Goede verzorging en goed onderhoud zijn belangrijk om ervoor te zorgen dat uw Mercury-product met optimale efficiëntie werkt, voor maximale prestaties en energiebesparing. De bijgevoegde Eigenaarsregistratiekaart vormt uw sleutel voor probleemloos plezier voor de hele familie. Raadpleeg uwHandleiding voor gebruik en onderhoud voor gedetailleerde informatie over de garantie. Nadere informatie over de dichtstbijzijnde dealer kunt u vinden opwww.marinepower.com waar u landenkaarten en uitgebreide adresinformatie aantreft. Is uw motor voor garantiedoeleinden juist geregistreerd? Kijk dit na op www.marinepower.com. En neem zo nodig contact op met de plaatselijke leverancier.
90-10182B50 304
Welkom aan boord!
Deze buitenboordmotor die door Mercury Marine, Fond du Lac, WI, USA of Marine Power Europe Inc., Park Industriel de Petit–Rechain, België is geproduceerd, voldoet aan de eisen van de volgende richtlijnen en normen inclusief wijzigingen:
Richtlijn voor pleziervaartuigen:
94/25/EG; norm ISO 8665, ISO 11547
Machinerichtlijn:
98/37/EG,
Richtlijn voor elektromagnetische compatibiliteit: 89/336/EG; norm EN50081-1, SAE J551 (CISPR Pub. 12), EN 50082-1, IEC 61000 PT4-2, IEC 61000 PT4-3
Patrick C. Mackey President, Mercury Marine, Fond du Lac, WI, VS Voor Europese reglementen contact opnemen met:
© 2004 Mercury Marine
Product Environmental Engineering Department, Mercury Marine, Fond du Lac, WI VS
75 SeaPro/Marathon - 75/90/115/125 HP
Als de CE-markering linksonder op het serienummerplaatje van de buitenboordmotor staat, geldt het volgende:
i
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING EUROPESE UNIE verstrekt conform de RICHTLIJN MARINE-APPARATUUR (MED) Dit dient ter verklaring dat conform Richtlijn 96/98/EC van 20 december 1996 voor marine-apparatuur, geamendeerd middels Commissierichtlijn 98/85/EC, 2001/53/EC, 2002/75/EC en Richtlijn 2002/84/EC van het Europees parlement en de commissie, MARINE POWER EUROPE, Inc. Parc Industriel de Petit-Rechain B-4800 Verviers BELGIË verklaart dat het hieronder vermelde product of de hieronder vermelde producten voldoen aan de vereisten volgens de bovenstaande Richtlijnen, zoals bewezen door het onderstaande traject van overeenstemming: EC type onderzoekscertificaat (module B)
N° MED 0050444 (mercury) N° MED 0050443 (mariner) uitgegeven op 4 december 2000 door de verwittigde instantie (LRV N° = 0038) & EC (module D) certificaat van overeenstemming N° MED 0400010 uitgegeven op 23 maart 2004 door de verwittigde instantie (LRV N° = 0038) Product van de fabrikant
Toepasselijke testnormen:
Codenummer of type: Mercury en Mariner 90 hp (alle uitvoeringen) Beschrijving: Voortstuwingsmotor voor reddingsvaartuig – buitenboordmotor Annex A.l item N°.: A.1/1.37 IMO resolutie MISC. 81 (70)
Naam: Jacques BRONCHART Functie: General manager Datum: Handtekening
Nog te verrichten test(s) / andere handelingen vereist bij vaartuig (wanneer van toepassing) _______
0038/YY (*)
(*) Verwijst naar het jaar waarin het keur is aangebracht
BELANGRIJKE MEDEDELING : Conform het bovenvermelde certificaat : 1 zal elke motor met de door de fabrikant aanbevolen schroef worden uitgerust, die ook met een beschermplaat zal worden uitgerust wanneer de schroef op een reddingsboot wordt aangebracht. DE SCHROEF MAG NIET ALS STANDAARD FABRIEKSUITRUSTING WORDEN GELEVERD. DE BESCHERMPLAAT VAN DE SCHROEF WORDT NIET ALS STANDAARD FABRIEKSUITRUSTING GELEVERD. 2
Wanneer de motor voor gebruik op snelle reddingsboten op ro-ro-passagiersschepen wordt geleverd waarop IMO MSC/Circ.809 Annex van toepassing is, moet de motor teneinde aan lid 4.1.8. van de Annex te voldoen met die voorzieningen zijn uitgerust die noodzakelijk zijn om de motor na omslaan van de boot opnieuw te kunnen starten. DEZE VOORZIENINGEN WORDEN NIET ALS STANDAARD FABRIEKSUITRUSTING GELEVERD.
INHOUDSOPGAVE Informatie over garantie Garantie overdragen............................................................................................................................................... 1 Garantieregistratie in de VS en Canada................................................................................................................. 1 Informatie over garantieregistratie buiten de VS en Canada.................................................................................. 1 Beperkte garantie van twee jaar van Mercury Marine (Europa)............................................................................. 2 Beperkte garantie van één jaar van Mercury Marine (Federatie van onafhankelijke staten, Midden-Oosten, Afrika)..................................................................................................................................................................... 4 Beperkte garantie van 3 jaar tegen corrosie........................................................................................................... 5 Garantiedekking en uitsluitingen............................................................................................................................ 7
Algemene informatie Verantwoordelijkheid van de bestuurder................................................................................................................ 9 Alvorens de buitenboordmotor te bedienen............................................................................................................ 9 Vermogen van de boot........................................................................................................................................... 9 Gebruik van de boot bij hoge snelheden en "High Performance"........................................................................ 10 Buitenboordmotormodellen met afstandsbediening............................................................................................. 10 Kennisgeving over externe besturing................................................................................................................... 10 Noodstopschakelaar.............................................................................................................................................11 Mensen in het water beschermen........................................................................................................................ 12 Mededeling m.b.t. veiligheid van passagiers - pontonboten en dekboten............................................................13 Over golven en kielwater springen....................................................................................................................... 14 Botsingen met obstakels onder water.................................................................................................................. 14 Uitlaatemissies..................................................................................................................................................... 16 Accessoires voor buitenboordmotor kiezen..........................................................................................................17 Suggesties voor veilig varen.................................................................................................................................17 Noteer het serienummer.......................................................................................................................................18 75/90/115/125 specificaties..................................................................................................................................18 Identificatie van componenten..............................................................................................................................20
Installatie Buitenboordmotor installeren................................................................................................................................21 Schroefselectie.....................................................................................................................................................22
Vervoer De boot/buitenboordmotor op een trailer vervoeren ............................................................................................23
Brandstof en olie Aanbevolen benzine.............................................................................................................................................24 Olieaanbeveling....................................................................................................................................................24 Verhouding brandstof en olie................................................................................................................................24 Brandstof en olie mengen.....................................................................................................................................25 Olie-injectiesysteem vullen...................................................................................................................................25 Brandstoftank vullen.............................................................................................................................................27
ii
INHOUDSOPGAVE Functies en bedieningselementen Kenmerken van de afstandsbediening................................................................................................................. 28 Waarschuwingssysteem....................................................................................................................................... 28 Trim- en opklapbekrachtiging (indien uitgerust)................................................................................................... 30 Handbediend opklapsysteem............................................................................................................................... 33 Gasgreepfrictie afstellen – modellen met stuurknuppel........................................................................................ 37 Stuurfrictie afstellen – modellen met stuurknuppel............................................................................................... 38 Trimvin instellen.................................................................................................................................................... 38
Bediening Controlelijst vóór het starten................................................................................................................................. 40 Varen bij temperaturen onder het vriespunt......................................................................................................... 40 Varen in zout of vervuild water............................................................................................................................. 40 Gebruik op grote hoogte....................................................................................................................................... 40 Instellen van de trimhoek bij stationair lopende motor ........................................................................................ 40 Procedure voor het inlopen van de motor............................................................................................................ 41 De motor starten................................................................................................................................................... 41 Schakelen............................................................................................................................................................. 45 Motor stoppen....................................................................................................................................................... 46 Starten in geval van nood..................................................................................................................................... 46
Onderhoud Onderhoud van buitenboordmotor........................................................................................................................ 49 EPA-emissies....................................................................................................................................................... 49 Inspectie- en onderhoudsschema........................................................................................................................ 50 Koelsysteem doorspoelen.................................................................................................................................... 50 Het koelsysteem spoelen - Modellen met slangspoelhulpstuk............................................................................. 51 Verwijdering en installatie motorkap..................................................................................................................... 52 Accu inspecteren.................................................................................................................................................. 53 Brandstofsysteem................................................................................................................................................. 53 Stuurstangbevestigers.......................................................................................................................................... 56 Zekering vervangen.............................................................................................................................................. 56 Anti-corrosieanode............................................................................................................................................... 57 Schroef vervangen............................................................................................................................................... 58 Bougies inspecteren en vervangen...................................................................................................................... 60 Smeerpunten........................................................................................................................................................ 61 Trimbekrachtigingsvloeistof controleren............................................................................................................... 62 Smering van het onderwaterhuis.......................................................................................................................... 63 Onder water geraakte buitenboordmotor.............................................................................................................. 64
Opslag Voorbereiding voor opslag.................................................................................................................................... 65 Externe onderdelen van buitenboordmotor beschermen..................................................................................... 65 Bescherming inwendige motoronderdelen........................................................................................................... 65 Onderwaterhuis.................................................................................................................................................... 65 Aftapslangspoelstuk (indien aanwezig)................................................................................................................ 66 Buitenboordmotor voor opslag opstellen.............................................................................................................. 66
iii
INHOUDSOPGAVE Accu opslaan........................................................................................................................................................ 66
Opsporen van storingen Startmotor laat de motor niet aanslaan................................................................................................................ 67 Motor start niet...................................................................................................................................................... 67 Motor slaat over of draait onregelmatig................................................................................................................ 67 Prestatieverlies..................................................................................................................................................... 67 Accu kan lading niet houden................................................................................................................................ 68
Servicebijstand voor de eigenaar Plaatselijke reparatieservice ................................................................................................................................ 69 Service onderweg................................................................................................................................................. 69 Inlichtingen over onderdelen en accessoires ...................................................................................................... 69 Servicebijstand..................................................................................................................................................... 69 Mercury Marine servicekantoren.......................................................................................................................... 69
iv
INFORMATIE OVER GARANTIE Garantie overdragen De beperkte garantie kan aan een volgende koper worden overgedragen, maar slechts voor het resterende, ongebruikte deel van de beperkte garantie. Dit is niet van toepassing op producten die voor handelsdoeleinden worden gebruikt. Als u de garantie aan de volgende eigenaar wilt overdragen, stuurt of faxt u een kopie van de verklaring van eigendomsoverdracht of de verkoopovereenkomst, de naam en het adres van de nieuwe eigenaar en het motorserienummer naar de garantieregistratie-afdeling van Mercury Marine. Mercury Marine Attn: Warranty Registration Department W6250 W. Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54936 - 1939 Na het verwerken van de garantie-overdracht stuurt Mercury Marine per post een registratiebevestiging naar de nieuwe eigenaar van het product. Er zijn geen kosten verbonden aan deze service. Voor producten die buiten de Verenigde Staten en Canada zijn gekocht, dient u contact op te nemen met de importeur in uw land of met het dichtstbijzijnde servicekantoor van Mercury Marine.
Garantieregistratie in de VS en Canada 1.
U kunt uw adres te allen tijde veranderen, ook wanneer u een garantieclaim indient, door Mercury Marine op te bellen of een brief of fax met uw naam, oude adres, nieuwe adres en het serienummer van de motor aan de afdeling Garantieregistratie van Mercury Marine te sturen. Ook uw leverancier kan deze gegevensverandering verwerken. Mercury Marine Attn: Warranty Registration Department W6250 Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54935-1939 920-929-5054
NB: Mercury Marine en alle leveranciers van scheepsvaartproducten die in de Verenigde Staten verkocht worden, moeten registratielijsten bijhouden voor het geval dat er melding van een terugroeping vanwege veiligheidsoverwegingen conform de Federal Safety Act dient plaats te vinden. 2.
Om voor garantiedekking in aanmerking te komen moet het product bij Mercury Marine geregistreerd zijn. Bij de verkoop hoort de dealer het garantieregistratieformulier in te vullen en onmiddellijk aan Mercury Marine te zenden via MercNET, e-mail of per post. Na ontvangst van dit garantieregistratieformulier registreert Mercury Marine de registratie.
3.
Na het verwerken van de garantieregistratie stuurt Mercury Marine per post een registratiebevestiging aan de koper van het product. Als u deze registratiebevestiging niet binnen 30 dagen ontvangt, dient u onmiddellijk contact op te nemen met de leverancier. Garantiedekking is pas van kracht als uw product bij Mercury Marine is geregistreerd.
Informatie over garantieregistratie buiten de VS en Canada 1.
Het is belangrijk dat de leverancier de Garantieregistratiekaart helemaal invult en deze instuurt naar de distributeur of naar het Marine Power Service Center dat het garantieregistratie- en claimprogramma voor uw regio beheert.
2.
De Garantieregistratiekaart vermeldt uw naam en adres, het productnummer en de serienummers, de verkoopdatum, het type toepassing en het codenummer, de naam en het adres van de distributeur/ leverancier. De distributeur/leverancier verklaart tevens dat u de oorspronkelijke koper en gebruiker van het product bent.
1
INFORMATIE OVER GARANTIE 3.
Onmiddellijk nadat de distributeur/leverancier de kaart helemaal heeft ingevuld, MOET aan u een kopie van de Garantieregistratiekaart (de Koperskopie) overhandigd worden. Deze kaart dient voor u ter identificatie van de fabrieksregistratie; u hoort hem voor eventueel toekomstig gebruik te bewaren. Mocht service onder de garantie voor dit product ooit nodig blijken, dan kan uw leverancier u vragen om uw exemplaar van de Garantieregistratiekaart om de aankoopdatum te controleren en om de informatie op de kaart te gebruiken voor het invullen van de garantieclaimformulieren.
4.
In sommige landen stuurt het Marine Power Service Center u een permanente (plastic) Garantieregistratiekaart binnen 30 dagen na ontvangst van de Fabriekskopie van de Garantieregistratiekaart van uw distributeur/leverancier. Als u een plastic Garantieregistratiekaart ontvangt, kunt u de Koperskopie die u ten tijde van aankoop van het product van de distributeur/leverancier ontvangen hebt, weggooien. Uw distributeur/leverancier kan u laten weten of er in uw geval een plastic kaart uitgegeven wordt.
BELANGRIJK: In sommige landen vereist de wet dat de fabriek en de leverancier registratielijsten bijhouden. Wij streven ernaar ALLE producten in de fabriek te registreren voor het geval dat het nodig mocht blijken om contact met u op te nemen. Zorg dat uw leverancier/distributeur de garantieregistratiekaart onmiddellijk invult en de fabriekskopie aan het Marine Power International Service Center voor uw regio stuurt. 5.
Voor nadere informatie over de Garantieregistratiekaart en de wijze waarop deze bij verwerking van garantieclaims gebruikt wordt, wordt u verwezen naar de Internationale garantievoorwaarden.
Beperkte garantie van twee jaar van Mercury Marine (Europa) WAT WORDT GEDEKT: Mercury Marine garandeert dat elke nieuwe Mercury buitenboordmotor, Mariner buitenboordmotor, Thruster elektromotor, MerCruiser binnenboordmotor of hekaandrijvingmotor vrij is van gebreken wat betreft materiaal en afwerking tijdens de hieronder beschreven periode.
DEKKINGSPERIODE: Deze beperkte garantie biedt dekking voor twee (2) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst aan een koper die de boot als pleziervaartuig gebruikt, is verkocht of de datum waarop het product voor het eerst in bedrijf is gesteld, wat zich het eerste voordoet. Commerciële gebruikers van deze producten ontvangen garantiedekking voor twee (2) jaar vanaf de datum van de eerste verkoop of een totaal van 500 bedrijfsuren, wat zich het eerste voordoet. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt. De reparatie of vervanging van onderdelen of het leveren van service onder deze garantie verlengt de termijn van deze garantie niet tot na de oorspronkelijke vervaldatum. Resterende dekkingstijd kan van de ene klant die de boot als pleziervaartuig gebruikt, worden overgedragen aan de volgende klant die er hetzelfde gebruik van maakt, zodra het product naar behoren opnieuw is geregistreerd.
VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen bij een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt en dan alleen nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. Garantiedekking is verkrijgbaar nadat het product door de erkende dealer is geregistreerd. Verkeerde garantieregistratie-informatie met betrekking tot gebruik als pleziervaartuig of een latere wijziging van plezier- naar commercieel gebruik (tenzij naar behoren opnieuw geregistreerd) kan, uitsluitend naar goeddunken van Mercury Marine, de garantie ongeldig maken. Regelmatig onderhoud dat in de Handleiding voor gebruik en onderhoud wordt beschreven, moet op tijd worden uitgevoerd om garantiedekking te behouden. Als dit onderhoud door de klant wordt uitgevoerd, behoudt Mercury Marine zich het recht voor om verdere garantiedekking afhankelijk te stellen van bewijs van naar behoren uitgevoerd onderhoud.
WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury's enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het naar ons goeddunken repareren van een defect onderdeel, vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen of terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen zonder enige verplichting op zich te nemen om eerder vervaardigde producten te wijzigen.
2
INFORMATIE OVER GARANTIE HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service onder de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder de garantie organiseren. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als de service niet door deze garantie wordt gedekt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij die service horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury, zal de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. De garantieregistratiekaart is het enige geldige registratiebewijs en moet aan de dealer worden overgelegd op het moment dat service onder de garantie wordt verzocht, teneinde dekking te verkrijgen.
WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen regelmatig onderhoud, afstellingen, bijstellingen, normale slijtage, schade die veroorzaakt wordt door misbruik, verkeerd gebruik, gebruik van een schroef of tandwieloverbrenging waardoor de motor niet binnen het aanbevolen toerentalgebied bij volgas kan lopen (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), het gebruik van het product op een manier die niet overeenstemt met het hoofdstuk over aanbevolen bedrijf/werkcyclus in de Handleiding voor gebruik en onderhoud, verzuim, ongelukken, onder water raken, verkeerde installatie (de specificaties en technieken voor de juiste installatie worden uiteengezet in de installatie-instructies voor het product), verkeerde service, gebruik van een accessoire of onderdeel dat niet door ons is vervaardigd of verkocht, jetpompimpellers en voeringen, varen met brandstoffen, oliën of smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met het product (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), wijzigen of verwijderen van onderdelen of water dat de motor door de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem binnenkomt. Gebruik van het product voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met een onderwaterhuis dat bedoeld is voor racen, wanneer dan ook, zelfs door een eerdere eigenaar van het product, maakt de garantie ongeldig. Onkosten in verband met uit het water halen, te water laten, slepen, opslag, telefoon, huur, ongemak, ligplaatskosten, verzekeringsdekking, betalingen voor leningen, verlies van tijd, verlies van inkomsten of alle andere soorten incidentele of gevolgschade worden niet door deze garantie gedekt. Bovendien worden uitgaven voor het verwijderen en/of vervangen van bootschotten of materiaal, als gevolg van het ontwerp van de boot, voor toegang tot het product niet door deze garantie gedekt. Geen enkele persoon of eenheid, waaronder erkende Mercury Marine dealers, is door Mercury Marine gemachtigd om enige bevestiging, verklaring of garantie met betrekking tot het product te verstrekken, behalve die welke in deze beperkte garantie staan, en indien dit toch gebeurt, zijn deze niet jegens Mercury Marine inroepbaar. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de Handleiding voor gebruik en onderhoud raadplegen, dat in de vorm van verwijzing in deze garantie is opgenomen.
AFSTANDSVERKLARINGEN EN BEPERKINGEN: DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. INCIDENTELE EN GEVOLGSCHADE WORDEN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFSTANDSVERKLARINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE WELLICHT NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT U SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN EN U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN DIE VAN STAAT TOT STAAT EN VAN LAND TOT LAND VERSCHILLEN.
3
INFORMATIE OVER GARANTIE Beperkte garantie van één jaar van Mercury Marine (Federatie van onafhankelijke staten, Midden-Oosten, Afrika) WAT WORDT GEDEKT: Mercury Marine garandeert dat elke nieuwe Mercury buitenboordmotor, Mariner buitenboordmotor, Thruster elektromotor, MerCruiser binnenboordmotor of hekaandrijvingmotor vrij is van gebreken wat betreft materiaal en afwerking tijdens de hieronder beschreven periode.
DEKKINGSPERIODE: Deze beperkte garantie biedt dekking gedurende één (1) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst aan een koper die de boot als pleziervaartuig gebruikt, is verkocht of de datum waarop het product voor het eerst in bedrijf is gesteld, wat zich het eerste voordoet. Commerciële gebruikers van deze producten ontvangen garantiedekking voor één (1) jaar vanaf de datum van de eerste verkoop of een totaal van 500 bedrijfsuren, wat zich het eerste voordoet. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt. De reparatie of vervanging van onderdelen of het leveren van service onder deze garantie verlengt de termijn van deze garantie niet tot na de oorspronkelijke vervaldatum. Nog niet verlopen garantiedekking kan aan een volgende koper worden overgedragen mits het product naar behoren opnieuw wordt geregistreerd.
VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen bij een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt en dan alleen nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. Garantiedekking is verkrijgbaar nadat het product door de erkende dealer is geregistreerd. Verkeerde garantieregistratie-informatie met betrekking tot gebruik als pleziervaartuig of een latere wijziging van plezier- naar commercieel gebruik (tenzij naar behoren opnieuw geregistreerd) kan, uitsluitend naar goeddunken van Mercury Marine, de garantie ongeldig maken. Regelmatig onderhoud dat in de Handleiding voor gebruik en onderhoud wordt beschreven, moet op tijd worden uitgevoerd om garantiedekking te behouden. Als dit onderhoud door de klant wordt uitgevoerd, behoudt Mercury Marine zich het recht voor om verdere garantiedekking afhankelijk te stellen van bewijs van naar behoren uitgevoerd onderhoud.
WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury's enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het, naar ons goeddunken, repareren van een defect onderdeel, vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen of terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen zonder enige verplichting op zich te nemen om eerder vervaardigde producten te wijzigen.
HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service onder de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder de garantie organiseren. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als de service niet door deze garantie wordt gedekt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij die service horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury, zal de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. De garantieregistratiekaart is het enige geldige registratiebewijs en moet aan de dealer worden overgelegd op het moment dat service onder de garantie wordt verzocht, teneinde dekking te verkrijgen.
4
INFORMATIE OVER GARANTIE WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen regelmatig onderhoud, afstellingen, bijstellingen, normale slijtage, schade die veroorzaakt wordt door misbruik, verkeerd gebruik, gebruik van een schroef of tandwieloverbrenging waardoor de motor niet binnen het aanbevolen toerentalgebied bij volgas kan lopen (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), het gebruik van het product op een manier die niet overeenstemt met het hoofdstuk over aanbevolen bedrijf/werkcyclus in de Handleiding voor gebruik en onderhoud, verzuim, ongelukken, onder water raken, verkeerde installatie (de specificaties en technieken voor de juiste installatie worden uiteengezet in de installatie-instructies voor het product), verkeerde service, gebruik van een accessoire of onderdeel dat niet door ons is vervaardigd of verkocht, jetpompimpellers en voeringen, varen met brandstoffen, oliën of smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met het product (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), wijzigen of verwijderen van onderdelen of water dat de motor door de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem binnenkomt. Gebruik van het product voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met een onderwaterhuis dat bedoeld is voor racen, wanneer dan ook, zelfs door een eerdere eigenaar van het product, maakt de garantie ongeldig. Onkosten in verband met uit het water halen, te water laten, slepen, opslag, telefoon, huur, ongemak, ligplaatskosten, verzekeringsdekking, betalingen voor leningen, verlies van tijd, verlies van inkomsten of alle andere soorten incidentele of gevolgschade worden niet door deze garantie gedekt. Bovendien worden uitgaven voor het verwijderen en/of vervangen van bootschotten of materiaal, als gevolg van het ontwerp van de boot, voor toegang tot het product niet door deze garantie gedekt. Geen enkele persoon of eenheid, waaronder erkende Mercury Marine dealers, is door Mercury Marine gemachtigd om enige bevestiging, verklaring of garantie met betrekking tot het product te verstrekken, behalve die welke in deze beperkte garantie staan, en indien dit toch gebeurt, zijn deze niet jegens Mercury Marine inroepbaar. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de Handleiding voor gebruik en onderhoud raadplegen, dat in de vorm van verwijzing in deze garantie is opgenomen.
AFSTANDSVERKLARINGEN EN BEPERKINGEN: DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. INCIDENTELE EN GEVOLGSCHADE WORDEN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFSTANDSVERKLARINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE WELLICHT NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT U SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN EN U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN DIE VAN STAAT TOT STAAT EN VAN LAND TOT LAND VERSCHILLEN.
Beperkte garantie van 3 jaar tegen corrosie WAT WORDT GEDEKT: Mercury Marine garandeert dat een nieuw Mercury, Mariner, Mercury Racing, Sport Jet, M2 Jet Drive, Tracker van Mercury Marine Outboard, MerCruiser binnenboord- of hekaandrijvingsmotor (het "product") niet binnen de hieronder beschreven termijn buiten gebruik zal raken direct ten gevolge van corrosie.
DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte corrosiegarantie biedt dekking gedurende drie (3) jaar vanaf ofwel de datum waarop het product voor het eerst is verkocht ofwel de datum waarop het product voor het eerst in bedrijf is gesteld, wat zich het eerste voordoet. De reparatie of vervanging van onderdelen of het leveren van service onder deze garantie verlengt de levensduur van deze garantie niet tot na de oorspronkelijke vervaldatum. Nog niet verlopen garantiedekking kan aan een volgende (niet commerciële) koper worden overgedragen mits het product naar behoren opnieuw wordt geregistreerd.
5
INFORMATIE OVER GARANTIE VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen van een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt en dan alleen nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. Garantiedekking is verkrijgbaar nadat het product door de erkende dealer is geregistreerd. Inrichtingen die corrosie tegengaan en die in de Handleiding voor gebruik en onderhoud worden opgegeven, moeten op de boot worden gebruikt, en regelmatig onderhoud dat in de Handleiding voor gebruik en onderhoud wordt beschreven, moet op tijd worden uitgevoerd (met inbegrip van, zonder enige beperking, het vervangen van zelfopofferende anodes, het gebruik van opgegeven smeermiddelen en het bijwerken van beschadigingen en krasjes) om garantiedekking te behouden. Mercury Marine behoudt zich het recht voor om garantiedekking afhankelijk te maken van bewijs van correct onderhoud. WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury’s enige verplichting onder deze garantie is, naar ons goeddunken, beperkt tot het repareren van een gecorrodeerd onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen of het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen zonder enige verplichting op zich te nemen om eerder vervaardigde producten te wijzigen. HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder de garantie organiseren. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als de service niet door deze garantie wordt gedekt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij die service horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury, zal de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. Bewijs van geregistreerd eigenaarschap moet aan de dealer worden overlegd op het moment dat de service uit hoofde van de garantie wordt verzocht, teneinde dekking te verkrijgen. WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen corrosie van het elektrische systeem; corrosie als gevolg van schade, corrosie die uitsluitend cosmetische schade veroorzaakt; misbruik of verkeerde service; corrosie van accessoires, instrumenten, stuursystemen; corrosie van door de fabriek geïnstalleerde jetaandrijving, schade als gevolg van scheepsaangroeiing; product dat verkocht is met een beperkte productgarantie van minder dan één jaar; vervangingsonderdelen (onderdelen die door de klant zijn gekocht); producten die voor commerciële doeleinden worden gebruikt. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt. Corrosieschade veroorzaakt door zwerfstroom (elektrische stroomaansluiting op de vaste wal, boten in de buurt, metaal onder water) wordt niet door deze corrosiegarantie gedekt en bescherming daartegen moet worden geboden door het gebruik van een corrosiewerend systeem zoals bijvoorbeeld de Mercury Precision onderdelen of het Quicksilver MerCathode systeem en/of Galvanic Isolator (galvanische isolatiering). Corrosieschade die door verkeerde toepassing van anti-fouling verf op basis van koper wordt veroorzaakt, wordt ook niet gedekt door deze beperkte garantie. Als anti-fouling bescherming nodig is, wordt anti-fouling verf op basis van Tri-Butyl-Tin-Adipaat (TBTA) aanbevolen voor MerCruiser toepassingen. In gebieden waar verf op basis van TBTA bij de wet verboden is, kan verf op basis van koper op de romp en de spiegel worden gebruikt. Breng geen verf aan op de buitenboordmotor of het MerCruiser product. Bovendien moet opgelet worden dat geen elektrische verbinding tussen het gegarandeerde product en de verf ontstaat. Bij MerCruiser-producten moet een ongelakte ruimte van minstens 38 mm (1.5 in.) worden gelaten rondom de spiegelconstructie. Raadpleeg de Handleiding voor gebruik en onderhoud voor verdere bijzonderheden. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de Handleiding voor gebruik en onderhoud raadplegen, dat in de vorm van verwijzing in deze garantie is opgenomen.
6
INFORMATIE OVER GARANTIE AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN: DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. INCIDENTELE EN GEVOLGSCHADE WORDEN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFSTANDSVERKLARINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN EN U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN DIE VAN STAAT TOT STAAT EN VAN LAND TOT LAND VERSCHILLEN.
Garantiedekking en uitsluitingen Dit hoofdstuk is bedoeld om enkele van de algemene misvattingen m.b.t. garantiedekking uit de wereld te helpen. In de volgende informatie worden enkele soorten service uitgelegd die niet door de garantie worden gedekt. De hieronder uiteengezette voorwaarden zijn ter referentie in de Beperkte garantie van drie jaar tegen defecten als gevolg van corrosie, de Internationale beperkte garantie voor buitenboordmotoren en de Beperkte garantie voor buitenboordmotoren voor de Verenigde Staten en Canada opgenomen. Bedenk wel dat garantie reparaties dekt die binnen de garantietermijn nodig zijn vanwege gebreken in materiaal en afwerking. Verkeerde installatie, ongelukken, normale slijtage en allerlei andere oorzaken die op het product van invloed zijn, worden niet gedekt. De garantie is beperkt tot gebreken in materiaal of afwerking, maar alleen wanneer het product is verkocht in het land waarin distributie door ons is goedgekeurd. Voor eventuele vragen over garantiedekking kunt u contact met uw erkende dealer opnemen. De dealer zal graag al uw vragen beantwoorden.
ALGEMENE UITSLUITINGEN VAN DE GARANTIE 1.
Kleine bij- en afstellingen, waaronder het controleren, reinigen of afstellen van bougies, onderdelen van de ontsteking, carburateurinstellingen, filters, riemen, bedieningsorganen en het controleren van smeermiddelen, uitgevoerd tijdens normale service.
2.
In de fabriek geïnstalleerde jetaandrijvingen - Specifieke onderdelen die van de garantie zijn uitgesloten, zijn: door schok of slijtage beschadigde impeller van de jetaandrijving en de jetpompvoering en door water beschadigde aandrijfaslagers als gevolg van verkeerd onderhoud.
3.
Schade veroorzaakt door verzuim, gebrek aan onderhoud, ongelukken, abnormaal gebruik of verkeerde installatie of service.
4.
Kosten voor het uit het water halen, te water laten en slepen, vanwege het bootontwerp te verwijderen en/of te vervangen bootschotten of materiaal voor noodzakelijke toegang tot het product, alle bijbehorende transportkosten en/of reistijd enz. Er moet redelijke toegang tot het product worden verschaft voor service onder de garantie. De klant moet het product bij een erkende dealer afleveren.
5.
Andere, door de klant verzochte service dan hetgeen noodzakelijk is om aan de garantieverplichting te voldoen.
6.
Arbeidskosten voor werk dat niet door een erkende dealer is uitgevoerd wordt wellicht alleen onder de volgende omstandigheden gedekt: Wanneer het werk in noodgevallen is uitgevoerd (mits er geen erkende dealers in de buurt zijn die het vereiste werk kunnen uitvoeren of de dealers geen faciliteiten hebben voor uit het water halen enz. en voorafgaand door de fabriek toestemming is verleend om het werk bij deze faciliteit te laten uitvoeren).
7.
De eigenaar is verantwoordelijk voor alle incidentele en/of gevolgschade (opslagkosten, alle telefoon- of huurkosten, ongemak of verlies van tijd of inkomsten).
8.
Gebruik van andere dan Mercury Precision of Quicksilver onderdelen bij het uitvoeren van reparaties tijdens de garantieperiode.
9.
De klant is verantwoordelijk voor olieën, smeermiddelen of vloeistoffen die ververst zijn als onderdeel van normaal onderhoud tenzij verlies of verontreiniging hiervan door een defect van het product is veroorzaakt dat voor garantie in aanmerking komt. 7
INFORMATIE OVER GARANTIE 10.
Deelname aan of voorbereiding voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met een voor racen bedoeld onderwaterhuis.
11.
Motorlawaai duidt niet noodzakelijkerwijs op een ernstig motorprobleem. Als de diagnose een ernstig probleem in de motor aangeeft, dat tot een storing kan leiden, moet de oorzaak van het lawaai onder de garantie worden verholpen.
12.
Schade aan het onderwaterhuis en/of de schroef, veroorzaakt door het raken van een voorwerp onder water, wordt als een gevaar van het varen beschouwd.
13.
Water dat de motor via de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem binnenkomt of onderdompeling.
14.
Storing van onderdelen veroorzaakt door gebrek aan koelwater, wat het gevolg is van het starten van een motor die niet in het water is, vreemd materiaal dat de inlaatopeningen verstopt, een te hoog gemonteerde of te ver naar buiten getrimde motor.
15.
Gebruik van brandstoffen en smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met of op het product. Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoud.
16.
Onze beperkte garantie is niet van toepassing op productschade veroorzaakt door de installatie of het gebruik van onderdelen en accessoires die niet door ons worden geproduceerd of verkocht. Storingen die geen verband houden met het gebruik van die onderdelen of accessoires worden onder de garantie gedekt als ze aan de voorwaarden van de beperkte garantie van dat product voldoen.
8
ALGEMENE INFORMATIE Verantwoordelijkheid van de bestuurder De bestuurder is verantwoordelijk voor de juiste en veilige bediening van de boot en de veiligheid van de medeopvarenden en het grote publiek. Er wordt ten sterkste aangeraden dat elke bestuurder deze gehele handleiding doorleest, voordat hij de buitenboordmotor gebruikt. Zorg ervoor dat er minstens één andere persoon aan boord is die geleerd heeft de buitenboordmotor te starten en te bedienen en die de boot kan besturen in geval de bestuurder niet in staat is om dit te doen.
Alvorens de buitenboordmotor te bedienen Lees deze handleiding aandachtig. Leer hoe u uw buitenboordmotor moet bedienen. Neem contact op met uw dealer als u vragen hebt. Informatie over veiligheid en bediening tezamen met een dosis gezond verstand kan lichamelijk letsel en materiële schade helpen voorkomen. In deze handleiding evenals op de veiligheidsetiketten die op de buitenboordmotor zijn aangebracht, worden de volgende veiligheidswaarschuwingen gebruikt om uw aandacht te vestigen op speciale veiligheidsinstructies die opgevolgd dienen te worden.
! GEVAAR Direct gevaar, dat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg ZAL hebben.
! WAARSCHUWING Gevaar of onveilig gebruik, dat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg KAN hebben.
! OPGELET Gevaar of onveilig gebruik, dat verwondingen of materiële schade tot gevolg kan hebben.
