14 juni 2007 Onderhandelaarsakkoord inzake OVEREENKOMST INZAKE ARBEIDSVOORWAARDEN LVNL Vanaf 1 april 2007 tot 1 april 2008 Het Zelfstandig Bestuursorgaan Luchtverkeersbeveiligings-organisatie (verder Luchtverkeersleiding Nederland LVNL), te deze volgens de Wet Luchtverkeer rechtsgeldig vertegenwoordigd door het Bestuur, en 1. 2. 3. 4.
Algemene Centrale van Overheidspersoneel (verder: ACOP) Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijspersoneel (verder: CCOOP) Ambtenarencentrum (verder: AC) Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij overheid, Onderwijs, Bedrijven en Instellingen (verder: CMHF) ieder vertegenwoordigd door hun daartoe aangewezen bestuurder, tezamen verder te noemen de 4 Centrales van Overheidspersoneel: verklaren te zijn overeengekomen als volgt ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden bij LVNL voor de periode van 1 april 2007 tot 1 april 2008: 1.
Looptijd
De looptijd voor deze CAO is van 1 april 2007 tot 1 april 2008. 2.
Loonontwikkeling
Tijdens de looptijd zullen de volgende inkomensaanpassingen worden doorgevoerd: • Per 1 april 2007 een structurele salarisverhoging van 2,0 %; • Per 1 januari 2007 een verhoging van de eindejaarsuitkering met 0,95% (EJU wordt dan 3,45%) • Per 1 januari 2008 een verhoging van de eindejaarsuitkering met 1,3% (EJU wordt dan 4,75%) • Aan elke medewerker in dienst van LVNL wordt een eenmalige uitkering verstrekt ter hoogte van 1% van twaalf keer het bruto maandsalaris. Hierbij geldt een bodem van €1000,00 bruto bij een full time dienstverband. Voor deeltijders geldt de bodem naar rato. Uitkering vindt plaats in juli 2007 (onder voorwaarde dat de arbeidsvoorwaarden-overeenkomst getekend is. Indien dit niet het geval is vindt uitkering plaats in de maand nadat de arbeidsvoorwaardenovereenkomst getekend is). 3.
Dertiende maand
Overeengekomen is de eindejaarsuitkering tot een volledige “dertiende maand” te laten groeien: • Per 1 januari 2009 een verhoging van de eindejaarsuitkering met 1,5% (EJU wordt dan 6,25%) • Per 1 januari 2010 een verhoging van de eindejaarsuitkering met 1,0% (EJU wordt dan 7,25%) • Per 1 januari 2011 een verhoging van de eindejaarsuitkering met 1,08% (EJU wordt dan 8,33%) De doorgroei komt, met uitzondering van de verhoging in 2009, ten laste van de loonsom in de desbetreffende jaren. 4.
Versobering buitengewoon verlof
Overeengekomen is een beperking van bijzondere verlofvormen ten gunste van de primaire arbeidsvoorwaarden. Met ingang van 2008 vervalt het recht op doorbetaald verlof bij verhuizingen op eigen verzoek, ondertrouw en ambts- of huwelijksjubilea.
Indien de medewerker op deze gevallen vrij wil zijn dan zal hij daartoe in de gelegenheid worden gesteld (bijvoorbeeld door het opnemen van verlof of flex-uren). Het verlof met behoud van bezoldiging bij huwelijk van de ambtenaar zelf wordt beperkt tot twee dagen en bij huwelijk van verwanten in de 1e en de 2e graad altijd tot een dag. 5.
Aanpassing overwerkvergoeding
Met ingang van 1 juli 2007 wordt alleen nog een vergoeding toegekend voor overwerk aan medewerkers die een salaris genieten in de schalen 1 tot en met 11. 6.
Extra verlofdagen bij consignatiedienst
Met ingang van 1 januari 2008 geldt voor alle medewerkers die consignatie vervullen dat slechts 2 extra vakantiedagen worden toegekend in plaats van vier. 7.
Reiskosten
De kilometervergoeding voor dienstreizen wordt verhoogd naar € 0,28. Hiervan is € 0,19 onbelast en € 0,09 belast. De verhoging gaat in op de 1e van de maand nadat dit akkoord is ondertekend door alle partijen. 8.
