van een specifiek voor de N381 ontwikkeld verkeersmodel, waarbij is uitgegaan van de voor de N381 van belang zijnde gebiedsspecifieke situatie en waarbij rekening is gehouden met de meest recente inzichten voor inwoners en arbeidsplaatsen (de meest recente sociaal-economische gegevens). Er is geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat voor de N381 van onjuiste gegevens en een onjuist verkeersmodel is uitgegaan. Wij zijn van mening dat het gehanteerde verkeersmodel en de gehanteerde cijfers een representatief beeld geven van de te verwachten mobiliteitsontwikkeling. Insprekers wijzen op evaluatie van PVVP waarin gesteld is dat demografische ontwikkelingen er toe zullen leiden dat na 2030 in veel mindere mate sprake zal zijn van de groei van autoverkeer. Ook voor de N381 geeft dit noodzaak om rekening te houden met kosten en baten en stil te staan bij het verder doorzetten van de procedure ter opwaardering van de N381.
In augustus 2010 is het rapport “Evaluatie PVVP 2006” verschenen. Over dit rapport heeft op 15 december 2010 besluitvorming door Provinciale Staten plaatsgevonden. In het rapport zijn ook de individuele infrastructurele projecten beoordeeld. De door insprekers kennelijk bedoelde teksten hebben evenwel geen betrekking op de N381, maar op De Centrale As. Met betrekking tot De Centrale As is overwogen dat de situatie met betrekking tot de demografische ontwikkelingen en de verkeersituatie na 2030 aanleiding
Pagina 120
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens is om stil te staan bij de noodzakelijkheid van (gehele) verdubbeling, rekening houdend met kosten en baten. Over de N381 wordt in de Evaluatie PVVP geoordeeld (citaat): “Op basis van de nieuwste modelresultaten is er geen aanleiding om van inzicht te veranderen ten opzichte van de eerdere aannames. De hoge percentages vrachtverkeer blijven van toepassing. De aannames binnen het project komen goed overeen met de meest recente modelberekeningen. Krimp lijkt niet van invloed hierop te zijn.” Uit de Evaluatie PVVP volgt dan ook dat er juist alle aanleiding is om de procedure ter opwaardering van de N381 te continueren. Over De Centrale As is op 15 december 2010 naar aanleiding van de Evaluatie PVVP expliciet door ons (Provinciale Staten) besloten. Wij hebben op basis van een inhoudelijke motivering besloten om onze eerdere keuze voor een dubbelbaanse uitvoering van De Centrale As te handhaven, maar dit terzijde. Insprekers voeren, onder verwijzing naar genoemde TNO rapporten, aan dat beoogde positieve effecten van bundelende werking eveneens voor de N381 zich niet zullen voordoen ten aanzien van verkeersveiligheid. Insprekers verwijzen naar notitie van TNO (5 november 2010) waarin is gesteld dat verkeersveiligheidvoordeel van bundelende werking voor een deel wordt gecompenseerd doordat automobilisten vaker moeten omrijden om gebruik te kunnen maken van het tracé, hetgeen betekent dat het aantal voertuigkilometers stijgt, wat negatief is voor de verkeersveiligheid. Een dergelijke conclusie is ook voor de N381 feitelijk en onvermijdelijk.
Zoals wij eerder hebben aangegeven, hebben de TNO-rapporten betrekking op de gebiedspecifieke situatie van De Centrale As en op het verkeersmodel dat ontwikkeld is voor en betrekking heeft op De Centrale As en niet op de N381. Bovendien zijn de rapporten opgesteld op verzoek van tegenstanders van De Centrale As en liggen aan de rapporten specifieke onderzoeksvragen en –stellingnamen van deze tegenstanders ten grondslag. Reeds hierom kunnen deze TNO-rapporten niet dienen ter onderbouwing van bezwaren tegen de N381. Wij zien geen aanleiding de uitgangspunten zoals opgenomen in de toelichting bij het verkeersmodel te wijzigen.
Insprekers zien, gezien vorenstaande punten ter voorkoming van onomkeerbare gevolgen die kunnen ontstaan als gevolg van inwerkingtreding van plan, aanleiding om besluit tot vaststelling van plan definitief voor onbepaalde tijd te schorsen. Tevens menen insprekers dat op basis van jurisprudentie van de Raad van State inzake de Centrale As schorsing van het Ontwerp PIP moet plaatsvinden. Vooruitlopende de uitspraak van de Raad van State inzake de Centrale As behouden insprekers zich het recht voor de provincie aansprakelijk te stellen voor bestuurlijke missers ten aanzien van gebiedsontwikkeling en reeds uitgevoerde opwaardering van de N381.
Het verzoek van insprekers lijkt te zijn ingegeven door het verzoek om voorlopige voorziening van It Fryske Gea e.a. in het kader van de beroepsprocedure bij de Raad van State tegen het inpassingsplan De Centrale As. Schorsing in de door insprekers kennelijk bedoelde zin, is evenwel niet aan de orde en zeker niet in deze fase van het besluitvormingsproces. In de zienswijze van insprekers zien wij geen aanleiding om niet tot vaststelling van het inpassingsplan N381 over te kunnen gaan. In paragraaf 1.3.4. wordt ingegaan op de tegemoetkoming in planschade. Eventuele tegemoetkoming in planschade zal individueel wor-
Pagina 121
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens den vastgesteld.
