FRATERS CMM 2/10
| twee profeten van barmhartigheid | namibie: hoop voor de toekomst | geroepen door de armen | gods trouwe liefde voor zijn mensen 1
Inhoud
column van de algemene overste
4
rond frater andreas
Mission statement
Colofon
Barmhartigheid is van alle tijden en plaatsen.
Fraters CMM (voorheen Ontmoetingen) is het driemaandelijks contactblad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid (‘Fraters van Tilburg’ of ‘Fraters CMM’). Een abonnement is gratis (aanvragen via adres hieronder). ISSN 1574-9193
Barmhartigheid staat centraal in alle wereldgodsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en islam. De beweging van barmhartigheid heeft een spoor getrokken in de geschiedenis. De verschillende vormen waarin zij verschijnt, zijn uitdrukking van de samenleving waarin zij ontstond en van de spiritualiteit die haar draagt. De Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid is geworteld in de christelijke barmhartigheid.
5
Redactie: Rien Vissers (hoofdredacteur), frater Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, frater Lawrence Obiko, frater Ronald Randang, frater Jan Smits, Peter van Zoest (eindredacteur) Ontwerp en opmaak: Heldergroen www.heldergroen.nl Druk:
DekoVerdivas, Tilburg
Contact: Fraters CMM, Gasthuisring 54 5041 DT Tilburg tel.: 013 5432777 (Rien Vissers) fax: 013 5441405 e-mail:
[email protected] website: www.cmmbrothers.org Een vrijwillige bijdrage als tegemoetkoming in de kosten is welkom op ING-bankrekening 106 85 17 t.n.v. Fraters CMM Tilburg
Foto omslag voor: Leerlingen van een middelbare school in Nairobi waar fraters aan verbonden zijn. Foto omslag achter: Beeld van Louise de Marillac in het moederhuis van de Dochters der Liefde te Parijs (foto: frater Ad de Kok).
Verloren zoon, Rembrandt 2
twee profeten van barmhartigheid
6
schok voor congregatie
10
namibie: hoop voor toekomst
11
Van de redactie De restyling van Fraters CMM heeft veel en positieve reacties opgeroepen. De overgang van twee kleurtinten naar full color is goed aangeslagen. De nieuwe, heldere opmaak met kortere artikelen, sneller nieuws en vooral het creatiever verwerken van foto’s valt bij de lezers goed in de smaak. Het streven is er nu vooral op gericht om meer bijdragen uit de regio’s en provincies in het Zuiden te krijgen, om van Fraters CMM nog meer een internationaal visitekaartje van de congregatie te maken. In dit nummer start een nieuwe rubriek: ‘Overweging’. Daarin biedt het congregationele blad ruimte aan fraters om gedachten te delen over hun roeping als barmhartige broeder. De Keniaanse frater John Karungai bijt het spits af met een overweging bij Jesaja 49,16: “Kijk, in mijn handpalmen heb Ik u geschreven, en uw muren staan mij voortdurend voor ogen”. De algemene overste, frater Broer Huitema, gaat in zijn column in op de recente meldingen in de media over seksueel misbruik binnen de katholieke kerk in Nederland. In de congregratie van de Fraters CMM is geschokt gereageerd op gerapporteerd misbruik op instituten en scholen van fraters. De algemene overste beklemtoont er alles aan te zullen doen om te zorgen dat slachtoffers erkenning krijgen voor het leed dat hen is aangedaan. Dringend noodzakelijk zijn nu volledige openheid, transparantie en een onafhankelijk onderzoek naar de omvang en oorzaken. Er zal veel tijd nodig zijn om alles te verwerken.
barmhartigheid: een uitdaging
16
stichtersdag in mosocho
18
geroepen door de armen
14
gods trouwe liefde voor zijn mensen
kort nieuws internationaal
20
in memoriam
19
22 3
Column
VAn de algemene overste
Fraters zijn geroepen om de weg van barmhartigheid te gaan. Ik heb in mijn leven veel medebroeders ontmoet die met volle inzet die weg zijn gegaan en als barmhartige broeders hebben gewerkt en geleefd. We weten allemaal dat we dit ideaal van barmhartigheid en broederschap slechts in gebrokenheid kunnen realiseren en dat we onderweg fouten maken. Helaas worden we de laatste tijd geconfronteerd met verhalen over medebroeders die ver waren afgedwaald van de weg van barmhartigheid en kinderen hebben misbruikt die hen waren toevertrouwd. Medebroeders die misbruik hebben gemaakt van het vertrouwen dat hun door de congregatie en de maatschappij werd gegeven. Zoals veel mensen zijn we overvallen door de berichten uit de media en de reacties daarop. We voelen ons beschaamd dat misbruik in zo’n omvang heeft kunnen gebeuren. En het spijt ons meer dan we kunnen zeggen. Het is goed dat slachtoffers, die jarenlang hebben moeten zwijgen, alsnog erkenning krijgen. En als congregatie staan we open voor gesprekken met deze slachtoffers. Het is ook goed als er degelijk en onafhankelijk onderzoek plaatsvindt naar de precieze omvang en naar de oorzaken. Zodat we er allemaal van kunnen leren voor de toekomst en we kunnen meewerken aan de uitbanning van seksueel misbruik en mishandeling van kinderen, waar ter wereld en door wie ook. Naar aanleiding van alle negatieve berichten krijgen we ook reacties van mensen die zeggen dat ze een goede tijd bij de fraters hebben gehad. Veel mensen zeggen dat de fraters veel hebben betekend voor het onderwijs en de opvoeding in Nederland. Het is goed dat te horen en we beseffen dat zelf ook. Ik ben ook trots op wat medebroeders tot stand hebben gebracht en nog tot
4
stand brengen. Toch worden we nu pijnlijk herinnerd aan de schaduwzijde van die geschiedenis. En het vraagt tijd om dat te verwerken. Fraters blijven geroepen om de weg van barmhartigheid te gaan. De laatste decennia hebben we ons als congregatie sterk willen maken voor het ideaal van barmhartigheid en broederschap, door nieuwe wegen in te slaan, door nieuwe initiatieven te nemen. Dat mag natuurlijk niet verloren gaan. We moeten en willen ons blijven inzetten. En één van de belangrijke verworvenheden is dat we die weg van barmhartigheid en broederschap samen met anderen willen gaan. Dat behoedt ons ook, verkeerde wegen in te slaan. Het is de beste garantie voor openheid en transparantie. Samen met anderen de schouders zetten onder die evangelische opdracht tot barmhartigheid en broederschap: in de samenleving van vandaag is dat noodzakelijker dan ooit. We hopen dat u ons wilt helpen, om aan die roeping en opdracht te blijven werken.
