135 jaar brandweer in Leopoldsburg • 1874 - 2009
Voorwoord Als gemeentebestuur dragen we onze gemeentelijke brandweer hoog in het vaandel. Onze brandweer is continue bezig hun werk te professionaliseren zodat slagvaardig opgetreden wordt op de momenten waarop we de brandweermannen en –vrouwen zo hard nodig hebben. Er wordt veel geïnvesteerd in opleiding, ervaring en materiaal. Dat zijn investeringen in geld maar het vergt ook veel inzet van onze brandweermannen zelf. Deze inzet wordt met groot enthousiasme geleverd en daar ben ik trots op! Wanneer je dit boekje leest valt onmiddelijk opvallen dat er in de afgelopen 135 jaar veel veranderd is bij de brandweer. Zo is het materiaal waarmee gewerkt wordt vanzelfsprekend technisch hoogwaardiger geworden. Ook vragen de zaken waarmee de brandweer geconfronteerd wordt steeds meer opleiding en kennis. Waar de brandweer vroeger enkel betrokken was bij brandbestrijding, neemt tegenwoordig het hulpverleningsaspect een steeds grotere plaats in. Dit vraagt heel veel van onze brandweermannen op het gebied van kennis, vaardigheden en mentaliteit. Als gemeenschap beseffen we dit onvoldoende. Als gewone burger zien we vaak alleen de buitenkant en kunnen we er in negen van de tien gevallen gelukkig vanuit gaan dat de brandweer in noodgevallen binnen enkele minuten ter plaatse is. Vaak staan we er niet bij stil dat daar heel wat bij komt kijken. Op technisch vlak, maar ook op persoonlijk vlak. Want je kunt als brandweerkorps nog zo goed uitgedost zijn, zonder een goede onderlinge verstandhouding ben je nergens. Dat betekent samenwerking, begrip maar ook humor. Als burgemeester van Leopoldsburg ben ik bijzonder trots dat ik al deze eigenschappen in grote mate bij ons brandweerkorps aantref. Ik wil dan ook graag alle brandweermannen die samen het brandweerkorps van Leopoldsburg vormen bedanken voor hun geweldige inzet. Onze inwoners kunnen samen met mij terecht trots zijn op “ons” brandweerkorps. Erwin Van Pée burgemeester
135 jaar brandweer • p 5
Waarom een gemeentelijk vrijwillig brandweerkorps? In het jaar 1869 werd door de gemeente een verslag opgemaakt voor de begroting 1870 onder het hoofdstuk “politie”: “Sinds het laatste verslag zijn 2 branden uitgebroken in de gemeente, te weten 11 september 1868 in de magazijnen van de gezusters Joors in de Koninklijke Straat. De schade wordt geraamd op ongeveer 3000 fr. gedekt door de verzekering. Den 22 juli 1869 de woning van Michel Bielen, aan de Boskant gans opgegaan in de vlammen. Schade ongeveer 2000 fr., eveneens schade gedekt door de verzekering. De oorzaken van deze twee branden zijn onbekend gebleven.” Van gemeentelijke tussenkomst in de brandbestrijding was toen nog geen sprake. In 1873 wordt Joseph LEONARD, gepensioneerd kapitein en gehuwd met Jeanette Vervaert, benoemd tot burgemeester. Zijn ambtstermijn begint in een donkere periode. Ten gevolge van de oorlog tussen Duitsland en Frankrijk werden er geen manoeuvers meer gehouden in het Kamp van Beverlo. Dit zou nog 12 jaar duren. Burgemeester Leonard wachtte niet geduldig af maar gaf zijn gemeente een nieuwe impuls door het gemeentebeleid opnieuw te organiseren en te reglementeren. Nog geen jaar na zijn benoeming was de oprichting van de “Sectie Vrijwillige Brandweer” te Leopoldsburg een feit.
Ontstaan Op 23 april 1874 werd door de gemeente beslist tot oprichting van een sectie vrijwillige brandweer te Leopoldsburg. De vrije vertaling luidt als volgt: DAGORDER: oprichting van een sectie vrijwillige brandweer te Leopoldsburg Aanwezig: M.M. Léonard, burgemeester, Joors en Daag, schepenen, Lemmens, Wellens, Van Goethem, Oben en Noé: raadsleden de raad, overwegende dat de art. 34 en 35 van het provinciaal reglement op de brandweerdiensten, duidelijk in elke gemeenschap de benoemingen voorschrijven van een directeur of brandweeroverste, met het nodige aantal onderchefs en meester-brandweermannen, bij voorkeur te kiezen onder de metselaars, timmermannen en loodgieters; en dat art. 31 en 36 voorschrijven dat er 2x per jaar in het openbaar oefeningen moeten voorzien zijn met brandweerpompen en dat, van tijd tot tijd, op geschikte tijdstippen, de personen aan de brandweerpompen te laten oefenen. De juiste uitvoering kunnen bewijzen van deze beschikkingen. Gezien het art. 128 van de wet van 30 maart 1836 op de communalen:
135 jaar brandweer • p 6
Besluit, Art. 1 Er is in Leopoldsburg een sectie vrijwillige brandweer opgericht, voor brandweeropdrachten en andere rampen. Deze diensten zijn gratis. Art. 2 Deze dienst is samengesteld uit: 1 commandant of dienstchef, 2 onderchefs, 3 meester-brandweermannen, 2 klaroenblazers, 15 brandweermannen Art. 3 De toelating tot deze sectie en tot de verschillende graden worden uitgesproken door de gemeentelijke overheid. Art. 4 Ieder lid zal, op het ogenblik van zijn toelating, een verbintenis aangaan zich te houden aan het voorgestelde reglement en aan alle opdrachten die hem worden opgedragen door zijn oversten en door de gemeentelijke overheid. Hiervoor tekent hij het reglement van orde in het voor dit doel door de dienstchef bijgehouden register. Art. 5 De verbintenissen van de leden aan de sectie hebben een onbepaalde duur maar is op zijn minst 2 jaar. Na verloop van deze tijd is het geoorloofd, aan ieder lid, om ontslag te nemen maar hij moet nog steeds helpen bij alle werken van de brandweer, gedurende de drie maanden die volgen op zijn ontslag. Art. 6 Elke vrijwillige brandweerman die zonder wettig motief, wegblijft van oefeningen, inspecties en uitstappen zal, bij de eerste keer een verwittiging krijgen; bij de tweede keer een gemotiveerde blaam en bij de derde keer uitsluiting van de sectie, straf waar hij niet van ontheven kan worden. Art. 7 De aanwerving van een vrijwillig brandweerman, zijnde een erepost die slechts toevertrouwd kan worden aan personen met een onberispelijke staat, waarbij hij, lakgevend aan de publieke achting, uitgesloten zal worden van de sectie voor alle feiten van algemeen bekend wangedrag… aantastend de keurigheid en waardigheid van de leden van de sectie. Art. 8 Er zal een samenkomst van …1 uren per maand zijn voor praktijk en theorie; het programma zal elk jaar vastgelegd worden onder de bevoegdheid van de gemeentelijke overheid. De afwezigheden zullen vastgesteld worden door de dienstchef en doorgegeven worden aan de administratie van de gemeentelijke overheid. Art. 9 De leden van de sectie dragen een kenteken van het model uitgevaardigd door de gemeentelijke overheid. Het dragen hiervan zal verplicht zijn bij alle bijeenkomsten wat zij ook moge zijn, alsook bij het assisteren van branden. Art. 10 De sectie van brandweermannen heeft het recht om zich te engageren in de burgermaatschappij en om ereleden aan te werven. Art. 11 De gemeentelijke overheid kan, elk jaar of bij voorkomend geval, toelagen verlenen aan de sectie van de brandweer, als beloning voor bewezen diensten. Art. 12 Het nazicht van schouwen, dat 2x per jaar verplicht is, in periodes die de gemeentelijke overheid zal aanduiden, zal gebeuren door één van de leden van de sectie die een rang vertegenwoordigen bij de brandweer, en wordt elke keer aangeduid. Deze nazichten worden betaald.
1
Aantal uren werd niet aangegeven.