Flexibiliteit in de roosters/aanpassing PR 19
In overleg met de Ondernemingsraad zal een voorstel ontwikkeld worden om met ingang van 1 januari 2008 de kaders van de PR 19 te verruimen, waarbij met inachtneming van de nieuwe arbeidstijdenwet, het mogelijk wordt om de inzet van medewerkers te koppelen aan de werkdruk op een bepaalde werkplek. De aanpassing van de PR 19 zal in overleg met de ondernemingsraad vormgegeven worden. Indien hierover met de Ondernemingsraad overeenstemming kan worden bereikt zullen de financiële voordelen die uit deze aanpassing voortvloeien kunnen voor 25% besteed worden aan verbeteringen van (arbeids)voorwaarden in de RLBV. Hierover zal overleg gevoerd worden met de vakcentrales in het Georganiseerd Overleg. 9.
Levensfase bewust personeelsbeleid
Doordat de FPU is afgeschaft zullen medewerkers langer blijven doorwerken bij LVNL. Het is daarbij zaak dat medewerkers inzetbaar blijven op een wijze die aansluit bij de fase waarin zij zitten in het leven. Vertegenwoordigers van vakorganisaties en LVNL zullen voor 1 september 2007 afspraken maken hoe dit binnen LVNL verder vorm kan krijgen. Daarbij wordt ook gekeken naar leeftijdsdiscriminerende bepalingen in het rechtspositiereglement LVNL. Omdat langere inzetbaarheid betekent dat medewerkers continu moeten blijven leren is overeengekomen om € 300.000,- beschikbaar te stellen ten behoeve van cursussen/trainingen en loopbaanonderzoeken. De medewerker kan eenmalig zelf (zonder tussenkomst van de manager) een bijdrage van € 500,- krijgen om een cursus te volgen in eigen tijd. Loopbaanonderzoeken worden volledig vergoed. De regeling die e.e.a. vastlegt zal verspreid worden. De regeling is laagdrempelig en wordt door HRM uitgevoerd. Elke cursus die maar enigszins gericht is op een beroep wordt vergoed. 10.
Beoordelen
Met ingang van 1 januari 2008 wordt elke medewerker jaarlijks beoordeeld. Een beoordeling dient plaats te vinden voordat een medewerker de eventuele jaarlijkse periodiek krijgt. Indien geen recht bestaat op een periodiek bepaalt de manager wanneer een beoordeling in dat jaar plaatsvindt. Indien geen beoordeling wordt opgemaakt en dit niet verwijtbaar is aan de medewerker dan zal de jaarlijkse periodiek gewoon toegekend worden aan de medewerker.
11.
Tijdelijke benoeming managers voor 4 jaar
Managers in de 2e lijn (GM-niveau), 3e lijn (M-niveau) en 4e lijn (teamleader-niveau) worden in de toekomst benoemd voor 4 jaar in hun functie. Na afloop van deze 4 jaar worden zij benoemd in een andere of dezelfde managementfunctie. Met wederzijdse instemming kan ook benoeming in een niet-managementfunctie volgen. Deze regel geldt voor nieuw in dienst tredende managers en voor managers wiens functie betrokken is bij een reorganisatieverandering binnen LVNL. Functies binnen de regeling loopbaanvorming voor uitvoerende operationele functies zijn uitgesloten van deze regel. 12.
Werkloosheidsuitkering
De regel die bepaalt dat indien de opgetelde diensttijd en leeftijd van een medewerker 60 is er recht bestaat op een bovenwettelijke uitkering tot de leeftijd van 65 jaar geldt met ingang van 31 december 2007 alleen nog maar voor medewerkers die op dat moment 45 jaar en ouder zijn. 13.
Salarisgarantie bij vrijwillig aanvaarden andere functie
In de bezoldigingsregeling wordt nadrukkelijk vastgelegd dat er geen salarisgarantie geldt indien een medewerker op eigen verzoek benoemd wordt in een functie met een salarisschaal die is lager is dan de voor hem op dat moment geldende salarisschaal. Deze regel geldt niet indien het aanvaarden van een lager bezoldigde functie is gedaan op grond van de bepaling van hoofdstuk 7a van het rechtspositiereglement LVNL (leeftijdsbewust personeelsbeleid). 14. Stagevergoedingen De stagevergoedingen worden per 1 juli 2007 als volgt aangepast: • MBO meeloop: € 169,10 per maand (13% minimumloon) • HBO meeloop: € 234,14 per maand (18% minimumloon) • HBO afstuderen: € 364,22 per maand (28% minimumloon) • WO meeloop: € 299,18 per maand (23% minimumloon) • WO afstuderen: € 429,26 per maand (33% minimumloon) 15.
Structuur Georganiseerd Overleg
Afgesproken is dat LVNL over zaken aangaande FLNA en Regeling Loopbaanvorming voor uitvoerende operationele functies separaat overleg voert met de CMHF. Akkoorden, gesloten tussen LVNL en de CMHF, worden daarna bevestigd in het Georganiseerd Overleg. 16.