Vermogen van de boot
! WAARSCHUWING Als een buitenboordmotor gebruikt wordt die de maximale vermogensgrens van een boot overschrijdt, kan: 1. de boot onbestuurbaar worden 2. te veel gewicht bij de spiegel geplaatst worden waardoor het drijfvermogen van de boot gewijzigd wordt of 3. de boot kapot gaan, vooral in de buurt van de spiegel. Het gebruik van een buitenboordmotor met een te groot vermogen kan leiden tot letsel, dodelijke ongelukken of schade aan de boot. Gebruik geen buitenboordmotor op uw boot met een te groot vermogen en overbelast uw boot niet. De meeste boten hebben een vereist vermogensplaatje dat het maximaal toegestane vermogen en de maximaal toegestane belasting aangeeft die door de fabrikant zijn vastgesteld aan de hand van bepaalde overheidsrichtlijnen. Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant van de boot.
9
ALGEMENE INFORMATIE U.S. COAST GUARD CAPACITY MAXIMUM HORSEPOWER XXX MAXIMUM PERSON CAPACITY (POUNDS)
XXX
MAXIMUM WEIGHT CAPACITY
XXX ob00306
Gebruik van de boot bij hoge snelheden en "High Performance" Als uw buitenboordmotor gebruikt wordt op een snelle sportboot of "High Performance" boot waarmee u niet vertrouwd bent, raden wij u aan dat u hem nooit op zijn hoogste snelheid gebruikt zonder eerst uw dealer of een bestuurder die ervaring heeft met de combinatie van uw boot en buitenboordmotor, om een proefvaart en demonstratie gevraagd te hebben. Voor verdere informatie kunt u het boekje "Hi-Performance Boat Operation" (onderdeelnummer 90-848481) via uw dealer, importeur of Mercury Marine aanvragen.
ob00307
Buitenboordmotormodellen met afstandsbediening De afstandsbediening die op uw buitenboordmotor is aangesloten, moet uitgerust zijn met een beveiliging, waardoor alleen in neutraal kan worden gestart. Hierdoor kan de motor niet starten wanneer in een andere stand dan neutraal geschakeld is.
! WAARSCHUWING Vermijd ernstig of dodelijk letsel als gevolg van plotseling, onverhoeds optrekken wanneer de motor gestart wordt. Het ontwerp van deze buitenboordmotor maakt het noodzakelijk dat de afstandsbediening die erbij gebruikt wordt, een ingebouwde beveiliging heeft, waardoor alleen in neutraal kan worden gestart.
ob00308
Kennisgeving over externe besturing De stuurstang die de stuurkabel aan de motor verbindt moet met behulp van zelfborgende moeren worden bevestigd. Deze zelfborgende moeren mogen nooit door gewone (niet borgende) moeren worden vervangen omdat deze zich loswerken en van de machine af trillen, waardoor de verbindingsstang vrij- en loskomt.
10
ALGEMENE INFORMATIE
a a-
or56-1
zelfborgende moeren
! WAARSCHUWING Een ontkoppelde stuurstang kan ertoe leiden dat de boot onverwacht een volledige, scherpe bocht maakt. Deze mogelijk gewelddadige beweging kan ertoe leiden dat medepassagiers overboord worden geslingerd en ernstig, zelfs fataal, letsel oplopen.
Noodstopschakelaar Het doel van een noodstopschakelaar is om de motor uit te zetten wanneer de bestuurder zich te ver van de bestuurdersplaats bevindt (zoals wanneer hij per ongeluk van de bestuurdersplaats wordt weggestoten) zodat de schakelaar geactiveerd wordt. Buitenboordmotoren met een stuurknuppel en sommige motoren met afstandsbediening hebben een noodstopschakelaar. Een noodstopschakelaar kan als een accessoire worden geïnstalleerd - gewoonlijk op het instrumentenpaneel of de zijkant naast de bestuurdersplaats. Het noodstopschakelaarkoord is een koord dat gewoonlijk 122 à 152 cm (4 à 5 ft) lang is wanneer het strak wordt getrokken. Het heeft een element aan het ene einde dat in de schakelaar past, en een drukknoop aan het andere einde die op de bestuurder wordt bevestigd. Het koord is normaal gekruld om het zo kort mogelijk te houden en de kans op verstrikt raken in nabije voorwerpen te beperken. Het wordt in zijn volle lengte strakgetrokken om de kans op onverhoedse activering te beperken, bijvoorbeeld als de bestuurder zich in de buurt van de normale bestuurdersplaats begeeft. Als een korter noodstopschakelaarkoord gewenst is, wikkel het koord dan om de pols of het been van de bestuurder of maak een knoop in het koord.
a
b
ob00310
a-
Noodstopschakelaarkoord
b-
Lees de volgende Veiligheidsinformatie voordat u verdergaat.
11
Noodstopschakelaar
ALGEMENE INFORMATIE Belangrijke veiligheidsinformatie: Het doel van een noodstopschakelaar is om de motor uit te zetten wanneer de bestuurder zich te ver van de bestuurdersplaats bevindt zodat de schakelaar geactiveerd wordt. Dit kan gebeuren als de bestuurder per ongeluk overboord valt of zich in de boot te ver van de bestuurdersplaats begeeft. Onvoorzien weggestoten worden en overboord vallen komen vaker voor in bepaalde typen boten zoals opblaasboten met een laag gangboord, "bass" boten, "High Performance" boten en lichte, gevoelige visbootjes die met een stuurknuppel worden bediend. Tevens kunnen onvoorzien weggestoten worden en overboord vallen veroorzaakt worden door onvoorzichtige bediening zoals het zitten op de rugleuning van de stoel of het gangboord tijdens planeren, staan tijdens planeren, zitten op een hoog visbootdek, planeren op ondiepe plaatsen of in water vol obstakels, een stuurwiel of stuurknuppel loslaten die naar één kant trekt, drinken van alcohol of gebruik van medicijnen of drugs of gedurfde manoeuvres met snelle sportboten. Het activeren van de noodstopschakelaar stopt de motor wel onmiddellijk maar de boot vaart nog een stuk verder, afhankelijk van de snelheid en de scherpte van de bocht op het moment dat de motor werd gestopt. De boot zal echter geen hele cirkel meer maken. Terwijl de boot nog doorvaart, is de kans op ernstig letsel aan iemand op zijn weg even groot als wanneer de boot door de motor wordt aangedreven. Wij raden ten sterkste aan om medeopvarenden op de hoogte te brengen van de juiste start- en bedieningsprocedures in geval ze de motor in een noodsituatie moeten bedienen (b.v. als de bestuurder onvoorzien wordt weggestoten).
! WAARSCHUWING Mocht de bestuurder uit de boot vallen, dan kan de mogelijkheid van ernstig of dodelijk letsel als gevolg van het over hem heen varen van de boot, aanzienlijk worden verminderd door de motor onmiddellijk te stoppen. Verbind beide einden van het noodstopschakelaarkoord altijd op de juiste wijze - met de noodstopschakelaar en met de bestuurder.
! WAARSCHUWING Vermijd ernstig of dodelijk letsel door vertragende krachten die het gevolg zijn van onvoorziene of onbedoelde activering van de noodstopschakelaar. De bestuurder van de boot mag de bestuurdersplaats nooit verlaten zonder eerst het noodstopschakelaarkoord te hebben losgemaakt. Er is ook kans dat tijdens normaal bedrijf de schakelaar onvoorzien of onbedoeld wordt geactiveerd. Dit kan een of alle van de volgende, mogelijk gevaarlijke situaties veroorzaken: •
Medeopvarenden kunnen naar voren worden gestoten omdat de boot plotseling veel langzamer gaat varen - vooral een probleem voor passagiers voor in de boot, die over de boeg kunnen slaan en mogelijk door het onderwaterhuis of de schroef geraakt kunnen worden.
•
Verlies van vermogen en de macht over het stuur in zware zeeën of sterke stroming of bij storm.
•
Besturingsverlies bij aanleggen.
Mensen in het water beschermen TERWIJL U VAART Voor personen, die zich staand of drijvend in het water bevinden, is het zeer moeilijk snel uit de weg te gaan, wanneer een motorboot, zelfs met een lage snelheid, in hun richting vaart.
ob00311
Minder altijd snelheid en wees zeer voorzichtig wanneer uw boot zich in de nabijheid van badende mensen bevindt.
12
ALGEMENE INFORMATIE Wanneer een boot vaart (zonder aangedreven te worden) en de schakeling van de buitenboordmotor in de neutraalstand staat, oefent het water voldoende kracht uit op de schroef om de schroef te doen draaien. Dit vrij ronddraaien van de schroef kan ernstig letsel veroorzaken.
TERWIJL DE BOOT STILLIGT
! WAARSCHUWING Stop uw motor onmiddellijk wanneer iemand zich in de buurt van uw boot in het water bevindt. De persoon in het water kan ernstig gewond raken als hij door een draaiende schroef, varende boot, onderwaterhuis of door permanent aan de boot of het onderwaterhuis gemonteerde accessoires wordt geraakt. Schakel de motor in de neutraalstand en zet de motor uit alvorens mensen in de buurt van uw boot te laten zwemmen of waden.
Mededeling m.b.t. veiligheid van passagiers - pontonboten en dekboten Kijk steeds wanneer de boot vaart, waar alle passagiers zich bevinden. Sta niet toe dat passagiers staan en zorg dat ze geen andere zitplaatsen gebruiken dan de plaatsen die bedoeld zijn voor sneller varen dan met stationair toerental, omdat de passagiers bij een plotselinge afname in de snelheid van de boot (zoals wanneer de boot in een hoge golf of kielwater duikt), een plotselinge afname in toerental of een scherpe bocht van de boot over de voorkant van de boot kunnen slaan. Als passagiers tussen de twee pontons over de voorkant van de boot vallen, kan de buitenboordmotor over hen heen varen.
BOTEN MET EEN VOORDEK Niemand mag zich ooit vóór het hekje op het dek bevinden terwijl de boot vaart. Zorg dat alle passagiers achter het hekje of de afzetting aan de voorkant blijven. Personen op het voordek kunnen gemakkelijk overboord slaan of de benen van personen wiens voeten over de voorste rand bengelen, kunnen door een golf worden gegrepen waardoor de personen in het water worden getrokken.
ob00312
! WAARSCHUWING Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van het over de voorkant van een ponton- of dekboot slaan en het over u heen varen van de buitenboordmotor. Blijf op veilige afstand van het voorste einde van het dek en blijf zitten terwijl de boot vaart.
BOTEN MET HOGE, VOORAAN GEMONTEERDE VISSTOELEN OP VOETSTUK Hoge visstoelen mogen niet worden gebruikt wanneer de boot sneller dan met stationair toerental of sleepsnelheid vaart. Zorg dat u alleen op stoelen zit die bedoeld zijn voor hogere snelheden. Een onverwachte, plotselinge afname in bootsnelheid kan ertoe leiden dat de hoog zittende passagier over de voorkant van de boot valt.
13
ALGEMENE INFORMATIE
ob00313
Over golven en kielwater springen Het varen over golven en kielwater met plezierboten maakt van nature deel uit van varen. Maar wanneer dit zo snel wordt gedaan dat het onderwaterschip geheel of gedeeltelijk uit het water wordt getild, ontstaan bepaalde gevaarlijke situaties, vooral wanneer de boot weer in het water terechtkomt.
ob00314
Het grootste probleem is dat de boot van richting kan veranderen terwijl hij over een golf of kielwater springt. In dat geval kan de boot plotseling van koers veranderen wanneer hij weer in het water terechtkomt. Een dergelijke scherpe verandering van richting kan ertoe leiden dat de opvarenden uit hun stoel of uit de boot worden gestoten.
! WAARSCHUWING Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van in of uit de boot gestoten worden wanneer de boot neerkomt na over een golf of kielwater te zijn gesprongen. Vermijd zo veel mogelijk over golven en kielwater te springen. Instrueer alle opvarenden omlaag te duiken en zich aan een handgreep van de boot vast te houden als de boot over golven of kielwater springt. Een minder vaak voorkomende, maar gevaarlijke situatie kan ontstaan als u de boot over een golf of kielwater laat springen. Als de boeg van de boot in de lucht ver genoeg omlaag duikt, kan hij bij het neerkomen onder het wateroppervlak komen en gedurende een ogenblik geheel onder water zijn. Hierdoor komt de boot ogenblikkelijk tot stilstand en kunnen de opvarenden naar voren vliegen. De boot kan bovendien scherp naar één kant trekken.
Botsingen met obstakels onder water Neem gas terug en wees voorzichtig als u in ondiep water vaart of op plaatsen waar obstakels onder water zouden kunnen zijn, die door de buitenboordmotor of bodem van de boot geraakt kunnen worden. Het belangrijkste wat u kunt doen om letsel of schade door raking van een drijvend voorwerp of een voorwerp onder water te helpen voorkomen, is de snelheid van de boot te regelen. Onder deze omstandigheden moet de snelheid van de boot beperkt worden tot de minimale planeersnelheid24 tot 40 km/u (15 tot 25 MPH) .
14
ALGEMENE INFORMATIE
ob00315
! WAARSCHUWING Om ernstig of dodelijk letsel te voorkomen dat ontstaat doordat een deel van, of een complete buitenboordmotor in de boot belandt nadat er een drijvend obstakel of obstakel onder water geraakt is, dient de topsnelheid te worden beperkt tot de minimale planeersnelheid. Raken van een drijvend obstakel of obstakel onder water kan leiden tot vele verschillende situaties. Sommige van deze situaties kunnen onderstaande gevolgen met zich meebrengen: •
Een deel van de buitenboordmotor of de gehele buitenboordmotor kan loskomen en in de boot belanden.
•
De boot kan plotseling in een andere richting gaan varen. Bij een scherpe richtingverandering kunnen de opvarenden uit hun stoel of uit de boot worden geslingerd.
•
De snelheid kan plotseling afnemen. Hierdoor worden opvarenden naar voren, of misschien zelfs uit de boot geslingerd.
•
Schade als gevolg van het raken van de buitenboordmotor en/of de boot.
Vergeet nooit dat het regelen van de vaarsnelheid het belangrijkste is wat u bij botsingen kunt doen om letsel of schade te voorkomen. Houd de vaarsnelheid op de minimale planeersnelheid wanneer u vaart op plaatsen met obstakels onder water. Nadat een voorwerp onder water is geraakt, moet u de motor zo spoedig mogelijk stoppen en inspecteren op gebroken of loszittende onderdelen. Als u schade ziet of vermoedt, moet de buitenboordmotor voor een grondige inspectie en noodzakelijke reparaties naar een erkende dealer worden gebracht. De boot moet ook op breuken in het onderwaterschip en de spiegel en op waterlekkage worden gecontroleerd. Varen met een beschadigde buitenboordmotor kan bijkomende schade veroorzaken aan andere onderdelen van de motorinstallatie of kan van invloed zijn op de besturing van de boot. Als u verder moet varen, vaar dan veel langzamer.
! WAARSCHUWING Voorkom ernstig of dodelijk letsel door verlies van de controle over de boot. Verder varen met ernstige schade als gevolg van een botsing kan het plotseling uitvallen van buitenboordmotoronderdelen bij een volgende botsing of zelfs zonder botsing tot gevolg hebben. Laat de buitenboordmotor grondig inspecteren en alle noodzakelijke reparaties uitvoeren.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR BUITENBOORDMOTOREN MET STUURKNUPPEL In de ruimte vlak vóór de buitenboordmotor mogen zich geen personen of lading bevinden terwijl de boot vaart. Als een obstakel onder water wordt geraakt, kantelt de buitenboordmotor omhoog en kan hij iemand die zich in dit gebied bevindt, ernstig verwonden.
15
ALGEMENE INFORMATIE Modellen met knevelbouten: Sommige buitenboordmotoren worden met knevelbouten geleverd. Het gebruik van knevelbouten alleen is niet voldoende om de buitenboordmotor naar behoren en veilig op de spiegel vast te zetten. De juiste installatie van de buitenboordmotor omvat het vastbouten van de motor aan de boot door de spiegel heen. Raadpleeg Installatie - Buitenboordmotor installeren voor meer informatie over het installeren.
! WAARSCHUWING Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van in aanraking komen met een losgeraakte buitenboordmotor. Accelereer niet tot boven stationair toerental in water waarvan u denkt dat er obstakels onder water kunnen zijn, als de buitenboordmotor niet op juiste wijze aan de spiegel is bevestigd. Als een obstakel bij planeersnelheid wordt geraakt en de buitenboordmotor niet stevig op de spiegel vastzit, is het mogelijk dat de buitenboordmotor van de spiegel loskomt en in de boot terechtkomt.
Uitlaatemissies PAS OP VOOR KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING Koolmonoxide is aanwezig in de uitlaatgassen van alle motoren met inwendige verbranding. Hieronder vallen de buitenboordmotoren, hekaandrijvingen en binnenboordmotoren die boten aandrijven, alsook de generatoren die verschillende bootaccessoires van stroom voorzien. Koolmonoxide is een dodelijk gas dat geurloos, kleurloos en smaakloos is. De eerste symptomen van koolmonoxidevergiftiging, die niet voor zeeziekte of dronkenschap moeten worden aangezien, zijn o.a. hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid en misselijkheid.
! WAARSCHUWING Laat de motor niet lopen terwijl er geen goede ventilatie is. Lange blootstelling aan koolmonoxidevergiftiging in een voldoende hoge concentratie kan tot bewusteloosheid, hersenschade of de dood leiden.
GOEDE VENTILATIE Ventileer de passagiersruimte, open de zijgordijnen of voorste luiken om dampen te verwijderen.
ob00316
Voorbeeld van goede luchtstroom door de boot.
SLECHTE VENTILATIE Onder bepaalde vaar- en/of windomstandigheden kan koolmonoxide in permanent omsloten of met canvas omsloten cabines of kajuiten met onvoldoende ventilatie worden gezogen. Installeer een of meer koolmonoxidemelders in uw boot. Hoewel het niet vaak voorkomt, kunnen op een zeer kalme dag zwemmers en passagiers in een open gebied van een stilliggende boot met of vlakbij een draaiende motor aan een gevaarlijk niveau van koolmonoxide worden blootgesteld.
16
ALGEMENE INFORMATIE TERWIJL DE BOOT STILLIGT
a b
ob00317
a-
De motor loopt terwijl de boot in een beperkte ruimte is afgemeerd.
b-
De boot is dicht bij een andere boot met draaiende motor afgemeerd.
