14 februari VVKSO CODIS/DOC/12/09 2012-02-14
2012
Algemene vorming in een toekomstig so
Preambule
•
Kenmerken van het maatschappelijk discours – Vermaatschappelijking van de school – Functionalistische kijk op vorming – Maakbaarheid van mens en maatschappij
2
Een visie op algemene vorming
•
Bronnen van vorming – Belang van vorming in verschillende tradities en culturen – Historische elementen – De visie op vorming in deze maatschappij: Europa, Vlaanderen… – Het innovatief potentieel van de katholieke traditie en de pedagogische missie
3
1
14 februari 2012
Een visie op algemene vorming
•
3 concentrische cirkels – Binnenste cirkel: eigen visie op vorming vanuit pedagogisch project. – Tussenliggende cirkel: inhouden van vorming. (Visie op vorming toegepast op sleutelcompetenties leidt tot componenten van vorming). – Buitenste cirkel: componenten van vorming leiden naar studiegebieden.
Een visie op algemene vorming
•
Wanneer is vorming ‘ algemene’ vorming ? – Kritische en innoverende vragen aan vorming en onderwijs (Comenius)
• Is vorming gericht op allen (omnes)? • Is vorming gericht op alles (omnia)? • Is vorming gericht op het geheel (omnino)?
6
2
14 februari 2012
Pedagogisch project
•
Omnes: vorming voor alle leerlingen – Rekening houden met de eigenheid en de specifieke mogelijkheden van iedere leerling. – Bijzondere aandacht voor diegenen die het moeilijker hebben. Streven naar gelijkwaardigheid.
7
Pedagogisch project
•
Omnia: vorming gaat over alles – Wat betekent alles? Welke componenten? – Komt elke component bij elke leerling aan bod? – Wat betekent dat binnen het secundair onderwijs? Beperkingen!
8
Pedagogisch project
•
Omnino: vorming met het oog op het geheel – Met het oog op de gehele mens (hoofd, handen en hart) – Met het oog op de gehele wereld – Met het oog op de heelheid (heil) van mens en wereld (= ethische en utopische dimensie van vorming)
9
3
14 februari 2012
Pedagogisch project Omnino: Education is the point at which we decide whether we love the world enough to assume responsibility for it. …where we decide whether we love our children enough not to expel them from our world… but to prepare them in advance for the task of renewing the common world. (Hannah Arendt)
Algemene vorming en sleutelcompetenties
•
Het Europese kader van de sleutelcompetenties – Achtergrond en ontstaan – Limieten van het gebruik – Relatie met de pedagogische missie
11
Europese sleutelcompetenties
• • • • • • • •
Communicatie in de moedertaal Communicatie in vreemde talen Wiskundige competenties en basiscompetenties voor wetenschappen en technologie Leercompetenties Digitale competenties Civieke en sociale competenties Ondernemingszin en initiatief Cultureel bewustzijn en culturele expressie 12
4
14 februari 2012
Algemene vorming en sleutelcompetenties Omnes zijn sleutelcompetenties er voor alle leerlingen? – Bijzondere aandacht voor de zelfredzaamheid van alle leerlingen nood aan opstapniveau – Nood aan differentiatie • In functie van de einddoelen • In functie van de trajecten
13
Algemene vorming en sleutelcompetenties Omnia omvatten sleutelcompetenties alle aspecten van vorming? – Kritisch aftoetsen voor elke sleutelcompetentie- is ze breed genoeg? – Nood aan bijkomende componenten? Bv. lichamelijke vorming, historische vorming
14
Algemene vorming en sleutelcompetenties Omnino: zijn sleutelcompetenties gericht op een geheel? – De functionele visie aanvullen met een overstijgende totaalvisie – Zingeving en levensbeschouwing als mogelijke onderliggende sleutelcompetentie. – De leerlingen de kans geven om betekenis te geven aan leren en leven
15
5
14 februari 2012
Welke sleutelcompetenties?
•
Mogelijke toevoegingen – Levensbeschouwelijke component – Component voor lichamelijke vorming en opvoeding – Historische component
•
Accenten – Wat is haalbaar voor secundair onderwijs? – Mogelijke inhoudelijke verschuivingen in functie van pedagogische visie
16
Relatie sleutelcompetenties en studiedomeinen
•
Onderwijskwalificaties worden behaald binnen een bepaald studiedomein door middel van: – Een wetenschappelijke verdieping van een sleutelcompetentie met het oog op doorstroming en/of – Een gebruik/toepassing van dezelfde sleutelcompetentie met het oog op het behalen van één of meerdere beroepskwalificaties 17
Relatie sleutelcompetenties en studiedomeinen
•
Een aantal sleutelcompetenties worden toegepast en/of uitgediept binnen studiedomeinen – Wetenschap en technologie Wetenschappen en techniek – Ondernemingszin en initiatief Economie en maatschappij – Sociale competentie Welzijn en maatschappij – Culturele expressie Kunst en creatie – Moderne vreemde talen Taal en cultuur
18
6
14 februari 2012
•
Relatie sleutelcompetenties en studiedomeinen
•
Differentieel gebruik van sleutelcompetenties in functie van toepassing en/of uitdieping binnen studiedomeinen. Van leerlingen wordt verwacht dat ze de sleutelcompetentie verwerven – Op een hoog deskundigheidsniveau of – Met gerichte inhoudelijke klemtonen 20
Relatie sleutelcompetenties en studiedomeinen
•
Voorbeelden – Ondernemingszin met klemtoon op ondernemerschap Economie en maatschappij – Civieke competentie met klemtoon op sociale competentie Welzijn en maatschappij – Cultureel bewustzijn met klemtoon op culturele expressie Kunst en creatie
21
7
14 februari 2012
Sleutelcompetenties en studiedomeinen
•
Binnen bepaalde subdomeinen of studierichtingen wordt een deskundigheid/inhoudelijke klemtoon binnen verschillende sleutelcompetenties gecombineerd: • LO en sport: sociale competentie en lichamelijke vorming • Lichaamsverzorging: sociale competentie en technologische competentie • Grafische, mode: culturele expressie en technologische competentie
22
Wat betekent dit op het einde van het secundair onderwijs?
•
Voor allen? – Differentiatie in verschillende sokkels • Basis en verdieping of • Basis, gevorderd en hoge deskundigheid
– Belang van opstapniveau
•
Over alles? – Brede inhoud van basissokkel na de derde graad – (Mogelijk) aangevuld met vormingscomponenten vanuit studiedomeinen
Wat betekent dit voor het secundair onderwijs?
•
Voorbeeld
– Wetenschappen en techniek
8