Dankwoord
13- Niemeijer chapter 10 dankwoord
NEUROMOTOR TASK TRAINING FOR CHILDREN WITH DCD
E
en promotieonderzoek kan niet worden uitgevoerd zonder de inzet, betrokkenheid en belangstelling van velen. Een woord van dank is hier dan ook op zijn plaats, al loop ik daarmee wel het risico om mensen te vergeten. Het idee voor het onderzoek dat ik heb mogen uitvoeren ontstond namelijk al vele jaren geleden. In 1993 startte ik met onderzoek naar de effecten van fysiotherapie bij kinderen met schrijfproblemen. Dit gebeurde onder bezielende begeleiding van Marina Schoemaker, die toen nog werkzaam was bij de ontwikkelings- en experimentele psychologie (RUG). Ik was in die tijd ook geregeld in Nijmegen te vinden om samen te werken aan het onderzoek met Marion Jansen. Marion en ik reden vaak nog rond half 10 ’s avonds in haar Pandaatje naar de uni (NICI, KUN). Daar stond Bouwien Smits-Engelsman dan klaar om ons weer eens te helpen in ons denkproces. Ongeveer vijf jaar later verkregen Marina en Bouwien subsidie van het College voor Zorgverzekeringen (toen nog Ziekenfondsraad) voor een grootschalig landelijk onderzoek; mijn promotieonderzoek. Beste Marina en Bouwien, jullie kozen mij als promovendus, en ik dank jullie voor het in mij gestelde vertrouwen. We kennen elkaar inmiddels al bijna 15 jaar! En nu ik dit dankwoord aan het schrijven ben realiseer ik me dat we veel hebben meegemaakt. Er is niet alleen op persoonlijk vlak van alles is gebeurd (zo kregen we alle drie (klein)kinderen), maar ook zakelijk is meetbare progressie opgetreden. Zo herinner ik me het promoveren van Bouwien, de benoeming tot UHD van Marina, en vervolgens de benoeming tot professor van Bouwien. Ik ben blij dat ik me dankzij jullie straks ook doctor mag noemen. Beste Bouwien, omdat je niet woont en werkt in Groningen, ben ik je extra dankbaar. In het contact met jou heb ik geen afstand ervaren. Je bent altijd in staat gebleken om te reageren op mijn vragen alsof je om de hoek zat. Bedankt! Een landelijk onderzoek naar de effecten van kinderfysiotherapie kan niet worden uitgevoerd zonder de medewerking van vele (erkende) kinderfysiotherapeuten. In het onderzoek blijven deze therapeuten anoniem, maar hier wil ik ze toch bij naam noemen: Yvonne Hanewinkel, Viola Hellinga, Hanneke Hoffmann (Friesland); Ellen Bilderbeek, Hannie Kroon (Groningen); Mariet Hijlkema, Marianne Kuijpens-Loeter (Drenthe); Michiel Bloemen, Annette van Eerden, Hannie Hendriks, Rietje Klappe, Anneloes Overvelde-Zeillemaker, Charlotte Vermeulen (Overijssel); Marjo Stevens, Ingrid Vrenken (Gelderland); Annemarie van de Ven, Katinka Poppelaars (Brabant); Marije Busschers (Utrecht); en Ineke van Greuningen (Zeeland). Al deze therapeuten waren overtuigd van het nut van hun dagelijks werk, en vertrouwden ons een blik toe in ‘hun keuken’. Zij stelden hun therapieruimte kosteloos ter beschikking voor de testmomenten, vonden ouders en kinderen bereid om mee te werken en rapporteerden over de therapiesessies. Therapeuten, ik dank jullie voor alle investeringen. Ouders en kinderen, jullie zullen wel anoniem blijven. Maar dat wil niet zeggen dat ik niet regelmatig aan jullie denk. Ik ben blij dat wij samen met de therapeuten het positieve effect van Neuromotor Task Training voor kinderen met een lichte motorische
120 dankwoord
DANKWOORD
ontwikkelingsstoornis heb kunnen aantonen. En ik hoop dat jullie nog steeds positieve gevolgen van de therapie ervaren. Naast mijn directe begeleiders, de therapeuten en de kinderen zijn er natuurlijk nog veel meer mensen die bij hebben gedragen aan het feit dat ik mijn onderzoek nu afrond met een promotie. Ik zal de lezer van dit dankwoord meevoeren door de tijd. Toen ik werd aangesteld als promovendus trof ik op de Bloemsingel vele fijne collega’s. Een van hen was dr. Koop Reynders, voorzitter van de werkgroep Bewegingswetenschappen. Beste Koop, jij regelde voor mij een werkplek in het overvolle gebouw. Ik mocht intrekken bij jou op de kamer en een ommetje maken langs het secretariaat als je