135 jaar brandweer • p 7
De goedkeuring door de gouverneur van de provincie is terug te vinden in het jaarverslag 1874 voor de begroting van 1875: “Om de brandbestrijding te verzekeren werd er overeenkomstig het provinciaal reglement bij beslissing door de gemeenteraad van 23 april ll. een sectie vrijwillige pompiers ingesteld, samengesteld uit een commandant of dienstchef, twee onderofficieren, drie brandmeesters, twee hoornblazers en vijftien brandweermannen, en gij zult kortelings uitgenodigd worden voor de benoeming te doen en definitief deze sectie in te stellen.” Dit besluit werd door de hogere overheid goedgekeurd op 24 juli 1874. Volgende benoeming werd hierna beslist: Commandant Onderofficieren Meester-brandweerman
Hoornblazer Brandweerman
René VREVEN oud-onderofficier van de Genie Pierre BOURGEOIS (loodgieter) Armand MOORS (wagenmaker) Henri ADANG (bakker) Théodore AERTS (dakdekker) Arnold VAN CAN (slotenmaker) François AERTS (schilder) Auguste DEWULF (bakker) Jean AERTS (dakdekker) Joseph DELBARRE (glazenier) Pierre DELTANCHE (schilder) Joseph PERCEVAL (dagloner) François PERCEVAL (dagloner) Adolphe VERBRUGGEN (dagloner) Eduard WUYTS (schrijnwerker) François WUYTS (schrijnwerker) Clement CARLIER (zadelmaker) Louis BRUSTEN (kuiper) Michel VAN CRUTSEN (schilder) Jean Corneille KOX (metselaar)
De gemeenteraad keurde een gewijzigd grondreglement goed op 9 juni 1881. Het omvatte meer details i.v.m. aanwerving en uniform. Hier was ook sprake van wapens. De uniformen die werden gedragen bij de oprichting van het brandweerkorps kwamen van Franse soldaten (infanteristen) die op dat ogenblik in Leopoldsburg gevangen zaten na de Frans-Duitse oorlog van 1872. 135 jaar brandweer • p 8
De gewapende vrijwillige brandweer
De wet van 30 maart 1836 gaf gemeenten de keuze tussen een gewapende en niet-gewapende brandweer. Onze gemeente nam deze keuze pas op 9 juni 1881 met een gewijzigd grondreglement dat goedgekeurd werd door de provincie op 6 juli 1881. Ook de kaart op vorige bladzijde vermeld de stichting van een vrijwillig gewapend brandweerkorps. De vrijwillige brandweer werd gesticht in 1874. Zij werden gewapende brandweer in 1881. Dit hield in dat het brandweerkorps ieder jaar aangifte moest doen aan “le Ministère de l’Interieur et de l’Agriculture: Administration de la Garde Civique et de la Milice” van het aantal verbruikte en voorradige munitie. In een brief van 22 april 1910 staat o.m. dat de prijs van een “douille de cartouche en blanc” 0.35 centiemen bedroeg. Een formulier nr. 4 “Verantwoording van het gebruik, gedurende het jaar 19.. van de ter beschikking van het korps gestelde munitie voor Comblaingeweren” moest jaarlijks ingevuld worden. Ook een formulier nr. 1 “behoorende bij de onderrichting op de bewapening, de uitrusting en de munitie der brandweerkorpsen” moest jaarlijks opgemaakt worden door de korpscommandant en ondertekend door de burgemeester. Er werden bepaalde regels opgelegd door het “Ministerie van Binnenlandsche Zaken en Volksgezondheid, Beheer van Militie- en Burgerwacht”, die moesten nageleefd worden door een gewapende brandweer.
Gerommel in het straatje Dat er ook onderlinge wrijvingen kunnen ontstaan in een groep is van alle tijden. Op het feest van Sint-Barbara anno 1907 krijgt Sergeant-Majoor Hartert het aan de stok met de Luitenant-Bevelhebber Jean Aerts. Aerts was van beroep caféuitbater. Zijn dochters en nog enkele dames werkten in de zaak. Om zijn goedkeuring weg te dragen waren de pompiers moreel verplicht zijn etablissement regelmatig te bezoeken. Er was dan ook sprake van pro en contra en er is dan ook lang een tweestrijd geweest in het korps waarvan zowel gemeente als provincie op de hoogte waren. Misschien is het ook wel te danken aan die periode dat een pompier wel eens nadorst had van zoveel bluswerk. 135 jaar brandweer • p 9
De klaroenblazers Van in het begin werden er klaroen- of hoornblazers aangenomen bij het korps. Deze jongens mochten wel jonger zijn dan 18, maar mochten dan weer niet de activiteiten van een pompier uitoefenen, getuige Victor Weyns (aangeworven in 1928) die als jonge snaak ook op dit edel metaal mocht blazen. Zoals Vikske (zie foto rechts) zelf graag vertelde waren er in die periode 2 klaroenblazers: Jozef Tessens en hijzelf (anno 1928). Elk namen ze een deel van Leopoldsburg voor hun rekening om de pompiers te alarmeren. Bij nacht en ontij, regen en wind, kon je hen zien koersen op hun fiets om toch maar iedereen op tijd te verwittigen. Zo is er nog een brief teruggevonden van 6 januari 1923 over de aankoop van klaroens. In de brief is er sprake van dat de vorige klaroens opgeëist waren door het vaderland in 1914 en niet meer werden teruggegeven. Hoe de pompiers in die tussentijd van 9 jaren verwittigd werden, is niet bekend. Vandaag werd de klaroen vervangen door een modern oproepsysteem. Maar een trompetspeler is er nog steeds. Lucien Vanderbrigghe (foto links) blaast zijn trompet bij allerlei gelegenheden: St-Barbaravieringen, begrafenissen en ceremonies met het vaandel.
De korpsdokters De eerste korpsdokter was dokter G. Vandevelde. De aanvraag tot aanstelling van dokter G. Vandevelde staat vermeld in een brief van 09-11-1938. Als korpsdokter moest hij volgende voorwaarde aanvaarden: “De verzorgingen aan gekwetsten op brandrampen en het onderzoek van nieuwe voorgestelde leden, kosteloos te doen. Alle andere private verzorgingen zullen door het ‘Onderstandsfonds’ betaald worden.” Het duurde echter nog tot 1954 tot dokter Van de Velde door de gemeenteraad aangesteld werd als onderluitenant-geneesheer.
Dokter Thoelen kwam in dienst op 29-03-1988 en werd in zijn functie als onderluitenant aangenomen. Hij werd opgeroepen bij interventies indien een dokter gewenst was. Ook de brandweermannen kunnen tijdens of als gevolg van een opdracht hun dokter raadplegen. In juli 1993 deden ze nog een beroep op hem i.v.m. een rupsenplaag (huiduitslag en jeuk). De jaarlijkse controle van de brandweermannen valt niet onder zijn bevoegdheid maar onder de controle van een arbeidsgeneesheer. Vanaf de start van de ambulance volgde dokter Thoelen deze dienst met zeer veel interesse. Hij was dan ook zeer nauw betrokken bij de opvolging hiervan. In 2005 besloot hij om zijn taak als korpsarts stop te zetten.
135 jaar brandweer • p 10
Op 1 januari 2006 werd hij opgevolgd door Dr. Guy Michotte. Hij heeft de leiding over de ambulanciers waarvan de werkgroep maandelijks vergadert. Van beroep was hij de laatste 15 jaar van zijn loopbaan arbeidsgeneesheer bij de medische dienst van het ministerie van landsverdediging tot hij daar op pensioen ging op 1 juli 2006.
De commandanten of dienstchefs Over de eerste dienstchef René VREVEN, aangesteld bij KB van 31-08-1874 is weinig geweten. Er zijn geen administratieve stukken van teruggevonden. Na Vreven is er sprake van ene Pierre BOURGEOIS. Van deze persoon is geen enkel document teruggevonden i.v.m. zijn ambtsaanvaarding als dienstchef. Hierna is er sprake van dienstchef Antoine HOLM. Er is een document dat verwijst naar zijn ontslagname als Kapitein-Commandant (nota van 1702-1881). Van Jean-Pierre APERS is ook niet veel bekend. Hij zou officieel de 2de bevelhebber zijn. Dit valt op te maken uit een document dat verwijst naar de eedaflegging van deze man op 16 mei 1886 als Onderluitenant-Commandant. De derde dienstchef Jean AERTS werd aangesteld als Onderluitenant-Commandant bij KB van 05-09-1887. Een brief van 04-02-1914 verwijst naar de aanvraag tot ontslagname van Jean Aerts, bevelhebber. In het korps worden drie kandidaten voorgesteld: Matthieu Tessens (14 stemmen), Remy Vanthienen (9 stemmen) en Joseph Budie (9 stemmen). Een volgende brief van 16-08-1919 waarin nogmaals verwezen wordt naar de in 1914 ontslagnemende bevelhebber Jean Aerts, vermeldt twee nieuwe kandidaten: Louis Philips (3 stemmen) en Louis Tessens (10 stemmen). Vierde dienstchef wordt dan Louis TESSENS, aangesteld als Onderluitenant-Commandant (KB 08-06-1920). Hij trad in dienst op 01-11-1895. Commandant Tessens stelt in 1944 Sergeant-Majoor Pellemans voor aan de gemeente als zijn opvolger. Het enige nadeel is dat Emiel Pellemans in Heppen woont. De gemeente geeft hierop als antwoord dat zij geen bezwaren heeft maar dat volgens de reglementen de gemeente 3 kandidaten moet voorstellen aan de Gouverneur die hieruit een beslissing moet nemen.