Pagina 122
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
Adviezen en commentaar
1. Brandweer Fryslân, Leeuwarden Inspreker geeft aan dat brandweer Fryslân op 29 Wij nemen uw adviezen voor kennisgeving aan. juni 2010 reeds geadviseerd heeft op dit plan en daarom geen noodzaak ziet om bij dit plan aanvullende opmerkingen te plaatsen.
2. Gemeente Opsterland, Beetsterzwaag Inspreker geeft aan dat de gemeente nauw be- Wij nemen uw adviezen voor kennisgeving aan. trokken is geweest bij de planvorming. Voor wat betreft de planologische vertaling van het beoogde verkeerstraject geeft het ontwerp geen aanleiding tot het plaatsen van op- of aanmerkingen. Ook het definitieve (plan-)milieueffectrapport heeft instemming van inspreker.
3. Gasunie, Groningen Inspreker geeft aan dat Gasunie twee aardgastransportleidingen in plangebied heeft liggen. Inspreker verzoekt de provincie om artikel 10 zodanig aan te passen dat onderstaande werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden, uitgevoerd binnen een zone van vier meter (N-leiding) en 5 meter (A-leiding) ter weerszijden van de hartlijn van de leidingen (belemmeringstrook), behoudens een omgevingsvergunning voor de activiteit ‘aanleg’ zijn verboden: • Aanbrengen/ rooien van hoogopgaand en/of diepgewortelde beplantingen en bomen; • Aanleggen van wegen of paden en aanbrengen van oppervlakteverhardingen; • Indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair; • Uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend, afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; • Permanent opslaan van goederen; • Aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wate-
Het is gebruikelijk dat voor dergelijke activiteiten een omgevingsvergunningplicht voor de genoemde werkzaamheden wordt opgenomen. Een dergelijke regeling is in het ontwerpinpassingsplan per abuis niet opgenomen. Deze wordt conform het verzoek van de Gasunie alsnog opgenomen in de regels.
Pagina 123
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens ren. Inspreker verzoekt provincie om over mogelijke Dit zal het geval zijn. Er vindt inmiddels al overconsequenties en eventueel te treffen maatrege- leg plaats tussen provincie en Gasunie over de len tijdig overleg te plegen met Gasunie. gevolgen van de werkzaamheden ten behoeve van de verbetering van de N381. Inspreker geeft aan dat te allen tijde een KLIC- Dit is inderdaad de gebruikelijke werkwijze. Voor melding plaats dient te vinden. zover dit naast het al lopende overleg met diverse leidingbeheerders nog noodzakelijk is, zal een KLIC-melding worden gedaan.
4. Gemeente Ooststellingwerf, Oosterwolde Inspreker geeft aan dat gemeente in het kader Wij zijn verheugd om te horen dat de door u van vooroverleg aantal zaken heeft aangekaart aangekaarte zaken ter verbetering en completeter verbetering en completering van provinciale ring goed zijn verwerkt in het ontwerp PIP. Wij bestemmingsplan. Deze zijn allen verwerkt in nu nemen uw opmerking voor kennisgeving aan. voorliggende plan. Inspreker geeft aan dat Ontwerp PIP geen aanleiding geeft tot maken van opmerkingen. Ten aanzien van het (plan-)MER geeft inspreker Deze vraag valt buiten de scope van het project aan dat provincie in passende beoordelingen N381 Drachten – Drentse grens. salderings-systematiek uitwerkt voor compensatie van toename stikstofdepositie door wegverkeer. Inspreker gaat er van uit dat de provincie deze systematiek nu ook toe gaat passen op de vergunningverlening natuurbeschermingswet voor (melk)veehouders met uitbreidingsplannen. Inspreker geeft aan dat het wettelijk gezien mogelijk is om binnen het op de PIP aangegeven bouwvlak voor het agrarisch bedrijf Tiesinga een dienstwoning te plaatsen waarbij voldaan wordt aan de hogere grenswaarde van 58 dB. Inspreker vindt echter dat er in dit geval een te wankele, weinig reële basis is en dat dit maatschappelijk niet aanvaardbaar is.
Wij hebben het agrarisch bouwvlak van familie Tiesinga aan de Drie Tolhekken 6 te Oosterwolde vergroot en het geluidsniveau bepaald ter plaatse van de nieuwe bedrijfswoning. Het vergroten van het bouwblok en de locatie van de nieuwe bedrijfswoning is afgestemd met (de adviseur van) familie Tiesinga. Wij willen u tevens verwijzen naar zienswijze 18 van deze reactienota.
