1000 bloemen bloeien≥≥ … tijd voor de oogst
Een overzicht van het Actieplan Interculturalisatie, 2001-2004
2
1000 bloemen bloeien…tijd voor de oogst Een overzicht van het Actieplan Interculturalisatie, 2001-2004
3
4
voorwoord
Voorwoord
5
Het is gelukt! Het Actieplan Interculturalisatie is met succes afge-
Kortom u hebt een naslagwerk in handen dat het ver-
rond, werkelijk een prestatie van belang.
dient binnen handbereik te blijven. Na een tijdje mag
Het grote aantal projecten en activiteiten waar we ons
het er wat beduimeld uitzien door het vele gebruik.
op hadden vastgelegd, gaf het hoge ambitieniveau aan.
Contact leggen en van elkaar leren is niet alleen een
Dit samen met de doorlooptijd van drie jaar leverde
van de lessen ut het Actieplan, maar dient de intercul-
het gevaar op dat het gezegde “richt uw pijl hoog, hij
turalisatie van de sector het beste.
zakt tijdens de vlucht” bewaarheid zou worden. Maar gelukkig heeft de pijl zijn doel vol getroffen.
Mieke Heringa
De inzet, het enthousiasme en doorzettingsvermogen
Voorzitter bestuurcommissie interculturalisatie
van velen hebben hieraan bijgedragen.
GGZ Nederland
Wie zijn dat geweest: u vindt ze in dit boekje. Welke projecten zijn met welk resultaat afgerond: ook dat kunt u opzoeken. Wat is er de afgelopen jaren gepubliceerd. Het antwoord wordt saai; zoek het op. En wat het het Actieplan in toto opgeleverd en welke agenda voor de verdere interculturalisatie van de ggz wordt eruit afgeleid: ook dat staat erin.
pagina
6
Inhoudsopgave
08
Voorwoord
12
Terug- en vooruitblik op het Actieplan interculturalisatie
14
Inleiding
16
Inzichten en leerpunten
19
Zorginhoud
22
Betrokkenheid van cliënten
25
Rol van het management
29
Kennisuitwisseling
32
Terugblik: conclusies
35
Vooruitblik: agenda voor de toekomst
38
Projecten Actieplan interculturalisatie
40
Zorginhoud algemeen
44
Zorg in dialoog. Interactief werken met vluchtelingen aan de ontwikkeling van zorgprogramma's
47
Handreiking Interculturele Zorgprogrammering
50
Cultuursensitief werken met DSM-IV
53
Psychodiagnostiek bij migranten en vluchtelingen
12
Interculturalisatie van de GGZ voor oudere allochtonen. Een handreiking voor zorgverleners en managers van ggz-instellingen
14
interview met Don van Elst: De aanhouder wint
16
Good Practices
19
"Ver van mijn land, ver van mijzelf". Het Amsterdams Patiënten/Consumenten Platform, interculturalisatiebeleid en de GGZ
22
"Hier voelt het veilig". Groepstherapie voor getraumatiseerde vluchtelingenvrouwen bij Altrecht, Divisie Stad Utrecht
25
Gedeelde smart is halve smart. Een multidisciplinaire deeltijdbehandeling voor adolescente asielzoekers en vluchtelingen bij GGZ Midden-Brabant
29
Een andere invalshoek. Het intercultureel spreekuur bij de GGZ Groep Europoort
32
Oemoemenoe? Het intercultureel mobiel team aan het werk
35
Als inkt in water. Laagdrempelige psycho-educatie voor Turken en Marokkanen
38
Apoio. Een GGZ-consulente voor Kaapverdianen in Rijnmond
40
Eenheid in diversiteit. Resocialisatiegroepen voor migranten: de aanpak van de Bavo RNO Groep
44
Nieuwe Sporen. Bruggen slaan tussen reguliere en informele zo
47
interview met Lex van der Grift: Interculturalisatie, een kwestie van lijfsbehoud
50
Intercultureel management
53
Implementatie pilotprojecten deskundigheidsbevordering
12
Intercultureel management: een vak apart?
14
Monitoren van interculturalisatie in de geestelijke gezondheidszorg en de verslavingszorg
16
Interculturele Kwaliteit in de GGZ: een kwestie van helder beleid en consequente uitvoering
19
Op zoek naar het juiste spoor
22
interview met Ayhan Tatlicioglu: 'Interculturalisatie is onderdeel van je kwaliteitsbeleid'
25
Personeelsbeleid & deskundigheid
29
GGZ Divers
32
Interculturalisatie in de Forensische Psychiatrie
35
Interculturele competentieprofielen in de GGZ 'Ik ben hun laatste strohalm'
40
It takes two to tango
44
studiedag: Interculturalisatie en de Jeugd GGZ, moeilijk woord of werk aan de winkel
47
Cliënten
50
De andere stem
53
GGZ, religie en allochtone cliënten De geschiktheid van de GGZ Thermometer voor multicultureel gebruik
12
Samenwerking in Ontwikkeling, een onderzoek naar vluchtelingenparticipatie binnen GGZ Midden-Brabant en GGZ Eindhoven.
14
Consultatie asielzoekers/vluchtelingen en gezondheid
16
PersoonsGebondenBudget (PGB) voor een multiculturele cliëntenpopulatie
19
studiedag: Interculturalisatie en Forensische Psychiatrie
22
Onderzoek, divers
25
Een onvoldoende voor interculturalisatie. Quick scan naar de mate van interculturalisatie van instellingen in de ggz en verslavingszorg.
29
Registratie van etnische herkomst in de gezondheidszorg: mission impossible?
32
Interculturele geestelijke gezondheidszorg in Nederland
35
In- en uitstroom van etnisch en cultureel diverse cliënten.
38
Inventarisatie van maatregelen binnen de geestelijke gezondheidszorg en de verslavingszorg
40
studiedag: Kansen voor interculturalisatie van de GGZ voor allochtone ouderen
44
Overige publicaties
47
Samenwerkingspartners
50
Bijlage 1: Leden van de commissie interculturalisatie door de jaren heen.
53
Bijlage 2: Coördinatie Actieplan interculturalisatie: leden projectteam Interculturalisatie GGZ Nederland
53
Colofon
inhoudsopgave
Quick scan deskundigheidsbevordering interculturalisatie GGZ 38
7
Hoofdstuk 1
Terugblik en vooruitblik op het Actieplan Interculturalisatie1
8
Inleiding
er twee groepsgesprekken plaatsgevonden. De eerste
In opdracht van GGZ Nederland heeft IVA, beleidson-
met leden van de bestuurscommissie interculturalisa-
derzoek en advies, een 'terugblik en vooruitblik uitge-
tie. De tweede met contactpersonen interculturalisa-
voerd op het Actieplan Interculturalisatie. De terugblik
tie, die deelnemen aan het netwerk van contactperso-
bestaat inzicht in de opbrengsten van het Actieplan, te
nen van GGZ Nederland en die als staffunctionaris bin-
weten de daaruit voortgekomen producten (publica-
nen hun instelling een groot deel van hun tijd beste-
ties, instrumenten) en de tijdens projecten, beleidsont-
den aan interculturalisatie. In dit hoofdstuk worden de
wikkeling en -uitvoering opgedane leerervaringen,
inzichten uit de publicaties beschreven op een viertal
successen en aandachtspunten. De leerpunten en in-
thema's, te weten zorginhoud, betrokkenheid van
zichten staan centraal op het eindcongres van GGZ Ne-
cliënten, de rol van het management en kennisuitwis-
derland met als doel de ontwikkeling en verankering
seling. Daarnaast zijn de grote lijnen uit de reacties van
van het interculturalisatiebeleid te stimuleren. Daar-
de projectuitvoerders en de uitkomsten van de groeps-
mee levert het onderzoek een vooruitblik op.
gesprekken in het hoofdstuk verwerkt.
De reeds beschikbare publicaties die zijn verschenen in het kader van het Actiepan zijn geanalyseerd op de inzichten en leerervaringen die hierin zijn beschreven2.
Inzichten en leerpunten
Daarnaast is aan 29 projectuitvoerders per e-mail een
Op basis van de quick scan in 2000 die bij de start van
aantal vragen voorgelegd over de opgedane leererva-
het Actieplan onder GGZ-instellingen is uitgevoerd,
ringen. Van 17 projectuitvoerders is een reactie ont-
werd geconcludeerd dat het interculturalisatieproces
vangen (namens 20 respondenten3). Tenslotte hebben
binnen de GGZ nog niet ver was gevorderd4. Uit de di-
1 Deze tekst is afkomstig van het IVA, beleidsonderzoek en advies. Onderzoekers/auteurs S.F.M van Wersch, J.W.M.J. van Poppel, J. van Haaf (19 augustus 2004). 2 Een aantal publicaties verschijnt op een te laat tijdstip om nog verwerkt te kunnen worden in deze analyse.
3 Een aantal projectuitvoerders is werkzaam bij dezelfde organisatie. Sommigen van hen hebben de vragenlijst zowel namens zichzelf, als namens een collega beantwoord. 4 Wennink, Boomstra en Meeuwissen, 2001
is het bewandelen van nieuwe paden in plaats van de
der van het Actieplan komt het beeld naar voren dat
platgetreden paden in de praktijk leerzaam geweest.
de meeste instellingen binnen de GGZ zich bewust zijn
Door de verschillende doelgroepen op een voor hen
van het belang van interculturalisatie. Het proces van
vertrouwde en eigen wijze te benaderen en te infor-
interculturalisatie is duidelijk in gang gezet, maar te-
meren over de GGZ wordt veel bereikt. Een voorbeeld
gelijkertijd is er nog veel werk te verzetten. Zorgpro-
hiervan is het project 'Apoio', waarbij een Kaapverdi-
grammering en interculturalisatie van zorg zijn sterk in
aanse consulente vanuit een GGZ-cliëntenplatform in-
ontwikkeling, maar er is nog weinig ervaring opge-
formatie aan de doelgroep geeft en Kaapverdianen
daan met interculturele zorgprogrammering. Ter sti-
met psychische en psychiatrische problemen helpt de
mulering hiervan zijn kennisontwikkeling, kennisstu-
weg te vinden binnen en buiten de GGZ. In het Haag-
ring en innovatie noodzakelijk5. Het monitoren van in-
se project 'Nieuwe Sporen' wordt door overleg en sa-
terculturalisatie binnen instellingen is van groot be-
menwerking tussen hulpverleners in de reguliere zorg
lang, maar de informatie die daarvoor vereist is, is mo-
en vertrouwenpersonen (informele hulpverleners) uit
menteel nog te beperkt beschikbaar6.
de migrantengemeenschappen gezocht naar nieuwe
De opgedane ervaringen met interculturalisatie (in de
vormen van hulpverlening die beter aansluiten bij de
projecten uit het Actieplan) leveren duidelijke leerpun-
hulpvraag van allochtonen. Ook is in Den Haag het In-
ten op. Deze leerpunten kunnen worden ingedeeld in
tercultureel Mobiel Team actief, dat spreekuren houdt
vier thema's: zorginhoud, betrokkenheid van cliënten,
in huisartsenpraktijken en gezondheidscentra en al-
de rol van het management en kennisuitwisseling.
lochtone cliënten (na verwijzing door huisartsen) kortdurend begeleidt en eventueel doorverwijst naar de GGZ. In Tilburg worden allochtonen bereikt door bij-
Zorginhoud
eenkomsten in buurthuizen, moskeeën en bij migran-
De kennis en expertise van hulpverleners over culturen,
tenorganisaties te houden. Deze voorbeelden van out-
achtergronden, religies en geneeswijzen van allochto-
reachende werkwijzen zijn in de praktijk succesvol ge-
nen is in het algemeen nog steeds beperkt. Deze be-
bleken.
vinding komt naar voren uit diverse publicaties en wordt gedeeld door de bevraagde projectuitvoerders.
Een belangrijk leerpunt bij het 'bewandelen van nieu-
Hulpverleners geven zelf aan dat zij behoefte hebben
we paden' is dat bekende werkwijzen en richtlijnen ter
aan bijscholing en deskundigheidsbevordering op het
discussie gesteld (kunnen) worden. Ook blijkt het suc-
terrein van hulpverlening aan allochtonen. Daarnaast
cesvol om in eerste instantie 'open' te beginnen met
is ondersteuning gewenst bij het bepalen van de in-
een nieuwe werkwijze en gaandeweg - na reflectie en
houd van de bijscholing en bij het opzetten van een
evaluatie - een methodiek of meer systematische werk-
plan van aanpak voor de scholingsprogramma's7. Hulp-
wijze te ontwikkelen. Voorbeelden van het gaandeweg
verleners die werken met zogenaamde 'schrijnende ge-
ontwikkelen van een methodiek zijn beschreven in on-
vallen' van asielzoekers die uitgeprocedureerd zijn,
der andere publicaties uit de serie van 'good practices'10.
hebben behoefte aan intervisie en supervisie . Daar8
naast voldoen de beschikbare psychodiagnostische ins-
Uit de groepsgesprekken komt naar voren dat het aan-
trumenten niet voor allochtone cliënten, met name op
passen van bestaande werkwijzen nodig is als in de prak-
het gebied van persoonlijkheid, gedrag en klachten9.
tijk blijkt dat deze niet toereikend zijn voor bepaalde (allochtone, maar ook autochtone) doelgroepen. De ge-
Om de zorginhoud daadwerkelijk te laten aansluiten
bruikelijke werkwijze moet dan worden aangepast,
bij de zorgvraag van de allochtone cliëntenpopulatie,
maar met gebruikmaking van datgene wat er al is (behandelmethodieken, richtlijnen enz.). Het is beslist niet
5 Pannekeet, 2004 6 Wennink, Huwae en Boomstra, 2004 7 Hoogsteder en Verhoeven, 2002; Snepvangers en Verhoeven, 2003 8 Muller en al Shebani, 2003 9 Kleijn, Verboom en van de Schrier, 2003
de bedoeling dat alle bestaande kennis 'over boord
10 B&A Groep Beleidsrealisatie, 2002; Bozkir, 2003; Can en Üzer, 2004; Smulders, 2003; De Theije en Huijbregts, 2004; Van Wieringen en Thomas, 2003
inleiding
verse publicaties die daarna zijn verschenen in het ka-
9
wordt gegooid'. Uitgangspunt blijft in het algemeen het
groep, de rol van het management en kennisuitwisse-
werken volgens protocollen, hetgeen tevens betekent
ling. Deze komen in de volgende paragrafen aan bod.
dat het mogelijk is om hier beargumenteerd van af te wijken als dat in de praktijk voor een individuele cliënt
10
noodzakelijk blijkt. Daarmee wordt het bovendien mo-
Betrokkenheid van cliënten
gelijk om tot kwaliteitsverbetering te komen, door mid-
Bij cliënten in het algemeen, maar allochtone cliënten
del van het - op termijn - aanpassen van protocollen.
in het bijzonder (en migrantenorganisaties) heerst on-
Aangegeven wordt dat 'zoeken' het kernwoord is: zoe-
tevredenheid over de informatievoorziening vanuit de
ken naar oplossingen, zoeken naar een betere aanpak,
GGZ. Door deze gebrekkige informatie is de GGZ in het
zoeken naar goede manieren van implementatie. Om
algemeen niet breed bekend onder allochtonen, geniet
een innovatief project te kunnen opzetten, moet wor-
de GGZ een beperkt vertrouwen en een negatieve
den afgeweken van gebaande paden, maar - en dit
beeldvorming en heeft de GGZ een hoge drempel. Dat
wordt benadrukt - daarna moet juist worden terugge-
blijkt uit diverse publicaties11. Ook de bevraagde projec-
keerd naar de reguliere zorg om het project te imple-
tuitvoerders vinden dat de GGZ bij allochtonen onvol-
menteren in de reguliere zorg. De meerwaarde van de
doende bekend is en het gebruik ervan derhalve laag is.
nieuwe aanpak dient zichtbaar te worden gemaakt en
Samenwerking met de doelgroep (cliënten, familie, in-
terugvertaald te worden naar de reguliere werkwijze.
termediairs en migrantenorganisaties) maakt de GGZ
De volgende stap is daarom het verbinden van het in-
toegankelijker. Door samenwerking met migrantenor-
novatieve met het reguliere, hetgeen betekent dat bei-
ganisaties kunnen GGZ-instellingen in contact komen
de naar elkaar toe zullen moeten bewegen. Het imple-
met individuele cliënten en de betrokkenheid van de
menteren van vernieuwingen vereist specifieke vaar-
cliënten bij de GGZ vergroten. Daarnaast blijkt outre-
digheden, maar wordt in de praktijk niet altijd op de
achend werken (zie vorige paragraaf) een goede manier
juiste wijze uitgevoerd. 'Je kunt niet zomaar iets in een
om in contact te komen met de doelgroep.
bestaande organisatie implementeren. Daar heb je een
Veel allochtone cliënten zijn ontevreden over het con-
bepaalde deskundigheid voor nodig.' Daarbij dient
tact met en de behandeling in de GGZ12,13. Migrantenor-
aandacht te worden besteed aan groepsspecifieke ele-
ganisaties geven aan dat de GGZ voor de invulling van
menten, contextgebonden elementen en naar algeme-
het interculturalisatiebeleid meer draagvlak moet creë-
ne elementen.
ren voor open dialoog en gelijkwaardige samenwerking
De doorgevoerde vernieuwingen in werkwijzen blijken
met allochtone zorgvragers. Zelforganisaties kunnen
soms 'de juiste weg' voor veel meer cliënten dan uit-
door hun brede netwerk en hun laagdrempeligheid te-
sluitend allochtone cliënten. Ook autochtone cliënten
vens een belangrijke bijdrage leveren aan het verbete-
zijn niet onverdeeld tevreden met de GGZ en weten
ren van de geestelijke gezondheid van migranten en
haar niet te vinden. De kwaliteitsslag wordt niet ge-
vluchtelingen. Door het aanstellen van intermediairs
maakt om één bepaalde groep beter te bedienen, maar
kunnen zij verantwoordelijkheid nemen voor taken met
om de dienstverlening in het algemeen te verbeteren
betrekking tot voorlichting, psycho-educatie, protopro-
en vraaggerichte zorg te bieden. Hiertoe is het leren
fessionalisering en follow-up behandeling14. Daarnaast
omgaan met diversiteit een vereiste. Iedere professional moet proberen aan te sluiten bij het referentiekader van de cliënt. Bij allochtone cliënten is dit door de niet-eigenheid ervan voor sommige hulpverleners moeilijker dan bij andere groepen cliënten. Naast het ontwikkelen van nieuwe werkwijzen zijn er drie andere factoren te benoemen die een rol spelen bij het welslagen van de ontwikkeling van vraaggerichte zorg voor allochtonen: de betrokkenheid van de doel-
11 B&A Groep Beleidsrealisatie, 2002; Can en Üzer, 2004; Messing, 2003; Smulders, 2003; De Theije en Huijbregts, 2004 12 Messing, 2003. Ook uit de benchmarkdatabase cliëntwaardering van GGZ Nederland blijkt dat allochtone cliënten beduidend minder tevreden zijn over hun behandeling dan Nederlandse cliënten (Mulder, 2004). 13 In tegenstelling tot bovengenoemde onderzoeken komt uit het (kleinschalige) onderzoek van Kok en Boomstra (2003) naar voren dat de waardering voor de GGZ-hulpverlening van de zestien ondervraagde allochtonen relatief positief is. Deze studie vormt een positieve uitzondering. 14 Messing, 2003
is er kritische reflectie vanuit de GGZ nodig op de gang-
werkelijk vorm wil geven, zal het moeten voldoen aan
bare zorgverlening bij het samen met de doelgroep ont-
een aantal voorwaarden: een visie formuleren ten aan-
wikkelen van bijvoorbeeld zorgprogramma's15.
zien van interculturalisatie en deze actief uitdragen, de verantwoordelijkheid nemen voor de voortgang (controle, evaluatie) van interculturalisatie en dit beleid
Rol van het management
eveneens ondersteunen en faciliteren. Voor de onder-
Het management speelt een cruciale rol in de tot-
steuning en facilitering kan het instellen van een pro-
standkoming van interculturalisatie(beleid) binnen de
ject- of stuurgroep een belangrijk instrument vormen,
instelling. Een belangrijk leerpunt dat uit vele publi-
mits deze een helder mandaat, voldoende tijd en mid-
caties naar voren komt en door de bevraagde projec-
delen tot haar beschikking krijgt16.
tuitvoerders en deelnemers van de groepsgesprekken
Voor de interculturalisatieprojecten op verschillende
wordt onderschreven, is dat het commitment van het
beleidsterreinen geldt dat de ondersteuning vanuit het
management aan interculturalisatie essentieel is voor
management voorwaarde is voor een succesvol ver-
het welslagen ervan. Uit de groepsgesprekken komt
loop, zeker als een projectmatige activiteit op de lan-
naar voren dat met name het middenmanagement
ge(re) termijn onderdeel van het structurele beleid
hierbij onontbeerlijk is en tegelijkertijd in de praktijk
moet gaan uitmaken. Dit blijkt uit projecten op het ter-
een knelpunt vormt. 'De toplaag van de organisatie
rein van deskundigheidsbevordering, zorgaanbod,
wil meestal wel mee, bijvoorbeeld door interculturali-
cliëntenbeleid en personeelsbeleid17.
satie als prioriteit te benoemen, maar vervolgens
Succesfactoren voor intercultureel personeelsmanage-
stuurt het niet op de parameters die het zelf heeft be-
ment zijn onder meer de beschikbaarheid van kader-
noemd. De hulpverleners willen ook, maar het mid-
functies voor allochtone medewerkers, de beschik-
denmanagement vormt het knelpunt.' Interculturali-
baarheid van allochtone hulpverleners en een gericht
satie komt alleen tot stand bij een aanpak die wordt
instroom- en carrièrebeleid18. Het instellen van de lan-
gekenmerkt door een combinatie van top-down (ge-
delijke databank voor vraag naar en aanbod van al-
dragen door management) en bottom-up (draagvlak
lochtone medewerkers, GGZ Divers, blijkt langzaam
op de werkvloer/onder professionals). Onderkend
maar zeker zijn vruchten af te werpen: tussen 2002 en
wordt dat het middenmanagement een groot aantal
2003 steeg het aantal cv's van allochtone kandidaten in
verantwoordelijkheden heeft, onder andere het beha-
de databank van 122 naar 199 en in 2003 vonden19 kan-
len van de productie. Tevens is bekend dat de behan-
didaten een baan19. De komst van (meer) allochtone
deling van allochtone cliënten, met name met een
medewerkers binnen de organisatie blijkt niet alleen
complexe problematiek, relatief veel tijd van profes-
te leiden tot een toename van aandacht voor intercul-
sionals in beslag neemt, hetgeen de productie onder
turalisatie op het terrein van personeelsbeleid, maar
druk kan zetten. Vanuit het perspectief van het mid-
tevens op andere terreinen zoals de zorguitvoering en
denmanagement is het daarom begrijpelijk dat inter-
de kwaliteit van de interactie tussen allochtone en au-
culturalisatie niet de hoogste prioriteit krijgt. Eén van
tochtone hulpverleners20.
de deelnemers formuleert het als volgt: 'Het midden-
De verschillende fasen van het veranderingsproces dat
management vormt eigenlijk een dikke laag klei die
interculturalisatie is, vragen om verschillende typen
het water niet naar onder en niet naar boven door laat
deskundigheidsbevordering voor het personeel21. In de
spoelen.' Het middenmanagement zou gewezen moe-
beginfase gaat het met name om het bevorderen van
ten worden op de behoefte die er onder allochtone cliënten bestaat en op het feit dat de productie niet gehaald wordt als er niet op die behoefte wordt ingespeeld. Verder dient te worden aangetoond dat de allochtone cliëntenpopulatie een groeiende markt is voor vele GGZ-instellingen. Als het management interculturalisatiebeleid daad-
15 Michaud, Muller en Segond von Banchet, 2004
16 Bellaart, 2004; Boomstra, Wennink en Kok, 2004 17 o.a. B&A Groep Beleidsrealisatie, 2002; Van Bekkum en Bernet, 2001; Bellaart, 2004; Boomstra, Wennink en Kok, 2004; Van Hughte, 2000; Pannekeet, 2004; Snepvangers en Verhoeven, 2004 18 Boomstra, Wennink en Kok, 2004 19 NCB, 2004 20 Van Hughte, 2000 21 Bellaart, 2004
11
een interculturele basisdeskundigheid, zoals een open
tiatieven in die zin dat het gevolgen heeft voor alle as-
houding ten aanzien van andere etnisch-culturele ach-
pecten van de instelling: zorginhoud, kwaliteitsbeleid,
tergronden, het bewustzijn van de eigen normen en
cliëntenbeleid en personeelsbeleid. In feite behelst in-
waarden, basiskennis van culturele verschillen en de
terculturalisatie niets anders dan vraaggericht werken.
vaardigheid om te kunnen communiceren met mensen
'Dat houdt in dat je je aanpast aan de vraag van cliën-
met een andere etnisch-culturele achtergrond. In een
ten en dat er allochtone hulpverleners zijn of profes-
later stadium is er meer aandacht nodig voor het func-
sionals die op een sensitieve manier omgaan met di-
tioneren van het team als geheel. Door gebruik te ma-
versiteit, dus moet hier onder andere het personeels-
ken van de diversiteit in het team kan de werkwijze
beleid op afgestemd worden. Maar ook voor zorgin-
worden verbeterd en worden aangepast aan de veran-
houd heeft vraaggericht werken gevolgen.'
derende cliëntenpopulatie22.
De inbedding van interculturalisatie in het beleid van de instelling kan worden bevorderd door gebruik te
12
Om intercultureel management succesvol te maken, is
maken van de bestaande infrastructuur en organisatie-
een groot aantal succesfactoren benoemd op het ter-
structuur. Om interculturalisatiebeleid integraal vorm
rein van intercultureel beleid en strategie, intercultu-
te kunnen geven, is het noodzakelijk dat het wordt
reel personeelsbeleid, intercultureel middelenma-
verankerd in de diverse beleidsterreinen binnen de
nagement, interculturalisatie van het primaire proces
GGZ-instelling: het zorginhoudelijk beleid, het kwali-
en intercultureel leiderschap23. Wat betreft intercultu-
teitsbeleid, het cliëntenbeleid en het personeelsbeleid.
reel beleid en strategie worden genoemd: integrale
Interculturalisatie kan alleen maar slagen als het inte-
benadering (algemeen waar mogelijk, specifiek waar
graal gebeurt, wordt geconstateerd in de groepsge-
nodig), het verbinden van interculturalisatie en kwali-
sprekken. Voor verankering van interculturalisatie in
teitszorg, de aanwezigheid van een beleidsnota, het
het beleid is integraal beleid nodig; interculturalisatie
formuleren van doelen in toetsbare eindtermen en
moet onderdeel zijn van de beleidscyclus. Daarom kan
binding van medewerkers aan de interculturele kwes-
interculturalisatie alleen slagen als het gedragen
tie. Benadrukt wordt dat (blijvende) aanvullende aan-
wordt door het management. Tegelijkertijd wordt de
dacht en ruimte (tijd, middelen, personeel) nodig is
invloed van de omgeving erkend zoals de potentiële al-
om intercultureel management tot een succes te ma-
lochtone cliëntenpopulatie in de omgeving van de in-
ken. Een goede inbedding van taken, bevoegdheden
stelling en de mate waarin de instelling wordt afgere-
en verantwoordelijkheden van een staffunctionaris in-
kend op intercultureel beleid (door cliënten en verze-
terculturalisatie is van essentieel belang voor een ade-
keraars). Het is de vraag om welke reden(en) GGZ-in-
quate aansturing van interculturalisatie. Intercultura-
stellingen besluiten interculturalisatiebeleid integraal
lisatie wordt beschreven als een vak apart, waarbij
vorm te geven. Komt dit besluit voort uit 'marktwer-
meer relationeel werken en het accent leggen op het
king'? Met andere woorden: is het noodzakelijk voor
proces in plaats van het product, centraal staan. Daar-
het voortbestaan van de instelling om het aanbod aan
naast behelst het een bewustwordingsproces, waarbij
te passen aan allochtone cliënten, omdat zij getalsma-
(informele) uitwisseling tussen medewerkers (accepta-
tig een groot aandeel van de 'potentiële markt' verte-
tie en vertrouwen) essentieel is en reflectie op be-
genwoordigen (denk aan de Randstad)? Feit is dat met
staande omgangsvormen, waarden en normen cen-
name bij GGZ-instellingen in de grote steden, die te
traal staat. Anderzijds is het ook géén vak apart, om-
maken hebben met een grote (potentiële) allochtone
dat het 'gewoon' gaat om goede zorg, helder beleid
cliëntenpopulatie, interculturalisatiebeleid vorm krijgt
en consequente uitvoering24.
of heeft gekregen. Het huidige politieke klimaat speelt de voorstanders
In de groepsgesprekken wordt geconcludeerd dat in-
van verankering van interculturalisatiebeleid echter
terculturalisatie verschilt van andere projecten en ini-
parten. De politiek staat in het algemeen niet meer erg positief tegenover specifieke aandacht voor allochtonen en is niet geneigd financiële middelen te reserve-
22 Bellaart, 2004 23 Boomstra, Wennink en Kok, 2004 24 Boomstra, Wennink en Kok, 2004
ren voor (zorgverlening aan) deze doelgroep of voor
Het management heeft een duidelijke taak bij het sti-
verlenging van het Actieplan ten behoeve van veran-
muleren van kennisuitwisseling vinden de deelnemers
kering. Wellicht is het op dit moment niet de juiste tijd
aan de groepsgesprekken. Voorbeelden hiervan zijn
voor verankering, wordt opgemerkt. 'Maar wat je wel
het opzetten van netwerken, zelf het goede voorbeeld
moet doen, is het vuurtje brandend houden, overwin-
geven ('bij de buren gaan kijken') en 'laten zien dat het
teren, en vasthouden aan het gedachtegoed. De steun-
leuk is' (attitude). Voorwaarde voor het delen van ken-
structuur voor iedereen die ermee bezig is moet be-
nis is dat de mensen die kennis delen elkaar kennen.
houden blijven.' Geconstateerd wordt dat verankering
Het gezamenlijk deelnemen aan netwerken en het or-
niet alleen een eindpunt is, maar tevens een continu
ganiseren van regionale conferenties kunnen daarvoor
proces.
een stimulans zijn. Een aantal bevraagde projectuitvoerders signaleert
Kennisuitwisseling
dat sommige instellingen sterk hechten aan het pio-
Behalve met (organisaties van) allochtonen dienen in-
nieren en zich daarbij niet willen laten beïnvloeden
stellingen ook meer samen te werken met elkaar om
door wat anderen op datzelfde terrein ontwikkelen of
niet zelf steeds opnieuw het wiel uit te vinden, vinden
hebben ontwikkeld. Zij zouden alleen met hun eigen
bevraagde projectuitvoerders en deelnemers van de
producten aan de slag willen ('not invented here'-syn-
groepsgesprekken. Er is inmiddels veel kennis en erva-
droom). Dit wordt als onwenselijk ervaren, juist omdat
ring opgedaan met interculturalisatie in de (geestelij-
er al veel is ontwikkeld op het terrein van intercultura-
ke) gezondheidszorg, waarvan veel geleerd kan wor-
lisatie waar anderen hun voordeel mee kunnen doen.
den. Om van elkaars ervaringen te kunnen leren, is
Zeker in een politiek klimaat waarin de aandacht (en
kennisuitwisseling essentieel. Daarnaast wordt gewe-
financiële middelen) voor allochtonen in de samenle-
zen op de noodzaak van interne samenwerking: weten
ving sterk afneemt, is het delen van bestaande kennis
wat er binnen de instelling gebeurt en hiervan kennis
en ervaring essentieel, wil de sector komen tot veran-
nemen. Kennisuitwisseling moet gefaciliteerd worden
kering van interculturalisatie in het beleid.
op alle niveaus binnen de instelling (zie de rol van het
Daarnaast kan de toenemende nadruk op grotere effi-
management). Hiertoe kunnen bijvoorbeeld netwer-
ciëntie het uitwisselen van bestaande kennis en erva-
ken worden opgezet, binnen en tussen instellingen.
ringen stimuleren, menen deelnemers aan de groeps-
Het netwerk van contactpersonen interculturalisatie,
gesprekken. Er komen steeds minder financiële midde-
dat door GGZ Nederland wordt gefaciliteerd, is een
len en tijd beschikbaar voor het (door de instelling) zelf
voorbeeld van zo'n instellingsoverkoepelend netwerk
ontwikkelen van producten of kennis. Bij het beschik-
dat zich specifiek richt op het uitwisselen van ervarin-
baar stellen van en verspreiden van kennis over en er-
gen met en kennis over interculturalisatie in de GGZ.
varingen met interculturalisatie in de GGZ kunnen de diverse kenniscentra in de GGZ (Mikado, Pharos, Cen-
Het is van belang om te leren van ervaringen die wor-
trum '45 en Trimbos-instituut) een rol vervullen. Opge-
den opgedaan in het interculturalisatieproces; niet al-
merkt wordt overigens dat het soms voor een instelling
leen van successen, maar ook van fouten en teleurstel-
ook nodig kan zijn om (gedeeltelijk) 'zelf het wiel uit
lingen kan geleerd worden. Als bekend is welke inter-
te vinden', omdat men zelf een bepaald proces door
venties of werkwijzen wel en niet effectief zijn, kan
moet maken (probleemanalyse, zoeken naar oplossin-
worden voorkomen dat anderen in dezelfde valkuilen
gen, keuzes maken, implementeren).
lopen. Daarom zijn evaluatie en reflectie essentieel, niet alleen binnen de eigen organisatie, maar ook in
In de groepsgesprekken wordt geconstateerd dat er
netwerken met andere GGZ-organisaties en met pro-
momenteel een gebrek is aan overkoepelende infor-
fessionals in andere sectoren (de eerste lijn, AMW). Op
matie (boven het niveau van casuïstiek uit). Er zijn in-
die wijze kunnen kennis en expertise worden verbreed,
middels veel beschrijvingen van de uitkomsten van pi-
overgedragen en geaccumuleerd.
lots beschikbaar, maar geen procesbeschrijvingen. Er
13
ontbreekt inzicht in relevante procesvariabelen, die
op met name de inzichten en leerervaringen die zij
boven de casuïstiek uitstijgen (helicopterview). Een pi-
hebben voortgebracht. Daarnaast zijn projectuitvoer-
lot kan doorgaans niet kant en klaar overgezet worden
ders, contactpersonen uit het netwerk interculturalisa-
in een andere organisatie met een eigen cultuur, con-
tie en leden van de bestuurscommissie interculturalisa-
text en omgeving. Het proces is daarentegen wel leer-
tie gevraagd naar de inzichten en leerpunten die de pro-
zaam: welke problemen zijn er? Welke oplossingen zijn
jecten uit het actieplan hebben opgeleverd. Er zijn vier
mogelijk? Welke keuzes zijn op welk moment ge-
onderwerpen waarop deze leerervaringen en inzichten
maakt?
zich toespitsen: zorginhoud, betrokkenheid van cliën-
Ten behoeve van zorgprogrammering is het eveneens
ten, de rol van het management en kennisuitwisseling.
nodig om 'geaggregeerde expliciet gemaakte per-
14
soonsoverstijgende kennis' te ontwikkelen. Dit is nog
Zorginhoud
in onvoldoende mate gebeurd en daarom dient er ge-
De reguliere werkwijzen in de GGZ, waaronder infor-
werkt te worden met een gedifferentieerd kennisbe-
matieverstrekking, benadering, diagnostiek en behan-
leid, waartoe speerpunten voor kennisontwikkeling
delmethoden, blijken niet altijd toereikend te zijn voor
gekozen moeten worden25.
allochtonen. Innovatie is op dit terrein noodzakelijk,
Het is noodzakelijk om op procesniveau relevante varia-
echter zonder de bestaande kennis en werkwijzen
belen te onderscheiden, te benoemen en te beschrijven.
'over boord te gooien'. Er dient gezocht te worden
Bij die taken zouden universiteiten mogelijk een rol
naar innovatieve oplossingen met de bedoeling om
kunnen spelen. Om GGZ-instellingen in het veld te laten
vervolgens het innovatieve met het reguliere te ver-
leren van ervaringen die op procesniveau met intercul-
binden. Implementatie is een sleutelbegrip: de meer-
turalisatie zijn opgedaan, is het essentieel dat er ook
waarde van een nieuwe aanpak moet zichtbaar wor-
procesbegeleiding beschikbaar is. Die begeleiding zou
den gemaakt en worden terugvertaald naar de regu-
geboden kunnen worden door degenen die het proces
liere werkwijze. Voor de juiste uitvoering van imple-
zelf doorlopen hebben, met andere woorden de koplo-
mentatie is specifieke deskundigheid noodzakelijk. In
pers op het terrein van interculturalisatie in de GGZ.
de praktijk blijkt die deskundigheid echter niet altijd aanwezig te zijn.
Beroepsopleidingen kunnen een belangrijke rol spelen
Er is veel ervaring opgedaan met outreachende werk-
bij het stimuleren van kennisverspreiding. Er komt ge-
wijzen, waarmee (potentiële) cliënten zijn bereikt en
leidelijk aan in steeds meer opleidingen aandacht voor
geïnformeerd en daarnaast toereikende hulpverlening
de invloeden en gevolgen van migratie en etniciteit op
hebben ontvangen. Belangrijke leerpunten bij het 'be-
de hulpverlening. Het bewustzijn neemt toe dat deze
wandelen van de nieuwe paden' zijn het ter discussie
kennis essentieel is voor het kunnen leveren van vraag-
(kunnen) stellen van bekende werkwijzen en het gaan-
gerichte zorg. Kennis van diversiteit zou een basiseis in
deweg ontwikkelen van een methodiek of systemati-
beroepsopleidingen in de zorgsector moeten zijn, wordt
sche werkwijze (na reflectie en evaluatie). De kwali-
opgemerkt in de discussiebijeenkomsten. Daarmee zou
teitsslag die op deze wijze wordt gemaakt, komt niet
ook borging van die kennis tot stand kunnen komen.
alleen de allochtone cliëntenpopulatie ten goede; gestreefd wordt naar de verbetering van de algehele dienstverlening en naar het bieden van vraaggerichte
Terugblik: conclusies
zorg voor cliënten in het algemeen.
In het kader van het Actieplan interculturalisatie is een groot aantal projecten uitgevoerd die betrekking heb-
Betrokkenheid van cliënten
ben op diverse beleidsterreinen: zorginhoudelijk be-
Allochtone cliënten blijken veelal ontevreden over de
leid, cliëntenbeleid, personeelsbeleid (o.a. instroom en
informatievoorziening vanuit de GGZ en het contact
doorstroom van medewerkers, deskundigheidsbevor-
met de GGZ. Als gevolg hiervan is de GGZ relatief on-
dering), kwaliteitsbeleid en het management26. De uitkomsten van de afgeronde projecten zijn geanalyseerd
25 Pannekeet, 2004
26 Nog niet alle projecten van het Actieplan zijn op dit moment (medio 2004) al afgerond en de uitkomsten daaruit zijn daarom nog niet beschikbaar.
bekend, heerst er een negatieve beeldvorming over de
zien van het proces een gebrek aan overkoepelende in-
GGZ en is de drempel om een beroep te doen op de
formatie bestaat; inzicht in relevante procesvariabelen
GGZ hoog. Migrantenorganisaties hebben een breed
en informatie die uitstijgt boven casuïstische beschrij-
netwerk en zijn laagdrempelig voor allochtonen. Daar-
vingen ontbreekt. Voor het overdragen van kennis op
mee kunnen zij een rol spelen in bijvoorbeeld de voor-
procesniveau is de beschikbaarheid van procesbegelei-
lichting aan hun achterban. Samenwerking tussen
ding essentieel.
GGZ-instellingen en migrantenorganisaties kan de dia-
Het management heeft een duidelijke verantwoorde-
loog tussen de GGZ en allochtone zorgvragers op gang
lijkheid bij het stimuleren van kennisuitwisseling, zo-
brengen, de betrokkenheid van allochtone cliënten bij
wel intern in de instelling als extern tussen instellingen
de GGZ vergroten en de ontwikkeling van nieuwe
binnen en buiten de GGZ. Daarnaast zijn er andere fac-
zorgprogramma's voor de doelgroep stimuleren.
toren die de uitwisseling van reeds opgedane kennis en ervaringen kunnen stimuleren, te weten de nadruk op
De rol van het management
efficiëntie (minder tijd en geld beschikbaar om 'zelf
Het management speelt een cruciale rol bij het gehele
het wiel uit te vinden') en de afnemende aandacht
interculturalisatieproces binnen een GGZ-instelling.
voor allochtonen in het politieke klimaat.
Het formuleren van een visie op interculturalisatie en dit thema als prioriteit benoemen vormen een eerste stap. Daarnaast zijn commitment, verantwoordelijk-
Vooruitblik: agenda voor de toekomst
heid nemen voor de voortgang en ondersteuning ge-
Het Actieplan interculturalisatie loopt eind 2004 ten
ven bij de uitvoering noodzakelijk. Aanvullende blij-
einde. Er zijn vele projecten uitgevoerd die tot doel
vende aandacht en ruimte (tijd, middelen, personeel) is
hebben gehad de interculturalisatie - het bieden van
nodig om intercultureel management tot een succes te
klantgerichte zorg in een multiculturele samenleving -
maken. De inbedding van interculturalisatie in het in-
van de GGZ op een hoger plan te brengen. Uitgangs-
stellingsbeleid kan worden bevorderd door gebruik te
punt daarbij was het verankeren van interculturalisatie
maken van de bestaande infrastructuur en organisatie-
in de beleidscyclus.
structuur. Daarvoor is integraal beleid nodig: intercul-
Het feit dat GGZ Nederland interculturalisatie als een
turalisatie als onderdeel van de beleidscyclus. Dat be-
beleidsprioriteit heeft benoemd en het Actieplan heeft
tekent dat het gedragen wordt door het management.
uitgevoerd, is duidelijk een stimulans geweest voor de
De aanpak om interculturalisatie tot stand te brengen
interculturalisatie van de GGZ. Het Actieplan heeft vele
wordt gekenmerkt door een combinatie van top-down
inzichten en leerervaringen opgeleverd, die staan be-
(gedragen door het management) en bottom-up
schreven in tientallen publicaties die naar aanleiding
(draagvlak op de werkvloer). Met name het midden-
van de projecten zijn geschreven. Er valt daarom veel te
management wordt gezien als onontbeerlijk, maar te-
leren voor (en van) medewerkers in de GGZ. Kennisver-
gelijkertijd als een knelpunt. Deze groep heeft veel ta-
spreiding blijft de komende jaren noodzakelijk, omdat
ken, waaronder het behalen van de productie. Daarbij
er, afgezien van enkele koplopers onder de instellin-
wordt aan interculturalisatie niet altijd een hoge prio-
gen, interculturalisatie in veel GGZ-instellingen nog
riteit toegekend.
geen onderdeel uitmaakt van de beleidscyclus.
Kennisuitwisseling
Vooruitkijkend naar de toekomst, is het van belang in
Er is inmiddels veel kennis en ervaring opgedaan met
ieder geval aandacht te (blijven) besteden aan een
interculturalisatie in de (geestelijke) gezondheidszorg,
viertal onderwerpen. Ten eerste is het van belang dat
waarvan veel geleerd kan worden. Om van elkaars er-
er ruimte is voor innovatie, het zoeken naar nieuwe
varingen te kunnen leren, is kennisuitwisseling essen-
oplossingen, daar waar reguliere werkwijzen en me-
tieel. Het is vooral van belang om te leren van ervarin-
thodieken niet toereikend blijken voor (allochtone)
gen die worden opgedaan in het intercuturalisatiepro-
cliënten. Het verdient aanbeveling om bij de start al re-
ces. Geconstateerd wordt echter dat er juist ten aan-
kening te houden met de mogelijkheden voor imple-
15
mentatie van het innovatieve in het reguliere. Als dat
verstijgende kennis; van processen kan meer geleerd
niet gebeurt, blijft de innovatie een 'losstaand' experi-
worden dan van casuïstiek. Daarom is het noodzakelijk
ment in de instelling en zal er geen inbedding (kun-
te investeren in het benoemen van procesvariabelen en
nen) plaatsvinden in het reguliere zorgaanbod.
het 'inkopen' van procesbegeleiding.
Ten tweede zal er actief gezocht moeten worden naar
Kortom: er is veel werk verzet en er is veel geleerd in
wegen om samenwerking met allochtone cliënten (mi-
de afgelopen jaren waarin het Actieplan is uitgevoerd.
grantenorganisaties, provinciale steunfuncties, inter-
Maar het is zeker nog niet het moment om tevreden
mediairen) tot stand te brengen. Er valt over en weer
achterover te leunen. Er is nog veel werk te verzetten
veel van elkaar te leren, bijvoorbeeld bij het ontwikke-
en er is blijvende aandacht voor interculturalisatie ver-
len van zorgprogramma's voor doelgroepen. Ook kun-
eist, omdat anders de opbrengsten van het Actieplan
nen GGZ-instellingen door samenwerking met migran-
dreigen te vervluchtigen. Er moet voor gewaakt wor-
tenorganisaties in contact komen met individuele
den dat na de afsluiting van het Actieplan niet gewoon
cliënten en hun betrokkenheid bij de GGZ vergroten.
wordt overgegaan 'tot de orde van de dag'. Daarbij
Migrantenorganisaties kunnen daarnaast een interme-
baart het huidige politieke en maatschappelijke kli-
diaire rol spelen richting de achterban op het terrein
maat, met een afnemende aandacht voor en betrok-
van voorlichting over de GGZ en over psychische
kenheid bij allochtonen, overigens wel zorgen. De GGZ
(on)gezondheid. Daarmee kunnen verwachtingen naar
gaat met haar streven naar interculturalisatie als het
elkaar toe realistischer worden en kan er daadwerke-
ware 'tegen de stroom in'.
lijke vraaggerichte zorg worden geboden door de GGZ.
Eén van de strategieën van het Actieplan was om duizend bloemen te laten bloeien. Nu is het dan de tijd om
16
Ten derde is er een duidelijke taak weggelegd voor het
te bepalen welke bloemen daadwerkelijk kunnen wor-
management wat betreft de verankering van intercul-
telen en wie de tuinman is. Gezien de goede ervarin-
turalisatie in de beleidscyclus. Wil men in de toekomst
gen die er de afgelopen jaren zijn opgedaan en het feit
niet 'blijven hangen' in kleinschalige experimenten
dat vrijwel alle instellingen in de sector inmiddels door-
binnen de instelling, dan is integraal beleid met daar-
drongen zijn van de noodzaak van interculturalisatie,
in aandacht voor interculturalisatie een vereiste. Zeker
is er zeker reden voor optimisme.
met het oog op de toenemende marktwerking en concurrentie waarmee de sector de komende jaren van doen zal krijgen, is het belangrijk om - door middel van contacten met bijvoorbeeld migrantenorganisaties - te weten welke vragen en behoeften er leven onder de potentiële cliënten in de regio en vraaggerichte zorg te ontwikkelen. Of besluit de GGZ om deze potentiële (groei)markt aan zich voorbij te laten gaan en over te laten aan de concurrent, te weten de zich reeds ontwikkelende allochtone GGZ-aanbieders? Ten vierde is en blijft kennisuitwisseling essentieel. Niet alleen interne verspreiding van kennis is belangrijk, maar juist ook de deelname aan regionale en landelijke netwerken waarin ervaringen met interculturalisatie tussen GGZ-instellingen en instellingen uit andere deelsectoren in de zorg worden gedeeld, kan een enorme verrijking betekenen. Daarbij verdient het aanbeveling om met name te zoeken naar projecto-
17
Hoofdstuk 2
Projecten Actieplan Interculturalisatie
18
Gedurende de drie jaar die het Actieplan Intercultura-
Bestellen
lisatie omvat, zijn er vele projecten uitgevoerd onder de paraplu van dit Actieplan. Van alle projecten wordt
GGZ Nederland
een korte beschrijving gegeven. De projecten staan ge-
De meeste publicaties kunnen bij GGZ Nederland wor-
groepeerd naar de thema’s:
den besteld. U kunt dit doen middels het bijgevoegde
• Zorginhoud, algemeen
bestelformulier. U kunt ook onder vermelden van titel
• Good Practices
en publicatienummer een fax sturen naar 033 460 8900
• Intercultureel management
of een e-mail sturen naar
[email protected]
• Personeelsbeleid en deskundigheid • Cliënten
In veel gevallen zijn de publicaties ook te downloaden
• Onderzoek, divers
van het net: www.ggzkennisnet.nl onder de informa-
• Overige publicaties
tieservice interculturalisatie – publicaties.
Mikado Een aantal projecten zijn uitgevoerd door Mikado, in opdracht van GGZ Nederland binnen het Actieplan Interculturalisatie. De publicaties van deze projecten zijn te bestellen bij Mikado. Deze publicaties zijn in de lijst gegroepeerd onder het hoofdstuk Mikado. U kunt ze bestellen door te bellen: 010 – 241 00 41 of te surfen naar: www.mikado-ggz.nl
Zorginhoud, algemeen
Zorg in dialoog. Interactief werken met vluchtelingen aan de ontwikkeling van zorgprogramma’s. Inhoud en doel Op welke wijze kan interactieve ontwikkeling van zorgprogramma’s met en voor vluchtelingen het beste vorm en inhoud krijgen? In dat kader is een checklist ontwikkeld en zijn een zevental voorbeeldprojecten geanalyseerd op hun wijze van samenwerken. In alle beschreven projecten gaat het om zelfhulp en een in samenwerking met de doelgroep ontwikkelde professionele aanpak.
Werkwijze en resultaat De onderzoekers hebben een checklist opgesteld met acht punten voor samenwerking tussen de belanghebbende partijen in de verschillende fasen. Bij deze punten hebben ze schematisch de aandachtspunten voor elke partij aangegeven. Zo kunnen de partijen optimaal samenwerken en van elkaars kennis en kunde gebruik maken. Deze aandachtspunten komen voort uit de analyse van de projecten. Er worden bijvoorbeeld aanbevelingen gedaan voor de opstelling van de professional en de organisatie ten aanzien van de inhoud van de samenwerking met zelfhulporganisaties. Deze aanbevelingen liggen met name op het vlak van het ‘leren leren’ en de randvoorwaarden die van de professional en de organisatie worden gevraagd. Zo moeten deze gemotiveerd zijn om de eigen aannames en waardeoriëntaties te betrekken in het proces van het ‘leren leren’ over de doelgroep. Dit vereist een kritische reflectie op de gangbare hulpverlening en kan leiden tot een inhoudelijke herziening van de dienstverlening bij het gezamenlijk ontwikkelen van zorgprogramma’s.
Sleutel tot succes Voor het succesvol vormgeven van een zorgprogramma in interactie met de doelgroep zijn de volgende acht punten van essentieel belang: • het samenstellen van een groep; • het persoonlijk contact tussen hulpverlener en doelgroep; • de behoefte articulatie; • de werkvormen; • het creëren van veiligheid;
19
• het bieden van uitdaging voor de toekomst;
Handreiking Interculturele
• denken en doen in dialoog en
Zorgprogrammering
• het resultaat.
Doel & doelgroep V. Michaud, P. Muller en M. Segond von Banchet, Zorg
Met deze handreiking wordt de reeds opgedane erva-
in dialoog. Interactief werken met vluchtelingen aan
ring met interculturele zorgprogrammering gesyste-
de ontwikkeling van zorgprogramma’s, Pharos/GGZ
matiseerd. Op basis hiervan worden adviezen en richt-
Nederland, Utrecht, 2004. Publicatienummer 2004-250.
lijnen geformuleerd voor het waarborgen van de in-
Gratis publicatie.
terculturele component binnen het algemene traject van zorgprogrammering. Beschreven wordt welke problemen opgelost moeten worden om te kunnen komen tot interculturele zorgprogrammering. Hierbij zijn kennisontwikkeling, kennissturing en innovatie kernbegrippen. De handreiking is vooral bedoeld voor zorgmanagers, hulpverleners en anderen die betrokken zijn bij de zorgprogrammering in de GGZ.
Resultaat Zowel de zorgprogrammering als de interculturalisatie van de zorg blijken nog sterk in ontwikkeling te zijn. Met interculturele zorgprogrammering is nog weinig ervaring opgedaan en documentatie daarover blijkt 20
zeer beperkt te zijn. De studie beschrijft hoe binnen een aantal instellingen de interculturele zorgprogrammering is vorm gegeven. Aan de hand van praktijkvoorbeelden wordt getoond hoe instellingen onderling verschillende, aan de concrete context gerelateerde, keuzes maken.
Sleutel tot succes Het boek geeft betrokkenen bij zorgprogrammering een handreiking om de procesgerichte aanpak die kenmerkend is voor de interculturalisatie van de GGZ te ‘vertalen’ naar de systematische en kennisgestuurde aanpak van de zorgprogrammering. C. Pannekeet, Handreiking Interculturele Zorgprogrammering GGZ Nederland, Utrecht, 2004. Publicatienummer 2004-28 L. €10,-
Cultuursensitief werken met DSM-IV
Sleutel tot succes Op de conferentie werden verschillende mogelijkhe-
Aanleiding
den geopperd om de CFD te implementeren in de gees-
Deze conferentie is georganiseerd in vervolg op de in
telijke gezondheidszorg. Een belangrijke stap zou zijn
2002 verschenen publicatie ‘Cultuur, classificatie en
om de CFD onderdeel te laten uitmaken van relevante
diagnose (R. Borra, R. van Dijk en H. Rohlof)’ over cul-
protocollen in de hulpverlening. Ook is het van belang
tuursensitief werken met DSM-IV.
dat hulpverleners de CFD toe gaan passen, dat het effect voor de kwaliteit van de zorg zichtbaar wordt ge-
Doel
maakt, en dat op grond daarvan managers afspraken
Doel van de conferentie was een begin te maken met
maken met zorgverzekeraars over het onderbrengen
de implementatie van de Cultural Formulation of Diag-
van de CFD in de verrichtingen- en financieringsstruc-
nosis (CFD) in de Nederlandse geestelijke gezondheids-
tuur. Verder dient vanuit de instellingen gerichte vra-
zorg. De achterliggende gedachte hierbij was dat de
gen naar opleidingen en nascholingsinstituten gefor-
CFD een innovatieve rol kan spelen in de geestelijke
muleerd te worden. Tenslotte werd benadrukt dat de
gezondheidszorg in een multiculturele en multi-etni-
CFD een kader kan bieden voor het uitwisselen van ca-
sche context.
suïstiek en het onderzoeksmatig systematiseren van deze ervaringskennis.
Resultaten Tijdens de conferentie werd duidelijk dat CFD niet al-
R. van Dijk en N. Sönmez (red.), Cultuursensitief wer-
leen van direct belang is voor de behandeling, vanwe-
ken met DSM-IV. Verslag conferentie 6 februari 2003,
ge de betekenis die het heeft voor de diagnostiek,
Mikado, 2003. ISBN: 90-806688-4-2. Kosten: € 7,50.
maar ook van indirect belang, vanwege de bijdrage die het biedt aan de groei van de therapeutische relatie. De CFD vraagt om interesse en aandacht voor de ander, om openheid voor zijn verhaal en zijn belevingswereld. De conferentie heeft ook duidelijk gemaakt dat de CFD geen wonderolie is voor een stagnerende hulpverlening. Het opheffen van de knelpunten in de interculturele hulpverlening is niet te reduceren tot de invoering van de CFD, evenmin als het opstellen van een CFD te reduceren is tot het afnemen van een vragenlijstje. De CFD mag ook geen eenmalige exercitie zijn voor het patiëntendossier. Het opstellen van een CFD is veel meer een doorlopend proces dan het pISBN: 90 roduct van een specifieke fase in de hulpverlening. Op de conferentie werd er ook voor gewaarschuwd dat de context meer omvat dan alleen ‘cultuur’. De relevantie van de CFD is niet beperkt tot specifieke migranten- en vluchtelingengroepen met een ongekende of bevreemdende cultuur. Aangezien “alle psychiatrie transculturele psychiatrie is (Kortmann)”, heeft de CFD ook betekenis voor alle patiëntengroepen. De huidige vorm van de CFD is niet meer dan een eerste schets die aan de hand van casestudies en onderzoek verder verfijnd moet worden.
21
Psychodiagnostiek bij migranten en
Sleutel tot succes
vluchtelingen
Aanbevolen wordt informatie over de psychodiagnostiek bij allochtonen beter toegankelijk te maken voor
Inhoud
hulpverleners in de ggz en initiatieven te ondersteu-
In deze publicatie wordt verslag gedaan van een on-
nen die gericht zijn op de verbetering van diagnosti-
derzoek onder een landelijke steekproef van NIP-gere-
sche instrumenten of procedures bedoeld voor gebruik
gistreerde psychologen die contacten hebben met al-
bij allochtone cliënten. Publicatienummer 2004 – 249.
lochtonen en betrokken zijn bij diagnostisch onder-
Gratis publicatie.
zoek bij deze doelgroep. W. Kleijn, R. Verboom en W. van der Schrier,
Doel
Psychodiagnostiek bij migranten en vluchtelingen.
Het onderzoek moest antwoord geven op de vragen:
Een landelijke enquête onder psychologen,
• In welke mate zijn psychologen actief bij de
GGZ Nederland, 2003, publicatienummer: 4002-249.
psychodiagnostiek van allochtone cliënten? • Welke tests worden benut bij de psychodiagnostiek van allochtone cliënten? • Wat is het oordeel van de gebruikers over de gehanteerde instrumenten? • Worden in de GGZ problemen ervaren bij de psychodiagnostiek van allochtone cliënten? • Welke problemen worden ervaren en bij welke groepen? 22
Resultaten Uit het onderzoek komt naar voren dat: • Eén derde van de psychologen actief is bij de psychodiagnostiek van allochtone cliënten. Van deze groep ervaart meer dan de helft hierbij problemen. • De deelnemers blijken met een groot aantal tests gebruikservaring te hebben maar zijn niet erg enthousiast over hun ervaringen hiermee. De meest bruikbare tests komen uit de rubriek 'capaciteit en intelligentie'. Met name de zogenaamde nonverbale instrumenten als de RAVEN en de SON worden gunstig beoordeeld. • Alle tests uit de rubrieken 'persoonlijkheid/gedrag' en 'klachten' worden door minder dan 40% van de deelnemers als goed beoordeeld. • Met name communicatieproblemen, cultuurverschillen en methodologische problemen spelen een rol in de psychodiagnostiek bij allochtone cliënten. • Er is vooral behoefte aan beter bruikbare tests voor het meten van intelligentie, sociaal-emotioneel functioneren, copingstijl en klachten.
Gratis publicatie.
Interculturalisatie van de GGZ voor oudere allochtonen. Een handreiking voor zorgverleners en managers van ggz-instellingen. Doel en doelgroep Deze handreiking is bedoeld voor zorgverleners en managers van GGZ-instellingen. De handreiking is niet alleen bedoeld voor afdelingen en hulpverleners die zich richten op ouderen, maar ook voor afdelingen en hulpverleners die zich richten op volwassenen en preventie. De handreiking geeft geen blauwdruk voor de aanpak, maar geeft informatie, ervaringen uit projecten en tips die zorgverleners en managers kunnen helpen. De handreiking bestaat uit drie delen, aangevuld met een aantal interviews over praktijkcasussen.
Inhoud Deel 1 gaat in op de drempels die oudere allochtonen ervaren en op de redenen waarom de GGZ oudere allochtonen moeilijk bereikt. Hierin worden kort de behoeften van oudere allochtonen beschreven, de drempels die zij tegenkomen en andere redenen waarom GGZ-instellingen deze ouderen moeilijk bereiken. Deel 2 gaat over het bereik van oudere allochtonen en de wijze waarop de GGZ dit in samenwerking met zelforganisaties van allochtonen, andere zorgaanbieders en organisaties buiten de zorg vorm kan geven. Deel 3 geeft aandachtspunten voor het ontwikkelen van zorgaanbod zoals die uit gesprekken en de literatuur naar voren zijn gekomen. Als bijlagen zijn nuttige tips, adressen en relevante literatuur opgenomen.
Resultaat Er wordt een praktische uitwerking geboden voor intercultureel werken met ouderen allochtonen, die een GGZ problematiek hebben. Otto Reuchlin, Interculturalisatie van de GGZ voor oudere allochtonen. Een handreiking voor zorgverleners en managers van GGZ-instellingen, GGZ Nederland/B&A Groep Beleidsrealisatie, 2002. Publicatienummer 2002 –201. Gratis publicatie.
23
De aanhouder wint Centrum Maliebaan is een instelling voor verslavingszorg voor de provincie Utrecht. Sinds anderhalf jaar heeft het Centrum Maliebaan een structurele aanpak om het interculturalisatieproces te bevorderen. Beleidsmedewerker Don van Elst is secretaris van het Platform Interculturalisatie en kan rekenen op de steun van aandachtsfunctionarissen uit alle clusters.
24
Natuurlijk werd er vóór 2003 bij Centrum Maliebaan ook wel aan interculturalisatie gewerkt, weet Van Elst. Dat gebeurde in de vorm van projecten. Maar zoals dat wel vaker gaat verdween de opgebouwde deskundigheid nu eens met het vertrek van de medewerker die het project uitvoerde, dan weer doordat de opgebouwde inzichten niet werden overgenomen in de reguliere aanpak of omdat het project wegviel door fusies en reorganisaties. Samen met het Instituut voor Inter-Etnisch Management stippelde centrum Maliebaan anderhalf jaar geleden een structurele aanpak uit voor het interculturalisatieproces. Het pilotproject maakte onderdeel uit van het implementatietraject deskundigheidsbevordering van het Actieplan Interculturalisatie. In het kader van een ‘pilottraject interculturalisatie’ bogen medewerkers zich zes dagdelen lang over de vraag op welke wijze Centrum Maliebaan een interculturele organisatie kon worden. Dit leidde tot een plan van aanpak, Interculturalisatie, een kwestie van doen, dat onder meer aanbevelingen bevat voor een vaste plaats van interculturalisatie binnen bestaande overlegkaders, intercultureel personeelsbeleid, en een aandachtsfunctionaris per cluster. Het management accepteerde de beschreven uitgangspunten en aanpak, inclusief de begroting en andere randvoorwaarden. Van Elst: ‘Het heeft nu een vrije hoge prioriteit in het beleid.’ Begrijpelijk, meent hij. ‘Als gezondheidsorganisatie móet je inspelen op de vraag van de cliënt, dus ook van de allochtone cliënt. Dat kan heel simpel zijn, bijvoorbeeld door te regelen dat patiënten binnen de klinische sector kunnen kiezen uit meerdere maaltijden, of door te zorgen dat wachtruimtes voldoende privacy bieden omdat allochtone mensen anders niet komen. Het vraagt ook dat je de diagnostiek aanpast. De allochtone cliënt heeft immers vaak een andere beleving van ziekte en gezondheid. Daar moet je rekening mee houden, net als met culturele patronen. Het is bijvoorbeeld bekend dat Marokkaanse moeders vaak flink wat invloed op hun zonen hebben. Dan moet je het mogelijk maken dat de moeders tijdens de wijkspreekuren met een vrouwelijke medewerker kunnen praten. Verder moet je zorgen dat je informatiemateriaal in verschillende talen hebt. Dat hebben wij inmiddels geregeld. En in dat materiaal moet je ook ingaan op de wetgeving, omdat daarover allerlei misvattingen bestaan.’ Medio 2004 is het platform met aandachtsfunctionarissen volop actief en zijn er veel activiteiten op de rails ge-
zet. Tweemaal per maand komen de leden bijeen om de vorderingen te bespreken. De voorzitter is tevens lid van het management team en vormt zo de ‘linking pin’ met de directie. Ook vanuit de sector personeel en organisatie zit er een vertegenwoordiger in het platform, om zo de werving en selectie te ‘kleuren’. Centrum Maliebaan heeft nog geen intercultureel behandelbeleid. Van Elst: ‘Zo’n beleid is wel nodig. Dat blijkt uit signalen van allochtone doelgroepen die we nu niet goed bereiken. We hebben wel Marokkaanse patiënten in behandeling en sommige hulpverleners richten zich meer op allochtonen, maar dat is allemaal niet structureel.’ Hij vervolgt: ‘We werken nu samen met de Marokkaanse organisatie Arrazi, die als intermediair fungeert tussen de Marokkaanse gemeenschap en, in ons geval, de hulpverlening. Samen hebben we ‘ouderpunten’ opgezet. Marokkaanse ouders kunnen hier terecht met hun vragen over verslaving en verslavingsproblematiek. Want deze groep weet de weg naar de hulpverlening nog moeilijk te vinden. Dat komt ook omdat het onderwerp verslaving in de gemeenschap nog erg taboe is. Sinds een maand draait er ook een peergroup van Marokkaanse jongeren die hun land- en leeftijdgenoten voorlichten over de gevaren van drugs. Verder organiseren we in overleg met Marokkaanse organisaties bijeenkomsten in de vier wijken van Utrecht met de meeste allochtonen. We geven voorlichting, leggen uit wat we aan zorg bieden en gaan in op de vragen die men aan ons wil stellen. De ervaringen die we opdoen willen we gebruiken om voorstellen te doen over het behandelbeleid. We willen dat meer gaan formaliseren en uitwerken.’ Is het onjuist te denken dat de interculturalisatie bij Centrum Maliebaan nog in de kinderschoenen staat? ‘Dat zijn dan wel kinderschoenen met veters! Wat we binnen anderhalf jaar hebben neergezet, vind ik niet mis. Onlangs hebben we een dag georganiseerd om te kijken waar we stonden. Dan blijkt dat er veel in de steigers staat. Dat moet nog wel zijn beslag en uitwerking krijgen, maar toch… We hebben bijvoorbeeld ideeën voor resocialisatiegroepen voor allochtone vrouwen, en laagdrempelige psycho-educatie aan allochtonen. We werken eraan om binnen de gespecialiseerde unit interculturele behandeling op de agenda te krijgen. Een medewerker in het platform is bezig met een project, gericht
op werving en selectie. Binnenkort kunnen we de resultaten voorleggen aan het hoofd personeel en organisatie en de directie.’ Het Actieplan heeft Van Elst als steun ervaren bij het interne interculturalisatieproces. ‘De publicaties die zijn verschenen bieden inspiratie of richtlijnen. Maar je moet het allemaal wel vertalen naar de situatie in je organisatie. Het plan van aanpak dat wij hebben geschreven was nodig om binnen de organisatie houvast te krijgen.’ Zelf moesten hij en de aandachtsfunctionarissen zich eerst goed oriënteren. ‘Er is zoveel gaande op dit gebied dat we eerst onze weg moesten vinden in het aanbod aan documenten, organisaties, overleggen en netwerken. Dat is wel gelukt, denk ik. Regionaal hebben we bijvoorbeeld toenadering gezocht tot Altrecht, om te kijken wat we gemeenschappelijk hebben. We kijken nu of we samen middagen kunnen organiseren, voor uitwisseling en deskundigheidsbevordering.’ Het Actieplan mag dan ophouden te bestaan, zo niet het interculturalisatieproces bij Centrum Maliebaan. ‘Wij gaan door, dat staat buiten kijf. Wij zijn wel zover dat we zelf onze weg weten te vinden. De contacten liggen er, ook met GGZ Nederland.’ Interculturalisatie is een langdurig proces, met ‘twee stappen voorwaarts, een terug’, besluit hij. ‘Je hebt doorzettingsvermogen nodig om interculturalisatie in concrete producten neer te zetten. Je moet alert zijn, strategisch denken, mensen prikkelen, warm laten lopen. En véél netwerken, regionaal en landelijk. Het is geen onderwerp waarmee je snel scoort. Maar de aanhouder wint!’
25
Good Practices
“Ver van mijn land, ver van mijzelf”. Het Amsterdams Patiënten/Consumenten Plat-
Binnen het Actieplan Interculturalisatie heeft Mikado
form, interculturalisatiebeleid en de GGZ.
een negental Good Practices beschreven binnen en buiten de lidinstellingen. Deze serie publicaties worden
Inhoud en doel
hieronder beschreven en zijn verkrijgbaar bij Mikado.
Het APCP is een koepelorganisatie voor patiënten- en
Voor informatie over de bestelwijze…
cliëntenorganisaties in Amsterdam en Diemen met een vooruitstrevende visie en manier van werken op het gebied van interculturalisatie. Dit gebeurt zowel binnen de eigen organisatie maar ook naar buiten toe in projecten, onderzoek en beleidsaanbevelingen aan overheden en zorginstellingen. Een van de projecten van het APCP, getiteld Ver van mijn land, ver van mijzelf, Multiculturalisatie van de cliëntenbeweging GGZ wordt in deze Good Practice beschrijving nader toegelicht, evenals de samenwerking die het APCP in het kader van dit project aanging met de Amsterdamse GGZinstelling Mentrum.
Werkwijze Het APCP heeft interculturalisatie vrijwel volledig geïntegreerd in al haar werkzaamheden en zowel het in26
terne als het externe beleid. Er zijn projecten specifiek gericht op allochtonen maar ook ‘reguliere’ projecten bevatten vrijwel zonder uitzondering interculturalisatie als aandachtspunt. In 2002 startte het APCP met de eerste activiteiten en het leggen van contacten voor het GGZ-project Multiculturalisatie van de cliëntenbeweging, inmiddels ook bekend onder de naam Ver van mijn land, ver van mijzelf. Naast het leggen van contacten met allochtone zelforganisaties en sleutelpersonen, werden twee samenwerkingsverbanden aangegaan met grote GGZ instellingen in Amsterdam en omgeving: Mentrum, en De Meren. In deze Good Practice is ervoor gekozen specifiek het ontstaan en verloop van het samenwerkingsverband met Mentrum te bespreken en nader toe te lichten.
Resultaat en sleutel tot succes Het project Ver van mijn land, ver van mijzelf is nog maar net van start gegaan. Toch leverde de samenwerking met Mentrum en de Marokkaanse zelforganisatie MOVIB al een aantal behaalde doelstellingen op voor het APCP. Nieuwe inzichten zijn ontstaan in de organisatie van de allochtone achterban en hun zorgbehoefte. De multiculturalisatie van de cliëntenbeweging
komt hierdoor een stapje dichterbij. Ten tweede is het
“Hier voelt het veilig”.
netwerk van het APCP uitgebreid met een netwerk van
Groepstherapie voor getraumatiseerde
allochtone organisaties. Voor de deelnemers aan de
vluchtelingenvrouwen bij Altrecht,
lotgenotengroep is de toegang tot de geestelijke ge-
Divisie Stad Utrecht.
zondheidszorg aanzienlijk verlaagd door de aanwezigheid van de expertise vanuit Mentrum. Ten vierde kon
Inhoud en doel
het APCP dankzij het projectfonds een voorlichtings-
De afdeling Psychiatrie en psychotherapie van Altrecht,
film maken over de GGZ vanuit multicultureel cliën-
divisie Stad Utrecht, heeft ruim vijftien jaar ervaring
tenperspectief waarbij tevens de kennis en expertise
met groepsbehandelingen van allochtone cliënten. Drie
van Mentrum werd ingezet.
jaar geleden werd gestart met een open, halfgestruc-
Tot slot draagt de stapsgewijze opzet van het project
tureerde groepsbehandeling voor vrouwelijke vluchte-
bij tot een langzame opbouw en toespitsing van de
lingen en slachtoffers van vrouwenhandel met als
methodiek van intercultureel en outreachend werken.
hoofdindicatie: Post Traumatisch Stress Syndroom en/of Depressie. De belangrijkste doelstelling van de vrou-
F. Tonk, “Ver van mijn land, ver van mijzelf”.
wen vluchtelingengroep van Altrecht is het verminde-
Het Amsterdams Patiënten/Consumenten Platform,
ren van de klachten, door het bieden van een veilige
interculturalisatiebeleid en de GGZ, Mikado,
omgeving. Hierbinnen zijn de vrouwen in staat de pro-
Rotterdam, 2004 (Serie Good Practices 9).
blematische actuele situatie beter te hanteren en een start te maken met het verwerken van de ervaringen.
Werkwijze De behandeling binnen de vluchtelingengroep wordt door Altrecht omschreven als een steunend- structurerende behandeling. Er wordt gewerkt volgens de uitgangspunten van seksespecifieke hulpverlening en migrantenhulpverlening. De benadering is eclectisch; elementen uit verschillende therapievormen worden toegepast. Kenmerkend is een mix tussen een groepsdynamische aanpak (waarin het proces binnen de groep functioneert als leermiddel voor de individuele leden) en een meer cognitieve, gedragsgerichte groepstherapie.
Sleutel tot (toekomstig?) succes Door een steeds stringenter asielbeleid neemt de vluchtelingenstroom naar Nederland af en sluiten meerdere asielzoekerscentra zelfs hun deuren. Betekent dit dat de vrouwen vluchtelingengroep op den duur ook niet meer nodig zal zijn? Altrecht denkt van niet, maar is tevens van mening dat de vluchtelingen vrouwengroep op den duur over zou kunnen gaan in een multiculturele groep voor vrouwen met dezelfde klachten en indicaties (PTSS en ernstige Depressie). De culturele diversiteit en het werken vanuit (culturele) verschillen blijven daarmee belangrijke uitgangspunten van de groepsbehandeling. De opzet is dat de vluchtelingen vrouwengroep niet als
27
groep de overgang zal kunnen maken naar een eerste-
Gedeelde smart is halve smart.
lijns- of zelfhulpgroep, zoals eerder gebeurde met
Een multidisciplinaire deeltijdbehandeling
Turkse en Marokkaanse mannen- en vrouwengroepen
voor adolescente asielzoekers en
bij Altrecht. De problematiek is te ernstig en professio-
vluchtelingen bij GGZ Midden-Brabant.
nele begeleiding van ervaren hulpverleners lijkt nodig. Het uitgangspunt van de groep is dat vrouwen indivi-
Inhoud
dueel in- en uitstromen. De groep is een soort tussen-
Gedeelde smart is halve smart is het motto van een
fase, waarin vrouwen aan de verschillende doelen wer-
multidisciplinaire deeltijdbehandeling voor adolescen-
ken. Uiteindelijk ontwikkelen vrouwen voldoende
te asielzoekers en vluchtelingen bij GGZ Midden-Bra-
vaardigheden om zich ook buiten de groep verder te
bant. Bijzonder aan de behandeling is de samenwer-
kunnen ontwikkelen.
king van drie verschillende afdelingen: het adolescententeam van de afdeling Jeugd, het Centrum voor Non-
F. Tonk, “Hier voelt het veilig”. Groepstherapie
verbale Therapie, en Switsj Centrum voor Rehabilitatie.
voor getraumatiseerde vluchtelingenvrouwen
De ontwikkelde therapie is een combinatie van den-
bij Altrecht, Divisie Stad Utrecht, Mikado, Rotterdam,
ken, doen en ervaren, en besteedt veel aandacht aan
2004 (Serie Good Practices 8).
de identiteitsontwikkeling van de jongeren. Twee dagen per week kunnen ze hun dagelijkse zorgen en de onzekerheid over de toekomst uit hun hoofd zetten en bezig zijn met vragen als: wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik zelf?
Doel / doelgroep 28
De behandeling is oorspronkelijk bedoeld voor jeugdige asielzoekers en jongeren met een vluchtelingenstatus van 16 tot 22 jaar met psychische en psychiatrische problemen. Ook andere adolescenten met psychiatrische problemen kunnen echter van deze behandeling profiteren, bijvoorbeeld jongeren met verslavingsproblematiek of probleemjongeren in het voortgezet onderwijs. Doel van de behandeling is stabilisatie, klachtenvermindering en identiteitsontwikkeling. Het op gang brengen van de stagnerende ontwikkeling van identiteit wordt bovendien gekoppeld aan rehabilitatie.
Werkwijze De therapie is een groepsbehandeling, zodat de jongeren elkaar kunnen steunen. Juist in een groep ervaren ze dat ze iemand zijn, met (eigen)aardigheden, sterke kanten en nog te ontwikkelen capaciteiten. De deeltijdbehandeling duurt 20 weken gedurende twee hele dagen per week en kent de volgende fasen: Voorbereiding (individuele gesprekken met een therapeut): vertrouwd raken met de geestelijke gezondheidszorg en (groeps)therapie, vertrouwen opbouwen met de therapeut, praktische zaken regelen. Beginfase: onderlinge kennismaking, opbouwen van
vertrouwen en respect, veiligheid bevorderen, leren
Een andere invalshoek. Het intercultureel
hanteren van (groeps)regels, eigen doelen in de be-
spreekuur bij de GGZ Groep Europoort.
handeling formuleren. Middenfase: ego-versterking, controle over het ‘ik’,
Inhoud en doel
ontspanning, erkenning, aandacht voor het heden,
Deze publicatie beschrijft de opzet en implementatie
psycho-educatie over traumatische gebeurtenissen.
van het intercultureel spreekuur bij de GGZ Groep Eu-
Eindfase: rehabilitatie en verwerven praktische (be-
ropoort. In directe zin is het spreekuur bedoeld om
roeps)vaardigheden, focus op de toekomst, integratie
hulpverleners advies of ondersteuning te bieden bij
in de samenleving, netwerken opbouwen, afscheid (le-
problematiek van cliënten waarbij culturele en/of reli-
ren) nemen.
gieuze aspecten een rol (lijken te) spelen. Indirect
Alle dagen hebben een vaste opbouw en bestaan uit
wordt ook inzicht in percepties van hulpverlener en
een combinatie van verbale therapie, non-verbale the-
cliënt en de interactie tussen beiden nagestreefd.
rapie en rehabilitatie. De therapie kent een grote variatie aan werkvormen, met veel mogelijkheden tot
Werkwijze
het opdoen van succeservaringen.
