Nummer 2015/1 - 1ste semester 2015
LINK 2015/1
Colofon
In dit nummer
GS1 Belgium & Luxembourg
FORUM 2015 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Koningsstraat 76 bus 1, 1000 Brussel Tel: 02 229 18 80, Fax: 02 217 43 47 E-mail:
[email protected] Website: www.gs1belu.org Semestrieel ledentijdschrift:
Ontdek de hoogtepunten van ons jaarlijks informatie- en netwerkevent rond het thema ‘Beter winkelen met GS1 in een omni-channel omgeving’ met aansluitende interviews van GS1 Belgilux voorzitter Hilde De Geest, Kris Geeraert (CEO Danone) en Miguel Lopera (CEO en President GS1 Global)
1ste semester 2015 Verantwoordelijke uitgever: Jan Somers, Koningsstraat 76 bus 1, 1000 Brussel Hoofdredactie: Dominique vertroost Redactie: Stefan Van Rompaey, Jan Verbanck Stafleden van GS1 Belgium & Luxembourg Grafische vormgeving: www.ramdesign.be
Healthcare Day 2015. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 De tweede editie van de GS1 Healthcare Day stond in het teken van patiëntveiligheid en een efficiënte logistiek. Aansluitend bij het verslag volgen interviews van Thomas De Rijdt (Ziekenhuisapotheek UZ Leuven), Joan Cahill en Jan Janssens (Pfizer) en Ulrike Kreysa (GS1 Global)
DIY & Garden event . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 ‘Wat betekent omni-channel voor uw data-uitwisseling?’ was de centrale vraag op dit event. Ingmar Hensbergen (Gamma Nederland) en Rudi Petit-Jean (Gamma België) geven tijdens hun interview hun visie op de toekomst van de DIY & Garden retail.
Foto’s: Dieter Paternoster, François de Ribaucourt, David Plas en GS1
Verder nog: Uitnodiging prijsuitreiking Speeddocking 2015 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
19
De GS1 Data Checker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
26
Catman opleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
28
Hoe optimaler bestellen, leveren en factureren? Lees deze LINK ook digitaal Ce magazine existe également en français et est disponible sur demande à notre secrétariat.
2
Kom op EDI opleiding bij GS1 Belgilux: www.gs1belu.org/nl/opleidingen-edi
Hoe maak ik mijn eerste barcode? Onze helpdesk wordt dagelijks overstelpt met vragen rond het vormen en toekennen van productnummers (GTINs of Global Trade Item Numbers) en het realiseren van correcte barcodes.
Onze folder ‘Hoe maak ik mijn eerste barcode?’ begeleidt u stap voor stap beginnende bij de aanvraag van uw bedrijfsprefix tot de gedrukte barcode op uw verpakkingen. Nieuwe leden krijgen de folder automatisch bij aansluiting. Vraag uw exemplaar aan via
[email protected].
Bedrijven beschikken voortaan over 2 nieuwe hulpmiddelen. Onze online game waarbij u spelenderwijs enerzijds de basis van barcodes en identificatie aanleert en anderzijds een duikje kan nemen in de wereld van data en zo basiskennis rond GDSN en trustbox kan verwerven. Dit spel zal weldra beschikbaar zijn in de nieuwe LEARN omgeving van onze website. Hou onze eNews in de gaten.
Nieuwe communicatiecampagne rond datakwaliteit Net zoals wij in 2014 een ruime communicatiecampagne rond trustbox gevoerd hebben, staat een nieuwe campagne in de steigers rond datakwaliteit (inclusief de GS1 Data Checker en de GDSN uitrol). Hiermee wil GS1 Belgium & Luxembourg bedrijven sensibiliseren rond het belang van goede data en de diensten om de datakwaliteit te monitoren.
Onze comités Wist u dat de lokale GS1 richtlijnen besproken en uitgewerkt worden binnen GS1 Belgilux Comités en werkgroepen, samengesteld uit vertegenwoordigers van fabrikanten en distributeurs die lid zijn van de organisatie? U kan zich kandidaat stellen en zo bijdragen tot de gekozen oplossingen. Bent u bijvoorbeeld geïnteresseerd in de identificatie en tracering van tabak, vlees, vis of geschenkbonnen, of nog in de evolutie van EDI of GDSN?
Deze LINK in een nieuw kleedje In december jl. maakte GS1 Global zijn nieuwe ‘Global Branding’ bekend. Alle lokale GS1 organisaties krijgen maximum 2 jaar om hun volledige communicatie (brochures, website, elektronische nieuwsbrieven, papierwaren, enz.) te aligneren op de nieuwe richtlijnen. Dit magazine in nieuw formaat en nieuwe lay-out is hiervan een toepassing. De website volgt later dit jaar.
Contacteer ons via
[email protected].
3
GS1 Forum 2015
GS1 Forum 2015 “The road to good data” Op dinsdag 10 maart jl. organiseerde GS1 Belgilux zijn jaarlijks GS1 Forum. De editie 2015 vond plaats in het Brusselse congrescomplex Tour & Taxis en was een voltreffer. De 350 deelnemers liepen braaf aan het handje bij VRT-nieuwsanker Hanne Decoutere, die als gastvrouw optrad om het publiek met een rotvaart door het pittige programma te loodsen. Ter plaatse maakte tekenaar Aster leuke cartoons om het gebeuren nog wat op te luisteren. De consument van morgen Vooral key note speaker Steven Van Belleghem, professor marketing aan de Vlerick Business School en gedreven inspirator, voerde het evenement naar een gesmaakt hoogtepunt met zijn gestroomlijnde uiteenzetting over hoe menselijke interactie en emotie meer dan ooit cruciaal worden in een tijdperk van onomkeerbare digitalisering. “Net wat in een wereld van robots, automatisering, mobile devices en artificial intelligence schaars wordt, wint aan waarde en schept kansen om te differentiëren en het verschil te maken.” Een panel van vijf door de wol geverfde ceo’s (Bernard Deryckere van Alpro, Kris Geeraert van Danone, Wim Swyngedouw van Melitta, Etienne Gossart van CocaCola Enterprises en Rudi Petit-Jean van Gamma) boog zich vervolgens over zijn stellingen en over wat merken anno 2020 van de consument mogen verwachten. “De digitale focus maakt alles fast en easy, maar de human touch zorgt voor fun,” zei Kris Geeraert. “Facings per lopende meter raken in de supermarkt achterhaald,” bracht Wim Swyngedouw in: “We focussen te veel op prijs en te weinig op onderscheidende triggers zoals belevingsaspecten.”
Samenwerking is cruciaal Het thema van de GS1 Forum bijeenkomst anno 2015 was evenwel: het immense belang van datakwaliteit en de noodzaak tot samenwerking tussen leveranciers en retailers volgens GS1-standaarden om die kwaliteit te garanderen. “Besparen en kostenefficiënt werken volstaan niet meer,” zei Hilde De Geest, voorzitter van GS1 Belgilux.
Steven Van Belleghem
4
“Trustbox bewijst dat het kan; die lijn moeten we doortrekken.” Een reeks getuigenissen van op het terrein maken die stelling trouwens hard: Colruyt en Jules Destrooper brachten samen een verhaal rond trustbox en EU 1169, Delhaize en Coca-Cola rond couponing en de Coupon Data Pool, Nestlé en
Van links naar rechts: Marc Eisel (Orangina Schweppes), Koen Desmet (Delhaize), Bruno Claes (Carrefour), Sofie Hofman (Nestlé), Aurélie De Ruyck (Delhaize), Jan Somers (GS1 Belgilux), Martine Pauwels (Colruyt) en Hanne Decoutere (VRT)
Carrefour rond EDI (m.n. de 100% harmonisatie vanaf 2016 en het Europees goederontvangstbericht). Delhaize en Orangina Schweppes sloten af met een GDSN verhaal.
De consument zoekt online Karina De Cock, account director retail bij GfK, wees erop dat de consument, zo blijkt uit een panelbevraging in december 2014 bij 2200 respondenten, informatie wil, maar ze minder gebruikt dan je zou verwachten, of ze onvoldoende terugvindt. De digitale shopper vormt in fmcg zeker nog niet de hoofdmoot (8%), maar de consument is online wel op zoek naar informatie. “Be ready for the future challenge,” gaf Karina De Cock als waarschuwing mee. Dat betekent: samenwerken rond datakwaliteit! Hilde De Geest citeerde Malcolm X – “The future belongs to those who prepare for it today” – en Bart Eynatten van Deloitte Consulting voegde er nog aan toe: “Als de consument, vooraleer hij gaat shoppen, de gewenste info online vindt, is meerverkoop nadien gegarandeerd, zo blijkt uit onderzoek.”
Geen omnichannel zonder topdata Wellicht dé meest in het oog springende spreker van het hele event was Miguel Lopera, president en CEO van GS1 Global. Hij hanteerde het wierookvat voor Jan Somers en zijn team: “GS1 is actief in 111 landen en ik kan gerust stellen dat GS1 Belgilux een van de meest innoverende is.” Om de veeleisende consument in een omnichannelstrategie te bedienen, is een naadloze integratie van klantendata cruciaal, zo vervolgde Miguel Lopera nog. “Standaardisering en datakwaliteit voorkomen dat je relatie met de consument vertroebeld raakt. Een product met onnauwkeurige informatie is gewoon een slecht product. Of je het als FMCG bedrijf nu leuk vindt of niet, data wijzigen de industrie ingrijpend. Met data-analyse en consumer insights maak je het verschil. Chief data officers zijn dan ook geen overbodige luxe.” Zijn besluit: “De GS1 standaarden faciliteren het handelslandschap van de toekomst.”