135 jaar brandweer • p 11
Op 2 september 1944 wordt een aspirant aangenomen: Mathijs STANS. Een half jaar later, op 31-03-1945 wordt er een brief gestuurd naar burgemeester, schepenen en gemeenteraadsleden met het voorstel om een aantal personen te benoemen. Hierin komt ook de naam Stans J.M.F. voor en wel voor de benoeming tot Sergeant-Majoor. Hij maakt dus een blitzcarrière. Twee jaar na zijn benoeming tot Sergeant-Majoor wordt hij bevorderd tot OnderluitenantBevelhebber (KB 30-06-1947). En nog eens twee jaar later promoveert hij tot Kapitein-Commandant (KB 15-07-1949). In 1950 krijgt Leopoldsburg een nieuwe burgemeester: Gaston Oeyen. Stans, een plichtsbewust man die een groot verantwoordelijkheidsbesef opbrengt voor zijn manschappen, is het niet altijd eens met de burgemeester. Stans, van beroep gemeenteontvanger, had gelegenheid om de gemeentezaken op de voet te volgen. De strubbelingen tussen beide partijen leidden tot interne twisten onder het pompiersvolk. Stans neemt afscheid en een nieuwe bevelhebber kondigt zich aan. Pierre D’HONDT wordt door de gemeente aangenomen op 08-09-1952 en bevorderd tot Sergeant op 08-03-1854, onderluitenant op 30-07-1954 en luitenant op 18-08-1963. Op 28-05-1968 neemt hij het bevel over van Commandant Stans. Onder zijn bevel startte het korps terug op als gewestelijk centrum. Hij bereikte de pensioengerechtigde leeftijd en weer werd een opvolger aangesteld.
Julien MARTENS werd de zevende bevelhebber op 01-01-1987. Hij trad in dienst op 26-01-1971, werd korporaal op 01-05-1974, onderluitenant op 16-02-1976, luitenant op 17-01-1984 en kapitein-dienstchef op 01-01-1987. Net als zijn voorganger duurde het 16 jaar vooraleer hij deze functie kon uitoefenen. Martens heeft zich geen moeite gespaard om de zware brandweercursussen te doorworstelen en zich kandidaat te stellen als bevelhebber. Hij wist dat dit geen lichte taak was en vraagt dan ook de steun van zijn gezin. Hij bouwt, eenmaal diensthoofd, de brandweer uit tot een modelkorps, zowel qua manschappen als materieel. Twee jaar na zijn aanstelling wordt het nieuwe brandweerarsenaal al ingehuldigd. Waar er toen nog plaats was voor enkele wagens, barst het wagenpark nu uit zijn voegen en zoekt de brandweer al snel een bijkomend onderkomen. Martens leeft voor de brandweer en eist van zijn manschappen dezelfde toewijding.
135 jaar brandweer • p 12
Robert WALTHÉRY neemt vervolgens het bevel over op 1 november 2005. Hij kwam in dienst op zijn 18de verjaardag op 02-02-1978, werd onderluitenant op 01-04-1987 en luitenant op 02-07-1990. Na het behalen van de nodige brevetten duidt de gemeenteraad op 12-11-2008 de heer Walthéry aan als kapitein-dienstchef. Hij combineert zijn beroepsleven in de nucleaire sector met zijn functie als dienstchef-vrijwilliger. Hij wenst het korps te moderniseren en aan te passen aan de hedendaagse tendensen van automatisering en professionalisering. In 2008 wijzigt hij het grond- en huishoudelijk reglement aanzienlijk ter bevordering van een eenvormige werking tussen de brandweerdiensten van Lommel en Bree. Ook sport krijgt binnen het korps terug meer aandacht. De jaarlijkse looptesten behoren nu ook tot de verplichtingen voor de brandweermannen. In zijn ambitieus investeringsprogramma wil hij de volgende 5 jaren het wagenpark aanzienlijk vernieuwen en een nieuwe brandweerkazerne bouwen. De eerste nieuwe voertuigen werden intussen al geleverd, op de nieuwe kazerne wordt nog gewacht.
De manschappen anno 2009
Lt. Daelemans Willy 1ste peloton Adjt Vangerven Mathieu 1 Sgt. Fillee Jean-Paul 1 Sgt Jansen Rita Sgt. Groven Johan* (ambu) Laenen Gilbert
Andelhofs John Bogaerts Rudi Geeraerts Patrick
Officieren Kapt. ing. Walthéry Robert Olt. Dr. Michotte Guy Olt. Onraedt Stefaan Onderofficieren 2de peloton Adjt. Renette Marc Sgt. Stockmans Johan
Korporaals Geypen Timmy (ambu) Janssens Phil Timmermans Patrick* (ambu) Vanderbrigghe Lucien (ambu) Brandweermannen Cuppens T. De Metsenaere M. Kemps Danny (ambu)
3de peloton Adjt. Delfavero Walter Sgt. Maj. De Bie Eric Sgt. Ganne Philippe
Berckmans Eddy Devriendt Patrick
Boons Bert Bosmans Bjorn Donné Maarten 135 jaar brandweer • p 13
Hulsmans Raoul (ambu) Laremans Freddy Lenaerts Theophiel Martens Tom Penny Eddy Snoeckx Davy Strobbe Rudi Teunkens Francy (ambu) Daens Marc (ambu)) Stommels Dinah
Bosmans Julien Duts Ludwig Eyckens Anka Geeraerts Dominique (asp) Van Hecke Stephan (asp)
Maes Jurgen Naya Frans (ambu) Peeters B. Penny Rudy Popleu Ronny Vens Jurgen Verhaeghe Kristof (ambu) Verstrepen Geert (ambu) Fasoul C. (asp) Niville Wim Matthijs E. Ambulanciers - niet brandweerlieden Loos Henri Mulders Peter Noel Toon Madile Marco (asp) Vranken Christina (asp)
Fransen Paul Gryp Yves Joris Gilbert Noël Patrick Nys Jurgen Scheerlinck Mario (ambu) Steenwegen Wendy Tips Marc Vankrunkelsven Johan (ambu) Vanvoorden Wesley
Thull Emiel Vandormael Peter Mellaerts Wendy (asp) Walraven Roland (asp)
*Beroepsbrandweermannen (ambu): tevens ambulanciers (asp): aspirant of brandweerman in opleiding
Ambulancedienst De ambulancedienst in Leopoldsburg is opgestart op 1 maart 1993. De permanentie werd in het begin verzekerd door 27 ambulanciers. Anno 2009 zijn er dat nog 19: 11 brandweermannen en 8 niet-brandweermannen. De ambulanciers draaien mee in een wachtdienst waarbij elke dag wordt verdeeld in 2 diensten (07.00 - 19.00 uur en 19.00 - 07.00 uur). Dat de ambulanciers veel werk hebben, blijkt uit bijgaande grafiek waar de kaap van 1.000 oproepen wordt overschreden. De ambulanciers scholen zich regelmatig bij om de gepaste hulp te blijven bieden. Het combineren van de taak van ambulancier en brandweerman wordt hierdoor steeds moeilijker.