Inspreker geeft aan dat er voor bedrijf Tiesinga een betere oplossing wenselijk is. Indien bedrijf op huidige huiskavel blijft liggen, gaat men er qua ontsluiting, bedrijfsvoering en woongerief fors op achteruit. Volgens inspreker propageert de provincie sterk de regeling Nije Pleats dat zou hier prima kunnen. Tiesinga wil bedrijf verplaatsen richting grasdrogerij, dienstwoning komt dan veel meer buiten invloedsfeer N381 te liggen waardoor er geen hogere waarde Wet Geluidshinder verkeerslawaai behoeft te worden vastgesteld. Inspreker geeft aan dat door onafhankelijke der-
Wij hebben het agrarisch bouwvlak van familie Tiesinga aan de Drie Tolhekken 6 te Oosterwolde vergroot en het geluidsniveau bepaald ter plaatse van de nieuwe bedrijfswoning. Het vergroten van het bouwblok en de locatie van de nieuwe bedrijfswoning is afgestemd met (de adviseur van) familie Tiesinga. Wij willen u tevens verwijzen naar zienswijze 18 van deze reactienota.
Pagina 124
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens de, op basis van ‘normale’ financiële kencijfers, provincie en Tiesinga tot positief resultaat kunnen komen. Inspreker geeft aan dat voor stedenbouwkundige afronding van Donkerbroek in de Visie Ontwerp Inrichtingsplan een ander voorstel staat aangegeven dan het schetsplan van de gemeente, waarover consensus bestaat met Plaatselijk Belang Donkerbroek. Inspreker vraagt provincie om Gebiedscommissie mee te delen dat college het dorp Donkerbroek wenst af te ronden op wijze zoals aangegeven op schets van gemeente.
Wij hebben uw inspraakreactie doorgestuurd naar de Gebiedscommissie N381. Dit is geen zienswijze die betrekking heeft op het PIP N381 Drachten – Drentse grens.
Inspreker vraagt provincie om Gebiedscommissie mee te delen dat wethouder in vergadering van Gebiedscommissie heeft aangegeven dat college en gemeenteraad, in z’n algemeenheid, over te nemen maatregelen anders kan besluiten dan in de Gebiedscommissie is vastgesteld.
Wij hebben uw inspraakreactie doorgestuurd naar de Gebiedscommissie N381. Dit is geen zienswijze die betrekking heeft op het PIP N381 Drachten – Drentse grens.
Inspreker geeft aan dat gebiedsontwikkeling van de N381 rekening zou moeten houden met plannen voor recreatieve ontwikkeling rondom Appelscha door ook de Bosberg toe te voegen aan de maatregelen. Hetzelfde geldt ook voor de Tilgrupsweg.
Wij hebben uw inspraakreactie doorgestuurd naar de Gebiedscommissie N381. Dit is geen zienswijze die betrekking heeft op het PIP N381 Drachten – Drentse grens.
Inspreker is van mening dat de Gebiedscommissie hoge prioriteit moet geven baan de recreatieve infrastructuur en routing hiervan in Nationaal Park Drents-Friese Wold.
Wij hebben uw inspraakreactie doorgestuurd naar de Gebiedscommissie N381. Dit is geen zienswijze die betrekking heeft op het PIP N381 Drachten – Drentse grens.
Inspreker stelt Gebiedscommissie voor, rekening houdend met voorgaande, om een heroverweging in prioritering te maken ten aanzien van de te nemen maatregelen die zullen worden meegenomen bij de gebiedsontwikkeling.
Wij hebben uw inspraakreactie doorgestuurd naar de Gebiedscommissie N381. Dit is geen zienswijze die betrekking heeft op het PIP N381 Drachten – Drentse grens.
Inspreker geeft aan dat het zeer gewenst is als Gebiedscommissie gaat kijken naar economische schade die straks geleden zal worden door camping De Cuynder bij Donkerbroek. Inspreker noemt mogelijkheid om gebruik te maken van afkoopregeling.
V.o.f. De Cuynder ligt aan de westzijde van de N381. Tussen De Cuynder en de N381 liggen twee bestaande robuuste boomsingels, deze boomsingels blijven intact. Aangezien het geluidsniveau bij De Cuynder (ruimschoots) beneden de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder ligt en de bestaande twee boomsingels al een zichtreductie geven, vindt de provincie de consequenties van de aanleg van de N381 voor v.o.f. De Cuynder algemeen aanvaardbaar. Wij willen u tevens verwijzen naar zienswijze 2 van deze reactienota. In paragraaf 1.3.4. wordt ingegaan op de tegemoetkoming in planschade. Eventuele tegemoetkoming in planschade zal individueel worden vastgesteld.
Pagina 125
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Inspreker vraagt provincie om rekening te houden Wij nemen uw opmerking voor kennisgeving aan met toeristisch seizoen en te voorkomen dat en zullen uw opmerking meenemen bij de aanN381 in dit seizoen wordt afgesloten. besteding/uitvoering van het project N381 Drachten – Drentse grens.
5. Provincie Drenthe, Assen Inspreker geeft aan kennis te hebben genomen Wij nemen uw adviezen voor kennisgeving aan. van Ontwerp PIP en geen aanleiding te zien om op- of aanmerkingen te maken.