J.H. Verbanck
5
GS1 Forum 2015
Hilde De Geest (Voorzitter GS1 Belgilux)
Samenwerking kan grootse projecten opleveren Met de voorzitter van GS1 Belgilux, Hilde De Geest van Coca-Cola Enterprises, blikken we terug op het Forum 2015 van GS1 Belgium & Luxembourg. We gaan nog heel even in de diepte in op enkele thema’s die tijdens het Forum aan bod kwamen en peilen naar haar overpeinzingen in dat verband.
Heeft de boodschap van het Forum doel getroffen?
Hoe bereik je een efficiënt databeheer en datakwaliteit?
“Het is moeilijk om in te schatten of de boodschap goed is doorgekomen, als je zelf zo nauw bij de organisatie betrokken bent en ook zelf het podium moet betreden, maar we hebben toch een aantal berichten ontvangen waaruit we kunnen opmaken dat de ideeën die we wilden lanceren, tot het publiek zijn doorgedrongen. Er zat links en rechts wat herhaling en overlapping in wat door de opeenvolgende sprekers is gezegd, maar dat kan evengoed een sterk punt zijn: de afwisseling van theorie en praktijk gaf alleszins meer duidelijkheid.”
“Vroeger was databeheer vooral een B2Baangelegenheid. Vanzelfsprekend blijft geldig dat de supply chain-data kwalitatief top moeten zijn, maar nu komen daar ook nog eens op consumenten gerichte data bij. Voor GS1 is GDSN dé technische tool, hét kanaal bij uitstek, om die flow de beste garantie op succes te bieden. Het is de weg die we moeten bewandelen. Heel wat Europese landen hebben al voor GDSN gekozen, zoals met name onze buurlanden Nederland en Duitsland, en ook wel Frankrijk, zij het nog niet voluit. GDSN is sowieso de toekomst. Een fout is snel gemaakt... Bedrijven hebben er belang bij om in zee te gaan met GS1. Voor 2015 heeft onze organisatie datakwaliteit als focus. GS1 stelt een gratis tool ter beschikking, die de datakwaliteit gaat meten a.d.h.v. logische checks en een fysieke audit waarbij de verpakkingsinformatie wordt vergeleken met de data die ter beschikking werd gesteld. De raad van bestuur van GS1 heeft daarvoor een personeelsuitbreiding met vier extra mensen goedgekeurd.”
Welke prioriteiten stelt GS1 Belgilux voor 2015-2016? “In de voorbije periode is heel wat gelanceerd dat nu tot volle ontplooiing moet gaan komen. Ik denk daarbij aan het Global Coupon Number, de Coupon Data Pool en daaraan gelinkt de mobiele kortingsbon. Vanzelfsprekend gaat het ook over trustbox. Die projecten zijn vandaag uitermate tastbaar geworden en ze zijn klaar voor verdere uitrol. Ze tonen ook aan hoe samenwerking tussen enerzijds de leveranciers en de fabrikanten, en anderzijds de retailers grootse projecten kan opleveren, die de hele gemeenschap in het FMCG-landschap ten goede komen. Datakwaliteit in het algemeen speelt daarbij een cruciale rol. Voornamelijk GDSN is voor GS1 Belgilux in dat verband een prioriteit voor de nabije toekomst. Door de Europese Verordening 1169 rond etiketinformatie is nog eens extra onder de aandacht gekomen hoe belangrijk datakwaliteit is voor de hele keten, tot bij de consument toe.”
6
Is een data officer voor FMCG bedrijven een noodzaak? “De fabrikanten moeten erop toezien dat ze de juiste mensen op datakwaliteit zetten en dat ze ondersteunende systemen uitbouwen. “De juiste mensen” is een kwestie van kennis opdoen, zoals via de trainingssessies van GS1. Masterdata is echter een complexe materie die overstijgt wat puur menselijke controle aankan, zodat systemische onderbouw onontbeerlijk is. Een data officer kan veel helpen
oplossen. In plaats van te reageren op fouten zou een persoon in zo’n functie proactief kunnen werken door de datastromen te doorgronden en in te schatten, en de data voor de hele keten juist te zetten, te beginnen bij de eigen productie. Zo heeft Coca-Cola Enterprises een masterdatateam voor verschillende Europese landen; dat team is versterkt en uitgebouwd in het kader van de Europese Verordening 1169, die immers een impact heeft in heel Europa.”
Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten staat de online verkoop bij ons nog in de kinderschoenen. Voor kleding en reizen is online kopen ingeburgerd, voor FMCG nog lang niet. Retailers en hun leveranciers vragen zich ook af welke delen van de huidige fysieke flows in de toekomst via welk kanaal zullen verlopen.”
Welk beeld hebt u van het omnichannel landschap?
“Indien niet, weet je als bedrijf niet waar je staat. We moeten de datastromen op de toekomstige verkoopkanalen enten, om snel te kunnen schakelen en het overzicht te kunnen bewaren van wat zich waar bevindt in de keten. Wellicht staan we voor een onzekere tijd, waarna de zaken wel weer voorspelbaarder zullen worden.”
“Wat omnichannel precies wordt, is momenteel nog koffiedik kijken. Omnichannel komt er sowieso aan, daar bestaat geen twijfel over, maar in vergelijking met het
Hoe dan ook, de data zullen alvast juist moeten zijn!
J.H. Verbanck
Miguel Lopera (CEO & President GS1 Global)
Bedrijven moeten een Chief Data Officer aanstellen Vanuit Brussel leidt de Spanjaard Miguel Lopera de wereldwijde GS1 organisatie. Kwaliteitsdata zijn voor deze ex-Procter & Gamble manager al een prioriteit sinds hij aan het hoofd kwam van het toenmalige EAN International in 2003. Meer dan ooit zijn accurate data een strategische prioriteit, stelt hij.
Recent stelde GS1 een nieuwe strategie voor. Wat houdt die in?
Wat is er zo nieuw aan het consumentengedrag vandaag?
“Wanneer je succesvol bent, moet je behouden wat goed is. Onze focus blijft dus gericht op de FMCG sector en de gezondheidszorg, en de GS1 systemen behouden we ook. Maar na 40 jaar pure business-tobusiness activiteiten zien we nu wel dat er een nieuwe consument is ontstaan, die een revolutie veroorzaakt in de winkels. Nieuw shoppergedrag noopt er ons toe om ons GS1 systeem te vertalen van businessto-business naar business-to-consumer. We hebben nieuwe standaarden nodig voor online en omnichannel shoppen.”
“De smartphone, die toegang biedt tot een enorme hoeveelheid informatie, en die zo een belangrijke rol speelt in het aankoopproces. Ook wanneer consumenten niet online kopen, zoeken ze vaak informatie op vooraleer ze naar de winkel gaan – of zelfs terwijl ze in de winkel staan. Dat wordt een normaal onderdeel van het beslissingsproces. En informatie komt niet langer van reclamespots op televisie, maar van medeconsumenten, via sociale netwerken. De consument staat meer dan ooit in het centrum. Hij beslist op elk moment of hij online koopt
7
GS1 Forum 2015
of in de winkel. Consumenten eisen een omnichannel benadering. Datakwaliteit is daarom een vereiste voor succes. In onze relatie met de consument kunnen we ons absoluut geen fouten veroorloven. Vergeet omnichannel zonder kwaliteitsdata. Bedrijven moeten begrijpen, dat een product met inaccurate data een defectief product is. Informatie is een essentieel onderdeel van het product. Dat is enorm belangrijk!”
Foutieve data vormen een gevaar? “Data kunnen inderdaad een bedreiging vormen, denk maar aan wat de Amerikaanse retailer Target is overkomen, maar net zo goed zijn data een enorme opportuniteit. Veel mensen zien data als een last, een noodzakelijk kwaad, maar wie clever is begrijpt dat data een competitief voordeel vormen. Data zullen het verschil maken in de toekomst. We moeten data leren zien als een strategisch pluspunt. Weet u, toen ik lang geleden begon bij Procter & Gamble, was IT een onderafdeling van finance, het was gewoon een administratieve tool. Vandaag is dat wel anders... Vooruitziende bedrijven zullen Chief Data Officers aanstellen.”
Waarom is het voor bedrijven zo moeilijk om kwaliteitsdata te beheren? “Als je kijkt naar de informatie op het etiket van een product, dan zie je dat die data moeten komen van misschien wel tien of vijftien verschillende afdelingen in het bedrijf. De ingrediënten komen van R&D, de logistieke data van de supply chain afdeling, de kwaliteitsdata van de kwaliteitsafdeling, de prijs en de promoties van de marketingdivisie, en ga zo maar door. Als brand manager bij P&G moest ik al die data van al die verschillende bronnen checken vooraleer ik
het etiket kon goedkeuren. Ook vandaag gebeurt dat vaak nog manueel. Maar het onderhoud van data is een uitdaging. De informatie moet op elk moment up-todate zijn. De enige manier om dat te bereiken is met een Chief Data Officer die het bedrijfsmodel begrijpt en de data structureert.”
Wat doet GS1 om deze evolutie te versnellen? “We ‘prediken’ om het bewustzijn te vergroten van het belang van correcte data. We brengen data experts samen om beste praktijken uit te wisselen en richtlijnen op te stellen voor kwaliteitsdata. De enige manier om zekerheid te hebben over kwaliteitsdata, is het inzetten van ‘Data Quality Master Services’ die de data controleren en certificeren. In landen als Canada of Oostenrijk verplichten retailers hun leveranciers al om op deze manier te werken.”
