INHOUDSOPGAVE
Woord vooraf / V Lijst van gebruikte afkortingen / XIII HOOFDSTUK 1 Inleiding /1 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Migraties en buitenlandse belastingplicht in het aanmerkelijkbelangregime /1 Probleemstelling / 2 Reikwijdte van het onderzoek / 4 Methode van onderzoek / 5 Opzet van het onderzoek / 5
HOOFDSTUK 2 De nationale regeling / 9 2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.1.1 2.2.1.2 2.2.2 2.2.2.1 2.2.22 22.23 22.2A 2.22.5 2.2.2.5.1 22.2.5.2 2.2.2.53 2.22.6 2.3
Hoofdlijnen van het aanmerkelijkbelangregime / 9 De internationale aspecten van het aanmerkelijkbelangregime /1 6 De vestigingsplaatsficties /16 Vestigingsplaatsfictie buitenlandse belastingplicht /16 Vestigingsplaatsfictie verkrijgingsprijs en passantenregeling / 22 Wettelijke regeling migraties / 26 Emigratieheffingen in het algemeen / 26 Emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder / 30 Verplaatsing van de werkelijke leiding van de vennootschap / 45 Buitenlandse belastingplicht na emigratie aanmerkelijkbelanghouder of vennootschap / 49 Immigratie en remigratie / 52 Immigratie / 52 Remigratie / 59 Samenvatting immigratie en remigratie / 64 Passanten / 67 Beoordeling regeling internationale aspecten van het aanmerkelijk belang / 68
VII
Inhoudsopgave
2.3.1 2.3.1.1 2.3.1.2 2.3.2 2.3.3 2.3.3.1 2.3.3.2 2.3.3.3 2.3.3.4
Knelpunten in de feitelijke uitwerking van de huidige regeling / 69 Verhouding vestigingsplaatsficties onderling / 69 Doelstelling regeling vestigingsplaatsficties en migraties versus feitelijke uitwerking / 69 Principiële beoordeling vestigingsplaatsficties en exitheffingen gegeven de daaraan ten grondslag liggende uitgangspunten / 72 Fundamentele herijking van de regeling / 74 Internationaal aanvaarde aanknopingspunten voor de heffing / 74 De aanknopingspunten van de aanmerkelijkbelangregeling / 78 Belastingverdragen / 80 Herijking / 84
HOOFDSTUK 3 3 Het aanmerkelijkbelangvoorbehoud en de vestigingsplaatsfictie in bilaterale verdragssituaties / 87 3.1 3.2 3.2.1 3.2.1.1 3.2.1.2 3.2.1.3 3.2.1.4 3.2.2 3.2.3 3.2.3.1 3.2.3.2
Verdragsinterpretatie; statische of dynamische interpretatie / 88 De buitenlandse belastingplicht en de vestigingsplaatsfictie / 95 Vervreemdingsvoordelen / 96 Artikel 13. lid 5, NSV / 96 Aanmerkelijkbelangvoorbehouden in de belastingverdragen /106 Aanmerkelijkbelangvoorbehouden 'nieuwe stijl’ /114 Overzicht aanmerkelijkbelangvoorbehouden in de Nederlandse belastingverdragen /125 Reguliere voordelen /129 Samenvatting en conclusie effectiviteit vestigingsplaatsfictie in bilaterale verhoudingen /135 Niet-verdragssituaties /135 Verdragssituaties /135
HOOFDSTUK 4 4 Het aanmerkelijkbelangvoorbehoud en de vestigingsplaatsfictie in triangular cases /139 4.1 4.1.1 4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3 4.1.1.3.1 4.1.1.3.2 4.1.1.3.3 4.1.1.3.4 4.1.1.3.5
VIII
Vervreemdingsvoordelen /140 Zowel staat B als staat C is een verdragsstaat /140 Het aanmerkelijkbelangvoorbehoud in het verdrag Nederland-staat C /140 De woonplaatsbepaling in het verdrag Nederland-staat C /143 Artikel 4, lid 1, OESO-modelverdrag /145 Vestigingsplaatsfictie inkomstenbelasting geen rechtstreeks effect /145 Toepasbaarheid artikel 2, lid 4, Wet Vpb 1969 bij aanmerkelijkbelangwinst /146 ‘Any other criterion of a similar nature’ /147 ‘Full tax liability’ /149 BNB 2001/295/162
Inhoudsopgave
OESO-modelverdragconform woonplaatsartikel in het verdrag Nederland-staat C en vervreemdingsvoordelen /174 4.1.2 Alleen staat C is een verdragsstaat /177 4.1.3 Alleen staat B is een verdragsstaat /178 4.1.4 Samenvatting en conclusie /178 4.2 Reguliere voordelen /180 4.2.1 Zowel staat B als staat C is een verdragsstaat /180 4.2.1.1 Het dividendartikel in het verdrag Nederland-staat C /180 4.2.1.1.1 BNB 2001/295 /182 4.2.1.1.2 Speciale verdragsbepaling voor aanmerkelijkbelangdividend /188 4.2.1.1.3 Heffïngsmogelijkheden voor Nederland onder het verdrag met s ta a tC /189 4.2.1.2 Het dividendartikel in het verdrag Nederland-staat B /190 4.2.1.2.1 Bijzonder woonplaatsartikel in het verdrag Nederland-staat C /191 4.2.1.2.2 Afwijkend dividendartikel in het verdrag Nederland-staat C /195 4.2.1.2.3 Bijzonder woonplaatsartikel in het verdrag Nederland-staat B /196 4.2.1.2.4 Geen OESO-modelverdragconform restartikel in het verdrag Nederland-staat B /196 4.2.1.3 Conclusie /196 4.2.2 Alleen staat C is een verdragsstaat /197 4.2.3 Alleen staat B is een verdragsstaat /198 4.2.4 Samenvatting en conclusie /198 4.3 Conclusie effectiviteit vestigingsplaatsfictie in triangular cases /199
4.1.1.4
HOOFDSTUK 5 5 Het aanmerkelijkbelangvoorbehoud en de vestigingsplaatsfictie onder de BRK / 203 5.1 5.1.1 5.1.1.1 5.1.1.2 5.1.2 5.1.2.1 5.1.2.2 5.1.2.3 5.2 5.2.1 5.2.1.1 5.2.1.2 5.2.2 5.2.2.1 5.2.2.2
De bilaterale situatie / 204 Vervreemdingsvoordelen / 205 Artikel 12 BRK / 205 Misbruiksituaties: artikel 35b BRK / 207 Reguliere voordelen / 213 Artikel 11 BRK / 213 Misbruiksituaties: artikel 35b BRK / 214 Misbruiksituatie: artikel 34. lid 2, tweede volzin BRK / 215 Triangular cases / 219 Aanmerkelijkbelanghouder op de Nederlandse Antillen; vennootschap in staat B / 219 Vervreemdingsvoordelen / 219 Reguliere voordelen / 220 Vennootschap op de Nederlandse Antillen; aanmerkelijkbelanghouder in staat C / 221 Vervreemdingsvoordelen / 221 Reguliere voordelen / 223
IX
Inhoudsopgave
5.2.3 5.2.3.1 5.2.3.2 5.3
Aanmerkelijkbelanghouder op de Nederlandse Antillen; vennootschap op Aruba / 226 Vervreemdingsvoordelen / 226 Reguliere voordelen / 228 Samenvatting en conclusie effectiviteit vestigingsplaatsfictie in BRK-situaties / 230
HOOFDSTUK 6 6 De exitheffingen en belastingverdragen / 233 6.1 6.1.1 6.1.1.1 6.1.1.2 6.1.1.3 6.1.2 6.1.2.1 6.1.2.2 6.1.2.3 6.1.2.4 6.1.3 6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3
De emigratieheffing / 234 Verhouding emigratieheffing tot artikel 13, lid 5, OESO-modelverdrag/NSV / 235 Artikel 13, lid 5, NSV / 235 Artikel 13, lid 5, OESO-modelverdrag / 236 Na 1997 gesloten belastingverdragen /242 Jurisprudentie / 243 BNB 2002/42 / 243 BNB 2004/257 / 245 BNB 2003/379-381,2004/314, 2005/232-233/248 Verhouding BNB 2004/257 en BNB 2003/379-381,2004/314, 2005/232-233 / 253 Samenvatting en conclusie emigratieheffing / 260 De zetelverplaatsingheffing / 261 Vóór 1997 gesloten belastingverdragen / 262 Met ingang van 1997 gesloten belastingverdragen / 263 Conclusie zetelverplaatsingheffing / 265