frater Broer Huitema
rond frater andreas
Opnieuw kloosterling Toen frater Andreas op zijn zeventigste gezondheidsproblemen kreeg, werd hij door het bestuur van de congregatie vrijwel meteen overgeplaatst naar een communiteit in Tilburg. Zijn medebroeders beseften dat dit voor hem ingrijpend moest zijn. Hij had immers meer dan vijftig jaar op het internaat van Ruwenberg gewoond en leek geheel met het huis en onderwijsinstituut te zijn vergroeid. Hij werkte er van 1861 tot 1912 en zonder zichzelf te ontzien zette hij zich al die jaren in voor telkens nieuwe generaties leerlingen en fraters. Bijna zijn hele leven speelde zich af binnen de begrenzing van het park, waarvan hij de beuken als sprietjes had helpen planten om ze later tot volle hoogte te zien uitgroeien. Wie hem vroeg hoe hij het vond om Ruwenberg te verlaten, kreeg evenwel een vriendelijk antwoord: “Ik ben er dankbaar voor, omdat ik weer opnieuw kloosterling kan gaan worden.’ Opnieuw kloosterling worden? Als er één frater was geweest die midden in het drukke en bedrijvige schoolleven tot in de kleinste details aan het religieuze leven had vastgehouden, dan was het frater Andreas. Misschien had zijn gebedsleven er soms wat onder geleden als leerlingen en medebroeders hem kwamen storen, misschien was hij wat te vaak afgeleid geweest of stilte te kort gekomen. Maar zou hij echt het gevoel hebben gehad dat hij niet genoeg als kloosterling had geleefd? Wat zou frater Andreas bedoelen met ‘opnieuw kloosterling worden’?
Slaapkamer frater Andreas in het fraterhuis Heuvel in Tilburg van 1913 tot zijn dood in 1917.
Frater Andreas zag de verhuizing naar het fraterhuis aan de Bosscheweg in Tilburg kennelijk als een kans om zijn religieuze leven te vernieuwen. Het zou als een nieuw noviciaat voor hem zijn, een tijd waarin hij de wereld achter zich liet en zich van alles moest ontzeggen, om er een nieuwe gemeenschap en een nog vertrouwdere omgang met God voor terug te vinden. Het zou een tijd zijn waarin hij zijn gebedsleven verder kon verdiepen en de stilte intenser kon beleven. Frater Andreas besefte dat er verschillende periodes waren in een fraterleven: naast jaren van zich actief inzetten en voluit deelnemen aan de gezamenlijke zending, waren er ook jaren van bezinning en stille contemplatieve groei. De overgang van het ene naar het andere soort leven zou moeilijk zijn, maar hij zei eenvoudigweg dat hij er dankbaar voor was om beide te mogen beleven. Charles van Leeuwen
5
INTERNATIONAAL
Twee profeten van barmhartigheid Van 29 tot en met 31 januari namen de fraters Broer Huitema, Edward Gresnigt en zuster Mariëtte Kinker SCMM deel aan de bijeenkomst van de Internationale Hoofden van de Vincentiaanse Familie. De bijeenkomst vond plaats in het Moederhuis van de Dochters der Liefde in Parijs. De vergadering stond in het teken van het Vincentiaanse jubileumjaar 2010, waarin de 350ste sterfdag wordt herdacht van Vincent de Paul en Louise de Marillac, de twee grote ‘profeten van barmhartigheid’.
Zoektocht Zuster Antoinette-Marie Hance van de Dochters der Liefde, gaf een persoonlijke reflectie op het leven van Louise de Marillac. Daarin zag ze het liefdevolle plan van God voor zijn kerk, de samenleving en de armen. De diepe spiritualiteit van Louise de Marillac was het geheim van haar energie. Centraal voor haar stond de zoektocht naar de wil van God. Daarin werd ze zorgzaam begeleid door Vincent de Paul. De heilige Drie-eenheid, het mysterie van Christus’ menswording, de verlossing, Maria als Gods grootste meesterwerk en de eucharistie waren voor Louise genadebronnen van onmetelijke waarde. Louise was geboeid door de mensheid van Christus. Haar geestelijke en lichamelijke liefdewerken voor de armen waren voor haar een manier om de menswording en verlossing voort te zetten. Voor haar waren die liefdewerken de vindplaats van God.
Werklust
Robert Maloney CM, de voormalig algemene overste van de Lazaristen, gaf een overzicht van de verschui-
6
vingen die zich in de laatste vijftig jaar in kerk en wereld hebben voorgedaan. Ook de Vincentiaanse Familie, die vijftig jaar geleden nog uit een aantal ongelijkwaardige takken bestond, zoals de Lazaristen, de Dochters der Liefde en de Vincentiusverenigingen, heeft grote veranderingen ondergaan. Nu werken alle takken van de Vincentiaanse Familie in hun solidariteit voor de armen meer samen. Een houding van ‘geven aan de armen’ heeft plaatsgemaakt voor het bevorderen van meer gelijkwaardigheid door met arme mensen samen te werken. De verschillende aspecten van de rijke persoonlijkheid van Vincent de Paul zijn ook vandaag de dag nog uiterst belangrijk voor degenen die in zijn voetsporen willen treden. Uitermate belangrijk voor Vincentius was de relatie van Jezus als Zoon met zijn Vader. Die liefdesverhouding sprak Vincentius enorm aan en hij koesterde die in zijn gebedsleven. Vervolgens sprak Maloney over de fenomenale werklust van Vincentius, waarvan gezegd kan worden dat hij in de zeventiende eeuw door zijn veelzijdige activiteiten zo ongeveer het gezicht van de kerk veranderde. Want hij begreep de droevige situatie waarin de Franse kerk verkeerde. Het was een kerk die gekarakteriseerd werd door armoede, onwetendheid, verdeeldheid, oorlogen, en het gebrek aan ijver bij de priesters. Wat in 1617 in Châtillon met de ‘dienaressen
De deelnemers aan de vergadering bijeen. In het midden Gregory Gay, de algemene overste van de Lazaristen, geflankeerd door Zuster Evelyne Franc, algemene overste van de Dochters der Liefde en frater Broer Huitema, algemene overste van de Fraters CMM.