6. TenneT TSO B.V., Arnhem Inspreker geeft aan dat er binnen de begrenzing Dit is bij ons bekend. Er vindt al overleg plaats van ter inzage liggende Inpassingsplan twee over de consequenties van de wegaanleg voor hoogspanningsverbindingen zijn gelegen, die bij de aanwezige hoogspanningsverbindingen. TenneT in beheer zijn. Het Inpassingsplan geeft aan dat rekening wordt gehouden met de Handreiking d.d. 25 juni 2009 en dat op basis daarvan een zone van 50 meter wordt aangehouden. Inspreker geeft aan dat dit niet geheel in overeenstemming is met die Handreiking. Inspreker adviseert provincie om dit aan te passen.
Wij nemen aan dat met de opmerking dat de tekst niet geheel in overeenstemming met de handreiking is, zit op de regeling in de planregels van het PIP N381. Deze opmerking is correct. Per abuis is verzuimd in de betreffende regeling een vergunningstelsel op te nemen voor het uitvoeren van diverse werkzaamheden.
Hoewel het Inpassingsplan de hoogspanningsverbindingen een bestemming geeft, verzoekt inspreker de provincie om de in de bijlage van de zienswijze opgenomen set met regels over te nemen ter vervanging van de huidige regels. Inspreker is van mening dat daarmee beter (juridisch) gewaarborgd kan worden dat vitale infrastructuur, in dit geval elektriciteitswerken, voldoende beschermd worden tegen omgevingsaspecten die van invloed kunnen zijn op een betrouwbare levering van energie voor de Nederlandse samenleving.
Wij zullen de dubbelbestemming Leiding – Hoogspanningsverbinding voorzien van een omgevingsvergunningstelsel ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden (voorheen een aanlegvergunningstelsel).
Inspreker geeft aan dat het bij het uitvoeren van onderhoud- en herstelwerkzaamheden aan bovengrondse hoogspanningsverbindingen, noodzakelijk kan zijn om onder de traversen (‘zijarmen’) van de mast te kunnen beschikken over voldoende werkruimte. Inspreker verzoekt provincie om op voorhand rekening te houden met vrije werkruimte rondom de masten van 50 bij 50 meter.
Hiermee zal rekening worden gehouden. Zoals al aangegeven in reactie op het eerste onderdeel van de zienswijze vindt al intensief overleg plaats tussen provincie en TenneT over de gevolgen van de wegaanleg en de te nemen maatregelen.
Inspreker geeft provincie in overweging om on- Hiermee zal rekening worden gehouden. Zoals derstaande richtlijnen in acht te nemen: al aangegeven in reactie op het eerste onderPagina 126
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens Protocol inzet brandweer bij calamiteiten nabij hoogspanningslijnen; Veiligheidsvoorschriften voor werken in nabijheid hoogspanningsverbindingen (TenneT TSO BV d.d. september 2009).
deel van de zienswijze vindt al intensief overleg plaats tussen provincie en TenneT over de gevolgen van de wegaanleg en de te nemen maatregelen.
Inspreker verzoekt provincie om zorg te dragen dat inrichtingsplannen die van invloed kunnen zijn op de bruikbaarheid van het elektriciteitsnetwerk tijdig ter beoordeling voor te leggen. Inspreker merkt op dat TenneT het als zeer wenselijk ervaart als ze bij het (voor)overleg wordt betrokken dat gehouden wordt ter voorbereiding op de opstelling van nieuwe/ wijziging van bestemmingsplannen en/ of andere ruimtelijke besluiten.
Zoals al aangegeven in reactie op het eerste onderdeel van de zienswijze vindt al intensief overleg plaats tussen provincie en TenneT over de gevolgen van de wegaanleg en de te nemen maatregelen. Aan dit verzoek wordt voldaan.
• •
7. Provinsjale Kommisje Kritebelied (PKKB) , Leeuwarden De PKKB kan zich op hoofdlijnen vinden in de Wij nemen uw advies voor kennisgeving aan en (plan-)MER N381. zijn verheugd om te horen dat u zich op hoofdlijnen kunt vinden in de (plan-)MER N381 Drachten – Drentse grens. De PKKB heeft haar zorg uitgesproken over de Wij hebben kennis genomen van uw bezorgd(financiële) haalbaarheid van de gebiedsontwik- heid. keling. De PKKB adviseert om bovenstaande mee te Wij nemen uw advies voor kennisgeving aan. geven bij de behandeling van de behandeling van dit onderwerp.
8. Commissie voor de milieueffectrapportage, Utrecht De Commissie is van oordeel dat essentiële in- Wij nemen uw advies voor kennisgeving aan en formatie voor besluitvorming in het MER en de zijn verheugd om te horen dat alle essentiële integrale samenvatting aanwezig is. informatie voor besluitvorming in het MER en de integrale samenvatting aanwezig is. De Commissie adviseert de integrale samenvat- De integrale samenvatting is op vrijdag 26 auting zo spoedig mogelijk openbaar te maken. gustus openbaar gemaakt door een persbericht uit te doen en door de integrale samenvatting op de website (www.n381.nl) te plaatsen. Dit is een dag na het uitbrengen van het definitieve toetsingsadvies. De Commissie adviseert een monitoringsplan op Wij hebben kennis genomen van het advies en te stellen naar aanleiding van de geconstateerde zullen een monitoringsplan voor de mitigerende onzekerheden en kennisleemten, om de effectivi- maatregelen opstellen. teit van de in het kader van N381 genomen mitigerende maatregelen te evalueren en ze eventuPagina 127
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens eel verder uit te werken. De Commissie adviseert om, als de definitieve ontwerpen van de kunstwerken gereed zijn, te onderzoeken of er sprake is van gevolgen voor natuur en landbouw door de effecten van de tunnelbakken op de grondwaterstromen en, indien relevant, hoe deze gevolgen gemitigeerd kunnen worden.