Het intercultureel spreekuur wordt bemenst door een
Er is ook aandacht voor nazorg.
consultatieteam bestaande uit een SPV-er en een cultureel antropoloog. Bij de opzet was er geen uitge-
Sleutel tot succes
werkt model om het spreekuur inhoud te geven. Daar-
De kracht van de behandeling zit in de combinatie van
om is besloten al experimenterend van start te gaan.
denken, doen en ervaren. Daarnaast is de onderlinge
Hulpverleners konden op het spreekuur casuïstiek in-
steun in een groepsbehandeling een erg belangrijke fac-
brengen waarvan men de indruk had dat culturele
tor, juist tijdens de ontwikkeling van de eigen identiteit.
en/of religieuze aspecten een rol speelden. De inge-
Effectonderzoek leverde op dat deelnemers na afloop
brachte casus werd vervolgens door het consultatie-
van de behandeling significant minder psychische
team en de betrokken hulpverlener doorgesproken.
klachten hebben: minder angsten, een lagere score op
Deze besprekingen bestonden doorgaans uit een in-
een depressieschaal, betere copingstrategieën. Deel-
ventarisatie en advisering.
nemers die de behandeling afrondden, waardeerden deze zeer positief. Relatief veel deelnemers haken
Sleutel tot succes
evenwel af; redenen hiervoor zijn nog niet onderzocht.
De ervaringen die met het intercultureel spreekuur zijn
Betrokken groepstherapeuten zijn optimistisch over de
opgedaan, hebben duidelijk gemaakt dat er bij GGZ-
effecten van de behandeling.
hulpverleners behoefte bestaat om overleg te plegen
Drie jaar ervaring met deze behandeling en effecton-
over culturele en religieuze aspecten binnen de casuï-
derzoek levert een groot aantal aanbevelingen en tips
stiek. Dat blijkt met name van belang te zijn om onze-
op. Eind 2004 verschijnen een draaiboek voor thera-
kerheden weg te nemen wanneer het gaat om (veron-
peuten en een werkboek voor cliënten.
derstelde) culturele en religieuze aspecten van hulpvragen. Ook blijkt dat hulpverleners impliciet onder-
Veronique Huijbregts, Gedeelde smart is halve smart.
steuning zoeken bij de vraag hoe een cliënt zelf naar
Een multidisciplinaire deeltijdbehandeling voor
zijn culturele en religieuze achtergronden en hulp-
adolescente asielzoekers en vluchtelingen bij
vraag kijkt. In die zin blijken de discussies en adviezen
GGZ Midden Brabant. Mikado, Rotterdam, 2004.
over deze thematiek bij te dragen aan een meer cliënt-
(Serie Good Practices, nr 7).
gerichte benadering door hulpverleners. C. Hoffer, 'Een andere invalshoek". Het intercultureel spreekuur bij de GGZ Groep Europoort, Mikado, Rotterdam, 2004 (Serie Good Practices, 6). ISBN: 90-806688-0-x. Kosten: €11,-.
29
Oemoemenoe?
ker gekregen. Het bestaansrecht van het team wordt
Het intercultureel mobiel team aan het werk
niet meer betwist en de huisartsen staan positief tegenover deze vorm van hulpverlening.
Inhoud Het Intercultureel Mobiel Team (IMT) van Parnassia is
J. de Theije en V. Huijbregts, Oemoemenoe?
voortgekomen uit het project Samenwerking huisart-
Het intercultureel mobiel team aan het werk,
sen – GGZ Haaglanden, dat eind 1998 is gestart. Dit pro-
Mikado, Rotterdam 2004 (Serie Good Practices, 5).
ject is opgezet nadat een inventarisatie had uitgewezen
90-806688-5-0. Kosten: € 11,-.
dat huisartsen in Den Haag behoefte hadden aan ondersteuning bij de begeleiding en doorverwijzing van allochtone cliënten met psychische en psychosociale problemen. In de praktijk blijkt de drempel van een GGZ-instelling voor veel mensen hoog te zijn, bestaan er grote taal- en cultuurproblemen en is er sprake van een grote hulpbehoefte bij allochtone patiënten. Deze constatering leidde in 1999 tot het plan het huisartsenproject aan te vullen met hulpverleners die zelf een allochtone achtergrond hebben. Zij zouden als intermediairs kunnen fungeren tussen allochtone cliënten die GGZ nodig hebben en het hulpaanbod van de huisarts en Parnassia. Zo ontstond gaandeweg het intercultureel team dat al snel als mobiel team zou gaan 30
functioneren.
Doel De bedoeling van het IMT was om de laagdrempelige vorm van GGZ bij de huisarts beter te laten aansluiten bij de belevingswereld en “taal”, letterlijk maar ook figuurlijk, van allochtone (potentiële) hulpvragers. Dit door de inzet van allochtone hulpverleners ('therapeutisch medewerkers').
Werkwijze De medewerkers van het IMT houden spreekuren bij huisartsenpraktijken en in gezondheidscentra en bieden daar allochtone patiënten begeleiding. Patiënten worden doorverwezen door de huisarts, een collega van het huisartsenteam of een hulpverlener van Parnassia. Zij kunnen bij het IMT terecht voor consultatie, diagnostiek en begeleiding van maximaal vijf gesprekken.
Resultaat Hoewel de start aanvankelijk moeizaam verliep door onbekendheid met het bestaan van het team en onduidelijkheden over de precieze taken en bevoegdheden, heeft het IMT het in de loop der jaren steeds druk-
Als inkt in water.
Sleutel tot succes
Laagdrempelige psycho-educatie voor
De kern van het succes van de activiteiten ligt in het
Turken en Marokkanen
feit dat deze qua vorm en inhoud anders zijn dan gebruikelijk. De volgende aandachtspunten zijn volgens
Inhoud
de auteurs van belang voor een succesvolle aanpak:
GGZ Midden-Brabant organiseert sinds zeven jaar in-
• Het creëren van een open en veilige sfeer
formatiedagen en psycho-educatief groepsaanbod
• Regelmatig nagaan of de deelnemers de informatie
voor Turkse en Marokkaanse mannen en vrouwen.
goed begrijpen • Opbouwen van voldoende vertrouwen alvorens aan
Doel
dacht te besteden aan psychische oorzaken van
Deze activiteiten dienen niet alleen om deze groepen
fysieke klachten en aan de eigen mogelijkheden om
zondheidsproblemen, maar ook om de vooroordelen over de Nederlandse GGZ weg te nemen en de instel-
verandering te brengen in een situatie • Benadrukken van geheimhoudingsplicht in de groep om roddel te voorkomen
ling toegankelijker te maken. Kenmerkend voor deze
• Vermijden van vaktermen en concepten
activiteiten is dat zij plaatsvinden buiten de instel-
• Rekening houden met de ‘wij-cultuur’
lingsmuren van GGZ Midden-Brabant.
• Rekening houden met specifieke kenmerken van de doelgroep.
Werkwijze De projectleiders hebben bewust gekozen voor een
M. Can en B. Üzer, Als inkt in water.
tweestappenmodel: een informatiedag en een groeps-
Laagdrempelige psycho-educatie voor Turken en
bijeenkomst. De informatiedag bood de mogelijkheid
Marokkanen, Mikado, 2004. (Serie Good practices, 4).
om contact te leggen met de doelgroep, deze te infor-
ISBN: 90-806688-7-7. Kosten: € 11,-.
meren, de vooroordelen over en onbekendheid met de GGZ en psychische problemen weg te nemen, mensen te motiveren voor verdere activiteiten en om thema’s te inventariseren voor de inhoud. Uitgangspunt was de noodzaak om aan te sluiten bij het niveau, de belevings- en verwachtingswereld en de leefomstandigheden van de doelgroepen. Anders dan doorgaans gebruikelijk is, heeft men gekozen voor een psycho-educatieve benadering met veel beeldende materialen en het gebruik van metaforen. Daarnaast zijn de tijden en locaties van de activiteiten aangepast. Ook is gewerkt met een lossere structuur: deelnemers mogen tijdens de bijeenkomsten in- en uitlopen, hoeven niet alle bijeenkomsten bij te wonen en mogen roken. De werkwijze in de groepen is bovendien duidelijk veranderingsgericht.
Resultaten De activiteiten hebben de GGZ toegankelijker gemaakt voor Turken en Marokkanen. De laatste drie jaar behandelt de instelling procentueel gezien tweemaal zoveel allochtonen als in het zorggebied wonen.
hoofdstuk 3
te informeren over psychische en psychiatrische ge-
31
Apoio. Een GGZ-consulente voor
partijen: de Kaapverdiaanse gemeenschap, het Basis-
Kaapverdianen in Rijnmond
beraad GGZ en de GGZ-instellingen.
Inhoud
Resultaten
Het project Apoio helpt - door het inzetten van een
Het project heeft erin geresulteerd dat Apoio nu be-
GGZ-consulente- Kaapverdianen met psychische en
kend is bij Kaapverdiaanse hulpvragers en dat bijna al-
psychiatrische problemen in de regio Rijnmond bij het
le GGZ-instellingen de consulente weten te vinden.
vinden van hun weg binnen en buiten de GGZ. Apoio
Verder heeft de consulente inmiddels een systemati-
is geen initiatief van een GGZ-instelling, maar wordt
sche werkwijze ontwikkeld en heeft zij structureel pe-
georganiseerd en uitgevoerd door het Basisberaad
riodiek overleg met een aantal GGZ-instellingen. Te-
Geestelijke Gezondheidszorg in Rotterdam, een cliën-
vens wordt in samenwerking met Ypsilon, de landelij-
tenorganisatie.
ke vereniging van familieleden van mensen met schizofrenie of een psychose, geprobeerd een familiever-
Aanleiding/doelgroep
eniging op te richten voor Kaapverdianen in de regio
In Rotterdam wonen ongeveer 15.000 Kaapverdianen.
met een schizofreen familielid.
Eind jaren '90 bleek dat deze nagenoeg geen gebruik
32
maakten van de GGZ-voorzieningen in de regio. Tege-
Sleutel tot succes
lijkertijd waren er signalen dat de geboden zorg slecht
Het project is niet alleen ontwikkeld voor, maar ook in
toegankelijk was voor deze cliënten. Overleg tussen
nauwe betrokkenheid met de Kaapverdiaanse gemeen-
Kaapverdiaanse organisaties, het Basisberaad GGZ, de
schap. De inzet van een GGZ-consulente met een Kaap-
GGD en lokale zorgnetwerken resulteerde in een voor-
verdiaanse achtergrond vormt daarbij een belangrijke
stel dat gericht was op het verbeteren van de voorlich-
spil. Middels inventieve werkwijzen, doorzettingsver-
ting over de GGZ. In de eerste plaats zou gewerkt gaan
mogen en een grote persoonlijke betrokkenheid slaagt
worden aan het op gang brengen van een discussie bin-
zij erin problemen bespreekbaar te maken en cliënten
nen de Kaapverdiaanse gemeenschap over psychische
hun weg te laten vinden in de reguliere GGZ.
problemen. Daarnaast zou er trajectbegeleiding van Kaapverdianen met psychische en psychiatrische pro-
R. Smulders, Apoio. Een GGZ-consulente voor Kaapver-
blemen naar de GGZ worden opgezet, waarvoor een
dianen in Rijnmond, Mikado, 2003. (Serie Good practi-
GGZ-consulent voor Kaapverdianen werd aangesteld.
ces, 3). ISBN: 90-806688-6-9. Kosten € 11,-.
Werkwijze Er is een tweejarig pilotproject opgezet onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Federatie van Kaapverdiaanse Organisaties Rijnmond en het Basisberaad GGZ Rijnmond. De zorgconsulente moest een verbindende rol vervullen tussen de verschillende partijen die betrokken zijn bij het zorgproces: cliënten, zorgaanbieders en familie. In de eerste fase van het bestaan van Apoio lag de nadruk op het bekend maken van het project bij de Kaapverdiaanse gemeenschap, het bespreekbaar maken van thema's rondom psychische problemen en de GGZ. Verder zocht de GGZ-consulente contact met individuele hulpvragers om samen een passend hulpaanbod te formuleren en te zoeken. De tweede fase was erop gericht om taken en verantwoordelijkheden beter te spreiden over de betrokken
Eenheid in diversiteit.
Sleutel tot succes
Resocialisatiegroepen voor migranten:
Voor succes en een goede positie van resocialisatie in
de aanpak van de Bavo RNO Groep
de instelling is het belangrijk dat gewaakt wordt voor isolement binnen de instelling, dat de profilering als
Inhoud
resocialisatie-aanbod duidelijk is (voorkómen van on-
Deze publicatie beschrijft de ontstaansgeschiedenis,
eigenlijke verwijzingen) en dat er een stringent
het zorgaanbod, de deelnemers en een evaluatie van
aannamebeleid gevoerd wordt. Ook is het noodzake-
resocialisatiegroepen voor migranten. Deze resociali-
lijk om te investeren in reflectie en deskundigheids-
satiegroepen hebben tot doel bij te dragen aan de sta-
bevordering, zodat op de langere termijn continuïteit
bilisatie en zo mogelijk rehabilitatie van de cliënten,
en verdieping van het zorgaanbod mogelijk zijn. Een
met name aan de verbetering van de psychische en psy-
sleutel tot succes bleek het ter discussie stellen en zo
chiatrische conditie en het sociaal functioneren binnen
nodig verleggen van professionele grenzen, door uit te
het (gezins)systeem en de samenleving.
gaan van het cliëntenperspectief.
Doelgroep
C. Bozkir, Eenheid in diversiteit. Resocialisatiegroepen
De doelgroep bestaat uit volwassen, allochtone zorg-
voor migranten: de aanpak van de Bavo RNO Groep,
behoevende cliënten met chronische psychische en/of
Mikado, 2003. (Serie Good practices, 2). ISBN: 90-
psychiatrische problematiek, die uitbehandeld zijn.
806688-5-0. Kosten: € 11.
Het betreft vooral oudere mannen en vrouwen die op volwassen leeftijd naar Nederland gemigreerd zijn, maar ook jongeren, die zich in het kader van gezinsvorming later hier gevestigd hebben. Deze cliënten hebben doorgaans geen expliciete hulpvraag, maar komen vaak met impliciete en meerdere hulpvragen tegelijk. De ouderen hebben doorgaans al veel langer contact met de psychiatrie en de resocialisatiegroepen zijn voor hen meer een eindstation.
Werkwijze Het zorgaanbod bestaat uit: • een aangepaste en passende behandeling en begeleiding • steun en hulp bij materiële problemen • steun bij het aanleren van communicatieve en sociale vaardigheden en (psycho-)educatie • coördinatie van hulpverleningscontacten • lotgenotencontact • ontspannende en recreatieve activiteiten
Resultaten De meeste cliënten zijn tevreden met het aanbod van de resocialisatiegroepen. Ook het team staat nog steeds achter de keuzes die hebben geleid tot het huidige zorgaanbod. Wel zou de verwijzing gerichter moeten gebeuren. Deelname aan de groepen leidt tot minder artsen- en ziekenhuisbezoek. Daar staat tegenover dat het risico van hospitalisatie groter is.
33
Nieuwe Sporen. Bruggen slaan tussen
intermediair tussen de reguliere zorg en de allochtone
reguliere en informele zorg
cliënt of gemeenschap en als informele hulpverlener voor de eigen gemeenschap.
Inhoud Het Haagse project Nieuwe Sporen werd in 997 opge-
Sleutel tot succes
zet als experiment om de psychosociale gezondheid
De hulp van de vertrouwenspersonen zijn een goede
van migranten te verbeteren, door het creëren van
aanvulling op de reguliere zorg. Zelf voelen zij zich
nieuwe, structurele samenwerkingsvormen tussen for-
door Nieuwe Sporen gesterkt in hun functioneren. Het
mele en informele hulpverleners. Dit gebeurt voorna-
project heeft nieuwe wegen geopend voor intercultu-
melijk door vertrouwenspersonen uit de diverse mi-
ralisatie van de zorg. Nieuwe Sporen vult aan, maar
grantengemeenschappen actief bij de hulpverlening te
neemt niet over en is daardoor geen concurrent voor
betrekken.
de reguliere zorg.
Doel
Van Wieringen en Thomas, Nieuwe sporen. Bruggen
Nieuwe Sporen heeft vier specifieke doelstellingen:
slaan tussen reguliere en informele zorg, Mikado,
1 Het vroegtijdig signaleren van psychosociale
2003. (Serie Good practices, 1). ISBN: 90-806688-3-4.
problemen bij migrantengemeenschappen en deze begeleiden en/of behandelen. 2 Het bevorderen van een meer adequate diagnostiek en behandeling door de reguliere zorg. 3 Het ontwikkelen van preventieve en gezondheidsbe vorderende initiatieven om de sociale kwaliteit van 34
het dagelijkse leven van allochtonen te verbeteren. 4 Het stimuleren van de mogelijkheden binnen migrantengemeenschappen om zelf problemen op te lossen, onder meer door vertrouwenspersonen in te zetten. Het project beperkt zich niet tot verbetering van de individuele hulpverlening aan migranten, maar richt zich ook op verbetering van de sociale kwaliteit van het dagelijkse leven door het ondersteunen van maatschappelijke initiatieven.
Werkwijze Nieuwe Sporen werkt aan deze doelen door samen met reguliere en informele hulpverleners te zoeken naar nieuwe vormen van overleg en samenwerking waardoor de hulpverlening beter aansluit bij de hulpvraag van migranten en een methode zich ontwikkelt. Het type klachten waarmee allochtone cliënten bij de vertrouwenspersonen komen, zijn langdurige klachten waarvoor de reguliere zorg geen afdoende oplossing lijkt te (kunnen) bieden. De vertrouwenspersonen (imams, pandits en andere personen die vertrouwen genieten) fungeren in de praktijk als deskundige ten aanzien van de interculturele aspecten van de zorg, als
Kosten: € 11,-.
Interculturalisatie, een kwestie van lijfsbehoud Lex van de Grift is behalve als stafmedewerker bij Adhesie als manager bij Sciencia Kennistransfer GGZ en provinciaal coördinator ggz aan asielzoekers betrokken bij de interculturalisatie van de ggz in Overijssel en Gelderland. ‘Mijn inschatting is dat het interculturalisatieproces in een versnelling is geraakt, gestimuleerd door het Actieplan van GGZ Nederland en de landelijk werkgroepen op dit terrein.’
In Overijssel concentreren de allochtonen inwoners zich in enkele steden. In de provincie liggen verder diverse asielzoekerscentra, zodat asielzoekers een belangrijke doelgroep van de ggz vormen. Reden genoeg om interculturalisatie serieus te nemen. Het interculturalisatieproces dateert ook niet van vandaag of gisteren. Vooral de aanwezigheid van een aanzienlijke groep Turkse migranten was aanvankelijk een stimulans om de hulpverlening beter op deze groep in te richten. In Almelo experimenteerde de ggz met een aangepast zorgaanbod, zoals een ontspanningsgroep voor Turkse vrouwen met psychosomatische klachten. Bij de polikliniek in Deventer werkten een tijdlang enkele Turkse artsen, die zo’n faam kregen dat er zelfs uit het westen van het land patiënten naar hen werden verwezen, vertelt Van de Grift. Tot drie jaar geleden was er echter geen sprake van een systematisch beleid bij de ggz. Van de Grift kreeg als stafmedewerker algemene zaken bij de inmiddels gefuseerde ggz-instelling Adhesie de interculturalisatie in zijn portefeuille. Op verzoek van de directie schreef hij de beleidsnota Interculturalisatie Adhesie die ‘instellingsbreed’ is besproken. Eén aanbeveling betrof het per sector aanstellen van aandachtsfunctionarissen interculturalisatie om samen met Van de Grift de interculturalisatie van de grond te tillen. ‘Het heeft even geduurd maar inmiddels is er een werkgroep van aandachtsfunctionarissen, bij wie de medewerkers ook terecht kunnen voor consultatie.’ Het personeelsbeleid moest volgens afspraak een afspiegeling worden van de samenstelling van de ggz-doelgroepen in de regio. En volgens een bestaand voorstel kunnen medewerkers elk half jaar een instellingsmiddag over interculturalisatie bijwonen. Daar kunnen bijvoorbeeld best practices gepresenteerd worden, aldus Van de Grift. Als manager van het kenniscentrum GGZ Sciencia van alle ggz-instellingen en hogescholen in Overijssel heeft Van de Grift een netwerk van contactpersonen opgezet die een beleidsgroep vormen om interculturalisatie op provinciaal niveau te stimuleren. ‘We willen de ervaring in de hulp aan asielzoekers die inmiddels is opgedaan behouden voor het interculturalisatieproces. Het onderscheid tussen de hulp aan migranten en asielzoekers vervaagt steeds meer.’ De beleidsgroep fungeert als een platform voor uitwisseling van ervaringen, en als stimulans voor bijscholing en deskundigheidsbevordering. Ter verbetering van de hulpverlening aan asielzoekers
35
36
en vluchtelingen is een intervisiegroep opgezet met Phoenix, het centrum van De Gelderse Roos voor de hulpverlening aan deze doelgroep. Adhesie is voorts betrokken bij een pilot voor een terugkeerproject voor asielzoekers met een psychotische stoornis, in een expertgroep van GGZ Nederland en de Internationale Organisatie voor Migratie. Een mijlpaal vormt een regionaal congres over interculturalisatie in november 2003, georganiseerd in het kader van het Actieplan interculturalisatie. Behalve dat de dag diende als prikkel om met interculturalisatie bezig te gaan konden de aanwezigen er meer deskundigheid opdoen en in een enquête hun knelpunten en wensen op interculturalisatiegebied kwijt. De hulpverleners bleken vooral behoefte te hebben aan praktische adviezen en ondersteuning, en signaleerden knelpunten in de fase van de intake en diagnostiek en de omgang met tolken. Ze vroegen zich af hoe de behandeling van de belangrijkste klachten van de allochtone doelgroep - angststoornissen en depressieve klachten - geïntegreerd kan worden in de zorgprogramma’s en op welke manier ze het beste kunnen omgaan met de patiënten met chronische klachten. De enquête heeft geresulteerd in een studieprogramma van vier middagen dat binnenkort van start gaat.
Angst- en spanningsklachten en Langdurig zorgafhankelijken kunnen verbeteren. We beleggen middagen waarin we met medewerkers die met allochtonen werken concreet nagaan waaraan het nu in hun programma’s schort. Bij Intake en indicatiestelling blijkt bijvoorbeeld dat je meer tijd nodig hebt voor de intake van allochtone cliënten. Dat moet je dan in zo’n programma beschrijven. Voor het programma Langdurig zorgafhankelijken hebben twee medewerkers een bijscholingsprogramma ontwikkeld. De opkomst op de eerste bijeenkomst was verrassend groot. Blijkbaar leeft bij hulpverleners een grote behoefte aan aandacht voor dit deel van hun werk.’ Ook GGZ, religie en allochtonen noemt Van de Grift een belangrijke publicatie. Niet toevallig zit een medewerker geestelijke verzorging in de Adhesie-werkgroep van aandachtsfunctionarissen. Van de Grift trekt de vergelijking met de doelgroep streng gereformeerden in de regio. Die vragen net zo goed als moslims om een zorgaanbod waarin aandacht is voor hun religieuze overtuiging en eigen cultuur. ‘Allochtonen leren ons gevoelig te zijn voor Nederlandse mensen met een specifieke achtergrond. Je moet in je regio altijd oog hebben voor de culturele dimensie en er op anticiperen.’
Het Actieplan van GGZ Nederland was een stimulans om de interculturalisatie aan te pakken, bevestigt Van de Grift. ‘Mijn inschatting is dat het interculturalisatieproces in een versnelling is geraakt, door het Actieplan en de landelijke werkgroepen. De ambulante zorg gaat er sneller mee aan de slag, maar dat werkt wel door in de intramurale zorg.’ Behalve met de databank van GGZ Divers hebben de medewerkers van Adhesie hun voordeel gedaan met de diverse publicaties die in het kader van het Actieplan het licht zagen. Eén daarvan noemt Van de Grift met name: de Handreiking Interculturele Zorgprogrammering. ‘Adhesie werkt helemaal met zorgprogramma’s. Die publicatie hebben we gebruikt om na te gaan of interculturalisatie in de bestaande programma’s voldoende aan bod komt en om aanbevelingen te doen voor verbetering. De zorgprogramma’s blijken erg op de modale Nederlander te zijn geschreven. Je moet veel meer toe naar specifieke modules en toegespitste behandelingen voor allochtone cliënten. In vervolg op dit project kijken we nu hoe we de programma’s Intake en indicatiestelling,
Beëindiging van het Actieplan mag niet de indruk geven dat interculturalisatie nu wel voldoende aandacht heeft gehad, vindt Van de Grift. ‘Er moet iets blijvends zijn om interculturalisatie op de agenda te houden. Daarom hebben we, met steun van GGZ Nederland, een netwerk gevormd van mensen uit ggz-instellingen in het hele land. Daarin kunnen we ervaringen uitwisselen en op landelijk niveau aandacht blijven vragen voor de zorginhoud. En het netwerk van coördinatoren ggz voor asielzoekers blijft bestaan.’ Ook in de eigen instelling blijft uiteraard apart beleid nodig. Nu productiedruk en bezuinigingen in de ggz op ieders schouders drukken, is de kans groot dat de aandacht voor interculturalisatie snel verwatert. Dat zou dom zijn, vindt Van de Grift. ‘Er zijn in de nabije toekomst twee belangrijke doelgroepen voor de ggz: ouderen en allochtonen. Beide groepen worden nog maar ten dele bereikt. Als de bestaande instellingen daar niet in slagen, komt de doelgroep zelf met initiatieven. Dat gebeurt al. Instellingsbeleid moet dus anticiperen op deze doelgroepen. Een kwestie van lijfsbehoud.’