135 jaar brandweer • p 14
Het arsenaal 1913 Vroeger was er geen sprake van een arsenaal maar van een pomphuis. En dat het daar nogal armzalig was, kan je lezen in volgende brief van 13-02-1913, gericht aan burgemeester en raadsleden: “Mijne Heeren. Ik neem de eerbiedwaardige vrijheid om u nogmaels eens te herinneren over de vernieuwing van het Pomphuis. Het Pomphuis is te klein en zelfs is het voor ons heel lastig voor met het materieel in en uit tegaen want zelfs moeten wij met den klaren dag goed oppassen voor malkanderen niet te blesseren zoodus kunt gij wel verstaen als er eenen brand moet voor vallen in den nacht hoe wij moeten sukkelen met de gauwte voor kunnen gereed te geraeken hetzelfde dat wij al aen de hand gehad hebben met den brand bij Mijn Heer Vanrams. De grote oorzaek is daer van als dat wij met ons materieel niet regt uit kunnen vermits er geene plaets genoeg is. Mijne Heeren zouw het niet mogelijk kunnen zijn voor een ander Pomphuis te kunnen krijgen daer nevens in den hof van Meester Thijs waer een Pomphuis kan gemaekt worden van min kosten. Daer moet maer eenen zijmuer en eenen achtermuer bij gemaekt worden en een dak er op daer mede zijn wij heel goed gestelt zoo dus dat die kosten niet hoog zullen komen. Mijne Heeren wij hopen wel als dat onze voor stellingen wel zullen aengenomen worden. Wij bedanken u op voorhand en in afwagting van een gunstig antwoord. De Sergeant-Majoor M. Tessens en de Bevelhebber Jean Aerts.” 1924 Op 29-04-1924 schrijft de gemeentelijke brandweer een brief naar de burgemeester en raadsleden, waarin zij zich gelukkig prijzen met de vergoeding uitgevaardigd door het Ministerie van Staatshuishoudkundige Zaken en dit bij vonnis van 21-10-1922. Zij vragen dan ook enkele aanpassingen en toevoegingen aan de gemeente. In de brief staat ook volgende vermeld: “Moet aan de gemeente overheid nogmaals herinnert worden: dat de schuilplaats onzer brandtuigen in zulken slechten staat is, dat het ons onmogelijk is het materiaal in goeden staat te behouden, dat verscheidene malen, sommige onzer tuigen ontvreemd geworden zijn, dat het niet mogelijk is zoo snel bij dag als bij nacht in geval van brand, de plichten der brandweer regelmatig na te leven. Niet dat zulks kortelings is ontstaan, maar sedert de maand december 1919 en bevestigd in 1922; heeft de brandweer vruchteloos een verslag over gezegden toestand aan het gemeentebestuur overgemaakt.” 1933 De brief van de brandweer aan de burgemeester, schepenen en raadsleden is in drie delen opgemaakt: blusmaterieel, reddingsmaterieel en het arsenaal:
135 jaar brandweer • p 15
“Ons arsenaal heeft noodig van eenige réparatiën. Het plafond valt in, het is er zeer vogtig. De darmen zijn verstikt en barsten onder de kleinste pressing. Ook moeten wij doen opmerken dat ons arsenaal gebruikt wordt als dépôt van hout, pannen, kabels, enz. Persoonen, vreemd aan ons korps hebben er toegang. Wij kunnen dus niet verantwoordelijk blijven voor het verdwijnen van somige stukken. Om dit te vermijden zou er eene kas moeten gemaakt worden in het arsenaal voorbehouden aan de leden van het korps. Wij vragen ook het buitenlicht te doen herstellen.” 1939 In 1939 is er nog niets verandert aan de erbarmelijke toestand van het arsenaal. Luitenant-Bevelhebber Tessens verzoekt om een dringende oplossing. “Jonge manschappen moeten onderricht worden en om dit te volbrengen is er degelijk materiaal nodig.” Hij eindigt de brief met: “De tijden van den ‘paradepompier’ moet aan het verleden behoren.” 1943 Er is nog steeds niets aan de toestand verandert. Uitreksel uit brief van de brandweer aan de gemeente: “Wij nemen de gelegenheid ten bate, om het Schepencollege eerbiedig te verzoeken, de noodige maatregelen te willen treffen om het arsenaal UITSLUITEND voor Blusch- en Reddingsmateriaal voorbehouden zou worden, en aan de berging van vreemde voertuigen, afbraak en bouwmateriaal, een einde te willen stellen. Wij wenschen over gansch de ruimte te beschikken om ons materiaal zonder hindernissen te kunnen bereiken, en het ordelijk op te stellen. Wij drukken den wensch uit, dat alle personen, vreemd aan het Korps den toegang tot het Arsenaal wordt verboden.” In hetzelfde jaar wordt een klacht ingediend over de toestand van het dak betreffende het doorsijpelen van water op meerdere plaatsen. Hierop werd door de gemeente een gunstig advies gegeven om de herstellingswerken uit te voeren. 1989 Op de plaats van het vroegere gemeentemagazijn wordt het nieuwe arsenaal ingehuldigd op 09-06-1989. Op het gelijkvloers is er de grote parkeerruimte, achterin de werkplaatsen, WC en douches. Naast de parkeerruimte voor de voertuigen bevindt zich de persluchtkamer, het magazijn en het bureel van, de dienstchef. Op het eerste verdiep aan de voorzijde is er een radiokamer, het bureel van de beroepsbrandweermannen, een stapellokaal en een vergaderzaal. Achteraan bevindt zich een ontspanningsruimte. 1999 Eén van de werkplaatsen op het gelijkvloers dient voor onderhoud door het persluchtteam en voor ambulancemagazijn. Een deel van de vergaderzaal/leszaal op het 1ste verdiep is ingenomen door het kledijmagazijn. 2009 Het wagenpark groeit en het materiaal breidt uit. Het arsenaal is te klein om alle voertuigen in onder te brengen. De gemeente zoekt naar een geschikte oplossing. 135 jaar brandweer • p 16
Het materieel 1886 De vroegst gevonden inventaris van het brandweermateriaal dateert van 05-02-1886. Het korps bestond uit 1 sectie en mocht minimum 16 en maximum 29 leden tellen. Er was 1 pomp beschikbaar. De waarde van het materiaal bedroeg 1180 fr. Er waren 9 branden. 1909 Op 12-09-1909 wordt de gemeente herinnerd aan een brief waarin het korps het volgende materiaal aanvroeg: 200 meters leidarmen en 6 meter zuigdarmen, 20 emmers, 2 fakkels en 2 plooiladders, 1 handboom, 1 haspel, 10 centurions, 8 vesten en 10 broeken.... Ook de verandering van het pomphuis samen met pomp nr. 1 en pomp nr. 2 werd met deze brief gemeld. 1923 Volgende brief werd verstuurd naar de gemeente: “…aangaande verandering eener brandspuit. Deze brandspuit zijnde op vier wielen met een disselboom is zeer moeilijk en op zekere plaatsen onmogelijk te vervoeren, aangezien wij niet voorzien zijn van paardenkracht of andere middelen van vervoer, bvb. moest er brand ontstaan op een onzer gehuchten der gemeente, waar men het water op zekere afstanden der ramp zouden moeten trekken zou men zeker verplicht zijn de grootste en de beste brandspuit in werking te brengen. Gezien deze te zwaar is op buitenwegen te brengen zou het dus zeker onmogelijk zijn aan onze plichten te voldoen, gezien dus deze omstandigheden hebben wij deze verandering en verbetering goed onderzocht, en voor al eer Ued deze voorstelling te doen geworden, ons bevraagd aan verscheidene vakmannen onze gemeente, de voordeeligste en meestbegaafde daar voor is den Heer Hubert Snijckers, smid te Leopoldsburg, Koninklijke Plaats die deze aanvaard aan de som van 150 franken en alle buiten dienst gestelde voorwerpen voorts komende van de brandspuit. Voor deze som levert hij alle noodigheden om de brandspuit te brengen op het model hem voorgesteld…” 1928 In een franstalige brief van 12-12-1928 werd verwezen naar de slechte toestand van het brandweermateriaal ‘oud systeem’ (hiermee bedoelt men het gebruik van een pomp) waarbij het gebruik ervan “leur fait horrent”. Dit viel zelfs de bevelhebber van de brandweer van Maaseik op (zijn brief van 12-01-1930): “Waarde makker. Onlangs toen ik in Leopoldsburg passeerde, zag ik tot mijn groote verwondering alsdat er eene brandweeroefening plaats moest hebben en nog met een oud systeem. De tijd ontbrak mij om die oefening bij te wonen tot mijn groote spijt. Gelieve mij te laten weten of Gij niet zinnens zijt een ander brandweermiddel aan te schaffen, dan zullen wij samen deze zaak behandelen bij het gemeentebestuur van Leopoldsburg…. Wij hebben dus een pomp die geeft 60.000 m³ per uur en kan gebruikt worden met 1, 2, 3 of 4 lanssen te gelijk en heeft een druk van 6 tot 8 Kgr.: geeft eene straal water van 25 diam. dik op een hoogte van 20 meters en eene lengte van 40 meters.… De bevelhebber der brandweer Maeseyck B. Vrancken.”