Wij hebben kennis genomen van het advies en zullen het advies meenemen bij de verdere technische voorbereiding van het project. Daarnaast wijzen wij erop dat uit de passende beoordeling voor het Drents-Friese Wold & Leggelderveld (Buro Bakker, september 2011) volgt dat bij het niet beëindigen van de waterwinning Terwisscha negatieve effecten op de beschermende waarden (instandhoudingdoelen) van het Natura 2000-gebied op voorhand zijn uit te sluiten.
Pagina 128
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
3.
Wijzigingen in de planregels en digitale verbeelding (plankaarten) ten opzichte van het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan
Ten opzichte van het ontwerp ondergaat het inpassingsplan een aantal aanpassingen. Dit betreft voor een beperkt deel aanpassingen die voortvloeien uit ingediende zienswijzen en voor een deel ambtshalve aanpassingen. Plantoelichting De aanpassingen in de toelichting hebben met name betrekking op redactionele aanpassingen en aanvullingen in de toelichting om ondergeschikte feitelijke onjuistheden te herstellen en de tekst waar nodig te verduidelijken. Deze aanpassingen worden hier niet alle individueel benoemd, vanwege hun ondergeschikte karakter. De belangrijkste aanpassingen hebben betrekking op de onderdelen natuur en natuurcompensatie. Deze teksten zijn in beperkte mate herzien naar aanleiding van de meest recente inzichten ten aanzien van dit onderwerp. Ook is de paragraaf over de geluidsaspecten aangevuld naar aanleiding van een aantal aanvullende onderzoeken. Daarnaast is in de juridische toelichting een alinea toegevoegd waarin wordt ingegaan op de borging van noodzakelijke maatregelen door middel van voorwaardelijke bepalingen. Planregels In de regels is sprake van meer ingrijpende aanvullingen. Dit betreft met name het opnemen van regels die ook via de weg van het inpassingsplan waarborgen dat noodzakelijke maatregelen op het gebied van geluid, landschappelijke inpassing, ecologische voorzieningen en mitigerende maatregelen daadwerkelijke worden gerealiseerd voordat de vernieuwde N381 in gebruik kan worden genomen. Hoewel de realisering van deze maatregelen op andere manieren voldoende gewaarborgd is (via overeenkomsten en via het feit dat de gronden in eigendom bij de provincie zijn en er middelen gereserveerd zijn om de maatregelen te realiseren), is er voor gekozen om ook in de regeling van het inpassingsplan waarborgen op te nemen. Hiertoe zijn de artikelleden 7.4, 7.5 en 8.4 en 8.5 van de regels aangevuld. Daarnaast zijn ter verduidelijking begrippen toegevoegd en is de redactie op sommige punten aangepast. Hieronder is in een tabel weergegeven op welke onderdelen de regels zijn aangepast ten opzichte van het ontwerp. Artikel(lid) 1
Oude tekst -
Aanpassing De begrippen: - N381, - “passende beoordeling DrentsFriese Wold”, - “passende beoordeling Wijnjeterper Schar”, - reconstructie; - regulier gebruik; - tweelaags ZOAB; zijn aan de regels toegevoegd
1 sub y
Rijstrook: een enkele strook van de weg, die voldoende plaats biedt aan een enkele rij rijdende motorvoertuigen op meer dan drie wielen, waaronder niet begrepen toe- en afritten en in- en uitvoegstroken
Rijstrook: een enkele strook van de weg, die voldoende plaats biedt aan een enkele rij rijdende motorvoertuigen op meer dan drie wielen, waaronder niet begrepen toeen afritten, in- en uitvoegstroken en rotondes.