HOOFDSTUK 7 7 De exitheffingen en de vestigingsplaatsficties en het EG-recht / 267 7.1 7.1.1 7.1.2 7.1.2.1 7.1.2.2 7.1.3 7.1.3.1 7.1.3.2 7.1.4 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.2.4 7.3
X
Emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder / 268 Toegang tot het EG-verdrag / 269 Beperking van het vrije verkeer / 288 Algemeen/288 De emigratieheffing / 293 Rechtvaardigingsgronden / 302 Algemeen / 302 De emigratieheffing / 319 Samenvatting en conclusie emigratieheffing / 342 Verplaatsing van de werkelijke leiding van de vennootschap / 343 Toegang tot het EG-verdrag / 343 Beperking van het vrije verkeer / 347 Rechtvaardigingsgronden / 349 Samenvatting en conclusie zetelverplaatsingheffing / 352 De vestigingsplaatsficties / 353
Inhoudsopgave
7.3.1 7.3.1.1 7.3.1.2 7.3.2 7.3.2.1 132.2 7.3.2.3 7.3.3 IA 7.4.1 7.4.2 7.4.3 7.4.4 7.4.5 7.5
Vestigingsplaatsfictie verkrijgingsprijs en passantenregeling / 353 Immigratie / 353 Passantenregeling /356 Vestigingsplaatsfictie buitenlandse belastingplicht / 358 Toegang tot het EG-verdrag / 359 Beperking van het vrije verkeer / 360 Rechtvaardigingsgronden / 361 Samenvatting en conclusie vestigingsplaatsficties / 366 Mogelijke Europese oplossingen / 368 Re-entry charge / 369 Heffingsrecht vertrekstaat bij realisatie en wederzijdse bijstand / 370 Cessie belastingclaims met clearing systeem / 372 Clearing systeem na realisatie aanmerkelijkbelangwinst (revenue sharing) / 374 Conclusie / 375 Conclusie exitheffingen en vestigingsplaatsficties en het EG-recht / 376
HOOFDSTUK 8 De Duitse aanmerkelijkbelangregeling / 379 8 8.1 8.1.1 8.1.2 8.2 8.2.1 8.2.2 8.2.3 8.2.4 8.2.5 8.2.6 8.3 8.3.1 8.3.2 8.3.3 8.4
Aanmerkelijkbelangregeling / 380 De Duitse nationale regeling / 380 Vergelijking met de Nederlandse regeling / 386 Emigratieheffing en EG-recht / 388 BFH 17 december 1997 / 388 De Duitse emigratieheffing is in strijd met het EG-recht / 389 Aanpassingen Duitse emigratieheffing naar aanleiding van De Lasteyrie / 391 Beoordeling Duitse maatregelen / 394 Vergelijking met de Nederlandse regeling / 396 Maatregelen Oostenrijk naar aanleiding van De Lasteyrie / 396 Belastingverdragen / 399 Duitse kijk op verenigbaarheid emigratieheffing met belastingverdragen / 399 Duitse belastingverdragen met aanmerkelijkbelangbepaling / 401 Verschillen met de Nederlandse belastingverdragen / 405 Conclusie / 408
HOOFDSTUK 9 9 Conclusies en aanbevelingen / 411 9.1 9.1.1 9.1.2
Effectiviteit van de vestigingsplaatsfictie van artikel 7.5, lid 6, Wet IB 2001 / 411 Bilaterale verdragssituaties /4U Trilaterale verdragssituaties (vennootschap in staat B; aanmerkelijkbelanghouder in staat C) / 413
XI
Inhoudsopgave
9.1.3 9.1.4 9.2 9.3 9.4 9.4.1 9.4.2 9.4.3 9.4.4 9.4.5
Situaties waarin de vestigingsplaatsfictie effect sorteert / 414 BRK / 417 Effectiviteit van de exitheffingen / 418 Verenigbaarheid exitheffingen en vestigingsplaatsficties met het EG-recht / 420 Een alternatieve regeling voor grensoverschrijdende aanmerkelijkbelangsituaties / 421 Vermogensaanwasbelasting / 421 Aanpassing van de vestigingsplaatsficties / 422 Afschaffing van de vestigingsplaatsficties / 424 Afschaffing van de buitenlandse belastingplicht voor inkomen uit aanmerkelijk belang / 426 Uitwerking / 429
Samenvatting / 433 Summary / 441 Aangehaalde literatuur / 449 Jurisprudentieregister / 465