Wat brengt het op? “Als fabrikant of retailer zou ik data in de top drie van mijn prioriteiten zien, als competitief voordeel in een omnichannel wereld. Hoe kan ik de consumentenervaring verrijken door middel van data? Kijk maar hoe Amazon met data speelt. Ook op het internet gaan onze standaarden een grotere rol spelen. Ging het tot nu toe vooral over kostreductie en efficiëntie, dan gaan we voortaan ook voor groei, dank zij betere zoekresultaten en een verbeterd voorraadbeheer. We gaan het GTIN koppelen aan online productdata in zoekmotoren, zodat de consument veel makkelijker producten zal kunnen vinden en vergelijken. Tegen juni hebben we hiervoor een standaard klaar. Een GTIN op het web verbetert de zoekresultaten met 25 tot 30%, bleek uit tests in de VS. Er is een directe correlatie met de verkoopcijfers.”
Hoe dringend is dit alles? “De Europese richtlijn 1169 heeft alles in een stroomversnelling gebracht. Veel bedrijven begrepen die richtlijn niet ten volle, maar nu wij hen hebben voorgelicht, zijn ze er zich van bewust en is het een prioriteit geworden. Als GS1 willen we de kampioenen van de datakwaliteit zijn, maar we zijn slechts bemiddelaars, de echte verantwoordelijken zijn de bedrijven.”
Stefan Van Rompaey
8
Kris Geeraert (General Manager Danone Benelux)
“Consu-mens 2020: big data voor big insights” “Eigenlijk wil ik het bij het vooruitblikken naar de toekomst helemaal niet over ‘de consument’ hebben,” zegt Kris Geeraert nadrukkelijk. “Door die term te gebruiken, reduceren we de mens tot iemand die consumeert, tot zijn consumptie. De ‘consu-mens’ is een familielid, een vriend... Laten we het dus over mensen, ‘consu-mensen’ hebben.”
Hoe is de ‘consu-mens’ mettertijd geëvolueerd?
Hoe gaat Danone om met de consument van 2020?
“De emotie van de mensen is niet danig veranderd, denk ik. Bij eten en koken is voor hen gezondheid, genot, gemak en duurzaamheid belangrijk. Voor de voedingsindustrie is het een uitdaging om zowel online als offline dagelijks voldoende dicht bij de mensen te staan en in dagelijks contact met hen open te staan voor hun ambities, aspiraties, gewoonten... Op een bepaald moment zijn producten en verpakkingen daar een soort emanatie van, als je wil, maar als op zich staande bekommernis vind ik dat te eng.”
“Ultravers, waarin wij actief zijn, is een categorie tussen vers en droge voeding. Met het oog op online verkoop is een aankoop voor een functioneel doel – neem bijvoorbeeld een boormachine die vijf of tien jaar meegaat – volstrekt iets anders dan verse voeding die je frequent koopt en waarvoor je keuze wil uit tal van soorten. Je wil bij de aankoop immers je zintuigen gebruiken. Zuivel wordt ook frequent gekocht, is een afdeling met veel variatie en met een focus op versheid. Van vers en ultravers verwacht ik niet dat die op korte termijn in grote mate online gekocht zullen worden.”
Hoe pakt u dat aan: dicht bij de mensen staan? “Online hebben we een panel met mensen van alle leeftijden, mannen en vrouwen van uiteenlopende afkomst, die we ondervragen over hun opvattingen, algemeen maar ook toegespitst op hun specifieke keuzes, bijvoorbeeld inzake verpakkingen. ‘Offline’ richten we twee ruimtes in als woonkamers in ons bedrijf – zowel in Oudergem als in Utrecht – waar we mensen in een vertrouwde omgeving uitnodigen om ideeën uit te wisselen. Zelf gaan we ook naar mensen toe, om hen te observeren en met hen van gedachte te wisselen. Dat hoeft niet altijd georganiseerd te zijn, het kan ook informeel tijdens het dagelijkse leven, in familiekring, en natuurlijk ook op de winkelvloer, absoluut. Belangrijker is dat je het met een open geest doet.”
Hoe bekijkt u als merk de omnichannel omgeving? “Voor yoghurt is de impact van de digitalisering niet zozeer dat mensen het product online gaan bestellen en thuis gaan laten leveren, als wel de rol die het digitale kanaal speelt in de aanloop naar de aankoop. De consument wil goed geïnformeerd zijn: prijs, ingrediënten en voedingswaarden, herkomst, het bedrijf erachter... Daarvoor is transparantie vereist. Al honderd jaar heeft Danone als missie dat het via voeding gezondheid wil verschaffen aan zo veel mogelijk mensen. Meer dan ooit kan vandaag business voeren niet meer zonder aandacht voor het maatschappelijk ecosysteem. Daar willen we nadrukkelijk over communiceren: wie is dat bedrijf achter die yoghurt, hoe is onze relatie met de melkveehouders, hoe gaan
9
GS1 Forum 2015
we om met onze medewerkers? Digitaal kunnen we een gerichter aanbod doen, maar welke ethiek is voor ons in de omgang met consumentendata en privacy aan de orde? Over de hoge standaarden die we daarin hanteren, willen we open communiceren.”
Welke stappen zet Danone naar meer datakwaliteit? “Datakwaliteit is in het licht van het voorgaande een topfocus voor ons. We willen de ‘consu-mens’ beter begrijpen, zijn behoeften goed inschatten, hem gericht benaderen. Daar speelt databeheer een cruciale rol in. We hebben specialisten in ons bedrijf, maar gemakkelijk is dat zeker niet altijd. Standaarden zijn belangrijk, zodat alle retailers en suppliers ze kunnen gebruiken en dezelfde taal spreken. Data zijn echter geen doel op zich: big data hebben pas zin in functie van big insights. De connectie met de mens legt de basis van die insights, die je dan met data kunt onderbouwen, in plaats van daarin op zoek te gaan naar de ‘waarheid’.”
Belgilux is volop bezig een solide basis te leggen. Bovendien helpt GS1 het bewustzijn te creëren rond het belang van databeheer en standaardisering. Een event als het GS1 Forum draagt daar ook in hoge mate toe bij. Databeheer is immers meer dan een verplichting in het kader van een Europese Verordening. GS1 stelt platformen ter beschikking om data efficiënt samen te brengen, te vernieuwen, te gebruiken en uit te wisselen. Discipline in het proces brengen vereist enige ‘power’, en die heeft GS1 in het FMCG landschap. GS1 kan de verschillende belanghebbende partijen samenbrengen en begeleiden in het nemen van de nodige beslissingen. Top-down opleggen hoeft niet en werkt niet, maar beslissingen moeten wel genomen worden en we moeten ons eraan houden. Daarin kunnen de sectororganisaties overigens eveneens een ondersteunende rol spelen.”
J.H. Verbanck
Alle presentaties van FORUM 2015 kunnen geraadpleegd worden op www.gs1belu.org/nl/nieuws-evenementen/forum-2015
Welke rol ziet u de komende vijf jaar voor GS1 Belgilux? “België loopt allerminst achterop in Europa, als het gaat om standaarden voor het beheer van data. GS1
Wenst u meer informatie over datakwaliteit? Contacteer
[email protected] of tel: 02/229.18.80.
Van 10 links naar rechts: Bernard Deryckere (Alpro), Kris Geeraert (Danone), Wim Swingedouw (Melitta), Etienne Gossaert (Coca-Cola Ent.) en Rudi Petit-Jean (Gamma).
Van links naar rechts: Jan Somers (GS1), Vincent De Hertogh (Delhaize), Lisa Van den Bossche (FrieslandCampina), Katleen Van Limberghen (CHEP), Patrick Van Daele (CHEP), Manu Opsomer (Remitrans), Fabrice Gilson (Colruyt), Nathan Poty (Colruyt) en Frank Coppens (Remitrans), Hanne De Coutere en Hilde De Geest.
Uitreiking ECR Award 2014-2015 Op het einde van Forum 2015 vond nog de uitreiking plaats van de ECR Award 2014-2015. Die ging gezamenlijk naar CHEP, Colruyt, Delhaize, FrieslandCampina en Remitrans. Samen hebben zij dankzij nauw overleg een optimaal leveringsschema gerealiseerd met inzet van een Compressed Natural Gas-vrachtwagen die permanent dezelfde efficiënte route rijdt en steeds beladen is, hetgeen heeft geleid tot 27% minder CO2 uitstoot en 95% minder fijn stof. Een inspirerend project!
Wenst u meer te weten? Bekijk het filmpje op www.gs1belu.org/nl/ecr/winner-2014-2015
11
GS1 Belgilux Healthcare Day
GS1 Belgilux Healthcare Day Op 9 maart jl. organiseerde GS1 Belgilux in Tour & Taxis zijn Healthcare Day 2015. Het thema: “Samen werken aan een hogere patiëntveiligheid en efficiënte logistiek”. De invoering van globale standaarden biedt aanzienlijke voordelen voor de patiëntveiligheid en voor de kostenreductie in de gezondheidszorg.
Met de huidige stand van zaken is het gemakkelijker om een pak melk in de supermarkt te traceren dan een kunstknie in een ziekenhuis. Met zo’n vijf à zes miljard scans per dag wereldwijd is onze economie nochtans niet meer denkbaar zonder de universele taal van de barcode.
Kostenreductie en kwaliteitsverbetering Het gebruik van de barcode en de GS1 standaarden kan de authenticatie, de traceerbaarheid en de efficiëntie in de gezondheidzorg verhogen. “Als neutrale vzw geniet GS1 wereldwijde erkenning,” benadrukte Jan Somers, ceo van GS1 Belgilux, vooraf. “Een gemeenschappelijke oplossing voor de hele industrie, uitgaande van globale standaarden zoals de Unique Device Identification (UDI), kan de sector helpen om dertig jaar achterstand ten opzichte van de retail inzake supply chain efficiency weg te werken.”