135 jaar brandweer • p 17
1943 Op 06-10-1943 meldt de brandweer dat er een aanzienlijke brand was bij Mr. Rawie in de Vaartstraat en dat ze niet over voldoende materiaal beschikten om serieuze branden te bestrijden. 1944 Het korps beschikt over volgende materialen: 1 autowagen 1 motorpomp op wielen en 1 zonder. Debiet: 1500 l/min 1 draagbare pomp. Debiet: 1000 l/min 3 haakladders zonder wielen 1 handpomp van 600 l/min 700 m. persdarmen van 70 mm. en 380 m. van 45 mm. 2 standpijpen 2 straalpijpen van 70 mm. met 3 openingen en 4 van 45 mm. met 3 openingen 10 stoffen emmers 2 bijlen 1 haspel op wielen 1962 Het rollend materiaal neemt toe: 1 tankwagen 2.000 liter: autopomp op hoog- en laagdruk 1 vervoerwagen (Austin ATV): draagvermogen 2 ton. Deze vervoerwagen is, zoals vermeld, in ongunstige toestand. 1994 Het wagenpark: 12 voertuigen en 1 ambulance + 3 aanhangwagens. Onder de voertuigen zijn verschillende Renaults, Unimogs en Magirussen. De brandweer gebruikte tot in 2001 volgende codes om de verschillende voertuigen te onderscheiden: Renault halfzware autopomp bouwjaar 1992 A1 Dodge zware autopomp bouwjaar 1976 A2 Renault Saviem zware autopomp bouwjaar 1981 A3 Unimog bosbrandweerautopomp 4x4 bouwjaar 1974 B1 Unimog bosbrandweerautopomp 4x4 bouwjaar 1986 B2 T1 Magirus 7.000 l. bosbrandweertankwagen 4x4 bouwjaar 1956 135 jaar brandweer • p 18
T2 Magirus 5.000 l. Renault Saviem E1 Chevrolet Chevy Van R1 Toyota Landcruiser C1 Opel Kadett C2 Volkswagen Z1 D.A.F. 400 M1
bosbrandweertankwagen 4x4 elevator bevrijdingswagen commandojeep 4x4 commandowagen ambulance materieel-personeel: uitgerust als commando ramp terrein
bouwjaar 1956 bouwjaar 1985 bouwjaar 1982 bouwjaar 1977 bouwjaar 1992 bouwjaar 1991 bouwjaar 1977
2009 Vanaf 2001 werden nieuwe codes voor de voertuigen gebruikt, als gevolg van de samenwerking met de groep Regio Noord-Limburg waartoe de korpsen van Lommel, Bree en Leopoldsburg behoren. Lommel heeft de kengetallen 1 tot 9. Bree heeft de kengetallen 11 tot 20 en Leopoldsburg 21 t/m 30. Autopompen: A21 Mercedes Atego 1428 halfzware zware A22 Renault GC231 halfzware A23 Renault M213C Tankwagen: T21 SteyR (8.000 l.) 4 x 4 4 x 4 Bosbrandweer- autopompen: B21 Unimog 416 4 x 4 B22 Unimog 416 Bosbrandtankwagen: B23 M.A.N. 4.000 l. Bevrijdingswagen: R21 Mercedes Sprinter Hoogwerker: E21 Magirus ALP 295 Commandowagen: C22 Ford Mondeo Commandojeep: C21 Nissan Patrol 2800 cc Materieelwagens: M21 Opel Movano M22 Opel Combo 2 ambulancevoertuigen: Z21 Mercedes Sprinter Z22 Peugeot J5 1 minibus C23 Toyota Hiace 3 aanhangwagens met ledigingspompen
bouwjaar 2006 bouwjaar 1981 bouwjaar 1992 bouwjaar 1998 bouwjaar 1974 bouwjaar 1986 bouwjaar 1999 bouwjaar 2001 bouwjaar 2009 bouwjaar 2000 bouwjaar 1992 bouwjaar 2007 bouwjaar 2007 bouwjaar 1998 bouwjaar 1994 bouwjaar 1998
135 jaar brandweer • p 19
Speciaal materieel: • 48 persluchttoestellen (Dräger P.A. 80) + nieuwe modellen Van deze 24 PA 80-toestellen werden er reeds 18 door de eigen persluchtploeg aangepast tot PA 94.4 gas- en zuurpakken. • 4 pakken voorzien van radiocommunicatiemateriaal • 2 gas- en zuuroefenpakken • 10 beschermpakken voor interventies met licht scheikundige stoffen • 2 vuurbenaderingspakken • 10 wespenpakken • 4 stroomaggregaten 5 Kva + 1 stroomaggregaat 2 Kva + nog 5 andere • 2 monitorlansen • 1 lichtschuimgenerator – rookafzuiger met afzuigslangen • 2 explosiemeters • 1 drijvende pomp • 2 controleset persluchttoestellen + aerotoestel (controle van de ademlucht) • 1 reddingsbrancard • 1 driepikkel met afdalingsbeveiliger • 3 reddingsharnassen • 2 overdrukventilators • 1 airbag beschermer • 1 hydraulische deuropener • 17 Body Guards (dodemansalarm persluchtmaskersdragers) Gevoelig bewegingsalarm voor personen die in potentieel gevaarlijke zones werken en niet onder controle staan van een andere persoon. • 1 Rescue interventietent • GPS-toestellen • Diverse dompelpompen • ASTRID-radio’s • Warmtebeeldcamera Biodecontaminatie-uitrusting voor ambulance •
135 jaar brandweer • p 20
De nieuwe hoogtewerker die in september 2009 werd geleverd.
135 jaar brandweer • p 21
Reorganisatie van de civiele hulpdiensten Eind 2007 werd in Limburg alles in gereedheid gebracht voor de toepassing van het principe “Snelste Adequate Hulp” of afgekort SAH. Dit betekent dat de 100-centrale het brandweerkorps uitstuurt dat het snelste ter plaatse kan zijn. Er wordt geen rekening meer gehouden met welk korps in de gemeenten bevoegd is. Een computerprogramma berekent welk korps het snelst ter plaatse is.
Het nieuw digitaal oproepsysteem Op 9 mei 2008 werd een nieuw digitaal oproepsysteem in dienst genomen. Hierdoor wordt de brandweer van Leopoldsburg rechtstreeks aangestuurd door het hulcentrum 100. Dit maakt het mogelijk om 1 tot 2 minuten tijdwinst te boeken en zo de burger sneller te helpen. Door deze nieuwe wijze van alarmeren werd ook de werking van het brandweerkorps lichtjes gewijzigd. Zo selecteert de computer de beschikbare personeelsmiddelen en houdt hierbij rekening met de noodzakelijke personeelsbehoefte en de vereiste individuele competenties (chauffeur, persluchtdrager e.d.). De brandweerman geeft hierbij zelf aan of hij beschikbaar is voor een interventie d.m.v. zijn statusmelding. De alarmering van de manschappen kan indien nodig nog steeds gebeuren vanuit de brandweerkazerne of door de officier met weekdienst (via Astrid radio). In de toekomst activeert het nieuwe oproepsysteem automatisch de gps van de brandweerwagens.
135 jaar brandweer • p 22
De 22 taken van de brandweer Naast brandbestrijding zijn er nog een aantal taken vastgelegd voor de brandweerdiensten in ons land (KB van 6 mei 1971): • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Het vervoer van en het verzorgen van een verstikte of van een drenkeling. Aanvoer van zuurstof. Hulp bij ontploffing. Bevrijding van een persoon die in een lift is ingesloten. Hulp aan op een dak gevluchte personen (in geval van geesteszieken) Bevrijding van een onder puin bedolven persoon. Bevrijding van een onder een voertuig (tram, vrachtwagen, enz.) geklemde persoon. Dringend vervoer van een zieke of van een slachtoffer van een ongeval die zich op de openbare weg of op een openbare plaats bevindt. Bevrijding van een geëlektrocuteerde persoon. Bevrijding van een rioolwerker (verstikking in riool). Ophalen van een persoon uit putten, kanaal, vijver... Het vrijmaken van de rijweg indien er gevaar voor personen of goederen bestaat. Bevrijding van een persoon met ledematen geklemd in een machine. Leegpompen van een kelder ingevolge van een overstroming of lekkage aan de waterleiding die onder de openbare weg geïnstalleerd is. Interventie in een gebouw bij lekkage van schadelijke stoffen. Hulp bij ontsnapping van stoom in een gebouw. Hulp bij oververhitte verwarmingsketel. Luchtverversing van lokalen waar rook, gas, koud makend mengsel is binnengedrongen. Interventie voor een vliegtuig dat in moeilijkheden verkeert. Neutralisatie van een laag koolwaterstofverbindingen of zuur. Opsporen van een radioactieve bron die gevaar voor de bevolking kan opleveren. Onschadelijk maken of vernietigen van wespen- en bijennesten of -zwermen die gevaar meebrengen voor personen.
135 jaar brandweer • p 23
Romain DEFEUTER Ieder jaar wordt niet alleen deze brandweerman maar alle overleden makkers herdacht op de dag van Sint-Barbara (4 december). Die dag wordt er even stilgehouden bij het gedenkteken dat aan de ingangspoorten van het arsenaal hangt. Wat maakte Romain Defeuter zo speciaal? Hij werd geboren te Gent op 18 september 1901. In de jaren ‘20 komt hij naar ’t Kamp afgezakt en baat in de Koningsstraat een café uit samen met zijn geliefde Marie-louise Van Gaever. Als Gentenaar doopt hij zijn café “De Floralie”. Hij geeft shownummers ten beste en demonstreert de step-dance à la Fred Astaire. Hij is vrijwillig brandweerman en hulpagent van politie. Tijdens de oorlog 1940-1945 is hij in hart en nieren patriot en groeit in zijn café het verzet. Hij sluit zich aan bij de “Groep Bayard”. Hij wordt aangehouden door de Gestapo en overgebracht naar de gevangenis van Hasselt waar hij voortdurend wordt geslagen, vernederd en gefolterd. Hij zwicht onder al dit geweld en bekent. Hij wordt veroordeeld tot “de dood met de kogel”. Hij heeft dan wel bekend….maar niemand verraden! Op 28 juni 1944 wordt hij te Antwerpen op de schietbaan d’Herbouvillekaai gefusilleerd. Bij zijn begrafenis werd de kist gedragen door zijn collega-brandweermannen.
Interventies 1874 - 2009 Het korps heeft steeds het geluk gehad geen mensen te verliezen in functie. Dit is een wonder, gezien de staat van het materiaal in de eerste vijftig jaar. Dit moet je echter relativeren: de vroegere branden zijn niet te vergelijken met de huidige branden - zoals branden met chemische producten, milieuvervuiling, radioactieve bronnen, er wordt nu rekening gehouden met de rampenplannen, het wegverkeer is in 135 jaar enorm toegenomen... In de beginjaren werd de gemeente altijd schriftelijk ingelicht door het korps over interventies. De meeste interventieverslagen maken melding van burgers die de brandweermannen helpen. Niet alleen de gemeentelijke waterputten maar ook de private waterputten gebruikt mogen worden door het korps. In een verslag van 24-10-1936 zijn er 5 brandweermannen aanwezig om de brand bij meubelmaker Oscar Moens te blussen met 1 handpomp met onderdelen. Zes burgers helpen hen hierbij.