Pagina 129
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
3 lid 2 sub a onder 4
Het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan 1 bedragen, dan wel het bestaande aantal indien dat meer bedraagt, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning uitgesloten” geen bedrijfswoning is toegestaan
Het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan 1 bedragen, dan wel het bestaande aantal indien dat meer bedraagt, met dien verstande dat voor zover de betreffende aanduiding binnen een bouwvlak voorkomt een bedrijfswoning uitsluitend mag worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”
6 lid 1 sub d
dagrecreatieve voorzieningen, uitsluitend in de vorm van parkeer-, en picknickvoorzieningen en naar de aard daaraan gelijk te stellen kleinschalige voorzieningen
dagrecreatieve voorzieningen, uitsluitend in de vorm van picknickvoorzieningen en naar de aard daaraan gelijk te stellen kleinschalige voorzieningen, geen parkeervoorzieningen voor gemotoriseerd verkeer zijnde;
7 lid 1
-
Toevoegen nieuw sublid luidende als volgt: - het behoud, herstel en ontwikkeling van natuurlijke waarden alsmede het behoud en herstel van landschappelijke waarden
7 lid 1 sub a
Toevoegen derde aandachtsstreepje: - de inrichting plaatsvindt volgens de uitgangspunten van het als afzonderlijke bijlage bij dit inpassingsplan opgenomen “beeldkwaliteitplan kunstwerken N381”;
7 lid 1 sub b
kunstwerken, met dien verstande dat via- kunstwerken, met dien verstande dat: ducten uitsluitend zijn toegestaan ter - viaducten uitsluitend zijn toegeplaatse van de aanduiding “specifieke staan ter plaatse van de aanduivorm van verkeer – viaduct’ en dat onding “specifieke vorm van verkeer – derdoorgangen uitsluitend zijn toegestaan viaduct’; ter plaatse van de aanduiding ‘tunnel’; - dat onderdoorgangen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding “tunnel”; - de vormgeving plaatsvindt volgens de uitgangspunten van het als afzonderlijke bijlage bij dit inpassingsplan opgenomen “beeldkwaliteitplan kunstwerken N381”;
7 lid 3 sub d
omgevingsvergunningen als bedoeld onder a tot en met c worden uitsluitend verleend wanneer dit niet leidt tot onaanvaardbare aantasting van: 1. mogelijk aanwezige ecologische waarden; 2. het landschappelijk beeld, waarvoor de “landschappelijke inpassingsvisie N381, Drachten – Drentse Grens”, vastgesteld op 10 februari 2010 richtinggevend is, Pagina 130
omgevingsvergunningen als bedoeld onder a tot en met c worden uitsluitend verleend wanneer: 1. dit niet leidt tot onaanvaardbare aantasting van mogelijk aanwezige ecologische waarden; 2. dit niet leidt tot onaanvaardbare aantasting van het landschappelijk beeld, waarvoor de “landschappelijke inpassingsvisie N381, Drachten – Drentse Grens”, vastgesteld op 10
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens en tevens niet leidt tot een hogere geluidsbelasting op de gevels van geluidgevoelige functies dan de voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
3.
4.
7 lid 4
februari 2010 richtinggevend is; de afwijking past binnen de uitgangspunten van het als afzonderlijke bijlage bij dit inpassingsplan opgenomen “Beeldkwaliteitplan kunstwerken N381”; dit niet leidt tot een hogere geluidsbelasting op de gevels van geluidgevoelige functies dan de voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Specifieke gebruiksregels (nieuw lid) a. De gronden met de bestemming ‘Verkeer - 1’, bedoeld voor de rijstroken voor de autoweg N381, mogen na aanleg en reconstructie van de autoweg N381, uitsluitend voor doorgaand gemotoriseerd regulier verkeer worden gebruikt wanneer deze gronden zijn voorzien van tweelaags ZOAB; b. De gronden met de bestemming ‘Verkeer-1’ bedoeld voor de rijstroken voor de autoweg N381, mogen na aanleg van de autoweg N381 en reconstructie, uitsluitend voor doorgaand gemotoriseerd regulier verkeer worden gebruikt wanneer de bestemmingen ‘Bos’, ‘Groen’ en ‘Natuur’ op de gronden waaraan deze bestemmingen zijn toegekend, zijn gerealiseerd en in stand worden gehouden; c. De gronden met de bestemming ‘Verkeer-1’ bedoeld voor de rijstroken voor de autoweg N381, mogen na aanleg van de autoweg N381 en reconstructie, uitsluitend voor doorgaand gemotoriseerd regulier verkeer worden gebruikt wanneer de ecologische voorzieningen uit bijlage 2 bij deze regels zijn gerealiseerd en in stand worden gehouden; d. De gronden met de bestemming ‘Verkeer-1’ bedoeld voor de rijstroken voor de autoweg N381, mogen na aanleg van de autoweg N381 en reconstructie, uitsluitend voor doorgaand gemotoriseerd regulier verkeer worden gebruikt wanneer de maatregelen uit paragraaf 6.1 van de passende beoordeling Drents-Friese Wold en uit paragraaf 6.1 van de
Pagina 131
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens passende beoordeling Wijnjeterper Schar zijn getroffen en in stand worden gehouden. 7 lid 5