Solidariteit
LVNL verdubbelt de bijdrage die LVNL-medewerkers geven aan een door de vakorganisaties voor te stellen “goed doel”. Schiphol-Oost, 14 juni 2007 ACOP
CCOOP
AC
CMHF
F. Bos
E.C. Grootendorst
L.J.N. Rolvink
J. Hut
LVNL
P.M. van Hoogstraten
Bijlage Regeling Horizon Regeling Horizon oftewel Leren Leren Wat is de regeling Horizon? Met de Regeling Horizon kunnen medewerkers maximaal 500 euro ontvangen voor een cursus of opleiding die hun inzetbaarheid verbreedt en hun leervermogen versterkt. Daarnaast biedt LVNL de mogelijkheid om een extern loopbaanassessment te ondergaan waarbij LVNL de volledige kosten vergoed. Met de regeling Horizon willen we de medewerkers stimuleren na te denken over hun werk en loopbaan en zélf het initiatief te nemen een cursus of opleiding te volgen. De regeling is een aanvulling op de bestaande regelingen die er zijn op het terrein van opleidingen. Zo vergoedt LVNL alle vakbekwaamheidscursussen volledig (functiegericht) en kan een medewerker studiefaciliteiten aanvragen (loopbaangericht). Wie kan gebruik maken van de regeling? Zolang er budget is (dus wie het eerst komt …) kunnen de volgende medewerkers ervan gebruik maken :
medewerkers LVNL in vaste dienst,
en twee jaar of langer hetzelfde werk doen bij LVNL
Welke activiteiten vergoeden we? Het kan gaan om een cursus of opleiding maar ook om loopbaanoriëntatie. •
De cursus of opleiding is niet noodzakelijk om het huidige werk te doen (dus geen vakcursus).
•
De activiteit mag de belangen van LVNL niet schaden.
•
De activiteit wordt door de medewerker zelf uitgezocht en georganiseerd en via een normale opleidingsaanvraag ingekocht door de HRD-consultants.
•
Assessments worden uitgevoerd door bureau SHL en dienen aangevraagd te worden bij de HRM-consultant. HR regelt de verdere organisatie.
•
Ook betalen we de cursusmateriaal en examengelden indien dit binnen het budget valt
•
Reiskosten mogen worden gedeclareerd volgens de geldende PR.
Welke activiteiten vergoeden we niet? • De activiteit mag niet gebruikt worden om een teamtraining of afdelingcursus te financieren. • De cursustijd en reisuren zijn voor rekening van de medewerker • Meerdere activiteiten per jaar per medewerker. Dus slechts een leeractiviteit per jaar wordt vergoed. Wie vraagt de regeling aan? De werknemer is degene die de regeling aanvraagt bij HRD..
Aanpassingen rechtspositiereglement LVNL Onderwerp: tijdelijke benoeming managers Nieuw artikel 8a. 1. 2. 3. 4. 5. *
Aanstelling vindt plaats in een functie. De werknemer die een 2e, 3e of 4e lijnsmanagementfunctie gaat vervullen* wordt in deze functie benoemd voor een periode van 4 jaar. Na afloop van de in lid 2 genoemde termijn wordt de werknemer in dezelfde of in een andere managementfunctie benoemd. Onder voorwaarde van instemming van de werknemer kan de werknemer na de in lid 2 genoemde termijn benoemd worden in een andere passende functie zonder managementtaken. Dit artikel is niet van toepassing op functies die voorkomen in de regeling loopbaanvorming voor uitvoerende operationele functies LVNL. Dit artikel is met ingang van 1 juli 2007 van toepassing op alle werknemers die vanaf die datum in een managementfunctie worden benoemd als gevolge van het in dienst treden bij LVNL of als gevolg van een organisatiewijziging waarbij managementfuncties betrokken zijn. Voor werknemers met wie vóór 1 juli 2007 een tijdelijke benoeming is afgesproken geldt de eerder afgesproken ingangsdatum.