135 jaar brandweer • p 24
“LEOPOLDSBURG: HEL BRAK LOS TOEN JERRYCANS MET KEROSEEN VAN VRACHTWAGEN TUIMELDEN, ONTPLOFTEN EN IN BRAND VLOGEN” Artikel uit de krant “Het Belang van Limburg” van 16-11-1971. “Het centrum van Leopoldsburg is gisteren even na 13 uur aan een ware ramp ontsnapt, toen meer dan 100 jerrycans op het Vrijheidsplein van een rijdende Engelse legervrachtwagen donderden, ontploften en enkele duizenden liters keroseen vuurvatten. Een half uur lang leek het ruime Vrijheidsplein op een hel. De ene ontploffing volgde de andere op. De vlammen sloegen huizenhoog op en één zwarte, kolossale rookzuil boorde zich de lucht in.
Toen de dikke zwarte mist opklaarde, kon de balans worden opgemaakt: geen slachtoffers –een mirakel haast- twee personenwagens uitgebrand, een vijftal huizen ernstig beschadigd en tientallen ruiten aan scherven. Dit had een tweede Martelange kunnen zijn. De h. Guy Thorez ontsnapte werkelijk aan de dood. Hij kon nog juist uit zijn wagen springen en moest toekijken hoe zijn wagen in vlammen opging. Ook de gestationeerde auto van de h. Cuppens moest er aan geloven.”
BRAND BIJ FIRMA DOUVEN TE LEOPOLDSBURG
135 jaar brandweer • p 25
“KNAL DOET CENTRUM VAN HEPPEN DAVEREN” Krantenknipsel van juli 1980. Meisje (11) en vrouw omgekomen bij explosie die twee huizen in puin legt. Een geweldige knal heeft in de nacht van donderdag op vrijdag het centrum van Heppen op zijn grondvesten doen daveren en heeft heel wat mensen uit hun slaap wakker geschud. Mensen renden de straat op, en zagen nog net stofwolken wegdrijven die bij een explosie twee huizen als kaartenhuisjes had doen instorten. De eerste hulp werd aangeboden aan de bewoners van beide woningen maar dat verliep niet zo gemakkelijk want de brokstukken verhinderden dat. Het was toen precies 4 uur in de morgen. De eerste balans van de explosie luidde vijf gewonden, later werd een meisje dood onder het puin gevonden en pas in de namiddag werd een tweede dodelijk slachtoffer aangetroffen. Naar de oorzaak van dit tragisch gebeuren heeft men vooralsnog het raden. De deskundige van het parket meende dat een gasontploffing niet was uitgesloten. Zekerheid daaromtrent had men gisterenmiddag nog niet. In de ganse omgeving sneuvelden tientallen ruiten wat laat vermoeden dat de explosie een bijzonder sterke kracht moet gehad hebben. Naar aanleiding van deze interventie ontvangt de gemeente op 25 juli 1980 een brief van het Kabinet van de onderzoeksrechter waarbij men het korps bedankt voor hun onbaatzuchtige ijver bij de opruiming van het puin en het zoeken naar slachtoffers.
“WEER GROTE MEUBELZAAK UITGEBRAND IN LIMBURG” Krantenknipsel over brand bij Thomas in Tessenderlo van 26-10-1981. Bij de blussingswerken werd de brandweerman Amandus Van Roy aan het oog gewond, terwijl zijn collega Frank Van den Bossche bevangen werd door de rook. N.v.d.r. wat niet in de krant stond is dat enkele brandweermannen, werkzaam op het dak, deze plaats juist verlaten hadden vooraleer het hele gewelf instortte.
“HET ONGEVAL DAT ZELFS DE MEEWEERLUI SCHOKTE” Krantenknipsel, datum onbekend tussen 1983 en 1986. Op de weg Hechtel-Leopoldsburg zijn zondagavond twee wagens frontaal op mekaar ingereden. Bij het ongeval kwamen vier mensen om het leven. Vijf anderen werden gewond. Twee van hen verkeren in kritieke toestand. Het parket zoekt nog naar de juiste oorzaak van het ongeval. De brandweer sprak van ‘het verschrikkelijkste sinds jaren’. 135 jaar brandweer • p 26
“BIJ REGEN WARE HET EEN RAMP GEWEEST!” Krantenknipsel van maart 1986. Op de autoweg Luik-Antwerpen, te Kwaadmechelen-Laakdal, reed dinsdagochtend een trekker met opligger, geladen met een 120-tal vaten hydrosulfiet van honderd kilo elk, tegen de wegsignalisatie. De wegreus verloor nagenoeg zijn hele lading, waarbij heel wat vaten beschadigd werden en de inhoud, een wit poeder, op de weg terecht kwam. Omdat het product bij aanraking met water giftige dampen verspreidt, werden onverwijld de nodige maatregelen getroffen…. Gelukkig regende het dinsdag niet, anders had het op een ramp kunnen uitdraaien.
“VLAMMENZEE VERNIELT LAB VAN TESSENDERLO-CHEMIE” Artikel uit de krant “Het Belang van Limburg” van 05-06-1988. Een felle uitslaande brand heeft in de nacht van zaterdag op zondag in het nieuwe laboratorium van Tessenderlo-Chemie voor een stuk over de honderd miljoen frank schade aangericht. Het vuur ontstond tijdens niet nader omschreven proefnemingen met diphenylmethaan, een organisch-aromatisch product dat pas bij 127 graden Celcius ontvlamt. Bij deze brand werd het rampenplan fase 1 ingeschakeld. 4 bijkomende korpsen werden opgeroepen: Heusden-Zolder, Leopoldsburg, Hasselt en Beringen.
“15.000 KIJKERS ZIEN MIRAGE NEERSTORTEN” Artikel uit de krant “Het Belang van Limburg” van 08-08-1988. Tijdens de Sanicole Airshow in Leopoldsburg is gisteren even na 15 uur een Mirage 5 van de Belgische luchtmacht tijdens het uitvoeren van een acrobatische act neergestort. Het vliegtuig crashte enkele honderden meters voorbij het vliegveld op het militair domein tussen de Aeroclub en het centrum van Leopoldsburg. De piloot trachtte zich nog met zijn schietstoel te redden maar overleefde het ongeval niet. Met zowat 15.000 toeschouwers in de onmiddellijke buurt mag het een wonder heten dat er niet meer slachtoffers gevallen zijn.
“MILJOENENBRAND IN VERFFABRIEK” Krantenknipsel van 08-08-1990. Een zware brand verwoestte zondag in de vroege ochtend de verffabriek nv Paulypaint in de industriezone Tessenderlo-Paal. Zeven brandweerkorpsen en de Civiele Bescherming zijn bij het blussen ingezet. Wegens de bijzondere ontploffings- en milieurisico’s was fase 2 van het rampenplan gedurende enkele uren van kracht. n.v.d.r. Wat de krant niet vermeldt is dat brandweermannen van het korps die aan een zijmuur stonden niet gerust waren en zich verplaatsten. Nog geen seconde daarna, stortte die muur volledig in. 135 jaar brandweer • p 27
“BRANDWEER GAAT ACHTER ONTSNAPTE VARKENS AAN” Krantenknipsel van 13-12-97. Zaterdagnamiddag is de brandweer van Leopoldsburg moeten uitrukken voor een wel zeer speciale opdracht in Ham: het vangen van zeven ontsnapte varkens en een beer. Met de hulp van de buren zetten enkele spuitgasten de jacht in ter hoogte van de Verbindingsweg. Daarbij is één van de ‘jagende’ buurmannen licht gewond geraakt. In zijn ijver werd hij gebeten door de ontsnapte beer. De man kwam er met een oppervlakkige wonde vanaf. Uiteindelijk slaagden de spuitgasten en buren er dan toch in de acht beesten van boer Luyckx te vangen.
“FRITUREN STATION LEOPOLDSBURG DOOR FELLE BRAND GETROFFEN” Krantenknipsel van 30-09-97. Dinsdagochtend, even voor vier uur, is de brandweer van Leopoldsburg gealarmeerd voor een brand in de friturenrij aan het station in die gemeente. Twee houten snackbars werden daarbij volledig vernield, een derde liep vooral veel schade op aan de gevels en het dak. De gerechtelijke politie kwam ‘s voormiddags ter plaatse en nam enkele stukken in beslag. Onderzoek heeft uitgewezen dat de brand naar alle waarschijnlijkheid is aangestoken. Op de plaats hing een sterke benzinegeur, een jerrycan werd niet gevonden. Het middenpand, waar de brand is ontstaan, stond al drie jaar leeg.