Afwijken van de gebruiksregels (nieuw lid) Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a. lid 7.4 sub a, ten behoeve van de ingebruikname van een deel van de autoweg N381, indien de rijstroken van dat deel van autoweg N381 zijn voorzien van tweelaags ZOAB; b. lid 7.4 sub b, ten behoeve van de ingebruikname van een deel van de autoweg N381, indien de voor dat deel gewenste realisatie van de bestemming(en) ‘Bos’, ‘Groen’ en/of ‘Natuur’ heeft plaatsgevonden; c. lid 7.4 sub c, indien in plaats van een ecologische voorziening uit bijlage 2 bij deze regels een andere ecologische voorziening wordt gerealiseerd, die voorziet in een minimaal gelijk beschermingsniveau van de natuurwaarden waarvoor de in bijlage 2 bij deze regels genoemde ecologische voorziening is bepaald; d. lid 7.4 sub c, ten behoeve van de ingebruikname van een deel van de autoweg N381, indien de voor dat deel gewenste ecologische voorziening(en) uit bijlage 2 bij deze regels dan wel de andere ecologische voorziening(en) als bedoeld in lid 7.5 sub c is/zijn gerealiseerd; e. lid 7.4 sub d, indien in plaats van de maatregel uit paragraaf 6.1 van de passende beoordeling Drents-Friese Wold respectievelijk de maatregel uit paragraaf 6.1 van de passende beoordeling Wijnjeterper Schar, een andere maatregel wordt getroffen, die voorziet in een minimaal gelijk niveau beschermingsniveau van de natuurwaarden waarvoor de maatregel uit paragraaf 6.1 van de passende beoordeling Drents-Friese Wold respectievelijk de maatregel uit paragraaf 6.1 van de passende beoordeling Wijnjeterper Schar is bepaald; f. lid 7.4 sub d, ten behoeve van de ingebruikname van een deel van de autoweg N381, indien de voor dat deel gewenste maatregel(en) uit paragraaf 6.1 van de passende beoorPagina 132
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens deling Drents-Friese Wold respectievelijk uit paragraaf…. van de passende beoordeling Wijnjeterper Schar dan wel de andere maatregel(en) als bedoeld in lid 7.5 sub e is/zijn gerealiseerd. 8 lid 1
Toevoegen nieuw sublid luidende als volgt: het behoud, herstel en ontwikkeling van natuurlijke waarden alsmede het behoud en herstel van landschappelijke waarden
8 lid 1 sub a
Toevoegen derde aandachtsstreepje: - de inrichting plaatsvindt volgens de uitgangspunten van het als afzonderlijke bijlage bij dit inpassingsplan opgenomen “beeldkwaliteitplan kunstwerken N381”;
8 lid 1 sub b
kunstwerken, met dien verstande dat via- kunstwerken, met dien verstande dat: ducten uitsluitend zijn toegestaan ter - viaducten uitsluitend zijn toegeplaatse van de aanduiding “specifieke staan ter plaatse van de aanduivorm van verkeer – viaduct’ en dat onding “specifieke vorm van verkeer – derdoorgangen uitsluitend zijn toegestaan viaduct’; ter plaatse van de aanduiding ‘tunnel’; - dat onderdoorgangen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding “tunnel”; - de vormgeving plaatsvindt volgens de uitgangspunten van het als afzonderlijke bijlage bij dit inpassingsplan opgenomen “beeldkwaliteitplan kunstwerken N381”;
8 lid 3 sub d
omgevingsvergunningen als bedoeld onder a tot en met c worden uitsluitend verleend wanneer dit niet leidt tot onaanvaardbare aantasting van: 1. mogelijk aanwezige ecologische waarden; 2. het landschappelijk beeld, waarvoor de “landschappelijke inpassingsvisie N381, Drachten – Drentse Grens”, vastgesteld op 10 februari 2010 richtinggevend is, en tevens niet leidt tot een hogere geluidsbelasting op de gevels van geluidgevoelige functies dan de voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Pagina 133
omgevingsvergunningen als bedoeld onder a tot en met c worden uitsluitend verleend wanneer: 1. dit niet leidt tot onaanvaardbare aantasting van mogelijk aanwezige ecologische waarden; 2. dit niet leidt tot onaanvaardbare aantasting van het landschappelijk beeld, waarvoor de “landschappelijke inpassingsvisie N381, Drachten – Drentse Grens”, vastgesteld op 10 februari 2010 richtinggevend is; 3. de afwijking past binnen de uitgangspunten van het als afzonderlijke bijlage bij dit inpassingsplan opgenomen “Beeldkwaliteitplan kunstwerken N381”; 4. dit niet leidt tot een hogere geluidsbelasting op de gevels van geluidgevoelige functies dan de
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde. 8 lid 4
Specifieke gebruiksregels (nieuw lid) a. De gronden met de bestemming ‘Verkeer - 2’, bedoeld voor de rijstroken voor de autoweg N381, mogen na aanleg en reconstructie van de autoweg N381, uitsluitend voor doorgaand gemotoriseerd regulier verkeer worden gebruikt wanneer deze gronden zijn voorzien van tweelaags ZOAB; b. De gronden met de bestemming ‘Verkeer-2’ bedoeld voor de rijstroken voor de autoweg N381, mogen na aanleg van de autoweg N381 en reconstructie, uitsluitend voor doorgaand gemotoriseerd regulier verkeer worden gebruikt wanneer de bestemmingen ‘Bos’, ‘Groen’ en ‘Natuur’ op de gronden waaraan deze bestemmingen zijn toegekend, zijn gerealiseerd en in stand worden gehouden; c. De gronden met de bestemming ‘Verkeer-2’ bedoeld voor de rijstroken voor de autoweg N381, mogen na aanleg van de autoweg N381 en reconstructie, uitsluitend voor doorgaand gemotoriseerd regulier verkeer worden gebruikt wanneer de ecologische voorzieningen uit bijlage 2 bij deze regels zijn gerealiseerd en in stand worden gehouden; d. De gronden met de bestemming ‘Verkeer-2’ bedoeld voor de rijstroken voor de autoweg N381, mogen na aanleg van de autoweg N381 en reconstructie, uitsluitend voor doorgaand gemotoriseerd regulier verkeer worden gebruikt wanneer de maatregelen uit paragraaf 6.1. van de passende beoordeling DrentsFriese Wold en uit paragraaf 6.1 van de passende beoordeling Wijnjeterper Schar zijn getroffen en in stand worden gehouden.