van de armen’ begon als een werk van liefdadigheid voor de armen is tegenwoordig het netwerk van de Internationale Associatie van Liefdewerken met meer dan 260.000 leden in 53 landen. In 1625 stichtte Vincentius de Lazaristen, ooit een van de grootste congregaties van de kerk, en samen met Louise de Marillac richtte hij de Dochters der Liefde op. Tijdens hun leven vestigden zij al zestig huizen. Tegenwoordig is de congregatie met 20.000 zusters in ruim tachtig landen aanwezig. Dertien huizen voor de vondelingen werden gesticht omdat er in Parijs elk jaar meer dan driehonderd bij de kerkdeuren werden achtergelaten. Vincentius zette zich in voor de hervorming van de geestelijkheid. Hij stichtte twintig seminaries en 12.000 priesterkandida-
ten deden hun retraite in St. Lazare, het moederhuis van de Lazaristen. Tijdens de vele oorlogen van de zeventiende eeuw organiseerde hij het ophalen van voedsel om hen die honger hadden of aan de pest leden te ondersteunen. Vincentius onderhield een enorme correspondentie. Hij schreef meer dan 30.000 brieven, waarvan nog maar een tiende bewaard is gebleven. Robert Maloney sprak de hoop uit dat voor de meer dan twee miljoen leden van de wereldwijde Vincentiaanse Familie het gebed een belangrijk element blijft in hun apostolische ijver en dat de evangelisatie en de menselijke waardigheid van de armen door armoedebestrijding hun prioriteit blijven behouden. Hij hoopte ook dat de Vincentiaanse Familie de strijd voor
7
Foto van Joannes Zwijsen, stichter van de congregaties van de Fraters CMM en de Zusters SCMM, geprojecteerd tijdens de bijeenkomst.
gerechtigheid vergezeld zal blijven laten gaan met barmhartigheid en vindingrijk zal blijven om fundamentele veranderingen teweeg te brengen door actief te blijven in het ‘zaaien van zaadjes’ van vrede.
Haïti
Tijdens de vergadering werd veel aandacht geschonken aan Haïti. Allereerst vanwege de enorme aardbevingsramp die 12 januari plaatsvond, maar ook omdat de Vincentiaanse Familie voor dit jubileumjaar Haïti heeft gekozen als ‘pilot-project’. In samenwerking met Fonkoze, de grootste microkrediet-organisatie in Haïti, is ‘Zafen.org’ opgericht. ‘Zafen’ is een Creools woord dat ‘Het is onze zaak’ betekent. De website www.zafen. org die op 1 april 2010 gelanceerd werd, is ontwikkeld om de wereldgemeenschap van kredietverschaffers en donoren die in de kracht van de kleine ondernemers geloven, samen te brengen om de economie van de
8
Haïtiaanse gemeenschap te versterken en om banen te creëren voor hen die in een van de armste landen van de wereld leven. In de uitnodiging voor de bijeenkomst in Parijs werd ieder lid gevraagd een presentatie over een “dynamisch en creatief apostolaat of project” te verzorgen.
Indrukwekkende projecten Tijdens de driedaagse bijeenkomst in Parijs passeerde een tiental indrukwekkende projecten de revue, die laten zien dat het charisma van Vincentius missie in de Vincentiaanse Familie nog springlevend is. In dat kader verzorgde frater Broer Huitema, algemeen overste van de Fraters CMM, een presentatie over het werk van frater Linus Schoutsen, die zich het lot aantrekt van mensen die in de 96 gevangenissen van Kenia opgesloten zitten. Hij trok vergelijkingen met de aandacht en zorg die Vincentius had voor de gevan-
Vincent de Paul opgebaard in de kapel van het moederhuis van de Lazaristen in Parijs.
Reliëf met Louise de Marillac in het moederhuis van de Dochters der Liefde in Parijs.
genen van zijn tijd. Voor beiden gaat het om de door God gegeven waardigheid van de mens, die ondanks alles, ten diepste gerespecteerd moet worden. De Zusters SCMM waren voor het eerst in dit forum uitgenodigd met het doel om binnen de Vincentiaanse Familie een grotere samenwerking met gelijksoortige congregaties tot stand te brengen. Zuster Mariëtte Kinker, vicares van de Zusters SCMM, gaf een overzicht van het ontstaan, de inspiratie en het werk van de congregatie. Ze vertelde dat het tegenwoordig ondenkbaar is dat de vorming van jonge zusters zonder de Vincentiaanse spiritualiteit verloopt en ook dat er in verschillende landen samenwerkingsverbanden worden aangegaan met congregaties in de Vincentiaanse traditie.
Gevangene in Kenia. Frater Linus Schoutsen werkt aan projecten om Keniaanse gevangenen te ondersteunen bij hun terugkeer in de samenleving.
frater Edward Gresnigt
9
kort nieuws
Seksueel misbruik schokt congregatie “We zijn allemaal erg geschrokken van de berichten in de media over seksueel misbruik van kinderen binnen religieuze instituten en binnen de kerk. We hebben helaas moeten constateren dat het ook een aantal van onze eigen instituten en scholen betreft. Zelfs namen van medebroeders werden soms vermeld. Dat alles heeft ons diep geraakt en ook in verwarring gebracht.” Zo begint de algemene overste van de Fraters CMM een uitvoerige brief, die 2 april is verstuurd aan de fraters, geassocieerden en degenen die nauw bij de congregatie betrokken zijn. De brief is een eerste reactie van de algemene overste op onthullingen in de media door slachtoffers van seksueel misbruik. Hij reageerde ook met een ingezonden brief in het Brabants Dagblad.
In beide brieven heeft de algemene overste openlijk de verantwoordelijkheid genomen door tot uitdrukking te brengen dat het hem verschrikkelijk spijt dat dit de slachtoffers is overkomen. Hij heeft aangegeven bereid te zijn hen te ontvangen, naar hun verhaal te luisteren en hen eventueel te attenderen op het inschakelen van de door de bisschoppen en de hogere oversten in het leven geroepen instelling ‘Hulp en Recht’ waar gevallen van seksueel misbruik gemeld kunnen worden. Het generaal bestuur van de Fraters CMM wil op korte termijn met voorstellen komen ten aanzien van protocollen in verband met seksueel misbruik, die gelden voor de gehele congregatie, maar aangepast worden aan de lokale situatie.
Nieuwe bewegwijzering generalaat ‘Generalaat Fraters CMM’ staat sinds 18 april te lezen op de voorgevel van het bestuurlijk hoofdkwartier van de congregatie in Tilburg. Links naast het opschrift prijkt het nieuwe logo van de congregatie, dat samen met een nieuwe huisstijl is ingevoerd. Allerlei congregationele uitingen hebben nu een uniforme, herkenbare uitstraling: van briefpapier en visitekaartjes tot het blad Fraters CMM. Op dezelfde dag dat de letters boven de entree van het generalaat werden bevestigd, is ook de nieuwe bewegwijzering rond het gebouw aangebracht.
10
Namibië
De Indonesische ambassadeur met zijn vrouw (midden), fraters en enkele leden van de ambassadestaf.
