België-Belgique P.B. 9000 Gent X
Peper E di t i e ok tob e r / nov e m b e r / de c e m b e r 2 013
8/5682
ERKENNING P702077 V.U. Joost Cammaert / Sergeant de Bruynestraat 78-82 / 1070 Brussel
Inte rview
Vandana Shiva D o ss i e r
milieu-esthetica Jong
Bieke Depoorter driemaandelijks magazine van
groenland
Jacht op gedopeerde politici geopend Gedopeerde politici zullen voortaan op hun hoede moeten zijn. Anti-dopinginstanties zullen immers hun actieradius uitbreiden van de sport naar de politiek. Met een nieuwe test zullen ze binnenkort op jacht gaan in de Wetstraat. “Het viel ons al een tijdje op dat nogal wat politici erbij lopen alsof ze op anabole steroïden zitten of een teveel aan testosteron hebben”, steekt Peter Van Eenoo, hoofd van het Gentse dopinglab van wal. “Via retroactieve tests zijn we dat gevoel ook gaan onderzoeken. De resultaten ervan waren onthutsend. De laatste vijftien jaar is geen enkele verkiezing meer gewonnen door een ongedopeerde politicus. En dat op elk niveau: Europees, federaal, regionaal en zelfs tot in de gemeenteraad toe.” — Volgens Van Eenoo zitten we dus met een probleem. “Op zich zullen mensen misschien zeggen dat dit dopinggebruik niet zo erg is – de bevolking kiest immers de leiders die het verdient – maar wij zien het toch anders,” stelt hij. “Het dopinggebruik leidt in de meeste gevallen tot een vergevorderde vorm van haantjesgedrag, extreme tafelspringerij en communicatieve ADHD. Door het veelvuldig gebruik in de politieke wereld, krijgen eerlijke politici geen kans meer om door te stoten naar het niveau waar ze kunnen wegen op het beleid, waardoor ze zich op hun beurt tot verboden middelen wenden en zich navenant gaan gedragen. Op die manier houdt het systeem zichzelf in stand.” —
Die vaststellingen zetten Van Eenoo en zijn team aan tot actie. “We zijn ambitieus,” zegt hij onomwonden. “Momenteel zijn we bezig een waterdichte test te ontwikkelen die moet bewijzen of een politicus al dan niet verboden middelen gebruikt. Een belangrijk deel van de test bestaat uit een gedragsstudie, maar veel meer informatie hierover geven is voorlopig niet mogelijk. De meeste politici zijn immers sluw en zullen waarschijnlijk proberen de test te manipuleren. Het is een beetje zoals het verhaal van de boswachter en de stroper. Die laatste zal altijd proberen de eerste te snel af te zijn.” — De anti-dopinginstanties wijzen tot slot ook op het gezondheidsrisico voor de gebruikende politici. “Te veel doping zorgt voor grootheidswaanzin en verzwakt de voeling met de realiteit in exponentiële mate”, legt Van Eenoo uit. “Dit kan leiden tot persoonlijke afrekeningen, zware depressies, levende karikaturen en ultrakorte carrières. Ik kan politici alleen maar aanraden het bij hun aangeboren talenten en competenties te houden – indien die er zijn natuurlijk.”
tekst: Thomas Lamm
2
edito
inhoud
A ppeler end, a ss er t ief en aa n t r ek k elijk Negen mensen die sinds september de hand aan de ploeg slaan. Onze drijfveer? Van Jong Groen een appelerende, assertieve en aantrekkelijke organisatie maken. Dit werkjaar met vijf inhoudelijke thema's. Tot eind 2013 gaan we met twee themadagen en twee politieke cafés dieper in op 'Kapitalisme: highway to hell or stairway to heaven'. Begin 2014 staat 'Actief pluralisme: leven naast of mét elkaar?' centraal. Op 22 maart bepaal jij mee het standpunt van Jong Groen over het stimuleren van samenleven over de culturele grenzen heen. Heel het werkjaar door houden we onze ogen en oren open voor acties en activiteiten in het kader van 'ruimte voor en engagement door jongeren'. Jongeren moeten voor Jong Groen hun ding kunnen doen en wij moeten dat mee bepleiten. Zo simpel is dat. Op de nieuwjaarsreceptie van 1 februari heffen we het glas op een nieuw logo. Verkiezingen zijn ook het moment om meer jongeren te bereiken en Groen te verjongen. Dat we dit inhoudelijk kunnen hebben we bewezen op het Groencongres van oktober... Tijdens de blokperiode van juni stellen we ons de vraag 'Ca va me u?' waarbij we dieper ingaan op de verschillende aspecten van jongerenwelzijn. Centraal thema voor de zomermeerdaagse zal 'Stad als motor' zijn. Bijzondere aandacht gaat dit jaar ook naar inspraak en betrokkenheid bij Groen, onthaal van nieuwe leden, bereik van studenten, omkadering van afdelingen, verdere verfijning van dit magazine en ontplooiing van onze internationale werking . En nu jij. Doet je ding, laat je horen. Want alleen samen maken we van dit werkjaar een topjaar. Tot snel!
B r a m Va n B r a e c k e v e lt, v o o r z i t t e r J o n g G r o e n
3
p4
D o s s i e r I Fake Nature
p10
dossier ii Voedselverspilling
p13
f r a p p a n t Eco-iris, het andere bankbiljet
p14
i n t e r v i e w Vandana Shiva
p18
te gast Time to go
p20
jong Bieke Depoorter
p22
cult uur the Big Window Walk
Onze drijfveer? Van Jong een appelerende, assertieGroen aantrekkelijke organisat ve en ie maken
DOSSIER I
Fake nature (of wat de esthetica ons over de natuur kan leren)
4
DOSSIER I
Wie bij het horen van de term 'esthetica' automatisch aan de lessen in de middelbare school denkt waarin de geschiedenis van de kunst op het programma stond, kijkt waarschijnlijk raar op bij de combinatie van de termen 'natuur' en 'esthetica'. Toch is deze combinatie evidenter dan ze op het eerste gezicht zou lijken. Eerst een woordje uitleg over het begrip esthetica zelf. In oorsprong is esthetica een filosofisch begrip, dat in de 18e eeuw werd geïntroduceerd door de Duitse Verlichtingsfilosoof Alexander Baumgarten. Voor Baumgarten verwees dit begrip naar een bepaalde vorm van kennis, die afkomstig is van de zintuigen. Niet lang na Baumgarten kreeg de esthetica een belangrijke rol toebedeeld in de filosofie van de veel bekendere Immanuel Kant. Reeds bij Kant vinden we een esthetisch concept terug dat op zowel de natuur als de kunst van toepassing zou kunnen zijn.
