Varkensflats voor dummies
Inhoud 1.
Wat is een varkensflat?
2.
Waarom is er nu een golf aan bouwplannen voor veefabrieken ontstaan?
3.
Waarom zijn er eigenlijk zoveel varkens en kippen in Nederland?
4.
Zijn veefabrieken slechter voor het dierenwelzijn of juist beter?
5.
Iemand beweerde dat megastallen duurzamer zijn. Klopt dat?
6.
Door die filters wordt de lucht toch schoner?
7.
Wat zijn dierrechten?
8.
Wat is er dan mis met mestverwerking?
9.
Wat bedoelt die wethouder toch met ‘reconstructieplan’?
10. Waarom juist in dit gebied? 11. Waarom bouwen ze die veefabrieken dan niet op een industrieterrein? 12. Verzetten de boerenorganisaties zich tegen het verdwijnen van familiebedrijven? 13. Waarom treedt de politiek niet op tegen de bouwplannen? 14. Denken alle partijen er hetzelfde over? 15. Wat kunnen wij er aan doen? ^ Wat is een varkensflat?
Een varkensflat is een veelgebruikte naam voor een hele grote stal vol met varkens. De dieren komen nooit buiten, kunnen niet wroeten en zien (vrijwel) geen daglicht. Staarten worden zonder verdoving afgeknipt en hoektanden ingekort. Het voer wordt met vrachtwagens aangevoerd, de mest en het slachtvee moeten weer worden afgevoerd. Als je op deze manier dieren houdt heeft dat letterlijk weinig meer met landbouw te maken: het is een industrieel complex, waarbij geen band meer is met de omliggende grond en de dieren tot ding zijn gemaakt. Eigenlijk zou veefabrieken een beter woord zijn om de varkensflats te omschrijven. Sommige van de grote bouwplannen bestaan wel uit meerdere verdiepingen, maar meestal gaat het simpelweg om een stal van één bouwlaag over een oppervlakte van enkele voetbalvelden. Verder zijn er óók enkele bouwplannen bekend voor enorme stallen voor kippen en koeien. ^ Waarom is er nu een golf aan bouwplannen voor veefabrieken ontstaan? Op de eerste plaats is de overheid laks geweest. Ondernemers die veefabrieken in het landelijk gebied willen bouwen krijgen vaak planologische steun en vaak zelfs subsidie. De veehouderij zit in Nederland eigenlijk op een doodlopende weg. De sector is heel goed in heel veel, heel goedkoop produceren. Zo maak je kiloknallers, waaraan je eigenlijk maar heel weinig verdient. De producenten concurreren met elkaar op de onderkant van de markt. Milieu en dierenwelzijn zijn kostenposten, waaraan (noodgedwongen) zo weinig mogelijk
geld wordt uitgegeven. Door forse schaalvergroting willen enkele ondernemers verdere efficiëntiewinst boeken. Door dit proces zijn er steeds minder boeren die steeds meer produceren. ^ Waarom zijn er eigenlijk zoveel varkens en kippen in Nederland? 70% van de varkens wordt geëxporteerd Goede vraag. Zo’n 70 tot 80 procent van de productie wordt geëxporteerd. En Nederland heeft veel te weinig grond om al het veevoer te verbouwen. Daarom wordt in Zuid-Amerika ruim 1 miljoen hectare gebruikt om veevoersoja voor de Nederlandse dieren te verbouwen. De grootschalige gentech sojateelt leidt daar tot vernietiging van waardevolle natuur (Amazone, Cerrado en Pantanal), milieuvervuiling en sociale ellende. Door deze eenzijdige internationale handel is de voor de landbouw belangrijke kringloop voer ->vee -> mest -> akker doorbroken. Ginds wordt de bodem uitgeput, hier blijven we zitten met een enorm mestoverschot. Toenmalig landbouwminister Veerman omschreef in 2003 in Milieudefensie Magazine de situatie als volg: “We importeren voer, we exporteren varkens en de rommel houden we hier. Dit systeem is vastgelopen.” Helaas zijn zijn ideeën in Den Haag ook vastgelopen. De situatie is niet verbeterd en dreigt nu door de bouwgolf aan veefabrieken zelfs te verergeren. Het is niet logisch om uitgerekend een klein en dichtbevolkt land, met weinig groene ruimte en relatief veel milieuvervuiling, te gebruiken voor het produceren van goedkoop vlees voor de export. ^ Zijn veefabrieken slechter voor het dierenwelzijn of juist beter? Het maakt niet veel uit, vergeleken met de huidige bio-industrie. Een varken wordt nu gemiddeld met zo’n 1.100 dieren in een stal gehouden. In de veefabrieken worden dat er veel meer, wel tot 35.000 dieren in een complex. Maar de omstandigheden zijn hetzelfde: evenveel ruimte en een vloer van beton en stalen roosters. Maar de kans om met vrije uitloop ooit nog scharrelen en wroeten te realiseren raken we kwijt. Echte verbeteringen van het dierenwelzijn vallen niet te combineren met zulke grote complexen. Wetenschappers hebben wel aangegeven dat door het houden van zoveel dieren op een plek er een grotere kans ontstaat op het uitbreken van besmettelijke dierziekten. Dat kan leiden tot massale ruimingen op ongekende schaal. Om de ziektedruk te verminderen zal extra antibiotica moeten worden ingezet. Nu al leidt het overdadig gebruik van antibiotica in de varkenshouderij tot resistente bacteriën die gevaarlijk zijn voor de mens. Daarnaast verwacht het Rijksinstituut voor Volkgezondheid en Milieu dat de omstandigheden in een veefabriek – een grote concentratie eenzijdig doorgefokte dieren in nauw contact met mensen – een ideale kraamkamer van dierziekten zijn die kunnen overspringen op de mens. ^ Iemand beweerde dat megastallen duurzamer zijn. Klopt dat? Dat zal dan wel een ondernemer-met-een-bouwplan of een ambtenaar van het landbouwministerie of een politicus van het CDA zijn geweest. Duurzaamheid houdt in dat de hele keten op orde moet zijn en het milieu niet onevenredig moet schaden. In dit geval moet je dus van grond tot mond kijken. Hoe zit het met de schadelijke teelt van soja voor het veevoer? Waar blijft de mest? Filters of luchtwassers op grote stallen zetten heeft niets met duurzaamheid te maken. Dat is een end-of-the-pipe benadering. ^ Door die filters wordt de lucht toch schoner? Ja en nee. Hoewel het in de praktijk nog niet goed werkt wordt er bij de bouwplannen al wel gerekend met 60 tot 90 procent minder vervuiling met fijn stof en ammoniak. Dat kost overigens wel een hoop energie, wat weer bijdraagt aan het klimaatprobleem. Het grootste probleem is echter dat 10 tot 40 procent van de luchtvervuiling van het enorme aantal dieren in een veefabriek nog steeds veel vervuiling is. In de omgeving van de geplande veefabrieken dreigt dit te leiden tot een
forse toename van stank en uitstoot van stoffen die schadelijk voor de gezondheid zijn. ^ Wat zijn dierrechten? Helaas, het gaat hierbij niet om de rechten van dieren. Bedoeld wordt het recht om dieren te houden. Door het enorme mestoverschot heeft Nederland jarenlang de Europese regels overtreden. Bodem en water zijn hierdoor vervuild met nitraat en fosfaat, met grote schade aan de natuur als gevolg. Na de varkenspestcrisis van 1997 heeft de regering eindelijk opgetreden en een deel van de dieren opgekocht, het houden van dieren werd hierdoor