met onze ‘nog onbekende’ nieuwe hoogleraar belde. Van jou leerde ik veel over het bestuderen van het fysiotherapeutisch handelen en het ontwikkelen van een taxonomie. Met deze kennis ben ik een beetje in je voetsporen getreden. Ik dank je voor je inzet en enthousiasme. Mijn eerste promotor, prof. dr. Theo Mulder, werd aangesteld nadat ik reeds met mijn onderzoek was begonnen. Theo, bedankt dat je mijn eerste promotor wilde zijn. Tevens dank ik in het bijzonder Nettie Bulthuis (voor je luisterend oor), Marieke van Heuvelen (voor je gezelligheid en adviezen in verband met de Medisch Ethische Commissie) en Daphne Kuiper. Daphne, toen ik begon met mijn onderzoek deed jij ook onderzoek naar de motoriek van kinderen, maar dan binnen de lichamelijke opvoeding. Wat heb ik toch veel aan jou gehad! Ik denk met plezier terug aan onze inspirerende gesprekken op de vrijdagmiddag. Ik dank ook mijn toenmalige mede jonge-honden: Feyuna Jansma, Yldau Dijkstra, Johan de Jong, Marije (Elferink-)Gemser, en twee buiten-promovendi: Annette van der Putten, en Claudia Kruizinga. Lieve mensen, met veel plezier denk ik terug aan onze leuke (telefonische) wetenschappelijke discussies, en de sociale praatjes. Er zijn ook studenten geweest die een bijdrage hebben geleverd aan mijn promotieonderzoek (of een aanverwant onderzoek): ik noem onder andere Cornill Hospers, Liesbeth Hempenius, Karen Oldenziel, Janke Oosterhaven, Boukje Ummels. Allen dank! Janine Stubbe wil ik in het bijzonder bedanken. Janine, dankzij jou heeft tijdens mijn zwangerschap de dataverzameling niet stil gelegen. Ik wil je bedanken voor je grote inzet en voor het meebrengen van versnaperingen als we weer eens samen op pad gingen om kinderen te testen. Ik vind het fantastisch dat jijzelf nu ook gepromoveerd bent. Als ‘jeugdleider’ mag ik zeggen trots te zijn op mijn pupillen. Meerdere studenten zijn immers begonnen aan een promotieonderzoek. Tijdens mijn onderzoek verhuisde Bewegingswetenschappen van de Bloemsingel naar het AZG-terrein. Met die verhuizing kreeg ik andere collega’s, en werd ik ook een buiten-promovendus. Samen met Marije en een paar kamerplanten nam ik mijn intrek bij de zeer gastvrije Sandra Brouwer. Sandra, bedankt. Met Claudia kreeg ik een veel Dankwoord
121
NEUROMOTOR TASK TRAINING FOR CHILDREN WITH DCD
intensiever contact. Claudia, ik ben blij dat we, ook al woon je al weer een paar jaar in Nigeria, nog steeds vriendinnen zijn. Op de gang leerde ik ook de andere AIO’s van de afdeling Revalidatie kennen: Leontien Sturms, Rients Huitema, Bianca Nijhuis, Juha Hijmans en Wietske Kuijer. Beste (oud)mede-promovendi, wat hebben we veel meegemaakt. Heel erg bedankt voor de collegialiteit, adviezen, steun en gezelligheid. De afgelopen 2,5 jaar heb ik onderzoek verricht bij de disciplinegroep Klinische Farmacologie (KF) in samenwerking met de Huisartsgeneeskunde (HAG). Binnen beide groepen heb ik me welkom gevoeld. Ik dank dan ook alle HAG- en KF-medewerkers voor de fijne en inspirerende tijd. Veel medewerkers waren oprecht geïnteresseerd in mijn promotieonderzoek en stonden altijd klaar met raad en daad. Enkelen van hen hebben zelfs zeer concreet bijgedragen aan de totstandkoming van mijn proefschrift: Peter Mol , Jasperien van Doormaal, Rik Groenewegen, Klaas Groenier en Wessel Sloof. De leuke sfeer en collegialiteit die ik in deze periode heb ervaren zijn zeker belangrijk geweest voor mijn vermogen om dit promotieonderzoek af te ronden. Speciale dank gaat uit naar Jan Schuling (HAG), Adriaan van Doorn, Itte de Waard (beiden farmacotherapieonderwijs), en mijn kamergenoten Amany El Gazeryerly (CBG) en prof. dr. Gerrit Scherphof (emeritus hoogleraar Liposomen) voor de fijne tijd, en leerzame momenten. De lege plek die prof. Scherphof achterliet werd opgevuld door Frank Holtkamp (CBG). Frank, alle eer voor de omslag van dit boek komt jou toe. Binnen de KF behoorde ik tot de Rational Drug Use groep (ook onderdeel van het Noordelijk Centrum voor