Kersttijd in Namibië:
hoop voor de toekomst Na een jarenlange daling van het aantal fraters in de CMM-regio Namibië is het tij aan het keren. In 2000 waren er nog slechts drie fraters en zag de toekomst er somber uit. Maar sindsdien is de belangstelling voor het fraterleven gegroeid en zijn er regelmatig Namibische kandidaten. Frater Hermenegildus Beris, regionaal overste van de Fraters CMM in Namibië, bericht over de wijze waarop de fraters de kersttijd doorbrachten in Windhoek. Vol hoop zijn ze 2010 ingegaan. Met het groeiende aantal Namibische fraters in de regio en in het huis, was de tijd rijp voor hen om kerstdecoraties te verzorgen waar ze hun culturele achtergrond in tot uiting konden laten komen. Besloten werd een kerststal te maken in de vorm van een traditioneel Namibisch huis. Het was een mooie bijdrage om op een wijze die past bij
hun cultuur gestalte te geven aan het kerstgebeuren. Op kerstavond gingen enkele fraters naar de viering bij de zusters benedictinessen in Nubuamis. Deze begon om 19.30 uur. Anderen bezochten de St. Mary’s Cathedral om van 11.00 tot 12.00 uur kerstliederen te zingen, waarna de nachtmis werd gevierd.
11
Namibië
De St. Mary’s Cathedral in Windhoek.
Het gebouw van de Indonesische ambassade.
Voor degenen die graag in een overvolle kerk zingen met alle registers van het orgel open, was dit geweldig! Het brengt je in de juiste kerststemming met traditionele maar ook met lokale kerstliederen.
nesische ambassadepersoneel begeleidden hen op marimba en met de gitaar. Een van de liederen ging over het verdriet dat ze voelden, om met kerst zo ver van huis en hun ouders te zijn. De tranen welden op in hun ogen. Ook de Indonesische medewerkers van de ambassade brachten enkele kerstliederen in het Bahasa Indonesia ten gehore. De voorstelling werd afgesloten met een duet, gezongen door Andre Marie van het Holy Cross Sisters, afkomstig uit Mauritius, en onze econoom frater Richard Rumangun uit Indonesië, die het optreden begeleidde op gitaar. Vervolgens hield de ambassadeur zijn kersttoespraak. Hij uitte zijn blijdschap dat hij met zijn vrouw kerst mocht vieren met de religieuze gemeenschap. Voordat hij ons uitnodigde om naar de eetzaal te gaan, zongen we Silent Night en Felice Navidad.
Genoten Als CMM-familie kwamen we op Eerste Kerstdag bijeen in het fraterhuis aan de Jan Jonker Road. De fraters van de Abtstreet en die uit Sambyu gingen met ons aan tafel. We hadden een speciale lichte lunch voorbereid met het oog op de avondmaaltijd. Dit zijn de dagen die we ieder jaar samen als CMM-gemeenschap in Namibië doorbrengen in de geest van Kerstmis. ’s Avonds gingen we naar de ambassade van Indonesië, op uitnodiging van de Indonesische ambassadeur Leonardus Widayatmo en zijn vrouw Theresia. Beiden zijn diep-gelovige katholieken. Voorafgaand hadden we een plechtige vesperviering, waarbij we psalmen en antifonen zongen volgens de monastieke traditie. Vervolgens reden we naar de residentie van de ambassadeur waar we ons voegden bij een groep religieuzen en de priester van de plaatselijke parochie en zijn assistent. Nadat de ambassadeur ons welkom had geheten en ons een zalig kerstmis wenste, nodigde hij ons uit voor een optreden van studenten uit Papua, Indonesië, die op uitnodiging van de Namibische regering en gesponsord door Indonesië, studeren aan de ‘Polytechnic’, een universiteit in Windhoek. Ze vertolkten kerstliederen in het Bahasa Indonesia en Engels. De nummers waren prachtig en wij genoten van hun zang met vooral de opvallend diepe stemmen. Leden van het Indo12
Waardige afsluiting In de grote en mooi versierde eetzaal van de woning van de Indonesische ambassadeur, genoten we van een zeer speciaal menu van Indonesische gerechten en luisterden we naar meer liederen van de groep studenten uit Papua. Frater Richard bracht ook enkele liedjes ten gehore, waaronder By The Rivers Of Babylon. De ambassadeursvrouw legde ons uit hoe de exclusieve Indonesische schotels waren bereid. Dit diner was een waardige afsluiting van deze feestelijke kerstviering. Maar toen we afscheid namen van de ambassadeur en zijn vrouw maakte zich een zekere droefheid van ons meester omdat beiden volgend jaar vertrokken zouden zijn. De termijn van drie jaar voor de ambassadeur was
Het fraterhuis aan de Jan Jonker Road. bijna afgerond en binnenkort zou zijn opvolger aantreden. Ambassadeur Widayatmo en zijn vrouw hebben de katholieke kerk altijd een warm hart toegedragen en ons werk steeds gesteund. We zullen hen missen.
Donkere wolken Op Tweede Kerstdag, ‘Family Day’ geheten in Namibië, gingen enkele fraters op vakantie naar hun familie of naar de badplaats Swakopmund. De hittegolf die al enkele weken aanhield, ging onverminderd door. Wie afkomstig is van het noordelijke halfrond, kan in Namibië alleen maar dromen van een witte kerst. Geen sneeuw, geen vorst, maar meestal extreme hitte rond kerst. Dit jaar spande wel de kroon met een langdurige hete periode van enkele weken voor kerstmis tot oudejaarsavond. Toen verschenen er plotseling donkere wolken en werd Windhoek getroffen door enorm zware regenbuien. Omdat het er verboden is vuurwerk af te steken vanwege de huisdieren, organiseert de gemeente buiten de bebouwde kom een vuurwerkshow. Maar nu was deze afgelast wegens laaghangende bewolking. Dat kan gebeuren omdat we op twee kilometer hoogte leven.