135 jaar brandweer • p 28
De Koninklijke Belgische Brandweerfederatie (K.B.B.F.) Ieder brandweerkorps is aangesloten bij deze federatie die opgericht werd op 26 augustus 1889. Doel was en is nog steeds de contacten te verbeteren tussen de verschillende korpsen van het Koninkrijk. Zij brengen driemaandelijks een vaktijdschrift uit “De Belgische Brandweerman”. Zij houden jaarlijks een Congres waarbij eminente sprekers het woord nemen. De K.B.B.F. werd eind 1974 opgesplitst in twee vleugels, een Nederlandstalige en een Franstalige. Deze werken zowel financieel als organisatorisch onafhankelijk van elkaar. De Nederlandse vleugel noemt Brandweervereniging Vlaanderen en is nog eens onderverdeeld in de Vereniging van beroepsbrandweerofficieren van België en de Provinciale Brandweerbonden waaronder de Provinciale Brandweerbond van Limburg.
De Provinciale Brandweerbond Limburg Op verzoek van de heer Fransman, volksvertegenwoordiger en voorzitter van de K.B.B.F., werd door KapiteinCommandant Robert Vangeel, bevelhebber van het Hasseltse Korps, een provinciale afdeling opgericht. Deze Limburgse Brandweerbond ontstond op 22 januari 1950. Het bestuur bestond uit: Voorzitter: Robert Vangeel Secretaris: Luitenant Quetin van Hasselt Penningmeester: Kapitein-Commandant Matthijs Stans van Leopoldsburg. De statuten werden goedgekeurd op 12 november 1950. Eén van de eerst aangesloten korpsen was Leopoldsburg. De huidige voorzitter is Kapitein-Commandant Jan Jorissen van brandweer Lommel.
Gewestelijk Centrum De brandweer van Leopoldsburg stond altijd voor zijn eigen gemeente in en stond geregistreerd als ‘groepscentrum Z’. In 1949 vraagt de gemeente Heppen aan Leopoldsburg om een overeenkomst aan te gaan inzake hulpverlening bij brand. “De gemeente Leopoldsburg verbindt er zich toe, mits betaling door de hulpvragende gemeente van de jaarlijkse bijdrage en van de kosten van tussenkomst hierna bepaalt, op dezer grondgebied de nodige hulp te verlenen voor het blussen van branden van alle aard.” De bepaling van deze overeenkomst is vervat in 3 bladzijden. In het jaarverslag van 1953 staat dat bij beslissing van de heer Gouverneur der Provincie Limburg, d.d. 30-05-1952 en herzien 21-02-1953, Leopoldsburg het centrum is van een gewestelijke groep die bestaat uit Beringen, Beverlo, Eksel, Hechtel, Helchteren, Heppen, Heusden, KleineBrogel, Koersel, Kwaadmechelen, Leopoldsburg, Oostham, Paal, Tessenderlo en Wijchmaal. De aangesloten gemeenten zijn: Heppen, KleineBrogel, Oostham, Tessenderlo en het Militair Domein. 135 jaar brandweer • p 29
In 1957 zegt de gemeente Leopoldsburg zijn overeenkomsten op met de aangesloten gemeenten en wenst niet langer centrum te blijven van een gewestelijke groep. Gevolg: er wordt geen hulpverlening meer gegeven aan bovenvernoemde gemeenten. Deze bepaling wordt goedgekeurd door de Gouverneur op 03-12-1957. In 1957 zijn er nog 5 gemeenten die hulpverlening kregen door de overeenkomst. In 1958 wordt het korps 7 maal opgeroepen voor hulp aan naburige gemeenten. Jaren na elkaar wordt er op het korps van Leopoldsburg beroep gedaan op bijkomende hulpverlening bij interventie. De gemeente Heusden zegt zelfs dat het beter is dat Heppen, Oostham en Kwaadmechelen terug toegewezen wordt aan Leopoldsburg. In 1962 vraagt de burgemeester van Tessenderlo aan Leopoldsburg: “Gij moet terug komen onze gemeente beschermen.” In 1968 verschijnt er een artikel in de krant over de onrust in verband met hervorming van de brandweer. Sommigen willen het korps degraderen tot gemeentelijk korps, terwijl de omliggende gemeenten de wens uiten om beroep te blijven doen op het korps van Leopoldsburg. Zelfs het gemeentebestuur staat achter hen. Als het korps niet erkend wordt als gewestelijk korps, dan wordt het opgedoekt en zit men met nutteloos materiaal dat miljoenen gekost heeft. Het duurt nog drie jaren vooraleer de gouverneur besluit om met ingang van 01-01-1972 het brandweerkorps terug op te starten als gewestelijk centrum. Het kreeg de bescherming toegewezen van de gemeenten Hechtel, Heppen, Beverlo, Oostham en Kwaadmechelen. Momenteel staan alleen nog Hechtel-Eksel, Ham en de fusiegemeente Heppen onder de bescherming van Leopoldsburg. Er wordt overgegaan tot de oprichting van een voorpost in Tessenderlo die in november 1983 operationeel wordt. Op 01-01-1987 wordt deze voorpost toegewezen aan het korps van Heusden. In 1997 worden er 3 gemeenten beschermd: Leopoldsburg (13.711 inwoners), Ham (9.181 inwoners) en Hechtel-Eksel (11.094 inwoners). De totaal beschermde oppervlaktes bedragen 13.265 ha. voor de gemeenten en 5.300 ha. voor het Militair Domein. In 2009 worden deze gemeenten nog altijd beschermd. In het totaal worden 34.000 personen beschermd en bestrijkt het beveiligde grondgebied meer dan 18.565 ha. (inclusief 5.300 ha. van het militair domein).
135 jaar brandweer • p 30
De brandweerschool De brandweerschool werd erkend bij KB van maart 1985 en de eerste lessen werden gegeven op 28 september 1985. Het eerste onderkomen van de school was de kazerne van Bilzen, daarna die van Tongeren. Vervolgens kreeg de school onderdak bij de politieschool van Zwartberg en in mei 1989 kreeg ze school een eigen plaats in Zwartberg. Vanaf september 1990 wordt de brandweerschool een deel van P.C.V.O. (Provinciaal Centrum voor Vorming van Overheidspersoneel). Sinds 2000 is de nieuwe benaming P.L.O.T. (Provincie Limburg Opleiding Training). In het P.L.O.T. is het Provinciaal Opleidingscentrum voor Brandweerpersoneel (POB) ondergebracht. Het POB organiseert: • de basisopleiding van brandweerman, korporaal, sergeant, adjudant, onderluitenant, technicus-brandvoorkoming, crisissituatiebeheer en dienstchef; • de vormings-, trainings- en opleidingscycli voor alle leden van de brandweerdiensten; • vormings-, trainings- en opleidingscycli voor het brandweerpersoneel; de door het ministerie van Binnenlandse Zaken wettelijk voorgeschreven programma’s; • de door de opleidingscommissie voorgestelde vormings-, trainings- en opleidingscycli. Een aspirant-brandweerman is verplicht een stagecursus te volgen aan de brandweerschool en te slagen in deze opleiding.
De Vriendenkring Op 03-04-1975 kwamen enkele brandweermannen samen voor een stichtingsvergadering die resulteerde in de oprichting van de Vriendenkring van de Brandweer. Zij willen vooral de familiale en sociale sfeer rond het gezin van de brandweerman stimuleren. De huidige voorzitter van de vriendenkring is de heer Eric De Bie. Hun eerste manifestatie was het kerstfeest voor kinderen van Kampse brandweerlieden op 26-12-1975. Bij het afscheid van een op pensioen gestelde brandweerman organiseert de Vriendenkring steeds een afscheidsfeest waarbij alle pompiers met partner welkom zijn. Ook met Nieuwjaar zorgt de Vriendenkring voor een receptie met een kleine attentie voor elke pompier. Het gebeurt niet zelden dat een aanzienlijke financiële bijdrage geleverd wordt aan het korps zelf door bvb. aankoop van klein materiaal.