TERWIJL DE BOOT VAART
a
b
ob00318
a-
De boot vaart met de trimhoek van de boeg te hoog.
b-
De boot vaart terwijl er geen luiken aan de voorkant open zijn.
Accessoires voor buitenboordmotor kiezen Originele Mercury Precision of Quicksilver accessoires zijn speciaal ontworpen en getest voor uw buitenboordmotor. Deze accessoires zijn verkrijgbaar bij Mercury Marine dealers.
! WAARSCHUWING Raadpleeg uw dealer voordat u accessoires installeert. Het verkeerde gebruik van goede accessoires of het gebruik van verkeerde accessoires kan tot ernstig of dodelijk letsel of storingen leiden. Sommige accessoires die niet door Mercury Marine geproduceerd of verkocht worden, zijn er niet op ontworpen om veilig gebruikt te kunnen worden met uw buitenboordmotor of het bedieningssysteem van uw buitenboordmotor. Verkrijg en lees de handleidingen voor installatie, bediening en onderhoud voor alle door u gekozen accessoires.
Suggesties voor veilig varen Teneinde van de waterwegen te genieten, moet u zich op de hoogte stellen van plaatselijke en andere overheidsvaarvoorschriften en -beperkingen en de volgende suggesties in acht nemen. Gebruik drijfmiddelen. Zorg dat u voor elke passagier gemakkelijk bereikbaar een reddingsvest van de juiste maat aan boord hebt. Overbelast uw boot niet. De meeste boten hebben een plaatje waarop de maximale belasting (gewicht) staat (raadpleeg het typeplaatje op uw boot). Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant van de boot. Voer veiligheidscontroles en het vereiste onderhoud uit. Houd u aan een vast schema en zorg dat alle reparaties naar behoren worden uitgevoerd.
17
ALGEMENE INFORMATIE Zorg dat u alle vaarregels en wetten van de waterwegen kent en die opvolgt. Bestuurders van boten dienen een vaarveiligheidscursus te volgen. Verzeker u ervan dat iedereen in de boot goed zit. Laat niemand op een deel van de boot zitten dat niet daarvoor bedoeld is, zoals rugleuningen, gangboorden, spiegel, boeg, dekken, hoge visstoelen, draaibare visstoelen; overal waar een persoon overboord of in de boot kan worden gestoten als gevolg van onverwacht, plotseling optrekken, plotseling stoppen, onverwacht besturingsverlies of plotselinge bewegingen van de boot. Zorg dat u tijdens het varen nooit onder de invloed van alcohol of medicijnen bent. Hierdoor wordt uw beoordelingsvermogen slechter en uw vermogen om snel te reageren ten zeerste verminderd. Bereid andere bestuurders van de boot voor. Breng tenminste één persoon aan boord op de hoogte van de elementaire werkwijzen voor het starten en bedienen van de buitenboordmotor en het besturen van de boot in geval de bestuurder daartoe niet in staat is of overboord valt. Aan boord gaan van passagiers. Stop de motor altijd wanneer passagiers aan boord komen, van boord gaan of zich bij de achterkant (steven) van de boot bevinden. Alleen de boot in de neutraalstand schakelen is niet voldoende. Pas goed op. De bestuurder van de boot draagt de verantwoordelijkheid om goed uit te kijken en te luisteren. De bestuurder moet een onbelemmerd uitzicht hebben, vooral naar voren. Passagiers, vracht of visstoelen mogen het uitzicht van de bestuurder niet belemmeren wanneer de boot sneller dan met stationair toerental vaart. Vaar met uw boot nooit vlak achter een waterskiër in geval de skiër valt. Bijvoorbeeld: als uw boot 40 km/u (25 mijl/u) vaart, haalt u een gevallen skiër die zich 61 m (200 ft) vóór u bevindt, in 5 seconden in. Pas op voor gevallen skiërs. Wanneer u uw boot voor waterskiën of dergelijke activiteiten gebruikt, dient u een gevallen of zich in het water bevindende skiër altijd aan de bestuurderskant van de boot te houden terwijl u naar de skiër terug vaart om hem te helpen. De bestuurder moet de zich in het water bevindende skiër altijd in het zicht hebben en mag nooit achteruit naar de skiër of iemand anders in het water toe varen. Meld ongelukken. Meld ongelukken bij de desbetreffende, plaatselijke instanties.
Noteer het serienummer Het is belangrijk dat u dit nummer voor later gebruik noteert. Het serienummer bevindt zich op de buitenboordmotor zoals afgebeeld.
a
Serial Number
XXXXXXXX
b
XXXX XXXX H P L B
e
K W K G
MAX RPM
c d
XX
abc-
Serienummer Bouwjaar Modelnaam
de-
ob01434
Productiejaar CE-keur (indien van toepassing)
75/90/115/125 specificaties Modellen
75
90
115
125
Vermogen
75
90
115
125
Kilowatt
56
67
86
93
18
ALGEMENE INFORMATIE Modellen Toerentalbereik vol gas
75
90
4750-5250
5000-5500
Stationair toerental met motor in vooruit geschakeld
115
125
4750-5250
650-700 omw/min
Aantal cilinders
3
4
Cilinderinhoud
1385,8 cc (84.57 cu. in.)
1847,8 cc (112.76 cu. in.)
Cilinderboring
88,9 mm (3.500 in.)
Slag Aanbevolen bougie Vonkbrug Tandwieloverbrenging
74 mm (2.930 in.) NGK BUZHW-2
NGK BPZ8H-N-10
Oppervlakteopening
1,0 mm (0.040 in.)
2,3:1
2,07:1
Aanbevolen benzine
Zie hoofdstukBrandstof en olie
Aanbevolen olie
Zie hoofdstukBrandstof en olie
Smeermiddelinhoud onderwaterhuis Accucapaciteit
666 ml (22.5 fl. oz.) 500 scheepsstartampèrage (MCA) of 450 koudstartampèrage (CCA)
Ampère-uren (Ah)
70-100
19
ALGEMENE INFORMATIE Identificatie van componenten
l j
k
a b
m n
c i
d
o
e h
f g
3125
abcdefgh-
motorkap onderbak waterpomp-indicatieopening aandrijfhuis antiventilatieplaat trimvin onderwaterhuis koelwaterinlaat
ijklmno-
20
spiegelklem extra opklapschakelaar slang spoelhulpstuk (indien aanwezig) schakelhendel noodstopschakelaar stuurhendelfrictieknop opklap/vergrendelhendel
INSTALLATIE Buitenboordmotor installeren
! WAARSCHUWING Voordat de buitenboordmotor wordt gebruikt, moet hij op de juiste wijze worden geïnstalleerd met het vereiste bevestigingsmateriaal, zoals afgebeeld. Als de buitenboordmotor niet op de juiste wijze wordt bevestigd, kan de buitenboordmotor van de spiegel worden gestoten wat ernstig of dodelijk letsel en materiële schade veroorzaakt. Wij raden ten sterkste aan om de buitenboordmotor en bijbehorende accessoires door uw dealer te laten installeren om zeker te zijn van de juiste installatie en goede prestaties. Als u de buitenboordmotor zelf installeert, volg dan de instructies in de installatiehandleiding van de buitenboordmotor die bij de buitenboord wordt geleverd. De buitenboordmotor moet aan de spiegel worden bevestigd met de vier12,7 mm (1/2 in.) montagebouten en borgmoeren die zijn meegeleverd. Breng twee bouten door het bovenste stel gaten aan en twee bouten door het onderste stel gaten.
ob00658
MAXIMALE MONTAGEHOOGTE BUITENBOORDMOTOR De buitenboordmotor mag niet hoger worden geïnstalleerd dan 635 mm (25 in.) voor EL-modellen en762 mm (30 in.) voor EXL-modellen. Als de buitenboordmotor hoger wordt gemonteerd, kunnen de onderdelen van het onderwaterhuis beschadigd raken.
ob00659
21
INSTALLATIE Schroefselectie Selecteer voor de beste prestatie van uw buitenboordmotor/bootcombinatie een schroef waarbij de motor bij normale belasting van de boot kan draaien in de bovenste helft van het aanbevolen vol-gastoerentalbereik (zieAlgemene informatie - specificaties). Bij dit toerentalbereik is de acceleratie beter, terwijl de maximumvaarsnelheid behouden blijft.
ob00323
Als andere omstandigheden, zoals warmer en vochtiger weer, bedrijf op grotere hoogten, een grotere belasting van de boot of een vuile bodem of vuil onderwaterhuis, ertoe leiden dat het toerental onder het aanbevolen bereik valt, kan het nodig zijn om de schroef te vervangen of reinigen om de prestaties en duurzaamheid van de buitenboordmotor in stand te houden. Controleer met een nauwkeurige toerentalmeter het toerental bij vol gas. Doe dit op zo'n manier dat de motor zo getrimd is dat er een uitgebalanceerde stuurconditie ontstaat (evenveel stuurkracht voor beide richtingen) en zonder dat de schroef losschiet.
22
VERVOER De boot/buitenboordmotor op een trailer vervoeren Zet de boot op de trailer met de buitenboordmotor naar beneden gekanteld in verticale bedrijfsstand. Als meer afstand tot de grond vereist is, moet de buitenboordmotor opgeklapt worden waarbij een als accessoire verkrijgbare buitenboordmotorondersteuning moet worden gebruikt. Raadpleeg uw plaatselijke dealer voor advies. Meer afstand kan nodig zijn voor spoorwegovergangen, opritten en het op en neer springen van de trailer.
ob01074
BELANGRIJK: Vertrouw niet op het trim/opklapbekrachtigingssysteem of de opklapgeleidehendel om de juiste afstand tot de grond te behouden tijdens vervoer op een trailer. De opklapgeleidehendel van de buitenboordmotor is niet bedoeld om de buitenboordmotor te ondersteunen tijdens vervoer op een trailer. Schakel de buitenboordmotor in vooruit. Dit voorkomt dat de schroef vrij gaat ronddraaien.
23
BRANDSTOF EN OLIE Aanbevolen benzine VERENIGDE STATEN EN CANADA Gebruik een bekend merk loodvrije autombielbenzine met een opgegeven octaangetal van minstens 87. De voorkeur wordt gegeven aan middenkwaliteit automobielbenzine die een injectorreinigingsmiddel bevat, om het inwendige van de motor extra schoon te houden. Loodhoudende benzine wordt afgeraden.
INTERNATIONAAL Gebruik een bekend merk loodvrije automobielbenzine met een opgegeven RON van minstens 90. De voorkeur wordt gegeven aan automobielbenzine die een injectorreinigingsmiddel bevat, om het inwendige van de motor extra schoon te houden. Loodhoudende benzine mag worden gebruikt in gebieden waar loodvrije benzine niet verkrijgbaar is.
ALCOHOL IN BENZINE Wij raden het gebruik van benzine die alcohol bevat af omdat de alcohol het brandstofsysteem kan aantasten. Als alleen benzine verkrijgbaar is die alcohol bevat, mag deze in het algemeen niet meer dan 10% ethanol of 5% methanol bevatten en er wordt aangeraden om een waterscheidend brandstoffilter te gebruiken. Als alcoholhoudende benzine wordt gebruikt of als u vermoedt dat alcohol in de benzine aanwezig is, inspecteer het brandstofsysteem dan vaker en kijk of er brandstof lekt of zich iets abnormaals voordoet. Alcoholhoudende benzine kan de volgende problemen veroorzaken voor uw buitenboordmotor en het brandstofsysteem: •
Corrosie van metalen onderdelen.
•
Verslechtering van elastomeren en kunststof onderdelen.
•
Slijtage en schade aan inwendige onderdelen van de motor.
•
Problemen bij het starten en draaien van de motor.
•
"Vapor lock" of brandstoftekort.
Sommige van deze nadelige effecten zijn te wijten aan de neiging van alcoholhoudende benzine om vocht uit de lucht op te nemen, met als gevolg een fase van water en alcohol die zich van de benzine in de brandstoftank scheidt. De nadelige effecten van alcohol zijn ernstiger bij methanol en erger bij een hoger alcoholgehalte.
Olieaanbeveling Aanbevolen olie
Premium 2-takts TC-W3-buitenboordmotorolie
BELANGRIJK: Het moet door de NMMA gecertificeerde TC-W3 2-taktolie zijn. Mercury of Quicksilver Premium TC-W3 2–taktolie wordt aanbevolen voor deze motor. Voor extra bescherming en smering wordt Mercury of Quicksilver Premium Plus TC-W3 2–taktolie aanbevolen. Als Mercury of Quicksilver buitenboordmotorolie niet verkrijgbaar is, gebruik dan in plaats daarvan een ander merk door NMMA goedgekeurde TC-W3 2-takt buitenboordmotorolie. Gebruik van olie van slechte kwaliteit kan ernstige motorschade veroorzaken.
Verhouding brandstof en olie MODELLEN MET OLIE-INJECTIE Gebruik een 50:1 (2%) benzine-oliemengsel in de eerste tank brandstof. Zie de onderstaande tabel voor de mengverhouding. Gebruik van dit brandstofmengsel samen met olie uit het olie-injectiesysteem levert voldoende smering tijden het inlopen van de motor. Nadat het inloopbrandstofmengsel is opgebruikt, hoeft er geen olie meer aan de benzine te worden toegevoegd.
NB: Aan het einde van de inloopperiode kijkt u of het oliepeil in het olie-injectiesysteem is gedaald. Verbruik van olie duidt erop dat het olie-injectiesysteem naar behoren werkt.
24
BRANDSTOF EN OLIE MENGVERHOUDINGENTABEL BENZINE/OLIE Benzine/olieverhouding
3,8 liter (1 gal.) benzine
11,5 liter (3 gal.) benzine
23 liter (6 gal.) benzine
50:1 (2%)
89 ml (3 fl. oz.) olie
237 ml (8 fl. oz.) olie
473 ml (16 fl. oz.) olie
MODELLEN ZONDER OLIE-INJECTIE Gebruik een 25:1 (4%) benzine-oliemengsel in de eerste tank brandstof. Nadat het inloopbrandstofmengsel is opgebruikt, gebruikt u een 50:1 (2%) benzine-oliemengsel. Zie de onderstaande tabel voor de mengverhouding.
MENGVERHOUDINGENTABEL BENZINE/OLIE Benzine/olieverhouding
3,8 liter (1 gal.) benzine
11,5 liter (3 gal.) benzine
23 liter (6 gal.) benzine
25:1 (4%)
148 ml (5 fl. oz.) olie
473 ml (16 fl. oz.) olie
946 ml (32 fl. oz.) olie
50:1 (2%)
89 ml (3 fl. oz.) olie
237 ml (8 fl. oz.) olie
473 ml (16 fl. oz.) olie
Brandstof en olie mengen Draagbare tank -Giet 4 liter (1 gal.) benzine in de tank. Voeg de juiste hoeveelheid olie toe en meng goed. Voeg de rest van de benzine toe. Ingebouwde tank -Giet met behulp van een trechter de juiste hoeveelheid olie langzaam bij de benzine terwijl de tank wordt gevuld.
Olie-injectiesysteem vullen 1.
Plaats de buitenboordmotor in een verticale bedrijfsstand. Verwijder de motorkap.
ob01599 2.
Verwijder de olievuldop en trek de peilstok naar buiten.
3.
Controleer het oliepeil met de peilstok.
2890
25
BRANDSTOF EN OLIE
2891
4.
Hang de peilstok tijdens het vullen aan de tank.
2892
5.
Vul de olietank langzaam met de gespecificeerde olie. Niet te vol gieten. Voeg net genoeg olie toe zodat het peil tot de onderkant van de vulhals reikt.
ob01602
Model
Inhoud
Type vloeistof
3-cilinder
3 liter (3.2 qt.) bedragen
Mercury of Quicksilver Premium TC-W3 2-takt
4-cilinder
4,9 liter (5.13 qt.) bedragen
Mercury of Quicksilver Premium TC-W3 2-takt
6.
Installeer de olievuldop en draai hem weer vast. Breng de motorkap weer aan.
26
BRANDSTOF EN OLIE
ob01603
Brandstoftank vullen
! WAARSCHUWING Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van een benzinebrand of explosie. Zet de motor altijd uit, rook NIET en pas op voor open vlammen of vonken in de buurt tijdens het vullen van de brandstoftanks. Vul de brandstoftanks in de open lucht bij warmtebronnen, vonken en open vlammen vandaan. Haal losse brandstoftanks uit de boot om ze te vullen. Stop de motor altijd alvorens de tanks bij te vullen. Vul de brandstoftanks niet helemaal. Laat ongeveer 10% van de tank ongevuld. Brandstof zet uit naarmate de temperatuur stijgt en kan lekken als de brandstof onder druk staat en de tank helemaal gevuld is.
LOSSE BRANDSTOFTANK IN BOOT PLAATSEN Plaats de brandstoftank zodanig in de boot dat het ventiel onder normale vaaromstandigheden hoger is dan het brandstofpeil.
27
FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN Kenmerken van de afstandsbediening Uw boot kan met een van de afgebeelde Mercury Precision of Quicksilver afstandsbedieningen zijn uitgerust. Als dat niet het geval is, raadpleeg dan uw dealer voor een beschrijving van de functies en werking van de afstandsbediening.
c
c
c b h
a
b
a g
f
i
a
i d e abc-
de-
d f
f
g e
ob00329
Bedieningshendel - vooruit, neutraal, achteruit Neutraalontgrendelhendel Trim/opklapschakelaar (indien aanwezig) Raadpleeg Kenmerken en bedieningselementen - Trim- en opklapbekrachtiging Noodstopschakelaar - Raadpleeg Algemene informatie - Noodstopschakelaar Noodstopschakelaarkoord - Raadpleeg Algemene informatie - Noodstopschakelaar
f-
ghi-
Afstelling gashendelfrictie - Het deksel moet verwijderd worden om de bedieningselementen van de console bij te stellen. Contactslot - Off (Uit), On (Aan), Start Versneldstationairhendel - Raadpleeg Bediening - Motor starten De knop Alleen gas - Raadpleeg Bediening Motor starten
Waarschuwingssysteem Het waarschuwingssysteem van de buitenboordmotor heeft een waarschuwingshoorn binnen in de boot. Op modellen met afstandsbediening bevindt de waarschuwingshoorn zich binnen in de afstandsbediening of is de waarschuwingshoorn met het contactslot verbonden.
b
a a-
ob00662
waarschuwingshoorn in afstandsbediening
b-
waarschuwingshoorn in contactschakelaar
Op modellen met stuurknuppel bevindt de waarschuwingshoorn zich onder de stuurknuppel.