Intercultureel Management
Implementatie pilotprojecten deskundigheidsbevordering Inhoud Door uitvoering van een quick scan is stand van zaken omtrent deskundigheidsbevordering geïnventariseerd op het gebied van interculturalisatie in de lidinstellingen van GGZ Nederland. Hierin hebben enkele instellingen o.a. binnen de sectoren kinderpsychiatrie, RIBW en de verslavingszorg aangegeven graag mee te willen werken aan een pilot deskundigheidsbevordering. Hierin kon onder externe begeleiding een structureel begin worden gemaakt met interculturalisatie. Bij drie instellingen is in de eerste helft van 2003 een pilottraject uitgevoerd onder begeleiding van het IEM.
Sleutel tot succes Op basis van deze pilots komen de onderzoekers tot de volgende aanbevelingen voor organisaties die zelf met interculturalisatie aan de slag willen gaan: • Formuleer een duidelijke visie op basis van een analyse van de bestaande situatie en problemen; • Koppel de visie aan een plan van aanpak dat gericht is op een structurele verankering in de organisatie; • Zorg voor duidelijkheid over wat onder interculturalisering precies verstaan wordt (SMART-methode); • Leg verantwoordelijkheden duidelijk vast en maak deze persoonsonafhankelijk; • Maak gebruik van de bestaande organisatiestructuur; • Wanneer er een projectgroep of stuurgroep geformeerd wordt is het belangrijk dat de leden samen een team vormen, zodat de groep als team kan functioneren; • Voor het functioneren van de projectgroep of stuurgroep is het belangrijk dat bevoegdheden duidelijk zijn, aangesloten wordt bij de bestaande cultuur en structuur, weerstanden herkend en opgelost worden, er draagvlak is, er transparant wordt gewerkt, er een intern netwerk is, er voldoende informatie beschikbaar is, voldoende tijd genomen wordt, succesgericht gewerkt wordt en activiteiten geëvalueerd worden. S. Snepvangers en J. Verhoeven, Implementatie pilotprojecten deskundigheidsbevordering, Instituut voor Inter-Etnisch Management (IEM), Nijmegen/GGZ Nederland, 2004. Gratis publicatie, in productie.
37
Intercultureel management: een vak apart?
terventies in het ene organisatiegebied ook gevolgen hebben voor de andere gebieden. Het interculturalisa-
Inhoud
tieproces kan alleen succes hebben als er sprake is van
In dit onderzoek is binnen twee ‘excellente’ intercultu-
structurele aandacht voor de binding en betrokken-
rele instellingen in de geestelijke gezondheidszorg en
heid van medewerkers. Succesvol intercultureel beleid
de verslavingszorg nagegaan hoe het interculturalisa-
verbindt de juiste mensen op het juiste tijdstip aan in-
tieproces is verlopen en welke factoren vanuit het per-
terculturalisatie.
spectief van managers, staffunctionarissen en hulpverleners het succes dan wel falen van verschillende inter-
R. Boomstra, J. Wennink en I. Kok, Intercultureel ma-
culturele maatregelen bepalen. Voor het onderkennen
nagement: een vak apart? Een onderzoek naar succes-
van de succes- en faalfactoren is het ideaaltypische mo-
en faalfactoren van interculturalisatie in de GGZ en de
del voor de interculturele zorginstelling uit: “Een on-
verslavingszorg, Mikado/GGZ Nederland, Utrecht,
voldoende voor interculturalisatie”, als referentieka-
2004. ISBN: 90-806688-8-5. Kosten: € 12,50.
der genomen.
Te bestellen via Mikado.
Sleutel tot succes Voor de onderscheiden organisatiegebieden worden de volgende factoren als succesrijk ervaren: • Beleid en strategie: aanwezigheid van een beleidsnota; formulering van doelen in toetsbare eindtermen; binding van medewerkers door staffunctionarissen met de nadruk op informele communicatie 38
en een integrale benadering. • Personeelsmanagement: beschikbaarheid van kaderfuncties voor allochtone medewerkers; beschikbaarheid van allochtone hulpverleners; een gericht instroom- en carrièrebeleid. • Middelen management: budget voor interculturalisatie; gebruik van professionele tolkendiensten; vertaald voorlichtingsmateriaal; inzet van allochtone intermediairs; registratie van etnische herkomst; aanpassing van de accommodaties aan multiculturele cliëntenpopulatie; formalisering van een langere consultduur voor allochtone cliënten en telefonische bereikbaarheid voor niet-Nederlands sprekenden. • Management van het primaire proces: beschikbaarheid van (cultuur)specifiek zorgaanbod; extra ruimte en tijd voor de hulp aan allochtonen; specifieke super- en intervisie en samenwerking met verwijzers. • Leiderschap: aanwezigheid van een stuurgroep; aanwezigheid van een staffunctionaris en ‘management through culture’. Verder dient men er rekening mee te houden dat in-
Monitoren van interculturalisatie in de geeste-
ten zijn een instrument en een procedure ontwikkeld,
lijke gezondheidszorg en de verslavingszorg
op grond waarvan informanten op uniforme wijze data kunnen verzamelen en aanleveren voor de intercul-
Doel
turele beleidsmonitor.
In deze publicatie wordt verslag gedaan van een door het Trimbos-instituut uitgevoerde studie naar de mo-
H. Wennink, S. Huwae en R. Boomstra, Monitoren van
gelijkheid om periodiek te onderzoeken in welke ma-
interculturalisatie in de geestelijke gezondheidszorg
te de lidinstellingen van GGZ Nederland er in slagen te
en de verslavingszorg, GGZ-Nederland, Utrecht, 2004.
voldoen aan de doelstellingen uit het ‘convenant in-
Publicatienummer: 2004 – 258.
terculturalisatie‘, waarmee de ALV van GGZ Nederland
Gratis publicatie.
op 14 juni 2001 heeft ingestemd. In dit convenant committeren GGZ Nederland c.q. de lidinstellingen zich aan het bereiken van de volgende doelen: • registratie van de etnische herkomst van cliënten; • zicht op de zorgbehoefte en bereik binnen het ver zorgingsgebied; • aantoonbare beschikbaarheid van middelen en voorzieningen die voor een adequate informatievoorziening en hulpverlening aan allochtonen nood zakelijk zijn; • structurele samenwerkingsafspraken met verwijzers, eerstelijnsorganisaties en waar mogelijk met allochtone (zelf)organisaties en sleutelpersonen; • intercultureel personeelsbeleid met concrete streefcijfers en streefdoelen alsmede te realiseren voorwaarden (middelen en menskracht); • beschikbaarheid van cultureel gevalideerde instrumenten om effectiviteit van behandeling en cliëntsatisfactie te meten.
Resultaat Op grond van de haalbaarheidsstudie wordt geconcludeerd dat het monitoren van interculturalisatie van groot belang wordt geacht. Door de gebrekkige informatievoorziening zal monitoring vooralsnog beperkt moeten blijven tot een beperkt aantal indicatoren. Veel instellingen blijken niet of nauwelijks te beschikken over informatie op het terrein van interculturalisatie en de registraties laten te wensen over.
Sleutel tot succes Het product van de haalbaarheidsstudie is een ‘draaiboek’ voor het systematisch volgen van het interculturalisatieproces op basis van hoeveel? relevante interculturele indicatoren waarover informatie in instellingen beschikbaar is. Op basis van de onderzoeksresulta-
39
Interculturele Kwaliteit in de GGZ:
Op zoek naar het juiste spoor
een kwestie van helder beleid en consequente uitvoering
Inhoud Deze rapportage beschrijft het verander- en zoekpro-
Inhoud
ces dat de jeugdafdeling van de Riagg Rijnmond
In opdracht van GGZ Nederland en met raadpleging van
Noord-west doormaakte tussen 1995 en 1999.
de contactpersonen interculturalisatie heeft het Trimbos-instituut een intercultureel referentiekader voor de
Aanleiding
geestelijke gezondheidszorg en de verslavingszorg ont-
In de periode 1987-1994 kende de afdeling een trans-
wikkeld. Daarbinnen is nagegaan op welke wijze dit ka-
cultureel team dat beschikte over een grote expertise
der een aanvulling op dan wel interculturele interpre-
in cultuursensitieve hulpverlening. Omdat er geen
tatie van het HKZ-certificatieschema voor de lidinstel-
sprake was van het uitwisselen van kennis en ervaring
lingen van GGZ Nederland kan vormen.
met collega's buiten het team was er geleidelijk aan een kloof ontstaan tussen het transculturele en het
Doel
monoculturele team. In die periode groeide het aantal
Het kader is bedoeld als uitgangspunt voor intercultu-
migrantencliënten steeds verder, hetgeen niet alleen
reel kwaliteitsbeleid, gebaseerd op projecten, onder-
een toename van het aantal doelgroepen maar ook
zoek, good practices en theorie over interculturelalisa-
van de diversiteit aan klachtenpatronen en hulpvragen
tie van de GGZ. Het referentiekader kan gebruikt wor-
betekende. Om een einde te maken aan deze contra-
den voor de interculturele interpretatie van (algeme-
productieve situatie werd in 1994 het transculturele
ne) criteria in bestaande kaders zoals toetsingskaders
team formeel opgeheven en besloten dat alle hulpver-
en certificatieschema’s.
leners op den duur met migranten zouden werken.
Sleutel tot succes
Werkwijze
Het referentiekader bevat kwaliteitscriteria of normen
Om dit te realiseren werd een extern deskundige als
die aangrijpingspunt kunnen zijn voor het realiseren
procesbegeleider ingezet. Deze moest het proces be-
van een gelijkwaardige toegang en kwaliteit in de
geleiden en helpen bij het aanbrengen van een pro-
hulpverlening voor alle, dus ook allochtone, cliënten.
cesmatige structuur. In de loop van het traject groeide
Het biedt daarnaast het management van instellingen
de behoefte om veranderingsprocessen op gang te
de mogelijkheid om de organisatie van de zorg in in-
brengen en de hulpverlening meer cultuursensitief te
tercultureel opzicht te verbeteren. Ook zouden op ter-
maken. Hierdoor ontstond een ‘meersporen-traject’,
mijn de inspanningen van de instellingen met dit kader
waarbij tal van nieuwe initiatieven werden ontwik-
vergeleken kunnen worden.
keld, zoals het organiseren van intervisie- en supervi-
40
siebijeenkomsten, het starten van een interculturele R. Boomstra en M. Hoogsteder, Interculturele Kwaliteit
intake en een matching procedure en het ontwikkelen
in de GGZ: een kwestie van helder beleid en conse-
van kennismanagement. In 1999 werd de ondersteu-
quente uitvoering, GGZ-Nederland, Utrecht, 2004.
ning van de externe deskundige teruggebracht tot een
Publicatienummer: 2004-259.
‘onderhoudscontract’. Sindsdien geeft hij een à twee-
Gratis publicatie.
maal per jaar feedback op het verloop van het interculturalisatietraject tijdens een gesprek met de leidinggevende of tijdens plenaire bijeenkomsten.
Resultaten Door het uitzetten van meerdere sporen werden de onderlinge samenwerking en geboden hulpverlening aanzienlijk verbeterd. Het aanbod werd beter afge-
stemd op de vraag en de variëteit van het aanbod nam toe. Daarnaast kwam er een fusie tot stand met de jeugdafdeling in Vlaardingen en een samenwerkingsrelatie met Bureau Jeugdzorg. Ook de atmosfeer op de afdeling verbeterde. Er ontstond een intensieve formele en informele uitwisseling in de ‘wandelgangen’. Door de verbeterde sfeer ontstond er ook een goede basis voor de instroom van nieuwe hulpverleners.
Sleutel tot succes Voorwaarden om te komen tot een integraal interculturalisatietraject op de jeugdafdeling waren: • een positieve houding van de directie ten aanzien van cliëntgericht en vraaggestuurd werken; • ervaring bij (enkele van de hulpverleners) met het werken met allochtone cliënten; • bewustwordingsproces binnen de organisatie dat aanpassing van de hulpverlening nodig is; • aanwezigheid van allochtone hulpverleners; • inzet van een externe deskundige voor het in gang zetten van vernieuwende trajecten en de procesbegeleiding; • goede afstemming tussen betrokken partijen. D. van Bekkum en Th. Bernet, Op zoek naar het juiste spoor. Een GGZ-jeugdafdeling op weg naar cultuursensitieve hulpverlening, GGZ Nederland, 2001. Publicatienummer: 2001-153L. Kosten: €12,-.
41
‘Interculturalisatie is onderdeel van je kwaliteitsbeleid’ De provincie Groningen telt minder allochtonen dan het westen van Nederland. Asielzoekers wonen er daarentegen relatief veel. Geen wonder dat voor het interculturalisatiebeleid van GGZ Groningen asielzoekers een belangrijke doelgroep én stimulans vormen. ‘Allochtonen vormen tien procent van je markt,’ houdt coördinator interculturalisatie Ayhan Tatlicioglu de medewerkers van GGZ Groningen voor.
42
Voor een goed verloop van het interculturalisatieproces zet GGZ Groningen niet alleen een coördinator interculturalisatie in, maar ook een beleidsmedewerker, een speciale personeelsfunctionaris en een secretariaat. Die medewerkers beschikken over een eigen budget en documentatiecentrum. Verder hebben alle centra voor geestelijke gezondheidszorg (cgg’s) en divisies van GGZ Groningen een aandachtsfunctionaris in het platform interculturalisatie. Medewerkers op sleutelposities en de aandachtsfunctionarissen interculturalisatie stellen in dit platform beleid voor om het interculturalisatieproces te stimuleren. Onlangs hebben ze bijvoorbeeld het plan gelanceerd om alle interne vacatures direct open te stellen voor externe allochtone sollicitanten, om zo meer allochtone medewerkers aan te kunnen trekken, vertelt Tatlicioglu. Als de ondernemingsraad akkoord gaat, kan dit beleid worden uitgevoerd. ‘Natuurlijk zullen we altijd de meest geschikte kandidaat aannemen. We willen niet dat er bij het zoeken naar allochtone kandidaten ingeleverd wordt op kwaliteit of opleidingsniveau.’ Om mensen voor het voorgestelde beleid te motiveren zijn Tatlicioglu en de zijnen eerst gaan praten met personeelsfunctionarissen en de leidinggevenden van cgg’s en divisies over de meerwaarde van interculturalisatie. Verder hebben de betrokkenen een cursus interculturalisatie aangeboden gekregen. Inmiddels is het personeelsbestand van GGZ Groningen aardig divers van samenstelling. Veel allochtone medewerkers nemen deel aan het platform of werkgroepen. Allochtonen die voor een project worden aangetrokken moeten de garantie krijgen dat ze na afloop van het project kunnen blijven, om de opgebouwde deskundigheid in huis te houden en continuïteit in het aanbod te garanderen. ‘We beschrijven de projectresultaten ook. Zo proberen we producten die we ontwikkelen lange tijd te laten draaien.’ Personeelsbeleid is niet het enige waarop de interculturalisatie bij GGZ Groningen zich richt. Dat zou ook niet stroken met de visie van Tatlicioglu en de Raad van Bestuur. ‘Interculturalisatie speelt zich op alle niveaus af. Allochtonen worden behandeld in de reguliere afdelingen. Het proces moet dus breed gedragen moet worden. Iedereen moet in principe allochtonen kunnen behandelen en allochtone medewerkers moeten net zo goed Nederlandse cliënten behandelen. Het is wel belangrijk je medewerkers voor te bereiden op de samenwerking met allochtone collega’s, zodat ze er niet vreemd tegenaan kijken en gemakkelijker een dialoog aangaan. Verder zijn allochtone me-
dewerkers te consulteren over de zorg aan allochtonen.’ Wat betreft zorgvernieuwing en aanpassing van de zorg aan allochtone doelgroepen kan de instelling inmiddels bogen op een flink aantal producten op uiteenlopende terreinen. Tatlicioglu somt op: ‘We hebben een groep voor Turkse vrouwen georganiseerd, we hebben een programma voor psycho-educatie aangepast voor de doelgroep asielzoekers en uitgevoerd in de centra, we werken mee aan een landelijk onderzoek naar de effectiviteit van de hulp aan vluchtelingen, er is iemand van ons aan het promoveren op dissociatie in Afrikaanse culturen. Verder heeft GGZ Groningen een kenniscentrum PTSS met een dagbehandeling voor asielzoekers. Daar hebben we een module ontwikkeld en beschreven om sequentiële traumatisering onder asielzoekers in azc’s te voorkomen. We maken ook een documentaire over die dagbehandeling voor asielzoekers. Op preventief gebied hebben we het project Gezond zijn en blijven in het azc uitgevoerd. We hebben ook een revalidatieprogramma voor asielzoekers en een traumagroep voor voormalig Joegoslavische vluchtelingen ontwikkeld en beschreven.’ Asielzoekers en vluchtelingen vormen bij GGZ Groningen dus een belangrijke stimulans voor interculturalisatie en zorgvernieuwing? ‘Zeker. Dat komt omdat we in de provincie relatief veel asielzoekers hebben. We zijn onlangs ook in Bosnië geweest om ter plaatse polshoogte te nemen van de wederopbouw van het land. De problemen zijn door de oorlog beslist niet opgelost. We proberen daar nu een of meer projecten te adopteren en van de grond te krijgen.’ Volgend jaar wil GGZ Groningen een internationaal congres organiseren over de ggz aan vluchtelingen. ‘Daarbij wordt trauma de insteek. Met dat onderwerp kun je veel mensen bereiken, ook mensen die zeggen dat ze niets met allochtonen hebben. Het hoort bij mijn vak om zoveel mogelijk mensen voor een interculturele aanpak te interesseren. Dat lukt beter door interessante informatie aan te bieden dan door medewerkers te kapittelen over wat ze nog niet doen. Binnenkort hebben we een cursus over testen bij allochtonen voor psychologen die met testen willen werken. Zo ben ik constant bezig medewerkers te interesseren voor de ontmoeting met de ander en de angst voor het onbekende weg nemen. Dat lukt aardig. Er raken steeds meer mensen betrokken bij het interculturalisatieproces. We brengen daarover een aparte krant uit, De Andere Krant, waarin we allerlei ontwikkelingen belichten. Na drie keer moesten mensen
er zichzelf voor opgeven. Dat hebben driehonderd mensen gedaan. Dat vind ik behoorlijk veel.’ Wat de producten van het Actieplan Interculturalisatie hebben betekend voor het interculturalisatieproces? Behalve de site van GGZ Divers heeft ook de quick scan Interculturalisatie in Groningen zijn nut heeft bewezen, vertelt Tatlicioglu. ‘Die quick scan (die trimbos heeft ontwikkeld ten behoeve van een nulmeting) hebben we intern uitgevoerd. Dat is een prima middel om snel een aantal metingen te doen om de stand van de interculturalisatie in beeld te brengen. Die meting gaan we binnenkort onnieuw uitvoeren. Interculturalisatie moet je blijven monitoren.’ Persoonlijk had Tatlicioglu veel aan het bijwonen van studiedagen en deelname aan het contactpersonen- en coördinatorenoverleg interculturalisatie en ggz asielzoekers. ‘En je kon gemakkelijk eens medewerkers van het Actieplan bellen voor overleg en advies.’ Verder heeft het Actieplan geholpen omdat het duidelijk maakt dat GGZ Nederland interculturalisatie noodzakelijk vindt. Het is dus eens steun in de rug. ‘Je wordt er op getoetst als onderdeel van het kwaliteitsbeleid. Dat helpt.’ Dat het Actieplan nu ophoudt te bestaan, betreurt Tatlicioglu. ‘Er is een vervolg nodig. Je moet interculturalisatie inbedden in een vaste structuur, ook op landelijk niveau. Anders geef je als GGZ Nederland de boodschap dat je in drie jaar kunt interculturaliseren. Je moet het als kwaliteitsbeleid gaan zien, als vast aspect van je beleid.’ Ook intern is dat zijn streven. Binnenkort moet duidelijk worden of de verschillende onderdelen van GGZ Groningen er de financiën voor over hebben om de bestaande interculturalisatieactiviteiten te bekostigen. ‘Dan wordt het pas echt structureel.’ Hij besluit: ‘Dit werk is pionierswerk en werk van lange adem. We hebben nu het tij tegen. Hulpverleners ondergaan net als anderen de invloed van de maatschappelijke discussie over allochtonen. Mijn werk wordt daar ook door beïnvloed. Recessie en onverdraagzaamheid gaan hand in hand. Als je niet oppast zegt de autochtone hulpverlener: laat Hassan die allochtone cliënt maar helpen. Dat is een valkuil. En nu de zorg steeds commerciëler wordt, moet je steeds nadrukkelijker het commerciële nut gaan verantwoorden. Daarom zeg ik tegen medewerkers dat allochtonen in Groningen nog altijd tien procent van de doelgroep vormen. En dat we zonder interculturalisatie deze doelgroep niet bereiken. Een ondernemer die tien procent van zijn markt laat liggen, doet iets niet goed.’
43
Personeelsbeleid & deskundigheid
GGZ Divers Inhoud GGZ Divers is een databank van GGZ Nederland voor vraag en aanbod van hoger opgeleid allochtoon personeel. Het is ontwikkeld in het kader van het Actieplan Interculturalisatie en is sinds 17 april 2002 via internet toegankelijk op http://www.ggzdivers.nl. Het project is door het Nederlands Centrum voor Buitenlanders uitgevoerd tot april 2004. De website bestaat voor het grootste deel uit de databank met vacatures van de lidinstellingen van GGZ Nederland en CV’s van gekwalificeerde hoogopgeleide allochtone werkzoekenden, die geïnteresseerd zijn in het werken binnen de geestelijke gezondheidszorg.
Doelgroep • lidinstellingen van GGZ Nederland op zoek naar (allochtone) medewerkers; • allochtone studenten die een studie ten behoeve van de hulpverlening of gezondheidszorg volgen (verpleegkunde, maatschappelijk werk, psychologie, 44
geneeskunde enz.) en binnen de geestelijke gezondheidszorg willen werken; • allochtone hulpverleners die in het buitenland opgeleid zijn maar via studieplaatsen / stage / aanvullende studie in de geestelijke gezondheidszorg willen werken; • hoger opgeleide allochtonen die een staf- of managementfunctie in de geestelijke gezondheidszorg willen vervullen.
Werkwijze Het NCB heeft na het bouwen van de website het project onder de aandacht gebracht bij onderwijsinstellingen, studentenverenigingen en allochtone organisaties om de databank naamsbekendheid te geven. Kandidaten zijn in een later stadium mede geworven via regionale media. De kandidaten werden na het aanmelden begeleid en actief geïntroduceerd bij de instellingen. De lidinstellingen werden benaderd voor het plaatsten van vacatures op de website. Het NCB heeft ook de lidinstellingen hierin begeleid.
Resultaten De databank bevat 300- CV’s van gekwalificeerde,
hoogopgeleide allochtone kandidaten. Er zijn 19 kan-
Interculturalisatie in de Forensische Psychiatrie
didaten geplaatst bij verschillende instellingen van GGZ Nederland in anderhalf jaar tijd.100 lidinstellin-
Inhoud
gen staan ingeschreven op de website. GGZ Divers
Het project Interculturalisatie in de Forensische Psy-
heeft actief contact onderhouden met ca. 100 con-
chiatrie (FP) betreft het realiseren van het intercultu-
tactpersonen voor intercultureel personeelsbeleid van-
ralisatieproces aan de hand van concrete actiepunten
uit de lidinstellingen. Er zijn 4 trainingsdagen voor
binnen een drietal FP instellingen. Daarnaast heeft het
steeds ca. 20 medewerkers van de lidinstellingen geor-
project tot doel gehad te komen tot een uitwisseling
ganiseerd over werving & selectie en behoud & door-
van kennis op het gebied van interculturalisatie tussen
stroom van allochtone medewerkers.
de FPI’s die deelnemen aan het netwerk interculturalisatie. MEX-IT Intercultureel Management heeft de in-
Sleutel tot succes
stellingen bij dit project begeleid.
De garantie van het aanbod van vacatures blijkt voor de kandidaten een reden te zijn om zich aan te melden
Doelstelling/doelgroep
bij GGZ Divers als werkzoekende. Het verbreden van
De belangrijkste doelstellingen van het project betroffen:
het thema van allochtonenbeleid naar diversiteitsbe-
• het ontwikkelen van een ‘ tailormade’ actieplan
leid en het koppelen van de vacaturesite van de instellingen met GGZ Divers blijken voor lidinstellingen de motivatie te zijn om meer gebruik te maken van de website.
teneinde interculturalisatiebeleid te implementeren in de deelnemende instellingen • het uitwisselen van kennis tussen de deelnemende instellingen en overige FPI’s.
Toekomst GGZ Divers
Werkwijze
De website www.ggzdivers.nl is omgebouwd naar een
Teneinde bovengenoemde doelstellingen te realiseren,
portaal voor “werken in de ggz”. GGZ Divers is niet lan-
zijn de drie pilot-instellingen doorgelicht op het ge-
ger alleen bedoeld voor allochtone kandidaten, maar
bied van interculturalisatie. Op basis van deze door-
voor alle kandidaten die willen werken in de GGZ. De
lichting is van elke instelling een profiel opgesteld dat
nadruk ligt hier op diversiteitsbeleid zoals in de CAO
intern besproken is. Aan de hand van de profielen zijn
van de GGZ is opgenomen. Met de nieuwe opzet van
de instellingen afzonderlijk begeleid bij het opstellen
GGZ Divers kan volledig geautomatiseerd gematcht
van de actieplannen die uiteindelijk ter goedkeuring
worden tussen kandidaten en vacatures binnen ggz-in-
aan het management zijn voorgelegd. Het manage-
stellingen. De vacatures van de instellingen die hieraan
ment heeft zich vervolgens gecommitteerd aan de ac-
meedoen verschijnen via een koppeling automatisch
tiepunten uit het plan en deze punten worden in de or-
op het portaal van GGZ Divers. Media september 2004
ganisatie ingebed.
hebben zich 52 instellingen aangemeld voor de automatische koppeling.
Resultaten Voor wat betreft het interculturalisatieproces hebben
Voor meer informatie, surf naar www.ggzdivers.nl.
de drie instellingen o.a. gemeenschappelijk dat de activiteiten die in dit kader worden uitgevoerd voornamelijk van incidentele aard zijn. Daarnaast is gebleken dat er bij de instellingen gebrek is aan gerichte sturing door de leiding/het MT als het gaat om het beleid m.b.t. interculturalisatie. Het interculturalisatieproces blijkt tevens nog weinig draagvlak binnen de instellingen te hebben. Er heerst veel onbekendheid en men is over het algemeen slecht op de hoogte van de functie van de aandachtsfunctionaris en het proces als geheel.
45
Verder blijkt het invoeren van een intercultureel per-
Interculturele competentieprofielen in de GGZ
soneelsbeleid een belangrijk toekomstig aandachtspunt voor de instellingen. Het aantal allochtonen op
Inhoud en doel
managementposities is vrijwel nihil en er worden mo-
Het project Interculturele competentieprofielen in de
menteel nauwelijks stappen ondernomen om dit aan-
GGZ is eind 2003 van start gegaan. Doelstellingen van
tal te vergroten. Acties die in het verleden zijn onder-
het project waren het beschrijven van uitgangspunten
nomen ter vergroting van de instroom van allochto-
in een werkdocument, dat gebruikt kan worden bij het
nen, hebben nauwelijks het gewenste resultaat opge-
ontwikkelen van interculturele competentieprofielen
leverd.
voor alle disciplines werkzaam in de GGZ en het ont-
Ondanks het feit dat het interculturalisatieproces op
wikkelen en beschrijven van competentieprofielen
veel gebieden nog de nodige aandacht vereist, is als
voor drie GGZ-beroepsgroepen: psychiaters, psycholo-
positief punt naar voren gekomen dat er nauwelijks
gen/psychotherapeuten en verpleegkundigen.
problemen worden ondervonden in de samenwerking tussen allochtone en autochtone medewerkers. De ac-
Werkwijze
tieplannen richten zich met name op het vergroten van
In samenwerking met de beroepsverenigingen zijn drie
het draagvlak binnen de instellingen en de betrokken-
werkgroepen samengesteld. Deze werkgroepen zijn elk
heid vanuit de leiding. Daarnaast zijn diverse concrete
minimaal twee keer bij elkaar gekomen om het traject,
actiepunten geformuleerd die interculturalisatie van
de profielen en de interculturele competenties van de
het personeelsbeleid tot doel hebben.
betreffende professie te bespreken. Deze bijeenkomsten hebben geleid tot de beschrijving van de intercul-
46
Sleutel tot succes
turele competenties van de verschillende beroepsgroe-
Betrokkenheid vanuit de leiding blijkt een belangrijke
pen. Dit document is vervolgens voorgelegd aan des-
voorwaarde voor het welslagen van het interculturali-
kundigen, organisaties en professionals die op het ge-
satieproces. Het MT van de instellingen committeert
bied van interculturele competenties kunnen aangeven
zich aan het actieplan en geeft hiermee aan prioriteit
in hoeverre dit document aansluit en draagvlak geniet.
aan het proces toe te kennen. Hierdoor kunnen gerichte acties ondernomen worden en wordt intercultu-
Sleutel tot succes
ralisatie succesvol bij de instellingen geïmplementeerd.
Het beschrijven van interculturele competenties biedt allereerst de mogelijkheid professionals te erkennen
Interculturalisatie in de Forensische Psychiatrie,
die zich in de afgelopen jaren interculturele compe-
MEX-IT Intercultureel Management/GGZ Nederland,
tenties hebben eigen gemaakt. Deze competenties ko-
2004. Gratis publicatie (in productie), te bestellen via
men vervolgens beschikbaar voor anderen, die zich
GGZ Nederland.
kunnen spiegelen aan deze competenties. Voor de opleidingen en het managen van personeel in organisaties kunnen de interculturele competenties als uitgangspunt gaan dienen. Competenties omvatten meer dan kennis. Zij gaan ook over vaardigheden, houding en gedrag en je kunt ze in verschillende situaties anders invullen. Het zijn geen dogma’s en het moet ook geen keurmerk worden. Aanmoedigen van hulpverleners om nieuwsgierig te worden in plaats van hen te ontmoedigen omdat het ingewikkeld zou zijn, is van belang. Het denken in competenties, inclusief interculturele competenties, is voor veel mensen in de praktijk nog nieuw, maar sluit aan bij actuele ontwikkelingen op opleidingsgebied.
S. Kramer, Interculturele competentieprofielen in de
Quick scan deskundigheidsbevordering
GGZ, Mikado, Rotterdam, 2004.
interculturalisatie GGZ
Meer informatie over bestelling van de publicatie is te verkrijgen bij Mikado.
Inhoud en doelgroep Een quick scan is uitgevoerd naar de stand van zaken voor wat betreft de behoefte aan deskundigheidsbevordering op het gebied van interculturalisatie in de lidinstellingen van GGZ Nederland. In dat kader is een schriftelijke enquête gehouden bij instellingen in de werksoorten verslavingszorg, forensische psychiatrie, klinische jeugdzorg, Riagg’s en psychiatrische ziekenhuizen.
Resultaten In 58% van de instellingen heeft er in voorgaande drie jaren deskundigheidsbevordering plaatsgevonden op intercultureel gebied en bij 42% is dit niet het geval geweest. De deskundigheidsbevordering blijkt vooral gericht te zijn geweest op het primaire proces (86%) en het verbeteren van interculturele communicatie in het algemeen (60%). In veel instellingen blijken zich knelpunten voor te doen op intercultureel gebied. Dit geldt met name ten aanzien van het primaire proces, de interculturele communicatie en het personeelsbeleid. Met name hulpverleners en leidinggevenden, en in mindere mate ook personeels- en kwaliteitsfunctionarissen ervaren knelpunten. Ongeveer een op de drie instellingen geeft aan behoefte te hebben aan ondersteuning, met name bij het opzetten van scholingsprogramma’s en het bepalen van de inhoud van dergelijke programma’s. Verder heeft men behoefte aan ondersteuning door terzake deskundigen bij het maken van een plan van aanpak. Uit de quick scan komt verder naar voren dat er bij de instellingen geen duidelijk beeld bestaat van de mate van tevredenheid van allochtone cliënten en medewerkers.
Sleutel tot succes Scholing blijkt de meest gewenste vorm van deskundigheidsbevordering op dit terrein te zijn. De voorkeur gaat hierbij nadrukkelijk uit naar interne scholing; aan een landelijk aanbod bestaat weinig behoefte. J. Hoogsteder en J. Verhoeven, Werkdocument deskundigheidsbevordering interculturalisatie GGZ, Instituut IEM/GGZ Nederland, 2002. Kenmerk: zb/ema/ark/68017/2003. Gratis publicatie.
47
‘Ik ben hun laatste strohalm’
It takes two to tango
Aanleiding en doel
Inhoud
Op grond van signalen uit het veld is Pharos in op-
Deze publicatie beschrijft de activiteiten en resultaten
dracht van GGZ Nederland nagegaan welke impact de
van de Stichting Werkervaringsplaatsen voor allochto-
confrontatie met schrijnende situaties van (bijna) uit-
nen in de GGZ. De stichting heeft van 1994 tot 2000 ge-
geprocedeerde asielzoekers heeft op GGZ-medewer-
functioneerd met subsidies van de sectorfondsen Zorg
kers. Daarnaast is inzicht verkregen in de mate waarin
en Welzijn, voorheen het AWOZ-fonds, het NFGV, het
deze medewerkers daarvoor ondersteuning zoeken,
RBA Amsterdam en een aantal Riagg’s.
krijgen en wensen en welke vormen van ondersteuning dat zijn.
Doel De kernactiviteiten van de Stichting WEP hebben zich
Resultaten
gericht op het stimuleren en ondersteunen van de in-
Uit het onderzoek blijkt dat hulpverleners vinden dat het
stroom van hoger opgeleide allochtone hulpverleners
werken met asielzoekers meer tijd en energie vergt dan
in de GGZ om daarmee het aantal gekwalificeerde
het werken met andere cliënten. Het werken met schrij-
allochtone hulpverleners structureel te vergroten.
nende gevallen maakt dat men veel negatieve gevoelens
De stichting beoogde allochtone werkers te stimuleren
ervaart zoals boosheid, machteloosheid, onzekerheid,
en toe te rusten om in de GGZ te werken.
angst, verdriet en schaamte. De helft van de hulpverle-
48
ners geeft aan last te hebben van vermoeidheids- en
Doelgroep
spanningsklachten. Ook vindt men dat het werken met
De doelgroep bestond uit hulpverleners met een mi-
schrijnende gevallen een negatief effect heeft op het
granten- of vluchtelingenachtergrond en met een (vrij-
overige werk. De zwaarte en uitzichtloosheid van de the-
wel) afgeronde erkende beroepsopleiding als arts, psy-
matiek vermindert ook de arbeidssatisfactie.
choloog, pedagoog, verpleegkundige/ sociaal-psychiatrisch verpleegkundige of maatschappelijk werker. Po-
Sleutel tot succes
tentiële deelnemers moesten daarnaast aan een aantal
De meest gebruikte ondersteuningsvormen zijn intervi-
duidelijk omschreven eisen voldoen.
sie en supervisie. De helft van de hulpverleners zegt behoefte te hebben aan meer ondersteuning in de vorm
Werkwijze
van intervisie, supervisie, training en scholing. De mees-
Om dit te realiseren werd aan de deelnemers een du-
te hulpverleners zijn niet bekend met het bestaande
aal ondersteuningstraject aangeboden. De deelnemers
scholings- en trainingsaanbod voor hulpverleners die
werkten in reguliere functies, op een stageplaats of op
geconfronteerd worden met schrijnende gevallen.
een speciaal gecreëerde WEP-plaats binnen een GGZinstelling, waardoor werkervaring werd opgedaan en
P. Muller en M. al Shebani, ‘Ik ben hun laatste
er sprake kon zijn van 'training on the job'. Hieraan ge-
strohalm’. Quick scan naar de belasting en behoeften
koppeld was een toerustings- en begeleidingsaanbod
van GGZ-werkers bij het werken met schrijnende
dat georganiseerd, uitgevoerd en/of gefinancierd
gevallen, Stichting Pharos/GGZ Nederland, Utrecht,
werd door de Stichting WEP.
2003. Deze publicatie is te bestellen bij Pharos.
Ook aan de deelnemende instellingen werden eisen gesteld. Zij committeerden zich omuitvoering te geven aan het proces van interculturalisatie om de kans op uitstroom-zonder-baan van de deelnemers na afloop van de contractperiode te minimaliseren. Voorts konden instellingen die dat wensten een beroep doen op ondersteuning, advisering en begeleiding vanuit de Stichting WEP.
Resultaten Door de activiteiten van de stichting is de aandacht voor interculturalisatie binnen de deelnemende GGZinstellingen toegenomen in het personeelsbeleid, in de zorguitvoering en in de kwaliteit van de interactie tussen allochtone hulpverleners en autochtone collega's.
Sleutel tot succes Van belang blijkt dat: • het vernieuwingsbeleid wordt aangestuurd en gecontroleerd door het management; • nieuwe hulpverleningsconcepten en –methodieken worden ontwikkeld om het divers samengestelde cliëntenbestand adequate zorg te kunnen verlenen; • in het onderwijs en in bijscholing curricula worden vernieuwd en aangepast voor het werken met een divers samengesteld cliëntenbestand (interculturele teams, interculturele communicatie); • er een geïntegreerde aanpak van het kwaliteits beleid en het interculturalisatiebeleid wordt ontwikkeld en uitgevoerd; • kennis en expertise wordt verbreed, overgedragen en geaccumuleerd, door middel van het opzetten van en deelnemen aan netwerken. G. van Hugte, It takes two to tango. Uitvoering en resultaten van de stichting Werkervaringsplaatsen voor allochtonen in de GGZ, GGZ Nederland/Stichting WEP, 2000. Publicatienummer: 2000-99L. Kosten: € 7,-.
49
Studiedag Interculturalitie en de Jeugd GGZ, moeilijk woord of werk aan de winkel 20 februari 2003 Een van de actiepunten in het kader van het Actieplan Interculturalisatie was de studiedag Interculturalisatie Jeugd GGZ. In opdracht van GGZ Nederland begon Antonius Organisatie en Advies met de voorbereiding daarvan in 2002. De belangrijkste doelstelling van de studiedag was om algemene actiepunten, neergelegd in het Actieplan Interculturalisatie, te vertalen naar de praktijk van instellingen en de ontwikkelingen daarbinnen.
50
Ter voorbereiding op de studiedag zijn gesprekken gevoerd met mensen binnen en buiten de GGZ-instellingen. Doel van de gesprekken was enerzijds om de opzet en de inhoud van de studiedag te kunnen bepalen, anderzijds te horen wat er leeft in het GGZ-veld en daarbuiten. De opzet en inhoud van de studiedag werd daarnaast mede gebaseerd op literatuur, kennis en ervaring. Er is gesproken met bestuurders, managers, uitvoerenden en met jeugdigen zelf. Uit verschillende gesprekken (en literatuurstudie) heeft Anthonius Advies uiteindelijk gekozen voor drie thema’s, te weten; management; cliënten(invloed) en inhoud van de zorg. Mede op basis van de bovenstaande inventarisatie zijn de volgende drie thema´s tot uitgangspunt voor de studiedag Interculturalisatie van de Jeugd GGZ genomen: Beleidsprioriteit en management Alhoewel interculturalisatie een beleidsprioriteit van GGZ Nederland is, zijn volgens sommige van onze gesprekspartners meer beleidsprioriteiten die eveneens om aandacht vragen. Tijdens een van de gesprekken werd opgemerkt dat de beleidspriortiteiten die vanuit GGZ Nederland worden gesteld niet noodzakelijkerwijs een vertaling hoeven te krijgen in de respectievelijke GGZinstellingen in den lande c.q. bij het management van de respectievelijke instellingen. En indien dat wel gebeurt, is het vervolgens de vraag in hoeverre dat min of meer plichtmatig wordt ´afgevinkt´ of dat het daadwerkelijk wortelschiet op de plek waar dat zou moeten; de werkvloer. Daar zal meer voor moeten gebeuren. Instellingen, managers moeten worden uitgedaagd, geprikkeld, om het thema daadwerkelijk op de agenda te zetten. Dat lukt alleen als wordt afgeweken van gangbare, voorspelbare methoden. ‘Wij zijn de jongeren’ Tijdens de inventarisatie werd nogmaals bevestigd dat interculturalisatie veel autochtonen en allochtonen bezighoudt. Zij het dat hier niet overwegend positief over gedacht wordt. Met name onder allochtone jongeren (allochtone vertegenwoordigers/tussenpersonen) kwam naar voren dat er een gevoel heerst niet serieus te worden genomen en dat er een groot gat gaapt tussen ‘de maatschappij en wij’. Enkelen legden het verband tussen geweld en criminaliteit o.m. voortkomend uit psychische problemen enerzijds en uitsluitingsmechanismen
door instellingen anderzijds. Duidelijk werd verwoord, door een aantal allochtone jongeren en sommigen van hun vertegenwoordigers, dat de Nederlandse samenleving (nog) niet begrijpt dat zij burgers van deze samenleving zijn en zullen blijven en derhalve vragen om een andere benaderingswijze dan gangbaar is voor witte hulpverleningsinstellingen. Zij ervaren geen of nauwelijks aansluiting bij hun belevingswereld. Tijdens de studiedag werd dit nog eens onderstreept in de workshop Cliënten. Wijkgericht en vraaggericht werken In de voorbereidingsgesprekken werd duidelijk dat de GGZ-instellingen een log imago hebben. De gesprekspartners pleiten dan ook voor meer vraag- en wijkgericht werken vanuit het volgende uitgangspunt. Zo snel mogelijk, zo kort mogelijk en zo dicht mogelijk bij de leefomgeving/leefwereld van de cliënt. Daartoe zou juist bij deze groep meer gebruik moeten worden gemaakt van tussenpersonen die goed op de hoogte zijn van de achtergronden van de groep. Inhoud van de zorg Tijdens de gesprekken met diverse personen uit het ggzveld werd duidelijk dat ook de inhoud van de zorg geactualiseerd dient te worden. Citaat: “Ik sta niet klaar met een oordeel. Meisjes hebben problemen maar ik haal ze niet weg van hun ouders zoals Nederlanders dat wel doen”. Deze gesprekspartner doelde op de verschillende manieren van werken (methodieken). De ‘witte’ die overwegend uitgaat van een standaard witte jongere met witte ouders. Dezelfde methodiek in een zwarte context kan echter tot grote ongelukken leiden. Bestaande zwarte hulpmethodes die bij de doelgroep vertrouwd zijn, kunnen worden ingezet om de eerste stappen te zetten in een hulpproces ten behoeve van zwarte cliënten. Ook dit punt kwam meermalen, in verschillende vormen terug.
51
Cliënten
De andere stem Doel en doelgroep In deze publicatie wordt ingegaan op de kwaliteit en de toegankelijkheid van het zorgaanbod van de GGZ voor migranten en vluchtelingen. Hiertoe is aan sleutelfiguren binnen zelforganisaties voor migranten en vluchtelingen gevraagd het zorgaanbod en de huidige invulling van het interculturalisatiebeleid te evalueren en verbetersuggesties te formuleren.
Resultaten Wat het zorgaanbod betreft, zijn de ondervraagden het meest ontevreden over de informatievoorziening vanuit de GGZ. Dit heeft gevolgen voor de mate van bekendheid met en vertrouwdheid van de GGZ en draagt bij tot een negatieve beeldvorming bij hun achterban. Hierdoor is de drempel voor migranten en vluchtelingen relatief hoog. Daarnaast is men van mening dat een groot aantal hulpverleners onvoldoende affiniteit heeft met de culturele achtergrond van de allochtone zorgvragers. Veel allochtone cliënten voelen 52
zich in de behandeling niet begrepen en kunnen geen vertrouwensband opbouwen met de hulpverlener. De invulling van het interculturalisatiebeleid geeft weinig hoop op een verbetering van de toegankelijkheid en van de kwaliteit van de GGZ voor allochtone hulpvragers. Het ‘falen’ van de implementatie van het interculturalisatiebeleid wordt hoofdzakelijk geweten aan een gebrek aan draagvlak voor dit beleid bij het GGZ-personeel. De angst voor verandering bij het personeel maakt de GGZ, volgens de ondervraagden, tot een gesloten systeem. Doordat de GGZ de eigen normen en waarden niet of nauwelijks ter discussie stelt, vormen deze impliciet het uitgangspunt voor het functioneren van het GGZ-systeem. Hierdoor is er onvoldoende ruimte om het systeem aan te passen aan de wensen en behoeften van allochtone zorgvragers.
Sleutel tot succes Voor een efficiëntere invulling van het interculturalisatiebeleid zal de GGZ in de toekomst meer draagvlak moeten creëren voor een open dialoog en een gelijkwaardige samenwerking met de allochtone zorgvragers. Hiervoor is een reflectie op de heersende normen en waarden binnen de GGZ een vereiste. Om deze dia-
loog tot stand te brengen is het belangrijk dat de GGZ
GGZ, religie en allochtone cliënten
actief aansluiting zoekt bij de samenleving. Door samenwerkingsverbanden aan te gaan met maatschap-
Inhoud
pelijke organisaties zoals zelforganisaties en eerste-
In dit boek wordt inzicht geboden in de rol en werk-
lijnsorganisaties zal de GGZ meer affiniteit krijgen met
wijze van islamitische genezers in Nederland en de ver-
de achtergrond van de zorgvragers.
houding tot het hulpaanbod van de GGZ. Daarnaast
Zelforganisaties kunnen door hun brede netwerk en
wordt een aantal nieuwe initiatieven op het terrein
hun laagdrempeligheid een belangrijke bijdrage leve-
van de islam en de GGZ beschreven.
ren aan het verbeteren van de geestelijke gezondheid
Allereerst wordt ingegaan op de behandelwijzen van
van migranten en vluchtelingen.
islamitische genezers, op het gebruik dat door moslims
Door het aanstellen van intermediairs kunnen zij de
in Nederland gemaakt wordt van eigen alternatieve
verantwoordelijkheid op zich nemen voor taken met
genezers en op de culturele en religieuze achtergron-
betrekking tot voorlichting, psycho-educatie, proto-
den van het werk van deze genezers. Tachtig procent
professionalisering en follow-up behandeling. Voor
van de cliënten van deze genezers zegt voorafgaand
het leveren van dergelijke diensten moeten zij ook
aan het contact bij een arts of andere reguliere hulp-
aanspraak kunnen maken op financiële en facilitaire
verlener te zijn geweest.
ondersteuning. Bij het toewijzen van deze ondersteuning verdient het de voorkeur om de doeltreffendheid
Werkwijze
van de organisatie zwaarder te laten wegen dan de
De visies en handelingen van de islamitische genezers
formele status.
blijken in belangrijke mate samen te hangen met het volksgeloof in islamitische samenlevingen. Naast de in-
J. Messing, De andere stem. Interculturalisatie van
houd van islamitische geneeswijzen worden ook de
de GGZ vanuit het perspectief van migranten en
motieven en klachten van de cliënten van islamitische
vluchtelingen, GGZ Nederland, 2003.
genezers in Nederland beschreven. Sommige cliënten
Publicatienummer 2003-209.
zoeken louter verlichting van pijn. Anderen gaan naar een islamitische genezer uit teleurstelling over een behandeling in het reguliere circuit of omdat zij er van overtuigd zijn dat zij lijden aan een bovennatuurlijke ziekte waar een arts niets aan kan doen. Ook zijn er cliënten die een genezer consulteren onder het motto ‘baat het niet dan schaadt het niet’. De klachten waarmee cliënten naar islamitische genezers gaan, zijn zeer divers van aard. Het betreft zowel fysieke, psychosomatische als psychische klachten. De klachten van de meeste cliënten zijn chronisch en niet levensbedreigend. Een gemeenschappelijk kenmerk van deze klachten is dat zij lijken samen te hangen met situaties en sociale problemen waarmee cliënten niet goed overweg kunnen. In feite gaat het hierbij voor een deel om levensvragen, ofwel vragen op het terrein van zingeving. Verder wordt ingegaan op de werking van deze geneeswijzen en de wijze waarop islamitische genezers zich in de Nederlandse samenleving manifesteren. Vervolgens wordt aangegeven hoe het werk van deze genezers zich verhoudt tot het hulpaanbod van de GGZ.
53
Sleutel tot succes
De geschiktheid van de GGZ Thermometer voor
Een aantal initiatieven op het gebied van de GGZ
multicultureel gebruik
wordt in kaart gebracht, waarmee getracht wordt de psychiatrische zorg aan met name islamitische cliënten
Inhoud
te verbeteren: Nieuwe Sporen, Tawhîdische genees-
Dit verslag bevat de resultaten van een onderzoek naar
kunde en El Waha. Daarbij worden nieuwe manieren
de mate van geschiktheid voor multicultureel gebruik
van medisch denken en handelen voorgestaan die ook
van de zogeheten GGZ-Thermometer, een vragenlijst
aan autochtone cliënten ten goede kunnen komen.
voor cliëntwaardering in de volwassenenzorg.
C.B.M. Hoffer, GGZ, religie en allochtone cliënten.
Doel en doelgroep
Islamitische visies als voorbeeld, GGZ Nederland, 2002.
Om te achterhalen welke aspecten van zorg voor al-
Publicatienummer: 2000-194L. Kosten: € 12,-.
lochtone cliënten van belang zijn in relatie tot waardering van de zorg zijn interviews gehouden met 16 allochtone cliënten die hun behandeling (bijna) afgerond hadden op basis van een speciaal ontworpen vragenlijst. In deze vragenlijst wordt ingegaan op een vijftal thema’s, te weten: • informatie die door de instelling over de zorg verstrekt wordt; • de mogelijkheid tot inspraak; • de kwaliteit van de hulpverlener; • het resultaat van de zorg en
54
• de toegankelijkheid van de instelling.
Resultaten De meeste respondenten geven aan tevreden te zijn over de informatieverschaffing en toegankelijkheid van de instelling. Wat de inspraakmogelijkheden betreft is het wel opmerkelijk dat, hoewel de helft van de cliënten niet weet of er een behandelplan is gemaakt en er soms ook geen gebruik wordt gemaakt van de inspraakmogelijkheden, men over het algemeen toch van mening is dat er voldoende mogelijkheden zijn om mee te beslissen over de behandeling. De meeste cliënten vonden hun hulpverlener ook deskundig, hadden voldoende vertrouwen in hem of haar en waren tevreden over het inlevingsvermogen en over de wijze waarop zij bejegend werden. Verder vond men ook dat er voor een sessie voldoende tijd uitgetrokken werd. Wat het resultaat van de behandeling aangaat, waren degenen die weet hebben van hun behandelplan tevreden over de uitvoering daarvan. Ook was men tevreden over de aanpak van hun probleem en het resultaat van de behandeling.