Spannende tijden Op oudejaarsavond kwamen alle fraters bijeen in het huis aan de Jan Jonker Road. Klokslag twaalf uur wensten we elkaar gelukkig en gezegend Nieuwjaar en we bezegelden de wensen met een glas mousserende witte wijn. Het komende jaar hebben we Gods zegen meer dan nodig. We zullen de communiteit in Sambyu uitbreiden en een
nieuwe communiteit openen in Usakos waar de fraters een instituut voor wezen en kwetsbare en verlaten kinderen zullen overnemen. Dit werk van barmhartigheid is helemaal in de geest van onze stichter en speciaal ook van onze spirituele vader Vincent de Paul. Tevens beginnen enkele fraters belangrijke studies. Zij hebben alle steun nodig om zich voor te bereiden op onze werken van barmhartigheid. Op 1 mei arriveren twee novicen vanuit Kenia voor hun eerste professie. We hopen en bidden dat de eerste Namibische fraters later dit jaar hun eeuwige professie zullen doen. In de loop van januari komen de Namibische fraters terug van hun vakantie. Op 25 januari zal ook frater Paul Onyisi terugkomen uit Kenia. Daags daarna gaat frater Johannes Matteus naar Kenia, waar hij een cursus van drie maanden zal volgen, samen met Keniaanse medebroeders ter voorbereiding op hun eeuwige professie. Met hem gaan drie postulanten naar Kenia waar ze hun postulaat zullen vervolgen tot 1 mei, de dag waarop zij het noviciaat zullen beginnen. Die dag komen twee van onze novicen uit Kenia terug voor hun eerste professie. Dit zijn spannende tijden voor ons allemaal, maar we weten dat de andere CMM-provincies en -regio’s achter ons staan en ons zullen ondersteunen met hun gebeden en belangstelling. Vanuit dat besef wensen we jullie allen een gezegend 2010! frater Hermenegildus Beris
13
nederland
Geroepen door de armen (1) Frater Pieter-Jan van Lierop schreef voor het oecumenische spiritualiteitsblad ‘Herademing’ een bijdrage over Vincent de Paul. Het artikel met als titel ‘Geroepen door de armen’ verscheen dit jaar in het maartnummer van de kwartaaluitgave. ‘Fraters CMM’ neemt het in drie delen over, te beginnen in deze editie. In de zeventiende eeuw ontdekte Vincent de Paul dat een barmhartige relatie met de armen je bij de diepten van jezelf brengt, je leven verandert en je tot Gods nabijheid voert. Dat groeiproces kwam op gang toen hij zich geroepen wist door God via de armen. Dit vincentiaanse gedachtegoed is nog steeds en juist nu springlevend.
Diepten In de christelijke spiritualiteit gaat het altijd om verdieping, bekering en ervaring: over wegen om bij de diepten van jezelf te komen, om te gaan leven overeenkomstig die diepten en daarin de ruimte te vinden God te ervaren. Een van de mensen die dit in zijn leven ervaren heeft is Vincent de Paul (1581-1660). Vincent de Paul werd geboren in Pouy in het zuiden van Frankrijk. Zijn ouders waren arme boerenmensen. Om zich uit de armoede te ontworstelen stond in feite maar één mogelijkheid open: een kerkelijke carrière. Als jongen van een jaar of vijftien ging hij bij een bevriende pastoor voor priester leren. In 1600, op negentienjarige leeftijd, werd hij al gewijd en probeerde hij pastoor te worden van een grote parochie met veel inkomsten. Hij werd ook in zo’n parochie benoemd door zijn bisschop, maar door de parochianen meteen weer buitengezet als een onbenullige profiteur. Na veel omzwervingen, onder andere ook in Rome, en de afronding van een studie in de theologie, ging hij zijn geluk beproeven in Parijs. Maar ook daar schoot de Paul. het niet op met zijn carrière en leed hij Vincent een armoedig bestaan als hulppastoor in het paleis van de Franse koningin. Dankzij goede geestelijke begeleiding, onder andere van de beroemde Pierre de Bérulle, ging hij 14
zijn priesterroeping serieuzer beleven en begon hij oog te krijgen voor het lot van de armen. Hij kreeg het materieel beter toen hij huisleraar werd van de kinderen De Gondi, een van de invloedrijkste families in het zeventiendeeeuwse Frankrijk.
Ommekeer Op 25 januari 1617 kwam de grote ommekeer in zijn leven. Op die dag preekte hij op een landgoed van De Gondi’s en kwam er in contact met de plaatselijke bevolking. Hij werd totaal verpletterd door de armoede en de geestelijke verwaarlozing van deze mensen. Voor Vincent bleef er nog maar één ding over: het dienen van de armen. Dit bekeringsproces werd nog versterkt door zijn vriendschap met Franciscus van Sales. Deze bisschop van Genève in ballingschap was een van de belangrijkste schrijvers over spiritualiteit van zijn tijd. Mede door zijn invloed werden de ervaringen van Vincent met de armen aanmerkelijk verdiept. Intussen ging het goed met zijn carrière, nu niet meer gericht op de belangen van zichzelf en zijn familie, maar op de armen. Hij werd hoofdaalmoezenier van de Franse vloot in 1619 en later lid van een gewetenscommissie die de Franse koning rechtstreeks adviseerde. Daarmee werd hij een van de invloedrijkste mensen van het Frankrijk van de zeventiende eeuw.
‘Dochters der Liefde’ Zijn bezieling, mentaal evenwicht en organisatietalent lokte veel mensen naar de dienst van de armen. Het begon met de dames die hij in salons van de De Gondifamilie ontmoette en later in de salons van vele voorname Parijzenaars. Deze dames hebben Vincent vooral financieel ondersteund, zodat zijn werk mogelijk werd.
Er kwamen priesters om met hem mee te werken en in 1625 stichtte hij de Congregatie van de Missie, een congregatie van priesters die zich bezighield met armenzorg, de hernieuwing van het parochieleven en de priesteropleiding op de seminaries die toen overal, op instigatie van het Concilie van Trente, opgericht werden. De dames uit hogere kringen bleken ongeschikt te zijn voor de directe armenzorg. Hun huishoudelijk personeel was daarvoor wél geschikt en zo ontstond het idee om meisjes uit de lagere standen te organiseren tot een vaste, dienstbare groep. Toen hij Louise de Marillac bereid vond deze groep meisjes te begeleiden, groeide die uit tot een gemeenschap van religieuze vrouwen. Vincent stichtte geen zustercongregatie. In die tijd hoorden zusters thuis in contemplatieve kloosters en mochten niet in de maatschappij actief zijn. Vincent had ze juist nodig in de huizen van de armen, de gevangenissen, bij de galeislaven en in de ziekenhuizen. De congregatie van de paters en vooral de gemeenschap van de ‘Dochters der Liefde’, zoals hij zijn religieuze vrouwenorganisatie noemde, werden grote groeperingen. Tot nu toe hebben de Dochters der Liefde wereldwijd meer dan 20.000 leden. Daarnaast zijn er in de eeuwen na de dood van Vincent en Louise tot in onze tijd congregaties gesticht in vincentiaanse geest, zelfs in de Anglicaanse kerk. Het aantal vincentianen is het meest toegenomen toen een Franse universiteitsdocent, Frederique Ozanam, in het midden van de negentiende eeuw begon met Vincentiusverenigingen ten dienste van de armen. Deze verenigingen, die vooral parochiaal georganiseerd zijn, tref je over de hele wereld aan en hebben meer dan één miljoen leden. frater Pieter-Jan van Lierop 15
kenia
Gebouw op het terrein van het Oyugis Integrated Project.
Barmhartigheid: een uitdaging Het Oyugis Integrated Project (OIP) in Kenia is gericht op een geïntegreerde aanpak van de aidsproblematiek. Naast medische zorg besteedt het project aandacht aan voorlichting, ontwikkeling, sportbeoefening en religieuze activiteiten. De Namibische frater Jason Iipumbu beschrijft hoe hij tijdens zijn noviciaat kennis mocht maken met het werk van OIP. In de leefregel van de Fraters CMM staat: “Na een bepaalde tijd kan de novice deelnemen aan vormen van dienstbaarheid buiten de communiteit.” Mijn dank en waardering gaan uit naar OIP-coördinator, frater Leo van de Weijer, die me de kans gaf om deel te nemen aan dit werk van barmhartigheid.
Barmhartige broeder Het is een belangrijke periode voor me geworden. Ik heb meegedraaid in alle afdelingen: medisch, agrarisch en maatschappelijk. Daarbij heb ik geprobeerd in praktijk te brengen wat ik tijdens het noviciaat geleerd heb over 16
barmhartigheid en broederschap. De teamleden van het OIP hebben me daarbij goed geholpen. Ze hebben me steeds gesteund om als een barmhartige broeder te leven. Het OIP helpt vele mensen, vooral die mensen die aan de rand van de samenleving staan en genegeerd worden door anderen. De ervaring van het wassen van een van die verschoppelingen in het ziekenhuis zal me altijd bijblijven. Ik kan iedereen verzekeren dat dit voor mij een grote uitdaging was, temeer omdat de man zelf niets kon. Ik had ook volop de kans om te praten met mensen die direct of indirect zijn getroffen door aids. Het viel me op hoe vrij ze zich voelden om hun gevoelens te laten
Beelden van een viering op het Oyugis Integrated Project.
spreken en zo intens de problemen konden delen die ze op hun levensweg tegenkwamen.
Spirituele steun Als je betrokken bent bij dit werk van barmhartigheid, vereist dat een totale overgave. Je moet jezelf geven. Dat is gemakkelijk gezegd, maar het is een grote uitdaging om het ook werkelijk te dóen. Voor de mensen die we helpen is het vervolgens ook een uitdaging om op dezelfde manier anderen tegemoet te treden en te helpen. Het is goed om te zien dat sommigen dat inderdaad al doen. Het OIP probeert mensen te helpen om zelfstandig door het leven te gaan en zich open te stellen voor anderen: om vreugde en verdriet te delen. Ik was onder de indruk van de teamleden van het OIP. Ze werken hard, stuk voor stuk, en helpen op verschillende manieren de mensen die in nood verkeren. Ze helpen niet alleen in materiële zin, maar zijn ook een spirituele steun. Vanuit het project krijgen ze daarvoor de nodige geestelijke voeding en begeleiding. Ik zou graag al die mensen die betrokken zijn in dit werk van barmhartigheid willen aansporen om door te gaan met het helpen van de mensen in nood. Ik beloof ze te gedenken in mijn gebeden en vraag Gods zegen over hen. frater Jason Iipumbu 17
kort nieuws
Mosocho-communiteit viert Stichtersdag De congregatie van de Fraters CMM viert jaarlijks op 16 oktober, de sterfdag van Joannes Zwijsen, ‘Stichtersdag’. In Kenia vond deze vorig jaar voor het eerst plaats op communiteitsniveau. “Om praktische redenen hadden we in Mosocho de viering van Stichtersdag verplaatst naar zaterdag 17 oktober”, noteert Francis Ogero, econoom van de communiteit aldaar desgevraagd in een terugblik. “Het bestuur van de Kardinaal Otunga School had toegezegd de eucharistieviering bij te wonen. Het schoolkoor zou de viering luister bijzetten. De eucharistieviering begon om vijf uur in de middag in de hoofdkapel van de fraters, de Cardinal Otunga High School Chapel, geleid door de verantwoordelijke parochiepriester Lawrence Mandere. Studenten, schoolleiders, ouders en andere gelovigen waren aanwezig. Er werd gezongen en gedanst toen de mis begon met de fraters in hun witte togen. De viering stond helemaal in het teken van onze stichter.” Na de mis zette de communiteit met een dertigtal genodigden de viering van Stichtersdag voort in het fraterhuis. Frater Athanasius Onyoni, de vroegere provinciale overste van Kenia, was uitgenodigd om het woord tot de aanwezigen te richten. De communiteit had frater Sjaak Maas gevraagd een korte inleiding te houden over de geschiedenis van de congregatie. Frater Francis: “Na een dankwoord van frater Athanasius volgde het lang verwachte aansnijden van de
cake, begeleid door zang en dans. Het was werkelijk een memorabele dag voor alle aanwezigen, maar vooral voor de fraters.”
De Cardinal Otunga High School Chapel in Mosocho.
Fraters in Brazilië ondersteunen Belo Vale De gemeenschap van Belo Vale is onderdeel van de gemeente São Joaquim de Bicas in de provincie Minas Gerais, Brazilië. Het is een van de vijf gemeenschappen rond het Retiro São Vicente, het ontmoetingscentrum en retraitehuis van de congregatie. Belo Vale is de armste van de gemeenschappen. In de loop der jaren hebben de fraters enige hulp geboden op materieel en geestelijk gebied. De patroon van de gemeenschap is de heilige Sebastianus, wiens feestdag op 20 januari valt. De gemeenschap had frater Nicácio Huiskamp uitgenodigd om bij de viering van de opening van de noveen
18
ter ere van de heilige op 8 januari en ook op 15 januari voor te gaan. Op zondag 17 januari, op het eind van de noveen, werd het feest van de patroon plechtig gevierd. De kapel waar de vieringen worden gehouden is te klein geworden voor de gemeenschap. De bouw van een groter gebedshuis is echter niet haalbaar vanwege de armoede. Niettemin wordt de steun van de fraters voor de gemeenschap van Belo Vale door de mensen in de streek zeer gewaardeerd. De fraters zullen die steun blijven verlenen.
overweging
Fraterhuis Sigona, Kenia, waar het noviciaat van de fraters is gevestigd.