135 jaar brandweer • p 31
Eind jaren ‘80 organiseerden de Vriendenkring verschillende verrassingsreizen tegen een kleine vergoeding. Het effect van het niet weten waar naartoe bracht de meesten steeds in een uitbundige sfeer. Op sportgebied staan de leden van de vriendenkring hun mannetje. Er worden veldcrossen ingericht, korps tegen korps en er vinden wekelijks viswedstrijden voor brandweerkorpsen plaats, waar je altijd wel mensen van onze brandweer tegenkomt. Enkele keren heeft Leopoldsburg zelfs het Limburgs Kampioenschap ingericht. De voeten worden ook niet ontzien. Een vast team doet mee aan de 4-daagse van de Ijzer, de 4-daagse van Vielsalm en de jaarlijkse 1 mei nachtwandeling naar Scherpenheuvel. Van sport naar amusement. In 1979 werkten de mannen een gepast amusementsprogramma uit om de gepensioneerden van de gemeente een fijne namiddag te bezorgen. Dat viel zo in de smaak bij deze mensen dat ze het doorvertelden aan familie en kennissen. Die vonden het jammer dat ze niet mochten komen kijken. Vanaf 1980 wordt de show voor het grote publiek gegeven. De voorstellingen waren altijd weer uitverkocht. Maar de eerste voorstelling bleef nog steeds gereserveerd voor de senioren. Voor deze shows die in januari werden opgevoerd, begonnen de mannen al in september te oefenen; vijf maanden van intens repeteren. De goede kritiek van het publiek spoort hen aan om het elk jaar weer beter te doen. 15 jaar lang werd de brandweershow opgevoerd. De laatste show werd gegeven in 1995. In 2005 maakte het korps voor de eerste keer kennis met “Der Internationale Feuerwehr Sternfahrt”, een organisatie die tweejaarlijks alle brandweerkorpsen uitnodigt om samen een weekend door te brengen en waarbij kameraadschap en broederschap centraal staan. Zo zijn enkele van onze brandweermannen al in Bled (Slovenië - 2005), Stumm (Zwitserland - 2007) en Guyla (Hongarije - 2009) geweest. Het programma is steeds hetzelfde: 1ste dag hijsen van de vlag en verbroedering in de feesttent, 2de dag optocht van oldtimers, 3de dag défilé van alle aanwezige korpsen, 4de dag strijken van de vlag. Duizenden brandweermannen van heel Europa vieren dan samen 4 dagen feest. Elk jaar in de zomer start de kalenderactie weer, ook een initiatief van de vriendenkring. Duizenden kalenders worden verkocht. De inwoners van Hechtel-Eksel, Ham en Leopoldsburg zien ze elke keer weer graag komen. Sinds enkele jaren is er ook een verbroedering met de korpsen van Bickendorf (Duitsland) en Thiers in Frankrijk. In 2008, het 6de jaar van de verbroedering, gaf het korps van Bickendorf zelfs een ereteken en medaille aan luitenant Willy Daelemans en brandweerman Phil Lenaerts om hun internationaal sociaal engagement. 135 jaar brandweer • p 32
Door de contacten tijdens de Feuerwehrsternfahrt in Bled (Slovenië) werd Leopoldsburg in september 2006 uitgenodigd door Lt. Didier Lambert om het korps van Clermont-Ferrand te bezoeken. Beide korpsen zijn te gast tijdens het 135-jarig bestaan van onze brandweer. Brandweermannen hebben de neiging om zich niet alleen ten dienste te stellen van de bevolking maar ook deel te nemen aan gemeentelijke sociale activiteiten waarbij het lidmaatschap bij een vereniging niet mag ontbreken. Het Kampse Carnaval telde al verschillende prinsen die tijdens hun ambtstermijn ook nog vrijwillig brandweerman waren, uitgezonderd Tom Martens die het andersom deed. 1972: prins Gilbert Coninx 1982: prins Eddy Huysmans 1989: prins René Janssens 1992: prins Marc Renette 1997: prins Gilbert Joris 2005: prins Tom Martens 2009: vorst Gilbert Joris (zie foto) Hiernaast ontstond ook de “Thuiswachters”. Op 23 oktober 1995 kwamen de vrouwen van de pompiers voor de eerste keer samen. Dit leidde tot een maandelijkse samenkomst, om het sociaal contact tussen de echtgenotes te bevorderen. Ook helpen zij bij activiteiten ingericht door de brandweer.
135 jaar brandweer • p 33
135 jaar brandweer • p 34
Slotwoord Over ons korps valt natuurlijk nog veel meer te vertellen maar daar ontbreken de nodige bladzijden voor. De geciteerde brieven en foto’s zijn allen afkomstig uit het brandweerarchief dat ter beschikking is van en beheerd wordt door de Geschied- en Heemkundige Kring Leopoldsburg vzw, Hechtelsesteenweg 7/1, 3970 Leopoldsburg, tel. 0485 73 61 22. Deze kring wil ook de gemeente bedanken voor hun onvoorwaardelijke medewerking aan deze brochure en de korpscommandant voor het ter beschikking stellen van zijn archief. Maar vooral gaat onze dank uit naar al die Kampse pompiers die onze geschiedenis passeerden, die geschiedenis maakten en die ons altijd bij zullen blijven. Op 23 april 1874 werd onder impuls van burgemeester Joseph Leonard de “Sectie Vrijwillige Brandweer” in Leopoldsburg opgericht. 135 jaar later stellen wij vast dat het brandweerkorps van Leopoldsburg aanzienlijke wijzigingen heeft ondergaan zowel op materieel- als op organisatorisch vlak. Gewapend met enkele emmers, een bluspomp en veel later met een autopomp gingen onze “makkers” van toen het vuur te lijf. Vandaag is de brandweerman/vrouw voorzien van aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen en maakt hij/zij gebruik van een warmtebeeldcamera, rookevacuator, digitale communicatiemiddelen, regelbare lansen en een variëteit aan hulpvoertuigen zoals een industriële autopomp, hoogtewerker, tankwagen of reddingswagen. Door het gebruik van nieuwe materialen en hedendaagse bouwwijzen verlopen branden vaak anders, agressiever en explosiever, dan voorheen en neemt de kans op backdraft en flashover aanzienlijk toe. Om ons te wapenen tegen deze risico’s volgt de hulpverlener diverse opleidingen en worden nieuwe technieken van binnenbrandbestrijding aangeleerd in de provinciale brandweer-scholen. Door de maatschappelijke veranderingen en industriële uitbreidingen moet de moderne hulpverleningsdienst steeds actief blijven in-spelen op de nieuwe tendensen en uitdagingen. Dit alles is echter enkel mogelijk indien ook de financiële middelen voorhanden zijn. Brandweer Leopoldsburg was dan ook bijzonder verheugd toen het gemeentebestuur van Leopoldsburg besliste tot een aanzienlijke verhoging van het investeringsprogramma voor haar brandweerdienst. Zo werd sedert 2006 het wagenpark vernieuwd of uitgebreid met een halfzware autopomp, een materieelwagen, een karweiwagen, een ambulance en een elevator. Een nieuwe bosbrandwagen wordt volgend jaar geleverd en de vervanging van enkele andere hulpvoertuigen staat voor de volgende jaren al geprogrammeerd. Wij zijn ervan overtuigd dat onze burgemeester, schepenen en gemeenteraadsleden de positief ingeslagen weg verder zullen zetten en wachten dan ook geduldig af tot de eerste steen van een nieuwe brandweerkazerne uit het bureel van de burgemeester verhuist. 135 jaar brandweer • p 35
Bij het begin van de 21ste eeuw krijgt de hervorming van de civiele veiligheid alle aandacht. Als voorloper op deze hervorming werd de brandweer Leopoldsburg op 12 september 2000 samen met de brandweerkorpsen van Bree en Lommel ingedeeld in de hulpverleningszone NoordLimburg. Naast het nastreven van uniformiteit op het gebied van het in te zetten materieel bij hulpoperaties wordt een nog betere samenwerking tussen de diverse brandweerkorpsen beoogt. Eind 2007 werd in Limburg alles in gereedheid gebracht voor de toepassing van het principe “Snelste Adequate Hulp” of afgekort SAH. Dit betekent dat de 100-centrale vanaf dan het brandweerkorps uitstuurt dat het snelste ter plaatse kan zijn ongeacht de gemeentelijke grenzen. Een computerprogramma berekent nu welk korps het snelst ter plaatse is. Dit jaar werd het Belgisch brandweerlandschap hertekent en werden de 33 hulpverleningszones definitief vastgelegd. Deze hulpverleningszones zullen op termijn de territoriaal bevoegde brandweerkorpsen opslorpen waarbij er verder gewerkt wordt met een netwerkmodel van brandweerposten. Wij hopen allen dat de hervorming van de civiele hulpdiensten leidt tot een bundeling van alle krachten en middelen met als hoofddoel de burger nog sneller en beter te dienen. Het succes van deze nieuwe organisatie steunt hierbij op de kwaliteit, de motivatie en het professionalisme van haar leden. Mijn speciale dank gaat dan ook naar de burgemeesters van de gemeente Ham, Hechtel-Eksel en Leopoldsburg, het gemeentebestuur (schepenen en raadsleden), de officieren-dienstchefs van Brandweer Lommel en Brandweer Bree, de gemeentelijke diensten, de politie en andere hulpdiensten, de militaire overheid, de gemeentelijke communicatiedienst en de geschied- en heemkundige kring van Leopoldsburg voor het samenstellen van deze prachtige brochure, sympathisanten, ere-korpsleden, partners van de brandweerleden en vooral alle manschappen en ambulanciers van het brandweerkorps Leopoldsburg. Met hun vertrouwen, enthousiasme en inzet zal Brandweer Leopoldsburg de enorme uitdagingen van de hervorming met succes beantwoorden en zien wij de toekomst hoopvol tegemoet. Kapt. Ing. Robert Walthéry Officier – dienstchef
fot
135 jaar brandweer • p 36
foto Wim Gombeer
foto Wim Gombeer
v.u. Erwin Van Pée, Kerkhovenweg 37, 3970 Leopoldsburg