8A.51.22.06/10.06 Wijzigingen voorbehouden.
Installatievoorschrift
ATAG Cascade
Inhoud 1 2 3
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 5 5.1 5.2 5.3 5.4
Installatievoorschrift ATAG Cascade
Q
2
Inleiding ........................................................................................................................................ 3 Regelgeving ................................................................................................................................. 5 Beschrijving .................................................................................................................................. 6 3.1 Toestellen ......................................................................................................................... 6 3.2 Rookgaszijdig systeem ..................................................................................................... 6 3.3 Regeltechnisch systeem ................................................................................................... 6 3.4 Hydraulisch systeem ......................................................................................................... 7 Hydraulisch en gasleidingsysteem ............................................................................................... 8 Hydraulisch systeem .................................................................................................................... 8 Montage hydraulisch systeem ...................................................................................................... 9 Afmetingen ATAG hydraulisch cascadesysteem ........................................................................ 10 Zelf te bouwen hydraulisch systeem .......................................................................................... 11 Montage gasleiding .................................................................................................................... 11 Propaan ..................................................................................................................................... 12 Aansluiten van de toestellen ...................................................................................................... 12 Montage toestellen en toestelleidingen ...................................................................................... 12 Expansievat ................................................................................................................................ 12 Condensafvoer ........................................................................................................................... 12 Toepassen warmwatervoorziening ............................................................................................. 13
Inleiding Dit installatievoorschrift beschrijft de installatie van het hydraulisch gedeelte van de ATAG Q in Cascade. Dit installatievoorschrift is bedoeld voor erkende installateurs die de ATAG produkten installeren en in gebruik stellen. Voor installatie en gebruik van de Q CV-ketels is bij elke ketel een installatievoorschrift en gebruikshandleiding meegeleverd. Bij de ATAG Cascaderegeling is een aparte installatiehandleiding en gebruikshandleiding meegeleverd. Ook voor het Rookgasafvoersysteem is een apart installatievoorschrift beschikbaar. Lees ruim voor aanvang van de installatie de installatievoorschriften goed door. ATAG Verwarming is niet aansprakelijk voor gevolgen die voortvloeien uit ingeslopen fouten of onvolkomenheden in het installatievoorschrift en de gebruikshandleiding. Tevens behoudt ATAG Verwarming zich het recht voor om haar producten te wijzigen zonder voorafgaande mededeling. Geef de klant bij oplevering van de installatie duidelijke instructies over het gebruik van de installatie en overhandig daarbij de gebruikshandleiding en gebruikerskaart aan de klant. Voor het installeren van het ATAG RookGasAfvoersysteem en de ATAG Cascaderegelingen verwijzen wij u naar de desbetreffende installatievoorschriften. Elke ketel is voorzien van een typeplaat. Verifieer aan de hand van de gegevens op deze typeplaat of de ketel voldoet aan de situatie waarin het geplaatst moet worden, zoals gassoort, netvoeding en afvoerklasse.
Q Installatievoorschrift ATAG Cascade
1
3
Overdruk RGA systeem
Toestellen
Hydraulischsysteem
figuur 1
beschrijving componenten
Installatievoorschrift ATAG Cascade
Q
4
1 2 3 4 5 6 7 8
individuele luchttoevoer toestel (luchtfilter) rookgasafvoer toestel gaskraan aanvoer- en retourafsluiters met aftapmogelijkheid terugslagklep aanvoervoelerregeling installatiepomp (levering door derden) aanvoerverzamelleiding
9 10 11 12 13 14 15 16
gasverzamelleiding retourverzamelleiding bevestigingsbeugel waterfilter (levering door derden) inregelafsluiter (levering door derden) open verdeler cascade-/ groepenregeling buitenvoeler
Regelgeving Voor installatie van de ATAG Cascade gelden de volgende regels: -
Wetgeving: Bouwbesluit Het bouwbesluit bevat prestatie-eisen over opstelling, afvoer en uitmonding. NEN 2757; bepalingsmethode voor afvoer NEN 1087; bepalingsmethode voor ventilatie en prestatie-eisen voor leidingwerk NPR 3378 of NTR; NEN 3028; veiligheidsvoorschriften AVWI - NEN 1006; EN 1856-1:2003; Plaatselijk geldende voorschriften.