Dat was overigens ook de essentie van het verhaal van Ulrike Kreysa, vice president GS1 Healthcare bij GS1 Global. “De kosten in de gezondheidszorg kunnen omlaag, vervalsingen kunnen we beter tegengaan, fouten in de toediening van geneesmiddelen kunnen door automatisering vermeden worden, en de opsporing van medical devices (bijvoorbeeld van implantaten bij een recall) kan efficiënter.” Zij benadrukte dat de implementatie van standaardisering, een kwestie is van samenwerking en niet van onderlinge competitie tussen de stakeholders. “Regelgeving vanwege de overheid kan een motiverende factor zijn, maar ook de wens van ziekenhuizen om hun processen te verbeteren en hun kosten te reduceren is er één. Een geharmoniseerde benadering is een absolute noodzaak.”
‘Single-Unit’ voor scanning at Point-of-Care De manier waarop Thomas De Rijdt, adjunctdiensthoofd van de ziekenhuisapotheek van het UZ Leuven, zijn betoog begon, klonk alarmerend: “ België telt per jaar duizend overlijdens ten gevolge van fout medicatiegebruik.” Missen is menselijk, maar in dit geval zijn de fouten toch ten allen prijze te vermijden. Zijn vurig pleidooi voor allerlei vormen van automatisering viel na die opener niet in dovemansoren. “Het elektronisch voorschrift, dat leesbaarder is dan de handgeschreven variant en ook andere errors niet bevat, reduceert fouten in het apotheekproces met maar liefst 62%. Scanning van barcodes zorgt voor een vermindering van de foutenlast met 34%. Een computer kan de arts bij het voorschrijven immers signaleren dat het voorschrift bijvoorbeeld duplicatie bevat, een risico op allergieën, interacties met voeding of andere medicatie enzovoort. Standaardisatie zorgt gewoon voor meer patiëntveiligheid.”
Jan Somers
12
Herleid je de patiënt dan niet tot een nummer? “Jawel, met alle voordelen vandien!” zo luidt de polemische stelling van Thomas De Rijdt. “Scanning at Point-ofCare vooraleer medicatie wordt toegediend, met het elektronisch voorschrift als basis, heeft de toekomst.
Van links naar rechts: Magali Audiart (Pharma.be), Stefaan Dewulf (Ethilog) Jan Flament (UZ Brussel), Ulrike Kreysa (GS1 Global) , Jan Saevels (APB) en moderator Séverine Dewerpe (GS1 Belgilux)
Daarvoor is het wel nodig dat de medicatie barcodes op het niveau van de ‘Single-Unit” bevat. De ziekenhuisapotheek kan de vertaling van de in bulk aangeleverde geneesmiddelen niet bolwerken. Het zou de zaak vooruithelpen, mocht de farmaceutische industrie die barcode aan de basis, bij de productie, aanbrengen.”
Inspanningen van de farmaceutische industrie Het antwoord volgde meteen in de uiteenzetting van Jan Janssens, customer relations manager voor Pfizer België: “Identificatie op pilniveau - dankzij ‘Single-Unit’ afgestemd op scanning at Point-of-Care - is vandaag al in bedrijf. Het gaat om een pan-Europese benadering – Pfizer is immers een globale speler – waarbij de 2D GS1 DataMatrix barcode de basis vormt, want die neemt minder ruimte in dan de klassieke lineaire barcode.” Aansluitend stelde Mike Rose, vice president supply chain visibility bij Johnson & Johnson én voorzitter van de EFPIA (European Federation of Pharmaceutical Industries & Associations), het European Stakeholder Model voor. Dat is gericht op een alomvattende benadering van serialisatie en traceerbaarheid door gebruik van GS1 standaarden. Het is een database
opgesteld door de EC om farmaceutische producten beter te kunnen authentificeren. Na de middagpauze sloot Joan Cahill, director of packaging and device services bij Pfizer, daarbij aan door te getuigen over hoe haar onderneming omgaat met de veelheid aan nationale en internationale normeringen en wetgevingen. “Eén en ander maakt standaardisering niet zo evident. Een strategische stuurgroep die alle gespecialiseerde teams bij Pfizer bundelt, werkt als Serialisation Control Tower (SCT) die harmoniserend optreedt voor meer dan tienduizend SKU’s en een heel aantal productiesites, uitgaande van globale standaarden.”
GDSN Data Pool Joke Op den Acker, lead data manager bij GS1 Belgilux, kaartte nadien het probleem aan van het beheer van masterdata in de gezondheidszorg. “Ziekenhuizen en apotheken hanteren nu vaak eigen databases. Wanneer bepaalde productinformatie verandert, moeten die allemaal aangepast en geharmoniseerd worden. Dat is een wankele basis voor een betrouwbare supply chain en een doeltreffende traceerbaarheid.” Beter zou zijn dat alle informatie op één gemeenschappelijke plaats op correcte wijze zou
13
GS1 Belgilux Healthcare Day
zijn samengebracht. “Als gegevensuitwisseling tussen partijen één-op-één gebeurt, is elke partij verplicht alle inspanningen zelf te leveren, wat erg arbeidsintensief is. Voor UDI levert de GDSN data pool één toegangspoort en één taal voor de uitwisseling, updating en validatie van masterdata.” Aansluitend gingen Jan Janssens van Pfizer, als voorzitter van de vzw eHealth, en Pierre-François Demeuldre, apotheker van het CHU Liège, nog een stap verder: EDI (Electronic Data Interchange) als basis voor het uitwisselen van transactionele data: van prijzencataloog over order en orderbevestiging naar e-factuur. “De voordelen zijn legio: de foutenlast daalt, de informatie is altijd duidelijk en up-todate, de administratieve kosten gaan omlaag, de componenten (bestelbon, leverbon en factuur) zijn perfect op elkaar afgestemd, en je boekt tijdswinst.”
Frank Robben
Weerstanden overwinnen Keynote speaker Frank Robben, general manager bij het eHealth-platform van de Belgische overheid, sloot de dag af met zijn visie op de toekomst: hoe kunnen we de patiëntveiligheid centraal stellen en wat zijn de grootste uitdagingen voor de Belgische gezondheidszorg? Hij wees op de noodzaak tot samenwerking voor een efficiënte, veilige en goed gestructureerde gegevensuitwisseling, waarbij er
J.H. Verbanck
aandacht is voor het medische beroepsgeheim, de privacy van de patiënt en ondersteuning van de zorgpaden. Zelf timmert hij danig aan de weg met het eHealth-platform, gericht op 100.000 gezondheidswerkers en op beleidsvoering. “Daaronder vallen niet centrale gegevensopslag of diensten aan eindgebruikers, wel basisdiensten voor toegang tot en uitwisseling van informatie, door middel van vercijfering, toegangscontrole
Alle presentaties van de Healthcare Day kunnen geraadpleegd worden op www.gs1belu.org/nl/nieuws-evenementen/ gs1-belgilux-healthcare-day
(login) en time stamping. De basis voor het geïntegreerde systeem tussen zorgverstrekkers is het akkoord van de patiënt (eHealth consent).” Hij besloot met in het kader van een en ander het absolute belang van unieke identificatie op alle
Wenst u meer informatie over GS1 Healthcare? Contacteer
niveaus extra in de verf te zetten. “De technologie is er klaar
Séverine Dewerpe via
[email protected] of 02/290.57.73
voor,” aldus nog Frank Robben. “Het is nu aan de zorgsector om ze te gaan gebruiken en te voeden. Daartoe moet de sector wel nog de nodige weerstanden zien te overwinnen.”
Enkele opvallende citaten Op het einde van de GS1 Belgilux Healthcare Day was er een panelgesprek met de volgende deelnemers: Magali Audiart (Pharma.be), Stefaan Dewulf (Ethilog), Jan Flament (UZ Brussel), Ulrike Kreysa (GS1 Global) en Jan Saevels (APB). Gastvrouw Séverine Dewerpe van GS1 Belgium & Luxembourg trad op als moderator. Ziehier enkele markante uitspraken:
“Europese richtlijnen zijn een gelegenheid om samen iets positiefs te bewerkstelligen.” “Fouten in het logistieke proces krijgen te weinig aandacht in de ziekenhuiswereld.” “Gestandaardiseerde codering van de medicatie is zonder meer een basisvereiste.” “10% van de geneesmiddelen is vervalst! Wanneer Mike Rose (EPPIA)
14
gaat de overheid tot de actie over?”
Joan Cahill & Jan Janssens (Pfizer)
GS1 DataMatrix biedt nieuwe perspectieven De roep van de ziekenhuiswereld is groot om ‘Single-Unit’ ziekenhuismedicatie te krijgen. Pfizer neemt die verzuchting ter harte, zeggen Joan Cahill, director of packaging and device services bij Pfizer, en Jan Janssens, customer relations manager voor Pfizer België.
“De GS1 standaarden ondersteunen sowieso onze processen in functie van de veiligheid in de supply chain in het algemeen, in hoofdzaak door codering en serialisatie te gebruiken,” voert Joan Cahill aan. “Het Global Trade Item Number van GS1 garandeert een unieke identificatie van elk product, wat de traceerbaarheid ervan in de hele supply chain ten goede komt, helemaal tot bij de individuele patiënt.”
Patiëntveiligheid “Real time data ter beschikking stellen heeft als doel de authenticatie van geneesmiddelen te doen toenemen en tegelijk het aantal vergissingen bij de toediening van medicatie te doen afnemen,” vervolgt Joan Cahill. “Ultiem willen we het juiste product in de juiste dosis bij de juiste patiënt brengen, op het juiste moment toegediend.” De wereldwijde erkenning van de GS1 standaard, ook door wetgevers, maakt implementatie voor een wereldspeler als Pfizer aanzienlijk gemakkelijker. De regelgevingen kunnen tussen de landen verschillen, maar indien mogelijk opteert Pfizer voor de 2D GS1 DataMatrix. “Die is veel compacter en kan daardoor op ‘Single-Units’ en kleine verpakkingen worden weergegeven,” argumenteert Jan Janssens. “Bovendien bevat hij in zijn structuur meer informatie dan de klassieke lineaire 1D-barcode.” Door de compactheid is GS1 DataMatrix in de productie ook gemakkelijker aan te brengen. In België en Nederland is hij al van toepassing voor ziekenhuizen.
