9/11 ALS FLITSLICHTHERINNERING Binnenkort is het vijf jaar geleden dat twee vliegtuigen zich in de Twin Towers boorden. Ongeveer tegelijkertijd vloog een vliegtuig het Pentagon binnen en stortte een ander neer dat aanvankelijk op weg was naar het Witte Huis. De gebeurtenissen van 11 september 2001 brachten heel wat teweeg. Niet alleen toen, maar ook daarna. Veel (eigenlijk bijna alles) wat nu plaats vindt in het Midden-Oosten is een gevolg van deze aanslagen. Écht blij hoeven we van deze ontwikkelingen niet te worden. De tamelijk kortzichtige ‘war on terror’, zoals Bush die aankondigde, is niet geworden wat hij daarmee voor ogen had. De inval in Irak op basis van valse voorwendselen komt de stabiliteit in de regio en de wereld niet ten goede. Onbedoeld gevolg is o.a. dat door de burgeroorlog in Irak, Iran zich nu zeer prominent kan profileren in de regio. Een regio die toch al niet gekenmerkt wordt door politieke stabiliteit, onbaatzuchtigheid en verdraagzaamheid. We kunnen discussiëren over de wijsheid van de Amerikaanse president en diens politieke vrienden. Wat we vijf jaar na dato in ieder geval kunnen constateren, is dat we getuigen zijn geweest van gebeurtenissen die verstrekkende gevolgen zouden krijgen. Dat ‘getuige zijn’ kan zeer letterlijk geïnterpreteerd worden. Televisiebeelden, rechtstreeks uit New York, maakten ons toeschouwers van gebeurtenissen die we ons nog niet konden voorstellen. Weet u nog wat u deed op het moment dat…? Gedeeltelijk… Ik haalde mijn dochter van school, het was dinsdag; een mooie septembermiddag. Toen ik thuis kwam zat mijn vrouw naar CNN te kijken. Zeer ongebruikelijk. Ze vertelde dat er een vliegtuig in New York een wolkenkrabber was binnengevlogen. Ik maakte nog een flauwe opmerking in de trant van: ‘Fijne piloot...’ Vervolgens zagen we een tweede vliegtuig de andere toren binnenvliegen. Let wel: dit was rechtstreeks. Dit kon geen toeval zijn. Die middag moest ik nog naar de huisarts omdat ik een ontsteking in mijn polsgewricht had. Op de fiets daarheen verbaasde ik mij over het feit dat het leven op straat gewoon doorging. Geen opgewonden discussies, geen samenscholingen…bussiness as usual. De dokter schreef me iets voor en dat was dat. Ben ik nog langs de apotheek gegaan? Geen idee. De rest van de avond en een groot gedeelte van de nacht heb ik voor de tv gezeten in
TXTPRO*nl
2006
ongeloof en verbijstering. Wat restte was het besef dat hier iets bijzonders aan de hand was. Iets wat niet zomaar voorbij zou gaan… Onderstaand artikel is een populair-wetenschappelijke vertaling van onderzoek naar flitslichtherinneringen naar aanleiding van de gebeurtenissen van 11 september 2001.
HERINNERING AAN 9/11 ALS EEN FLITSLICHT HOE FOTOGRAFISCH IS ONS GEHEUGEN?
11 september 2001: waar was u en wat deed u toen u hoorde dat er twee vliegtuigen het World Trade Centre in New York waren binnengevlogen? Van wie hoorde u het nieuws en wat was daarbij uw eerste gedachte? Weet u ook nog wat voor weer het die dag was en hoe laat u het nieuws hoorde? Hoe was u gekleed en wat at u ’s avonds? Als u bijna al deze vragen kunt beantwoorden, dan heeft u de gebeurtenissen als een ‘flitslichtherinnering’ opgeslagen. De flitslichthypothese werd voor het eerst beschreven door de psychologen Brown en Kulik in 1977. Als kenmerken noemen zij de bijzonder levendige herinnering aan de omstandigheden waaronder men voor het eerst hoort over een ingrijpende, emotionele en onverwachte gebeurtenis die een diepe indruk maakt. Flitslichtherinneringen worden zo genoemd, omdat het lijkt alsof er een foto wordt gemaakt met ieder detail dat samengaat met het vernemen van het nieuws. Het oproepen van de herinnering brengt ook alle details weer tot leven. De gebeurtenis is niet alleen onverwacht, nieuw en schokkend, maar wordt ook ervaren als zeer bedreigend, emotioneel beladen en verwarrend. Volgens psychologen leidt dit ertoe dat permanente registratie plaatsvindt van de gebeurtenis zelf én de TXTPRO*nl
2006
(hersen)activiteit die daaraan voorafging Overigens klinken onder herinnerings-deskundigen ook sceptische geluiden over de juistheid en houdbaarheid van flitslichtherinneringen. Volgens hen zijn alle herinneringen ten prooi aan reconstructiefouten en herbewerkingen. 