28
FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
ob01437
WERKING VAN HET WAARSCHUWINGSSYSTEEM De waarschuwingshoorn laat één continu signaal horen. Hierdoor wordt de gebruiker gewaarschuwd en kunnen de volgende situaties worden geïdentificeerd.
Waarschuwingssysteem Functie
Geluid
Beschrijving
Oververhitte motor
Continu
Oververhitte motor
Laag oliepeil (modellen met olie-injectie)
Continu
Laag oliepeil
MOTOR OVERVERHIT Als de motor oververhit raakt, verlaagt u het toerental onmiddellijk tot stationair. Schakel de buitenboordmotor in neutraal en controleer of er een ononderbroken straal water uit de waterpomp-indicatieopening komt.
ob00331
Als er geen of een onderbroken straal water uit de waterpomp-indicatieopening komt, stopt u de motor en controleert u of de koelwaterinlaatopeningen verstopt zijn. Als er geen verstopping wordt gevonden, kan er een blokkering zijn opgetreden in het koelsysteem of de waterpomp. Laat de buitenboordmotor door uw dealer nakijken. Als de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, loopt de motor schade op.
NB: Als oververhitting optreedt en u daardoor gestrand bent, zet u de motor uit en laat u hem afkoelen. Hierdoor is het meestal mogelijk om de motor weer enige tijd op lage snelheid (stationair) te laten lopen voordat hij weer oververhit raakt. Als de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, loopt de motor schade op. Neem contact op met uw dealer als er een gestage stroom water uit de waterpomp-indicatieopening komt en de motor nog steeds oververhit raakt. Als de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, loopt de motor schade op.
TE LAAG OLIEPEIL Het waarschuwingssysteem wordt geactiveerd als het oliepeil onder het laag-oliepeil op de peilstok komt. Er is dan nog voldoende olie over om 30 minuten met volle snelheid te varen. Zie hoofdstukBrandstof en olie – Het olie-injectiesysteem vullen.
29
FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
2891
Trim- en opklapbekrachtiging (indien uitgerust) TRIM- EN OPKLAPBEKRACHTIGING (WANNEER AANWEZIG) De buitenboordmotor heeft een trim/opklapregeling die "trimbekrachtiging" heet. Deze stelt de bestuurder in staat om de stand van de buitenboordmotor eenvoudig bij te stellen door de trimschakelaar in te drukken. Als u de buitenboordmotor dichter naar de bootspiegel brengt, wordt dat naar binnen of omlaag trimmen genoemd. Het verder van de bootspiegel vandaan brengen van de buitenboordmotor heet naar buiten of omhoog trimmen. De term "trimmen" verwijst in het algemeen naar de afstelling van de buitenboordmotor binnen de eerste 20° waarover de motor versteld kan worden. Dit is het bereik dat wordt gebruikt terwijl uw boot in planee vaart. De term "opklappen" wordt gewoonlijk gebruikt bij het verwijzen naar het verder omhoog, uit het water bijstellen van de buitenboordmotor. Terwijl de motor uitgeschakeld is, kan de buitenboordmotor uit het water worden opgeklapt. Bij lage stationaire snelheid kan de buitenboordmotor ook verder dan het trimbereik worden opgeklapt om bijvoorbeeld in ondiep water te kunnen varen.
a
c b
a ab-
trimschakelaar afstand waarover de motor kan worden opgeklapt
c-
3122
afstand waarover de motor kan worden getrimd
WERKING VAN TRIMBEKRACHTIGING De meeste boten lopen goed rondom het midden van het trimbereik. Maar om volledig te profiteren van de trimmogelijkheden kunt u er soms voor kiezen om de buitenboordmotor geheel omhoog of omlaag te trimmen. De verbeteringen in sommige aspecten van de prestaties brengen ook meer verantwoordelijkheid voor de bestuurder met zich mee. U moet zich bewust zijn van bepaalde gevaren die van invloed kunnen zijn op de besturing. Het belangrijkste gevaar met betrekking tot de besturing is een trekken dat u voelt in het stuur of de stuurknuppel. Deze torsie op het stuur is het gevolg van het feit dat de buitenboordmotor zo getrimd is dat de schroefas niet parallel aan het wateroppervlak staat.
30
FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN ! WAARSCHUWING Vermijd mogelijk ernstig of dodelijk letsel. Als de buitenboordmotor naar boven of onder een neutrale besturingstoestand wordt getrimd, kan dat een trekken aan het stuur of de stuurknuppel in de ene of de andere richting veroorzaken. Als u in deze situatie niet stevig grip houdt op het stuur of de stuurknuppel kan u de controle over de boot verliezen omdat de buitenboordmotor nu vrij kan draaien. De boot kan nu gaan tollen of een zeer scherpe bocht nemen waardoor iemand die dit niet verwacht uit de boot geslingerd kan worden of binnen de boot tegen de wand. Bestudeer de onderstaande lijstjes zorgvuldig. 1.
Door in- of omlaagtrimmen kan: • de boeg lager komen te liggen; •
de boot sneller uit planee geraken, vooral bij een zware lading of een boot waarvan de achtersteven zwaarder is;
•
de boot in het algemeen rustiger varen in ruw water;
•
de besturingstorsie of het trekken naar rechts toenemen (bij een gewone rechtsom draaiende schroef);
•
bij overmatige trim de boeg van sommige boten zo veel lager komen dat ze met de boeg door het water beginnen te "ploegen" tijdens planee. Dit kan een onverwachte scherpe bocht naar links of rechts tot gevolg hebben tijdens het bijsturen of als de boot een grote golf tegenkomt.
! WAARSCHUWING Vermijd mogelijk ernstig of dodelijk letsel. Stel de buitenboordmotor op een tussentrimstand af zodra de boot in planee is om te voorkomen dat iemand overboord wordt geslingerd doordat de boot gaat tollen. Probeer in planee geen bocht te maken als de buitenboordmotor sterk omlaag is getrimd en u trekken voelt aan het stuur of de stuurknuppel. •
2.
In zeldzame gevallen kan de eigenaar besluiten de trimruimte omlaag te begrenzen. Hiervoor kunt u bij uw dealer een roestvrij-stalen opklap-pen bestellen, die u in het gewenste afstelgat in de spiegelklemmen steekt. De met de boot meegeleverde bout, die niet van roestvrij staal is, mag in deze toepassing alleen tijdelijk worden gebruikt.
Door uit- of omhoogtrimmen kan: • de boeg hoger uit het water worden getild; •
de topsnelheid over het algemeen worden verhoogd;
•
meer speelruimte geven bij ondiep water of als zich onder water voorwerpen bevinden;
•
de besturingstorsie of het trekken naar links toenemen bij een normale installatiehoogte (bij een gewone rechtsom draaiende schroef);
•
kan (in overmatige gevallen) stampen van de boot of luchthappen van de schroef veroorzaken;
•
oververhitting van de motor veroorzaken als de koelwaterinlaatopeningen boven de waterspiegel komen te liggen.
GEBRUIK OPKLAPFUNCTIE Als u de buitenboordmotor wilt opklappen, schakelt u de motor uit en drukt u de trim/opklapschakelaar of de extra opklapschakelaar omhoog. De buitenboordmotor wordt opgeklapt totdat de schakelaar wordt losgelaten of de buitenboordmotor de maximale opklapstand bereikt. 1.
Schakel de opklapgeleidehendel in door de knop te draaien om de geleidehendel omhoog te brengen.
2.
Laat de buitenboordmotor zakken tot hij op de opklapgeleidehendel rust.
3.
Schakel de opklapgeleidehendel uit door de buitenboordmotor van de geleidehendel af omhoog te brengen en de hendel naar beneden te draaien. Laat de buitenboordmotor zakken.
31
FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
a
b a-
opklapgeleidehendel
b-
ob00664
knop
MET DE HAND OPKLAPPEN Als de buitenboordmotor niet met de trim/opklapbekrachtgingsschakelaar kan worden gekanteld, kan hij met de hand worden gekanteld. 1.
Draai de handbediende opklapontlastklep 3 slagen linksom naar buiten. Nu kan de buitenboordmotor met de hand worden gekanteld. Kantel de buitenboordmotor naar de gewenste stand en draai de handbediende opklapontlastklep vast.
NB: De handbediende opklapontlastklep moet worden vastgedraaid voordat de buitenboordmotor wordt gebruikt om te voorkomen dat de buitenboordmotor tijdens achteruit varen omhoog kantelt.
ob00665
EXTRA OPKLAPSCHAKELAAR De extra opklapschakelaar kan worden gebruikt om de buitenboordmotor met het trimbekrachtigingssysteem omhoog of omlaag te kantelen.
a a-
ob00666
extra opklapschakelaar
GEBRUIK IN ONDIEP WATER Als u de boot in ondiep water gebruikt, kunt u de buitenboordmotor hoger dan het hoogste trimbereik opklappen om te zorgen dat u niet de bodem raakt. 1.
Breng het toerental terug naar onder de 2000 tpm. 32
FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN 2.
Kantel de buitenboordmotor omhoog. Zorg ervoor dat de waterinlaatopeningen te allen tijde onder de waterspiegel blijven.
3.
Gebruik de motor alleen bij laag toerental. Als het motortoerental boven de 2000 tpm komt te liggen, zakt de buitenboordmotor automatisch terug naar het hoogste trimbereik.
Handbediend opklapsysteem Modellen zonder trimbekrachtiging zijn met een opklaphulpsysteem uitgerust waarmee de bestuurder de buitenboordmotor gemakkelijk kan opklappen en in elke stand van volledig omlaag tot volledig omhoog kan vergrendelen. Het opklapsysteem kan worden bijgesteld wanneer de buitenboordmotor in neutraal stationair draait of wanneer de motor uitgeschakeld is.
! WAARSCHUWING Vóór gebruik moet de buitenboordmotor in de opgeklapte stand worden vergrendeld. Als de buitenboordmotor niet in de opgeklapte stand wordt vergrendeld, kan hij tijdens decelereren of achteruit varen uit het water omhoog komen, wat verlies van de macht over het stuur tot gevolg kan hebben. Verlies van de macht over het stuur kan ernstig of dodelijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben. Vóór het varen moet de buitenboordmotor in de opgeklapte stand worden vergrendeld door de opklapvergendelhendel in de stand lock/run (vergrendelen/lopen) te zetten.
OPKLAPPROCEDURE Breng de opklapvergrendelhendel naar de stand tilt (opklappen). Klap de buitenboordmotor naar de gewenste stand op en vergrendel hem door de opklapvergrendelhendel in de stand lock/run (vergrendelen/lopen) te zetten.
a
b
ob00333
a-
opklapstand
b-
stasd "lock/run" (vergrendelen/lopen)
ONDIEP WATER Als u met uw boot in ondiep water vaart, kan de buitenboordmotor onder een hogere hoek worden gezet en vergrendeld. Gebruik uw buitenboordmotor op lage snelheid als hij omhoog geklapt is voor varen in ondiep water. Zorg dat de koelwaterinlaatopeningen onder water blijven en controleer steeds of er wel water uit de waterpomp-indicatieopening komt.
ob00609
33
FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN OPKLAPPROCEDURE Tot in de hoogste stand opklappen 1.
Stop de motor. Breng de opklapvergrendeling naar de opklapstand. Pak de greep van de motorkap beet en breng de buitenboordmotor naar de hoogste stand. Vergrendel de buitenboordmotor door de opklapvergrendelhendel in de stand lock/run (vergrendelen/lopen) te zetten.
2.
Schakel de opklapgeleidehendel in door de knop te draaien om de geleidehendel omhoog te brengen.
a
b a3.
opklapgeleidehendel
b-
ob00664
knop
Laat de buitenboordmotor zakken tot hij op de opklapgeleidehendel rust.
Omlaagklappen naar de loopstand 1.
Schakel de opklapgeleidehendel uit door de buitenboordmotor van de geleidehendel af omhoog te brengen en de hendel naar beneden te draaien.
2.
Laat de buitenboordmotor zakken.
3.
Breng de opklapvergrendelhendel naar de stand lock/run (vergrendelen/lopen).
HANDBEDIEND OPKLAPSYSTEEM MET GASBEKRACHTIGING - MODELLEN MET STUURKNUPPEL Bij modellen uitgerust met een opklapsysteem met gasbekrachtiging kan de bestuurder de buitenboordmotor gemakkelijk opklappen en in elke stand van volledig omlaag tot volledig omhoog vergrendelen. Het opklapsysteem kan worden bijgesteld wanneer de buitenboordmotor in neutraal stationair draait of wanneer de motor uitgeschakeld is. Vóór het varen moet de buitenboordmotor in de opgeklapte stand worden vergrendeld door de opklapvergendelhendel in de stand "lock/run" (vergrendelen/lopen) te zetten.
! WAARSCHUWING Vóór gebruik moet de buitenboordmotor in de stand vergrendelen/lopen worden vergrendeld. Als de buitenboordmotor niet in de stand vergrendelen/lopen wordt vergrendeld, kan hij tijdens decelereren of achteruit varen uit het water omhoog komen, wat verlies van de macht over het stuur tot gevolg kan hebben. Verlies van de macht over het stuur kan ernstig of dodelijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Opklapprocedure Breng de opklapvergrendelhendel naar de stand tilt (opklappen). Klap de buitenboordmotor naar de gewenste stand op en vergrendel hem door de opklapvergrendelhendel in de stand "lock/run" (vergrendelen/lopen) te zetten.
34
FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN a
b
ob00333
a-
opklapstand
b-
stand "lock/run" (vergrendelen/lopen)
Gebruik in ondiep water Als u met uw boot in ondiep water vaart, kan de buitenboordmotor in een hogere hoek worden versteld en vergrendeld. Gebruik uw buitenboordmotor op lage snelheid als hij omhoog geklapt is voor varen in ondiep water. Zorg dat de koelwaterinlaatopeningen onder water blijven en controleer steeds of er wel water uit de waterpomp-indicatieopening komt.
ob00609
Buitenboordmotor in hoogste stand opklappen 1.
Stop de motor. Breng de opklapvergrendeling naar de opklapstand. Pak de greep van de motorkap beet en breng de buitenboordmotor naar de hoogste stand. Vergrendel de buitenboordmotor door de opklapvergrendelhendel in de stand "lock/run" (vergrendelen/lopen) te zetten.
2.
Druk de opklapgeleidepen in.
3.
Laat de buitenboordmotor zakken tot hij op de opklapgeleidepen rust.
ob00610
Buitenboordmotor in bedrijfsstand neerlaten 1.
Schakel de opklapgeleidehendel in door de knop te draaien om de geleidehendel omhoog te brengen.
2.
Laat de buitenboordmotor zakken tot hij op de opklapgeleidehendel rust.
3.
Schakel de opklapgeleidehendel uit door de buitenboordmotor van de geleidehendel af omhoog te brengen en de hendel naar beneden te draaien. Laat de buitenboordmotor zakken.
35
FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
a
b a4.
opklapgeleidehendel
b-
ob00664
knop
Breng de opklapvergrendelhendel naar de stand "lock/run" (vergrendelen/lopen).
a
b
ob00333
a-
opklapstand
b-
stand "lock/run" (vergrendelen/lopen)
BEDRIJFSHOEK VAN DE BUITENBOORDMOTOR INSTELLEN De verticale bedrijfshoek van de buitenboordmotor wordt afgesteld door de stand van de opklap-pen in de vijf afstelgaten te veranderen. De buitenboordmotor moet worden vergrendeld tegen deze opklap-pen aan door de opklapvergrendelhendel in de vergrendel/loopstand te zetten. Door de juiste afstelling loopt de boot stabiel, bereikt de boot optimale prestaties en verloopt het sturen zo soepel mogelijk.
NB: Raadpleeg de onderstaande lijsten voor het afstellen van de bedrijfshoek van uw buitenboordmotor. De opklap-pen moet zodanig worden afgesteld dat de buitenboordmotor haaks op het water loopt wanneer de boot met volle snelheid vaart. Hierdoor kan de boot parallel aan het water varen. Plaats passagiers en lading zodanig in de boot dat het gewicht gelijk is verdeeld.
36
FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
a
b
c 3126
abc-
te grote hoek (achtersteven omlaag - boeg omhoog) te kleine hoek (achtersteven omhoog - boeg omlaag) hoek goed afgesteld (boeg iets omhoog)
Raadpleeg de onderstaande lijsten zorgvuldig voor het afstellen van de bedrijfshoek van uw buitenboordmotor. Tot dicht bij de bootspiegel afstellen van de buitenboordmotor kan: •
De boeg verlagen;
•
Resulteren in sneller uitplaneren, vooral bij een zware lading of een boot met zware achtersteven;
•
De boot in het algemeen rustiger doen varen in ruw water;
•
Het stuurkoppel verhogen of de boot naar rechts doen trekken (bij schroef met normale rotatie rechtsom);
•
Wanneer overmatig, de boeg van sommige boten zo ver omlaag brengen dat ze met de boeg in het water beginnen te "ploegen" tijdens planee. Dit kan een onverwachte koersafwijking naar links of rechts tot gevolg hebben als er een bocht wordt gemaakt of als er een grote golf is.
Van de bootspiegel vandaan afstellen van de buitenboordmotor kan: •
De boeg uit het water omhoogbrengen;
•
De topsnelheid over het algemeen verhogen;
•
De afstand tot voorwerpen onder water of een ondiepe bodem doen toenemen;
•
Het stuurkoppel verhogen of de boot naar links doen trekken (bij schroef met normale rotatie rechtsom);
•
Wanneer overmatig, stampen van de boot of luchthappen van de schroef veroorzaken.
Gasgreepfrictie afstellen – modellen met stuurknuppel Draai de vleugelmoer om het gas op de gewenste snelheid in te stellen en te houden.