8 lid 5
Afwijken van de gebruiksregels (nieuw lid) Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a. lid 8.4 sub a, ten behoeve van de ingebruikname van een deel van de autoweg N381, indien de rijstroken Pagina 134
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
b.
c.
d.
e.
f.
Pagina 135
van dat deel van autoweg N381 zijn voorzien van tweelaags ZOAB; lid 8.4 sub b, ten behoeve van de ingebruikname van een deel van de autoweg N381, indien de voor dat deel gewenste realisatie van de bestemming(en) ‘Bos’, ‘Groen’ en/of ‘Natuur’ heeft plaatsgevonden; lid 8.4 sub c, indien in plaats van een ecologische voorziening uit bijlage 2 bij deze regels een andere ecologische voorziening wordt gerealiseerd, die voorziet in een minimaal gelijk beschermingsniveau van de natuurwaarden waarvoor de in bijlage 2 bij deze regels genoemde ecologische voorziening is bepaald; lid 8.4 sub c, ten behoeve van de ingebruikname van een deel van de autoweg N381, indien de voor dat deel gewenste ecologische voorziening(en) uit bijlage 2 bij deze regels dan wel de andere ecologische voorziening(en) als bedoeld in lid 8.5 sub c is/zijn gerealiseerd; lid 8.4 sub d, indien in plaats van de maatregel uit paragraaf 6.1 van de passende beoordeling Drents-Friese Wold respectievelijk de maatregel uit paragraaf 6.1 van de passende beoordeling Wijnjeterper Schar, een andere maatregel wordt getroffen, die voorziet in een minimaal gelijk niveau beschermingsniveau van de natuurwaarden waarvoor de maatregel uit paragraaf 6.1 van de passende beoordeling Drents-Friese Wold respectievelijk de maatregel uit paragraaf 6.1 van de passende beoordeling Wijnjeterper Schar is bepaald; lid 8.4 sub d, ten behoeve van de ingebruikname van een deel van de autoweg N381, indien de voor dat deel gewenste maatregel(en) uit paragraaf 6.1 van de passende beoordeling Drents-Friese Wold respectievelijk uit paragraaf 6.1 van de passende beoordeling Wijnjeterper Schar dan wel de andere maatregel(en) als bedoeld in lid 8.5 sub e is/zijn gerealiseerd.
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
10 lid 4
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (nieuw lid) a.
b.
c.
Pagina 136
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: - het aanbrengen en rooien van hoogopgaande en/of diepwortelende beplantingen en bomen; - het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; - het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair; - het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; - het permanent opslaan van goederen; - het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren. Het verbod als bedoeld onder a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: - reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan; - het normale onderhoud en beheer betreffen. Onder normaal onderhoud van drainage wordt in ieder geval verstaan het vervangen van drainage in inmiddels gedraineerde percelen; - mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning; - zijnde graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatieuitwisseling ondergrondse netten. Een vergunning als bedoeld onder a wordt slechts verleend indien de betreffende werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig schaden.
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens d.
11 lid 5
Alvorens te beslissen op een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld onder a wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (nieuw lid) a.
b.
c.
Pagina 137
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: - het aanbrengen en rooien van hoogopgaande en/of diepwortelende beplantingen en bomen; - het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; - het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair; - het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; - het leggen van kabels en leidingen; - het permanent opslaan van goederen; - het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren. Het verbod als bedoeld onder a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: - reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan; - het normale onderhoud en beheer betreffen. Onder normaal onderhoud van drainage wordt in ieder geval verstaan het vervangen van drainage in inmiddels gedraineerde percelen; - mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning; Een vergunning als bedoeld onder a wordt slechts verleend indien de be-
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
d.
treffende werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig schaden. Alvorens te beslissen op een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld onder a wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.
Digitale verbeelding (plankaarten) Op de verbeelding is een zeer beperkt aantal aanpassingen verwerkt ten opzichte van het ontwerp. Dit betreft het aanpassen van het agrarisch bouwvlak ter plaatse van het perceel Drie Tolhekken 6 te Oosterwolde en het toevoegen van een drietal kleine percelen met een archeologische verwachtingswaarde (WR-A).
Oude situatie ter plaatse van Drie Tolhekken 6 te Oosterwolde
Pagina 138
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
Nieuwe situatie ter plaatse van Drie Tolhekken 6 te Oosterwolde
Pagina 139
Nota zienswijzen en commentaar op Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan, (plan-)Milieueffectrapport en ontwerpbesluit hogere grenswaarden N381 Drachten - Drentse grens
Oude situatie ter plaatse van De Mersken
Nieuwe situatie ter plaatse van De Mersken (WR-A)
Pagina 140