“Een belangrijke doorbraak,” noemt Jan Janssens het. “Het maakt herverpakken overbodig, waardoor het risico op fouten afneemt, wat op zijn beurt de patiëntveiligheid verhoogt. De ziekenhuizen kunnen gerust hun eigen coderingssysteem blijven hanteren en dat via GS1 DataMatrix aan het globale identificatienummer linken.”
Namaak van medicatie De code bevat geen specifieke, aan een individuele patiënt gerelateerde informatie, benadrukt Joan Cahill. “Het globale identificatienummer definieert weliswaar het product, en de drager van de informatie (de GS1 DataMatrix barcode) kan een heel aantal variabelen bevatten, maar als industrie hebben wij volstrekt geen toegang tot patiëntengegevens. De Europese ‘Falsified Medicine Directive’ eist dat minstens de volgende elementen in de barcode opgenomen zijn: serienummer, productidentificatienummer, vervaldatum en lotnummer.” Voor nationale doeleinden is daarnaast nog een vijfde element op de verpakking mogelijk. Met de unieke identificatie en authenticatie van de geneesmiddelen is dus de patiëntveiligheid gediend, die voor alles gaat, maar de inspanningen zijn helaas ook nodig om vervalsing tegen te gaan. “Diefstal tijdens transporten, namaak, vervalsing... dwingen ons ertoe de producten in de hele supply chain nauwkeurig in de gaten te houden. Door de supply chain dusdanig tegen misbruiken te wapenen, verhogen we ook de doeltreffendheid ervan.” J.H. Verbanck
15
GS1 biedt uitkomst “De GS1 standaarden zijn wereldwijd ingeburgerd en erkend, en dat zorgt technologisch voor een stevige basis,” betoogt Joan Cahill, director of packaging and device services bij Pfizer.” “Door er gebruik van te maken, kunnen we flexibele bedrijfsoplossingen uitwerken om op wereldschaal gemeenschappelijke informatie te delen en uit te wisselen, en de behoefte aan geldopslorpende individuele configuraties op maat te verminderen. De GS1 standaarden komen tegemoet aan de striktste businesscriteria: handig in het gebruik, betaalbaar en laagdrempelig toegankelijk.”
Ulrike Kreysa, (Vice President Healthcare, GS1 Global)
Standaarden zijn in het belang van ons allemaal Tijdens haar bevlogen presentatie somt Ulrike Kreysa de belangrijkste voordelen op van globale standaarden in de gezondheidszorg: kostenbesparingen, de strijd tegen namaak, patiëntveiligheid en efficiënte recalls vormen sterke argumenten, waarmee ze bedrijven en organisaties over de hele wereld overtuigt. Maar er is nog een lange weg te gaan…
16
U bent verantwoordelijk voor het aansturen van de gezondheidssector voor GS1 Global. Een boeiende opdracht? “Ik ben heel blij dat ik al tien jaar samen met stakeholders wereldwijd mag bijdragen aan dit initiatief voor meer patiëntveiligheid bij GS1. Vanuit mijn ervaring als ziekenhuisapotheker ben ik vertrouwd met de materie. Het is een zeer interessante en uitdagende job die me in contact brengt met honderden bedrijven en organisaties. Dat zie ik als een privilege. Samen met de verantwoordelijken van onze landenorganisaties stap ik naar de plaatselijke belanghebbenden. In China doe ik dat met de mensen van GS1 China en in Argentinië met de collega’s van GS1 Argentina. De start, tien jaar geleden, was nochtans niet evident. We hebben toen echt de 20 belangrijkste spelers uit de sector in één kamer samengebracht om te peilen naar de nood aan globale standaarden in gezondheidszorg. Vandaag ligt de nadruk eerder op implementatie, ervoor zorgen dat dit op een geharmoniseerde manier kan gebeuren.”
Hoe komt het dat de gezondheidssector zo’n achterstand heeft op het vlak van databeheer, bijvoorbeeld in vergelijking met de supermarktbranche? “De achterstand geldt vooral inzake voorraadbeheer, inderdaad. Ook is het verbazend dat traceerbaarheid al wel geldt voor voeding maar nog niet voor geneesmiddelen, terwijl het daar toch van het grootste belang is. We kunnen ons geen supermarkt voorstellen zonder barcodes, maar in ziekenhuizen zien we ze niet, terwijl het daar wel om mensenlevens gaat. Er is dus nog een lange weg te gaan. Fabrikanten zijn nu wel overtuigd van de voordelen. De meesten zijn globale spelers en ze moeten hun verpakkingen aanpassen aan alle verschillende nationale regels en vereisten, dus ze zien het belang van globale standaarden zeker. Hospitalen zijn moeilijker te overtuigen. Ze kampen met andere issues. We zien wel dat bepaalde succesvolle voorbeelden kunnen inspireren, zoals het ‘scanning at Point-of-Care.’ project bij UZ Leuven. Je hebt visionairs nodig. Leuven is een prachtig voorbeeld, waar mensen uit de hele wereld naar komen kijken. Als we meer voorbeelden als Leuven hebben, zal scanning at Point-of-Care zeker doorbreken. Een collega van me vertelde hoe ze met haar zieke dochtertje naar het hospitaal moest en daar voor het eerst zelf werd geconfronteerd met scanning at Point-of-Care. Ze voelde zich daardoor zoveel veiliger, zei ze. En dat is inderdaad het belang van standaarden: de veiligheid voor de patiënten wordt groter. Ook artsen en verpleegsters zijn uiteindelijk mensen, en ze draaien soms lange werkdagen. Met geautomatiseerde processen moeten we hen ondersteunen in hun werk.”
Welke drempels dienen we nog weg te nemen? “In de hospitalen is de implementatie het knelpunt. Hun soms verouderde IT-systemen communiceren vaak niet met elkaar of zijn niet klaar om de informatie te verwerken. In Leuven hadden ze hun eigen ITinfrastructuur, dat maakt een verschil. Interoperabiliteit vergt significante investeringen, maar uit onderzoek in Nederland blijkt dat de ROI minder dan 2 jaar bedraagt. Het begint daar nu wel te bewegen.”
In sommige landen, waaronder België, gelden nog wel nationale codes. “Heel wat landen gebruiken reeds globale standaarden en slechts een handvol landen, waaronder België, gebruiken nog steeds nationale codes. Overal waar die nationale standaarden gelden, ligt verandering wat moeilijker. Maar we zijn in gesprek. We zijn niet tegen die nationale nummers. Ze worden ook niet afgeschaft door de GS1 standaarden, integendeel, we linken en integreren ze in onze globale standaarden. Steeds meer landen stappen nu mee in ons verhaal. In het VK heeft de National Health Service besloten om GTIN (Global Trade Item Number), GLN (Global Location Number) en GDSN (Global Data Synchronisation Network) standaarden op te leggen. In Nederland zal het ministerie van volksgezondheid een uniforme barcode gebruiken volgens de GS1 standaarden. Er komt ook een register van implantaten. In Denemarken zullen alle ziekenhuizen GS1 standaarden gaan gebruiken. Ook in Zweden beweegt het. De Europese Commissie heeft een voorstel neergelegd van een unieke identificatie op basis van een 2D barcode.”
Het is een project van lange adem? “Ja, maar de resultaten van de voorbije tien jaar zijn toch heel bemoedigend. Er is nu een wereldwijd bewustzijn van de problematiek. Twee drijvers versnellen de evolutie. Enerzijds is er veel regelgeving op komst, anderzijds zijn de ziekenhuizen op zoek naar efficiëntie en kostenbeheersing. Globale standaarden kunnen levens redden, namaak tegengaan en de kosten van de gezondheidszorg gevoelig verlagen. Dat werd recent nog aangetoond in een nieuw McKinsey rapport getiteld ‘Strength in unity: The promise of global standards in healthcare’. Uiteindelijk is dit in het belang van ons allemaal, want ieder van ons kan morgen een patiënt worden.” Stefan Van Rompaey
17
GS1 Belgilux Healthcare Day
Thomas De Rijdt (UZ Leuven):
Standaardisering verhoogt patiëntenveiligheid Mensen begaan onvermijdelijk vergissingen. In de gezondheidszorg kan dat dramatischere gevolgen hebben dan in veel andere sectoren. Als we weten dat er jaarlijks in België door vergissingen, onder meer incorrect medicatiegebruik, een duizendtal doden zijn, heeft de sector er alle belang bij om de menselijke vergissing zo veel mogelijk uit te schakelen. Kan standaardisering soelaas bieden?
Gestandaardiseerde etikettering en barcodescanning kunnen hulp bieden bij het vermijden van medische vergissingen. “Standaardisering is sowieso een veiligere manier van werken,” meent Thomas De Rijdt, adjunctdiensthoofd van de ziekenhuisapotheek van UZ Leuven. “Personeel dat langdurig dezelfde reeksen verrichtingen uitvoert, kan wel enige controle gebruiken, en de medicatie-etiketten zijn goed, maar ontzettend druk met informatie, die op zich wel nodig en nuttig is, maar algauw onoverzichtelijk wordt. Als via standaarden en barcodescanning de computer kan meekijken, is dat zeker winst in kwaliteit en veiligheid.”