gebonden aan een vast aantal dierrechten. Door dit beleid daalde de varkensstapel van 15,2 miljoen varkens tot 11,4 miljoen in 2006. De overheid heeft hiervoor 636,3 miljoen euro gemeenschapsgeld neergeteld. Nu groeit het aantal dieren toch weer. Dit komt omdat landbouwminister Verburg (CDA) gratis dierrechten wegschenkt aan – uitgerekend - de grootste ondernemers. Zij doet dit omdat die veefabrieken aan mestverwerking doen. Dat is een bar slecht reden om de veestapel te laten groeien. ^ Wat is er dan mis met mestverwerking? Mestvergistingsinstallatie Bij mestverwerking vindt omzetting plaats waarbij energie wordt gewonnen. Het is wel goed om te beseffen dat de hoeveelheid energie die nodig is voor het gehele productieproces van bijvoorbeeld varkensvlees minstens 25 keer zo groot is als de energie die wordt opgewekt met mestvergisting. Voor een redelijke opbrengst is daarnaast nodig om per kilo mest ook één kilo organisch materiaal in de installatie te stoppen. Op dit moment wordt hiervoor vaak tarwe of mais gebruikt dat ook als veevoer zou kunnen dienen. Al met al niet erg efficiënt... Ten slotte blijven in dit proces de meststoffen (nitraat, fosfaat) gewoon over, terwijl er daarvan al te veel zijn. Deze mestverwerking komt financieel niet uit zonder extra overheidssubsidie. Cynisch genoeg wordt dit geld verstrekt omdat het om duurzame energie zou gaan, maar eigenlijk is dit een subsidie voor oerwoudvernietiging, milieuvervuiling en dierenleed. ^ Wat bedoelt die wethouder toch met ‘reconstructieplan’? De reconstructiewet was een Haagse maatregel na de varkenspest. Oorspronkelijk doel was varkensvrije zones te creëren om zo de verspreiding van ziektes te voorkomen. Stallen zouden uit kwetsbare gebieden verplaatst worden naar zogeheten landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s voor de liefhebbers van jargon). In deze gebieden wordt daarom planologisch ruimte geboden aan de intensieve veehouderij. In de praktijk zijn er echter nauwelijks bedrijfsverplaatsingen gerealiseerd. Wat wel gebeurt is dat kiene ondernemers deze gebieden benutten met bouwplannen voor veefabrieken. De hoeveelheden dieren die ze hier willen gaan houden staan in geen reële verhouding tot wat er elders verdwijnt. Verder hebben in de vorige regeerperiode CDA, VVD en LPF gaandeweg de spelregels verder opgerekt. Door een versoepeling van de stankwet moeten omwonenden nu meer overlast verdragen en met het uithollen van de ammoniakregels zijn kleinere natuurreservaten opgeofferd. Hierdoor dreigen in de reconstructiegebieden veel grotere veefabrieken te komen dan oorspronkelijke de bedoeling was. Een wethouder die zich achter een reconstructieplan verschuilt zou wel zo eerlijk moeten zijn om toe te geven dat we nu met bouwplannen zitten die niet kloppen met wat ooit de bedoeling was. ^ Waarom juist in dit gebied? Dat is niet zo goed uit te leggen. Het Wageningse onderzoeksbureau Alterra concludeert dat “weinig rekening [blijkt] te zijn gehouden
met
beschikbare
infrastructuur,
aanwezigheid
van
toeleverende-
en
verwerkende
industrie
en
landschapsstructuur.” Dit is een buitengewoon ernstige conclusie. Als een wethouder of minister niet kan uitleggen waarom een ingrijpende ontwikkeling ergens plaats zou moeten vinden is er sprake van onbehoorlijk bestuur. ^ Waarom bouwen ze die veefabrieken dan niet op een industrieterrein?