9/11 De aanslagen op het World Trade Centre in New York brachten een schokgolf teweeg in de wereld. In de VS kwam het vliegverkeer stil te liggen, de beurs kelderde en de buitenlandse politiek zou ingrijpend veranderen. Ook in psychologisch opzicht eisten de gebeurtenissen hun tol: 44% van de Amerikanen rapporteerden aanzienlijke stress symptomen en slapeloosheid vlak na de aanslagen. Hoe tragisch ook, ze vormden een uitgelezen gelegenheid flitslichtherinneringen nader te onderzoeken. Wat voor weer was het? De psycholoog Stephen R. Schmidt van de Middle Tennessee State University liet studenten binnen één week na de aanslagen een vragenlijstlijst invullen. Ze moesten antwoord geven op vragen die met de gebeurtenissen zelf te maken hadden (‘wie vertelde je het nieuws?’; ‘waar was je?’; ‘wat deed je?’; ‘wat was je eerste gedachte?’). Daarnaast kregen ze vragen die geen direct verband hielden met de aanslagen (‘wat voor weer was het?’; ‘welke kleren had je aan?’). Antwoorden op de eerste categorie noemen we centrale herinneringen en op de tweede categorie perifere herinneringen. Schmidt wilde verder weten wat de invloed is van emotie op de herinnering. Emotie vormt immers de hefboom van de flitslichthypothese, omdat het de ontvankelijkheid zou vergroten. Met deze vragen konden de onderzoekers nagaan hoeveel indruk de aanslagen gemaakt hadden en in hoeverre dat van invloed was op het dagelijks functioneren. Onuitwisbare herinneringen? Twee maanden later werd de studenten gevraagd de vragenlijst weer in te vullen. Grote vraag was in hoeverre de gebeurtenissen een ‘onuitwisbare’ indruk gemaakt hadden. Na vergelijking bleken de vragen waarin de centrale informatie centraal stond (wie, wat, waar) nagenoeg dezelfde antwoorden op te leveren. Gevraagd naar perifere herinneringen werden veel meer inconsistente antwoorden (of helemaal niets) ingevuld. Met name vragen over kleding, ontbijt en lunch toonden aanzienlijke verschillen. Consistentie is een belangrijk gegeven. Wie niets meer weet is gewoon iets vergeten. Interessanter is het als iemand in november meer herinneringen opgeeft dan in september. Dat duidt op herinterpretatie en bewerking. Opmerkelijk was dat de consistentie groter was naarmate er meer dagen tussen de aanslagen en het invullen van de eerste
TXTPRO*nl
2006
vragenlijst lagen. Dit wijst erop dat een hoge mate van overeenstemming pas ontstaat nadat men voor zichzelf een samenhangend verhaal heeft geconstrueerd van de gebeurtenissen door er steeds opnieuw over te vertellen. Al met al geven deze verschillen aan dat flitslichtherinneringen misschien toch niet zo compleet en onuitwisbaar zijn als Brown en Kulik in 1977 veronderstelden. Emotie en herinnering In september gaf 42% van de studenten aan dat ze op de dag van de aanslagen te laat gekomen waren op afspraken of deze zelfs vergeten waren. Bij dezelfde groep in november was dat nog maar 30%. In twee maanden tijd reduceerden een aantal deelnemers dus de impact die het nieuws op hen had gemaakt. Een aantal vragen had als doel de hoogte van de emotie bepalen (‘hoe geschokt was u door het nieuws?’; ‘kent u iemand die direct met de aanslagen te maken had?’). De groep die aangaf zeer emotioneel geweest te zijn, bleek ook vaker een afspraak vergeten te zijn. Verschil in emotionele beleving bleek van invloed te zijn op de consistentie van de perifere herinneringen. De centrale herinneringen liepen voor beide groepen niet wezenlijk uiteen in september en november. De emotionele groep was echter veel inconsistenter bij de beantwoording van de vragen naar de perifere herinneringen. Daarmee geeft het onderzoek aan dat verhoogde emotie niet noodzakelijk samengaat met betere herinneringen. De rol van emotie wordt nog extra benadrukt in een andere onderzoek naar de gevolgen van 11 september. Hierin werden participanten uit New York, Californië en Hawaï ondervraagd. Het wekt geen verbazing dat de groep uit New York de hoogste emotionaliteit vertoonde. Deze groep bleek ook de onnauwkeurigste herinneringen te hebben aan die dag. Mijlpalen Accuraat of niet, flitslichtherinneringen zijn herinneringen en een interessant fenomeen. Ze zijn, samen met zeer persoonlijke gebeurtenissen zoals de eerste verliefdheid, de geboorte van een kind of het verlies van een dierbare, belangrijke momenten in de persoonlijkheidsontwikkeling van een individu. Neisser, een onderzoeker die nogal wat kanttekeningen heeft geplaatst bij de flitslichthypothese, stelt dat deze herinneringen weliswaar minder de gedetailleerde snapshots zijn waar ze aanvankelijk voor werden aangezien, maar dat ze op te vatten zijn als mijlpalen in onze persoonlijke geschiedenis. Hij bedoelt daarmee dat in het flitslicht twee vertellingen die meestal gescheiden blijven, de loop van de wereldgeschiedenis en de loop van ons eigen leven, tijdelijk op één lijn komen.
TXTPRO*nl
2006
niet iedereen had blijkbaar het idee getuige te zijn van iets bijzonders
Daarin ligt het unieke karakter van de flitslichtherinnering: het individuele geheugen en het collectieve geheugen vallen samen. Iedereen weet dat er veel anderen zijn die op hetzelfde moment dezelfde ervaring hebben gehad en daarbij dezelfde emoties hebben gevoeld. Iedereen kan daarom zeggen: ‘Ik was erbij’.
© Willem Visser (2006) oorspronkelijke publicatie op Kenniscentrum Psychologie
TXTPRO*nl
2006