Als hulpmiddel “Traceerbaarheid is een noodzakelijke maar zware eis die aan de medicatieverpakkingen wordt gesteld. Met een computer als tweede paar ogen dat nooit moe wordt, krijgt het personeel dat de medicatie correct moet toedienen, een veiliger gevoel. De computer vervangt de mens helemaal niet,” betoogt Thomas De Rijdt, “het is louter een instrument, een hulpmiddel om de veiligheid te verhogen. De computer kan de arts bijvoorbeeld wel helpen bij het voorschrijven van medicatie, maar zal hem zeker en vast nooit kunnen vervangen.” De arts behoudt ten allen tijde het laatste woord en kan de computer ‘overrulen’. Altijd zijn er immers uitzonderingen die aan de standaardisatie ontsnappen. “De mens die van de computer gebruik maakt – dat kan een arts zijn, een verpleegkundige of een ziekenhuisapotheker – moet de correctheid altijd nog valideren; de computer kan wel alerteren, op mogelijke afwijkingen wijzen, en op die manier van onschatbare waarde zijn,”
Naspeurbaarheid Even terugkomen op traceerbaarheid: in de media is al meermaals heel wat te doen geweest rond medische hulpmiddelen (bijvoorbeeld lekkende implantaten) die teruggeroepen dienden te worden. “Naspeurbaarheid vanaf de fabricatie tot aan de patiënt is wat de overheid vraagt,” zegt Thomas De Rijdt daarover. “Barcodescanning is bij een recall zeker nuttig, omdat je via datamining efficiënter en sneller de betrokken producten kunt terugvinden, als ze tenminste gestandaardiseerd geëtiketteerd zijn.” Het belangrijkste element in geneesmiddelenstandaardisering is evenwel de verpakkingswijze. Momenteel produceert de industrie medicatie in multidosisblisters of in potjes, wat onder meer voor rusthuizen en ambulante apotheken goed is, terwijl de apotheken van ziekenhuizen per dosis afleveren en toedienen, en daarvoor ‘single dose’ verpakkingen nodig hebben. De medicatie moet dus herverpakt worden, wat een arbeidsintensief proces is dat de nodige precisie vereist.” De oplossing volgens Thomas De Rijdt is ‘single dose’-verpakkingen mét barcode rechtstreeks vanuit de industrie. “Als de ziekenhuisapotheker van een bepaald geneesmiddel vijfhonderd pillen koopt en er daarvan vijf aan een bepaalde patiënt geeft, zou hij via barcodescanning de link met de individuele patiënt moeten kunnen leggen. Momenteel is daar een ingewikkelde administratieve vertaalslag voor nodig: manuele koppeling van de barcode van het product met het interne artikelnummer van het ziekenhuis via een vertaaltabel, die continu moet worden geverifieerd.”
J.H. Verbanck
18
f o s r e n n i w e h t r e v Disco 5 1 0 2 g n i k c o D d e e p S 5 1 0 2 8 1 June th
m
3 pm until 5.30 p
emony ocking Award Cer D d ee Sp e th to d te You are kindly invi upon registration. Participation is free ddocking.be http://www.spee
PROGRAM
15.00 Reception n Dam 15.30 Welcome huyse and Nils Va en ot ro er - Unilever) ng Te ce en by Laur and Country Manag m iu lg Be or ct re Di ly Chain (Respectively Supp n Speed Docking 15.50 Introductio ager, GS1 Belgilux) ead ECR & EDI man by Nele De Flou (L observation of goods receipt gs in nd Fi 0 .0 16 d Ernesto Solis hool) Glenn Roelandt an r, eu us M ïs na erp Management Sc Ta tw by An t en em ag pply Chain Man (Students Master Su ng 2015 om Speed Docki 16.30 Results fr mans m and Jasper Huys i-Vizor) by Alex Van Breeda ly Chain Analyst, Tr pp Su s os Cr d an O (Respectively CE Docking 2015 winners of Speed e th GS1 Belgilux) of t en m ce Jan Somers (CEO, d an x) 17.00 Announ ilu lg Be 1 GS (President, by Hilde De Geest
VENUE
Unilever 92 • 1190 Vorst Humaniteitslaan 2
19
Doe-Het-Zelf & Tuin event
Doe-Het-Zelf & Tuin event Op 10 maart 2015 vond in Tour & Taxis het GS1 Belgilux Doe-Het-Zelf- & Tuinevent 2015 plaats. Het thema: “Wat betekent omnichannel voor data-uitwisseling?” Het event was een co-organisatie van GS1 Belgilux met GS1 Nederland en sectororganisaties Febin en Comeos.
De Doe-Het-Zelf- & Tuinsector staat voor grote uitdagingen. De sector krimpt en wordt in versneld tempo blootgesteld aan de concurrentie van e-tailers. Daardoor ligt de focus sterk op kostenbesparingen. Om die te realiseren, zijn efficiënte administratieve processen en lagere (logistieke) kosten nodig. Dat kan door onvolledige of onjuiste data weg te werken.
Efficiëntie verhogen In een omnichannelomgeving wordt de datastroom uitgebreider en complexer, zo situeerde Jan Somers, CEO van GS1 Belgilux, de problematiek. Naast B2Bdata komen ook B2C-data in het geding, waardoor gestandaardiseerde uitwisseling extra belangrijk wordt. “De data moeten kloppen en ze moeten compleet zijn. Vandaar onze focus op de kmo’s in de sector, om hen te steunen en te begeleiden, onder meer met toegespitste trainingen.” De droom is één complete dataset voor B2B én B2C, met productafbeeldingen erbij, waar de leveranciers hun gegevens opladen, toegankelijk voor alle retailers én voor alle retailers ook dezelfde. “Dat is efficiënter en maakt de controle op de informatie overzichtelijk,” aldus Jerry Tracey, industry manager DIY & Garden bij GS1 Nederland.
Gemeenschappelijk platform Het GDSN netwerk dat GS1 ter beschikking stelt, is dé plaats voor data-uitwisseling tussen leveranciers en retailers. Momenteel hebben 69 leveranciers uit de Benelux reeds 40.000 consumenteneenheden in de datapool opgeladen. Twee retailers (Intergamma, Bouwmaat) en twee solution providers zijn aangesloten. Een en ander maakt deel uit van een Europees project voor de standaardisering van DIY datauitwisseling in dertien landen.
20
Piet De Lange, sectormanager bij Comeos, wijst erop hoe de consument almaar veeleisender wordt. “Hij wil hier en nu over de informatie kunnen beschikken die hij nodig heeft. In functie van een reeks overheidseisen is één goed gestructureerde datapool ideaal, waarin de retail als doorgeefluik fungeert tussen de merken en de consument.” Onder invloed van e-commerce evolueert de handel van een ‘push’-benadering naar een ‘pull’-concept, observeert Piet De Coninck, gedelegeerd bestuurder bij Febin. “We mogen die trein zeker niet missen. Een efficiënt databeheer kan ons helpen om op een doeltreffende manier aan de wensen van de consument te voldoen.”
Data is the new oil Om de horizon wat open te trekken en als benchmark een goede kijk te krijgen op de online handel inzake DHZ in België, onder meer in vergelijking met andere landen, zijn Neil Munz-Jones, director van MDJ2 Associates Limited, en Pieter Van Bastelaere, sectormanager e-commerce bij Comeos, uitgenodigd. Neil Munz-Jones nam meteen het woord “Revolution!” in de mond: “Internet zet de retail op zijn kop.” Het valt sommigen misschien niet op wat aan het gebeuren is. “Gooi een kikker in heet water en hij springt eruit; warm het water langzaam op en je kookt hem zonder dat hij het merkt. Wie deelt de kaarten uit in een retaillandschap dat transparanter wordt qua productreferenties, prijzen, retailaanbod...? Niet de merken (jaren ‘70) of de retailers (met hun eigen merken), maar de consument met zijn mobiele devices!” Voor Neil Muns-Jones zijn de winnaars van morgen de merken die een verschil maken met hun erfgoed, hun oorsprong, een duurzame benadering en maatwerk. “Voor retailers betekent dat: de internetspelers are eating everybody’s lunch. Zorg dus voor een betere winkelervaring, geef de consument argumenten om naar jouw winkel te komen én terug te komen, geef hem advies, service en koffie. En bovenal: kies voor een omnichannelbenadering, want voor de consument doet het verkoopkanaal immers niet ter zake.”
Van links naar rechts: Theo Schrijvers (Intergamma), Jan Delvaux (Hubo), Peter Andriessen (Hubo) en Rudi Petit-Jean (Gamma België)
Om dat allemaal mogelijk te maken, is de rol van databeheer cruciaal, vindt Neil Munz-Jones. “Data is the new oil! Doe zoals Amazon en leg verbindingen tussen consumenten onderling om antwoorden en oplossingen te bieden. Organiseer je site niet vanuit prijzen en merken, maar vanuit consumentenbehoeften, vanuit productkenmerken die er voor de consument toe doen. Speed and agility is everything: retailers en leveranciers moeten samenwerken.”
Tijdwinst en prijsvergelijking blijken voor consumenten de doorslaggevende argumenten te zijn om online te kopen. “Voor DHZ koopt 9% van de consumenten online, terwijl dat voor fashion al 49% is. Die cijfers zijn gebaseerd op wat consumenten aangeven; ze gaan niet uit van omzetcijfers. De consument wil graag thuislevering: 69% algemeen en maar liefst 82% voor DHZ! Die thuislevering wil hij bovendien graag gratis...”
Gevaarlijke stoffen
Sinds vijf jaar voert Comeos jaarlijks een onderzoek uit naar de ontwikkelingen in de retail. “De groei van e-commerce is geen kannibalisatie van de offline handel, maar on top. België is die boot aan het missen.” Dat is de niet mis te verstane boodschap van Pieter Van Bastelaere, sectormanager e-commerce bij Comeos.
Dan kwam Theo Schrijvers, directeur operations bij Intergamma, aan de beurt om getuigenis af te leggen van hoe Intergamma recent met datamanagement is omgegaan. “We wilden voor drie merken in twee landen en op drie markten één gemeenschappelijke benadering als basis, om efficiënt over te komen bij de consument: overal dezelfde beleving en dezelfde customer journey, een persoonlijke benadering en relevante informatie.”
De Belgische e-commercekoper blijkt vooral man te zijn, Vlaming, relatief jong en behorend tot een stel tweeverdieners, al wijkt DHZ af van het algemene profiel. “Voor DHZ is de koper iets ouder, eerder 28-43 jaar. De gemiddelde aankoopkorf is ook hoger: 206 euro voor DHZ tegenover 161 euro algemeen genomen.”
Intergamma stapte in GDSN en ontwikkelde voor zichzelf een ambitieus veranderprogramma (Octopus) met als doel de datakwaliteit te verbeteren. “Als afbeeldingen, productinfo, afmetingen... online ontbreken, haken de klanten af.” Toekomstgericht maakt Intergamma van datamanagement de
Wie koopt waarom online?
21
Doe-Het-Zelf & Tuin event
ruggengraat van de retailorganisatie. “We willen continu verbeteren en professionaliseren, in functie van consumentenverwachtingen, van evoluties op het vlak van technologie en supply chain, en van politieke eisen.” Over politieke eisen gesproken: de volgende spreker stelde één specifieke datavereiste aan de orde die sterk door de wetgeving bepaald wordt, namelijk die rond gevaarlijke stoffen. Ingmar Hensbergen, projectleider gevaarlijke stoffen bij Intergamma, schetste een complexe wereld waarin het minder vanzelfsprekend is dan het lijkt om in regel te zijn met elk aspect van de wet, terwijl een webshop de transparantie net aanzienlijk verhoogt. “De overheid kijkt strikter dan ooit toe, nu de data in toenemende mate ook voor consumenten toegankelijk zijn. De leveranciersdata moeten op-entop betrouwbaar zijn, want veiligheid is absoluut een prioriteit. Gevaarlijke stoffen maken zo’n 20% van het assortiment uit. Een veilig gebruik én veilige opslag moeten gegarandeerd zijn. Helderheid in de spaghetti van regels, verantwoordelijkheden en maatregelen is onmisbaar. Vandaar ons datakwaliteit programma voor uitwisseling via de GS1 standaarden.” J.H. Verbanck
Frank Robben
Neil Munz-Jones (MDJ2 Associates)
Enkele opvallende citaten Op het einde van de leerrijke namiddag vond een panelgesprek plaats, waaraan deelnamen: Theo Schrijvers (directeur operations bij Intergamma), Rudi Petit-Jean (directeur Gamma België), Peter Andriessen (business & customer Intelligence bij Hubo) en Jan Delvaux (e-commerce manager Hubo). Moderator was Jan Somers, CEO van GS1 Belgilux.
Alle presentaties van het DIY & Garden event kunnen geraadpleegd worden op www.gs1belu.org/nl/ nieuws-evenementen/doe-het-zelf-en-tuin-event Wenst u meer informatie over datakwaliteit? Contacteer
[email protected] of tel: 02/229.18.80.
“We moeten elkaar niet beconcurreren op data, maar op klantenbenadering.” “De veeleisendheid van de consument bepaalt onze omnichannel-strategie.” “Voor datakwaliteit is samenwerking tussen retailers en leveranciers cruciaal.” “We moeten – liefst met de hele sector – standaarden en één formaat afspreken.” “De GS1 tool is eveneens voor de kleinere leveranciers bijzonder toegankelijk.”
Theo Schrijvers (Gamma) 22
Ingmar Hensbergen (Intergamma)
Datakwaliteit bezorgt DHZ-sector een beter imago Doe-het-zelf retailers hebben te maken met een steeds complexere bevoorradingsketen, als gevolg van strengere regelgeving en van e-commerce. Daarom is er nood aan internationale standaarden voor gegevensuitwisseling. Intergamma neemt het voortouw.
Ingmar Hensbergen is Projectmanager Gevaarlijke Stoffen en Datamanagement bij Intergamma, de retailgroep die in Nederland de winkelformules Gamma en Karwei voert, en ook in ons land actief is met Gamma. Zijn taak is het, om de informatievoorziening tussen leveranciers en winkels te organiseren, in lijn met de wet- en regelgeving inzake gevaarlijke stoffen. Een klus die er niet eenvoudiger op wordt, zo vertelt hij.
Waarom wordt databeheer moeilijker voor doe-het-zelf ketens? “We hebben ons assortiment verbreed en de stap naar online gezet. Ons aanbod bevat steeds meer zogenaamde ‘branchevreemde’ producten bovenop het al bestaande assortiment. Ongeveer 20% van ons assortiment bestaat uit producten die mogelijk risicovol zijn, waaronder verf, schoonmaakproducten, zoutzuur, lijmen en wasmiddelen. De regelgeving wordt bovendien strenger en meer productspecifiek. Een deel zit op Europees en een deel op nationaal niveau. Er zijn op dat vlak nogal wat verschillen tussen Nederland en België, en binnen België ook nog eens tussen de drie regio’s. We hebben bovendien winkels op uiteenlopende locaties. Op industrieterreinen gelden andere regels dan in de stad. Dat geeft een idee van de complexiteit.”
De opkomst van e-commerce maakt de zaken er niet eenvoudiger op? “Doordat we producten die gevaarlijke stoffen bevatten nu ook online verkopen, wordt onze bevoorradingsketen nog ingewikkelder. Katoen Natie in
Antwerpen verpakt en verzendt onze bestellingen via PostNL naar de mensen thuis, op het werk of in onze winkels. Maar voor specifieke producten vereist de wetgeving dat we ze niet zomaar mogen vervoeren of verpakken. Zuren en bases bijvoorbeeld mogen nooit samen vervoerd worden, wegens mogelijke chemische reacties. Andere producten mogen enkel in beperkte hoeveelheden worden vervoerd. Daarmee moeten we rekening houden bij het inpakproces. Soms moeten er speciale stickers op de doos, en die stickers moeten we dan weer uitleggen, want de consument is er niet mee vertrouwd. Die strenge regels gelden overigens ook voor retours. Dat lossen we op door producten te laten retourneren in onze bouwmarkten.”
Waar komen we vandaan? “Tot nu toe stuurden we eenmaal per maand een assortimentslijst naar een externe partij. Van deze partij kregen wij dan vervolgens gevaarlijke stoffendata bestaande uit 9 attributen retour zonder dat ze voldeden aan onze wensen. Dat gebeurde in Excel sheets, maar die zijn inefficiënt en onhandig en sluiten niet aan op het huidige proces waarin we artikeldata uitwisselen via GS1. Soms worden ze onvolledig ingevuld of te laat bezorgd. Daarnaast worden veiligheidsbladen nu niet altijd gecontroleerd. Uit eigen analyse is gebleken dat er onjuistheden in staan. Dit terwijl de veiligheidsbladen de bron van gevaarlijke stoffeninformatie zouden moeten zijn. Dat proces wilden we optimaliseren. We begonnen met het in kaart brengen van alle wet- en regelgeving voor de Benelux, voor alle objecten in onze supply chain. Dat leidde tot een gigantische Excel file. Daarom hebben we een online tool ontwikkeld, die nu beschikbaar is
23
Doe-Het-Zelf & Tuin event
voor de markt. De Qu-find toepassing bevat relevante wet- en regelgeving voor de doehet-zelf- en tuinsector, zoals: hoe en welke etiketten aangebracht moeten worden en welke veiligheidsmaatregelen er genomen moeten worden in de bouwmarkt. Daarnaast hebben we deze tool gebruikt om vast te stellen welke informatie wij nodig hebben om onze processen optimaal te laten verlopen, wat tevens de basis is voor de samenwerking met GS1.”
Wat is de rol van GS1 in dit verhaal? “In oktober 2014 heeft de sector samen met GS1 afspraken gemaakt over de nieuwe dataset gevaarlijke stoffen. Deze data gaan we ook via de datapool van GS1 uitwisselen, waardoor Excelbestanden tot het verleden behoren. Om de kwaliteit van de data te garanderen, doen we een beroep op de GS1 standaarden en het datakwaliteitsprogramma dat we hiervoor hebben ontwikkeld. We spreken over 55 attributen, waarvan er 23 uit het Veiligheidsblad komen. In Duitsland controleert een team van chemici of dat veiligheidsblad conform is en inhoudelijk 100% juist. Die informatie wordt vervolgens ook teruggekoppeld naar de leveranciers. Voortaan spreken retailers en leveranciers één taal. Je moet op dit vlak samenwerken. Het bezorgt de hele doe-het-zelf sector een beter imago.”
Wat brengt de toekomst? “Er komt nog meer op ons af. Kijk maar hoe de overheid omgaat met terreurdreiging, of drugslabo’s. Dan kijken ze ook naar ons assortiment: kunnen er bommen of drugs van gemaakt worden? En er is het milieu. Sommige producten kunnen mogelijk schadelijk zijn voor de dieren, bijvoorbeeld. We verwachten nog meer en snellere regelgeving. De vraag naar productinformatie wordt daardoor nog groter. Daaraan beantwoorden we graag: zo dragen we immers bij tot veiligheid en verantwoord ondernemerschap. Bovendien slagen we erin om iets wat voor velen een last is, om te buigen naar iets waar we ook commercieel wat mee kunnen doen. Naast het traject met GS1 hebben we bijvoorbeeld ook een e-learning project opgezet voor onze medewerkers, zodat ze onze klanten beter kunnen adviseren hoe ze veiliger met gevaarlijke stoffen kunnen werken. Het project komt dus ook de relatie met onze consument ten goede.”