Onderwerp: Buitengewoon verlof versoberen Oud artikel 32 lid 5: De werknemer wordt in de gelegenheid gesteld één dag vakantieverlof op te nemen bij het overlijden van bloed- of aanverwanten in de 3e en 4e graad.* Nieuw artikel 32 lid 5: De werknemer wordt in de gelegenheid gesteld één dag vakantieverlof of meer-uren op te nemen bij het overlijden van bloed- of aanverwanten in de 3e en 4e graad*, bij verhuizing op eigen initiatief, bij ondertrouw, bij zijn 25-, 40- en 50-jarig ambts- of huwelijksjubileum en bij 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van zijn ouders, stiefouders, pleegouders, schoonouders of grootouders. Oud artikel 38 Buitengewoon verlof 1. Tenzij de belangen van de organisatie zich daartegen verzetten, wordt aan de werknemer buitengewoon verlof met behoud van volle bezoldiging verleend: a. voor het zoeken van een woning in geval van overplaatsing: ten hoogste twee dagen; b. bij verhuizing in geval van overplaatsing: aan hen, die een eigen huishouding hebben: twee dagen, zo nodig te verlengen tot drie en in zeer bijzondere gevallen tot vier dagen en aan hen, die niet een eigen huishouding hebben: ten hoogste twee dagen; c. bij verhuizing anders dan in geval van overplaatsing: aan hen, die een eigen huishouding hebben, eenmaal in een kalenderjaar en ten hoogste twee dagen; d..bij zijn ondertrouw: één dag;
e. bij zijn huwelijk: vier dagen; f. tot het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten in de 1e en de 2e graad*: één dag, indien dit huwelijk wordt gesloten in zijn woon- of standplaats en ten hoogste twee dagen, indien dit huwelijk wordt gesloten buiten zijn woon- of standplaats; g. bij zijn 25-, 40- en 50-jarig ambts- of huwelijksjubileum en bij 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van zijn ouders, stiefouders, pleegouders, schoonouders of grootouders: één dag; h. kraamverlof voor vijf dagen binnen een tijdvak van vier weken na de bevalling van zijn echtgenote; 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder huwelijk mede begrepen het sluiten van een samenlevingscontract als bedoeld in artikel 3 of het aangaan van een geregistreerd partnerschap. Nieuw artikel 38 Buitengewoon verlof 1. Tenzij de belangen van de organisatie zich daartegen verzetten, wordt aan de werknemer buitengewoon verlof met behoud van volle bezoldiging verleend: a. voor het zoeken van een woning in geval van overplaatsing: ten hoogste twee dagen; b. bij verhuizing in geval van overplaatsing: aan hen, die een eigen huishouding hebben: twee dagen, zo nodig te verlengen tot drie en in zeer bijzondere gevallen tot vier dagen en aan hen, die niet een eigen huishouding hebben: ten hoogste twee dagen; c. bij zijn huwelijk: twee dagen; d. tot het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten in de 1e en de 2e graad*: één dag e. kraamverlof voor vijf dagen binnen een tijdvak van vier weken na de bevalling van zijn echtgenote; 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder huwelijk mede begrepen het sluiten van een samenlevingscontract als bedoeld in artikel 3 of het aangaan van een geregistreerd partnerschap. Aanpassingen Uitvoeringsregelingen Bezoldigingsregeling Onderwerp: Salaris bij vrijwillig aanvaarden lagere functie. Oud Artikel 3 lid 5: Voor de werknemer kan, zonder voorafgaande beëindiging van het dienstverband, geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal, tenzij bij wijze van disciplinaire straf als bedoeld in artikel 92 van het Rechtspositiereglement LVNL. Nieuw Artikel 3 lid 5: Voor de werknemer kan, zonder voorafgaande beëindiging van het dienstverband, geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal, tenzij bij wijze van disciplinaire straf als bedoeld in artikel 92 van het Rechtspositiereglement LVNL en het op eigen initiatief aanvaarden van een functie met een lagere dan de reeds voor hem geldende salarisschaal tenzij de werknemer valt onder de bepalingen van artikel 90c van het rechtspositiereglement LVNL. Onderwerp: vermindering extra verlof bij consignatie Oud artikel 16, lid1: De werknemer ontvangt voor het vervullen van consignatie als bedoeld in artikel 19 van het Rechtspositiereglement, een toelage per maand. Daarnaast ontvangt de werknemer die vóór 1 januari 2007 is aangevangen met het vervullen van consignatie 28,8 (30,4) uren vakantie per kalenderjaar. De werknemer die vanaf 1 januari 2007 aanvangt met het vervullen van consignatie ontvangen 14,4 (15,2) uren vakantie per kalenderjaar.