Plannen voor varkensflats in de Amsterdamse haven Dat heeft met geld te maken. Op een bedrijventerrein kost bouwgrond 150 euro per vierkante meter. Als je beweert een landbouwbedrijf te zijn gebruik koop je landbouwgrond voor 5 euro per vierkante meter. Vervolgens mag je daarop een veefabriek bouwen die geen band heeft met de omliggend grond. De planologische ordening in Nederland heeft altijd een onderscheid gehanteerd tussen bebouwd gebied (wonen, industrie) en groene ruimte (natuur en landbouw). De enorme stalcomplexen die nu in het landelijke gebied gebouwd dreigen te worden leiden tot een aantasting en verrommeling van het landschap, op een manier die totnogtoe niet werd toegestaan. Minister Cramer (PvdA) van ruimtelijke ordening is hier uiteraard ongelukkig mee, maar lijkt opzij geschoven te zijn door landbouwminister Verburg (CDA). ^ Verzetten de boerenorganisaties zich tegen het verdwijnen van familiebedrijven? Er is iets vreemd aan de hand. Boerenorganisatie LTO vindt die bouwplannen wel prima. Voorzitter Maat vindt een bioindustriestal van 3,5 hectare geen probleem. Dat is zeven voetbalvelden bebouwing! Daarin kun je probleemloos 30.000 varkens houden. Natuurlijk gaat zo’n nieuwe veefabriek ten koste van bestaande boerenfamiliebedrijven. Dagelijks moeten al 8 boerenbedrijven de deuren sluiten. Met dank aan de inzet van hun belangenbehartiger. Zo raken we de boerderij kwijt en krijgen er veefabrieken voor terug. ^ Waarom treedt de politiek niet op tegen de bouwplannen? Onderzoek van het NIPO heeft uitgewezen dat driekwart van de Nederlanders wil dat de veehouderij diervriendelijker en milieuvriendelijker wordt. Toch steunt de regering de komst van de veefabrieken. Er is een groeiende kloof tussen wat de samenleving wil en wat de beleidsmakers doen als het gaat om de toekomst van de veehouderij. Het grote aantal burgerinitiatieven tegen de schaalvergroting in de veehouderij (landelijk de campagne Stop Fout Vlees en provinciaal in Overijssel, Gelderland en Limburg) toont aan dat er geen maatschappelijk draagvlak is voor het wat de overheid doet. Verontruste burgers worden vaak geconfronteerd met overheden die zich achter elkaar verschuilen. De wethouder, de minister en de gedeputeerde van de provincie wijzen vaak naar elkaar en laten zo na om op te treden. Landbouwminister Verburg heeft aan de Tweede Kamer moeten toegeven dat zij ook helemaal geen overzicht heeft van alle grote bouwplannen. Sindsdien worden de bouwplannen door Milieudefensie in kaart gebracht via het landelijk meldpunt varkensflats. ^ Denken alle partijen er hetzelfde over? Gelukkig niet. SP, GroenLinks, Christen Unie, Partij voor de Dieren en D66 zijn (meestal) tegenstander van de schaalvergroting en willen een veehouderij die boerenbelang, dierenwelzijn en milieukwaliteit beter weet te combineren. CDA, VVD, SGP en PVV steunen het bouwen van de veefabrieken. Kamerlid Koopmans van het CDA noemt ze zelfs “megagoed”. De PvdA pakt het vreemd aan. Woordvoerder Waalkens zegt in de Tweede Kamer vaak goede dingen over dierenwelzijn en milieu, maar blijkt in de praktijk steeds met het CDA mee te stemmen om zo de bouwplannen nog overeind te houden. Lokaal probeert de PvdA vaak wel om bouwplannen tegen te houden.
^ Wat kunnen wij er aan doen? Het is zeker nog geen gelopen race, zeker als nog meer mensen actie ondernemen. Denk aan:
•
Aankloppen aan bij de politiek, in de gemeente, provincie en ook landelijk. In 2010 zijn er al weer verkiezingen voor de gemeenteraad. Sommige partijen worden vast zenuwachtig als ze merken dat de bevolking doorheeft dat ze te weinig doen om de veefabrieken te stoppen.
•
Je aansluiten bij een (lokale) belangengroep. Op veel plekken komen omwonenden in actie voor behoud van landschap en leefmilieu. Via onze website kun je kijken of er een groep bij jou in de buurt is.
•
Als het nodig is bieden juridische procedures een recht dat je kunt benutten. Vanwege de enorme schaal van de bouwplannen zitten er heel wat haken en ogen aan. Als de overheid niet zorgvuldig opereert en eenzijdige besluiten neemt kan een procedure zeker succesvol zijn. Op deze site tref je hiervoor al enkele tips aan.