Sleutel tot succes
Samenwerking in Ontwikkeling,
Alle respondenten vonden de gehanteerde vragenlijst
een onderzoek naar vluchtelingenparticipatie
een geschikt middel om bij allochtone cliënten te ach-
binnen GGZ Midden-Brabant en GGZ Eindhoven.
terhalen hoe zij aankijken tegen de hulpverlening van een instelling. Om de GGZ Thermometer geschikt te
Inhoud
maken voor multicultureel gebruik behoeven bepaal-
Dit onderzoek is een eerste fase in de doelstelling om
de formuleringen wel een zekere aanpassing. Ook het
vluchtelingen en de geestelijke gezondheidszorg dich-
verzamelen c.q. registreren van achtergrondgegevens
ter bij elkaar te brengen. Hiertoe probeert de onder-
en met name van etnische herkomst behoeft nog veel
zoekster een antwoord te vinden op de volgende vra-
verbetering. Tenslotte is uit het onderzoek naar voren
gen: welke behoeften ligger er bij de verschillende par-
gekomen dat een persoonlijke, mondelinge afname
tijen?, welke knelpunten liggen er? en op welke manie-
van belang is omdat bepaalde vragen niet altijd be-
ren kunnen die knelpunten weggenomen worden? Om
grepen worden en cliënten soms niet beschikken over
een antwoord te vinden op deze vragen inventariseert
de benodigde Nederlandse schrijf- en/of leesvaardig-
de onderzoekster enerzijds de meningen en wensen van
heid.
vluchtelingen en anderzijds de participatiemogelijkheden voor vluchtelingen binnen de ggz-instellingen.
I. Kok en R. Boomstra, De geschiktheid van de GGZ Thermometer voor multicultureel gebruik.
Doelstelling
Samenvatting van een onderzoek, Trimbos instituut/
Het doel van het onderzoek was inzicht te verkrijgen in de
GGZ Nederland, Utrecht, 2004. Gratis publicatie.
wijze waarop participatie van vluchtelingen binnen GGZ
Te bestellen via GGZ Nederland.
instellingen in Noord-Brabant verbeterd kan worden.
Werkwijze Er is gebruik gemaakt van drie onderzoeksmethoden; triangulatie. Allereerst is er een literatuurstudie gedaan om te kijken wat er al aan kennis en informatie ligt. Vervolgens zijn er 56 interviews en gesprekken gehouden: medewerkers vanuit verschillende functies bij GGZ-Midden-Brabant en GGZ Eindhoven en cliëntenbelangenbehartigers van deze twee instellingen, leden van Somalische en Afghaanse vluchtelingenzelforganisaties uit Tilburg en Eindhoven, en externe experts. Tot slot is er een discussiemiddag georganiseerd, waarbij alle onderzochte partijen waren vertegenwoordigd. De verzamelde gegevens geven tezamen een goede weergave van de situatie en mogelijkheden rondom Somalische en Afghaanse vluchtelingenzelforganisaties en de GGZ-Midden-Brabant en GGZ Eindhoven.
Sleutel tot succes Vluchtelingen hebben specifieke problematiek en deze komt vaak pas écht aan de oppervlakte wanneer een gevoel van zekerheid en veiligheid wordt ervaren. Dit betekent onder andere dat er vanuit de GGZ aparte aandacht voor vluchtelingen nodig is. Hierbij moet in het achterhoofd gehouden worden dat vluchtelingen
55
geen homogene groep vormen. Momenteel is er vrij-
Consultatie asielzoekers/vluchtelingen en
wel geen aanbod voor vluchtelingen buiten de regu-
gezondheid
liere individuele hulpverlening.
Inhoud Samenwerking in Ontwikkeling, een onderzoek naar
Consultatie is een vorm van indirecte hulpverlening.
vluchtelingenparticipatie binnen GGZ Midden-Brabant
Deze is gericht op het steun geven aan hulpverleners
en GGZ Eindhoven.
en hun organisaties om hen beter in staat te stellen te
Publicatienummer: 2004 – 270. Gratis publicatie,
werken aan de psychische, psychiatrische, psychosocia-
te bestellen via GGZ Nederland.
le en psychosomatische problemen die zij bij hun taakuitoefening tegenkomen. Op deze wijze worden terechte verwijsstructuren naar de geestelijke gezondheidszorg bevorderd en onnodige verwijzingen gereduceerd.
Doel In deze rapportage wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de wijze waarop de consultatiefunctie vanuit de GGZ met betrekking tot vluchtelingen en asielzoekers aan de eerste lijn vorm en inhoud zou moeten krijgen. Uitgangspunt daarbij is dat deze consultatiefunctie zoveel mogelijk dient aan te sluiten bij de bestaande regionale en landelijke consultatiefuncties. 56
Resultaten In het rapport worden een aantal praktische punten aan de orde gesteld ter invulling van een consultatiefunctie ten behoeve van asielzoekers, vluchtelingen en/of migranten als bredere doelgroep. Het gaat daarbij vooral om organisatorische randvoorwaarden met betrekking tot structurele (groeps)consultatie voor zowel consultatiegever als –vrager.
Sleutel tot succes Om de consultatiefunctie tot een succes te maken zou de GGZ zich in eerste instantie bewust moeten worden van negatieve beeldvorming van eerste- en tweedelijnsinstellingen over en weer. Ten tweede zou het inzicht dat consultatie en verwijzing niet hetzelfde zijn breed moeten worden verspreid. Daarbij is er een taak voor de GGZ als aanbieder van consultatie om hulpverleners hiervan te doordringen. Bijvoorbeeld door middel van ‘consultatie-introductietrainingen’ waarbij theorie en praktijk omtrent consultatie en de link tussen beide inzichtelijk worden gemaakt. Tenslotte moet de GGZ-instelling zich (op alle niveaus) bewust worden van de voordelen van consultatie voor het ‘eigen den-
ken’ en voor zichzelf en van de vereiste flexibiliteit
PersoonsGebondenBudget (PGB) voor een
daarbij in het aanpassen van het aanbod aan een mul-
multiculturele cliëntenpopulatie
ticulturele samenleving.
Aanleiding F. Younis, Consultatie asielzoekers/vluchtelingen en
In opdracht van GGZ Nederland is, in het kader van het
gezondheid. Naar een dekkende regionale en
Actieplan Interculturalisatie, door Mikado een pilot-
landelijke structuur, Stichting Pharos/GGZ Nederland,
studie uitgevoerd naar de geschiktheid van het per-
Utrecht, 2003.
soonsgebonden budget voor allochtone GGZ cliënten.
Publicatienummer 2004 -273. Gratis publicatie.
Het persoonsgebonden budget is (PGB) is een belangrijk instrument om tot vraagsturing en zorg op maat in het kader van de AWBZ te komen. Uit inventarisaties blijkt dat allochtone cliënten nog te weinig gebruik maken van de PGB regeling. Dit komt deels omdat de cliënten onbekend zijn met deze voorziening en de administratieve procedures als een belemmering ervaren. Voor een andere deel heeft dit te maken met de uitvoering van deze regeling. De relevante instellingen weten de allochtone doelgroep niet te bereiken en zichtbaar te maken voor informatievoorziening
Werkwijze De pilots werden onder de paraplu van Mikado uitgevoerd door twee verschillende cliëntenorganisaties: het Platform GGZ Utrecht, en InterLokaal in Nijmegen. Deze organisaties hebben twee consulenten aangetrokken die gedurende de pilotperiode PGB ondersteuning hebben gegeven aan potentiele PGB- cliënten. De instellingen wendden ook hun eigen kanalen aan om de cliënten te informeren en te ondersteunen. Afstemming tussen de instellingen werd gerealiseerd door regelmatig met elkaar te overleggen.
Doelgroep De pilots waren gericht op de Marokkaanse populatie in Utrecht en Nijmegen. Uit het casusregister in Rotterdam bleek dat Marokkaanse cliënten relatief weinig gebruik maakten van bestaande GGZ-voorzieningen en dat vrouwen ondervertegenwoordigd waren. Het was hierdoor aannemelijk dat veel Marokkaanse GGZcliënten thuis verzorgd werden en de behoefte onder deze groep voor een PGB dus ook groter was.
Resultaten Binnen dit project hebben in totaal meer dan 450 personen van Marokkaanse afkomst voorlichting gekregen in twee steden en meer dan 265 personen daarna
57
mondeling en/of schriftelijk informatie gekregen. In totaal hebben 42 personen een aanvraag ingediend voor een PGB en in de loop van dit project hebben 12 personen daadwerkelijk een budget toegekend gekregen. Hiervan zijn 7 persoon daarna gevolgd om inzicht te verkrijgen in hun bestedingswijze, de ervaren problemen bij het vinden van een PGB hulpverlener en de administratie van een PGB. Kortom, de pilot heeft uitgewezen dat PGB goed aanslaat bij Marokkaanse cliënten. Er is voldoende belangstelling uit de doelgroep en er wordt goed gebruik gemaakt van de voorziening mits de informatievoorziening en ondersteuning adequaat is.
Sleutel tot succes Een belangrijke succesfactor is het aanstellen van een consulent in eigen taal. Deze geeft gerichte aandacht aan de doelgroep en is bereikbaar voor vragen, klachten en onmacht van de cliënten. Ook het betrekken van migrantenorganisaties bij de voorlichting en informatie-voorziening omdat juist personen die in deze organisaties werken via mond-op-mond reclame cliënten 58
informeren. Nuray Sönmez, PersoonsGebondenBudget (PGB) voor multiculturele cliëntenpopulatie, Rotterdam, Mikado/GGZ Nederland, 2004. Deze publicatie is te verkrijgen via Mikado.
In het conferentiegebouw van de Symfora Groep in Amersfoort was het de beurt van de forensische psychiatrie om zich te bezinnen op de vraag hoe er in de forensisch psychiatrische zorg omgegaan kan worden met de verschillende culturen die patiënten vertegenwoordigen in deze zorg. In de klinische setting is deze vraag nog pregnanter, omdat het daar neerkomt op een samenwonen van patiënten met een verschillende culturele afkomst.
Dit vraagstuk doet zich in de hele samenleving voor en dus ook in de geestelijke gezondheidszorg. Om die reden heeft GGZ Nederland het in haar Actieplan Interculturalisatie opgenomen. Voor de forensische geestelijke gezondheidszorg is het vraagstuk nog indringender omdat in deze zorgsoort de vertegenwoordiging van verschillende culturen procentueel nog groter is dan in de reguliere ggz. Het is bekend dat in de tbs-inrichtingen 31% van de bevolking allochtoon is. Tijdens de voorbereiding van deze studiedag was al gebleken dat het vraagstuk van de interculturalisatie niet erg leefde in de forensische zorgwereld. De organisatiecommissie is er in geslaagd om een aantrekkelijk programma te brengen om de belangstelling te wekken van die mensen die er in de dagelijkse praktijk mee te maken hebben én de mensen die er verantwoordelijk voor zijn. In eerste instantie leek het erop dat er weinig belangstelling voor deze dag bestond, maar toen het programma vast stond en bekend was was gemaakt, bleek de belangstelling zo groot dat het congres overtekend was. De leiding van de dag was in deskundige handen van Leen Joele, die in de tijd dat hij nog verantwoordelijkheid droeg voor het reilen en zeilen van Parnassia, zich zeer betrokken voelde bij dit onderwerp. In zijn openingswoord benadrukte Leen Joele dat integratie van twee kanten moet komen en niet afgedwongen kan worden. Zonder respect voor elkaars leefwereld is integratie ondenkbaar. De bijdrage van Funda Müjde was indrukwekkend. Op humoristische wijze bracht ze de verschillen ter sprake tussen de culturen van de allochtoon en de autochtoon. Zo kreeg de zaal letterlijk te zien hoe integratie er volgens haar uitzag. Terwijl ze de zaal verbaal stevig in de greep hield, kon de zaal aanschouwen hoe zij zelf een metamorfose onderging van Turkse werkvrouw tot een zeer geëmancipeerde goed Nederlands sprekende moderne, ietwat uitdagende jonge vrouw. Dat zij haar auto zodanig op de trappen voor het congresgebouw had geparkeerd dat hij later weggetakeld moest worden, had natuurlijk niets met haar integratie te maken. Na het optreden van Funda Müjde volgde een uiteenzetting van Gert Jan Tupker, die in de praktijk van zijn dagelijkse verantwoordelijkheid als directeur Personeel Opleiding en Onderzoek van Parnassia te maken heeft met de implementatie, ofwel de in- en uitvoering van maatregelen ter bevordering van het interculturalisatieproces.
nawoord
Impressie van een studiedag Interculturalisatie en Forensische Psychiatrie –door Jos Soesman 14 februari 2003
59
60
Na de pauze maakte professor Joop de Jong met zijn betoog – getiteld- “Ontpellen en interculturaliseren”, aan de zaal duidelijk hoe je een cultureel ritueel anders kunt uitleggen. Hij deed dit aan de hand van een actuele casus, waarin hij liet zien dat er wel 8 punten van overeenkomst waren tussen het geloof in hekserij en tovenarij en een paranoïde waansysteem. De medewerkers Radha Gajadhar en Monique de Laet ( Dr. Henri van der Hoeven Stichting), vertelden hoe zij in de instelling begonnen waren met het aandacht geven aan de problematiek van de allochtoon. Het verschijnsel van het samenklonteren van de allochtone patiënten, in wezen een negatief signaal van wantrouwen en achterdocht, werd als uitgangspunt genomen voor het project. Na vallen en opstaan heeft dit project nu een duidelijke functie in het integratietraject, hetgeen werd onderstreept door de bijdrage van een allochtone (ex)patiënt. De informatiemarkt met stands van diverse organisaties die zich bezig houden met verschillende facetten van interculturalisatie werd tijdens de pauze druk bezocht. De folders en producten vonden gretig aftrek. Na de pauze werd er gretig gebruikt gemaakt van de workshops. Gelet op de reacties van de aanwezigen waren de workshops geslaagd. Men vond het jammer dat er maar één workshop kon worden gevolgd. De studiedag werd afgesloten met een debat waaraan Don Olthof (lid van de Commissie Forensische Psychiatrie) en Goof van Gemert (plaatsvervangend directeur van GGZ Nederland) deelnamen. Zij benadrukten in het debat nogmaals het belang van het onderwerp mede namens de brancheorganisatie. Al met al was het een geslaagde dag, waarop de meeste deelnemers met tevredenheid terugkijken. Als deze activiteit echter geen vervolg krijgt, is het effect zo vervlogen. Natuurlijk weten de organisatoren van deze dag dat ook. Iedereen kan er dan ook van op aan dat er een vervolg komt.
Onderzoek, divers
Een onvoldoende voor interculturalisatie. Quick scan naar de mate van interculturalisatie van instellingen in de ggz en verslavingszorg. Inhoud Een onvoldoende voor interculturalisatie is de titel van de quick scan naar de mate van interculturalisatie van instellingen in de geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg. In het rapport worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. Bij dit onderzoek zijn de instellingen beoordeeld middels een rapportcijfer.
Doelstelling Het doel van het onderzoek was te achterhalen in welke mate er sprake is van interculturalisatie van de geestelijke gezondheidszorg en de verslavingszorg.
Werkwijze Aan de hand van het managementmodel van het INK hebben de onderzoekers bij de lidinstellingen onderzocht hoe ver zij zijn met de bedrijfsvoering als het om interculturalisatie gaat. Het ging om alle deelgebieden van de bedrijfsvoering, dus zowel de verschillende organisatiegebieden: • Leiderschap; • Beleid en Strategie; • Personeelsmanagement; • Middelenmanagement; • Management van processen; Als de verschillende resultaatgebieden: • Waardering door personeel; • Waardering door klanten; • Waardering door maatschappij; • Eindresultaat.
Resultaten De lidinstellingen van GGZ Nederland hebben als geheel een onvoldoende gescoord op interculturalisatie. Wel blijken er grote verschillen te bestaan in scores tussen de instellingen en op de verschillende deelgebieden.
Sleutel tot succes In de praktijk blijkt dat de lidinstellingen de Quick Scan gebruiken voor een positiebepaling, het vaststellen in
61
welke ontwikkelingsfase van interculturalisatie zij zich
Registratie van etnische herkomst in de
bevinden binnen hun instelling. Deze analyse blijkt
gezondheidszorg: mission impossible?
goed bruikbaar voor het vaststellen van prioriteiten en als basis voor het opstellen van een intercultureel be-
Doel
leidsplan.
ZonMw heeft onderzoek laten uitvoeren naar de mogelijkheden voor registratie van etnische herkomst in
H.J.Wennink, R. Boomstra, J.A.C. Meeuwissen.
zorginstellingen. Doel van het onderzoek was, om aan
Een onvoldoende voor interculturalsiatie. Quick scan
de hand van de ervaringen in huisartsenpraktijken, zie-
naar de mate van interculturalisatie van instellingen
kenhuizen en GGZ-instellingen met de registratie van
in de ggz en verslavingszorg. Kosten €7,-
etnische herkomst succes- en faalfactoren van de im-
Publicatienummer: 2001 – 133L
plementatie van diverse registratiepraktijken van etnische herkomst in de zorg te identificeren. Omdat de verbetering van de registratie op etnische herkomst in de ggz één van de actiepunten uit het Actieplan Interculturalisatie vormde, is het onderzoek in samenwerking met GGZ Nederland uitgevoerd.
Resultaat In de praktijk van registratie van etnische herkomst worden diverse knelpunten ondervonden. Deze zijn vooral van juridische, motivationele, administratieve en technische aard. 62
Sleutel tot succes Om knelpunten op te lossen, die ontstaan bij het registreren van etnische herkomst, is het nodig om het doel van de registratie te expliciteren en te communiceren binnen de instelling. Om registratie een juridische basis te geven, is het noodzakelijk dat het doel van de registratie geëxpliciteerd wordt als onderdeel van een doelgroepenbeleid. Voor een succesvolle aanpak is het verder noodzakelijk dat de automatiseringsgraad van de instelling voldoende is, dat het management overtuigd is van het nut van een dergelijke registratie en dat degenen die moeten registreren daarvoor gemotiveerd zijn. Wat de praktische uitvoering van de registratie aangaat wordt aanbevolen om de registratie op één plek in de organisatie uit te laten voeren, bij voorkeur aan de balie en niet in het hulpverleningscontact. Daarnaast is het gewenst om de registratie bij het eerste contact te doen plaatsvinden en ook controle te houden en feedback te vragen over ontbrekende gegevens. De onderzoekers concluderen dat het nastreven van een landelijke registratie van etnische herkomst binnen de gehele gezondheidszorg op dit moment, onder de gege-
ven omstandigheden, niet tot een optimaal resultaat
Interculturele geestelijke gezondheidszorg
zal leiden.
in Nederland
C. Nitert en M.A. Bruijnzeels, Registratie van etnische
Inhoud
herkomst in de gezondheidszorg: mission impossible?,
Deze studie biedt een overzicht van de ontwikkeling
Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg,
van de interculturalisatie van de GGZ in Nederland
Rotterdam, 2004. ISBN: 90-807487-4-9.
sinds het begin van de tachtiger jaren. Op basis van het
De publicatie is verkrijgbaar bij het IBMG.
in 2000 in MGV gepubliceerde Manifest ‘Interculturele geestelijke gezondheidszorg in de XX1 eeuw’ (R. van Dijk, I. Boedjarath, J. de Jong , R. May en R. Wesenbeek), het commentaar hierop van Kortmann en een studie van een aantal artikelen die sinds 1981 in Nederlandse vaktijdschriften zijn verschenen, formuleert Kortmann een tiental vragen over: 1 De grondslagen van de interculturalisatie van de zorg: “Wat verstaat men onder interculturalisatie? Wat zijn de belangrijkste ijkpunten voor de praktijk van de interculturalisatie? Is men het eens of oneens met het pleidooi in het Manifest voor het terugdringen van etnocentrisme? Hoe kijkt men aan tegen de dialoog met de ander op basis van culturele gelijkwaardigheid, zoals in het Manifest wordt bepleit? 2 De ervaringen in de praktijk: Is men het eens met de conclusie van het RVZ-rapport dat de hulpverlening aan allochtonen faalt? Heeft de hulpverlening aan allochtonen in de laatste decennia ook successen geboekt en zo ja, waarin? Wat kunnen we hieruit leren voor de toekomst? 3 Het wetenschappelijk onderzoek: Wat zijn de belangrijkste thema’s voor verder onderzoek van de transculturele hulpverlening? Welke kansen biedt het huidige onderzoeksklimaat aan dit soort onderzoek en hoe kunnen deze worden versterkt? Welke barrières worden door het huidige onderzoeksklimaat opgeworpen tegen dit soort onderzoek en hoe kunnen deze worden geslecht?
Conclusies Aan de hand van deze vragen zijn semi-gestructureerde interviews gehouden met 10 gezaghebbende psychiaters, psychologen en antropologen, die zich bezighouden met de problematiek van allochtonen in Nederland. Op grond van de uitkomsten van deze interviews komt de auteur tot de volgende conclusies: 1 De norm ‘klantgerichtheid’ wordt het hoogste gewaardeerd en scoort hoger dan de norm ‘werken
63
vanuit het gelijkwaardigheidsbeginsel’. 2 De hulpverlening aan allochtonen wordt geken-
In- en uitstroom van etnisch en cultureel diverse cliënten.
merkt door intuïtief handelen. Hulpverleners be-
Inventarisatie van maatregelen binnen
schikken in onvoldoende mate over een theoretisch
de geestelijke gezondheidszorg en de
kader (zij werken veelal volgens 'trial and error'). Er
verslavingszorg
is weinig kennis die systematisch kan worden over-
64
gedragen. Theorievorming als basis voor de hulpver-
Inhoud en doel
leningspraktijk en als uitgangspunt voor weten-
Door het hele land zijn de afgelopen jaren in verschil-
schappelijk onderzoek heeft daarom hoge prioriteit.
lende instellingen uiteenlopende maatregelen ontwik-
3 Het onderzoeksklimaat in Nederland is weinig gun-
keld om een toegankelijke en laagdrempelige geeste-
stig voor onderzoek op het gebied van transculture-
lijke gezondheidszorg te realiseren voor etnisch en cul-
le psychiatrie. Wetenschappelijk onderzoek is echter
tureel diverse cliënten en om vroegtijdige uitstroom
een essentiële voorwaarde voor de verbetering van
(drop-out) van deze cliënten tegen te gaan. De maat-
de kwaliteit van zorg voor allochtonen.
regelen kennen verschillende vormen en doelstellin-
4 De multiculturele samenleving is niet louter een markt
gen en vinden binnen en buiten de instelling plaats.
van vrije uitwisseling en dialoog, maar ook een arena.
Een overzicht van de initiatieven en activiteiten die in-
5 Diversiteit van hulpvragers vraagt om diversiteit van
stellingen hebben ontwikkeld, ontbreekt. Om instel-
aanbod. De zorg is in het algemeen nog steeds aan-
lingen inzicht te geven in de maatregelen die op dit
bodgericht en er wordt gewerkt met westerse concep-
moment reeds in Nederland ontwikkeld en ingezet
ten. Er bestaat bij hulpverleners soms weerstand om
zijn, is een inventarisatie gedaan naar deze maatrege-
met allochtone cliënten te werken. Ook zijn allochto-
len. Op deze wijze kan het “opnieuw uitvinden van de-
nen in het algemeen slecht voorgelicht over de GGZ.
zelfde wielen” worden tegengegaan. Het overzicht
Het instellingsmanagement besteedt geen structurele
biedt daarnaast handvatten voor toekomstig onder-
aandacht aan verbetering van de hulpverlening aan al-
zoek naar de toepasbaarheid en bruikbaarheid van dit
lochtonen, terwijl het daarvoor wel de verantwoorde-
soort maatregelen.
lijkheid draagt. 6 De overheid bekommert zich tot nu toe weinig om de
Werkwijze
scholing en bijscholing van hulpverleners die werken
De dataverzameling heeft gefaseerd plaatsgevonden.
met allochtone hulpvragers.
Na een voorstudie, waarin ondermeer instellingen zij geselecteerd, zijn bij 14 instellingen door heel Neder-
F. Kortmann, Interculturele geestelijke gezondheids-
land interviews afgenomen. Aan de hand van de inter-
zorg in Nederland. Een studie naar de ‘state of the art’
viewgegevens is vervolgens een vragenlijst samenge-
van de transculturele hulpverlening, Mikado, 2003.
steld, die naar alle overige GGZ- en verslavingsinstel-
ISBN: 90-806688-2-6. Kosten: € 12,50. deze pblicatie is
lingen in Nederland is gestuurd. De inventarisatie richt
te verkrijgen via Mikado.
zich op GGZ- en Verslavingszorg instellingen binnen Nederland. Zowel ambulante als klinische. De inventarisatie beperkt zich tot de volwassen (cliënt)populatie. Omdat het bevorderen van instroom en het voorkomen van uitstroom elkaar versterkende mechanismen zijn en het bevorderen van instroom zijn effect kan verliezen als de vroegtijdige uitstroom/drop out niet wordt tegengegaan, vallen beiden binnen de focus van het onderzoek.
Resultaat en sleutel tot succes De inventarisatie heeft een grote verscheidenheid aan maatregelen opgeleverd. Meer dan 100 maatregelen worden verwerkt in de rapportage, die in oktober 2004 verschijnt. A. Sbiti en L. Bos, Mikado/GGZ Nederland, 2004. Deze publicatie is te bestellen via Mikado.