Gods trouwe liefde voor zijn mensen De trouw van God aan zijn volk heeft me doen nadenken over mijn eigen trouw aan God, zowel in mijn roeping als in mijn dienst aan de mensen waartoe Hij mij geroepen heeft. Trouw aan God en onszelf is belangrijk om onze zending te volbrengen in het getuigen van barmhartigheid in de wereldwijde broederschap. “Kijk, in mijn handpalmen heb Ik u geschreven, en uw muren staan mij voortdurend voor ogen” (Jesaja 49,16). In de afgelopen jaren heeft dit vers me geholpen mijn roeping als ‘frater van barmhartigheid’ op een andere manier te bezien. Alles wat ik heb gedaan ontstond niet uit mijn eigen kracht, maar omdat Jezus, de Barmhartige, onze Broeder, me in de palm van zijn handen heeft gedragen, waarin veiligheid is en liefdevolle zorg. “Het dienstbaar-zijn is onze levensopdracht”, staat te lezen in onze leefregel (29). Dit kan alleen als we liefde voor de armen hebben en onszelf iedere dag weg kunnen geven. Het noviciaat was voor mij een bron van inspiratie, maar ook een zegen omdat het me er meer toe gebracht heeft gedragen te mogen worden in de handen van onze Barmhartige Broeder. Als iemand trouw blijft aan zijn roeping, geloof ik dat Hij de genade zal geven om werkelijk trouw te blijven. Dit was mijn vreugde omdat het werkelijkheid geworden is tijdens mijn noviciaat. Ik
ben gegroeid in mijn gebedsleven, in het gemeenschapsleven, in het dienstbaar zijn en in het bewustzijn dat Hij me zal dragen in welke situatie ik ook ben. Ik put kracht uit het vierde hoofdstuk van onze constituties, ‘Gedragen door God’, omdat wij “ons bestaan met al zijn zorgen en vreugden ontvangen uit zijn hand” (249). Tijdens de vorming worden we opgeroepen ons over te geven, om te doen wat de Heer ons vraagt te doen. “Onze dienst in de wereld verrichten wij vanuit ons geloven in Christus” (251). Deze woorden uit onze leefregel hebben me meer laten voelen dat ik gedragen wordt in de palmen van zijn handen en dat zijn trouwe liefde voor mij heel groot is. Wat ik terug kan geven is: altijd trouw blijven in alle situaties waarin ik tijdens mijn dienst in de wereld terecht kan komen. Ik bid dat ik trouw mag blijven. Ik vertrouw er op dat Hij me zal vergezellen in mijn ontwikkeling als barmhartige frater. frater John Karungai
19
kort nieuws
Opnieuw frater voorzitter vereniging priesters en religieuzen Kalimantan Op 22 januari gingen vijf fraters van de CMMcommuniteit van Tarakan, in Kalimantan, Indonesië, naar Tanjung Selor om in het bisschopshuis de jaarlijkse vergadering bij te wonen van de ‘Associatie van Religieuzen en Priesters’ van Tanjung Selor, waarvan frater Emanuel Lase voorzitter is. De vergadering werd door meer dan veertig mannelijke en vrouwelijke religieuzen van verschillende congregaties bijgewoond. Ook waren de diocesane priesters van Tanjung Selor aanwezig. De vergadering werd in de avond na aankomst geopend. Op de tweede vergaderdag waren er drie inleidingen. Bisschop Justinus Harjosusanto MSF van Tanjung Selor, gaf een overzicht van de situatie van de kerk in zijn diocees en maakte duidelijk op welke wijze effectief apostolaatswerk in Kalimantan kan gebeuren. Pater Kanis
Kopong sprak over de cultuur van Nusa Tenggara, de Kleine Soenda-eilanden, waartoe Flores behoort. De meerderheid van de katholieken in Kalimantan komt van Flores. Vervolgens werden de aanwezigen door pater Wan Ibung Natale B OMI, een missionaris uit Italië, op de hoogte gebracht van de cultuur van de Dayaks. Meer dan dertig jaar heeft hij onder het volk van Kalimantan geleefd. De Dayaks zijn de oorspronkelijke bewoners van het eiland Kalimantan. Het doel van zijn inleiding was onder meer, zijn pastorale ervaringen uit te wisselen. Op zondag 24 januari na de eucharistieviering, waarin de bisschop voorging, werd de bijeenkomst beëindigd met een evaluatie van het gehele programma en werd er een nieuw bestuur gekozen. Frater Franciscus Linus werd de nieuwe voorzitter van de associatie.
Viering ‘Dag Godgewijd leven’ in Nairobi In de basiliek van de Heilige Familie in Nairobi, Kenia, was op 2 februari een plechtige eucharistieviering bij gelegenheid van de ‘Dag van het Godgewijde Leven’. Hoofdcelebrant was kardinaal John Njue, aartsbisschop van Nairobi. De speciale dag is in 1997 door paus Johannes Paulus II ingesteld om in de kerk aandacht te vragen voor de religieuzen. De dag is ook bedoeld voor religieuzen om hun geloften te hernieuwen. In dat kader had kardinaal Njue de provinciale overste van de Fraters CMM in Kenia, frater Andrea Sifuna, uitgenodigd om aan het eind van de viering namens de mannelijke religieuzen te spreken. Frater Andrea benadrukte dat het de opdracht van de religieuze instituten is om hun charisma met niet-religieuzen te delen. “Religieuzen die voor leken hun deuren openzetten en de handen ineen slaan, zullen dit als een wederzijdse verrijking ervaren”, sprak hij. “Leken hebben een diep verlangen om binnen de eigen mogelijkheden van hun levensstaat de identiteit van hun spiritualiteit vanuit een duurzame bron te ontwikkelen.” 20
De basiliek van de Heilige Familie in Nairobi.
Lof voor de fraters in België Beeld van de dankviering.
Onder grote belangstelling is op 5 februari in de Sint-Servaaskerk te Lanaken, België, een dankviering gehouden bij gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de ‘Scholengemeenschap Lanaken’. Deze scholengemeenschap van secundair onderwijs kwam tot stand uit drie zelfstandige scholen: SintVincentius, opgericht en geleid door de Zusters van de H. Vincentius a Paulo, met algemeen vormend en technisch onderwijs voor meisjes; het H.-Hartcollege, een college van de Priesters van het H. Hart, met algemeen vormend onderwijs voor jongens; de Technische school Sparrendal, opgericht en geleid door de Fraters CMM, met technisch en beroepsonderwijs voor jongens. De drie congregaties waren oorspronkelijk elk met twee leden vertegenwoordigd in het schoolbestuur. Voor de Fraters CMM waren dit de fraters Eugène Nouwen en Sibrand Koenen. Laatstgenoemde werd tot voorzitter gekozen.