D e waa r d e va n d e n at uur Een belangrijk idee van Immanuel Kant is dat een esthetische ervaring van een bepaald object ons ertoe brengt dit object als een doel op zich te zien. Het schone staat met andere woorden niet ten dienste van een extern doel, maar is waardevol omwille van zichzelf. Net dit idee kan vandaag heel waardevol zijn wanneer we het over de natuur hebben. Een vraag die voor veel debatten over natuur en milieu relevant is, is of de natuur ook enkel omwille van zichzelf een bepaalde waarde heeft en dus niet alleen omdat ze voor de mens van belang is. De problematiek van de intrinsieke waarde, de waarde die iets enkel omwille van zichzelf heeft, is dan ook iets wat de debatten binnen de
kunsttheorie en het denken over de natuur met elkaar gemeen hebben. In de kunstfilosofie wordt immers vaak de stelling verdedigd dat kunst voor een aantal andere maatschappelijke domeinen een bijzondere waarde kan hebben. Zo kan het werken met kunst in het onderwijs kinderen helpen bij het ontwikkelen van empathie en kritisch denken. Maar daarnaast wordt er ook op gewezen dat het gevaarlijk is kunst te reduceren tot haar positieve impact op andere domeinen, omdat op die manier voorbijgegaan wordt aan het feit dat kunst in de eerste plaats een intrinsieke waarde heeft.
motiveren. Integendeel, net het feit dat de mens antropocentrisch denkt, zichzelf centraal plaatst, en de natuur reduceert tot een instrument om in de menselijke behoeften te voldoen, beschouwen radicale ecologisten als een belangrijke oorzaak van de ecologische problematiek. De radicale ecologie wijst dan ook op het belang van de intrinsieke waarde van de natuur. De natuur is immers niet enkel waardevol omdat ze van belang is voor het menselijke voortbestaan, maar ook omdat ze omwille van zichzelf een waarde heeft.
Hoewel kunst en natuur vaak tegenover elkaar geplaatst worden, blijken er veel raakvlakken tussen beide te zijn
Doordat er parallellen te trekken zijn tussen de waardering van kunst en de waardering van de natuur, zijn nogal wat filosofen gaan nadenken over de verhouding tussen beide. Zo formuleerde de 20e-eeuwse filosoof en musicoloog Theodor W. Adorno de gedachte dat het inzicht in de intrinsieke waarde van de kunst ons zou kunnen leren de natuur te appreciëren. Maar niet enkel bij Adorno is deze gedachte terug te vinden. Veel filosofen stellen dat je het waarderen van kunst kan beschouwen als een soort van voorbereiding op de waardering van de natuur.
Eenzelfde tweedeling vinden we terug in het ecologisch denken. Er zijn ecologisten die het belang van natuurbehoud en milieuzorg motiveren vanuit het belang dat de natuur voor de mens heeft. We hebben er immers, alleen al vanwege ons eigen menselijke leven, baat bij ervoor te zorgen dat het niet tot een ecologische ramp komt. Vanuit de radicale ecologie wordt er echter niet vanuit de mens vertrokken om de waarde van de natuur te
5
Kun s t en n at uur
Nog een interessant raakpunt tussen kunst en natuur vind je in de argumenten tegen zogenaamde 'fake nature'. De idee van 'fake nature' hangt samen met wat we de restauratie-thesis kunnen noemen: dat is de stelling dat de vernietiging
DOSSIER I
van iets van waarde gecompenseerd kan worden door de (re)creatie van iets van gelijke waarde. Die restauratie is terug te vinden in de wetgeving: wanneer ergens een waardevol stuk natuur plaats moet ruimen voor bijvoorbeeld de aanleg van industriezones, een autoweg of de uitdieping van een rivier, moet er op een andere plek een 'gelijkwaardig' stuk natuur aangelegd worden. Op die manier kan een minister op het matje worden geroepen als blijkt dat tijdens haar regeerperiode de oppervlakte van bos is afgenomen terwijl die dus eigenlijk minstens gelijk had moeten blijven.
Va l s e en ec h t e n at uur Op het eerste gezicht kan bovenstaande redenering billijk lijken: als de vernietiging van een stuk natuur op evenredige wijze wordt gecompenseerd, is er toch geen probleem? Toch voel je intuïtief dat er iets schort aan deze redenering. Is er dan geen enkel verschil tussen een stuk natuur dat zonder menselijke tussenkomst is ontstaan en een door mensen 'geconstrueerd' stuk natuur?
Een relevante vraag is of de natuur ook enkel omwille van zichzelf waarde heeft In deze discussie kan het relevant zijn een parallel te trekken met wat we spontaan denken over kunst. Zo vergelijkt milieu-ethicus Robert Eliot het verschil tussen echte en geconstrueerde natuur met het verschil tussen een origineel kunstwerk en een vervalsing. Bij kunst is het immers duidelijk dat we veel meer waarde zullen hechten aan het originele werk, al is voor de leek het verschil tussen echt en vals niet altijd te zien.
Bij kunstwerken zijn we dus duidelijk in staat een verschillende waarde toe te kennen aan een origineel kunstwerk en de vervalsing daarvan. Volgens Eliot kunnen we dit onderscheid ook handhaven wanneer het over de natuur of over het landschap gaat. De vergelijking met de kunst is volgens Elliot een argument dat zegt dat een door de mens geconstrueerd stuk natuur minder waardevol is dan een stukje 'echte' natuur.
Misschien kan het waarderen van kunst beschouwd worden als een voorbereiding op de waardering van de natuur Om dit te staven, gaat Eliot op zoek naar wat het nu precies is dat maakt dat wij een origineel werk meer waarderen dan de kopie ervan. Volgens Eliot heeft dit te maken met de specifieke genese en geschiedenis van het origineel. Wanneer we meer weten over de ontstaansgeschiedenis van een bepaald werk, beïnvloedt dit onvermijdelijk de waarde die we eraan hechten. Ook bij onze waardering van een landschap kan het ontstaan en de geschiedenis van dit specifieke landschap een rol spelen in onze waardering ervan. De wetenschap dat een bijzonder landschap het product is van de natuur, zonder invloed van de mens, kan gepaard gaan met een bijzondere waardering van dit landschap.
6
Maar wat als we in staat zouden zijn een exacte kopie te maken van een stukje natuur, een stukje 'fake nature' dat niet van echt te onderscheiden valt? Ook hier is volgens Eliot een vergelijking tussen originele en vervalste kunst bruikbaar. Ook in de kunst kan soms slechts een zeer geoefend oog de vervalsing opmerken. De reden waarom een vervalst stuk natuur minder waard zou zijn dan het origineel, ligt in het feit dat een geoefend oog eventueel het verschil zou kunnen zien.
Tot slot Hoewel kunst en natuur traditioneel nogal makkelijk tegenover elkaar geplaatst worden, blijkt dus dat er toch wat raakvlakken tussen beide te vinden zijn. In dit artikel gingen we vooral in op de vraag hoe bepaalde ideeën uit de kunstfilosofie waardevol kunnen zijn in het denken over de waarde van de natuur. Misschien is het dan ook wel jammer dat de lessen esthetica op school doorgaans beperkt blijven tot een lesje kunstgeschiedenis. Het zou misschien zelfs relevanter zijn met jongeren te reflecteren over de vraag wat schoonheid en de waarde ervan precies is. Misschien komen we dan in de buurt van wat filosofen beogen wanneer ze de stelling verdedigen dat we door de gevoeligheid voor kunst ook gevoelig gemaakt kunnen worden voor de (esthetische) waarde van de natuur.
Auteur: Leen Verheyen
DOSSIER I
Fake nature in romanvorm Dat we kunnen argumenteren tegen 'fake nature' door gebruik te maken van ideeën uit de kunst, is een interessant idee, maar wie de discussie wat té abstract vindt, kan eventueel bij een interessante roman te rade gaan. In het veelgeprezen Freedom van de Amerikaanse auteur Jonathan Franzen speelt de discussie tussen natuurbehoud en natuurrestauratie immers een belangrijke rol. Hoofdpersonage van Franzens boek is Walter Berglund, een Amerikaan met Zweedse roots, die op een bepaald moment een aanbod krijgt van een groot bedrijf dat zich bezighoudt met het winnen van steenkool. Omdat de bedrijfsleider graag een goede daad wil stellen waarmee hij zichzelf en zijn organisatie een groen imago kan aanmeten, wil hij een milieuorganisatie oprichten die met het steenkoolbedrijf kan samenwerken. Walter Berglund wordt benaderd om de leiding van deze nieuwe organisatie op zich te nemen.
Walter Berglund ziet geen graten in de samenwerking tussen het steenkoolbedrijf en de milieuorganisatie waarover hij de leiding krijgt. De afspraak is immers dat het bedrijf steenkoolrijke gronden zal aankopen en daar vervolgens gedurende jaren steenkool zal winnen. Eenmaal de bodem uitgeput, worden de gronden overgedragen aan de milieuorganisatie die ze tot natuurgebieden kan omvormen. Voor Walter is dit een prima deal: ze zorgt er immers voor dat er op lange termijn enkele grote natuurgebieden kunnen worden gecreëerd. Walter en zijn organisatie krijgen echter met de nodige tegenstand te maken. In de eerste plaats zijn er de bewoners van de plek die is uitgekozen als mijngebied en die niet van plan lijken hun woonplaats op te geven in ruil voor een hoop dollars van de steenkoolindustrie. Daarnaast krijgt Walter het aan de stok met een andere milieuorganisatie die het idee afkeurt dat
7
een stuk natuur zal worden vernietigd ten voordele van de steenkoolindustrie, zelfs indien de natuur achteraf 'gerestaureerd' zal worden. De discussie of het ethisch is om de natuur op te offeren aan de industrie, zelfs als de natuur achteraf 'gerestaureerd' zal worden is één van de relevante vraagstukken die het boek oproept. Ook andere prangende thema’s zoals energie en de oorlog in Irak passeren de revue. Franzen wil zijn lezer daarbij niet van een bepaald standpunt overtuigen, maar nodigt hem of haar uit zelf na te denken over de problemen die het boek aankaart en zich hierover zelf een mening te vormen. Het boek is dus minder geschikt voor wie op zoek is naar licht verteerbare en ontspannende lectuur. Maar voor wie graag door een boek aan het denken wordt gezet en er een interessante gesprekspartner in zoekt, is het zonder twijfel een absolute aanrader.
in beeld
startdag 2013 Op 21 september trapte Jong Groen het nieuwe werkjaar in gang. Vormingen over actie voeren, sociale media en, diversiteit, maar ook debatten op toogniveau en een onderdompeling in het ecologisme stonden op het menu. Geïnteresseerd naar de plannen van Jong Groen voor het komende jaar? Neem zeker een kijkje op www.jonggroen. be/jaarplan.
8
in beeld
9
dossier ii
voedselverspilling “Voedsel is kerstversiering geworden” U en ik doen het vrij regelmatig: dat ene potje yoghurt waarvan de houdbaarheidsdatum is overschreden onherroepelijk de vuilnisbak in keilen. Bovendien dreigt datzelfde potje ook bij de producent en de distributeur te sneuvelen op een slagveld van verschillende redenen, de ene al onzinniger dan de andere. Welkom in de wondere wereld van voedselverspilling.
Cijfers zijn een ideale manier om een reportage te starten. In Vlaanderen gooien we met z’n allen jaarlijks voor één miljard euro aan voedsel weg. Ter vergelijking: met dat bedrag kan de Spaanse voetbalclub Real Madrid elk seizoen opnieuw tien Gareth Bales kopen. Wanneer we naar de vuilniszak van de gemiddelde Vlaming kijken, wordt het er niet bepaald beter op: elf procent van de inhoud is voedsel dat nog perfect consumeerbaar is. Jaarlijks komt dat neer op 500.000 ton aan weggegooide etenswaren in Vlaanderen. Studies over voedselverspilling zijn niet dik gezaaid, maar de meerderheid van experts legt de oorzaak van de problematiek bij de consument. “Nog maar weinig mensen maken tijd vrij om overschotjes te verwerken in nieuwe gerechten, dus die belanden
10
eerder in de vuilnisbak,” verklaarde de aan de K.U.Leuven verbonden voedeseleconoom Erik Mathijs enige tijd geleden in De Morgen. “Daarnaast speelt ook nog het feit mee dat de waarde van voedsel over de jaren heen gedaald is, waardoor we minder de neiging hebben het te behandelen als een kostbaar goed en we producten met een langere houdbaarheidsdatum verkiezen. Voedsel waarvan het etiket aangeeft dat het product bijna vervallen is, blijft dan in de rekken liggen, ook al is de kwaliteit ervan nog perfect. Bovendien zijn we ook wat verwend. We zijn het gewoon dat de supermarkten ons een groot aanbod voorschotelen.” Uit dit oogpunt zouden we dus vooral de hand in eigen boezem moeten steken, indien we voedsverspilling willen tegengaan (zie ook kader, red.). Er zijn echter ook andere stemmen in het debat.
Fr eeg a ni s t Tristam Stuart is zo iemand en hij is niet de eerste de beste. De 36-jarige Brit schreef in 2009 het boek Waste: Uncovering the Global Food Scandal en wordt zowat als de goeroe van de anti-verspillingsbeweging beschouwd. “Als tiener hield ik al varkens, die ik vetmestte met de overschotten van enkele lokale handelaren en restjes uit de schoolcafetaria,” vertelde hij enkele maanden geleden aan de verzamelde pers bij zijn bezoek aan Brussel. “Mettertijd stelde ik zelf vast dat ik ook kon leven van dergelijke overschotten en werd ik een freeganist: iemand die in plaats van eten te kopen het redt van de afvalberg.
De kolossale hoeveelheid onaangeroerd voedsel die we elke dag massaal naar de vuilnisbak verbannen, is het schandaal van de eeuw Stuart wil het probleem in de eerste plaats aanpakken op het niveau van de producenten en de distributeurs. “Natuurlijk weet ik dat 43 procent van alle Europese voedselverspilling zich voordoet in de privésfeer, maar langs de andere kant heeft de industrie al lang genoeg haar best gedaan om de verantwoordelijkheid door te schuiven naar de consument”, zegt hij daarover. “Statistieken tonen net aan dat die eindgebruiker een groeiend verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkelt: in de jongste drie jaar hebben Britse huishoudens hun voedselverspilling met zeventien procent kunnen terugdringen, terwijl dat bij de industrie slechts acht
procent was.” In zijn boek focust Stuart op de problematiek. “De kolossale hoeveelheid onaangeroerd voedsel die we elke dag massaal naar de vuilnisbak verbannen, is het schandaal van de eeuw,” stelt de auteur. “Op een moment dat miljoenen mensen honger lijden hadden we nog nooit zoveel overschotten. En dan hebben we de milieuvervuiling nog niet in rekening gebracht die de productie ervan veroorzaakt. Voedselverspilling is dus meer dan de restjes die bij ons thuis worden weggegooid. Evenmin gaat het hier over voedsel dat vervallen is. Neem nu bijvoorbeeld de supermarkten, die elke avond hele ladingen onverkochte voedingswaren weggooien. Dat betekent enerzijds voor hen een financieel verlies, maar anderzijds willen ze ook niet te weinig in huis hebben. De redenering is immers dat lege rekken niet aantrekkelijk ogen. Voedsel is als het ware kerstversiering geworden.” Tijd dus om in actie te schieten vindt Stuart. “Drie jaar geleden zijn we een campagne begonnen voor lelijke groenten,” licht hij toe. “Omwille van esthetisch standaarden halen die vaak de winkelrekken niet, ook al zijn ze perfect geschikt voor consumptie. Vandaag is het evenwel de snelst groeiende markt in de voedingssector. Op die manier hebben we naar schatting reeds 300.000 ton afval vermeden. De boeren zijn blij dat hun inkomsten stijgen en de consumenten hebben er geen moeite mee. Dat laatste wordt ook duidelijk weerspiegeld in onderzoek. Wat betreft bijvoorbeeld snelverkoop – de producten die goedkoper zijn omdat hun houdbaarheidsdatum nadert – zien we dat de gevoeligheid om deze links te laten liggen duidelijk afneemt. De klant kan dus ook een belangrijke rol spelen. Zijn of haar stem is immers de enige die echt telt voor de
11
handelaar. Consumenten kunnen dus druk uitoefenen op de voedingsindustrie en ze moeten duidelijk maken dat het voor hen niet uitmaakt hoe rond de appel is die ze kopen en dat ze lege rekken verkiezen boven volle vuilnisbakken.” De overheden moeten eveneens aan de slag volgens de Brit. “Hun taak bestaat erin transparantie te creëren in de voedingsindustrie,” maakt hij duidelijk. “Er kan pas efficiënt ingegrepen worden wanneer het cijfermatig duidelijk wordt om hoeveel overschotten het gaat. Die efficiëntie moet ook verhoogd worden wanneer we het hebben over de samenwerking van overheden met Europa om economische maatregelen te treffen. En een bindende code voor voedingsbedrijven zou bovendien ook een stap vooruit betekenen, zodat de politie te allen tijde kan controleren op mogelijke inbreuken.”
Auteur: thoma s l amm
dossier ii
Wat kan je zelf doen? Verander de wereld, begin bij jezelf. Enkele handige tips om zelf een steentje bij te dragen in de strijd tegen voedselverspilling. ✔✔ Hou een restjesdag De restjes die je na een tijd overhoudt, kun je mits enige creativiteit omtoveren tot een lekkere maaltijd. Van oud brood kan je bijvoorbeeld broodpudding maken, fruit dat minder rijp wordt kan je gebruiken in een milkshake.
✔✔ Koop en kook niet te veel Stel voor je gaat winkelen een boodschappenlijst op, zodat je bewust kan kopen. Kijk dus op voorhand de (koel)kast na, denk na over het aantal maaltijden en hoeveelheden die je nodig hebt en probeer je in de winkel aan je lijstje te houden.
✔✔ De correcte temperatuur Fruit als appelen bewaar je best niet op kamertemperatuur, maar in een koelkast. Tenzij je ze snel wilt opeten natuurlijk. Bij een grote groep mensen staat bovendien de temperatuur van die koelkast vaak te hoog afgesteld.
✔✔ Let op de houdbaarheidsdatum Je moet een onderscheid maken tussen ‘ten minste houdbaar tot’ en ‘te gebruiken tot’. In het geval van het eerste kan je het product nog gebruiken nadien, op voorwaarde dat het goed bewaard werd. Het tweede is dringender. Producten met dergelijk label (bijvoorbeeld vis en vlees) zijn echt niet meer consumeerbaar na het overschrijden van de datum.
✔✔ Volg de seizoenen We verwachten dat haast alle producten het hele jaar door beschikbaar zijn, maar dat staat vaak haaks op het seizoenskarakter van sommige van die goederen. Kies daarom voor verse seizoensproducten. Die hebben een kleinere ecologische voetafdruk, zijn verser en meestal ook goedkoper. Bovendien zorgt die versheid ervoor dat de kans op verspilling bij de boer of distributeur kleiner is.
Bronnen: www.veldverkenners.be en www.voedingscentrum.nl
12
Frappant
Eco-iris
het andere bankbiljet Vandaag is onze economie gebaseerd op geld. We verdienen het in ruil voor werk en we kunnen er goederen en diensten mee kopen. Voor het geld zijn intrede deed - zo'n 2.700 jaren geleden - was er voornamelijk een ruileconomie. Goederen en diensten werden verruild in een verhouding die onderling overeengekomen was.
Sinds enige tijd duiken er verschillende complementaire munten op. Het zijn parallelle valuta naast het gangbare geld en ze willen het gemeenschapsgevoel versterken. Zo kent Gent de Torekes, Mechelen de Blussers, Antwerpen de Handjes, Sint-Niklaas de Stafkes, Luik de Valeureux… en op internet zijn er de virtuele Bitcoins die in Duitsland al zijn erkend als ‘particuliere munt’.
milieuvriendelijke(re ) g e wo o n t e s s t imuler en Ook in Brussel wordt geëxperimenteerd met zo’n complementaire munt. Een goed jaar geleden werd in de Schaarbeekse Helmet en Colignonwijk (rond het Josaphatpark) en de Wielswijk in Vorst (ten zuiden van het station Brussel-Zuid) een proefproject met de alternatieve munt ‘eco-iris’ opgezet. Die eco-iris, die 10 eurocent waard is, kan lokaal worden uitgegeven. Het doel is ‘milieuvriendelijke(re) gewoontes en aankopen te stimuleren en een nieuwe dynamiek te geven aan de lokale economie en het wijkleven.’ Nog tot het einde van het jaar kunnen
de inwoners van de twee wijken deze alternatieve munt, in de vorm van cheques, ‘verdienen’ door acties te ondernemen op het vlak van een ecologisch(er) verantwoord gedrag.
slaat. Zo wordt een jonge vrijwilliger die boodschappen gaat doen voor ouderen vergoed met 10 eco-irissen (een totale waarde van 1 euro) per 10 minuten dat de boodschappen duren.
Duur z a m e k euz e s
L o k a le h a nd el v er s t er k en
Om de eco-irissen te verdienen, moeten inwoners dus duurzame keuzes maken op het gebied van leefmilieu, water, mobiliteit, biodiversiteit, duurzame voeding, energie en afvalpreventie of hergebruik van voorwerpen. In ruil voor een bewijs kunnen ze tijdens een ‘zitdag’ in het buurthuis, de plaatselijke bibliotheek of zelfs een boekhandel waardecheques ontvangen.
Het zorgt niet alleen voor een economische meerwaarde, maar heeft ook sociale en ecologische voordelen Naast de aankoop van goederen of diensten voor jezelf, is het ook mogelijk om een dienst te leveren die een intergenerationele brug
13
Met het project is het ook de bedoeling om de lokale handel te versterken. Zo is het mogelijk om goederen en diensten aan te kopen die op hun beurt ook weer een minimale belasting voor het leefmilieu met zich meebrengen. Daarenboven kunnen de handelaars dan weer duurzame en lokale diensten betalen zoals het vervoer van producten door een fietskoerier naar buurtbewoners. Zo is de cirkel rond: de eco-irissen circuleren binnen eenzelfde wijk of gemeenschap en wakkeren meteen (opnieuw) het gemeenschapsgevoel aan.
Meer details zijn te vinden op www.ecoiris.be.
Auteur: Peter Baeyens
interview
Zadendiva Vandana Shiva Wetenschapsfilosofe en landbouwactiviste
14
interview
Een volle aula van de Universiteit Antwerpen, inclusief fraaie TL-verlichting en lichte zweetgeur - u kent dat heerlijke aroma van volle aula's wel. Alle stoelen volzet, vooraan een bank met daarachter drie mensen. Alma De Walsche van MO* zit in het midden, ze luistert aandachtig en stelt rustig haar vragen. Aan haar linkerzijde Alexander Woollcombe, hij zit lichtjes zenuwachtig op zijn stoel te draaien en swipet zo nu en dan op zijn smartphone die voor hem ligt. Aan haar rechterzijde Vandana Shiva, ze draagt een kleurrijk gewaad en is zichtbaar vermoeid, maar vief en gepassioneerd van zodra ze het woord neemt. Met enkele kwinkslagen en strijdvaardige taal heeft ze in een oogwenk het publiek op haar hand. Shiva strijdt al jaren tegen de agroindustrie en de introductie van genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) en is er rotsvast van overtuigd dat biologische en kleinschalige landbouw het instrument is in de strijd tegen hongersnood. Woollcombe werkt voor de Gates Foundation, een organisatie die honger en armoede de wereld uit wil helpen, onder andere door arme boeren uit het Zuiden te ondersteunen. Een gemeenschappelijk doel, zoveel is klaar. Tot je merkt dat de ingrepen van de Gates Foundation de boeren toeleiden tot industriële landbouwsystemen. GGO-zaden, digitale technologieën, chemicaliën en de wetten van de markt moeten hen helpen om meer voedsel te produceren. Woollcombe moet het afleggen tegen de indrukwekkende logica van Shiva. Met een kwieke naturel legt ze uit hoe ecologische en lokale landbouw een veel accuratere oplossing biedt voor honger- en gezondheidsproblemen. Woollcombe probeert in zijn antwoorden enerzijds te verklaren hoezeer hij het met haar eens is en distantieert zich van zijn bedrijf – hoe groter het bedrijf, hoe moeilijker jezelf ermee te identificeren? – anderzijds probeert
hij zijn vege lijf te redden met weinig overtuigende argumenten. Hij spreekt zichzelf geregeld tegen: “Nee, we mengen ons niet in de lokale politiek.”, “Jawel, het is belangrijk om ook politiek te beïnvloeden.”. Vandana Shiva is stellig tegen industriële landbouw en legt ons na het debat uit hoe de vork in de steel zit.
Waarom kunnen GGO's geen soelaas bieden in de strijd tegen de honger? “Om te beginnen zorgen GGO’s samen met de agro-industrie voor een afname van de biodiversiteit. Dat betekent dat er minder soorten bloemen en minder bijen zijn, dat natuurlijke selectie geen kans krijgt, dat landbouwgronden verschralen enzovoort. Men schat dat ooit tienduizenden soorten planten in de landbouw en als voedsel voor de mens werden gebruikt. Momenteel leveren niet meer dan 120 gekweekte soorten 90% van het plantaardige voedsel voor mensen.
die ze gebruiken om zich aan te passen aan de omstandigheden waarin ze zijn geëvolueerd. Het gevolg: landbouwgewassen worden gevoeliger voor plotse klimaatveranderingen en superplagen en ziektes steken de kop op. GGO’s zijn dus niet per definitie resistenter. Meer genetische diversiteit biedt net de beste bescherming tegen plantenziekten. Daarnaast is er genoeg voedsel om nog minstens de helft méér mensen te voeden, alleen geraakt het niet bij de armsten. Honger is een politiek en economisch probleem, dat schaamteloos én met succes wordt misbruikt door een financieel-economisch uiterst machtige agrochemische lobby. Een meer diverse en kleinschalige landbouw met veel minder of zelfs geen externe inputs, denk aan kunstmeststoffen en pesticiden, is minstens zo goed in staat om voldoende voedsel te genereren. Bovendien wordt op die manier de aarde niet uitgeput.
Er is genoeg voedsel om nog minstens de helft méér mensen te voeden, alleen geraakt het niet bij de armsten In standaardberekeningen meten we opbrengsten in kilo’s per hectare, terwijl men nooit spreekt over de voedzaamheid van oogsten. Als we die parameter zouden inbrengen, ziet het plaatje er helemaal anders en blijkt industriële landbouw veel minder oplossing voor honger te kunnen bieden."
Wat zijn de sociale gevolgen? Als lokale soorten en variëteiten verdwijnen, gaat ook de genetische diversiteit die ze bevatten onherroepelijk verloren – inclusief de genen
15
"De industrie heeft een desastreuze impact op onze bestaanswijze. Mensen worden vaker ziek, door de
interview
slechtere kwaliteit van het voedsel, door het gebruik van chemicaliën, door watervervuiling... Daarnaast worden boeren verplicht om zaden van de agro-industrie te kopen, met bijhorende pesticiden en meststoffen. Ze moeten steeds het geld op tafel kunnen leggen, kunnen zelf hun productie niet meer bepalen en worden verplicht om industriële monocultuur toe te passen. Dat leidt tot hoge zelfmoordcijfers onder de boeren. In India pleegt ongeveer elk halfuur een boer zelfmoord, dat in een land waar men gelooft in reïncarnatie!"
Het is te gek voor woorden dat een onnatuurlijke, mechanische productie vandaag de dag mainstream is Wat moet er veranderen? "De publieke middelen moeten dringend geïnvesteerd worden in biologische boerderijen. Het is te gek voor woorden dat een onnatuurlijke, mechanische productie vandaag de dag mainstream is, terwijl de meest natuurlijke productiewijze de nichemarkt vormt. Vandaag wordt de helft van de publieke middelen uitgegeven aan de agro-industrie en wordt kleinschalige productie afgestraft. We kunnen de middelen die naar landbouw gaan halveren en toch het aantal mensen op het veld vergroten en nieuwe kansen creëren voor jonge mensen. Er moeten met andere woorden meer boeren opgeleid worden én ze moeten op een andere manier opgeleid worden. Door de huidige crisis trekken opnieuw meer en meer jongeren naar het platteland, een tendens die ondersteund moet worden.
Deze organische boeren vormen een alternatief voor het huidige dominante model van de agro-industrie. Meer en meer mensen zijn zich hiervan bewust. Bovendien kan dit bewustzijn via de sociale media gemakkelijk verder verspreid worden. We zijn niet langer afhankelijke van de mainstream media om ons te informeren. Burgers kunnen zelf informatie opzoeken en die verder verspreiden. Het is nu aan ons om dit model te verdedigen en elkaar wereldwijd te versterken. Door bewust te consumeren kan bovendien iedereen bijdragen. Op die manier kunnen we het systeem zelf in handen nemen. We moeten onze keuzevrijheid gebruiken om tegen het dominante systeem in te gaan. Dit verzet kadert in Ghandi’s traditie van burgerlijke ongehoorzaamheid."
Hoe moet Europese landbouw eruit gaan zien? "De Europese zaadwetgeving gaat ervan uit dat we uniformiteit en industriële landbouw nodig hebben om de voedselveiligheid te verhogen. Dat is een totaal fout vertrekpunt. Ik zie Europese landbouw als concentrische cirkels rond kleinschalige systemen. Ons voedsel moet zo dicht mogelijk groeien bij de plek waar het geconsumeerd wordt. Het hoeft niet uit Argentinië te komen, gewoon omdat dat nu eenmaal mogelijk is."
We hebben dus meer boeren nodig? "Ja, we hebben meer jonge boeren nodig. Niets zegt dat jonge mensen niet van landbouw kunnen leven. Het probleem ligt bij het systeem rond onze landbouw, gebaseerd op dure input en dalende prijzen. Vanaf het moment dat we van het huidige monopolie op voedsel door een
16
vijftal grote bedrijven verlost zijn en er een directe verbinding is tussen producent en consument, kunnen we spreken van een positieve economie. Iedereen moet eten hebben en we hebben de tussenstap van de grote bedrijven in ons huidige voedingssysteem niet nodig."
Wat is het beste dat je als individu kan doen? "We hebben niet alléén meer landbouwers nodig. Ook bewuste consumenten om de verschuiving van industrieel naar lokaal-ecologisch mogelijk te maken. Dat moet de overheid stimuleren door meer informatie te geven over het voedsel in onze supermarkten. We hebben ook meer creatieve links nodig tussen bijvoorbeeld restaurants en producenten, tussen lokale besturen onderling, tussen boeren en consumenten… Er is dus werk genoeg.
Iedereen moet eten hebben en we hebben de tussenstap van de grote bedrijven in ons huidige voedingssysteem niet nodig Volgens mijn berekening is 50% van de bevolking werkzaam in ons hele voedingssysteem. In het huidige industrieel systeem zijn er slechts weinig mensen op het veld actief en zijn veel mensen bezig met gevaarlijke of saaie jobs. Denk aan truckchauffeurs, managers, telefonisten, kassamedewerkers, arbeiders in fabrieken… We kunnen die 50% veel creatiever inzetten. Zo kunnen onderzoekers bijvoorbeeld veel meer ecologisch onderzoek verrichten."
Je spreekt ook over ecofeminisme, hoe kan die beweging iets betekenen op vlak van landbouw?
intelligent zijn, realiseer je je dat wat wij nu als groei bestempelen in ons zakelijk, patriarchaal systeem, eigenlijk geen groei is, maar vernieling.
"Daarnet in het debat gebruikte Alexander Woollcombe het woord intelligentie. Wat is intelligentie? Vandaag is intelligentie in handen van machthebbende mannen. Alle wetenschappelijke paradigma’s, gecreëerd door diezelfde machtige mannen, behandelen natuur als ‘doods’. Maar daarmee ontken je de intelligentie van de natuur. En alle sociaal-politieke paradigma’s behandelen vrouwen als passief en onproductief. Al de ondeugden tegen de natuur en tegen vrouwen vertrekken bij die foute aannames. Eens je erkent dat de natuur én vrouwen creatief, productief en
Echte groei stelt de natuur en de mens weer centraal. Om twee redenen begint dat bij vrouwen: zij zijn in de loop van de tijd buitengesloten én – doordat ze buitengesloten zijn – hebben ze een andere intelligentie: multifunctioneel, multidimensionaal. Er is nog altijd een onnoemelijk hoger aantal vrouwen dan mannen bezig met zorg. Noch de staat, noch de zakelijke wereld kijken om naar zorg. Het spreekt voor zich dat die beweging – vrouwen en natuur erkennen als creatief en intelligent – volledig past in het verhaal van kleinschalige, biologische landbouw. Het ene vloeit voort uit het andere."
herziening Europese zaadwetgeving De Europese zaadwetgeving is onder herziening. Deze regelgeving schept het legale kader waarbinnen zaadpraktijken kunnen opereren: ze bepaalt wie welk type zaad onder welke omstandigheden op de markt kan brengen. Om te vermijden dat de wetgever de huidige machtsconcentratie in de zaadproductie en handel bestendigt, hebben verschillende Vlaamse organisaties een duidelijk standpunt over deze herziening ingenomen. BioForum Vlaanderen, Voedselteams, VELT, Wervel, Greenpeace België, Oxfam Wereldwinkels, Netwerk Zelf Zaden Telen, Landwijzer, Bond Beter Leefmilieu vragen ruimte in de wet om een rijke diversiteit aan rassen op de markt te kunnen brengen. Ze vragen de vrijheid van boeren en amateurtuinders om agrodiversiteit te bewaren en te laten ontwikkelen. Duurzame landbouw, en de biosector in het bijzonder, heeft behoefte aan een zo divers mogelijk aanbod aan rassen. Er zijn verschillende rassen nodig voor de verschillende grondtypen, jaargetijden en klimatologische omstandigheden. Dit productiesysteem heeft behoefte aan rassen die behalve voldoende productief ook weerbaar zijn tegen diverse ziekten en plagen en die goed om kunnen met natuurlijke bemesting. Deze diversiteit aan rassen vraagt om een diversiteit aan aanbieders van teeltmateriaal. Naast kleine en grote zaadbedrijven spelen ook boeren een belangrijke rol in het behoud en de ontwikkeling van de biodiversiteit in de landbouw. Lees het standpunt op de website van BioForum.
17
Auteurs: Sien Verstraeten e n C é l i n e Va n D e n Ab e e l e
te gast
time to go
Belgische vredesbeweging eist verwijdering kernwapens uit België Op 20 oktober 2013 organiseerde de Belgische vredesbeweging een nationale manifestatie tegen kernwapens in Brussel. worden en indien dat gebeurt heeft België nieuwe straaljagers (F35) nodig om de bommen te kunnen dragen. Hier hangt een kostenplaatje aan van 25 miljoen dollar per bom en 150 miljoen euro per F35. Een waanzinnig hoge kostprijs voor wapens die ons geen enkele veiligheid brengen. Sterker nog, de wapens vormen een hinderpaal voor verdere ontwapening: hoe kunnen we van andere landen immers eisen dat zij zich ontwapenen als wij zelf blijven vasthouden aan die ondingen? De manifestatie past in de campagne ‘Time to go: kernwapens weg uit België’. Na 50 jaar aanwezigheid van Amerikaanse kernwapens op Belgisch grondgebied is de tijd gekomen om ze eindelijk weg te halen. Er liggen op de militaire basis van Kleine Brogel nog steeds ongeveer 20 B-61 kernbommen met elk een vernietigingskracht van tien keer de kernbom die de Japanse stad Hiroshima in 1945 in één ogenblik van de kaart veegde. Die wapens zijn nutteloos, duur en gevaarlijk. Nutteloos, want steeds meer bronnen binnen het Amerikaans leger stellen dat die bommen in Europa geen militair nut meer hebben. De kostprijs om ze te houden is extreem hoog, de bommen moeten gemoderniseerd
Ongeveer iedereen is ervan overtuigd dat een kernwapenvrije wereld een goede zaak zou zijn. Obama, President van de Verenigde Staten, pleit voor een kernwapenvrije wereld en ook onze huidige regering stelt in haar regeerakkoord dat zij op een besliste manier zal ijveren voor internationale initiatieven met het oog op een verdere ontwapening – inbegrepen nucleaire – en voor een verbod op wapensystemen met een willekeurig bereik en/of die disproportioneel veel slachtoffers maken.
binnen de Algemene Vergadering van de VN om de onderhandelingen op te starten van een VN-verdrag om kernwapens te verbieden, naar analogie met een verbod op chemische of biologische wapens. Recentelijk kwam bovendien nog eens aan het licht dat de Belgische wet het investeren in kernwapens niet eens verbiedt. Nochtans hoeft het allemaal niet zo moeilijk te zijn. Onze Amerikaanse bondgenoten geven te verstaan dat ze wachten op een duidelijk signaal van onze regering. Ons signaal is alvast heel duidelijk: kernwapens weg uit België! Steun de campagne op www.timetogo.be.
Mooie woorden die helaas dode letter blijven. Op het terrein gebeurt er niets. Onze diplomaten verschuilen zich achter de NAVO en stemmen ondertussen tegen een voorstel Auteur: Pieter, Vrede vzw voor
18
c a m pa g n e T i m e t o g o
afdeling in de kijker
Wie en wat is Jong Groen Lokeren? Eco l o g ie en v r ije t ijd Ecologie en vrije tijd. Met deze combinatie proberen we met Jong Groen Lokeren een plaats te veroveren binnen het Lokerse jeugdwerk. Naast lidmaatschap van de Lokerse Jeugdraad en de werkgroep Groene Zones trachten we ook ons steentje bij te dragen via andere activiteiten.
, Esther, n ic r e d e r F , n o im S , o n Sharon, Lien,liBrssua, Marloes, Elias, Sander en Lee Cristina, Me
Jo n g G ro en d o e t d in g en b e w eg en! © L ander Loeck x
Zo organiseerden JNM Durmeland, de lokale JNM-afdeling en natuurvereniging vzw Durme dit jaar voor het eerst de Lokerse Big Jump. Ook Jong Groen Lokeren was van de partij en de actie werd een spetterend succes, met 170 springers en 1000 toeschouwers. Bovendien zijn we door deze actie weer een aantal Jong Groen-leden rijker geworden. Ook zelf activiteiten organiseren schrikt ons niet af. Naar jaarlijkse traditie zullen we opnieuw met onze ‘Moulin Vert’ op de Lokerse kerstmarkt staan met info over onze organisatie, Marokkaanse muntthee én vegan gebakjes.
stempel met daarop de link naar onze Facebookpagina, waar de foto’s te zien zijn (neem zeker ook een kijkje).
We werken geregeld inhoudelijke activiteiten uit, zoals onze TegenGASactie tijdens de Lokerse Feesten. Gewapend met een memoboard en in het gezelschap van een Jong Groene verkleed als waarzegger, trokken we ten strijde tegen absurde GAS-boetes in het Lokerse politiereglement. Onze actie had succes, met veel foto’s van mensen poserend met slogans zoals ‘Laat de stad niet verGASsen’. Iedereen kreeg een
Enkele van onze leden verspreiden het groene gedachtegoed zelfs tot in China en de wijde wereld, zoals Frédéric Van Den Abbeele, op zijn blog via www.dewereldmorgen. be. Hij schrijft hoe hij onverwacht een Chinees ecologisch bewustzijn ontdekt op de Beijing Design Week en over zijn thesis die hij stilaan uitgebroed krijgt, waarin hij het milieubeleid van de Communistische Partij van China bespreekt.
19
We zijn benieuwd naar het eindresultaat.
Wat s taat n o g o p he t pro g r a m m a? Naast het inhoudelijke werk, staat er ook plezier op het programma. Daarom komen we regelmatig samen op café, organiseren we het komende voorjaar een quiz en plannen we een inhoudelijke actie om het eenzijdige jeugdbeleid in Lokeren (overal camera’s!) aan te kaarten. Volg Jong Groen Lokeren op Facebook!
Auteur: Lien Tet telin
jong
Bieke Depoorter is sinds enkele jaren niet meer weg te denken uit fotografieland. Haar carrière als fotografe kwam in een stroomversnelling terecht toen ze in 2009 afstudeerde aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent. Met haar eindwerk 'Ou Menya' won ze toen de HP Magnum Expression Award, een prijs die wordt uitgereikt door het meest prestigieuze fotoagentschap ter wereld: Magnum Photos. Voor haar foto's gaat Bieke op zoek naar intimiteit en naar de realiteit van het dagelijkse leven. Om dat op de gevoelige plaat vast te leggen, overnacht ze bij ongekende mensen in huis. Peper stelt de lens scherp en polst naar haar drijfveren en doelstellingen.
Tussen moment opname 20
jong
"Als ik aan een project begin, denk ik op voorhand niet echt aan het resultaat. Ik denk dat je jezelf te veel beperkt als je dat doet. Voor mijn eindwerk ‘Ou Menya’ wist ik alleen maar dat ik met de Transsiberië Express wilde rijden en kleine dorpen wilde fotograferen. Dat heb ik dan ook gedaan. Mijn eerste contactpersoon in Rusland schreef een briefje voor mij in het Russisch, met de vraag of ik een nacht mocht slapen bij de mensen thuis. Dat briefje zou ik dan kunnen gebruiken in het geval ik geen hotel vond. Op die manier ben ik bij mensen binnen geraakt en besefte ik dat het voor mij een hele goede manier was om te fotograferen. Voordien fotografeerde ik op straat maar dat voelde niet helemaal goed. Bij mensen thuis logeren en fotograferen, dat klopte gewoon. Daarom ben ik dat systematisch beginnen doen."
Ik schotel niet graag alles voor, ik laat fantasie graag de vrije loop Logeren bij wildvreemden, dat impliceert eigenlijk dat u binnendringt in hun persoonlijke leefwereld. Vraagt u op de man af of u kan blijven logeren? "Eerst observeer ik mensen en wanneer ik denk iemand te kunnen vertrouwen, spreek ik die persoon rechtstreeks aan. Maar ik spreek enkel mensen op straat aan en ga niet aan huizen bellen, je weet maar nooit wie open doet. Momenteel ben ik bezig aan een project in Egypte en werk ik samen met een jonge oorlogscorrespondente die enkele jaren geleden van België naar Egypte is verhuisd. Het is in Egypte immers niet evident om als buitenlandse aanvaard te worden.
De Egyptische overheid investeert onder meer in praatprogramma’s waarin buitenlanders tot spionnen worden gebombardeerd. Bijgevolg is het moeilijk om het vertrouwen van mensen te winnen."
Mensen reageren dus vaak eerder terughoudend dan enthousiast op uw vraag? "Wederzijds vertrouwen is heel belangrijk. Mensen zeggen niet altijd ‘ja’ op mijn vraag. Het is dan ook een rare vraag, daar ben ik me zeker van bewust. In het begin vertrouwen mensen me niet altijd. Maar eenmaal ze door hebben dat ik hen respecteer, kan ik een intens contact met hen hebben. Ook zélf moet ik enige terughoudendheid aan de dag leggen. In Amerika bijvoorbeeld is het opletten geblazen voor mannen. Mannen zijn altijd gevaarlijk." (lacht)
Fotograferen in het buitenland is blijkbaar niet altijd rozengeur en maneschijn. Wat drijft u naar verre oorden? Vertrekt u met een bepaald doel voor ogen? "Voor mij draait het om persoonlijke interesse en menselijke contacten. Ik ga op zoek naar intensiteit, naar een tussenmoment. Op gevoel probeer ik beelden naast elkaar te leggen, niet om er een specifieke boodschap mee uit te dragen. Wat ik zeker niet wil, is aan journalistiek doen of alles bekijken in functie van een publiek. Natuurlijk kan ik niet volledig ontkennen dat een publiek me aanbelangt. Maar ik schotel niet graag alles voor, ik laat fantasie graag de vrije loop en hou ervan mensen de mogelijkheid te geven zelf een verhaal te verzinnen achter mijn beelden."
21
Zijn er bepaalde thema's die u met uw beelden wil belichten? "Soms ben ik verwonderd door kleine dingen in het leven en die leg ik graag vast. Zo heb ik bijvoorbeeld voor I am about to call it a day, een persoonlijk werk in Amerika, overnacht bij een gezin waarvan de moeder en kinderen verslaafd waren aan crack. Om overdag een shot te kunnen betalen, prostitueerde de moeder zich ’s nachts. Maar ondanks haar verslaving, speelde ze een beschermende rol tegenover mij. Mensen zoals zij die me binnen laten in hun zijn, dat is waar ik naar op zoek ga en wat ik andere mensen wil tonen."
Ik wil leven zonder van iets spijt te hebben Dat verhaal uit Amerika toont aan dat u als jonge fotografe wel eens onder hetzelfde dak leeft met andere jongeren. Wat zou u, vanuit uw reiservaringen, aan Belgische jongeren willen meegeven? "In sommige landen zijn jongeren geen jongeren meer. Dat is bijvoorbeeld zo in Tsjaad, waar ik pas ben geweest in opdracht van Oxfam. Als jongeren daar 13 zijn, trouwen ze en als ze 16 zijn, werken ze zich te pletter. De gemiddelde sterfleeftijd is er 45 jaar. Geboren worden op een plek zonder toekomst is niet eenvoudig. Belgische jongeren moeten zich ervan bewust zijn dat er hier wél een toekomstperspectief is. Ikzelf wil leven zonder van iets spijt te hebben. Maar ja, of dat een goede raad is…" (lacht)
Auteur: Femke Meeusen
cult uur
The Big Window Walk Graffiti spuitende senioren, het lijkt wel een fragment van ‘Benidorm Bastards’, maar in Gent was het tijdens het weekend van 4, 5 en 6 oktober één van de vele merkwaardige taferelen in het kader van 'the Big Draw'. The Big Draw is een tekenfestival dat ontstaan is in Londen. The Campaign for Drawing organiseerde er in 2000 een eerste editie. Door het grote succes werd The Big Draw overgenomen door trendy steden over heel de wereld. Na Londen volgden onder andere Berlijn, Barcelona, Los Angeles, Chicago, New York,... Begin oktober 2013 was Gent dan eindelijk aan de beurt. KUNSTWERKT, S.M.A.K. en CIRCA zijn de organisaties die dit internationale tekenfestival naar België haalden. Zij hadden één doel voor ogen: iedereen aan het tekenen krijgen. Of nu daadwerkelijk iedere Gentenaar potlood, pen, spuitbus, stoepkrijt of weet-ik-veel-wat in de hand heeft genomen, dat kan ik niet vertellen. Wel kan ik beamen dat ik de kriebels kreeg om te kijken wat dit festival zoal te bieden had. Dus zocht ik spoedig het programma van the Big Draw. Het aanbod deed me bijna van mijn stoel vallen. Oud servies beschilderen? Check. Graffiti spuitende bomma's? Check. Guerilla video mapping? Dubbel check. Je wil je slaap laten voor een tekenmarathon? Waarom niet, want dit is ook mogelijk! Werkelijk waanzinnig. Honderdvijftien initiatieven overspoelden op drie dagen tijd het centrum van de stad. Natuurlijk is het onmogelijk om aan al deze initiatieven deel te nemen. Daarom belicht ik voor jullie één initiatief: de 'Big Window Walk'. Dit onderdeel van het festival had een immens bereik en toverde een glimlach op het gezicht van de vele passanten. Jong talent smukte de vitrines 'The big windows' van koffiebars, kledingwinkels en scholen op met hippe tekeningen. Geen leukere manier om de stad te herontdekken. Ook al vond ik het ene ontwerp meer geslaagd dan het andere, het effect op mijn gemoedstoestand bleef niet uit. Omringd door al deze prenten voelde ik mij het hoofdpersonage uit een stoere Graphic Novel en kreeg enorm veel zin om enkele krabbels op papier te zetten (bij gebrek aan vitrine). Ik had graag mijn tekentalent met jullie gedeeld, maar ik oefen liever verder tot de volgende editie van de 'Big Walk'. In afwachting daarvan deel ik liever foto's van deze prachtige opgesmukte vitrines.
22
Auteur: S tefanie Leekens
groene Smoel
In de groene smoel tonen we telkens een ander gezicht van Jong Groen. De groene smoel van deze editie is Sangeeta Tamborijn.
Sangeeta Tijd doorbrengen met mijn man, vrienden en familie is mijn favoriete bezigheid. Verder ben ik vrijwilliger bij Oxfam-Wereldwinkel Gentbrugge-Ledeberg, een leuke, positieve plek. Vandaag was het hier mijn eerst dag, ik wil zeker mijn steentje blijven bijdragen. In mijn vrije tijd zwem ik en maak ik graag natuurwandelingen en ik pik geregeld een buurtfeest mee in Ledeberg en Gentbrugge. Ik heb lang getwijfeld om me lid te maken van Groen. In juni 2013 heb ik dan toch uiteindelijk de stap gezet. Toen zag ik op de website dat je je ook lid kon maken van Jong Groen. Dat leek me wel leuk omdat ik dacht op die manier nieuwe mensen te leren kennen en interessante activiteiten mee te pikken. Mijn eerste ervaring bij Jong Groen was op het zomerweekend aan zee. Ik had leuke appartement-genoten en heb direct wat mensen leren kennen waarmee het klikte. Daar waar mogelijk zou ik graag aan de activiteiten willen blijven deelnemen en blijven bijleren. Op naar een positieve toekomst!
23
Ag enda Vrijdag 22 tot zondag 24 november Herfstweekend
Droomdebat
Z aterdag 21 december
Kapitalisme: highway to hell or stairway to heaven?
Droomdebat ‘Kapitalisme: highway to hell or stairway to heaven?’
Z aterdag 1 februari Nieuwjaarsreceptie
Z aterdag 21 december www.jonggroen.be/droomdebat
Jong Groen is een politieke jongerenorganisatie die jongeren de kans geeft mee te bouwen aan een betere wereld. Een wereld met aandacht voor de problemen van alle mensen en het milieu. Jong Groen wil zoveel mogelijk jongeren bij groene politiek betrekken. Dit doen we door een fris en gevarieerd activiteitenaanbod. We bouwen mee verder aan het groen-progressieve gedachtegoed en verspreiden het. Standpunten, activiteiten en meer info over Jong Groen op www.jonggroen.be
D o e m ee
Werk ten mee a an dit nummer:
Je kan ook lid worden van Jong Groen. Zo ontvang je niet alleen gratis deze Peper, maar blijf je via de ledennieuwsbrief ook op de hoogte van alle activiteiten. Lid worden van Jong Groen kost je helemaal niets en doe je heel eenvoudig op www.jonggroen.be/ikdoemee
Peter Baeyens, Maysa Damen, Frederic Ghys, Simon Horsten, Jan Keustermans, Thomas Lamm, Stefanie Leekens, Filip Meutermans, Lien Tettelin, Bram Van Braeckevelt, Suzanne Van Brussel, Céline Van Den Abeele, Leen Verheyen, Sien Verstraeten Hoofdredactie: Femke Meeusen, Simon Horsten Eindredactie: Sien Verstraeten Fotoredactie: Sien Verstraeten Vormgeving: MadebyHanna.com
“Volg ons op twitter (@jonggroen) en facebook!”
Heb je interesse om onze redactie te vervoegen, mail dan vliegensvlug naar
[email protected].
Gedrukt op 100% post-consumer recyclagepapier met vegetale inkten.