Villa Kakelbont
Hoofdstuk 3 Beleid en organisatie
Titel: Beleid ten aanzien van zieke kinderen Status: Vastgesteld versienummer: 1 Doel: Vastleggen hoe om te gaan met zieke kinderen. Gebruiker: Locatieverantwoordelijke Documenteigenaar: Directeur
Uitgiftedatum: Versiedatum:
20/04/12 23-07-2015
Op basis van het pedagogisch beleidsplan, wettelijke eisen, waaronder de wet BIG en de Wet kinderopvang, en de aanbevelingen van de GGD is er beleid ontwikkeld over het omgaan met ziekten bij kinderen die één van de opvangvormen van Villa Kakelbont bezoeken. Bij de ontwikkeling van het beleid hebben wij ons laten adviseren door de GGD Hollands Noorden. Het beleid is mede gebaseerd op de uitgaven van de GGD: gezondheidsrisico’s in een kindercentrum of peuterspeelzaal (op het kindercentrum aanwezig) gezondheidsrisico’s in een basisschool of buitenschoolse opvang. (op het kindercentrum aanwezig) Protocol voor geneesmiddelenverstrekking en medische handelingen in kindercentra PIKO-augustus 2005. Het beleid moet in samenhang met deze uitgaven worden gelezen. Bij twijfel over de te volgen gedraglijn m.b.t. ziekte bij een kind wordt altijd advies gevraagd aan de GGD. In bijlage 1 staan de telefoonnummers en de internetsite van de GGD vermeld. Bij de maatregelen m.b.t. het zieke kind is steeds gekeken naar het belang van het individuele kind en van de groep kinderen (binnen de kindercentra of de overige kinderen in het gastgezin) in z’n totaliteit. Zodoende hopen wij voor ieder kwalitatief goede opvang, onder verantwoorde omstandigheden, te kunnen bieden. Wij willen er nogmaals op wijzen dat de verantwoording, ook op het terrein van ziekte bij kinderen, te allen tijden bij de ouders* blijft liggen.
* Waar “ouders” staat kan ook voogd/verzorger gelezen worden.
beleid t.a.v. zieke kinderen Akkoord MT (paraaf + datum)
evaluatiedatum: 23-07-2016 Akkoord OR (paraaf + datum)
Akkoord CCR (paraaf + datum)
Villa Kakelbont
Hoofdstuk 3 Beleid en organisatie
Titel: Beleid ten aanzien van zieke kinderen Status: Vastgesteld versienummer: 1 Doel: Vastleggen hoe om te gaan met zieke kinderen. Gebruiker: Locatieverantwoordelijke Documenteigenaar: Directeur
Uitgiftedatum: Versiedatum:
1.
20/04/12 23-07-2015
Registratiegegevens
Om de kinderen goed te kunnen begeleiden en bij eventuele calamiteiten verantwoord te kunnen handelen wordt bij het plaatsingsgesprek in het digitale systeem “De Nanny” de volgende informatie geregistreerd t.a.v. de medische achtergrond van het kind:
Naam kind Naam ouders Adres en telefoonnummer Tenminste twee nummers voor in geval van nood Adres huisarts Adres tandarts Bijzondere medische gegevens (bijv. verhoogd risico bij infectieziekten i.v.m. chronische ziekten of een stoornis in de afweer) Medicijngebruik Eventuele allergieën Eventueel dieet Vaccinatiegegevens De verzekeringsmaatschappij en het inschrijfnummer
Met de ondertekening van het plaatsingsformulier geven ouders aan dat zij op de hoogte zijn van al het geldende beleid waaronder dit beleid ten aanzien van zieke kinderen. Bij de evaluatiegesprekken wordt steeds gecontroleerd of de gegevens nog kloppen en ouders/verzorgers wordt gevraagd eventuele wijzigingen of aanvullingen tussentijds door te geven. De gegevens worden op de locatie in een map met kindgegevens bewaard in een afgesloten kast. Toegang tot deze gegevens hebben de vaste pedagogisch medewerkers, de vaste oproepkrachten en de locatieverantwoordelijke van de vestiging. Als een kind binnen de organisatie van groep, opvangvorm of vestiging verandert, gaan de kindgegevens mee naar de nieuwe groep. 2.
Medische omstandigheden waarover ouders geïnformeerd worden 2.1 Binnen het kindercentrum Tijdens het verblijf van het kind op het kindercentrum kunnen er medische omstandigheden zijn waarover de pedagogisch medewerker contact opneemt met de ouders zonder dat deze omstandigheden direct aanleiding zijn om het kind op te halen. In overleg met de ouders zal dan een gedragslijn bepaald worden. Daarbij wordt de toestand van het kind, de mogelijkheden van de ouders en de samenstelling van de groep (qua pedagogisch medewerkers en kinderen) in combinatie met de richtlijnen van de GGD, in ogenschouw genomen. We willen er nadrukkelijk op wijzen dat de verantwoordelijkheid voor de verzorging van een ziek kind te allen tijde bij de ouders/verzorgers ligt. De volgende omstandigheden zijn in ieder geval aanleiding om met de ouders te overleggen:
Als het kind koorts heeft vanaf 38,5 graden Bij ziekte wordt de ouders verzocht het kind thuis te houden. Villa kakelbont adviseert kinderen thuis te houden bij koorts vanaf 38,5 graden. Echter, er zijn kinderen die met 38,5 nog vrolijk rondlopen en waar je eigenlijk niets aan merkt. Voor deze kinderen maken we een uitzondering en laten ze gewoon lekker meespelen. Andersom geldt hetzelfde. Wanneer een kind duidelijk zichtbaar niet lekker is (hangerig, huilerig) maar het blijkt geen koorts te hebben, bellen we toch de ouders om het kind te laten ophalen. Dit geldt ook voor diarree en een aantal kinderziektes in verband met besmetting op de groep. Bij baby’s ligt de situatie
beleid t.a.v. zieke kinderen Akkoord MT (paraaf + datum)
evaluatiedatum: 23-07-2016 Akkoord OR (paraaf + datum)
Akkoord CCR (paraaf + datum)
Villa Kakelbont
Hoofdstuk 3 Beleid en organisatie
Titel: Beleid ten aanzien van zieke kinderen Status: Vastgesteld versienummer: 1 Doel: Vastleggen hoe om te gaan met zieke kinderen. Gebruiker: Locatieverantwoordelijke Documenteigenaar: Directeur
Uitgiftedatum: Versiedatum:
20/04/12 23-07-2015
wat genuanceerder. Als bekend is dat de baby tandjes krijgt of net een inenting heeft gehad is alleen koorts over het algemeen geen aanleiding om direct met de ouders contact op te nemen. De baby zal goed in de gaten gehouden worden en als er andere verschijnselen zijn zal alsnog met de ouders overlegd worden. De baby kan op zich het dagverblijf blijven bezoeken. Bij plotselinge ernstige uitslag Als er bij een kind zonder bekende oorzaak ernstige uitslag optreedt, zullen de ouders geïnformeerd worden. In de meeste gevallen kan het kind zonder verdere verschijnselen de opvang blijven bezoeken. Wel wordt de ouders aangeraden om contact op te nemen met de huisarts. Bij niet drinken (vooral bij baby’s) Doordat, vooral bij baby’s, het gevaar van uitdroging reëel is, zal er, als een baby niet drinkt, contact opgenomen worden met de ouders. Het niet drinken kan aanleiding zijn om de baby op te laten halen als, naar het idee van de pedagogisch medewerkers (na overleg met de ouders), de toestand van het kind daar om vraagt. Bij oudere kinderen zullen de ouders wel geïnformeerd worden maar hoeft het niet drinken over het algemeen geen aanleiding te zijn om het kind op te laten halen. Bij apathisch gedrag Als een kind plotseling zeer teruggetrokken en apathisch gedrag vertoont zal in de meeste gevallen overlegd worden met de ouders. Als er verder geen symptomen zijn zal het voor peuters of oudere kinderen meestal niet nodig zijn om het kind op te halen. Bij baby’s kan apathisch gedrag, zeker in combinatie met niet eten of drinken wel aanleiding zijn om een kind te laten halen. Bij verwondingen Bij kleine verwondingen zal de pedagogisch medewerker volgens de EHBO-richtlijnen (vanuit GGD en opleiding EHBO) handelen. Ouders zullen daar bij het halen over geïnformeerd worden. Bij ernstiger verwondingen zal passende actie ondernomen worden en zullen de ouders (zo spoedig mogelijk) geïnformeerd worden. Bij plotselinge ernstige gedragsverandering Als het gedrag het functioneren in de groep ernstig belemmert, zal overlegd worden met de ouders. Ook als vermoed wordt dat het gedrag een symptoom is van ziekte of omstandigheden zal er direct of bij het halen overleg met de ouders plaats vinden. Bij een bezoek aan een huisarts Als met het kind de eigen huisarts of de aan de instelling verbonden huisarts bezocht moet worden zullen de ouders daarover, indien mogelijk, vooraf geïnformeerd worden. Afhankelijk van de aanleiding van het bezoek zullen in overleg de verdere stappen besproken worden. Ouders geven met het tekenen van het plaatsingsformulier, bij het plaatsen van het kind, aan dat zij er mee instemmen dat de pedagogisch medewerkers indien nodig contact opnemen met een huisarts en dat deze het kind mag behandelen. Bij extreem huilen Als het kind onverwacht erg en lang huilt zal contact opgenomen worden met de ouders. Heeft het kind in de loop van de dag verschillende huilperiodes gehad dan wordt dat aan de ouders gemeld bij het ophalen. Bij herhaald overgeven of meerdere keren diarree. Als een kind 2 of meer keer heeft overgegeven of diarree heeft gehad zal overlegd worden met de ouders/verzorgers over de verdere aanpak.
beleid t.a.v. zieke kinderen Akkoord MT (paraaf + datum)
evaluatiedatum: 23-07-2016 Akkoord OR (paraaf + datum)
Akkoord CCR (paraaf + datum)
Villa Kakelbont
Hoofdstuk 3 Beleid en organisatie
Titel: Beleid ten aanzien van zieke kinderen Status: Vastgesteld versienummer: 1 Doel: Vastleggen hoe om te gaan met zieke kinderen. Gebruiker: Locatieverantwoordelijke Documenteigenaar: Directeur
Uitgiftedatum: Versiedatum:
20/04/12 23-07-2015
Bij waterpokken is het beleid als volgt: Zodra waterpokken zich openbaren is de incubatietijd al voorbij. Er is geen verder besmettingsgevaar. Zolang de blaasjes intact zijn, is er geen risico op infectie. Het risico op infectie bij waterpokken is niet anders als met andere wondjes. Zolang de blaasjes nog in tact zijn speelt dit niet en anders vormt zich een roofje (natuurlijke afscherming). Als verder de hygiëne regels goed in acht worden genomen is er geen extra infectiegevaar voor het kind met waterpokken. 3. Redenen waarom een kind de opvang niet kan bezoeken Naast de genoemde ziekteverschijnselen die aanleiding zijn om in overleg met de ouders te kijken of een kind mogelijk de opvang kan blijven bezoeken zijn er ook symptomen die, in overleg met de GGD, zeker reden zijn om het kind de opvang niet te laten bezoeken. De ouders wordt dan verzocht om het kind op te halen dan wel thuis te houden. Wij gaan er vanuit dat een kind ziek is, als het over pijn klaagt, het een herkenbare ziekte heeft en/of het kind een temperatuur heeft boven de 38,5 graden. 3.1 In het kindercentrum Als het kind thuis ziek wordt, dit s.v.p. uiterlijk voor 09.00 uur, doorgeven aan de pedagogisch medewerkers met vermelding van de aard van de ziekte. Een uitgebreid overzicht van richtlijnen op basis waarvan het kind thuis moet blijven is op elke vestiging aanwezig. Daarbij is tevens aangegeven wanneer het kind de opvang weer mag bezoeken. Deze richtlijnen staan vermeld in de eerder genoemde uitgave van de GGD Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum en peuterspeelzaal of buitenschoolse opvang. Voor de groepsopvang (KDV, BSO en PSZ) zijn o.a. de volgende ziekten of ziekteverschijnselen/aandoeningen reden om het kind thuis te houden of op te komen halen:
Koorts vanaf 38,5 graden; Griep, met koorts; Ziekteverschijnselen (ook zonder koorts) die het meedoen aan de standaard groepsactiviteiten belemmeren; Infectieziekten conform de richtlijnen van de GGD. Bij twijfel zal contact opgenomen worden met de GGD; Bij waterpokken, zolang de plekjes nog niet ingedroogd zijn i.v.m. infectiegevaar voor het kind zelf (zie bijlage voor extra uitleg wanneer een kind wel/niet mag komen ; Krentenbaard, zolang deze niet behandeld is. Acute diaree; Bij baby’s: het gedurende langere tijd niet drinken (daarbij wordt ook gelet op het aantal natte luiers). Als de verzorging te intensief is voor de pedagogisch medewerkers. Bij hoofdluis dient een kind opgehaald te worden en thuis te blijven tot na de behandeling. Bij een ernstige vorm van oogontsteking of een loopoor.
Het kind kan de opvang weer bezoeken als de ziekteverschijnselen zijn verdwenen en/of als er volgens de richtlijnen van de GGD geen gevaar voor besmetting meer bestaat. Als het kind weer aanwezig is gaan we er van uit dat het zodanig hersteld is dat het aan alle activiteiten weer volledig deel kan nemen. Dit betekent bijvoorbeeld dat het kind ook weer met de groep buiten moet kunnen spelen. beleid t.a.v. zieke kinderen Akkoord MT (paraaf + datum)
evaluatiedatum: 23-07-2016 Akkoord OR (paraaf + datum)
Akkoord CCR (paraaf + datum)
Villa Kakelbont
Hoofdstuk 3 Beleid en organisatie
Titel: Beleid ten aanzien van zieke kinderen Status: Vastgesteld versienummer: 1 Doel: Vastleggen hoe om te gaan met zieke kinderen. Gebruiker: Locatieverantwoordelijke Documenteigenaar: Directeur
Uitgiftedatum: Versiedatum:
4.
20/04/12 23-07-2015
Inschakelen huisarts
Bij ziekte van een kind is in eerste instantie de ouder degene die de huisarts inschakelt. Alleen als er acuut gevaar dreigt schakelt men vanuit het kindercentrum direct een arts in. Voorbeelden van dergelijke gevallen zijn:
Een kind dat het plotseling benauwd krijgt; Een kind dat bewusteloos raakt of niet meer op aanspreken reageert; Een kind met plotselinge hoge koorts; Ongevallen.
5. Beleid bij besmettelijke ziekten 5.1 Algemeen Ouders moeten besmettelijke ziekten van hun kind melden bij de pedagogisch medewerkers. De pedagogisch medewerker overlegt zo nodig met de GGD. De GGD wint met toestemming van de ouders eventueel informatie in bij de huisarts. De GGD adviseert maatregelen afhankelijk van de ziekte: Zieke kind niet toelaten vanwege risico voor overige kinderen Zieke kind behandelen om verspreiding van de ziekte tegen te gaan. Ouders van andere kinderen informeren over de ziekte, zodat zij alert kunnen zijn op verschijnselen. Overige kinderen uit voorzorg medicijnen geven of vaccineren (zie ook 5.3) Vaak zijn er geen bijzondere maatregelen noodzakelijk. Het kindercentrum is wettelijk verplicht om het verhoogd voorkomen van een aantal aandoeningen die vermoedelijk besmettelijk zijn te melden bij de GGD. Het gaat om de volgende aandoeningen:
Diarree melden indien meer dan eenderde deel van de groep in één week klachten heeft. Geelzucht melden bij één geval. Huiduitslag (vlekjes) melden bij twee of meer gevallen binnen twee weken in dezelfde groep. Schurft melden bij drie gevallen in dezelfde groep. Andere ernstige aandoeningen van vermoedelijk infectieuze aard: denk hierbij aan meerdere gevallen van bijvoorbeeld longontsteking of hersenvliesontsteking in korte tijd. Als deze aandoeningen zich voor doen zal de locatieverantwoordelijke van de vestiging de melding bij de GGD doen. 5.2 Personen met verhoogd risico Hoewel veel infectieziekten voor de meeste kinderen geen ernstige gevolgen hebben zijn er groepen personen die wel een extra risico lopen om ernstig ziek te worden. Bijvoorbeeld: Kinderen met ernstige chronische ziektes . Kinderen met een stoornis in de afweer. Het is belangrijk dat bij het kindercentrum bekend is of er kinderen met een verhoogd risico zijn. Deze medische bijzonderheden worden dan in het kinddossier op de groep genoteerd. Ouders kunnen dan gewaarschuwd worden als er infectieziekten voorkomen die voor hun kind een bijzonder risico geven. Enkele infectieziekten geven bij zwangere vrouwen een verhoogd risico op een miskraam of aangeboren afwijkingen bij het kind. Dit betreft met name rode hond en de vijfde ziekte. Voor deze ziektes geldt dat als beleid t.a.v. zieke kinderen Akkoord MT (paraaf + datum)
evaluatiedatum: 23-07-2016 Akkoord OR (paraaf + datum)
Akkoord CCR (paraaf + datum)
Villa Kakelbont
Hoofdstuk 3 Beleid en organisatie
Titel: Beleid ten aanzien van zieke kinderen Status: Vastgesteld versienummer: 1 Doel: Vastleggen hoe om te gaan met zieke kinderen. Gebruiker: Locatieverantwoordelijke Documenteigenaar: Directeur
Uitgiftedatum: Versiedatum:
20/04/12 23-07-2015
men de infectie heeft doorgemaakt men de rest van het leven hiertegen beschermd is. Dan is er dus ook geen risico voor de zwangerschap. Ook als men ingeënt is tegen de ziekte loopt men geen risico meer. Pedagogisch medewerkers die zwanger willen worden kunnen, eventueel in overleg met de ARBO-arts of eigen huisarts, bloedonderzoek laten verrichten om vast te stellen of zij tegen bovengenoemde ziektes beschermd zijn. Als er kinderen met infectieziektes op het kindercentrum bekend zijn dan worden ouders/verzorgers en personeel geïnformeerd over de geconstateerde infectieziekte. Bij de groep wordt een briefje opgehangen waarop de heersende infectieziekte vermeld staat en welke maatregelen eventueel genomen worden of genomen kunnen worden. 5.3 Protocol ernstige infectieziekten Als er sprake is van ernstige infectieziektegevallen zal volgens het volgende protocol gehandeld worden. In verband met de veiligheid van de andere gebruikers van de opvang is het van belang dat het protocol zorgvuldig gevolgd wordt.
6.
Berichtgeving aan alle pedagogisch medewerkers, dus ook de afwezige pedagogisch medewerkers. Actie locatieverantwoordelijke (bij diens afwezigheid iemand van het MT) op de 1e dag direct na melding van het ziektegeval. Telefonische berichtgeving aan ouders waarvan de kinderen geplaatst zijn in dezelfde groep en op dezelfde dagdelen. Actie locatieverantwoordelijke (bij diens afwezigheid iemand van het MT) op de 1e dag direct na melding van het ziektegeval. Opstellen en verspreiden van een berichtgeving aan alle ouders van het betreffende kinderdagverblijf, zo mogelijk in samenspraak met de GGD. Actie locatieverantwoordelijke (bij e diens afwezigheid iemand van het MT) op de 1 dag direct na melding van het ziektegeval. Telefonische en schriftelijk berichtgeving van het ziektegeval bij de GGD (artikel 7 van de infectieziektewet). Actie locatieverantwoordelijke (in overleg met directeur) op de 1e dag na melding van het ziektegeval. Telefonische en schriftelijke berichtgeving van het feit dat het kind een kindercentrum bezoekt aan de huisarts van het ernstig zieke kind of een kind dat is overleden ten gevolge van een ernstige, mogelijke besmettelijke ziekte. Actie directeur op de 1e dag na melding van het ziektegeval. Reiniging van meubilair, speelgoed en beddengoed, indien noodzakelijk. Actie pedagogisch medewerkers zo mogelijk op de 1e dag na melding ziektegeval. Beleggen van een, speciaal op de toedracht toegespitste, ouderavond, zo mogelijk in bijzijn van een voorlichter van de GGD. Actie directeur. (bij diens afwezigheid personal assistant), te organiseren tussen de 2e en 10e dag na melding van het ziektegeval. Opstellen van handvatten en tips over melding naar de kinderen en ouders vanuit de pedagogisch medewerkers (het team) en de ouders. Concreet: Hoe vertellen we het de kinderen. Actie pedagogisch medewerkers vanaf de 1e dag na melding ziektegeval.
Medicijnverstrekking en verrichten van medische handelingen Medicijnverstrekking Pedagogisch medewerkers geven kinderen nooit uit zichzelf medicijnen, ook geen pijnstillers als paracetamol of andere (homeopathische) zelfzorgmiddelen.
beleid t.a.v. zieke kinderen Akkoord MT (paraaf + datum)
evaluatiedatum: 23-07-2016 Akkoord OR (paraaf + datum)
Akkoord CCR (paraaf + datum)
Villa Kakelbont
Hoofdstuk 3 Beleid en organisatie
Titel: Beleid ten aanzien van zieke kinderen Status: Vastgesteld versienummer: 1 Doel: Vastleggen hoe om te gaan met zieke kinderen. Gebruiker: Locatieverantwoordelijke Documenteigenaar: Directeur
Uitgiftedatum: Versiedatum:
20/04/12 23-07-2015
Kinderen krijgen echter soms geneesmiddelen of andere middelen (bijvoorbeeld zelfzorgmiddelen) door een arts voorgeschreven die zij een aantal malen per dag moeten gebruiken, dus ook gedurende de tijd dat zij op het kindercentrum zijn. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld inhalers bij astma, antibiotica, of zetpillen bij bijvoorbeeld toevallen. Ouders vragen het kindercentrum of de pedagogisch medewerker deze middelen aan hun kind willen geven. In deze situatie moeten de ouders altijd vooraf schriftelijk toestemming geven. Het is belangrijk deze toestemming goed vast te leggen. Meestal gaat het namelijk niet alleen om eenvoudige middelen, maar ook om middelen die, bij onjuist gebruik, tot schade van de gezondheid van het kind kunnen leiden. Daarom is het belangrijk onder andere schriftelijk vast te leggen: - Dat het medicijn op voorschrift van een arts gegeven wordt. - Om welke geneesmiddelen het gaat. - Hoe vaak geven. - In welke hoeveelheden. - Op welke manier de geneesmiddelen gebruikt moeten worden. - De periode waarin de geneesmiddelen moeten worden verstrekt. - De wijze van bewaren en opbergen. - De wijze van controle op de vervaldatum. (Zie hiervoor Bijlage 2. “Overeenkomst gebruik geneesmiddelen” formulierenboek 2.12) Door het zorgvuldig vastleggen van gegevens wordt duidelijk wat beide partijen van elkaar kunnen verwachten. Wanneer het gaat om het verstrekken van geneesmiddelen gedurende een lange periode moet regelmatig met ouders overlegd worden over de ziekte en het daarbij behorende geneesmiddelgebruik op het kindercentrum. Een goed moment om te overleggen is wanneer ouders een nieuwe voorraad geneesmiddelen komen brengen, en/of als er een nieuw geneesmiddel voorgeschreven is. Bespreek dan o.a. de volgende punten: reactie op medicijnen, reactietijd, manier van toedienen (hoe verloopt het, hoe kun je het handig aanpakken) Diverse praktische adviezen staan beschreven in bijlage 5. Overwegingen en aandachtspunten die belangrijk zijn bij het toedienen van geneesmiddelen op recept en zelfzorgmiddelen zonder recept. Mocht de situatie zich voordoen dat een kind niet goed op een geneesmiddel reageert of dat er onverhoopt toch een fout gemaakt wordt bij de toediening van een geneesmiddel, bel dan direct met de huisarts of specialist in het ziekenhuis. En bel de ouders, zij zijn eindverantwoordelijk! Bel bij een ernstige situatie direct het landelijke alarmnummer 112. Zorg in alle gevallen dat u duidelijk alle relevante gegevens bij de hand hebt, zoals: naam, geboortedatum, adres, huisarts en/of specialist van het kind, het geneesmiddel dat is toegediend, welke reacties het kind vertoont (eventueel welke fout is gemaakt). Medisch handelen Pedagogisch medewerkers verrichten geen medische handelingen. In slechts uitzonderlijke gevallen zullen ouders aan het kindercentrum vragen handelingen te verrichten die vallen onder “medisch handelen”. Te denken valt daarbij aan het geven van sondevoeding, het meten van de bloedsuikerspiegel bij suikerpatiënten door middel van een vingerprikje, of het toedienen van een injectie. In zijn algemeenheid worden deze handelingen door de thuiszorg, een verpleegkundige of de ouders zelf op het kindercentrum uitgevoerd. In uitzonderlijke situaties,vooral als er sprake is van een situatie die langer bestaat, wordt door de ouders wel eens een beroep op het kindercentrum gedaan. beleid t.a.v. zieke kinderen Akkoord MT (paraaf + datum)
evaluatiedatum: 23-07-2016 Akkoord OR (paraaf + datum)
Akkoord CCR (paraaf + datum)
Villa Kakelbont
Hoofdstuk 3 Beleid en organisatie
Titel: Beleid ten aanzien van zieke kinderen Status: Vastgesteld versienummer: 1 Doel: Vastleggen hoe om te gaan met zieke kinderen. Gebruiker: Locatieverantwoordelijke Documenteigenaar: Directeur
Uitgiftedatum: Versiedatum:
20/04/12 23-07-2015
Het zal duidelijk zijn dat de ouders voor deze medische handelingen hun toestemming moeten geven. Hierbij gaat het om schriftelijke toestemming. Zonder toestemming van de ouders kan een kindercentrum niets doen. Hiervoor kan het volgende formulier gebruikt worden: Bijlage 3:Toestemming uitvoeren medische handelingen formulierenboek 2.12.b (eventueel aanvullen met het formulier uit bijlage 4.bekwaamheidsverklaring formulierenboek 2.3.1.d) Voor de hierboven genoemde medische handelingen is er, binnen de wetgeving, een aparte regeling gemaakt. De wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) regelt wie wat mag doen in de gezondheidszorg. De wet BIG is bedoeld voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en geldt als zodanig niet voor personeel werkzaam in de kinderopvang. Dat neemt niet weg dat in deze wet een aantal waarborgen worden afgegeven voor een goede uitoefening van de beroepspraktijk, aan de hand waarvan ook een aantal regels te geven zijn voor de kinderopvang, als het gaat om in de wet BIG genoemde medische handelingen. Bepaalde medische handelingen – de zogenaamde voorbehouden handelingen – mogen alleen worden verricht door artsen. Anderen dan artsen mogen medische handelingen alleen verrichten in opdracht van een arts. De betreffende arts moet zich er dan van vergewissen dat degene die niet bevoegd is, wel de bekwaamheid bezit om die handelingen te verrichten. Hiervan is een schriftelijke verklaring noodzakelijk. Deze is opgenomen in: Bijlage 4: “Bekwaamheidsverklaring voor het uitvoeren van medische handelingen”. Mocht ten gevolge van een medische handeling een calamiteit zich voordoen, bel dan direct met de huisarts of specialist in het ziekenhuis. En bel de ouders, zij zijn eindverantwoordelijk! Bel bij een ernstige situatie direct het landelijke alarmnummer 112. Zorg in alle gevallen dat duidelijk alle relevante gegevens bij de hand zijn, zoals: naam, geboortedatum, adres, huisarts en/of specialist van het kind. Geef verder door naar aanleiding van welke handeling de calamiteit zich heeft voorgedaan en welke verschijnselen bij het kind waarneembaar zijn.
beleid t.a.v. zieke kinderen Akkoord MT (paraaf + datum)
evaluatiedatum: 23-07-2016 Akkoord OR (paraaf + datum)
Akkoord CCR (paraaf + datum)
Villa Kakelbont
Hoofdstuk 3 Beleid en organisatie
Titel: Beleid ten aanzien van zieke kinderen Status: Vastgesteld versienummer: 1 Doel: Vastleggen hoe om te gaan met zieke kinderen. Gebruiker: Locatieverantwoordelijke Documenteigenaar: Directeur
Uitgiftedatum: Versiedatum:
20/04/12 23-07-2015
BIJLAGEN: Bijlage 1. informatie en bereikbaarheid GGD
Informatie via Internet: www.infectieziekten.info www.ggdkennisnet.nl/lchv
GGD Hollands Noorden: LOCATIE ALKMAAR Adres
Telefoon
GGD Hollands Noorden locatie Alkmaar Hertog Aalbrechtweg 5 1823 DL ALKMAAR tel. (072) 566 26 62 (receptie) fax. (072) 562 22 27
Hoofdvestiging Postadres
Telefoon Fax E-mail Internet
Algemene Gezondheidszorg (waaronder Infectieziekten) (072) 566 26 37 GGD Hollands Noorden Grotewallerweg 1 Postbus 324 1740 AG SCHAGEN (0224) 720 620 (0224) 720 501
[email protected] http://www.ggdhollandsnoorden.nl
beleid t.a.v. zieke kinderen Akkoord MT (paraaf + datum)
evaluatiedatum: 23-07-2016 Akkoord OR (paraaf + datum)
Akkoord CCR (paraaf + datum)
Villa Kakelbont
Hoofdstuk 3 Beleid en organisatie
Titel: Beleid ten aanzien van zieke kinderen Status: Vastgesteld versienummer: 1 Doel: Vastleggen hoe om te gaan met zieke kinderen. Gebruiker: Locatieverantwoordelijke Documenteigenaar: Directeur
Uitgiftedatum: Versiedatum:
20/04/12 23-07-2015
Bijlage 2 Overeenkomst gebruik geneesmiddelen (formulierenboek 2.12). Formulier overeenkomst gebruik geneesmiddelen 1. Hierbij geeft (naam ouder/verzorger) : ouder/verzorger van (naam kind)
…………………………………………………
:
…………………………………………………
toestemming om zijn/haar kind tijdens het verblijf bij het kindercentrum:
……………
het hierna genoemde geneesmiddel toe te dienen bij het hierboven genoemde kind. Het geneesmiddel wordt toegediend conform het doktersvoorschrift - zie etiket van de verpakking -dan wel het verzoek van de ouders (zelfzorgmedicatie). 2.
Naam geneesmiddel Is voorzien van bijsluiter: ja / nee
:
…………………………………………………………
3.
De eerste toediening heeft plaats gevonden op: ……….. - ………. - ………… Door ouder(s)/verzorger(s)
4.
Het geneesmiddel wordt verstrekt op voorschrift van:
naam en telefoonnummer behandelend arts
:
…………………………………………
naam en telefoonnummer apotheek
:
…………………………………………
op aanwijzing van ouder/verzorger zelf
:
…………………………………………
5.
6.
Beschrijving van de ziekte of aandoening waarvoor de toediening van het geneesmiddel nodig is: ……………………………………………………………………………… Het geneesmiddel dient te worden verstrekt: van (begindatum)
:
………………………………………………………………………
tot (einddatum)
:
………………………………………………………………………
7.
Dosering
:
………………………………………………………………………
8.
Tijdstip:
Uur
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
Bijzondere aanwijzingen : ……………………………………………………… (bijvoorbeeld: zo nodig, tijdstip, uur voor/na de maaltijd, niet met melkproducten geven, zittend, op schoot, liggend, staand) 9.
Wijze van toediening : ……………………………………………………… (bijvoorbeeld: via mond, neus, oor, oog, huid, anaal, anders…)
beleid t.a.v. zieke kinderen Akkoord MT (paraaf + datum)
evaluatiedatum: 23-07-2016 Akkoord OR (paraaf + datum)
Akkoord CCR (paraaf + datum)
Villa Kakelbont
Hoofdstuk 3 Beleid en organisatie
Titel: Beleid ten aanzien van zieke kinderen Status: Vastgesteld versienummer: 1 Doel: Vastleggen hoe om te gaan met zieke kinderen. Gebruiker: Locatieverantwoordelijke Documenteigenaar: Directeur
Uitgiftedatum: Versiedatum:
10.
Het geneesmiddel zal worden toegediend door (naam pedagogisch medewerker(s)): ………………………………………………………………………………………
11.
Het geneesmiddel dient bewaard te worden op de volgende plaats: (koelkast of andere plaats): ……………………………………………………………
12.
Het geneesmiddel is houdbaar tot en met (houdbaarheidsdatum):……………………..
13.
Evaluatiedatum:
20/04/12 23-07-2015
……………………………………………………………
Ik besef dat ik te allen tijde zelf verantwoordelijk ben voor het medicijngebruik van mijn kind.
Handtekening ouder/verzorger
:
…………………………………………………………….
Namens Villa Kakelbont
:
……………………………………………………………...
Plaats en datum
:
………………………………………………………………
Naam pedagogisch medewerker
:
………………………………………………………………
Handtekening pedagogisch medewerker
:
………………………………………………………………
beleid t.a.v. zieke kinderen Akkoord MT (paraaf + datum)
evaluatiedatum: 23-07-2016 Akkoord OR (paraaf + datum)
Akkoord CCR (paraaf + datum)
Villa Kakelbont
Hoofdstuk 3 Beleid en organisatie
Titel: Beleid ten aanzien van zieke kinderen Status: Vastgesteld versienummer: 1 Doel: Vastleggen hoe om te gaan met zieke kinderen. Gebruiker: Locatieverantwoordelijke Documenteigenaar: Directeur
Uitgiftedatum: Versiedatum:
20/04/12 23-07-2015
Bijlage 3. Toestemming verrichten van medische handelingen (zijnde geen voorbehouden handelingen) (formulierenboek 2.12.b) Hierbij geeft (naam ouder/verzorger):
…………………………………………………
ouder/verzorger van (naam kind):
…………………………………………………
toestemming om bij zijn/haar kind tijdens het verblijf bij het kindercentrum: …………. door (naam pedagogisch medewerker):
…………………………………………………
de volgende medische handeling te verrichten bij het hierboven genoemde kind. De handeling geschiedt conform het doktersvoorschrift. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. De handeling moet worden uitgevoerd ten behoeve van: naam kind : geboortedatum :
…………………………………………………………… ……………………………………………………………
Het uitvoeren van bovengenoemde handeling is voor het kind noodzakelijk wegens: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. De hierboven beschreven handeling mag alleen worden uitgevoerd op de tijdstippen waarop het kind aanwezig is op het kindercentrum. De hierboven beschreven handeling moet worden uitgevoerd gedurende de periode: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Ondergetekende: Naam: Plaats: Datum:
……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………
Handtekening:
………………………………………………………………………………
beleid t.a.v. zieke kinderen Akkoord MT (paraaf + datum)
evaluatiedatum: 23-07-2016 Akkoord OR (paraaf + datum)
Akkoord CCR (paraaf + datum)
Villa Kakelbont
Hoofdstuk 3 Beleid en organisatie
Titel: Beleid ten aanzien van zieke kinderen Status: Vastgesteld versienummer: 1 Doel: Vastleggen hoe om te gaan met zieke kinderen. Gebruiker: Locatieverantwoordelijke Documenteigenaar: Directeur
Uitgiftedatum: Versiedatum:
20/04/12 23-07-2015
Bijlage 4. Bekwaamheidsverklaring voor het uitvoeren van een zogenoemde ‘medische handeling’. (formulierenboek 2.3.1.d) Ondergetekende, bevoegd tot het uitvoeren van de hieronder beschreven handeling ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… verklaart dat, ……………………………………………………………………………………………………………………………… ( naam) …………………………………………………………………………………………………………………………….. (functie) werkzaam bij Villa Kakelbont, locatie: …………………………………………………………………………………. na instructie door ondergetekende, in staat is bovengenoemde handeling bekwaam uit te voeren. De handeling moet worden uitgevoerd ten behoeve van: ……………………………………………………………………………………………………… (voornaam + achternaam) ……………………………………………………………………………………………………… (geboortedatum) Het uitvoeren van bovengenoemde handeling is voor het kind noodzakelijk wegens: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. De hierboven beschreven handeling mag alleen worden uitgevoerd op de tijdstippen waarop het kind op de opvanglocatie aanwezig is. De hierboven beschreven handeling moet worden uitgevoerd gedurende de periode/moment: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Ondergetekende
:
………………………………………………………………………………………………………….
Functie
:
………………………………………………………………………………………………………….
Werkzaam aan / bij
:
………………………………………………………………………………………………………….
Plaats
:
………………………………………………………………………………………………………….
Datum
:
………………………………………………………………………………………………………….
Handtekening:
beleid t.a.v. zieke kinderen Akkoord MT (paraaf + datum)
evaluatiedatum: 23-07-2016 Akkoord OR (paraaf + datum)
Akkoord CCR (paraaf + datum)
Villa Kakelbont
Hoofdstuk 3 Beleid en organisatie
Titel: Beleid ten aanzien van zieke kinderen Status: Vastgesteld versienummer: 1 Doel: Vastleggen hoe om te gaan met zieke kinderen. Gebruiker: Locatieverantwoordelijke Documenteigenaar: Directeur
Uitgiftedatum: Versiedatum:
20/04/12 23-07-2015
Bijlage 5. Overwegingen en aandachtspunten die belangrijk zijn bij het toedienen van geneesmiddelen op recept en zelfzorgmiddelen zonder recept:
De geneesmiddelen moeten altijd in de originele verpakking aangeleverd en bewaard worden (dus nooit overdoen in een andere verpakking). Hierbij is van belang dat het een originele verpakking is van het middel, hierop is duidelijk aangegeven hoeveel, wanneer en op welke wijze de medicatie toegediend moet worden.
Bewaar de originele bijsluiter van het geneesmiddel in het kindercentrum. Werk niet met een kopie, want bijsluiters worden regelmatig aangepast. Lees goed de bijsluiter zodat u op de hoogte bent van eventuele bijwerkingen van het geneesmiddel. Bij twijfel het geneesmiddel nooit toedienen! In het geval van zelfzorg medicatie dient de door de ouders verzochte wijze van toediening altijd overeen te komen met de tekst van de bijsluiter.
Maak schriftelijke afspraken over wie het geneesmiddel zal toedienen (één pedagogisch medewerker voor alle kinderen of per groep iemand aanstellen). Alleen de daartoe aangewezen pedagogisch medewerker(s) kunnen de medicatie toedienen.
Er dient een schriftelijke procedure aanwezig te zijn hoe gehandeld moet worden in geval van een calamiteit met een geneesmiddel, inclusief telefoonnummers wie in welk geval gewaarschuwd dient te worden.
Verantwoordt het toedienen m.b.v. een aftekenlijst (zie bijlage 6): degene die het middel toedient zet een paraaf. De lijsten worden bewaard in het dossier van het kind.
Controleer de uiterste gebruiksdatum regelmatig. Overtollige en verlopen geneesmiddelen teruggeven aan de ouders. Schrijf op de geopende flessen, van bijvoorbeeld: hoestdrank, oogdruppels e.d., de datum van opening, dit omdat de flessen na openen maar tijdelijk houdbaar zijn.
Als er geneesmiddelen in de koelkast bewaard moeten worden, moet er ook een koelkast aanwezig zijn. Het middel alleen voor kortdurend gebruik uit de koelkast halen. De temperatuur dient bewaakt te worden m.b.v. een min.-max. thermometer. De temperatuur dient tussen de 2-7ºC te zijn. Deze dagelijks controleren. Indien een koelkast ontbreekt, kan en mag een dergelijk geneesmiddel nooit in een kindercentrum worden toegediend, tenzij de ouders bereid zijn het geneesmiddel zelf te halen en te brengen. Zet het geneesmiddel in een afgesloten bak in de koelkast. Als de verpakking lekt, kan het niet in aanraking komen met levensmiddelen. Tevens is het van belang dat kinderen niet ongemerkt toegang tot de koelkast hebben.
Vul wijzigingen (over dosering, tijdstip, etc.) in op de overeenkomst en pas de aftekenlijst en de evaluatiedatum aan.
Laat de ouders een nieuw geneesmiddel altijd eerst thuis gebruiken.
Laat een formulier ‘Overeenkomst gebruik geneesmiddelen’ volledig invullen en ondertekenen.
beleid t.a.v. zieke kinderen Akkoord MT (paraaf + datum)
evaluatiedatum: 23-07-2016 Akkoord OR (paraaf + datum)
Akkoord CCR (paraaf + datum)
Villa Kakelbont
Hoofdstuk 3 Beleid en organisatie
Titel: Beleid ten aanzien van zieke kinderen Status: Vastgesteld versienummer: 1 Doel: Vastleggen hoe om te gaan met zieke kinderen. Gebruiker: Locatieverantwoordelijke Documenteigenaar: Directeur
Uitgiftedatum: Versiedatum:
20/04/12 23-07-2015
Bijlage 6. Formulier toediening medicatie (formulierenboek 2.12.a) Locatie
: ...............................................................................................................
Groep
: ………………………………………………………………………………………………………….
Naam kind
: ...............................................................................................................
Naam medicatie
: ………………………………………………………………………………………………………….
Toedieningmoment(en)
: ………………………………………………………………………………………………………….
Dosis
: ………………………………………………………………………………………………………….
Wijze van toediening
: ...............................................................................................................
datum
tijdstip
naam toediener
paraaf
Gezien door locatieverantwoordelijke:
beleid t.a.v. zieke kinderen Akkoord MT (paraaf + datum)
evaluatiedatum: 23-07-2016 Akkoord OR (paraaf + datum)
Akkoord CCR (paraaf + datum)
Villa Kakelbont
Hoofdstuk 3 Beleid en organisatie
Titel: Beleid ten aanzien van zieke kinderen Status: Vastgesteld versienummer: 1 Doel: Vastleggen hoe om te gaan met zieke kinderen. Gebruiker: Locatieverantwoordelijke Documenteigenaar: Directeur
Uitgiftedatum: Versiedatum:
20/04/12 23-07-2015
Bijlage 7. Beleid Villa Kakelbont bij kinderen met waterpokken Herhaaldelijk worden we geconfronteerd met vragen van medewerkers of klanten omtrent het beleid rond het al dan niet toelaten van kinderen met waterpokken. Wij volgen hierin het beleid van de GGD en niet de adviezen van afzonderlijke huisartsen omdat deze nog al eens verschillen. Kinderen met waterpokken mogen de opvang weer bezoeken vanaf het moment dat de plekjes ingedroogd zijn óf op een dergelijke plaats zitten (onder de kleding) dat er geen aanraking met de blaasjes mogelijk is (ook niet bij toiletbezoek). Dit heeft niet te maken met het nog besmettelijk zijn van het kind (de incubatietijd is al voorbij) maar met het mogelijk infectiegevaar dat open wondjes voor het kind zelf en andere kinderen met zich mee kan brengen. Binnen de groepsopvang kunnen we onvoldoende hygiëne maatregelen nemen om contact met de wondjes of vuil in de wondjes te voorkomen.
beleid t.a.v. zieke kinderen Akkoord MT (paraaf + datum)
evaluatiedatum: 23-07-2016 Akkoord OR (paraaf + datum)
Akkoord CCR (paraaf + datum)