65
Kansen voor interculturalisatie van de GGZ voor Oudere Allochtonen 14 januari 2003 Interculturalisatie en de Ouderen-GGZ Op 14 januari 2003 heeft de Conferentie Kansen voor Interculturalisatie van de GGZ voor Ouderen Allochtonen plaatsgevonden in de Driehoek in Utrecht. De conferentie was in het kader van het Actieplan Interculturalisatie georganiseerd in samenwerking met B&A groep.
66
Het doel hiervan was enerzijds de handreiking interculturalisatie van de GGZ voor Ouderen allochtonen te presenteren en anderzijds ervaringen uit de handreiking met de deelnemers te delen. De conferentie was succesvol bezocht door ±110 deelnemers. Het waren hoofdzakelijk hulpverleners, stafmedewerkers berust met het onderwerp interculturalisatie en een aantal managers. In het eerste deel van de middag is de handreiking gepresenteerd en de deelnemers kregen de gelegenheid vragen hierover te stellen. In het tweede deel van middag konden de deelnemers zich verder verdiepen in de casuïstiek in vijf parallelsessie die in twee rondes werden gegeven. De thema’s die in elke sessie werden behandeld waren als volgt: Beleving van psychische klachten door allochtone ouderen en de rol van de GGZ en religieuze geneeswijzen Preventieprogramma’s voor oudere allochtonen bij Parnassia in Den Haag Ontmoetingscentrum voor Surinaamse dementerenden Kraka-e-Sewa in Amsterdam Zuid-Oost Verlaging van de drempel voor oudere allochtonen en de rol van SPV-ers hierin bij GGZ Nijmegen Zorgprogramma’s voor oudere allochtonen in opbouw bij GGZ Midden-Brabant en de Bavo RNO Groep De workshophouders kregen drie vragen van de organisatie mee waar zij samen met de deelnemers antwoord op moesten geven. In iedere workshop was een begeleider vanuit de organisatie aanwezig, die een kort verslag had gemaakt. De vragen hadden betrekking op de toekomst van de allochtonen ouderen in de GGZ. De vragen waren als volgt geformuleerd: Wat is het meest opvallende positieve resultaat van het project dat in de workshop is besproken? Wat is het meest opvallende gewenste resultaat dat nog niet bereikt is in het project? Wat is er nodig om het gewenste resultaat te bereiken en met welke samenwerkingspartners en op welke niveau wens u dit te bereiken? In de slotdiscussie van de conferentie werd op basis van deze drie vragen heel puntig verslag gedaan van enkele uitkomsten van discussie in de workshop.
Overige publicaties
Toch blij dat ik om hulp heb gevraagd! Sylvia Huwaë Dit boek biedt geen uitputtend overzicht van projecten in het kader van interculturalisatie, maar beschrijft een aantal ‘veelbelovende’ initiatieven. Aan de hand van ervaringen van allochtone cliënten en hulpverleners wil het Landelijk Forum GGZ met dit boek allochtone hulpzoekenden aansporen de stap te zetten naar de geestelijke gezondheidszorg en hulpverleners stimuleren om initiatieven te nemen die de interculturalisatie van de zorg bevorderen. Kosten €14,Publicatienummer: 2002 – 195L
Preventie folders Turks Murat Can In het kader van het Actieplan heeft Murat Can van GGZ Midden Brabant acht voorlichtingsfolders in het Turks geschreven over diverse ggz problematiek. De folders gaan over: depressieve klachten, angst klachten, psychosoma-tische klachten, psychotische klachten, eetstoornissen, persoonlijkheids-problematiek, verslavingsproblematiek en relatie –en seksuele problemen. Deze folders zijn te downloaden via: www.ggzkennisnet.nl informatieservice: interculturalisatie – voorlichting.
Als u gedwongen wordt opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis Froukje Bos De stichting Pandora heeft in opdracht van het Actieplan in drie talen een cliëntfolder ontwikkeld over gedwongen opname. In Turks, Arabisch en Engels wordt de wetgeving rond de BOPZ, de rechten van cliënten en de wijze waarop gedwongen opname plaatsvindt, helder beschreven. Bij elk van de drie talen is een Nederlandse vertaling gevoegd. Gratis publicatie ISBN nummer: 90-71227-16-2
67
De InterculturalisatieKRANT
Verslag conferentie 14 februari 2003
De interculturalisatiekRANT is een gratis uitgave van
Interculturalisatie en de Forensische Psychiatrie. Van
het project Actieplan Interculturalisatie. Met deze
politiek correct naar implementatie. In het verslag is
krant wil het projectteam een grote groep mensen in-
een impressie van de dag en de inleidingen van de pa-
formeren over de activiteiten op het gebied van inter-
rallelsessies opgenomen. In de bijlage van het verslag
culturalisatie. De krant is inmiddels drie maal verschij-
vindt u het programma, de deelnemerslijst en de uit-
nen en zal in het totaal vijf maal verschijnen. De krant
komst van de evaluatie.
wordt breed verspreid om een zo groot mogelijk be-
Gratis publicatie
reik te realiseren.
Publicatienummer: 2003 – 216
De krant is gratis te bestellen bij: Anna de Rijk, email:
[email protected]
Verslag conferentie 20 februari 2003 Interculturalisatie en de Jeugd GGZ, moeilijk woord of
Congresverslag Invitational Conference
werk aan de winkel. In het verslag is een impressie van
14 juni 2001
de dag en de inleidingen van de parallelsessies opgeno-
Dit is het verslag van het congres Interculturalisatie van
men. In de bijlage van het verslag vindt u het program-
de GGZ & Verslavingszorg dat op 14 juni 2001 is ge-
ma, de deelnemerslijst en de uitkomst van de evaluatie.
houden voor managers uit beide sectoren. Het was een
Gratis publicatie
startconferentie voor de implementatie van het actieplan interculturalisatie. Het verslag geeft een impressie van de inhoud van de dag en eindigt met aanbevelingen voor de commissie interculturali-satie van GGZ 68
Nederland. In de bijlagen treft u (voorzover aanwezig) teksten (lezingen en sheets) van de inleiders en workshopleiders. Kosten € 7,Publicatienummer: 2001 – 155L
Verslag conferentie 14 januari 2003 Kansen voor interculturalisatie van de ggz voor oudere allochtonen. In het verslag is een impressie van de dag en de inleidingen van de parallelsessies opgenomen. In de bijlage van het verslag vindt u het programma, de deelnemerslijst en de uitkomst van de evaluatie. Gratis publicatie Publicatienummer: 2003 – 215
69
Hoofdstuk 3
Samenwerkingspartners
70
Aan de projecten van het Actieplan Interculturalisatie
Kerntaken van het Trimbos-instituut zijn: Beleidsma-
hebben vele mensen en organisaties meegewerkt. On-
kers, politici en professionals informeren over de
der deze organisaties zijn tal van lidinstellingen van
geestelijke gezondheid van de Nederlandse bevol-
GGZ Nederland. Zij hebben met veel inzet, enthousias-
king; Monitoren en signaleren van psychische en ver-
me en doorzettingsvermogen meegewerkt aan de pro-
slavingsproblemen; Onderzoek doen naar de organi-
jecten en wij zijn hun veel dank verschuldigd. Daar-
satie, toegankelijkheid, kwaliteit en effectiviteit van
naast hebben ook een groot aantal kenniscentra, on-
preventie en hulpverlening; Ontwikkelen van nieuwe
derzoek- en adviesbureaus meegewerkt. Deze samen-
methoden, protocollen, richtlijnen en programma's
werkingspartners die inhoudelijk mee hebben ge-
voor preventie, behandeling en organisatie van de
werkt, worden hier vermeld. Bij hun kunt u in eerste in-
zorg; Cursussen en trainingen geven op het gebied
stantie inhoudelijk informatie krijgen over het project
van de geestelijke gezondheidszorg en de versla-
waaraan ze hebben gewerkt. Zij kunnen u zonodig
vingszorg, om hulpverleners te ondersteunen bij de
doorverwijzen naar de lidinstellingen, waar onder-
verbetering van de kwaliteit van hun werk; Voorlich-
zoeks- of implementatie-activiteiten hebben plaatsge-
ting geven over psychische problemen en over alco-
vonden.
hol en drugs. Adresgegevens
Trimbos-instituut
Da Costakade 45 (bezoekadres)
Het Trimbos-instituut is het landelijk kennisinstituut
Postbus 725, 3500 AS Utrecht
voor geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en
T 030 - 297 11 00
maatschappelijke zorg. De missie van het instituut is:
F 030 - 297 11 11
kennis over geestelijke gezondheid creëren en doen
E
[email protected]
toepassen in beleid en praktijk van de geestelijke ge-
www.trimbos.nl
zondheidszorg, de verslavingszorg en de maatschappelijke zorg.
Mikado
tie van migranten in de Nederlandse samenleving.
MIKADO is het landelijke kenniscentrum op het gebied
Volwaardige participatie van migranten is voor het
van de interculturele geestelijke gezondheidszorg, op-
NCB een voorwaarde om tot een samenleving te ko-
gericht om praktijk, wetenschap en beleid beter op el-
men, waarin alle beschikbare krachten en talenten op-
kaar af te stemmen. MIKADO richt zich op hulpverle-
timaal gebruikt worden. Om dat te bereiken, dienen
ners, onderzoekers en beleidsmakers. Hulpverleners
overheden, bedrijven en instellingen hun organisatie
krijgen van MIKADO ondersteuning bij kennisverwer-
toegankelijker te maken voor migranten. De samenle-
ving en het toepassen van wetenschappelijke kennis in
ving is immers sterk veranderd en de producten en
de praktijk. Vraagstukken uit de praktijk worden door
dienstverlening moeten ook op de migranten worden
MIKADO aangevoerd als mogelijke thema’s voor we-
afgestemd. Daarnaast moeten migranten beter wor-
tenschappelijk onderzoek. Daarnaast stimuleert MIKA-
den toegerust om maatschappelijke mogelijkheden te
DO beleidsmakers tot het ontwikkelen van beleid ge-
kunnen benutten. Het NCB wil aan dit proces een con-
richt op interculturele geestelijke gezondheidszorg.
crete bijdrage leveren.
Met deze aanpak wil MIKADO zowel de kennisover-
Adresgegevens
dracht als de praktische zorg verbeteren.
Postbus 638, 3500 AP Utrecht
Adresgegevens
Pieterskerkhof 16-17, 3512 JT Utrecht
Westersingel 94, 3015 LC Rotterdam
T 030 - 239 49 59
T 010 - 241 00 41
F 030 - 236 45 46
F 010 - 225 11 93
E
[email protected]
E
[email protected]
www.ncbnet.nl
www.mikado-ggz.nl
Mex-it Pharos
MEX-IT is een onafhankelijk adviesbureau voor inter-
Pharos is het landelijke kenniscentrum voor vluchtelin-
cultureel management dat opereert op het gebied van
gen en gezondheid. Als kenniscentrum bevorderen ze
strategische beleidsontwikkeling, onderzoek, intercul-
de gezondheid van vluchtelingen door de kwaliteit van
turele communicatie, training & coaching en werving &
de zorg aan hen te verbeteren. Dit doen ze samen met
selectie. Complexe diversiteitsvraagstukken vragen om
vluchtelingen en organisaties in de zorg. Ze dragen
een gerichte en integrale aanpak. MEX-IT is hierbij
specialistische, praktijkgerichte kennis over, zowel na-
graag uw deskundige gesprekspartner. MEX-IT advi-
tionaal als internationaal.
seert u over een systematische aanpak van beleids-
Adresgegevens
vraagstukken, communicatieprocessen en manage-
Herenstraat 35
mentaangelegenheden waarbij de specifieke wensen
Postbus 13318, 3507 LH Utrecht
van uw organisatie centraal staan. Concreet en resul-
T 030 - 234 98 00
taatgericht. MEX-IT kan u ad hoc van dienst zijn, maar
F 030 - 236 45 60
ook continu begeleiden. Precies waar uw organisatie
E
[email protected]
behoefte aan heeft.
www.pharos.nl
Adresgegevens Postbus 96044, 1006 EA Amsterdam Rijswijkstraat 175, 1062 EV Amsterdam
Nederlands Centrum Buitenlanders
T 020 - 475 00 00
Het Nederlands Centrum Buitenlanders (NCB) is een
F 020 - 475 12 34
onafhankelijke landelijke projectorganisatie. Vanuit
E
[email protected]
de vestigingen in Utrecht, Rotterdam en Amsterdam
www.mex-it.com
voert het NCB projecten uit en biedt het diensten en producten aan, gericht op het verbeteren van de posi-
71
Kompas
helpt u om dit proces van interculturalisatie zo soepel
Bureau voor interculturele vraagstukken.
en efficiënt mogelijk te laten verlopen. Wij hebben
Aangeboden wordt: psychodiagnostiek, begeleiding
ruim tien jaar ervaring met intercultureel management
en bemiddeling en psychosociale ondersteuning bij ar-
in profit- en non-profitorganisaties. In onze visie is in-
beidsrelevante problematiek. Daarnaast: consultatie
tercultureel management onlosmakelijk verbonden
en advies, training en supervisie, interculturele instru-
met Total Quality Management. Het maakt onderdeel
ment ontwikkeling, project ontwikkeling met betrek-
uit van het strategisch beleid van uw organisatie.
king tot de geestelijke gezondheidszorg, arbeids-
Adresgegevens
markt, onderwijs, cultuur en emancipatie.
Toernooiveld 212
Adresgegevens
Postbus 31367 , 6503 CJ Nijmegen
Mimosalaan 33, 5121 CN Rijen (NB)
T 024 - 360 67 60
T+F 0161 - 22 41 46
F 024 - 350 12 19
E
[email protected]
E
[email protected] www.instituut-iem.nl
Stichting Pandora
72
Stichting Pandora zet zich al 40 jaar in voor mensen die
Adviesbureau MOIRA CTT (Culturele Transfer en
psychische of psychiatrische problemen hebben, heb-
Transformatie)
ben gehad of kunnen krijgen. De ervaringen van deze
Moira begeleidt cultureel en gendersensitieve trajecten.
mensen zelf zijn voor Stichting Pandora de basis voor
Culturele veranderingen voltrekken zich voor een be-
al haar acties.
langrijk deel buiten ons gezichtsveld. Een realistisch zelf-
Stichting Pandora is sinds haar oprichting een onaf-
beeld, zelfkennis en zelfinzicht van teams en organisaties
hankelijke stichting. Zij ontvangt geen subsidie of
is onmisbaar in succesvol reageren op veranderingen. Ge-
sponsorgelden van de farmaceutische industrie.
oefende antropologisch-organisatiekundige ogen kun-
Adresgegevens
nen complexe veranderingen voor úw organisatie her-
2e C. Huijgensstraat 77, 1054 CS AMSTERDAM
kennen, in kaart en in samenhang brengen. MOIRA CTT
T 020 - 685 11 71
noemt dit 'cultural mapping' en doet dit door:
F 020 - 612 36 99
• organisatieanalyse en verandertrajecten
E
[email protected]
• advisering en coaching bij veranderingsprocessen
www.stichtingpandora.nl
• interechelonaire analyse • wisselen van posities en denkramen • stimuleren organisatorisch zelfbeeld
Instituut voor Inter-Etnisch Management (IEM)
• deskundigheidsbevordering
Bedrijven en instellingen zijn steeds meer een afspie-
• (team) training en supervisie
geling van onze kleurrijke maatschappij. Of het nu
• korte en lange termijn trajecten uitzetten
gaat om allochtone klanten, werknemers of toeleve-
• versterking van het leren leren
ranciers: u stemt uw beleid af op een grote verscheide-
• bewustwording voor cultuur en gender
nheid aan doelgroepen, elk met hun eigen, specifieke
Adresgegevens
kenmerken. Maar hoe bereikt u uw allochtone cliën-
T 030 - 280 09 26
ten? Hoe bevordert u de samenwerking tussen allocht-
F 030 - 287 17 22
onen en autochtonen? En hoe overbrugt u cultuurver-
E
[email protected]
schillen? Met een goed doordacht intercultureel beleid
www.ctt.nl
speelt u in op de wisselwerking tussen allochtonen en autochtonen. Inzicht in en begrip voor elkaars cultuur en werkwijze staan hierbij centraal. Het instituut voor Inter-Etnisch Management (IEM)
Brabants Ondersteuningsinstituut Zorg (BOZ)
Transcultural Psychosocial Organization (TPO)
De Stichting Brabants Ondersteuningsinstituut Zorg is
De Transcultural Psychosocial Organization (TPO) is een
de provinciale steunfunctie op het terrein van de zorg.
onafhankelijke non-profitorganisatie met het hoofd-
Het BOZ ondersteunt groepen burgers, maatschappe-
kantoor in Amsterdam. TPO is een expertise centrum
lijke organisaties, instellingen en overheden bij het
op het gebied van psychosociale hulpverlening en
verbeteren van de kwaliteit, bereikbaarheid en toe-
geestelijke gezondheidszorg aan overlevenden van
gankelijkheid van de zorg. BOZ ontwikkelt en imple-
oorlog en georganiseerd geweld. Mede doordat men-
menteert vernieuwende projecten op het gebied van
sen tegenwoordig meer nadenken over de invloed die
lokaal en regionaal zorgbeleid, sociaal beleid, oude-
gebeurtenissen hebben op hun leven, is de rol van TPO
renzorg, jeugdzorg, zorg voor verstandelijk gehandi-
belangrijk voor het herstel van gemeenschappen die
capten en geestelijke gezondheidszorg. BOZ levert in
door geweld of oorlog zijn getroffen. TPO richt zich
opdracht organisatie- en beleidsadvies, scholing, trai-
daarbij voornamelijk op de armste gemeenschappen
ning en interimmanagement. In opdracht van de pro-
die minimale toegang hebben tot basiszorg.
vinciale overheid realiseert het BOZ de ondersteu-
De hoofdactiviteiten van TPO zijn: ontwikkeling en uit-
ningsprogramma's: Ouderenzorg, Zorgvragersbeleid,
voering van psychosociale hulpverlening programma’s
Volksgezondheid en Sociaal beleid.
en onderzoek ter voorbereiding, ondersteuning en
Adresgegevens
evaluatie van deze programma's.
Willem II-straat 23, 5038 BA Tilburg
Adresgegevens
T 013 - 535 26 25
Keizersgracht 329 , 1016 EE AMSTERDAM
F 013 - 535 35 15
T 020 - 620 00 05
E
[email protected]
F 020 - 422 35 34
www.boznet.nl
E
[email protected] www.tpopom.org
B&A Groep Hoe zit de wereld in elkaar en hoe kunnen we ons handelen erop afstemmen? Simpel lijkende vragen die steeds moeilijker te beantwoorden blijken. Het maatschappelijk verkeer wordt alsmaar complexer en vereist voortdurend nieuwe vaardigheden. Bovendien worden er ook steeds hogere eisen aan ons optreden gesteld. Dit geldt ook voor beleidmakende organisaties, zowel binnen als buiten de overheid. Ze worden afgerekend op het resultaat van het gevoerde beleid, niet op nobele intenties. B&A Groep biedt het perspectief op beleid door een verhelderende kijk te bieden op het eigenlijke maatschappelijke probleem en door bruikbare handelingskaders. B&A ondersteunt organisaties bij het optimaliseren van hun maatschappelijk rendement. Adresgegevens Postbus 829, 2501 CV DEN HAAG Louis Couperusplein 2, 2514 HP DEN HAAG T 070 - 302 95 00 F 070 - 302 95 01 www.bagroep.nl
73
IVA
Antonius Organisatie en Advies
Het IVA is gelieerd aan de Universiteit van Tilburg. Da-
Soms heeft uw eigen organisatie of instelling niet de
gelijks werken ruim 70 professionals aan onderzoeks- en
juiste mensen beschikbaar. U wilt een creatieve doel-
adviesprojecten op het gebied van werk, onderwijs, in-
gerichte oplossing of themagerichte conferentie orga-
tegratie, veiligheid en zorg.IVA biedt door onafhanke-
niseren waarbij de betrokkenheid en participatie van
lijk onderzoek en advies nieuwe inzichten in sturings-
de deelnemers voorop staan. Voor dit soort situaties en
vraagstukken voor een duurzame samenleving.
vele andere heeft Antonius Organisatie en Advies een
Naast het realiseren van onderzoek- en adviesdiensten
breed pakket van diensten. Wij zijn actief binnen over-
vervult het IVA een actieve rol in het maatschappelijke
heid, overheidsorganisaties, non-profit instellingen en
kennislandschap. Onder meer door intensieve commu-
onderwijsinstellingen op het gebied van zorg, welzijn,
nicatie met de faculteiten van de Universiteit van Tilburg
arbeidsmarkt en interculturalisatie.
en door participatie in het maatschappelijk debat over
Antonius Organisatie en Advies maakt nooit gebruik van
sturingsvraagstukken in alle fasen van het beleidsproces
standaardoplossingen maar is altijd op zoek naar oplos-
Het IVA is voortgekomen uit de Universiteit van Til-
singen die úw organisatie nodig heeft, maatwerk dus.
burg; nog immer zijn er hechte relaties met deze we-
Adresgegevens
tenschappelijke instelling. Er wordt samengewerkt met
Wolfsven 21, 5646 JK Eindhoven
diverse instituten en faculteiten. Door de alliantie met
T 040 - 211 38 80
de UvT hebben de onderzoekers van het IVA rechtst-
F 040 - 21138 80
reeks en snel toegang tot de nieuwste wetenschappe-
E
[email protected]
lijke inzichten en mogelijkheden.
www.antoniusadvies.nl
Adresgegevens Universiteit van Tilburg, gebouw E 74
Warandelaan 2, 5037 AB Tilburg
Het instituut Beleid & Management Gezondheids-
Postbus 90153, 5000 LE Tilburg
zorg (iBMG)
T 013 - 466 84 66
Het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg
F 013 - 466 84 77
(iBMG) vormt met 550 studenten en 120 medewerkers
E
[email protected]
een zelfstandig cluster binnen het Erasmus MC, Uni-
www.iva.nl
versitair Medisch Centrum Rotterdam. Het instituut verzorgt onderwijs en onderzoek op het terrein van beleid en management in de gezondheidszorg. Het onderzoek van het iBMG bestrijkt het brede terrein van beleids- en management vraagstukken zoals die zich voordoen in de gezondheidszorg: bij de zorgverlening zelf, binnen en tussen organisaties, op sectoraal, nationaal en internationaal niveau. Adresgegevens Complex Woudestein (L-gebouw) Burgemeester Oudlaan 50 Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam T 010 - 408 85 55 / 85 25 www.bmg.eur.nl
75
Bijlage 1
Leden van de Commissie Interculturalisatie doorde jaren heen
76
Commissie 2004
Overige Commissieleden en leden van de Stuurgroep Allochtonenbeleid 1999-2003
Mieke Heringa, Altrecht voorzitter 2002 - 2004 Leen van Leersum voorzitter 2001-2002, De Meren,
Leen Joele, Parnassia, voorzitter 1999-2001
lid 2002-2004, De Meren, Emergis
Ahmed Aboutaleb, Forum, adviseur, lid 1999-2002
Roxanne Vernimmen, GGZ BuitenAmstel/ Dijk en Duin,
René Grotenhuis, Pharos, lid 2001-2003
lid 2001-2004
Jaap van der Haar, Arta, lid 1999-2002
Irish Verweij, Het Spalier lid 2001-2004
Frans Que, adviseur, lid 1999-2003
Ellen van Hummel, Parnassia, lid 2002- 2004
Christina Smith, Riagg Zaanstreek/Waterland,
Armin Voogt, Bavo RNO Groep, lid 2001-2004
lid 2001-2002
Monica van Berkum, Pharos, lid 2003-2004
Gerda van Lieburg, Pameijer Keerkring lid 2001-2003
Jan Lawalata, Tjandu, adviseur, lid 1999-2004
Victor Vladár Rivero, Parnassia, lid 2001- 2003
Willem van Hezewijk, GGZ Midden-Brabant,
Paul van der Linden, Centrum Maliebaan, lid 2002
lid 2001-2004
Jan Burger, Riagg Amsterdam Oost, lid 1999-2001
Elisa Carter, Riagg Maastricht, lid 2001-2004 Kees Laban, GGZ Drenthe, lid 2002-2004.
Bijlage 2
Coördinatie Actieplan interculturalisatie
Leden Projectteam Interculturalisatie GGZ Nederland Kristel Logghe, projectleider interculturalisatie Fouzia Kassi, projectmedewerker interculturalisatie Anna de Rijk, projectondersteuning Marten Hoekstra, beleidsmedewerker/projectleider ggz asielzoekers Etja Mahakena, beleidsmedeweker/secretaris platform multiculturele verslavingszorg (tot 1 januari 2004) Margriet Paalvast, projectondersteuning/uitvoering Marja van Minnen, beleidsmedewerker communicatie Jeanette Daggelder, beleidsmedewerker werkgevers & arbeidszaken Jacqueline Mastenbroek, beleidsmedewerker forensische psychiatrie Eveline van der Aa, beleidsmedewerker interculturalisatie/ggz aan asielzoekers (tot 2002)
77
78
79
80
Uitgave Dit is een uitgave van GGZ Nederland in het kader van het Actieplan Interculturalisatie. De uitvoering van het Actieplan is mogelijk gemaakt met subsidie van het ministerie van VWS
Tekst IVA, Margriet Paalvast, Fouzia Kassi, Kristel Logghe
Interviews Véronique Huibregts
Ontwerp Taluut Utrecht
Drukwerk Drukkerij Atlas, Soest
Oplage 750 exemplaren
Publicatienummer 2004-274
ISBN 90-72513-36-3 ?????????????????
Bestellen Deze publicatie is te bestellen bij GGZ Nederland, o.v.v. het publicatienummer. e-mail:
[email protected] Prijs: € 7,-