Nieuw artikel 16 lid 1: De werknemer ontvangt voor het vervullen van consignatie als bedoeld in artikel 19 van het Rechtspositiereglement, een toelage per maand en 14,4 (15,2) uren vakantie per kalenderjaar. Onderwerp: Eindejaarsuitkering Oud artikel 20a: De werknemer heeft recht op een eindejaarsuitkering ten bedrage van 2,5% van het voor hem in een kalenderjaar geldende salaris op jaarbasis, inclusief de toelage onregelmatige dienst en de vakantie-uitkering en de werkgeversbijdrage in de levensloopregeling. Nieuw artikel 20a: De werknemer heeft recht op een eindejaarsuitkering ten bedrage van 3,45% van het voor hem in een kalenderjaar geldende salaris op jaarbasis, inclusief de toelage onregelmatige dienst en de vakantie-uitkering en de werkgeversbijdrage in de levensloopregeling. Onderwerp: Overwerkvergoeding Oud artikel 21lid 1 1. Aan de werknemer, die in opdracht van het Bestuur overwerk verricht, wordt, behoudens het bepaalde in het vierde lid, een vergoeding toegekend. Nieuw artikel 21 lid 1 1. Aan de werknemer die bezoldigd wordt overeenkomstig schaal 1 t/m 11, die in opdracht van het Bestuur overwerk verricht, wordt, behoudens het bepaalde in het vierde lid, een vergoeding toegekend. Onderwerp: stagevergoeding Oude tabel bijlage E bezoldigingsregeling: Vergoeding Stagiaires (afstudeer opdracht TU/U) per 1 juli 2006 opleiding percentage van per maand minimumloon MBO HBO TU/U TU/U (afst.opdr.)
20 25 30 60
€ € € €
256,92 321,15 385,38 770,76
Nieuwe tabel bijlage E bezoldigingsregeling: Vergoeding Stagiaires per 1 juli 2007 opleiding percentage van minimumloon
per maand
MBO meeloop HBO meeloop HBO afstuderen WO meeloop WO afstuderen
€ € € € €
13 18 28 23 33
169,10 234,14 364,22 299,18 429,26
Beoordelingsreglement Onderwerp: jaarlijkse beoordeling Oud artikel 2: Een beoordeling wordt opgemaakt: a. uiterlijk drie maanden voordat een aanstelling in tijdelijke dienst kan worden gewijzigd in een aanstelling in vaste dienst; b. indien een werknemer in een andere functie is benoemd en op grond van deze benoeming in een hogere schaal kan worden geplaatst; c. indien een werknemer in de eigen functie in een hogere schaal kan worden geplaatst; d. op grond van het gestelde in artikel 84 van het rechtspositiereglement LVNL; e. indien een werknemer hierom verzoekt; f. indien met de werknemer resultaat- en ontwikkelafspraken zijn gemaakt. Nieuw artikel 2: 1. Een beoordeling wordt jaarlijks opgemaakt met inachtneming van artikel 6 lid 6 van de bezoldigingregeling. 2. Een beoordeling wordt verder opgemaakt: a. uiterlijk drie maanden voordat een aanstelling in tijdelijke dienst kan worden gewijzigd in een aanstelling in vaste dienst; b. indien een werknemer in een andere functie is benoemd en op grond van deze benoeming in een hogere schaal kan worden geplaatst; c. indien een werknemer in de eigen functie in een hogere schaal kan worden geplaatst; d. op grond van het gestelde in artikel 84 van het rechtspositiereglement LVNL; e. indien een werknemer hierom verzoekt; f. indien met de werknemer resultaat- en ontwikkelafspraken zijn gemaakt. Regeling bovenwettelijke aanspraken bij werkloosheid LVNL Oud artikel 9a: Bijzondere verlenging van de bovenwettelijke uitkering 1. De betrokkene die in vaste dienst werkzaam was en die recht heeft op bovenwettelijke uitkering, heeft recht op een bijzondere verlenging van zijn bovenwettelijke uitkering indien: a. zijn diensttijd ten tijde van zijn ontslag ten minste 10 jaar bedraagt, en b. de som van zijn leeftijd en zijn diensttijd ten tijde van zijn ontslag 60 jaar of meer bedraagt. 2. De bijzondere verlenging duurt tot de eerste dag van de kalendermaand volgende op die waarin de betrokkene de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. Nieuw artikel 9a: Bijzondere verlenging van de bovenwettelijke uitkering 1. De betrokkene die op 31 december 2007 45 jaar of ouder was, die in vaste dienst werkzaam was en die recht heeft op bovenwettelijke uitkering, heeft recht op een bijzondere verlenging van zijn bovenwettelijke uitkering indien: a. zijn diensttijd ten tijde van zijn ontslag ten minste 10 jaar bedraagt, en b. de som van zijn leeftijd en zijn diensttijd ten tijde van zijn ontslag 60 jaar of meer bedraagt. 2. De bijzondere verlenging duurt tot de eerste dag van de kalendermaand volgende op die waarin de betrokkene de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt.