1
VRAGENLIJST – BELASTINGCONSULENT BEKWAAMHEIDSEXAMEN 2014/1 WETGEVING INZAKE DE JAARREKENING
Vraag 1
15 PUNTEN
… / 2 punten
Vennootschap PETRUS BVBA sluit haar jaarrekening af op 31 december. De vennootschap wou gebruik maken van de nieuwe maatregel rond het vastklikken van reserves. Op 20 december 2013 heeft een bijzondere algemene vergadering de beslissing genomen om een gedeelte van de reserves uit te keren. Het gaat om een bruto bedrag van 1.000.000 EUR. Deze uitkering zal gevolgd worden door een opname van deze reserves in kapitaal voor een bedrag van 900.000 EUR. De betaalbaarstelling is vastgesteld op 27 december 2013. De vennootschap heeft de roerende voorheffing betaald op 2 januari 2014. Het nettodividend werd rechtstreeks op een geblokkeerde bankrekening overgemaakt op 2 januari 2014. De authentieke akte werd verleden op 24 januari 2014. De toestand in haar eigen vermogen voor de genomen beslissing was als volgt: Geplaatst kapitaal Wettelijke reserve Beschikbare reserves Overgedragen winst
100.000 10.000 1.800.000 1.000
Hoe zal de jaarrekening per 31 december 2013 eruit zien, zonder rekening te houden met het resultaat van het boekjaar?
Antwoord
Het geplaatste kapitaal bedraagt 1.000.000 EUR. Het geplaatste kapitaal bedraagt 100.000 EUR, de beschikbare reserves 1.800.000 EUR. We vinden in de resultaatverwerking “vergoeding van het kapitaal” voor 1.000.000 EUR, en op een passiefrekening “dividenden over het boekjaar” voor eenzelfde bedrag.
Het geplaatste kapitaal bedraagt 100.000 EUR, de beschikbare reserves 800.000 EUR. Er staat in de resultaatverwerking “vergoeding van het kapitaal” voor 1.000.000 EUR, en op een passiefrekening “dividenden over het boekjaar” voor een bedrag van 900.000 EUR, “ingehouden voorheffing” 100.000 EUR.
Het geplaatste kapitaal bedraagt 100.000 EUR, de beschikbare reserves 800.000 EUR. Er staat wel in de resultaatverwerking “vergoeding van het kapitaal” voor 1.000.000 EUR. Op het passief vinden we ook de rekening “Ontvangen voorschotten op kapitaal” voor een bedrag van 900.000 EUR.
Vraag 2
… / 2 punten
Voor de vennootschap ABC is er een authentieke akte verleden voor een kapitaalverhoging. De kapitaalverhoging is doorgevoerd door enerzijds een incorporatie van bestaande reserves en anderzijds een inbreng in speciën. Voor dit laatste lag de uitgifteprijs van de nieuwe aandelen hoger dan de bestaande fractiewaarde van de aandelen. De uitgiftepremie werd ook geïncorporeerd in kapitaal. Hoe dient zij de kapitaalverhoging door incorporatie bestaande reserves en de uitgiftepremie te verwerken in haar jaarrekening ?
Antwoord
Zij boekt zowel de onttrekking van haar reserves als de volledige kapitaalverhoging via de resultaatverwerking.
Zij boekt de reserves rechtstreeks over naar kapitaal. Ook de uitgiftepremie kan zij rechtstreeks overboeken naar kapitaal.
Zij boekt zowel de onttrekking van haar reserves als de kapitaalverhoging door de incorporatie via de resultaatverwerking. De uitgiftepremie kan zij rechtstreeks naar kapitaal overboeken.
Zij boekt de reserves rechtstreeks over naar kapitaal. De uitgiftepremie blijft als afzonderlijke rekening staan op haar passief.
Vraag 3
… / 8 punten
Vennootschap Immo-C had in 1980 een herwaardering toegepast op een octrooi. De herwaardering bedroeg 25.000 EUR en werd op rekening 120 van het passief van de balans geboekt. Het octrooi werd oorspronkelijk verworven voor 75.000 EUR. Het octrooi is thans volledig afgeschreven. Op 15 december 2013 verkoopt Immo-C het octrooi tegen 100.000 EUR.
a) Wat gebeurt er met de in 1980 geboekte herwaarderingsmeerwaarde?
Antwoord
de meerwaarde wordt op het passief van de balans behouden de meerwaarde mag niet op de balans worden behouden de meerwaarde moet geïncorporeerd worden in het kapitaal de meerwaarde moet gespreid over 5 jaar in resultaat genomen worden b) Welke zijn de mogelijke bestemmingen van deze herwaarderingsmeerwaarde?
Antwoord
ofwel overboeking naar de reserves tot beloop van het nog niet afgeschreven bedrag van de meerwaarde, ofwel inlijving in het kapitaal, ofwel, bij latere minderwaarden, uitboeking tot beloop van het nog niet afgeschreven bedrag van de meerwaarde
ofwel overboeking naar de reserves tot beloop van het bedrag van de op de meerwaarde geboekte afschrijvingen, ofwel inlijving in het kapitaal, ofwel, bij latere minderwaarden, uitboeking tot beloop van het nog niet afgeschreven bedrag van de meerwaarde
ofwel overboeking naar de reserves, ofwel inlijving in het kapitaal tot beloop van het bedrag van de op de meerwaarde geboekte afschrijvingen, ofwel, bij latere minderwaarden, uitboeking tot beloop van het nog niet afgeschreven bedrag van de meerwaarde
ofwel enkel overboeking naar de reserves c) Wat is het bedrag van de herwaarderingsmeerwaarde dat naar de reserves mag worden overgeboekt?
Antwoord
25.000 EUR 75.000 EUR 50.000 EUR 0 EUR d) Wat zou er moeten gebeuren, indien de vennootschap haar octrooi niet verkocht had en in de plaats daarvan beslist had om op dezelfde datum van 15 december 2013 een herwaardering van 100.000 EUR te boeken?
Antwoord
de meerwaarde wordt op het passief van de balans op het credit van rekening 120 geboekt de meerwaarde wordt volledig in resultaat genomen de boeking van de meerwaarde is verboden de boeking van de meerwaarde is facultatief Vraag 4
… / 3 punten
Vennootschap Export heeft op 5 februari 2014 een goed verkocht tegen de prijs van 5.000.000 EUR. Het contract voorziet in de betaling van dit bedrag in 5 jaarlijkse stortingen van 1.000.000 EUR. Wegens de toegestane betalingstermijn, werd de verkoopprijs van het goed verhoogd met een interest van 4% per jaar. Die interest werd aldus berekend op 600.000 EUR. De toegepaste discontovoet bedraagt 9% (tarief toegepast op de kredietmarkt). Het disconto wordt vastgesteld op 404.706 EUR.
a) Welk bedrag zult u in de omzet opnemen (boeking op 5 februari 2014)?
Antwoord
5.000.000 EUR 5.600.000 EUR 4.400.000 EUR 4.595.294 EUR 5.404.706 EUR b) Hoe worden de interest en het disconto uitgesplitst?
Antwoord
de interest wordt op rekening 751 en het disconto op rekening 651 geboekt over de 5 terugbetalingstermijnen
bij de boeking van het contract (5 februari 2014) wordt de interest op rekening 70 - Omzet en het disconto op rekening 651 geboekt
de interest wordt geboekt op rekening 70 – Omzet en het disconto op rekening 751, volgens een door de Raad van Bestuur vastgesteld ritme maar over een periode die niet langer is dan 5 jaar
de interest wordt op rekening 751 en het disconto op rekening 751 geboekt over de 5 terugbetalingstermijnen
de interest en het disconto mogen niet worden gesplitst en moeten, bij de boeking van het contract (5 februari 2014), integraal op rekening 70 – Omzet worden geboekt
VENNOOTSCHAPSRECHT
Vraag 1
20 PUNTEN
… / 4 punten
Kruis de juiste antwoorden aan in onderstaande tabel: 1. In welke vennootschap zijn de vennoten/aandeelhouders hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van hun vennootschap? 2. Welke vennootschap kan winstbewijzen toekennen? 3. Welke vennootschap is verplicht haar jaarrekening neer te leggen bij de Nationale Bank van België? 4. Voor welke soort vennootschap zijn de oprichters, vóór de oprichting, verplicht om een financieel plan op te stellen?
De punten worden toegekend per kolom en de kolom dient volledig juist te zijn.
1
2
3
4
NV BVBA CVA CVBA CVOA VOF
Vraag 2
… / 4 punten
De gedelegeerd bestuurder van de nv PILOTE (opgericht in 1992) raadpleegt u met volgende cijfers van de laatste balans (31/12/2013):
Passiva 100 Geplaatst kapitaal 130 Wettelijke reserve 133 Beschikbare reserves 170 Verplichtingen op de secundaire markt 440 Handelsschulden 450 Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
1.000.000,00 EUR 100.000,00 EUR 5.000.000,00 EUR 6.000.000,00 EUR 500.000,00 EUR 50.000,00 EUR ------------------------------------12.650.000,00 EUR
Hij wil een kapitaalverhoging doorvoeren door inlijving van de beschikbare reserves van 5.000.000 EUR via de procedure van het toegestane kapitaal. Hij overhandigt u de statuten (die nooit werden gewijzigd) en u stelt vast dat artikel 28 van de statuten in het toegestane kapitaal voorziet. Wat adviseert u hem, als accountant en/of belastingconsulent? Antwoord
In de huidige stand van zaken, is de verrichting onmogelijk. De kapitaalverhoging kan doorgevoerd worden tot beloop van 1.000.000 EUR. U bent het ermee eens en neemt al contact op met de notaris. De verrichting kan niet gedaan worden zonder een verslag van de raad van bestuur dat de verrichting van het toegestane kapitaal uiteenzet.
De vennootschap moet een algemene vergadering bijeenroepen om akte te nemen van de kapitaalverhoging onder de procedure van het toegestane kapitaal.
Vraag 3
… / 4 punten
Dhr. LEVEQUE, enig vennoot en zaakvoerder van de bvba PETIT POIS (opgericht in 2009), raadpleegt u in verband met te verrichten investeringen. Hij wil het gebouw, dat zijn persoonlijke eigendom is en door de bvba PETIT POIS wordt gebruikt om haar bedrijvigheid uit te oefenen, aan de vennootschap verkopen. Als zaakvoerder stelt hij een verslag op waarin hij uiteenzet waarom de verwerving van dit gebouw van belang is voor de vennootschap. In dat verslag geeft hij het bedrag van de verrichting aan, met name 680.000 EUR. Hij heeft een vastgoedschatting laten uitvoeren, en in het verslag daarvan wordt een verkoopwaarde aangegeven van: bij onderhandse verkoop: bij gedwongen verkoop:
550.000 EUR 400.000 EUR
Wat adviseert u hem, als accountant en/of belastingconsulent, met betrekking tot die verrichting? Anwoord
Dat de gevraagde prijs te hoog is, en hij hem moet terugbrengen tot de verkoopwaarde bij onderhandse verkoop.
Dat hij de verrichting kan doen maar hierover verslag moet uitbrengen in een stuk dat bij de jaarrekening moet worden gevoegd, en dat hij aansprakelijk is voor de eventuele schade die derden ten gevolge van de verrichting zouden kunnen lijden.
Dat het een gunstige verrichting is en dat hij contact moet opnemen met de notaris om de verkoop te laten acteren.
Dat de verrichting kan worden gedaan door een andere persoon (lasthebber ad hoc) die in zijn verslag vermeldt dat het bedrag van de verrichting niet nadelig is voor het vermogen van de vennootschap.
Dat de verrichting enkel kan worden gedaan wanneer beroep wordt gedaan op een bedrijfsrevisor om de waarde van het gebouw te bepalen en verslag uit te brengen over de omschreven verrichting .
Vraag 4
… / 4 punten
De heer KALO Ric gedelegeerd bestuurder van de nv MINCALOR, handel in dieetproducten, en hoofdaandeelhouder, raadpleegt u. De heer KALO Ric heeft een aanzienlijk geldbedrag nodig voor een privé-vastgoed verrichting. Hij toont u de statuten van de vennootschap die de raad van bestuur toelaten de geplande verrichting te doen. De vennootschap heeft geen commissaris. Hij toont u de jaarrekening afgesloten op 31 december 2013. De resultaatverwerking van deze jaarrekening, goedgekeurd door de algemene vergadering van 20 februari 2014, ziet er als volgt uit:
Resultaat van het boekjaar: Vergoeding van het kapitaal
1.000.000,00 EUR 500.000,00 EUR
Toevoeging aan de overige reserves
500.000,00 EUR
Hij legt u ook de tussentijdse situatie van 31 maart 2014 voor: Totaal opbrengsten Totaal kosten
1.200.000,00 EUR 900.000,00 EUR ------------------------------------Winst van het kwartaal 300.000,00 EUR Het passief van de vennootschap per 31 maart 2014 is het volgende: Passiva 100 Geplaatst kapitaal 130 Wettelijke reserve 133 Beschikbare reserves Resultaat van de periode 170 Verplichtingen op de secundaire markt 440 Handelsschulden 450 Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
1.000.000,00 EUR 100.000,00 EUR 5.000.000,00 EUR 300.000,00 EUR 6.000.000,00 EUR 500.000,00 EUR 50.000,00 EUR ----------------------------------12.950.000,00 EUR
Hij vraagt u of het mogelijk is om geld uit de vennootschap te trekken door middel van een interimdividend. Wat raadt u hem aan? Antwoord
Dat hij geen bijkomende dividenden kan opnemen. Dat zou de vennootschap in gevaar kunnen brengen ten aanzien van het netto-actief.
Dat de opneming onmiddellijk kan gebeuren, aangezien ze na de neerlegging van de laatste balans gebeurt.
Dat hij zal moeten wachten tot in juli 2014 Dat de dividenduitkering kan doorgevoerd worden op basis van de tussentijdse situatie van 31 maart 2014 en van een verificatieverslag opgesteld door een bedrijfsrevisor of een externe accountant.
Dat hij geen nieuwe dividenden mag opnemen, aangezien de algemene vergadering van 20 februari er al heeft uitgekeerd.
Vraag 5
… / 4 punten
De heer LEGRAND Alexandre is samen met zijn broer Luigi vennoot in de vennootschappen "Mise en Trop" bvba en "Coté Pratique" bvba in Brussel. Vennootschap "Mise en Trop" bvba stelt 39 voltijdse personeelsleden tewerk in de informaticasector. Vennootschap "Coté Pratique" bvba stelt 25 personen, allen halftijds, tewerk in de poetshulpsector. Zij raadplegen u in verband met "Mise en Trop" bvba, om informatie te bekomen over hun op 31 december 2013 afgesloten jaarrekening.
Activa
31/12/2013 31/12/2012 Passiva
31/12/2013 31/12/2012
Materiële vaste activa 450.000,00 455.000,00 Kapitaal
375.000,00 375.000,00
Reserves Voorraad
Handelsvorderingen
Liquide middelen
35.000,00
75.000,00
80.000,00
175.000,00 150.000,00
30.000,00 Handelsschulden
45.000,00
47.000,00
Belasting-, loon-, sociale schulden
45.000,00
43.000,00
85.000,00
45.000,00
640.000,00 615.000,00
640.000,00 615.000,00
Daar het een verkort schema betreft, delen de gebroeders LEGRAND u ook het bedrag van de omzet mee, hetzij: voor 2013: 7.450.000,00 voor 2012: 7.350.000,00 Zij delen u ook de omzet mee van "Coté Pratique" bvba, namelijk: voor 2013: 530.000,00 voor 2012: 520.000,00 Hoe luidt uw advies, op zicht van deze gegevens? Antwoord
U stelt vast dat de balans correct werd opgesteld en raadt hun aan zo voort te doen. U adviseert hen om enkel de jaarrekening van vennootschap “Mise en Trop” bvba volgens het volledig schema op te stellen.
U adviseert hen om de jaarrekeningen van beide vennootschappen volgens het volledig schema op te stellen.
U adviseert hen om enkel de jaarrekening van vennootschap “Coté Pratique” bvba volgens het volledig schema op te stellen.
U adviseert hen om een geconsolideerde rekening bij de Nationale Bank neer te leggen.
PERSONENBELASTING
Vraag 1
20 PUNTEN
… / 3 punten
Personen ten laste Welke personen, omschreven in onderstaande uitspraken, kunnen niet als persoon ten laste worden beschouwd?
Antwoord
De afstammelingen van de belastingplichtige of zijn echtgenoot, met name de kinderen of geadopteerde kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, enz.
De kinderen ten laste genomen vóór hun meerderjarigheid (met name vóór de leeftijd van 18 jaar) en die de belastingplichtige(n) die de aangifte in de PB invult(len) volledig of hoofdzakelijk ten laste heeft(hebben).
De ouders, grootouders of overgrootouders van de belastingplichtige of zijn echtgenoot. De kinderen die op 1 januari van het aanslagjaar deel uitmaken van het gezin van de belastingplichtige.
Het kind ten laste van een alleenstaande dat, gedurende het aanslagjaar 2013 (inkomsten 2012), niet over een maximumbedrag bruto bestaansmiddelen van 3.737,50 euro beschikt.
Vraag 2
… / 3 punten
Huwelijksquotiënt Welke van onderstaande uitspraken is niet juist?
Antwoord
Het huwelijksquotiënt is een regel die enkel de belastingplichtigen betreft die een gezamenlijke aangifte moeten indienen.
Wanneer één van beide echtgenoten geen beroepsinkomsten of onroerende inkomsten heeft, wordt hem, in toepassing van het huwelijksquotiënt, 30% van de gemeenschappelijke beroepsinkomsten met een maximum van 9.810 euro (aanslagjaar 2013) toegekend.
Het doel van het huwelijksquotiënt is de belasting te verlagen door een gedeelte van de inkomsten van de "rijkere" echtgenoot of wettelijk samenwonende virtueel toe te rekenen aan de echtgenoot of de wettelijk samenwonende met de geringste inkomsten. Daaruit volgt dat de belastingdruk van de eerste belastingplichtige afneemt, terwijl deze van de tweede door het effect van de progressiviteit van de belasting, minder toeneemt.
Het huwelijksquotiënt heeft geen uitwerking indien de aanslag daardoor wordt verhoogd: het huwelijksquotiënt moet dus altijd een maatregel in het voordeel van de belastingplichtige blijven.
Wanneer de beroepsinkomsten afkomstig zijn van verschillende categorieën van beroepszinkomsten, wordt het huwelijksquotiënt geacht in dezelfde verhouding uit diezelfde categorieën van beroepsinkomsten te zijn samengesteld.
Vraag 3
… / 4 punten
Onroerende inkomsten Paul en Jeanne, zonder kinderen, bezitten een in België gelegen gebouw met een nietgeïndexeerd kadastraal inkomen (KI) van 5.000 EUR. Het gebouw werd in 2002 aangekocht met een hypothecaire lening die een belastingvoordeel oplevert. De fiscale behandeling van dit gebouw is afhankelijk van het gebruik ervan. Welke van de hierna omschreven situaties is onmogelijk?
Antwoord
Het gebouw wordt betrokken als eigen woonhuis en wordt niet aangegeven, want het geniet de vrijstellingsregeling.
Het gebouw wordt gedeeltelijk gebruikt voor de beroepswerkzaamheid van Paul en geeft aanleiding tot een vrijstelling op het gedeelte van het KI dat overeenkomt met dit beroepsgebruik.
Het gebouw wordt gemeubileerd verhuurd en 100% van het KI is onderworpen aan de personenbelasting.
Het gebouw wordt verhuurd aan een vzw voor de promotie van de film en het onroerend inkomen is dus belastbaar op basis van de huur en de huurlasten.
Paul verhuurt het gebouw tegen een maandelijkse huurprijs van 500 euro aan de vennootschap waarvan hij de zaakvoerder is, zonder dat dit aanleiding geeft tot herkwalificatie van de huur tot beroepsinkomsten (revalorisatiecoëfficiënt: 4,10 – aanslagjaar 2013).
Vraag 4
… / 3 punten
Diverse inkomsten Welke van de hierna omschreven inkomsten vallen onder de categorie van de diverse inkomsten bedoeld in 90, 1° WIB 1992?
Antwoord
erelonen voor advies verstrekt buiten het kader van een echt beroep; prijzen van tombola's en toegelaten loterijen, met inbegrip van de Nationale Loterij; winsten van occasionele verrichtingen op de beurs, zowel de effectenbeurs als de termijnbeurs;
de interesten ontvangen bij laattijdige betaling van de prijs van de goederen, aan een belastingplichtige die zijn beroepswerkzaamheid volledig en definitief heeft stopgezet;
de prijzen gewonnen in publiciteitswedstrijden en -spelen die o.m. worden georganiseerd door of aangekondigd via de pers, de radio of de televisie.
Vraag 5
… / 3 punten
Welke hieronder omschreven meerwaarden zijn belastbaar tegen de afzonderlijke aanslagvoet van 33%, tenzij de samenvoeging voordeliger is?
Antwoord
Meerwaarden verwezenlijkt op activa die niet voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid werden gebruikt en betrekking hebben op immateriële of materiële vaste activa.
Meerwaarden op materiële vaste activa die bij de verwezenlijking ervan minder dan 5 jaar voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid werden gebruikt.
Meerwaarden op immateriële vaste activa bij gedwongen vervreemding en met inachtneming van het “fiscaal maximumbedrag” gelijk aan het inkomen van de laatste vier jaren.
Meerwaarden op immateriële vaste activa bij vervreemding door een belastingplichtige van meer dan 60 jaar en met inachtneming van het “fiscaal maximumbedrag” gelijk aan het inkomen van de laatste vier jaren
Meerwaarden op immateriële vaste activa bij stopzetting van de werkzaamheid en met inachtneming van het “fiscaal maximumbedrag” gelijk aan de belastbare nettowinst of -baten van de laatste vier jaren.
Vraag 6
… / 4 punten
Aftrekbare uitgaven Welke van onderstaande uitspraken is niet juist voor het aanslagjaar 2013?
Antwoord
De uitgaven die recht geven op belastingverminderingen mogen nog niet afgetrokken zijn bij de vaststelling van de netto-inkomsten, zo niet kunnen ze niet in aanmerking worden genomen.
De uitgaven gedaan voor de oppas van één of meer kinderen, jonger dan 12 jaar, die ten laste zijn van de belastingplichtige, zijn aftrekbaar met inachtneming van een maximumbedrag.
80% van de onderhoudsuitkeringen die de belastingplichtige regelmatig heeft betaald aan personen die niet deel uitmaken van zijn gezin, wanneer ze zijn betaald ter uitvoering van een verplichting op grond van het Burgerlijk of het Gerechtelijk Wetboek of van de wet van 23 november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning, zomede 80% van de kapitalen die zulke uitkeringen vervangen, zijn aftrekbaar.
De uitgaven die aftrekbaar zijn van de gezamenlijke netto-inkomsten, worden verhoudingsgewijs toegerekend aan de verschillende inkomstencategorieën.
De aftrekbare bestedingen zijn alleen aftrekbaar van de inkomsten van het belastbaar tijdperk waarin ze werkelijk zijn betaald.
VENNOOTSCHAPSBELASTING
Vraag 1
20 PUNTEN
… / 12 punten
Een kantoorgebouw was door de vennootschap ABC gekocht in het jaar 1985. Volgende gegevens zijn terug te vinden in de afschrijvingstabel: Aanschaffingwaarde Afschrijvingen Boekwaarde
1.000.000,00 EUR - 750.000,00 EUR 250.000,00 EUR
De vennootschap probeerde, na schatting door een deskundige, het gebouw eerst zelf te koop aan te bieden. Gezien dit geen resultaat opleverde, werd uiteindelijk een makelaar ingeschakeld om het gebouw te verkopen. De kosten hiervan bedroegen: Schatting Publiciteit Makelaar
8.000,00 EUR 5.000,00 EUR 20.000,00 EUR
Na tussenkomst van de makelaar werd het gebouw uiteindelijk verkocht voor een waarde van 325.000,00 EUR op 15 november 2012. De vennootschap zou graag de meerwaarde gespreid willen laten belasten. Overzicht verrichte investeringen: Zij had in het jaar 2011 reeds een ander gebouw gekocht voor een waarde van 280.000,00 EUR, waarvan 80.000,00 EUR grondwaarde en 200.000,00 constructiewaarde. Het afschrijvingspercentage bedraagt 3% lineair. De vennootschap is een kleine vennootschap in de zin van artikel 15 van het Wetboek van Vennootschappen.
Gevraagd: a) Bereken de fiscale meerwaarde die in aanmerking komt voor gespreide taxatie.
Antwoord b) De vennootschap heeft de meerwaarde verwerkt als gespreide taxatie in haar jaarrekening. Welke bedragen van de gespreide meerwaarde zullen in de jaarrekening van 31 december 2012 overgeboekt worden naar de resultatenrekeningen als onttrekking? U dient rekening te houden met een belastingtarief van 33,99 %. Geef een detail van uw berekening.
Antwoord c) Welk bedrag zal in de aangifte vennootschapsbelasting aanslagjaar 2013 ingevuld worden in het vak vrijgestelde reserves als gespreid te belasten meerwaarde? Geef een detail van uw berekening.
Antwoord
Vraag 2
… / 8 punten
De vennootschap ABC heeft het volgende eigen vermogen:
Geplaatst kapitaal
Oprichting 1989 in speciën Inbreng in natura op 14/03/2012 Incorporatie beschikbare reserves op 14/03/2012
Wettelijke reserve Beschikbare reserves Overgedragen resultaat
Jaar 2012 20.000
Jaar 2011 20.000
80.000
0
50.000
0
10.000 0
2.000 50.000
10.000
5.000
Daarnaast heeft zij nog een lening gekregen van een andere Belgische vennootschap behorende tot dezelfde groep van 1.000.000 EUR op 01/02/2010. De rentevoet van deze lening is 5%. De betaalde intrest voor het jaar 2012 bedroeg 50.000 EUR.
Zij had in het verleden een interne pensioenbelofte afgesloten met één van haar bestuurders. De voorziening die hiervoor was aangelegd bedroeg op 31 december 2011 140.000 EUR. Deze werd nog niet overgedragen naar een verzekeringsmaatschappij. De vennootschap wil een eventuele heffing hierop ineens betalen.
Zij had ook een deelneming van 30% in de vennootschap Trusty voor een bedrag van 10.000 EUR. Deze vennootschap had echter te kampen met zware verliezen het afgelopen jaar en werd failliet verklaard op 8/6/2012. Het eigen vermogen van deze vennootschap was als volgt samengesteld: Geplaatst kapitaal Wettelijke reserve Overgedragen verliezen
50.000 2.000 -50.000
a) Bepaal de verworpen uitgaven op basis van deze gegevens met een korte verantwoording.
Antwoord b) Hoeveel bedraagt het fiscaal gestort kapitaal van de vennootschap op 31 december 2012?
Antwoord
15 PUNTEN
BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE
Vraag 1
… / 3 punten
Een in Welkenraedt gevestigde onderneming, gespecialiseerd in dakwerken, bouwt het dakgebinte en de dakbedekking van een zwembad in München (Duitsland), tegen de prijs van 10.000 EUR. De eigenaar is een Oostenrijkse particulier. Duid de goede oplossing aan.
Antwoord
De btw is niet van toepassing want de klant is een particulier, gevestigd buiten België. De btw is niet van toepassing want de aannemer is gevestigd in een andere lidstaat dan de plaats van het werk.
De btw is van toepassing in België, want de aannemer is gevestigd in België. De btw is van toepassing in Duitsland, want het onroerend goed is gelegen in Duitsland. De btw is van toepassing in Oostenrijk, want de klant is Oostenrijker. Vraag 2
… / 3 punten
Een fabrikant van industriële aanhangwagens, een gewone belastingplichtige en gevestigd in Vilvoorde, wordt failliet verklaard. De voorraad aanhangwagens en het exploitatiemateriaal van de onderneming worden, op verzoek van de door de rechtbank van koophandel van Brussel aangestelde curator, openbaar verkocht tegen de bij de toewijzing vastgestelde prijs. De kopers zijn Belgische gewone belastingplichtigen die zelf instaan voor het ophalen en vervoeren van de door hen gekochte loten. Duid de goede oplossing aan.
Antwoord
De btw is niet van toepassing want de kopers oefenen een economische activiteit uit en hebben een geldig btw-nummer.
De btw is niet van toepassing want de leverancier is failliet verklaard. De btw is niet van toepassing want de goederen werden verkocht bij openbaar opbod en niet bij een onderhands contract.
De btw is van toepassing in België want de verkoper is in België gevestigd en de plaats van de levering is bij aankomst van het vervoer van de goederen naar de koper.
De btw is van toepassing in België want de verkoper is gevestigd in België en de plaats van de levering is bij vertrek van het vervoer.
Vraag 3
… / 3 punten
Sophie, intern boekhoudster bij de firma ElectroStar, groothandel in huishoudtoestellen in Brussel, doet sinds een jaar, als zelfstandige in bijberoep (na haar dagtaak), de boekhouding van de firma Libro, een ijzerwinkel in Brussel. In 2013 ontvangt ze daarvoor 1.500 EUR per maand. In haar aangifte in de personenbelasting, geeft zij dit bedrag aan onder de diverse inkomsten. Duid de goede oplossing aan.
Antwoord
De btw is niet van toepassing, want Sophie is geen btw-belastingplichtige. Ze handelt in het verlengde van haar job als werknemer en ze is dus niet zelfstandig.
De btw is niet van toepassing, want in haar aangifte in de personenbelasting geeft Sophie dit bedrag aan als diverse inkomsten.
De btw is niet van toepassing, want Sophie kan vrijgesteld worden van de btw gelet op het geringe bedrag van haar omzet.
De btw is van toepassing, want het betreft een dienst verricht door een als zodanig handelend zelfstandig belastingplichtige.
De btw is van toepassing, want het betreft een levering van goederen verricht door een als zodanig handelend zelfstandig belastingplichtige.
Vraag 4
… / 3 punten
Julien, bediende bij een bank in België, doet een beroep op een in Charleroi gevestigde zelfstandige accountant (gewone belastingplichtige) om zijn belastingaangifte op te stellen. De accountant stelt die belastingaangifte op in de trein, op weg naar een conferentie in Parijs, en wel tijdens het gedeelte van de reisweg afgelegd in Frankrijk, en rekent Julien 500 EUR aan voor zijn werk. Duid de goede oplossing aan.
Antwoord
De btw is niet van toepassing want de klant is een particulier. De Belgische btw is niet van toepassing, want het werk werd daadwerkelijk in Frankrijk uitgevoerd.
De Belgische btw is van toepassing, want de accountant, dienstverrichter, is gevestigd in België.
De btw is van toepassing in België, want de afnemer is gevestigd in België. De btw is van toepassing in Frankrijk, plaats van de materiële verrichting van de dienst.
Vraag 5
… / 3 punten
Een in Londen gevestigde hotelonderneming, die onder meer een hotel uitbaat in Coventry (Groot-Brittannië), bestelt bij het Brussels reclameblad Publi-Magazine een advertentie van een halve bladzijde om de prijzen van haar hotel in de Paasvakantie te promoten. De prijs die Publi-Magazine voor die advertentie aanrekent, is 2.000 EUR. De Engelse onderneming verklaart aan Publi-Magazine dat zij in Groot-Brittannië belastingplichtige is en deelt haar Brits btw-identificatienummer mee. Merk wel op dat Publi-Magazine een kosteloos verspreid huis-aan-huisreclameblad is, dat zijn inkomsten haalt uit de inlassing van betaalde reclameadvertenties. Duid de goede oplossing aan.
Antwoord
Er is geen Belgische btw van toepassing, want de klant is een buitenlandse onderneming die in elk geval recht op aftrek zou hebben van de btw die haar door haar leverancier wordt aangerekend.
De Belgische btw is niet van toepassing want het betreft een kosteloos verspreid huis-aanhuisreclameblad en er bestaat een vrijstellingsregime voor kranten.
De btw is van toepassing in België, want de dienstverrichter is gevestigd in België. De btw is van toepassing in België, want de publicatie van de advertentie is in een Belgische krant.
De btw is van toepassing in Groot-Brittannië, want de afnemer van de dienst is gevestigd in Groot-Brittannië en heeft een daar een geldig btw-nummer.
BEGINSELEN VAN REGISTRATIE- EN SUCCESSIERECHTEN
Vraag 1
10 PUNTEN
… / 5 punten
De BVBA Mokka zou het aanpalende terrein, gelegen aan de achterzijde van haar bedrijfsgebouw, willen aankopen om er een opslagplaats te bouwen. Als de eigenaar te weten komt dat de BVBA geïnteresseerd is in de grond, is het zeer waarschijnlijk dat hij daarvan zal profiteren om de prijs te verhogen door te speculeren op het nut van de grond voor de BVBA. Daarom vraagt de zaakvoerder van de BVBA Mokka aan zijn neef, die geen enkele band heeft met de BVBA en die de eigenaar totaal niet kent, om aan de eigenaar een bod op het terrein te doen. De eigenaar stemt ermee in en de eigenaar en de neef sluiten een onderhandse verkoopovereenkomst. De neef van de zaakvoerder verklaart dat hij het goed koopt voor zichzelf of enige andere later aan te wijzen persoon. De zaakvoerder van de BVBA consulteert u om zijn probleem uiteen te zetten. Welke oplossing zult u hem voorstellen?
Zet uw antwoord uiteen en vermeld: - welke akte(n) moet(en)verleden worden – vermeld de akte(n) met gebruikmaking van de geëigende terminologie - welke de partijen zijn die deze akte(n) moeten ondertekenen - welke vorm (onderhandse of authentieke akte) deze akte(n) zal (zullen) aannemen - of die akte(n) moet(en) onderworpen worden aan de formaliteit van registratie - en, indien die akte(n) moet(en) geregistreerd worden, welk tarief zal toegepast worden (vermeld alleen vast recht of evenredig recht en niet het percentage)
Antwoord Vraag 2
… / 5 punten
De heer Janssens is in België overleden op 12 augustus 2012. Bij zijn overlijden was de heer Janssens gehuwd met Anne en had het echtpaar slechts één dochter die, op de dag van het overlijden, meerderjarig was. De echtgenoten waren gehuwd onder het stelsel van de scheiding van goederen. De heer Janssens heeft evenwel een testament nagelaten, waarin hij een aantal uiterste wilsbeschikkingen deed: -
het geheel van de roerende goederen komt toe aan mw. Tanghe, de verpleegster die hem tijdens zijn ziekte verzorgde; de personenauto komt toe aan Frédérique Martin, nicht van de overledene; de volledige nalatenschap, na aftrek van de hiervoor vermelde goederen, komt toe aan mw. Cambier, de jeugdvriendin van de heer Janssens.
Duid in de tabel de hoedanigheid van elke begiftigde aan. Vermeld wie de verplichting heeft een aangifte in de successierechten in te leveren. Hoedanigheid van de begiftigde wettelijke erfgenaam
echtgenote dochter Mevr. Tanghe Mevr. Martin Mevr. Cambier
algemeen algemeen legataris begiftigde
legataris onder algemene titel
begiftigde onder algemene titel
bijzonder legataris
Verplichte inlevering van de aangifte van nalatenschap Echtgenote: Dochter: Mevr. Tanghe: Mevr. Martin: Mevr. Cambier:
BEGINSELEN VAN EUROPEES EN INTERNATIONAAL FISCAAL RECHT
Vraag 1
10 PUNTEN
… / 6 punten
Een Belgische verblijfhoudende vennootschap is in Italië actief via een vaste inrichting (VI). Tussen Italië en België geldt een bilaterale overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting. VI Italië
Belg.verrichtingen Totaal Vennootschap
Jaar 1: Resultaat vóór belasting Verlies: 1000
Winst : 2000
Winst : 1000
Jaar 2: Resultaat vóór belasting Winst: 1000
Winst : 2000
Winst : 3000.
De gedelegeerd-bestuurder van deze vennootschap vraagt uw advies over volgend punt: zijn financiële directeur meldt hem dat de Belgische vennootschap, voor jaar 2, zal belast worden op een winst van 4.000, terwijl de boekhoudkundige winst slechts 3.000 bedraagt. Hij stelt u volgende vragen: a) Is dat juist: ja of neen?
Antwoord b) Verklaar uw antwoord op grond van de beginselen van de door de OESO ontwikkelde bilaterale modelovereenkomst tot het vermijden van dubbele belasting.
Antwoord Vraag 2
… / 4 punten
Een vennootschap naar Belgisch recht, zonder bijkantoor noch vaste inrichting in het buitenland, wordt overgenomen door een vennootschap naar Duits recht. De Belgische vennootschap had verrekenbare fiscale verliezen die zij nog niet van de latere winsten had kunnen aftrekken. a) Zullen die fiscale verliezen kunnen worden afgetrokken van de na de fusie verwezenlijkte winsten:
Antwoord
Uitsluitend op de in België verwezenlijkte winsten, en zulks overeenkomstig de in België toepasselijke regels betreffende de fusies tussen vennootschappen naar Belgisch recht Ja Neen
Op de winsten van de overnemende Duitse vennootschap, ongeacht die in België of in Duitsland worden verwezenlijkt Ja Neen
Op de winsten van de Duitse overnemende vennootschap die in Duitsland worden verwezenlijkt Ja Neen
b) Verklaar uw antwoord op grond van de op deze toestand toepasselijke beginselen en verwijs naar de toepasselijke bepaling van Richtlijn 2009/133/EG van de Raad van 19 oktober 2009 voor fusies, splitsingen, enz. met betrekking tot vennootschappen uit de Europese Unie (volgens de erin vastgestelde voorwaarden).
Antwoord
FISCALE PROCEDURE
Vraag 1
15 PUNTEN
… / 6 punten
Eén van uw cliënten – de BVBA “Souris” die een winkel uitbaat van informaticamateriaal – ontvangt op 2 februari 2014 een vraag om inlichtingen, luidende als volgt: “Gelieve mij de volgende inlichtingen mede te delen betreffende derden: -
de volledige identiteit van al uw leveranciers bij wie u een “Sumsang” scherm van het type 123ZXY hebt aangekocht; het aantal aangekochte schermen bij elk van de betrokken leveranciers; de aankoopprijs van de schermen met vermelding van de eventuele korting die u hebt genoten.”
De belastingplichtige krijgt een termijn van 12 dagen om de gevraagde inlichtingen te verstrekken. Uw cliënt meldt u ook dat, op 10 februari 2014, de toegang tot het bedrijf volledig werd afgesloten wegens wateroverlast en dat er een termijn van 3 weken nodig zal zijn om de lokalen te herstellen. a) Is deze vraag om inlichtingen regelmatig voor wat de aard van de gevraagde inlichtingen betreft (verklaar uw antwoord)?
Antwoord b) Is de antwoordtermijn wettelijk (verklaar uw antwoord)?
Antwoord c) Hoe moet tewerk gegaan worden om binnen de gestelde termijn te antwoorden, aangezien het, momenteel, niet mogelijk is om de vereiste stukken te raadplegen (verklaar uw antwoord)?
Antwoord Vraag 2
… / 4 punten
Geef aan of onderstaande uitspraken waar of niet waar zijn: a) Met betrekking tot de roerende voorheffing, kan enkel de schuldenaar van de voorheffing (degene die de voorheffing moet inhouden) een bezwaarschrift indienen. De verkrijger van de inkomsten waarop de voorheffing werd ingehouden, kan dit recht niet uitoefenen. Waar Niet waar
b) Wanneer de belastingplichtige ambtshalve is aangeslagen en de directeur zes maanden na ontvangst van het bezwaarschrift nog geen beslissing heeft genomen, kan de belastingplichtige het geschil, te allen tijde, voor de rechtbank van eerste aanleg brengen. Waar Niet waar
c) Indien een belastingplichtige overlijdt en twee kinderen nalaat, en slechts één van die kinderen bezwaar indient tegen de ten name van de overledene gevestigde belasting, geldt zijn bezwaarschrift voor het geheel van de aanslag en voor alle erfgenamen samen. Waar Niet waar
d) De echtgescheiden echtgenoot heeft de mogelijkheid om bezwaar in te dienen tegen een aanslag die betrekking heeft op een aanslagjaar voor de uitspraak van de echtscheiding, zelfs indien de andere echtgenoot dit niet heeft gedaan, maar wel op voorwaarde dat de belasting op de goederen van de indiener van het bezwaarschrift wordt ingevorderd. Waar Niet waar
Vraag 3
… / 5 punten
De btw controle stuurt aan een accountantskantoor een schriftelijke vraag om inlichtingen m.b.t. de btw-activiteiten van een van de klanten (vennootschap) van het kantoor. Moet het kantoor hierop antwoorden en binnen welke termijn? Duid het juiste antwoord aan.
Het accountantskantoor is verplicht tot geheimhouding en mag niet antwoorden op de vraag om inlichtingen.
Het accountantskantoor kan op de vraag om inlichtingen antwoorden maar moet voorafgaandelijk schriftelijke toestemming hebben van zijn klant.
Eenieder is verplicht om op vraag van de btw-administratie mondeling of schriftelijk inlichtingen te verschaffen over zijn eigen toestand maar ook over de toestand van derden. Er is geen wettelijke termijn voorzien binnen dewelke moet worden geantwoord.
Het accountantskantoor is verplicht om binnen de 20 dagen te antwoorden op een vraag om inlichtingen
Het accountantskantoor verplicht om op de vraag om inlichtingen te antwoorden, maar alleen indien de vragen betrekking hebben op haar eigen toestand. Het antwoord moet binnen 1 maand worden gegeven.
JURIDISCHE EN BEROEPSNORMEN MET BETREKKING TOT DE ACCOUNTANCY, DE BELASTINGCONSULTANCY EN DE ANDERE WETTELIJKE OPDRACHTEN VAN DE ACCOUNTANT EN VAN DE BELASTINGCONSULENT
Vraag 1
15 PUNTEN
…. / 3 punten
Het principe van de kwaliteitstoetsing is dat iedere accountant om de zeven jaar op kantoorniveau zou gecontroleerd worden. Dit betreft de periodieke toetsing. Daarnaast zijn er nog drie andere soorten toetsing, namelijk “de vervolgtoetsing”, “de thematische toetsing” en “de Incidententoetsing”. Geef voor volgende situaties aan welke soort toetsing zal plaatsvinden: a) Er wordt aangekondigd om een controle te doen in verband met de toepassing van de antiwitwaswetgeving
Antwoord
Vervolgtoetsing Thematische toetsing Incidententoetsing b)Ingevolge voorgaande toetsing op de toepassing van de antiwitwaswetgeving heeft men vastgesteld dat in verschillende dossiers de attesten uiteindelijke begunstigde ontbreken en men kondigt aan om dit opnieuw te komen controleren
Antwoord
Vervolgtoetsing Thematische toetsing Incidententoetsing c) Er wordt een klacht neergelegd door een confrater in verband met het niet of onvolledig overdragen van een dossier.
Antwoord
Vervolgtoetsing Thematische toetsing Incidententoetsing Vraag 2
…. / 4 punten
Op uw kantoor biedt zich een nieuwe klant aan die de opvolging van zijn vennootschap wil laten overnemen door uw kantoor. Tijdens dit gesprek komen de volgende punten aan bod. Geef aan wanneer u zich niet akkoord kan verklaren met de besproken punten en licht kort toe waarom u zich niet kan akkoord verklaren.
a) Hij toont u een overzicht van openstaande facturen bij uw voorganger en een kopij van een overschrijving voor het globale bedrag om alzo aan te tonen dat alle schulden werden voldaan aan uw voorganger en deelt u dan ook mee dat het niet meer nodig is om uw collega te contacteren.
Antwoord b) Gezien het 15 april is vraagt hij u om onmiddellijk te starten met het boeken van het eerste kwartaal van zijn boekjaar zodat de BTW-aangifte tijdig kan ingediend worden en hij tijdig zijn BTW – schuld kan voldoen.
Antwoord c) Hij vertelt u dat zijn keuze op uw kantoor is gevallen omdat u op uw site een vergelijking heeft gemaakt van de door u aangerekende uurlonen in vergelijking met uw collega’s in de buurt en als goedkoopste uit deze vergelijking komt.
Antwoord d) Tijdens jullie gesprek laat u ook weten dat u zetelt in verschillende commissies binnen het Instituut en daardoor soms sneller op de hoogte bent van bepaalde wijzigingen.
Antwoord
Vraag 3
…. / 5 punten
In het kader van de samenwerkingsverbanden zijn er sinds 2010 een aantal nieuwe regels. Zeg voor de onderstaande gevallen of deze situatie juist of fout is: a) Een middelenvennootschappen kan enkel opgericht worden met confraters IAB. Juist Fout
b) De stemrechten van een professionele vennootschap mogen niet aangehouden worden door een belangengroepering die de uitoefening van het beroep in gedrang brengt. Juist Fout c) Wanneer de professionele vennootschap, een vennootschap heeft als zaakvoerder, dan dient deze vennootschap vertegenwoordigd te worden door een natuurlijk persoon accountant en/of belastingconsulent. Juist Fout
d)Stagiairs accountant/belastingconsulent mogen nooit zaakvoerder zijn van een professionele vennootschap.
Juist Fout
e)Indien er slechts twee zaakvoerders/bestuurders zijn moeten deze allebei lid zijn van het IAB. Juist Fout
Vraag 4
…. / 3 punten
In het KB van 1 maart 1998 wordt eveneens de onafhankelijkheid van de externe accountant/belastingconsulent behandeld. In dat kader wordt er ook gesproken over mandaten en opdrachten die men niet mag aanvaarden. Geef hierna aan of de stellingen juist of fout zijn: a) Mits voorafgaande toestemming van de Raad kan een bestuursmandaat worden opgenomen in een commerciële vennootschap.
Juist Fout
b) Mits voorafgaande toestemming kan hij een mandaat als onafhankelijke of externe bestuurder vervullen in een vennootschap, waarin zijn of haar echtgeno(o)t(e) stemrechten heeft.
Juist Fout
c) De interne accountant en/of belastingconsulent valt niet onder de onafhankelijkheidsverplichtingen gezien hij gebonden is door een arbeidsovereenkomst en dus steeds de opdrachten van zijn werkgever moet volgen.
Juist Fout