24
Stefan Van Rompaey
Rudi Petit-Jean (Gamma België)
Snelheid van verandering is grote uitdaging Ook de Belgische doe-het-zelf retailers en tuincenters hebben besloten om GDSN uit te rollen. De leveranciers weten wat gedaan. Wettelijke vereisten en veranderend shoppergedrag zijn de drijvende factoren achter deze evolutie, vertelt de directeur van Gamma België, Rudi Petit-Jean.
Welke voordelen ziet de doe-het-zelf sector in de GS1 standaarden? “Data zijn op twee manieren belangrijk voor doe-hetzelf retailers. Aan de ene kant heb je het omnichannel gegeven, waarbij de consument ons via verschillende kanalen wenst te bereiken. Om dat proces naadloos te laten verlopen, heb je correcte data nodig. Anderzijds is er de wetgever, die ons specifieke regels oplegt met het oog op gevaarlijke producten bijvoorbeeld. Binnen GS1 werken we samen op alle mogelijke data die geen commerciële data zijn, maar die voor elke retailer dezelfde zijn. De boormachine van Bosch die we in onze winkels verkopen, zit bij ons uiteindelijk in dezelfde doos als bij onze collega’s. We hebben er alle belang bij om de gegevensuitwisseling zo efficiënt mogelijk te laten verlopen”.
Zet online zich door voor doe-het-zelf retailers? “Bij Gamma zetten we al een tijd sterk in op e-commerce. We zien wel dat de Nederlandse markt een voorsprong heeft, zij zijn de ‘early adopters’, maar België maakt nu toch een inhaalbeweging. We merken een duidelijk groeiende behoefte bij de klant om zich enerzijds online te informeren, en anderzijds ook online te kopen. Nu, e-commerce is één kanaal. Wij willen alle kanalen ontsluiten in onze omnichannelbenadering. Ook de fysieke winkel hoort daar bij. Consumenten kunnen zich thuis oriënteren, en dan naar de winkel komen, want dat is onze sterkte: we hebben winkels op 12 minuten rijden van elk huis in Vlaanderen.”
Hoe pakt Gamma omnichannel concreet aan? “We vertrekken in ons verhaal vanuit de ‘klus’. De consument zit immers met een specifiek probleem, een klus die hij dient te klaren. Wij willen daarvoor de totaalaanbieder zijn, om op die manier het onderscheid te maken. Onze website geeft gericht advies voor klussen als behangen, verven, metselen, tuinieren… Wil je bijvoorbeeld je dak isoleren, dan adviseren wij welke materialen en gereedschappen je daarvoor nodig hebt. Die lijst kan je dan straks opslaan in ‘My Gamma’ en in de winkel eenvoudig terug raadplegen. Of je bestelt wat je nodig hebt online. We werken oplossingsgericht en we spelen in op de wisselwerking tussen verschillende kanalen. Daarbij willen we onze klanten zoveel mogelijk ontzorgen. Niet iedereen heeft een aanhangwagen, bijvoorbeeld. Onze kaarthouders kunnen een
bestelwagen ‘gratis’ huren om volumineuze aankopen te vervoeren. Maar net zo goed leveren we aan huis, voor bepaalde artikelen.”
Nog niet alle artikelen zijn online te koop? “Online verkopen vereist uiteraard dat we de logistieke keten helemaal onder controle krijgen. We hebben veel lange maten, zware gewichten, fragiele producten, of heel kleine producten… Die combinatie vormt een uitdaging. Momenteel verkopen we ongeveer 6.000 artikelen online, maar het doel is wel 40.000. ICT-technisch zijn we helemaal klaar, er zijn geen hinderpalen meer. Alles is geconnecteerd. Al sinds twee jaar hebben we onze voorraden per winkel online staan.”
Welke grote uitdagingen ziet u? “We willen eerst en vooral onze leveranciers op één lijn krijgen. We maken nu opnieuw dezelfde discussies mee als met de introductie van de barcode of van EDI, zaken waarbij niemand zich vandaag nog vragen stelt. Daar moeten we nu doorheen. De snelheid van verandering is een tweede uitdaging. Gaan we kunnen volgen? Behoudt de winkel zijn huidige functie?”
Wat denkt u zelf? “We hebben gezien dat alles wat gedigitaliseerd kan worden, bedreigd is. Kijk naar sectoren als fotografie of muziek bijvoorbeeld. Maar wat als de consumenten straks in staat zullen zijn om thuis zelf een schroef te printen? Wordt Gamma dan een leverancier van CAD tekeningen? Of worden onze winkels 3D printcenters? Dat zijn grote vragen waarop we het antwoord niet kennen. We kunnen nog niet beslissen waar we zullen investeren, want het gaat om veel geld en de uitkomst is onzeker. Wat komt er op ons af? Je hebt nu al auto’s met automatische remsystemen, of met zelf herstellend koetswerk. De zelfrijdende auto komt eraan, wat een enorme impact kan hebben op de verzekeringssector bijvoorbeeld. Dat is allemaal zeer ontwrichtend. Komen er in doe-het-zelf ook zelfherstellende gipsplaten, bijvoorbeeld? Met Gamma zijn we nu wel klaar en bij de pinken, we behoren tot de voorlopers in onze sector. Maar de vraag is of dat zo zal blijven als meer ingrijpende veranderingen gaan plaatsvinden. Daar liggen de grote uitdagingen.”
Stefan Van Rompaey
25
De GS1 Belgilux Data Checker is live! De Data Checker van GS1 Belgium & Luxembourg is de tool waarmee merkeigenaars, producenten en distributeurs, die hun gegevens in de CDB of in trustbox laden, de evolutie van hun datakwaliteit op beide platformen kunnen opvolgen.
Elke week worden de gegevens van trustbox en de CDB onderworpen aan twee soorten testen in de GS1 Data Checker : 1. Logische testen op de gegevens (zijn de gegevens volledig, in het goede formaat en coherent?) 2. De vergelijking van de gegevens die in trustbox en de CDB ingevoerd worden door de leveranciers met de gegevens die vastgesteld worden door GS1 Belgium & Luxembourg in het kader van een audit. Een wekelijkse opvolging van de leveranciersgegevens is nodig wil men een score van 100% bereiken en behouden. De gegevens van alle leveranciers worden aan dezelfde testen in de GS1 Data Checker onderworpen. Deze tool vertaalt de vragen van de retailers, die de gegevens van trustbox en de CDB gebruiken, in logische testen op de gegevens. Dankzij deze collaboratieve benadering in het controleren van de gegevens krijgen de leveranciers een duidelijk en ondubbelzinnig antwoord vanwege de Belgische en Luxemburgse grootdistributie.
26
De GS1 Data Checker is een efficiënte tool in het kader van het gestandaardiseerd beheer van de datakwaliteit. GS1 Belgium & Luxembourg waakt erover dat de toegepaste testen beantwoorden aan zowel de internationale standaarden als aan de lokale eisen. De nieuwe datakwaliteit cel van GS1 Belgium & Luxembourg zorgt eveneens voor een centralisatie van de communicatie naar de leveranciers. Op deze manier biedt GS1 een reële meerwaarde aan zijn leden in het kader van het beheer van de productgegevens. “Wij rekenen op onze gegevensaanbieders om van nu af aan werk te maken van de kwaliteit van hun productgegegevens” aldus Jan Somers, CEO GS1 Belgium & Luxembourg.
Voor meer informatie over de GS1 Data Checker, of voor het aanvragen van uw gratis toegang (als gegevensaanbieder): contacteer ons datakwaliteitsteam:
[email protected]
The Global Language of Business
Data quality. If it doesn’t start right, it doesn’t end well
Vandaag is een bedrijf maar zo goed als zijn data. Bekijk de optimalisering van uw productdata niet als een kost, maar een investering met een grote return. Met de GS1 Data Checker kan u voortaan zelf de kwaliteit van de ingevoerde productdata meten en monitoren in de GS1 systemen voor data-uitwisseling (trustbox en de Central Data Bank). Zo bent u zeker van volledige, accurate en consistente data. Check uw productdata met de GS1 Data Checker! Vraag uw login aan op
[email protected] of contacteer GS1 Belgium & Luxembourg op tel. 02/229.18.80. Het gebruik van de GS1 Data Checker is inbegrepen in het GS1 lidmaatschap. 27
Category management Intensive 3-day training
How to jointly grow the category by effectively addressing shopper needs?
Pa r t ic ip a t io
3 dayVAsT
3 DAYS
excl. 21 %
22 SEPTEMBER 06 OCTOBER 20 OCTOBER
’’
Even a small company has something to gain with specific knowledge of a certain category and by setting up a decent category management plan with the appropriate clients. Of course it is also pleasant to meet people exercising the same job in other organizations. And even though we have no insight in the Nielsen or GfK figures, it still remains interesting to learn about the different possibilities and how to possibly estimate these values.
’’
Hà Tran (Category Manager Food, Oxfam Fair Trade)
2015
n fe e
€995 for members
Where? GS1 Belgium & Luxembourg Office Koningsstraat 76 Rue Royale - 1000 Brussels
COURSE OBJECTIVES: 1. Get an in-depth understanding of the 8 basic steps of category management and learn how to effectively apply these steps 2. Learn how to make optimal use of Nielsen and GFK data and models in category management. 3. Understand what it takes to effectively integrate category management in the business planning process and the way-of-working The training is based on a pragmatic interpretation of the relevant theory and is delivered via a combination of interactive presentations and hands-on workshops.
SUBSCRIBE NOW! gs1belu.org/ecr/category-management
In collaboration with:
Luc Desmedt, Managing Director LD&Co
Evi Van Uffel, Division Director GfK Panelservices BNL div. Belgium
Françoise de Rappard, Client Director Nielsen Belgium