Houd rekening met de volgende veiligheidsvoorschriften: - alle werkzaamheden aan de ketel moeten in een droge omgeving plaats vinden. - laat de ATAG ketels niet functioneren zonder luchtkast, tenzij er controle- en afstelwerkzaam-heden moeten plaatsvinden. - laat nooit elektrische en elektronische componenten in contact komen met water. Voer de volgende handelingen uit bij (onderhouds-) werkzaamheden aan een reeds aangesloten ketel: - schakel alle programma's uit - sluit de gaskraan - trek de stekker uit de wandcontactdoos Indien er controle- en afstelwerkzaamheden uitgevoerd moeten worden let dan op het volgende; De ketel moet tijdens deze werkzaamheden kunnen functioneren, dus moeten zowel de voedingsspanning, de gasdruk alsmede de waterdruk op de ketel blijven staan. Zorg ervoor dat deze tijdens de werkzaamheden geen gevaar kunnen opleveren. De volgende (veiligheids-)symbolen kunnen in dit installatievoorschrift en op de ketel voorkomen: Dit symbool geeft aan dat de ketel vorstvrij opgeslagen moet worden.
Dit symbool geeft aan dat de verpakking en/of inhoud beschadigd kan raken door onzorgvuldig transport.
Dit symbool geeft aan dat het verpakte ketel beschermd moet worden tegen weersinvloeden tijdens transport en opslag.
SLEUTEL-symbool. Dit symbool geeft aan dat hier een (de-)montage uitgevoerd moet worden.
LET OP-symbool. Dit symbool geeft aan dat extra aandacht gevraagd wordt bij een bepaalde handeling.
Hoogspanningsgevaar!
Q Installatievoorschrift ATAG Cascade
2
5
3
Beschrijving Bij installaties waar meer vermogen nodig is dan de Q60S kan leveren is, door het koppelen van meerdere ATAG Q CV-ketels in cascade, het ATAG cascadesysteem de oplossing. Deze opstellingen vervangen grotere ketels of leveren voldoende vermogen voor nieuwe grotere installaties. ATAG levert hiervoor de totaaloplossing. Deze bestaat uit: - CV-ketels; - het rookgaszijdige systeem; - het waterzijdige systeem; - het regeltechnische systeem.
3.1 CV-ketels De standaard Q51S en Q60S ketels kunt u in cascade plaatsen. U kunt ze eenvoudig op het hydraulisch en het overdruk RGA systeem aansluiten omdat de afmetingen op elkaar zijn afgestemd. Bij het plaatsen van ketels in cascade moet altijd een open verdeler worden toegepast.
Zie verder het installatievoorschrift ATAG Q
3.2 Rookgaszijdig Systeem Het cascade rookgasoverdruksysteem is specifiek ontwikkeld door ATAG Verwarming voor de 51 en 60kW CV-ketels. Dit systeem is daarop gecertificeerd. Dit houdt in dat dit rookgasafvoersysteem uitsluitend gecombineerd mag worden met de ATAG 51 en 60kW CV-ketels. De componenten zijn te herkennen aan de sticker met CEnummer. Elke ketel die aangesloten zit op het rookgasafvoersysteem moet voorzien zijn van een terugslagklep van het type RO0800PU. Zie verder het installatievoorschrift ATAG RookGasOverdruk PP Cascade.
Installatievoorschrift ATAG Cascade
Q
6
3.3 Hydraulisch Systeem Zie hoofdstuk 4
3.4 Regeltechnisch Systeem De ATAG MadQ cascaderegelaar is exact afgestemd op de ATAG Q CV-ketels. De combinatie van de ATAG cascaderegelaar en de Q CV-ketels zal door de intelligentie van het systeem het maximale rendement en de meest gelijkmatige temperatuur leveren. De ATAG cascaderegelaar kan standaard gemonteerd worden in iedere Control Tower van de Q CV-Ketel(zie figuur 2). Hierdoor behoeft er geen apparatuur op de muur gemonteerd te worden. Alle elektrische aansluitingen zoals de externe circulatiepomp kunnen op het meegeleverde aansluitblok worden aangesloten.
Voor opstellingen van max. 8 ketels bestaat het leveringsprogramma van de regeling uit de onderstaande onderdelen. -
-
ATAG MadQ 23BC Cascade- en menggroepregelaar voor 1 directe, 1 meng- en boilergroep inclusief; 1 VF20 aanvoervoeler ATAG MadQ 233BVVC Cascade- en menggroepregelaar voor 1 directe, 2 mengen boilergroepen, 3 variable ingangen en 2 variabele uitgangen inclusief; 2x VF20 aanvoervoelers. ATAG MadQBrain RS voor afstandsbediening van MadQ buitenvoeler ARV12
Zie verder het installatievoorschrift ATAG MadQ
Control Tower
cascaderegelaar inbouw cascaderegelaar
Control Tower figuur 2
Installatievoorschrift ATAG Cascade
Q
7
4
Hydraulisch en gasleiding- systeem
4.1
Hydraulisch systeem Installatie vullen met drinkwater. Indien de hardheid van het vulwater > 12°D en het volume van de installatie > 20L/kW moet het water onthard worden tot onder de maximale waarde van 12°D De pH waarde van het CV water moet liggen tussen de 5 en 8,5. Er zijn verschillende complete hydraulische systemen door ATAG leverbaar: - voor 2 ketels type HCC2019U - voor 3 ketels type HCC3019U - voor 4 ketels type HCC4019U Het ATAG hydraulisch systeem wordt gebruiksklaar geleverd. De levering bestaat uit: - een open verdeler met verzamelleidingen; - individuele aansluitleidingen tussen de verzamelleidingen en de CV-ketel in ø 35 mm; - per ketel 2 afsluiters; - per ketel 1 terugslagklep; - gezamenlijke gasleiding en de individuele keteleiding; - per ketel 1 gaskraan; - ophangbeugel met bevestigingsmateriaal; - montagemateriaal; - installatievoorschrift. Met behulp van leidingsets kan het hydraulisch systeem van 4 CV-ketels (HCC4019U) uitgebreid worden tot 8 ketels. ATAG heeft speciaal voor deze toepassing leidingsets beschikbaar: - + 1 CV-ketel: type ALC1004U - + 2 CV-ketels: type ALC2004U - + 3 CV-ketels: type ALC3004U
Installatievoorschrift ATAG Cascade
Q
8
De open verdeler kan zowel links als rechts worden geplaatst. De hydraulische leidingsystemen vanaf 4 ketels zijn voorzien van 3" eindkappen. Deze kappen kunnen worden verwijderd en hierop kan door middel van draadsokken een uitbreiding van het hydraulisch systeem worden gerealiseerd. Bij een hoekopstelling zal er een standaard draadbocht en een passtuk 3" moeten worden gemonteerd om weer op de juiste afstand van de muur te komen. Deze draadbochten of sokken en passtukken worden niet door ATAG geleverd omdat deze té installatie-afhankelijk zijn. Ditzelfde geldt voor de meegeleverde gasleiding van 2". Deze kan worden gekoppeld door middel van 2" sokken en/of bochten. De volgende hydraulische combinaties kunnen worden samengesteld: - voor 5 CV-ketels(4 + 1) - voor 6 CV-ketels(4 + 2) - voor 7 CV-ketels(4 + 3) - voor 8 CV-ketels(4 + 2 + 2)
Cascade hydraulisch 1 x HCC2019U Cascade hydraulisch 1 x HCC3019U Cascade hydraulisch 1 x HCC4019U Cascade hydraulisch 1 X HCC4019U + 1 x ALC1004U Cascade hydraulisch 1 X HCC4019U + 1 x ALC2004U Cascade hydraulisch 1 X HCC4019U + 1 x ALC3004U Cascade hydraulisch 1 X HCC4019U + 2 x ALC2004U Cascade hydraulisch rugopstelling 1 x HCC4019U + 2 x ALC2004U Cascade hydraulisch hoekopstelling 1 x HCC4019U + 2 x ALC2004U
figuur 3
overzicht hydraulische cascadesystemen
4.2 Afmetingen ATAG HCC hydraulisch cascadesysteem Type
aantal ketels
belasting vermogen Q (m³/h) maximaal maximaal maximaal P1
HCC 2019U HCC 3019U
2 3
120 - 180
114-171
HCC 4019U A LC X 004U
4 t/m 8
240 - 480
228 - 457
D1 mm
D2 "
D3 mm
D4 "
D5 "
A1 mm
A2 mm
A3 mm
4,54 - 6,81
35
2
127/133
¾
1½
440
500
660
9,08 - 18,16
35
3
224/230
¾
2
660
745
930
tabel 1
ATAG hydraulisch cascadesysteem Q CV-ketels
D4 D1
D1
P1 D2
A3 A1
D3
A2 D5
D2 D2
open verdeler
*
figuur 4
Desgewenst kan het hydraulisch systeem zelf geconstrueerd worden. Maak in dit geval gebruik van de maten weergegeven in tabel 2 en figuur 4.
Q Installatievoorschrift ATAG Cascade
D2
9
4.3 Zelf te bouwen hydraulisch systeem aantal toestellen
belasting vermogen Q (m³/h) maximaal maximaal maximaal P1
D1
D2
mm
"
mm
D3
D4
D5
A1
A2
A3
mm
"
"
mm
mm
mm
1
60
57
2,27
35
1¼
80 / 88
¾
¾
325
360
460
2
120
114
4,54
35
2
104 / 108
¾
1¼
355
400
560
3
180
171
6,81
35
2
127 / 133
¾
1½
440
500
660
4
240
228
9,08
35
2½
127 / 133
¾
1½
440
500
660
5
300
286
11,35
35
2½
154 / 159
¾
2
545
615
720
6
360
343
13,62
35
2½
185 / 193
¾
2
675
745
860
7
420
400
15,89
35
82 / 90 211 / 219
¾
2½
765
845
975
8
480
457
18,16
35
82 / 90 211 / 219
¾
2½
765
845
975
9
540
514
20,43
35
82 / 90 211 / 219
¾
2½
765
845
975
10
600
572
22,70
35
82 / 90 211 / 219
¾
2½
765
845
975
diameterbepaling voor een zelf te bouwen hydraulisch gedeelte (zie ook figuur 4)
tabel 2
De ATAG leidingsets bestaan uit: - een gezamenlijke aanvoer- en een gezamelijke retourleiding 3" voor de uitbreidingsketels; - een gezamenlijke gasleiding 2" voor de uitbreidings- ketels; - de individuele aanvoer-, retour- en gasaansluitleidingen voor de uitbreidingsketels; - 2 afsluiters (per ketel); - 1 terugslagklep (per ketel); - 1 gaskraan (per ketel); - extra ophangbeugel met bevestigingsmateriaal; - montagemateriaal; De volgende componenten zijn in elke CV-ketel aanwezig: - een overstortventiel 3 bar, welke is aangesloten op de condensafvoerleiding; - een waterfilter welke is geplaatst in de retourleiding. De componenten die nodig zijn en niet door ATAG worden geleverd. Het betreft de volgende componenten: - de installatiepomp; - het installatiewaterfilter; - een installatie-inregelafsluiter; - het condensafvoersysteem. - vuilafscheider
Installatievoorschrift ATAG Cascade
Q
10
voorbeeldopstelling 5 Q CV-ketels
figuur 5
4.4
Montage hydraulisch systeem De CV-installatie moet voldoen aan: - Veiligheidsvoorschriften NEN 3028 Bij het installeren van het ATAG hydraulisch cascadesysteem moet u rekening houden met de plaats waar de installatieleidingen aangesloten worden op de open verdeler. De positie van het cascadesysteem bepaalt waar de CV-ketels gehangen moeten worden, omdat de individuele aansluitleidingen rechtstreeks vanuit de CV-ketel op de verzamelleidingen worden aangesloten. Het monteren van de leidingsets van opstellingen met meer dan 4 ketels geschiedt door draadverbindingen 3". Alle CV-leidingdelen van de uitbreidingssets zijn voorzien van 3" draadeinden. Indien niet het ATAG hydraulisch cascadesysteem wordt toegepast, maar een zelf te bouwen systeem, kan gebruik gemaakt worden van de maatgegevens uit tabel 2. Verder moet rekening gehouden worden met de overige dimensioneringen van componenten zoals bijvoorbeeld afsluiters en terugslagkleppen. Houd rekening met de maximale waterverplaatsing van de transportpomp. Stel eventueel de inregelafsluiter in op de maximale gezamenlijke waterverplaatsing van de individuele ketelpompen. Houd met het plaatsen van de muurbeugels rekening met de individuele aansluitingen van de ketels.
maatvoering ophangbeugels
figuur 6
Installatievoorschrift ATAG Cascade
Q
11
4.5
Montage gasleiding Zie voor de dimensionering van de gasleiding tabel 1. Bepaal de diameter en monteer de gasleiding volgens de huidige regelgeving. Monteer de gasleiding in de beugel. De aansluiting van de gasleiding kan zowel links als rechts van de CV-ketels gemonteerd worden. De gasleiding van de leidingset is voorzien van 2" draadeinden. Het drukverlies bij een nieuw aan te leggen aardgasleiding mag maximaal 1,7 mbar zijn. Bij een uitbreiding is dit maximaal 2,5 mBar. Deze waarde wordt gemeten tussen de gasmeter en de CV-ketels die volledig in bedrijf zijn. Voor een goede werking van de CV-ketel is het noodzakelijk dat de dynamische voordruk van de gasinstallatie bij het in bedrijf zijn van de CV-ketels hoger is dan 20 mbar. Gebruik voor de gasleiding van de Q51/60 altijd minimaal de ketelaansluitdiameter van 22 mm of ¾". Zorg ervoor dat, met name bij nieuwe leidingen, de gasleiding geen vuilresten bevatten.
4.6
Propaan Indien de ketel omgebouwd moet worden van aardgas naar propaan levert ATAG voor de Q CV-ketels speciale ombouwsets. Maak in die gevallen ook gebruik van de daarbij geleverde instructies voor de ombouw en voor de propaaninstallatie. Elke propaanketel moet voorzien zijn van een eigen huisdrukregelaar.
5
Aansluiten van de ketels
5.1
Installatievoorschrift ATAG Cascade
Q
12
Montage CV-ketels en ketelleidingen Maak gebruik van het installatievoorschrift die bij elke ketel wordt meegeleverd. Plaats de ketels volgens de opgegeven maten in tabel 3 en figuur 7. De noodzakelijke afstand tussen de ketels is 4 cm. Het hydraulisch systeem is op deze onderlinge afstand uitgelegd. De onderlinge afstand tussen de ketels moet 4 cm bedragen. Hanteer voor de montage van de ketels figuur 7. Gebruik voor de ophangmaten de bij de ketel geleverde aftekenmal. - Plaats de afsluiter in de aanvoerleiding van ketel; - Plaats de afsluiter, terugslagklep en het T-stuk met de aftapper in de retourleiding van de ketel. Indien de terugslagklep van ATAG niet wordt gebruikt moet u er rekening mee houden dat de minimale inwendige doorlaat van de terugslagklep 1¼" moet zijn.
5.2 Expansievat Het hydraulisch cascadesysteem wordt compleet met afsluiters geleverd. Deze afsluiters zijn niet voorzien van handwielen/handels waardoor het niet noodzakelijk is om bij elke ketel een expansievat te plaatsen. U kunt volstaan met één centraal geplaatst expansievat. Indien u afsluiters met gemonteerde handwielen/handels toepast, monteer dan bij elke ketel een expansievat met een inhoud van minimaal 12 liter. De aansluiting van het expansievat moet in de retourleiding tussen de afsluiter en de ketel gemonteerd worden.
5.3 Condensafvoer Elke ketel is voorzien van een eigen overstortventiel die tevens aangesloten is op de geïntegreerde condensafvoer van de ketel. De gezamenlijke condensafvoerleiding moet door middel van een open verbinding aangesloten worden op de riolering. Hiermee wordt voorkomen dat eventuele rioolgassen in de ketel terecht komen. De rioolaansluiting moet per ketel een minimale diameter van 25mm hebben. Monteer de condensafvoerleiding volgens de huidige regelgeving. Het laagste punt van het PP Overdruk RGA systeem moet voorzien zijn van een eigen sifon voordat deze op het riool aangesloten wordt Het afvoeren van condenswater op de hemelwaterafvoer is, met het oog op bevriezingsgevaar, niet toegestaan.
Toepassen warmwatervoorziening In cascade-opstellingen kan een warmwatervoorziening opgenomen worden. De interne boilerregeling van de ketel kan standaard worden toegepast. ATAG heeft in haar leveringsprogramma de CBS 150, 200, 300 boiler. De Q 60S beschikt over een vermogen > 45 kW. Hierbij moet rekening gehouden worden met de eisen die vermeld staan in het VeWin werkblad 4.4b. Dit voorschrift stelt dat boilers die gecombineerd worden met verwarmingsketels met een opgesteld vermogen > 45 kW, voorzien moeten zijn van een dubbele scheiding. Voor nadere informatie verwijzen we naar het installatievoorschrift van de boiler en het installatievoorschrift van de ketel. Indien een boiler met dubbele scheiding en/of platenwisselaar een te grote waterzijdige weerstand heeft, moet deze boiler CV-zijdig aangesloten worden aan de secundaire zijde van de open verdeler. Regeltechnisch moet de boiler dan aan de MadQ regelaar aangesloten worden. Zie Installatievoorschrift MadQ. Zie voor inbedrijfname van ketels en regeling de betreffende handleidingen
Q Installatievoorschrift ATAG Cascade
5.4
13
14 110 125 160 200 200
210
247
284
321
Cascade opstelling 4 x Q60S CV-ketels (maten in mm)
G
660 4160 1975 700
C
660 3460 1975 700
5 x S-HR
6 x S-HR
H
660 2760 1975 700
4 x S-HR
F
660 2060 1710 700
3 x S-HR
H I min. min.
D h.o.h. B
tabel 3
340 2655 700
340 2655 700
340 2355 700
240 2165 700
240 2065 700
G
opstellingsmaten cascade
660 1360 1710 700
2 x S-HR
173
F
D
E
C
aantal toestellen
B
Installatievoorschrift ATAG Cascade
A
Q A I
E
figuur 7
Détail zijaanzicht (muurbeugel levering door derden)
Installatievoorschrift ATAG Cascade
Q
15
Met deze vernieuwde uitgave vervallen alle voorgaande installatievoorschriften. Postbus105 • 7130 AC Lichtenvoorde • Telefoon: 0544 - 391777 • E-mail:
[email protected] • Internet: www.atagverwarming.nl