Regio Brazilië viert gouden jubileum
Hij heeft die functie gedurende vijftien jaren uitgeoefend. Tijdens een feestzitting in de avond van 5 februari kregen de fraters veel lof toegezwaaid voor hun belangeloze inzet voor onderwijs, opvoeding, jeugdwerk en pastoraal in Lanaken sedert 1929. Jos Arits, voorzitter van het schoolbestuur, zei onder meer: “De eerwaarde fraters van Tilburg waren reeds lang voor het ontstaan van de scholengemeenschap aanwezig in Lanaken. Zij hebben in onze gemeenschap bijna zeventig jaar inhoud en ontwikkeling gegeven aan de fundamentele opgave van elk christelijk schoolgebeuren. De fraters hebben getracht de evangelische boodschap van hun stichter wáár te maken en te belichamen in het verleden en ook nog in deze tijd. Statistieken noch grafieken, verslagen noch rapporten zullen er ooit in slagen de draagwijdte van dit werk weer te geven.”
Jos Arits, voorzitter van het bestuur van de scholengemeenschap.
De fraters in Brazilië.
Eind 2010 herdenkt de regio Brazilië dat op 2 december 1960 drie Nederlandse fraters aankwamen in Rio de Janeiro: Ignatius Beijers, Cristino Gemen en Leonis Puts. Drie dagen later zouden nog twee fraters arriveren: Everardus Huiskamp en Innocentio Staats. De fraters vonden onderdak bij de broeders maristen. Het programma voor de viering van het gouden jubileum wordt binnenkort opgesteld. 21
in memoriam
Frater
Frater
Leopoldo (J.M.) Remans
Jozef (P.H.) van der Wouw
Hij werd geboren in Zonhoven op 26 februari 1927 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 19 maart 1945. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1949. Hij overleed op 23 februari 2010 in het Madre Teresa Ziekenhuis in Belo Horizonte, Brazilië en werd begraven op het Parque da Colina Kerkhof te Belo Horizonte.
Hij werd geboren in Tilburg op 12 april 1931 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid, te Tilburg op 29 augustus 1948. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1953. Hij overleed op 8 april 2010 in woonzorgcentrum Joannes Zwijsen en werd begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed ‘Huize Steenwijk’ in Vught.
Het leven van frater Leopoldo werd gekenmerkt door eenvoud. Hij was een innerlijk vredige man die vreugde in het leven uitstraalde. Begaafd als hij was met een zeer helder verstand, stelde hij zijn talenten geheel ten dienste van de congregatie in verschillende landen en de functies die hij bekleedde tijdens zijn lange leven van bijna 83 jaar. Frater Leopoldo heeft bijna een halve eeuw als missionaris gewerkt in Congo en Brazilië. In Congo was hij leraar en directeur van het Collège St. André in Tshikapa waar jonge Congolezen werden opgeleid tot onderwijzer. In Brazilië heeft hij jarenlang mede verantwoordelijkheid gedragen in de leiding van communiteiten, en met name de financiële aspecten behartigd. Zijn diepe spiritualiteit baseerde hij op het evangelie en op de leefregel van de congregatie, met een duidelijke optie voor de armen. Actie en contemplatie gingen bij hem hand in hand. Hij was actief lid van een basisgemeenschap in Palmares en ondersteunde de bouw van kerkjes en kapellen in diverse favela’s. Hij hield van de natuur waarin hij de schoonheid en tederheid van de Schepper ontmoette. Zijn medebroeders getuigen: “Wij bezaten een schat die we niet kenden. Hij was een man vol van God en de ziel van ons huis. Nu is hij naar wij hopen in het eeuwige leven bij zijn God en Schepper.”
Frater Jozef was een typische representant van zijn congregatie: een leven in dienst van jonge mensen, een leven in het onderwijs. Hij werkte in het basisonderwijs in Tilburg, ‘s-Hertogenbosch en op een ULO-school in Zwolle. Maar het hoogtepunt van zijn onderwijsbaan waren de 22 jaren op de MAVO in Joure. Hij vond het heerlijk voor die taak in Friesland te zijn uitgekozen. Hij heeft er voluit geleefd en hard gewerkt, en in de communiteit kende hij er gelukkige jaren. Daarna woonde hij in ’s-Hertogenbosch en de laatste acht jaren in de communiteit Joannes Zwijsen in Tilburg. Het zijn jaren van veel lichamelijk en geestelijk lijden voor hem geweest. Lichamelijk had hij met veel kwalen te kampen. Tegelijkertijd waren er steeds geestelijke klachten. De afhankelijkheid van anderen en het verlies van de regie over eigen leven vielen hem zwaar. Maar hij probeerde tot het laatst in het ritme van de communiteit te blijven. Tot het einde knokte hij voor de kwaliteit van zijn leven. Trouw te zijn aan het religieuze gemeenschapsleven was hem dierbaar. Jozef had een zeer nauwgezet geweten. Sterke schuldgevoelens maakten hem in toenemende mate kwetsbaar. Het maakte hem - positief gesproken - ook zeer gevoelig voor een God, die voelbaar naar ons omziet. De laatste avond van zijn leven, toen niemand vermoedde dat de dood zo dichtbij was, getuigde hij “zich in goede handen” te voelen. Eindelijk vrede! Een schone voleinding na ontzettend veel lijden!
22
Bronnen
‘Dat heb je voor Mij gedaan’ (Matteüs 25,40)
Een dierbaar bijbelwoord voor Zwijsen Het definitieve oordeel over ons leven (in de traditie ‘het laatste oordeel’ genoemd), kent in het evangelie van Jezus slechts één criterium: “Al wat je gedaan hebt voor één van deze geringste van mijn broeders of zusters, heb je voor Mij gedaan.” (Matteüs 25,40) Voor Zwijsen is dit het dierbaarste bijbelwoord. Hij citeert het nogal eens.
Wat heeft volgens het evangelie absolute waarde in het leven? Wat is volgens Jezus van blijvende betekenis in mijn leven. Het antwoord is onthutsend! Alledaagser en kleiner kan het werkelijk niet! “Wat je ook maar doet, al is het maar voor één medemens, al is het maar voor de kleinste medemens: ja, dat heeft absolute waarde!” Zo denkt Jezus over de waarde van iedere afzonderlijke persoon. Zo denkt Jezus over de waarde van welke minderheidsgroep ook. Mensen zijn vaak geneigd spiritualiteit met diepgang en met verheven zaken te verbinden. Vincentius en Zwijsen echter verbinden spiritualiteit juist met het alledaagse en het kleine. Zo lezen zij het appèl van het evangelie van Jezus. Heb oog, hart en handen voor het kleine, voor de kleinen. Dat raakt God! frater Harrie van Geene 23
God zendt ons om te doen wat Jezus heeft gedaan: dienen en verlichten, een verlossend woord spreken, een helpende hand zijn. (uit de leefregel van de Fraters CMM)
Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid 24