Gezondheidsvraagstukken, NCG); Ellen, Heidrun, Jaco, Jacoba, Jasperien, Larissa, Lianna, Peter, Petra, Ruth en Willeke, bedankt voor jullie collegialiteit! Deze groep wordt geleid door prof. dr. Floor M. Haaijer-Ruskamp. Beste Floor, jij hebt me opgenomen in jouw onderzoeksgroep en mij gemotiveerd om door te zetten. Jouw liefde voor de wetenschap is stimulerend. Ik heb veel van je geleerd. Hartelijk dank daarvoor. Er zijn naast de collega’s van Bewegingswetenschappen, de AIOs van Revalidatie, en de collega’s van KF/HAG ook nog andere professionals geweest die de afgelopen jaren een bijdrage hebben geleverd aan mijn proefschrift en aan wie ik dank verschuldigd ben. Voor mijn statistische vragen kon ik niet alleen terecht bij Marieke van Bewegingswetenschappen, maar ook bij Marijtje van Duijn. Marijtje, bedankt dat ik met je mocht sparren over mijn onderzoek. Zelfs de telefoontjes met jou in Seattle waren zeer verhelderend en open van karakter. Ook Hilde Tobi dank ik voor haar adviezen en suggesties met betrekking tot mijn artikelen. En omdat artikelen en een proefschrift geschreven dienen te worden in het Engels, wil ik mijn vriendin, Danielle de Calonne, bedanken. Danielle, jij bent altijd bereid om mijn twijfels over Engelse woorden of uitdrukkingen weg te nemen. Ook Heleen Reinders, waarmee ik al sinds 1994 bevriend ben, mag niet onvermeld blijven. Heleen, ook jij hebt bijgedragen aan de voortgang van 122 dankwoord
DANKWOORD
mijn onderzoek. Ik vind het jammer dat ik de laatste jaren minder actief ben geweest binnen de revalidatie, maar een mens kan niet alles. Al die jaren heeft Truus van Ittersum-Gritter me geholpen in het bijhouden van de literatuur omtrent DCD (en de behoefte van artsen aan informatie over geneesmiddelen). Truus, je was meer voor mij dan de documentaliste van het NCG (binnenkort Graduate School SHARE). Ik wil je danken voor je goede adviezen en de vele uitdraaien met referenties. Uiteraard zijn er nog veel meer mensen die de afgelopen jaren belangrijk zijn geweest; niet alleen alle andere (oud-)collega’s en professionals die ik niet genoemd heb, maar ook het thuisfront: mede-hofbewoners, vrienden, familie en mijn gezin. Twee mensen heb ik gevraagd om mijn paranimf te zijn: Ingrid en Mark. Ingrid, ik hoop dat je altijd bij belangrijke momenten in mijn leven zult zijn. Je bent een heel fijne vriendin. Mark, mijn grote broer. Tijdens mijn promotieonderzoek kwam je weer in Nederland, en zelfs in Groningen wonen. Al spreken we elkaar niet veel, je bent er wel altijd voor mij. En in de slotfase van mijn promotieonderzoek heb je nog een waardevolle bijdrage geleverd ook. Ik vind het fijn dat jij ook deze dag achter mij zult staan. Wie ik natuurlijk niet onvermeld kan laten zijn de mensen die er altijd voor mij zijn (waren): mijn moeder († 2000), mijn vader en Roelie, en mijn schoonouders. Bedankt dat jullie altijd een luisterend oor hebben en er voor ons zijn. Na jaren werken heb ik meer artikelen dan mijn moeder. Zij wist dat het niet gemakkelijk is, maar wel heel fijn als het lukt om je naam in een internationaal tijdschrift te krijgen. Ik weet zeker dat ze trots op me zou zijn Lars en Esther, mijn beide schatten van kinderen, ik hoop dat jullie niet te veel hebben gemerkt van het feit dat ik dit proefschrift heb afgerond naast mijn baan bij de KF. En nee, Lars, het was geen glijbaan, maar wel leuk en leerzaam. Ik ben verheugd dat Lars zo enthousiast heeft meegedacht over de kaft van mijn boekje, en dat Esther nog net op de valreep weer een motorische vaardigheid onder de knie heeft gekregen: ze heeft leren fietsen zonder zijwieltjes! Hoe trots (en bezorgd) kan een moeder zijn? Henk Jan, jij komt als laatste aan bod in dit dankwoord. Je hebt dit project van begin tot eind meegemaakt, met alle ups and downs. Van ’s ochtends zeer vroeg samen naar een praktijk in Almelo, tot en met het ritje naar de drukker. Onvermoeibaar sta je altijd voor me klaar. Bedankt. Lieverd, het is af.
Anuschka S. Niemeijer, 1 mei 2007
Dankwoord
123
NEUROMOTOR TASK TRAINING FOR CHILDREN WITH DCD
124 dankwoord