37
FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
ob01441
Stuurfrictie afstellen – modellen met stuurknuppel
! WAARSCHUWING Voorkom mogelijk ernstig of dodelijk letsel als gevolg van verlies van de controle over de boot. Zorg voor voldoende stuurfrictie om te voorkomen dat de buitenboordmotor een hele bocht in stuurt als de stuurknuppel of het stuur wordt losgelaten. Stel deze knop bij om de gewenste stuurfrictie (weerstand) op de stuurknuppel te verkrijgen.
3127
Trimvin instellen De torsie van de schroef zorgt ervoor dat uw boot naar één kant trekt. Deze stuurtorsie is normaal en treedt op als uw buitenboordmotor niet getrimd is zodat de schroefas parallel met het wateroppervlak loopt. De trimvin kan in veel gevallen deze stuurtorsie compenseren en kan binnen bepaalde grenzen ingesteld worden om ongelijke kracht op het stuur te verminderen.
ob00344
NB: Aanpassen van de trimvin heeft weinig invloed op het verminderen van stuurtorsie als de buitenboordmotor is uitgerust met een anti-ventilatieplaat die ongeveer 50 mm (2 inch) of meer boven de bodem van de boot zit.
MODELLEN ZONDER TRIMBEKRACHTIGING Vaar met uw boot met normale kruissnelheid en met de motor in de gewenste trimstand, door de opklap-pen in het juiste gat te plaatsen. Stuur naar links en naar rechts en kijk naar welke kant de boot gemakkelijker draait.
38
FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN Als aanpassing nodig blijkt, draait u de moer van de trimvin los en maakt u kleine, geleidelijke aanpassingen. Als de boot gemakkelijker naar links draait, verplaats de achterkant van de trimvin dan ook naar links. Als de boot gemakkelijker naar rechts draait, verplaats de achterkant van de trimvin dan ook naar rechts. Draai de moer weer vast en test opnieuw.
MODELLEN MET TRIMBEKRACHTIGING Vaar met uw boot met normale kruissnelheid en met de motor in de gewenste stand getrimd. Stuur naar links en naar rechts en kijk naar welke kant de boot gemakkelijker draait. Als aanpassing nodig blijkt, draait u de moer van de trimvin los en maakt u kleine, geleidelijke aanpassingen. Als de boot gemakkelijker naar links draait, verplaats de achterkant van de trimvin dan ook naar links. Als de boot gemakkelijker naar rechts draait, verplaats de achterkant van de trimvin dan ook naar rechts. Draai de moer weer vast en test opnieuw.
39
BEDIENING Controlelijst vóór het starten •
De gebruiker is op de hoogte van veilige navigatie-, vaar- en bedieningsprocedures.
•
Er is voor elke persoon aan boord een passend reddingsvest aan boord en gemakkelijk toegankelijk (wettelijk verplicht).
•
Er is een reddingsboei of een drijvend kussen aan boord om toe te kunnen werpen aan iemand die overboord slaat.
•
Wees op de hoogte van het maximale laadvermogen van de boot. Kijk op het capaciteitsplaatje op de boot.
•
Brandstoftoevoer in orde.
•
Olietoevoer (olie-injectie) in orde.
•
Schik de passagiers en de lading zo in de boot dat het gewicht gelijkmatig verdeeld is en dat iedereen op een goede stoel zit.
•
Vertel aan iemand waar u heengaat en wanneer u verwacht terug te zijn.
•
Het is verboden om een boot te besturen onder invloed van alcohol of drugs.
•
Zorg dat u het water en het gebied waar u gaat varen kent: getijden, stromingen, zandbanken, rotsen en andere gevaren.
•
Voer de inspecties uit die staan opgenoemd in Onderhoud - Inspectie- en onderhoudsschema.
Varen bij temperaturen onder het vriespunt Wanneer u de buitenboordmotor gebruikt of hem hebt afgemeerd bij temperaturen onder of nabij het vriespunt, moet de buitenboordmotor te allen tijde omlaag staan zodat het onderwaterhuis onder water is. Hierdoor kan in het onderwaterhuis achtergebleven water niet bevriezen en mogelijkerwijs schade aan de waterpomp en andere onderdelen veroorzaken. Als er een kans bestaat dat zich ijs op het water vormt, moet de buitenboordmotor verwijderd worden en moet u al het water eruit laten lopen. Als zich ijs vormt op het water in het aandrijfhuis van de buitenboordmotor, blokkeert het de stroom water naar de motor waardoor schade veroorzaakt kan worden.
Varen in zout of vervuild water Wij raden aan om de inwendige koelwaterkanalen van uw buitenboordmotor elke keer met zoet water door te spoelen als u in zout of vervuild water hebt gevaren. Hierdoor voorkomt u dat opgehoopte aanslag de koelwaterkanalen verstopt. Raadpleeg Onderhoud - Koelsysteem doorspoelen. Als u uw boot in het water afgemeerd houdt, moet u de buitenboordmotor altijd zo opklappen dat het onderwaterhuis geheel uit het water komt (behalve bij temperaturen onder het vriespunt), wanneer hij niet gebruikt wordt. Steeds na het gebruik moet de buitenkant van de buitenboordmotor afgespoeld en de uitlaat van de schroef en het onderwaterhuis met zoet water doorgespoeld worden. Spuit elke maand Mercury Precision of Quicksilver Corrosion Guard (corrosiebescherming) op uitwendige metalen oppervlakken. Spuit niet op anti-corrosie anodes omdat daardoor de anodes minder goed zullen werken.
Gebruik op grote hoogte BELANGRIJK: Voorkom ernstige schade aan de motor als gevolg van een arm brandstofmengsel: gebruik de buitenboordmotor niet (als de carburateursproeiers zijn verwisseld voor varen op grote hoogte) op een lagere hoogte tenzij de sproeiers weer worden verwisseld voor de nieuwe hoogte. Als de buitenboordmotor wordt gebruikt op een hoogte van meer dan750 m (2500 ft.) boven zeeniveau kan het nodig zijn om de carburateursproeiers te vervangen en/of een schroef met een andere spoed te gebruiken. Neem contact op met uw dealer. Hierdoor wordt het normale prestatieverlies verminderd als gevolg van minder zuurstof in de lucht, waardoor een zeer rijk brandstofmengsel ontstaat.
Instellen van de trimhoek bij stationair lopende motor De uitlaatontlastingsopening op de buitenboordmotor kan onder water raken als de buitenboordmotor maximaal wordt getrimd terwijl hij stationair loopt. Dit veroorzaakt uitlaatverstopping, onregelmatig stationair toerental, overmatige rookproductie en vervuiling van de bougies. Als dit het geval is, trimt u de buitenboordmotor omhoog tot de uitlaatontlastingsopening weer boven water is. De buitenboordmotor moet omlaag gebracht worden voor snelheidsvermeerdering na een staande start of vanuit stationaire snelheid. 40
BEDIENING
ob01079
Procedure voor het inlopen van de motor
! OPGELET Ernstige schade aan de motor kan het gevolg zijn als u de inloopprocedure voor de motor niet opvolgt.
MODELLEN MET OLIE-INJECTIE Brandstofmengsel voor het inlopen van de motor - Gebruik een 50:1 (2%) benzine-oliemengsel in de eerste tank brandstof. Gebruik van dit brandstofmengsel samen met olie uit het olie-injectiesysteem levert voldoende smering tijden het inlopen van de motor. Procedure voor het inlopen van de motor - Laat de gasklepinstelling tijdens het eerste bedrijfsuur variëren. Tijdens het eerste bedrijfsuur dient u te voorkomen dat de motor gedurende meer dan twee minuten met een constant toerental loopt en dient u langdurig vol gas te vermijden.
MODELLEN ZONDER OLIE-INJECTIE Brandstofmengsel voor het inlopen van de motor - Gebruik een 25:1 (4%) benzine-oliemengsel in de eerste tank brandstof. Nadat het inloopbrandstofmengsel is opgebruikt, gebruikt u een 50:1 (2%) benzine-oliemengsel. Procedure voor het inlopen van de motor - Laat de gasklepinstelling tijdens het eerste bedrijfsuur variëren. Tijdens het eerste bedrijfsuur dient u te voorkomen dat de motor gedurende meer dan twee minuten met een constant toerental loopt en dient u langdurig vol gas te vermijden.
De motor starten Voordat u de motor start, moet u de Controlelijst vóór het starten, de Speciale bedieningsinstructies en Procedure voor het inlopen van de motor in het gedeelte Bediening lezen.
! OPGELET Start of gebruik de buitenboordmotor nooit (zelfs niet voor eventjes) zonder dat er water door alle koelwaterinlaatopeningen in het onderwaterhuis circuleert; dit om schade aan de waterpomp (droog lopen) of oververhitting van de motor te voorkomen. 1.
Laat de buitenboordmotor zakken tot koelwaterinlaatopeningen onder water zijn.
de
verticale
41
bedrijfsstand.
Controleer
eerst
of
alle
BEDIENING
ob00347
2.
Open de ontluchtingsplug van de brandstoftank (in de vuldop) op brandstoftanks met handbediende ontluchting.
3.
Verbind de brandstofslang met de buitenboordmotor.
4.
Knijp enkele keren in de benzinepompbal totdat deze hard aanvoelt.
ob00348
ob01445
ob00349
NB: De motor start alleen als de noodstopschakelaar op de stand "RUN" (LOPEN) staat. 5.
Zet de noodstopschakelaar op "RUN" (LOPEN). Zie hoofdstukAlgemene informatie - Noodstopschakelaar.
6.
Schakel de buitenboordmotor in de stand neutraal (N).
ob00350
42
BEDIENING N N
ob00351
7.
ob01446
Model zonder trimbekrachtiging - Zet de opklapvergrendelhendel in de stand lock/run (vergrendelen/lopen).
a
b
ob00333
a-
opklapstand
b-
stand lock/run (vergrendelen/lopen)
8.
Modellen met stuurknuppel - Lijn het pijltje op de gasgreep uit met de stand START.
9.
Een koude motor starten: a. Modellen met afstandsbediening - Zet de versneldstationairhendel of de voorziening voor alleen gas op ongeveer de helft van de maximale stand. Nadat de motor is aangeslagen, stelt u de neutraalstandinstelling onmiddellijk zodanig bij dat het motortoerental tot onder 2000 omw/min daalt. Keer naar normaal stationair toerental terug nadat de motor is warmgelopen.
ob01677
a
b 3030
ab.
versneldstationairhendel
b-
voorziening voor alleen gas
Modellen met handmatige start - Knijp 4 tot 6 keer snel in de brandstofpompbal.
NB: Bij de eerste start van een nieuwe motor of na lange opslag kan er lucht in de pompbal zitten. Druk in dat geval de pompbal meerdere malen in totdat u de vloeistof voelt stromen, en druk hem dan vervolgens nog 4 tot 6 keer snel in zoals gebruikelijk.
43
BEDIENING
3076
10.
Een verzopen motor starten: a. Modellen met stuurknuppel - Breng de gasgreep naar vol gas. Start de motor volgens de startprocedure zonder in de brandstofpompbal te knijpen. Begin het motortoerental onmiddellijk te verlagen nadat de motor is aangeslagen. b.
11.
Modellen met afstandsbediening - Plaats de versneldstationairhendel of de voorziening voor alleen gas in de hoogste stand. Torn de motor 10 seconden zonder in de brandstofpompbal te knijpen. Wacht 30 seconden en herhaal dit tot de motor aanslaat. Begin het motortoerental onmiddellijk te verlagen nadat de motor is aangeslagen.
Draai de contactsleutel naar "START" en start de motor. Als de motor koud is, drukt u op de sleutel om de motor tijdens het tornen voor in te spuiten. Als de motor niet binnen tien seconden aanslaat, wacht u 30 seconden en probeert u het nogmaals. Als de motor begint in te houden, opnieuw voorinspuiten totdat de motor rustig loopt.
ob00354
! WAARSCHUWING GEVAAR VAN PLOTSELING VERSNELLEN - Modellen met stuurknuppel - Voordat u de buitenboordmotor vanuit neutraal inschakelt, moet u het motortoerental tot langzaam laten dalen. Dat voorkomt plotselinge versnelling waardoor opvarenden uit hun stoel of uit de boot geworpen kunnen worden, wat (soms dodelijk) letsel zou kunnen veroorzaken. 12.
Modellen met handmatige start - Trek aan het startkoord.
3072
13.
Controleer nadat de motor is gestart of er een ononderbroken straal water uit de indicatieopening van de waterpomp komt.
44
BEDIENING
ob00331
BELANGRIJK: Als er geen water uit de waterpomp-indicatieopening komt, stopt u de motor en controleert u of de koelwaterinlaat verstopt is. Geen verstopping kan betekenen dat de waterpomp defect is of het koelsysteem verstopt is. Dit heeft oververhitting van de motor tot gevolg. Laat de buitenboordmotor door uw dealer nakijken. Als de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, kan de motor ernstige schade oplopen.
Schakelen BELANGRIJK: Schakel de buitenboordmotor alleen als de motor stationair draait. Niet naar achteruit schakelen als de motor niet draait. •
De buitenboordmotor heeft drie schakelstanden voor bedrijf. Vooruit (F), Neutraal (N) en Achteruit (R).
F
N
R
R N F
ob00557
•
ob01447
Afstandsbedieningsmodellen - Stop bij het schakelen altijd in de neutraalstand en wacht tot het motortoerental tot stationair gedaald is.
ob00308
•
Modellen met stuurknuppel - Verminder het motortoerental tot stationair alvorens te schakelen.
ob01677
•
Schakel de buitenboordmotor altijd met een soepele beweging in.
•
Nadat de buitenboordmotor is ingeschakeld, zet u de afstandsbedieningshendel naar voren of draait u de gasgreep (modellen met stuurknuppel) om het toerental te verhogen.
45
BEDIENING Motor stoppen 1.
Modellen met afstandsbediening - Verlaag het motortoerental en schakel de buitenboordmotor naar neutraal. Draai de contactsleutel naar de stand OFF (UIT).
ob00360
2.
Modellen met stuurknuppel - Verlaag het motortoerental en schakel de buitenboordmotor naar neutraal. Druk op de motorstopknop of draai de contactsleutel naar de stand OFF (UIT).
ob00361
Starten in geval van nood Als het startsysteem niet werkt, kunt u het reserve startkoord (bijgeleverd) gebruiken en deze procedure volgen. 1.
Verwijder de repeteerstarter of de vliegwielkap.
3979
Handgestart model
ob01448
Model met elektrische start
! WAARSCHUWING Wanneer het noodstartkoord wordt gebruikt om de motor te starten, werkt de bescherming tegen ingeschakeld starten niet. Vergeet niet om de buitenboordmotor in neutraal te schakelen om te voorkomen dat de buitenboordmotor ingeschakeld start. Plotselinge, onverwachte acceleratie kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. 2.
Schakel de buitenboordmotor in de stand neutraal (N).
46
BEDIENING N N
ob00351
ob01446
3.
Zet de noodstopschakelaar op RUN (LOPEN). Zie hoofdstukAlgemene informatie - Noodstopschakelaar.
4.
Elektrisch gestarte modellen - Draai de contactsleutel naar de stand "ON" (AAN).
ob00350
ob00364
! WAARSCHUWING Voorkom een elektrische schok: raak geen ontstekingsonderdelen, bedrading of bougiekabel aan terwijl u de motor start of terwijl deze loopt.
! WAARSCHUWING Het onbedekte, draaiende vliegwiel kan ernstig letsel veroorzaken. Houd uw handen, haar, kleding, gereedschap en andere voorwerpen uit de buurt van de motor wanneer de motor wordt gestart of loopt. Probeer de vliegwielkap of de motorkap niet weer aan te brengen of te verwijderen terwijl de motor loopt. 5.
Breng de knoop in het startkoord in de inkeping in het vliegwiel en wikkel het koord rechtsom rond het vliegwiel.
47
BEDIENING
3983
3980
Handgestart model 6.
Model met elektrische start
Model met elektrische start - Als de motor koud is, houdt u de brandstofpompknop ingedrukt en voert u de brandstofdruk met de benzinepompbal op.
3982
7.
Trek aan het startkoord om de motor te starten.
48
ONDERHOUD Onderhoud van buitenboordmotor Teneinde uw buitenboordmotor in de beste bedrijfsconditie te houden, is het belangrijk dat uw buitenboordmotor periodiek geïnspecteerd en onderhouden wordt zoals in het Inspectie- en onderhoudsschema is aangegeven. Wij raden u ten sterkste aan het onderhoud op de juiste wijze te laten uitvoeren opdat de veiligheid van u en uw passagiers gewaarborgd is en de motor betrouwbaar blijft.
! WAARSCHUWING Als er geen inspecties van of onderhoud aan uw buitenboordmotor worden uitgevoerd of als u probeert onderhoud of reparaties uit te voeren terwijl u niet op de hoogte bent van de juiste onderhouds- en veiligheidsmaatregelen, kan dit tot ernstig of dodelijk letsel en storingen leiden. Noteer het uitgevoerde onderhoud in het Onderhoudslogboek achter in dit boekje. Bewaar alle opdrachten en ontvangstbewijzen voor onderhoudswerk.
VERVANGINGSONDERDELEN VOOR UW BUITENBOORDMOTOR KIEZEN Wij raden aan om originele Mercury Precision of Quicksilver vervangingsonderdelen en smeermiddelen te gebruiken.
! WAARSCHUWING Als een vervangingsonderdeel wordt gebruikt dat van mindere kwaliteit is dan het originele onderdeel, kan dit leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel of storingen.
EPA-emissies EMISSIECERTIFICATIELABEL Een emissiecertificatielabel, met vermelding van emissieniveaus en motorspecificaties die rechtstreeks in verband staan met emissies, wordt ten tijde van de fabricage op de motor aangebracht.
EMISSION CONTROL INFORMATION
a b
This engine conforms to model year EPA regulations for Marine SI engines. Refer to Owner's Manual for required maintenance. IDLE SPEED : hp
c d
f g
FAMILY: g/kW h
FEL:
cc
h
TIMING (IN DEGREES): Standard spark plug: Suppressor spark plug:
i
GAP :
Intake Exhaust
e
Valve Clearance (Cold) mm
abcde-
stationair toerental motorvermogen specificaties voor het ontstekingsmoment aanbevolen bougie en vonkbrug klepspeling (indien van toepassing)
ob01071
fghi-
assortimentnummer maximaal emissievolume voor het motorassortiment zuigerplaatsing fabricagedatum
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE EIGENAAR De eigenaar/gebruiker moet regelmatig onderhoud aan de motor laten uitvoeren om de emissieniveaus binnen de voorgeschreven certificatienormen te houden.
49
ONDERHOUD De eigenaar/gebruiker mag de motor niet wijzigen op een manier die het vermogen verandert of de emissieniveaus boven de vastgelegde fabrieksspecificaties doet stijgen.
Inspectie- en onderhoudsschema VOOR ELK GEBRUIK •
Controleer of de noodstopschakelaar de motor afzet.
•
Voer een visuele inspectie uit op het brandstofcircuit voor beschadiging of lekkage.
•
Controleer of de buitenboordmotor stevig op de spiegel gemonteerd is.
•
Controleer het stuursysteem op klemmende of losse onderdelen.
•
Modellen met afstandsbediening - Controleer visueel of de stuurstangbevestigers goed vastzitten. RaadpleegStuurstangbevestigers.
•
Inspecteer de schroefbladen op schade.
NA ELK GEBRUIK •
Het koelsysteem van de buitenboordmotor uitspoelen als u hem in zout of vervuild water gebruikt. RaadpleegUitspoelen van het koelsysteem.
•
Was alle zoutaanslag af en spoel de uitlaatuitgang van de schroef en het onderwaterhuis door met zoet water als u de motor in zout water gebruikt.
ELKE 100 GEBRUIKSUUR OF EENMAAL PER JAAR, WAT ZICH HET EERST VOORDOET •
Smeer alle smeerpunten. Smeer vaker bij gebruik in zout water. RaadpleegSmeerpunten.
•
Inspecteer en reinig de bougies. RaadpleegBougies inspecteren en vervangen.
•
Controleer het motorbrandstoffilter op verontreinigingen. RaadpleegBrandstofsysteem.
•
Stel de carburateurs af (indien vereist).1.
•
Controleer de instelling van het ontstekingsmoment van de motor.1.
•
Controleer de anti-corrosie RaadpleegAnti-corrosieanodes.
•
Tap de onderwaterhuisolie af en vervang deze. RaadpleegSmering van het onderwaterhuis.
anodes.
Controleer
vaker
bij
gebruik
in
zout
water.
•
Smeer de vertanding op de aandrijfas.1.
•
Controleer de trimbekrachtigingsvloeistof. RaadpleegTrimbekrachtigingsvloeistof controleren.
•
Inspecteer de accu. RaadpleegControle van de accu.
•
Controleer de afstellingen van de bedieningskabel.1.
•
Verwijder afzetting in de motor met Mercury Precision of Quicksilver Power Tune Engine Cleaner (motorreiniger).
•
Controleer of bouten, moeren en andere bevestigingsmiddelen goed aangehaald zijn.
ELKE 300 GEBRUIKSUUR OF OM DE DRIE JAAR •
Vervang de waterpompwaaier (vaker als oververhitting optreedt of als lagere waterdruk geconstateerd wordt).1.
VOORAFGAAND AAN OPSLAG •
Raadpleeg opslagprocedure. Raadpleeg het hoofdstukOpslag .
Koelsysteem doorspoelen Spoel de inwendige koelwaterkanalen van de buitenboordmotor steeds met zoet water door na gebruik in zout, vervuild of modderig water. Hierdoor wordt voorkomen dat een ophoping van afzettingen de inwendige koelwaterkanalen verstopt. Gebruik een Mercury Precision of Quicksilver doorspoeladapter (of gelijkwaardig product).
1. Deze onderdelen moeten door een erkende dealer worden onderhouden.
50
ONDERHOUD ! WAARSCHUWING Verwijder de schroef om mogelijk letsel tijdens het doorspoelen te voorkomen. Zie hoofdstukSchroef vervangenhieronder. 1.
Verwijder de schroef. Zie hoofdstukSchroef vervangen. Installeer de doorspoeladapter zodat de rubberen cups goed over de koelwaterinlaat passen.
ob01604 2.
Sluit een waterslang aan op de doorspoeladapter. Open de kraan en stel de waterstroom bij zodat er water rondom de rubberen cups blijft lekken, om te verzekeren dat de motor voldoende koelwater ontvangt.
ob00570
3.
Start de motor en laat hem in neutraal stationair draaien.
BELANGRIJK: Laat tijdens het doorspoelen de motor niet sneller dan met stationair toerental lopen. 4.
Stel de waterstroom (zo nodig) bij zodat overtollig water rondom de rubberen cups blijft weglekken om er zeker van te zijn dat de motor voldoende koelwater ontvangt.
ob00571
5.
Controleer of er een ononderbroken straal water uit de indicatie-opening van de waterpomp komt. Blijf de buitenboordmotor gedurende 3 à 5 minuten doorspoelen, terwijl u de watertoevoer constant in het oog houdt.
6.
Stop de motor, draai de kraan dicht en verwijder de doorspoeladapter. Breng de schroef weer aan.
Het koelsysteem spoelen - Modellen met slangspoelhulpstuk Spoel de inwendige koelwaterkanalen van de buitenboordmotor steeds met zoet water door na gebruik in zout, vervuild of modderig water. Hierdoor wordt voorkomen dat een ophoping van afzettingen de inwendige koelwaterkanalen verstopt. 1.
Steek een waterslang in de slangadapter.
2.
Verwijder de stofkap en druk de slangadapter de spoelconnector in totdat hij op zijn plaats klikt.
51
ONDERHOUD a
b
c
d ab-
spoelconnector knop
ob01605 cd-
slangadapter stofkap
NB: De motor kan afgezet worden of stationair lopen in de stand neutraal terwijl u het koelsysteem doorspoelt. Spoel de motor niet door met behulp van een waterbron met een hogere druk dan6,5 kPa (45 psi). 3.
Draai de kraan open en spoel het koelsysteem minimaal 3 minuten door.
NB: De slangadapter sluit de watertoevoer af als hij van de spoelconnector wordt losgehaald. 4.
Druk op de knop om de slagadapter los te halen.
5.
Breng de stofkap weer aan.
VORST Het water moet uit de spoelslang van de motor worden afgetapt als er kans is op vorst. Tap het water als volgt af: 1.
Koppel de waterslang los van de slangadapter.
2.
Steek alleen de adapter in de spoelconnector.
3.
Houd de buitenboordmotor opgeklapt totdat al het water uit de slang is gelopen.
Verwijdering en installatie motorkap VERWIJDERING 1.
Haal de vergrendeling achter los door de hendel omlaag te duwen.
2894
2.
Til de achterkant van de kap op en haal de haak op de voorkant los.
2895
52
ONDERHOUD INSTALLATIE 1.
Zet de haak op de voorkant vast en duw de kap terug over de kapafdichting.
2.
Duw de kap omlaag en duw de vergrendelingshendel achter omhoog om hem vast te zetten.
Accu inspecteren De accu moet periodiek geïnspecteerd worden om te kunnen garanderen dat de motor goed start. BELANGRIJK: Lees de aanwijzingen over veiligheid en onderhoud die bij de accu verstrekt worden. 1.
Zet de motor uit alvorens onderhoud aan de accu uit te voeren.
2.
Voeg zo nodig water toe om de accu gevuld te houden.
3.
Controleer of de accu goed vastzit en niet kan bewegen.
4.
De accupolen moeten schoon, vast en juist aangesloten zijn. Plus op plus en min op min.
5.
Verzeker u ervan dat de accu met een niet-geleidende afscherming is uitgerust om kortsluiting van de accupolen te voorkomen.
Brandstofsysteem
! WAARSCHUWING Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van benzinebrand of explosie. Volg alle onderhoudsinstructies voor het brandstofsysteem nauwkeurig op. Stop de motor altijd, rook NIET en zorg dat er GEEN open vlammen of vonken in de ruimte aanwezig zijn terwijl u onderhoud aan een onderdeel van het brandstofsysteem uitvoert. Voordat u onderhoud aan een onderdeel van het brandstofsysteem uitvoert, moet u de motor stoppen en de accu loskoppelen. Leeg het brandstofsysteem helemaal. Gebruik een goedgekeurde container om brandstof in op te vangen en op te slaan. Neem eventueel gemorste brandstof onmiddellijk op. Het materiaal dat u hebt gebruikt om de gemorste brandstof in op te nemen, moet in een goedgekeurde container worden geworpen. Al het onderhoud aan het brandstofsysteem moet in een goed geventileerde ruimte worden verricht. Controleer steeds op brandstoflekken na het voltooien van onderhoudswerkzaamheden.
BRANDSTOFLEIDING INSPECTEREN Inspecteer de brandstofleiding en pompbal visueel op scheuren, zwelling, lekken, hardheid of andere tekenen van beschadiging. Als u een van deze toestanden aantreft, moet de brandstofslang of pompbal worden vervangen.
BRANDSTOFSLANGFILTER Inspecteer het brandstofslangfilter. Als het filter verontreinigd lijkt te zijn, verwijdert en vervangt u het. BELANGRIJK: Voer een visuele inspectie uit op brandstoflekkage in de filterverbindingen door in de pompbal te knijpen tot deze hard aanvoelt en er brandstof in het filter wordt gestuwd.
2896
BRANDSTOFSLANGFILTER - MODELLEN ZONDER OLIE-INJECTIE Controleer of het kijkglas water bevat. Het kijkglas is voorzien van een vlotter die drijft op water. Inspecteer ook het filterelement op bezinksel. Reinig het filter als volgt: 53
ONDERHOUD Verwijdering 1.
Zet de motor af.
2.
Draai de dop eraf en verwijder het kijkglas.
3.
Verwijder het filterelement en was het met reinigingsoplosmiddel.
a b c d e f 3128
abc-
filterelement veer vlotter
def-
O-ringafdrichting kijkglas dop
Installatie 1.
Installeer het filterelement weer op zijn plaats (met open uiteinde omhoog).
2.
Leg de O-ringafdichting op het kijkglas en installeer het kijkglas weer met de dop.
3.
Draai de dop stevig vast.
BELANGRIJK: Voer een visuele inspectie uit op brandstoflekkage in het filter door in de pompbal te knijpen tot deze hard aanvoelt en er brandstof in het filter wordt gestuwd.
Vlotterbak 1.
Draai de hoofdsproeierpluggen aan de zijkant van de carburateur één slag los om de brandstof af te tappen.
3984
2.
De brandstof volgens voorschrift afvoeren. 54
ONDERHOUD CARBURATEURS AFSTELLEN Mengselafstelling laag toerental 1.
Voordat u de motor start, draait u de mengselbout naar binnen totdat bij licht is aangezet en daarna draait u hem één en een kwart slag terug.
3985
2.
Start de motor en laat hem warmlopen met de boot stevig aan het dok vastgebonden.
3.
Schakel de buitenboordmotor in zijn vooruit terwijl u het stationaire toerental aanhoudt.
R N F ob01447
4.
Draai de mengselbout langzaam naar binnen totdat de motor begint over te slaan of in te houden vanwege een arm mengsel. Noteer de stand van de schroefgleuf.
5.
Draai de mengselbout langzaam naar buiten totdat de motor onregelmatig begint te draaien of ongelijkmatig te ontsteken vanwege een rijk mengsel. Noteer de stand van de schroefgleuf.
6.
Stel de mengselbout halverwege tussen de rijke en arme instelling in. Wanneer u twijfelt, kunt u het mengsel beter iets te rijk dan te arm instellen.
Afstelling stationair motortoerental 1.
Start de motor en laat hem warmlopen met de boot stevig aan het dok vastgebonden.
2.
Schakel de buitenboordmotor in zijn vooruit terwijl u het stationaire toerental aanhoudt.
3.
Stel de stationairtoerentalschroef bij tot het aanbevolen stationaire motortoerental is verkregen. Zie hoofdstukAlgemene informatie - specificaties.
3986
55
ONDERHOUD Mengselafstelling hoog toerental De carburateur is met een vaste snelsproeier van standaardafmeting uitgerust die vervangen kan worden voor bedrijf op grotere hoogten boven zeeniveau. Neem contact op met een erkende dealer.
Stuurstangbevestigers BELANGRIJK: De stuurstang die de stuurkabel met de motor verbindt, moet met de speciale sluitringkopbout ("a" – onderdeelnummer 10-856680) en zelfborgende borgmoeren met nylon inzetstuk ("c" en "d" – onderdeelnummer 11-826709113) worden bevestigd. Deze borgmoeren mogen nooit door gewone (niet borgende) moeren worden vervangen omdat deze zich loswerken en van de machine af trillen, waardoor de stang vrij- en loskomt.
! WAARSCHUWING Een ontkoppelde stuurstang kan ertoe leiden dat de boot onverwacht een volledige, scherpe bocht maakt. Deze mogelijk gewelddadige beweging kan ertoe leiden dat medepassagiers overboord worden geslingerd en ernstig, zelfs fataal, letsel oplopen.
a b
c
2897
d abcd-
speciale ringkopbout (10-856680) vlakke ringen borgmoer met nylon inzetstuk (11-826709113) borgmoer met nylon inzetstuk (11-826709113)
Beschrijving
Nm
lb. in.
lb. ft.
Speciale ringkopbout
27
20
Borgmoer met nylon inzetstuk "d"
27
20
Borgmoer met nylon inzetstuk Draai aan tot hij volledig zit en draai hem dan een kwartslag terug "c" Bevestig de stuurverbindingsstang aan de stuurkabel met twee vlakke ringen en de nylon borgmoer van het inzetstuk. Draai de borgmoer helemaal aan en draai hem vervolgens een kwartslag terug. Bevestig de stuurstang aan de stuurkabel met de speciale ringkopbout en een borgmoer. Draai eerst de speciale ringkopbout en vervolgens de borgmoer aan volgens de specificaties.
Zekering vervangen BELANGRIJK: Zorg dat u altijd SFE reservezekeringen van 20 A bij u hebt. 56
ONDERHOUD Het elektrische startcircuit wordt tegen overbelasting beschermd door een SFE zekering van 20 A. Als de zekering doorslaat, werkt de elektrische startmotor niet. Probeer de oorzaak van de overbelasting op te sporen en te verhelpen. Als de oorzaak niet wordt verholpen, kan de zekering weer doorslaan. Vervang de zekering door een zekering van dezelfde stroomsterkte. 1.
Open de zekeringhouder en kijk naar de zilverkleurige band binnen in de zekering. Als de band gebroken is, vervang de zekering dan door een nieuwe zekering van dezelfde sterkte.
c a
b
2898
ab-
goede zekering doorgeslagen zekering
c-
zekeringhouder
Anti-corrosieanode Uw buitenboordmotor is op verschillende plaatsen voorzien van anti-corrosieanodes. Een anode helpt de buitenboordmotor beschermen tegen corrosie door haar metaal geleidelijk op te offeren ten bate van het metaal van de buitenboordmotor. Elke anode moet regelmatig geïnspecteerd worden, met name bij gebruik in zout water, dat de erosie sneller doet verlopen. Om deze corrosiebescherming te behouden, moet u de anode altijd vervangen voordat hij volledig is weggevreten. Verf de anode nooit en breng er geen beschermlaag op aan omdat de anode daardoor minder goed werkt. Het onderwaterhuis heeft twee anti-corrosieanodes, één aan elke kant. Een derde anode is geïnstalleerd op de onderkant van de spiegelklemconstructie.
a
b a-
anode (2) aan weerskanten van onderwaterhuis
b-
57
ob00677
anode op spiegelklemconstructie
ONDERHOUD Schroef vervangen
! WAARSCHUWING Als de schroefas wordt gedraaid terwijl de motor ingeschakeld staat, is het mogelijk dat de motor tornt en start. Om dit per ongeluk starten van de motor en mogelijk ernstig letsel ten gevolge van contact met de draaiende schroef te voorkomen, dient u de motor altijd naar neutraal te schakelen en de bougiekabels te verwijderen wanneer u onderhoud aan de schroef uitvoert. 1.
Schakel de buitenboordmotor in de stand neutraal (N).
N N
ob00351
ob01446
BELANGRIJK: Raadpleeg het gedeelte Bougies inspecteren en vervangen voor het verwijderen van de bougiekabels. 2.
Verwijder de bougiekabels om te voorkomen dat de motor start.
3.
Buig de gebogen lippen op de schroefmoerborgring recht.
4.
Plaats een blok hout tussen het onderwaterhuis en de schroef om de schroef op zijn plaats te houden en de schroefmoer te verwijderen.
ob00375
ob00376
ob00377
58
ONDERHOUD 5.
Trek de propeller recht van de as af. Als de schroef op de as vastzit en niet verwijderd kan worden, laat hem dan door een erkende dealer verwijderen.
6.
Breng Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Anti-Corrosion Grease (anti-corrosievet) of 2-4-C met Teflon op de schroefas aan.
ob00378
BELANGRIJK: Om corrosie aan de schroefnaaf en vastlopen van de naaf tegen de schroefas te voorkomen (met name in zout water), moet u altijd een laagje van het aanbevolen smeermiddel aanbrengen op de gehele as tijdens de aanbevolen onderhoudsbeurten en telkens wanneer de schroef wordt verwijderd. 7.
Schroeven met Flo-Torq I naaf – Installeer de drukring, schroef, massaring, draagring, schroefmoerborgring en schroefmoer op de as.
b
a
c
e
d abc8.
schroefmoer schroefmoerborgring achterste draagring
def-
f
Schroeven met Flo-Torq II naaf - Installeer de voorste draagring, vervangbare staartstukbus, schroef, draagring, schroefmoerborgring en schroefmoer op de as.
a
b
e
c
d abc9.
ob00382
massaring schroef voorste draagring
schroefmoer schroefmoerborgring achterste draagring
def-
f
ob00421
schroef vervangbare staartstukbus voorste draagring
Plaats een blok hout tussen het onderwaterhuis en de schroef en haal de schroefmoer aan tot de specificaties.
59
ONDERHOUD Beschrijving
Nm
schroefmoer
75
10.
lb. in.
lb. ft. 55
Zet de schroefmoer vast door drie van de lippen in de draagringgroeven te buigen.
ob00422
Bougies inspecteren en vervangen
! WAARSCHUWING Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van brand of ontploffing door beschadigde bougiedoppen. Beschadigde bougiedoppen kunnen vonken afgeven. Vonken kunnen brandstofdampen onder de motorkap doen ontploffen. Voorkom schade aan bougiedoppen: gebruik geen scherp voorwerp of metalen gereedschap zoals een tang, schroevendraaier enz. om bougiedoppen te verwijderen. 1.
Verwijder de bougiekabels. Draai de rubber manchetten enigszins en trek ze eraf.
ob00375
2.
Verwijder de bougies om ze te inspecteren. Vervang de bougie als de elektrode versleten is of de isolator ruw, gebarsten, gebroken of vervuild is of blaren vertoont.
ob01092
3.
Stel de vonkbrug af volgens de specificaties, indien van toepassing.
ob00424
60
ONDERHOUD Elektrodeafstand NGK BPZ8H-N-10
1,0 mm (0.040 in.)
NGK BUZHW-2 4.
Oppervlakteopening
Veeg vuil van de bougiezittingen weg voordat u de bougies installeert. Installeer de bougies handvast en draai ze nog een kwartslag aan of haal ze aan volgens de specificaties.
Beschrijving
Nm
Bougie
27
lb. in.
lb. ft. 20
Smeerpunten 1.
Smeer de volgende onderdelen met Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Anti-Corrosion Grease (anti-corrosievet) of 2-4-C met Teflon. • Schroefas - ZieSchroef vervangen voor het verwijderen en installeren van de schroef. Breng op de gehele schroefas een laagje smeermiddel aan om te voorkomen dat de schroefnaaf roest en op de as vast komt te zitten.
ob00378
2.
Smeer de volgende onderdelen met Quicksilver of Mercury Precision Lubricants 2-4-C met Teflon (smeermiddel met Teflon) of speciaal smeermiddel 101. • Stuurkolom - Smeren via de smeernippel. •
Opklapgeleidehendel - Smeren via de smeernippel.
a b a•
stuurkolom
b-
ob00683
opklapgeleidehendel
Kantelbuis - Smeren via de smeernippel.
ob01610
•
Stuurknuppel - Smeren via de smeernippel.
61
ONDERHOUD
ob01660
•
Stuurkabelsmeernippel (indien aanwezig) - Draai het stuur om het uiteinde van de stuurkabel geheel in de opklapbuis van de buitenboordmotor te trekken. Smeren via smeernippel.
! WAARSCHUWING Het uiteinde van de stuurkabel moet volledig in de opklapbuis van de buitenboordmotor zijn getrokken voordat smeermiddel wordt toegevoegd. Als er smeermiddel aan een volledig uitgetrokken stuurkabel wordt toegevoegd, kan de stuurkabel hydraulisch geblokkeerd raken. Een hydraulisch geblokkeerde stuurkabel kan verlies van de controle over de besturing veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
a
b
2900
a3.
smeernippel
b-
uiteinde van stuurkabel
Smeer de volgende punten met lichte olie. • Modellen met afstandsbediening - Draaipunten van stuurverbindingsstang - Draaipunten smeren.
2901
Trimbekrachtigingsvloeistof controleren 1.
Licht de buitenboordmotor op tot hij volledig omhoog zit en schakel de opklapgeleidehendel in.
2.
Verwijder de vuldop en controleer het vloeistofpeil. Het vloeistofpeil hoort ter hoogte van de onderkant van de vulopening te staan. Voeg Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Power Trim & Steering Fluid (trimen stuurbekrachtigingsvloeistof) toe. Gebruik indien dit niet verkrijgbaar is automatische-transmissievloeistof voor auto's (ATF).
ob00687
62
ONDERHOUD
ob01663
Smering van het onderwaterhuis ONDERWATERHUISSMERING Bij het toevoegen of verversen van onderwaterhuissmeermiddel dient u het smeermiddel op de aanwezigheid van water te onderzoeken. Als er water aanwezig is, kan dit naar beneden zijn gezakt en zal het vóór het smeermiddel worden afgetapt, of kan het met het smeermiddel vermengd zijn waardoor het smeermiddel een melkkleurig uiterlijk krijgt. Als u water ziet, moet u het onderwaterhuis door uw dealer laten controleren. Water in het smeermiddel kan leiden tot vroegtijdig falen van lagers of kan bij koud weer bevriezen en schade aan het onderwaterhuis veroorzaken. Onderzoek het afgetapte onderwaterhuissmeermiddel op metaaldeeltjes. Een kleine hoeveelheid metaaldeeltjes wijst op normale slijtage van de tandwielen. Een buitensporige hoeveelheid metaalvijlsels of grotere deeltjes (stukjes) kunnen op abnormale tandwielslijtage wijzen en dit moet door een erkende dealer worden gecontroleerd.
SMEERMIDDEL UIT ONDERWATERHUIS AFTAPPEN 1.
Plaats de buitenboordmotor in een verticale bedrijfsstand.
2.
Plaats een aftapverzamelbak onder de buitenboordmotor.
3.
Verwijder de ontluchtingspluggen en de vul/aftapplug en tap het smeermiddel af.
a b ob00441
a-
ontluchtingspluggen
b-
vul-/aftapplug
SMEERMIDDELINHOUD ONDERWATERHUIS De smeermiddelinhoud van het onderwaterhuis bedraagt ongeveer666 ml (22.5 fl. oz.).
AANBEVOLEN ONDERWATERHUISSMEERMIDDEL Mercury of Quicksilver Premium of High Performance Gear Lubricant (tandwielolie).
PEIL SMEERMIDDEL CONTROLEREN EN ONDERWATERHUIS VULLEN 1.
Plaats de buitenboordmotor in een verticale bedrijfsstand.
2.
Verwijder de voorste ontluchtingsplug en achterste ontluchtingsplug. 63
ONDERHOUD 3.
Verwijder de vul/aftapplug. Steek de tube smeermiddel in de vul/aftapplugopening en voeg smeermiddel toe tot het smeermiddel bij de voorste ontluchtingsopening verschijnt. Installeer nu de voorste ontluchtingsplug en afdichtring.
4.
Blijf smeermiddel toevoegen tot het bij de achterste ontluchtingsopening verschijnt.
5.
Stop met toevoegen van smeermiddel. Installeer de achterste ontluchtingsplug en afdichtring voordat u de tube smeermiddel verwijdert.
6.
Verwijder de tube smeermiddel en breng de vul-/aftapplug en de afdichtring weer aan.
c b
d
a
e ob00442
abc-
voorste ontluchtingsplug voorste ontluchtingsopening achterste ontluchtingsopening
de-
achterste ontluchtingsplug vul-/aftapplug
Onder water geraakte buitenboordmotor Een buitenboordmotor die onder water is geraakt, heeft binnen enkele uren nadat hij uit het water is gehaald, onderhoud nodig bij een erkende dealer. Prompt onderhoud bij een dealer is noodzakelijk als de motor eenmaal aan de atmosfeer is blootgesteld om inwendige corrosieschade aan de motor tot een minimum te beperken.
64
OPSLAG Voorbereiding voor opslag De belangrijkste zaak bij de voorbereiding van de buitenboordmotor is bescherming tegen roest, corrosie en beschadiging door bevriezing van ingesloten water. De volgende opslagprocedures moeten worden gevolgd om uw buitenboordmotor op seizoenopslag of langdurige opslag (twee maanden of langer) voor te bereiden.
! OPGELET U mag de buitenboordmotor nooit starten of laten lopen (zelfs niet kortstondig) zonder dat er water door de koelwaterinlaatopening in het onderwaterhuis circuleert; om schade aan de waterpomp (droog lopen) of oververhitten van de motor te voorkomen.
BRANDSTOFSYSTEEM BELANGRIJK: Alcoholhoudende benzine (ethanol of methanol) kan tijdens de opslag tot zuurvorming leiden en schade aan het brandstofsysteem toebrengen. Indien de gebruikte benzine alcohol bevat, is het raadzaam om zoveel mogelijk van de resterende benzine uit de brandstoftank, de brandstofslang en het brandstofsysteem van de motor af te tappen. Vul de brandstoftank en het motorbrandstofsysteem met behandelde (gestabiliseerde) brandstof om vernisachtige aanslag en gom te helpen voorkomen. Ga verder met de volgende instructies. •
Losse brandstoftank – Giet de vereiste hoeveelheid benzinestabiliseringsmiddel in de brandstoftank (volg de aanwijzingen op de verpakking). Kantel de brandstoftank heen en weer om het stabiliseringsmiddel met de brandstof te mengen.
•
Vaste brandstoftank – Giet de vereiste hoeveelheid benzinestabiliseringsmiddel (volg de aanwijzingen op de verpakking) in een aparte container en meng deze met ongeveer één liter benzine. Giet dit mengsel in de brandstoftank.
•
Plaats de buitenboordmotor in het water of sluit de doorspoeladapter aan zodat koelwater kan circuleren. Laat de motor ten minste tien minuten draaien om het motorbrandstofsysteem te vullen.
Externe onderdelen van buitenboordmotor beschermen •
Smeer alle onderdelen van de buitenboordmotor die in Onderhoud - Inspectie- en onderhoudschema staan aangegeven.
•
Bijwerken waar de verf eraf is. Zie uw dealer voor lak.
•
Spuit Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Corrosion Guard (corrosiebescherming) op uitwendige metalen oppervlakken (niet op anti-corrosie anodes).
Bescherming inwendige motoronderdelen NB: Controleer eerst of het brandstofsysteem op opslag is voorbereid. Zie Brandstofsysteem, hiervoor. BELANGRIJK: Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoud - Bougies inspecteren en vervangen voor de juiste procedure voor het verwijderen van de bougiedoppen. •
Plaats de buitenboordmotor in het water of sluit de doorspoeladapter aan zodat koelwater kan circuleren. Start de motor en laat hem in neutraal warmlopen.
•
Terwijl de motor versneld stationair draait, stopt u de brandstoftoevoer door de brandstofslang dubbel te knikken. Zodra de motor begint te haperen, spuit u snel Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Storage Seal (afdichting voor opslag) in de carburateur totdat de motor afslaat als gevolg van gebrek aan brandstof.
•
Verwijder de bougies en spuit vijf seconden lang opslagafdichtingsmiddel rond de binnenkant van de cilinder.
•
Draai het vliegwiel enige malen met de hand rond om het opslagafdichtingsmiddel door de cilinder te verdelen. Breng de bougie weer aan.
Onderwaterhuis •
Tap de tandwielolie uit het onderwaterhuis af en vul het weer (raadpleeg Onderhoud – Onderwaterhuis smeren). 65
OPSLAG Aftapslangspoelstuk (indien aanwezig) •
Als de buitenboordmotor bij vorst wordt opgeslagen, moet het water uit de slang en het spoelhulpstuk worden afgetapt. Zie hoofdstukOnderhoud - Het koelsysteem spoelen - Modellen met slangspoelhulpstuk.
Buitenboordmotor voor opslag opstellen Berg de buitenboordmotor rechtop (verticaal) op zodat water uit de buitenboordmotor kan lopen.
! OPGELET Als de buitenboordmotor opgeklapt opgeslagen wordt bij temperaturen onder het vriespunt, kan achtergebleven koelwater of regenwater dat de uitlaatopening in het onderwaterhuis binnengekomen kan zijn, bevriezen en schade aan de buitenboordmotor veroorzaken.
Accu opslaan •
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de accu voor opslag en opladen.
•
Verwijder de accu uit de boot en controleer het waterpeil. Zo nodig bijladen.
•
Bewaar de accu op een koele, droge plaats.
•
Controleer regelmatig het waterpeil en laad de accu tijdens de opslagperiode bij.
66
OPSPOREN VAN STORINGEN Startmotor laat de motor niet aanslaan MOGELIJKE OORZAAK •
Doorgebrande 20 A zekering in het startcircuit. Raadpleeg Onderhoud .
•
De buitenboordmotor is niet in de neutrale stand gezet.
•
Zwakke accu of accu-aansluitingen zitten los of zijn verroest.
•
Defecte contactschakelaar.
•
Defecte bedrading of elektrische aansluiting.
•
Defect startrelais- of slave-solenoïde.
Motor start niet MOGELIJKE OORZAKEN •
Noodstopschakelaar niet in de stand "RUN" (LOPEN).
•
Onjuiste startprocedure. Zie hoofdstukBediening .
•
Oude of verontreinigde benzine.
•
Motor verzopen. Zie hoofdstukBediening .
•
Brandstof bereikt de motor niet. a. Brandstoftank is leeg. b.
Ontluchtingsopening van brandstoftank dicht of verstopt.
c.
Brandstofslang is losgekoppeld of geknikt.
d.
Pompbal niet ingeknepen.
e.
Keerklep van pompbal is defect.
f.
Brandstoffilter is verstopt. Zie hoofdstukOnderhoud .
g.
Brandstofpomp defect.
h.
Brandstoftankfilter verstopt.
•
Component van ontstekingssysteem defect.
•
Bougies vuil of defect. Zie hoofdstukOnderhoud .
Motor slaat over of draait onregelmatig MOGELIJKE OORZAKEN •
Bougies vuil of defect. Zie hoofdstukOnderhoud .
•
Verkeerde instelling en afstellingen.
•
Er wordt niet genoeg brandstof aan de motor afgegeven. • Het brandstoffilter van de motor is verstopt. Zie hoofdstukOnderhoud . •
Brandstoftankfilter verstopt.
•
Vastzittende anti-sifonklep op ingebouwde brandstoftank.
•
Brandstofleiding is geknikt of dichtgeknepen.
•
Brandstofpomp defect.
•
Component van ontstekingssysteem defect.
Prestatieverlies MOGELIJKE OORZAKEN •
Gashendel niet volledig open.
•
Schroef beschadigd of schroef van verkeerde grootte.
•
Verkeerde afgesteld ontstekingsmoment, verkeerde afstellingen of instelling.
•
Boot overbelast of lading niet goed verdeeld. 67
OPSPOREN VAN STORINGEN •
Overmatig veel water in motorruim.
•
Bodem van boot is vuil of beschadigd.
Accu kan lading niet houden MOGELIJKE OORZAKEN •
Accuverbindingen zitten los of zijn gecorrodeerd.
•
Te weinig elektrolyt in de accu.
•
Oude of inefficiënte accu.
•
Te veel elektrische accessoires met de accu verbonden.
•
Kapotte gelijkrichter, laadspoel of spanningsregelaar.
68
SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAAR Plaatselijke reparatieservice Breng uw buitenboordmotor altijd naar uw plaatselijke erkende dealer terug, als service nodig mocht zijn. Alleen hij heeft de door de gediplomeerde monteurs, de kennis, het speciale gereedschap, de apparatuur en de originele onderdelen en accessoires om op de juiste wijze onderhoud aan uw motor uit te kunnen voeren als dat nodig mocht zijn. Hij kent uw motor het beste.
Service onderweg Als u zich niet in de buurt van uw plaatselijke dealer bevindt en service nodig hebt, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde erkende dealer. Raadpleeg de Gouden Gids. Als u om welke reden dan ook geen service kunt krijgen, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde Mercury Marine servicekantoor.
Inlichtingen over onderdelen en accessoires Alle vragen over originele vervangende onderdelen en accessoires dient u aan uw plaatselijke erkende dealer te richten. De dealer heeft de nodige informatie om onderdelen en accessoires voor u te bestellen. Voor inlichtingen over onderdelen en accessoires heeft de dealer het model en serienummer nodig om de juiste onderdelen te kunnen bestellen.
Servicebijstand Het is voor uw dealer en voor ons uiterst belangrijk dat u tevreden bent met uw buitenboordmotor. Als u een probleem met of vraag over de buitenboordmotor hebt, neem dan contact op met uw dealer of een erkend Mercury Marine dealerschap. Als u meer hulp nodig hebt, doe dan het volgende. 1.
Spreek met de verkoop- of servicemanager van het dealerschap. Als u dit reeds gedaan hebt, neem dan contact op met de eigenaar van het dealerschap.
2.
Als u een vraag of probleem hebt dat niet door het dealerschap kan worden opgelost, vraag het Mercury Marine servicekantoor dan om hulp. Mercury Marine zal samen met u en uw dealerschap alle problemen oplossen.
Het servicekantoor heeft de volgende informatie nodig: •
Uw naam en adres
•
Telefoonnummer waar u overdag bereikbaar bent
•
Model en serienummer van de buitenboordmotor
•
De naam en het adres van uw dealerschap
•
Aard van het probleem
Mercury Marine servicekantoren Voor bijstand kunt bellen, faxen of schrijven. Wilt u het telefoonnummer waar u overdag bereikbaar bent, in uw brief en fax vermelden.
Verenigde Staten Telefoon:
(920) 929-5040
Fax:
(920) 929-5893
Mercury Marine W6250 W. Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, Wi 54936-1939 VS
Canada Telefoon:
(905) 567-6372
Fax:
(905) 567-8515
Mercury Marine Ltd. 2395 Meadowpine Blvd. Mississauga, Ontario L5N 7W6 69
SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAAR Australië, Grote Oceaan Telefoon:
(61) (3) 9791-5822
Fax:
(61) (3) 9793-5880
Mercury Marine Australia 132-140 Frankston Road Dandenong, Victoria 3164 Australië
Europa, Midden-Oosten, Afrika Telefoon:
(32) (87) 32 • 32 • 11
Fax:
(32) (87) 31 • 19 • 65
Marine Power - Europe, Inc. Parc Industriel de Petit- Rechain B-4800 Verviers, België
Mexico, Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Caribisch gebied Telefoon:
(305) 385-9585
Fax:
(305) 385-5507
Mercury Marine - Latin America & Caribbean 9010 S.W. 137th Ave. Suite 226 Miami, FL 33186 VS
Japan Telefoon:
81-53-423-2500
Fax:
81-53-423-2510
Mercury Marine - Japan 283-1 Anshin-cho Hamamatsu Shizuoka, 435-0005 Japan
Azië, Singapore Telefoon:
5466160
Fax:
5467789
Mercury Marine Singapore 72 Loyang Way Singapore, 508762
70